■ Matthijs Willemse-Jacobson (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
Door het krapper worden van de arbeidsmarkt zijn steeds meer mensen aan het werk. Dit komt enerzijds door een daling van het aantal werklozen, maar anderzijds treden er ook steeds meer mensen vanuit de niet-beroepsbevolking tot de arbeidsmarkt toe.
De totale beroepsbevolking (het arbeidsaanbod) bestaat uit de som van de mensen van 15 tot 75 jaar die werken – de werkzame beroepsbevolking – en degenen die geen werk hebben, maar wel recent naar werk gezocht hebben en daarvoor ook op korte termijn beschikbaar zijn – de werkloze beroepsbevolking. Tijdens de crisis is niet alleen de werkloosheid opgelopen, maar is ook de beroepsbevolking gekrompen doordat sommige groepen zich ontmoedigd terugtrokken van de arbeidsmarkt. Het aantal werkenden neemt sinds het dieptepunt van de crisis, in 2014, elk jaar sterker toe (figuur).
De toename van het aantal werkenden kan deels verklaard worden door de afname van het aantal werklozen. De daling van het aantal werklozen is in de afgelopen periode echter vertraagd, en vlakt naar verwachting verder af. In september 2018 waren er 343.000 werklozen. Het Centraal Planbureau verwacht dat dit aantal geleidelijk verder daalt tot gemiddeld 320.000 in 2019.
De stijging van het aantal werkenden is in toenemende mate een gevolg van het feit dat mensen vanuit de niet-beroepsbevolking toetreden tot de beroepsbevolking. In september 2018 is de beroepsbevolking vergeleken met een jaar eerder gegroeid met 123.000 personen. Door het grote aantal vacatures voelen steeds meer mensen zich aangemoedigd om op zoek te gaan naar werk (encouraged workers). Dit past bij het beeld van een krapper wordende arbeidsmarkt waarin de kans op het vinden van werk toeneemt.