Ga direct naar de content

Schulden belemmeren terugkeer naar werk

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 19 2015

Omdat de balans tussen inkomsten en uitgaven vaak verstoord raakt bij uitkeringsgerechtigden, lopen ze een verhoogd risico op problematische schulden. Omdat schulden aandacht opeisen en stress veroorzaken, daalt de kans op werkhervatting.

 

690Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
Schulden
belemmeren terugkeer naar werk
SOCIALE ZEKERHEID
I
n de nog steeds kwakkelende economie neemt het
aantal huishoudens met schulden gestaag toe. Het
aantal huishoudens met problematische schulden
is gestegen van 788.000 à 999.000 in 2009 tot
1,1 à 1,3 miljoen in 2012 (Panteia, 2013). Schul –
den worden problematisch als het totale schuldbedrag zo
hoog is geworden dat dit redelijkerwijs niet meer binnen
36 maanden kan worden afgelost (Panteia, 2013). In 2012
heeft zo’n 3 à 5 procent van de Nederlandse huishoudens
problematische schulden, en nog eens 10 à 13 procent
heeft een risico op problematische schulden in de vorm van
betalingsachterstanden. Bij problematische schulden zijn
er vaak meerdere betalingsachterstanden bij verschillende
schuldeisers en is er mogelijk sprake van schuldhulpverle –
ning of schuldsanering. Volgens de NVVK is in 2014 het
aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening gestegen
tot 92.000 en nam de gemiddelde schuld toe van 37.700
tot 38.500 euro. Ook onder uitkeringsgerechtigden bij UWV kan er
sprake zijn van schuldenproblematiek. Een uitkering bete –
kent immers veelal een terug val in inkomsten. Doordat deze
terug val de balans tussen inkomsten en uitgaven verstoort,
neemt het risico op schulden toe. Bij (dreigende) schulden
verwijst UWV uitkeringsgerechtigden door naar gemeen –
ten voor schuldhulpverlening. Wanneer schuldeisers beslag laten leggen op de uitkering , is UWV wettelijk verplicht dit
voor hen uit te voeren. Ook besteedt UWV aandacht aan
financiële problemen vanwege boetes of terugbetalen van te
veel betaalde uitkeringen. Mede daarom is het voor UWV
van belang om inzicht te hebben in de omvang van de schul

denproblematiek onder uitkeringsgerechtigden. Re-integratie vormt een belangrijke taak van het
UWV. Uit de literatuur is er weinig bekend over de invloed
van schulden op werkhervatting ; wel laat Amerikaans on –
derzoek zien dat schuldsanering het arbeidsaanbod ver –
groot (White, 2011). Aan mensen met af te betalen schul –
den wordt de prikkel om te werken ontnomen. Dit effect
is beduidend groter dan de prikkel om juist door meer te
werken aan de schuldpositie te ontkomen. Ook Nederlands
onderzoek (Koning , 2014) laat zien dat een interventie
onder Amsterdamse bijstandsgerechtigden, bestaande uit
schuldsanering en individuele budgettraining , ertoe leidt
dat men sneller uit de bijstand geraakt, hoewel niet ieder –
een het werk hervat en een groot deel van hen ook afziet
van een uitkering. De bijstandsuitkering ligt in het algemeen een stuk
lager dan de uitkeringen van werknemersverzekeringen bij
werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. De laatstgenoemde
zijn immers gebaseerd op het laatstverdiende loon. Een be –
paalde omvang aan schuld of een beslaglegging drukt min –
der zwaar op een hogere uitkering , zodat het op voorhand
niet duidelijk is wat de invloed van schulden is op werkher –
vatting. In dit artikel wordt ingegaan op de schuldenpro –
blematiek onder uitkeringsgerechtigden en de invloed van
schulden op werkhervatting vanuit de uitkeringssituatie.
DATA EN METHODE
Microgegevens zijn nodig om inzicht te krijgen in de om –
vang van de schuldenproblematiek onder uitkeringsgerech –
tigden en om het verband tussen schulden en werkhervat –
ting te onderzoeken. De omvang en hoogte van schulden
van uitkeringsgerechtigden worden echter niet direct gere -WIM
ZWINKELS
Onderzoeker bij
Epsilon Research
MAURICE
GUIAUX
Kennisadviseur bij
het UWV
Uitkeringsgerechtigden worden relatief vaak getroffen door pro –
blematische schulden, met als gevolg dat ze minder snel het werk
hervatten. Met het oog op effectieve begeleiding bij de re-integra –
tie is het daarom van belang om het risico op schulden in een vroeg
stadium te signaleren en uitkeringsgerechtigden zo goed mogelijk
te verwijzen naar schuldhulpverlening.
ESB Sociale zekerheid

Sociale zekerheid ESB
691Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
gistreerd. Met twee enquêtestatistieken van het CBS – de
European Union Statistics on Income and Living Conditi-
ons en het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO)
– zijn er twee indicatoren van schulden geconstrueerd:
of men betalingsachterstanden heeft, en of men schulden
moet maken om rond te komen. Een derde indicator voor
schulden is gecreëerd uit de UWV-gegevens over beslagleg-
gingen op de uitkering. In het geval van een beslaglegging
is er zeer waarschijnlijk sprake van problematische schul –
den, omdat de schuldenaar niet gereageerd heeft op aanma –
ningen van de schuldeiser. De drie schuldindicatoren zijn
gekoppeld aan persoonskenmerken en uitkeringsgegevens
van CBS en UWV. Met deze gegevens is de omvang van schulden onder
uitkeringsgerechtigden bepaald. Via multivariate logisti-
sche regressie is vervolgens gekeken onder welke groepen
uitkeringsgerechtigden de kans op schulden groot is. Met
een multivariate duuranalyse is tot slot de invloed van alle
kenmerken op de kans op werkhervatting geanalyseerd.
RESULTATEN
De drie indicatoren tezamen geven een goed beeld van
het deel van de uitkeringsgerechtigden dat te maken heeft
met schuldenproblematiek. Maximaal vijftien procent van
de uitkeringsgerechtigden van het UWV heeft te maken
met een vorm van schulden (tabel 1). Het exacte percen –
tage is afhankelijk van de soort uitkering en de gebruikte
indicator voor schulden. Tussen de vier en vijftien procent
van hen geeft aan dat ze betalingsachterstanden hebben
of moeite hebben om rond te komen. Bij burgers zonder
uitkering ligt dit aandeel op twee tot zes procent, zoals uit
tabel 1 blijkt. Van de uitkeringsgerechtigden heeft twee tot
negen procent te maken met beslaglegging op de uitkering.
Het lage aandeel van beslagleggingen bij WW-uitkeringen
wordt mogelijk veroorzaakt doordat deze uitkeringen
gemiddeld korter duren dan andere uitkeringen. Zo’n
periode is dan wellicht te kort om beslag te leggen. Sommige groepen uitkeringsgerechtigden hebben gro –
tere kans op schulden dan andere. Van de kenmerken van
uitkeringsgerechtigden met schulden blijkt de herkomst
de grootste invloed te hebben. Vergeleken met autochto –
nen hebben niet-westerse allochtonen ongeveer viermaal
zoveel kans op schulden en westerse allochtonen ongeveer
tweemaal zoveel. Verder zijn er veel uitkeringsgerechtigden
tussen de 35 en 44 jaar oud met schulden. Andere belang –
rijke risicofactoren voor het ontwikkelen van schulden zijn:
een lage opleiding en/of een laag inkomen, kostwinner zijn,
geen partner hebben en kinderen hebben. Bij eenouder –
gezinnen versterken diverse risicofactoren elkaar: de aanwe –
zigheid van kinderen, het feit dat de uitkeringsgerechtigde
kostwinner en dat er geen partner is die een inkomensverlies
door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid zou kunnen
opvangen. Dit beeld geldt grofweg voor alle uitkeringstypen
en voor alle gehanteerde schuldindicatoren. Aan het werk gaan en zo dus meer inkomen verwer –
ven, kan helpen om schulden af te lossen. Maar wanneer de
schulden problematisch dreigen te worden, kunnen ze ook
de aandacht afleiden van het verkrijgen van werk en meer
inkomen. Naast de vraag hoeveel uitkeringsgerechtigden
er te maken krijgen met schuldenproblematiek, is dan ook de vraag van belang welke invloed schulden hebben op hun
kans op werk. We bespreken hier de resultaten voor werklo

zen (WW ) en gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De
overige uitkeringsgroepen zijn buiten beschouwing gelaten
omdat de uitstroom naar werk laag is. Uitkeringsgerechtigden met schulden hebben gemid –
deld een lagere kans om weer aan het werk te gaan dan
uitkeringsgerechtigden zonder schulden. Bij de WW-
uitkeringen in de dataset stroomt dertig procent zonder
beslaglegging uit binnen de onderzoeksperiode. Met
beslaglegging is dit 22 procent. Bij de WGA zijn deze aan –
delen 5 procent zonder en 4 procent met beslaglegging ,
en bij de Wajong 0,2 respectievelijk 0,1 procent. Dit hoeft
echter nog niet te betekenen dat schulden een lagere werk –
hervattingskans tot gevolg hebben. Het zou immers het
geval kunnen zijn dat persoonskenmerken die de schulden –
kans positief beïnvloeden de werkhervattingskans negatief
beïnvloeden. Een directe vergelijking geeft dan geen zuiver
causaal verband aan tussen schulden en werkhervatting. De
invloed van schulden op werkhervatting is daarom onder –
zocht met een multivariate duuranalyse, waarbij rekening
is gehouden met de invloed van kenmerken van de uitke –
ringsgerechtigde op werkhervatting. Het effect van beslag –
legging op de werkhervattingskans is vastgesteld vanaf het
moment van het opleggen van het beslag. De resultaten in tabel 2 geven de effecten op de kans
op werkhervatting van uitkeringsgerechtigden in de WW
en WGA. Vrouwen met een WW-uitkering hebben een
lagere werkhervattingskans. De hazard ratio van 0,74 komt
overeen met iets meer dan een kwart lagere uitstroom naar
werk. Een hoge leeftijd en een lage opleiding leiden zowel
voor uitkeringsgerechtigden in de WW als voor hen in de
WGA tot een lagere werkhervattingskans. Een lagere werk –
hervattingskans hebben ook WW-gerechtigden die 32 uur
of minder per week werkloos zijn en WW-gerechtigden
met een toeslag. Binnen de WGA-gerechtigden hebben
volledig arbeidsongeschikten een lagere uitstroomkans.
Datzelfde geldt voor ‘vangnetters’. Dit zijn werknemers die
geen werkgever (meer) hebben als zij de WGA instromen,
zoals zieke WW-gerechtigden, zieke uitzendkrachten en
zieke werknemers van wie het dienstverband afloopt tij –
dens ziekte. De resultaten laten verder zien dat de kans dat uitkerings-
gerechtigden aan het werk komen significant afneemt wan –
Bron: CBS en UWV
Risico op schulden bij uitkeringsgroepen,
in procentenTABEL 1
Geen
uitkering WajongWAOWIAWWWWB
Een of meer betalings­
achter standen 698101522
Maakt schulden om
rond te komen 2558420
Beslag op uitkering ­9792­

ESB Sociale zekerheid
692Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
neer er sprake is van beslaglegging op de uitkering. Voor WW-
uitkeringsgerechtigden neemt de werkhervattingskans af met
35 procent en voor de groep met een WGA-uitkering met 12
procent. De conclusie is dus dat uitkeringsgerechtigden met
problematische schulden moeilijker aan het werk komen dan
uitkeringsgerechtigden zonder schulden. Een aanvullende analyse laat zien dat er mogelijk
sprake is van een niet-waargenomen heterogeniteit in de
kenmerken van uitkeringsgerechtigden die van invloed
is op de kans op werkhervatting. Niet uitgesloten kan
worden dat dit persoonskenmerken zijn die de kans op
zowel werkhervatting als schulden beïnvloeden. Daarnaast
zou er ook sprake kunnen zijn van een omgekeerde relatie: door de overgang van werknemer naar uitkeringsgerech

tigde zouden er schulden kunnen ontstaan. Hier liggen
aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek, zowel qua
dataverzameling als modellering.
DISCUSSIE
Het hebben van schulden leidt ertoe dat de werkher –
vattingskans daalt, ook wanneer er gecorrigeerd wordt
voor kenmerken van het individu die de arbeidsmarkt –
kans beïnvloeden. Een mogelijke verklaring voor het feit
dat schulden de kans op werk verminderen, zou kunnen
liggen in het feit dat schulden aandacht opeisen. Uit on –
derzoek blijkt dat schulden ‘blikvernauwend’ werken,
waardoor men meer moeite heeft rationele beslissingen te
nemen en bovendien minder aandacht heeft voor andere
zaken dan schulden (Mullainathan en Shafir, 2013). Hier –
door nemen mensen met schulden minder goede beslis-
singen. Om die reden kunnen problematische schulden
hen belemmeren om gericht naar werk te zoeken en te
solliciteren. Problematische schulden hebben bovendien
een negatieve invloed op het welbevinden en kunnen lei-
den tot stress, angst, slapeloosheid en zelfs depressiviteit.
Dit maakt dat men moeite heeft gemotiveerd te zijn. Werk
wordt in de beleving van schuldenaren ook niet altijd als
oplossing gezien. Verder kan het bij uitkeringsgerechtigden
in een schuldregeling een rol spelen dat extra inkomsten
door werkhervatting afgedragen dienen te worden aan de
schuldeisers. Ook dit kan demotiverend werken. Een aanvullende verklaring voor de lagere werkhervat –
tingskans ligt mogelijk bij de vraagkant van arbeid. Poten –
tiële werknemers met schulden zijn minder aantrekkelijk
voor werkgevers, omdat dit voor hen gepaard gaat met
extra kosten en risico’s. Onder meer kunnen extra admi-
nistratieve lasten door loonbeslag , een hoger verzuim van
de medewerker en een lagere productiviteit een rol spelen
(Madern et al., 2012). Uitkeringsgerechtigden die schulden
hebben zijn bovendien van een aantal functies en sectoren
uitgesloten, bijvoorbeeld van de beveiligingsbranche.
CONCLUSIE
Schuldenproblematiek speelt bij een fors deel van de UWV-
uitkeringsgerechtigden. Deze problematiek verstoort de
re-integratie. Schulden belemmeren deze klanten immers
bij hun terugkeer naar werk. Om die reden is het noodza –
kelijk aandacht te besteden aan schuldenproblematiek bij
de re-integratie naar werk, zowel in uitvoering als in beleid.
Kenmerken die daarbij van belang zijn, zijn de aanwezig –
heid van schulden, het effect op het welbevinden en zoek –
gedrag van schuldenaren, en de bereidheid van werkgevers
om werknemers met schulden aan te nemen. Toekomstig
onderzoek zou zich kunnen richten op de vraag hoe werk –
zoekenden met financiële problemen beter ondersteund
kunnen worden. Bijvoorbeeld welke informatie zij nodig
hebben, hoe en wanneer zij kunnen worden doorverwezen
naar schuldhulpverlening en welke interventies daarbij ef-
fectief zijn in het hanteerbaar maken van schulden en het
bijdragen aan werkhervatting.
LITERATUUR
Cuelenaere, B., W. Zwinkels en A. Oostveen (2014) Praktijk en effecten van bovenwettelijke cao-
aanvullingen ZW, VLZ, WIA en WW. Leiden: Epsilon Research / AStri.
Koning, P.W.C. (2014) Door schuldhulpverlening uit de bijstand. ESB, 99(4677), 38–41.
Madern, T., J. Bos en D. van der Burg (2012) Schuldhulpverlening in bedrijf: financiële problemen
op de werkvloer. Utrecht: Nibud.
Mullainathan, S. en E. Shafir (2013) Schaarste: hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen.
Amsterdam: Maven Publishing.
Panteia (2013) Huishoudens in rode cijfers 2012. Zoetermeer: Panteia.
White, M. (2011) Corporate and Personal Bankruptcy Law. Annual Review of Law and Social
Science, 7(2011), 139–164.
Bron: UWV
Effecten op kans op werkhervattingTABEL 2
Variabele Categorie WWWGA
Geslacht Man ref.ref.
Vrouw 0,74***0,96
Leeftijd 15–24 jaar ref.ref.
25–34 jaar 0,90***0,90
35–44 jaar 0,65***0,61**
45–54 jaar 0,47***0,51***
55–64 jaar 0,20***0,29***
Opleiding Lager ref.ref.
Middelbaar 1,19***1,20***
Hoger 1,31***1,36***
Onbekend 1,07***0,90***
Aantal uren WW 33 of meer ref.ref.
32 of minder 0,81***n.v.t.
Toeslag WW Geen toeslag ref.ref.
Toeslag 0,69***n.v.t.
Mate van arbeids­
ongeschiktheid Volledig
ref.ref.
Gedeeltelijk n.v.t.2,92***
Soort
dienstverband Werknemer
ref.ref.
Vangnet n.v.t.0,52***
Schulden geen beslaglegging ref.ref.
Beslaglegging 0,65***0,88***
**/*** Significant op respectievelijk vijf- en eenprocentsniveau

Auteurs