Tussen droom en daad
Hoe schrijf je een rapport voor een politieke partij?
Van achteren naar voren, ja. Want het gaat om het resultaat. In mijn ogen wilde het bestuur van de PvdA
vier dingen (Den Uyl verdubbeld): (1) een bedding
voor een vruchtbare discussie over de verzorgingsstaat. Dat lijkt te lukken; (2) een vernieuwde relatie
met de vakbeweging. Die is op onze avances ingegaan; wat grommend en schokschouderend, maar
dat is hoe beren vrijen; (3) binnen gehoorsafstand
blijven van de coalitiepartner, met begrip voor de
wijze waarop het minzame zelfbeeld van de ononderbroken macht aldaar het effectief regeren bemoeilijkt; (4) aantrekkelijk blijven voor anderen,
want Bolkestein doet wel flink, maar hij wil graag.
Maar bovenal moest de rapporterende commissie
verzorgingsstaat geloofwaardig zijn voor alle vier
die doelgroepen; het verhaal moest kloppen in zijn
financiele en economische consequenties.
^
Tegen die achtergrond heb ik met belangstelling
kennis genomen van de kritiek van andere academische zondagspolitici, De Kam en Bomhoff voorop,
in NRC Handelsblad van 14 en 20 januari. De Kam
blijkt het rapport niet gelezen te hebben, en dat is
natuurlijk een handicap. Hij suggereert dat wij zijn
gevlucht voor de budgettaire werkelijkheid, een canard die overigens ook door vele andere niet-lezers .
is opgediend. Het is hem ontgaan dat de commissie
de lastendruk niet wil verhogen (biz. 33). En ook
dat het pleidooi voor de koppelingen, het (nog) niet
verlagen van het minimumloon en de afwijzing van
het ministelsel nadrukkelijk afhankelijk zijn gesteld
van het slagen van het volumebeleid, “want zonder
een totale inzet voor een beheerste volume-ontwikkeling lukt het niet en zullen nieuwe ingrepen onvermijdelijk zijn” (biz. 12). De Kams oplossing is bekend: een ministelsel zou / 8 miljard kunnen
opbrengen. Onzin, natuurlijk, want daarvan wordt
minstens/ 6 miljard per cao herverzekerd, en het
economische verschil tussen publieke of private collectieve-lastendruk ontgaat mij. Helemaal twee miljard dus, tegenover de/ 15-20 miljard nationaal inkomen die met het op een Westeuropees niveau
brengen van de arbeidsparticipatie te verdienen is,
en waarop ons rapport zich concentreert.
De kritiek van Bomhoff is fundamenteler: de veelheid van instrumenten, die wij aandragen om die
participatiedoelstelling te halen, brengt veel mensen
dicht bij de nullijn. Dat is niet leuk, dat is grauw, dat
is te PvdA, zal ik maar zeggen. Vervolgens verstrikt
hij zichzelf doordat hij niet begrijpt hoe we het instrumentarium in elkaar zetten, maar laat ik niet afdwalen van het hoofdpunt. Wij bieden geen leuke
dingen voor de mensen, nee, maar bloed, zweet, tranen en zelfs loonmatiging om, in nadrukkelijke volgorde van belangrijkheid, (1) meer mensen aan het
werk te krijgen en (2) de sociale zekerheid zo ongeschonden mogelijk overeind te houden. Dat vindt
Bomhoff maar niks, dat vindt hij preken tegen consumptie. Niet in het voordeel van de gemiddelde
Werknemer, zegt hij, en niet wetenschappelijk. Hartelijk dank, ik had gewed dat iemand dat zou zeg-
ESB 19-2-1992
gen. Het is niet wetenschappelijk
nee, in die zin dat consumenten- of
kiezerssoevereiniteit niet meer is
dan een inwisselbaar axioma. Maar
in mijn beleving is wat mensen willen wel een belangrijk uitgangspunt in zoiets als een democratic.
Als 80% van Nederland en 91% van
de PvdA tegen een mini-WAO is
(.NRC, 8 februari; soortgelijke resultaten eerder in de Volkskrani), waarom is het dan wetenschappelijk om
voor te zijn? Omdat dit strookt met
de nutsfunctie van de genoemde
collega’s? Ach jee.
Veel economen denken inderdaad
dat het wetenschappelijk is om je
vooroordelen te rationaliseren; je .
hebt een model in je kop, en daar komt uit dat anderen je mening moeten delen. Dan kun je lekker van
voren naar achteren schrijven, want je weet al dat
het goed afloopt. Daarom is het zo verhelderend om
van achteren naar voren te schrijven en te laten zien
welke offers een gewenst resultaat vraagt; als u niemand aan de kant wenst, dan moet u ophouden met
symptoombestrijding en cosmetische lastenverlagingen, en de veel grotere inspanningen gaan opbrengen die een volumebeleid vergt. Als u daar te beroerd voor bent, of als uw blikveld beperkt blijft tot
Texel en de verlaging van de vermogensbelasting,
dan kunt u overgaan tot de orde van de dag. Dan
kunt u de facile pennestreek zetten die een ministelsel invoert, en de structurele aanpak van de arbeidsmarkt en de uitvoering van de sociale zekerheid
weer twee jaar uitstellen totdat ook dat ministelsel
weer onuitvoerbaar gebleken is.
Nee, dan Brinkman, een van mijn favoriete politici.
Die heeft tenminste begrepen waar het over gaat.
De PvdA heeft weer een aanvallend programma,
waarmee ze het grootste maatschappelijke probleem van deze tijd te lijf kan. Waarmee ze het opkomende racisme en de dreigende sociale tweedeling wil bestrijden. Dat Kaland op stang jaagt en
inzet voor de verkiezingen kan zijn. Dat komt niet
zo gelegen, vindt Brinkman. Laten we daarom snel
over iets anders beginnen. Er speelt zich heel wat
af, tussen droom en daad.
DJ. Woffson