Ga direct naar de content

Tussen al het geweld…

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 24 2003

Tussen al het geweld…
Aute ur(s ):
Gerritse, Ronald (auteur)
Oosterw ijk, Jan Willem (auteur)
Ruys, Maarten (auteur)
Secretaris-generaal van respectievelijk het ministerie van Financiën, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid. tkroes@minszw.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4417, pagina D1, 23 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Ten geleide
Tre fw oord(e n):

In een land niet eens zo ver van Nederland, in een jaar dat niet eens zo ver achter ons ligt, nam een groepje bejaarde mannen eens een
militaire parade af. Infanteriedivisies, pantserdivisies en lange raketten, geladen op zware vrachtwagens, trokken aan het oog voorbij.
Tussen al dit afschrikwekkende militaire geweld liep ook een wat stoffige man mee, met een lange regenjas aan en een koffertje in zijn
hand. Een van de grijsaards op het podium hoog boven de optocht boog zich naar de grijsaard naast hem, en vroeg hem wat deze man in
de optocht deed. “Dat, meneer de president, is onze economische adviseur. En hij loopt mee met de optocht omdat de verwoestende
uitwerking van deze man zich moeiteloos kan meten met die van de tankdivisie voor hem.”
Deze klassieke grap over economen heeft een heldere boodschap: economen hebben een forse invloed op het beleid, en ook een nogal
bedenkelijke. Wie de onlangs gepresenteerde Miljoenennota leest van het kabinet Balkenende-II zal in ieder geval de eerste boodschap
onderkennen: economie is een belangrijke invalshoek bij grote delen van het kabinetsbeleid. Dit blijkt steevast, of het nu gaat om fiscaal
beleid, gezondheidszorg of integratiebeleid, over de economische conjunctuur, de werking van het Stabiliteit- en Groeipact, of de
langetermijntrends op demografisch, technologisch en sociaal terrein en globalisering. Het zijn allemaal thema´s die stevige economische – randvoorwaarden stellen aan overheidsbeleid. Dat de opgave waarvoor we ons gesteld zien om een economisch
doortimmerd antwoord vragen, is ook wel duidelijk. Over hoe dat antwoord er uit moet zien, over de maatvoering van dat beleid en de
consequenties ervan voor verdelingsvraagstukken blijft veel discussie mogelijk. Wie dezer dagen zijn of haar boterham verdient met
economische beleidsadvisering, heeft over belangstelling dan ook niet te klagen.
Dit alles roept zo zijn eigen vragen op. Waarom is de economische discipline zo dominant aanwezig op veel beleidsterreinen? En als
economie een zo belangrijke rol speelt in het beleid, wie zijn dan eigenlijk die beleidseconomen achter de adviezen? Hoe groot is hun
invloed werkelijk? Hoe kijken zij tegen de wereld aan? Hoe kijken zij tegen zichzelf aan, tegen hun eigen rol en tegen hun eigen
vakgebied? De ministeries van Economische Zaken, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid staan midden in het sociaaleconomische beleid. Als SG’s van deze ministeries worden we omringd met beleidseconomen. Ook buiten de departementen is de invloed
van beleidseconomen evident.
Veel van de zojuist genoemde vragen zullen aan de orde komen in het esb-dossier dat voor u ligt. Bij de eerste vraag, waarom hebben
economen zo’n manifeste rol bij het formuleren van beleid, zullen wij hier alvast een enkele overweging aandragen. Een dergelijke rol van
economen hoe dan ook niet onlogisch. Het centrale thema van de economische wetenschap is immers schaarste. Schaarste dwingt om de
consequenties van keuzes inzichtelijk te maken. En de kern van het politieke bedrijf is keuzes maken. Keuzes maken over wat we als
samenleving willen en keuzen maken over hoe we dat denken te bereiken. Keuzes op hoofdlijnen over instituties: waar vinden we dat
individuen zelf moeten kunnen beslissen en waar zien we een rol voor het collectief? Ten slotte, maar niet het minst, moet de politiek
kiezen over de randvoorwaarden die men zichzelf daarbij wil opleggen. Hoeveel staatsschuld vinden we acceptabel? Welke eis stellen we
aan de inkomensverdeling? Dit zijn allemaal vragen die zowel politiek als economisch van aard zijn, en dat is geen toeval. Als politiek de
kunst is van het kiezen, is economie misschien wel de wetenschap die zich bezighoudt met het onderbouwen van keuzes.
Als de beleidseconoom zo’n onmiskenbare rol speelt in het beleid, dan wordt het ook tijd om eens goed het vergrootglas te richten op die
econoom en zijn of haar rol. Ten eerste omdat elk proces van beleidsvorming altijd gebaat is bij transparantie. Ten tweede omdat het
alleen bij een open opstelling mogelijk is om de toets der kritiek te organiseren – en hopelijk ook te doorstaan. Om deze reden vinden wij
dit themanummer van esb een goed initiatief.
Ook de Haagse beleidswereld heeft immers soms wel iets van een parade. Bewindspersonen, parlementsleden, belangenbehartigers uit
de samenleving, allemaal strijden zij om de aandacht, allemaal lopen zij mee in de optocht. Tussen al dit geweld lopen – ook in Den Haag de beleidseconomen mee, die onmiskenbaar een eigen rol spelen. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking.

Dossier: Beleidseconomie
R. Gerritse, J.W. Oosterwijk en M.A. Ruys: voorwoord Tussen al het geweld…

D.J. Kraann: Inleiding: Positieve economie en beleidseconomie
B.M.E. Geurts en S.E.P. Raes: De Januskop van de beleidseconomie
J.W.M. Mevissen: reactie Januskop of symbiose?
M.C.W. Janssen: reactie Een wetenschapper in de beleidswereld
J. van Sinderen: Het nieuwe strategische denken
T.R.P.J. Kroes: reactie Tussen droom en werkelijkheid
A.W.A. Boot: De Amerikaanse economische adviseurs
E.E.C. van Damme: London: the place to be?
C.W.A.M. van Paridon: Beleidsadvisering in Duitsland
A. Kapteyn: reactie Wie is de beste?
D.J. Wolfson: De rol van de planbureaus
F.J.H. Don: reactie De rol van het cpb
F.J.M. Crone: De hobbelige brug tussen politici en economen
H.A. Keuzenkamp en J.M. Pomp: De vuile markt voor contractonderzoek
B.M.E. Geurts en D. Kabel: reactie Vuile cocktail
P. Rietveld en E. Verhoef: Universiteiten in de markt
A.P. Ros: reactie: De praktijk is soms sterker dan de leer
M.R.P.M. Camps, L.B.J. van Geest en J.A. Vijlbrief: Beleidseconomie binnen de departementale muren
P.A. Donker van Heel: De onwelkome boodschap
S.G. van der Lecq: epiloog We moeten toch wat

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur