input
Verhuizen
Huurmarkt
Het Landelijk Informatie Systeem Arbeidsorganisaties (LISA)
bericht over de verhuizingen van bedrijven en de effecten
daarvan op de verhuizingen van werknemers. Jaarlijks verhuist
ongeveer 4% van de totale bedrijvenpopulatie, oftewel ongeveer
18.000 bedrijven en overheidsinstellingen. Met deze bedrijven
en overheidsinstellingen verhuizen ongeveer 200.000 werknemers mee, ongeveer 3% van de werkzame beroepsbevolking.
De bedrijven geven aan te verhuizen vanwege ruimtegebrek en
verkeerscongestie. Daarnaast vindt het LISA dat de meeste bedrijven niet ver verhuizen: 94% vestigt zich in dezelfde regio en
75% van de verhuizende bedrijven blijft in de eigen gemeente.
Romijn en Besseling van het Centraal Planbureau onder oeken
z
wat de welvaartseffecten van het Nederlandse woninghuurÂ
beleid zijn. Om woningen betaalbaar te houden, worden huren
en het aanbod van huurwoningen sterk gereguleerd door de
Nederlandse overheid. Daarnaast wordt de vraag naar huurwoningen gestimuleerd door middel van subsidiëring. De
Nederlandse huren zijn hierdoor gemiddeld vijftig procent
lager dan zij zouden zijn in afwezigheid van dit beleid. Het
Nederlandse huurbeleid is volgens Romijn en Besseling een
belangrijke oorzaak voor het goedkoop wonen van hoge inkomens en het kleine huurwoningaanbod voor starters. De
maatschappelijke kosten van het beleid overtreffen de maatschappelijke baten met ongeveer duizend euro per huurwoning
per jaar. Romijn en Besseling adviseren het huurwoningbeleid
af te schaffen, maar bevelen wel aanvullende maatregelen
aan om eventueel koopkrachtverlies voor de lage inkomens te
compenseren.
LISA (2008) LISA nieuws, jaargang 17, mei 2008. Enschede: LISA.
Afstand
Boulhol en de Serre onderzoeken voor de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling wat afstand tussen
landen betekent voor economische groei. Afstand blijkt uit hun
onderzoek een rem op economische groei. Zo vinden zij dat het
ver weg liggen van andere markten voor Australië en NieuwZeeland ongeveer tien procent van hun bbp kost. Tegelijkertijd
profiteren met name Nederland en België van de nabijheid
van grote markten, met een bbp-opbrengst van zes tot zeven
procent. Naast het effect van afstand op economische groei
onderzoeken Boulhol en de Serre ook het verloop van de elasticiteit van afstand op de hoeveelheid internationale handel over
de tijd. Zij vinden dat deze vanaf 1990 gestaag negatiever is
geworden, zodat afstand in de loop der tijd een grotere belemmering op handel is geworden.
Boulhol, H. en A. de Serre (2008) Have developed economies escaped the curse of
distance? OECD working paper 18, 2008.
Romijn, G. en P. Besseling Economische effecten van regulering en subsidiëring
van de huurwoningmarkt. Den Haag: Centraal Planbureau.
Sport en economie
De Policy Research Corporation onderzoekt voor het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de betekenis van sport
voor de Nederlandse economie. Sport draagt voor ongeveer
1,3 procent bij aan het Nederlandse bbp en creëert ongeveer
118.000 fte aan werkgelegenheid. De belangrijkste geldstroom
gaat hierbij naar commerciële activiteiten met betrekking tot
sport. De Nederlandse sportexport beslaat daarnaast 1,1 miljard euro. Nederland kent op een aantal niche-markten grote
a
 anbieders van sportgoederen, zoals kunstgras, klapschaatsen
en turntoestellen. Tevens levert sport een besparing aan medische kosten van rond de drie tot vijf miljard euro.
Policy Research Corporation (2008) De economische betekenis van sport in
Cito
Nederland. Rotterdam: Policy Research Corporation.
Stroucken en Takkenberg van het
Centraal Bureau voor de Statistiek en
Béguin van het Cito onderzoeken de
scores op de Citotoets van basisscholieren. Zij vinden dat jongens, autochtone
kinderen en kinderen met rijkere ouders
vaker een hogere score hadden op de
Citotoets. Stroucken, Takkenberg en
Béguin onderzoeken daarnaast afwijkinÂ
gen tussen scores op de Citotoets en
het leerkrachtadvies. Kinderen uit gezinnen met hogere inkomsten hebben vaker een hoger voorlopig leerkrachtadvies dan hun
Cito-score aangaf en kiezen ook vaker voor een hoger brugklasniveau dan hun Citotoets indiceerde.
Postcodeloterij
Voor het National Bureau of Economic Research schrijven Kuhn,
Kooreman, Soetevent en Kapteyn over de postcodeloterij. Zij
vinden dat winnaars van de loterij hun gewonnen prijzen met
name uitgeven aan duurzame consumptiegoederen. Dit doen zij
om de tijdelijke inkomensschok van het winnen van de loterij
om te zetten in een consumptieve besteding die een langere tijd
mee gaat. Ook vinden Kuhn et al. dat het winnen van de postcodeloterij op een termijn van zes maanden niet voor meer geluk
zorgt en ook dat de buren van winnaars na zes maanden niet
ongelukkiger zijn dan voordat de prijs in hun buurt gevallen was.
Stroucken, L., D. Takkenberg en A. Béguin (2008) Citotoets en de overgang
Kuhn, P., P. Kooreman, A. Soetevent en A. Kapteyn (2008) The own and social
van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Sociaaleconomische trends, 2e
effects of an unexpected income shock: evidence from the Dutch postcode lottery.
kwartaal 2008.
NBER working paper no. 14035.
324
ESB
93(4537) 13 juni 2008
output
Lageropgeleiden
Islamitisch financieren
Román en Schippers van de Organisatie voor Strategisch
Arbeidsmarktonderzoek gaan na welke mogelijkheden er bestaan om de inzetbaarheid van lageropgeleiden op de arbeidsmarkt te vergroten. In het kader van de huidige krapte op de
arbeidsmarkt en de structurele krapte die door de vergrijzing te
verwachten valt. Van de door Román en Schippers onderzochte
organisaties heeft ongeveer een vijfde functies aangepast om
laagopgeleiden aan het werk te zetten. Van deze organisaties
geeft twee derde aan dat de mogelijkheden voor het verder aanpassen van functies om laagopgeleiden aan het werk te zetten
zijn uitgeput. De meeste mogelijkheden voor het aanpassen van
functies liggen volgens Román en Schippers in de zorg.
Verhoef, Azahaf en Bijkerk schrijven
in een Occasional Study van De
Nederlandsche Bank over islamitisch
financieren. Wereldwijd groeit deze
markt met ongeveer vijftien procent
per jaar. Financieren volgens de
regels van de islam verschilt wezenlijk van traditio eel financieren; zo
n
is bijvoorbeeld het gebruik van rente
verboden. Dit heeft tot gevolg dat
islamitische hypotheken ontstaan:
de bank koopt een huis en verkoopt
het huis op afbetaling door aan zijn cliënt. Omdat dit technisch
gesproken geen hypotheek is, valt deze vorm van financieren
niet onder de Wet financieel toezicht, zodat consumenten van
islamitische hypotheken niet dezelfde  onsumentenbescherming
c
genieten als de consumenten van traditionele hypotheken.
Verhoef, Azahaf en Bijkerk zien echter voldoende aanknopingspunten om de Wet financieel toezicht aan te passen, zodat ook
islamitisch financieren hieronder valt.
Román A. en J. Schippers (2008) Inzet van lager opgeleiden op de Nederlandse
arbeidsmarkt: werkgevers aan zet. Tilburg: Organisatie voor Strategisch
Arbeidsmarktonderzoek.
Economisch gedrag erven
Dohmen, Falk, Huffman en Sunde schrijven in een discussieÂ
artikel voor het Centre for Economic Policy Research over het
doorgeven van economisch relevante eigenschappen van ouders
aan kinderen. Zij stellen dat deze eigenschappen van ouders aan
kinderen kunnen worden doorgegeven door middel van genen
en opvoeding. Dohmen et al. vinden aan de hand van enquêteuitkomsten een significante en robuuste relatie tussen de gedragingen van ouders en kinderen op het gebied van vertrouwen en
risicobereidheid. Ook blijkt uit hun onderzoek dat moeders een
sterkere invloed hebben dan vaders op het vertrouwen van het
kind en dat enig kinderen risicoaverser zijn dan kinderen met
broers of zussen. Of deze gedragingen door genen of opvoeding
worden doorgegeven laten Dohmen et al. in het midden.
Dohmen, T., A. Falk, D. Huffman en U. Sunde (2008) The intergenerational
transmission of risk and trust attitudes. CEPR discussion paper no. 6844.
Wereldeconomie
De Verenigde Naties berichten in hun World economic situation
and prospects 2008 over de status van de wereld. Na enkele
jaren van robuuste economische groei staat de wereld nu voor
een aantal uitdagingen, aldus de VN. Zij voorspellen voor 2008
een economische groei van 3,4 procent, een kleine verlaging ten
opzichte van de 3,7 procent in 2007. De belangrijkste reden om
het groeicijfer naar beneden bij te stellen is volgends de VN de
afnemende groei in de Verenigde Staten. Volgens de VN wordt de
afname in de economische groei in de VS vooral gedreven door de
ineenstorting van de huizenmarkt. De VN waarschuwen daarnaast
voor een mogelijke snelle depreciatie van de dollar en stellen dat
overheden van verschillende landen samen moeten werken om
voor een langzame depreciatie van de dollar te zorgen.
Verhoef, B., S. Azahaf en W. Bijkerk (2008) Islamitisch financieren en toezicht:
een verkennende analyse. Amsterdam: De Nederlandsche Bank.
Biologische Producten
Bakker van het Landbouw Economisch Instituut stelt dat de
vraag naar biologische producten in Nederland groter is dan
het aanbod. De markt voor biologische producten groeide in de
afgelopen vier jaar met gemiddeld twaalf procent. Bakker gaat
ervan uit dat de vraag naar biologische producten de komende
jaren ook sterker zal stijgen dan de totale vraag naar voedsel.
Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor producenten van biologische producten om hun productie uit te breiden. Bakker stelt
dat juist Nederland als exportland in staat is om deze kansen te
grijpen.
Bakker, J.H. (2008) Ontwikkeling wereldwijde consumentenvraag biologische
producten. Den Haag: Landbouw Economisch Instituut.
Emancipatie
Cuelenaere, De Bruin en Chotkowski van ECORYS hebben de
subsidieregeling emancipatieprojecten geëvalueerd. Met deze
regeling zijn 170 projecten gesubsidieerd die tot doel hadden
de emancipatie in de Nederlandse samenleving te versterken.
Projecten hadden onder andere tot doel om vrouwen voor de
arbeidsmarkt te activeren en de veiligheid van vrouwen te vergroten, bijvoorbeeld door het aanbieden van stages en vrouwen
te stimuleren voor vrijwilligerswerk. Van de afgeronde projecten
stellen Cuelenaere et al. dat het merendeel geslaagd is.
United Nations (2008) World economic situation and prospects 2008. New York:
Cuelenaere, B., G. de Bruin en M. Chotkowski (2008) Evaluatie projecten
United Nations.
subsidieregeling emancipatiestudies. Rotterdam: ECORYS.
ESB
93(4537) 13 juni 2008
325