Ga direct naar de content

Economenparade 2024

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 19 2024

Waar werken economen aan, en hoe draagt dat bij aan de maatschappij? In deze Economen­parade verkennen we welke universitair (hoofd)docenten het best publiceren, lichten we vijf masterscripties uit 2024 uit, en geven we een overzicht van de ESB-bijdragen die het afgelopen jaar het beste werden gelezen.

In het kort

  • De economiefaculteiten hebben dit jaar voor het eerst prijzen uitgereikt voor de beste, maatschappelijk relevante masterscripties.
  • Bijna twee derde van de best publicerende universitair (hoofd-)docenten economie heeft een niet-Nederlandse achtergrond.
  • De ESB-bijdrage van vader en zoon Van Denderen over ontwijking van de erfbelasting is 172.000 keer bekeken – een nieuw record.

In het kort

Met dank aan Wilfred Mijnhardt, Judith Gulpers (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Rik Leijsen (ESB)

In de jaarlijkse Economenparade belicht ESB de wetenschappelijke prestaties en maatschappelijke verdiensten van economen. Nieuw dit jaar is dat we kijken naar de best publicerende universitair (hoofd)docenten aan de Nederlandse universiteiten.

De volgende generatie

Jarenlang heeft ESB in de Economentop de best publicerende economen gepresenteerd. Deze lijst bestond altijd grotendeels uit hoogleraren. Dit jaar maken we gebruik van dezelfde methode (kader 1), maar kijken we naar de prestaties van de laag eronder: de academici die goed publiceren, maar het (nog) niet tot hoogleraar hebben geschopt. Tabel 1 toont de 25 universitair (hoofd)docenten aan de Nederlandse universiteiten met de beste wetenschappelijke publicaties in de internationale economietijdschriften.

Vrijwel alle onderzoekers in de lijst zijn wetenschappelijk hoofddocent. De enige uitzondering is Ana Figueiredo, universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij verdedigde in 2018 haar proefschrift aan de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona, doet onderzoek naar de arbeidsmarkt en won daarvoor vorig jaar een Veni-beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. We gaan de komende jaren dus ongetwijfeld meer van haar horen.

Figueiredo is in meer opzichten een uitzondering in de lijst: die wordt namelijk gedomineerd door mannen. Tussen de 25 namen ontdekte de redactie slechts drie vrouwen. Dat is wellicht iets meer dan in de klassieke Economentop doorgaans het geval was (Lukkezen, 2021), maar het betekent dat de economische discipline qua genderdiversiteit helaas nog een lange weg te gaan heeft (Van de Ven, 2024).

In een ander opzicht blijkt Figueiredo wel representatief: een ruime meerderheid van de best publicerende universitair (hoofddocenten) aan de Nederlandse economiefaculteiten heeft, net als zij, een niet-Nederlandse achtergrond. Dat onderstreept de internationalisering van de Nederlandse economiewetenschap, maar betekent ook dat de Wet internationalisering in balans – waarmee het kabinet de Nederlandse taal de norm wil maken aan de universiteit – een flinke uitdaging kan worden.

Kader 1: De telmethode voor internationale publicaties

Voor het berekenen van de scores en het samenstellen van de lijst van spelen economen met de meeste internationale toppublicaties werd er gebruikgemaakt van de Web of Science-database van Clarivate Analytics voor de periode 2019–2023.

 

Geteld worden alleen de artikelen die zijn verschenen in een tijdschrift binnen het domein ‘Economie’, waarvan er ten minste één auteur op het moment van publiceren een affiliatie had met een Nederlandse universiteit. Het domein ‘Economie’ is voor deze top gedefinieerd als zijnde ‘alle tijdschriften die voorkomen op de Tinbergen Journal List’ (www.tinbergen.nl) of ‘de toptijdschriften op de ERIM Journal List’ (www.erim.eur.nl, alleen categorie  \(P^{*}\) en \(P\)). Alle andere documenttypen in de Web of Science worden niet meegeteld.

 

De score van elk individueel artikel wordt bepaald aan de hand van de article influence score (AIS) van het tijdschrift in 2023, en wordt gewogen voor het aantal auteurs. De volgende formule is gebruikt om de score van ieder individueel artikel te bepalen:

\( P_{i}=W_{(auteur)} \cdot W_{(influence)} \)

waarbij:

\( P_{i} = \) de score van artikel i

\( W_{(auteur)} = \)  het gewicht van de auteur volgend uit de breuk van 2 / (1 + #auteurs)

\( W_{(influence)} = \) de AIS van het tijdschrift in 2023

 

De totaalscore van een wetenschapper zijn de scores van zijn of haar vijftien hoogst scorende artikelen bij elkaar opgeteld. Tabel 1 presenteert de 25 hoogst genoteerde wetenschappers die – volgens de website van hun universiteit – nog geen hoogleraar zijn.

Scriptieprijzen

Terwijl de faculteiten lang hebben ingezet op publicaties in de internationale wetenschappelijke tijdschriften, benadrukken zij nu ook het belang van maatschappelijke impact (Verhoef et al., 2022). Mede daarom hebben ze op 13 november voor het eerst gezamenlijk prijzen uitgereikt voor de vijf beste masterscripties van 2024, waarbij zowel is gekeken naar de geboden academische inzichten als naar de maatschappelijk relevantie.

Met dank aan financiering door de Goldschmeding Foundation is er een prijs uitgereikt voor elk van de vorig jaar door de decanen aangewezen maatschappelijke transitie-uitdagingen waar economie en bedrijfskunde een verschil kunnen maken (DEB, 2023). Voor deze zogeheten REmagine Awards zijn door de verschillende faculteiten 87 studenten genomineerd. Per domein heeft een jury, bestaande uit een academicus en een iemand uit de praktijk, de scripties beoordeeld.

Kader 2 presenteert de genomineerden die de laatste ronde hebben gehaald, en licht de scriptie van de uiteindelijke prijswinnaars uit. De prijzen laten mooi zien hoe divers én relevant economisch onderzoek kan zijn.

Meest gelezen ESB-bijdragen

Voor maatschappelijk relevant economisch onderzoek is ESB het aangewezen publicatiekanaal. Welke onderwerpen stonden er dit jaar het meest in de belangstelling? Met vlag en wimpel bovenaan staat de bijdrage van Milan en Misha van Denderen over ontwijking van de erfbelasting: dit stuk werd sinds de verschijning in oktober ruim 172.000 bekeken. Dat zijn leescijfers waar ook de nationale kranten van opkijken – en het betekent voor ESB een nieuw record.

Vader en zoon Van Denderen staan hiermee overigens voor het tweede jaar op rij in de Economenparade vermeld: hun eerdere bijdrage over de erfbelasting haalde vorig jaar een vierde plek. Beide stukken werden overigens niet alleen goed gelezen, maar leidden ook tot Kamervragen en antwoorden van de staatssecretaris van Financiën.

En daarmee is de discussie nog niet voorbij: op 26 november kwamen Van Denderen en Van Denderen (2024) met een repliek op de nieuwste reactie van de staatssecretaris. Wordt vast vervolgd!

De top drie van best gelezen ESB-bijdragen dit jaar wordt verder ingevuld door Raymond Gradus. Begin dit jaar publiceerde hij samen met Pierre Koning een goed gelezen stuk waarin ze pleitten voor een individualisering van de AOW. En recent wist hij de leescijfers van dat stuk nog te overtreffen met zijn onthulling dat het kabinet-Schoof de hypotheeksubsidie voor hogere inkomens verhoogt, in weerwil van wat het kabinet zelf stelde in het regeerprogramma.

Dat deze analyse van Gradus goed gelezen werd, past in een patroon: de top-25 bevat dit jaar ook verder veel analyses van fiscale maatregelen. Meest opvallend daarbij is de bijdrage van Miriam Gielen en Hans Beens over de marginale belastingdruk van huishoudens. Dit stuk stamt uit mei 2023 en stond ook vorig jaar al in de Economenparade genoteerd. Nog altijd blijkt de belangstelling ervoor groot.

Een andere opvallende verschijning is het stuk van ­Steven Hommes en coauteurs over de doorwerking van schade aan de fundering in de huizenprijs. Deze analyse is reeds in januari 2023 gepubliceerd, maar noteerde dit jaar hogere leescijfers dan direct na publicatie.

Opvallend is verder de notering van de korte statistiek­bijdrage van Wim Suyker van deze zomer, waarin hij de inflatiecijfers sinds 2021 toont, maar dan berekend aan de hand van de verbeterde methode die het Centraal Bureau voor de Statistiek sinds 2023 hanteert. Dit bericht werd na publicatie iets bovengemiddeld gelezen, maar dankt zijn notering aan de stroom lezers die het nog dagelijks trekt.

Nu al beniewd wat er volgend jaar trending zal zijn? Een tipje van de sluier kunnen we vast oplichten: de op 2 december online gepubliceerde bijdrage van Boris ­Schellekens en Rodrigo Fernandez over de onhoudbaarheid van de staalproductie in Nederland gooit hoge ogen.

Literatuur

DEB (2023) The challenges of Transition/De uitdagingen van transitie. Economie en bedrijfskunde: wetenschap voor duurzame welvaart. Decanen Sector Economie en Bedrijfskunde, september. Te vinden op zenodo.org.

Denderen, M. van, en M. van Denderen (2024) Fiscus ontbeert toch écht informatie over aangiften erfbelasting. Blog op esb.nu, 26 november.

Lukkezen, J. (2020) Economentop 40 2020. ESB, 105(4792), 564–567.

Ven, Y. van de (2024) Aandeel vrouwelijke hoogleraren economie blijft achter op de rest. ESB, 109(4832), 188–189.

Verhoef, P., P. Groenen, A. Richter et al. (2022) Transformatie-agenda voor economie en bedrijfskunde. ESB, 107(4816), 566–569.

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie