Ga direct naar de content

Redactioneel: Zeker

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 23 2006

Redactioneel

Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl

Zeker

V

olgens de mensen die er verstand van
hebben gaan we eind februari richting een
depressie. Dit euvel is voornamelijk te wijten
aan de oppositie van Saturnus met Jupiter,
en dat terwijl we net de manische fase van het
vierkant van Uranus met Jupiter hebben overleefd,
aldus astro-economen. Volgens de sterren staat ons in
2007 in ieder geval nog het een en ander te wachten:
de zoveelste manische fase dit jaar zou de effectenbeurs in China weleens heel dicht bij een krach kunnen brengen en de zorgen van de Chinese overheid
over de sociale stabiliteit zijn meer dan terecht.
Het voorspellen van de economische toekomst
luistert nauw. De sterrenwichelaars, koffiedikkijkers
en glazen bollezers, hebben in de 21ste eeuw in de
economie plaats gemaakt voor een nieuwe generatie,
wetenschappelijk getrainde conjunctuuronderzoekers. Vele jaren van wiskundige vingeroefeningen en
data aftasting gaan vooraf aan het modelleren van
de werkelijkheid. Ook de inwijding in de termen en
spreuken van de hogere wiskundige kunsten vraagt
om een zorgvuldige begeleiding die slechts aan
een enkeling is voorbehouden. In de cultus van de
conjunctuuronderzoekers komt men niet weg met
een eenvoudige ARIMA (autoregressive integrated
moving average) maar toont de ware meester zich
in het verbijzonderen van een Kalman-filter of het
expliciteren van een Markov-veronderstelling.
Onlangs werd de jaarlijkse conjunctuurdag georganiseerd, en uit alle windstreken kwamen de meest
vooraanstaande conjunctuuronderzoekers bijeen.
Als druïden van de 21ste eeuw legden zij hun recepten voor aan hun vakgenoten, die zich hadden
verzameld in de Ridderzaal van Kasteel Nijenrode.
Instituten van naam en faam, zoals het CBS, DNB
en CPB, hadden hun vertegenwoordigers afgevaardigd om te rapporteren over de kwaliteit van de
cijfers, de kwaliteit van de analyse, of de kwaliteit
van de voorspellingen. Contrasterende en complementerende conjunctuurmodellen werden gewikt en

gewogen, bekritiseerd en geprezen, genoeg om het
tot de volgende jaarvergadering weer vol te houden.
Traditiegetrouw was de laatste vraag voor de gastheer: “Zal de economische groei in Nederland dit
jaar hoger, lager of gelijk zijn aan die van vorig jaar?â€
Slechts een enkeling had vertrouwen in een hogere
groei voor 2007; de meerderheid nam genoegen
met een gelijkblijvende groei. De modellen hebben
gesproken.
Voor de niet-economische buitenwereld zijn deze
economische rituelen en bezwerende spreuken niet
altijd even doorzichtig. De magie van de economische
conjunctuurvoorspeller, die toekomstige ontwikke­
lingen al voorziet en daarbij ook nog de gevolgen kan
voorrekenen, vertaalt zich naar bewondering, afgunst
en angst. In de politiek heeft men deze emoties al
lang begrepen en probeert men zich te verzekeren
van de steun van het orakel van het CPB, of andere
conjunctuurgoeroes, door beleidsvoornemens om te
laten zetten in klinkende munt.
Toch begint ook hier de secularisatie toe te slaan, al
dan niet gesteund door de relativerende woorden van
Coen Teulings, de directeur van het CPB: “Je weet
eigenlijk één ding zeker: dat het nooit zo precies
uitkomt als wij het hebben uitgerekend. Dat kan niet
anders.†(C. Teulings in: Buitenhof, 7 januari 2007)
Hoewel Teulings wat dit betreft al het gelijk aan zijn
kant heeft, is dit niet wat de mensen willen horen en
bevordert dit de ondermijning van het vertrouwen. Net
zo min als men van meneer pastoor of de dominee
wil horen dat God niet bestaat, wil men van het CPB
niet horen dat de voorspellingen toch niet deugen.
Als magiërs, druïden, sjamaans en soortgelijk volk in
de afgelopen millennia iets hebben geleerd dan is het
wel dat de mystiek een onderdeel is van de geloofwaardigheid. Met het relativeren van het eigen kunnen
biedt men de criticasters de gelegenheid mee te huilen met de wolven in het bos: “CPB, weg er mee!â€.
Terecht schiet Arnold Heertje het CPB te hulp
(NRC, 15 febr. j.l.) door te wijzen op de samenballing van economische expertise op het CPB, en wijst
daarmee impliciet op de expertise op dit gebied in
Nederland en het belang van de economische vorser
in het maatschappelijke debat: de wetenschappelijke
ondersteuning van beleid, zo goed en zo kwaad als
dat gaat. Tegelijkertijd zou het bevorderlijk zijn voor
de geldigheid en voor de betrouwbaarheid om stelligheid niet te verwarren met zekerheid. De conjunctuurdag op het Kasteel Nijenrode heeft in ieder geval
duidelijk gemaakt dat we weliswaar een heleboel
niet weten maar dat wat we wel weten in zekerheids­
marges kan worden geplaatst.
De economische voorspellingen van onze conjunctuuronderzoekers zijn dan wel mensenwerk, en daarmee feilbaar, maar één ding is zeker: als we ons lot
leggen in de handen van Saturnus, Uranus of Jupiter
zijn we nog verder van huis.

ESB

23 februari 2007

99

Auteur