Au Courant
Sociale en politieke
confrontatie in Zweden
A.F. VAN ZWEEDEN
Op 4 oktober trokken weer tienduizenden ondernemers en hun aanhangers door
de straten van grote en middelgrote steden
in Zweden. Ze deden dat om de dag te herdenken waarop een jaar geleden meer dan
75.000 ondernemers in de straten van
Stockholm manifesteerden tegen de instelling van de gehate werknemersfondsen.
Daags tevoren cirkelde al een vliegtuig boven de stad dat een spandoek achter zich
aansleepte met de simpele leus,, weg met de
fondsen”. Op straat kon je ook heren in
keurige costuums tegenkomen met gele
buttons op hun revers waarop de tekst ,,4
oktober: zeg er ‘es wat van”.
De Zweedse werkgeversorganisatie SAP
wil het ongewoon emotionele verzet van de
ondernemers tegen de socialistische aanslag op het kapitaalbezit en de onderneESB 24-10-1984
mersvrijheid graag levend houden. Je kunt
je als buitenlander afvragen wat die nette
heren en dames toch eigenlijk bezielt. Economisch gaat het goed in Zweden. De
werkgevers hebben niets te mopperen. Er is
sprake van een wijdverbreid eerherstel van
het ondernemerschap en een opzienbarende verbetering van wat het VNO hier graag
het ondernemersklimaat noemt. Een onlangs gehouden enquete onder leidinggevende functionarissen van Zweedse ondernemingen toonde bovendien aan dat zij in
grote meerderheid meer voelen voor een
sociaal-democratische regering met een
sterke minister van financien (Kjell-Olof
Feldt), dan voor een zwak conservatief kabinet. Sven Wallgren, voorzitter van de
Zweedse Industrie Federatie zei onlangs op
een congres van bankiers en beleggingsa-
nalisten in Stockholm dat er de laatste paar
jaar een, .dramatische en gunstige wending
is gekomen in de houding tegenover het bedrijfsleven en het maken van winsten”.
Het Zweden van vandaag maakt, volgen
Wallgren, thans een ,,gezonde herleving
van de kapitalistische geest mee”.
Misschien is deze ommekeer wel te danken aan de propagandistische activiteiten
van SAP. Een feit is dat deze werkgeversorganisatie een scherp polariserende koers
heeft gekozen tegen het verenigde blok van
de Sociaal-Democratische Partij, die twee
jaar geleden opnieuw aan de macht kwam,
en de vakcentrale LO. Jarenlang was het
Zweedse systeem van arbeidsverhoudingen
een toonbeeld van stabiliteit voor de hele
wereld. In de jaren zeventig is een soort
erosie opgetreden die samenging met de
opkomst van machtscentra die met LO
concurreerden. SAP werd eerst geplaagd
door een serie wilde stakingen en daarna
door conflicten die uit wettelijke beslissingen voortvloeiden. In plaats van een gemeenschappelijk front met LO tegenover
de expansionistische neigingen van de
staat, zoals SAP en LO in de jaren dertig
vormden toen zij in Saltsjobaden een basisovereenkomst sloten die vooral ten doel
had de overheid buiten de deur te houden,
zag SAP zich aangevallen door een coalitie
van de staat en de vakbeweging. Hier ligt
de kern van het besluit van de Zweedse
werkgeversorganisatie om haar strategische doelstellingen te politiseren en te proberen direct invloed uit te oefenen op de
openbare mening door middel van campagnes en informatieprogramma’s.
Het offensief dat de sociaal-democraten
1007
en de vakbeweging inzetten met hun arbeidswetgeving lokte een politiek tegenof-
advies- en overleginstituties als SER en
Stichting van de Arbeid, en tot een ver-
fensief van de werkgevers uit. Het symbool
schuiving van de collectieve onderhande-
van deze strijd werden de werknemersfondsen die door LO en de sociaal-democraten door het parlement werden gesleept.
De werkgevers zien in deze fondsen — die
heel veel lijken op de plannen voor vermogensaanwasdeling van het kabinet-Den
Uyl — niets anders dan een middel van de
vakbeweging om aan eisen van haar achterban te voldoen die anders in strijd zouden zijn met de organisatie en de tradities
van LO. Via deze fondsen, waarin een deel
worden gestort, hoopt de vakcentrale binnen enkele decennia de meerderheid in de
grootste en belangrijkste Zweedse ondernemingen te verwerven. Het opmerkelijke
succes van de sociaal-democraten met de
bestrijding van de economische depressie
wordt door SAP afgedaan met geringschattende opmerkingen over de nadruk
die op de exporterende sectoren wordt gelegd. Dat begon met de devaluatie van de
Zweedse kroon die, zo moet SAP toege-
lingen naar bedrijfstakken en ondernemingen. SAP en LO beschikken evenmin meer
over het mandaat van hun leden om uit hun
naam over lonen en arbeidsvoorwaarden te
onderhandelen als FNV, CNV, MHP,
VNO en NCW. Ook in Zweden zien we de
opkomst van sterke ambtenarenorganisaties wier belangen soms niet helemaal samenvallen met die van de bonden in de
marktsector. We hebben dat in ons land
nog onlangs kunnen aanschouwen op het
congres van de FNV waar de ambtenarenbond ABVA/Kabo een gemeenschappelijke strategic gericht op het verwezenlijken
van de 32-urige werkweek in 1990 dwarsboomde. Ook in Zweden staat de vakbeweging voor een dilemma. Als zij haar leden
aan zich wil binden zal zij haar activiteiten
moeten decentraliseren. Haar historisch
bepaalde gecentraliseerde structuur maakt
het echter moeilijk om haar organisatie te
veranderen (dat geldt ook voor de vakbeweging in ons land). De arbeidsmarktorga-
ven, geleid heeft tot hogere winsten en een
nisaties in Zweden beschikken niet meer
van de overwinst van ondernemingen moet
uitstekend perspectief voor vergroting van
de uitvoer, maar die tegelijkertijd een dam
opwierp tegen de sterke druk voor verandering die van onderop komt. Als gevolg
van die druk is er nu in Zweden een situatie
ontstaan waarin er niet langer sprake is van
een centrale macht in de loononderhandelingen.
De ,,derde weg” die de regering-Palme
twee jaar geleden koos om de Zweedse economic uit het dal van de recessie te redden
wordt door SAP afgedaan als een soort
conserverende politiek die noodzakelijke
veranderingen in de sociaal-economische
structuur van het land tegenhoudt. Er
wordt in Zweden een sociaal-economische
discussie gevoerd die het spiegelbeeld lijkt
van het debat in ons land over de vraag of
het exportscenario van het kabinetLubbers al dan niet leidt tot een scheve verhouding tussen een krachtige exportsector
en noodlijdende consumptiegoederenindustrie die in hoofdzaak op de binnenlandse markt is gericht. Met enige afgunst kij-
ken de Zweedse werkgevers naar de conservatieve Nederlandse regering die het toch
maar aandurft de overheidsfinancien te saneren door een hard bezuinigingsbeleid.
Palme heeft zijn derde weg juist geproclameerd om aan te tonen dat een economisch
herstelbeleid kan worden gevoerd, zonder
het sociale systeem te ontmantelen. Nog
onlangs zei de Zweedse premier: ,,Wij weigeren het neo-liberale recept te aanvaarden
van meer werkloosheid en besnoeiingen op
sociale uitkeringen. Wij vertrouwen op on-
ze samenwerking met de vakbonden en
hun gevoel voor verantwoordelijkheid.
Ons doel is herstel van volledige werkgelegenheid en handhaving van de sociale zekerheid”.
Er zijn naast tegenstellingen, ook opmerkelijke overeenkomsten tussen de ontwikkelingen in Zweden en Nederland. De
afbrokkelende macht van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers is
een verschijnsel dat ook in ons land leidt
tot uitholling van de invloed van centrale
1008
over de machtsmiddelen om de bij hen aangesloten verenigingen, vakbonden en individuele leden te disciplineren zoals zij dat
konden toen zij van het centrum uit de arbeidsmarkt konden beheersen.
In Zweden verwachten waarnemers van
de arbeidsverhoudingen dat de conflicten
op de arbeidsmarkt in de komende jaren
zullen voortkomen uit spanningen tussen
de uiteenlopende belangen en machtsstructuren van de particuliere en openbare sector. De arbeidsmarkt in Zweden wordt
steeds meer gedomineerd door witteboordwerkers die behoefte hebben aan
vakorganisaties die hun op hun werkplaats
van dienst kunnen zijn. Ze hebben minder
belangstelling voor het machtsspel op centraal niveau. Dit zijn ook bekende geluiden
voor Nederland. Na het akkoord van november 1982 in de Stichting van de Arbeid
hebben werkgevers en werknemers ook in
ons land gekozen voor decentralisatie van
de collectieve onderhandelingen, in de
eerste plaats om nieuwe centralistische ingrepen van de overheid te voorkomen.
A.F. van Zweeden