Ga direct naar de content

Ook ondernemingen met omzetgroei ontvingen steun

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 28 2021

De Rijksoverheid steunde tijdens de coronacrisis in 2020 ondernemers met 32,8 miljard euro. Daarnaast stelden ondernemers voor 16 miljard euro hun belastingbetaling uit. Een eerste analyse toont welke ondernemers van deze mogelijkheden gebruik maakten.

In het kort

– 23 procent van het uitgekeerde steunbedrag ging naar ondernemingen die in 2020 meer omzet rapporteerden dan in 2019.
– Van het uitgestelde belastingbedrag staat 31 procent uit bij ondernemingen die in 2020 meer omzet behaalden dan in 2019.
– 86 procent van de ondernemingen waarvan de omzet daalde heeft geen gebruik gemaakt van belastinguitstel.

Om voor ondernemingen de economische schok van de coronacrisis te dempen, heeft de overheid diverse noodmaatregelen getroffen. Deze maatregelen zijn onder grote tijdsdruk tot stand gekomen, en waren voornamelijk bedoeld om banen te behouden en faillissementen te voorkomen.

Het gaat hierbij om de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS), en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), zie kader 1. Daarnaast zijn er ook sectorale regelingen in het leven geroepen, en werd het voor alle ondernemers mogelijk om de belastingbetaling uit te stellen.

Kader 1 – Kwalificatie voor steunpakket

NOW: De NOW is ingevoerd ter compensatie voor personeelskosten. Ondernemers kunnen NOW-1.0 en NOW-3.1 aanvragen als ze door de coronacrisis op zijn minst twintig procent omzetverlies verwachten over drie maanden. Voor NOW-2.0 geldt een omzetverlies van twintig procent over vier maanden.
TVL: Als tegemoetkoming voor de vaste lasten, kan een onderneming TVL aanvragen. Hiervoor geldt een omzetdrempel van dertig procent ten opzichte van de referentieperiode. Daarnaast was TVL-1 alleen beschikbaar voor bepaalde sectoren. TVL-Q4 2020 was beschikbaar voor alle sectoren.
TOGS: De Tegemoetkoming ­Ondernemers Getroffen Sectoren was bedoeld voor onder­nemers uit bepaalde branches en sectoren die directe schade hadden ondervonden van de kabinetsmaatregelen tegen het coronavirus.

Het steunpakket is sindsdien enkele malen verder verruimd en aangepast. Het totale bedrag van de pakketten is inmiddels gestegen tot 32,8 miljard euro (dit is exclusief belastinguitstel). Het merendeel van de steun, ruim 23,5 miljard euro, is via de NOW verstrekt. Daarnaast is er tot nu toe ruim zeven miljard euro uitgekeerd aan ondernemingen via de TVL. Het overige deel is verstrekt via de rest van de steunmaatregelen.

Daarnaast konden ondernemers hun belastingbetaling vanwege de coronacrisis drie maanden uitstellen, zonder dat ze daarvoor moesten voldoen aan criteria. Verlenging van dit uitstel is mogelijk wanneer de ondernemer aannemelijk kan maken dat de betalingsproblemen aan de coronacrisis gerelateerd zijn. Momenteel staat daarvoor een belastingschuld ter waarde van zestien miljard euro uit.

Om zicht te krijgen op waar de geboden steun precies terecht is gekomen, hebben we op ondernemingsniveau een kwantitatieve analyse uitgevoerd van de data. Hierbij is voornamelijk gekeken in hoeverre de steunmaatregelen aansluiten bij de daadwerkelijk geleden economische schade in termen van omzetverlies. Centraal daarbij staat de omzetontwikkeling in 2020 en de grootte van ondernemingen.

Belangrijk voor de interpretatie van de resultaten is dat ondernemingen in aanmerking kwamen voor steun als zij een fors lagere omzet verwachtten tijdens de referentieperiode (vaak vier maanden). Volgens de regels kunnen ondernemers dus steun ontvangen en een omzetstijging rapporteren over het hele jaar als zij een slecht kwartaal hebben kunnen compenseren met betere kwartalen elders in het jaar. Maar ook kan het zo zijn dat ondernemingen de ontvangen steun nog terug moeten betalen en dat zullen doen zodra hun daadwerkelijke omzet is vastgesteld. Het definitief toegekende steunbedrag voor 2020 is nog niet bekend.

Gegevens

In deze analyse is gebruikgemaakt van de steun-, omzet- en belastingschuldendata op ondernemingsniveau van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS heeft deze gegevens verkregen via de Belastingdienst, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Deze historische bedrijfsresultaten maken inzichtelijk hoe de omzet van ondernemers zich heeft ontwikkeld in het ‘coronajaar’ 2020.

De omzetcijfers over 2020 zijn momenteel alleen beschikbaar voor de sectoren groothandel, vervoer en opslag, horeca, informatie en communicatie, specialistische zakelijke diensten en overige zakelijke dienstverlening. Helaas zijn cijfers voor de detailhandel en de bouwnijverheid nog geen onderdeel van de analyse. De sectoren die wel zijn meegenomen representeren ongeveer de helft van de totale Nederlandse economie, waardoor de analyse waarschijnlijk toch een relevant eerste beeld te zien geeft.

In totaal zijn er ruim één miljoen ondernemingen meegenomen in de analyse. Tabel 1 laat zien dat er, op basis van het gemiddelde en de mediaan van de steunbedragen, geen grote verschillen bestaan tussen de ondernemingen in de sectoren waarvan de data beschikbaar zijn en andere ondernemingen.

Tabel 1, ESB

De analyse is gebaseerd op steunpakketten uit de periode maart tot en met december 2020. Het gaat hierbij om het uitgekeerde steunbedrag, terugvorderingen zijn dus niet meegenomen in de analyse. De verstrekte steunbedragen in 2020 in euro’s zijn beschikbaar voor de NOW-1.0, NOW-2.0, NOW-3.1, TVL-1 en TOGS. Van TVL-Q4 2020 (de opvolging van TVL-1) is alleen bekend of bedrijven er aan hebben deelgenomen en hebben we aangenomen dat de TVL-Q4-ontvangende bedrijven een eurobedrag hebben gekregen dat gelijk is aan dat voor TVL-1. Aangezien TVL-Q4 genereuzer was dan TVL-1 is er waarschijnlijk sprake van een onderschatting van het ontvangen steunbedrag. Daarnaast zijn ook de eurobedragen meegenomen in de analyse van de verruimde Borgstelling MKB-kredieten in verband met corona (BMKB-C), de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC), de verruimde Garantie Ondernemingsfinanciering in verband met corona (GO-C) en het verruimde Borgstellingskrediet voor de Landbouw in verband met corona (BL-C). Tot slot is er rekening gehouden met de regeling uitstel van aflossing en overbruggingskrediet uitgevoerd door Qredits. De overige (sectorale) steunmaatregelen zijn niet in de analyse meegenomen. In aanvulling op de analyse van de steunmaatregelen is er gekeken naar de stand van aan corona gerelateerde belastingschulden van ondernemingen in eurobedragen op 28 februari 2020.

Bedrijven zijn ingedeeld in verschillende categorieën. De omzetontwikkeling is verdeeld over drie groepen: bedrijven met omzetgroei, met omzetverlies tot twintig procent en met omzetverlies van meer dan twintig procent op jaarbasis in 2020 ten opzichte van 2019. De grens van twintig procent is gekozen omdat deze wordt gehanteerd voor de NOW. Gekeken is naar de omzetmutatie op jaarbasis, omdat daaruit blijkt of de onderneming niet alleen incidenteel maar ook structureel is geraakt door de coronacrisis. Daarnaast zijn ondernemingen onderverdeeld naar grootte: ondernemingen met 0 of 1 werkzame personen, 2-25, 25-250 en 250+ werkzame personen.

Resultaten

Tabel 2 laat zien dat circa 23 procent van de totale uitgekeerde steun – de som van alle steunpakketten en garanties – beschikbaar is gesteld aan ondernemingen die op jaarbasis omzetgroei hebben doorgemaakt, dat wil zeggen ondernemingen die in 2020 een hogere omzet behaalden dan in 2019. Daarnaast is 24 procent van het totale steunbedrag uitgekeerd aan ondernemingen met een omzetverlies van twintig procent of minder. Ongeveer de helft van de steun is toegekend aan bedrijven die te kampen kregen met een omzetverlies van meer dan twintig procent op jaarbasis.

Tabel 2, ESB

In totaal hebben 382.000 ondernemingen een vorm van steun aangevraagd. Meer dan veertig procent ervan zag de omzet groeien in 2020 ten opzichte van 2019. Een kwart van het aantal ondernemingen dat steun heeft ontvangen, kampte met een beperkt omzetverlies twintig procent of minder. Ruim dertig procent van de ondernemingen leed meer dan twintig procent omzetverlies.

De gerichtheid verschilt per maatregel. De TVL heeft minder geld uitgekeerd aan ondernemingen met omzetgroei of een beperkt omzetverlies dan de NOW. Tabel 3 toont dat slechts acht procent van de TVL-1 is uitgekeerd aan ondernemingen die meer omzet realiseerden in 2020 dan in 2019. Het overgrote deel van de TVL-1 is uitgekeerd aan ondernemingen met een omzetverlies van meer dan twintig procent. Tevens ging er acht procent naar ondernemingen met een beperkt omzetverlies (twintig procent of minder). Bij de NOW is zestien procent uitgekeerd aan ondernemingen met omzetgroei en ook hier kwam het merendeel van de totale steun terecht bij ondernemingen met omzetverlies.

Tabel 3, ESB

Naast omzetmutaties is tevens de verdeling van steun op basis van ondernemingsgrootte geanalyseerd, zie tabel 4. Het totale steunbedrag is verdeeld naar het aantal geregistreerde werkzame personen bij ondernemingen. Hieruit blijkt dat het merendeel van het uitgekeerde steunbedrag is gegaan naar ondernemingen met meer dan 25 werknemers. Het gaat hierbij om een relatief kleine proportie van het totale aantal ondernemingen (vier procent). De proportie ondernemingen met 0 of 1 werknemers, op het totale aantal ondernemingen dat steun heeft aangevraagd, is met meer dan vijftig procent relatief hoog.

Tabel 4, ESB

Belastingschulden

Via de analyse van uitstaande belastingschulden blijkt dat bijna een derde van het bedrag aan belastingschulden uitstaat bij ondernemingen waarvan de omzet in 2020 gegroeid is ten opzichte van 2019, zie tabel 5. Verder is er geconstateerd dat ruim de helft van het schuldbedrag uitstaat bij bedrijven met meer dan vijftig werknemers. In totaal hebben ruim 100.000 ondernemingen in de onderzochte sectoren uitstel van belastingbetaling aangevraagd. Ruim veertig procent ervan zag de omzet groeien ten opzichte van 2019. Daarnaast blijkt uit de verdeling op basis van het aantal werkzame personen dat 35 procent van de belastingschulden uitstaat bij maar 423 ondernemingen met meer dan 250 werknemers.

Tabel 5, ESB

Tot slot is er ook gekeken naar het percentage ondernemingen met omzetverlies dat om uitstel van belastingbetalingen heeft gevraagd. Hieruit bleek dat slechts veertien procent van de ondernemingen met omzetverlies in februari 2021 een belastingschuld had gerelateerd aan de coronaregeling. Het overgrote deel van de ondernemingen heeft geen aanspraak op deze regeling gemaakt.

Conclusie

Voor een beleidsevaluatie van het steunpakket vertonen de geanalyseerde gegevens te grote beperkingen: de pandemie woedt nog, er is nog geen inzicht in de gerealiseerde winsten en verliezen, terugvorderingen moeten nog plaatsvinden, en er zijn voor vele sectoren nog geen omzetgegevens beschikbaar. Het is voor zo’n evaluatie simpelweg nog te vroeg.

Toch willen wij deze gegevens al met een breder publiek delen ten behoeve van het maatschappelijk debat, bijvoorbeeld over de verlenging van de steunmaatregelen of over de omgang met de uitstaande belastingschulden. Wij hopen dat bovengenoemde feiten een eerste inzicht bieden in de besteding van publieke middelen gedurende de coronapandemie.

Getty Images

Auteurs

Categorieën