D.J. Wotfson
Retoriek en
rationaliteit
Economische politick komt tot stand in
een spanningsveld tussen machtsvorming
en machtsuitoefening. Machtsvorming het winnen van voldoende parlementaire
steun voor de verwerving van regeringsmacht – lijkt een retoriek te vereisen die
problemen versimpelt om brede lagen van
de bevolking aan de zegekar te binden.
Voor het winnen van verkiezingen is het
oproepen van illusies in eerste instantie
vaak voldoende. De uitoefening van regeringsmacht vraagt om meer. Een legitimerende verkiezingsuitslag is een noodzakelijke voorwaarde, maar daarna gaat het
om het omzetten van woorden in daden.
Daarbij is het speelveld teruggebracht van
de stemgerechtigde bevolking tot de kleinere kring van professionals, pressiegroepen
enpolitieke tegenspelers, die zich bewijzen
in hun mindere gevoeligheid voor retoriek,
en althans proberen de valkuilen van de illusiepolitiek af te dekken met een netwerk
van rationalistisch doel-middel denken.
Bovendien vraagt de continuering van
macht op den duur toch om tastbare resultaten, want anders roept er vroeg of laat
een klein rotjongetje dat de keizer geen kleren aan heeft. Anders gezegd, in een dynamisch proces is het beleidsresultaat mede
bepalend voor de machtsvorming in een
volgende periode.
Ook in de Miljoenennota 1985 is de
spanning tussen de vorming, de uitoefening en de continuering van macht herkenbaar, en daarmee ook de spanning tussen
retoriek en rationaliteit. Niet dat de derde
dinsdag dit jaar een slecht stuk heeft opgeleverd. Het blijft natuurlijk een politick geschrift, vol illusies over de evenwichtstendenties in het prijsmechanisme dat ons,
eenmaal ontdaan van regulerende ketenen
en de overlast van een te groot ruimtebeslag van de collectieve sector, op eigen
kracht weer volledige werkgelegenheid zal
brengen. Maar de analytische eenzijdigheid die de nota de laatste jaren ontsierde
wordt afgezwakt nu niet meer een sluitpost
als het financieringstekort als de voornaamste doelvariabele wordt aangemerkt,
maar de collectieve-lastendruk en het
beslag van de collectieve sector. Dat is een
meer rationele invalshoek voor wie onze
economic wil herstructureren met de particuliere sector als motor voor de groei.
Minder fraai is de hardnekkigheid waarmee de Miljoenennota de bestedingszijde
als stiefkind van de kringloop blijft behandelen. Natuurlijk moeten we doorgaan met
kostenmatiging, en natuurlijk moet de
ESB 3-10-1984
uitstellen van structured wenselijke ombuigingen (o heden neen), maar door een
wat verdergaande lastenverlichting, of althans een verdere verlegging van lasten op
arbeid naar lasten op kapitaal. Want de
binnenlandse koopkrachtontwikkeling en
het bijbehorende investeringsperspectief
zijn nog kwetsbaarder dan de Miljoenennotatoegeeft. Het hele verhaal is doorgerekend op een dollarkoers van f. 3. En die
hoeft maar, gemiddeld, op f.3,30 te blijven staan om de koopkrachtontwikkeling
door de hogere gei’mporteerde inflatie op
nul te laten zetten. Place your bets.
Aan de technische competentie, het beleidsmatige inzicht en de politieke moed
van dit kabinet zal geen zinnig mens twijfelen. Waarom dan toch die neiging de fouten van de jaren dertig te herhalen? Allereerst uit angst voor de fouten van de jaren
zeventig. Want een deel van de huidige preoccupatie met het aanbod komt van de
consumptie terugtreden om ruimte te ma- weeromstuit, denk ik. Van de herinnering
ken voor meer investeringen. De vraag is aan de wijze waarop het vorige daadkrachalleen of dat moet (en kan) binnen een mi- tige kabinet, dat van Den Uyl, op inverserabel groeipercentage van 2 voor de pro- dieneffecten speelde zonder de aanbodzijduktie en 1 voor het beschikbaar nationaal de serieus aan te pakken; en uit schaamte
inkomen. De binnenlandse besparingen voor de verloren jaren onder het geestverzijn echt geen knelpunt, maar de gedachte wante interregnum Van Agt-Wiegel. (Die
dat wat meer afzetperspectief voor de niet schaamte wordt overigens aardig verdronop export gerichte sectoren de investerin- gen; de voorgangers krijgen hun fouten
gen daar wel eens zo sterk zou kunnen prik- bladzij voor bladzij ingewreven; dit kabikelen dat de gewenste herschikking ex post net scoort hoog in zelfverheffing.) Daartot stand zou kunnen komen bij een hoger naast uit geloof. De centrum-rechtse polinationaal inkomen, blijft krampachtig on- tieke cultuur is nu eenmaal anders dan de
besproken. Op biz. 29 wordt toegegeven centrum-linkse: het hoeft niet te verwondedat van de binnenlandse consumptie ren dat een kabinet van en voor ,,have’s”,
,,voorlopig vrijwel geen bijdrage aan de die immers altijd goed door de markt beeconomische groei (mag) worden ver- diend zijn, anders over de wisselwerking
wacht” en ,,voorshands evenmin een im- tussen markt en budget denkt dan een kapuls van enige betekenis” uit zal gaan op binet van en voor ,,havenots”. Entenslotde investeringsactiviteit, en vervolgens te is er dan toch de hypotheek van de retowordt in een en dezelfde adem beweerd dat riek, want hoe rationed je ook bent, gede vrees voor een duale ontwikkeling tus- zegd blijft gezegd: prietpraat ten behoeve
sen de binnenlandse en de op export gerich- van machtsvorming blijft je achtervolgen
te sector ,,in strijd (is) met de economische als je die macht ook wilt uitoefenen.
werkelijkheid”. Een retorisch hoogstandDergelijke hypotheken belasten niet alje.
leen het beleid van dit kabinet. Ze zijn een
Gelukkig gelooft de heer Ruding zijn ei- meer algemeen verschijnsel in het politieke
gen sprookjes niet, en heeft hij de keizer bedrijf. Ook de oppositie gaat er onder geuit voorzorg toch maar iets aangetrokken. bukt, want de spanning tussen rationaliteit
Wie tussen de regels door zoekt naar het en retoriek is duidelijk herkenbaar in de
werkelijke beleid, ziet dat de bestedings- pogingen van de PvdA-fractie om, in de
kant niet is vergeten. Er wordt stiekum een nota van Van Kemenade c.s., de partij
beetje gestimuleerd, door ontsparing in de voor te bereiden op de uitoefening van resociale fondsen (dat kan tenminste zonder geringsmacht, en de hypotheek die het
de cosmetica in de war te brengen, want die PvdA-bestuur daarop legt, door in het
fondsen zijn niet geconsolideerd met het fi- streven naar een maximale verkiezingsuitnancieringstekort). De lastenverlichting slag de kiezers voor te spiegelen dat kool en
voor het bedrijfsleven wordt grotendeels geit nog wel een beetje gespaard kunnen
verlegd van een verlaging van de vennoot- worden in het economische aanpassingsbeschapsbelasting naar een gedeeltelijke leid. Je zou wensen dat politici en econoovername van werkgeverspremies, een men aan beide zijden van het spectrum zich
maatregel die vooral de (relatief arbeidsin- de last van dergelijke hypotheken meer betensieve) binnenlandse produktie en beste- wust zouden worden. Als dat zo zou modingen ten goede komt. En ook via het gen zijn, dan is mijn itlusie dat normale
belasting- en premiebeleid wordt gepoogd mensen politick en economic op den duur
de koopkracht zo’n beetje te handhaven.
weer serieus gaan nemen.
Toch is dat allemaal niet genoeg. Nu de
kostenontwikkeling en de inflatie in rustiger vaarwater zijn gekomen, de winstontwikkelingen en het investeringsklimaat
aanzienlijk zijn verbeterd en de gulden
naar appreciatie neigt, is er ruimte voor
een minder restrictief beleid. Niet door het
907