Ga direct naar de content

Meerjarige zorgpolis biedt voordelen en voorziet in behoefte

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 24 2024

Op de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt worden uitsluitend polissen aangeboden met een looptijd van één jaar. Het aanbieden van polissen met een langere looptijd kan voor zowel verzekerden, zorgaanbieders als zorgverzekeraars belangrijke voordelen hebben. Maar is er vraag naar?

In het kort

  • Een aanzienlijk deel van de verzekerden is bereid een meer­jarige polis af te sluiten.
  • Er is een groep verzekerden die sterk hecht aan eenjarige polissen en ook een groep die sterk hecht aan driejarige polissen.
  • De interesse in een meerjarige polis wordt sterk beïnvloed door de hoogte van de premie.

Sinds 2006 is het Nederlandse zorgstelsel gebaseerd op een model met gereguleerde concurrentie. Kenmerkend hiervoor is dat consumenten op de zorgverzekeringsmarkt verplicht zijn om elk jaar een basisverzekering af te sluiten. Daarnaast kunnen ze zich op een vrije markt extra verzekeren via een vrijblijvende aanvullende verzekering.

Door het jaarlijkse opzegrecht dat onderdeel uitmaakt van de Zorgverzekeringswet (artikel 7 lid 1 Zvw) hebben polissen voor de basisverzekeringen tot nu toe altijd uitsluitend een looptijd gehad van één jaar. Dit betekent dat verzekerden ieder jaar vanaf medio november kunnen kiezen of ze hun huidige polis willen behouden of niet. Zorgverzekeraars concurreren daarom jaarlijks om klanten door verschillende basisverzekeringen aan te bieden die zich onderscheiden op kenmerken als de maandelijkse premie en de mate van keuzevrijheid.

Met uitsluitend eenjarige polissen neemt de zorgverzekeringsmarkt een uitzonderingspositie in. Bij min of meer vergelijkbare typen producten, zoals schadeverzekeringen, energiecontracten en abonnementen voor televisie, internet en (mobiele) telefonie, hebben consumenten de keuze uit een- of meerjarige contracten (of flexibele contracten).

Bij een meerjarige polis staan de premie en overige contractvoorwaarden vast voor de gehele looptijd van de polis. Verzekerden kunnen pas wisselen van polis na afloop van de looptijd, of een opzegboete betalen.

Een meerjarige polis kan verschillende (welvaarts)voordelen bieden (Rijksoverheid, 2020; Ghili et al., 2024). Zo kan een langere looptijd voor meer zekerheid zorgen voor zowel verzekerden, zorgaanbieders als zorgverzekeraars. Verzekerden krijgen bijvoorbeeld meer zekerheid over de komende jaren met betrekking tot de hoogte van de premie en het zorgaanbod, en hoeven niet meer jaarlijks een polis te kiezen. Zorgverzekeraars worden mogelijk gestimuleerd om meer te investeren in preventie en kunnen waarschijnlijk betere kwaliteitsafspraken met zorgaanbieders maken. Het is dan immers op voorhand al duidelijk dat verzekerden langer verbonden blijven aan dezelfde zorgverzekeraar, waardoor mogelijke besparingen door preventie en investeringen in kwaliteitsverbeteringen ook vaker bij de betreffende verzekeraar terechtkomen. Verder kan een meerjarige polis de vertrouwensrelatie tussen verzekerden en verzekeraars verbeteren. Bovendien krijgen verzekerden door de introductie van polissen met verschillende looptijden meer keuzemogelijkheden, zodat verzekeraars beter kunnen inspelen op andere preferenties dan een lage premie.

Naast deze mogelijke voordelen kleven er ook potentiële nadelen aan een meerjarige polis. Bij een meerjarige polis zitten verzekerden langer vast aan een eenmaal gekozen polis wanneer zij ontevreden zijn over de polisvoorwaarden of de verzekeraar, of als er onvoorziene veranderingen plaatsvinden. Een ander potentieel nadeel is dat de concurrentiedruk op de verzekeringsmarkt voor eenjarige polissen kan afnemen als veel verzekerden voor een meerjarige polis kiezen. Immers, het aantal verzekerden dat jaarlijks van verzekeraar kan wisselen is dan kleiner. Verder is het voor zorgverzekeraars niet eenvoudig om de premie voor bijvoorbeeld drie jaar vast te stellen.

Vanwege de potentiële voordelen van meerjarige zorgpolissen is in het rapport Naar een toekomstbestendig zorgstelsel in het kader van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Rijksoverheid, 2020) de optie verkend om het jaarlijkse opzegrecht voor verzekerden te versoepelen. Verzekeraars krijgen dan de ruimte om naast eenjarige ook meerjarige polissen aan te bieden, bijvoorbeeld voor een periode van drie of vijf jaar. Vanwege de genoemde voordelen verwachten de opstellers van het rapport dat meerjarige polissen een (niet vooraf te kwantificeren) besparend effect zullen hebben op de zorguitgaven. In een eerdere verkenning achtte de Nederlandse Zorgautoriteit (2014) de voordelen van meerjarige polissen echter onvoldoende zwaarwegend en het belang voor de consument onvoldoende duidelijk.

Voordat er in de politiek wordt besloten over het toestaan en invoeren van meerjarige polissen, is het relevant om te weten of de Nederlandse verzekerden momenteel überhaupt interesse zouden hebben in een dergelijke polis. Uit een in opdracht van de NZa uitgevoerde flitspeiling in 2014 onder ruim 1.000 respondenten bleek dat ongeveer veertig procent wel interesse in zo’n meerjarige polis zou hebben. Hierbij werd respondenten destijds direct gevraagd naar hun interesse in een meerjarige polis met een looptijd van twee of drie jaar.

In dit onderzoek vergroten we het inzicht in die interesse in meerjarige polissen aan de hand van een keuze-experiment. Zo bekijken we hoe deze interesse wordt beïnvloed door poliskenmerken, zoals de maandelijkse premie en de mate van keuzevrijheid, en hoe deze interesse samenhangt met verzekerdenkenmerken als leeftijd, geslacht, opleiding en gezondheid.

Discrete-keuze-experiment

Om inzicht te krijgen in de voorkeuren van verzekerden voor een een- of driejarige polis hebben we een discrete-keuze-experiment uitgevoerd onder 894 respondenten, aan de hand van een online-vragenlijst die uitgezet is via het platform van marktonderzoeksbureau Dynata. Discrete-­keuze-experimenten zijn in het verleden al eerder gebruikt om de voorkeuren van de Nederlandse bevolking voor zorgverzekeringen te onderzoeken (Determann et al., 2016; 2017; Centerdata, 2022), maar nog niet in de context van meerjarige polissen.

In ons experiment moeten respondenten meerdere keren een keuze maken tussen een een- en een driejarige zorgverzekering (tabel 1), waarbij de verzekeringen verschillen op basis van de kenmerken ‘ruime of volledige keuzevrijheid van zorgaanbieders’ (bij ziekenhuizen en/of overige zorgverleners), ‘veel of weinig preventieactiviteiten’, ‘wel of geen wachtlijstbemiddeling’ en ‘de hoogte van de maandpremie’.

Om het belang van de premiehoogte vast te stellen, variëren we de premie voor de driejarige polis tussen de 135 en 155 euro per maand. De maandelijkse premie blijft bij deze meerjarige polis de gehele looptijd gelijk. Bij een meerjarige polis liggen alle kenmerken immers vast gedurende de driejarige looptijd van de polis. Voor de eenjarige polis is alleen de premie van jaar 1 bekend; de premies voor latere jaren zijn bij het afsluiten van zo’n polis uiteraard onbekend. Om het experiment voor de respondenten eenvoudig te houden, is bij de eenjarige polis gekozen voor een vaste (realistische) premie van 140 euro (per maand).

De data zijn geanalyseerd met een mixed-logitmodel. Bij het model horen twee nutsfuncties, te weten een nutsfunctie voor de eenjarige polis en een voor de driejarige polis. In beide gevallen met de poliskenmerken als keuzevariabelen en enkele verzekerdenkenmerken (leeftijd, geslacht, opleiding en zelfgerapporteerde gezondheid) als controlevariabelen.

Resultaten keuze-experiment

Om het effect te laten zien van veranderingen in poliskenmerken op de voorkeuren voor een een- en driejarige polis simuleren we, op basis van de schattingsresultaten, marktaandelen voor verschillende scenario’s.

Als we alleen de premie van de driejarige polis variëren, en voor de overige kenmerken bij beide typen polissen steeds de laagste niveaus aanhouden, dan variëren de marktaandelen voor de driejarige polis van 63 procent bij een premie van 135 euro tot 36 procent bij een premie van 155 euro (figuur 1). De resultaten voor de eenjarige polis zijn hieraan gespiegeld.

Als de driejarige polis een lagere premie (135 euro) heeft dan de eenjarige polis (140 euro), is het merendeel van de respondenten (63 procent) bereid om een meerjarige polis te kiezen, en zich dus voor langere tijd te verzekeren. Opvallend is dat zelfs bij een aanzienlijk hogere premie voor de driejarige polis (155 euro) ongeveer een derde van de respondenten (36 procent) een voorkeur heeft voor de polis met de langere looptijd. Jaarlijkse polissen blijven wel belangrijk, want ook bij de garantie van een lagere premie van de meerjarige polis kiest nog ruim een derde van de respondenten voor een eenjarige polis.

Naast de maandpremie blijken verzekerden ook waarde te hechten aan andere kenmerken. Als we steeds een van de kenmerken van de driejarige polis verbeteren, en de overige kenmerken van de een- en driejarige polis constant houden op hun laagste niveaus, en de premies van beide polissen op 140 euro houden, dan zien we dat het percentage verzekerden met een voorkeur voor de driejarige polis toeneemt (figuur 2). Deze stijging is (afgerond) zes procentpunt bij een zeer ruime zorgkeuze (ten opzichte van een ruime zorgkeuze), tien procentpunt bij een volledig vrije zorgkeuze (ten opzichte van een ruime zorgkeuze), vier procentpunt bij veel preventieactiviteiten (ten opzichte van weinig preventieactiviteiten) en tien procentpunt bij wachtlijstbemiddeling (ten opzichte van geen wachtlijsbemiddeling).

Interessant is dat het gesimuleerde marktaandeel van de eenjarige polis nog altijd vijftien procent is als de driejarige polis op alle kenmerken het hoogst scoort en de eenjarige polis het laagst. Omgekeerd is het gesimuleerde marktaandeel van de driejarige polis nog altijd twaalf procent als deze op alle kenmerken het laagst scoort en de eenjarige polis het hoogst. Kennelijk is er een harde kern die sterk hecht aan een eenjarige polis, dus een zo groot mogelijke jaarlijkse vrijheid van poliskeuze, en een ongeveer even grote harde kern die sterk hecht aan een driejarige polis, en dus meer zekerheid prefereert.

Verder blijken leeftijd en opleiding niet gerelateerd aan een voorkeur voor een eenjarige of driejarige polis. Wel blijkt de voorkeur voor een driejarige polis groter onder mannen en onder respondenten met een goede zelf-gerapporteerde gezondheid. 

Conclusie

Een groot deel van de Nederlandse bevolking heeft interesse in het afsluiten van een driejarige zorgverzekerings­polis, ook als voor deze polis een (aanzienlijk) hogere premie moet worden betaald dan voor de eenjarige polis. Naast de premie blijken keuzevrijheid van zorgaanbieders, wachtlijstbemiddeling en in mindere mate ook preventieactiviteiten voor verzekerden belangrijke aspecten te zijn bij het afsluiten van een basisverzekering.

Behalve dat een meerjarige zorgpolis duidelijk voorziet in een behoefte, heeft het ook andere potentiële voordelen, zoals meer nadruk op andere concurrentieaspecten dan alleen premie (zoals preventie en kwaliteit). Met de invoering van meerjarige zorgpolissen kan beter worden ingespeeld op de maatschappelijke en politieke wens om in de zorg sterker in te zetten op preventie en passende zorg, en op langdurige relationele contractrelaties tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders.

Om een meerjarige polis mogelijk te maken, is slechts een beperkte wetswijziging nodig, te weten de aanpassing van het jaarlijkse opzegrecht en het mogelijk maken van premiedifferentiatie op basis van contractduur. Uiteraard moet er wel rekening worden gehouden met een mogelijke afname van de concurrentiedruk op de verzekeringsmarkt voor eenjarige polissen als veel verzekerden voor een meerjarige polis zouden kiezen. Daar staat dan wel een nieuwe vorm van concurrentie tegenover, namelijk tussen polissen met een verschillende looptijd. Al met al lijkt het, gelet op de uitkomsten van ons onderzoek, zeker het overwegen waard om meerjarige polissen mogelijk te maken. 

Getty Images

Literatuur

Centerdata (2022) Polisaanbod en betalingsbereidheid verzekerden. Centerdata Eindrapport, 11 maart. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

Determann, D., M.S. Lambooij, E.W. de Bekker-Grob et al. (2016) What health plans do people prefer? The trade-off between premium and provider choice. Social Science & Medicine, 165, 10–18.

Determann, D., M.S. Lambooij, E.W. Steyerberg et al. (2017) Impact of survey administration mode on the results of a health-related discrete choice experiment: Online and paper comparison. Value in Health, 20(7), 953–960.

Ghili, S., B. Handel, I. Hendel en M.D. Whinston (2024) Optimal long-term health insurance contracts: Characterization, computation, and welfare effects. The Review of Economic Studies, 91(2), 1085–1121.

Nederlandse Zorgautoriteit (2014) Notitie meerjarige polis. NZa, blg-336491. Te vinden op zoek.officielebekendmakingen.nl.

Rijksoverheid (2020) Naar een toekomstbestendig zorgstelsel: Brede maatschappelijke heroverweging. Rapport, 20 april. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

Auteurs

Plaats een reactie