25 OCTOBER 1922
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economisch-Statistische
Beri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID,. FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
7E JAARGANG
WOENSDAG 25 OCTOBER 1922
.. No. 356
INHOUD
131z.
AANKOOP VAN EIGEN AAtDRELEN DOOR DE NAAMLOOZE VEN-
NOOTSCHAP
door
Prof. Mr.
W. D.
Drucker
……..
916
Het Nederl andsch-Duitsche crediet doorVV.
C.
Poethumus
lfeyjes ………
. ……………………..
.
…..
919
Werkloosheidssteun in Zweden door
F. von
Roch
……
919
Statistische cijfers van Thee
………………………
922
Londensche
Correspondentie
……………………..
923
De Rijksmiddelen
…………………………….
924
AANTEEKENINGEN:
Eenige posten op de betalingsbalans
der
Vereen.
Staten
924
Petroleum in Argentinië
……………………..
925
MAANDCIJFERS:
Overzicht
der Rijksmiddelen
………………….
926
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
.
926-933
Geldkoersen
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel. Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruin’s.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postch,è qua- en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnamentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Ncderl and f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donate.trs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en do’na,teurs kosteloos,
voor zoove’r daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Pla4tsing bij abowae-
ment volgens tarief. Administratie
vadi
abonnementen
en advertenties: Nijgh ë van Ditmoir’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Grav enhage.
sche Bank te ‘zien geeft, laat zich’ vooi het grootste
gedeelte verklaren uit een vermindering van de door
den Staat aan de Bank gestelde eischen; liet bedrag
der rechtstreeks bij de Bank geplaatste schatkistpro-
messen liep in de afgeloopen week van
f
70,4 mil
lioen tot
f
65 millioen terug. Het hoofd heleeningen
vertoont daarentegen per saldo een stijging van ruim
f
1 millioen. De daling bij de Bijbank werd door de
toeneming bij de agentschappen meer dan gecompen-
seerd en de beleeningen der Hoofdbank namen met
een kleine
f
300.000 toe.
De post papier op ht buitenland steeg met
f
9,4
millioen. Blijkbaar is dus thans ook de tweede partij
van het naar Amerika gezonden goud in wissels om-
gezet. Uit het feit, dat de diverse rekeningen onder
het actief tegelijkertijd met
f
11,2 millioen daalden,
mag men concludeeren, dat de Bank ook in de afge-
loopen week weder voor een klein bedrag aan dollars
heeft afgegeven.
De biljettenirculatie liep van
f
985,6 millioen tot
f
914,1 millioen terug. De rekening-courant saldi ste-
gen met
f
4,3 millioen; het beschikbaar metaalsaldo
met
f
1,6 millioen. –
S
*
S
De daling van den markkoers zette deze week op-
nieuw in, zoodat aan het einde der week voor 5,50
verhandeld werd. In aansluiting hiermede waren ook
Parijs en Brussel wederom zeer flauw. Een verder
bemekenswaardig feit i’as de sterke teruggang van
de Zwitsersche francs.
LONDEN, 21 OCTOBER 1922.
24 OCTOBER 1922.
Ook dze week bleef de geldxnarkt vederom vast.
Particulier disconto noteerde
37%
pOt., terwijl de pro-
iongatieren.te meestal 4 pOt. noteerde.
S
.4
Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd in-
geschreven. voor een totaal bedrag van
f
111.023.000.
Toegewezen werden
f
64.130.000 driemaandspromes-
een h
f
990,—,
f
26.450.000 zesmaandspromessen h
f
980,39 en
f
14.793.000 biljetten â pan, zoodat het
disconto over de promessen 3/8 pOt. bedroeg en de
biljetten 436 pOt. rendeerden.
*
*
*
De daling van
f
6,8 millioen, die de post binnen-
landsche wissels op den weekstaat van de Nederland-
De geidmarkt is in de afgeloopen week gemakke-
lijk gebleven hoewel het aanbod niet groot was en
niettegenstaande het feit, dat, door het aflossen van
op ,,Ways and Means Advances” geleend geld, de be-
schikbare middelen op sommige oogeublikken niet
meer dan juist toereikend waren om de vraag te vol-
doen en opname hij de Bank te vermijden. Dggeld
was in het algemeen voor 136 pOt. verkrijgbaar, doch
voor eenige posten werd 2 pOt. betaald, terwijl ander-
zijds ook minder dan 136 pOt. gehdadpteeH is.
De discontomarkt was zoowel vpor kort als lang
papier een weinig flauwer
2-maands wissels 2-11e pOt.
,,
,,
211.6 pOt.
,,
,,
2
3
/8-
7
1ie pOt.
6-
11
,,
2% pOt.
916
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922.
AANKOOP VAN EIGEN AANDEELEN
DOOR DE NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
Staat het aan de naamlooze vennootschap vrij, haar
eigen aandeelen te koopen of op andere wijze te ver-
werven? De vraag heeft ten allen tijde de schrijvers
op het gebied van het vennootschapsrecht bezig ge-
houden. Gebeurtenissen van den laatsten tijd hebben
de aandacht erop gevestigd, ook buiten den kring
der rechtsgeleerden. In de Naamlooze Vennootschap,
iste jaargang, bi. 122,
wijdt
Mr. de Kat aan het on-
derwerp een lezenswaardig opstel. Wellicht is het ook
voor de lezers van dit blad van belang kennis te
nemen van enkele beschouwingen over dezelfde vraag,
welke in sommige opzichten van die van Mr. de Kat
zullen afwijken.
Een eenigszins bevredigende behandeling van het
onderwerp zal zich moeten bezighouden met het gel-
dende recht zoowel als met hetgeen als positief recht
op dit gebied wenscheiijk zbu zijn.
Bij de behandeling volgens onze wet, die het onder-
werp niet regelt, komt het aan op de toepassing van
beginselen, die zich laten afieiden uit meer algemeene
beginselen, die zoowel in het vennootschapsrecht als
elders in het recht moeten worden gezocht. Waar onze
wet ten aanzien van de naamlooze vennootschappen
door haar groote beknoptheid – om van onvolledig-
heid niet te spreken – een zoo groote vrijheid laat,
zal het ons vrij staan, bij de behandeling van het
vraagstuk in ruime mate rekening te houden met
hetgeen practisch blijkt en in overeenstemming met
de maatschappelijke behoeften. Hiermede wordt uit-
zicht verkregen op een beter resultaat dan verkregen
zou worden door een zeer theoretische beschouwing,
waarmede zoo licht te veel wordt bewezen. Dit juist
schijnt ons een bezwaar van de beschouwingen van Mr. de Kat, die – al bedoelt hij het wellicht niet zoo
– tot het resultaat schijnt te komen, dat elke aan-
koop van eigen aandeelen als een onwettige en riietige
handeling moet worden aangemerkt.
Als voorbeeld van een onjuiste theoretische behan-
deling zou ook genoemd kunnen worden de wel ge-
opperde stelling, dat het hebben van eigen aan deelen
voor de naamlooze vennootschap niet mogelijk zou zijn,
daar dit zou neerkomen op een vereeniging in één
persoon van dengeen, aan wien het recht toekomt met
dengeen, tegen wien het recht moet worden uitge-oefend, een vereeniging, welke zich niet zou laten
denken. Deze opvatting moet tot geheel onhoudbare
gevolgen voeren. Om een voorbeeld te noemen: elke
verkrijging van een eigen aandeel, op welke wijze
ook, zou de heteekenis krijgen van vermindering van
het kapitaal, wederverkoop zou zijn
ver
meerdering.
Bij een en ander zou men zich dus moeten gedragen
volgens de regels voor vermeerdering en verminde-
ring van het kapitaal gesteld. Strikt genomen zou
wederverkoop niet mogelijk zijn. Een nieuw aandeel
zou moeten worden geschapen, waarvoor het wegens vermeerdering van kapitaal verschuldigde registratie-
recht voldaan zou moeten worden. Het is waar, dat
bij de verwerving van eigen aandeelen door de naam-
boze vennootschap eenige uit die aandeelen voort-
spruitende rechten zullen moeten blijven rusten, maar
overigen.s zou het te ver gaan, aan te nemen, dat het
aandeel door die handeling teniet gaat.
Om tot een bevredigend resultaat te komen, zal het
noodig zijn, af te dalen van de hoogste toppen der
theorie en de gevolgen van den aankoop van eigen
aandeelen iets meer van nabij te bezien.
Als belanghebbenden, voor wie uit den aankoop
van eigen aandeelen bezwaar zou kunnen voortvloeien,
moet onderscheiden worden tusschen aandeelhouders
en crediteuren van de naamlooze vennootschap.
Aankoop van eigen aandeelen raakt steeds aan de belangen van crediteuren. De waarborg, die
zij
voor
de voldoening van hun vorderingen hebben, vermin-
dert daardoor steeds. Waarborg is voor hen het ver-
mogen van de naamlooze vennootschap en dit ver-
mindert in elk geval door den aankoop van het eigen
aandeel. Weliswaar komt het aandeel in de plaats
voor hetgeen voor den aankoop is besteed, maar dit
aandeel is niet meer dan een bewijs van mederecht op
het vermogen van de naamlooze vennootschap, dat
in zijn geheel toch reeds tot waarborg van crediteuren
strekt.
Het belang van aandeelhouders in verband met
den aankoop van eigen aandeelen zien wij voorname-
lijk, wanneer de aankoop geschiedt in het gzicht van
liquidatie en ontbinding van de vennootschap. Of de
belangen van aandeelhouders worden aangetast, hangt
dan geheel af van de vraag, tegen welken prijs het
aandeel is gekocht. Is dit geschied tegen de werkelijke
waarde, dan heeft zich niemand te beklagen. Is een te
hooge prijs besteed – b.v. het aandeel is ingekocht
a pan, terwijl bij de liquidatie volledige terugbetaling
van het nominaal bedrag der aandeelen niet moge-
lijk is – dan ontstaat nadeel voor de overige aandeel-
houders. Is een teage
prijs
betaald – b.v. het aan-
deel is a pari ingekocht, terwijl
bij
liquidatie meer
dan het nominale bedrag der aandeelen kan worden
uitgekeerd – dan bestaat er aanleiding tot beklag
alleen voor degenen, die hun aandeel verkochten. De
behandeling dezer laatste aangelegenheid kan geschie-
den uit verschillende oogpunten (beroep op gelijke
rechten van aandeelhouders, op dwaling of bedrog);
dit punt laten
wij
verder rusten.
Ook zonder dat van liquidatie sprake is, kunnen
overblijvende aandeelhouders aanleiding vinden tot
beklag, omdat hun aandeelen ten gevolge van de plaats
gehad hebbende aankoopen van eigen aandeelen der
vennootschap minder waarde hebben gekregen. Onder
omstandigheden kan er zelfs zonder een dergelijke
waardedaling aanleiding tot beklag zijn; immers ge-
lijk
wij
dadelijk zullen zien, kan de aankoop van eigen
aandeelen praktisch neerkomen op vermindering van
het kapitaal en in dit geval zouden aandeelhouders
zich erover kunnen beklagen, dat zonder raadpleging
van cle algemeen.e vergadering wordt afgeweken van de
statuten.
Er is dus mogelijkheid van nadeel voor crediteu-
ren zoowel als voor aandeelhouders. Laat ons zien,
wèlke rechtsmiddelen het bestaande recht hun daar-
tegen geeft.
Orediteuren kunnen in de eerste plaats gebruik
maken van het middel van art. 1377 B.W., den regel,
die crediteuren onder omstandigheden toestaat op te
komen tegen handelingen van hun debiteur, waar-
door zij worden benadeeld. Voor het slagen der vor-
dering is noodig, dat werkelijke beniadeeling van den
schuldeischer blijkt
en daaromtrent
bij
het verrich-
ten van de handeling wetenschap bestond zoowel hij
den debiteur als
bij
dengeen, met wien deze handelde.
Dit een en ander maakt het slagen van het middel
zeer
moeilijk.
Toepassing wordt den crediteur eenigs-
zins gemakkelijker gemaakt, wanneer de handeling
van den debiteur binnen korten tijd door diens fail-
lissement wordt gevolgd (artt. 42 vlg. F. W.). Slagen
van hot middel heeft ten gevolge, dat de handeling wordt vernietigd en dat hetgeen door de handeling
uit de kas der vennootschap is gegaan weder daarin
terugkeert.
Voorts kan de vraag worden opgeworpen, of niet
ter zake van de handeling aan credieteuren een vor-
dering toekomt op grond van onrechtmatige daad.
Deze vraag kan zonder aarzeling bevestigend worden beantwoord, voorzoover mocht blijken, dat de hande-
ling onwettig is. Dit geeft dan aan crediteuren een
vordering tot schadevergoeding tegen de naamlooze
vennootschap, die hun practisch niets verder helpt
alsmede een gelijke vordering tegen directeuren, die
de handeling hebben verricht, een vordering, die hun
onder omstandigheden wel van practisch nut kan zijrL
Wat aandeelhouders aangaat, moet worden onder-
scheiden tusschen de rechten van de gezamenlijke
aandeelhouders en van den individueelen aandeel-
houder.
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
917
Indien de aankoop van aandeelen, geschied zooals
het geval meestal zal zijn door de directie zonder bij-zondere machtiging, blijkt tot nadeel van de vennoot-
schap te hebben gestrekt, kan de directie deswege door
de algemeene vergadering verantwoordelijk worden
gesteld op grond van onrchtig beheer van de zaken
ter vennootschap. Hiermede kan een vordering tot
schadevergoeding tegen directeuren worden gemoti-
veerd; nietigheid van de handeling wordt op deze
wijze niet verkregen.
De nietigheid van de handeling kan worden inge-
roepen, zoowel door de vennootschap als naar mij
voorkomt ook door den individueelen aandeelhouder,
indien mocht blijken, dat de aankoop van eigen aan-doelen in strijd mocht zijn met de wet of met de sta-
tuten der vennootschap.
Wij willen thans dit punt, het belangrijkste op dit
gabied, nader onderzoeken en de vraag eerst bezien,
los van statutonbepalingen, welke misschien op de
ai rigelegenheid betrekking hebben.
0e dit punt ontmoeten wij Mr. de Kat, die tot het
algemeene resultaat komt, dat aankoop van eigen aan-
deden steeds onwettig is. De volgende redeneering
ongeveer voert hem daartoe. De aankoop van het eigen
aandeel zou neerkomen op terugbetaling aan den aan-
deelhouder van zijn storting en deze handeling zou
op haar beurt onwettig zijn, omdat daarmede het
kapitaal der vennootschap zou worden aangetast,
d.w.z. hetgeen aan vermogen als tegenwaarde voor
het kapitaal aanwezig is, zou worden verminderd.
Dre redeneering geeft aanleiding tot verschillende
wijfelingen. Vooreerst rijst de vraag, die wij hier
overigens willen laten rusten, of inderdaad elke aan-
koop van het aandeel beschouwd mag worden als
torugbetaling van den inbreng.
1)
Dan de motiveering
van de onwettigheid dier handeling, omdat zij inbreuk
maakt op hetgeen als equivalent van het kapitaal aan
vermogen aanwezig is. Maar dit is toch niet noodza-
kelijk het geval; niet b.v. als de aankoop geschiedt
ten laste van reserves. En dan ten slotte, kan een
handeling als onwettig worden aangemerkt, omdat
zij het vermogen beneden het cijfer van het maat-
schappelijk kapitaal doet dalen? Elke eenigszins ge-
waagde speculatie ten koste van het kapitaal zou dan
als een onwettige handeling moeten worden aange-
merkt.
Naar mij voorkomt, moet de vraag van een eenigs-
zins andere zijde worden bezien, waardoor wij ten
dccle tot hetzelfde, teii deele echter ook tot afwijkend
resultaat komen.
Aankoop van eigen aandeelen, zou gezegd kunnen
worden, kan neerkomen op een feitelijke verminde-
ring van het kapitaal en is dan als zoodanig onwettig,
tenzij de regels zijn gevolgd, welke bij kapitaalvermin-
dering moeten worden in acht genomen. Dit zou dan
in ons recht vereischen statutenwijziging, terwijl
ônder het recht van verschillende andere landen de
daar voor kapitaalvermindering gestelde regels van
meer gewicht zouden moeten worden gevolgd.
Wat is er nu waar van de bewering, dat aankoop
van eigen aandeelen de beteekenis kan hebben van
vermindering van het kapitaal? Eenerzijds kan gezegd
worden, dat geen aankoop van eigen aandeelen, hoe
omvangrijk ook en onder welke omstandigheden ook plaats hebbend, het kapitaal kan beïnvloeden, aange-
zien dit bij voortduring als onveranderd en, behoudens
statutenwijziging, onveranderlijk cijfer in de statuten
blijft paradeeren. Anderzijds kan worden aangevoerd,
dat er geen verschil bestaat tusschen het door aan-
koop in eigen portefeuille teruggekeerd aandeel en
het aandeel, dat nooit is uitgegeven’ of zelfs gecreëerd;
dat de eigen aandeelen in portefeuille op de actief-
zijde van de balans voor het vermogen van de naam-
boze vennootschap geen beteekenis hebben en zonder
dat dit verschil uitmaakt, geschrapt kunnen worden
tegen het overeenkomstige kapitaalbedrag aan de
1)
Dtsch. R. G.
B. § 241
onderscheidt tusschen beide han-
delingen.
passiefzijde. Practisch komt dan dus de aankoop van
het eigen aandeel op kapitaalvermindering neer.
De waarheid ligt, naar mij voorkomt, in het mid-
den. De volgende gevallen kunnen worden onder-
scheiden.
De aankoop geschiedt tot amortisatie van kapitaal.
Het cijfer van het maatschappelijk kapitaal blijft, zoo-
lang de statuten niet zijn gewijzigd, onveranderd en
moet dus in zijn geheel als passief op de balans wor-
den gebracht. Indien, om voldoende tgenwaarde daar-
voor te
verkrijgen,
de. aangekochte aandeelen als ac-
tief beschouwd moeten worden, ontstaat een toestand,
die met kapitaalvermindering geheel
gelijk
kan wor-
den gesteld. Indien daarentegen de aandeelen uit een
overschot aan kapitaal gekocht kunnen worden en
op den duur ook niet van de aandeelen gebruik be-
hoeft te worden gemaakt, om te dienen als equivalent
van het kapitaal of als dekking voor de verplichtin-gen der vennootschap, ontstaat geen bezwaar. Maar
dan kan ook eigenlijk alleen van amortisatie van aan-
deden, niet van amortisatie van kapitaal worden ge-
sproken.
De aankoop geschiedt met de bedoeling de aan-
gekochte aandeelen te gelegener tijd weder van de
hand te doen. De aankoop geschiedt uit gemaakte
winst. Zoolang de aandeelen in bezit kunnen worden
gehouden zonder aantasting van het kapitaal, bestaat
daartegen van wettelijk standpunt geen bezwaar. Wel-
iswaar zouden crediteuren beter af zijn, indien in
plaats van de aandeelen de waarde aanwezig was, die
voor den aankoop werd opgeofferd. Maar het kapitaal
blijft hier niet alleen formeel, maar ook in werkelijk-
heid ongewijzigd en meer waarborg beoogt de wet aan
crediteuren niet te geven.
De aandeelen worden ten koste van het kapitaal in-gekocht en (of)
blijven
ten koste van het kapitaal in
het bezit der vennootschap. Deze handeling komt
practisch neer op vermindering gedurende korter of
langer tijd van het kapitaal. Een voldoende tegen-
waarde van het maatschappelijk kapitaal kan nu al-leen worden verkregen door de eigen aandeelen als
bezit op te voeren. Het kan zijn, dat de directie zich hiertoe gerechtigd acht, omdat zij voornemens is de
aandeelen te gelegener
tijd
weder van de hand te
doen en meent, daarvoor dan een goeden prijs te kun-
nen maken. Dit neemt niet weg dat, waar het gaat
om het vaststellen van de liquidatiewaarde ten be-
hoeve van crediteuren, dit neerkomt op het opnemen
van een zuiver fictieve post; de eigen aandeelen heb-
ben bij liquidatie ten behoeve van crediteuren toch geen waarde. Het komt dus wat dit aangaat op het-
zelfde neer, of men van het uitgegeven kapitaal het
bedrag door de ingekochte aandeelen vertegenwoor-digd wegschrapt; practisch zien we hier dus vermin-
dering
(zij
het
tijdelijke
vermindering) van het
kapitaal.
Voor zoover practisch neerkomend op vermindering
van liet kapitaal, moet de aankoop van eigen aandee-
]en beschouwd worden als onwettig, daar de handeling
anders den weg zou openen zonder
wijziging
van de
statuten te bereiken, wat alleen door statutenwijziging
gedaan kan worden.
In hoever maakt het nu verschil, of de statuten
aankoop vaii eigen aandcelen toelaten of voorschrij-
ven? Gesteld de aankoop van eigen aandeelen ge-
schiedt toG amortisatie van kapitaal. De handeling
werd door ons als onwettig beschouwd, omdat zij
neerkomt op vermindering van kapitaal zonder statu-
tenwijziging (aangenomen wordt hierbij natuurlijk,
dat de aankoop geschiedt zonder dat het statutair-
kapitaal is gewijzigd). Voorafgaande statutenwijzi-ging maakt cle handeling wettig. Welnu, als de sta-
tuten de amortisatie
voorschrijven,
is de statutaire
sanctionneering voorafgegaan. Dit geldt voor onze wet-
geving, waaronder voor vermindering van het kapi-
taal alleen statutenwijziging noodig is. Het spreekt wel vanzelf, dat wetgevingen, die de vermindering
van het kapitaal van meer waarborgen hebben voor
918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
zien, verlangen dat deze ook worden toegepast, wan-
neer zonder statutenwijziging kapitaal wordt geamor-
tiseerd door aankoop van eigen aandeelen (vergel.
§ 227 I)tsch H. G. B.); aldus wordt ook in het En-
gelsche recht aangenomen, hoewel op een uitdrukke-
lijke wetsbepaling dienaangaande niet kan worden ge-
wezen.
Onze overwegingen voe:ren ons dus tot de con-
clusie, dat de aankoop van eigen aandeelen niet on-
wettig is, indien zj geschiedt uit winst, wel onwettig
daarentegen, indien geschiedend ten koste van het
vermogen der vennootschap, voorzoover aanwezig als
equivalent van het statutaire kapitaal. In het laatste
geval
kan
de handeling door een statutenvoorschrjt
worden gewettigd. Waar de geheele materie in zake
vermindering van het kapitaal onder ons recht eenigs-
zins in nevelen is gehuld, laten wij nu daar, of in
elk
geval
een statutenvoorschrjft den aankoop van eigen
aandeelen kan wettigen.
• Of het eene dan wel het andere geval aanwezig is, zal wellicht niet steeds gemakkelijk zijn vast te stel-
len, maar in de gevallen, waar de vraag practisch ter
sprake komt, zal het wel steeds weinig twijfel lijden,
of de aandeelen werden gekocht of in bezit gehouden
ten koste van het statutaire kapitaal. Bovendien be-
staat nog bijzondere aanleiding het vastgestelde be-
ginsel met voorzichtigheid te hanteeren in verband
met de regeling van art. 50 K., die toestaat, dat het
kapitaal ten deele gedurende geruimen tijd onge-
plaatst blijft. De beschouwingen, tot welke deze be-
paling in dit verband aanleiding geeft, laten wij nu
ter vermijding van te groote breedvoerigheid rusten.’
Tot op zekere hoogte wordt ons resultaat bevestigd door hetgeen wij zien in het recht van andere landen.
Zeker blijkt ons daarbij, dat de vraag omtrent de wet-
tigheid van den aankoop van eigen aandeelen niet
een is, die zonder meer bevestigend of ontkennend
kan worden beantwoord.
In de eerste plaats moet gelet worden op het Duit-
sche Handelsgesetzbuch, hetweik uitgaand van de ge-
dachte, dat tegen aankoop van eigen aandeelen van
algemeen rechtskundig standpunt niet volstrekt be
zwaar kan worden gemaakt, het aankoopen van eigen
aandeelen om op die wijze zaken te doen, verbiedt:
Aan
practijk
en wetenschap wordt overgelaten, uit te
maken, in hoever overigens het aankoopen van eigen
aarideelen ongeoorloofd geacht moet worden.
Verder kan gewezen worden op de opvatting, die in
de Fransche literatuur en volgens deze ook in de
practijk wordt gevolgd, dat aankoop van eigen aan-
1
deelen geoorloofd is, indien geschiedend uit gemaakte winst, maar anders ongeoorloofd en nietig.
Voor het Engelsche recht vermeldt Palmer,
1)
dat
aankoop van eigen aandeelen door de naamlooze ven-
nootschap is nietig, maar de uitspraak
2),
waarop deze
meening berust, wettigt deze in haar algemeenheid
niet. In het bedoelde geval wordt slechts aangenomen
de nietigheid van aankoop van eigen aandeelen tot
amortisatie van kapitaal, zonder dat de voor vermin-
dering van het kapitaal gestelde regels worden in
acht genomen en overigens wordt het verhandelen van
eigen aandelen daar alleen als nietig beschouwd, om-
dat en voorzoover de statuten deze werkzaamheid niet
maken tot eelle, waarmede de vennootschap zich kan
bezig houden.
Staand voor de vraag, wat wenschelijk recht zoude
zijn, komen natuurlijk eenigszins andere overwegrn-gen in aanmerking dan die ons tot dusver bezig hiel-
den, hoewel ik geloof, dat het geldende recht, indien
het hiervoren juist is geschetst, niet als geheel on-
bevredigend behoeft te worden aangemerkt.
Wij achtten ons trouwens, gelijk werd vooiopge-
steld, gerechtigd
bij
de uitlegging van de bestaande
wet te rade te gaan met hetgeen rechtvaardig en
doelmatig voorkwam. Het lijdt wel geen
twijfel,
of
1)
Company law, 10e
dr.,
bi. 68.
) Trever
v.
Whitworth,
1887.
er kunnen zich omstandigheden voordoen waar de
verwerving van, eigen aandeelen voor de naamlooze
vennootschap een volkomen reëele handeling is. Door
deze handeling geheel te verbieden ook onder omstan-
digheden, waaronder deze volgens de hiervoren opge-
stelde beginselen geoorloofd zou zijn, zou men de
practijk op onnoodige wijze aan banden leggen en het
gevolg zou vermoedelijk alleen zijn, dat de bepalingen
werden ontdoken.
Een volledig verbod van het aankoopen van eigen
aandeelen zal door ons dan ook niet worden verde-
digd. Wel kan er bij een nieuwe wettelijke behande-
ling aanleiding bestaan tot een regeling, welke specu-
latie in eigen aandeelen en wellicht nog meer andere
handelingen met eigen aandeelen tegengaat, ook onder
omstandigheden, waar, deze geoorloofd zouden zijn
volgens de door ons onderzochte thans geldende be-
ginselen.
1)
In nieuwere wetgevingen, welke wij in het buiten-
land aantreffen, is het meermalen zoo ingezien. Laat
ons daarvan nog met enkele voorbeelden kennis nemen.
Daar is de Duitsche wet, waarvan de inhoud reeds
zooeven werd vermeld. Dan de Zwitsersch (art. 628
Obl. Recht), welke den aankoop slechts voor enkele met
name genoemde gevallen toelaat en dan nog bepaalt,
dat de aangekochte aandeelen ten spoedigste weder
moeten worden verkocht, tenzij de aankoop geschiedde
tot amortisatie, in welk geval zij moeten worden ver-
nietigd. In de Italiaansche wet (art. 144 Handels-
wetboek) vinden
wij
een bepaling, die het in beleening
nemen van eigen aandeelen geheel verbiedt en verder
naast het voorschrift, dat aankoop alleen uit winst
mag geschieden, nog de weinig practische bepaling,
dat voor elken aankoop machtiging van de algemeene
vergadering noodig is. De Belgische wet (art. 133
van de wet van 18 Mei 1873) verbiedt aankoop , van eigen aandeelen ten laste van het kapitaal of de wet-
telijke reserve, alsmede eigen aandeelen in onderpand
te nemen..
Wij willen met deze voorbeelden volstaan. Zij zijn
voldoende om te doen zien, dat irerschillende nieuwere
wetgevers aanleiding hebben gevonden de wettigheid
van het verwerven van eigen aandeelen nog binnen
enger grenzen te beperken, dan die reeds op grond
van algemeene rechtsbeginselen moesten worden ge-
trokken. Nu verder te pogen na te gaan, op welke
wijze de grenzen het beste waren af te bakenen, acht
ik te liggen buiten mijn bestek.. Alvorens te besluiten,
moet echter nog één opmerking worden gemaakt.
Wanneer tot een wettelijk verbod van aankoop van
eigen aandeelen is besloten, rijst nog de vraag, op
welke wijze dit verbod behoort te worden gesanction-
neerd. Het meest voor de hand ligt zeker voor alle
gevallen de nietigheid voor te schrijven, die ook reeds
aan de handeling verbonden is, waar deze voor ons
geldend recht als onwettig moest worden aangemerkt.
Tegen die nietigheid bestaat ook geen bezwaar in die
gevallen, waar de aandeelhouder, wiens aandeel voor
rekening van de vennootschap wordt gekocht, bekend
is met het feit, dat de vennootschap koopster is. Maar
wanneer de nietigheid ook wordt. voorgeschreven,
waar de aankoop geschiedt op zoodanige wijze, dat de
verkooper van dit feit onkundig blijft, brengt
dit wel een groot element van onzekerheid in het
verkeer en het is de vraag, of dit gerechtvaardigd is.
Voor dit geval ware het wellicht beter te volstaan
met een persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuur-
ders. Dit doet de Duitsche wet; de Belgische voegt
daaraan toe de bedreiging met een publiekrechtelijke straf. Onder omstandigheden zou misschien ook vol-
staan kunnen worden met het voorschrift, dat aan-
koop en bezit van eigen aandeelen gepubliceerd moet
worden; onder deze voorwaarde zou b.v. belegging van reserves in eigen aandeelen toegelaten kunnen worden.
W. H. DRUCKER.
1)
In het ontwerp
1910
is zoodanige regeling niet te
via den.
25 October
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
HET NEDERLANDSCH-DUITSCHE CREDIET.
Het zij mij vergund, een enkele opmerking te maken
naar aanleiding van hetgeen cle heer Mr. S. de
Vries Czn., Regeerings-Oommissaris voor het Neder-
iandsch-Duitsche crediet over bovenstaand onderwerp
publiceert in Econ.-Stat. Ber. van 18 October jl.
Het is gebleken uit de door Mr. de V. genoemde
cijfers,. dat in den laatsten tijd op steeds grooter
schaal van deze credieten door de Duitsche industrie
wordt gebruik gemaakt, terwijl men in Duitschland
verwacht, dat binnen 3, 4 of 6 maanden het geheele
crediet zal
zijn
opgenomen. Nu zou ik willen relevee-
ren, dat deze sterke toename juist valt in dan
tijd,
dat
een hernieuwde scherpe daling in den marken-koers
is ingetreden, en dat de Duitscho banken, door het
achterblijven van een aan die daling evenredigen aan-
was harer vreemde middelen, in veel geringer mate
aan de credietaanvraag der Duitsche industrie kunnen voldoen, waardoor een geweldige spanning op de cre-
dietmarkt is ontstaan.
Geven wij een en ander eens in cijfers weer, dan
blijkt, dat indien wij het aan ,,revolving credit” thans
opgenomen bedrag aannemen op
f 31.000.000,—,
at
Nederlandsche financiering
bij
een marken-koers van
0,01 neerkomt op een bedrag van 44,2 milliard mark.
Welk een beteekenis reeds dit thans opgenomen be-
drag moet hebben voor het Duitsche bedrijfsleven,
moge blijken uit ]iet feit, dat de Deutsche Bank, de
Diseonto-Gesellschaft, do Dresdner Bank en do Darm-
sthdter Bank (Bank für Handel und Industrie), dus
de vier D.-banken, op uit. Dec. jl. te zamen voor circa
33,1
milliard mark aan credieten (voorschotten tegen effecten, . voorschotten op documenten’ en ceelen en
voorschotten in rekening-courant) hadden verleend.
Indien men wil aannemen, dat de binnenlandsche
waarde van de mark (de zg. ,,koopkracht-pariteit”)
sinds uit. December 1921 tot één tiende van de toen-
malige waarde is gedaald, en dat daarbij de crediet-
verleening der 4 D.-banken ver-8-voudigd is (hetgeen
zeker een royale berekening mag worden genoemd),
dan zou de tegenwaarde van dat deel van het Neder-
landsche crediet, dat thans reeds opgenomen is, neer-
komen op ongeveer 17 pOt. der totale credietverlee-
ning van genoemde banken. De zaak is echter nog
veel scherper te stellen. Indien (volgens de verwach-ting) weldra het volle credietbedrag zal zijn opgeno-
men, dus zegge
f
140.000.000,—, dan beteekent dit,
bij een koers van 0,07, een credietverleening van 200
milliard mark,
bij
een totale credietverleening der
D.-banken (alweder een ver-8-voudigirig sinds ultimo
December aannemende) van 269 milliard mark.
Nu moge het waar zijn, dat de Treuhand-Verwal-
tung te Berlijn zeer conscientieus slechts aan die in-
dustrieën credieten toestaat, welke niet in directe
concurrentie met Nederlandsche ondernemingen wer-
ken (hetgeen ik op gezag van Mr. de V. gaarne aan-neem); ik vraag mij echter af, of een dergelijke tac-
tiek niet eenigszins de werkelijkheid tracht te be-
dekken. De met Nederlandsche fabrieken concurree-
rende ondernemingen worden weliswaar niet recht-
streeks gesteund, maar aan de credietcapaciteit der Duitsche banken wordt voor minstens 200 milliard
merk minder eischen gesteld, dan normaliter, zonder
het Nederlandsche crediet, het geval zou zijn. Bij een
zich verder voortzettende daling van het marken-de-
vies wordt dit bedrag steeds grooter. Maar zelfs ifldien wij alleen aan bovengenoemde cijfers vasthoudeii, dan
valt treeds daaruit te conciudeeren, dat de Duitsche
banken, door den van hen afgewentelden last eener ore-
dietvraag van 200 milliard mark, hare middelen in zeer veel ruimer mate zullen kunnen aanwenden tr
financiering van andere ondernemingen, waarvan
niei
wordt gevraagd, of
zij
soms met de Nederlandsche in-
dustrie concurreeren.
Is derhalve door de zorgen der Treuhand-Verwal-
tung voorkomen dat onze eigen nijverheid
dire’;t
wordt geschaad, door een verhooging der Konkurrenz-
fkhigkeit van mededingende Duitsche ondernemingen,
indirect
ontlast het regeerings-crediet de Duitsche
banken van een zeer belangrijk gedeelte harer zorg
voor de financiering der Duitsche industrie in het
algemeen, en
indirect
worden op deze wijze ook de con-
curreerende Duitsche nijverheids-ondernemingen ge-
steund. Mij dunkt, dat zulks logisch uit de feiten
volgt, en dat men zich hiervan niet kan afmaken met
de bewering, dat de opvatting, als zou de Nederland-
sc.he nijverheid door dit Regeerings-crediet worden
geschaad, slechts ,,oppervlakkig beschouwd” waarde
bezit.
Nu mag men hier ook niet aankomen met het argu-
ment, dat een
becijfering
van de waarde dezer credie-
ten in marken de zaak vertroebelt, omdat de voor-
schotten slechts worden gebezigd voor den import van grondstoffen, die steeds hetzelfde guldens-bedrag blij-.
ven vertegenwoordigen. Dit moge ook alweder gelden voor de ondernemingen, welke van het Nederlandsche
crediet gebruik maken, voor de met Hollandsche
0fl-
dernemingen concurreerende industrieën, wier finan-ciering indirect door het Nederlandsche crediet wordt
vergemakkelijkt, geldt dit zeer zeker niet. Wij moeten
immers niet vergeten, dat in het algemeen het aan
eenige industrie verleende crediet volstrekt niet uit-
sluitend voor den import van grondstoffen wordt ge-
bezigd, maar eveneens voor de tijdens het productie-
proces te betalen en met de daling van de mark steeds
stijgende bonen, algemeene onkosten, enz. En nu mag
het toch als bekend worden verondersteld, dat het
juist de bonen en algemeene bedrijfsonkosten zijn,
welke door de valuta-verhoudingen buiten alle propor-
tie staan tot wat een Nederiandsch industrieel moet
betalen, en welke daardoor juist de scherpe concur-
rentie mogelijk maken. Wij zouden dus in pregnanten
vorm kunnen zeggen, dat langs indirecte wegen het
Nederlandsche crediet voor honderden milliarden
marken middelen ter beschikking stelt van de Duit-
sche industrie in het algemeen, welke voor een groot
deel worden aangewend tot de betaling van bonen,
wpnrtegen de Nederlandsche werkman met geen schijn
van kans kan concurreeren.
Ik wil nu de vraag in het midden laten, of de voor-
deelen, welke uit deze credietverleening voortvloeien,
en welke daarin bestaan, dat het er toe kan bijdra-
gen, een voor Nederland zoo belangrjken nabuurstaat
als Duitschiand, voor volslagen verarming en een
volkomen catastrophe te behoeden, opwegen tegen het
ontegenzeggelijk bestaande bezwaar, dat door dezelfde
credietverleening onze eigen Nijverheid ernstig wordt
geschaad. Wat ik hetoogen wilde was slechts, dat de
zaak toch niet zoo eenvoudig kan zijn als Mr. de V.
het deed voorkomen, en dat het gewenscht zal zijn,
ons nog eens rekenschap te geven van de
waarlijk
niet
te onderschatten gevolgen, welke het Nederlandsch-
Duitsche crediet voor de Nederlandsche nijverheid
heeft.
W. C.
POSTHUMUS MEYJES.
Rotterdam, 20 October 1922.
WERKLOOSHEIDSSTEUN IN ZWEDEN.’)
De heer Fabian von Koch, docent aan de handels-
faculteit der Stockholmsche universiteit, schrijft ons:
In Zweden bestaat tot op heden geen door den
Staat ondersteunde verzekering tegen werkloosheid.
De meeste vakvereenigingen bezitten echter, al ge-
nieten zij geen overheidssteun hiervoor, een regeling
voor de ondersteuning van werklooze leden. Het totaal
bedrag, hiervoor in 1921 besteed, wordt geschat op
ongeveer 10 millioen kronen.
Het vraagstuk van den overheidssteun was in de
jaren onmiddellijk aan den oorlog voorafgaande, in
1)
Gelijk men weet heeft Zweden in deze jaren vermoe-
(lelIjk Ict hoogste verkloobeidseijfer
van
Europa gehad. Langer. tijd ging het 30 pCt. te boven, terwijl het cok thans
no
g
pl.m
‘2.3
pCt. bedraagt. De beginselen, waardoor lwe
den
zich
bij zijn werkloozensteun laat leiden, verdienen hier-om bijzondere belangstelling.
20
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
Zweden in ernstige overweging. Een verandering in de
Regeering in het voorjaar van 1914, alsmede het uit-
breken van den oorlog, hadden evenwel uitstel ten
gevolge. Eerst in 1915 werd een Commissie voor de
Sociale Verzekering ingesteld om den •onderbroken
arbeid weder ter hand te nemen. Het rapport der
Commissie is nog niet gepubliceerd.
Regeeringshulp op het gebied der werkloosheid
wordt thans gegeven in den vorm van werkloosheids-
uitkeeringen (arbetslöshetsunderstöd) en in dien van
werkverschaffing (nödhjâlpsarbeten). Het geheele
systeem is geplaatst onder de controle van de Werk-
loosheidscommissie.
Werlcloosheidsuitkeerin gen.
In de eerste plaats
moet erop gewezen worden, dat de gemeenten in
geenerlei opzicht verplicht zijn de werkloozen binnen
hunne grenzen bij te staan. Wanneer evenwel een ge-
meente zulks wenscht te doen, kan ze onder bij de
wet gestelde voorwaarden een deel van de kosten van
den Staat vergoed krijgen.
De voornaamste voorwaarden zijn:
dat de ontvanger der uitkeering minstns 15
jaar oud is;
dat
hij
geschikt is voor arbeid in zijn bedrijf;
dat hij niet binnen 43 maanden v66r zijn aan-
vraag om werkloosheidsuitkeering, armenondersteu-
Ring heeft genoten. Van deze voorwaarde kan evenwel
onder speciale omstandigheden ontheffing worden
verleend;
dat
hij
getracht heeft, doch niet erin geslaagd is,
door tusschenkomst van de openbare arbeidsbeurs
arbeid te vinden;
dat
hij
buiten eigen schuld ten minste 6 dagen
werkloos is.
In den regel wordt de helft der kosten door de
gemeente gedragen en de helft door den Staat. De
kosten voor den Staat heliepen:
1914-1 920 ……….3,9 millioen kronen.
1921
……….4,4
1922 (1 Jan.-30 Juni) 9,7
Bij de laatste schaal, vastgesteld
7
Juli 1922, is
het maximum bedrag aan uitkeering als volgt be-
paald:.
Man en vrouw ………………….3 kronen per dag
Alleenstaand persoon (18 jaar en ouder) 2
(15
,,
) 1,20
kind…………………………
0,60
IJitkeering wordt slechts gegeven voor 6 dagen
per week.
V66r Juli 1921 konden de gemeenten werkloos-
heidsuitkeeringen geven zonder voorafgaande mede-
deeling aan de Werkloosheidscommissie. Was aan
bovenstaande voorwaarden voldaan, dan kon de Com-
missie staatssubsidie niet weigeren. Het gevolg was,
dat enkele gemeenten op veel grooter schaal uitkee-
ringen gaven dan uit een nationaal oogpunt wensche-
lijk was. Thans is het den gemeenten niet geoorloofd
werkloosheidsuitkeeringen te döen zonder tevoren
speciale toestemming te hebben verworven van de
Commissie. In de
practijk
zijn dikwijls aanvragen
niet toegestaan. Bij haar beslissing neemt de Com-
missie niet alleen den stand der werkloosheid in
de gemeente, alsmede de geldelijke gevolgen in aan-
merking doch ook de vraag of de plaatselijke rege-
lingen ter bestrijding der werkloosheid en de admini-
stratie van en contrôle op de uitkeeringen voldoende
zijn. De Commissie is bevoegd verdere subsidies te
weigeren, wanneer zij dit wenschelijk acht.
Werkverschaffing.
Voor het doel van werkver-
schaffing
zijn
vrschillende speciale organisaties in
het leven geroepen, waarvan de voornaamste i.s ,,Södra
Sveriges Statsarbeten” – Zuid-Zweden’s staatswerk-
verschaffing – en ,,Norra Sveriges Statsarbeten”,
of wel ,,Statsarbetena”,
gelijk
zij kortheidshalve ge-
noemd worden. Zij kunnen worden aangemerkt als de
uitvoerende lichamen der Werkloosheidscommissie.
Op het oogenblik hebben zij werken onder handen
voor gemeenten in vrijwel alle doelen des lands. De
kosten voor den Staat van de werkverschaffing be-
droegen:
1914-1920 …………..29,3 millioen kronen.
1921
…. . ….. . … 30,5
1922
(1
Jan.-30 Juni) . . .. 25,9
Wanneer een gemeente de medewerking wenscht
van ,,Statsarbetena”, dan is het eerste, wat zij te doen
heeft, het inzenden aan de Werkloosheidscommissie
van een aanvraag, vergezeld van de noodige inlichtin-
gen, wat betreft den aard van het werk, de geschatte
kosten, het getal werkloozen in de gemeente, ete.
Wanneer de aanvraag wordt aanvaard, dan wordt een
overeenkomst gesloten tusschen de gemeente of andere
plaatselijke lichamen en ,,Statsarbetena”. De voor-
waarden dezer overeenkomsten wisselen in verband
met de omstandigheden. Betreft het de verbetering of
het aanleggen van wegen, dan betaalt in den regel
het plaatselijk orgaan een derde van de kosten. Be-
treft het een draineeringssysteem, dan de helft. De
rest wordt gevonden door de Werkloosheidscommissie
uit de door het parlement voor werkloosheidsbestrij-
ding gevoteerde fondsen. In den regel worden spa-
den, gereedschappen etc. ter beschikking gesteld door
,,Statsarbetena” en de noodige materialen, transport-
middelen en zware machines – macadamisers, rol-
machines etc. – door de plaatselijke organen.
Volgens berichten in de dagbladen stelt het Engel-
sche Landbouwministerie voor de subsidieering van
werkverschaffing in den komenden winter als voor-
waarde, dat ,,al het werk zooveel mogelijk met cle
hand gedaan moet worden.” Dit beginsel is in Zweden
niet aanvaard. Integendeel wordt in grooten omvang
van machines gebruik gemaakt.
De overeenkomst met de gemeente heeft steeds tot
voorwaarde, dat er voortdurend een
belangrijke
werk-
loosheid bestaan blijft. Op aanwijzing der Werkloos-heidscommissie kan de ,,Statsarbeten” het werk ieder
oogenblik stop zetten. Er wordt steeds op gewezen,
dat het eenige doel is de werkloosheid te verlichten
en dat aan arbeiders geen werk van deze soort ge-
geven wordt, zoolang ander werk te verkrijgen is.
Ter contrôle hiervan bestaat er een nauwe samen-
werking tusschen ,,Statsarbetena” en de Arbeids-
beurzen.
Het is uiteraard noodzakelijk, dat de arbeider ze]f
zijn uiterste best moet doen ander en meer productief
werk te vinden in plaats van dit. Ten einde dit te
bereiken, is het volgende beginsel door de Werkloos-
heidscommissie aanvaard en daarna door het Parle-
ment goedgekeurd, nl. dat ,,de bonen bij werkver-
,,schaffing steeds lager moeten zijn, in ieder district,
,,dan die, welke op de gewone arbeidsmarkt gelden.”
In dit opzicht is Zweden, in het voorbijgaan gezegd,
een stap verder gegaan dan de meeste andere landen.
Bijvoorbeeld zullen dezen winter in Engeland, naar
de mededeeling van het Landbouwministerie, vooi werkversehaffing bij draineeringsarbeid bonen be-
taald worden van dezelfde hoogte als de landbouw-bonen in het district geldende.
Een en ander heeft de Werkloosheidscommissie er-
toe geleid voor ieder district in Zweden te bepalen, hoeveel lager de bonen
bij
werkverschaffing zullen
hebben te zijn in vergelijking met de bonen voor on-
geschoolde arbeiders. De volgende schaal is door de
Regeering goedgekeurd:
Groep
Loon voor onge-
Verdiensten bij werkversch.
schoolden op de
p. uur p. dag bij stukwerk
arbeidsm. p. dag
p. dag
Kr.
Kr.
Kr.
Kr.
t
8,00
0,50
4,00
6,00
2
7,50
0,50
4,00
5,70
3
7,00
0,50
4,00
5,40
4
6,50
0,50
4,00
5,10
5
6,00
0,45
3,60
4,75
6
5,50
0,40
3,20
4,40
7
5,00
0,40
3,20
4,05
S
4,50
0,35
2,80
3,70
9
4,00
0,35
2,80
3,45
10
3,50
0,30
2,40
3,20
11
3,00
0,30
2,40
2,95
25 October
1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Aldus wordt de ,,Statsarbeten” in een gemeente,
waar de Werkloosheidscommissie heeft vastgesteld,
dat het loon van een ongeschoold arbeider 6 kronen
per dag bedraagt, verzocht niet meer dan 0,45 kronen
per uur te betalen of wel 3,60 kronen per dag, of in
geval van stukwerk, volgens een schaal, welke een ge-
middelden werkzamen arbeider in staat stelt ongeveer
4,15 kronen per dag te bereiken. Uiteraard is het ie
hot laatste geval niet mogelijk een juist cijfer vat
te stellen, doch het genoemde cijfer moet tot leidraad
strekken.
De bonen, welke in het afgeloopen najaar en den
daarop volgenden winter in werkelijkheid door Södra
Sveriges Statsarbeten betaald zijn, bedragen ge-
middeld:
Augustus
1921 6,10
kr.
Januari
1922 5,30
kr.
September ,,
6,31 ,,
Februari
,,
5,10
October
,,
6,38 ,,
Maart
,,
4,90
November ,,
6,03 ,,
April
,,
4,65
December ,,
5,80 ,,
Mei
,,
4,05
Aanneming van aangeboden werk.
Een van de
voornaamste voorwaarden voor het verkrijgen van
werkloozenondersteuning in Zweden is, als gezegd,
dat de verkrijger gepoogd heeft, doch er niet in ge-
slaagd is, werk te vinden door tusschenkomst van de
openbare Arbeidsbeurs. Allen, die werkloozenonder-
steuning ontvangen of bij werkverschaffing van
Staatswege tewerk zijn gesteld, worden beschouwd als
vragende naar gewoon werk. Wanneer passende ar-
beid door particuliere werkgevers aangeboden wordt,
moet deze aanvaard worden. Weigering beteekent dis-
qualificatie voor verderen steun.
De vraag is natuurlijk, welke aangeboden arbeid als
,,passend” is te beschouwen. Bij voorbeeld kan arbeid
worden aangeboden tegen een lager loon of onder min
gunstige voorwaarden dan waaraan de betrokkene tot
dusver bij zijn gewone werk gewend was, of het kan
zijn, dat de arbeidsgelegenheid haar oorzaak vindt in
een werkstaking als gevolg van een arbeidsgeschil.
Deze gevallen moeten uiteraard speciaal onder het
oog worden gezien. Inderdaad is het in deze gevallen
dikwijls moeilijk uit te maken, of een werk weige-
rende werklooze van steun uitgesloten moet worden
of niet.
Uitzonderingen op den regel, dat arbeid aanvaard
moet worden.
Het algemeene in Zweden aangeno-
men beginsel is dit, dat geen werkloosheidssteun van
welken aard ook – noch uitkeering noch werkver-
schaffing – van Staatswege gegeven zal worden aan
iemand, die een aanbod voor arbeid, waarvoor hij
lichamelijk geschikt is, afslaat.
Dit beginsel is evenwel, zooals vanzelf spreekt, in
verschillend opzicht aan reserves gebonden. In de
eerste plaats kan den betrokkene zijn steun gelaten
worden, wanneer het geboden loon ,,onredelijk” laag
is. De beslissing, welk loon ,,onredeljk” is en welk
niet, is binnen zekere grenzen in handen gelaten van
het plaatselijke orgaan, de gemeentelijke Werkloos-
heidscommissie. Als uitgangspunt geldt, dat de loo-
nen, die in werkelijkheid door werkgevers in dezelfde
streek worden betaald en door arbeiders in dezelfde
of soortgelijke bedrijven worden aanvaard, in den
regel niet als onredelijk aan te merken zijn. Hierbij moet in aanmerking genomen worden, dat voor het
oogenblik de feitelijk betaalde bonen, waar het hier
om gaat, voor tal van op short-time te werk gestelde
arbeiders belangrijk lager zijn dan men
bij
den eersten
oogopslag uit hun boongrondsiag zou afleiden. Voorts
heeft de werklooze niet het recht werk af te wijzen
op den eenigen grond, dat het lager beloond is of van
eenigszins anderen aard dan hij v66r zijn werkloos
worden gewoon was. Lage bonen, mits ,,redelijk”
moeten aanvaard worden. Wat short-time betreft,
dient er in dit verband nog op gewezen te worden,
dat in Zweden werklieden, die op short-time zijn ge-
steld, noch voor steun noch voor werkverschaffing in
aanmerking komen. Een voorstel in dit opzicht tot
veranderin.g van stelsel te geraken, is kort geleden in
het Parlement afgestemd.
Wanneer voorts – om nog ‘een voorbeeld te geven
– de aangeboden arbeid voor den arbeider een ver-
huizing naar een andere veraf gelegen gemeente zou
noodzakelijk maken, dan is hij, indien de Commissie
van oordeel is dat dit om gezinsredenen of anders-
zins voor hem zeer groote persoonlijke moeilijkheden
zou medebrengen, eveneens niet verplicht, den gebo-
den arbeid te aanvaarden, doch behoudt hij zijn recht
op steun.
Ten slotte worden nog enkele uitzonderingen op
den regel, dat aangeboden arbeid aanvaard dient te
worden, toegelaten in geval van een arbeidsgeschil.
De meest belangrijke is deze, dat een arbeider, die niet
behoort tot het vak, waarin het geschil is uitge-
broken, zijn steun behoudt. Een arbeider wordt geacht
niet tot een vak te behooren, wanneer zijn laatste
vaste betrekking van andere soort was.’Neem b.v. een
vroegeren werkman in de machinenijverheid, die sedert
een andere functie heeft aanvaard en daarna werk-
loos is geworden.
Hij
verliest zijn steun niet, wanneer
hij weigert een plaats in de machinenijverheid te
aanvaarden, die is opengekomen door een arbeids-
geschil.
Arbeids geschillen.
Er bestaat een groot verschil
in de behandeling van arbeidsgeschillen in Zweden
en in Engeland en elders.
In Engeland en een aantal andere landen wordt
een scherp onderscheid gemaakt tusschen werkboozen,
die hun laatsten arbeid verloren hebben door een
arbeidsgeschil en hen, die terwijl zij hun arbeidsge-
legenheid door een andere reden verloren hebben
werkloos blijven, doordat zij weigeren werk te aan-vaarden, vrijgekomen door een arbeidsgeschil. Ter-
wijl de eersten gedeeltelijk aansprakelijk worden ge-
acht voor hun werkloosheid en mitsdien geen werk-
boosheidssteun ontvangen, worden de laatsten geacht
werkloos te
blijven
zonder dat hun iets kan worden
aangerekend, en behouden zij dus hun recht op steun.
In Zweden wordt een ander standpunt ingenomen.
Laat ons b.v. aannemen, dat er op een gegeven oogen-
blik in een
bedrijfstak
1000 werkboozen zijn, en
dat ten gevolge van een arbeidsgeschil nog 500 werk-
loos worden. Er zullen dan in dien
bedrijfstak
dus
500 onbezette plaatsen zijn en 1500 werkloozen. Wan-
neer dan allen weigeren de onbezette plaatsen in te
nemen, terwijl de door de werkgevers aangeboden
bonen en arbeidsvoorwaarden niet ,,onredelijk” zijn, dan worden allen gelijkelijk voor den toestand aan-
sprakelijk geacht en mitsdien als betrokken in het
arbeidsgeschil aangemerkt. Het gevolg is, dat zoo-
lang de werkstaking voortduurt, geen verdere werk-
boosheidssteun aan iemand betaald wordt, noch werk-
verschaffing gegeven. De betrokkenen moeten zich in
een dergelijk geval dus om hulp richten tot de vak-
vereeniging, die hun raadde het geboden werk te
weigeren, en niet tot den Staat.
Dit beteekent evenwel niet, dat iedere werkbooze
arbeider in het geheele land, die tot het werk in staat
is, doch het wegens het hangende geschil weigert, van
staatssteuu uitgesloten zal zijn. In de eerste plaats
moet erop gewezen worden, dat in den regel van werk-
lieden niet gevorderd wordt, dat zij door geschillen
opengevallen plaatsen ver van hun huis zullen in-
nemen.
Voorts wordt,
gelijk
z000ven reeds werd medege-
deeld, van personen, die op het oogenblik van het
geschil niet tot den bedrijfstak behooren, niet gevor-derd dergelijk werk te aanvaarden.
De procedure ten opzichte van algemeene en par-
tiëele arbeids geschillen.
In Zweden wordt in dit ver-
band onderscheid gemaakt tussehen algemeene en
partiëele arbeidsgeschillen.
Als een voorbeeld van een algemeen geschil is het
geval te nemen, dat in een speciaal district de meer-
derheid der arbeiders of ten minste een belangrijk
deel in een bedrijfstak uitgesloten is of in staking.
De omstandigheid, dat er een paar
bedrijven
zijn, die
doorwerken, heeft hierbij geen invloed. Wanneer de
922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
autoriteiten zich ervan overtuigd hebben, dat er een
algemeen geschil is, zullen zij de werkloosheidsonder-
steuning voor de arbeiders in den betrokken bedrijfs-
tak in het district stopzetten. De open gekomen plaat-
sen worden alsdan niet individueel aan de werkloo-
ren in den bedrijfstak aangeboden.
Een partiëel arbeidsgeschil is een geschil, dat enkel
een kleine minderheid der arbeiders in den bedrijfs-
tak omvat, terwijl de meerderheid aan het werk blijft.
In enkele gevallen is het mogelijk, dat een partiëel
geschil geen merkbaren invloed heeft op de algemeene
verhoudingen in den bedrijfstak, de hoogte van het
loon etc. Indien dit zon is, dan zal het feit, dat er in
den bedrijfstak een geschil is, in het betrokken dis-
trict niet leiden tot een onttrekken van werkloös-
heidssteun aai de werklieden, die bij het begin van
het geschil reeds werkloos waren.
In andere gevallen kan de invloed van een partiëel
geschil op het algemeene loonniveau niet veronacht-
zaamd worden. Ter illustratie diene b.v., dat den
reeks kleine partiëele geschillen hun oorsprong vindf
in een poging algemeen hoogere bonen te verkrijgen
of loondaling tegen te gaan. In een dergelijk geval
kan de verleening van werkloosheidssteun opgeschort
worden om dezelfde reden als bij een algemeen ge-
schil. Er dient evenwel op gewezen te worden, dat tot
kort geleden in Zweden de wijze van behandeling van de twee soorten van geschillen niet geheel dezelfde is
geweest.
Ingeval van een partiëel geschil was het tevoren
regel, dat niet in het district de steun in den bedrijfs-
tak in het algemeen werd opgeheven, doch dat e
verkloozen, behoorende tot den betrokken bedrijfstak
in het district individueel werden behandeld, d.i.
dat allen, die voor het vrijgekomen werk geschikt
werden geacht, doch dit weigerden, – aangenomen,
dat het geboden loon ,,redelijk” was – ieder persoon-
lijk van verderen steun en werkverschaffing werden
uitgesloten.
Spoedig echter trad aan het licht, dat deze mdi-
vidueele behandeling verschillende ernstige economi-
sche en politieke nadeelen had. Eensdeels werkte zij
langzaam, anderzijds
stuitte zij
bij
de arbeiders op
groote tegenkanting. Het ligt voor de hand, dat het
den werkman hard en onbegrijpelijk moest toeschij-
nen, dat de staat hem, practisch, zou uitlokken tot
onderkruipen. Een en ander maakte het noodzakelijk,
dat met handhaving van het beginsel, in de toepas-
sing wijziging werd gebracht.
Zooals voor de hand ligt, bestaat er onder de arbei-
ders, of althans onder hun verantwoordelijke leiders,
overeenstemming hieromtrent, dat de Staat, speciaal
in de tegenwoordige tijden, neutraal moet blijven in
gevallen van arbeidsgeschillen. De meeste leiders er-
kennen, dat het resultaat van een partiëel geschil
mogelijkerwijs van groote beteekenis kan zijn niet
alleen voor de direct betrokken werklieden, doch ok
voor andöre arbeiders in den bedrijfstak, met name
voor hen, die door hun weigering de open plaatsen in
te nemen, hun vakgenooten helpen hun
strijd
vol te
houden. Dienovereenkomstig ontkennen zij niet, dat
het in zoodanig geval billjk en noodzakelijk kan zijn, dat de van staatswege gesteunde werkloosheidssteun
tijdelijk buiten werking wordt gesteld. Aan den ande-
ren kant achten zij natuurlijkerwijs onderkruipen uit
den booze. Zij achten het mitsdien veel beter, dat in
een dergelijk geval de werkloosheidssteun oogenblik-
kelijk voor allen ophoudt, dan dat het werk succes-
sievelijk individueel aangeboden wordt.
Een uitweg uit de moeilijkheid is hierin gevonden, dat in geval van partiëele arbeidsgeschillen hetzelfde
beginsel is toegepast geworden als tevoren reeds aan-
vaard was voor algemeene geschillen. Zoo spoedig, de
competente organen zich ervan vergewist hebben, dat
iii een specialen bedrijfstak werkenden en werkloozen
gemeenschappelijk belang hebben
bij
een arbeidsge-
schil, wordt de ven steatswege ondersteunde werkloos-
heidsvoorziening oogenblikkeljk buiten werking
gesteld.
Ten einde in zoodanig geval aan alle belangen
recht te doen weervaren, is voorgeschreven, dat, wan-
neer de Werkloosheidsconmissje in dezen niet een-
stemmig is, de beslissing bij de Regeering berust.
F. VQN KOCH.
• STATISTISCHE CIJFERS VAN THEE.
Een medewerker schrijft:
Verschenen zijn wederom de door de Vereeniging
voor de Theecultuur uitgegeven statistische cijfers
over thee in Nederland in de maanden Juni, Juli en
Augustus. De daarbij verstrekte cijfers zijn zeer be-
langrjk voor den handel. Ten eerste blijkt toch hoezeer
de aanvoeren in Nederland in die maanden ten achter
zijn gebleven bij de cijfer§ van invoer tot verbruik
en van uitvoer te ramen.
Aanvoer 1ev. tot verbruik Uitvoer Tot. afleveringen
ton
ton
ton
ton
Juni
.
736
682
558
1,240
Juli .
1.026
865
358
1,223
Aug. .
922
747
203
950
2,684
2,294
1,119
3,413
De totale aanvoer bleef dus in dee drie maanden
729 ton achter bij de afleveringen en dus is de voor-
raad in entrepot in Nederland in die drie maanden
verminderd met dat cijfer.
Bezien wij die cijfers alleen voor ons koloniaal pro-
duct, dan blijkt, – hetgeen ook vrijwel voor de hand
ligt – dat die vermindering van den voorraad in
entrepot vrijwel geheel komt te zijnen laste.
Aanvoer
mv.
tot verbruik Uitvoer Tot. afleveringen
ton
ton
ton
ton
Juni
.
581
573
530
1,103
Juli
.
878
720
333
1,053
Aug.
.
795
626
178
804
2,254
1,919
1,041
2,960
Het excedent van aflevering boven aanvoer is hier
dus 106 ton of slechts weinig kleiner dan de terug-
gang van den totalen voorraad.
Ook in de statistische
cijfers
over thee van Enge-
land vinden wij een geheel analoge, doch nog sterker
tot uitdrukking komende constellatie, namelijk be-langrijk grootere afleveringen dan aanvoeren. Een
overzicht dier cijfers over diezelfde maanden luidt
als volgt:
Aanvoer mv. tot verbruik Uitvoer Tot. afleveringen
(in lioeveelh.
v. 1000
lbs.)
Juni
20.611
38.886
3.434.
42.320
Juli
21.811
34.763
4.225
38.988
Aug.
27.878
34.060
4.101
38.161
70.300
107.709
11.760
119.469
In Engeland is het totaal der afleveringen in Juni/
Augustus 119.169.000 lbs. grooter dan de aanvoeren,
met welk bedrag de voorraden in entrepot verminderd
moeten zijn. In Engeland komt deze vermindering in
aanvoeren
vrijwel
geheel ten laste van de Britsch-Indi-
sche thee. De cijfers van aanvoer, aflevering en export
in dat tijdvak alleen voor Britsch-Indische thee geven
het volgende te zien.
Aanvoer mv. tot verbruik Uitvoer Tot. afleveringen
(in hoeveelh.
v. 1000
lbs.)
Juni
4.902
24.047
951
24.998
Juli
4.867
20.925 .
1.350
22.275
Aug.
14.434
20.176
1.615
21.791
24.203
65.148
3.916
69.064
Hieruit blijkt dat de totale afleveringen de aan-
voeren van Britsch-Indische thee met 44.861.000 lbs.
]iebben overtroffen.
Vergelijkt men bovenstaande cijfers met die van een
jaar terug dan blijkt daaruit dat de verbruikscijfers
zoowel voor Nederland als voor Engeland tot ultimo
Augustus nog steeds stijgingen – zij het dan ook
matige – te zien geven.
In Nederland is in de eerste S maanden van dit jaar
ingevoerd een hoeveelheid van 6.182 ton, tegen 6.129
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTEN
923
ton in 1921, terwijl liet Vereenigd Koninkrijk aan
,,duty payments” een cijfer te zien geeft van
214,5
millioen lbs. tegenover 210,6 millioen in 1921.
Ook de uitvoercijfers dier beide landen zijn gestadig
toegenomen, waar Nederland tegenover een uitvoer-
cijfer van 4.401 ton tot ultimo Aug. 1921, thans een
cijfer stelt van 6.492 ton en het Vereenigd Koninkrijk
tegenover 20,2 millioen lbs. in 1921 thans een van
26,1 millioen lbs.
Tegenover deze toename der afgeleverde hoe’eel-
heden staat een zeer sterke afname der aanvoeren ten
opzichte van verleden jaar. Nederland kon tegenover
een totaal aanvoer tot ultimo Aug. 1921 van 9.789
ton thee, in 1922 slechts een hoeveelheid van 6.851
ton thee stellen, een vermindering dus van ruim 30
pOt., terwijl Groot-Brittannië tegenover een aanvoer
van 215,3 mill. lbs. tot ult. Augustus 1921 in dit jaar
slechts een
cijfer
stelt van 237,4 millioen lbs., aldus
een vermindering van
bijna
15 pOt.
Uit deze
cijfers
blijkt tevens welke groote belangen
de Amsterdamsche theemarkt heeft bij den export,
waar het exportcijfer der eerste 8 maanden van dit
jaar het
cijfer
van den invoer tot verbruik heeft over-troffen, terwijl het exportcijfer van Londen nog geen
10 pOt. bedraagt van het totale verbruikscijfer.
De statistische cijfers blijven dus
bij
voortduring
wijzen op een gunstige conjunctuur. die nog gunsti-
ger wordt als men den toestand in de productielanden
daarbij in aanmerking neemt. Het is dan ook niet te
verwonderen dat afgescheiden van kleine schomme-
lingen, de theemarkten
bij
voortduring een vast beeld
te zien geven.
LONDENSCHE CORRESPONDENTiE.
De binnenlandsche politieke toestand
in Engeland; het plan van Sir John
Bradbury betreffende de Duitsche beta-
lingen; British Empire Exhibition in
194; het faillissement van McGrigor &
Co.; verlaging der spoorwegtarieven.
Onze Londensche correspondent
schrijft
ons d.d.
21 October 1922:
There is supposed to be a universal sigh of relief
over the disappearance of the Coalition.
Oertainly, there has been littie public mourning: but
1 cannot see very much to rejoice over. The alternati-
ves now before the country are almost all of them
equally bad. We have the chauce either of a right
Government or a state of equilibrium among partjes
which will make for another ineffective compromise
between incompatible principles. There exists, so 1
am told, great fear that the Labour Party will be
returned in sufficient strength to hold the balance
of power in the House of Commons: and that the
price of their support will be a capital levy. The mere
suggestion of this is holding up trade all round, so
my business acquaintances say. T think personally
that the dangers which we have to fear are quite dif-
ferent to this: the real danger is an exaggerated swing
to the right, which will leave us with a Government
committed to ,,economy” interpreted in the narrowest
way, and with a trade and foreignpolicy the reverse
of that which the world requires. The fail in the mark
in the last two days is quite sufficient comment: there
is more than a chance that in order to placate the
French a ,,right” Government will deliver Germany
up to them, and than, in the present mood of French
opinion, we shell see some rather startling delevop-
nents. 1 realise the difficulty of forecasting the
resultg of the elections, but my own opinion is that
the Oonservatives will be returned with a dear majo-rity of at leest 100 over all other parties. Under these
circumstances, one need not fear a capital levy, but
• foreign policy which will leave Europe abandoned to
• régime of force and folly. But it is useless to talk: a
few days will show us how things will turn. My fear
is that the progressives have always had the very
worst idea of their own chances, and that they are
again de,luding themselves.
The plan put forward by Sir John Bradbury for
a long dated suspension of German
c a ah p a y m e n t s, and for the virtual suspension
of payments in kind by means of five year bills en-
dorsed by the Allies as well as by the German Govern-
ment has lost much of its interest for the public
t.h.rough the knowledge that it would of course be
fought dow
–
n by the French; as indeed, has actually
happened. This morning’s announcement of the
French alternative has not yet been commented en
by the press, though the more important pepers
publish it in full: a careful study of the docu-
ment will however reveal that it dôes not invoive
the idea of ,,productive guarantees”, which was the
stumbling block on the last occasion. It is all to
the good that the French should still be pressing
forward the idea of an inter-Allied conference.
The new election will of course postpone the inaugur-
ation of debt negotiations with the United States; as
the late Ohancellor of the Exchequer has cast in his
lot with Mr. Lloyd George a new man will have to
undertake this task, though if current rumours are
to be relied upon, the Government will have a good
man in Mr. Stanley Baidwin, whose tenure of the
Board of Trade, though marked by the pursuance of
protectionist ideals, has on the whole been business-
like and popular.
The resignation of Mr. Robert Donald a Free
•
Trader and the ex-editor of the ,,Daily Ohronicle” –
from the Management Oommittee of t h e B r i t i s h
Empire Exhibition of 1924 has provided
an element of comedy this week. Mr. Donald has resigned because the Oommittee has not adhered
closely enough to the principle that only Imperial
grown products should be used. On the strength of
this principle the organisers of the exhibition were
able to obtain considerable subsidies from the self-
governing dominions, who of course expected to use
the exhibition as a means of se]f advertisement. Now
it appears that the Oommittee objects to tying the
contractors for the various restaurants at the exhi-
bition to the use of only Empire growu products,
with the exception of wines and other excisable
articles such as tobacco. In the same way, trouble has arisen over the timber for the fencing of the grounds:
it appears that reflections have been cast on Canadian
timber. The Committee have been driven rather into
a free-trade position against a free-trader, who takes
the line that the Oommittee is tied to the policy
irginally announced as a matter of good faith, with
which politics has nothing to do.
A rather .nasty incident has been t h e f a i 1 u r e
of a firm of army agents this week – the
f i r m o f S i r R. McGrigor & Oo. has suspended
ayment. The army agency system is a curious one,
the pay of .officers is paid over in bulk to these
firms, who thus have the handling of considerable
funds, and of course on this basis are able to do a
general banking business. The firm in question has
never been very important publicly – it has nothing
of the standing of Messrs. Oox and Co., for instance,
dnd its total liabilities are said to be under a million,
though the unfortunate officers who are concerned
are not likely to get much of what is due to them.
This case has once more drawu attention to the fact
that it is still possible to conduct a banking business
i.n this country without the publication of properly
certified balance sheets. The suspension of this firm
has had at leest this good effect, that two other
firms of army agents have found it advisable to issue
public balance sheets, which in their case reveal very
strong positions.
The agitation for the reduction of railway
r a t e s has again borne fruit in the announcement
that the companies will from Jany. 1 •next reduce the
fares -for passengers from a level of 75 per cent above
924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
pre-war standard to a level of 50 per cent above pre-war
standard, though at the same time return fares which
are ]ess than twice the single fare will be raised to
twice the single fare. At the same time the rates for
the conveyance of perishable products by passenger
train will also be cut down to 50 per cent above pre-
war level. The companies are again in touch with the
mining interests over the rates for the conveyance
of coal. The companies say, with some truth, that
their costs are not falling as fast as the price index
generally, and this lends special interest to the
negotiations now being conducted with the railway
unions for a recasting of the wage position. The corn-
panies have not been foolish enough to dernand any
tampering with the standard rates fixed after the
great strike: but they propose to deal with those
elements of the total wage payrnents which are out-
side the standard scheme, such as overtirno rates and
the like. The net effect of the reductions proposed
would be a cut of about 10 shilling per week in the
rate of earnings. The unions are resisting,. of course,
but the atmosphere remains friendly. Nar have the
unions much of a chance to resist vigorously for the
consolidation schemes will mean many superfluous men, and the industrial outlook is still uncertain.
DE RÏJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddeien over de
maand September 1922, vergeleken met de overeen-
k.omstige cijfers van September 1921.
De oorlogswinst- en verdedigingsbelastingen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
1.086.183.856, waarvan
f
775.49.602 op rekening komt van eerstgenoemde
heffing.
Met inbegrip van de opcenten ten behoeve van het
leeningfonds – behalve die op den su.ikeraccijns,
welke geen verzwaring van belastingdruk medebrach-
ten – is in totaal eene som van
f
1.364.156.205 ont-
vangen uit belastingheffing, die haren grond vindt in
de buitengewone omstandigheden. De gewone middelen zonder de bate uit den tabaks-
accijns brachten in de afgeloopen maand
f
38.019.899
op tegen
f
39.805.858 in September 1921 en vertoonen
mitsdien eén achteruitgang van
f
1.725.959. De totale
opbrengst zonder genoemde bate in de afgeloopen
maand overtrof de raming met een bedrag van
.f
2.279.816.
De opbrengst over de eerste acht maanden van 1922,
den tabaksaccijns weder niet in aanmerking genomen,
overtrof de opbrengst over de overeenkomstige maan-
den van 1921 met een bedrag van
f
1.980.878, terwijl
de raming met een bedrag van
f
6.186.035 werd over-
schreden.
In
vergelijking
met September 1921 vertoonden in
September 1922 vooral de inkomstenbelasting, de sui-
ker-, de wijn-, de zout- en de bieraccijns de successie-rechten, de invoerrechten en. de loodsgelden een hoo-
ger opbrengstcijfer. Daarentegen brachten minder op
de overige directe belastingen, de gedistilleerd- en ge-
slachtaccijns, de zegel- en registratierechten en de
statistiekrechten.
Evenals vorige maanden vloeide ook deze maand de
inkomstenbelasting ruim. De meerdere opbrengst
bedroeg ditmaal
f
1.453.959. De overige directe belas-
tingen liepen alle terug: de grondbelasting met een
bedrag van f 412.937, de personeele belasting met een
bedrag van
f
663.693 de dividend- en tantièmebelas-
ting met een bedrag van
f
1.562.056 en de vermogens-
belasting met een bedrag van
‘f
3.364. De achteruit-
gang van de grondbelasting vindt zijn oorzaak in de
vluggere betaling over vorige maanden. in den ster-
ken achteruitgang van de dividend- en tantièmebelas-ting komt vooral uit de achteruitgan.g van het econo-
misch leven en daarmede van de resultaten onzer be-
drijven en ondernemingen.
De suikeraccijns bracht deze maand
f
143.593 meer
in de schatkist dan over September 1921, welke hoo-
gere opbrengst gevolg is van het feit, dat de handel
groote voorraden inslaat.
De hoogere opbrengst van den wijnaccijns
(f
121.457) is vermoedelijk een gevolg van uitslagen
van hooggradigen wijn v66r het in werking treden
van de surtaxe op gedistilleerd, dat wijn bevat boven
12 pOt. De gedistilleerdaccijns bleef f1.109.809 achter
bij de opbrengst over de overeenkomstige maand van
het ‘vorig jaar. Wellicht doet de toenemende smokke-
larij aan de grenzen hier haren invloed gevoelen.
De opbrengst van den bieraccijns blijft toenemen;
deze maand bedroeg de meerdere opbrengst
f
57.324.
Deze meerdere opbrengst staat mede in verband met
de duurte van sterken drank, wat een minder ver-
bruik hiervan ten gevolge heeft.
De bate uit den zoutaccijns bedroeg
f
157.456, alzoo
een bedrag van
f
39.669, boven de opbrengst over Sep-
tember 1921. Een bijzondere reden voor die hoogere
opbrengst is niet bekend.
De geslachtaccijns liep van
f
917.784 terug op
1 874.802, een gevolg, van de daling der veeprijzen en
toenemenden aanvoer van buitenlandsch vleesch.
De zegelrechten
blijven
een teruggaande
lijn vertoo-
nen. Deze maand kwam slechts binnen eeii bedrag
van
f
1.252.685. Het andere middel, dat speciaal de
economische depressie weerspiegelt, de registratie-
rechten, liep van
f
1.740.713 terug op
f
1.096.238.
Minder overgangen van onroerende goederen en zoo
goed als geen ernissies van aandeelen zijn oorzaak, dat
dit middel zoo sterk blijft terugloopen.
De invoerrechten brachten
f
149.282 meer op (de
vorige maand bedroeg de hoogere opbrengst
f
81.130).
Een bepaalde reden hiervoor is niet op te geven, even-
min als voor den teruggang van de statistiekrechten
van f348.223 op f288.193.
Toenemende scheepvaart heeft ten gevolge, dat tea
aanzien van de loodsgelden een vooruitgang van
f
37.219 valt te boeken.
Ten aanzien van de rechten van successie, die deze
maand een bedrag van f 3.831.867 voor de schatkist
opleverden, valt op te merken, dat het verhoogde tarief
zich meer en meer in de cijfers openbaart. Over Sep-
tember 1921 bracht dit middel
f
2.725.587 op.
Ondanks de verdubbeling van de belasting op gou-
den en zilveren werken was de opbrengst deze maand
slechts
f
83.462 tegen
f
62.874 over September 1921.
De tabaksbelasting bracht deze maand op
f
1.100.152.
In de maanden ‘Juni, Juli en Augustus bedroegen de
baten uit dit middel respect.
f
1.097.392,
f
812.890 en
f
699.913.
R e c t i f i c a t j e. In het artikel van Prof. Dr.
C. A. Verrijn Stuart, getiteld: De toeneming der
bevolking in Nederland, in ons nummer van 18 Octo-
ber ji., moeten op pagina 901, eerste kolom, regel 9
van onderen de woorden ,,strijd tegen”, vervallen, zoo-
dat de zin dan als volgt luidt: Wie de propaganda
voor daling der tataliteit verderfelijk acht, behoort
d.rn. bij beschouwingen over de ontwikkelingsmoge-
lijkheden van het bevolkingscijfer uit te gaan van
eene constant gedachte nataliteit.
AANTEEKENINGEN.
Eenige postenop de betalingsbalans
der Vereenigde Staten.
– De Federal Re-
serve Bank of New York publiceert nevenstaand’
staatje, waarop enkele voorname posten ijit de be-
talingsbalans der Vereenigde Staten voorkomen.
Gelijk men hieruit ziet overtreft de som van kapi-
taalexport en goudinvoer het voordeelig saldo der
handelsbalans sinds November 1921 slechts met 5.Sn onderbreking. Belangrijke posten ontbreken echter in
deze opstelling. Zoo in het credit hetgeen do V.. S.
aan rente en aflossing van hun buitenlandsche debi-
teuren, Staten en particulieren, ontvangen. Het be-
drag dezer posten, voor zoover het betreft ontvangsten
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
925
In niillioenen dollars.
1921
Buitenl.
emissies
in deV.S.
Invoer-
surplus
van goud
en zilver
Totaal
eerste
twee
kolommen
Uitvoer-
saldo
goederen
62
29
91
445
Januari ………
Februari
47
41
88
272
Maart
30
88
117
135
April ………….
6
81
87
86
l39
62
200
125
Juni
……
. …
45
53
151
Mei
………..
42 60
102
147
Juli
………..
Augustus
51
.8
88
139
172
September
..
121
63
185 146
42
95
155
November
63
52
115
183
December
28
102
59
1922
.
63
Januari ……..
93
28
121
62
October
………53
Februari
58
..
25
82
35
Maart
……..
35
198
74
207
10
217
101
..
5
44
55
April ………..
Mei
………..39
Juni
……….
119
12
131
74
Juli
…… ….
.
55
43
98
54
*
Opnieuw gefundeerd in Mei $ 50.000.000.
t In den loop van het jaar verkochte emissie van Elawai in-
begrepen.
.
door de Regeering, berekent de New York Trust C
y
.
op resp. 13 en 31 millioen $ gedurende de eerste vijf
maanden van dit jaar. Geen cijfers worden gegeven
voor dezelfde posten met betrekking tot particulieren, noch voor den export van F. R. Notes, ook een credit-post. Genoemde bankinstelling meent echter, dat deze
posten meer dan gecompenseerd zullen worden door
remises van immigranten en steunverleening aan den
vreemde, uitgaven van toeristen en verkoop aan de
V.
S.
van in den vreemde gehouden Amerikaansche en
andere fondsen, alsmede door de assurantie- en
vrachtpenningen, welke de Unie heeft te betalen.
Het debetsaldo, dat de betalingsbalans op grond
van dit alles laat, is ongetwijfeld, meent zij, een der
belangrijkste factoren, welke hebben bijgedragen tot
de daling van den dollarkoers. De ongefun deerde vor-
deringen op het buitenland verminderen, terwijl de
houding van het publiek t.o.v. belegging in het bui-
tenland verandert.
Bij dit alles moet echter in acht genomen worden,
dat de rente van het grootste deel der Regeerings-
leeningen aan het buitenland nog niet in de bereke-
ning is opgenomen. Een bedrag van meer dan 500
millioen dollar is hiermede gemoeid, dat dus, stel dat
alle debiteuren hun verplichtingen zullen nakomen, en intusschen geen kwijtschelding van een deel .der
schulden plaats vindt, in het credit van de betalings-
balans der Unie komt, ongeacht nog de aflossingen.
Petroleum in Argentinië.—De
olievelden
in Argentinië, wier ontwikkeling wel een eenigszins
speculatief karakter had gekregen, worden langzamer-
hand meer en meer ontgonnen op de meer gezonde
basis van voorafgaande geologische onderzoekingen en
een toenemend aantal particuliere boringen, zooals een
publicatie van Ernesto Tornquist en Cia mededeelt.
Te Cornodoro Rivadavia vertoont de staatsontgin-ning ten gevolge van administratieve moeilijkheden,
voortspruitend uit haar voorloopige organisatie, slechts
een kleiüe toename der productie. Deze bedroeg voor
de maand Juni van dit jaar 32.600 Me., terwijl het
totaal voor de eerste zes maanden van dit jaar 161.000
Me., bedraagt.
Onder de particuliere ondernemingen tieedt de
,,Astra” Company naar voren door haar systematische
werkwijze. Met een maandelijksche opbrengst van
10.000 M
3
. uit haar jongste drie bronnen, was zij dc
eerste maatschappij welke Comodoro-Rivadvia-petro-
leum exporteerde en wel 8.500 ton ruwe olie naar
Duitschiand met het Nederlandsche stoomschip
,,Vaarli”. Bovendien heeft deze maatschappij defini-
tieve. maatregelen getroffen voor den aanleg van een
lossingskade te Caleta Cdrdoba, welke ongeveer 200.000
papierpesos zal kosten.
De ,,Compafiia Kinkelin” installeert een nieuw boor-
station te Bahia Solano.
Verder zuidelijk in dezelfde streek begint de ,,Bur-
mac Oil Company” haar eerste boring, terwijl de
,,Royal Dutch” drie boorinstallaties zendt ter onder-
zoeking van de pas verkregen concessies, waarvan de
eerste zending van 1000 ton materiaal reeds is aan-
gekomen.
In Neuquén zet men de onderzoekingen binnen de
door den Staat gereserveerde zone voort en ook hier
worden voorbereidselen getroffen voor drie nieuwe
boringen in Plaza Huincul. ,,The Standard Oil Oom-
pany of New Yersey”, zet te Ohallaco haar exploratie
van de concessies, welke zij kocht van de Challaco
Company (Sociedad de Petroleo de Challac.o Ltda),
met vier boorinstallaties voort. Bovendien heeft deze
maatschappij de noodige machinerieën gezonden voor
een boring bij de Agrio-rivier in een streek, welke
hoewel zeer afgelegen, is uitgekozen om geologische
redenen. De Challaco Company heeft ter onderzoek
nieuwe gebieden aangekocht.
Naast de werkzaamheden van de groote Europee-
sche en Amerikaansche syndicaten is ook de vorming
van een toenemend aantal onafhankelijke plaatselijke
maatschappijen zeer opmerkenswaardig.
De ,,Argentine Oil Fields Limited” met een kapi-
taal van £ 600.000, waarvan £ 145.000 werd openge-
steld voor publieke inschrijving, werd in Londen opge-
richt voor operaties in het Cerro Lotena gebied (Neu-
quén). In Chili werd kort geleden de ,,Orion” Corn-
pany opgericht, welke concessies heeft ten Oosten
van Challaco.
In Chili heerscht algemeen levendige belangstelling
in Argentijnsche petroleumondernerningen. De ,,Titan
Company” is opgericht in Santiago de Chile en treft
voorbereidselen voor boringen allereerst in Comodoro
Rivadavia. De ,,Compafiia Petrolifera de Cacheuta”
opgericht met een kapitaal van £ 600.000 heeft een boorinstallatie aangekocht. Naast het ontginnen van
bronnen beoogt deze maatschappij de distillatie en raf-
finage der oliesoorten van Cacheuta. De ,,Colnpafiia
del Sosacado” heeft in Santiago de Chile de publieke
inschrijving opengesteld op haar kapitaal van
£ 1.000.000. De ,,Chile Argentina Company” welke in
het bezit is van de concessies aan de Barracas-rivier
in Mendoza heeft nieuwe gebieden in Neuquén ver-
worven.
Hieronder laten
wij
een overzicht volgen van de
productie der staatsmijnen te Comodoro Rivadavia
gedurende de eerste helft van de laatste vier jaren.
Vaten.
1922
1921
1920
1919
Eerste kwartaal
. . . .
448.600 531.000 215.100
319.000 April
………….
201.800 140.900 104.400
95.000
Mei
…………..
157.500 138.400 125.800
95.700
Juni
…………..
205.100 139.000 113.200
99.700
Eerstezes maanden
. 1.013.000 949.300 558.500 609.400
1
vat
= 159
Liter.
ONTVANGEN:
Hooge Raad van Arbeid,
Praeadvies van Commissie
XII over Vraag punten betreffende Bedrijfsor-
ganisatie, enz.; ‘s-Gravenhage, Gebrs. J. & H. van
Langenhuysen, 1922.
Statistische Mededeelingen, uitgegeven door het Bu-
reau -van Statistiek der Gemeente Amsterdam.
No. 65, Onderzoek naar het verband tusschen de
prijzen in den groot- en den kleinhandel bij eenige
artikelen;
Amsterdam, 1922, Johannes Müller.
Normalisatie-Bureau voor Arbeidsraden in de Metaal-
nijverheid (N. A. M.) Mededeelin gen No. 1, ge-
middel4 uurloon en gemiddeld uurinkonzen der
meerder- en minderjarigen,
1 Juli 1922 (met 22
grafieken: No. 117-138); September 1922.
926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
MAANDCIJFERS.
.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
•
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELE.
N.B. *** betekent;
Cijfers
nog niet ontvangen.
(In Guldene).
GELDKOERSEN.
September Sedert
Januari
Overeen-
kom,tIge
1922
periode
1921
BANKDISCONTO’S.
4
18Juli
’22
1
Zweeds.R.ksbk 5
10Mrt.’22
Ned
.
–
Directe
beZastiigen
13.667.545 12.588.814
’22
{Disc.Wissels.
Bk.
.e1.Binn.Eff. 4
18Juli
Bk. v. Noorw.. 5
17A2&g.’22
Grondbelasting
.
……1.187.922
Personeele belasting
. .
2.129.184
11.159.202
13.206.061
Vrech. in R.C. 5
18Juli
‘
22
1
Zwits. Nat. Bk. 31
2 Mrt. ’22
InkomBtenbelasting
. .
11.079.894
97.738.181
85798.027
Bk.
van
Engeland 3
13Juli
’22BeIg.Nat.Bk.5-519Mei
’21
Duit8ehe Rijksbk.
.
8
21
ept.’22lBank
v. Spanje
5
k
18 Mei ’22
2.417.711
11.545.363
20.744.358
Bk. van Frankrijk 5
11 Mrt.
’22iBank v. Italië 6
20 Mei ’20
Vermogensbelaeting
. .
539.204
1 1.057.657
1 1.071.533
Oostenr. Hong. Bk. 8
2
&pt.’221F. ReB. Bk. N.Y. 4
21 Juni’22
Nat. Bk. v. Denem. 5 25Apr.’2llJavasche Bank 3
1Aug.’09
Accijnzen
3.169.414 30.743.330 27.947.414
belasting …………
Wijn ……………
507.471
1.869.430 1.451.660
o)r’
MARKT.
5.157.885
44.436.751
43.258.398
Zout …………….
157.457
1.083.080 1.087.045
Am3terdam
Londen
1
Berlijn
N. York
Gedistilleerd
……….
S
522.620
3.405.458
3.053.931
Data
Pan.
Part.
Parijsj
1
Part.
Cali-.
arf
Prolon.
Dividend- en tantiërne-
874.802 7.128.699
8.700.187
dlaconto
galk
disconto
J
di3conto
J
di,c.
money
l.100.152
3.710.346
–
Belast. op 8peelkaarten
5.202
..
54.223
48.962 21 Oct.
122
381,1
4
1
1
21
4-
8
1
8
_
I4115
1)
Indirecte belastingen.
1621 0. 122
1418
3814_41f4 2114818
4
18
–
14112_6112
Tabak
……………
Zegelrechten
……..
‘
1.252.685
2
12.797.788
8
14.809.527
914 ,,
122
/4-8
3
1
/-4
218 112
14112_6112
Registratierechten
. . .
1.096.238
.
14.485.505
24.636,272
2-7
,,
1
22
1
12
2a/
8
_
5
1
8
4
6
1
–
4_5
1
1
4
Suiker
…………….
3.831.867
31.432.507 23.177.473
17-220. 121 431_81
3
38/_4
4«18
13111_5
3.352.241
28.629.563
27.482.171
31
18-230. ’20
‘/48
4
1
1-5
1
1
618-14
4.51
-.
6-10
Bier
………………
Gouden enzilveren werken
20-24Julj’14
311881is
2
1
1_
8
14
2
1
1_
1
1
2/4
51171/2
Geslacht
…………..
83.462 667.343
602.891
1)
Noteering
van
20
October.
.
852
705
Successierechten ……..
Statistiekrecht
……..
288.793 2.518.083
2.877.032
Invoerrechten
…………
Essaailoon
………..112
.
425.413
389.997
WISSELKOERSEN.
Belasting …………..
Domeinen
…………
141.053
1.324.399
1.601.542
..
17.129
458.830
456.129
WISSELMARKT.
Mijnen ……………..
–
Jacht
en visscherij
20.061
..
262.855 276.785
Londen was deze week opnieuw iets beter. Aan cle rij-
Staatsloterij
…………
247.4911
2.094.725
1.738.993
zing kwam echter plotseling een einde door het aftreden
.39.180.0511
332.697.131
327.005.907
Loocisgelden
…………
Totaal ……….
van tien eersten Minister. Daarentegen waren dollars regel-
matig flauw. Ook de meeste andere wisselkoersen waren
–
lager.
Vooral
marken
liepen
weder
sterk terug,
zo.odat
OPOENTEN VOOR
HET LEENINGFONDS
1914.
opnieuw een laagterecord werd bereikt. In aansluiting hier-
mede waren ook Parijs en België weder aangeboden en aan-
–
September
Sedert
Overeen-
1922
1
Januari
kom,tige
zienlijk lager verkrijgbaar. Ook de Skandinavische wissels
1922
i
periode
1921
waren flauw, vooral Cliristiania. Bijzonder flauw was Zwit-
serlaud,
blijkbaar
dor angstverkoopen voor Zwitsersche
Directe belastingen
1
Grondbelasting
238.5461
2.739.301
2.524.334
rekening uit vrees voor aanneming van de wet op de ,,Ver-
Personeele belasting
410.5901
2.171.255
2.617.875
mögensabgabe” en opheffing van het bankgeheim.
Inkomstenbelasting
..
3.142.048
28,271.440
25.186.449
Vermogensbelasting ..
134.033
2.713.308
2.697.967
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Londen
1
Parila
Berlijn
Wecnen
1
Brunei
New
Dividend- en tantiëme-
Accijnzen.
belasting ………..797.845
3.809.970
6.845.638
)
0)
Yorh’)
S
) )
”
Suiker
……………633.883
6.148.666
5.589.483
Wijn ……………..101.494
373.886
290.332
Gedist. (binn.-enbuitl.)
515.789
4.443.675
4.325.840
16 Oct.
1922..
11.39
19.374
0.08k
0.0034 17.95
2.561
Indirecte belastingen.
17
,,
1922..
11.39
1
H
19.274
0.09
0.004
17.91
2.56
Zegelrecht van buitl. ef f
15.257
101.494
160.845
18
,,
1922..
11.414
19.05
0.08
7
0.0034 17.66
2.55H
Totaal
5.989.465
50.772.995
50.238.863
19
,,
1922..
11.424
18.824
0.08
0.0034 17.50
2.55 20
,,
1922..
11.414
18.95
0.064
0.0034 17.55
2.55
8
1
8
21
,,
1922..
11.40
18.874
0.05.
00034
–
–
BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-
Laagsted.
w. 1)
11.384
18.75
0.054
0.003
17.42
1
1
2
2.54/
GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
.
Hoogste,,
,, ‘)
11.434
19.474
0.094
0.004
18.15
2.57
14 Oct.
1922..
11.394
19.50
0.09e
0.0034 18.0742 2.5742
7
,,
1922..
11.37
19.55
0.114
0.004
18.34
2564e
Muntpariteit.. 12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
September
1922
Sedert
1
Januari
1922
Vrdedigingsbelasting
la ….
161.562
3.320.026
‘)
Noteering te Amsterdam.
“)
Noteering te Rotterdam;
Verdedigingsbelasting Ib
….
778.651
12.004.448
1)
Particuliere opgave.
Verdedigingsbelasting
II ….
3.259.101
28.098.313
,
‘) Noteering
van
6 October.
8)
Idem
van
13 October.
4.199.314
43.422.787
‘
Dat°
Stork.
1
Kopen.
1
Chria.
1
Zwitaer.I
Spanje
Batavia
t)
Oorlogswinstbelasting
463.552
)
29.260.392
ltoim’)
hagen)
1
tiania
‘)I
land’)
1)
tele
jraJiach
1)
Hieronder begrepen
f
191.523,20 wegens zegelrecht van
–
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten,
enz.
16 Oct.
1922
68.70
51.30 46.90
47.40
39.10
974-98 (Bnursbe1asting).
2
1 idem
f
1.700.578,65.
8)
Idem
f
2.585.368.
17
,,
1922
68.75
51.20
46.70 47.45
39.20
974-98
4
)
September 1921 f6.117.705.
18
,,
1922
68.65
51.-
46.30 46.90 39.30
974-98
5)
De Tabaksbelasting
is
met
1
Juni ingevoerd. VOOr
.
1
19
,,
.
1922
68.20
51.30
45.70
46.624
39.25
974-98
October zijn banderolles
.
aangevraagd tot
een gezamenlijk
20
,,
1922
68.30
50.90
45.60
46.55
39.20
974-98
bedrag voor
t
de schatkist van
f
7.886.935.79. Een groot deel
21
,,
1922
68.30
51.20
45.30
46.65
39.174
hiervan wordt, waar onder zekerheidsstelling een crediet voor L’ste d.
w.
1)
68.-
50.90
46.-
46.40
39.05
97
1
1
2
hoogstens 6 maanden
wordt verleend, eerst later betaald.
fl’ste,,
,,
)
68.75
51.50
46.90 47.60
39.40
98
Onder de thans verkregen opbrengst
is
begrepen het jaar-
14 Oct.
1922
68.55
51.59
46.90
47.60
39.20
74-98
lijks
te betalen recht voor de bedrijfsvergunningen.
7
,, ,
1922
68.30
52.60
45.55 48.25
39.-
974-974
Muntpa.riteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
‘)
Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
927
KOERSEN TE NEW YORK.
NED. BANK 23 October 1922
(vervol
g
).
Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
388.849.028,67
Data
CaMeLond.
ZichiParijs
1
Zicht Berlijn IZIchtAmskrd. (in
per)
(in
cU.
p.frs.)I(in
ci.
P.
Mrk)I(in
cts. P. gid.) 0p cle basis van
21
?netaaldekhing ……
187.799.847,44
Minder bedrag aan bankbiljetten n omloop
21 Oct
1922
4.46.-
7.33
0.021
39.18
Laagste d. week
4.44.-
7.33
0.02e/
s
38.97
dan waartoe de Bank gerechtigd is.
.
,,
1.944.245.140,-
Hoogste
,,
4.47.-
7.52
0.03°/
39.18
Verschillenm.d.vorig.weekst.
:
Meer
Minder
14 Oct.
1922
4.43.87
7.57
0.031
38.91
Disconto’s
6.796.232,62
7
,,
1922
4.42.50
7.61
0.04
38.88
Buitenlandsche wissels.
.
9.420.112,-
Muntpariteit
4.86.67
5.18/
4
95
1
1
4081
Beleeningen
……….1.064.999,72
Goud…………….
–
–
Zilver
…………….119.303,87
KOERSEN VAN DE VOLGKNDE PLAATSEN OP LONDEN
Bankbiljetten
11.492.045,-
Part. Rek.-Crt.. saldo’s
. .
4.320.039,13
Plaatsen en
1
Noleerings-
1
7 Oct.
14 Oct.
16/21 October ’22
21 Oct.
Landen
eenheden
1922
1922
Laagste Hoogste
1922
Voonna&ipste posten in duizenden gu.ldens.
Alexandrië
. .
Piast. p.09771.6
977
I
7’/32 97181
9718/
Data
1
Goud
Zilver
Bank
1
Ande.
opeischbare
*B
Aires
1
).
.
d.
p.
$
44
I
DIie
4451
4411/
4471
t
:
bjltj
_
schulden
23 Oct.
1922
……
581.789
1
8.805
974.100
29.828
Calcutta
.
. . .
Sh. p. rup. 113
21
1
3a
113
11
,
1
16
113°/
8
113
1
/
1/321182
Hongkong
.
.
id. p.
$
217
216
3
1
s
21512
2/6’/
2
2/521/32
16
1922
,,
…….
581.789
1
8.685
•
985.592
27.022
228!
211!
Lissabon
. . .
.
d. per Mil.
2’/
2′
3
/sa
15/je
,je
9
1922
1
581.789
1
8.581
990.847 27.003
Madrid
. . . .
Peset.p.
29.09
29.08
28.97
29.15
29.11
*Montevideol
d. per
$
41
1
1
42114
411
4
42
71
42
18
593.859
1
8.808
1.000.285
41.439
Montreal….
$
per
£
4.4l
4.43
4.421
4.473/4
4.46’/
,
……
•
25 Spt. 1922..
593.859
9.033
959.638 22.598
R.d.Janeiro. d. per Mil.
6’1
61
4
51
6
2
1922
……
605.969
9.149
1.020.628 54.765
24
Oct.
1921 ……
25 Oct.
1920..
.
636.141
18.945 1.057.317
95.059
Shanghai…. Sh. p. tael 319116
31571,
313
314
5
1
8
11
8
25Juli
1914..
162.114
8.228
310.437 6.198
Rome
……Lires p.
£
102H
104113
1041
3
107
1061
Singapore
..
id. p.
$.
2/4’/
2141
33
214
2/41/8
2143133
Totaal
Hiervan
–
1kT
‘-;:-
*Va1parais,.
peso p.
£
31.80
32.20
31.90
32.10
31.90
Data
1
bedrag
Schatkist-
2dec-
1
baar
kings-
Yokohama
.
.
Sh. p. yen 2/25/33
1
212
2111
212
8
1
32
2111
33
disconto’s
promessen rechtstreeks
nin gen
Metaal-
i
saldo
percen- lage
*
Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
.
23
Oct.
1922 211.551
65.000
107.152
388.849
59
NOTEERING VAN ZILVER.
16
,,
1922 218.347
70.400
106.087
387.256
58
Noteering te Londen
te New York
9
,,.
1922215.093
62.400
111.905
386.104
58
2
1922 218.377
64.400
134.958
393.605
58
21
Oct.
1922
3381t
66/4
25:se;t. 19221 182.358
39.000
105.436
405.727
61
14
,,
1922
.
.
343/s
6771
24
Oct.
19211
299.360
119.500
116.180
7
,,
1922
351(
4
691/
4
.298
57
.
’22 Oct.
1921
401,
701
25
Oct.
1920 138.024
31.000
303.192
423.814
57
23
Oct.
1920
. ..
52/8
80
25 Juli
19141
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
75
20 Juli
1914
..
.
241
5
1
5411
1) Op
de basis van
215
metaaldekking.
Uit
le
bken.dimaking van den
M i
n
jet e
r
v a n F i
na n-
NEDERLANDSCHE BANK.
‘ci ë n
blijkt, dat uitstonden
op:
____
Verkorte Balans
op
23 October 1922.
16
Ofl22
1
3O122
Aan schatkistpromessen
f463.680.000,-
f445.280.000,-
Activa.
waarv. direct bij
Nicl.
Bk
70.400.000,-
65.000.000,-
Binnenl.
Wfs{
H.-bk.
f110.996.075,45
sels, Prom.,
B.-bk.
,,
40.102.891,24
Aan schatkistbiljetten
,,197.770.000,-
,,197.656.000,-
enz. in disc.
Ag.sch.
,,
60.451.804,45
f
211.550.771,14
Aan zilverbons
……..
…29.653.005,-
,,
29.594.020,-
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto
–
Onder de vlottende schuld
is
begrepen:
Idem eigen portef..
f
78.999.968,-
Voorsch. aan de Koloniën
1
,,296.006.000,-
1
,,300.385.000,-
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.
Voorschot aan Gemeenten}I
31 Augustus
1
30
September
voor doorRijk voor hen
t,,
86.936.544,-
1.,
93.437.267,-
78.999.968,-
Beleeningen
tH.bk.
te heffen Ink. belasting
mci.
vrsch.)
f
26.931.671,14
B.-bk.
7.193.347,35
16 Oct.
23 Oct.
Tegoed v.d.Postch.&G.dstj
55.088.370,-
68.969.916,-
,,
in rek.-crt.1
op
,,
73.026.617,72
..
JAVASCHE BANK.
fl07.151.636,21
Voorinaamste posten in duizenden
guldens.
Deaxnengetrok-
Op
Effecten
……f 92.708.938,35
ken cijfers der laatste
weken
zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
ba
een
Andere
1
opelschb.
1
_________
Bc,chlkb.
metaal.
Op
Goederen en Spec.
,,
14.442.697,86
107.151.636,21
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
14.218.341,39
______________
iljtt
1
schulden
1
saldo
14
Oct 1922
2ö.750
270.000
112.500
130.250′
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.239.005,-
71922
207.250 269.000
115.500 130.350
Muntmat., Goud
….525.550.137,91
30 S
‘
t. 1922
201.000 265.500
123.000 123.300
f581.789.142,91
Munt, Zilver, enz..
8.804.654,28
16 Spt. 1922
147.722
54i
270.644
105.641
127.327
Muntmat., Zilver
..
–
1922
149.304
54.104
270.306
105.072
128.944
•
Effecten
-.
,,
590.593.797,19
2
,,
1922
149.910
53.965
266.634
109.418
129.310
Bel.v.h.Res.fonda..
f
5.634.200,18
15Oct. 1921
171.916
22.894 302.514 104.635.
113.813
id. van
t/nv
h. kapit.,,3.966.300,12
l6Oct. 1920
226.959
7.974 371.763
248.047
115.108
9.600.500,30
Geb.enMeub. der Bank
…………….
4.522.000,-
..
25 Juli 19141
22.057
31.907
110.172
12.634
4.8428
Dat
Dis-
Wissel,,
buiten
1
Belee-
–
V.
schotten
1
Diverse
1
Dek-
1
kings.
Diverse rekeningen ………………
,,26.102.624.62
fl.042.739.638,85
0
conto’s
betaalbaarl
N.-Ind.
ningen
aan hc
Gouv.ne
t
m.I
reke.
ntn
g
en
1)
i
pei’cen.
l
a
g
e
14Oct. 1922
183.500
44.000e
54
Passiva.
Kapitaal
…………………….f
20.000.000,-
Reservefonds
……. . …………..
5.660.599,75
7
,,
1922
182.500
41.400e
*0*
54
Bijzondere reserve
………………
1.675.581,33
30 Spt. 1922
194.500
44.000e
•**
52
37.3061 33.351! 103.283
Bankbiljetten in omloop
………….,
974.100.145,-
16 Spt. 1922
–
24.417
54
Bankassignatiën in omloop…………1.318.066,48
9
,,
1922
35.1361 33.1521 104.604
–
23.825
54
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
–
2
,,
1922
34
.
307
1 31.989! 105.354
–
24.059
54
saldo’s:
ÇAnderen
,,
29.827.694,67
15Oct. 1921
35.355!
19.8161 131.081
27.821
8.387
48
29.827.694,67
16Oct. 1920
29.5841 32.2071 146.961
132.010
36.985
38
Diverse rekeningen
………………
.,10.157.551,62
25Juli1914
7.259
6.395
47.934 6.446
2.228
44
fl.042.739.638,85
1)
Sluitpost activa,
)
Basis
‘J’
metaaidekking.
5)
Creditsaido.
928
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaaimste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
CirculaUe
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
D’
k
9Sept.1922….
1.277
1.874
665
1.178
457
2
,,
1922,…
1.277
1.882
739
1.159
469
26Aug.1922….
1.295 1.739
869
1.159
459
19
1922….
1.298
1.744
917
1.173
452
12
1922….
1.306 1.848
967
1.185
426
5
,
1922….
1.312
1.951
844
1.198 444
10 Sept. 1921 .. ..
1.175
2.084
1.038
1.966
421
11Sept.1920….
1.081
2.096
1
848
1.821
863
25Juli
1914
•..
645 1.100
560
735
396
t)
Sluitpost der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN..
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoegin.g der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulatie
Currency
Notes.
Bedrog
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
18 Oct.
1922
127.435
121.690
289.338 27.000 246.618
11
1922
127.427
122.570 291.397
27.000 248.620
4
1922
127.422
123.200
291.143 27.000 249.108
27 Sept. 1922
127.432
122.467
289.127
27.000
246.456
20
1922
127.427
121.491
289.756
27.000 246.918
13
1922
127.421
122.065
291.585 27.000
249.007
19 Oct.
1921
128.417
123.684
312.604
28.500
275.530
20 Oct.
1920
123.148 127.054
355.904
28.500
324.887
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depo,.
Other
Depos.
Reserve
Dek.
kings.
perc.
1)
18 Oct. ’22
46.058 68.836
12.218
109.167
24.196
19,92
11
’22
54.892
66.704 15.160 112.052 23.307
18,32
4
’22
60.267
73.590
16.696
122.167
22.672
16,33
27Sept ’22
44.063
71.386
16.829
103.831
23.414
19,40
20
’22
44.548
73.594
15.786 108.535
24.386
19,61
13
’22
46.753
71.466
10.405
113.436
23.809
19,22
19Oct. ’21
79.715
86.416
14.794 156.809
23.183
13,51
20Oct. ’20
61.620
83.879
16.539
125.845
14.545
10,21
22Juli ’14
11.005 33.633 13.735
42.185 29.297
521
‘) Verhouding tusschen Reserve en L)eposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voc.rnnamste posten, ouder hijvoeging der Dnr1ehen.s
kassenscheine, in ‘duizenden Mark.
Data
Metaa Daarvan
Goud
Kassen.
schetne
Lircu atie
Dk.
kings.
e
pere.
1)
14 Oct.
’22
1.051.414 1.004.854
31.420.080
374.506332
9
7
,,
’22
1.044.445 1.004.855
22.848.430
344.171.631
7
30 Sept. ’22
1.033.740 1.004.856
21.828.959
316.869.799
7
23
,,
’22
1.032.762 1.004.858
27.293.999
290.678.147
10
15
’22
1.031.726 1.004.860
27.801.686
271.597.757
10
7
’22
1.027.943
1.004.861
23.875.562 252.373.738
10
15 Oct.
’21
1.038.565
1.023.633
3.193.609
87.728.207
4
15 Oct.
’20
1.098.593 1.091.656
20.431.898 62.128.756
34
23
Juli
’14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
93
1)
Dekking der circulatle door metaal en Kassenscheine.
Data
Wissels
Rek. C,t.
Darlehenskassenscheine
Totaal
In kas bij de
uitgegeven
Reichsbank
14 Oct.
1922
453.370.290
116.112.702
45.600.000
31.400.000
7
,,
1922
399.616.122 87.390.199 37.000.000
22.800.000
30 Sept. 1922
400.004.064
110.012.377
35.900.000
21.800.000
23
1922.331.761.934
71.692.739 41.248.900
27.282.200
15
1922
309.140.280
67.409.768 41.710.800
27.790.900
7
1922
279.026.881
50.576.422
37.668.400
23.226.500
15 Oct.
1921
96.029.034
16.886.905 10.655.900
1
3.107.900
15 Oct.
1920
51.676.188
16415.3141
33.667.400
20.387.800
23 Juli
1914
750.892 943.964
–
–
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.
Data
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit.gew.
eoorsch.
old. Staat
19Oct. ’22
5.533.951
287.639 287.639
573.451
24.000.000
12
’22
5.532.752
1.897.967
287.579 573.722
24.200.000
5
,,
’22
5.532.672
1.948,367
287.470
574.232 24.000.000
28 Spt.
1
22
5.532.516
1.948.367 287.197
575.267
24.000.000
20 Oct. ’21 5.523.686
1.948.367
278.075 618.023 25.300.000
21 Oct. ’20
5.484.280
1.948.367
263.729 600.383 26.600.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
– –
Wissels
Uitge.
stelde
Wissels
Belee.
ning
Bankbil.
jetten
Rek. Crt.
Parti.
culieren
Rek. Crt.
Staat
os
;
2.194.087
31.912
2.127.304
37.128.805
1.982.005
42.820
,
2.229.935
32.088
2.143.404
37.418.442 2.062.449
20.695
‘
2.832.365
32.260 2.832.465 37.514.493 2.341.345
17.124
o’
2.103.887
32.697
2.073.384
36.602.902
2.178.992
19.725
2.401.299
67.055
2.232.644
37.406.813
2.544.363
29.995
2.470.050
473.488
2.087.502
39.289.666
3.202.449
82.698
1.541.980
–
769.400
5.911.910
942.570
400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.
Data
1
‘Miï
1
mci.
buiten!.
saldi
Ë
van
buitenl.
vorder.
van
prom. d.
provinc.
Binn.
wissels
en
heleen.
Circu. latie
Rk
e.
Crt.
partic.
19Oct. ’22
336.286
84.653
480.000
876.170
6.524.478
60.225
12
’22
336.448
84.653
480.000 933.164 6.542.912
130.524
5
’22
336.206
84.653
480.000
887.041
6.539.502
40.138
28 Spt. ’22 331267
84.653
480.000 635.069
6.517769
302.947
20 Oct. ’21 328.872 84.653
480.000 572.245 6.109.935
237.251
21 Oct. ’20
354.660
84.653
480.000
697.41715.758.286 1.161.729
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
•
Goua’voorraad
Zilver
etc.
Notea tn
circu-
______________
Totaal
Dekking
In het
_____________
bedrag
F. R. Notes
hutten!.
latie
4 Oct.
’22
3.089.280
2.250.881
–
123.725
2.274.651
27 Sept. ’22
3.076.943 2.212.449
–
126.184
2.243.384
20
’22
3.061.868
2.250.385
-.
128.002
2.218.764
13
’22
3.067.234 2.259.486
–
130.204
2.213.615
5 Oct.
’21
2.732.599
1.868.952
–
150.343
2.482.313
8 Oct.
’20
1.996.324 1.297.178 90.409
161.944
3.322.123
Data
Wissels
Totaal
‘Depa,itoa
Gestort
1
Kapitaal
Dek.
king,
pervl)
Algem.
Dek.
hings.
1
pe.)
4 Oct.
’22
669.654
1.877.697
106.220 74,4
77,4
27 Sept. ’22
658.296
1.840.133
106.172
75,3 78,4
20
’22
‘644.174
1.853.789
106.177
75,2
78.3
13
’22
591.836
1.872.103
106.070
75,1
78,3
5 Oct.
’21
1.440.191
1.696.332
103.046 65,4
69,0
8 Oct.
‘201
3.101.361
1
2.506.899
1
97.519
38,3
1
41,4
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelsCflDare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
5)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette Reserve
hij de Totaal
Waarvan
time banken
gelden en
F. R. bank,
deposita’s
depostta
beleggingen
28 Sept.’22
790
10.987.527 1.358.358
14.805.315
3.573.401
21
’22
790 10.939.233
1.228.693
14.784.510
2.916.826
14
’22
810 11.562.776
1.368.905
13.178.200
3.612.623
6
’22
791
10.819.853
1.377.582
14.783.322
3.598.688
28Sept.’21
809
11.572.893 1.241.664
13.337.960
2.925.188
1 Oct. ’20
820
17.144.662
1.343.551,14.298.9721 2.793.861
Aan het eind ‘van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijke opgenomen banketaten.
S
..
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
929
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 23 October 1922.
De politieke situatie, zoowel in internationaal opzicht als
met betrekking tot de verschillende landen afzonderlijk,
heeft in de afgeloopen week een geheel ander aspect ver
–
kregen door het aftreden, als Engelsch premier, van den
heer Lloyd George, die sinds 1916 de ,,leading man” in
Groot-Brittannië is geweest. Zooals de zaken thans staan,
ziet het er naar uit, alsof het bewind in handen zal komen van den heer Bonar Law, den leider van de conservatieve
partij, doch welk een invloed dit op de beurs zal uitoefenen,
valt met geen mogelijkheid te zeggen. Alles toch zal afhan-
gen van de meerderheid in het Parlement, die de conser-
‘aticve partij achter zich zal verkrijgen. Die meerderheid
zal door nieuwe verkiezingen bepaald moeten worden, doch
het is waarschijnlijk, dat deze nog eenigen tijd zullen wor-
den uitgesteld. Ter beurze van L os, de
xi
neemt men aan,
dat het wel midden Januari kan worden, wijl op den 6den December het verdrag met Ierland moet worden geratif i-
ceerd en hot niet in het belang van een goeden loop van zaken zou zijn, indien een ontbinding v66r dien tijd zou plaats hebben. Bij dit vooruitzicht echter heeft de markt
te Londen eên zeer kalm verloop gehad. Van een gedepri-
meerde stemming viel absoluut niets te bemerken; integen-
deel was in verschillende af4eelingen de tendens eer iets
beter, hoewel dit geenszins met de kabinets-wisseling in
verband stond. Integendeel was men er zich te goed van be-wust, dat d’e verkiezingen wel eens groote en onaangename
verrassingen kunnen baren (inzonderheid onder het be-
staande Engelsche kiesstelsel, dat geen herstemmingen kent
en den candidaat met de meeste stemmen direct gekozen
verklaart) dan dat men te vroeg zou juichen om een over-
winning van de conservatieve partij. Bovendien is het nog
geheel onzeker of zelfs een absolute zege van deze partij wel onverdeeld gunstig voor de beurs geacht zou moeten
worden, gezien het verzet, dat de Labour Party ongetwij-
feld zou ontwikkelen en in aanmerking genomen de waar-
sch ijnljk intransigente houding, die tegenover Duitschland
zou worden toegepast. Men heeft er dan ook de voorkeur
aan gegeven, aan de Tliames de levendigheid van de laatste
maanden wat in te binden, de posities te erkleinen en
overigens het verloop af te wachten. Ook het verloop van
de politiek ten aanzien van het Nabije Oosten. De factoren,
clie invloed kunnen uitoefenen op levendigheid en koers-
peil, zijn te onzeker, dan dat omvangrijke zaken thans
geëntameerd kunnen worden.
Ook te P a r
ij
s heeft men zich voorloopig nog niet aan
illusies omtrent een nauwere samenwerking met Engeland
ten aanzien van de Duitsche Republiek overgegeven. Aan-
vankelijk heeft de Parijsehe, markt wel teekenen van groo-
ter levendigheid te aanschouwen gegeven, doch lang heeft
dit niet geduurd. Een zeer sterke rem heeft voorts de daling
van den franc overal in het buitenland uitgeoefend op den
zaken-omvang ter beurze. De reactie is nog niet zÔÔ sterk
geweest om z.g. ,,valuta-aankoopen” ter effectenbeurze te
rechtvaardigen, doch was aan den anderen kant groot ge-
noeg, om ongerustheid aangaande het verder verloop op te wékken. Zonder twijfel moet de reactie in verband worden
gebracht met den hernieuwden teruggang van de mark,
waardoor het binnenkomen der Duitsche schadeloosstelling
meer en meer problematiek wordt. Aan den anderen kant
kunnen hierdoor wellicht voor Frankrijk voordeelen worden
verkregen (met name het vormen van een Rijnprovincie in
Franschen geest door verdere toepassing der sancties) doch
in de eerste plaats liggen dergelijke voôrdeelen te veel in
het verschiet en in de tweede plaats is het nog lang niet zeker, of zij wel verkregen zullen worden, zelfs niet als
op cle volle medewerking van Engeland kan worden gere-
kend. Het is dan ook begrijpelijk, dat de Panische beurs
in de bestaande geweldige onzekerheid en met het oog op
het gapende begrootings-tekort een zeer nerveuze stemming
aan den dag heeft gelegd. De Turksche kwestie is dan ook
tijdelijk op den achtergrond gedrongen, hoewel ernstige
kringen in Frankrijk zich ten volle ervan bewust zijn, dat
ook hieruit nog onaangename gevolgen kunnen voortkomen,
al behoeven deze nog geen wapengeweld met zich te brengen.
Ook cle beurs te W all s t r e e t is niet zoo opgewekt geweest, als wij dit in den laatsten tijd gewend zijn ge-
weest. Met name automobielwaarden hebben sterk onder
verkoopdrang te lijden gehad, hetgeen echter als een reactie
op de voorafgegane rijzing moet worden beschouwd. Over
het algemeen toch zijn er geen teekenen, die op een ver-
minderende activiteit in het zakenleven duiden en ook
de oogstberichten zijn goed te noemen. Het schijnt echter,
alsof de speculatie ietwat vermoeid is geworden, nu er geen
nieuwe factoren zijn, die hun invloed kunnen uitoefenen.
Bovendien is de groote massa eenigszins bezorgd omtrent
de politiek, die in de naaste toekomst ten aanzien van
Europa zal worden gevoerd. De Bankers-Convention heeft
zich unaniem uitgesproken voor een actief deelnemen aan
de reconstructie van het Oude Werelddeel en men is be-
vreesd, dat dit niet zal kunnen geschieden, zonder directe
en groote offers te brengen. De beurs schrikt hiervoor terug, ook al ziet men in, dat die offers ten slotte rijpe
vruchten zullen dragen in den vorm van een meer stabiel
economisch leven.
B e r 1 ij n is de eenige markt geweest, waar zonder
eenig voorbehoud een geweldige hausse de overhand heeft
gehad. De nieuwe deviezen-vooi
–
schriften hebben nog geen
stabilisatie van de mark ten gevolge gehad; integendeel
heeft de depreciatie nog verderen voortgang kunnen ma-
ken. Dit is niet te vervonderen, indien men ziet, dat de
jongste weekstaat van de Reichsbank weer een nieuwen
aanwas van den bankbiljetten-omloop van niet minder dan
30 milliard mark te aanschouwen geeft. De nieuwe wet heeft
dan ook niet anders clan den buitenkant der dingen kunnen
raken. Wel zijn eenige positieve voordeelen ontstaan (zooals
het uitblijven van aankoopen door particulieren en door
industrieelen, voorzoover deze laatsten ten minste de bui-
tenlandsche betaalmiddelen niet absoluut noodig hebben),
doch aan den anderen kant zijn nadeelen naar voren ge-
komen, waarvan het de vraag is, of zij de voordeelen niet
verre in de schaduw stellen. Zoo komt thans b.v. geen enkele
vreemde valuta uit particulier bezit meer aan de markt;
deze bron is totaal verstopt. Voorts wordt de deviezen-
arbitrage door de banken thans met uitschakeling van de
mark gevoerd (vreemde valuta wordt tegen elkaar verhan-
(leld), waardoor het buitenland ook geen interesse meer bij
de mark heeft. Dit resultaat., gevoegd bij de nog steeds
niet verbeterende vooruitzichten heeft een stormachtige
hausse op de effectenbeurs te voorschijn geroepen, waardoor
het index-cijfer weer kon stijgen van 1037 tot 1383. Het
plan van de Regeening om schatkistbiljetten met een z.g.
,,goudwaarde” te emitteeren” heeft tot nu toe niet veel
bijval gevonden; onder de tegenwoordige omstandigheden
zou een dergelijke emissie dan ook een geweldige valuta-
speculatie voor het Duitsche Rijk beteekenen.
Te o n z e
xi
t is de markt voor staatsfondsen gedecideerd
ongeanimeerd geweest. Nadeelige verschillen van een voor
deze afdeeling grooten omvang waren aan de orde van
den dag. Dit is niet toe te schrijven aan een oorzaak, die de betrokken fondsen direct heeft geaffecteerd (b.v. aan
vrees voor inflatie; de gulden is juist in de afgeloopen
berichtsperiode tegenover
alle
buitenlandsche betaalmidde-
len geappreeieerd), doch alleen aan de omstandigheid, dat
men nog steeds tot ruiling van vaste-rente gevende stuk-
ken in aandeelen overgaat. Het omgekeerde verschijnsel dus
van hetgeen eenigen tijd geleden op onze beurs viel op
te merken.
16Oct. 20Oct. 23
Oct.
Rijzinof
6
0
/0
Nederland 1922 ……
99’/, 97″>1
16
97618 –
190
5
01
,,
1918 ……
89/, 88
1
1
2
8716 –
2
‘/8
4i
12
0
10
,,
1916 ……
89
88
1
/,
87112 –
1115
4
0
/0
1916 ……
811/
4
81
80114 –
3
12 010
,,
7211,
7211,
72
1
1,
3
0
/0
,,
6181
4
61
3
1,
61/8
–
1
/8
211
o/
o
Cent. N.W. S. ………
3’/
52
52
– l’/,
7
0/o
Oost-Indië 1921 ……
101’/, I0111
8
101’/,
–
7/
18
6
o/
,,
1919 ……
96’/,
96
96116
–
71,6 5
0
10
,,
1915 ……
93
1
e
9311
93
– 1/
4
0/
Oostenr. Kronenrente 21
4
3
–
+ 114
5
0/
Rusland 1906 ………
4’/
6
511, ± 1
8
1
8
4
0/
Rusl. bij iope & Co
581
4
–
–
4
O/
Japan 1899 …………
66’/,
66112
65’/,
–
8/
4
5
ol,
Brazilië 1895 ………
5’/8
50
51
–
3’/,
8
0
/0
San Paulo 1921
96
1
1
4
93
935/, –
21
8
6
o/
Amsterdam 1920 ……
l00/8 100’/,
–
–
118
7
0/
Rotterdam 1920 ……
1018/, 101
3
/,
lol’/,
7
ol
o
Staatsspoor …………
1008/1,
10051,6
100118 –
‘
/16
De voortgezette levendigheid
op de
aandeelensaar/et
heeft
deze ruilingen sterk in de hand gewerkt. Weliswaar waren
het in hoofdzaak twee af deelingen, die sterk de aandacht
hebben getrokken, doch de beurs over het algemeen kon
hiervan toch ook wel den terugslag ondervinden. In de
eerste plaats echter was het de rubbermarkt, die in het
centrum der belangstelling stond. Op hetzelfde moment, dat
te Londen ernstig werd beraadslaagd omtrent een gedwoii-
gen inkrimping van den rubber-aanplant, is een zoodanige
verbetering op de
rubbermarkt
ingetreden, dat het uiterst
twijfelachtig lijkt, of dit plan tot inpérking nog wel zal
doorgaan. In hoofdzaak schijnt de verbetering toe te schrij-
ven te zijn aan een minaer juist inzicht in de onzichtbare
voorraden, vooral in de Vereenigde Staten. Het is dan ook
de Unie, die in de laatste weken een waren rubberhonger
930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25 October 1922
aan den dag legt; alle aandeelen zonder uitzondering heb-ben hiervan kunnen profiteeren.
Hand aan hand hiermede is een verbetering op de
tabaksmarkt
te constateeren geweest. Eenig verband tus-
schen tabak en rubber is niet te ontkennen, daar vele
tabaksmaatschappijen rubberplantages in hun bezit hebben,
clie onder de gewijzigde omstandigheden natuurlijk ook
heter kunnen rendeeren: De hoofdzaak voor de verbetering
van de betrokken aandeelen is echter te vinden geweest
in cle berichten pmtrent een zeer bevredigenden nieuwen
oogst.
16Oct.
20Oct.
23Oct.
R
:
1
:
of
,.
Amsterdamscle Bank
……
127 133 132
+
5
Incasso
Bank ………………
92’/,
97114
97
8
,
1
+
51/
Koloniale Bank ……………
120’/
8
128
8
1
8
132
+
11′),
Ned.11andel-Mij.cert.v.aand
129
136
1
1,
138
3
1,
+
9314
Rotterd. Bankvereeniging
92
93 96
+
4
Amst. Superfosfaatfabriek
4081
4
40
40113
–
11
4
Van Berkel’s Patent ………
36 40 451/,
+
91/4
Gouda Kaarsen
……………
82
84
841
12
+
2113
Holl.Draad- enKabelfabriek
76
1
1
791
9
80
+
3112
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aand
4611,
4511s
4281,
–
371,
11
pr. aand
59
5911
57814
– 1
1
1,
Leerdam Glasfabrieken ……
47
4811
4
47
11
1
4
+
314
Philips’ Gloeilampenfabriek
248
1
1
2
259
1
1,
25711,
+
8′),
Vereenigde Blikfabi-ieken
95
–
93
1
1,
–
1
3
/,
Vereen.ChernischeFabrieken
393/4
–
38
–
1’4 CompaniaMercantilArgent.
3611
3
3371
381
4
+
2114
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
15111
3
159
1
1,
162
+
10
’12
]iandelsver. Amsterdam ……
3471/3
362
36811,
+
21
Elandeisverg. Reis
&
Co…….
21
2811
3
29
+
8
Int. Crediet- enilandeisverg.’
Rotterdam
………………
159′),
161
163
+
3
1
1
2
Linde Teves
&
Stokvis ……
69′),
84
82
±
12
1
/
3
Tels
&
Co’s Handel-Mij …….
93/,
14
13
+
3
1
!4
Redjang Lebong Mijnb.-Mij.
10111,
100114
103115
+
2
Gecons. Holl. Petroleum-Mij.
12811
3
130
133
8
1
4
+
5′),
Ron. Petroleum-Mij. ………
460e),
44811,
44211,
–
1811
4
Orion Petroleum-Mij……….
Afgest. Aand.
36112
39
1
1,
39
1
1
4
+
2
8
),
Steaua Romana Petroleum
Mij. … Afgest. Aand.
34113
3431,
34814
+
114
Amsterdam-Rubber-Mij ……
96
10111
4
115
8
1,
+
19
11,
Nederl.-Rubber-Mij.
………
57′),
63
65114
+
8
Oost-Java-Rubber-Mij.
……
157
17011
4
174
1
1
2
+
17’12
I)eli-Batavia Tabak Mij.
…
257
273
28411,
+
27
1
1,
Deli-Maatschappij
…………
206′),
221
1
1,
230
+
23
1
1
2
Senembah-Maatschappij
…
297
311
1
1,
329″,
±
22
1
1
2
Naast deze afdeelingen hebben voorts
suilcerwaarden
ee
rijzing kunnen ondergaan, als gevolg van meldingen om-
trent nieuwe verkoopen tegen bevredigende prijzen.
De markt voor binnenland,sche inciustrieele aandeelen
was
icalm, doch zeer vast, met een uitzondering voor Jurgens-
waarden, waarop de reageerende markenkoers, hoewel in
mindere mate dan vroeger, toch invloed heeft uitgeoefend.
Een scherpe tegenstelling met de algemeen opgewekte
tendens heeft de
petroleummarict
aan den dag gelegd. Voor
oliewaarden in het algemeen, en voor aancieelen Koninklijke
Petrolenm Maatschappij in het bijzonder, bestond zoo goed
als geen belangstelling en de koersen daalden dan ook
vrij gevoelig. Hier trad het nadeel van de internationaliteit
van het fonds duidelijk aan den dag; de buitenlandsche
beurzen oefenden met hun gedrukte stemming een grooten
invloed uit. Het spreekt echter vanzelf, dat dit voorbij-
gaand nadeel niet opweegt tegen de groote voordeelen,
clie de noteering aan buitenlandsche beurzen voor dit fonds
medebrengt. –
De
scheepvaartmarlct
was, in overeenstemming met de
overige afdeelingen, mede opgewekt van toon, met name
voor aandeelen Holland-Amerika Lijn en aaneleelen Ko-
ninklijke Hollandsche Lloyd.
16Oct.
20Oct.
23 Oct.
Rij:ingof
Holland-Amerika-Lijn
……
1251/,
12111
4
129
+
3113
1111
,,gem.eig
10931,
10781
4
113
1
1,
+ 3′),
ilollandsche Stoomboot-Mij
25 283),
35114
± 1011,
Java-China-Japan-Lijn
……
80
–
7713
–
21/,
Kon. Hollandsche Lloyd
. .-.
18
21
8
1,
6
23
111
1,
6
+
5181,6
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …….
65/,
65
1
1,
661,
+ 1
Konink.Paketvaart-Mij.
…
88
87
—
– 1
Maatschappij Zeevaart
……
56
64 +
8
Nederi. Scheepvaart-Unie
97
8
1
4
97 98
1
(2
+
814
Nievelt Goudriaan
…………
110
–
111
+ 1
Rotterdamsche Lloyd ………
1241/,
123
127
1
1
2
+
3
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
136
133
3
1,
137
+ 1
,,Noordzee”
3511,
35314
38
+
2112
De
Amerilcaansche mairkt
was verlaten en in aansluiting
aan New York lager in koers.
16Oct.
20Oct,.
23 Oct.
Riizing
of
daling.
Americ. Smelting
&
Refining
63
62’1
8
63’1
8
+
18
Anaconda Copper
…………
l07’/,
105814
1061,
6
– 1
1
1,
0
Studebaker Corp
.
…………
144 139
13781
4
–
611
4
Un. States Steel Corp.
……
1138/
4
111
7i,
111
3
1
4
–
2
Atchïson Topeka ……………
111
110″1
1
,
–
– 11
Ene
…………………………
l6/8
–
151110
– 151
Southern Pacific ……………
100,
99
98
1
1
8
–
2
1
1
4
Union Pacific
………………
157′),
15511,
155
–
2′),
Int. Merc. Marine orig gew
16
–
151
14
–
81
prei
6411,
–
918
–
51/8
De
geldnarkt is
ondanks cle groötere vraag naar accom–
moclatie nog ruim gebleven; prolongatie doorgaans 4 pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
T a r
w
e. De vaste stemming der laatste weken, heeft
gedurende cle afgeloopen week hog voortgeduurd, althans aanvankelijk; cle laatste dagen vond een reactie plaats. De
wereldverschepingen zijn, nu nog bijna alles van Noord-
Amerika moet komen, niet zoo spoedig op te voeren, daar
het verkeer op cle Noorci-Amerikaansche spoorwegen nog
verre van normaal is. Toch was de uitvoer reedg wat groo-
ter, dan de week te voren, maar ook nu was wederom zoo’n
aanzienlijk deel voor Italië, Griekenland en andere Mid-
dellandsche zee-landen bestemd, dat Noord-Europa slechts
met de grootste moeite het benoodigde kon bemachtigen.
Voor Engeland en de kleinere Noord-Europeesche landen is
het evenwel gemakkelijk dat Duitschland op het oogenblik
vrijwel geen tarwe tot zich trekt. Voorloopig bepaalt de
Duitsche Regeering zich vrijwel uitsluitend tot den aan-koop van rogge en zoolang dit artikel in voldoende hoe-
veelheid verkrijgbaar is, zal er van tarwe aankoop door
Duitschiand wel’ niet veel komen. Trouwens er zullen in
IDuitschlancl nog wel speciale maatregelen genomen moeten
worden wil men ook met den aankoop van rogge op vol-
doende schaal kunnen doorgaan.
Het gebrek aan vraag naar tarve door Duitschland, zal zich wel vrij’ spoedig doen gevoelen en zeker zal dit het
geval zijn als de twee tarwelanden van het Zuidelijk half-
rond met hun nieuwe oogsten aan de markt komen. Deze
landen zenden nog steeds de meest gunstige berichten be-
treffende den nieuwen oogst. Ook Indië meldt voldoende
regenval. Uit Noord-Amerika
,
zijn de berichten betreffende
den uitzani der vintertarve niet onverdeeld gunstig. Door
droogte is in sommige streken de tarwe niet gekiemd en
men vreest, dat zelfs als dit nog spoedig mocht plaatsvin-
den de jonge plaatjes niet sterk genoeg zullen zijn om ‘de
vorst te doorstaan.
In Europa was het weer gunstig voor het werk te velde
en voor zoover de oude oogsten nog niet binnen waren, kon
dit nu onder vrij goede omstandigheden geschieden. –
Voor m a ï s bestond in Engeland uitgebreide vraag, in
het bijzonder voor spoedig af te laden ladingen La Plata-
rnaïs. Op het, Continent was de handel veel trager. Noord-
Amerikaansche maïs bleef tot voor eenige dagen vast ge-
stemd. Toen kwam plotseling een scherpe daling in Chicago
den haussiers den moed ontnemen. Wel bleef er vraag in
verschillende Europeesche markten, vooral voor spoedige
aflading, maar de omzet was in verband met de hooge prij-
zen niet groot.
Voor ge r st was de vraag gering, vooral Doriau-gerst
vond moeilijk koopers, zoodat ook in verband met de flauwe
frankenkoers (dit artikel wordt meestal in Fransche francs
verhandeld) de prijzen daalden.
H a v e r vast met tamelijk goede vraag, daar de Euro-
peesche oogsten slecht zijn en er dus op ruime schaal zal
moeten worden geïmporteerd.
Lij n z a ad bleef ook deze week vast voor spoedige leve-
ring. De verschepingen van Indië waren zeer gering en
slechts matig van Argentinië. De hoeveelheid lijnzaad onder.
weg naar Europa is zeer klein, maar de vraag naar lijn-
olie is zeer gering.
Na de r 1 a n d. Het verloop van de tarwemarkt was
ongeveer gelijk aan dat der vorige week. Het vertrouwen in de tegenwoordige prijzen is niet groot genoeg, dan dat
molenaars lust zouden gevoelen flinke kwantiteiten op af.
lading te contracteeren.
M af s zonk plotseling in en het merkwaardige verschijn-sel deed zich voor, dat niettegenstaande er geen mixedmaïs
van eenige beteekenis aankwam, de vraag voor dit artikeL
tijdelijk vrijwel geheel ophield. Onder zeer sterken drang
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
931
Noteeringen.
Chicago
1
Buenoo Agre
Data
Tarwe Dec.
Mars
Dec.
Haver
Dec.
1
Tarwe
Nov.
Mars
Nov.
Lljnzaad
Nov.
21 Oct. ’22
110
1
1
4
65V
8
401
12,15
2)
8,15
20,70
2)
14
,,
’22
112
1
1,
651
4
421
12,15
2
8,15 21,30
2)
21 Oct. ’21
105
1
1
2
4618
33
1
/
11,90
6,95
15,90
21 Oct. 20
204
80
52
1
18,85
1)
8,70
22,55
1)
21 Oct. ’19
223
1
1
2
134
701
13,75
7,45
26,-
2)
20 Juli’14
82
561
8
36
1
/
9,40 5,38
13,70
1)
per. Februari
2)
October
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
$oorten 23 Oct.
1922
16 Oct.
1922
24 Oct,
1921
Tarwe*
…………..
1
)
13,75
13,50 13,50
Rogge (No. 2 Western)
1)
10,90
11,25
12,-
Mais (La Plata)
……
2
)
212,-
227,-
171,-
Gerst (48 ib. maltiag)
.)
208,- 210,-
217,-
Haver (38 ib. whitecl,).
.1)
11,30
11,10
11,75
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Platazaad)
1
)
14,75
14,-
14,25
Lijnzaad (La Plata)..
.
.)
1
432,-
426,-
340,-
1)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G.
8)
per 1960 K.G.
) Nr. 2 Hard/Red Winter Wheat.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
15121 Oct.
1
Sedert
Overeenk.
15121 Oct.
1
Sedert
1
Overcenk.
1922
1921
1922
1 Jan. 1922 1 tijdvak 1921
1922
1 Jan. 1922
tij dook 1921
7.305
938.185
1.282.869
30.124
37.502
968.309
1.320.371
100
255.269
127.607
–
–
542
255.269
128.149
Tarwe ……………..
Boekweit…………..
–
9.663
6.801
–
–
576 9.663
7.377
Rogge ……………….
Mais
…………….
.
761.103
813.283.
4.156 77.946 81.528
839.040
894.811
5.916
117.812
204.362
–
3.597
8.404
121.409
212.766
Haver
……………..2.389
91.127 67.397
–
50
3.345
91.177
70.742
3
..257
2.674
155.566 120.760
102
66.895
103.651
222.461
224.411
Gerst
……………..
65.821
90.600
-.
1.547
26.351
67.368
116.951
Lijozaad ……………
Lijukoek ……………605
..
1.039
47.835
47.580
–
5.338
2.442
53.173
50.022
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten.,
72
8.762 36.417
–
2.615
1.663
11.377
38.080
van winstnemers eu ,,stop loss” orders daalden de prijzen
1922
192,1
1920
‘oor
mais,
die
over eenige weken’ hier verwacht wordt,
tons tons tons
buiten alle verhouding tot de Amerikaansche prijzen. Weekontvaugst. tot 14
Oct.
8,000
8.860
6.114
Ge r St
weinig
gevraagd,
doch
h a ve r iiiet meer he-
Tot.
ontv.
1
Jan.-14 Oct.. 3.797.000
3.242.860
3.532.148
langstelling.
‘Werkende fabrieken
–
1 1
R o g ge zeer stil, m et af en toe kleine afdoeniugen.
.
.
Weekexport tot 14 Oct.
42.000
22.740
10.237
Tot. exp. 1 Jan.-14 Oct…
3.491.000 2.073.740
3.508.738
L ii n
z
a a d. De olieslagers doen hun best hun fabrieken
Tot. voorr. op 14 Oct…..
.
283.000
1.109.628
309.388
zooveel mogelijk te doen werken, zoodat er voor spoedig
Tot:ile
oogst
………….
3.996.387 3.936.040
3.730.077
af te laden partijen steeds koopers te vinden zijn. In ver-
band met de slechte verhouding worden er voor de lijn-
koeken hoogerc prijzen gevraagd.
KATOEN.
Noteerin.g
voor Loco-K.toen.
(Middling
IJplanls).
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Amstcr.
Londen
New York
96pCt.
While Java
Amer. Cra.
Data
Jam per
Totes
f.o.6. per
nulatedc.Lf.
Centit- Oct.
Cubes
No.
/
fugals
October/Deccmbe,
October
Sh. Sh.
$cts.
17 Oct. ’22
f22
1
1
8
561-
19/-
2216
5,53
10
,,
’22
56/-
19/-
2119
5,28
17 Oct.
1
21
,,21
1
1
55/6
1913
2016
4,1114,-
17 Oct.
’20,,
–
1161
,
–
521-
–
8,76
4Juli ’14
,,1 1
18
/
32
181-
– –
3,26
De suikermarkten blijven in eeïie vaste stemming ver-
keeren, zonder dat uit New York eene noemenswaardige
verandering in de noteeringen tot stand kwam.
De II n ge 1 s c li e raffinadeur§ verhoogden hunnen bin-
nenlandschen prijs met 6 d. per Cwt. Na de in den laatsten
tijd door Engeland gedane belangrijke inkoopen van ruwe
suiker, kunnen raffinadeurs eene afwachtende houding
aannemen. Daarentegen kocht Engeland geregeld witte sui-
ker van het Continent, o.a. ook witte Javasuiker, die in
Holland was aangekomen.
Op J ii v a ging in suiker uit den oogst van dit jaar niet
veel om, de stemming daarvoor is vast, doch kalm. De
Vereenigde Javasuiker Producenten verkochten echter ver-
dere belangrijke partijen uit oogst 1923 en wel van alle
kwaliteiten tot de laatste prijzen en. thans zijn reeds ruim
4.000.000 picols afgedaan. De afschepingen van Java ge-
durende de maand September bedragen totaal 234.206 tons
tegen 239.456 verleden jaar. Het rendement over 148 f a-
brieken per 15 October was ongeveer 5 pCt. hooger dan het vorige jaar.
De markt in N e de i 1 a n d verbeterde bijna
f
1 per
100 KG. Voor November/December-levering werd op de termijnmarkt ten slotte
f
22,50 betaald.
De laatste Cubastatistiek luidt als volgt:
121 Oct. 122114
Oct. ‘221
7
‘Oct.’22
21
Oct.
‘211
?lOct.’20
New York voor
Middling
..
23,95
c
22,50c
21,55c
18.90e
22,50c
New Orleans voor Middling
23,12c 21,75e
20,88
c
18,50e
19.-
c
Liverpool voor
Fy
Middling
13,65 d’
13,30 d
12,52 d 12,04 d
16,71
d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Arnerikaansohe thavens.
(In dulzendtallen balen)
1
Aug. ’22
Overeenkomsttge perioden
tot
21 Oct.’22
1920-21
1919-20
Dntvangsteo Gulf-Havens..
1509
1357
1001
Atlant.Havens
345 529
269
LJitvoernaarGr.Brittannië
365
336 326
‘t Vasteland.
738
1152
498
Japan etc…
–
–
–
Voorraden in duizendtallen
200cj.’22
21 Oct.’21
220ct.’20
tmerik. havens ……….
1506 1044
Binnenland.. .. .. .. . . . . ..
.966
1176 1305 1068
ev York
……………
–
138
33 N7ew Orleans
…………
419 256
Liverpool
……………
618
790
817
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 11 October 1922.
Sedert ons laatste bericht zijn prijzen van Amerika:ins’he
katoen ongeveer 40 punten hooger, zoowel loor dc vel-
beterde handelsvooruitzichten in Amerika, alsook door de
gunstiger berichten uit de Industrie. De nieuwe oogst
komt in groote hoeveelheid binnen en de veerberichten
van Amerika blijven gunstig, zoodat de totaalophrengst
waarschijnlijk wel zal meevallen, terwijl bovendien het ver-
bruik minder is dan verleden jaar. In Egyptische katoen
932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25
October
1922
zijn nog al zaken gedaan, doch prijzen zijn onveranderd.
Spinners van Amerikaansche garens hebben hunne
noteeringen Y
4
d. per lb. verhoogd, doch het blijft voor hen
moeilijk op deze hoogere prijzen te verkoopen. De produc-
tie is nog steeds hooger dan de verkoop. Niettegenstaande
den korteren werktijd en ofschoon de vraag voor het binnen-
land iets beter is, kun.nen ernstige koopers tot dezelfde
prijzen als vrleden week afsluiten. Hieruit volgt dus dat
de spinmnrge wederom verminderd is, terwijl ook de export.
vraag niet verbetert. Biedingen van Indië zijn al heel
slecht, hoewel natuurlijk de verlaging der vrachtprijzen
daarop wel een gunstigen invloed zal hebben. China is voor
getwijnde garens niet in de markt, doch in 40er ruw heeft
men enkele partijtjes afgesloten, terwijl ook voor geverf de
garens eenige belangstelling bestaat. De handel met Duitsch-
land heeft geheel opgehouden door de daling van de mark,
doch van de andere Continentale markten bestaat wel
eenige vraag. Naar Egyptische garens is de vraag al heel
gering, hoewel voor enkele soorten fijne garens de afname
iets beter. is geworden dan eenige weken geleden. Ook voor
de naaigarenfabrieken bestaat •weinig vraag, doordat vele
spinnerijen van deze garens korteren tijd werken, zoodat
over het algemeen ook voor Egyptische garens de positie
ongunstig is.
Over de doekmarkt valt ook niet veel goeds te melden.
Wel zijn er verschillende aanvragen aan de markt, doch in
vele gevallen zijn (leze meer terwille van prijsinformatie en
de vaste biedingen, die gedaan worden, zijn in vele geval.
len te laag om tot zaken te leiden. Ten gevolge hiervan heb-
ben dan ook slechts enkele klei]Ie verkoopen plaats en kan
men niet merken, dat de eene markt meer zaken doet dan
de andere. In Indië schijnt men nog steeds lagere prijzen
van manu.facturen te verwachten, hoewel men moeilijk kan
begrijpen, hoe zulks mogelijk is, daar zoowel Spinners als
Wevers momenteel grof geld verliezen. Over het algemeen
meent men dan ook, dat de geringe vraag gedeeltelijk te
wijten is aan de politieke omstandigheden, waardoor men op de meeste markten geen verbintenissen durft aangaan,
terwijl natuurlijk ook de nieuwe daling van den Duitschen
wisselkoers een zeer ongnnstigen invloed uitoefent.
Manchester, d.d. 18 October 1922.
Gedurende de laatste veertien dagen werden er vet
–
schil-
lende pogingen aangewend om de prijzen van ruwe katoen
op te voeren, welke pogingen tot nu toe ook wel succes
hebben gehad. Aanbiedingen uit het Zuiden worden kleiner
en voor koopers wordt het moeilijker om katoen te krij-
gen. Ook is de vraag uit de Industrie verbeterd en prijzen
van ruwe katoen zijn bijna 1
1/
d. duurder dan op het einde
der vorige maand. Ten gevolge van de misleidende berich-
ten van het vorig seizoen, wordt deze stijging over het al.
gemeen nog met wantrouwen aangezien en koopers zoowel
van garens als van manufacturen zijn zeer huiverig om
deze verhooging te volgen. De groote overzeesche markten,
speciaal Indië, bieden nog pi-ijzen, die in vele gevallen lager
zijn dan waartoe men eenige weken geleden wilde koopen.
Spinners van Amerikaansche garens hebben hunne no-
teeringen sedert I.I. Vrijdag verhoogd en hoewel deze ver-
hooging in enkele gevallen vel betaald is, zijn er toch nog verschillende voorraden aan de markt, die het voor f abri-
kanten moeilijk maken hoogere prijzen te bedingen. Men
verwacht, dat de kortere werktijd tot einde November
verlengd zal worden in de hoop, dat cle vraag in dien tijd
wat verbetert. Koopers voor het binnenland toonen wel wat meer belangstelling, hoewel hunne aankoopen zich
hoofdzakelijk beperken tot hun directe behoefte, of tot zeer
goedkoope voorraden. Voor Holland is ook wat gedaan
in mulegarens en ringtwist, doch hoofdzakelijk nog tot de
oude prijzen. De vraag van Duitschland is zeer beperkt
door de voortdurende daling van de mark, terwijl er oven-
gens van het Continent weinig orders binnenkomen. Men hoopt, dat de vraag van cle Levant iets zal verbeteren als
de politieke toestand in den Balkan wat rustiger wordt,
terwijl voor het Verre Oosten bijna niets omgaat. Egyp-
tische garens blijven flauw en over het algemeen is de
vraag zoo gering, dat prijzen zelfs nog iets afbrokkelen.
Hoewel men algemeen de overtuiging heeft, dat hoogere
prijzen weer een ongunstigen invloed op de vraag zouden uitoefenen, daar de koopkracht van de meeste landen nog
steeds zeer beperkt is, waren de Septemberuitvoeren nog
steeds zeer gunstig.
In de markt voor manufacturen is de toestand vrijwel
onveranderd. Evenals de vorige week waren er voldoende
aanvragen, doch deze leidden slechts in enkele gevallen
tot zaken. Zelfs door de vastere katoenmarkt zijn de bie-
dingen over het algemeen niet hooger geworden en ten ge-
volge hiervan komen er dan ook slechts weinig zaken tot
stand.
11 Oct. 18Oct.
Oost. koersen.
11Oct. 17Oct.
Liverpoolooteeringen
T.T. op Indië…. 113
1/31
F.G.F.Sakellaridis 17,40 17,75 T.T. op Hongkong 2/3/ 215’1
G.F. No. 1 Oomra 8,30 9,05 T.T. op Shanghai.
315’/
3/4
KOFFIE,
(Mededeeling van le Makelaars G. Duurin.g & Zoon, Kolff
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santo’
Wl8seIkoers
Voorraad
–
Pnjs
No. 7
1
Voorraad
–
Prji
No. 4
21
Oct.
1922
1.676.000
18.100
2.306.000
23.500
618
14
1922
1.713.000
16.875
2.343.000
23.200
6
11
1
7
1922
1.694.000
16.675
2.411.000 22.600
61
9
21 Oct.
1921
1.699.000
12.400
3.033.000
15.200
7151te
Ontvangsten.
Rio
Sanlos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
1
week
1
1 Juli
21 Oct. 1922….
77.000
1.130.000
167.000
2.268.000
21 Oct. 1921….
1
75.000
1.485.000
185.000
2.807.000
Statistiek der firma
G.
Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 October 1922 in duizenden balen.
1922 1921 1920 1919 1918
Voorraad in Europa.. 2.329 1.748 2.143 2.550 1.075
Stoomend fBrazilië .. ‘ 665
785
812
216
85
n.Europa kOost-Indië.
13
31
–
55
?
3.007
2.564
2.955
2.821
1.160
Voorraad Ver. Staten
861
1.341
2.010
1.350
1.897
Stoomend
‘
naar
‘Brazilië ..
321
497
630
707
376
Ver.StatenJ
4.189 4.402
5.595 4.878 3.433
Voorraad in Rio ….
1.774
1.611
400
595
821
,,
,,
Santos..
2.511
2.944
1.963
4.922
6.962
Bahia ..
7
34
24 23
61
Totaal……
8.481
8.991
7.982
10.418
11.277
Op 1 September
….
8.801
9.063
7.526
10.248
10.891
Op
1
Juli
……….
8.639
8.700
6.750
10.336
11.702
THEE.
(Opgave van den makelaar J. van Rek.)
Bericht van den afloop Theeveiling op 12 October 1922.
Aanbod in veiling bestond uit:
Heden:
13351, 22412, 50/4 kn. Java thee
2027
,, Sumatra thee
54
,, ex voorg. veil.
1379/2
., China thee
Totaal. . 15432, 160312, 5014 kn. thee.
13 October 1921:
18158, 83/2, 2014 kn. Java thee
5010
,, Sumatra thee
348
,, ex voorgaande veiling.
Totaal.. 18516, 8312, 2014 kn. thee
Aanbod 1 Januari jl. tot heden
idem 1921 idem 1920
13 veilingen 13 veilingen 11 veilingen
Java thee
127275 kn. 224719 kn. 182788 kit.
Sumatrathee 31053 ,,
19230 ,,
11531
voor Handrek. 4594 .,
2965 ,,
8474
Totaal ……….162922 kit. 246914 kn. 202793 kit.
Gem. per veiling.. 12532 kn. l893 kn. 18436 kn.
Bij een zeer vaste stemming had de veiliiig een vlug ver-
loop.
Voor Oranje Pecco waren de prijzen eenigszins onregel-
matig, een enkel partijtje werd iets onder taxatie verkocht,
doch het meerendeel bracht 2 tot 3 ets. meer op.
Pecco en Pecco Souchon’s hadden een zeer goede vraag en
bedongen gemiddeld 4 ets. boven taxatie.
Gebroken Pecco’s en Gebroken Oranje Pecco’s liepen zeer
sterk in pr.ijs op. Voor deze theeën was reeds een taxatie
aangenomen hooger dan de afloop der laatste September-
4′
25 October 1922
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
veiling, maar het bleek dat die veelal nog met
U
ets. werd
overschreden, enkele malen zelfs toet
9/il
ets.
Gebroken thee, Fannings en dust hadden de beste markt en bedongen van 5 tot 24 ets. boven taxatie.
Witpunt onveranderd.
De volgende veiling zal worden gehouden op i)onderclag
2 November e.k. met een aanbod van circa 11.000 kisten.
COPRA.
De markt was aanvankelijk zeer vast gestemd. Door
Duitsehiand werd Vrij veel afgenomen, terwijl de Hollandsche
comsumptie ook regelmatig kocht.
Later trokken koopers zich meer terug en liepen de
prijzen iets lager.
De noteering is voor Java f.m.s. alle positi s, naar Holland!
Hamburg/Bremen
f
27,50.
23 October 1922.
RUBBER.
De vaste stemming hield aan en de prijzen liepen op tot
62
1
12
c. per 112 KG. voor loco Standard Crepe en Sheet. Nu
de Engelsche regeering de maatregelen tot gedwongen be-
perking der rubbercnituur in de Engelsche koloniën heeft goedgekeurd, is de algemeene stemming optimistisch ten
opzichte van den verderen loop der prijzen en verwacht
men, dat inderdaad de plannen practisch uitvoerbaar zullen zijn. Reeds nam het Gouvernemefit van Ceylon de plannen
definitief aan, terwijl begin dezer week Singapore zal
beslissen. Intusschen werd te Singapore een rubber-controleur
benoemd en de uitvoer van rubber uit de provincies Din-
dings, Malaca en Wellesley verboden, tenzij voorzien van
een uitvoerverunning.
Vele Nederlandsche ondernemingen gingen over tot het
verkoopen van een gedeelte van den rubberoogst 1923, zoodat
de omzetten in de afgeloopen week zeer belangrijk waren.
Ook in loco-rubber werd veel omgezet, terwijl ook de
termijnmarkt zich eveneen8 in een algemeene belangstelling
verheugde.
De siotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe October ……62’/2 et.
…….. 521/
s
et.
Nov./Dec …….
62′!,
,………..52
2
/2
Jan.lMaart .. . . 6312 …………53
Smoked Sheets October …… 63
1
/2,………..52’/
Nov./Dec…..64′!, ..
……… .52
1
/2
Jan./Maart….65
,………..
532/
t
23 October 1922
23 Oct.
1922
–
oom.
62.101_I
173.51-
25.101-
35.1716
16
1922..
oom.
62.151-
169.1_
25.101-
33.151-
9
1922..
oom.
93.51-
164.1-
25.216
33.1-
2
,,
1922
nom.
63.151-
164.716
24.1216
32.51-
24 Oct.
1921..
oom.
66.216
158.216 24.216
26.51-
20 Juli 1914..
5114
1
16.-!-
145.151,-
19-1-
1
21.101-
16-21 Oct.
1922
–
–
13
c.
1
2″
41
25/3 25/3
9-14
,,
1922
–
–
11
c.
1
2110
251-
25/-
17-22 Oct.
1921
–
–
4/3 4/3
19/- 19/-
18-23 Oct.
1920
– –
13/6
13/6
95/-
51-
Juli
1914
lid.
713
1/11
1
/4
1/11
2
/
4
121- 121-
1)
Amer. cents p. 100 lbs.
Graan Petrograd per quarter van
496 lbs.
zwaar, Odessa
per
ooit, Ver. Staten per guarter van
480 lbs.
zwaar.
Overige noteerir&gen per ton
van
1015 KO.
Cardiij
0031k.
Engeland
Dato
, Port
1
1La
Bordeaux Genua
J
Soid 1 Plato Rotter. IGothen-
RIvier
dom
burg
16-21
Oct.
’22
719
1117
1
1,
13/9 151-
514
8/-
9-14
,,
’22
718
121-
1316
1513
515
81-
17-22 Oct.
’21
716 1219 1316
201-
61-
816
18-23 Oct.
’20
–
–
–
–
–
–
Juli
1914
Ir. 7,-
71-
713
1416
3/2
41-
DIVERSEN.
1
West
West 1 stock 1
West
Data
Europa
1
Europa
1
West
1
Europa
(rijst)
1
Europa
t
(salpete,
16-21 October .. 1922..
241-
251-
301-
3113
9-14
,,
1922..
2216
251-
301-
3113
17-22 October .. 1921..
2716
–
–
401-
18-23 October.. 1920..
801-
11216
–
–
Juli
1914..
1416
1613
251-
2213
INKLARINGEN.
NIEUWE WATERWEG.
September 1922
September 1921
Landen van
herkomst
–
Aantal
schepen
N. R. T.
–
Aantal
schepen
N.
R. T.
Binnenl. havens
58
17.078
39
23.329
Groot-Brittannië
395
319.806
334
238.325
Duitschland
62
85.249
64
68.758
Noorwegen
32
58.192
31
38.487
39
39.917
26
17.154
Denemarken
3
504
9
2.607
Rusland- Oostz.h
1
169
3
.
294
Finland
4
3.431
5
1.816
België
28
53.904
20
30.813
Frankrijk
34
34.432
82
55.948
Spanje
22
43.360
31
37.143
Portugal
5
3.760
–
–
11
24.564
19
50.181
Griekenland
1
1.178
–
–
Levant
–
–
1
977
Archangel
3
4.113
–
–
Roemenië, Bulg
1
874
5
9.101
And. Midd. Zeeh
18
35.792
13
20.728
Spitsbergen ..
2
4.160
–
–
Over. Wk. Afrika
1
1.521
7
12.432
Oostkust Afrika
3
11.019
1
4.064
Zweden ………..
Zuid-Georgië
1
2.222
– –
Voor-Indië
5
21.404
7
24.281
Achter-Indië
2
7.132
1
3.199 Ned.
Oost-Indië
6
18.784
5
21.210
Italië…………
And. Aziat.
hav.
8
34.887
10
45.028
Australië
2
8.481
2
7.547
Vereen. Staten
50
.
208.491
48
191.346
Canada
14
42.624
18
46.774
Midden-Amerika
4
12.223
–
–
Ned. West-Indië-
Nederl.Antillen
–
–
.
1
3.154
Brazilië
1
3.224
3
7.137
Argent.,Uruguay
12
38.723
12
33.632
3
9.337
1
.
3.051
Zuid-Afrika
6
26.180
5
19.202
Chili …………
Totaal ….
837
1.176.735
803
1.017.718
Periode 1 Jan.-
30 September..
6.927
j
9.849.581
7.243
9.383.8151
Nationaliteit.
Nederlandsche
245
335.850
215
291.431
Britsche
306
377.835
281
352.538
Duitsche
99
118.757
108
56.013
Noorsche
45
71.955
29
32.218
Belgische
7
13006
12
19.621
Fransche
40 42.861
61
45.132 Zweedsche
21
21.565
14
12.690
Deensche
3
3.462
7
11.759
Vereen. Staten
19
72.416
22
72.247
Andere
52
119.028
54
124.069
Totaal ….
837
11.176.735
11
803
11.017.718
1)
1913, 8.655 schepen met 10.526.984 N. R.
T.
(Dirkzwager’s Scheepsagntuur Maassluis.)
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
1
Ijzer
Data
1
Cle.
,,
Koper
Tin
t No. 3
1
Standard
Lood
Zink
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
Atl. Kust
San Lorenzo
Petro. Odessa
Ver. Stalen
–
grad
Rolter.
Data
Londen/ dam
Rotte,-
2713101
Rotter.
1
Enge.
R’dam
dam 1 Kanaal dom 1 land
934
25 October 1922
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
W
ilton
9
s
MachinéfabriekenScheepswerf
ROTTERDAM
Scheepsbouw en Machinefabriek
Speciale inrichting voor reparatiën van eiken omvang
Vier droogdokken met lichtvermogen tot
46000
ton
Dwarshelling
Drijvende kranen met lichtvermogen tot
120
ton
Telefoon: 7303 en 7304
Te1egiamadres: ,,WILTON” Rotterdam
Nederlandsche Gist-
en Spiritusfabriek
DELFT
ARTIKELEN
Gist
Brandspiritus
Zuivere spiritus
Foezelolie
Amyl-a Ico hol
Aether Sulfuricus
Narcose aether
Kurken en
Gedroogde Spoeling
VERSCHENEN:
Voordrachten over
Levensverzekeringswetenschap
EERSTE DEEL
TWEEDE DEEL
Eenige practische uitkomsten
Eenige beschouwingen naar
van de wiskundige theorie der
aanleiding van de publicaties
levensverzekering
der levensverz.-maatschappijen
door
Dr. A. 0. HOLWERDA.
door J.
G. DE JONGH.
PRIJS PER DEEL . . .
f
2,—.
Alom
in den boekhandel verkrijgbaar en bij
NIJGH &
VAN
DITMAR’S
UITG.-MIJ.,
Wijnhaven, Rotterdam.
1
KONINKLIJKE
MEUBELTRANSPORT-MIJ.
DE GRUIJTER & Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM
ARNHEM
Bergplaatsen voor inboedels
Opslag van Reisbagage
Verpakking van Kunstvoorwerpen
DE ALGEMEENE
S PAAR VE RZ EKE fIN G
Opgericht 1907
‘s-Gravenhage
Anna van Saxenplein 3
Motorlocomotieven
Transportwagens
voor alle doeleinden
AANLEG VAN
FABRIEKSSPOOR
ir
SPOORWEGMATERIEEL
–
12
KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA
GOUDA
GOUDA KAARSEN – NACHT-, THEE- EN SCHEMEFtLICHT
STEARINE — KAARSENPIT – OLEÏNE
CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE