Tempo gewenst
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A. (auteur)
Een uitgeb reidere beschouwing over de MDW-operatie zal verschijnen in het april-nummer van Socialisme & Democratie.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4196, pagina 221, 26 maart 1999 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
marktw erking, regulering
De MDW-operatie was het economische boegbeeld van Paars 1. Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit bleek het
opmerkelijke terrein waar links en liberaal elkaar wisten te vinden. Na de economische sanering die in de kabinetten-Lubbers
doeltreffend was uitgevoerd, werd het tijd voor institutionele vernieuwing. Oude economische machtsbol- werken zouden ontmanteld
worden, zodat private activiteiten de wind van de mededinging in de nek zouden voelen, het speelveld tussen private en publieke
activiteiten gelijk zou worden, en collectieve taken doelmatiger konden geschieden.
Het beeld is mooi. Maar de werkelijkheid is toch een beetje anders. In de periode-Lubbers werd namelijk nogal wat voorwerk voor de
institutionele vernieuwing verricht. De wet op de economische mededinging kwam uit de koker van Van Rooy, de liberalisering van de
vestigingswet werd door Andriessen in gang gezet. De belangrijkste introductie van marktwerking sinds de oorlog, die in de sociale
zekerheid, werd eveneens op gang gebracht door het laatste kabinet-Lubbers. Paars zette dat door, en wist ook een doorbraak te forceren
in het liberaliseren van de winkelsluitingswet – het eerste grote wapenfeit van de MDW-operatie. En voorlopig het laatste.
De MDW-operatie werpt tergend langzaam vruchten af. Nog steeds lukt het bijvoorbeeld niet om nieuwe spelregels voor het taxibedrijf
te implementeren. Als zo’n onbenullig dossier niet eens binnen redelijke tijd naar behoren afgehandeld kan worden, dan wekt het weinig
verbazing dat een moeilijker onderwerp als de gezondheidszorg volledig stagneert. De MDW-rapporten op dat vlak zijn in een diepe lade
verdwenen.
Er zit een serieuze weeffout in het MDW-proces, dat op de ‘stap voor stap’-benadering is gebaseerd. Dit model werd gekozen uit oogpunt
van praktische hanteerbaarheid, maar ook omdat gevreesd werd dat een offensief op veel fronten tegelijk in de praktijk tot nederlagen op
al die fronten zou leiden. Elk jaar wordt aldus een handvol doelen geselecteerd. Om te beginnen waren dat doelwitten waarvan
‘gemakkelijk’ succes werd verwacht, zodat ervaring opgedaan kon worden voor het bestrijden van meer gevoelige marktverstoringen
(zoals in de gezondheidszorg). Interdepartementale ambtelijke commissies werken deze MDW-onderwerpen uit tot concrete voorstellen,
die in de ministeriële MDW-commissie, onder voorzitterschap van de premier, politiek worden verwerkt. In Paars-1 bereikten 36
onderwerpen dit stadium 1. Daarvan werd alleen de winkelsluiting volledig afgewerkt, een aantal onderwerpen is nu in de
implementatiefase. Het gros is daar echter nog verre van. Paars-1 kan wel degelijk bogen op veel betere marktwerking, maar de
belangrijkste successen die zijn geboekt, zijn op één uitzondering (de winkelsluiting) na, niet aan de MDW-operatie te danken. Druk van
de EU (voor telecom, energie en de wet op economische mededinging), geldnood (privatisering) en overmacht (sociale zekerheid) hebben
beduidend meer effect dan de MDW-rapporten.
Daarmee wil ik de doelen van MDW niet aanvechten – integendeel. Het tempo is echter te laag, en dat geeft belanghebbenden
(marktpartijen, soms gesteund door een vakministerie) teveel tijd om het proces te frustreren. Het risico van dereguleringsmoeheid groeit
inmiddels, het politieke gevoel van urgentie taant. De MDW-operatie dreigt te verzanden. Om dit te voorkomen is een verscherping van
het proces nodig. Enige ingrediënten hiervoor zijn:
» MDW moet politiek sterker geprofileerd worden. De voorzitter van de ministeriële commissie MDW, Wim Kok, zal zich veel sterker naar
buiten moeten begeven en mag de hete kastanjes niet aan de minister van Economische Zaken toebedelen;
» Kamerfracties moeten MDW-thema’s niet aan sectorspecialisten overlaten, maar aan een klein gezelschap generalisten onder
voorzitterschap van een prominent kamerlid, bij voorkeur de fractievoorzitter;
» De voordelen van MDW moeten in samenhang voor het voetlicht komen. Door deregulering uit te smeren over de tijd en te ontdoen
van een herkenbare coherente aanpak, wordt het nadeel dat een betrokkene bij ontmanteling van eigen privileges leidt niet gecorrigeerd
door een zichtbaar voordeel van deregulering op andere markten. Het Centraal Planbureau kan een periodieke kwantitatieve analyse
maken van kosten en baten van regulering en nieuwe wetgeving (inclusief administratieve lasten);
» De voortgang in MDW-dossiers moet toetsbaar en transparanter worden. Waar vertraging optreedt moet gerapporteerd worden waar
de oorzaak ligt. “Naming and shaming” noemen ze dit op het ministerie van Economische Zaken. Deze bravoure zullen ambtenaren in de
praktijk echter nooit waar kunnen maken, zelfs voor de politieke coördinator (Kok) zal dat lastig zijn. Hier kan de Rekenkamer een vaste
opdracht krijgen, waarbij het verslag wordt gekoppeld aan de periodieke analyse van het CPB.
MDW moet weer een prominente plek krijgen op de politieke kalender. Zonder een beter tempo wordt het een treurig verhaal
1 Zie R.C.G. Haffner en N. van Hulst, De ladder van het concurrentiebeleid , ESB, 30 oktober 1998, blz. 812-816. Een beschrijving van de
bestuurlijke aanpak geven L.A. Geelhoed en W.A. Oskam, De broedende kip, ESB Dossier MDW, 11 juni 1998, blz. D18-D21.
Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)