ESB Promotie
318Jaargang 100 (4710) 21 mei 2015
D
enkt u, in het algemeen, dat de meeste
mensen te vertrouwen zijn, of dat je
niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de
omgang met anderen? Deze surveyvraag wordt
wereldwijd regelmatig aan duizenden mensen
tegelijk gesteld. Het antwoord erop geeft aan
hoeveel vertrouwen individuen hebben in de
neiging van de anonieme medemens om we –
derkerig te handelen. Binnen de economische
wetenschap wordt dit vertrouwen vaak buiten
beschouwing gelaten: de mens zou enkel han –
delen om het eigen ‘nut’ te maximaliseren en
is alleen in dit eigenbelang geïnteresseerd. In –
terpersoonlijk vertrouwen heeft daarmee sim –
pelweg geen functie voor het beschrijven van
economische interacties, omdat het (in theo –
rie) niet leidt tot betere of efficiëntere econo –
mische uitkomsten. Dit proefschrift omvat vier studies waarbij deze
aanname echter niet opgaat. Sterker nog , ze laten zien dat vertrouwen
op verschillende niveaus een grote economische impact heeft. Daar –
naast laat het proefschrift hoe dit economische effect tot stand komt.
In de eerste studie wordt gesteld dat individuen die behulpzame en
niet behulpzame mensen beter van elkaar kunnen onderscheiden,
een hoger algemeen vertrouwen hebben. Tevens hebben zij een klei-
nere kans om economisch ‘misbruikt’ te worden, omdat zij zich beter
weten te conformeren aan andere coöperatief ingestelde individuen.
Dit laatste is, in theorie, inzichtelijk te maken door naar verschillen
in de economische prestaties van individuen te kijken. Deze stelling
wordt in het proefschrift onderzocht door inkomensverschillen te
vergelijken met vertrouwensverschillen voor een panel van Duitse in –
dividuen. De studie laat zien dat mensen met een ‘hoog’ vertrouwen
significant meer per jaar en per uur verdienen dan mensen met een
‘laag’ vertrouwen. Daarnaast is er een significant en positief verschil
van zes tot negen procent tussen het inkomen van mensen die van
‘laag’ naar ‘hoog’ vertrouwen veranderen over de tijd.
In de tweede studie, uitgevoerd samen met Martijn Burger, ligt de fo –
cus op de verschillen in directe buitenlandse investeringen (DBI) tus-
sen regio’s in Europa. Wanneer multinationals investeren in het bui-
tenland, dienen zij rekening te houden met kosten die voortvloeien
uit het feit dat er sociale, politieke en organisatorische verschillen zijn
tussen het land van herkomst en het investeringsland. Voorbeelden
van dit soort ‘onzichtbare’ kosten zijn het betalen van smeergeld, of
de kosten die gemaakt moeten worden voor het introduceren van
een managementstijl die beter past bij een lokale cultuur. Dit buiten –
landse nadeel vormt een bedreiging voor de winstgevendheid van een
multinational. In deze studie wordt gesteld dat multinationals dit na –
deel meewegen in hun locatiekeuze. Om dit te onderzoeken wordt ge –
keken of regio’s met meer vertrouwen beter zijn in het minimaliseren
of vermijden van dit nadeel, en daardoor meer DBI aantrekken. Het
algemeen vertrouwen per regio wordt gebruikt als een indicator hier –
voor. Een empirische analyse van DBI laat zien dat Europese regio’s
waar individuen een hoger algemeen vertrouwen hebben, significant
meer multinationals aantrekken. Het buitenlandse nadeel is geopera -tionaliseerd door middel van het nemen van
de geografische, institutionele en genetische
afstand tussen het land van herkomst en het
investeringsland. Bedrijven met een hoger
risico op een buitenlands nadeel kiezen in
–
derdaad vaker voor een locatie met een hoog
interpersoonlijk vertrouwen dan bedrijven
waarvoor dit nadeel niet geldt.
In de derde studie wordt vertrouwen bestu –
deerd vanuit het productiviteitsmodel van
Solow. Het percentage individuen met hoog
vertrouwen per land wordt gerelateerd aan de
verschillen in productiviteit tussen landen,
alsmede aan de groei van de productiviteit
binnen een land. Gemiddeld genomen heb –
ben landen met een hoog vertrouwen een
hoger productiviteitsniveau. Eenzelfde posi-
tief effect wordt gevonden voor de productiviteitsgroei in de laatste
twintig jaar: een groei van het algemene vertrouwen gaat samen met
de groei van de productiviteit binnen een land. Echter, dit verband is
alleen significant voor OESO-landen. Dit suggereert dat de economi-
sche impact van vertrouwen afhankelijk is van specifieke kenmerken
die enkel aanwezig zijn in relatief ontwikkelde landen.
In de laatste studie wordt een van deze kenmerken onderzocht, te we –
ten absorptiecapaciteit: de capaciteit van een land om nieuwe kennis
om te zetten in technologische ontwikkeling en economische groei.
In de studie wordt eerst theoretisch aangetoond dat de technologi-
sche ontwikkeling van een land, alsmede de ontwikkeling van alge –
meen vertrouwen, padafhankelijk is. Vertrouwen zorgt ervoor dat lan –
den menselijk kapitaal, zoals opgedaan in formele scholing , efficiënter
omzetten in nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals patenten
en wetenschappelijke inzichten. Tegelijkertijd zorgt deze verhoogde
technologische ontwikkeling ervoor dat er een hogere ‘vraag’ naar
vertrouwen ontstaat, omdat vertrouwen de volgende stap in de tech –
nologische ontwikkeling mogelijk maakt. Een cross-sectionele regres-
sieanalyse bevestigt beide verbanden: vertrouwen vormt niet alleen de
basis voor technologische ontwikkeling , maar groeit proportioneel
mee met de technologische capaciteiten van een land. Daarnaast
wordt het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking gebruikt
om te laten zien dat het macro-economische effect van vertrouwen
geheel via de technologische ontwikkeling van een land loopt.
Uit de resultaten van de vier studies blijkt dat vertrouwen een grote eco –
nomische impact heeft. Op individueel, regionaal of landelijk niveau:
vertrouwen doet ertoe. Sterker nog , de economische impact is hierop
terug te voeren, want vertrouwen veroorzaakt economische groei en
ontwikkeling. Sinds de kredietcrisis in 2008 is de wetenschappelijke
én maatschappelijke discussie over de grondslag van het economisch
handelen van individuen in een stroomversnelling gekomen. Met dit
proefschrift wordt beoogd hieraan een waardevolle bijdrage te leveren.
LITERATUUR
Bliek, R. de (2015) Empirical studies on the economic impact of trust. Proefschrift. Rot-
terdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.
Promotie
RUBEN DE BLIEK
Onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Promotie
Geplaatst als type: