17 SEPTEMBER 1924
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisc.h~Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
• UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
9E
JAARGANG
WOENSDAG 17 SEPTEMBER
1924
No. 455
INHOUD
BIz.
VREEMDE KAPITAALSBEI.EGGING EN ONDERNEMINGEN IN
NEDERFANDSCH-INDJE 1
door
E. Heifferich ………
808
Het Wetsontwerp tot bevordering van de richtige heffing
der Directe Belastingen door
Mr.
A. F. L.
S’tapel. . . .
809
De wijziging der Forensenbelasting II (Slot) door
Mr.
A.
Veen ………………………………….
812
Het Dieustbodenvraagstuk door
Mr.
D. P. D.
Fabius
. 814
De Millioeneunota …………………………..
815
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Duitsche Reichsbahn-Gesellschaf t door
Dr.
W.
Oreiling ……………………………….
820
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………… .823-829
Geidkoergen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederen’handel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRiFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Redacteur-Secretaris van it weekblad:
D. J.
Wa.nsink.
Secretariaat: Pieter de Hooch,weg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37;
Telefoon Nr. 3000. Postchèque- en girorekening
Rotterdains No. 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Kolor&iën f 25,-
per jaa’r. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en do’nctteurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Adm.iristratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh 2 van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
15 SEPTEMBER 1924.
Het aanbod van geld werd deze week, mede in ver-
band met de medio, opnieuw kleiner en hoewel er nog
steeds weinig wissels worden aangeboden, liepen de
discontokoersen verder op. Geopend op 2/
h2Yi
pOt.
werd aan het einde der week 2% en 2% pOt. betaald.
Ook
•
de prolongatierente as vaster en liep op van
2% pOt. tot 3 pOt.
* *
*
De Minister van Financiënte1t de inschrijving
open op schatkistpapier op 24 September a.s.
Aangboden ‘worden drie- en zesmaandspromessen
en 4 pOt. biljetten met een looptijd van een jaar tot
een totaal bedrag van
f
45 millioen.
De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft deze
week geen wijzigingen van groote beteekenis te zien.
De post binnenlandsche wissels blijkt van
f
110,3 mii-
lioen tot
f
113,4 millioen te zijn toegenomen. Deze
vermeerdering komt voor het grootste gedeelte voor
rekening van den Staat; het totaal der rechtstreeks bij
de Bank geplaatste schatkistpromessen vermeerderde
in de afgeloopen week van
f
44 millioen tot
f
46 mil-
lioen.
De effectenbeleeningen stegen met ruim
f
600.000,
doch de goederenbeleeningen stelden zich nagenoeg
f
1 millioen lager. Het renteloos voorschot aan het
Rijk daalde met
f
3,8 millioen. De zilvervoorraad der
Bank vertoont een vermeerdering van een kleine
f
200.000. De post papier op het buitenland en de
diverse rekeningen onder het actief daalden resp. met
f
8,1
millioen en
f
6,1
millioen.
De biljettencirculatie nam met nagenoeg
f
10 mil-
lioen af. De rekeningcourant-saldi daalden met
f 1,6
millioen. Het beschikbaar metaalsaldo stelde zich
f
3,5
millioen hooger. Het dekkingspercentage bedraagt 54.
* *
*
De wisselmarkt was deze week buitengewoon wei-
üig interessant. De omzetten waren weder uiterst
gering en de schommelingen in de meeste wissels van
geen beteekenis. Alleen een niet onaanzienlijke stij-
ding van den Posokoers, die door sterke graan aankoo-
pen tegen oploopende graanprijzen van 90 tot 92%
steeg, trok de aandacht.
LONDEN, 13 SEPTEbIBER 1924.
• Gedurende deze berichtsweek zag de geidmarkt
geheel geen verandering. Aanbod woog tegen vraag
op, en zoowel nieuwe daggeldleeningen als het ver-
i!iiéuwen van oude kostte gewoonlijk 3 pOt.
De discontokoersen waren deze week iets flauwer.
October Treasury Bills werden tegen 3
9
1
pOt. ver-
handeld.
2-mnds prima bankaccept
3111_3.
pOt.
3-
,,
,,
,,
384__.131
pOt.
,,
3
/16
—4
118
pOt.
6-
,,
,,
,,
4i’-3′ l)Ot.
* *
*
808
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
VREEMDE KAPITAALSBELEGGING EN
ONDERNEMINGEN
IN NEDERLANDSCH-INDIE.
1)
I.
Bij de beschouwing van Nederlandsch-Indië zien
wij de filosofische stelling van de harmonie der tegen-
deelen in velerlei opzicht verwezenlijkt: een klein
moederland en een groot koloniaal rijk, de vreemde
westerling naast den inlander, de bewoner der ,,lage
landen” als meester in de hergcultuur. Wij zieno-
der de Hollandsche driek]eur naast Hollandsch kapi-
taal en Hollandsch intellect ook het internationale
kapitaal en de internationale energie aan het werk,
de vlag den laatsten ter bescherming en zij op hun
beurt voor haar een veilige en duurzame waarborg.
Een Hollandsch staatsman heeft eens gezegd, dat
de politieke zwakheid van het moederland zijn groot-
ste kracht als koloniale mogendheid was. Niemand zal
tegenwoordig aan de juistheid van dezen paradox
twijfelen, doch de harmonie der tegendeeleu, die wij
ook hierin vinden, is eerst volkomen geworden, door-
dat Holland in zijn koloniën de deur voor de inte-
nationale bedrijvigheid heeft opengezet en vrijheid
van
bedrijf
zonder aanzien der nationaliteit (,,Frei-
wirtschaft”) tot richtsnoer zijner koloniale ‘politiek
heeft gemaakt.
li
• De internationale medewerking in het groote Hol-
landsche kôloniale gebied heeft een politieken ,,good-
will” geschapen, die sterker is dan diplomatieke
verdragen. Van alle koloniale volken is Holland, ge-
loof ik, op het oogenblik het eenige, dat iederen
buitenlander op geljken voet als de eigen ondei-
danen behandelt. Afgezien van eenige beperkinged,
die in het nationaal belang geboden
schijnen,
als
b.v. bij de exploitatie der bodemrijkdommen, heeft
Holland als Zeus zijn kolonial gebied voor de fin-
ken aller volken zonder onderscheid opengesteld.
Het heeft daarmede ook voor die volken, welke geen koloniën bezitten, den weg tot koloniale werkzaam-
heid geopend en daarmede een benepen, egoïstische
wereld practisch de oplossing van conflicten op kolo-
niaal gebied aangetoond. Mogen in de oude moeder-
landen door de historische ontwikkeling toestanden
zijn ontstaan, die nopen tot een streng nationaal
gerichte economische politiek, in de nieuwe koloniale
0
landen is ruimte voor allen onder deze eene voor-
waarde, dat de vreemdelingen, hetgeen vanzelf spreekt,
loyale burgers der kolonie zijn.
De ,,freiwirtschaftliche” koloniale politiek is den
Hollanders ten zegen geworden.
Zij
was
wijs
en
noodzakelijk tegelijk, brak politieken begeerten de spits
af en ontsloot de koloniën. Zonder hulp van vreemd
kapitaal en vreemde energie. zou Nederlandsch-Indië
niet dat geworden
zijn,
wat het thans is. In het
bijzonder heeft het internationale kapitaal tot de
ontsluiting der buitenbezittingen, ten deele zelfs in
overwegenden omvang, bijgedragen.
De volkshuishouding van Nederlandsch-Indië blikt
op een 300-jarige ggschiedenis terug en de tocht door
de eeuwen ging door de nauwe dalen van het eigen-
belang en de laagten der uitbuiting, tot de hoogte
der huidige ,,freiwirtschaftliche” politiek werd bereikt.
Niet steeds waren de Hollanders vooraan in de
koloniale ontwikkeling. Hun handelsgeest en rustige,
evenwichtige natuur maakten hen wel de meerderen
van de fanatieke Spanjaarden en Portugeezen, doch als verlichte koloniale politici waren de Engelschen
hun later weder vooruit, zoolang Engeland, de
groote mogendheid, zich vrijhield van economisch
imperialisme.
De vreemde kapitaalsbelegging op Java was vôôr
1909 met de Hollandsche vergeleken sleèhts gering.
In de plantages was, afgezien van sporadische
Engelsche deelneming, slechts Hollandsch en in de
1)
Voordracht gehouden
op 9 Juni 1924 in
de Kogyo
Club te Tokio.
suikercultuur daarnaast ook Ohineesch kapitaal ver-
tegenwoordigd. Men kan zeggen, dat het groote land-
bouwbedrijf op Java zich voor 1909 bijna geheel
onder Hollandsche leiding en onder overwegend
Hollandsche deelnemiig ontwikkelde. Daarentegen
waren reeds toen in handel en scheepvaart aanzien-
lijke belangen in vreemde handen. Door vreemde,
meest Engelsche en Duitsche firma’s ging toen reeds
een belangrijk gedeelte van in- en uitvoer, ja, het
hoofduitvoerproduct, suiker, werd, afgezien van ‘Ohi-
neesche handelaren, vrijwel uitsluitend door vreemde
exporteurs verhandeld en uitgevoerd, een eigenaar-
dige toestand, die thans nog bestaat, slechts met dit
onderscheid, dat zich bij de Engelsche en Duitsche
suikerfirma’s thans ook nog Japansche gevoegd
hebben.
Op de buitenbezittingen was reeds vôôr 1909 de
verhouding tusschen Hollandsche en buitenlandsche
kapitaalsbeleggin g en tusschen Hollandsche en
vreemde energie eenigszins anders dan op Java. In
• Deli traden naast de Hollanders ook Duitschers,
Zwitsers en Engelschen als pioniers der cultures op
en in het bijzonder de tabakseultuur van Deli ver-
toonde vroeger een sterken Duitschen en Zwitserschen
inslag. Deze inslag is door bijzondere omstandigheden
in den loop der
tijden
vrijwel verloren gegaan, maar
daardoor wordt aan de verdienste, welke de vreemde
pioniers en kapitalisten voor de ontsluiting van Deli
en den opbouw der aldaar uitgeoefende tabakscultuur
gehad hebben, geen afbreuk gedaan. Men zou kunnen
zeggen, dat dit wekken van een klein deel van de
toen nog in diepen slaap verkeerende buitenbezittin-
gen door vreemde kracht, symbolisch heeft gewerkt
en het voorspel was van de later gevolgde geweldige
economische ontsluiting.
Het jaar 1909 bracht het keerpunt in de economi-
sche ontwikkelingvau Nederlandsch-Indië en terzelf der
tijd
het begin van de internationalisatie van het
economisch leven
in grooten omvang. De tooverfor-
mule was eenvoudig, zij heette: rubber. In het land der blanken was een nieuwe machine uitgevonden,
een droom gelijk, die zichzelf bewoog, trekdier was
en wagen tevens, een machine, die in plaats van den
harden hoef of de ijzeren staven iets anders, zachters
noodig had om zich voort te bewegen, een product, dat aan de verre Amazone in duistere, onbewoonde
wouden werd gevonden: rubber. En plotseling, als
van den eenen dag op den anderen, werd Zuid-Oost Azië ontdekt als het rubberdorado van de toekomst.
De rubberbeweging had haar uitgangspunt in Enge-
lhdèn kapitaalsbelegging, zoowel als leiding zijn
ook in het verder beloop tot op heden in overwe-
genden omvang Engeisch gebleven. Liverpool en
Londen waren de oude rubbermarkten en daar zag men dan ook het eerst de kansen, welke kapitaals-belegging in rubbercultures bood. De geheele ver-
fijnde, moderne financieele machine werd in beweging
gesteld en met enorme snelheid werden geweldige
kapitalen voor de nieuwe cultuur gemobiliseerd. In
de
zwijgende
wouden van het Maleische schiereiland,
op Sumatra en Borneo klonken bijislagen, oude
woudreuzen stortten kreunend neer, ronde vlammen laaiden op het opeïigekomen terrein op, een, nieuwe
tijd was voor Zuid-Oost Azië aangebroken, voor
Zuid-Oost Azië en daarmede ook voor Nederlandsch-
Indië.
‘Thans, nu de emissiehedrijvigheid
bijna
op de ge-heele wereld tot stilstand is gekomen, schijnt het
bijzonder interessant zich de bedragen weder voor
den geest te roepôn, die toen in de ,,Gruenderj aren”
van de Zuid- Oost-Aziatische kaoetsj oekeultuur door
het publiek ter beschikking werden gesteld. In de
5 jaren van 1908 tot 1912 werden meer dan £ 60
millioen Engelsche rubberwaarden geëmitteerd, waar-
bij niet de koers van den dag, doch de parikoers is
aangenomen, De Engelschen traden in de rubber-
cultuur doelbewust, moedig, ja zelfs overmoedig op.
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
In het algemeen genomen hadden zij hun tijd be-
grepen en de gelegenheid bij de haren gevat. Ceylon
en Malakka lagen den Engelschen voor hun doel-
einden het naaste, doch voldoende waren zij niet.
0p Ceylon stelde het beschikbare land, op Malakka
de beschikbare arbeidskracht aan den ondernemings-
drang paal en perk. Wat lag nu dichter hij dan
Nederlandsch-Iridië? Neder1andsch-Idië met zijn
rijkstroomende bron van goedkoope, Javaansche ar-
beidskracht!
De Engelschen hebben bewezen, dat men een slecht
geograaf kan
zijn
en toch de wereld beheerschen. Dat
bleek weder in de rubbercultuur. Men stak
zijn
geld
te Londen vaak in Java- en Sumatra-rubberaandeelen
zonder te weten, waar de beide eilanden op de wereidzee
dreven, wien zij toebehoorden en of het wel eilanden
waren. Twee Engelschen, die zich reeds eerder op
Java gevestigd hadden, Noel Bingley in het Westen
en Pitzwilliam in het Oosten, werden de leiders der
Engelsche belegging in rubber op Java. Op Sumatra
was het vooral de Zwitser Ris, die, het land kennend
en doelbewust, in Lampard van Harrisons and Cross-
field,
zijn
financieel ander ik vond en voor de
Engelschen op uitgestrekte terreinen, geschikt voor
de cultuur, de hand legde. De zetel van de meeste
Engelsche rubberplantage-maatschappijen is Londen;
zij zijn de holding companies van de pro forma op-
gerichte Nederlandsch-Indische of Nederlandsche
Maatschappijen, te welker namen de titels van eigen-
dom staan. Op de Engelschen volgden de Belgen en
Amerikanen en op grooter afstand en in kleineren
omvang de andere volken. De Hollanders stonden
in den beginne sceptisch tegenover de rubbercultuur
en hebben zich eerst later in grooteren omvang
daarin begeven. Hun terughoudendheid was verklaar-
baar. Zij, die in tegenstelling met de meeste Engel-
schen en andere buitenlanders in de tropische groote
cultures geen nieuwelingen waren, voelden zich door
hun ervaringen bezwaard en geremd. Suiker- en
koffie-crises hadden
zij
doorgemaakt en aan het mb-
bersprookje konden zij niet gelooven. Bovendien ging
op denzelfden tijd, dat de rubbercultuur-beweging
inzette, de zon ovei de Javasuiker-cultuur op. Deze,
van welkei groote waarde de Hollander overtuigd
was, legde beslag
01)
de geheele opmerkzaamheid en
het kapitaal van de Hollandsche, met Indië werkende
financiers en zoo kon het gebeuren, dat de beteekenis
van de rubbercultuur den conservatieven Nederlander
een tijd lang ontging, dat
hij
het ontstaan van de
ruhbercultuu
t
voorloopig hoofdzakelijk aanwendde tot
liquidatie van zijn oud, onrendabele koffielanden en
andere non-valeurs, ja, dat zelfs een der grootste
Nederlandsch-Indische banken een reusachtig land-
bezit op Java aan den vastberaden Enge]schman
Hammond afgaf, alles liquiclaties, waarover spoedig
daarop vele stille tranen zijn geweend. Het resultaat
was, dat door den springvloed dci mubbercultuur in
korten tijd een machtig vreemd economisch belang
hij Nederlandsch-Indië werd geschapen. Parallel met
de rubbercultuurbeweging ging de verkrijging voor
vreemde rekening van land voor theeplantages in
Nederlandsch-Indië. Op Siantar, ter Sumatra’s Oost-
kust, ontstond een tweede Pengalengan, slechts met dit verschil, dat hier naast de Hollandsche vlag vele
vreemde waaien..
.l)e kapitaalsbelegging in Nederlandsch-Indië had
in een korte spanne tijds een met vroeger geheel
verschillend karakter verkregen en dit is – hoe-
wel de Hollanders speciaal in de rubbercultuur in-
tusschen behoorlijk hebben ingehaald – tot op heden
zoo gebleven. Afgezien van de veranderde nationale
samenstelling der kapitaalsbeleggingen is ook de
structuur hiervan hij vroeger vergeleken een andere
geworden.
De Hollandsche kapitaalsbelegging op landbouw-
gebied wordt, wat Java aangant, voor een groot
gedeelte door de cultuurbanken en wat Deli betreft
door
afzonderlijke
groote maatschappijen beheerscht.
Hoe uitstekend en solide in het bijzonder de cultuur-
banken zijn georganiseerd en gefundeerd, toch lijden
zij, in traditie groot geworden, aan zekere starheid
en ontbreekt hun het
veelzijdig
initiatief, eigen aan
de kleinere ondernemingen, gelijk de. Engelsche
maatschappijen. Wel komen ook onder de Engelsche maatschappijen concentraties en kolossen vooi, doch
deze
zijn
meestal in den vorm van investment-trusts
op lossere wijze verbonden dan de meeste, straf
geleide Hollandsche cultuurondernemingen. Ook het
commercieele moment treedt
bij
de vreemde kapitaals-
belegging sterker naar voren dan bij de zuiver
Nederlandsche. In het bijzonder voor de Engelschen,
vien het koopmansbloed in de aderen zit, beteekende
oprichting van plantages ook oprichting of vergroo-
ting van Engelsche handeishuizen, en niet slechts
van handelshuizen, die van commissie van hun eigen
of van hun toevertrouwde plantages leven, doch die
hierdoor geruggesteund een algemeen im- en export-
bedrijf ontwikkelden. De grootste zgn. Estates Agen-
cies
zijn
thans ook de grootste handelaren in rubber
en thee, zij
zijn
importeurs van plantage-materiaal,
scheepvaart-agenten, verzekerings-agenten e. d. Dat
ook het buitenlandsche bankwezen in Nederlandsch-
Indië in al deze nieuwe ondernemingen een stevigen
steun had, spreekt vanzelf.
Er bestaat helaas geen statistiek, waaruit de totale
instrooming van vreemd kapitaal in de groote plan-
tagebedrijven van Nederlandsch-Indië sinds het begin van den rubber-boom
blijkt.
Wel echter zijn door de
Handelsvereeniging te Medan in het begin van dit
jaar enkele cijfers voor Sumatra’s Oostkust samen-
gesteld, die
eenerzijds
een
duidelijk
beeld geven van
den arbeid, die daar door het grootkapitaal buiten de
oudëre tabakscultuur is verricht en die. verder aan-
toonen, hoe de buitenlandsche tot de Nederlandsche
ondernemingen zich verhouden. Het is zeer juit ge-
zien, dat men
bij
de samenstelling van deze cijfers
niet
van de onoverzichtelijke en vaak willekeurige kapi-
taalswaarde der afzonderlijke maatschappijen is uit-
gegaan, doch als grondslag het beplante -oppervlak
en de
productiecijfers
van het laatste jaar heeft ge-
kozen. Samenvattend krijgen wij het volgende beeld:
Sumatra’s Oostkust.
Rubber, Thee, Palmolie, Kolfie en Copra.
Nationaliteit
Beplant
Procluctief Oogstopbrengst
H.A.
of,
ll.i.
%
11.A.
01
Nederlandsch
95.172 46,40 49.708 37,87 20.102.379 38,10
Buiteni.
110.196 53,60 82.139 62,15 32.701.608 61,90
205.368 100,— 131.847 100,— 52.803.987 100,-
Uit deze cijfers blijkt duidelijk de heteekenis van
het vreemde kapitaal en verder, dat het llollaridsche
kapitaal zich later tot de nieuwe cultures heeft –
wend dan het vreemde, aangezien liet produceerende
Hollandsche areaal in een ongunstiger verhoudiflg
staat tot het producee.rende vreemde dan het totale
Hollandsche tot het totalë vreemde. Op Java en in
andere •deelen van Nederlandsch-Indië is de vei
houding van het Nederlandsche tot het vi:eemde kapitaal
wat rubber aangaat ongeveer dezelfde als hier, ter-
wijl in de thee op Java het Hollandsche belang over-
weegt en de andere cultures aldaar, als suiker,
kina en koffie overwegend Hollandsch zijn. Wij komen
daarop nog terug. E.
TIELJTERIcII.
(Wordt vervolgd).
HET WETSONTWERP TOT BEVORDERING
TTAN DE RICHTIOB HEFFING DER DIRECTE
BELASTINGEN.
Gecir. St. 1923124 – 390.
Te beginnen met 1916 is de belastingdruk op het
inkomen voor en. na
aanzienlijk verzvaard:
1916 Invoering Verdecligingsbelasting II;
1917 Vemhooging van het aanta1 rijksopcenten op
de Inkomstenbelasting;
810
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
1918 en volgende jaren: Verhooging van de provin-
ciale opcenten op de Inkomstenbelasting;
‘1919 Nieuw en aanmerkelijk verzwaard tarief voor
de rijksinkomstenbelasting;
1918 of daaromtrent: Verhoogirig van de gemeente-
lijke .inkomstenbelastingen.
Een en ander had ten gevolge dat vele belasting-
schuldigen, geholpen door het, onder de vigueur dqr
oorlogswinstbelasting opgekomen gilde van de belas-
tingadviseurs, zochten naar de zwakke plekken in ht
hier te lande geldende systeem van inkomstenbelas-
ting.
Die zwakke plekken werden in hoofdzaak op 2 pun
ten gevonden:
10.
in het beginsel neergelegd o.a. in de artt. 12
en 14 der wet op de Inkomstenbelasting 1914, hierop
neerkomende,
dat slechts in rekening wordt gebracht de opbrengt
van bronnen van inkomen die op 1 Mei bestaa
zoodat alle over het afgeloopen jaar genoten inkomen,
waarvan de bron op 1 Mei niet meer aanwezig of be-
langrijk gewijzigd is, niet onder de heffing der be-
lasting wordt begrepen; en .
dat, wanneer de opbrengst van een bron van inko
men op 1 Mei door den belastingschuldige nog niet
over een vol jaar is genoten, of wel de bron vak
inkomen een belangrijke wijziging heeft ondergaan,
in aanmerking w6rdt genomen niet de genoten op
bren’gst over het vorig jaar, maar de voor het bela&
1
tingjaar ‘te schatten opbrëngst;
11
0
.
in het beginsel, neergelegd o.a. in art. 6 vati
de Wet op de Inkomstenbelasting 1914, dat ‘hieror
neerkomt, dat het inkomen onder de rec’htsfiguur vai
da naamlooze vennootschap genoten, slechts onder d
heffing van de belasting valt indien het onder eeni’
gerlei vorm wordt uitgekeerd; terwijl daarneven
niet,
als complement, aanwezig is een zeifstandigé
belasting, die de naamlooze vennootschappen naar dg
gemaakte winst treft.
De misbruiken, die van deze zwakke plekken ii
het stelsel gemaakt werden, waren dan ook in hoofd
zaak tweeëriei: –
Ad
lum.
Na een jaar van
rijke
opbrengst en me
een dalende conjunctuur in uitzicht, haastte men
zich, v66r den aanvang van, het ‘belastingjaar, eeil
wijziging aan te brengen in de bron van inkomen’.
Daardoôr. ‘bleef de hooge, over het afgeloopen jaar ge-
noten opbrengst buiten schot, en kon men voor het komende belastiugjaar een lagere schatting aanne:
melijk maken. Hieronder valt het z.g. wijzigen van
dè winstverdeeling in “firma’s;
Ad Ilum.
Men bracht het
bedrijf,
bij voorkeur
weer na een jaar van hooge opbrengst, onder in een
naamlooze vennootschap. Daarmede werd bereikt, dat
de’hooge, over het afgeloopen jaar genoten opbrengst
buiten de belastingheffing bleef, en dat men het ver-
der in de hand had, zooveal of zooweinig van zijn in
de N.V. verdiende inkomen onder de heffing van de
belasting te biengen als men zelf verkoos, hetzij dat
en niet meer uitkeerde dan men ter vertering noot
dig had en de rest, ‘belastingvnij, kapitaliseerde; hetzij
dât men, nog verder gaande,, zichzelf in het geheel
niets Tjitkeerde, maar van de N.V. gelden ,,leendè”.
De casuspositie was. dan feitelijk deze, dat de N.V.
niet een eigen financieel beleid voerde, maar dat het
financieel, beleid van de N,V., en in het bijzonder
haar dividendpolitiek,
ondergeschikt
werd gemaakt
aan de financieele behoeften en fiscale praktijken van de enkele aandeelhouders.
Tegen deze beide groepen van misbruiken werd
het eerst stelling gemaakt doôr de gemeente Amster-
dam. De verordening van 15 Ju]i ‘1920 ontnam het
fisale effect aan wijzigingen ‘ik de .winstverd’eeling
vak firma’s, en betrok de niet uitgekeerde. winst in
familien aaml ooze vennootschappen, ‘onder den’ naam
van ,,waardevermeerdening” van de aandeelen, in de
belasting. . , •
Het Rijk volgde later, en alleen op .het eerste punt,
met de wet van 19 Mei 1922 (Stbld. 328) tot wijzi-
ging van art. 14 der Wet op de Inko’mstenbëlasting
1914 (wetsontwerp Gedr: St. 1921/22 – 391). Het
tweede punt liet het Rijk tot heden zonder voorzie-
ning. ,fn de Memorie van Antwoord o’p hoofdstuk
VII B der Staatsbegrooting 1924 aan de Tweede Ka-
mer, zoowel als in die aan de Eerste Kamer kondigde
de Minister een ,voorzienidg aan.
In het huidige wetsontwerp erkent de Minister,
tot een bevredigende regeling, zooals hij zich die ge-
dacht had, niet te hebben kunnen komen, en stelt
hij voor, tegen de kun stgrepeu en praktijken op te
treden met een ,,algemeene formule”. Het verdient’
opmerking dat de kunstgrepen, waartegen het ont-
werp in hoofdzaak gericht is, niet in de M. v. T.
worden genoemd. Want wel ‘worden in de korte toe-
lichting vijf voorbeelden van kunstgrepen vermeld,
maar drie van die vijf zijn niet ter zake dienende, deze ‘drie (de N.V. met een firma als verlengstuk
– de landbouwer met zijn notarieel contract – en
de N.V. die gelden in depôt gaf) waren gefingeerde
handelingen, waartegen de noodzakelijkheid van wet-
telijke maatregelen. – zooals de Min, zegt – tot dus-
ver niet is gebleken. Terzake van het onderhavige
wetsvoorstel worden slechts 2 voorbeelden gegeven,
de buitenplaats die in een N.V. werd ingebracht met
het oog op de perso’neele belasting, en de man die
een levensverzekering kocht met geleend geld. Wan-
neer het om niet meer dan om deze en dergelijke
kunstgrepen ging, was een wetsvoorstel van zoo in-
grijpen den, aard kwalijk te rechtvaardigen.
De prak-
tijken, waar het voorstel zich tegen richt, worden
echter in de toelichting niet genoensd.
Het zijn, als
onder ad
IIm
vermeld, h’et onttrekken van een ‘hooge
jaaropbrengst aan’ de belasting door ‘het
vormen
van
een N.V. en vervolgens het
ondergeschikt maken
van
het financieel beleid van de N.V. aan de financieele
behoeften en fiscale
praktijken
van de enkele aandeel-
houders. Al wordt deze strekking van het wetsont-
werp niet met zoovele woorden erkend, uit meer dan
&in plaats in de wetsvoordracht blijkt, dat zoo al
niet uitsluitend, dan toch hoofdzakelijk stelling
wordt genomen tegen het misbruik van de rechts-
figuur der naamlooze vennootschap. Zoo uit art. 2,
waarin een veelvuidig,e toepassing van art. 1 op N.V.
blijkbaar wordt voorzien. Verder uit art. 3, gelezen
in het licht van de toelichting tot dat artikel. En
ten .slott’e uit de algemeene toelichting, waar gezegd
wordt, ,,dat ‘het oprichten eener naamlooze vennoot-
schap tot dusver het meest gebruikelijke middel is
om zonder wetsovertreding de belasting te verkorten.”
Als vaststaande kan dan ook worden aangenomen,
dat het wetsontwerp in hoofdzaak gericht i.s tegen
het zich onttrekken aan die belastingen, ‘welke op
den grondslag van het inkomen worden geheven, en:
dat die onttrekking ,geschiedt doordat’ de belasting-
schuldigen hun hebben en houden overbrengen naar
het terrein van de naamlooze vennootschappeil.
Dit verschijnsel is te verklaren uit de fiscale tegen-
stelling, die er is tusschen hét’ ternitoir van de z.g.
natuurlijke personen eenerzijds, en dat ‘van de recht’s-
personen, in hoofdzaak naamlooze vennootschappek,
anderzijds. Terwijl op het terrein van ‘de natuurlijke
personen de bedrjfswinsten onverkort door een sa-
menstel van rijks-, provinciale en gemeentelijke be-
lastingen progressief worden getroffen, is het terrein
van de naaml”ooze vennootschap een fiscale vrjhaven.
«Wel is er een’ bQlasting, maar deze wordt eérst
toegepast, wanneer het geld ‘de N.V. verlaat. Deze
bélasting, de dividend- en tantièmebelasting, is wel
v&orgesteld als winstbelasting; zooals ook de stelling
verdedigd is, dat – al moge de dividend-‘ en tan-
tièmebelastin.g geen winstbelasting zijn – men toch
een winstbelasting zeer wel in den vorm van een be
lating op uitdeelingen heffen kan. Zij zou dan rus-tên op ‘de veronderstelling, dat in het algameén de
17 September 1924
ECONOMISCH-STATÏSTTSCHE BERICHTEN
winst wordt uitgekeerd en dat,, wanneer een enkele
haal een béschetden. gedeelte van de winst niet aan-
stoncis uitgedeeld wordt, dit niet meer is dan een
kvesiie’van tijd; immers bij liuidat.ie wordt als be-
iastba.re ui.tkeeriog aangemerkt het bedrag waarmede
de liquidatie-uitdeelingen het nog niet terugbetaalde
kapitaal overtreffen.
Deze veronderstelling is in beide haar onderdeelen
naïef. liet is niet noodig cijfers te produeeern om,
dc bewering waar te maken, dat in het algemeen niet
de geheole winst aanstonds wordt uitgekeerd en dat het •gndeolte, dat in eenigerlei vorm wordt gereser-
veerd, in vele gevallen grooter, en meerma]en zeer
‘eel grooter is clan wat aan het einde van het boek-
jaar uit hot bedrijf wordt losgemaakt en aan de recht-
hebbenderi uitgekeerd. .
Wat het tweede gedeelte van de veronderstelling
betreft, het is niet om het oven of de gemeenschap
haar aandeel aan het eind van het hedrijfsjaar krijgt,
dan wel na een ongelimiteerd aantal jaren; het is
nog niet iaig geleden, dat een bekende aaml.00ze
vennootschap, ,,stiil going strong”, haar 100-jarig
jubileum heeft gevierd. Maar naïef is ook de veron-
derstelling dathet liquidatiesaido steeds of i den
regel zou bestaan uit het gestorte kapitaal plus de
som van alle niet uitgekeerde jaarwinsten.
Het aan de gemeenschap toekomende . aandeel in
cle bedrijfswinst , der NV., blijft, zoolang geen uit-
keeringen plaats hebben, ter beschikking van de NV.,
die dat te eigen profijte rendabel tracht to maken.
De gemeenschap mist
01)
deze wijze niet slechts de
beschikking over en do vruchten van haar aandeel,
maar ‘draagt ook liet risico van een bedrijfsleiding
waar ze eik medezeggenschap in mist.
Zoolang hot een, feit is,, dat in do naamlooze ven-
.nootschappen r,ie,t alle of nagenoeg alle hedrijfswinst
n
aastonds wordt uitgekeerd, zoolang is het niet mo-
gelijk een winstbeiastingte heffen in den vorm van
een belasting op uitdeelingen.
De mishruikeu waartegen, het wets
e
nl;werp bedoelt
steil ing te nemen, worçlpn dus in het levert geroepen
door d0 I;egenstelling tusschen belastingvrijdom eener-
zijds en sameqgstelc1en prpgressieven belastingdruk
anderzijds.
Afgeschei den van. de voorgedragen regeling kan
langs twee wegen aan. de bestaande praktijken ‘hot
fiscale effect. worden ontnomen. Door uitbreiding,
in. de wet op de inkomstenbelasting, van het inko-
mens-begrip voor natuurlijke personen in dezen zin,
dat de vermeerdering yan ‘de intrinske waarde van
een aandeel als. inlcomen wordt cangemerkt; of door
het invoeren van een reehtstreeksche belasting yan
de winsten der naamlooze vennootschappen. De eerste
oplossing, is,. van theoretisch standpunt gezien, niet
zonder aantrekkelijkheid, ,maar het is duidelijk dat
haar verwezenlijking, indien al mogelijk, zeer om-
slachtig en tij’droovend zijn zou. Bovendien zou
‘rio
eorisequèntie clan met zich’ brengen, op meer alge-
meene schital dan, thans, waardevermeerdering ondr
de werking van de inkomstenbelasting te betrekken.
liet Gemeerttehestuu.r van Amsterdam heeft – zdo
als hierboven gememo’reerd’ -, in 1020 voor de ‘z.g.
famiiie-baanilooze veti’nootshappen dien weg ingela-
gen, maar Amsterdarti had geen keus,, wijl het dri
gemeehtehèsturen’ niet toegestan is van naamloozÖ
von nootschappen rèchtstreeks belasting te heffen.
Voor het Rijk staat de zaak echter anders. Hbt
Rijk heft een dividencibelasting, die verdedigd wordt
als belasting van d,o opbrengst van in naamlooze ven-
nootschappcn ‘belegd vermogen. Nu is cle vraag deze:
moet men alleen het dividend als ophrenst bèschou-
wen of niede ht evenredig’ ‘dèè’l. ‘:in de bedrijfsivinst,
die gekapitali’see±d wordt.’ Meènt meû het laattë, en
neemt meh düs’ het wo&rd’ oïbrèngst’ in ‘jpi4
kin, dan’ moet ‘ben ‘als rnatstaf’ ióör de obrengst-
belastitig ‘nemen de’ wi’st. Ook afgolcheidei aii ‘de
gesig’aleerde praktijken schijnt deze opvatting ons
do juiste’toe; maar nu men bovendien de wettelijke
constructie gaat misbruiken, is er een reden te meer
zonder verwijl de opbrengstbelasting te gaan heffen
naar haar ruimoren maatstaf, .de winst.
in verban.d hiermede verdient het aandacht, dat
meer en moer het inzicht veld wint, dat in de be-
drijfsresultaten in productie en distributie verkre-
bn, de conjunctuur – naast arbeid en kapitaals
âhnwencling – een belangrijk aandeel heeft; en dat
ih deze omstandigheid zondr meer reeds een recht-
vkardigi.ng voor belastingheffing is golegert’. Dit
wordt te sterker gevoeld wanneer, al.s in, de naam-
l6oie vennôotschap, de mede door conjunctuur be-
paalde winst den aandeolhouders als’ arbeidsiooze
ôpbi’engst in den schoot wordt gowoi’pen.
Zoo valt de ,vonscheljkheid, “de ‘door den Minister
gesignaleerde praktijken te bestrijden door omzetting
ati de uitkeeringsbelasting in een wi nstheiasting,
simen met dc
algemeene
wenschelijkheicl een. winst-
1)
1
elasting i.n te voe±en.
De ‘vrag rijst,
of wellicht ook do oplossing, in het
wetsontwerp helichaamd, doel zal kannen troffen.
Xoor die heffing van enkele met name genoemde bc-
lastingen zal geen rekening ‘worden gehouden met
rpchtshandelingen, ‘die, al dan niet in verband met
andere rechts’hande]ingen, kennelijk vernich ,zijn om
Jp heffing van een dier. belastingen overeenkomstig baar doel, geheel of ten dccle, onmogelijk te maken.
De norm voor de toepassing dër wet zal dus liggen
jeen beweegreden, voor zoovere ciie’kenhaar is.’ 1-Tot
1),ehoeft geen betoog dat voor de toepassing van een
helastingwe,t, de vôôr alles ‘gediend ‘is ‘door objec-
teve normen, zoodanig criterium bij uitstek onge
sclükt is. De bel.astingt,clrolnistratie en de admirij-
trati.eve rechter, zullen hun kennis van clie beweeg
reden in de ,eerste plaats moeten hebben van den
ielaetingschuldige zelf. Heeft bij çie’zn indlerdaad clie
ongeoorloofde beweegreden voorgezeten,, dan is een
ruiterlijke bekentenis van hem kwalijk te verwach-
tcn,’maar zal hij nieti alaten iat van ‘zijn niotidven
ed’bevrdclignde’ voorsttill iiig geven kan:’ Wij nemèn
aan, dat, de açlministratie in haar strijd ‘tegen ‘de
do’or dlezé rg’eling titgëlokte onopt’ehhtheicl enkele
malen de’
overinir
al behalen. -Maar in er vlc
evalIen naai onie meening stellig niet en uanneet
ij lézen, dat dé’ Miiiister ,,vooiutl” . van clti prevon.
lieve werlciri iandiÖ obrestolde oplossin, ei ver
kiteht,’ dan brstaan wij ;dlt k66, ditt ook ‘hij’van ‘tiij-
fel’ aan een ‘dôëlt’reffdhde iedhtstroekschö we.r’ki’i
der bepaling niet géheel vrij i’s.’
1
Vooi hen die een ooigediagen iegeling g’d’unc be
s,trij’den door’ het stellen van gevallen waitrin clie
igehng te 1 oit schiet, lcveit het wetsontweip een
d’tnkbaai object op Loo dankhaai dat we liet niet
noodig achten ons in een ioo vom de hand liggende
casujstiçl te vcilieien
T0J
moet nog lie,iop gewezen woiden dat hoc hel
,ij met do toepassingsvatbaailieid van Piet wetsont
eip het ,een oplossing geeft vom ii de oveicoit
komstige ,geyaUen,.:,aain te goeder, trouw van de
i.çchtfigunr, dci naam1oedeverinootchap cn gehrtiik
woidl’ gemaal t dat ,niet ten doel ma’u, iiochtan
tea gevolge .lbeft dat’ groote.bedren aan.,de boiâs-
ttngheffing naai den gtondsiag yan het inkomcn
en tgaan.,,.,.
.
Wij vreezert dan ‘ook dat. ,,de tlgmeene formule”
geen uitid9ms
:
zllring,n,.’.Dat de Minister haar, véo’-
iteldc, b’evijst iutusschen dat er, cnn nooditand is. ‘Dc
tijd voor cle )vinstbelasting is rijp: ,
Of deze hèiasti:ng”iiaait :prtirtiôiieel, clan wdl ‘naar
1)logle8slef tarief mobt oidea geheven latcu we
than& ‘onbesproken Is eônmèai dd ‘ insthlating’ib
begïnel ‘âarivaard,’ dan
C
konit deie zâak aan dc oide
en eischt e een afionei]ijl e behandeling
Rest de rât of èt’ ‘wiiistbeia’stin vkji naamlo’oze
ennootsehijd’n •iaijtisch uit’vöe
ïb’r” is; ni.a.w. bf
de rijksbelastingadministratie in staat kaii
4
wcirdti
812
ECONOMISCH-STATISTISCHE ,BERICHTEN
17 September 1924.1
geacht zich in voorkoencle gevallen een juist bor-
deel te vormen over de vraag, of en in hoèverre af-
schrij vingen en reserves gerechtvaardigd zijn te ach
ten tegenover waardevermindering in eenigeriei vorm
– en dis niet ohder ‘d& heffing van de rbelasting
moeten worden begrepen —; dan wel als k.pitalisee-
ring van winst zijn aan te merken en dus in cle be-
lasting moeten worden be.trokken. Wij meenen stel-
lig van wel. r
De toepassing van de wet op de’Oorlogswi.nsthelas
ting heeft cle administratie. een schat van ervaring
bijgebracht. Verschil van meening met be]astingschul-
digen is bij die tôepassing eenenkele maal niet uit-
gebleven, waartoe mcd ewerkten het hooge tarief ep
de buitengewoon moeilijke tijdsonistandigheden, die
elke vaardebepaiing precai.r maakten. Na de opge-
dane ervaring kan echter worden verwacht, dat een
wetstoepassing onder minder abnormale omstandig-,
heden en, naar bescheidener tarief, de administrati.e
en de belastingschuldigen ‘dichter ‘bij elkaar zal
e
vindn.
Voorts moet er in dit verband aan worden herin-
nerd, dat overeenkomstige kwesties als’ waar men bij
cle heffing •van een winstbelasting zoo tegen opziet,
zich regelmatig — zij het onder kleinere getallen.
–r
–
voordoen ,bij de aanslagsregeling in deinkomstonbe-
insti ng van nati.iurlijke personen, die een bedrijf uit-
oefenen. ..
Wellicht zou het nochtans aanbeveling verdienen,
dat in cle speciale opleiding van cle. i’nspecteurs der
directe belastingen, meer ‘dan tot dusver, plaats werçi
ingeruimd aan do studie der bodrijfshuishoudkunde. Wanneer dan ‘ten slotte in de groote centra, waar de
meeste naamlooze vennootschappen gevestigd ‘zijn, de
aanslagregeling van vennootsdhappen, die
gelijke
o
aanverwante bedrijven uitoefenen, in enkele, en de
meest geschikte handen werd vereenigd n zoo noo
clig ecn l)ijzondere commissie van advies werd in ge,
steld en geraadpleegd, dan zou cle toepassing van een
winstbelasting van naamlooze vennootschappen met
vortrouwe n kunnen worden tegemoet gezien.
Amsterdam.
.
A. STA1’EL.
DE WIJZiGING DER FORENS’ENBELASTING.
ii
(Slot).
Het nieuw ontworpen art. 244 a vermeldt onder
letter b een geheel nieuwe groep werkforensen, n.i.
,,zij, clie (in de gemeente) op 90 dagen
of minder
van
het jaar tot een persoonlijke uitdefeni’ng van een be
roep of bedrijf de beschikking hebben over eene vaste
inrichting, waarin aan ‘het publiek gelegenheid gege-ven wordt tot het knopen van handelswaren.”
Schrijven dezes mbet tot zijn
spijt
‘bekennen, dat
het hem niet duidelijk is welke soort van personen
men hier ophet oog heeft. Ook na herhaalde lezing der memorie van toelichting is hem niet meer licht
opgegatn. In de eerste plaats trekt de zonderlinge
uitdrukking JOr dagen of minder” de aandacht. In
de mernorie van toelichting wordt gezegd, dat er geen reden is om cle grens van 90 dagen voor alle gevallen
te handhaven ei zelfs dat het ten aanzien ‘van den
rechtsgrond iiri,ncipieel geen verschil maakt of de
omstandigheden, welke tot de belasting aanleiding
geven, op meer dan 90 dagen aanwezig zijn. Ik’ zou
zelfs verder willen gaan en willen beweren, dat de
grens van 90 ‘dagen zeer zonderling is, nu men blij-
kens art. 244 c aanslag en ontheffing naar tijdsge-
la’ng wilinvocren. Iets dergelijks behoort niet thuis
hij ee.ne heffing, welke in vele gevallen persoonlijice
aanwezigheid op een bepaald aantal dagen als essen-
tieel, vereischte stelt. De memorie van toelichting
hiukt ‘echter op twee gedachten, want nt eerst ver-klaard te hebben dat de termijn van 90 dagen geen
principieel vereiichte is, verklaart ‘zij later dat deze
bepaling toch onniiskenbare waarde heeft om verderop
veer te zeggen, dat in cle gevallen ouder letter b van
art. 244 a vermeld, met een korteren termijn kan wor-
den volstaan. Voor de rechtszekerheid lijkt niij het
in elk geval gewenscht, dat een minimum wordt op-.
genomen. Er rijzen echter meer vragen: verschillende
belastingschïiidi’gen zuilen ‘zoowel onder letter a als
onder letter b vallen, hoe moet dan worden gehan-
deld? Kunnen consumptiebedrijven ook onder deze
categorie worden gerangschikt? Hoe moet de omzet,
waarnaar deze belasting zal worden geheven, worden
berekend in de vele gevallen, waarin slechts eene ge-
brekkige of in het geheel geen boekhouding bestaat?
Bij de mondelinge en schriftelijke behandeling in de
Tweede Kamer zullen n,og vele ophelderingen moe-‘
ten worden gegeven, voor men tot eene juiste om-
schrijving en regeling der hier’ bedoelde belasting
Ican komen.
In art. 244 c, waar de grondslag van de werkforen-
senhelasti,ng wordt omschreven, is wel de belangrijk-
ste ‘wijziging opgenomen, die het wetsontwerp bren
g
t.’
Daarin is n.l. bepaald, dat deze zal worden geheven
naar de
opbrengst
van de betrekking, het beroep of
bedrijf,
voor zoove’r
‘die
geacht
kan ‘worden in de
fre:nseugenieente(n)
te zijn verkre gen.
De zuivere op
brengst wordt berekend naar de begiselen van de
artt. 1, 10 en 11 der Wet op cle Inkomstenbelasting
1914, verminderd met de op 4 pOt. berekende rente
dor eigen kapitalen, ian gewend in het bedrijf of be-
roep. Radicaal wordt hier alzoo gebroken met het
tot nog toe gehul’digde beginsel, dat het geheele inko-
men tot grondslag der heffing strekt. De oorzaak
hiervan is ongetwijfeld te zoeken bij de oolc in de
inemorie van toelichting vermelde geva]len, waarin
slechts een klein gedeelte van het totale inkomen in,
de foninsaal gemeente wordt verkregen. Hoewel ver-
nIer in clie memorie wordt to ‘kennen gegeven, dat
splitsing van het inkomen naar de plaats,. waar het
wordt’ verworven, practisch niet, is door te voeren,
ofschoon dit theoretisch de meest juiste oplossing der
forensenkwestie zou zijn, zal bij het voorgedragen
stelsel die splitsing niet altijd te vermijden zijn, wan-
neer het bedrijf in, meer dan één gemeente wordt
uitgeoefend. Ook de besch’ilcbaarsteliing van de gege-
vens der rijksadministratie biedt geen uitkomst in
de vel.e gevallen, waarin de aanslag in de rijlcsinkorn-
stenbelasting naar schatting (ambtshalve) wordt op-
ge’egd. De aftrek van 4 pOt. van het in de onclerne-
ming belegde kapitaal zal ‘moeilijk toe te passen zijn
wanneer de betrokkene, zooais ui,t cle ervaring her-
haaldelijk blijkt, ‘zelf niet eens veet welk bedrag aan
kapitaal hij in zijne onderneming heeft gestolcen. En
i,s het niet onbillijk dat zij, die bv. een sti.idieschuld
hebben, de rente daarvan niet mogen in mindering
brengen? Ik verwacht van de practische toepassing
dezer bepalingen groo’te moeilijkheden cii ehicanes,
aangezie:n men zal beweren, dat een gedeelte der op-
brengst in de gemeente van h’oofdverblijf ‘is verkre-
gen, wat vaalc moeilijk zal kunnen worden bestreden
;
omdat vele helastingschuldige.n hunne commer-
cieele administratie thuis afdoen, werk mede
naar huis nemen, enz. Een straffere formuiee,ring ‘(Ier elementen van ‘de heia’stingpiichtighe,id komt mij dan ook wenscheljk voor, w’ill’en de gemeentebesturen het
door hen hij de forensen te belasten. .inlonen niet
aan’merlceiijlc zien dalen. Daar komt hij, dat het
bedrag
nier belasting in art. 244 d aan enge grenzen is ge-.
bonden. Daarin is nl. bepaald, dat de belasting ge-
steld wordt op een percentage van het bedrag, waar-
mede de ‘opbrengst overtreft een som, in de heffings-
verordening te bepalen. Dit percentage mag niet de
helft overschrijden van dat, wat in hetzelfde helas
tingjaar op grond ‘van hoofdverhlijf geheven wordt
van, een helast,bai-e som, gelijk aan ‘dat bedrag.
Hoewel in de toelichting wordt gezegd’ dat de fo,reii-
senbelasting, ‘nu zij naar de opbrengst zal ‘ worden
geheven, een min of meer zakelijk karaicter heeft ge
kregen, terwijl reeds eerder uitdrukkelijk was verze
kerd, dat zij van do plaatselijke inkomstenbelasting was
losgemaalct, blijkt hiervan in het genoemde artikel
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
813
al he1 einig: Niet alleen wordt het tarief onver-
brekelijk vastgemaakt aan dat van de plaatselijke in-
komstenbelasting, maar door implicite voor te schrij-
ven, ‘dat elke opbrengst met een zeker bedrag moet
worden vermindercl, voert rnen dén
z.g.
aftrek voor
noodzakelijk ]eensonderhoud weer in. Bovendien ligt
het in de bedoeling om ter wille ,’en den geleiclelij-ken overgang van niet-belastbare op helastbare op-
brengst; de som niet al to klein te nemen. Mij lijkt
dit systeem echter verwerpelijk. Er is natuurlijk geen
bezwaar tegen om in de verordening te bepalen, dat
beneden een zelçeren opbrengst geen belasting wordt
gchéve.n, mâar
om
nu dat belastingvrije bedrag van
i mlere wèl be]astbare opbreiigst af te trekken, daar-
voor zie ik geen reden. In de pxaetijk komt het neer
01)
eere ontlasting ‘voor ongehuwden, dus de meest
clraagk:rachtigeo. Ook zie ik gben reden voor cciie
tegemoetkoming aan forensen, ‘die hun inkomen ge-
heel of grootendeels uit de forensaalgemeente trek-
kon. Men ve.rgéet maar al te veel, dat de meeste foren-
sen deze belasting – in tegenstelling met andere
heffingen – geheel vrijwillig op zich hebben geno-
men. dooi eideri te gaan: wonen, •dan waar zij hun
brood verdienen. Zij laten de ingezetenen opdraaien
voo.r dc kostbare voorzieningen, die voor hun ban-
delsinrielitingen en fabrieken moeten worden ge-
inaijkt’ en laten de forensaalgemeente de kosten van
werkloosheid cii armenzorg betalen, doordat in tijden
van malaise’de claaruif voortvloeiende groote las-
ten toch moeten worden opgebracht. Men staart ‘zich
– naar ook weer uit deze wetsvoordracht’ blijkt –
maar al te veel blind op de uitzonderingsgevallen,
waarin de belasting o’nbiiiijk is, maar vergeet dat
de groote nicercierheid der forensen nooit reclarnert,
omdat zij dagelijks heen en weer reizen en zeker zijn
van hun belasbi.ngplichtigheid. Bovendien zal, wan-
neer de belasting der woonforensen rationeel wordt
geregeld, het niet zoo heel, bezwaarlijk meer
zijn
om
tijdens de zomermaanden buiten te wonen en dan
geregeld op en neer te reizen, zonder het hoofdver-
blijf te verplaatsen. Een ontzien of ontlasten van
dcii
norinalen forens is dus allerminst op zijn plaats,
• v6o.ral omdat dit noodzakeljkerwijze gepaard moet
gaan mei een zwaaider belasten van de ingezetenen,
die ten vôlie en naar hun geheele inkomen in de las-ten der, gemeente bijdragen. Men mag dan ook ver-
w’aehtQn, dat tegen de ontworpe,n, bepalingen op dit
stuk hij de gemeentebesturen ernstige bedenkingen
znl,ien rijzen.
Mij rest nog enkele opmerkingen te maken over
cle vrijstelliogen en de rechtsmiddelen.
Met vrijsteliinget moet men in een belastingwet
altijd erg voorzichtig zijn, wil men niet een bepaalde
cal;egori.e van personen bevoorrechten. Bovendien is door de omzetting in eene opbrengstbeiasting, de on-billijkheid, welke de foreosenhelasting
voor
vele per-
sonen meebracht, vom een groot deel weggenomen.
Die onbillijkheici was, zooais gezegd, vooral gelegen
in cle omstandigheid da.t men naar zijn geheele inko-
men werd belast, ook al was het ter plaatse verwor-
ven voordeel gering. Dit wordt nu heel anders, het
zal b.v. den ‘bestuurde:r eener liefdadige instelling
weinig kun oen schelen of ‘hij wegens cciie kleine
ren umeratie ter plaatse zal worden, belast. Men. ]ieeft
echter gemeend deze vrijsteilingen te moeten uitbrei-
den zooals uit de ontw’orpen artt. 2.44 a, 244 b en
245 a blijkt. Ik zal hier op deze artikelen, waarvan
de redactie mij niet in alle opzichten. onbrispelijk
lijkt, niet ingaan. Wel komt mij echter onjuist voor dat
men. cle vrijstelling voor cle leden van een verlegen-woordgencl lichaam heeft laten bestaan en zelfs cciie
voor leden van bestu:rende colleges heeft opgenomen.
in de practijic komt dit neer op cmie bevoorreehtirig
van iodeo der Tweede Kamer en van Gedeputeerde
Staten in de onderscheidene provinciën. In de toe-
lichting wordt gezegd dat de argumenten die leidden
tot cie vrijstelling voor eerstgenoemde categorie ook
gelden voor de tweede. Ik meen dit te mogen betwis-
ten, omdat het eenige plausibele argument, dat in
1.920 tot de
vrijstelling
van Tweede Kamerleden heeft
geleid, is geweest, dat zij te ‘s Hage naar hun ge-
heele inkomen werden belast,
terwijl
hunne vergoe-
ding destijds nog gering was. Nu zij alleen naar die
vergoeding kunnen worden aangeslagen dienen zij
fluit bevoorrecht te ‘worden boven anderen, die op
meer dan 90 dagen in de residentie aanwezig zijn
l;ot de
persoonlijke
uitoefening van een beroep in
eene vaste inrichting.
-1 Yoor Gedeputeerden geldt hetzelfde: men bedenke
b.v. dat een ambtenaar ter provinciale griffie, die
buiten de koofdplaats der provincie in een landelijlce
gemeente wont wèl en de Gedeputeerde, die daar
ook woont, niet zal kunnen worden aangeslagen. Men
zal dus ‘het beste doen met deze beide vrijstellin’gen
te schrappen. Zeer – zeker zal niet ‘mogen worden
hestendigd de overgangsbepaling van § IV, krachtens
welke alle aanslagen sedert 1 Mei 1921 aan Gedepu-
teerden opgelegd, ambts’halve zullen worden vernie-
tigd. Afgescheiden van de onjuistheid, om voor eene
bijzondere categorie van personen bij de wet te rea-
gêeren. op aanslagen, die onherroepelijk vast’ staan,
mag men zich toch wel afvragen, waarom ‘het dan’
oOk ‘niet bil]ijk en rechtvaardig wordt geacht om
dze]fde gunst’ te bewijzen aan allen, die ‘door de
tegenwoordige wet onredelijk worden getroffen. Er
zijn in de practijk heel wat gevallen aan te’ wijzen,
waarbij ‘een aanslag onbillijker was dan’hij voor een
Gedeputeerde ooit geweest is.
Omtrent de reehtsmi’ddel’en bevat het wetsvoorstel
lii de artt. 265 c, 265 f en ‘265 n een stel bepalingen
uaanui t voor een leek zeer moeilijk wijs is te worden. In hOofdzaak komen zij hier op neer dat men bezwaar
l;ègen de
/noegrootheid
van den’ atnislag moet inbren-
gen bij den Raad (of den ambtenaar die dozen ver-
vangt), terwijl men in beroep kan gaan bij den Raad
van Beroep voor de Directe Belastingen en in cas-
satie bij den Hoogen Raad. Bij veisehil van meening
over eene kwestie van
hoofdverblijf
komt men direct
bij de Kroon in eerste en eenigste instantie. Is er
over do
wet’igheid
van den aanslag geschil, dan komt
men in eerste instantie
bij
Ged. Staten en ‘in hooger.
beroep bij de Kroon, wanneer althans niet twee of
meer in verschillende provinciën gelegen gemeenten
bij het bezwaar betrokken zijn, in welk geval direct
op de Kroon ‘beroep is.
-. Het wil ‘mij voorkomen dat men de zaak noodeloos
ingewikkeld heeft gemaakt. Eéne beroepsinstantie voor
alle soorten van gva]len is dunkt mij het meest aan-bevelenswaardig en vellicht zouden de colleges van
Gedeputeerde Staten daai-vo’or het best geschikt zijn
Zij hebben althans eene lange ervaring inzake de
forensenreehtsp5aak achter den rug en hebhëii tot
1,921 oolc over ‘de plaatselijke inkômstenhelating ge-
oordeeld, zoodat geschillen over’ het begrip ,,op-
brengst” gerust aan ‘hun bordeel kunnen worden on-
derworpen. Bovendien zal dan de’ ‘zondeilinge situatie
worden voorkomen, dat twee colleges gelijktijdig den-zelfden aanslag beo’ordeelen, onafhankelijk van elkaar.
Qm de eenheid in de rechtspraak te verzekeren is het voldoende caSsatie toe te laten ingevolge de bepalin-
gen der wet van 19 Dec. 1018 (Stbl. No. 564).
Ik ben ‘hie:rmede âan het eind gekomen van mijne
bêschouwingen. Dé wet bevat nog meer, o.a. eene her-
ziening der voorschriften over de inkomstenbelasting,
velke echter meer van administratief belang is, zoo-
dat cciie bespreking in een artikel als dit niet op
haar plaats is.
De veel bestreden zalcelijke belasting op het ‘bedrijf
wordt gehandhaafd, vermoedelijk omdat sommige ge-
meenten de opbrengst daarvan niet kunnen missen,
zonder hare financiën totaal te ontredderen.
Zou ik tea slotte een algemeenen zakelijken indruk
van het w’etsontwerp moeten geven, dan zou ik zeg-
gen dat de theoretische grondslagen der, forensaal
814
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
heiastingplichtighei’d zeker zijn verbeterd, maar dat
cle uitwerking daarvan gebrekkig is, terwijl de finan-
cieele gevolgen niet behoorlijk onder de oogen zijn
gezien. Bovendien geef het ontwerp aan gemeenten,
clie dit niet zon erg noodig ‘hebben meer belasting
(in verband met de afschaffing der korting van
in de gemeenten van hoofdverblijf), terwijl andere
gemeenten, waar vele werkforeosen belastbaar zijn,
belangrijk minder aan belasting zullen ontvangen dan
voorheen. Het wetsontwerp zal dus zeer veel moeten
worden verbeterd, alvorens het in het Staatsbiad kan
worden geplaatst. {r.
A. VEEN.
Rotterdam.
.
HET DIENSTBODENVRAAGSTUK.
Mr. D. P. D. Fa’bius te ‘s-Gravenhage schrijft oii
V66r eenigen tijd meende men te kunnen zeggen
dat hier-te-lande 60.000 Duitsche vrouwelijke dienst
boden waren. Hoe dit zij, hun aantal
schijnt
allengs
te verminderen. Wegens de goede bonen, die zij iii
hun land kunnen verdienen. .
Toch verneemt men, ‘dat het aantal Neclerlancische
cliensthoden niet toeneemt.
11
Dit laatste is in meer dan 6én opzicht een beden-
kelijk verschijn sel.
Te voren was het in vele gezinnen van eenvoudigen
stand eene eere, hunne dochters als’ diensthode in
goede huishoudens van hoogeren stand geplaatst te
zien. Wijl op dienstboden van minder waardig gedrag
‘daar geen
prijs
werd gesteld, was een eenigszins lan-
ger blijven
in zoodanigen dienst een cloorloopend gun
stig getuigenis voor eene die.nstbode, en indirect ook
eenigermate voor ‘het, gezin, waaruit zij was voort-
gekomen.
Vaak was de ontwikkelin’gsgang deze. Het dienen
begon ils ,,loopmeisje” in een gezin met eene of twe’e
volwassen ‘dienstboden. Dan werd zij ,,meid-alleen”
in een huishouden van meer beperkten. levenstoon.
Daarna keukenmid of werlcmei’cl in cciie familie van’
breeder levensmanier.
Zoo werd vakbekwaamheid verkregen; ook
wijl
vaal
werd gezorgd, dat het ,,loopmeisje” ‘s avonds ondetL
richt ontving in naaien, stoppen enz. ,
Hoe weinig is van dat alles overgebleven! Voorzoo
–
ver nog gediend wordt, schijnt maar al te, vaak oh
den voorgrond te staan: hoog loon; weinig werk.;
veel
vrije
tijd. Overeenkomstig wat Henry Bordeaux
schrijft in ,,La résurrection de la chair” (1920), bi.
26: ,,Pius les doestiques deviennent exigeants moins,
ils fournissent de’ hesogne.”
Zelfs geven’ de dienstboden heden ten dage vaak
de voorkir aan een gezin zonder kinderen. Hoezeer
juist de verhouding tusschen diensthoden en. kinderei
zooveel iiefeiijks kan hebben. De Iciaderen, die voor
verschil van stand nog weinig oog hebben, gaan ii
den regel meer vertrouwelijk met ‘de ‘dienstboden oni.
En de buders zien dit veelal niet ongaarne. Het
maakt het leven der diensthoden aangenamer, en he-
vôr
dert, dat’dezen zich voelen als lid van het gezin.
J’a, ‘wie weet niet van de eigenaardige hartelijice vei:-
houding tusscheri menigen man of menige vrouw op
volwassen ibeftijd en •de ,,oude meid” hunne:r ouder
Zelfs diuikt meer dan één voor zijne hoogste, Zijne
godsdienstige vorming veel aan eene dienstbode, en
gedenict harer dan ook met dankbaren eebied.
Maar de socialistische geest, die de vakbekwaamheid,
en algemeene guichikthei’d der werklieden zon deei-.
lijk verminderd heeft
1),
stichtte ook zooveéi kwaad’
onder de jongere vrouwen, die voor eenen ,,’dienst”
.in aanme.rlcing moesten ‘komen o’f leomen
l) Mr. A. C. van Daalen schreef in de ,,N. Rott. Ct.’,
ochtendblad van
27 Juli 1.1.,
met betrekking tot den toe’
stand der boomeua: Waar de wetenschap in ons voordeel
is, zijn mindere zorg en liefde voor hun werk bij cle werk-
lieden dan vroeger, in het fladeel, want liet rooien en plan-
ten vereiseht
groote
zorg en heeft even grooten invloed op
groei en levensduur der planten, als cle eerste zorg voor
zuigelingen.”
Dat groote huizen allengs minder in trek zijn, is
waarlijk niet alleen om de Icoopsom of
1
den huurprijs,
noch omdat het moeilijk valt steeds in het vereischte
aantal diensthoden te voorzien, maar ook,
wijl
men
voor meer uitgebreid dienstpersoneel beducht is; zoo-
wei om ‘hunne hooge eisch’en als om hunne mindere
geschiktheid voor hunne taak.
Over de vraag, waaraan het mindere aanbod van
vrou’elij!ce dienstboden is te wijten., schreef Baron
van Hardenbroek van Ammerstol in zijn prae-advies
van het vorige jaar voor de Vereeniging voor de
Staath. en de Stat., op bi. 87: ,,Het antwoord schijnt
mij te
zijn
dat tengevolge van de in vele bedrijven
en vooral ook bij allen in overheidsdienst nog zeer
lioogc bonen in vele, gezinnen minder neiging be-
staat voor de meisjes om arbeid te zoeken. en dan bo-
vendien eerst in de laatste plaats huisarbeid.
,,Dat laatste heeft ook een reden als gevolg van
den toestand ontstaan door de verkorting van ‘den
arbeidsduur. Het einde van den arbei’d in vele ge-
vallen nog voor of te 5 uur n.m. en de overmaat
aan
vrijen
tijd voor de mannen, brengt mede dat huis-
arbeid welke allicht tot 8 uur n.m. bindt, niet wordt
gezocht en daarentegen wel vrijhëid wordt gewonseht
01)
zooveel vroeger uur, om met de mannelijke bevol-
king te kunnen optrekken.
,,Waar jonge mannen, werk hebbende, thans in het
algemeen hooger bonen malcen dan noodig (zijn?)
voor levensonderhoud, ‘gansche gezinnen samen veel
meer thuis brengen dan voorheen – ook feitelijk, den
toestand in aanmerking genomen, al begint dit alles
zich in dalende lijn te bewegen zijn mindere ar-
beidslust en grooter lust tot lediggang en ver’tering
duideljic, terwijl spaarzin en zorg voor de toekomst,
voor huweljksuitzet, zijn verminderd.
,,Het aantal jonge huwelijken, is door verschillen-
de(ii?) kanstmatige(n?) steun in de laatste jaren
des oorbogs en direct daarna sterk toegenomen het-
geen mode het dienstbodenvraagstuk ten dccle ver-
klaart.”
Wordt in het aangehaalde om. gewezen op cle’ he-
teekenis van de Arbei,dswot (1919) voor cle vermin-
(lening van het aantal dienstbnden, – ook mij ‘dunkt
waarschijnlijk, dat die wet mede in dit opzicht voor
het moreële leven onzes volks schadelijk heeft gè-
werkt en nog werkt.
De vermindering van het aantal dienstboden acht
ik ook voor’de kringen, waaruit zij moeten voortko-
men, zeer bedenkelijk. Niet het minst om het vol-
gende.
In eenvoudigere icringen bestaat de neiging om
veel geld te besteden voor eten en drinken; daaren-
tegen wein,i.g voor wonFnghuur
1)
E’en
. ,,belegde” bo-
terham wordt voor kinderen daar veelal onmisbaar
geacht, en, krentenbrood dagelijksehe ‘spijs. Op de-
zelfde wijze wordt met melk gehandeld. Bekend is
ook de ,,snoepcent”. En waarlijk zijn het niet alleen
de kinderen, te wier opzichte ‘de ouders aldus hande-
len. Dozen gaan tegenover zichzelven op dien weg
voor. lIet ,,snoopen” is een der in eenvoudiger kringen
sterk hee.rschend euvel. Of, waar zouden do’hanket-
bakkers blijven niet hunne ontelbare taartjes, die
toch in rijkere kringen betrekkelijk weinig genuttigd
w’orden?
2)
Uit,’deze hebbeijkheid komt wellichtvoort, dat men
in die kringen ,- en ook iets daarboven vindt men
dit vel – vaak meent, dat a]zoo naar evenredigheid
de hoogere kringen leven; dat ossenhaas, pasteien,
wildbraacl, liefst in keur van wijn gedrenlct, daar tot
het dageli.jksch gebruilc hehooren.
Illa ,,Stu’diën en Schetsen.’
our., (1l. Vi, bi. 56157,
kon, ik
dienaa nga.aitde treffende bijzonderheden meddeelen, mij door
eenen der Wethouders van Amsterdam verstrekt.
VOOr een veertigtal jaren bestond daar het gebruik.
bij verjaardagen den gasten een glas madeira- of port-wijn
aan te bieden met een taartje. – Ook erkende eens een
politie-agent in de hoofdstad tegenover mij het groote ge-
br.uik van taartjes onder zijne klassegenooten.
17 September
1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
815
– Jaloerschheicl op rijkere standen schijnt weinig ge-
voed te worden door het zien . van de duurdere wo-
ning, vsn overgordijnen en vloerkleeden; zelfs niet
door het aanschouwen van meer kostbare kleedij. Maar
wei door de vermeende overdaad in spijs en drank.
Toch levert over hot algemeen de meer gegoede
standen in dit opzicht eenvoudig. Iemand hunner
noemde mij eens als levenswijze: wonen
boven
z’n
stitnd; kieeden
naar
z’n stand; eten
beneden z’ii
stand.
Ook wordt in die kringen vaak na het ,,eteu” niets
meer gebruikt dan thee.
:Dat diensthoden dit leven van nabij zien, is van
groot sociaal belang. Reeds als tegenwicht tegen het
benijden. Maar ook om zich aan eenvoudigen en ge-
regelden t:rant te gewennen. Voor hunne toekomst
kan dit van groot gewicht zijn. Een werkman, die
trouwt met eenedienstbode, die in hoogeren kring
heeft gediend, zal in den regel eene minder dure
vrouw hebben dan wie een meisje huwt, dat daar
nooit heeft verkeerd. Ten eerste door de huiselijke
bekwaamheden, die van de dienstbode gevergd wor-
den. Bepaaldelijk, als zij ervaren is in naaien, stoppen,
verstelien enz..Ten andere, wijl .vij geleerd heeft prijs
te stellen
01)
– zij het al eenvoudig – toch degelijk
voedsel, en slechts op gezette tijden spijs en drank te
nemeu. Goede armeuzorg zal dan ook dikwijls moeten
hesaan in het leeren huishouden.
Zoo is dus het veel minder als dieustbode willeh
werkzaam zijn een verschijnsel van ver reikende so-
ciale beteekenis; ook wijl het eene zeer gelukkige
verbindingsschakel tusschen hoogere en lagere krin-
gen der maatschappij belangrijk verzwakt, en de jonge
dochters eell voor haar als aanstaande werkmans-
vrouw veelszins heilzaam opvo6dingsinstituut doet
ITt 155e11.
Mr. D. P. D. FABIUS.
Den Haag.
DE MILLIOENENNOTA.
De op 10 September 1924 bij de Tweede Kamer in-
gezonden Nota betreffende den toestand van ‘s Lands
financiën leert ons omtrent dien toestand het vol-
gende:
Sedert de samenstelling van de vorige, in deE.-S.B.
van den 19 Sept. 1923 besproken Nota, ondergingeri
(Ie cijfers van het clionstjaar )1920 geenerlei ver-
a tid erin g.
Dé
cijfers
van het dienstjaar 1921 zijn als volgt:
Totaal.
Buitengewoon. Crisisdienst.
Oew. dienst.
Old.
Old.
Old.
Old.
Uitgaven. . -990.172.091,805 289.676.072,78
5
79.307.284,21
621.188.734,81
Ontvangsten 709.245.087,38
5
5.655.103,66 95.286.895,43 608.303.088,295
Tekort …. 280.927.004,42 284.020.969,125
–
12.885.646,51
5
Overschot. .
–
–
15.979.611,22
–
In. de vorige Nota werd op den gewonen dienst een tekort vermeld ad
f
12.805.647,01, terwijl het
juiste cijfer blijkt te zijn
f
12.885.646,51, Eenige
wijziging in de
totaal-cijfers
valt niet te vermelden;
ook het vorige jaar bedroeg het tekort op den
geheelen
dienst het thans weder als definitief opgenomen cij-
fer. Het verschil vindt zijn oorzaak in eene juistere
verdeel ing der ontvangsten over ,,gewoon”, ,,’buiten-
gewoon” en ,,crisis”.
De cijfers van het dienstjaar 1922 zijn als volgt:
Totaal.
Buitengewoon. Crisisdienst. Oew. dienst.
Old.Old.
Old.
Old.
Uitgaven . . . 1.082.893.440,08
5
189.639.193,32 262.423.557,03 638.830.689,735
Ontvangsten. 663.809.952485 16.966.254,38
5
49.266.442,17
5
597.577.255.92
5
.
Tekort . . . . . 419.083.487,60 172.672.938,93
5
213.157.114,85
5
33.253.433,81
Het tekort op den
gewonen
dienst werd in de
vorige Nota, geraamd op
f
49.304:968,01, zijnde
ƒ
16.051.534,26
5
rnèer dan hierboven vermeld. Dit
gunstig verschil is alleen toe te schrijven aan meer-
dere ontvangsten. De uitgaven bleven nagenoeg ge-
lijk (vorig jaar.
f
630.215.537,29 en thans
f
030.830.689,73). Als voornaamste optvangsten kun-
nen genoemd worden: de meerdere opbrengst van de
inkomstenbelasting en voorts van hetgeen meer werd
ontvangen wegens rente over door den Staat ver-
strekte voorschotten ingevolgé de Woningwet, wegens.
rente van andere door den Staat verleende voorschot-
ten, wegens bijdragen voor pensioen van onderwijzers
hij het lager onderwijs, van aandeel der .gemeenten
ir subsidiën aan w’erkloozenkassen en wegens terug-
gaaf van de uit de Staatsbegsooti ng bestreden kosten.
vsn de Rijldspostspaarbarlk.
Me voorioop,ige gegevens van den dienst 1923 leve-
ren de volgende uitkomst op:
Totaal.
Buitengewoon. Criisdienst.
Oev. dienst.
Old.
(lId.
Old. ‘
Old.
Uitgaven . . 777.241.835,42
5
122.229.766,905 39.192.514,23 615.829.560,29 Ontvangsten 626.766.847,43
40.105.735,79
19.949.550,32 566.711.561,32
Tekort . . . . 150.474.987,99
5
82.124.025,11
5
19.232963,91
49.117.998,97
Het voor het jaar 1923 op den gewonen dienst be-
•cijferd tekort bedraagt, blijkens vorenstaand over-
ziht,
f
49.111.998,97.
Blijkens de aanvanldeljk toe-
gestane begrootingen werd aan gewone uitgaven ge-
aamdl
f
615.617.158,91, terwijl onder de. geraamde
mddeien een bedrag ad
f
567.606.426,01 als gewone
odtvaugsten werd aangemerkt. Aanvankelijk werd dus
een tekort verwacht van
f
47.921.332,06. Het thans
becijferd tekort overtreft dus het aanvankelijk ge-
ramde met
f
1.196.666,00.
Onderstaand staatje geeft een overzicht van deze
cijfers:
1923.
Aanvankelijk Voorloopig
Geivone
dienst
toegestaan
resultaat
ersc
1
en oorzaa
II’
‘
Old.
Old.
Old.
Uitgaven. . . 615.617.758,97
5
615.829.560,29 211.801,31
5
overschrijding
-.
van de raming.
Ontvangsten 567.696.426,01 566.711.561,32 984.864,69 lagere opbrengst
dan de raming.
Tekort …. 47.921.332,96
5
49.117.998,97 1.196.666,00
5
hooger
tekort dan
aanvankelijk ver-
wacht.
De middelen, behoorende tot de groep A—F, brach-
ten
f
15.712.358,89 meer op dan de raming. M66r
vrd verkregen uit de inkomstenbelasting
f
21.322.214,
uit de dividend- en tantièmebeiasting
f
5.520.115, uit
de vermodtisbelasting
f
504.484, uit den suiker-
accijns
f
327.374, uit den bieraccijns
f
1.142.847, uit
dn geslachtsaccijns
f
1.289.513, uit de successierech-
tn
f
7.294.386, uit de inkomsten van dIC gew’one do-
iiieinen
f
617.202. Daarentegen bleven bij de raming
ten achter de personeele belasting met
f
772.346, de
gedistilleerd accijns met
.f
9.015.785, dle tahaksaccijns
iïet’
f
3.778.890, de zegelrechten met
j
2.644.262, de
jgistratierechten met
f
1.306.749, de invoerrechten
met
f
4.720.489, het statistiekrecht met
f
230.038.
De niet tot bovengenoemde groep belsoorende mid-
delen brachten, voor zooveel den gewonen dienst he-
tidft,
f
16.697.223,58
ndinder op
dan verwacht werd.
Beneden de raming bleven o.m. het aandeel van den
Staat in de winsten der Nederlaridsche l3ank met
f
9.557.071, e rente van voorschotten ingevolge dle
T
on
i
ngs
pet
met
f
5.462.328, de rente van voorschot-
ten voor woningbouw met premie met
.f
1.049.114,
dé inkomsten voortvloeiende uit den arbeid in de ge-
vsngenissen en Rijkswerldinrichtingen met
f
1.155.707,
de bijdragen van het personeel ressorteerende onder
het Departement van Onderwijs, Kunsten en Weten-
schappen voor pensioen met
f
6.221.622, de teruggaaf
van de uit de Staatsbogrooting bestreden kosten der
Rijkspostspaarbank met
f
1.299.644, het aandeel ian
déemeenten in de normale subsidiën aan werkloo-
zenkassen met
f
1.000.249. Tegenover deze verminde-
ingeu staat dat
meer
werd verkregen o.a. uit de
rente van voorschotten aan vreemde mogendheden en
vn andere, door den Staat verleende voorschotten
f
4.943.907, uit de teruggaaf door prov.inciën en ge-
meetiten wegens het aandeel der niet ten behoeve van
‘s Rijks kas geheven opcenten in de kwade posten op
de directe belastingen
f
1.047.050, uit andere ont-
vangsten het Departement van Financiën betreffende
.f,
3.288.487, uit bijdragen van het militair personeel
réssorteerende onder het Departement van Oorlog
voor pensioen
f
812.140.
Zoonis hierboven reeds werd medegedeeld, overtrof-
f en de gewone uitgaven de oorspronkelijld toegestane
bedragen met
f
211.801.31e.
816
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
Deze overschrijding blijkt uit onderstaand over-
zicht:
1)
Hoofdstuk
1
Huis der Kon
Overschrijding Minder
uitgegeven
f
2.199,68
II
Hooge Colleges
191.262,41
III
Buiten!.
Zaken
585.217,69
IV
Justitie
2.456.737,64
V
Binu. Z. en Ldb
2.252.234,96
Ve
Onderwijs
f13.110.564,-
VI
Marine
4.859.389,98
V1IA.
Nat. Schuld
4.539.119,21
.VIIB
Financiën
2.266.518,48
VIII
Oorlog
2.555.132,26
IX
Waterstaat …
3.165.225.35
5
Xe
Arb., Hnd., Nijv.
3.919.528,05
XI
Koloniën
271.463,-
XII
Onvoorzien
4.240,77
f
20.195.317,41
f
19.983.516,09
5
1
f
19.983.516,09e
Blijft
overschrijding
. .
1f
2
11
.80
1
,
315
1
Wat de in dit overzicht voorkomende overschrijdiri-
gen betreft, deze zijn aan de volgende oorzaken toe
te schrijven:
Hoofdstuk VA
voornamelijk wegens cle jaarwedden
der onderwijzers van het lager onderwijs, de bijdragen
voor kweekscholen, pensioenuitgaven, wachtgelden en
vorderingen over afgesloten dienstjaren, waartegen-
over minder is uitgegeven voor overige traktementen
en toelagen, voor gebouwen, subsidiën aan gemeenten
ten behoeve van hare gymnasia en voor tijdelijke sub-
sidiën aan gemeenten overeenkomstig artikel 68 der
Lager-Onderwijswet 1920.
Hoofdstuk JX
in hoofdzaak wegens aanlegkosten
van. .het Wilhelminakanaal, voor subsidiën, voor uit-
gaven van het mijnwezen en voor dekking van het ver-
lies van de l’osterjen, Telegrafie en ‘l’élefonie. Daar-
entegen is minder uitgegeven voor traktementen en
toelagen, voor onderhoud van waterstaatswerken, voor
rentelooze voorschotten voor aanleg en onderhoud van
spoorwegen en voor aansluiting van de havens-West.
Hoofdstuk XA
voornamelijk wegens bijdragen aan
gemeeiaten in annuïteiten ingevolge de Woningwet en
voor bijdragen aan gemeenten ten behoeve van keu-
ringsdiensten.
De
minder
uitgegeven bedragen op de overige
hoofdstukken vinden in het volgende eene toelichting.
Hoofdstuk ii
voornamelijk wegens mindere uitga-
ven voor traktementon, voor bureel- en lokalbehoef-
ten en voor kosten van het Kort Verslag van de Zit-
tingen van de Tweede Kamer.
Hoofdstuk III
in hoofdzaak wegens minder uitge-geven voor traktementen en bureel- en lokaalbehoef-
ten, voor kosten van buitenlandsche zendingen en con-
sulaten en voor pensioenen.
• Hoofdstuk IV voornamelijk wegens minder uitge-
geven voor traktementen, toelagen en bureel- en lo-
kaaiehoeften, vor gerechtskosten, voor kosten der
Rijkspolitie, voor bijdrage in de kosten der mare-
chaussee, voor kosten van gevangenissen en Rijkswerk-
inrichtingen, voor het Rijkstucht- en opvoedingswe-
zeii, voor subsidiën en tegemoetkomingen aan vereeni-
gingen van weldadigheid, voor kosten van in richting
van een oplei’dingsschip, voor de reciasseeririg en voor
do gebouwen, waartegenover meer is uitgegeven voor
uitieidi.ng en uitzetting van vreemdelingen, voor pen-
sioenen en’ wichtgeiden. Hoofdstuk V
in’ hoofdzaak wegens minder uitge-
geven voor traktementen, toelagen, bureel- en lokaal-
behoeften en i’eiikosten, voor gebouwen, voor verple-
• ‘) Hierbij zij opgemerkt, dat de uitgaven zijn vergeleken
met de oorspronkelijk toegestane sommen zooals die zijn
met inbegrip van de suppletoire begrooti ngswetten, waarbij
een deel van de vroegere begrooting van het Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel is toegevoegd aan de
hegrootingen van die hoofdstukken, waarop een deel van
cle taak van genoemd Departement is overgegaan.
gingskosten van krankzinnigen, voor kosten voor land-
en tuinbouwonderwijs en zuivelbereiding,’ voor bestrij-
ding van besmettelijke veeziekten, voor verlies op het
Staatsboschbedrijf, voor uitgaven ten behoeve der vis-
scherije.n, waartegenover moer is uitgegeven voor kos-
ten van de pohtietropen, voor onderstanden, enz. en
voor dekking van het verlies op de Algemeene Lands-
cl r ukkerij.
Hoofdstuk VI
voornamelijk wegens minder uitge-
geven voor traktementeni, toelagen, bureel- en lokaal-
behoeften en reiskosten, voor materieel der zeemacht,
voor brandstoffen en eiectri.citeit, voor gebouwen,
voor voeding en opleiding van personnel, voor kosten
van het loodswezen, waartegenover meer is uitgegeven
aan pensioen.en.
Hoofdstuk VII”
in hoofdzaak wegens minder uit-
gegeven aan rente van viottende schuld, waartegen-
over meer is uitgegeven aan rente der Leening 1923A.
Hoofdstuk VlIB in hoofdzaak wegens •rn.inder uit-
gegeven voor traktementen, toelagen, .bureel- en lo-
kaalbehoeften en reiskosten, voor belooningeni en sein-
deloosstellingen, voor gebouwen, terreinen en vaartui-
gen en voor onvoorziene uitgaven. lïliertegenover staat,
dat meer is urtgigeven voor pensioenen en voor uit-
keering aan de gemeenten.
Hoofdstuk VIII voornamelijk wegens minder uit-
gegeven voor bezoldigiig, toelagen, bureel- en lokaal-
behoeften, reis- en verblijfkQsten, kosten van voeding,
kleedi.ng en uitrusting, voor studiën en oefeningen,
voor vergoeding wegens kostwinnerschap, voor admi-
nistratiekosten, voor kosten van de marechaussee en’
voor onvoorziene uitgaven. Daarentegen is meer uit-
gegeven voor pensioenen en wachtgelden.
Hoofdstuk XI
in hoofdzaak wegens minder uitge-
geven voor t:raktementen en toelagen, voor bureau- en
lokaalbehoefteti, druk- en bi ndwerk én voor bijdrage
aan de koloniale geldmiddelen van Ouraçao, waarte-
genover meer is uitgegeven voor
bijdrage
aan Suri-
name.
Hoofdstuk XII
wegens het niet ten volle besteden
van het voor onvoor’.ciene uitgaven toegestaan bedrag.
Over de laatste 20 jaren geeft (le Miilioenen.nota
het gebruikelijke overzicht, waarbij ook ditmaal de
extraaflossing van schuld in verband met de intrek-
king der muntbiijetten (dienst 1904) buiten reke-
ning is gelaten, terwijl, wat cle diensten 1014 tot en
niet 1923 betreft, de cijfers
zijn
opgenomen., gelijk (iie
zijn na uitschakeling van den invloed van de crisis
OP de ontvangsten en de uitgaven.
Voor- of na-
Voor- of na-
Vor- of na-
Dienst-
deelige saldi
deelige saldi
deelige saldi
jaren. ,
van den
ge-
v d.
buitengc-
van den
ge-
wonen
dienst.
wonen
dienst.
heelen
dienst.
1904 t/in
Gid.
Gid.
Clid.
1913 + 25.411.997,22
5
– 68.137.042,63e— 42.725.045,41
1914 – 10.114.960,29
5
— 11.921.932,96 – 22.036.893,25
1915 – 15.548.22O,24 – 12.555.180,20
5
– 28.103.400,45
1916 + 20.276.373,44 -. 20.188.794,70 +
87.578,74
1917 + 36.345.008,73 – 30.043.143,85 + ‘ 6.301.864,88 1918— 4.311.366,64— 67.976.348,42 – 72.287.715,066
1919 + 22.285.982,52e— 107.731.780,33e – 85.445.797,81
1920 +
664.091,38— 175.893.356,95_ 175.229.265,57
1921 – 12.885.646,51 – 284.020.969,12 -• 296.906.615,64
1922 – 33.253.433,81 – 172.672.938,93
5
— 205.926.372,74e.
1923 —49.117.998,97 – 82.124.025,1 1 – 131 242.024,08
1904
t/m’23_ 20.248.173,17 —1.033.265.513,23
5
-1.053.513.686,41
De Minister wijst er echte.r uitdrukkelijk op, dat
deze cijfers een te gunstig beeld geven van den toe’
stand ‘der financiën. Over de jaren 1904—’06 is een
andere splitsing tusschen gewone en buitengewone
uitgaven en ontvangsten gevolgd dan sedert 1901 ge-
bruikelijk is. Neemt men laatsthedoelde splitsing over
het tijdvak 1904—’06 wel in acht, dan worden de
eindcijfers over het geheele 20-jarige tijdperk:
Nadeelig saldo gewonen dienst ……..
‘f
26.619.848,22
Nadeelig saldo buitengewonen dienst . .
1.026.893.838,19
Blijft nadeelig saldo geheelendienst ..
f
1.053.513.686,41
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
817
Ook
deze eindcijfers geven een nog te guastig beeld,
c.
1
omdat daarbij ,de
ontvangsten uit spoorweghuur, als
gewoon.
zijn
beschouwd en daarenboven in die
cijfeis
W
o
c o
c
r
•
•
ci
.
.
.
.
..
,
1
-.
niet is begrepen het in 1905 aan mdie veistieit
e-
.
•
,’
,
c
t-
c’
C
t-
,
0
d.rag, waarvoor een iee.ning
werd
gesloten, welke op
.
ultirno Juni
1923 per saldo rond
f
28,4 millioen be-
droeg.
1
ifge:icn
daarvan mag niet uit
het oog worden ver
–
]Ören, dat cle
begrooting nog te weinig van een corn-
.
,’
..
mcreicolen opzet
uitgaat, ten gevolge waarvan op het
OD
c.
Saatsvermogen
belangrijk wordt
ingeteerd,
zonder
1
1
1
t
1
1
1
1
1
1
00
dat
zulks
in do cijfers tot uiting komt. Kapitaalsver-
00
mi.nderngen komen b.v.
door te geringe
afschrijvingen
t
niet tot uitdrukking; ook wordt niet voldoende gere-
1
1C
Lr
>
00
servecud met
‘het
oog
‘op de verplichtingen, welke
voortvloeien uit de aanspraken op pensioen van amb-
enaionenz.
0
0
C’i
.-
W d’ 0 0 (‘T 1- IT (0 01 0 0
0
Omtrent het loopende dienstjaar 1924
teekent
de
Notaaan:
.r
0
at
de
liegrooting
van
uitgaven,
zooals
ZIJ
OorSprofl-
–
–
kelijk
hij
de
wet
is
vastgesteld,
een
eindcijfer
aaiiwees
54
0
1
1
1
1
1
……..
…………..
.
………..
f
740.114.243,23
wI
aren
der aah
:
0
c
r
‘
t’
d’ d’
•
.
buitengewone
.
uitgaven
fl13.729.420,—
C.
00
‘Do
crisisititgaven
…..
…..
5.966.456,—
1
1
1
1
1
119.395.876—
.
QQ
–
blijft
voor
gewone
uitgaven.
……….
f
620.718.367,23
l)e
iiiiddeleii
waren
geraairid
Op
CCII
10
0
t
IT L-
ce
tot
Ll.hedlIi.g
van
………………..
f
599.421.652,28
waaronder aan
buitengewone
ontvangstea
40.793.392,76
.
blijft
gewone
ontvangsten
…………
f
558.628.259,52
–
00—
ce
r- e
ce
ce
o
0
o c.i
–
o ce
ce
n ei ei
o
0
‘
ffet
tekort
01)
dcii
gewonen
dienst 1924
was
dus geraamd
‘IT0-
•
ceI0000sc00
ep
……………………………..
f
62.090.107,71
Sedert de
vaststelling
v.ui
(leze begrootiug
zijn verhoogd:
ei ei
(0
llonfdstuk III. bij de
wet van
S Juli 1.924
(Staatsbiad
No.
327)
(Stiidiebeurzeii
Academie voor
Internationaal
recht)
i
met
……………………………..
f
2.000,
—
.
‘
ITT
‘-‘-_-._
–
—–
1
.
.
.
lb,ofdstu
A
uij
de wet
iail
o
iuli 1924
0
‘
0
IT
0
-000 ci ei co ei ce ci
‘
ei ce
‘
0
0
(&actsbio.d
No: 368) (Subsidie inter i.Iatioiia.
3
R
1,1
R
le
teutooustelhuig moderne
sier
–
en
nijver
–
.
i
ci
ei.
–
Iie,dskunst
te
Parijs)
niet
…………….30.000,—
6
c.im
c0
c’
o
c’
c
hoofdstuk
VT
.
..
f
.
bij
de
wet van
28-
Juli
.
–
0(00
cj
1924
(Staatsbiad
No. 363)
(Arnistrong-con-
t
tract)
niet
…………………………2.200.000,—
1
1
1
f
2.232.000,—
6 C
~
cr
d’
terwijl
nog
:ui.i.ihaiigig
is
CCII
suppictoir
.
.
.
wetsontwerp tot 11rijzigiug
CII
verhooging
1
1
11
1
1
1,
1
1
1
:i toofilsttik VUil der Staatshegrootiiig
0
Ci
ce
ce
cc
(ereiliet Etandelskarner)
(ge(Irukte stukken,
.
zitting
1923-1024
338),
id.
…………
f
627.500,
—
.
Te zmieui
f
2.859.500,-
In dit totaal is
f
627.500 begrepen aan buitenge-
‘
3
j
wonc
uitgaven,
zoodat een bedrag van
f
2.232.000
komt ten laste van den gewonen dienst, waardoor het
t
1
t
1
1
t
2
t
t
CD
ca
tekort zou stijgen tot
f
64.322.107,71.
t
.
:l:ntusschen
zijn
verschillende maatregelen genomen
tt vermindering
van
dit tekort. Gewezen
zij
op de
_____________________________
,
,ret
van 3 Mei
1924 (Staatsbiaci No. 227) tot verhoo-
1
c
i
.
ei ITT
ce
ging van den accijns op hier en van het rovoerrecht
Ci
–
i
i
i
(0.
–
ei
op
bier
cii
thee,
cii
op de wet van 20 Juni 1924
,
–
0oci-eicoeice
eiceo
o
ce 0
–
o ci ce
–
ce
– ei
ce ce
0
‘
ei
(Staatsbiad No.
306) tot heffing eener belasting op
rijwielen.
Verder zij, wat de uitgaven betreft, gewe-
,
zon
op cie in werking getreden
salarisverlag.ing. Hoe-
ei
wel niet
alle getroffen maatregelen geheel het dienst-
.
i
jaar 1924
tea
goede komen, mag verwacht worden
dat
cciii
en ander
het tekort zal doen -dalen met een
bedrag van roiicl f20 millioen.
bf
Overigens valt uit den aard der zaak omtrent den
o 2 á
W
afloop
van
dei:i dienst 1924 nog slechts uiterst weinig
te zeggen. Blijkens de maandelijksche midclelenstaten
IS
ni
overschreed -de opbrengst van -de in die staten ge-
,
‘
.
3
1
noemde middelen over de eerste zeven maanden de
.
.
0
Z
0
w
o
0
rami.ng met rond
f
15 millioen. Verwacht mag wer-
‘
–
den, dat deze overschrijding aan het eind van, het jaar
1924 tot een bedrag van rond
f
20 millioen zal stijgen.
•
i
4 k
Een en ander resumeerende, zou dan het tekort o
den dienst 1924 ongeveer f 40 mili.ioen kleiner zijn
clan aanvaikelijk geraamd werd.
Thans zijn we genaderd tot het dienstjaar 1925.
818
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
De ramingen hiervoor vertoonen het volgende beeld:
Oewône dienst Buitengew. dienst
Totaal
Uitgaven . . . . t 605.260.027,88
t 86.187.715,—
t 691.447.742,88
Ontvangsten ..,, 590.022.523,50
;, 21.055.496,71
,,61 1.078.020,21
Tekort . . . . t 15.237.504,38
t 65.132.218,29
t 80.369.722,67
Uitvoerig belicht de Nota aan de hand van h4t
achterstaaucl vergelijkend overzicht de oorzaken van
daling of stijging der onderscheidene hoofdstukken
van cle raming der uitgaven voor 1925 met, de bedra-
gen, welke voor 1924 in cle aanvankelijke begrootings-
wetten zijn nedrgelegd.
Bij dè beoordeeling van deze cijfers dient vooreert
i.n het oog te worden gehduden, dat
alle crisissiitga-
ven,
welke voor 1924 nog tot een bedrag van
f
5.666.456 waren uitgetrokken,
in 1925 geheel naar
den gewonen dienst zijn overgebracht,
zoodat
-bij
vet-
gelijking van de
gewone
uitgaven 1924 met die vod.r
1925 laatstgenoemde, ondanks de belangrijke verhop-
gingen van de hoofdstukken V, VI1A en VI1
13
(te
zamen met een bedrag van ruim.
.f
18,5 miilioei)
f
21.124.795,35 lager zijn gesteld dan het jaar te
voren.
Een vergel ijki ng van de verschillende hoofdstukken
met ‘die van het jaar 1924 geeft voor zooveel de
g-
wone
uitgaven betreft het volgende beeld.
Hooger
zijn geraamd:
Hoofdstuk V
Binnen!. Zaken en Landb.
f 4.180.823,-
Vlia Nationale Schuld ……
14.058.205,50
Vlib Financiën …………..
342.877,18
Totaal meer ……
f
18.581.905.68
Daartegenver zijn
lage’,
geraamd:
Hoofdstuk 1
1-luis der Koningin ……
f
75.000,—
II
Hooge Colleges ……..,,
11.100,53
III
]3uitenl. Zaken……….,,
179.981, IV
Justitie…………….,,
1.048.023,0
Va
Onderwijs …………..,,
11.017.890,-L.
VI
Marine ………………
2.033.609,4-
VIII Oorlog……………..,,
2.795.567,.5-
IX
‘Waterstaat …………,,
15.003.176,-
X
Arbeid, Hand., Nijverh
,,1.308.148,-j–
XI
Koloniën …………..,,
467.750,–
Totaal minder ……
f 34.040.245,03′
Met betrekking tot bovenstaande stijgingen en d-
liugen kan in het algemeen ‘het volgende woden op-
gernerkt.
De stijging van hoofdstuk V is een onmiddellijk
gevolg van de overbrenging van f 4 millioen crisi-
uitgaven naar den gewonen dienst, terwijl de post,
wegens ondersteuning van behoeftige Nederlanders if’
Duitschland voor 1925
f
950.000 hooger moest worden
uitgetrokken.
De verhooging van hoofdstuk VIP’ vindt haar ooz-zaak voornamelijk in de rente voor de in 1924 geslo-
ten geldleeni.ngen 1923B en 1923
0
en in de aflossing
op genoernae leeningen.
Op hoofdstuk VIIB moesten de pensioenlasteh.
f2.475.428 hooger wor&en geraamd, welke verhoogin
de besparing, verkregen door de 10 pOt. salariskor-
ting, teniet doet. Voorts moest meer worden geraamd,
wegens uitkeering -aan de gemeenten f 220.000; we-
gens uitgaven voor- het muntwezen f 135.973; wegens
overbrèng.ing van crisisuitgaven f 294.100 en wegeds
kosten van invordering van belastingen in verband
met de Tabakswet en de Rijwiel’beiating*et
f
194.050.
Tot de vermindering van uitgaven heeft behal’e
-een steeds verder doorgevoerde besparing en weglating
van die uitgaven, die zonder groote -bezwaren kondeni
worden vermeden of uitgesteld, in de eerste plaats
bijgedragen de vermindering der salarisposten,- ter-
wijl nog op enkele posten meer in het bijzonder de
aandacht moge worden gevestigd.
De daling dr uitgaven op
hoofdstuk 1V
werd, on-
danks de overbrenging van crisisuitgaven naar ge-
woon tot een bedrag van
f
916.256, en hoogere pen-‘
sioenlasten tot een bedrag van f 429.300, verkregen
o.m. d-oor wijiiging in de personeelsbezetting van ge
vangenissen en Rijkswerkinric-htingen
(f
350.649) en
inkrimping en vermindering van personeel der opvoe-
dingsgestichten
(f
318.498).
Bij
hoofdstuk
VA
komt de vermindering ‘in hoofd-
zaak op rekening van de salariskorting, behalve bij
het Nijverheidsonderwijs, waarop’bovenli.en een besia-
ring van
f
1.558.803 mogelijk bleek. De uitgaven voor
pen sioene.ia en wachtgelden ciaaren tegen• moesten
f
2.168.281 hooger worden geraamd.
Het
eindcijfer
van
hoofdstuk Vi
bedroeg op de be-
grooting voor 1924
f
46.108.22.6, waarvan blijkens de
gedragslijn, aangegeven in de Memorie van Antwood
op het Voorloopig Verslag der Marinebegrooting, een
bedrag
–
van
f
1.500.000 – zijnde een deel -der kosten
van nieuwen vlootbouw – tot de buitengewone uit-
gaven werd gerekend. De gewone uitgaven be]iepen
mitsdien voor 1924
f
44.608.226. Voor 1925 bedraagt
het eindcijfe.r
f
46.110.357. Krachtens de zooeven ge-
noemde gedragslijn is daarvan
f
3.535.740 onder ,,-bui-
tengewoon” -gebracht, latende voor den gewonen dienst
een totaal v-an
f
42.574.617. Het voordeelig verschil
met 1924 – gewone dienst – bedraagt mitsdien
f
2.033.609. Daarbij valt nog te vermelden, dat de bij-
drage van Nederlandsch-Indië in de losteii van den
Vlootbouw voor 1925 w&rdt gesteld op
f
5.216.408,
welk bedrag onder dc middelen is geraamd.
Op
Hoofdstuk Viii
staat tegenover verlaging van
verschillende posten een hoogere uitgaaf van
f
1.500.000 wegens kosten van bewapening en uitrus-
ting van -het leger.
De begrooting voor
Hoofdstuk IX
kon belangrijk
lager worden geraamd doordat -het verlies op de spoor-
wegen, verleden jaar op
f
22 milhoen begroot, voor
dit jaar met
f
14 millioen k-n worden verminderd. De Post wegens rentel-ooze voorschotten voor den aanleg
van locaalspoor- en tramwegen werd
f
2.512.000 lager
gesteld, waartegenover echter meer moest worden ge-
raamd
f
975.000 wegens voorschot aan de Limburgsche
Tra’mweg Maatschappij en-
f
410.000 voor het maken
van een overbrugging -over den spoorweg bij den West
V’arkenoordschenweg te Rotterdam. De verliespost
van f 1.268.095 op het bedrijf der Posterijen, Tele-
graf.ie en Tel-efonie kon worden vervangen door een
geraamde winstpost onder de middelen van rond f 5,5
millioen.
Hoofdstuk X
kan met f 1.200.000 verminderd wor-
-den wegens lagere bijdrage aan het Invaliditeitsf’onds
wegens adniinistratiekosten ea met
f
452.000 wegens
verminderde vergoeding aan de Posterijen. De bij-
-drage ingevolge artikel 4, 3de lid van het Werkloos-
heidsbesluit 1917 kon met f 250.000 verniinderd wor-
den; daarentegen moet de ‘bijdrage aan gemeenten in
de betaling der annuïteiten van voorschotten, ver-
leend ingevo]-ge de Woningwet
f
1.650.000 hooger
worden geraamd..
De
Middelen en inkomsten
ter bestrijding •der uit-
gaven zijn geraamd op
f
611.078.020,21, waarin begre-
pen is aan
buitengewone
ontvangsten f 21.055.496,71,
zoodat voor gewone ontvangsten blijft f 590.022.523,50,
zijnde
f
31.394.263,98 meer dan voor 1924 werd ge-
raamd.
De middelen, welker opbrengst in
de
maan deljk-
sche middelenstaten wordt gepubliceerd (middelen
A—F) zijn opgenomen voor … …. f 415.942.000,-
en dss ‘hooger geraamd ……..
f
19.005.000,-
De overige middelen; voor zoover
onder de gewone gerangschikt, zijn
hooger geraamd
……………..,, 12.389.263,98
Totaal -hooger . . . . f 31.394.263,98
Wat de middelen A—F betreft worden op een ge
lijk bedrag als voor 1924 geraamd:
-de Dividend- en Tantièmebel’asting, de Vermogens-
belasting, de Zegeirechteri, de ‘Successie’rechten, als-
mede de accijns op wijn, op binnenlandsch en buiten-
l-a.ndsch gedistilleerd, de belasting op speelkaarten, de
belasting op gouden en zilveren werken – en het Es-
saailoon.
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
[;fl,J
Hooger
zijn geraamd:
in duizend. guld.
de Grondbelasting …………………..367
de Personeele belasting……………….450
de Inkomstenbelasting ………………5.000
Accijns op zout ……………………50
Accijns op bier (Wet van 3 Mei 1924,
Staatsbiad. no. 227) ………………..6.000
Rijwielbelasting ……………………3.000
Registratierechten ………………….1.500
Invoerrechten (thee)
.
………………… 3.000
Statistiekrecht ……………………300
Domeinen …………………………285
nkomsten wegen ………………….
10,
vaarten, veren en havens 23.
Loodsgelden ……………………….200
Mijnrechten ………………………..50
Totaal hooger…. 1 20.235
Lager
zijn geraamd:
Accijns op suiker ………………….500
geslacht………………….200
tabak……………………500
Opbrengst Staatsloterij ………………10
Akten Jachten en Visscherij …………20
Totaal lager. …
f
1.230
Blijft hooger… . ,, 19.005
Van de onder ‘de tweede groep opgenomei midde-
len zijn
lager
geraamd:
in duizend. guld.
Leges…………………………….
300
Aandeel van de Wed. Oost-Indië in de
renten en kosten van de Nationale Schuld
120
Rente van kasvoorschotten aan Nederl.
Oost-Indië ……………………….
2.250
Rente van kapitalen verstrekt aan het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en
Telefonie …………………………
132
Uitkeering van premiën door evengenoemd
bedrij.f …………………………..
1.149
Inkomsten uit den arbeid in gevangenissen
en Rijkswerkinriehtingen …………..
521
Bijdragen voor het volgen der lessen aan
de Rijksuniversiteiten ………………
213
Bijdragen van gemeenten in kosten R.ELB.S.
143
Aandeel Nederlandsch Oost-Indië in kosten
van den Marineluchtvaartdienst ……..
100
Teruggaaf wegens het aandeel der ten be-
hoeve van het Leeningfonds 1914 geheven
opeenten in de kwade posten der directe
belastingen
……………………..
2.000
Bijdragen laudsdienaren in eigen weduwen-
en weezenpensioen ………………..
3.101
Opbrengst der boeten en verbeurdverkla-
ringen bij de belastingen, enz………..
140
Opbrengst van verkochte Rijksgoederen, enz.
600
Bijdragen in de kosten van aanleg en onder-
houd van landswerken …………….
340
Teruggaaf van uit de Staatsbegrooting be-
streden kosten der Rijkspostspaarbank
365
Aandeel van de gemeenten in de verhoogde
subsidies aan de Werklooszenkassen in-
gevolge het Werkloosheidsbesluit 1917.
625
Daarentegen konden
hooger
worden geraamd:
in duizend. guld
Aandeel winst Nederlandsche Bank ……
2.083
Rente kasvoorschotten aan Suriname en
Curaçao…………………………
118
Rente voorschotten ingevolge artikel 33 der
Woningwet……………………….
1.500
Rente voorsch. aan leg drinkwaterleidingen
265
Rente van voorschotten aan vreemde mogend-
heden…………………………..
6.000
Consulaatrechten
100
Grif fierechten ……………………..
390
Baten, voortvloeiende uit het beheer van het
Universiteitsziekenhuis te Leiden ……
114
Teruggaven door gemeenten en bijzondere
lagere scholen van hetgeen door hen volgens
de wet tot regeling van het Lager Onder
–
wijs 1920 te veel is genoten …………
840
Aandeel Nederlandsch Oost-Indië in den
vlootbouw……………………….
2.459
Teruggaaf door provineiën en gemeenten wegens het aandeel der niet ten behoeve
L
in duizend. guld.
van ‘s Rijks kas geheven opeenten in de
kwade posten op de directe belastingen
600
Kosten van vervolging tot invoering van
belastingen aan de schatkist vervallen .
200
Andere ontvangsten het Departement van
Financiën betreffende ………………950
Winst van het Staatsbedrijf der Posterijen
“Telegrafie en Telefonie …………….o.561
–
Baten, voortvloeiende uit het Staatsmijn-
–bedrijf …………………………..3.718
Baten, voortvloeiende uit de keuring van
,yoor invoer beste?nd vleesch …………500
qitkeeringen aan het Rijk ingevolge de
Woningnootwet 1918 ………………150
Van de
buitengewone uitgaven
vinden hier vermel-
ding de kosten van de kanalisatie van de Maas in
Lirn-
burg, waarvoor
f
4.575.000
is uitgetrokken, Je aanleg
van scheepvaartwegen c.a. in Zuid-Limburg met
. 800.000
en verbetering en uitbreiding van de havens
.te Terneuzen met
f
400.000.
Of liet voor Zuid-Limburg uitgetrokken bedrag
‘allen, die zich voor een snelle ten uitvoer legging der
1
voor deze streek ontworpen kanaalpiannon hebben
.ijitgesproken, bevredigen zal? Ook te Vlissingen za
men wel teleurgesteld zijn. Vermelding vidid3n voorts
nog diverse voorschotten in vei-band met lea woning-
bouw ten bedrage van.f
34.850.000.
De belangrijke beschou.wiugen over het tekort 01) den gewonen dienst en de fiiiancieele vooruitzichten
op blz. 12 e.v. der Nota, laten wij hier volgen.
11)
Dit tekort op den gewonen dienst van ruim f15 nijl-
lioeii geeft den toestand echter nog niet geheel juist weer.
Vooreerst is in cle begrootingen nog niet verwerkt liet
isultaat vii dc niet :1 Januari 1925 itt w’erking tredeude
ialarisregeliiigen. De berekeningen in cle thans ingediende
;
ontverpen steunen nog op den toestand .zooals deze pel
1
October as. zijn zal, nl. op eene korting van 10 pCt. op
de salarissen’ volgens de regeling vervat in liet Bezoldi-
gi ngsbesluit Burgerlijke Rijksantbtenaren 1920
(Staatsblacl
No. 37).
‘Hoewel eenee nauwkeurige becijfering van de besparingen
die van de nieuwe salarisregelingen liet gevolg zullen zijn
6p
dit
oogenblik nog niet kdiii worden verstrekt, kan toch niet voldoenden graad. Van zekerheid worden gezegd, dat
door (Ie tegelijk met de Memoriën van Antwoord in te (lie-
IielL Nota’s van Wijzigingen het tekort
01)
den gewoiicii dienst tot f8,5 millioen zal worden teruggebracht.
Bovendien is van cle toepassing vaii de ii ieuwe salaris-
iegelingen voor liet personeel der Posterijen, Telegraf ie cii
1
1
elefonie eene verhooging van het geraamde winstcijfer van
dit Staatsbedrijf met rond f 700.000 te verwachten waar
dpor vorengenoenid tekort dmdt tot rond
f S
inillioen.
Anti den anderen katit zal echter de Minister van Arbeid
bij afzonderlijk voorstel ongeveer 12 millioen guldcii moe-
ten aanvragen als Staatsbijdrage aan liet Onderclomsfoitds tea behoeve van de V. 0. V., zoodat ten slotte het tekort op
den gewonen dienst voor het jaar 1925 op
f
20 niillioeii
moet worden gesteld.
Tot dekking van het hierboven genoemde tekort zijn hij
de Staten-Generaal bereids een tweetal wetsontwerpen anti-
li:iiigig gemaakt; n.l. een ontwerp tot vaststelling eener
iiieiive Tariefw’et en een oiitwerp tot verhooging van den
:ecijtis op tabak. Aangezien van deze ontwerpen eene verhooging der niid-
deleic niet
f
20 millioen kan worden verwacht zal, itidieti ze tijdig tot wet worden verheven, als een gevolg daarvan
]pt tekort
O)
den gewonen dienst 1925 vollcdig gedekt zijn.
Hieraan wordt niet tekort gedaan door de onistanclig-
heid, dat op de storting van
f
18,5 millioen in het Invali-
(Iiteitsfolids ook voor 1925 niet gerekend is. Eene voorloo-
‘iige berekening dier storting toch heeft uitgewezen, dat
liet gedurende enkele jaren achterwege laten daarvan niet
Inoodig zal maken, dat deze stortingen in latere jaren zul-
loii moetei.i w’orden veilioogcl of in tijdsduur verlengd.
Uit den aard der zaak zullen die stortingen echter later
geheel of gedeeltelijk hervat moeten w’orden en clan, als
voorheen, ten laste vals den gewonen dienst komen,
doch
extra voorzieningen daarvoor zullen, indien geen bijzondere tegenspoed optreedt, niet meer noodig zijn.
Immers deze
zijn
reeds getroffen. De in don loop van liet
beëindigde zittingjaar tot stand gekomen herziening der
Lageronderwijswet zal toch geleidelijk een. ongeveer gelijk
bedrag aan besparingen opleveren, terwijl er voorts teit
overvloede op gerekend mag worden, dat het tekort op de
820
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
spoorwegdiensten, waarvoor onder de uitgaven voor 192i
10g
f
S niillioen voorkomt, ja 1926 de begro6tiug iiiet meer
(lru]ckeu zal. De uit deze beide aangelegenheden voortvloei-
Cfl(1e verlaging der iiitgaveii zal, naar veilig mag vordell
:ai•igenomen, opvegei:L tegen cle verliooging, die ontstaan zal
(.!ooI• het hervatten dezer stortingen. .
Geconstateerd niag dan ook w’orden, dat het – als (le
heide l)ovengenoen(le aanliang.ige WetSoIItVer1)e1t aatigeno-
iHOTI
zijn – gelukt zal zijn oin liet otiniiddellijk (lreigell(le
gevaar voor outreddering van s Lands financiën af te vei-
dcii. .Dat hiervoor, niet inbegrip valt de bovengenoemde
f2()
niillioeii een bedrag van ongeveer
f
32 millioent aan nieuib
lieffitigen nooclig was betreurt ook de Regeeriug, maar dit
was, hij een te dekken tekort van ongeveer f130 millioen
of, indien men de
f
1S,5 millioen storting in het Invali-
ibteitsïoiicls buiten rekening laat, van ongeveer
f
112 mii-lioen, onveimijclelijk.
J-[et sluitend maken der begrooting is voorts niet ver
–
kregen kun net worden zonder doorvoering van de door iie
]tegeeri tig slechts noode ondernomen ver] agi ng der ambte-
lijke salarissen en bonen, terwijl een sterke besnoeiing va?1
uitgaven, die men in gewone tijden ongetwijfeld met mi’
more hand zon hebben toegestaan, mede onvermijdelijk bleek.
hlet name i’a]t hij dit laatste ook te denken aan het niet
ter hand neinen van ii ieiiwe openbare werken en aan lief
in matig tempo voortzetten van zoodanigë werken, waal;.
nice hereids een aaliviing geiiiaakt was. Ook hier heeft men
zich – gelijk op zoo menig ander terrein – tot liet vol-
strekt onontbeerlijke minimum moeten beperken.
:rl:oezeer de l{egeer
j
ng meent, dat het verkregen resul-
taal; – na aa g
nnemin van de beide ontwerpen tot dekkiii
van liet voorsb:inds nog aanwezige tekort van f20 mi]’
liocu – tot eenige voldoening mag stemmen, tegelijk mag
zij niet nalaten met den meesten nadruk te ivaarschuweii
tegen eert mogelijke opvatting, als zon thans een normale toestand in s Lands financiën zijn teruggekeerd.
Vooi’eerst valt te wijzen op het normale en dus onvei
inijdelijke neeres van sommige uitgaven, wanirtegenovei
voorshands alleen (ie voorgenomen bezuinigingen
01)
(le tin
1
‘
ii tai re departeniietitcu kun ii cii worden gesteld.
J)au moet gewezen worden op dcii steeds stijgeuden pen’
siw.mlast iii .1924
f4
millioen meer dan in 1 923en in 1925
veer /5 nuhhioen meer dan in 1924. Wetsontwerpen tot ho-‘
tengeliiig van die stijging zullen eenlangaan. cle Staten–
t eiieraal vordeii toegezonden.
ln iindel ijk trekt ile sterke stijgi lig van ilooiclstuk VI EX
le aai
1(1
ach t, welk hoofdstuk voor 192.
5
) met
11
jet ni in dci- dal
.1-
14 niillioen verhoogd is moeten worden.
Die stijging houdt voorloopig nog aan lIet dienstjaar
1924 zal op dcii gewoilen dienst zooals iiieL-voor (zie pag:
81.7 – lIed.) werd aniligegeveil – ccii tekort van
f
25
rL
f
$9
niiil ioen opleveren Daarbij komt aan buitengewone uitgaven
– voor zoover er geenerlei inkomsten tegenover staan –
ccii bedrag van
f
20 milhioen. Voegt men daarbij dan dè
uitgaven, voor don hiuitengewonian dienst in 1925, eveneens
tin aftrek der inkomsten, dan za] dus voor dcii dienst der
1
Nationale Schuld na 1.925 op eene niet geringe stijging dci uilgaven te rekenen vallen. Eii wel mag daartegenover wellicht op eenige stijging der
iii iddelen worden gerekend, maar op meer dan een eveu-
iviclit tusschen de stijging der uitgaven en die der iiikom_; sten valt toch voorshands niet te hopen.
Wil men dus – en de Regeei-iitg acht dit onaîwijsbarc’
eiscli – kunnen komen tot eene verlaging van sommige
‘oor de volkswelvaart al te drukkeucle heffingen, dan zal ook iii de komende jaren met niet rustenden ijver moeten
iordcti gestreefd naar verdere verlaging van uitgaven. –
Pc di-uk der publieke lasten is een emnstige beleinmniening
‘oor de geleidelijke ontwikkel 1 ug der algemeene volksvel-
vaart, het cijfer der uitgaven voor den Staatsdienst in vel–
liouiliig tot de draagkracht der bevolking v5l te hoog.
Beliep het bedrag dat in 1.910 hier te laude per hoofd der
bevolking aan belastingen voor Rijk, provincie en gemeen te werd opgebracht
f
33,24, ii:i 1921 w’as dit cijfer tdt
139,20 gestegen, dus meer daii verviervoudigd.
Blijft dus het streven …inn verlaging van uitgaven op
liet eerste plan, is dit het meest noodzakelijke, daartievens –
zal ook naar een betere verdeeling tussehen de directe en
indirecte bcliisti ogen gestreefd moeten w’orden. Reeds is in1
die richtinig liet een en ander gedaan de heide thans nog
ainnhangige ontwerpen tot versterking der middelen doen
een tweede schrede int die richting, terwijl een derde wordt
voor lie re i cl. –
De .Regeei-i lig
IS til.
voornemens de indiening v;ui een
ontwerp tot lief fing eener belasting op weeldo-verteringen
te bevorderen cii zal -deze vergezeld doen gaan van ont-
werpen tot vermindering- van :sornmige. al te clrukkend.e di-
i.ecte belastingen. Door beide mnaati-egelen: voortgezette
vei’haging van uitgaven en wijziging in het belastingstel-
sel hoopt de Regeerinig er toe te kunnen bijdragen, dat i’eer
betere voorwaarden voor den opbloei van
ii
eco7omisch
leven verkregen worden. –
Daarna volgt nog een uiteenzetting omtrent dan
stand der kas en de crisisuitgaven en ‘haar dekking.
Uit de eerste biij].:t, -dat op ii. Sept. 1.1. de niet dooi’
tegcnvorder.i.ngeia gedekte en dus zuiver ten beheve
vai:i. ‘s Rijks huishouding aaiigegan.e vlottende schuld
per saldo t.
,
o,ii(1
1.2.15
millioen hed;oeg. –
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE DUITSCHE REICESBAE1N-GESELLSCIIA1]’T.
Dr. Walter Greilin.g te Hamburg schrijft ons
Van de wetsontwerpen n.a.v. de Londe.usche confe-
rentie behoefde alleen dat over de Duitsche spoorwe-
gen een meerderheid van V3 voor zijn aanneming. De
beschikking over de spoorwegen scheen den wetge-
vers te Weiniar van zoodan-ige -beteeken:is, dat
zij
het
beheer -der spoorwegen door het Rijk en de invoeging
van de epoortvegbegrooting in de rijksbegr-ooting in
artt. 89 en.
92
der Rijksgron.-dwet vastlegden.
Op
de
conferentie van Londen kwam men tot overeenstem-
ming over een grondwetswijziging, hoewel men door
handige formuleeri.nt.g en ‘door staatsrechtelijke inter-pretat:i.ekunsf, deze z-eer goed had kunnen vermijden.
Men wilde echter, dat juist bij dit gewichtigste be-
standdeel van het geheele herstelplan zoo -breed mo-
gelijke’kririgen van het Duitsche volk zichh openlijk
achter de resultaten der conferentie van Londen
schaarden. – –
Gedurende het moratoriwn is het betali.ngspian der
deskundigen bijna uitsluitend gebouwd op de Duit-
sche spoorwegen en in de normale jaren voor een
groot deel. Geduren cle het eerste jaar van het des-
kundi.genplan komt de geheele som, die Duitschiand
zelf en niet door een buitenlandsche leening opbrengt,
uit -de spoorwegen; in het tweede jaar voor 90 pOt.;
in het derde jaar voor
10 pOt; –
in het vierde onge-
veer voor 60 pOt. en in het normale jaar voor ongeveer
40 pOt. Van -de stortin-gen van het tweede jaar wor-
den
500
‘millioen Mark gevonden uit den verkoop van
preferente spoorwegaandeele.n,
595
millioenn Mark ui.t cle rente ‘der spoorwegobligatiënt en
125
millioen Mark
uit de rente der -industrie-obligatiën. In het normale
jaar moeten ‘de spoorwegen voor eigenlijke herstel-
cloeiencheu 660 millioen go’uidmark als rente der
spoorwegobligaties en
290
milli-oen goudmark als
verkeersbelasting opbrengen. i)aarbij komt ii og
ongeveer 140 miilioen mark als rente op de prefe-
rente aandeelen. Op de Duitsche spoorwegen is de
hoop der hersteischuideischers gebouwd, dadelijk groo-
tere bedragen der herstelschulden te realiseeren, waar-
naar zij ter ontlasting vkn hun staatsbegrooting, zoo-
wel ter prikkeli-ng ‘vnui de conjunctuur -hunner volks-
hui shoucling i’eikhalzend uitzien.
Met deze hoop der herstelschuid-eischers bouwt zich
op de Duitsche spoorwegen de hoop der ivereld op,
dat met de enorme- kapitaalverschuiving door over-heveling der milliardenbedragen uit de met kapitaal
overve.i’zadigde gebieden van Noord-Amerilca naar het
kapitaal-arme Europa een hiieuwe p-hase in de wereld-
huishouding zal inzetten. De 1.1 ‘milliard spoorweg-
obligaties zijn. -het; naast de eerste helft van de 5 mii-
hard beloopende industrie-obligaties, die den age.nt
voor de herste]betai.i.n-gen als middel voor deze kapi-
taaisoverdracht in grooten stijl onmiddellijk ter be-
tchikki.ng staan.
Taak van de nieuwe spoorwegwet was het herstel-
plan de nood.ige zekerheid te verieenen. Haar uitslui-
tende taak was dit echter niet. Als zekerheid voor de
hersteibetalingen uit verkeersbelasting en als onder-
pand der spoorwegobl-igaties zou de hersteihypotheek
-op de terreinen met opstallen en het roerend vermogén
der Dui.tsche spoorwegen voldoende geweest iijn, inn-
dien men slechts de executiem-ogelijkheid der hypotheek
in afwijking van het Duitsche hypotheekrecht door
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN
821
een bijzondere wet met allerlei anvul1ende verpach-
tings-,,verks- en dergelijke clausules had vastge
legd. Iii nrniaie vredesjaren leverden de Duitsche
spoorwegen een zuivere winst van ongeveer 1 milliarcl
Mark op.
1)
1)aar de jaariijkscho opbrengst uit de
spoorwegen volgens het deskundigenrapport 950 tot :1.050 ni:il]ioen Mark bedraagt, zou ook zonder een
vijzigtng in liet beheer der spoorwegen deze last op-
gebracht gewordon zijn, doch het deskundigen plan
schrijft uitdrukkelijk een wijziging in de Duitsche
spoorwegpolitiek voor ,,een volledige breuk met de
oud ver1everingen”. In bijlage III bij het rapport
wordt geëischt, ‘dat de spoorwegen als commercieele
onderneming ‘zullen worden gedreven en niet meer als
vroeger in de eerste plaats uit volkshuishoudkun.dig
gezichtspunt, bij welk laatste de bevordering der eco-
.nomische ontwikkeling en de begunstiging van den
I)uitsche.n export vooropgingeri en de verkrijging van
overschotten daarna kwam.
De nieuwe spoorwegwet brengt met de omzetting
der Reichshahn in een naamlooze vennootschap met
een zelfstandig bestaan do scheiding tusschen spoor-
‘veg1eiding- cii administratie en den Staat. Aange-
zien het daarbij moeilijk viel de souvereine macht
van Duitschland over zijn spoorwegen en de beschik
kin gsrnacht over
zijn
volkshuishouding te handhaven, *
beheipt, de wet ‘zich ormede, niet den eigendom der,
spoorwegen aan de maatschi.ppij over te dragen, doch.
slechts het exploitatierecht en ook di.t slechts tot
31 December 1064. Op dit tijdstip moeten de op het
spoorwegve.rmogen drukkeude herstelsehulden en de
door de maatschappij uitgegeven preferente aandee-
leri zijn afgelost. Vindt de aflossing sneller plaats,
dan wo:rdt de duur van het exploitatierecht dien-
overeenkomstig hekort; duurt de aflossing langer, dan
wordt ook de termijn van het exploitatierecht ver-
lengd. De overdracht van, het exploitatierecht sluit.
de beschikking over het in eigendom aan het Rijk
blijvende spoorwegvermogen, voor zoover het de ge-
wone uitoefening van het
bedrijf
betreft, in zich en
verder de overdracht van de totale bedrijfsvoorraden,
banktegoeden en kasmiddelen. Het exploitatierecht
kan door de maatschappij zonder goedkeuring van
hot Rijlc en den Treuhïinder niet verder worden over-•
gedragén. De maatschappij kan echter voor het slui
–
tea va.n eigen lee.ningen deelen van het spoorwegver-
mogen verpanden, gelijk dit in de toelichting
bij
het
ontl’erp, deel T 3 F in het bijzonder naar voren wordt
gobracht. Het exp]oitatierecht is een. monopolie der
Rijk’sspoo:rwegmaatschappij. Het strekt zich automa-
tisch over alle baanvakken uit, welke het Rijk in de
toekomst mogelijkerwijs verkrijgt. De maatschappij
heeft bovendien het recht het spoorwegnet yan het
.Duitsche Rijk door aanleg van nieuwe baanvakken
te vergrooten. en spoorwegtechnische wijzigingen aan
te brengen. Bij fundamenteele veranderingen heeft
zij echter •dè toestemming der Rijksregeering noodig. Aan den anderen kant kan deze de maatschappij bouw en in hedrjfsteli.i.ng
van nieuwe baanvakken voor het
algemeen verkeer opleggen. Voor het geval de door
de Rijksregeeriug geëischte baanvakken geen vol-
doende opbrengst opleveren, of andere reeds bestaande
trajecten concurrentie aandoen, kan de maatschappij verlangen, dat bouw en bedrijf dezer baanvakken op
kosten van het Rijk plaats vinden en het Rijk haar
bovenden de daardoor ontstane verliezen betaalt. ‘De wet schrijft voor, dat de maatschappij het bedrijf met
inachtnemtng van, de belangen der Duitsche volks-huishouding volgens corumercieele methoden moet
uitoefenen. Aan de maatschappij wordt de plicht op-
gelegd te zorgen voor de veiligheid der bedrjfsuitoefe-
ning, goed onderhoud en verdere uitbreiding van iol-lend materieel en weg en werken volgens de behoef-
ten van het verkeer en den stand van de techniek
‘) Het overschot bedroeg in
1910 921
millioen Mark;
in
191.1 1055 millioen Mnrk; in
1.912 1058
millioen Mark
c in
1.913 997
inillioen Mark.
van het oogenbiik. Deze bepaling kan in verband
met het recht van toezicht der R’ijksregeering aan-
leiding tot meeningsversehillen geven en tot proces-
sen tusschen maatschappij en Regeoring voor de nog
te schetsen bijzondere rechtbank, terwijl zij verder tot
arbitrage kan leiden. De Rijksregeering zal belang
h’èhben
hij
een zoo hoog mogelijk opgevoerde technische
ûi trusti i:ig, cle maatschappij daarentegen
bij
de ver-
mijding van alle niet onmiddellijk noodzakelijke ‘uit-
gaven. Evenals bij de tariefbopaling ontbrandt hier
cl.e strijd tussche.n de, tegenov’er elkaar staande volks-
huishon dkundige en commercieel e principes.
i De ,,Geselischaft Deutsche Reichsbahri” is een
aam1ooze vennôotschap zonder algemeene vergade-
ring.
Zij
heeft slechts twee organen, directie en raad
vn commissarissen. Het kapitaal ‘bedraagt 15 .rnil-
lard Mark, waarvan 13 milliard gewone aandeeleri
zjjn, dié ten name van het Duitsche Rijk of de Duit-
sche landen zijn gesteld en waarover slechts met toe-
stemming van den Rjksraad en een meerderheid van
% in den Rijksdag kan worden beschikt. De andere
twee mil]iarcl zijn preferente aandeelen en luiden aan
toncler, terwijl zij een preferent dividend van 7 J)C)t.
dragen. 500 rnLllioen worden ter betaling ‘van het
h
1
erstel in het tweede jaar van het Daves_plan ten
gunste der Rijksregeering verkocht. 1500 millioe:n
worden doo’r de maatschappij geleidelijk aan ter be-
vrediging van haar eigen kapitaalhehoeften in het
verkeer gebracht. De deskundigen schatten de totale
aardo der Duitsche spoorwegen op 26 milliarci Mark.
15 milliard hiervan zijn derhalve in aandeelen. vast-
gelegd, terwijl 11 milliard in den vorm van obliga-
tiën worden gemobiliseerd. Slechts de helft der waar-
de, ni. 11 milliard obligatiën plus 2 milliard prefe-
rente aandeelen, kan voorloopig in buitenlaridsche
‘handen overgaan en álechts ongeveer % is voor her-
stelcloeleindéh benoocligd.
De mac’htbverhoudiiïgen binnen de ,,Geseilschaf t
1)eutsche Reichsbahn” zijn volgens de overeenkomst
‘an Londen voor Duitschland gunstiger dan volgens
liet plan der deskundigën. Invloed op cle maatschappij
hebben behalve de , aandeelhouders, dat ‘zijn dus de
eigenaren der preferente aandeelen en de Rij ksregee-
ring als eigenares der gewone aandeeibn, de Treu-
bunder van de spoorwego’bligaties, als hoedanig de
Franschman Lefèvre zal optreden en de door de bui-
tenlandsche leden van den raad van, commissarissen
gekozen spoorw’egcommissaris, hetgeen de Belg
Delacroix zal worden. Het wets’ontwerp bepaalt op
grond Van de Londensche overeenkomst, dat de pre-
sident van den raad van commissarissen en de direc-
Leur-generaal Duitschers moeten zijn, terwijl deze vol-
gens het deskuudigenrapport ook buitenlanders kou-
deii zijn. Eveneeiis möeten de vertegenwoordigers der
preferente aandeelen in den zaad van commissarissen
Duitschers zijn. Het deskundienrapport liet ‘hier de
oplossing toe, dat in d’en raad van comm:issarissen
5 Daitschers en 13 buitenlanders zitting konden
nemen. Ook cle rechten van den .spoorwegcommissaris
zijn eenigszins beperkt. Het recht, hot Duitsche spoor-
wegvermogen te verkoopen is hem ontnomen.
De eigenljlce leiding der maatschappij in alle prin-
cipieele kwesties ligt iii handen van den raad van
commissarissen; het loopend beheer in di.e van de
directie. Commissarissen benoemen den directeur-
gen eraal en de .hoogere beambten op voordracht vap
1
den directEiurgeneraal. Zij stellen begrooting, balans,
‘verlies- en rwinstrekening op, bepalen de wis’tverdec-
ling, 7oowel als de belegging der vlottende middelen,
de financieele politiek, de loonpolitiek, terwijl de
goedkeuring van ‘alle kapita’alsuitgaven bij hen be-
rust. De ‘directie bestaat ui,t don directeur-generaal
en verschillende directeuren. De raad van commissa-
rissen. is aldus de machtspositie, van waai’nit de Spoor-wegen worden gecontroleerd.
Hij
bestaat uit 18 leden, waarvan er 9 door den Treuhiinder voor de ‘herstel-
obli.gaties, 4 ‘door de houders van preferente aandee-
len en ‘de overigen door_de Rijksregeoriug worden
822
ECONOMISCH-STAflSTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
benoemd. Zoolang de prferente aancieelen nog niet
zijn uitgegeven benoemt de Regeering ook de com
–
missarissen, die deze aandeelen vertegenwoordigen.
Staken de stemmen, dan geeft die van den president
den. doorslag. Deze moet jaarlijks met een meerder-.
held van % gekozen worden uit de leden, die cle pre-‘
ferente aap dee.lhouders vertegenwoordigen. AaingèL
de president een Duitscher moet zijn kuiine’
in den raad de Duitsche stemmen niet worden over
stemd. Do vertegenwoordigers der nationale souve-
reini.teit over de spoorwegen hebben dus in den raa’d
de meerderheid, doch hiermede is nog niet gezegd,
dat ook de vertegenwoordigers van het volkshuishoucl-
kundig beginsel de meerderheid hebben. De 5 vei-
tegenwoordigers der Rijksregeering zullen de beiar-
gen der volkshuishouding in ieder geval voorstaan,
doch bij de
4
Duitsche vertegenwoordigers •der pr’
ferente aandeelhouders zal wel het commercieéle pri’
cipe overwegen, zij het uit belang bij een supei
dividend, zij het uit prvaat_economsch belang, aan
gezien de preferente aandeelen de invalspoort rijp
van de kapitaalgroepen en inciustriebelangen, ort
invloed uit, te kunnen oefenen op cle spoorwegen. i)
9
vertegenwoordigers der herstelobligaties zijn n
tam lijk
it
priori op de grootst mogelijke rentabiliteit bedacht, teneinde begunstiging der Duitsche concui
renti.e door lage tarieven te verhinderen. Aangezie
cle president van commissarissen en de directeu,
generaal door -den raad van commissarissen met meerr
dorheid van % (dus ook tegen de stemmen der 5 re
geen ngsvertegenwoordigers in) gekozen worden, zul-•
ien zij waarschijnlijk eveneens vertegenwoordigers van
het extreme commcrcieeie principe zijn. De macht
verhouding in de maatschappij valt derhalve geheel
ten gunste van cle commercieele beginselen uit. Slechts
in zeer gewichtige voikshui shoudkundige kwesties,
wanneer de nationale souvereiniteit wodt geraakt,
zal. de Dui.tsche meerderheid zich ten gunste van het
voikshuishoudkun di g tbeginsel doen gelden.
Ii
Op de machtsverhoudingen binnen cle maatschappi
werken echter van buiten de instanties in, welke het
recht, hebben mede te beslissen over cle spoorwegpoli
tiek. Dit zijn de Rijksregeering, die als toeziewle auto-
riteit zekere iechten heeft; cle Treuhiinder der spoor’-
wegobligaties, clie echter geen direct werkend reclt.
heeft en de spoorwegcommissarLs. Het recht van toe-
zicht der
Rijlnsregeering
bestaat in het toezicht op
cle veiligheid van bedrijf en cle vervulling der ver-
keersbehoeften, in de goedkeuring van een stopzetten van belangrijke lijnen of stations, de goedkeuring van
alle fundamenteele vernieuwingen en technische ver-
anderingen en van de verwerving van andere onder
:nemingen en de deelneming daaraan. Het bestaat
verder in de medewerking hij de tariefpolitiek en hij
de samenstelling van de dienstregeling. Een gewich-tig recht van cle Rijksregeering is ook dat tot defini-
ti.eve goedkeuring van de overeenkomsten, welke de
maatschappij met vreemde Regeeringen sluit. T-let
recht van toezicht der Rijksregeering is de belangrjk
ste positie, die het vo]kshuishoiidkundig beginsel bij de toekomstige spoorwegpolitiek in neemt. Daartegenover
heeft het commercieele principe waardevolle bondge.,
nooten in den Treuhiinder en den spoorwegcommis’
saris. Op zijn minst deden beide de opvatting van
het deslcun.digenrapport over de Duitsche spoorweg-
politielc.
Zij
zullen onder den invloed van het belang
van hun eigen land tegenstanders van het andere’
principe hij de Duitsche spoorwegen zijn. De
Treu
hiinder
vertegenwoordigt de obligatiehouders bij de
maatschappij en heeft te zorgen, dat zij het hui toe,-
komende ontvangen. Hij heeft echter op de maat-
schappij slechts indirecten invloed door middel van,
zijn henoemingsrecht van 9 commissarissen: Aange-
zien deze zeer goed worden hezoldigd en vrij reizen
hebben, heeft de Treuhiinder waa.rdevolle posities te-
vergeven en kan hij zich daarbij een belangrijken in-
vloed verzekeren. De
spoorwegcommissaris
heeft zeer
uitgebreide en ingrijpende rechten, die echter eerst in
hun voilen omvang in ‘erking treden, wanrieer de her-
stelbetalingen gevaa:r loopen. De co.missaris ont-
vangt jaarlijks van de maatschappij een bedrag in eens
ter bestrjcl ing van •de kosten van zijn bureau en zijn
personeel.
Hij
heeft met zijn, personeel vrij reizen
en krijgt van cle maatschappij een aantal daartoe ge-
eigende vertrekken voor de inrichting van zijn clieisl;.
De commissaris heeft een onbeperkt iecht van
enquête en kan zonder stemrecht te bezitten alle zit-
tingen van den raad van commissarissen en commis-
sies daaruit bijwonen.
Hij
kan weg en werlcen en het
materieel bezichtigen en alle berichten, overzichten
en documenten opvorderen, clie hij noodig meent te
hebben,. Hij kan bij den directeur-generaal bezwaar
maken tegen iederen maatregel op het gebied van den
bouw en het bedrijf de tarieven, die volgens zijn
meening het recht der obh.gatieschuldeischers of de rentebetalingen in gevaar brengt. Wordt op zi.jn be-
zwaren geen acht geslagen, dan kan hij een uitspraak
van den raad van commissarissen daarover uitlokken.
De commissaris kan den directeur-generaal bij den
raad van commissarissen voor ontslag voordragen
wegens overtreding van de statuteh der maatschappif
of het niet uitvoeren van de voorschniftèrt van» com-
misarisseo. Raakt de maatschappij met haar herstel-
verplichtingen achterop, dan verkrijgt de commissa-
ris uitzonderingsbevoegdheden. Deze gaan zoo ver,
dat hij de tarieven verhoogen, uitgaven verbieden en.
den directeur-generaal afzetten kan. Is na een ter-
mijn van 6 maanden het onbrekençle bedrag nog niet
gedekt, •dan kan hij in overeenstemming met den
Treuhiinder roliend materieel en andere op het oogen-
blilc niet onontbeerlijke zaken der Rej.chsbahn, bene-
vens onroerende goederen verkoopen. Hij kan zelfs
de spoorwegen onder – zijn eigen leiding stellen. Na
voorafgaande beslissing van den scheidsrechter kan
de commissaris – het exploitatierecht der spoorwegen
geheel of ten deele verpachten.
Maakt de commissaris gebruik van zijn uitgebreide
bevoegdheden, dan zal hij wei steeds in conflict met
het recht van toezicht der Rijksregeering komen en
de scheidsrechter zal over zijn maatregelen een be-slissing hebben te treffen. Deze laatste, waarop ook
door de Commissie van Herstel of een geallieerde
Regeeri ng een beroep kan wordn gedaan, moCt door
don dan zitting houdenden president van het Inter-
nationale Gerechtshof benoemd worden en desge-
wenscht burger van, een. neutraleir staat zijn. Twist-
punten tusschen de Rijksregeering en de maatschappij
icunnen slechts in bepaalde uitzoiideningsgevallen voor
den scheidsrechter komen. Voor hen wordt een bij
–
zondere Duitsche rechtbank bij het Rijksgerechts-ho
opgericht. De rechter wordt voor vijf jaren op voor-
dracht van de Rijksregeering en de maatschappij
aangesteld.
De bedrijfsuitoefening der nieuwe maatschappij zal
van de huidige spoorwegexploitatie fundamenteel ver-
schillen. Têrwijl tot dusverre de spoorwegen gelijk
de staat volgens een begrooti..ng en volgen.s ontvang-
sten en uitgaven huishielden, moeten zij thans een
balans en verlies- en winstrekening opstellen. Voor
de financieéle gesti.e der maatschappij
schrijft
de wet
de volgende aanwending der .bedrjfsoverschotten voor:
in de eerste plaats voldoen aan de rente- en aflos-
singsverplichtingen der herstel-hypotheek, vervolgens van dèn overigen schuldendienst. Daarna reserveerihg
van 2 pOt. -der bed rjfeoverschotten ter vorming eener
reserve van 500 millioen goudmark. De dan restee-rende zuivere winst wordt op de volgende *ijze ver-
deeld: in de eerste plaats inhalen van achterstallige
preferente dividenden, in de tweede plaats het prefe-
rente dividend, ten derde vorming eener-bijzondere
reserve ter aflossing der preferente aandeelen, ten
vierde van de rest
Y
3
als siper-dividend voor de pre-ferente aandeelen en % als dividend op de gewone
aandeele.n. –
De Duitsche Reichsbahngesellschaft zal op onder-
geschikte punten nog zeer ingrijpende wijzigingen in
17 September, 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
823
de organisatie van het spoorwegbeheer moeten doen
p1aatvincleri.
Zij
zal echter tientallen van jaren noo-
die hebben, als
zij
de thans heerscheade bureaucratie,
het standsgevoel en •deii ambtenaarsgeest, zoowel als
de
militaire omgangstaal in de administratie door corn-
mercieele opvattingen zal willen vervangen.
Dr.
WAL’l’Ea
GRISILINO.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N
d (Disc. Wissels. 5
24Jan.’24
Zwits. Nat. Bk.
4 16 Juli ’23
Bk BeLBinn.Eff. 5424
Jan.’24
N.Bk.v.Denem.
7 17Jan. ’24
Vreh.inR.C.
6424 Jan.’24
ZweedscheRbk 54 8Nov.
’23
Javasche Bank . .. 34
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23 Bank van Engeland
4 5Juli ’23
Bk. v. Tsj echo-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë. ..
6
27Mei
’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24
N. Bk. v. O’rijk 1512
Aug. ’24
Belgische Nat. Bnk. 8
14Feb.
’24
N. Bk. v. Hong. 1030
Juni’24
Fed.Res.BankN.Y. 3
8Aug.’24
Bank v. Italië.
5411Juli ’22
Bank van Spanje. 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 8
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
disconto
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cali-
1
Part.
1
Prolon-
disconto
gatie
(3 mnd.)
disconto
disc.
money
13 Sept. ’24
28
18_%
3
3%
_
– –
2_(
1)
8-13 S. ’24
2%
4
2
_3
3%
_
–
–
2-%
1-6
,,
1
242%
2-3
3
1-1
–
–
2-3
25-30 A.
1
24
2 ‘_’
2% -3
3%
18
– –
2-%
10-15 S.
1
23
3
–
1
1
3_%
3
‘
1
19
r
1
r
–
–
11-16 S.
1
22
3
1
1
8
%
23
t
%
2%_8/,
– –
4%_5
20_24J1i’14
3
1
/8_auG
2%_3%
2
_%
21
18_%
2
1%_2%
t) Noteering van
12
September
WISSELKOERSEN.
Reeds meer dan twee maanden zijn cle zaken in de
rtieeste i’issets tot bijna niets ingekrompen. Zelfs in de
hooïclwisse]s als Ponden, Dollars en Franken zijn (Ie om-
zetten gering, terwijl de koersen vrijwel op hetzelfde niveau
blijven. J’oiiden i’nren iets vaster en stegen vati 11,61 tot
ruim 11,63, daarentegen varen Dollars
wat
lager. (eopend
op 2,613/
4
, werd Zaterdag voor 2,60% afgedaan. i’arijs steeg
langzaivai vui 13,72 tot ca. 14. De flitctuatie voor België
was nog geringer, 12,96 en 13. Spanje ondanks den tegen-
slag in Marokko eerder iets hooger. Ook Indië vaster,
97% R
3/.
Alleen Buenos Aires veel hooger. Geopend op
893/
4
îc 90, verd aan het einde der week 92% en 92%
l,etaalcl.
13 September 1924.
•
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
Berlijn2
8)
Weenen
S
)
Parijs
)
Brussel
)
New
York”)
8 Sept. 1924
11.614
0.624
0.00364
13.80
13._
2.6Ïa1
8
9
,,
1924
11.604
0.624
0.00364
13.70
12.924
262T9
10
,,
1924
11.624
0.624 0.00364
13.85
12.91
2.61k
11
,,
1924
11.624
0.62
0.00364
13.924
13.01
2.60%
12
,,
1924
11.634
0.62
0.0036*
14.024
13.05
2.6051
8
13
,,
1924
11.634
0.62
0.00364
14.-
–
–
Laagsted.w.’
11.60
0.614
0.00364
13.574
12.85
2.60%
Hoogste,,,,
l
11.64
0.624
0.00374
14.08
13.074
2.6271
8
6 Sept. 1924
11.604
0.624 0.00364
13.724
12.984
4
2.601/
8
4
29 Aug. 1924
11.594
0.614 0.00364
14.024
12.94
2.58
,
Muntpariteitl
12.10
59.26
8)
50.41
48.-
48.-
2.48%
•) Noteering te Anasterda m. “) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2)
Gulden per billioen Mark.
3) Gulden per 100 Mark. 4).Noteering
van
5 September.
D
0
a Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Ch
tiania’)
,
1
Spanje
1)
Batavia’)
te1egrafisd
8Sept. 1924
69.40 43.70
35.85
49.10 34.30
97
(18
9
,,
1924
69.60
44.40
35.85
49.10 34.25
97%…9
10
,,
1924
69.60 44.50 35.90
49.024
34.20
971818
11
,,
1924
69.45 44.25
35.90
49.024
34.30
973/
9
_1/
9
12
,,
1924 69.45
44.10 35.90 49.05
34.35
97_
13
,,
1924
69.45 43.90 35.90 49.10
34.424
97%
7/
L’ste d. w.
1)
69.20 43.50
35.75
48.90
34.15
97(
fl’ste
,,
,,
1)
69.75
44.60
36.-
49.20
34.50
97
1
6 Sept. 1924
69.25
43.70 35.80 49.15
34.20
97%
…5/
29Aug. 1924
68.75
42.25 35.60 48.65
34352
9731
9
2
Muntpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
48.-
100
• Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
2
1 Noteerina van 30 Angustus.
KOERSEN TE NEW YORK.
Data
1
Cal,le Lond.
(in
$
pers)
Cabic Partij
(in ds. p.fr.)
Cabie Berlijn
(in eis per
hilëoen
Mark)I(in
1
Cable
1
Amsterdam
ci,. p. gij.)
13 Sept.
1924
4,4675
5,37
2311
8
38,36
Laagste d. week
4,4262
5,21
2371
8
38,13
Hoogste
,,
,,
4,4675
5,37
2371
8
38,36
6 Sept.
1924
4,4387
5,24
2371
s
38,16
30 Aug.
1924
4,4900
5,40
2371
8
38,70
M:untpariteit..
4,8667
19,30
23,81%
1)
408/j5
‘) in ci. per
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
• Plaatsen en Landen
Noteerings-
eenheden
30
Aug.
1924
1
6Sept.
1924
8j13
Sept. ’24
Laagstelh’oogste
113
Sept.
1924
Alexandrië
–
Piast.
p. £
9734
9716139
973
9791,
6
97
15
1
‘Bangkok….
Sh.p.tical
1110 1110
1110
1110
1110
B. Aires’)
..
d.
p. $
417/
s
42151
42
2
1
8
43
‘/8
43,116
Calcutta
.. ..
Sh.
p.
rup.
1
15
9
1
32
115
13
1
32
1
/
5
18
11581
115
15
1
33
Constantin.
.
Piast.p.
840
822%
805
824
817%
Hbngkong
•..
5h.
p. $
I%
214
18
1
22
2/481
8
21581
8
214181,
6
Lissabon
1)
d. per Mii.
1
9
/
18
119/
33
117133
1211
15/s
Madrid
–
Peset.p.0
33.734
33.79
33.68 33.92
33.70
Mexico
… …
d. per
$
29% 26
25
27
26
Milaan
… ..
Lires
p. £
101k
102
101
1023/
4
10151
8
Montevideo’)
d. per $
43
5
1
8
44
43%
45%
4511
8
Montreal …
$
per
£
4.49h
4.43%
4.42a1
4.4781
8
4.46
Praag
…
…
Kr. p. £
14934
148%
148
149%
14834
R.d.Janeirol)
d. per Mii.
551
0132
59132
5.110
513133
Shanghai
….
Sh. p. tael
3/3/8
3/4%
3/3%
315519
3I418
Singapore
… .
id.
p. $
2/42/
16
2/4
3
j
33
214
1
1
32
2
1
45
1
32
2/4
3
/33
Valparaiso
2
).
pesop.
.
44.10
45.30
41.10
45.10
41.10
Yokohama .-.
Sh.
p.
yen
1/931/
33
1/10
1/917/
33
1110k
119
7
18
* Koersen der voorafgaandedagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N.York
te Londen N.York
13 Sept. 1924… 34
15
/ 6934
15Sept. 1923— 31
12
128 6481
9
6 ,,
1924-
341a/
6871
8
16 Sept. 1922… 358/
5
69%
30Aug. 1924. 301
8
68%
20Juli 1914- 24251
88
54
,
1
8
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 15 Sept. 1924.
t
Activa.
Binnenl.Wis.( H.-bk.
f
100.112.119,47
se
l
s
,P
rorn
., B.-bk.
28.354.042,29
jenz.in disc.Ag.sch. ,, 44.947.759,04
173.413.920,80
Papier o. h. Bui tenl. in disconto … …….
–
Idem eigen portef. .
f
47.608.138,-
Af :Verkochtmaar voor
,debk.nognietafgel.
–
47.608 138,-
Beleeningen
t
ll.-bk.
68.386.836,11
mcl. vrsch. B..bk.
9.883.420 39
in rek..crt.1 Ag.sch. ,, 79.068.790,15
op onderp.
4
–
–
f
157.339.046,65
Op
Effecten……
…
f
153.871.445,66
OpGoederenenSpec.
,,
3.467.600,99
157.339.046,65
Voorschotten a. h. Rijk………
.-. …
….
10.617.005,15
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
._… –
f
56.241.230,-
Muntmat., Goud …
,,
475.269.922,97
f
531.511.152,97
Munt, Zilver, enz. •
,,
11.809.661,55
Muntmat., Zilver…
Effecten
543.320.814,52
Bel.v.h.Res.fonds .
(
5.644.389,37
id.van
1
1. v.h. kapit.
3.969.575,68
9.613.965,05
Geb.enMeub.derBank
5.212.500,-
Diverse rekeningen
,,
96.292.377,58
f
1.043.417.7,67,75
Passiva.
Kapitaal
……
._..
…
f
20.000.000,-
Reservefonds
_. … … …•
…..
._……
,,
5.655.237,53
.Bijzondere reserve
_. _.
……. ……….
,,
8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop….
………
,,
967.446.775,-
Bankassignatiën in omloop……._….
,,
2.019.737,76
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
–
saldo’s:
‘IS
Anderen,,
30.751.406,26
,,
30.751.406,26
Diverse rekeningen
9.309.611,20
/
1.043.417.767,75
Beschikbaar metaalsaldo .
342.678.477,77
Op de
ba8i8 van
215
metaaldekking….
,,
142.634.893,97
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.713.392.385,-
II
824
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 September 1924
NED. BANK 16 Sept.1924.Voornaamste posten in 000.
Ândere Beschikb.
1
Dek-
Data
Goud Zilver Circulatie opeischb.I Metaal- Ikings
[schulden 1 saldo
perc.
16 Sept. ’24 531.511 11.810
967.447 32.771 342.678 54
9
’24 531.511 11.642
977.381 39.341 339.210
53
2
’24 531.511 11.739
999.206 45.708 333.669
52
25 Aug. ’24 531.511 11.834
945.735 52.764 343.047 54
18
’24 531.511 11.499
952.934 55.645 340.696 54
11
’24 531.511 11.178
963.973 55.104 338.275
53
’24 531.511 10.925
982.452 45.697 336.208 53
17 Sept. ’23 581.789 10.333
965.570 36.365 391.048 59
18 Sept. ’22 605.955 8.902
966.944 23.452 416.037 62
25 Juli ’14 162.1
,
141 8.228
310.437
6.198 43.521
1
) 54
1
Hiervan 1
EPapierreke
Totaal Schatkist-
1
Belee-
1
op
hetDivers
Data
bedrag, promessen
1
ningen
1
buiten- ningen )
disconto
Sl
1
land
16 Sept. 1924 173.414
46.000 157.339 47.608 96.292
9
1924 170.252
44.000 157.657 56.358 103.022
2
1924 166.626
38.000 183.887 58.296 108.120
25 Aug. 1924 129.930
–
177.296 67.434 108.112
18 ,, 1924 69.072
–
180.707 69.072 110.610
11 ,, 1924 137.083
–
186.783 76.006. 103.528
4 ,, 1924 138.819
–
193.892 93.694 85.956
17 Sept. 1923 166.243
22.000 136.789 53.290 66.532
18 Sept. 1922 181.727
36.000 110.250 72.473 20.199
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686 20.188
509
1)
Op de basis van
2/5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Saldo
bij Nederi. Bank..
–
–
Saldo bij betaalmeesters..
f
6.863.494,91
f
6.847.655,87
Voorschotop ult. Aug. 1924
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
1
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bel.
,, 40.792.259,05 ,, 81.795.629,60
Voorsch. aan de koloniën
,,105.007.268,66 ,,109.634.598,51
Voorsch. a. h. buitenland
,,217.120.012,16
,,217.293.435,53
Uitbetal. aan rek.houders
t
v. d. postch.- en girod.
,,123.202.788,28 ,,123.688.773,53
Daggeldieeningen
tegen
onderp. v. schatk.papier
Voorsch.doordeNed.Bank
f
14.865.848,94
f
11.100.254,66
Scliatkistbilj. in omloop’) ,,206. 143.000,- ,,206.143.000
1
–
Schatkistprom. in omloop ,,192.750.000,-. ,,195.5 10.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. ,, 44.000.000,- ,, 46.000.000, –
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) …….
.,, 28.666.930,- ,, 28.719.290,-
Door den Postch.- en Giro
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort deel v. h.
tegoed van den dienst . ,,106.558.196,53 ,,106.558.196,53
‘) Waarvan
f
37.056.000 verval en op of na
1
April
1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
6
Sept. 1924
– 1
.
13Sept. 1924′
Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I………._
f
92.422.784,22
f
95.797.000,-
md. Schatk.prom. in omi. ,,102.475.000,-
96.600.000,_L
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.
,,
500.000,-
1.600.000,-
Tegoed van N.-I. bij De
Javasche Bank……..,,
Muntbiljetten in omloop.
45.400.000,-
45.100.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge-
boelt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntionds….
1
»
5.955.000,-
5.055.000,-
Totaal ……
1 f
246
.
752
.
78422
f
245
.
052
.
000
‘
SURINAAMSCHE BANK.
–
Voornaa.mate posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
latie
schulden 1
Circu
Andere 1
–
opeischb. 1 Discont
9 Aug.
1924…
1.169
1.534
718
1.091
381
2
,,
1924..
1.174
1.605
727
1.101
381
26 Juli
1924..
1.168
1.384
964
1.103
375
19
,,
1924…
1.155
1.392
853
1.105
374
11 Aug.
1923..
1.180
1.732
800
1.181
427
25
Juli
1914…
645
1.100
560
735
396
‘.1 OIUILPUBI
ur aÇtiva.
JAVASCHE BANK,
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ont
4
vangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
Andere
1
-.
saldo
Beschj/
schulden
13 Spt. 1924
219.750
267.500
109.500
144.350
6
,,
1924
220.500
267.500
103.000
146.400
30Aug.1924
215.750
262.500
100.000
143.250
9Aug.1924
146.062
64.0
262.628
88.936
141.099
2
,,
1924
154.105
64.823
255.848
107.369
147.072
26 Juli1924
146.547
64.783
253.295
95.628
142.253
19
,,
1924
145.903
64.846
256.053
91.186
142.096
15Spt. 1923
160.860
60.921
264.986
134.080
142.515
16 Spt. 1922
147.722
54.233
270.644
105.641
127.327
25Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842e
iWissels,
1
Vor- –
Dek- Divers
Data
Dis-
buiten
1 Belee-
schotten
reke-
kings-
conto’s
N.-Ind.
1
ningen
1
alh. Oou- nin gen
1)
percen-
____________
betaalb.
1
1
vernem.
tage
13 Spt. 1924
1.600
***
58
6
,,
1924
149.060
1
500
***
60
30Aug.1924
147.040
1
2.3003
*
60
9Aug.1924 37.568
25.255
60.930
549
26.643
60
2
,,
1924 36.500
24.779
67.176
8.498
3
25.318
60
26 Juli1924 36.524
24.775
65.387
4.718e
21.735
61
19
,,
1924 37.463
23.835
69.341
7.534
20.228
61
15 Spt. 1923 38.174
34.841
95.588
7.980
8
31.439
56
16 Spt. 1922 37.306
33.351
103.283
38.517
8
24.417.
54
25 Juli1914
7.2591
6.3951
47.9341
6.446
2.228
44
‘)Sluitpost activa.
2)
Basis
2
16 metaaldekking.
3)
Creditsaldo.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizepden ponden sterling.
Data .
Metaal Circulati
e
Currency_Notes
Bedrag
1
Ooudd.
1
00v.
Sec.
10 Sept. 1924 128.424 124.732 288.761 27.000 244.517
3 ,, 1924 128.403 125.725 289.435 27.000 245.173
27 Aug. 1924 128.315 125.372 288.719 27.000 244.559
20 ,,
1924 128.316 125.119 291.362 27.000 247.456
12 ,,
1924 128.308 129.034 295.578 27.000 251.841
6 ,,
1924 128.309 127.106 298.825 27.000 255.244
12 Sept. 1923 127.648 124.091 285.312 27.000 240.834
22 Juli 1914 40.164 29.317
–
–
–
00v.
Other
Public
1
Other
1
1
?e
1
Data
Sec.
Sec.
Depos. Depos. Reserve
ga
10 Sept.’24 40.758 76.320 10.842 111.396 23.442 19,17
3 ,, ’24 43.658
77.481 10.396 114.897 22.427 17,90
27Aug. ’24 40.998 76.904 17.042 105.392 22.693 18,53
20
’24 42.468 78.317 15.635 109.974 22.917 18,26
12 ,, ’24 42.857
75.410 13.406 108.796 22.031 18,03
6 ’24 43.242 78.137 13.311 110.936 20.951 16,86
12 Sept.’23 47.040 70.166 15.752 106.509 23.308 19,06
22 Juli ’14 11.005 33.633 13.735 42.185 29.2971 5231
8
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Waarvan
Te
goed
Buit. gelv.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
b
buitenland
ajd. Staat
11Sept.’24 5.543.904 1.864.321J 300.923
567.875 23.000.000
4
,,
24I 5.543.855 1.864.321
300.775
567.617 23.100.000
28Aug.’24 5.543.801
1.864.321
300.667
567.079 22.800.000
21
,,
’24 5.543.763
1.864.321
300:554
567.583 22.900.000
14
,,
’24 5.543.744 1.864.321
300.409
567.528 22.900.000
13Sept.’23 5.538.161
1.864.345
294.647
581.126 23.800.000
23Juli’14 4.104.390
–
639.620
Uitge-
B
Rekg. Courant
Wissels
stelde
e ee-
Circulatie
p
#_
Wi
eI
ningen
.
Staat
culieren
3.992.063
9.039
2.834.503 40.314.545 1.775.290
13.005
v
5.123.896
9.058
2.695.277 40.399.150 1.907.169
15.680
‘
4.406.041
9.058
2.703.664 40.034.484 1.983.652
16.146
4.393.003
9.172
2.734.007 40.250.926 1.916.790
12.988
CD
4.510.090
9.174
2.739.388 40.399.968 2.037.112
12.090
2.259.622
.18.345
2.134.610 37.703.655 1.927.467
26.378
1.541.980
–
769.400
5.911.9101
942.570 400.590
17 September 1924
ECONOMISCH.STATIST.fCHE BERICHTEN
825
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
/millioenen Rentenmark/trillioenen Papiermaik.
Data
Metaal
Daarv.
Goud
Waart,.
l
cire.b
b. buitl.
kn’
1
1
Wissels
1
Totaal
Handels-
ISchatklst wissels
8)1
papier
6 Sept. ’24
549
58
89
.1.898
1.898
–
30 Aug. ’24
536 516
77
1.861 1.861
–
23
’24
533 507
68
1.737 1.737
–
15
’24
522 498
59
1.826 1.826
–
7
’24
.516 491
51
1.800 1.800
–
31 Juli
’24
510
484
45
1.798 1.798
–
7 Sept.’23
0,020
490
11
1.850
2
i
278
2
1.5712
23 Juli
’14
1.691
1.357
–
751
1
751
Belee
ningen
4)
Renten-
bank-
scheine
Diverse
activa
Circu-
lat ie
Rekg.
Courant
t
-I
1
Opge-
bij de
IRenten- Partic.5)
Rijken
S
in kas
–
Staat6)
1
bank
44
275 938 1.376
359
297
800
60
237
921 1.392
298 264
800
W
35
390
914
1.129
371
453 800
56
344
940
1.172
335
534
800
55
304 993
1.201
356
443
.800
P
62
268
973
1.211
290
453
800
9
2
–
3702
1.182
2
572
2
3092
–
– – –
1,891
944
–
1)
Onbelast.
2)
In billioenen.
3;
Waarv. in Rentenmark: 31 Juli
973;
7 Aug. 955; 15 Aug. 946; 23 Aug. 952; 30 Aug. 1.052 ; 6Sept. 1.081.
Idem zelfde data: 49; 43; 45; 25; 45; 33.
Idem: 139;
165; 164; 161; 145; 161.
Idem: 114; 129; 176; 200; 108; 126.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden 1 ranes.
Metaal 1 Beleen. Beleen.
Binn.
Voor-
D t
mcl. van te-
van
wissels
aclzot
Circu-
62
a
buitenl. goed in prom.d.
en
aan den
latie
saldi h.buitl. provinc. beleen.
Staat
11Sept.’24 354.260 84.653 480.000 1742.134 5.250.000 7.614.518
4
,,
1
24 353.992 84.653 480.000 1771.247 5.250.000 7.628.010
28Aug.’24 353.821 84.653 480.000 1753.925 5.250.001) 7.640.931
21
,,
’24 353.778 84.653 480.000 1698.098 5.250.000 7.625.087
12
,,
’24 352.783 84.653 480.000 1714.170 5.250.000 7.705.287
13Sept.’23 347.623 84.653 480.000 1320.278 5.300.000 7.139.546
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goudvoorraad
F. R.
Data
_____________ ___________
Zilver
Notes In
Totaal
Dekking
In het
efc.
circa-
bedrag
F. R. Notes
buitenl.
latie
27 Aug. ’24
3.115.267
2.102.934
–
87.116 1.740.709
20
’24
3.126.648
2.115.561
–
86.300 1.738.057
13
’24
3.144.425
2.113.139
–
89.012 1.752.025
6
,,
1
24
3.125.740
2.115.214
–
103.309 1.756.014
30 Juli
’24
3.154.905
2.123.779
–
105.093 1.761.569
29 Aug. ‘2 31
3.120.989
2.110.468
–
80.245 2.224.760
Goud-
Algem.
a a
sse
Totaal
Gestort
Dek-
Dek-
Deposito’s
Kapitaal kings- kings-.
perc.’)
perc.i)
27 Aug. ’24
311.849
2.150.364
112.014
80,1
82,3
20
,,
’24
285.008
2.157.648
112.009
80,1 82,5
13
,,
’24
284.227
2.165.502
111.867 80,2
82,5
6
,,
’24
295.735
2.159.656
111.493
79,8
82,5
30 Juli
’24
318.336
2.164.795
111.487
80,4
83,0
29 Aug. ’23
989.003
1.907.582
109.751
75,5 77,5
T)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
banken
Totaal
etden en
b
leggingen
it “ezette
Reserve
bijde
F. R. banks
Totaal
deposifo’s
Waarvan
time
deposits
20Aug.’24
747
17.518.610
1.595.677
17.065.658 4.551.441
13
’24
,,
747
17.435.715
1.617.623 17.074.366
4.553.538
6
’24
747
17.330.085
1.595.284 16.909.751
4.523.041
30 Juli ’24
747
1.590.684
16.820.618
4.491.956
23
,,
’24
747
~172.015
17.158.750
1.569.101
16.724.932
4.489.661
22 Aug. ’23
769
16.211.346 1.340.529 15.003.020
3.981.112
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
,
Amsterdam, 15 September 1924.
Zoolang &le verschillende vraagstukken van binnen. en
1)Iuteu 1 andsche pol itiek nog II let
.
volkomen geregeld zijn,
blijft de beurs
iii
de verschillende centra een toon van
iiiatheid behouden, behalve
iii
die gevallen, waar bijzon-
dere aanleiding tot activiteit bestaat of waar cle omst:uT-digheclen cle speculatie prikkelen. Voornamelijk te B e r-
1
ij
n is dit het geval, zooals de acltter ons liggende week
opnieuw heeft bevnen. De ioop van zaken was thans
echter wel geheel tegengesteld aai.t dien van de vorige be-
riclitsperiode. Op de ongebreidelde hausse in allerlei obli-
gties is thans een siiherpe reactils gevolgd, welke cle ge-
heele beurs heeft medegesleept. Eigen:i.:irdig is het wel, dat
tIlt
is geschied), zonder (lat nieuwe feiten omtrent de mo-
gelijkheid van va]orisatie bekend zijn geworden. Nog steeds
worden de ontkenningen van regeeringszijde door de ver-
schillende groepen ter heurze naar eigen interpretatie ver-
tolkt, doch, naar het schijnt, is het publiek in breede lagen
toh wel iets sceptiseher geworden. Het is althans niet
geneigd zonder eenig nadenken cle betrekkelijk hooge koer
–
seh te betalen, welke cle verkoopers voor cle aangeboden
obligaties verlangen. Bovendien is hiermede toch steeds vrij
onivangrijk kapitaal gemoeid, omdat de handel, zooals vroe-
ge’ reeds hier ter plaatse uiteengezet, alleen geschiedt in pQsten van een millioen stuks. Het is waarschijnlijk, dat
ooJ
zonder cle aarzelende houding von het publiek ten
slotte toch een teruggang van het sterk opgedreven Icoers-
peil van •staatsobligaties zou hebben plaats gevonden, doch
thans is de teruggaande beweging hierdoor versterkt ge-
vorden.
Het
onmiddellijk gevolg is tevens geweest een la-
ling
op
de aandeelenmarkt, waar realisaties zijn
Voorge-
komen,
om
cle verliezen op de verkochte obligaties te kun-
nen dekken. Bovendien heeft de publicatie van enkele goud-
balansen den druk op de aanclee]enmarkt nog versterkt. In het bijzonder was het de bekendmaking van de A. G.
fOr Petroleum-Industrie, vicr aancleclen worden afgeschre-
ven in cle verhouding van 50: 1, welke de vrees voor ver-
dere drastische maatregelen, in de industrieele en handels-
wereld te voorschijn heeft geroepen. Zoo is het te verkla-
ren, dat cle,. beurs gedurende liet grootste gedeelte van de
berichtsperio:le een zeer lusteloos aanzien, heeft gehad. Wel-
iswaar Icon tegen het slot een lichte verbetering intreclen,
doch de levendigheid van de vorige week kon hierdoor
toch niet terugkeeren. Dit was te nrinder liet geval, omdat
de’
–
onde-rhandelingen inzake (le Duitsche herstelleening het
stadium der voorbereiding nog steeds niet hebben verlaten.
Tdch is de tendens gaandeweg iets minder gedrukt gewor-
den,
toen
de beridhten omtrent groote A.rnerikaaiische
ere-
diëten aan (le Duitsclie nijverheid meer tastbaren vorm
hebben aangenomen.
Te P a r ijs is de fondsenmai
–
kt gebukt gegaan onder de
voorbereidingen van verschillenden aard, welke de regee-
ridg thans treft. Allereerst schijnt men energiek ten anti-
ziel’s van de duurte te willen ingrijpen. Wellicht vullen de
onderhandelingen met de verschillende arbeiders-vereenigin-
gen, coöperaties, Kamers van Koophandel, enz. een minder
vlt verloop lcrijgeii, nu cle indexcijfcrs per einde Augustus
een
lichte daling, van 491 tot 487, ]sebben aangetoond. De
overheid zal zich uit den aard dor zaak hierop wenschen
te baseeren, waartegenover eçbter kan worden gesteld, dat
met alleen de iets verlaagde groothandeisprijzen nog niet
algemeen hebben kunnen doorwerken, doch dat bovendien
het indexeijfer voor dcii kleinhandel in liet tijdsverloop
van einde Juli tot einde
i
ugustus van 360 tot 366 is ge-
steeii. Bovendien is het waarschijnlijk, dat nog duurder
tijden
iii
aantocht zijn, nu ook in Frankrijk de grzai.ioogst
is mislukt en het land dus aanmerkelijke voorraden duur
graan zal hebben in te voeren. Een steui.i voor de beurs
isii’et daarentegen geweest, dat het Morgaii-synclic;iat zich
bereid heeft verklaard het cre:liet ten behoeve vals den
wisselkoers, groot
$
100 millioen, te verlengen. Ook de ge-
ruchten, dat onderhandelingen worden gevoerd omtrent een
groote Amerikaansclie leening aan Frankrijk, heeft tot een opgewekte houclidg bijgedragen, al dienen deze geruchten
nog te worden bevestigd. Aan den anderen kant heeft cle
maatregel van de Bank van Frankrijk, tot verltooging van
ilerente voor beleeningen op fondsen, een ige onrust ge-
wekt. Men vermoedt, dat de leiding van de circulatie-instel-
ling hiertoe is overgegaan osu te beletten, dat door liet
onderbrengen van fondsen hij de centrale instelling gelden
worden verkregen om bit iteniami dsche betaaln8 i ddelen te
koopen. Het is waarschijnlijk, dat de directie aanwijzingen in deze richting heeft opgemerkt, omdat de toeneming van
de portefeuille (waarin alleen in de afgeloopen week een
scherpe vermindering op te merken is geweest) eerder tot
een discontoverhooging aanleiding zou hebben gegeven.
826
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17 Septémber’ 1924
Te L o n d e n is de beurs niet ongeanimeerd, doch, aan
(lee anderen kant, ook niet bepaald vast van toon gé-
weest. Do debatten omtrent ‘dc wenschelijkheid van eën
herstel van het Duitsche bedrijfsleven hebben veel van het
enthousiasme voor de Dawes.plannen weggenomen. Het ns in de eerste plaats de staalindustrie en vervolgens de steCn
koolnijverheid, welke klaarblijkelijk eenige vrees voor de toè-
komst koesteren. Overigens worden dergelijke overwegin-
gen niet alleen in Engeland :iangtroff en. Ook Canada
schijnt te vreezen, dat de Duitsche’ ,,dumping”-methoclan
weder toegepast zullen worden en vanuit Denemarken zijn
gelijkluidende stemmen vernomen. Het behoeft geen betoog,
dat de fondsenrnarkt hiervoor uiterst gevoelig is, hoewel
men in de City over het algemeen niet gelooft, dat ide
pessimistische verwachtingen bewaarheid zullen worden.
Alen acht het niet onwaarschijnlijk, dat tijdelijk dé uit
gif te van de Duitsche herstelleening eenigen stimulans al
kunnen veroorzaken – omdat een aanmerkelijk deel dier
leening in Duitschland zal worden besteed – doch dat op
den duur het eventueel verbroken evenwicht weder zal wor-den hersteld.
‘
t
Te N e
w.
Y o r k heeft een kalme, doch vaste stemmi.pg
de overhand behbuden. De berichten uit de staalnïjverheid
luiden iets gunstiger. Ook de ‘staat van onuitgevoerde
orders der Steeltrust, welke per einde Augustus een, .zij
het lichte, toeneming te aanfehouwen ‘heeft gegeven, heeft
er toe, bijgedragen liet’ vertrouwen in de naaste toekomst
weder te doen opleven. Hierbij heeft zich de toestand
‘op
cle graanmarkt gevoegd. Het mislukken san den oogst in
de meeste landen ‘van Europa heeft een zoodanige prijs
verbetering van landbouwgewassen ten gevolge gehad, dt
de farmers in geheel andere conditie zijn gekomen, zoodat
de nijverheid weder op. een grooter afzetgebied ‘in het eigen
land zal kunnen rekenen. De keerzijde van de medaille is
hiej’, dat de’ goudstroom naar cle Unie thans nog grootr
proporties’. zal gaan aannemen, waardoor de toch reQds
zon ‘moeilijke problemen van .verdeelirig van het gele metaal
nog ingewikkelder kunnen worden. Doch hiermede heeft de
bei,l’s zich voor het oogetiblik niet bezig gehouden. t.
Te ii on ic cii t, waar mcii zich niet rechtstreeks metal.
lerlei moeilijke internationale vraagstukken bezig heeftLto
houden, ‘doch meei het ‘geheel van den geleidelijken voo1-
uitgang oerziet,. heeft de markt over het algemeen gen
opgeuekt, hrtewel niet zei’ levendig verloop gehad. Dc geld-
markt heeft er toe bijged.ragen het animo ‘voor
bcleggiriirjs.
roiidscn gtande te houden, waardoor deze’ dan ook over’.ale
geheele linie -opnieuw fraetioiiôele verbéteringen ‘konciciï
bbhalen.
S Sept 12Sept 15Sept Rzng’oI
6
010
Nederlkml 1922.. ..’ ‘100
1
‘
l00i/’
100′
+ va”
5
01
,,
‘1918 ……90’ .
99″
j0
9
0
’11
+
4%
0
10
,,
– .
1916.
1
.’…
901”
90.
, 90V4
4
0/
.
1916. ‘..’. ’82u/,
824 ‘ .82″1,6
+’ /o
3%
Oh
,, . ‘
.
. ‘. .
74.i
5
I; 7531
8
75
_’ 1/iJ(•
3
ol,
,,’
.:’ : •’. .
. 6651
8
. ‘ 67 .:-
66%
-‘
2%
0/
Cert. N. W. S. . ……’ 5391,’ 53
7
ol,
Oost-Indië 1921.-……102%
1014′
..101518
– /
s
6
0/0′
»t•
1919′.’. :. -. ,. 985
‘
98
o16 +
5
‘o
‘
/o .
‘ ,, ” ‘
1915.
.. .
93. . ‘”93/’
933,,.
,f,
3/1)”
5 old Rusland 1906 ……..451,6
. 4
‘4%
4
‘I0/
.Rusl. bij Hope
&’
.Co. •551j’
5/ia
5718
+
0
hid’
4.
i/
Japan 1899 . …….’;’ 60% ‘ :60k
– ‘
5 oj Brazilië 1-895
.’
48’I
–
4
8%’. ‘.
485
18 + %
Ji
8
ol.
San: Paulo. .1921
.. ,937,’ :94% ‘
±
7
W
6
o
Amstdrdam 1920.’.. 100′
– –
– .
1′
.7
1920 . … 10201
8
102e1
16
1’0251
–
Ook de candeelenmaikt wis guIst]g gedisppneerd, of-
selioo11 clle,n tegen het einde dci hei ichtspenode iets j,u,
/ner handel kob worden geconstatee’d. – Bav/caa?ictcclen,l».e
.
i 0fl
op oii ci unici d riive’i.0 Aandcelen in
bzanenlands,pIce
inhlu’striëole oicck±vencin yen
,elhter koticiën’ sterker de aan-
dacht trekken’ ‘dah aliids lang het geval’ is geweest. FÇier
]s de vl’vig
i
nj steik gegroeid wautegenoiei echtci gi
ii
‘i.cnbod ‘. in beteekems kn woiden opgemeikt
Van
haacdclsveoi;uootèchappen
bevondèn zich’ voor,aroêjk
;,ancleeleu Coipan in ‘in liet cèutrum dier bélaugsteliipg. Ecnige, weken ge1ed’d iveio hier’ reeds omvaligrijke ba-
ficlo kdopoi”dei’s öp
te
merke,, – geweest, wëlkè’ ‘beweging
‘thans door dci, betbepshahdel en een ‘gedelte vair ‘het
publiek is oergenomen
Nan
men tei beuiie oncleistelt
hebbCn de booge gi’iuipoij/en hii irio bed uitgeoefend hoe
‘ivéi’geenerlei’ definitief bericht omti’ei,t’ een gunstigeti gaii
vie i.ken gcpubbiceeid is gewoiden
De
,w,k,,rmerkt
d’iaientegen was eerder iets in ieactoe
nu liet onindea n it
°
m w ecler van de laatste dagen de voo,
‘uitzichteoi ‘oor ‘dort ‘biètsuikeroog’t iets ‘heeft verbeterd,
Hierdoor hebben noch de hooge Cuhanoteeringen, noch cle
verhoogiiig van den verkoopprijs door cle V. I. S. P. ‘sterken invloed kunnen uitoefenen.
Ook de
pctrolcunvafdeetiny
was gedrukt in verband met
cie minder gunstige positie op cle markt voor het ruwe
product.
Rubberaancieclen
bleken goed gevraagd als gevolg van de
mededeeling, dat Amerika weder als keeper in cle markt is
getreden, waarop de vöör-verkoopen van verschillende maat-
schappijen ten overvloede hebben gewezen.
‘feb
aksaandeelen
hebben zich vooral in cle laatste dagen der berichtsveek kunnen herstellen, eensdeels in het voor-
tntzicht op de aanstaande inschrijving van Sumatratabai
–
,
anderdeels als gevolg van de goede prijzen, ‘op de jongste
J ava-inschrijviug besteed.
8Sept.
12Sept. 155ept.Riizm’0f
daling
Amsterdamsche Bank…..
133%
133%
133%
Incasso Bank ………….
lOOih
–
100%
-x
Koloniale Bank ……….
183%
181%
18381
–
‘ho
Ned.Uandel-Mij.cert.v.aand.
131%
–
131%
Rotterd. Baukvereeniging..
84
84 84
Van Berkel’s Patent …….
56%
5611,
56%
Gouda Kaarsen ……
….
14%
1334
15%
.4..
1
Holl.Draad- enKabelfabriek
5171
8
49%
50
–
1i1
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand.
66%
6571s
‘
65,1,
–
7/
pr. aand.
69%
6931
8
6981
-81,
Leerdam Glasfabrieken ….
25%
–
26
+
Philips’ Gboeilampenfabriek
336%
331% 331%
–
4%
Vereenigde Blikfabriekeh, .’
95%
96
–
+
Vereen.ChemischeFabrieken
4334
46
47
+
3%
Compania Mercantil Argent.
24
25 28
11
1,
+
411/la
Cultuur-Mij. d. Vorstenlancl.
17651
8
173%
174%
–
231
Handelsverg. Amsterdam ..
45634
446
451%
–
5%
Handelsverg. Reiss
&
Co….
34
– –
Int. Crediet. en Handelsverg.
Rotterdam ………….
195%
196%
197
+
1%
Linde Teves
&
Stokvis ….
87
,
1
4
87
87%
+
34
Redjang Lebong Mijnb.-Mij.
208
205%
206%
–
134
Gecons. Roll. Petroleum-Mij.
172
1661
167
–
5
Kon. Petroleum.-Mij ……
3337/,
33371,
332%
–
101
8
Phoenix Oil …………..
98
9881
4
98%
+ %
Amsterdam-Rubber-Mij….
149o1,
150 152%
+
3’1
Kendeng Lemboe ………
176% 173
177%
+
1%
Oost-Java-Rubber-Mij……
227
229%
234%.
+
7%
Deli-Batavia Tabak Mij. …
324
312%
321
–
3
Deli-Maatschappij ………
384
375%
382018
–
1
7
18
Senembah.Maatsehappij …
349%
340% 344
–
5%
De-
schecpvaartmerkt
was stil en eenigszins door winst-
uennngen gedrukt.
8 Sept.
12Sept. 15 Sept.
g
°’
dalin
Holland.Amerika-Lijn
…..
9134
8934
90%
….
34
,,
,,’
,,gem.eig:
75
‘
‘71%
7434
– 11
–
ilollandsche Stoomboot-Mij.
31%
’29
–
30%
,
34
Java-China-Japan-Lijn
….
1043,
102
‘
101o1
–
’31/
4
Kon. Hollandsche Lloyd
-.
‘
671
8
6%
6%
–
KÖn. Ned. Stoomb.-Mij …..
83k
8034
81%
– 1%
Konink.Paketvaart-Mij.
…
137%
137%
140
+
2%
Maatschappij Zeevaart
.
..
86 83
‘
87.
+ 1
Nederl. Scheepvaart-Unie
..
1285
12611
4
127
1510
Nievelt Goudriaan ……..
–
102
101
104
”
+
2
Rotterdamsôhe Lloyd ……
129%
127%
130
±
34
Stoomv.-Mij. ‘,;Nederland”..
154%
152%
154%
±34′
,,Noo’rdzee”
. .
2634
27%
‘
,-
+ 1
–
i)c,
4nverikaansche markt
eoog
zich
‘in
overeçnhtern.
pig, rnmt. clie van New York, warbij de dollarkoérs
ook
invloed heeft uitgeoefend.
8Sept.
12Sept.
15Sept
°g
.meic. Smelting
&
Refiing
‘
77
7’18,
7681,6
-7/
Anaconda Copper
……..,.
80%
81
80112
+ 14′
Studebaker Corp.,
………
10,37/
8
103
103o11
– 116
Un. States Steel Corp…..
113
,
113i1,
113151
± ‘/ia
Atchson Topeka ………..
1080/
8
lO7oi, 108%
+
118
Ene………………….
3034
–
2911
– ‘
—’11/,
Southorn Pacific……….
1007!,,
99718
-.–
,
– 1
Union Pacific………….
148,,,
1481/
8
148
Int. I{erc. Marine orig. gew.
‘ 10ii/,
10tj,
11
–
±
1
1
–
,,
preI.
41
u/
41
71
8
411/1
*”/io
De :eldmarkt
is
“it
‘etrbevr gewordemo,-
voor
-ccii
deel
als
.gevolg van .de voorhereidingen
op,
de
storting
voor de
Indische’
leening.
Pi-olongatie
noteerde
op
den
laatsen
dag der berichtsweek 3 na:334 p@t.
17 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
827
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
16 September 1924.
Al was de stemming aan cle graanmarkt deze week nog
al veranderlijk, de vaste ondertoon is toch steeds blijven
bestaan en de prijsverhoogingen voor broodgraan op 15 Sep-
tember aan de Noorcl-Amerikaansehe markten zullen wel
tot verdere vaste markten in Europa leiden. De wisselende
stemmingen in den loop der week werden vooral weder
veroorzaakt door weerberichten. In Europa bleef de weers-gesteldheid zeer ongunstig voor het binnenhalen der graan-oogsten en eerst cle allerlaatste dagen is eenige verbetering
ingetreden, clie, als zij niet te kort duurt, het misschien
nog mogelijk zal maken, dat de uitkomst iets minder on-
gunstig zal zijn, dan zij zich tot nog toe laat aanzien.
Dat reeds zeer groots schade is aangericht, staat wel vast
en blijkt wel uit den toëstand, waarin in Duitschiand,
Nederland, België en Engeland de nieuwe tarwe ter markt
komt. In zeer vele gevallen is zij tot menschelijk voedsel
gcheel ongeschikt en daar ook eau groot gedeelte der haver
nog op het veld staat, heeft ook deze graansoort veel ge-leden. Droger weder zou wel eenige verbetering kunnen
brengen, maar in geheel West-Europa is veel graan ree:ls onherstelbaar bedorven en in ieder geval zal ook na beter
weder de kwaliteit van het graan, dat aan den regen is
blootgesteld geweest, onbevredigend zijn. Groot was in
Duitschland nog in •de eerste dagen der week de vraag
naar tarwe en rogge en in snel tempo zijn daar de om-
vangrijke inkoopen voortgezet. Ook Frankrijk, waar in het
Noorden, over een gebied, dat 25 pCt. van de Fransche
tarve voortbrengt, de regen heeft huisgehouden, is eindelijk
sterk als kooper van Noord- en Zuid-Amerikaansche tarwe
opgetreden en kocht ook Australische soorten, terwijl bo-
vendien Italië meer inkoopen deed. In Engeland was de
vraag niet steeds omvangrijk, doch cle groote belangstelling
voor .tarve op het vasteland leidde toch ook daar tot ver-
meerdering van den omzet. België en Nederland deden flinke
inkoopen van tarwe, gesteund door de sterke Duitsche vrag.
Dat in Engeland aanvankelijk de oudernemingslist,niet zeer
groot was, was het gevolg van de uitstekende resultaten
van den tarweoogst der Vereenigde: Staten, die bevestigd
werden door het op 9 September gepubliceerde maanclrap-
port per 1 September van het Ministerie van Landbouw te
Washington. Dit rapport raamlde cle opbrengst der zomer-
taru’e
01)
247 millioen bushels, wat nog iets meer was
dan cle hoogste particuliere raming. Tezamen met de win-
tertarwe heeft nu de oogst der Vereenigde Staten 51 mil-
lioen bushels of circa 6V
2
pCt. meer tarwe opgebracht
dan in 1923. De aanvoereu van wintertarwe aan de mark-
ten der Vereenigde Staten varen deze week wat kleiner
dan de zeer groote hoeveelheden der voorafgaande weken,
doch de afname werd goedgemaakt door ruimer aanvoer
van nieuwe zomertarve. Daarbij kwam, dat in Argentinië,
waar men zich ernstig ongerust maakte over tekort aan
neerslag, aan cle drôogte een einde kwam en dat algemeen
gerekend werd op een belangrijk grootere opbrengst in
Canada dan de 282 millioen bushels, waarop op 1 Augus.
tus cle Canadeesche tarweoogst officieel was geraamd. On-
danks de groote Europeesche vraag, was. dan ook de markt
niet zeer vast. Verdere prijsverhoogingen bleven te Chicago
en Winnipeg althans uit, in Argentinië daalden de prijzen
van 8,tot 10 September 15 á 30 centavos per 100 KG. en
in Eui-opa was tare wat goedkooper te koop.
Daarop volgde echter de publicatie van de officieele Cana-
deesche oogstraming, die veel minder optimistisch bleek te
zijn clan ien vrijwel algemeen had vei ,vacht. Slechts met 10
millioen bushels was cle raming van 1′ Augustus ‘verhoogd.
Zij bedroeg nu 292 millioen bushels voor geheel Canada
tegen een opbrengst vaii 464 millioen in 1923. Steeds was
den laatsten tijd sprake geweest van een zeer sterke verb-
tering der Canadeesche vooruitzichten en de particuliere
schattingen liepen tot 350 millioen bushels en zelfs nog
meer. I)e officieele cijfers beteekenden chis een sterke teleur-
stelling en dadelijk trad aan alle tarwemarkten een sterke
prijsstijging in. In Europa reageerden vooral de Engelsche
markten met groote’ zaken tot hdogere prijzen. Aan de
ladingmarkt trokken vooral Britsch-Indische en Austra-
lische tarwe de aandacht benevens witte tarwe van de
Arnerikaansche Westkust, doch ook hnrclwinter en Plata-
tarwe werden gekocht, terwij van den handel in parcels
naast de genoemde soorten Manitoa’s een zeer groot ge-
deelte uitmaakten. Ook het vasteland bleef flinken koop-
lust toonen, die wat Nederland en Duitschiand en in min-
cleie mate ook België betreft, echter afnam, toen kort
daarna eenige reactie aan de Noord.Amerikaansche mark-
ten intracl. Voor rogge, dlie- in-de eerste’ hèlft der week in
Nederland en Du-itshland nog sterk was gekocht, was de
kooplust reeds eerder afgenomen, toen uit de Vereenigde
Staten, eigenlijk het eenige ‘ tegenwoorcige exportiand van
rogge, voortdurend hoogere prijzen werden gevraagd. Aan-
bod uit de tweede hand van houders, die van de prijsver-
hooging wensdhteii’ te profiteeren en daartoe belangrijk
beneden Amerikaansche pariteit offreerden, leidde tot sterke
afname van de directe zaken uit Amerika. De roggemarkt
te Chicago bleef echter vast en het ‘slot op 15 September
was ruim 8 dollarcent per 56 lbs. (circa 8 pCt.) hooger
dan op clan Ssten. Voor tarwe bedroeg de verhooging 6
a
7
ceht per 60 lbs. en te Winnipeg eveneens ongeveer 7 cent. Iu Argentinië zijn ondanks den gevallen regen de klachten
over droogte nog niet geheel verstomd. De regen schijnt niet
voldoende en evenmin algemeen genoeg te zijn geweest en
cle prijsdaling van het begin der week is later, ook wegens
het Noord-Amerikaansche voorbeeld, reeds spoedig weér
geheel ingehaald. De slotnoteeringen te Buenos Aires en
Rosario op 15 September waren voor September 5 h 10,
voor November 30 centavos per 100 KG. hooger dan op den
Ssten.’
– De verdere ontwikkeling van den Argentijnschen tarwe-oogst is voor het geheele verloop der tarwemarkt van zeec-
groote beteekenis. Reeds langen tijd leiden berekeningen vaC de waarschijnlijke tarwevoorraden voor het, seizoen
1924/1925 tot cle conclusie, dat de overschotten der uitvoer-landen de behoefte der invoei’landen nauwelijks zullen ovei
–
–
trèffen. Eenige ontspanning werd teweeggebracht door de
zeer goede oogsti
–
esultaten in de Vereenigde Staten en de
betere vooruitzichten in Canada. Daarna kwam echter het
slchte weder in West-Europa en ten slotte de tegenvaller
inde officieele raming van dei Canadeeschen tarwe-oogst.
Wunneer nu ook nog Argentinië teleurstelt, dan
ziet
het er
nar, uit, dat de vraag het aanbod zal gaan overtreffen. Bij
cle berekeningen van de overschotten der uitvoerlanden
werd steeds gerekend op een flinken oogst in Argentinië,
omdat eenige percenten meer was uitgezaaid dan in het
vorige jaar en omdat aanvankelijk cle vooruitzichten voor
dc nieuwe tarwe uitstekend waren. Indien dus de droogte
werkelijk den Argentijaschen oogst mocht doen tegenvallen,
clan zal het zeer bezwaarlijk zijn, daarvoor elders compen-
satie te vinden, ondanks het gunstige weder voor de in
Britsch-Indië te velde staande gewassen, van velker wel-
slagen steeds• in hooge mate de hoeveelheid van den Britsch-
indischen tarweuitvoer afhankelijk is en ondanks de uit-
stekende vooruitzichten voor den tarweoogst in A.istralië,
waar- kans bestaat op een opbrengst van 20 millioen quar-
ters tegen 16 millioen in 1923. Het moet echter nog eenige
maanden duren, v&r de Australische tarwe geoogst wordt.
Daarbij is ook in de Europeesche landen, die gewoonlijk
tiFwe exporteeren,- de kans op grooter uitvoer niet toegeno-
men. Uit Rusland zijn de berichten nog steeds niet duide-
lijk, doch veel uitvoer zal toch zeker niet mogelijk zijn. Ook
Boemenië heft blijkbaar geen groot overschot en in Zuid-
Slavië is volgens de laatste berichten de tarwe-opbrengst
ook al kleiner, dan onlangs werd geschat. Dat Hongarije
minder tarwe heeft voortgebracht dan in 1923, hebben wij
vrpeger reeds gemeld en de Poolsche graanoogst is onge-
veer
,
– 30 pCt. kleiner dan in het vorige jaa.i-, zoodat ook
daar niet veel voor uitvoer beschikbaar is. Daarbij komt
dan de grootere behoefte der invoerlanden dan in 1923124.
Dit alles geldt zoowel voor tarwe als ook voor rogge. De
roggeoogst is in ‘de Vereenigde Staten zeer ‘goed, doch
Canada heeft ook van rogge een veel geringere opbrengst
dan in het vorige jaar, terwijl Rusland zeker niet de rol
van groot exportland kan – vervullen, ,waartoe hét in het vorige jaar tot zoo veler verrassing in staat bleek. Facto-
ren, die wijzen op lagere prijzen voor broodgraan in de
naaste toekomst zijn dus moeilijk te vinden, al zullen de
lidoge prijzen zeker nu en dan wel eens leiden tot dringen:i
aaibod, zooals zich onlangs voordeed bij de •nieuwe hard-
‘iiiter tarwe der Vereenigde Staten, met eenigen druk 01)
den prijs. Dat zich in Canada dit verschijnsel zal herlialec,
als
,
binnenkort cle nieuwe tarwe daar geregeld ter markt
komt,, is minder waarschijnlijk geworden, nu- een consor-
ticm van Canadeesche banken een crediet van 25 inillioen
dollar beschikbaar heeft gesteld voor de betaling van een
voorschot van $ 1,— per bushel aan die Canadeesche tarwe-
vei’bouw’ers, clie bij de pools zijn aangesloten. Het tempo
vaii de aanvoeren’ der Canndeesche tarw’e zal daardoor al-
licht worden vertraagd. Ten slotte mag niet onvermeld
blijven, dat meer en meer wnarschijnlijk wordt, dat Oost-
Azië weder flink als importeur van tai’we zal optreden.
Nndat kort geleden nog slechts gewezen wërd op teleur-
stellende tarwe-öpbrengsten in Mantsjoerije en China, ijiet
kans op verkoop van tarve naar de Chinèesche markten,
doch niet gerekend werd met Japan, begint Japan nu ook
nieer li&angstelling voor tarwe-invoer te toonen, omdet
828
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17
September
1924
Noteeringen.
Chicago
Buenos Ayres
”
Data
Tarwe
Sept.
Maïs
Sept.
Haver
Sept.
Tarwe
Oct.
Maïs
Oct.
Lijnzaad
Oct.
13 Spt.’24 126%
120
49i(
15,10
10,55
23,05
6
,,
’24
12211
8
1177/8
481/
s
14,80
10,50
22,75
13 Spt.’23
9971,
8481
8
38i
11,50 8,75
22,75
13 Spt.
1
22
99
(
62
11,25
7,95 18,35
13 Spt.
1
21 128v
54
37
17,85
8,95
22,35
20Juli’14
82
56/
8
364
9,40 5,38
13,70
Locoprijzen te RotterdamlAmsterdam.
Soorten
15Sept.
1
8Sept.
17Sept.
1924
1924
1
1923
Tarwe. ………………
1
15,50
14,50 12,50
Rogge (No. 2 Western)
1
13,-
9,-
Maïs (La
Plata) ……..
2
230,-
226,-
190,-
Gerst
(48
Ib. malting)
. . .
2
292,- 295,-
170,-
Haver (38 ib. white clipp.)’
5)
15
5)
10,-:
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
15,-
14,60
11,75
Lijnzaad (La Plata)
…..
471,-
455,-
438,—-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
3)
per
1960 EG.
‘No.2llard/.RedWinterWheat.
4
)
Donaugerst.
5
)Canada No. 3.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
71I3Sept.
1
Sedert
Overeenk.
7113Sept.
Sedert
Overeenk.
19 24
1923
1924
1 Jan. 1924
tijdvak 1923
1924
1Jan. 1924
tijdvak 1923
Tarwe
.
.
……..
37.333
711.118 531.267
20.573
31.086 731.691
562.353
1.332
328.492
302.155;
–
3.775
485
332.267
302.640
Rogge
-. ………….
..
Boekweit
………………..
51
13.609
16.497
– –
–
13.609 16.497
24.619 536.687
420.762
1.165
85.535
53.759
622.222
474.521.
3.761
210:703
157.157
–
28.606
9.227
239.309
166.384
Haver
..
…………. .
1.542
121.595
54.116
–
305
533
121,900 54.649
Maïs
. ..
.. ………..
5.628 177.049
101.160
1.047
54.349 49.856
231.398
151.016
Gèrst.
..
– . .
…………
2.207
150.521
152.201
–
700
–
151.321
152.201
Lijnzaad ……………..
Lijnkoek …………….
6.456 161.313 68.781
72
17.787
4.509 179.100 73.290
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten ….
75
5.272 1.444
–
–
–
5.272
1.444
1e rijstoogst daar minder goede uitkomsten heeft opge1-
vcrd, dan verwacht werd. Van zaken naar Oost-Azië hoort nien echter nog niet, omdat de daar bereikbare prijzen nog
te laag zijn.
Maïs heeft deze week eenige flauwere dagen doorgemaakt,
vooral ten gevolge van sterker Argentijusch aanbod op
meer verwijderde posities en flauwere stemming aan de
Engelsche markt. Grooté aanvoeren van Platainaïs drukten
daar de markt en hetzelfde was in Nederland liet geval.
Aan onze markt werd die druk door prijsdaling in -Enge-
land versterkt, vooral toen enkele spoedig aan te komen
ladingen daar geen plaatsing bleken te vinden. De flauweë
stemming duurde echter slechts enkele dagen. De groote
hoeveelheid Pl atamaïs, aangekomen te Rotterdam, werd
ten slotte gemakkelijk opgenomen, zoowel door de Nader-
landsche markt, waar het slechte weder de vraag steunde;
-als in Duitschiand, waarheen via den Rijn heel wat mais uit
Nederland-werd verscheept. Reeds na enkele dagen had 4e Nederlandsche markt zich zoozeer hersteld, dat een aan de
Edgeisëhe kust , akngekomen lading zelfs naar Rotterdam
kon ‘k116ik1en verkocht. Dezè transactie bedierf aanvankelijk
w6dérd)’steing’ voor mais in Nederland, waar op 12 en
13 S’4p’teber voor stoomende mais groote vraag bestond
tot stijg’ende prijzen en op den 15den was de verkoop moei-
lijk én trad. eenige prijsdaling in. De vaste markt in Ar-.
gentinië
–
echter en cle hooge prijzen, clie door verschepers
woiclen gevraagd, doen vermoeden, dat, een herstel niet zal
uitblijiien. In -Engeland is de laatste dagen de omzet, die in
het begin der week tegenviel, sterk toegenomen, zoowel in
ladingen als in – parcels. Daarbij blijft Duitschlancl voo1
maïs vast en op latere aflacling worden naar Hamburg bij
voortduring hooge prijzen betaald, terwijl in Engeland het
verbruik van naï-s bevredigend blijft. Ook Nederland en
België nemen veel– maïs op en ofschoon de verschepingen
uit Argsntinië deze week weder veel grooter waren dan in
de voorafgaande weken en de groote cijfers van de vorige-
–
maanden weder ‘werdon bereikt, is de kans niet groot, dat dit weder regel zal wordOn. Sedert het begin van het jaar
– iyas:op:.18September’van Argentinië op slechts 800.000 cjrs.
(1 t. 2
–
-wekeljksche verschepingen) na reeds evenveel maïs
– verscheept als in het gelieele jaar 1923. De’nog beschikbare
hoeveelheid is dus lang niet meer zoo abnormaal- groot als
in-t het begi.n van het seizoen. Daarbij kan uit andere uit-
voerlancien. voorloopig ‘niet veel maïs worden verwacht. Uit
Zu-i
–
d-:Afrika zijn aanbod en verschepingen van zeer weinig
beteekenis, evenals uit Rusland, al wordt dan ook nu en
dan wat Russische maïs aangeboden en al zal uit- den
nieuwen oogst zeker wel eenige ‘-uitvoer plaats vinden. Ook
Roemenië verscheept weinig. Het aanbod is daar- beperkt
en een groot gedeelte daarvan gaat nog steeds langs den
Donau naar Centraal-Europa. – Nu en dan wordt Röerneen–
– sche inaïs naar West-Europa verkocht tot hoogeren prijs
– dan Argentijnsche mals- en een stoomencie lading vond deze
week plaatsing in Nederland, doch in vergelijking met de
– Argeutijnsche verschepingen leggen de Roemeensche hoe-
veelheclen weinig gewicht in de schaal. Van den nieuwen
Roemeenschen malsoogst hoort men weinig en aanbod daar
–
van blijft nog uit. De vooruitzichten schijnen niet slecht te
zijn, doch men vreest voor een ongunstigen invloed op de
kwaliteit door het regenwecler van den laatsten tijd en vdOr einde October – kan in geen geval op verschepingen worden
gerekend. Hongarije en vooral Zuid-Slavië hebben kwanti-
tatief een goeclen oogst, doch ook uit deze landen komen over de kwaliteit der -maïs minder gnstige berichten. Van
Nederlandsch-Indië blijven vrij geregeld zaken in mais tot
stand komen ter ver]ading in begin van 1925, niet slechts
naar Nederland doch ook naar andere Europeesche landen.
L)e vooruitzichten voor den nieuw’en maïsoogst der Ver-
eenigde Staten blijven ongunstig en ofschoon nu en dan
van beter weder sprake was,- bleef de raing van het
Washiugtonsche maandrapport nog iets beneden dlie van
t Augustus. Mals deed te Chicago dan ook mee aan de zeer
sterke prijsverhooging op 11 September. Daarop volgde ech-.
ter eenige reactie, die op den 15den, toen broodgraan w’eder.
–
veel hooger was, niet werd gestuit. Het slot was op die’n datum echter nog ongeveer 1 cent per 56 lbs. hooger dan
een week tevoren. In Argentinië waren na eenige prijsver-
–
lagingeu in het begin der week de markten later weder-
vastci.- en liet slot is 10 t 20 centavos per 100 EG. hooger
dan een week tevoren.
Ook gei
–
st blijft vast, en de’ prijsverlaging, die in het begin
der week w’erd veroorzaakt dooi
–
grooter en goedkooper aan-
bod uit Noord-Amerika, werd later .grootendeels weer in-
gehaald. De gerstoogst in de Vereenigde Staten en Canada is zeer goed, wat het meerdere aanbod teweegbracht, doch
wegens .den slechten maïsoogst bestaat in Amerika ze 1
gcelle vraag voor .gerst. De aanvoeren van gerst in Ne-
clerlaucl zijn reeds eeidigen tijd zeer klein en zeer hooge
priijze w’orden vooi- aatikomnde partijen geregeld betaald:
En den loop der vOek is echter tot cie lagere prijzen in Ne-‘
(lerland zeer veel Amerikaansche gerst gekocht en ook
Duitschlanci toonde goeden kooplust, zoodat met enkele
weken de aanvoe1eu zeker weer zullen toenemen. Van an
dere dan Noorci-Amerikaansche soorten blijft het aanbod
echter zeer klein. Ecn enkele partij Rus-sische gerst ‘werd
icangeboden en verkocht tot belangrijk hoogeren prijs dan:
Noorcl-Amerikaansche, doch van Roemenië wordt nauwe-
lijks gerst aangeboden en ook Marokko
)
aat weinig van
ich hooreii. Engeland kocht tot later weder stijgenden.
prijs, behalve Noord-Amerikaansche soorten vooral weder
Britsch-[ndische gerst. Uit Argentinië werd gerst van den
uienwon oogst aangeboden ter verscheping in dle eerste
maanden van 1925, doch de prijs was
–
slechts weinig lager
clan voor eerdere verscheping va.n Noord-Amerika. Dit aan-
bod leidde dan ook tot slechts weinig zaken, terwijl echter
overeenkomstig aanbod van Argeiitijnsclie rogge flink werd opgenomen, zoowel in Nederla.ncl als in• Duitschlancl. Ook
Argentijnsc’he haver van den nieuwen oogst ivordt. reeds.
verhandeld, ofschoon ook daarvoor, evenals tarwe tegen-
woordig van de droogte -gevaar dreigt. Voor Piata en Noord-
7 September 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
829
Amerikcnnsche haver op aflading in September en October bestond bij voortduring goede vraag in Nederland, Duitsch.
laad en
13elgië,
vooral wegens het slechte weder in West-Europa, dat daar de haveroogsten teistert. De Amerikaan.
sche markt was daardoor zeer vast met stijgenden prijs, on-
danks het feit, dat in de Vereenigde Staten de haveroogst
de grootste is sedert 1920 en verrassingen in den haver.
prijs dus zeer goed mogelijk zijn en ook Canada een goeden
oogst heeft, al werd daar dan ook de hoeveelheid van 1923
niet bereikt. Voor haver geldt in de Vereenigde Staten even-
zeer als voor gerst, dat de slechte maïsoogst het inlandsche
verbruik doet toenemen. Engeland was evenals het vaste-
land vast voor haver. Ook daar zijn de voorraden klein en
aali alle West.Europeesche markten worden voor beschik-
bare haver zeer hooge prijzen betaald. De laatste dagen
der week was echter cle omzet aan cle Engelsche markt klei-
ner, met eeuige prijsdaling, in overeenstemming met de
Noord.Amerikaan sche markten, waar na sterke prijsver-
hooging van 11 September ook voor haver, evenals voor
maïs eenige reactie niet uitbleef.
SUIKER.
Nog altijd blijft van cle zijde der consumtie belangstel-
ling bestaan voor pi-ompte en spoedig leverbare suiker,
zooclat alom de suikeiniarkten in prijshoudlende stemming
hiervoor verkeeren.
In A iii e r i k a opende de termijnmarkt voor September
de nfgeloopeu week dan ook op Loogeren prijs dan bij het
slot der voorafgaande week, en trokken de noteeringen
daarna nog wat aan, terwijl voor Spot Centrifugals de
prijzen in den loop der week niet onbelangrijk opliepen,
hetgeen uit cle volgende cijfers blijkt:
Spot C. Sept. Dec.
Jan. Mrt
Slot voorafgaande week.. 5.78
4.02
3.94
3.62
3.40
Opening afgeloopen
.. 5.78
4.18
4.07
3.65
3.44
Slot
,,
,, .. 6.03
4.20
4.OR
3.65
3.39
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be
droegen deze week 72.000 tons, cle versmeltingen 66.000
tons (tegen 42.000 tons verleden jaar) en de voorraden
110.000 tons.
De bietoogst der V. S. wordt algemeen verwacht 10 pCt.
meer te zullen bedragen dan veileden jaar.
In Cubasuiker voor prompte verscheping vonden groote
afcloeniugen plaats tot
41/s
en 4% cle. c. & 1. New York.
i)e laatste (1 u h a-statistiek is als volgt:
1924
1923
1922
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 6 Sept. ’24.
39.545
10.576
24.570
Tot, sedert 1Dec.’23_6 Sept. ’24 3.655.065 3.349.770 3.710.033
Werkende fabrieken
–
–
3
Weekexport 6 Sept. ’24
89.316
47.264
62.358
Tot.sedertlJan.’24-6 Sept.’24 3.230.528 2.956.876 3.323.900
Totale voorraad op 6 Sept. ’24 382.352 392.900 397.730
Un
E ii ge 1 a ii cl kwamen groote herverkoopen van
proinpte Javasuiker tot stand.
Raffinadeurs verhoogden deze week hunne prijzen voor
alle posities met 6 cl.
De Board of Trede Statistiek voor Augustus werd met
de volgende cijfers bekend gemaakt:
Augustus
Jan./Aug.
1924
1923
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Tons
Import Riet ……..95.520 125.246 843.828 833.268
Geraffineerd
21.914
13.256 380.796 274.885
Totaal …………..117.434 138.502 1.224.624 1.108.153
Voorraad in Entrepot 171.700 277.151
–
–
in Raffinader. 38.400 53.250
–
–
Opbrengst
,,
81.933
75.013 624.152 619.824
Tot. binneni. verbruik 139.978 132.247 1.071.621 984.900
Totale export
8.233
4.340
52.881
39.672
Voorr. op 31 Juli ..
1924 237.650
1923 314.450
31 Aug. …
210.100
330.401
Op J a v a bleef de markt vrij prijshoudend. Superieur,
September levering, werd tot
f
14
7
/8
en
f
14% verhandeld.
De Producenten verkochten verdere posten uit oogst 1925
tot
f
12% voor Superieur en tot
f
111 voor No. 16 en
hooger en Muscovaclos.
De versehepingen gedurende Augustus bedroegen 307.000
tons tegen 188.000 tous in 1923.
II
i e r t e 1 cc n cl e trokken cle prijzen na kalme opening
geregeld acui tengevolge van goeden kooplust en werden aan
het einde der week cle volgende prijzen betaald: September
f28%, December en Maart f24 en Augustus
f
23%. Daar-
na trad eene kleine reactie in tengevolge van vinstneming
en waren cle prijzen bij eeu kalm slot resp.
f
28, f23 %
en f22
5
,.
De omzet be.lroeg cle .afgeloopen week 10.300 tous.
N OTEERINGEN.
Londen
New York
Amster-
1
White Java’s
Cuba’s
96pCt.
Data
1
dam per Tates
1
fo.b. per
96 pCt. c.1.f. Centri-
Oct.) Cubesl_1
fugals
1
Dec. No.
Jj
Sept.!Oct.
September
12 Sept.’24
f24’fi&
1
46/_
211_
211_
60,3
5
,,
’24 ,,23o/
45/6
21/_
211_
5,78
12 Sept.’23 ,,29
9
1
5819
241_
321-nom.
6,78
12 Sept.’22 ,,223,
58/3
19/3
2313
4,95
4 Juli ’14,,1
113
1
32
181_
– –
3,26
KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)
12Sept.
1
5Sept.
1
29Aug.
12Sept.
1
1
12Sept.
1924
1924
1924 1923 1922
New York voor
Middling … 23,30 e 25,70e 27,15e 29,05e
22,-
New Orleans
voor Middling 21,80e 23,72e 24,82e 27,50e
21,25
Liverpool voor
Middling . .. 14,21 d 15,16 d 15,76 d 17,43 d* 13,01*
*) Voor fully middling ouden Standaard.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.’24 Overeenkomstige periode
tot
5Sept. ’24
1923-24
1
1922-’23
Ontvangsten Gulf-Havens.l’
t
Atlant.Havens
379
438
1 302
Uitvo
‘
r naar Gr.Brittannië
86
1
86
76
‘t Vasteland ete.
1
202
1
250
1
143
Japan ….
10
1
7
1
37
Voorraden.
(In duizendtallen
balen).
Overeenkomstig tijdstip
5Sept. ’24
1923
1922
Amerik. havens ………..239
231
411
Binnenland …………….214
373
407
New York ……………..51
14
72
New Orleans …………
37
42
44
.
Liverpool ……………..20
70
340
11arktbricht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 10 September 1924.
Het Amerikaansche Cotton Bureau Report per 1 September
werd j.1. Maandag gepubliceerd en gaf een conditie aan
van 59,3
o/,
of 5,6
0
/0
minder dan midden-Augustus, welk
cijfer op een oogst wijst van 12.787.000 balen, hetwelk,
vermeerderd met het surplus van 2X millioen van het
vorig seizoen, een totaal hoeveelheid van 15 millioen balen
beteekent. Prijzen daalden en Liverpool noteert voor Mid
American vandaag 89 punten lager dan in het begin van
de week. Het blijft nu de vraag, of de handel in staat zal
zijn deze hoeveelheid tot huidige prijzen te assimileeren.
Het is wel merkwaardig, dat alle future-noteeringen in
Liverpool zich om 13 pence bewegen met slechts een enkele
afwijking van ongeveer zestig punten tussehen het hoogste
en laagste punt. Er wordt flink verkocht en de ontvangsten
in de havens zijn goed, hoewel minder dan verleden jaar.
Egyptische katoen is ook flauwer met geringe vraag, ter-
wijl de oogstheriehten iets gunstiger luiden.
Amerikaansehe garenprijzen zijn ongeveer
y
4
tot g d.
lager al naar gelang fabrikanten min of meer bezet zijn,
terwijl er voornamelijk gedurende de laatste helft der vorige
week in alle soorten goede zaken zijn gedaan, daar ver-
schillende koopers ongetwijfeld hun behoeften dekten in
verband met de onzekerheid van het Bureau Bericht.
Hier, en daar zijn gisteren enkele flinke partijen geboekt,
doch over het algemeen is het wat stiller geworden, daar
het Bureau Bericht als bevredigend beschouwd wordt. Nu
de meeste voorraden geruimd zijn, kunnen Spinners betere
prijzen maken, hoewel de Federation of American Cotton
Spinners gisteren besloot, dat de tijd nog niet gekomen
was om de werktijd van 26y
4
uur per week verder uit te
breiden. Men komt op deze aangelegenheid echter binnen-kort terug.Het meest gevraagd worden de mediumnummers
ring en mule twist en wef t; ook bestond er belangstelling
830
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
17 September 1924
voor 54er weft vo6r dhooties en 44er mule voor de ver-
verijen, doch getwijnde garens zijn verwaarloosd. Ook in
Egyptische garens gaat weinig om. In fijne medio’s voor
Indië, alook in garens voor poplin twofoids wordt wat
gedaan, terwijl in de andere soorten de handel van weinig beteekenis is; de meeste fabrikanten zijn thans echter wel
in -een positie om te kunnen wachten.
Over de doekmarkt valt weinig nieuws te melden. Zooals
wij de vorige week reeds schreven is de controle over de
prijzen van de Amerikaansche katoenhandelaars naar Liver-
Pool overgegaan en vandaar weer naar Spinners. Het resul-
taat is dan ook, dat prijzen onveranderd zijn, niettegen-
staande de fluctuaties van katoenprijzen, terwijl het publi
;
ceeren van het Bureau Bericht ook weinig invloed op de
markt had. Over het algemeen is men echter optimistisch gestemd en hoewel het uiterlijk rustig is, schijnen er toch
nog vel zaken gedaan te zijn, die zelfs in verschillende
gevallen fabrikanten in staat stellen hun positie te verbe-
teren. Er bestaat van de overzeesche markten nog een
goede vraag en hoewel prijzen momenteel nog buiten be-schouwing blijven, schijnt het toch wel, dat verschillende
overzeesche koopers in de markt zijn en slechts het gun.
stige moment om te koopen afwachten.
3 Sept. 10Sept. Oost. koersen. 2Sept. 9 Sept.
Liverpoolnoteeringen. T.T.op Indië 11 5 1/5k
F.GF. Sakellaridis 24,90 24,80 T.T.opflongkong214&1
8
214%
G.F. No. 1 Oomra 9,90 lO,_T.T.op Shanghai 313% 314%
KOFFIE.
Mededeeliug van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Rol! t & Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk.)
Noteeringen en voorraden.
Rio
1
Santos
1
Data
1
1
Wisselko
ers
Prijs
Voorraad
Voorraad
–
13 Sept. 1924
286.000 34.050 1.570.000 38.500
5
31
/
64
–
6 .,,
1924
352.000 34.200 1.4119.000 39.000
5
1b
30 Aug. 1924
302.000 33.375 1.427.000 38.000
511/””
13 Sept. 1923
756.000 19.600 1.076.000 22.000
5 9/32
d
Rio
1
Santos
Data
1
iveek
1
1Juli
1
week
1
1
Juli!!
13 Sept. 1924…. … 100.000
1
1:088.000
253.000
1
1.692.0.00.
13 Sept. 1923…….
97.000
859.000
176.000
1.960.000
RUBBER.
11
De markt was gedurende de afgeloopen week over
k
et
algemeen prjshoudend met goeden kooplust op de bestaande
prijzen. Er vonden regelmatige flinke transacties plaats en
de prijzen konden zich eenigszins verbeteren.
De markt sluit op de volgende noteeringen:
–
. einde voorafgaande .wkk:.
Prima Crêpe
Sept.
76
cti ………….74
,
ct.
Oct./Dec.
77W ,,
……………. 74%
,
Jan./Maart7734 , .
75%
Smoked Sheets Sept.
75
, .
73 ,
Oct./Dec. 76
, .
73%
Jan./Maart76% , ..
74
16 September 1924.
‘
t
–
COPRA.
De markt was deze week kalm doch vast gestemd. Voor
stoomende copra was- er weer meer vraag.
Java blijft sterk verkooper, doch de meeste andere
productie1anden zijn te duur.
–
De noteeringen zijn:
‘
.
.
. . -•
Nederl.-Ind. f.m.s. Augustus aflading
fi. 35s
September
351
October
35
November
3471
9
15 September 1924.
STEENKOLEN
De kolenmarkten van Engeland, Schotland en Westfalen
zijn gedurende de paar laatste weken flauw gestemd ge-
weest en het blijft een groote zbrg voor de mijl:Ien om de
toenemende productie aan den man te brengen. Prijseon-
cessies kunnen, vooral voor groote afname, geregeld ver-
kregen worden. In Westfalen wordt op het oogeublik de
groote strijd gestreden voor de vernieuwing van het Kolen-
Syndicaat. De vernieuwing, indien zij komt, zal uitloopen
op
–
een compromis van belangen tusschen enkee van de
allergrootste belanghebbenden, waardoor het Syndicaat ver-
sterkt zal kunnhn blijven voortbestaan. In het belang van
den Duitschan. Bergbau en van de zoo zeer gewensehte sta-
biliteit van de kolenprijzen voor de industrieën in hét alge.
meen, schijnt het wel wenschelijk, dat de vernieuwing mo-
gelijk zij.
De prijzen zijn als volgt:
–
Northumberland
Ongezeef de
……….
f
12,25
•
Durham
…………………………
..13,-
Cardifi
…………..
……………..
17,-
Schotsche
Gezeefde
…………………..
11,75
Yorkshire
Gewa,sschen Doubles
……..
..14,-
West! aalsche
Vetfo
••rder
……………
.,,
14,50
Vetstukken
…………….
16,75
•
,,
Smeenootjes
…………..
16,50
Gasvlamförder
…………
14,75
Gietcokes
…………….
..21,-
alles per -ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am- sterdam. Markt flauw.
16 September 1924:
•
VERKEE-RS WEZEN.
GRAAN.
Pet ro-
Odessa
Af!. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Data
gra
Londen
Rotter-
TO1
/R’dam
dam
kanaal
dam
land
-8-13 Sept. 1924
–
1316
2
143%
3
314
23111
23111
1-6
,,
1924
–
1316
2
14
3
3/4
241_ 241_
10
–
15 Sept. 1923
–
1513
2
2.15
1
–
2113
2113
11-16 Sept. 1922
–
–
10%
8
2/9
2018
2018
Juli
1914
11 d.
713
1/11%
1111%
121_ 121_
1)
$per ton kolen.
8)
Per ton d.w.
8)
Am. cents per 100 lbs.
INKLARINGEN.
IJMUIDEN.
Juli 1924
Juli 1923
Landen van
–
______
–
______
herkomst
Aantal
N.R.-T.
schepen
Aantal
N.R.T.
schepen
Binnen!, havens.
5
8.969
9
7.544
Groot.Brittannië
.100 77.371
101
69.610
Duitschland
..
. .
47
60.607
47
64.851
Noorwegen
2
922
4
3.939
27
15.984
16
9.048
Denemarken….
5
4.594
8
9.588
Rusl.Oostzeehav.
25
26.115
8
8.256
Finland ……..
43
30.789
44
30.629
België.
……..
971
10
11.193
–
7
3.339
–
6
5.615
Spanje ………
4.202
5
3.883
Portugal
5
3.826
3
3.563
.
–
5.956
–
– –
Oostenr..Hong.,
Griekenland..
1
.2
637
1
630
Frankrijk …….
Italië ………..4
Levant
2
.4
2.484
–
–
Rus!. Zwarte Zee.
–
–
1
2.689
Zweden ………….
Roemenië, Bulg
–
2
4:171-2
3.252
And. Midd. Zeeh.
..
3
4.709
4
3.625
Senegal, Dakar.
–
1
2.477
1
1.794
Ov.Westk.Afrika
–
4
8.383
1
2.128
Oostkust Afrika.
– –
1
2.969
Voor-Indië
1
2.227
– –
Ned. Oost-Indië.
9
40.074
9
39.931
And. Aziat. hav.
– .
–
1
4.914
Te
r
een Staten..
3
8.323
4
11.919
Canada
1
4.046
–
–
Ned. West-Indië-
Ned. Antillen.
6
12.886
7
15.203
Argent., Urug…
4
21.455
3
18.209
.
2
2
..
–
4.504
Chili
…………….
Totaal
….
315
364.566
298
339.486
Periode 1 Jan.-
31
Juli
1)
..,.
1.785
2.327.622
1.817
2.084.787
Nationaliteit
.
9.069 …
Nederlandsche.,
131
202.956
124
200.235
Britsche
49
42.271
64
55.722
Duitsche
82
54.243
85
51.302
Noorsche
15
20.951
9
10.742
Fransche
3
5.707
–
–
Zweedsche
22
15.005
9
5.418
Deensche
3
2.862
2
2.162
Vereen. Staten
2
9.499
2
8.197
Andere
8
11.072
3
5.708
Totaal
.,,.
315
364.566
298
339.486
1)
1913, 1.36
schepen met 1.551.7
1V. E. T.
(Vereenigde Scheepsagenturen van
Ha-Iverhout & Zwarten Zurmühileo- & Co.)