Op de statistiekpagina in ESB zijn de ‘praatjes bij plaatjes’ te vinden. Dit zijn korte stukjes tekst (het ‘praatje’) bij een aansprekende figuur (‘het plaatje’). In de tekst worden de cijfers uit de figuur toegelicht en wordt verteld wat de lezer hiervan kan leren. De lezer komt zo, aan de hand van statistieken, weer wat meer te weten over de economie. Voorwaarde voor publicatie is dat de statistiek niet al elders is gepubliceerd (al dan niet online).
We werken voor deze rubriek met vaste leveranciers. De contactpersoon binnen uw organisatie stelt de auteur(s) vast.
Hoe lever ik als auteur een ‘praatje bij een plaatje’ aan?
Het stukje bevat altijd maximaal 350 woorden, dat is inclusief de titel van het stukje en van de figuur, de auteursnamen en de bronvermelding bij de figuur. Als het stukje af is, mail je het eerst naar de statistiekcoördinator voor feedback. Als jullie beiden tevreden zijn over het concept, stuurt de auteur of de coördinator vervolgens een e-mail met het Word document en de bijbehorende figuur opgemaakt in Excel naar statistiek[at]esb.nu. Als hulpmiddel kun je het beste dit Word format gebruiken. Stukjes die niet voldoen aan het format, bijvoorbeeld omdat ze te lang zijn of meerdere verwijzingen naar de literatuur bevatten (er is alleen ruimte voor een bron bij de figuur), kunnen worden afgewezen.
De eerste twee zinnen van het ‘praatje bij een plaatje’ bepalen of lezers besluiten om verder te lezen. Maak daarom meteen de relevantie van het stukje duidelijk, bijvoorbeeld door een opvallende/verrassende boodschap uit de figuur vast kort uit te lichten. Of door aan te sluiten bij een maatschappelijke discussie. En begin niet meteen met veel cijfers, want dan moet de lezer hard nadenken.
In de rest van het stukje kun je wat uitgebreider ingaan op de manier waarop de figuur tot stand is gekomen (als dat belangrijk is om de figuur te kunnen begrijpen) en de belangrijkste bevindingen. Omdat er slechts ruimte is voor in totaal 350 woorden, geldt ‘less is more’. Liever twee opvallende cijfers bespreken en die voldoende duiden, dan een opeenstapeling van cijfers geven.
Een andere goede vuistregel is om in iedere alinea van het stukje één onderwerp te behandelen. Beschrijf eerst wat de figuur laat zien wat betreft dat onderwerp. Leg daarna uit wat dit betekent voor economen (wat moet de lezer met de cijfers) en geef mogelijke verklaringen voor opvallende cijfers.
Auteur
Categorieën