Ga direct naar de content

IMF voorziet convergerende groei

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 27 1994

IMF voorziet
convergerende
groei•

rente wordt gezien als het temperen
van de monetaire stimulans, niet als
een echte restrictieve maatregel. Naar
de mening van Mussa ligt het ‘neutrale’ renteniveau waar Fed-topman Allan Greenspan naar streeft rond de
5% à 6%. Ten opzichte van de huidige 3,75% zou dus nog een flinke stijging te verwachten zijn.

stijging van het handelstekort van $
77 miljard in 1993 tot $ 125 miljard,
overeenkomend met 2% van het bbp.
Tegenover de druk die het toenemend handelstekort geeft op de economische groei in de Verenigde
Staten, blijven de consumentenbestedingen zich krachtig ontwikkelen: in
het eerste kwartaal met 4% op jaarbasis .

Herstel VS houdt aan
Recordhoogte overschot Japan

Voor 1995 voorziet het IMF een convergerende ontwikkeling van de geïndustrialiseerde economieën. Nu nog
is sprake van sterk uiteenlopende tendenzen: in de Verenigde Staten is
sprake van een krachtige economische groei met 3,9% en ook in Canada en het Verenigd Koninkrijk is sprake van een goed herstel, maar voor
continentaal- Europa en Japan wordt
slechts het einde van de teruggang
voorzien. De vooruitzichten voor een
flink herstel zijn daar nog uiterst
broos. Voor Nederland en Duitsland
gaat het IMF uit van een economische groei met respectievelijk 0,8%
en 0,9%. Voor Japan is de verwachting in neerwaartse richting bijgesteld
van 2% tot 0,7%, waarbij de risico’s
voor een nog verder achterblijven
groot worden genoemd. Voor de wereldeconomie in zijn geheel voorziet
het IMF een versnelling in de economische groei van 2,3% in 1993 via 3%
in het lopende jaar tot 3,7% in 1995.
Het IMF dringt voor Europa aan op
een verdere begrotingstekortreductie
en structurele maatregelen op de arbeidsmarkt. Ook het structurele tekort van 2% tot 3% van het bbp in de
Verenigde Staten wordt te hoog geacht.
Bij de toelichting op de nieuwe
IMF-World Economic Outlook kwam
naar voren dat op de onlangs gehouden G7-vergadering de scherpe mondiale rentestijging sedert februari
jongstleden hoog op de agenda was
geplaatst. Nu de verwachting voor de
groei van de Amerikaanse economie
in 1994 met 1,3 procentpunt is verhoogd tot 3,9% past daarbij een stijgende rente, maar de sprong van de
obligatierente tot boven 7,4% vindt
het IMF overdreven. Zolang de Fed
erin slaagt de inflatie rond de 3% à
4% te houden is er geen reden voor
een rente van meer dan 7%, aldus
IMF-directeur Michael Mussa. De stijging van de Amerikaanse geldmarkt-

E5B 27-4-1994

In de Verenigde Staten herstelt de woningbouw zich van de zwakte ten gevolge van de extreem koude winter.
Het aantal afgegeven bouwvergunningen nam in maart met 5% toe, terwijl
het aantal in aanbouw genomen huizen met 12% steeg tot 1,47 miljoen
op jaarbasis. Een niveau dat 35% hoger ligt dan een jaar geleden. Het nu
bereikte niveau biedt volgens sommige analisten overigens weinig verder
stijgingspotentieel gezien de demografische ontwikkelingen en de recente scherpe stijging van de hypotheekrente.

!

ft

Fvan Lanschot
Bankiers nv
SINDS 1737

Voor de tiende maand in een rij
steeg de Amerikaanse industriële produktie. Na 0,6% in februari bedroeg
de stijging in maart 0,5%. De bezettingsgraad bij de industrie is inmiddels gestegen tot het hoogste niveau
sedert 1989: 83,6% tegenover 83,4%
een maand eerder. De industriële afzetprijzen stegen in maart met 0,2%
zowel ten opzichte van de vorige
maand als ten opzichte van een jaar
geleden.
De relatief hoge economische
groei in de Verenigde Staten in combinatie met de stagnatie elders, leidde
in februari tot een Amerikaans handelstekort van $ 9,7 miljard, fors
meer dan de $ 6 miljard waarop was
gerekend. Hoewel de scherpe stijging
voor een deel is toe te schrijven aan
incidentele factoren, wordt inmiddels
voor dit jaar gerekend op een flinke

In het per 31 maart afgesloten fiscale
boekjaar steeg het overschot op de Japanse handelsbalans van $ 111 miljard in het voorgaande jaar tot een
nieuw record van $ 122 miljard. De
export nam met 6,4% toe tot $ 366
miljard en de import met 4,8% tot $
244 miljard. Het overschot met de Verenigde Staten steeg 12% tot $ 51 miljard, terwijl het overschot met andere
Aziatische landen met 25% steeg tot $
56 miljard. In maart steeg het overschot op de Japanse handelsbalans
met 4% tot $ 14 miljard. In volume is
overigens reeds enige tijd sprake van
een afname van de handelsstromen,
hetgeen doet verwachten dat de stijging van de handelsoverschotten
tot
staan zal komen.
De tekenen dat de Japanse economie de bodem heeft bereikt nemen
toe. Het aantal faillissementen daalde
in het per 31 maart afgesloten boekjaar voor het eerst in vier jaar. De consumentenbestedingen
en de huizenbouw trekken aan. Het Japanse
ministerie van financiën deelt de terughoudendheid van het IMF dan
ook niet geheel en houdt vooralsnog
vast aan de regeringsdoelstelling van
2,4% groei in plaats van de door het
IMF genoemde 0,7%. De cijfers inzake de industriële produktie over januari en februari, die eerder een plusje te zien gaven, werden echter
bijgesteld tot negatieve cijfers. In februari lag de Japanse industriële produktie 4,4% lager dan een jaar geleden.

Nederlandse werkloosheid
loopt snel op
Uit de jongste werkloosheidscijfers
van het CBS blijkt dat de werkloosheid in Nederland steeds sneller oploopt. Overigens is de werkloosheid
in heel Europa een groot probleem.
zie verder blz. 404

veroolg van blz. 399
Het IMF laat zich daarover in zijn
jongste World Economic Outlook
zeer kritisch uit. Volgens het IMF verdient het Amerikaanse model, dat
een veel grotere flexibiliteit op de arbeidsmarkt kent, in Europa meer aandacht, daar de hoge structurele werkloosheid Europa opscheept met grote
sociale en economische kosten.

Amerika verhoogt,
verlaagt de rente

Europa

Een derde verhoging van de Amerikaanse federal funds rate met een
kwart procentpunt tot 3,75% verraste
de markten, die pas in een later stadium een dergelijke stap hadden verwacht. Amerikaanse obligaties moesten direct koersverliezen incasseren,
terwijl ook de aandelenmarkt scherp
terug ging.
De Bundesbank voerde een verdere
verlaging van de officiële rentetarieven met een kwart procentpunt door.
Het disconto is hiermee gekomen op
5% en het Lombardtarief op 6,5%. De
Duitse rente is hiermee terug op het
niveau van 1989. De Nederlandsche
Bank volgde direct met een verlaging
van de voorschotrente met een kwart
procentpunt tot 4,75%, het laagste niveau sedert 1988. Ook landen als
Zwitserland, Denemarken en België
verlaagden hun rente vrijwel direct
na de Duitse rentestap. Frankrijk volgde enkele dagen later.
De Europese renteverlagingen vermochten de obligatiemarkten weinig
steun te geven. Het lijkt erop dat beleggers in toenemende mate rekening houden met een stijging van de
inflatie, hoewel de huidige cijfers
daar absoluut nog geen aanleiding
toe lijken te geven. De ontwikkeling
op de rentemarkten wordt gedomineerd door de Verenigde Staten. De
jongste renteverhoging van de federal funds rate zorgde niet alleen in
Amerika maar ook in Europa voor
een nieuwe koersval van de obligaties. Daarbij hielp niet dat de Bundesbank, volgend op de discontoverlaging, de reporente met twaalf basispunten verlaagde tot 5,58%, terwijl in
ons eigen land de beleningsrente omlaag ging van 5,5% naar 5,4%, de eerste verlaging sinds begin januari.
De N~derlandse kapitaalmarktrente
steeg de afgelopen tijd zelfs scherper
dan in Duitsland, waardoor de Nederlandse lO-jaarsrente inmiddels rond
de tien basispunten hoger ligt dan de

Duitse. Hiermee is het beeld in vrij
korte tijd ingrijpend omgeslagen. Het
Nederlandse inflatiecijfer dat over
maart werd bekendgemaakt (2,9%, tegen 3,0% in februari) was daarbij op
zich niet slecht, maar het buitenland
blijft zich gereserveerd opstellen ten
opzichte van Nederlandse obligaties
sinds het CBS het inflatiecijfer via een
nieuwe berekeningsmethode
hoger
heeft vastgesteld dan voorheen. Daarbij zijn het nu ook de politieke perikelen die buitenlandse beleggers kopschuw maken. De gedachte aan een
paars kabinet en een mogelijk langdurige formatie, stoot buitenlandse investeerders af. Hierbij moet worden
bedacht dat vorig jaar sprake was van
een grote belangstelling vanuit het
buitenland voor de Nederlandse effectenmarkt, die was ingegeven door
het feit dat de gulden tijdens de hevige valutaonrust als enige munt (naast
de Duitse mark) onafgebroken een
zeer sterke positie innam. De langstlopende staatslening per 2023 zakte ten
gevolge van het negatieve rentesentiment zelfs even onder pari, waarmee
de zeer forse koerswinst die vorig
jaar met deze lening werd geboekt
geheel verloren is gegaan. Bij de onlangs uitgegeven jongste tranche van
deze lening was de belangstelling
van beleggers dan ook zeer gering.

Dollar verzwakt
De Amerikaanse dollar herstelde zich
aanvankelijk, maar moest later weer
terrein prijsgeven. Kenmerkend voor
het gewijzigde sentiment rond de dollar was de negatieve reactie op de
verlaging van de Duitse en verhoging
van de Amerikaanse rente. De Duitse
mark vertoont momenteel grote
kracht. Zowel ten opzichte van de
dollar als de andere Europese valuta’s werd koerswinst geboekt, niettegenstaande de verlaging van de reporente.

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse uitgave Beleggen met van

Lanschot.