De wereldeconomie staat op de rand van een zware de resÂÂ
p sie.
De vraag is echter of economen in staat zijn om een ade uate
q
analyse van de situatie te geven en effecÂieve oplossingen
t
aan te reiken. In de debatten spelen vier verschillende
anaÂyses met daarbij behorende therapieën een rol.
l
D
e neoklassieke, de postkeynesiaanse,
de marxistische en de functionalistische
analyse laten zien dat elk van de benadeÂ
ringen niet erg realistisch is. Economen
doen er goed aan om over de grenzen van de eigen
axioma’s heen te stappen, en in onderlinge samenÂ
werking realistischer analyses te maken.
Neoklassieke analyse
Piet Keizer
Universitair hoofddocent
aan de Universiteit Utrecht
De neoklassieke analyse is gebaseerd op een drietal
axioma’s, dat zijn veronderstellingen waaraan
niet getwijfeld wordt (Keizer, 2007). De axioma’s
betreffen hier de menselijke natuur, die als een
constante wordt opgevat. In de eerste plaats zijn
mensen economisch van aard. Dit betekent dat ze
Â
g
 emotiveerd zijn om de schaarste aan natuurlijke
middelen die ze dagelijks ervaren, zo veel  ogelijk
m
te reduceren. In de tweede plaats zijn mensen
r
 ationeel, hetgeen betekent dat ze zichzelf volledig
onder controle hebben. Ze zijn in staat het eigenÂ
belang op lange termijn goed te behartigen. Ze
verzamelen informatie, op basis waarvan kosten en
baten van de verschillende strategieën tegen elkaar
worden afgewogen. Ze kiezen daarbij een bepaalde
tijds orizon en een bepaalde tijdsvoorkeur, en
h
a
 ccepteren onvoorziene gevolgen. In de derde plaats
zijn relaties tussen mensen niet van sociale, maar
louter van economische aard (Keizer, 2008).
De geconstrueerde economische wereld heeft als
belangrijke implicatie dat vrije en concurrerende
markten een tendentie naar evenwicht vertonen.
Er is echter een markt die dit fraaie beeld kan
verstoren, en dat is de geldmarkt. Zij is niet klein
ten opzichte van het geheel, zoals dat het geval is
met alle andere markten. Daarom is het belangrijk
voor het functioneren van een economie als geheel,
om een centrale bank in het leven te roepen die
het geldaanbod moet afstemmen op de behoeften
van de samenleving. Moderne maatschappijen
zijn altijd aan schokken uit hun omgeving onderÂ
hevig. Dit leidt tot aanpassingen van het gedrag
van marktparticipanten, hetgeen golfbewegingen
in de prijzen en verkochte hoeveelheden tot gevolg
heeft. Tijdens een opwaartse beweging vindt er
een verstoring van de relatieve prijzen plaats. Het
is de functie van een daarop volgende neerwaartse
beweging om deze verstoring ongedaan te maken.
Zolang een centrale bank goed functioneert, vertoont
een economie een natuurlijke conjunctuurgolf, en
moeten dergelijke schommelingen door de maatÂ
schappij geaccepteerd worden. Het grote gevaar
is dat overheden onder druk van belangengroepen
gaan ingrijpen om de natuurlijke golfbeweging af te
vlakken. Een dergelijk optreden is op korte termijn
succesvol, maar  erergert het probleem op de lange
v
termijn. De huidige crisis illustreert dit heel goed: de
Amerikaanse centrale bank heeft de rente over een
lange periode kunstmatig laag gehouden. Bovendien
heeft de Amerikaanse overheid haar bestedingen te
sterk laten oplopen. Dit onevenwichtige beleid heeft
geleid tot structurele tekorten op de betalingsbalans
en de overheidsbegroting. De huidige depressie zal
moeten worden geaccepteerd, opdat de markten de
gelegenheid krijgen om de relatieve prijsverstoringen
ongedaan te maken.
Postkeynesiaanse analyse
De postkeynesiaanse analyse is niet gebaseerd
op axioma’s die een constante menselijke natuur
beschrijven. Het begint met de constatering dat er
een economie is die zich op een bepaalde manier
ontwikkelt in de loop der tijd. Daarbij worden goede
tijden afgewisseld door slechte tijden. Een marktÂ
economie bestaat uit een beperkt aantal macroÂ
markten, welke onderling sterk afhankelijk van elkaar
zijn. Als het goed gaat met de economische ontwikÂ
keling, trekken de markten elkaar mee omhoog.
Daar een economie niet harder kan groeien dan
het arbeidsaanbod en de stand van de technologie
toestaat, is er een duidelijke bovengrens. Er is echter
geen duidelijke ondergrens. In tegenstelling tot de
neoklassieke theorie die de mens onder alle omstanÂ
digheden afbeeldt als een economisch en rationeel
wezen, gaan de postkeynesianen uit van een mens
die economisch onvolledig rationeel is (Kregel,
2009). Nader gespecificeerd betekent dit dat
mensen in een opgaande fase over-optimistisch zijn
over de toekomstige ontwikkelingen. Echter, in een
recessie en depressie hebben mensen de neiging
om over-pessimistisch te zijn. In beide gevallen zijn
mensen onzeker over de toekomst. Ze beschikken
niet over informatie met betrekking tot de kosten en
baten van de verschillende strategieën. In plaats van
het toepassen van eenvoudige vuistregels waarmee
rationele en verantwoorde keuzes gemaakt kunnen
worden, gaan mensen af op hun instincten in plaats
van op hun rationele geest. Dit betekent dat in een
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB
94(4556) 20 maart 2009
173
ontwikkeling
Economen over de mondiale
depressie
depressie een vrije markteconomie geen mechanisme heeft dat leidt tot herstel.
Daarom is er een rationele en het algemene belang behartigende overheid nodig.
Deze zal door een stijging van de overheidsinvesteringen de kapitalistische
econo ie van de ondergang moeten redden.
m
Marxistische analyse
In de marxistische analyse wordt de geschiedenis voorgesteld als een strijd om
het bestaan, waarbij groepen zich op dialectische wijze tot elkaar  erhouden.
v
Deze dialectiek houdt de samenleving in beweging. Marx heeft getracht
bewegings etten te formuleren die het verloop van de economische ontwikkeling
w
verklaren (Ekelund en Hébert, 1990). De kapitalistische fase wordt gekenmerkt
door een intrinsiek conflict tussen arbeiders en kapitalisten; een conflict dat het
volk verdeelt. Omdat kapitalisten de belangrijke beslissingen nemen ten aanzien
van investeringen, productie en werkgelegenheid, zijn arbeiders gedoemd om
de gevolgen daarvan te ondergaan. Omdat de werkloosheid omvangrijk is, en in
structurele zin alleen maar toeneemt, zijn de kapitalisten niet gedwongen een
hoger loon dan minimaal noodzakelijk te betalen. Kapitalisten zitten ook gevanÂ
gen in het systeem, en zijn, willen ze overleven, gedwongen om te investeren.
Hoe groter de schaal van productie, hoe goedkoper; dus alleen de allergrootsten
overleven en gaan de markten in toenemende mate domineren. De technologie
Â
zal zich zodanig ontwikkelen dat een steeds omvangrijkere productie wordt
g
 erealiseerd met steeds minder arbeid: stijgende werkloosheid is het gevolg.
De oorzaak van de depressie is nu gelegen in het feit dat rationele kapitalisten
door de kapitalistische structuur worden gedwongen om te veel te investeren. Dit
gaat ten koste van de consumptie, die nodig is om de investeringen rendabel te
maken. Hierdoor moeten productielijnen stopgezet worden, en begint de neerÂ
gang. Met andere woorden: onderconsumptie is de oorzaak van de depressie. De
huidige depressie is begonnen in de Verenigde Staten. Amerikaanse lonen zijn al
lang niet meer gestegen, ondanks een structurele stijging in de arbeidsproducÂ
tiviteit. De kapitalisten hebben het overschot aan winstinkomen in de financiële
sector belegd. De arbeiders hebben hun consumptie kunstmatig op peil gehouÂ
den door middel van bankleningen. Toen zij de financiering van hun consumptie
niet langer konden volhouden, is er een kredietcrisis ontstaan, die een mondiale
depressie tot gevolg heeft gehad. Deze crisis is een ideale aanleiding om het
bankwezen te nationaliseren. Vervolgens zullen de genationaliseerde banken een
lichaam in het leven moeten roepen die de acties van deze banken mondiaal
coördineert. Bovendien zullen arbeiders zich beter moeten organiseren, zodat
hogere lonen moeten worden betaald.
Functionalistische analyse
De functionalistische analyse past ook in de algemeen-historische benadering,
maar de interpretatie van de geschiedenis wijkt af van de postkeynesiaanse en
de marxistische benadering. De geschiedenis wordt gekenmerkt door een proces
van technologische vooruitgang. Dit proces gaat gepaard met toenemende speciÂ
alisatie; een proces dat vraagt om steeds geavanceerdere wijzen van informatieuitwisseling (Turner, 1998). Tegelijkertijd dreigt specialisatie te ontaarden in
fragmentatie: verschillende specialismen concurreren niet alleen, maar beginnen
ook te rivaliseren. Omdat beroepsgroepen zich met elkaar vergelijken, wordt er
een rangorde in termen van status opgemaakt. Dergelijke processen behoren
tot de sociale wereld, en doorkruisen de processen in de economische wereld.
Statusgevechten spelen zich af op alle niveaus van organisatie. Bestuurders
van grote ondernemingen, zoals banken, vergeten de economische logica, en
streven steeds meer naar een zo groot mogelijk marktaandeel. Samenlevingen
moeten nu zodanig worden georganiseerd, dat dit probleem van menselijke rivaÂ
liteit beheersbaar wordt. Het irrationele element in de menselijke natuur wordt
steeds sterker, naarmate organisaties groter worden en de werkelijke concurÂ
rentie wordt vervangen door sociale netwerken, elk met een eigen subcultuur.
Op deze wijze maakt subcultuurvorming het de controle-organen moeilijk om
nog tot een onafhankelijk oordeel te komen over het gedrag van de partijen die
ze moeten beoordelen. Kijken we naar de ontwikkelingen in de verhoudingen in
de financiële wereld, dan zien we dat dit precies is wat er is gebeurd. Groepjes
174
ESB
94(4556) 20 maart 2009
investeringsbankiers wisten hun onprofijtelijke
activiteiten steeds weer gefinancierd te krijgen, ten
koste van de minder prestigieuze maar rendabeler
detailhandel ctiviteiten. Toezichthouders en kredietÂ
a
beoordelaars werden sociaal gezien lid van dezelfde
groep, en werden door de daar ontwikkelde cultuur
beïnvloed. De afgelopen dertig jaar hebben steeds
meer subculturen zich binnen de financiële wereld
ontwikkeld, die hun situatie interpreteerden als een
nieuw tijdperk, een nieuwe en digitale economie.
Eigenlijk werden de oude economische wetten als
verouderd, en liquiditeit en solvabiliteit als minder
relevant beschouwd. De actuele mondiale depressie
is daarvan het gevolg.
Tot besluit
De axioma’s die aan de analyses ten grondslag
liggen, zijn bepalend voor de therapieën die worden
voorgesteld. Politiek gesproken zijn de  eoklassieke
n
axioma’s tamelijk liberaal van aard. Een goed
functionerende centrale bank is voldoende om een
vrijemarktsamenleving voor een ernstige depressie
te behoeden. De postkeynesiaanse axioma’s, die de
cyclische beweging in de irrationaliteit van mensen
benadrukken, geven echter aanleiding tot een overÂ
heid die regulerend optreedt op een aantal essentiële
markten. De marxistische axioma’s leiden tot een
analyse in termen van rationele kapitalisten die als
groep onontkoombaar onderconsumptie veroorzaken.
Hierdoor zijn sterke vakbonden nodig die economisch
zowel als politiek voldoende macht ontwikkelen om
een kapitalistsche economie om te vormen tot een
economie waarin consumptie en investeringen door
een overheid worden gestabiliseerd op een gewenst
niveau. Functionalisten hanteren zodanige uitgangsÂ
punten dat ernstige economische verstoringen alleen
vermeden kunnen worden door middel van een
zodanige institutionalisering van de financiële wereld
dat onverantwoordelijk gedrag van banken en andere
financiële instellingen wordt voorkomen. Zolang de
diverse groepen van economen elkaar niet confronteÂ
ren met met elkaars uitgangspunten, kan weinig verÂ
betering worden verwacht in de kennis van economen
en in de kwaliteit van hun adviezen aan de politiek.
Politici worden dan gedwongen tot pragmatisme, en
creëren hun eigen syntheses van de geboden advieÂ
zen ten aanzien van financiëel toezicht, financiële
regulering, niveau van overheidsbesteding en cultuurÂ
vorming binnen de financiële wereld.
Literatuur
Ekelund, R. en R. Hébert (1990) A history of economic theory and
method. Columbus, Ohio: McGraw-Hill.
Keizer, P. (2007) Towards a theoretical foundation of a multidisciplinary economics, Tjalling Koopmans Instituut werkdocument.
Utrecht: Universiteit Utrecht.
Keizer, P. (2008) Economen over de kredietcrisis. MeJudice, 1
(6 oktober 2008).
Kregel, J. (2009) The natural instability of financial markets,
in: Keizer, P. en H. Schenk (red.) The political economy of financial
markets. Northampton: Edward Elgar (te verschijnen).
Turner, J. (1998) The structure of sociological theory. Florence,
Kent.: Wadsworth Publishing Company.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.