Relaties in Industrie en
huwelijk
B. Nooteboom*
I
n dit artikel warden de ervaringen opgedaan met industriele relaties toegepast op het
huwelijk. Defactoren achter de stabiliteit van een industriele relatie: de meerwaarde
van de partner ten opzichte van alternatieven, de omschakelingskosten bij het
verbreken van de relatie, alsmede het risico van mogelijk opportunistisch gedrag van
de partner, blijken ook op het huwelijk te kunnen worden toegepast.
Relaties tussen mensen voorzien in behoeften, maar
maken ook afhankelijk, en zijn daardoor behept met
vraagstukken van macht. De hypothese van dit artikel is dat er een basisschema van causaliteit bestaat,
dat kan worden toegepast op verschillende soorten
van relaties. Met alleen relaties tussen bedrijven, politieke partijen, werkgevers en werknemers en leraren
en leerlingen, maar ook persoonlijke relaties tussen
echtelieden, ouders en kinderen en vrienden. Die
hypothese vergt toetsing.
In dit artikel proberen we zo’n schema, ontwikkeld voor relaties van toelevering en uitbesteding
(T&U) tussen bedrijven , toe te passen op een huwelijksrelatie, zie Schema 1. Natuurlijk zijn er belangrijke verschillen. We kunnen vooraf constateren dat
een huwelijksrelatie kenmerken heeft die we niet of
nauwelijks terugvinden in relaties tussen bedrijven.
Zo spelen emoties en instinct een veel grotere rol, is
er seksualiteit en zijn er kinderen. Bovendien worden partners tijdens een huwelijk ouder terwijl bedrijven zich kunnen verjongen. Toch kan de vergelijking
misschien ons inzicht in de huwelijksrelatie verscherpen. Misschien ligt het ook andersom, en kunnen we
van huwelijksrelaties leren omtrent instrumenten
voor besturing van relaties tussen bedrijven.
Continuiteit en afhankelijkheid
Basisfactoren van het schema
Het schema wordt gegeven voor twee partijen X en
Y. De situatie is bezien vanuit het perspectief van X,
omdat daarmee op lijnen kan worden bespaard. We
wijzen er echter op dat er symmetric in causaliteit is.
De dunne lijnen in het schema geven causale verbanden weer, gegeven de struktuur van de relatie. De
dikke lijnen geven een terugkoppeling aan, om de
struktuur van de relatie te veranderen. Dit houdt verband met het onderscheid dat Hirschman maakte tussen ‘exit’ en ‘voice’. Als iets in een relatie niet bevalt,
kan men weglopen (exit), maar men kan ook proberen in overleg de relatie te verbeteren (voice) .
1170
;-S(!(|,.^:&,5
– -,
De vier basisfacoren van het schema zijn de meerwaarde van de partner ten opzichte van alternatieve
partners, de omschakelingskosten bij het beeindigen
van de relatie en de ruimte voor en neiging tot opportunistisch gedrag.
De reden voor partij X om een relatie aan te gaan
met Y, en om daarin te investeren, is gelegen in de
waarde van Y voor X in verhouding tot alternatieve
partners. Deze is negatief als de waarde van een alternatief groter is. Daarnaast brengt investeren in een relatie risico’s met zich mee. Het directe risico is gelegen in de omschakelingskosten uit hoofde van het
afschrijven van de relatie-specifieke investeringen en
het zoeken van een gelijkwaardig of beter alternatief.
Het indirecte risico komt voort uit mogelijk opportunistisch gedrag van de partner.
Continuiteit X
De neiging van X om met de relatie door te gaan, in
Schema 1 aangegeven met de variabele ‘Continuiteit
X’, wordt bepaald door de som van de waarde van Y
en de omschakelingskosten. Als de door X gepercipieerde waarde van Y voor X daalt, of een alternatief
* De auteur is hoogleraar bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
1. Zie B. Nooteboom, Toeleveren en uitbesteden; verdelen
ofheersen?, verschijnt in 1994 bij Academic Service, Schoonhoven. Voorlopers van het huidige schema komen voor in
B. Nooteboom: Transactions and networks, do they connect?, in J. Groenewegen (red.): Dynamics of the firm: strategies of pricing and organization, Aldershot; en B. Nooteboom: The Causality of transactional dependence, paper
IMP congres, Bath, September 1993. Delen van het schema
zijn getoetst in een deels door het NWO gesubsidieerd empirisch onderzoek, uitgevoerd door de RUG en de KUB;
zie: H. Berger, N.G. Noorderhaven en B. Nooteboom, The
determinants of supplier dependence; an empirical study,
paper EAEPE congres, Barcelona, oktober/november 1993.
2. A.O. Hirschman, Exit, voice and loyalty: responses to
decline in firms, organisations and states, Harvard University Press, Cambridge MA, 1970.
zich voordoet dat beter is, zodanig dat het saldo van relatie-
ve waarde en omschakelingskosten negatief wordt, dan zal
X geneigd zijn om te schakelen, en de omschakelingskosten voor lief te nemen. Dat
wil nog niet zeggen dat X de
relatie inderdaad beeindigt.
In plaats daarvan kan X ook
besluiten de struktuur van de
relatie in zijn voordeel te veranderen, bij voorbeeld door
te bevorderen dat partner Y
zijn meerwaarde vergroot.
Afhankelijkheld X
Als het saldo tussen de om-
schakelingskosten en de meerwaarde van Y positief is, dan
zal X de relatie willen continueren. X wordt dan afhankelijk
van de wil van Y om de relatie voort te zetten. In het scheAfhankelijkheid X
ma wordt dit weergegeven
door de lijn van ‘continui’teit
Y’ naar ‘afhankelijkheid X’.
Als Y de relatie beeindigt, dan
zit X met de omschakelingskosten. Daarnaast loopt X
risico uit hoofde van mogelijk
opportunistisch gedrag van Y. Zo
kan de partner ertoe neigen de relatie te verbreken
Ruimte voor Opportunisme
en/of misbruik te maken van de afhankelijkheid van
Het gebruikelijke middel voor beperking van de ruimX, door van X voordeliger condities te bedingen. Of
te is een wettelijk afdwingbaar contract. In een huweY dat inderdaad doet, hangt af van twee dingen: de
lijksrelatie heeft dit betrekking op de echtscheidingsruimte voor opportunistisch gedrag en de neiging om
wet, met bepalingen ten aanzien van alimentatie,
van die ruimte gebruik te maken.
huwelijkse voorwaarden, enz. Ook religieuze en sociale normen beperken de mogelijkheden voor onDe prijs van afhankelijkheid voor X kan niet grotrouw en echtscheiding. Voorts wordt de ruimte voor
ter zijn dan het totaal van waarde van Y en omschakelingskosten, want dan zou het beter zijn om de
ontrouw bepaald door de variabiliteit van omstandigheden en asymmetric van informatie. Variabiliteit
relatie te beeindigen. Als de afhankelijkheid van X
creeert onvoorziene omstandigheden waarin niet
groot is, dan kan dat zijn wil om de relatie te contimiddels min of meer formele afspraken valt te voornueren negatief bemvloeden. Aangezien hij echter
belang heeft bij continuering, ligt het voor de hand
zien en waardoor er meer aangrijpingspunten zijn
te proberen om de afhankelijkheid te verkleinen.
voor opportunistisch gedrag. Een grote variatie van
Daartoe bestaan verschillende mogelijkheden, die
contacten zal ook een grotere kans geven dat men
we later meer systematisch zullen analyseren.
een aantrekkelijkere partner ontmoet. Asymmetric
van informatie beperkt de mogelijkheden van conDe volgende stap is om de basisfactoren uit het
schema te ontleden in achterliggende factoren, die
trole op naleving van overeenkomsten.
bepalend zijn voor de waarde van de partner, de omschakelingskosten en de ruimte voor en neiging tot
Neiging tot Opportunisme
De neiging tot ontrouw wordt bepaald door karakter,
opportunistisch gedrag.
sociale normen, emoties, gewoonte en eigenbelang.
Deze effecten kunnen worden bei’nvloed door de
duur van de relatie en de banden van loyaliteit of
Opportunisme Y
vriendschap die in de duur van de relatie kunnen
zijn ontstaan. De evaluatie van eigenbelang wordt
De waarschijnlijkheid van opportunistisch gedrag
bepaald door een afweging van de waarde van de
door Y wordt bepaald door de ruimte daartoe, en de
relatie (voor degene die de afweging maakt), incluneiging om van die ruimte gebruik te maken. Aldus
kan men de waarschijnlijkheid proberen te beperken
sief de waarde van een voortgezette goede relatie in
door de ruimte te verkleinen en/of de neiging te verde toekomst, en de verleiding van defectie: wat is
per saldo het voordeel van ontrouw voor Y? Y loopt
minderen.
t
ESB 22/29-12-1993
Schema 1.
Afbankelijkbeid
van X in een
relatie met Y
het risico dat X een tegenactie onderneemt, en dat
risico wordt bepaald door de mate waarin Y afhankelijk is van X.
Voorts zal bij de belangenafweging rekening gehouden worden met eventuele straffen, afhankelijk
van gegeven garanties en beperkingen als onderdeel
van private en juridische sturing. Dergelijke straf omvat ook mogelijk verlies van reputatie, die het in de
dere partij mee laten betalen aan huisvesting e.d.;
de ander medeplichtig maken aan de eigen inzet
voor de relatie, lelijk gezegd ‘morele chantage’.
le. Het bedingen van garanties van continuiteit:
beloften van trouw of een spaarrekening die bij
breuk door de ene partij toegekend wordt aan de
andere.
If. Het instellen van gijzelaars: kinderen krijgen.
toekomst moeilijker kan maken om een goede partner te vinden. Bij ontrouw in huwelijksrelaties zal
ook het risico van venerische ziekten een rol spelen.
Doorredenerend komen we terecht bij de conclu-
sie dat Y’s voordeel van ontrouw afhangt van zijn afhankelijkheid van X. Deze wordt mede bepaald door
de waarde van X voor Y en de omschakelingskosten
van Y. Dus waar we bezig zijn de determinanten te
bepalen van de afhankelijkheid van X van Y, komen
we terecht op de afhankelijkheid van Y van X als een
Beperking ruimte voor opportunisme
De ruimte voor opportunistisch gedrag kan worden
bereikt door:
2a. Vernauwing van juridische grenzen door een
strakker contract: zo zal de financieel zwakkere
partij aanvullende garanties kunnen bedingen
door ‘huwelijkse voonvaarden’ om te zetten in
‘gemeenschap van goederen’.
2b. Verschuiving van de informatiestroom in eigen
van de determinanten.
voordeel (informatie-asymmetrie): zelf minder los
Sturing van afhankelijkheid
gen. Een extreem voorbeeld is dat men een prive
laten en meer informatie van/over de partner krij-
Men kan nu de oorzaken van afhankelijkheid (en de
asymmetric daarin) opsporen, en analyseren hoe die
verminderd kunnen worden. Merk op dat het systeem recursief is: afhankelijkheid van Y van X treedt
op als determinant van de afhankelijkheid van X van
Y. Aldus ontstaat een iteratief proces van onderlinge
aanpassing, dat duurt totdat de relatie uit elkaar valt,
of een evenwicht in onderlinge aanpassing wordt
bereikt.
Voor de beheersing van afhankelijkheid volgen
uit het schema drie mogelijke benaderingen3.
1. Beperk de mogelijke schade van opportunistisch
gedrag.
2. Beperk de ruimte voor opportunistisch gedrag.
3. Verminder de neiging tot opportunistisch gedrag.
Schadebeperking
Beperking van schade van opportunistisch gedrag
kan worden bereikt door het creeren van alternatieven.
la. Diversificatie van het risico: door samenleving
over meer partners te spreiden. In een huwelijksrelatie is dergelijke promiscuiiteit doorgaans niet
acceptabel, maar in sommige culturen is veelwijverij geaccepteerd.
Ib. Verlaging van de relatieve waarde van de partner
door de waarde van de bestaande alternatieven te
verhogen: iemand als ‘goede vriend(in)’ in reserve houden. Dit kan tevens fungeren om de partner jaloers te maken: aan de partner wordt duidelijk gemaakt dat ook zij/hij afhankelijk is.
Ic. Verlaging van de mate waarin investeringen specifiek zijn: het kiezen van een gunstige woonplaats;
niet te veel in de relatie te investeren; je ‘niet
kwetsbaar’ opstellen; geen hoge eisen stellen aan
de andere partij ten aanzien van de committering.
Daarnaast kan de schade van opportunistisch gedrag
worden beperkt door de balans van eventuele schade te verschuiven.
Id. Overdracht van een deel van het eigendom van
de specifieke investeringen aan de partner: de an-
1172 «••:•«;
detective inschakelt om de partner te controleren.
2c. Vergroting van de variabiliteit in het eigen voordeel: een levenswijze kiezen waardoor men meer
andere mensen (potentiele alternatieve partners)
ontmoet.
Beperking neiging tot opportunisme
Verzachting van de neiging tot defectie kan bereikt
worden door:
3a. De partner aan zich binden (bonding); versterken
van emotionele banden, van institutionele factoren zoals normen en waarden, of door het bevorderen van gewenning. Verandering van normen
en waarden is niet eenvoudig en kan meestal niet
alleen of op korte termijn tot stand worden gebracht. Wel kan men overwegen om te verhuizen
naar een gemeenschap waar strakkere normen en
waarden gelden (meer sociale controle), of om
toe te treden tot een kerkgemeenschap.
3b. De afhankelijkheid van de andere partij Y op een
vijandige manier vergroten. Dit kan door de gepercipieerde relatieve waarde van de ander te
verminderen (afkraken) of door blijk te geven
van een grotere neiging tot opportunisme door
vertoon van onverschilligheid, antipathic, vijandschap of normverlies, zodat de andere partij een
groter risico ziet in opportunistisch gedrag
3c. De afhankelijkheid van de andere partij op een
meer cooperatieve wijze vergroten. Zo kan men
zijn waarde voor de partner vergroten door deze
meer aandacht te schenken, een cursus te volgen,
zich aantrekkelijker te kleden, enz.
Consistente strategieen
De verschillende (onderdelen van) strategieen zijn
niet onafhankelijk en kunnen elkaar versterken of
verzwakken. Het nemen van Vijandige’ maatregelen
(bij voorbeeld met formele, juridische middelen) kan
de sfeer van de relatie bederven. De kans is groot dat
de andere partij met gelijke munt terugbetaalt, waardoor een vicieuze cirkel van wantrouwen kan ontstaan. Aan de andere kant kan het vergroten van de
afhankelijkheid van de ander op een meer coopera-
Tabel 1. Consistente strategieen voor versterking of ontvlecbting van een relatie
Strategic
Vijandig
Versterklng
(Id)
Partner medeplichtig maken aan
Los making
(la)
eigen inzet (morele chantage)
(le)
(2a)
bedingen van continui’teitsgaranties
(beloften, spaarrekening)
strakkere contractvoorwaarden
(gemeenschap van goederen)
(3b)
Cooperatlef
instellen van gijzelaars
(iemand in reserve houden)
(2b)
(2c)
versterking informatie-asymmetrie
vergroting variabiliteit levenswijze
(meer contacten)
(le)
verlaging relatie-specifieke investeringen
afhankelijkheid partner vergroten
(afkraken, opportunistisch gedrag)
(If)
(Ib)
Risicodiversificatie
(veelwijverij)
relatieve waarde partner verlagen
(kinderen krijgen)
(3a) partner aan zich binden
(emotioneel, institutioneel, gewenning)
(3c) eigen waarde voor de partner vergroten
(aandacht, aantrekkelijker kleding)
tieve wijze de eigen transactiespecifieke investeringen vergroten, wat de omschakelingskosten verder
verhoogt. Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn.
Zo kan de ontwikkeling van intellectuele of artistieke
gaven bijdragen tot een grotere aantrekkelijkheid
voor de partner, maar tegelijk ook voor mogelijke alternatieve partners.
Als men een pakket van maatregelen kiest, moet
men derhalve de consistentie in acht nemen. Aldus
kunnen we consistente combinaties van maatregelen
verkennen. De optimale combinatie hangt af van de
situatie, en met name van de verwachte readies van
de andere partij. De mogelijke acties kunnen op verschillende manieren worden gegroepeerd in een typologie van strategieen: vijandige versus cooperatieve acties, en verbindende versus verlossende acties,
die partijen meer resp. minder afhankelijk van elkaar
maken. Dit geeft een twee-bij-twee matrix (de zoveelste), zoals geilllustreerd in tabel 1.
In het volgende worden deze strategieen op de
verschillende stadia van huwlijkse relaties toegepast.
ontwikkelingsmogelijkheden beperken, terwijl juist
aan het begin van een relatie ruimte gewenst is.
De te verkiezen, cooperatieve strategic omvat het
leggen van banden ter versterking van normen en
emoties (sympathie, vertrouwen, verliefdheid) en
een verkenning van karakter en reputatie (strategic
3a), en demonstratie en versterking van de eigen aantrekkelijkheid (3c). Deze aanpak lijkt op het baltsen
van dieren: toenadering tonen en zich mooi maken.
We zien het ook bij mensen. En bij politieke partijen.
Verliefdheid kan leiden tot snelle en grote speci-
aanloop (verliefdheid/verloving), doorloop (huwe-
fieke investeringen die men in meer zakelijke relaties
wellicht niet geneigd is zo snel te doen, tenzij de omstandigheden spoed vereisen. Die blindheid van de
liefde als voorwaarde voor binding is vermoedelijk
evolutionair bepaald als nodig of gunstig voor overleving: zonder verliefdheid zouden er minder relaties
worden aangegaan en zou de soort minder kans op
overleving hebben.
Als er asymmetric in afhankelijkheid is, dan
zou de meest afhankelijke partner een ‘puppy dog’houding aan kunnen nemen (strategic 3a en 3c). De
relatief onafhankelijke partij zou dan een ‘fat cat’houding aan kunnen nemen door een groter aandeel
in het risico te nemen, bij voorbeeld door een aandeel te nemen in het eigendom van de specifieke investeringen van de andere partij (strategic Id), door
lijk) en afloop (overlijden of scheiding).
de eigen specifieke investeringen te verhogen en/of
Als men na een eerste ontmoeting overweegt om
de relatie te verstevigen, dan zou een vijandige aktie
de partner niet aanmoedigen bij te dragen aan op- ,
bouw van de relatie. Vijandige akties (strategic Id
en le) maken de partner kopschuw omdat hij/zij
omschakelingskosten moet maken voordat de waarde van de relatie is gebleken. Het opleggen van een
strakker contract (strategic 2a) roept een sfeer van
wantrouwen op, en draagt het risico dat de andere
partij gelijksoortige tegenakties neemt. Hierdoor
wordt de relatie opgesloten in formalismen die de
door meer garanties te bieden voor continuiteit (strategic le) . Evenzo kan de minst afhankelijke partij de
Verloving
Relaties komen zelden in een stap tot stand, en heb-
ben een verloop in de tijd: een levenscyclus met een
ESB 22/29-12-1993
informatie-asymmetrie verkleinen (strategic 2b), de
eigen ruimte voor opportunisme verminderen (stra3. Voor de begrippen ‘top dog’, ‘puppy dog’, ‘fat cat’ en
‘Lean and hungry’, zie RJ. Gilbert, Mobility barriers and the
value of incumbency; en C. Shapiro, theories of oligopoly
behavior, beide in: R. Schmalensee en R.D. Willig, Handbook of Industrial Organization, North Holland, Amsterdam.
tegie 3b), en de waarde van de andere partij te vergroten (strategic 3c). Deze fase kan worden gekenschetst als een vrijage die uitmondt in een verloving.
doen zich minder voor, gewenning leidt tot banden.
Dit effect kan zo sterk zijn, dat de relatie stand houdt
ook als de kinderen het huis uitgaan en daarmee de
‘gijzelaars’ verdwijnen.
Huwelijk
Scheiding
Als aldus de relatie zich ontwikkelt en vruchten begint af te werpen, ontstaat de basis voor verdere investeringen en garanties voor continu’iteit. Banden
worden sterker en er onstaat een zekere gewenning
en vertrouwen, in de dubbele betekenis van vertrouwen in de waarde van de ander en vertrouwen dat
hij/zij niet geneigd is tot opportunisme. Onderlinge
afhankelijkheid wordt beklonken met kinderen als
tweezijdige gijzelaars (strategic If). Dit is alleen dan
onderdeel van een cooperatieve strategic als beide
partijen het kind willen, en dus niet als een zwangerschap wordt geforceerd.
Het is bekend dat samenwerking bedreigd wordt
door de angst van verlies in geval de andere partij
zich niet aan de samenwerking houdt (prisoner’s
dilemma). Echter, in geval van herhaalde interactie
voor een onbepaalde tijd kan samenwerking tot
stand komen op grond van de verwachte toekomstige opbrengsten van voortgezette samenwerking.
Defectie is dan minder aantrekkelijk omdat de dreiging bestaat dat de ander de samenwerking voortijdig beeindigt .
Naarmate de relatie langer duurt, wordt steeds duidelijker wat de grenzen ervan zullen zijn. Het risico
wordt groter dat het potentieel van de relatie uitgeput raakt en nieuwe, aantrekkelijker alternatieven
zich aandienen. Men zal daar alert op moeten zijn en
tijdig maatregelen moeten nemen. Het wordt dan tijd
de grenzen van de samenwerking te definieren, en
binnen die grenzen de garanties te versterken. De
basis daartoe is beter dan aan het begin aanwezig: de
waarde van de relatie heeft zich bewezen en men
weet beter waar men aan toe is. Men kan afspraken
maken over wat men wel en wat men niet van elkaar
verwacht, en waar men elkaar wel en niet vrij laat.
Dit is, zeker in het begin, een gevoelig proces. Men
zit als het ware te spieden naar blijken bij de ander
van verminderde belangstelling en waardering.
Als zo’n signaal zich voordoet, kan men geneigd
zijn te reageren met een losmakende strategic om
niet de kans te lopen de verliezer te zijn. Aldus kan
de relatie in een cyclus van ontvlechting terecht komen. Dit heeft verschillende gevolgen. Een gevolg is
dat men bezwaren gaat verhullen, in leugens om
bestwil: dieper liggende bezwaren uiten zich in gekibbel om trivialiteiten. Zo zou in industriele relaties
een uitbesteder bezwaar kunnen maken tegen de
prijs, wat minder bedreigend is dan het eigenlijke bezwaar tegen verlies van kwaliteit of innovatief vermogen van de toeleverancier, omdat daar minder gemakkelijk wat aan te doen is . Een ander gevolg kan zijn
dat men probeert de binding opnieuw te verstevigen,
bij voorbeeld door middel van een ‘nakomertje’.
Strategische houdingen kunnen veranderen als
omstandigheden veranderen. Met name zullen in een
huwelijkse relatie de wensen en mogelijkheden verschuiven naarmate men ouder wordt: alternatieven
Vijandig
Als men verlossing van de relatie beoogt, dan zou
een vijandige ‘top dog’-benadering gericht zijn op
het verruimen van eigen optics (strategic la en Ib),
het aantasten van de waarde van de partner c.q. het
blijk geven van een grotere neiging tot opportunisme
(strategic 3b), en het achterhouden van informatie
(strategic 2b).
De verleiding is groot om de intenties tot verlossing te verzwijgen. Immers, als het einde van een relatie in zicht wordt gesteld, zal ook de ander minder
geneigd zijn in de relatie te investeren en krijgt die
de tijd om een agressieve reactie voor te bereiden.
De verleiding is groot om de niets vermoedende we-
derhelft te laten blijven investeren, en zelf de eigen
omschakelingskosten te reduceren, ter voorbereiding
op ontsnapping. Verkenningen van nieuwe relaties
worden verzwegen.
Als de ander de ontrouw merkt, kan die verlossend of versterkend reageren. In het eerste geval ziet
men zelf alternatieven, of is men zo gekwetst dat dit
de omschakelingskosten teniet doet. In dat geval is
de relatie snel beeindigd. Als men echter geen alternatieven ziet en de omschakelingskosten zijn hoog,
dan volgt een versterkende reactie: men klampt zich
vast aan de partner die weg wil. Die reaktie kan
agressief zijn, gericht op verhoging van de omschakelingskosten van de andere partij (de z.g. ‘lean and
hungry’-houding). Men laat de andere partij zien dat
een losmakende aktie zal leiden tot wraak: weigering
transactiespecifieke investeringen in eigendom te ne-
men (strategic Id), eis van garanties voor voortzetting van de relatie (strategic le), juridische restricties
zoeken (strategic 2a, bij voorbeeld omzetting van
huwelijkse voorwaarden in gemeenschap van goederen), of het aantasten van gijzelaars (zoals beperkt
bezoekrecht van de kinderen in geval van scheiding). Voor de partij die zich los wil maken kan dat
veel ellende, kosten en vertraging opleveren en het
kan schadelijke gevolgen hebben voor zijn/haar reputatie als partner.
Cooperatief
De andere partij kan ook meer cooperatief reageren,
door te proberen zich aantrekkelijker te maken als
partner (strategic 3a en 3c), de z.g. ‘puppy dog’-houding. Gelet op de nadelen van een agressieve strategic van verlossing, ook voor de partij die zich los wil
maken, is het interessant om te bezien of er niet ook
een cooperatieve strategic van ontvlechting bestaat.
Gezien de vele negatieve ervaringen met scheidingen
4. R. Axelrod, The Evolution of Cooperation, Basic Books,
New York, 1984.
5. Met dank aan student bedrijfskunde Jeroen Kemperman,
die mij hier op wees.
zijn de mogelijkheden hiertoe kennelijk beperkt. Tabel 1 geeft slechts een mogelijke actie: verlaging van
de mate waarin investeringen specifiek zijn, zodat
voor beide partijen de omschakelingskosten minder
zijn (strategie Ic).
Men kan proberen weerstand te bieden aan de
verleiding tot geheimhouding van de intentie tot losmaking, op grond van de overweging dat uiteindelijk
de kosten daarvan hoger zijn dan de directe baten.
Dat wil zeggen: men kondigt tijdig de wil tot ontvlechting aan. De partner krijgt dan de gelegenheid
om de eigen omschakelingskosten te verminderen,
door relatie-specifieke investeringen te beeindigen
en alternatieve relaties voor te bereiden.
Een cooperatieve actie tot verlossing ligt vooral
heeft de vrouw echter een grotere toegang gekregen
tot de instrumenten van private ordening, vooral
door zelf ook uit werken te gaan.
Tot slot
In dit artikel is bezien hoe ver we komen als we proberen de kennis over industriele relaties toe te passen op een huwelijksrelatie. De poging lijkt zeker
vruchten af te werpen. Zozeer zelfs, dat de rollen wel
eens omgedraaid zouden kunnen worden. De ervaring met huwelijksrelaties geeft wellicht inspiratie
voor het managen van relaties tussen bedrijven. Eigenlijk ligt dat ook wel voor de hand. Met huwelijksrelaties hebben we immers in verschillende culturen
voor de hand als men relaties wil diversificeren, maar
over een veel langere periode ervaring op kunnen
de bestaande samenwerking toch op prijs stelt, hoewel in een losser verband. Dergelijke promiscuiteit
is in industriele relaties meer geaccepteerd dan in
doen. Misschien kunnen we in relaties tussen bedrijven equivalenten vinden voor verliefdheid, verloving, trouwringen, slippertjes, lat-relaties, het hebben
van kinderen, ouderlijke macht, voogdij, huwelijkse
voorwaarden, alimentatie en venerische ziekten.
huwelijksrelaties. In sommige culturen en tijden
waren echter dergelijke Verstandshuwelijken’ vrij
normaal. Een cooperatieve strategie voor scheiding
is vanwege de veel grotere rol van emoties en de
geringere acceptatie van promiscuiteit in een huwelijk moeilijker dan in een relatie van toelevering en
uitbesteding. Het rationed plannen van een ontvlechting zou daar gemakkelijker moeten zijn.
B. Nooteboom
Emancipate
De analyse biedt openingen voor velerlei correcties,
aanvullingen en toepassingen. Het schema kan middels simulatie worden gebruikt voor de reconstructie
van het verloop van relaties als functie van specifieke
waarden van de variabelen en keuzen van strategieen. Bij voorbeeld: wat zijn de gevolgen van emancipatie, het niet hebben van kinderen, van de opkomst van Aids?
Om ons tot emancipatie te beperken: het schema
maakt duidelijk, voorzover dat nog nodig is, hoe in
huwelijken mannen over het algemeen aan het langste eind trekken. De man heeft (had) lagere omschakelingskosten, en een grotere geneigdheid tot ontrouw omdat hij:
• het geld in handen heeft;
• door zijn werk meer mogelijke alternatieven voor
een relatie tegenkomt;
• minder last heeft van ouder worden bij het vinden
van alternatieve relaties;
• minder emotioneel gebonden is aan de kinderen,
waardoor die niet werkelijk een tweezijdige gijzelaar vormen;
• door grotere uithuizigheid een informatievoorsprong heeft, waardoor hij moeilijker controleerbaar is.
Gelet op de veelal zwakkere positie van de vrouw
ten aanzien van deze instrumenten van private ordening, was ter compensatie een zekere rechtsbescherming nodig, in de vorm van de echtscheidingswet,
en een institutionele ordening in de vorm van religieuze en sociale normen. Dankzij de emancipatie
ESB 22/29-12-1993
: