Ga direct naar de content

Werkloosheid en technologiebeleid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 23 1993

Werkloosheid en
technologiebeleid
Werkloosheidsbestrijding vereist dat de potentiele economische groei
wordt omgezet in daadwerkelijke groei. Dit vraagt om een gecoordineerde aanpak op verschillende beleidsterreinen. Daarbij dient bet

technologiebeleid de vernieuuringsdrang te stimuleren via omvangrijke
investeringen in kennisproduktie, -verspreiding en -toepassing.

Inleiding
Nieuwe wegen worden niet ingeslagen door mensen die op rozen zitten.
Innovatie is niet de eerste zorg van
ondernemers die winst rnaken. Creativiteit – ook om in het economisch leven te overleven — is veeleer de
vrucht van verdrukking en vernedering, dan van het omgaan met machtsposities, waaraan meestal tijdelijke
voorsprongen ontspruiten. Zo beschouwd hangt de dynamiek in ons
economisch leven af van werknemers, werkgevers en ambtenaren die
om welke reden dan ook op achterstand staan en tot de ‘loosers’ behoren. Een voetbalteam, zoals Ajax, dat
op achterstand staat, zoekt naar nieuwe openingen en verrassende aanvalspatronen. Het publiek denkt dat
ze winnen, omdat ze creatief zijn,
maar ze zijn creatief omdat ze niet
willen verliezen.
De komende jaren zal dit besef ons
individueel en maatschappelijk te pas
komen bij het oplossen van een van
de ernstigste achterstanden die wij
met elkaar moeten oplossen: de werkloosheid. In deze korte beschouwing
zal ik dit vraagstuk koppelen aan het
technologiebeleid.

Werkloosheid
Er tekent zich het perspectief af van
een zich krachtig herstellende economic. De nog steeds indrukwekkende
potentiele economische groei, die het
gevolg is van het voortschrijden van
de techniek, de internationalisering,
de dynamiek van de markt en de ondernemers, wordt voor een deel omgezet in daadwerkelijke expansie als
gevolg van de lage inflatie, de nog
steeds dalende rente en het wenken-

de winstperspectief. Het toenemen
van de maatschappelijke produktie
en het verbeteren van de kwaliteit ervan gaan echter niet gepaard met het
scheppen van voldoende werkgelegenheid .
Er werkt zelfs een tegengestelde
kracht, die ik als Oost-Europa-werkloosheid wil typeren. Hiermede doel
ik op de omstandigheid dat de ineenstorting van een centralistische besluitvormingsstructuur niet is beperkt
tot de voormalige Oosteuropese planeconomieen. Ook in onze westerse
economic is sprake van instituties in
de private en publieke sector, die een
afbraak laten zien van centrale leiding. Bij de overheid en bij grote ondernemingen is, mede onder invloed
van de technologic, sprake van het
decentraliseren van besluitvorming
en het privatiseren van activiteiten.
De achterliggende drang is het reduceren van transactiekosten, hetgeen
door het toepassen van nieuwe technieken mogelijk wordt gemaakt.
Een van de aspecten van dit proces
is een omvangrijke sanering, die in
Nederland bij departementen en ondernemingen als Philips en de KLM
leidt tot het blootleggen van inefficiente produktie- en organisatiemethoden en verborgen Werkloosheid.
Niet alleen voor Oost-Europa geldt
dat niemand aan de top over de informatie beschikt om het economisch
proces of een onderdeel daarvan tot
in de details te leiden. De huidige terugslag in het economisch leven
heeft meer te maken met het herstructureren van de besluitvorming in de
organisaties en de daarmede samenhangende saneringen dan met een
echte verzadiging van de investeringsmogelijkheden en het inzakken van
de consumptie. In deze zin kan het

saneren worden beschouwd als een
uiting van een gezond werkend economisch organisme.
Tegelijkertijd gaat de sanering gepaard met massale uitstoot, ook van
gekwalificeerde medewerkers. Door
het opkomen van nieuwe produktiemethoden gaan arbeidsplaatsen teloor. Daar staat tegenover dat door
het ontwikkelen, verspreiden en toepassen van nieuwe technieken, ook
werkgelegenheid kan worden geschapen. Ik kom hier in het kader van het
technologiebeleid op terug.
De problematiek op de arbeidsmarkt wordt verder verscherpt door
het toetreden van vrouwen en buitenlanders. Wat vrouwen betreft gaat het
niet alleen om aantallen, maar ook
om het gezichtspunt dat de kwaliteit
van het management bij overheid en
bedrijfsleven verbetert als meer vrouwen daaraan deelnemen. Terecht bieden zij zich aan, maar zij ontmoeten
lang niet altijd een op hun feitelijke
en potentiele kwaliteiten toegespitste
vraag. Buitenlanders vormen om allerlei redenen een extra complicatie op
de arbeidsmarkt, waarvoor nog tal
van aanpassingen noodzakelijk zijn.
Aparte aandacht verdienen ook de
ambtenaren, die jarenlang gewend
zijn aan de merkwaardige koppeling
van hun inkomen aan de prestaties
van derden. Een dergelijk systeem
kan niet lang meer worden volgehouden. Als in de publieke sector wordt
gezocht naar de samenhang van inkomen en prestatie, en als privatisering,
decentralisatie en prikkels worden ingevoerd, dan treden inefficiente werkwijzen en organisatievormen aan het
licht. Ook hierdoor is het onvermijdelijk dat bij de overheid omvangrijke
ontslagen zullen vallen.
Samenvattend wordt het gebrek
aan officiele werkgelegenheid het
centrale maatschappelijke vraagstuk
van de komende jaren, te midden
van een aantrekkelijke economische
ontwikkeling met toenemende aandacht voor het behoud van natuur en
milieu. Het vraagstuk wordt niet opgelost door crop te wijzen dat uit de
opmerkelijke groei een inkomensgarantie kan worden geboden aan de
talloze werklozen. Zodoende worden
zowel de ernstige medische en psy1. Opmerkelijk is dat de recente Miljoenennota nog steeds spreekt van een spanningsveld tussen economic en milieu, alsof Kok niet op de hoogte is van het ruime
welvaartsbegrip.

chische effecten miskend voor de individuen zonder werk, als de gevaren
voor de stabiliteit van de samenleving. Wellicht nog ernstiger is dat
omvangrijke, aanhoudende werkloosheid een zeer demotiverende wer-

de kapitaal- en geldmarkt worden gekeken. Door hun machtspositie zien
de banken kans de rente op een hoger peil te houden dan strikt genomen noodzakelijk is. Het handhaven
van de opslagrente van 0,5% is een

draagvlak voor vernieuwingen en le-

king heeft op de schoolgaande jonge-

goed voorbeeld, maar ook achter de

vert anderzijds tal van uitstralingsef-

ren. Zonder het perspectief van

schermen spelen zich karteltonelen

zinvolle arbeid ontvalt aan velen de

af. Daar een lagere rente op lange ter-

lust om door studie wijzer te worden.

urgentie van dit vraagstuk maatschappelijk te onderkennen en er bij alle
onderdelen van het beleid rekening
mee te houden. Soms moeten we betrekkelijk machteloos toezien, hoe bij
voorbeeld het Duitse rentebeleid
voor een te hoog Europees rentepeil

mijn uit een oogpunt van het benutten van investeringsmogelijkheden
van groot belang is, is een verdere liberalisering van de financiele markten op zijn plaats. Wat dat betreft is
de toenemende concurrentie van buitenlandse banken in Nederland een
goede zaak. Een fraai voorbeeld van
het laatste betreft het feit dat de Nederlandse overheid bij de privatisering van de PTT de voorkeur heeft gegeven aan buitenlandse financiele
instellingen boven Mees & Hope.
Mayer Amschel Rothschild zal in 1764
niet hebben gedacht dat zijn nazaten
de statige afstammelingen van Mees

fecten op, die de dynamiek verbreden en verdiepen2. Zonder af te doen
aan de betekenis van het matigen
van de inkomens, moet toch worden
vastgesteld dat het verlies aan werkgelegenheid door de lage-lonenproduktie elders, alleen kan worden gecompenseerd door ons toe te leggen
op meer geavanceerde produktieprocessen en produkten. Zo worden achterstanden door innovatie weggewerkt en omgezet in altijd tijdelijke
voorsprongen.
Voor de overheid is hier een enor-

heeft gezorgd. De wijze waarop de

zouden passeren, maar het is toch ge-

Nederlandsche Bank haar monetaire
politick voert is een fraai staaltje van
a zeggen en b doen en daarvoor (terecht) toch allerwegen waardering
ontmoeten. Deze handelwijze helpt
niet alleen de overheid bij het aanpakken van de werkloosheid, maar
ook het bedrijfsleven bij zijn investeringsbeslissingen.

beurd. Ook Goldman Sachs won het
van ABN-Amro en de Rabobank.
Ook de werking van de goederenmarkten kan nog aanzienlijk worden
verbeterd door het terugdringen van
de regelgeving, het slechten van formele toetredingsbarrieres en het daadwerkelijk afstand nemen van het beschermen van monopolieposities. De
verschuiving van de mededingingswetgeving van misbruik- naar verbodswetgeving kan in dit opzicht een
belangrijke rol spelen.

Beleid
Monetair beleid
De overheid zal een zeer actieve rol
moeten spelen met het oog op de
werkloosheid. Deze verdwijnt niet

vanzelf. Allereerst is het geboden de

Arbeidsmarkt
De overheid kan voorts een bijdrage

leveren door veel meer ernst te maken met het flexibeler maken van de

duktiemethoden en produkten is de
krachtbron voor de dynamiek in het
economisch leven. Het aanzwengelen van deze krachtbron veronder-

stelt enerzijds een maatschappelijk

me taak weggelegd, die thans gelukkig beter wordt onderkend dan een
tiental jaren geleden. In het bijzonder
wordt nu ook beseft dat het technologiebeleid niet alleen de marktsector,
maar ook de overheid zelf betreft. De
rapporten van de Algemene Rekenkamer over de automatiseringsprojecten
bij de overheid spreken nog steeds

boekdelen.

Ontwikkelen en verspreiden van
kennis
In de nota “Concurreren met kennis”
van minister Andriessen wordt de na-

druk gelegd op het verhogen van de
kennisintensiteit van de economische

bedrijvigheid in Nederland. De concurrentiepositie wordt verstrekt door

arbeidsmarkt. Maatregelen zoals het

Inkomensbeleid

meer in kennis te investeren. De op-

afschaffen van het minimumloon, het

Het beheersen van de inkomensontwikkeling blijft een belangrijk wapen
in de strijd tegen de werkloosheid.
Mede door de collectieve lasten is de
arbeid bij ons veel te duur, terwijl in
andere gevallen het loon te laag is
om een arbeidsprestatie uit te lokken.
Tal van eenvoudige diensten moeten

brengsten daarvan slaan voor een
deel neer in nieuwe produkten, die
op nieuwe markten worden verhandeld. De overheid neemt het voortouw door de kennisinfrastructuur in
Nederland op een hoger plan te brengen, waarbij een zwaar accent wordt
gelegd bij de eigen grote technologische instituten (GTTs) en bij TNO.
Daarnaast is de fiscale R&D-faciliteit
een geschikt instrument om de achterstand die Nederland bij het ontwikkelen van kennis heeft opgelopen,
enigszins in te halen. Een agressief
technologiebeleid dient ook een bijdrage te leveren aan het verlagen van
de financiele drempels in het bedrijfsleven om in kennis te investeren.

versoepelen van het ontslagrecht bij
overheid en bedrijfsleven, het afschaffen van het trendbeleid voor de ambtenaren en het beter afstemmen van
scholing op de behoeften van de samenleving, zijn in dit verband nuttige
maatregelen. Dat velen zwart werken
is een aanwijzing dat regelgeving en
collectieve lastendruk de inzet van arbeid soms blokkeren. Er is dan geen
gebrek aan werk, zodat de vraag opkomt hoe de officieuze arbeid officieel kan worden gemaakt. Wellicht is
het mogelijk een deel van de schemerzone onder bepaalde voorwaar-

den te legaliseren.

beter worden beloond en op een hoger maatschappelijk plan worden geplaatst. Wie echt de werkloosheid wil
aanpakken, zal de belastingdruk flink

moeten verlagen. De ruimte moet komen van het afschaffen van het trendbeleid van de ambtenaren, het saneren van de uit de hand gelopen overdrachtsuitgaven en het verder terugdringen van de fiscale fraude.

Geld- en goederenmarkten
Met het oog op het scheppen van
werkgelegenheid moet echter niet alleen naar verstarring op de arbeidsmarkt, maar ook naar verstarring op

ESB 22-9-1993

Technologiebeleid
Het ontwikkelen, verspreiden en toepassen van kermis over nieuwe pro-

2. Zie ook L. van der Geest, Kennis en dynamiek, ESB, 15 September 1993, biz. 833.

Dit technologiebeleid dient in nau-

passen van de nieuwe technische mo-

we samenhang met het wetenschaps-

gelijkheden. Om allerlei redenen is
het diffusieproces van het toepassen
van nieuwe technologic in de samenleving geblokkeerd. Het invoeren
van het interactieve systeem Infotouch, dat goede diensten bewijst bij
het bestrijden van criminaliteit, heeft
drie jaren gevergd. De maatschappelijke kosten hiervan zijn enorm, daar
invoering enige jaren geleden niet alleen veel criminele acties had kunnen voorkomen, maar ook het leer-

beleid te worden gevoerd. Aan de
bureaucratisering die in de. jaren ze-

ventig is ontstaan, moet een einde komen. Universiteiten moeten weer
hoogwaardige instituten worden
waar het excellente wordt gewaardeerd en het middelmatige wordt ontmoedigd. Begaafde studenten moeten met zorg worden omringd en
zonder strakke regelgeving tot bijzondere prestaties worden aangespoord.
De anonieme werkgroepen-universiteit moet plaats maken voor de ad
personam optredende docent, die gezag ontleent aan wetenschappelijke

proces eerder had doen starten. Voor
tal van panklare technieken geldt dat
vaak grote weerstanden moeten worden overwonnen. De knelpunten zijn

prestaties. Het overdragen van kermis

lang niet altijd van financiele aard,

is dan tevens de motor voor het ontwikkelen van nieuwe inzichten, daar
de alertheid voor het inventieve
wordt gestimuleerd. De overheid kan
deze ontwikkeling, die gelukkig al
enigszins op gang is, rechtstreeks bevorderen door het beschikbaar stellen van middelen en indirect door de
universiteiten zelf hun optimale interactie met het bedrijfsleven te laten opzoeken in hun specifieke maatschappelijke bedding. Wie contacten
tussen universiteit en bedrijfsleven
hoog in het vaandel schrijft met het
oog op het intensiever maken van de
kennis in onze produkten en produktieprocessen, moet ophouden met
wat Gevers onlangs het “academic
knuppelen” noemde .

maar liggen veeleer verankerd in de
bureaucratische besluitvorming bij de
overheid en grote ondernemingen.
Dat neemt niet weg dat de door
Economische Zaken ingevoerde methodiek van de co-financiering geschikt is om uitlopers van nieuwe
technologische trajecten verder vorm
te geven en de drempel van het invoeren te verlagen. Een complicatie
blijft dat het ambtenaren vaak aan
kennis ontbreekt omtrent nieuwe
technische inzichten, waardoor beoordelingsfouten worden gemaakt. Hie-

Toepassen van kennis
Hoe belangrijk het ontwikkelen en
verspreiden van nieuwe kennis in Nederland ook is, de aandacht hiervoor
mag niet ten koste gaan van het toe-

raan kan iets worden gedaan, doordat in een dynamischer samenleving
positiewisselingen tussen overheid
en bedrijfsleven veelvuldiger voorkomen en het benutten van persoonlijke netwerken makkelijker wordt geaccepteerd. Het toepassen van kennis
over het verbeteren van het milieu,
het bestrijden van de criminaliteit en
de filevorming in het verkeer, leveren
een bijdrage aan het oplossen van

maatschappelijke vraagstukken en genereert werkgelegenheid. Bovendien

kan de combinatie van informatica
en interactieve media ook worden ingezet bij het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt, waardoor
de werkgelegenheid rechtstreeks
wordt bevorderd.

Slot
Om de werkloosheid te lijf te gaan,
zullen we er alles aan moeten doen
om de potentiele groei te benutten.
Dat betekent lastenverlichting voor
het bedrijfsleven en de burgers, het
versterken van prikkels in de samenleving, het gemakkelijker en aantrekkelijker maken van ondernemen en
grootscheepse investeringen in kennisproduktie, kennisverspreiding en
kennistoepassing. Alleen op die manier wordt een samenleving tot stand
gebracht, die een niet te stuiten vernieuwingsdrang kent en de veldslag
met omringende landen en op het
wereldtoneel aankan.
Innovatie is de vrucht van het positief verwerken van tegenslag door
mensen die niet zelden als ‘loosers’ te

boek staan. Langs deze weg komt er
weer werk aan de winkel, want er is

nog genoeg te doen.
A. Heertje
De auteur is hoogleraar economic aan de
Universiteit van Amsterdam

3. J.K.M. Gevers, Op eenzame hoogte,
rede bij de opening van het Academisch
Jaar 1993/1994 aan de Universiteit van
Amsterdam op 6 September 1993.

Auteur