Het aantal verhuizingen ligt de laatste jaren betrekkelijk laag. In de eerste zes maanden van 2024 zijn in Nederland bijna 828.000 mensen verhuisd. Dat is twee procent minder dan in het eerste halfjaar van 2023. Vooral gezinnen verhuisden minder.
Vanwege de krapte op de woningmarkt daalt het aantal verhuizingen al sinds 2017, met uitzondering van een tijdelijke piek in 2021. In dat jaar was de druk op de woningmarkt tijdelijk wat lager: er werden in dat jaar relatief veel nieuwbouwwoningen opgeleverd en er kwamen vanwege de coronamaatregelen tijdelijk minder immigranten naar Nederland.
De figuur toont het aantal verhuisde personen in verschillende huishoudensposities in de eerste zes maanden van het jaar, van 2017 tot en met 2024. Aangezien er nog geen verhuisgegevens over heel 2024 beschikbaar zijn, is het aantal verhuizingen tijdens de eerste helft van de jaren 2017-2024 met elkaar vergeleken.
Vooral gezinnen met kinderen zijn vanaf 2021 minder vaak verhuisd. In vergelijking met 2021 verhuisden er in 2024 een kwart minder gezinnen met kinderen. Gezinnen met kinderen verhuizen vaak vanwege de woning of de woonomgeving en minder vaak vanwege werk of studie. Ook verhuizen gezinnen vaak naar of binnen de koopsector, wat hen afhankelijk maakt van de conjunctuur op de woningmarkt. Bij alleenstaanden, die vaker verhuizen binnen de huursector, nam het aantal verhuizingen de laatste jaren juist wat toe.
Opvallend is verder de sterke stijging van de verhuizingen vanuit instellingen. Dit waren er bijna 65.000 in de eerste helft van 2024, bijna twee maal zo veel als vier jaar eerder. Ongeveer de helft van die groep verhuisde naar een andere instelling. Het gestegen aantal verhuizingen vanuit instellingen heeft vooral te maken met de toegenomen asielmigratie, waardoor meer statushouders vanuit opvanglocaties een woning betrekken.
Auteur
Categorieën