Ober, er zit een vlieg in de soep!
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A. (auteur)
Ruyter van Steveninck, M.A. de (auteur)
Huispolemisten van ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4153, pagina 421, 22 mei 1998 (datum)
Rubrie k :
Naschrift
Tre fw oord(e n):
eu, emu
Dit artikel is een naschrift n.a.v. G. Reuten, K. Vendrik en R. Went, Discussie: We zijn pas bij het voorgerecht, ESB, 22 mei
1998, blz. 420.
Onze bespreking bevatte twee hoofdpunten. Ten eerste dat er nogal wat malle dingen in het boek staan. Ten tweede dat het herhaalde
pleidooi voor uitstel of afstel van deze EMU als mosterd na de maaltijd komt. In de reactie wordt niet op deze kritiekpunten ingegaan. In
plaats daarvan worden spijkers op laag water gezocht.
Zo zou in de bijdrage van Kleinknecht (overigens een van de betere in het boek) het woord loonmatiging niet voorkomen. Klopt. Hij
gebruikt in plaats daarvan het woord “factorprijsflexibiliteit”, wanneer hij uitlegt waarom dit niet het evenwicht herstellend effect heeft
dat in de neoklassieke theorie wordt verondersteld. Klamer zou niet wijzen op het gevaar van een zwakke euro, wanneer hij schrijft dat de
financiële markten geen vertrouwen in die euro hebben gezien de onderwaardering van de munten van de euro-landen ten opzichte van
dollar en pond sterling (naar wij aannemen wordt toch echt de periode na het vertrek van het pond uit het EMS bedoeld). We vinden het
best als dit niet als een gevaar, maar als een feit moet worden geïnterpreteerd. Wij gaven een economische verklaring voor dit feit:
verschillende renteontwikkelingen 1. De financiële markten pasten, blijkbaar terecht, op basis van uiteenlopende renteverwachtingen de
wisselkoersen aan.
Wij beschouwen de financiële markten dus niet als bondgenoten van de auteurs van ‘De prijs van de euro’. Net zomin zien wij in de
teksten van de OESO en werkgevers, die in het hoofdstuk van Reuten in het boek worden aangehaald, steun voor de bewering dat er
bewust massawerkloosheid werd nagestreefd om daarmee lage lonen af te dwingen 2. En ook menen wij dat Reuten, Vendrik en Went wel
erg vreemde bondgenoten kiezen, als ze Business Week en The Economist aanroepen om hun betoog over het gevaar van de EMU kracht
bij te zetten. Business Week bevatte een naïef-Amerikaans lofzang op alle heil die Europa zal ontvangen dankzij invoering van de euro en
de nu onafwendbare doorbraak van ‘echte’ marktwerking. De kanttekeningen die in Business Week zijn te vinden worden geheel
overstemd door het hoopvolle enthousiasme voor een reeks liberale veranderingen, veranderingen waar Reuten c.s. waarschijnlijk weinig
mee op hebben. Het speciale katern van The Economist is veel zakelijker 3, maar ook The Economist is beduidend optimistischer dan
Reuten c.s., en overigens ook optimistischer dan het weekblad in het verleden was. Het grootste gevaar voor (niet van) de EMU is
volgens The Economist stagnerende marktwerking: nu het monetaire beleidsinstrument niet meer kan worden ingezet, zijn flexibele factoren productmarkten belangrijker dan ooit. Wat dat betreft onderschrijft The Economist, net als wij overigens, de stelling van Reuten,
Vendrik en Went: we zijn pas bij het voorgerecht. Alleen jammer van die vlieg die erin terecht kwam.
Zie ook:
H.A. Keuzenkamp en M.A. de Ruyter van Steveninck, Mosterd na de maaltijd, ESB, 10 april 1998, blz. 281
G.Reuten, K. Vendrik en R. Went, Discussie: We zijn pas bij het voorgerecht, ESB, 22 mei 1998, blz. 420-421
1 De korte reële rente, gemeten als korte rente min feitelijke inflatie, steeg in de VS van 0,5% naar 3,6%, in het VK van 2,5% naar 4,6%
terwijl ze in de Duitsland daalde van 3,2% naar 1,3%, in Nederland van 4,0% naar 1,2%. Voor de lange reële rente is het beeld iets minder
scherp, met name omdat deze in Duitsland (net als in het VK en de VS) iets steeg (van 2,3% naar 3,7%) – maar wel ruimschoots onder het
peil in de VS (van 3,2% naar 4,3%) en het VK (van 4,1% naar 4,8%) bleef. In Nederland daalde ze van 4,3% naar 3,5%. Zie voor de data
CPB, CEP 1998, blz. 199 en 195.
2 Een voorbeeld: Reuten schrijft dat Wereldbank- en OESO rapportages aantonen dat “de monetaristische politieke omslag geen toeval
was, maar doelbewuste manipulatie”. In het conflict tussen kapitaal en arbeid maakt de OESO “het belang van werkloosheid zelfs
expliciet”: in 1983 schrijft de OESO immers “further wage restraints should be feasible, particularly with unemployment remaining high”.
Om de ontdekking van het complot tegen de arbeid te vieren is deze passage in het citaat van Reuten zelfs gecursiveerd. Voor meer van
zulke onderbouwing verwijzen we graag naar De prijs van de euro zelf.
3 Van harte aanbevolen. Te bestellen: minimaal 5 kopieen voor £ 2,50 per stuk, per fax met credit card, 00.44.171.839.1921.
Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)