Hoewel burgers het soms nog niet doorhebben, weten ESB-lezers al lang dat pensioenen leuk zijn. Dat komt niet alleen doordat pensioenen belangrijk zijn voor veel mensen, maar ook doordat ze ingewikkeld zijn en er nogal eens wat mis gaat. Zo blijft het spannend, ook voor pensioenprofessionals.
Met het nieuwe pensioenakkoord komt de regering tegemoet aan de kritiek op het rappe tempo van het verhogen van de AOW-leeftijd. De prijs die hiervoor betaald wordt door de regering is te overzien. Echter, het stelsel is voor velen te complex geworden, met als gevolg dat mensen niet meer weten wanneer ze nu met pensioen gaan.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat zelfstandigen toegang krijgen tot de sectorpensioenfondsen. De sectoren mogen zelf bepalen hoe zij dit vormgeven. Hoe kunnen zij zelfstandigen het beste stimuleren om genoeg te sparen voor hun pensioen?
Ondanks de opluchting bij het sluiten van het pensioenakkoord, blijft wat Leontine Treur betreft de champagne in de fles. Een aantal blinde vlekken zorgt ervoor dat een groot deel van de Nederlanders ook nu nog geen pensioen opbouwt, en dat geldt niet alleen voor zelfstandigen.
Maatwerk in het toedelen van beleggingsrisico’s leidt tot een efficiëntere allocatie van risico’s en resulteert in welvaartswinsten voor alle deelnemers in een pensioenfonds. Om deze voordelen te verzilveren is een goede vormgeving van maatwerk in risicotoedeling cruciaal.
Het nut en risico van intergenerationele risicodeling houdt de gemoederen al langer bezig. Is het mogelijk om met een slimmere rendementstoedeling dezelfde of zelfs hogere baten te hebben?
In het pensioenakkoord is er afgesproken dat in het nieuwe contract de toegezegde pensioenuitkering afhankelijk wordt van de financiële positie van het pensioenfonds. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de rol van de rekenrente en voor de verdeling van risico’s tussen generaties?
De komende tijd zal het nieuwe pensioencontract uit het pensioenakkoord verder moeten worden uitgewerkt. Een punt van aandacht is hierbij een gelijk speelveld tussen de bestaande Wet verbeterde premieregeling (Wvp) en het nieuwe contract. Zo kan men het mogelijk maken om met een dekkingsgraad lager dan honderd procent toch te indexeren.
Het pensioenakkoord leidt tot andere pensioenuitkomsten. Sommige mensen gaan erop vooruit, andere erop achteruit. Wat zijn de gevolgen voor de verschillende cohorten bij de overgang naar het nieuwe pensioencontract en naar een premieovereenkomst met een vlakke staffel?
Een van de vele uit te werken elementen van het pensioenakkoord is de vormgeving van de belastingregels voor het nieuwe pensioencontract. Hoe moeten we het belastingstelsel aanpassen zodat het de huidige regeling ten goede komt, en de overgang wordt gefaciliteerd?
In het pensioenakkoord is afgesproken dat de pensioenopbouw leeftijdsafhankelijk wordt. De gemaakte afspraken hebben consequenties voor zowel de toekomstige als de bestaande pensioenopbouw. Het akkoord neemt aan dat daarvoor compensatie wordt geboden. Is dit juridisch noodzakelijk? En hoe kan compensatie vorm krijgen?