De huidige berekeningswijze van de arbeidsinkomensquote overschat de beloning van zelfstandigen, met name sinds de crisis. Daarom gaan DNB, CPB en CBS over op een nieuwe berekeningswijze.
Er wordt wel gedacht dat de verdeling van inkomen over kapitaal en arbeid een soort natuurlijk niveau kent en zich om dit evenwicht heen beweegt. De daling van het arbeidsaandeel past echter in een langetermijnpatroon en kan moeilijk worden omgekeerd.
Naast robotisering en globalisering speelt ook arbeidsmarktbeleid een belangrijke rol in de daling van de AIQ. Op lange termijn reduceert een dalende AIQ de potentiële economische groei.
De huidige tevredenheid over de cao onder werkgevers kan omslaan als sociale partners er in de toekomst niet of onvoldoende in gaan slagen om de cao eigentijds te maken. Dat is vooral in tijden van voortschrijdende individualisering en flexibilisering noodzakelijk.
De loonontwikkelingen in de eurozone van de afgelopen vijftien jaar hebben veel invloed gehad op de banken- en eurocrisis. Genoeg reden om dergelijke ontwikkelingen niet alleen aan de markt over te laten, maar ze ook via beleid te beïnvloeden.
We zijn ondanks de verbeterde AIQ-reeks nog lang niet af van het inzichtelijk maken van de toegevoegde waarde en beloning van onze jaarlijks geleverde arbeid. En daarmee helaas ook niet van het periodieke rondje met macro-economen die zich opwinden over een te hoge of te lage AIQ.
Joyce Delnoij promoveerde op vrijdag 4 november aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift Auctions with competing sellers and behavioural bidders.
De prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel gaat dit jaar naar de Brit Oliver Hart (Harvard University) en de Fin Bengt Holmström (MIT).