nr. 4, februari 1989
F van Lanschot
Bankiers nv
Financieel bericht
Internationale conjunctuur
Kleine aanpassingen Amerikaanse begroting
In de VS heeft Bush zijn voorstellen tot wijziging van de
nog door president Reagan ingediende begroting aan het
Congresgepresenteerd.Zoalsverwachtzijndewijzigingen
beperkt. Tegenover enkele besparingen staan nieuwe uitgaven. Waar Reagan voorstelde de defensie-uitgaven met
2% reeel te laten groeien stelt Bush een bevriezing voor.
Daarnaast wil Bush de landbouw-subsidies met $ 2 miljard
korten. Hiertegenover staan extra uitgaven ten behoeve
van de drugsbestrijding en enkele sociale programma’s.
Ook houdt Bush zich aan zijn verkiezingsbelofte de belasting op vermogenswinsten te verlagen tot 15%. Bij de
raming dat dank zij deze verlaging $ 5 miljard meer ontvangen zal worden kunnen echter vraagtekens worden geplaatst. Dit geldt ook voor de verwachting voor de rente,
die Bush voor 1989 weliswaar heeft verhoogd van 6,3% tot
7,4%, maar die nog steeds te optimistisch lijkt. De raming
voor de rente in 1990 van 5,5% is gehandhaafd.
Het tekort van de gewijzigde begroting wordt geraamd
op $ 91 miljard, lets lager dan het tekort van de door
Reagan ingediende begroting en binnen het door de
Gramrn-Rudmanwet gestelde maximum van $ 100 miljard.
Het blijft echter de vraag wat het realiteitsgehalte van het
geraamde tekort is. De verwachting van zowel het begrotingsbureau als de begrotingscommissie van het Congres
is dat het tekort aanzienlijk hoger uitkomt. Algemeen wordt
inmiddels erkend dat het overheidstekort in het lopende
fiscale jaar rond $ 160-165 miljard zal bedragen. In plaats
van de in het vooruitzicht gestelde reductie met $ 10 miljard
betekent dit een vergroting met $ 20-25 miljard.
Overleg G7
Het overleg begin februari tussen de zeven grote gei’ndustrialiseerde landen werd door meer publiciteit voorafgegaan dan gevolgd. Zo werd onder andere verwacht dat er
vorderingen zouden worden geboekt ten aanzien van het
internationale schuldenprobleem. Niet onbelangrijk is dat
de Amerikaanse senator Bill Bradley recentelijk naar voren
bracht dat het wegvallen van vraag naar Amerikaanse
produkten uitschuldenlanden debetzou zijn aan het verlies
van 1 miljoen arbeidsplaatsen bij de Amerikaanse Industrie. De Latijns-Amerikaanse schuldenlanden hebben de
afgelopen vijf jaar per saldo $ 120 miljard naar westerse
industrielanden overgemaakt. Deze bedragen kunnen uiteraard niet worden gebruikt voor het aankopen van Amerikaanse produkten. Dit bewustzijn zou kunnen bijdragen
tot een minder starre houding van het westen in de pogingen om te komen tot een oplossing van het schuldenprobleem. Naast uitspraken over de aanpak van de schuldenproblematiek had de markt mededelingen over het te voeren wisselkoersbeleid verwacht. Hierover kon men echter
geen overeenstemming bereiken, zodat uiteindelijk het
G7-beraad niet veel meer dan een gedachtenwisseling en
een verduidelijking van de diverse standpunten van de
deelnemers heeft opgeleverd.
172
Onevenwichtigheden nemen toe
Het macro-economische nieuws bevestigde in de verslagperiode de reeds bestaande vrees voor het weer uit
elkaar groeien van de betalingsbalansonevenwichtigheden en voor een oplopende inflatie. In Zwitserland waren
de prijzen in januari 0,5% hoger dan in december en ten
opzichte van een jaar daarvoor lagen de prijzen 2,2%
hoger. In Frankrijkwasin 1988sprakevaneengemiddelde
prijsstijging van 2,7%, maar in december bedroeg dit cijfer
3,1%. In Duitsland is nu sinds 1986 sprake van een aantrekkende inflatie die dit jaar, mede door de verhoogde
accijnzen, rond 2 1/2% zal uitkomen. Engeland is al op
6,7% beland en verwacht in de eerste helft van dit jaar een
verdere stijging. Zo zien wij wereldwijd de inflatie omhoogkruipen, een ontwikkeling die de centrale banken noopt tot
het voeren van een restrictief monetair beleid.
De Onevenwichtigheden in de handel zijn eveneens
toegenomen, waarbij Japan en Duitsland nieuwe recordoverschotten realiseren. In Duitsland is het overschot op
de handelsbalans uitgekomen op DM 128 miljard tegen DM
117 miljard in het voorgaande jaar. De internationale spanningen nemen dus weer toe. Daarbij moet niet alleen
worden gedacht aan de verhouding van de overschotlanden ten opzichte van de bekende tekortlanden als Engeland en de VS. Ook Frankrijk, dat zijn tekort het afgelopen
jaarzag groeien, maaktzich ernstigezorgen overde Duitse
overschotten.
Het Japanse overschot op de lopende rekening is vorig
jaar voor het eerst sedert 1981 weliswaar met 8,7% gedaald tot het nog steeds forse bedrag van $ 79,5 miljard,
maar in de laatste maanden zwakte deze ontwikkeling al
weer af. Het handelsoverschot verminderde nauwelijks tot
$ 94,8 miljard. De Japanse export blijft zich krachtig ontwikkelen: een stijging met 15,6% tot $ 260 miljard. De
import steeg met 28,5% weliswaar sterker, maar kwam uit
op niet meer dan $ 164 miljard. De netto kapitaalexport liep
lets terug ten gevolge van een toename van de buitenlandse aankopen van Japanse effecten van per saldo $ 19
miljard, tegenover een afvloeiing in het effectenverkeer tot
een bedrag van $ 3,7 miljard in 1987. De divergence tussen
lopende rekening en handelsbalans is onder meer toe te
schrijven aan de scherp gestegen uitgaven voor toerisme
die in 1988 resulteerden in een afvloeiing van $ 15,7 miljard
tegenover $ 8,7 miljard in 1987
Optimisme in eigen land
Dit alles neemt overigens niet weg dat in Nederland
groot optimisme bestaat over de economie. Enerzijds blijkt
dit uit de hoge investeringen, maar daarnaast blijkt het
consumentenvertrouwen in januari op het hoogste niveau
te zijn beland dat ooit werd bereikt, een uitstekend perspectief voor de consumentenbestedingen in eigen land. De
externe positie ontwikkelt zich ook sterk: in de eerste elf
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschot van F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
maanden was sprake van een groei van de export met 9%
en van de import met 7%. Over de eerste elf maanden
resteert nu een overschot van / 6,7 miljard tegenover / 3
miljard in de vergelijkbare periode van 1987. Ook de werkgelegenheid ontwikkelt zich gunstig met de creatie van
120.000 banen op jaarbasis. De inflatie is in januari dank
zij vooral de verlaging van de btw met 1% gedaald en
bedraagt op jaarbasis nu 0,8%, waarmee internationaal
een nog gunstiger positie wordt ingenomen.
Amerikaanse rente en koers dollar
—— Lange rente
—— Koers dollar (rechts)
9,2
2,15
9,1 –
I- 2,10
9,0-
– 2,05
8,9
^ 2,00
Valuta’s en rente
1,95
8,8-
Oplopende rente in de VS
De publikatie van de groei van de werkgelegenheid in
de VS in januari met 408.000 nieuwe banen, terwijl men
circa 280.000 nieuwe arbeidsplaatsen had verwacht, leverde even een scherpe koersstijging op voor de Amerikaanse
dollar, die daarmee rond de / 2,13 belandde. Daarna zette
de stijging niet meer door. Integendeel, met vereende
krachten wisten de centrale banken de dollarkoers omlaag
tedrukken. Vooruitlopend op de begrotingsvoorstellen van
Bush en een naar verwachting moeizaam verloop van de
februari-veiling van Amerikaans schatkistpapier kwam de
dollar weeronderdruk, waardoordeze richting /2,07 ging.
De lange rente in de VS was de laatste tijd redelijk stabiel
gebleven, waarbij het rendement op 30-jarig overheidspapier rond de 8,8% lag. Het feit dat de driemaandelijkse
herfinancieringsoperatie in de tweede week van februari
van beperkle omvang zou blijven gaf de markt aanvankelijk
rust. Eerder deden in de markt geruchten de ronde dat een
bedrag van $ 50 miljard zou worden aangeboden. Uiteindelijk heeft de operatie toch een drukkend effect opgeleverd, toen bleek dat van Japanse zijde veel minder (circa
20%) belangstelling voor Amerikaanse obligaties aan de
dag werd gelegd dan in het verleden (50%). Het feit dat in
de VS voor bij voorbeeld 3-jarig overheidspapier een beter
rendement wordt verkregen zal hierbij een rol hebben
gespeeld. Door de tegenvallende belangstelling liep het
rendement op het 30-jarig overheidspapier op, hetgeen
nog werd versterkt door de bekendmaking dat de producentenprijzen in januari met 1% zijn gestegen. Het rendement op 30-jarig overheidspapier ligt nu weer boven de 9%.
Inmiddels hebben ook de banken nun prime rate, het tarief
voor eerste-klas-debiteuren, met 0,5% verhoogd tot 11%.
De dollar kon hierdoor weer opveren tot boven de / 2,10.
De stijgende trend in de korte rente in zowel Duitsland
als Nederland zette door. De prioriteit die de Bundesbank
geeft aan de inflatiebestrijding en de wil een verdere stijging van de dollar te voorkomen drijft de rente omhoog. De
Nederlandsche Bank heeft gezien de positie van de gulden
ten opzichte van de mark geen andere keuze dan dit beleid
te volgen. Nadat vorige maand de officiele tarieven waren
verhoogd volgde nu een verdere verkrapping van het monetaire beleid door een geleidelijke verhoging van de tarie-
Valutakoersen
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (10.000)
15-2-1989
1989
koers
hoogste
koers
Engelse pond
oktober
november
december
januari
februari
1,90
ven voor de speciale beleningen. Dit heeft ertoe geleid dat
de tarieven voor deposito’s van een maand in Duitsland
boven de 6% zijn beland, terwijl het tarief bij ons rond de 6
1/2% ligt. Nog even en de korte tarieven zullen hoger liggen
dan de lange rente; voor staatsobligaties geldt een rente
van ca 6,8%. In Engeland is trouwens al van een omgekeerde rentestructuur sprake. De lange obligatierente ligt
onder de 10%, terwijl het driemaands interbancair tarief
uitkomt rond 13%.
Inmiddels is de koers van de Australische dollar na een
tijdelijke terugval weer rond de /1,87 beland. Aanvankelijk
werd de krachtige koersstijging van de Australische dollar
in de hand gewerkt door de vooruitgang die de Labourregering in Australie teweeg heeft gebracht, daarbij geholpen
door een stijging van de grondstoffenprijzen. Het overheidstekort is omgeslagen in een overschot, terwijl de
inflatie terugliep. De verwachting van de overheid bedroeg
4,5% voor het per juni a.s. eindigende fiscale jaar. Toen
bekend werd dat de inflatie in 1988 op 7,7% is uitgekomen
greep de centrale bank in en verhoogde haar rentetarieven.
De prime rate van de banken is hierdoor opgelopen tot
inmiddels ruim 17%, hetgeen beleggers blijft trekken.
Op de Eurobondmarkt deden de eerste peseta-leningen
hun intrede, maar de Spaanse autoriteiten floten de leningen terug. Het Ministerie van Financien in Madrid is van
mening dat het eerst toestemming moet geven. Hoewel het
hier buitenlandse emittenten betreft (de Finnish Export
Credit en Parisbas International) voldeden de laedmanagers (Bankers Trust en Parisbas Belgium) aan het verzoek.
Hiermede blijft de peseta vooralsnog buiten het rijtje valuta
waarin leningen worden uitgegeven op de Euro-obligatiemarkt, waar vorig jaar voor een tegenwaarde van $ 187
miljard werd geemitteerd.
De door de Europese Commissie voorgestelde invoering van een 15% bronbelasting lijkt overigens een stimulans voor de Eurobondmarkt te kunnen opleveren, daar de
Eurobonds van de bronbelasting vrijgesteld zullen blijven.
Internationale beurzen
1989
Amerikaanse dollar
8,7
laagste
koers
per
koers
per
30/1
10/2
2,13
3,71
1,99
3,61
112,93
133,32
164,32
112,86
132,17
160,06
2,11
3,70
112,89
132,76
162,35
2,11
3,70
112,89
132,76
164,40
Vaste markten in het Verre Oosten
Nadat de januari-hausse aanvankelijk werd doorgetrokken vond er op de meeste aandelenbeurzen in februari een
afvlakking in de koersontwikkeling plaats. De beurs van
Londen onderscheidde zich wederom in positieve zin evenals die van Oslo. In het Verre Oosten vielen Hong Kong en
Nieuw-Zeeland in positieve zin op. Voor dit laatste land lijkt
dit opmerkelijk gezien de financiele problemen bij Equitycorp
die zelfs doorwerken in de portefeuilles van overheidsinstan-
173
ties. Wel moet bedacht worden dat de Nieuw-Zeelandse
dollar zich zwak ontwikkelde, hetgeen voor de aandelenkoersen van de exportindustrie een stimulans vormde.
Hong Kong dat vorig jaar achterbleef in zijn ontwikkeling
bij veel andere beurzen doet hettot nog toedit jaar veel beter.
Naast binnenlandse vraag stort ook het buitenland zich op
de aandelen in Hong Kong. Overigens is een vaste beurs in
de weken voor het Chinese nieuwjaar, dat op 9 februari is
begonnen, niet ongebruikelijk. Thans is het ‘jaar van de
slang’ aangebroken, een jaar dat volgens de Chinese traditie
de nodige gevaren met zich brengt. De beurs lijkt zich daar
voorlopig niet al te veel zorgen over te maken. Van belang is
ook de hausse op de vastgoedmarkt, waar de aandelenmarkt zich aanvankelijk niet door liet beihvloeden. Deze
discrepantie lijkt nu te worden weggewerkt.
De aandelenmarkt van Tokio kan zich weer verheugen
in de belangstelling van buitenlandse beleggers. In termen
van koers/winstverhouding worden Japanse aandelen
door velen extreem duur geacht. Mogelijk dat velen zich
gewonnen geven nu blijkt dat onder invloed van de grote
hoeveelheden te beleggen middelen in Japan de koersen
blijven stijgen en nieuwe records boeken. De index passeerde onder grote omzet het 32.000-niveau.
Wall Street blaast stoom af
De Amerikaanse beurs hield zich aanvankelijk goed.
Zelfs de stijging van de werkgelegenheid met 408.000
banen in januari, tegenover de verwachte 280.000, kon de
markt niet in de war brengen. Hetzelfde gold voor de beter
dan verwachte bestellingen voor duurzame goederen. Ondanks de dreiging voor de rente die hiervan uitgaat bleef
de Dow Jones goed rond het niveau van 2330 hangen.
Soms was het een enkel fonds dat de koersindex ondersteunde, zoals General Motors dat na de aankondiging van
een 20% hoger dividend en een split van 2 op 1 werd
beloond met een koersstijging van $ 3 3/4 tot $ 93 1/4.
Een scherpe winststijging werd bekend gemaakt door
Pepsico: zowel in het vierde kwartaal als over het gehele
jaar werd een 28% hogere winst gerapporteerd. De soft
drinks waren vooral in het binnenland de grote trekker.
Collega Coca Cola behaalde een 14% hogere winst van $
1,04 miljard. De winst per aandeel steeg sterker en wel tot
$ 2,85 omdat gedurende het jaar 18,8 mln. aandelen
werden ingekocht. De rentabiliteit over het eigen vermogen
kwam uit op 33%, het hoogste niveau in 50 jaar.
Boeing dat wordt achtervolgd door vliegtuigrampen en
vertragingen in de aflevering van vliegtuigen maakte melding van een 28% hogere winst van $ 614 mln. De produktie van lijnvliegtuigen levert veel winst op, waar tegenover
de militaire programma’s verliezen boeken.
Xerox moest een verlies van $ 77 mln. over het vierde
kwartaal rapporteren. Dit verlies werd veroorzaakt door een
eenmalige last van $ 275 mln. in verband met de herstructurering van de sector business equipment. Onder meer de
medische apparatuur en een deel van de typemachines
Beursindices
1989
VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)
Duitsland (Dax)
1989
koers
koers
hoogste
koers
laagste
koers
per
30/1
10/2
2347
2096
1360
2145
1783
1301
2324
2043
1328
2286
2056
1353
Nederland(CBS-koersindex)178
Tokio (Nikkei)
Australia (All Ord)
174
32.132
1552
per
167
178
176
30.184
1471
31.567
1542
32.132
1509
zullen uit het assortiment geschrapt worden. Daarnaast
wordt de sector geheel gereorganiseerd. Exclusief de eenmalige last leverde de business equipment een winst op van
$ 317 mln. tegenover $ 298 mln. in het voorgaande jaar. Een
grotere winst werd overigens behaald in de sector financiele
dienstverlening: $ 315 mln tegenover $ 280 mln.
Merrill Lynch maakte melding van een 33% lagere winst
van $463,2 mln. De provisie-inkomsten vielen scherpterug
van $ 2,4 miljard tot $ 1,6 miljard. De resultaten uit transacties voor eigen rekening verdubbelden echter tot $ 1,65
miljard. Ook bij andere brokers zien wij dat de invloed van
de resultaten uit eigen posities (in positieve of in negatieve
zin) belangrijker worden.
De teleurstellende belangstelling van Japanse zijde voor
de langlopende Amerikaanse staatsobligaties, waardoor
de lange rente met ongeveer 1/4% opliep, in combinatie
met de enigszins tegenvallende begrotingsvoorstellen van
Bush, maakte aan het einde van de verslagperiode aan het
positieve sentiment een einde. De Dow Jones moest in drie
dagen een verlies van ruim 50 punten incasseren en belandde weer onder de 2300.
Europese hoogtepunten niet vastgehouden
In Parijs bleek van tijd tot tijd grote speculatieve belangstelling te bestaan. Enerzijds was dit uit hoofde van verwachte overnemingen, bij voorbeeld ten aanzien van Labinal, anderzijds vanwege verwachte omvangrijke orders
zoals bij Avions Marcel Dassault dat volgens velen een
belangrijke order voor Mirages bekend zal maken. Ook de
Eurotunnelaandelen deden het uitstekend.
De Duitse beurzen hadden het in februari aanvankelijk wat
moeilijker. De aankondiging van een zware claimemissie van
1 op 5 door de Deutsche Bank die een bedrag van DM 1,3
miljard moet opbrengen, drukte de gehele beurs, ook al
kwam de emissie niet onverwacht na de eerdere emissies
door de Dresdner Bank en de Bayerische Vereinsbank.
De hoop op een rentedaling na de scherpe stijging in de
voorgaande maanden is hiermee voorlopig weer naar de
achtergrond verdwenen.
De Amsterdamse beurs
_______
Emissie DSM succesvol
De Amsterdamse beurs begon de maand februari prijshoudend. Tegen de achtergrond van een stijgende rente
en het inmiddels fors gestegen koersniveau was dit een
goede prestatie. Toen echter zowel de dollar als de koersen op Wall Street terrein moesten prijsgeven, moesten
ook op het Beursplein de koersen terug. De emissie DSM
werd een doorslaand succes. Wel werden de meeste beleggers teleurgesteld in de omvang van de toewijzing. Door
de grote belangstelling onder de particuliere beleggers
bedroeg de toewijzing voor deze categorie beleggers in de
praktijk maximaal 35 stuks. Over de koersontwikkeling
daarentegen kan men weinig reden tot klagen hebben. De
emissiekoers bedroeg / 108, maar nog tijdens de inschrijvingsperiode werden in de grijze handel koersen genoteerd
tussen / 113 en / 116. De eerste officiele notering startle
op / 116 maar door vraag van nog niet aan hun trekken
gekomen beleggers en door dekking van shortposities
werd in no time een hoogste koers van / 124 gehaald.
Daarna zakte de koers weer terug tot lets onder de / 120.
De koersdruk die eerder bij Akzo een rol speelde is na
de DSM-emissie mogelijk verwerkt. Desondanks moest het
aandeel op de bekendmaking van het resultaat over 1988
enkele guldens inleveren, omdat men de resultaten blijkbaar nog hoger had ingeschat. In 1988 werd een netto
winst behaald van / 840 mln. tegen / 942 mln. in 1987,
waarin begrepen een buitengewoon resultaat van / 273
miljoen. Gecorrigeerd voor deze eenmalige bate bedroeg
de winststijging in 1988 27%. Per aandeel komt de netto
winst uit op / 20,87 tegen / 23,43. Als dividend wordt naast
het interim van / 1,50 een slotdividend van / 6 voorgesteld. In tegenstelling tot vorige jaren heeft deze / 6 de
vorm van een keuze-dividend. Akzo maakte verder bekend
dat de samenwerking met het Amerikaanse Kollmorgen
verder wordt uitgebreid met een tweede joint-venture.
Hoogovens was enigszins weggezakt tot circa / 74,
maar onder invloed van positieve beschouwingen door
Engelse brokers en Nederlandse beleggingsanalisten trok
de koers plotseling aan tot / 82, waarna wat winstnemingen optraden. De plotselinge furore in het aandeel is een
gevolg van de scherpe bijstelling door sommigen van de
winsttaxaties voor 1989. Analisten gaan in hun verwachtingen nu richting / 20 netto winst per aandeel, hetgeen in de
koers van Hoogovens nog niet tot uitdrukking komt.
Ookten aanzien van KLM heeft men grote verwachtingen.
Onder invloed hiervan en door het bericht over een hoge
beladingsgraad in januari liep de koers snel op tot een
hoogste niveau van / 48,30. Daarna en vooral na het bekend
worden van de cijfers over het derde kwartaal trad een reactie
op. In het derde kwartaal werd / 60,8 mln. verdiend tegen
/ 57,8 mln. in het derde kwartaal van het vorige boekjaar.
Over de eerste negen maanden komt het netto resultaat uit
op / 346,6 mln. tegen / 322,7 mln., ondanks een forse post
belastingen die vorig jaar nog geheel ontbrak. Op basis van
het gestegen aandelenkapitaal komen de cijfers over het
derde kwartaal u it op / 1,15 per aandeel tegen / 1,14 vorig
jaar.
Enige maanden geleden werd bekend gemaakt dat de
NMB en de Postbank een samenwerking onderzochten.
Daar is nu meer duidelijkheid in gekomen waarop de koers
van NMB omhoog school van / 197 naar / 214.
VNU maakte bekend zich te willen terugtrekken uit de
professionele informatie in de VS. Daar wil men zich nu
concentreren op de financiele informatie en informatie over
marketing en media. Daarnaast wil VNU met het oog op
1992 haar positie op de Europese markt voor computerbladen verder versterken.
Volker Stevin heeft inmiddels een hoogste koers van
/ 58,50 gehaald onder invloed van de aanval van HBG.
Ultimo 1988 noteerde het aandeel nog / 41. Volker blijft
zich verweren, maar HBG heeft wel een belang van meer
dan 40%. De afgelopen weken zijn enorme pakketten
verhandeld, zodat het vermoeden bestaat dat HBG inmiddels een nog groter belang verworven heeft.
Een andere uitschieter is Pakhoed, dat eind 1988 nog
/ 107 noteerde maar nu een hoogste koers van / 122,40
heeft gehaald. Ook collega VOC ligt weer in de belangstelling, wat de laatste dagen ook zichtbaar werd in de warrants.
Al met al geen slechte markt, maar na de recente koersstijgingen en met het verslechterde renteplaatje beschikten
weinig partijen over de moed om de aandelenbelangen
flinkuittebreiden.
Gewicht van fondsen in de oude resp. nieuwe index (in %)
ANP/CBS-index
Kon. Olie
Unilever
Philips
Akzo
Hoogovens
Internationals
Financieel
Niet-financieel
Lokaal
|ESB 15-2-1989
Koersindex
16,5
2,7
48,5
36,3
11,2
5,2
3,7
0,9
57,3
8,3
43,2
51.5
100
16,3
26,4
422
100
21,3
2,5
5,5
De nieuwe beursindex
Per 1 januari van dit jaar is de vertrouwde ANP/CBS-index vervangen door de CBS-koersindex. De belangrijkste
reden voor deze vervanging is dat de ANP/CBS-index werd
berekend op basis van slechts 48 beursfondsen, gewogen
naar de omzetverhoudingen van 1970. De nieuwe CBSkoersindex wordt daarentegen berekend op basis van alle
op dit moment officieel genoteerde fondsen, gewogen naar
de actuele beurswaarde. Daarnaast berekent het CBS de
twee jaar terug gemtroduceerde stemmingsindex.
De stemmingsindex, die sinds September 1986 operationeel is, heeft als doel het verschaffen van informatie over
de stemming op de Amsterdamse beurs op korte termijn.
De index wordt 7 maal per dag berekend, de eerste keer
met openingskoersen, de laatste keer met de laatst tot
stand gekomen noteringen. Als basis worden daarbij de
koersen van eind 1987 gehanteerd. leder jaar wordt overigens de basis een jaar verlegd, waardoor het gebruiken
van deze index voor een langere periode niet mogelijk is.
De stemmingsindex geeft een ongewogen gemiddelde
weer van de koersontwikkeling van 34 hoofdfondsen ten
opzichte van het basistijdstip.
De koersindex
De nieuwe koersindex wordt in tegenstelling tot de stemmingsindex net als de oude ANP/CBS-index berekend op
basis van gewogen gemiddelden. Bij de ANP/CBS-index
vond deze weging echter plaats op basis van gegevens
zoals de genoteerde fondsen en de omzetten daarvan in
1970, gegevens die inmiddels ruimschoots achterhaald
zijn. Zo werden in de berekening gegevens van nog geen
50 ondernemingen betrokken. In de nieuwe koersindex
worden alle 150 officieel genoteerde fondsen (met uitzondering van onroerend-goed- of beleggingsfondsen en
houdstermaatschappijen) meegenomen. De koersindex
heeft als basis 1983. De index wordt 1 maal per dag
berekend op basis van de laatst tot stand gekomen koersen.
Naast de koersindex wordt de herbeleggingsindex gei’ntroduceerd. Deze onderscheidt zich van de koersindex
doordat nu het resultaat gemeten wordt indien dividenden
worden herbelegd in de aandelenportefeuille (de index).
Het wegen naar beurswaarde zoals bij de koersindex
gebeurt leidt ertoe dat net als bij de ANP/CBS-index de
internationals de index zeer sterk bemvloeden. Bij de
koersindex zal dit zelfs lets sterker zijn dan bij de oude
ANP/CBS-index. Daar hadden de internationals een gewicht van circa 50%, waarbinnen Unilever het zwaarste
woog. Bij de nieuwe index hebben de internationals een
gewicht van bijna 60%, waarvan Kon. Olie het grootste deel
voor zijn rekening neemt. Onderstaande tabel geeft het
gewicht van verschillende fondsen per eind 1988 in de
oude en de nieuwe index.
Om tegemoet te komen aan het bezwaar van de zware
vertegenwoordiging van Koninklijke Olie en de overige
internationals worden naast de algemene index indices
berekend zonder Kon. Olie en voor alleen de lokale fondsen. Deze laatste is op zijn beurt weer onderverdeeld in
een index voor financiele fondsen en een index voor niet
financiele fondsen.
Naast bovengenoemde CBS-indices kent de Amsterdamse beurs sinds medio 1987 nog de EOE-index. Deze
index wordt gebaseerd op de koersontwikkeling van de 20
op de optiebeurs verhandelde fondsen, waarbij de verschillende fondsen op de startdatum allemaal een even zware
weging hebben gekregen. Op de EOE-index worden eveneens opties verhandeld, waarmee men zich kan indekken
tegen of kan speculeren op algemene koersbewegingen.
175