Veel onbenut arbeidspotentieel in de energietransitie bij vrouwen

Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit is een grote maatschappelijke opgave, waar de energietransitie een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Er is momenteel dan ook veel vraag naar werknemers om de energietransitie te realiseren. Met name mbo-opgeleiden in bouwkunde, elektrotechniek, infrastructuur, installatietechniek, procestechniek en werktuigbouwkunde zijn dringend nodig voor de energietransitie. Het onbenutte arbeidspotentieel ligt vooral bij vrouwen want zij zijn in energietransitie-opleidingen en -beroepen flink ondervertegenwoordigd.

De figuur toont dat vrouwen op alle schakelmomenten in de keten tussen profielkeuze en overgang naar de arbeidsmarkt verloren gaan voor de energietransitie, inzoomend op BOL 4 (het hoogste niveau van de meer theoretische beroepsopleidende leerweg). Ten eerste kiest in het vmbo een veel kleiner deel van de vrouwen dan van de mannen voor een techniekprofiel. Daarnaast kiezen vrouwen die een techniekprofiel hebben gevolgd minder vaak voor een opleiding richting de energietransitie dan mannen.

Ook is er een verschil te zien bij de studie-uitval naar geslacht. Over het algemeen is de studie-uitval bij opleidingen richting de energietransitie relatief laag ten opzichte van andere mbo-opleidingen. Maar de studie-uitval is groter bij vrouwen. De figuur toont de studie-uitval op BOL 4-niveau: het verschil is relatief klein, maar nog steeds aanwezig. Dat geldt ook voor de uitval van vrouwen in opleidingen richting de energietransitie op andere mbo-niveaus.

Ten slotte is er de overstap naar de arbeidsmarkt; ook daar zien we een grote ‘weglek’ van vrouwen. Een op de tien afgestudeerde vrouwen in opleidingen richting de energietransitie kiest voor de beroepssector energietransitie, een veel kleiner deel dan van de mannen.

Bij elk schakelmoment in opleidings- en beroepskeuze haken dus vrouwen af voor de energietransitie, terwijl ze hard nodig zijn. Nader onderzoek is nodig om te achterhalen of hier een structureel probleem achter zit. Meer aandacht voor de techniek en de energietransitie bij de studiekeuze en loopbaanoriëntatie is een belangrijke eerste stap.