.
193Jaargang 101 (4730) 17 maart 2016
Redactioneel ESB
S
inds de EU-Turkije top waait
er door Europa een enigszins
optimistische wind. Dit gevoel
verdwijnt gauw bij de gedachte hoe
het zover kon komen dat optimisme
vandaag de dag al besloten ligt in het
afsluiten van grenzen voor oorlogs-
slachtoffers, koehandel met Turkije
en het terugsturen van mensen op
zoek naar veiligheid en geluk. Maar
inderdaad, de miljoenenstroom lijkt
zo beter onder controle. Zodat de
afgesproken herverdeling van bin –
nengekomen vluchtelingen tussen
lidstaten kan beginnen. En er tevens
gelegenheid ontstaat om de vluchte –
lingensituatie te promoveren van het
huidige kwantiteitsvraagstuk (hoeveel
gaan waarheen) naar een menselijker
vraagstuk (wie gaat waarheen).
Dit is meteen ook een typisch mat –
ching-vraagstuk: wie past bij wie. Welke school past bij welk
kind, welke werkgever bij welke werknemer, welke man bij
welke vrouw ; maar dus ook welk land bij welke vluchteling.
Geld is hierbij niet allesbepalend – de toewijzing van leer –
lingen aan scholen of vluchtelingen aan landen is tenslotte
geen koehandel (behalve met Turkije dan). Wel is dan een
ander allocatiemechanisme nodig. Nu komt dat neer op
de willekeur van wie het eerst in Duitsland komt het eerst
maalt, plus een beetje familiehereniging. Willekeur kun je
in zekere zin als eerlijk bestempelen, maar productief is het
niet. Ze houdt helemaal geen rekening met de specifieke
voorkeuren van de betreffende landen en vluchtelingen. Dit
is niet efficiënt in de zin dat zowel vluchtelingen als landen
matches mislopen waarbij ze gelet op de wederzijdse voor –
keuren beter af zijn, zonder dat anderen slechter af zijn. En
ze is niet stabiel wat betreft de kans dat iemand ergens duur –
zaam integreert.
En die specifieke voorkeuren lopen echt flink uiteen. Bij de
landen ontvangt het Verenigd Koninkrijk liefst de mensen
met de hoogste nood maar veel andere landen juist men –
sen die in de eigen arbeidsnood voorzien, sommige landen
hebben arbeidstekorten aan dakdekkers en andere aan soft –
wareontwikkelaars, sommige hechten sterk aan beheersing
van de taal en andere aan een divers gezelschap, sommige
ontvangen graag hele gezinnen en andere liefst enkel chris-
tenen. En de voorkeur van vluchtelingen zal over het alge –
meen wel uitgaan naar de veiligste en welvarendste landen,
maar zat vluchtelingen gaan liever naar een ander land, waar
familie of kennissen verblijven. terwijl de vluchtelingen ook
sterk verschillen in favoriete bestemming ná Duitsland, wat relevant is omdat niet iedereen in die
neue Heimat terechtkan.
Hoe het dan beter kan? Door, zoals
ook in de Forced Migration Review
van afgelopen januari voorgesteld,
beide kanten van de vluchtelingen –
problematiek keuzes te geven. Een
vluchteling weet zelf als geen ander
waar hij qua werken en samenleven
het beste terechtkan. En een land
weet zelf het beste voor wie het de
beste integratieperspectieven ziet.
Laat vluchtelingen daarom hun
voorkeur opgeven voor landen, en
landen voor bepaalde criteria zoals
taalvaardigheid, opleidings niveau en
afkomstdiversiteit. De politiek stelt
vooraf vast wat de relevante en accep –
tabele criteria zijn die landen kunnen
kiezen (religie kan bijvoorbeeld ab –
ject worden verklaard). Een Europees
orgaan verzorgt de centrale registratie van asielzoekers en de
raadpleging van hun wensen. Waarop een clearinghouse hen
periodiek koppelt. Dat doet het op basis van het soort al –
goritme dat ook goed werkt voor koppeling op vlakken als
onderwijs, arbeid en liefde.
Een matchingsysteem genereert niet alleen efficiëntere mat –
ches dan de huidige tombola, het heeft ook andere grote
voordelen. Zo kan het de vreemdelingenvrees bij oude Eu –
ropeanen wegnemen als gevolg van het feit dat ze weinig te
zeggen hebben over de instroom van nieuwe Europeanen.
Ze kunnen inspraak krijgen in de vaststelling van voorkeu –
ren van landen, waardoor ze in elk geval iets te zeggen heb –
ben over wie er binnenkomt. Een ander voordeel is dat het
systeem ook kan worden toegepast op vluchtelingen die nog
niet de oversteek naar Europa hebben gewaagd. Dit helpt
voorkómen dat ze met gevaar voor eigen leven de zee over –
steken en Europa doormarcheren.
Uiteraard is het opzetten van een allocatiesysteem dat ruim –
te biedt aan voorkeuren uitdagend. Politici moeten zich
door veel gesteggel heen ploeteren om tot gepaste criteria
te komen, systeemontwerpers zullen de technische details
van het systeem scherp moeten uitwerken, oude en nieuwe
Europeanen zullen het systeem globaal moeten begrijpen en
vertrouwen, het clearinghouse moet uiterst onafhankelijk en
professioneel zijn.
Maar is het organiseren van een dergelijk systeem uitdagen –
der dan integratie van lukraak verdeelde mensen? Het lijkt
me niet. Mijn voorkeur gaat dan ook uit naar een systeem
dat vluchtelingen herverdeelt op basis van de verschillende
voorkeuren in plaats van grote willekeur.
De matchbare mens
GELIJN WERNER
Vak- en eindredacteur ESB
gelijn.werner@economie.nl