Promotie ESB
759Jaargang 100 (4723 & 4724) 17 december 2015
W
elk effect hebben net –
werken op coöperatie?
Waarom worden men –
sen kwaad? De vragen en onderwer –
pen in mijn proefschrift zijn enigs-
zins divers, maar alle studies maken
gebruik van laboratoriumexperi-
menten om theoretische voorspel –
lingen of aannames te testen. Het
proefschrift bestaat uit drie onafhan –
kelijke studies. De eerste twee gaan
over coöperatie in netwerken en in
de derde studie onderzoek ik de rol
van sociale emoties zoals woede in
economische interactie.
De eerste studie beschrijft een nieuw
mechanisme dat helpt bij het creë –
ren van publieke goederen. Het is gebaseerd op het idee dat
bij veel succesvolle publieke goederen een competitie voor
‘status’ plaatsvindt. Voorbeelden zijn Wikipedia en de ont –
wikkeling van opensource-software. Hier is een kleine groep
vaak verantwoordelijk voor de overgrote meerderheid van
de bijdragen, en deze actievelingen lijken met name gemoti-
veerd door het bereiken van status binnen de groep.
Samen met mijn promotores Theo Offerman en Arthur
Schram modelleer ik dit aan de hand van een netwerkspel
waarin spelers beslissen over investeringen in een publiek
goed en het vormen van links. In het geval van opensour –
ce-software kunnen ontwikkelaars zelf code schrijven (in –
vesteren in het publieke goed) of de code van een ander ge –
bruiken (het maken van een link). Coöperatie kan floreren
(of juist niet) doordat spelers concurreren om een aantrek –
kelijke positie in een netwerk te bemachtigen. Welke positie
aantrekkelijk is, wordt bepaald door de aanwezigheid van
zogeheten status rents die een opbrengst geven voor iedere
link die naar een speler wordt gemaakt. Dus, spelers waarde –
ren het wanneer een ander hun investering gebruikt. Deze
baten kunnen in principe zowel materieel als psychologisch
zijn: bijvoorbeeld door betere kansen op de arbeidsmarkt
voor populaire softwareontwikkelaars of de status die zij aan
hun populariteit ontlenen.
In het laboratorium vinden we duidelijke ondersteuning
voor het mechanisme: de netwerken die deelnemers vormen
zijn grotendeels in overeenstemming met de voorspellin –
gen van het model. Zowel status rents als concurrentie zijn
noodzakelijk om efficiënte coöperatie in netwerken voor el –
kaar te krijgen: als we een van de twee elementen weglaten
observeren we inefficiënte uitkomsten met lage investerin –
gen in het publieke goed.
Sommige mensen worden gemakkelijk kwaad wanneer ze
slecht behandeld worden. Maar, woede is kostbaar: boze
mensen zijn soms bereid om een ander iets aan te doen,
zelfs als het kostbaar is voor henzelf. Waarom worden men –
sen dan toch kwaad? Een mogelijke verklaring is dat woede dreigementen geloofwaardig maakt,
ook als het kostbaar is om het dreige
–
ment uit te voeren. In dit geval werkt
woede als een commitment device en
brengt het mogelijk ook baten mee:
je kan een heethoofd maar beter
goed behandelen. Het idee dat emo –
ties als een commitment device kun –
nen werken, werd al in de jaren tach –
tig door Robert Frank geopperd.
Een cruciale aanname is dat mensen
vooraf kunnen inschatten hoe een
ander zal reageren. In deze studie on –
derzoek ik samen met Charles Nous-
sair, Theo Offerman, Sigrid Suetens,
Matthijs van Veelen en Jeroen van de
Ven of mensen dit kunnen.
De studie omvat een experiment waarbij mensen moeten in –
schatten hoe een ander zal reageren in een onderhandelings-
situatie: het ultimatumspel. In dit spel verdelen twee spelers
een geldbedrag. Een aanbieder doet een eenmalig voorstel
over de verdeling van het bedrag. Als de ander – de ontvan –
ger – het voorstel aanvaardt, wordt het bedrag verdeeld zo –
als voorgesteld. Als de ontvanger het voorstel afwijst krijgen
beide spelers niks. Het ultimatumspel is bijzonder geschikt
voor onze onderzoeksvraag. Voor de ontvanger zou het gun –
stig zijn als hij of zij zich geloofwaardig kan verbinden aan
het afwijzen van lage bedragen. Immers, als de aanbieder dit
anticipeert zal hij of zij een hoger bedrag aanbieden. Boven –
dien laten eerdere studies zien dat negatieve emoties zoals
woede een rol spelen in het ultimatumspel.
In het experiment beoordelen deelnemers foto’s en video’s
van ontvangers. Deze foto’s en video’s zijn gemaakt voordat
de ontvangers wisten dat ze een ultimatumspel zouden spe –
len. Ze krijgen steeds twee foto’s of video’s te zien: één van
een ontvanger die een laag bedrag heeft afgewezen en één
van iemand die hetzelfde bedrag heeft aanvaard. De taak is
om in te schatten wie het lage voorstel heeft afgewezen. Puur
gokken levert dus vijftig procent aan goede antwoorden op.
De deelnemers blijken het echter significant beter te doen.
Daarnaast gebruiken we software die gezichtsuitdrukkingen
analyseert om te bepalen hoe kwaad ontvangers worden bij
het zien van een laag voorstel. De resultaten laten zien dat
ontvangers die lage bedragen afwijzen én zichtbaar kwaad
worden met name goed zijn in te schatten, ondanks dat de –
genen die de inschatting maken deze emotionele reactie niet
te zien krijgen. Dit suggereert dat mensen vooraf kunnen
inschatten wie er makkelijk kwaad wordt in een onderhan –
delingssituatie.
LITERATUUR
Leeuwen, B. van (2015) Cooperation, networks and emotions: three essays in
behavioral economics. Proefschrift. Amsterdam: Universiteit van Amster-
dam.
Promotie
BORIS VAN LEEUWEN
Research fellow bij the Institute for Advanced Study in Toulouse en the Toulouse School of Economics
Promotie
Geplaatst als type: