Nederland kent steeds meer hoogopgeleiden. In 1981 had nog 11,1 procent van de 15- tot 75-jarigen een hbo- of universitair diploma. Dit is sindsdien toegenomen tot 28,3 procent in 2013 en 35,5 procent in 2021. De toename manifesteert zich vooral in de bedrijfseconomische en administratieve beroepen, en in de zorg. Opvallend is dat het aantal hoogopgeleiden werkzaam als manager juist is gedaald.
Sinds 2013 is het aantal werkzame hoogopgeleiden van 15 tot 75 jaar gegroeid met 778.000 tot 3,6 miljoen. Zowel in 2013 als in 2020 had 63 procent van de hoogopgeleiden een beroep met zeer complexe gespecialiseerde taken, hetgeen hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereiste.
De toename van het aantal hoogopgeleiden was relatief groot in de bedrijfseconomische en administratieve, ICT- en technische beroepen. Dit sluit grotendeels aan bij de studiekeuze van hoogopgeleiden. Vaker dan voorheen kiezen hoogopgeleiden voor opleidingen in de richting van recht, administratie, handel of zakelijke dienstverlening. Hetzelfde geldt voor informatica-opleidingen, en in iets mindere mate voor opleidingen in de richting van techniek, industrie en bouwkunde.
Binnen bedrijfseconomische en administratieve beroepen was de groei in het aantal hoogopgeleiden in absolute zin het hoogst onder bedrijfskundigen en organisatieadviseurs (+46.000), en accountants (+31.000). De grootste groeier in het beroep onder hoogopgeleiden is echter te vinden binnen de ICT-beroepen, namelijk onder de software- en applicatieontwikkelaars (+82.000). Binnen de zorg zit de grootste toename bij artsen (+40.000) en sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders (+38.000). Het aantal hoogopgeleiden werkzaam als manager was in 2020 juist lager dan in 2013. Maar wel neemt hun aantal in recente jaren weer wat toe.
De stijging van het aantal hoogopgeleiden dat werkt als sociaal werker, groeps- en woonbegeleider is opvallend, want dit zijn geen beroepen van het hoogste opleidingsniveau. In absolute zin is de stijging niet ten koste gegaan van de middelbaar-opgeleiden in deze beroepsgroep: dat aantal is sinds 2013 met 3.000 gestegen tot 129.000 in 2020 (versus 118.000 hoogopgeleiden). In andere lagere beroepsgroepen werken daarentegen relatief minder hoogopgeleiden dan voorheen. Dat is onder andere het geval bij assemblagemedewerkers en reisbegeleiders.
Auteur
Categorieën