P. H. Admiraal
Weersomslag
Donkere wolken hebben zich samengepakt boven de Nederlandse economie.
Hier en daar vallen al druppels, die een
voorbode vormen voor een naderende
stormbui. Eerst was er nog hoop dat het
zware weer over zou drijven, maar nu
lijkt een chaotische aftocht op gang te
komen. Het is vergelijkbaar met taferelen aan het einde van een zonnige
zomerdag, wanneer een weersomslag de
luierende zonnebaders verrast op het
strand. De zwembroek van de verzorgingsstaat wordt nat in de tas gesmeten,
de monetaire paraplu van (de verkleining
van) het financieringstekort opgezet, en
wat maar kan dienen voor beschutting
tegen regen en wind bijeengegrist. Dan
haasten de mensen zich weg op zoek naar
een veilig onderkomen.
Het is waar dat de verzorgingsstaat
ons geen oplossing heeft gebracht voor
de maatschappelijke problemen, ondanks een onvermoede expansie van de
consumptieve bestedingen per hoofd van
de bevolking. Het bleef echter best gezellig. ledereen kon zijn opwinding en fantasie kwijt op de kampeerweekends en
bij wandeltochten van de vele pressiegroepen. Bovendien raakte regelmatig
de druk van de ketel omdat de modale
Nederlander jaarlijks een- of twee maal
bij gelegenheid van zijn vakantie op hoi
placht te slaan door Europa. Nu is het
echter kil geworden. Verschillende tenten, die er op het zonnige strand solide
uitzagen, bleken bij de eerste windstoot
in elkaar te vallen. En wat economen
vooral bezighoudt, er kan maar geen
overeenstemming worden bereikt over
de vraag wie de rekening vereffent die
hog openstaat bij de consumptietent.
Het komt crop neer dat de overheid
achterblijft met de schulden, hetgeen tot
uitdrukking komt in haar financieringstekort. De oplossing lijkt voor de hand te
liggen: de minister van Financien dient
voortaan de hand op de knip te houden.
Deze remedie is echter bedrieglijk door
haar eenvoud. Het blijkt dat de landen
die een dergelijk beleid voeren, weinig
hoopvolle resultaten hebben geboekt.
Daarbij kan worden gewezen op recente
ontwikkelingen in Groot-Brittannie en
de Verenigde Staten.
Uit macro-economisch onderzoek
komen aanwijzingen dat bezuinigingen
in de collectieve sfeer tot inkrimping van
de produktie-omvang leiden door vraaguitval op de binnenlandse markten 1).
Er kan aan worden toegevoegd dat het
arbitraire karakter van de overheidsmaatregelen deze nadelige effecten zal
versterken. Het lijkt crop of de overheid
in het wilde weg regelingen en voorzieningen op de korrel neemt: ziektegeld,
kinderbijslag, wat volgt? Daardoor ontstaat politieke onrust en een verhoging
van de onzekerheid in een situatie die
ESB 17-3-1982
voor de deelnemers aan het economisch
verkeer ongewis genoeg is. In dit opzicht
is er geen sprake van beleid dat bijdraagt
tot het vinden van een aanpassingsweg
naar een toekomstig evenwicht.
De zelfklevende pleister uit de monetaire EHBO-trommel is bruikbaar bij
schaafplekken op de goederenmarkten.
Op de diepe snijwonden van vraag en
aanbod, waarmee wij nu worden geconfronteerd, dient echter een ingewikkelder
verband te worden aangelegd. Ook de
macro-economische chirurgijn, die
slechts kan aderlaten en bloed toedienen
op grond van een diagnose in termen van
bestedingstekorten en -overschotten kan
hier geen uitkomst bieden. De perspectivische verkleining van het economische
proces in stromen van hoeveelheden
blokkeert een oordeel overde structurele
verhoudingen. Relevant daarvoor is
mijn inziens een micro-optiek van relatieve prijzen in een netwerk van markten.
Vanuit dat gezichtspunt kan geen cijfermatig overzicht van de werking van de
nationale economie, gecomprimeerd tot
een blaadje met kengetallen, aan de
heren politici worden aangeboden. Er
zal op sectoraal en regionaal niveau een
ideeenontwikkeling moeten plaatsvinden over marktevenwichten die in de toekomst bereikbaar kunnen zijn. Dat zal
moeizaam gaan, ook zonder de vakbeweging, waaraan op het moment de
zwarte piet van het mislukkende tripartite overleg is toegespeeld. Er zal hier
een doorbraak tot stand moeten worden
gebracht. Het is nodig dat wordt onderzocht in welke markten en onder welke
voorwaarden ondernemers bereid zijn
zich in te zetten voor vernieuwende activiteiten. Er moet bovendien worden gewaakt voor vernietiging van produktiecapaciteit die later toch levensvatbaar
zou kunnen zijn. Ook verschillende terreinen in de collectieve sfeer, bij voorbeeld gezondheidszorg, woningbouw,
onderwijs enz., verdienen in dit verband
aandacht. Het is nodig dat duidelijkheid
wordt verschaft over de hoogte van de
niveaus waarop de overheid de uitgaven
denkt te stabiliseren en met welke middelen dat zal worden bewerkstelligd.
Verschillende onderdelen van de monetaire liturgie zullen op den duur van
belang blijken te zijn voor de vorming
van een nieuwe evenwichtige structuur.
Het zijn wijsheden voor de lange termijn
die bij toepassing in het beleid dienen te
worden gecombineerd met een grondige
micro-economische analyse en een hechte, goed functionerende organisatie op
het niveau van sector en regio. Globaal
gezien kunnen daarbij drie punten naar
voren worden gebracht. Ten eerste lijkt
het verstandig belastingverzwaring te
vermijden. Het is aannemelij k dat de collectieve sector in de toekomst zo zal worden georganiseerd dat zij minder zwaar
zal drukken op het budget van de overheid. Verder verdient het financieringstekort te worden beschouwd in het licht
van de bestedingsomvang van het beleid,
dat voorwaarden schept voor economisch herstel, of op directe wijze bijdraagt tot de aanpassing van structurele
verhoudingen. Zoals wij reedshebbengezien, is het wenselijk ook de algemene
kenmerken van de macro-economische
toestand en de uitwerking van eventueel
bezuinigingsbeleid op de verwachtingen
in de beschouwingen te betrekken. Ten
slotte kan ten aanzien van de structuur
van belastingen worden opgemerkt dat
zij, meer dan tot nu toe het geval is, sparen
dient te bevorderen. Dat zou kunnen
door in plaats van het inkomen de consumptie te belasten. Technisch liggen hier
moeilijkheden omdat verhoging van de
BTW-tarieven aanleiding kan tot een
inflatoire spiraalbeweging.
Wij komen er niet onderuit dat het
strand zal moeten worden ontruimd. De
aftocht behoeft niet holderdebolder te
geschieden, zodat de spullen nat indetas
worden gesmeten en de kans bestaat dat
wij de zonnebril kapot trappen, of
dingen vergeten waarvan wij later spijt
krijgen. Ruim maar kalm op en hou de
zwembroek gerust nog even aan. Bedenk
dat de stromende regen goede omstandigheden schept voor een duik in zee.
1) Drs. W. B. J. Hempen, Naar een herorien-
tering op het sociaal-economische beleid (I).
Van een ombuigingsbeleid naar een stimuleringsbeleid, ESB, 24 februari (982, biz. 192199.
275