Na het faillissement van Glasgow Rangers in 2012 bereikte de doorstartclub Rangers FC snel de Schotse topdivisie. In Nederland moet de KNVB zoiets ook mogelijk maken, en dat liefst spoedig vanwege de problemen bij Vitesse. Een succesvolle doorstart biedt supporters niet alleen nieuw plezier, maar de mogelijkheid ervan kan ook leiden tot redding van de oude club met minder overheidssteun.
De afgelopen vijftig jaar kwam er in Nederland regelmatig een betaald voetbalclub in grote financiële problemen. Bij enkele kleinere profclubs, zoals HFC Haarlem en SC Veendam, leidde dit dan tot een faillissement. Maar veel andere clubs bleven met overheidssteun voortbestaan. Zo heeft de gemeente Enschede tussen 2015 en 2019 FC Twente malen drie keer gered, wat de gemeente in totaal 7 miljoen euro kostte plus enkele bedragen die moeilijk te achterhalen zijn (Van der Burg, 2019).
Waarom dragen lokale overheden zoveel bij aan de financiële redding van profclubs? Een belangrijke reden is dat er weinig politici zijn die hun lokale profclub failliet durven laten gaan. Dat wetende zullen andere partijen, zoals private schuldeisers, juist minder gaan inleveren. Verder krijgen, op langere termijn, veel clubs door de toegevende houding van de overheid het gevoel dat ze best veel risico kunnen nemen, want als het misgaat lost de overheid het wel op. Hierdoor nemen sommige clubs te veel risico, komen er vaker clubs in problemen, en moeten overheden meer betalen. Dit uiteraard ten koste van andere zaken in de maatschappij.
Gelukkig kan deze vicieuze cirkel doorbroken worden. Daarvoor is dan wel nodig dat de KNVB een succesvolle doorstart van een failliet gegane club mogelijk maakt. Als een mooie doorstart mogelijk is, zullen veel politici het wel op een faillissement durven laten aankomen en zal de overheid minder of geen steun bieden. De eventuele redding van een club zal dan meer rusten op de schouders van private schuldeisers, en mogelijk ook rijke supporters en investeerders. Als een redding dan toch niet mogelijk is, kan een mooie doorstart volgen.
Buitenlandse voorbeelden
De doorstartregels van voetbalbonden in het buitenland zijn soepeler en dat komt de welvaart ten goede. Zo waren Glasgow Rangers en Fiorentina populaire voetbalclubs die in respectievelijk 2012 en 2002 failliet gingen. In beide gevallen werd echter snel een juridisch nieuwe club opgericht, met een naam die aan de vergane club deed denken: Rangers FC en Florentina Viola. De laatste club heet sinds 2003 zelfs Fiorentina, na aankoop van de rechten op de oude naam.
Beide doorstartclubs mochten volgens de regels van hun voetbalbond op het vierde nationale niveau beginnen. Rangers kon hierdoor na drie promoties de Schotse topdivisie bereiken, een succes dat in 2016 werd gevierd. Fiorentina zou normaal gesproken eveneens drie promoties nodig hebben gehad om in de nationale topdivisie te komen, maar de Italiaanse voetbalbond hervormde de profcompetities op zo’n manier dat de doorstartclub al na twee promoties in de Serie A kon komen. Mede door deze (betwistbare) beslissing bereikte Fiorentina al in 2004 de Serie A.
De twee doorstartclubs zijn ongeveer even succesvol op het veld als hun voorgangers. Ze trekken volle tribunes, en geven veel plezier aan supporters van de vergane club en aan andere voetballiefhebbers.
Succesvolle doorstart in Nederland nog niet mogelijk
In Nederland zijn de regels minder soepel. Toen FC Twente tussen 2015 en 2019 failliet dreigde te gaan, moest een eventuele doorstartclub volgens de KNVB-regels op het laagste (of een-na-laagste) amateurniveau beginnen. Dat betekende dat er zo’n tien seizoenen met promotie nodig waren om de Eredivisie te bereiken. Een succesvolle doorstart was zo praktisch onmogelijk. Daarom pleitte ik destijds voor soepeler regels (Van der Burg, 2019).
Op dit moment zijn de KNVB-regels iets soepeler. Een doorstartclub mag nu in de Vierde Divisie beginnen. Dat is ons vijfde niveau. Zo bezien zijn er vier promoties nodig om de hoogste nationale divisie te bereiken, één meer dan de drie die in Schotland en Italië nodig waren.
Erger is dat er geen promotie en degradatie is tussen de Tweede Divisie en de Eerste Divisie (ook bekend als de Keuken Kampioen Divisie), hoewel de KNVB de mogelijkheid openlaat dat dit in de toekomst anders wordt. In elk geval is het voor een doorstartclub op dit moment zeer onzeker of men binnen redelijke tijd via de Eerste Divisie de Eredivisie kan bereiken. Een succesvolle doorstart is zo nog steeds niet realistisch.
Betere regels
Om een doorstart makkelijker maken, moet de KNVB de regels veranderen. Mijn voorstel is om de doorstartclub van een failliete profclub op het laagste niveau van het betaalde voetbal te laten beginnen, dus in de Eerste Divisie. Daarbij mag de doorstartclub, als haar voorganger ten tijde van het faillissement in de Eredivisie speelde, de eerste twee jaar niet naar de Eredivisie promoveren. En voor een voorganger in de Eerste Divisie speelde, drie jaar niet.
Een andere optie is om een doorstartclub van een Eredivisieclub in de Derde Divisie te laten beginnen, en een doorstartclub van een Eerste Divisie club in de Vierde Divisie. Daarbij moet dan de mogelijkheid worden geschapen om vanuit de Tweede Divisie naar de Eerste Divisie te promoveren.
In elk geval zou de KNVB nu snel met nieuwe regels moeten komen die een succesvolle doorstart ook in ons land mogelijk maken, juist nu Vitesse in bijzonder zwaar weer verkeert. Zulke nieuwe regels kunnen leiden tot een succesvolle doorstart van één of meer profclubs, zoals blijkt uit het verhaal van Rangers en Fiorentina. Ze kunnen er echter ook toe leiden dat profclubs die failliet dreigen te gaan toch gered worden, maar dan op een manier die de overheid minder geld kost.
Literatuur
Van der Burg, T. (2019) FC Twente, Feyenoord en de Europese regels voor staatssteun. Te vinden op utwente.nl.
Auteur
Categorieën