Ga direct naar de content

Sociaal-Economische Rem?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 19 1995

Sociaal-Economische Rem?
Een jaar geleden adviseerde de Sociaal-Economische
Raad het (toekomstige) kabinet om meer marktwerking in het stelsel van sociale verzekeringen te introduceren. Deze week wijst de Raad de plannen van
het kabinet om per 1 januari aanstaande de Ziektewet te privatiseren, de WAO-premies per bedrijfstak
te differentieren en concurrentie tussen bedrijfsverenigingen en particuliere verzekeraars mogelijk te
maken (opting out), unaniem af . In plaats daarvan
stelt de Raad voor de duur van de Ziektewet van een
tot drie jaar te verlengen waarna de verder ongewijzigde WAO ingaat. Op die manier kan tijd worden gewonnen voor de meer fundamentele discussie over
de indenting van het stelsel van sociale zekerheid die
in het regeerakkoord is aangekondigd. Is hier sprake
van een nieuwe vertragingstaktiek of zijn de kabinetsplannen inderdaad ondeugdelijk?
Volgens werkgevers en werknemers zal het duale
stelsel, waarbij bedrijfsverenigingen met particuliere
verzekeraars moeten gaan concurreren, in de praktijk
niet werken. Omdat particuliere verzekeraars op basis van rentedekking moeten calculeren, zullen de
aanvangspremies voor de meeste bedrijven veel te
hoog zijn. Alleen voor ondernemingen met een zeer
gunstig risicoprofiel kan het aantrekkelijk zijn om
zich particulier te verzekeren. Op termijn echter kan
door opeenhoping van slechte risico’s bij bedrijfsverenigingen, die een acceptatieplicht hebben, een zich
zelf versterkende uittocht op gang komen, waardoor
bedrijfsverenigingen uit de markt worden gedreven.
Van stabiel evenwicht op een concurrerende markt is
zo geen sprake .
Het alternatief van de sociale partners is echter
ook weinig aanlokkelijk. Verlenging van de Ziektewetduur tot drie jaar vermindert de kans op reintegratie in het arbeidsproces en vereist dat de complexe,
herkeurings- en uitkeringsstructuur van de WAO
wordt overgeplant naar de Ziektewet. Nog bezwaarlijker is dat premiedifferentiatie en opting out achter de
(verre?) horizon verdwijnen. De gedachte achter de
WAO-voorstellen was nu juist dat alle betrokkenen
direct belang moesten krijgen bij het terugdringen
van het beroep op de WAO. Werkgevers zouden
door eigen risico en premiedifferentiatie geprikkeld
moeten worden om hun arbeidsomstandigheden zo
te wijzigen dat de instroom in de WAO tot een minimum wordt beperkt. Uitvoeringsorganisaties zouden
door de dreiging van concurrentie geprikkeld moeten worden om zich tot het uiterste in te zetten voor
een effectief preventie- en rei’ntegratiebeleid. De eerste ervaringen met de gewijzigde Ziektewet en de
verzekering van het WAO-gat wijzen crop dat dergelijke prikkels wel degelijk effectief zijn.
De unanieme afwijzing van de WAO-plannen
plaatst het kabinet voor grote problemen. In het regeerakkoord is/ 1,65 miljard voor beparingen op de
Ziektewet en de WAO ingeboekt. Als de kabinetsplannen niet tijdig door het parlement en de Raad van Sta-

ESB 19-4-1995

te worden geloodst, valt er een gat in de begroting.
Om die reden liet staatssecretaris Linschoten al weten
dat hij het advies naast zich neer zou leggen. Maar zo
gaan we in de overlegeconomie niet met elkaar om.
Behalve het formele argument dat wie om advies
vraagt, tenminste de beleefdheid behoort op te brengen om daar naar te luisteren, kan hij ook de deels
terechte kritiek van de sociale partners niet zo maar
naast zich neerleggen. Dat zal in het parlement op
grote weerstand stuiten.
Opvallend genoeg geeft de SER zelf een mogelijke uitweg uit de impasse aan. In een van de ‘denkmodellen’ voor de toekomstige organisatie van de sociale zekerheid worden de voordelen van opting out
gecombineerd met de lagere kosten van omslagfinanciering. In dat model worden de op rentedekking gebaseerde premies voor werknemers die in de WAO
belanden, gestort in een centraal fonds dat alle lopende uitkeringen verzorgt. Het verschil tussen de rentedekkingspremies en de lopende uitgaven wordt gedekt door een eveneens door dit fonds te incasseren
uniforme omslagpremie. Het macro-omslagsysteem
zorgt ervoor dat de kostbare kapitaalvorming achterwege kan blijven, terwijl de micro-rentedekkingspremie ervoor zorgt dat werkgever en verzekeraar de
prikkel blijven voelen om een goed preventie- en
rei’ntegratiebeleid te voeren. De verzekering van het
arbeidsongeschiktheidsrisico wordt in onderlinge
concurrentie door publieke en private verzekeraars
verzorgd. Doordat zij daarbij op identieke wijze premiedifferentiatie kunnen toepassen, ontstaat – in tegenstelling tot de kabinetsvoorstellen – een level
playing field’.
De overlegeconomie is in diskrediet en de SER is
vaak verguisd als Sociaal-Economische Rem. Uit het
commentaar van de SER op de WAO-plannen van het
kabinet blijkt dat consultatie van de sociale partners
zinvol kan zijn. Maar er blijkt ook gevaar dat de Raad
de klok stil wil zetten. Een jaar geleden heeft de SER
het beginsel van marktwerking bij de uitvoering van
de WAO unaniem onderschreven. Nu komt het crop
aan die stellingname ook handen en voeten te geven. Een SER die dan slechts aan de rem gaat hangen
dreigt zijn laatste restje geloofwaardigheid te verspelen.
L. van der Geest

1. SER, Commissie Sociale Verzekeringen, Advies inzake
kabinetsvoornemens ZW, AAWen WAO, Den Haag, 1995.
2. Zie ook J.M. Bekkering, Parallelle privatisering van de

WAO: een ingebakken mislukking?, ESB, 1 maart 1995.

369

Auteur