Ga direct naar de content

Sterke stijging uitgaven sociale bescherming en gezondheid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 1 2004

Sterke stijging uitgaven sociale bescherming en gezondheid
Aute ur(s ):
Gerard Eding (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4443, pagina 477, 24 september 2004 (datum)
Rubrie k :
statistiek
Tre fw oord(e n):

De totale uitgaven van de Nederlandse overheid bedroegen in 2003 € 222,5 miljard. Daar tegenover stonden € 207,9 miljard aan inkomsten voor de
overheid. Het vorderingentekort van de overheid in 2003 bedroeg € 14,6 miljard. Bijna de helft van de totale overheidsuitgaven had in 2003 betrekking
op sociale bescherming en gezondheid. In 2002 en 2003 stegen deze uitgaven sterk door hogere uitgaven voor de AWBZ en de ZFW en door
gestegen uitgaven voor sociale uitkeringen, waaronder de ww, als gevolg van economisch mindere tijden. Intensiveringen in het onderwijsbeleid
zorgen in dezelfde periode eveneens voor een stijging in de overheidsuitgaven voor het onderwijs. De daling van de uitgaven van het algemeen
bestuur hangen in grote mate samen met dalende rentebetalingen. Onder invloed van lagere rentestanden en lopende herstructurering van schulden
daalde de door de overheid betaalde rente voor het eerst sinds 1974 onder de drie procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Aandeel lokale overheden in totale uitgaven gestegen
In de Nationale Rekeningen wordt de sector overheid onderverdeeld in een drietal subsectoren. Ten eerste de centrale overheid, die voor het
overgrote deel bestaat uit het Rijk. Ten tweede de lokale overheid, waar bijvoorbeeld de gemeenten, provincies en waterschappen deel van uitmaken.
En als laatste de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen, met daarin de sociale uitkeringen als ww, aow en wao. figuur 1 geeft een beeld van het
aandeel van deze drie lagen in de totale overheidsuitgaven in Nederland. In de periode 1996-2003 daalt het aandeel van de centrale overheid in de
totale uitgaven. Het aandeel van de lokale overheden in de totale overheidsuitgaven daalde vanaf 1996, maar steeg in de periode 2001-2003. Het
overdragen van verantwoordelijkheid voor de uitvoering van beleid van het Rijk naar de lagere overheden speelt hier een rol in. Het aandeel van de
sociale verzekeringen nam in deze periode toe. De stijging van de kosten voor de AWBZ en de ZFW is een belangrijke factor.

Figuur 1. Aandeel subsector in totale uitgaven overheid, in procentena

In 2003 worden uitgaven voor huisvesting en gemeenschappelijke voorzieningen, recreatie, cultuur en religie, milieubescherming en onderwijs
voornamelijk door de lagere overheden gedaan. De sociale verzekeringen nemen het overgrote deel van de uitgaven voor sociale bescherming en
gezondheid voor hun rekening. De defensie-uitgaven zitten bij de centrale overheden. Net als het overgrote deel van de uitgaven voor algemeen
bestuur.
Gerard Eding
tabel 1 tabel 2

Tabel 1. Uitgaven van de overheid naar functie, in procenten bbp

algemeen bestuur
defensie
openbare orde en veiligheid
economisch beleid
milieubescherming
huisvesting en gemeenschappelijke
voorzieningen

8,4
1,6
1,4
4,5
0,7

1,6
1,5
5,6
0,7
1,4

2000
8,1
1,5
1,6
5,5
0,8

2001
8,2
1,5
1,8
5,6
0,8

1,6

1,6

2002
8,0

1,7

2003 % bbp

gezondheid
recreatie, cultuur en religie
onderwijs
sociale bescherming
totaal uitgaven overheid
totaal inkomsten
emu-saldo

4,0
1,1
4,7
17,4
45,3
47,5

4,2
1,1
4,8
17,5
46,7
46,6

2,2

4,5
1,1
5,0
18,0
47,8
45,9

-0,1

4,7
1,1
5,2
18,6
49,0
45,8

-1,9

-3,2

Bron: Nationale rekeningen 2003, cbs.

Tabel 2. Uitgaven van de overheid (in %) en naar laag (aandeel in totaal)a
totaal
overheid
8,0
1,5
1,8
5,6
0,8

algemeen bestuur
defensie
openbare orde en veiligheid
economisch beleid
milieubescherming
huisvesting en gemeenschappelijke voorzieningen
1,7
gezondheid
4,7
recreatie, cultuur en religie 1,1
onderwijs
5,2
sociale bescherming
18,6
totaal
49,0

centrale
overheid
68,9
100
47,9
44,6
16,3

lokale
overheid
31,0
0,0
52,1
55,4
83,7

5,3
2,3
26,1
20,6
14,6
30,2

sociale
verz.
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0

94,7
5,2
73,9
79,4
16,7
34,8

0,0
92,5
0,0
0,0
68,7
35,0

Bron: Nationale rekeningen 2003, cbs.
avoetnoot a bij figuur 1.

Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur