mening
Regels Maken Vlegels
M
et zijn collega Bendtsen, minister voor economie
en bedrijfsleven uit Denemarken, pleitte minister
Zalm onlangs in de Financial Times nog eens voor
minder regels en wetgeving. Het was niet zijn
eerste keer en hij is niet de enige. Waarom zijn die regels zo
hardnekkig?
Regels zijn gestolde en gecumuleerde uitkomsten van leren. Regels
geven aan wat werkt en stellen agenten in staat om deel te nemen
aan samenleving en economie met efficiënt gebruik van schaarse
mentale middelen. Regels reduceren onzekerheid en maken afstemmen van gedrag tussen partijen eenvoudiger.
Regels zijn vaak het resultaat van onderhandelingen in het verleden
tussen partijen. In vele gevallen is de roep om de-regulering vooral
te begrijpen als een roep tot openbreken van die sociale overeenkomst; de selectie van de regels die weg zouden kunnen omdat ze
‘overbodig of bovenmatig belastend’ zijn is veelal eenzijdig.
Regel, kunnen uiteraard afgeschaft worden. Wees er echter op
beducht dat afschaffen niet slechts opbrengsten met zich meebrengen zal, maar veelal neerkomt op een herverdeling van risico’s
(Moss 1992). Omdat het hier kan gaan om onbedoelde effecten
die in een toekomst zichtbaar kunnen worden, is het maken van
een fout van de eerste soort (een regel is nuttig, maar wordt toch
bij het grofvuil gezet) reëel.
De neiging om regels bij het grofvuil te zetten komt vooral op wanneer ze niet overeenstemmen met andere regels. Het afschaffen
van één van de regels is in ieder geval een gezondere reactie dan
het nader aanscherpen van relevante regels. Regels die gedrag tot
in detail voorschrijven zijn zeer moeilijk aan nieuwe omstandigheden aan te passen. Regels die speelruimte laten en niet compatibel zijn met andere regels geven een impuls aan creativiteit,
maken sociale ondernemers van ons. Regels geven creativiteit ook
richting, maken het zelfs mogelijk (Perry-Smith & Shalley 2003).
De mazen worden opgezocht, en soms worden de grenzen van het
betamelijke overschreden. Regels maken ook vlegels.
Regels opheffen als doel op zich is vooral vlegelachtig. Het miskent de onmisbare maar vaak onzichtbare waarde van regels, ook
in het economische verkeer. Bij toetreding tot de Europese Unie
moeten aspirant-leden alle ruim 80.000 pagina’s vullende regels
van het Acquis Communautaire invoeren. Ook al zijn vele van die
regels kostbaar om te implementeren, enkele onderling incompatibel, en zijn er ongetwijfeld ook verouderde regels tussen, een goed
functioneren van markten kan niet zonder.
Geen marktwerking, dus, zonder gepaste regels. Op de vraag welke
regels passen is geen eenduidig, objectief antwoord te geven.
Neem gezondheidszorg. Veel recent ontwikkeld beleid, inclusief de
herziene wijze van financiering van de kosten voor gezondheidszorg, past in een samenleving waar gezondheidsrisico’s niet langer
aan het systeem of de omstandigheden toegeschreven worden,
maar louter en alleen aan de keuzes en het gedrag van het individu
zelf. Hoewel dit nog niet betekenen moet dat gezondheidsrisico’s
ook voor rekening van het individu alleen komen (vgl. Schmid
2006), worden de relevante regels wel zo ingericht. Kosten en
risico’s worden herverdeeld. Meer komt voor rekening van het
individu. Schaalvoordelen worden mogelijk niet aangegrepen, en
voor enkele individuen of groepen vallen lasten simpelweg niet te
dragen. Dat eerste is mogelijk een kostenpost die onlosmakelijk
met liberalisering samenhangt, maar over dat laatste is nog de
meeste discussie.
Waar geen moreel probleem van gemaakt kan worden is echter de zoektocht van partijen naar de ruimtes die nieuwe regels
bieden. Specialisten die een behandeling binnen de Diagnose
Behandelcombinatie (DBC) in een categorie onderbrengen waar de
vergoeding hoger uitvalt, zouden, als ondernemer, geprezen moeten worden in plaats van als dief te kijk worden gezet. Spreek deze
mensen als rationele, calculerende individuen aan en ze gaan zich
ineens realiseren welk gedrag, binnen het toelaatbare, hun maatschap het meest bevoordeelt (LeGrand 2003). Het zou beleidsmakers niet mogen verbazen, en beursgenoteerde verzekeringsmaatschappijen al helemaal niet.
Regels maken onvermijdelijk vlegels, maar niet elk vlegelachtig
gedrag is onwelkom, en niet iedere vlegel verdient de schandpaal.
Gelukkig is ook bekend dat mensen zich in marktsituaties juist
niet als vlegels gedragen, bewust als zij zich zijn van onderlinge
afhankelijkheden (Bowles et al. 2004). Dat vereist echter wel
een situatie waarin bestaanszekerheid geboden is en de verdeling
van middelen en mogelijkheden niet overdreven en ongefundeerd
scheef is.
Literatuur
Bowles, S., J. Henrich, R. Boyd, C. Camerer, E. Fehr en H. Gintis (red., 2004)
Foundations of Human Sociality. Oxford UP.
Le Grand, J. (2003) Motivation, Agency, and Public Policy. Oxford & New York:
Oxford UP.
Moss, D.A. (1992) When All Else Fails – Government as the Ultimate Risk Manager.
Harvard UP.
Perry-Smith, J.E. en C.E. Shalley (2003) “The Social Side of Creativity†Academy
of Management Review 28(1): 89-106.
Schmid, G. (2006) “Social risk management through transitional labour markets†Socio-Economic Review 4: 1-33.
Wilfred Dolfsma
UHD, Utrecht School of Economics & professorial fellow, Universiteit
Maastricht (UNU-MERIT)
ESB
15 december 2006
669