18 MEI 1921.
S
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
EconomiL
,
Su^
,
–
hpol.s,tatistischë
‘
B
,
-richten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, rIJVERHEID,’ F1NANCIN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
6E JAARGANG
WOENSDAG I8 MEI 1921
No. 281
INHOUD
HET UURINKOMEN EN DE METAALB0ND
door
ii.
Triij35els.
. 425
Een stap nader tot den Wercidkalender door
G. 8.’
Clcrc
430
Standplaatsindeeling en Gemeentefinanciën door.’
F. S.
Noordhoff …………………………………
431
Zilver in het Eerste Kwartaal
1921
………………..
434
Londensche Correspondentie …………………… ;
..
435
Index-cijfers
………………………………….
430
AANTEEKENINCEN:
Britsch-Indische Geldpoiitiek ………………….
437
Het rapport inzake de Kali-industric der Duitsche socia-
1istiecommissie
…………………………
438
MAANDCIJFERS:
Emissies in April
1921
……………………..439
Productie der Kolenmijnen
………………….
440
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank……………
440
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam …………
440
Postchèque en Girodienst ……………………
440
Rijkspostspaarbank …………………………
440
STATISTIEKEN EN OVERZICISTEN ………
……… 440-448
Geidkoersen.
Effectenbeurzeji.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMiSCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr.
G.
W. J. Bruins.
As8istent-Redacteur voor
het weekblad: D. J. Wan.sink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorelcening Rotterdam. No. 8408.
Abonn.ementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Kolon’iën f
25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uit gevers-
Maatschappij. Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhag e.
17 MEI 1921.
Gedurende de afgeloopen week bleven de middelen
der geldmarkt nog zeer beperkt. Privaat-disconto was
er niet; desniettegenstaande noteerde prolongatie .toch
slechts 3 ii 34 pOt.
Op 19 Mei a.s. houdt de Minister van Financiën
inschrijving, ten einde te trachten voor een totaal van
65 millioen gulden schatkistbiljetten en promessen te
plaatsen.
*
* *
De wisselmarkt was gedurende deze week zeer be-
wogen. Koersen, die langen niet meer bereikt wa-
•j .vrden genteerd. Het meest viel wel op do
daling.’van het Pond Sterling, dat tot
11,041,4
terug-
liep welke daling gr’ooten.deels wel toe te schrijven
viel aan de gevolgen van het voortduren der staking
in Engeland. Heden vond echter een plotseling her-
stel tot 11,15 plaats.
De francs-deviesen handhaven eich op het verhoôg-
de peil.
Tegen veler gedachten in, heeft de Markenkoers
– na het bekend worden van het aanvaarden van
het ultimatum door Duitschland – zich tot 4,90
kunnen herstellen, beïnvloed als hij werd door aan-
koopen voor Aerikaansche rekening en de zich in
verband hiermede ontwikkelende bedrijvigheid der
speculatie.
Dollars zetten hunne daling voort; heden echter
een kleine reactie.
over het geheel waren de omzetten aanzienlijk.
LONDEN, 14 MEI 1921.
In hot begin der week
was
er tamelijk veel geld
verkrijgbaar, doch ]ater werd dit minder, hetwelk
hoofdzakelijk te daniken was aan de groote vraag naar
scll.atkiistwissels.
Daiggeld werd hernieuwd tegen 4/2-5 pOt., nieuw
geld 436 pOt., na oorspronkelijk 336 pOt. te ‘zijn ge-
weest. Zevenidaags-geld tussohen 43/4_.5 pOt.
Alhoewel er nQg weinig te doen valt, was de dis-
cofrto-markt iets ‘vaster. Tweemaands-wissels noteer-
den 5%-534 pOt.; driemaands- 53.6_9/, vier- en
zesmaands-papier 5% pOt.
HET UURINKOMEN EN DE METAALBOND
(Het berekenen en vergelijken van het inkomen
der werklieden door werkgeversorganisaties).
Het is OOr den werkgever
–
van veel belang te
weten, wat ‘gis resultaat rvan de loonregelingen,
clie hij heeft vastgesteld, de werklieden in zijne
onderneming ten slotte verdienen, d.w.z. wat hun in-
komen is. Bovendien leert de ervaring hem, dat het nuttig en noodig is te beschikken over de middelen
om het inkomen ‘der werklieden ton opzichte van
elkander te kunnen vergelijken. Want hierdoor krijgt
hij een inzicht of het resultaat van zijne leonregelin-
gen bevredigend is, zoowel wat betreft de bedragen
van het inkomen, als de onderlinge iverhouding, die
aan redelijke eischen van billi.jkheid ‘moet voldoen.
Doch dit geldt niet ‘alleen voor een werkgever in een
bepaa1de onderneming. Naar mate de werkgevers van
een bedrijf zich meer en meer erganiseeren en gemeen
schappelijk loonregelingen vaststellen, doet zich deze
noodzakelijkheid ook meer en meer gevoelen voor
de werkeversorganjsatie. D&ze organisatie moet
dan ook, evenals iedere werkgever voor zijne
426
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 192
onderneming, weten, wat het inkomen der werklieden
is, die in dienst
zijn
bij haar leden en ook moet zij be-
schikken over de middelen om door vergelijking te
kunnen nagaan hoe het met dat inkomen in de ver-
schillende ondernemingen gesteld is. HièrdÖr krijgt
het bestuur een inzicht en krijgen ‘ook de leden een
kijk, op hetgeen in dat deel van het bedrijf, dat. de
organisatie omvat, werkelijk wordt verdiend en kun-
nen zij gemeenschappelijk de regelingen treffen, die
op een bepaald pogenblik noodzakelijk zijn.
Daar het .lanigizanneiihand dan weg opgaat, dat
werkgeversorganiisatiies niet eiigenmac.htig loonrege-
lingen vaststellen, maar dit zuilen moeten doen
in o’verieig met werknmersoi’ganiiisaihies, daar wordt
het onder die omstandigheid “ioor de we,r’kge-
versorganisatie van nog veel meer belang er voor te
‘zorgen, volledig an de werkelijke verdiensten in het
bedrijf op de hoogte te zijn. Want
zij
komt dan voor
het feit te staan, dat haar leden, een algemeene loon-
regeling met kennis van zaken moeten beoordeelen
en ‘dat haar bestuur genoodza
;
akt is bij het overleg
met de werknemersorganisati’es aan te toonen, dat in-
derdaad haar voorgestelde loonregeling, in verband met hetgeen door de werklieden •in het ‘bedrijf ver-
diend wordt, aannemelijk is.
Wij zullen hier niet uiteen zetten, wat het, in die
omstandigheden beteekent, indien den bestuur van een
werkgeversorganisatie niet voldoende is ingelicht en
een juist inzicht mist. Wij maanen te ‘kunnen volstaan
met ‘op te merken, dat dit gemis ‘bestaat, zèer sterk
gevoeld wordt en verbetering dringend noodig is.
Wie ervaring heeft van onderhandelingen met werk-
nemarsorgain’iisaties ‘za.l nlo!eten •toestemmefl, dat de
besahijkking over gio:ed:e betrouwihare en o’vireic’hte-
lijke gegevens ‘omtr’enit de weridiiensten der weiridiieclen
een eerste vureischte lis, die niet alleen bij,draagt tbt
een zakelijke hespreicing, maar. eveneens tot liet
nemen van walovandaehte en goed ‘gemotiveerke
de.. –
slissingen, die ton slotte ‘de kans op een goed resul-
taat ‘bevorideren. –
De vraag, ‘die’ nu beantwoord moet worden. is deze:
op welke wijze kan een werigev.erso’rgaisatie berei-
ken, dat zij een inzicht heeft en houdt omtrent de ver-
diensten, het ‘inkomen, der werklieden, die -bij haar leden in dienst zijn en dat zij steeds beschikt over:de
middelen om de noodige vergelijkin,gen te maken. Het
atwoord is, dat dit kan worden ‘bereikt door gebriïik
te maken van een ‘grondslag, die voor het ‘berekeien
en vergelijken van het inkomen der werklieden doel-
matig is. Na een theoretische uiteenzetting, zullen wij
een voorbeeld geven van he’Ugeen met een doelmatign
grondslag in de practijk ‘bereikt is. , .
Om dezen grondslag te vinden moet eerst bekend
zijn het inkomèn van iederen werkman, waaronder wij
verstaan de totale geldswaarde aan loon, dat in een
bepaald tijdvak doorhem ‘verdiend is. Dit bedrag ‘is
van ‘iederen werkman ibekenid, omdat de werkgever
kracjhtens de Ongievallenwet verplicht is in cle loon..,
lijsten van’ de R-ij’ksverzekerings’bank op te geven, wat
hij per week aan den werkman ‘heeft uitgekeerd. Daar
de aard van ‘het bedrijf ‘kan medebrengen, dat deze
wekeljksche uitkeeringen zeer verschillen, nemen wij
aan, dat voor een bepaald bedrijf voor het vaststellen
van het inkomen, in het algemeen een bepaald tijdvak
b.v. van een ‘h’alf jaar, doelmatig is. in deze onderstel-
ling is dus lied inkomen in bovengenoemde loon.lijsten
te ‘v’in,den, en
wl
op den regel Sub. 8, zo’od,at het
inikomeua van een werkman als volgt’ ‘kan ‘werden ge-
fornruleerd:
(1) Inkomen = Rijksverzekeringsbank Sub 8 = R.
Daar de Rijkserzekeringsbank aangeeft wat ondér
inkomen (door haar loon genoemd) wordt verstaan,
zoo mogen wij aannemen, dat bij alle werkgevers d’e
factor R. een zelfde beteekenis ‘heeft. Beschouwen wij dit inkomen van de werklieden na-der, dan zien wij, dat die ‘bedragen als regel, verschil-‘
len en ‘niet vergelijkbaar zijn, aangezien zij wel in een
zelfde tij.dv.alk, maar niet in een zetlf’den tijdeduur ver-diend
‘zijn,
daar
de
eens werkman voor zijn inkomen
meer uren gewerkt heeft dan ‘de andere.. Het totaal
aantal gewerkte uren van iederen werkman blijkt ge-
heel verschillend te zijn en ‘bestaat in het algemeen uit
de som van de uren, ‘die
hij
in en ‘buiten den normalen
werktijd in een bepaalde onderneming gewerkt heeft.
Of zooals gewoonlijk de zsgswijze luidt: uit de som
van zijn gewerkte normale uren en overuren, waarbij
de overuren tot normale uren izijn ‘herleid.
1)
Noemen
wij nu .het
totaal ‘aantal ‘gewerkte uren = normale + over-
uren = T
dan ijs ‘het ,
uurinkomen =
In tegenstelling met R. komt T. niet in de loonljs-
ten -‘van de Rijksverzekeringsbank voor en is daaruit
ook niet af te leiden. Wel is aangegeven het aantal’
werkdagen, maar deze zijn van onbekende lengten, die
zeer :kurnien verschillen, daar zelfs één uur werken
.als één werkdag wordt beschouwd. Vandaar, .dat, om
‘het totaal aantal gewerkte uren te weten, de werk-
gevers daarvan aanteekening moeden houden, hetgeen
evenwel een goede en ‘overzichtelijke loonboekhouding
medebrengt. Bovendien mag aan .den werkgever wel
den eisch gesteld worden, dat
hij
zijn loonboekhouding
zoodanig inricht, dat daaruit ten opzichte ,van ‘iederen
werkman ‘te zien is hoeveel uren idie man ‘voor zijn in-
komen gewerkt heeft, naugeziesi dit de niogelkheiid
medebrengt om op een eenvoudige en snelle wijze ‘alle
geschillen omtrent werktijden en loon op te lossen.
Uit hetgeen hierboven gezegd is,
blijkt
dat de werk-
gevers het in de hand ‘hebben om te zorgen, dat van
iederen werkman het uurinkomen bekend kan ‘zijn.
Daar ‘dan het inkomen der werklieden met dezelfde
tijdseenheid gemeten wordt, nl. met het gewerkte
normale uur, kan men het inkomen op die
wijze
voor-
gesteld onderling vergelijken. Bijvoorbeeld: bedraagt
het uurinkomen van twee werklieden A. en B. achter-
eenvolgens van:
Werkman A. uurinkomen —
= 80 cents.
1092
Werkman B. uurinkomen
=
78 cents.
1400
dan beteekent dit, dat deze twee werklieden in een be-
paald halfjaar
pet
‘gewerkt normaal uur resp. 80 en
78 cent verdiend hebben, bij welke vergelijking alle
verinhillen in loonregelin’gen en werktijden zijn uit-
geschakeld. Daaldoor wordt het mogelijk vergelijkin-
gen te maken tusschen het inkomen van ‘werklieden,
die in één bepaalde ‘onderneming of in verschillende
ondernemingen werkzaam zijn en wier arbeidsvoor-
waarden betreffende loon en werktijd op de meest
verschillende wijze uit
,
eenloopen.’
Wil men; wat bovenstaand voorbeeld aangaat, meer-
dere vergelijkingen maken, waarbij de verschillende
arbeidsvoorwaarden wel ‘invloed hebben, dan moeten
die verschillende arbeidsvoorwaarden bij de vergelij-
king aangegeven zijn. Bv. bij een beschouwing van
het weeki.n’komen van A. en B. Als de normale werk-
week van A. 45 en van B. 50 uur is, dan is, hoe-
wel ‘het uurmukomen van A. gr.00ter is ‘dan ‘van B.
(80 resp. 78 cents) het weekinkomen omgekeerd, van
B. hooger dan van A. (39 resp:
f
36,—). Hierbij geldt
evenwel dan ook de ‘overweging dat, B. voor dat hoo-
‘gere wéekiiik’omen ‘per week’ianger moet werken. Wij
zullen nu een voorbeeld geven van de toepassing van
het uuiinkomen in de practij’k.
e
*
1)
Dit 1aa’tste voegen’ wij ‘hier voiledii.gheidshalve bij, daar
in het algemeen cle overuren ‘voo,r meerdere normale uren
gelden, gewoonlijk is een overuur gelijk aan
l, 1Y2 of
2
normale uren. Deze .herieiding ‘kan bij iu’dividueele -verge-
ijk.i.nigen van heteekenis zijn, maar is ‘daarentegen bij
groe’pswergelij’ki’ugen dikwijls van ondergeschikt belang.
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
427
Dit voorbeeld is de toepassing van het uurinkomen
in de Metaalniji’erheid, maar alrv’erens daartoe over
te gaan, willen wij een en ander mededeelen omtrent het ontstaan ivan die toepassing en omtrent dé werk-
geversorgani s’atije, die deze basis van berekening en vergelijking reeds enkele jaren toepast.
In den loop van •het jaar 1917 hdbben wij in
ee
voordracht er de aandaoht op gevestigd, welke moei-
lijk-heden de werkgevers in de Metaalnijverheid onder-
vinden, indien zij onderling overleg wenschen te
plegen over de bonen der werklieden; dat de edrii-
ven en ondernemingen in deze nijverheid, wat de
arbeidsvoorwaarden betreft, onderling zoo afwijken.
dat het in het algemeen niet mogelijk is omtrent de
belangrijkste voorwaarde, het loon, zonder een goede
voorbereiding met kans op een goed resultaat bespre-
kingen
–
te houden; dat ook de aard van de bedrijven
ciedebrengt, dat niet alleen de methoden om de loon-
cijfers te bepalen of te rangschikken verschillen, maar
dat zelfs dezelfde woorden verschillende begrippen
inhouden, waardoor als regel een rzakelijk overleg bui-
tengewoon werd belemmerd. Wij hebben ‘toen aange-
raden te trachten door normaliseeren van methoden
en begrippen eenheid te brengen in ‘het behandelen
van arbeids-zaken en dan allereerst te beginnen met
de voornaamste, het loon, aangezien dit deel zoowel
voor werkgevers als werknemers van het meeste be
lang is.
Ten einde hiermede een begin te -maken vonden wij
een negental groote .ondernemingen (totaal pl.m.
10000 werklieden) in het machine- en scheepsbouw-
hodrijf bereid een Normalisatie Bureau voor Arbeiscls-
zaken in de Metaalnijverheid op te richten, dat ge-
heel gebaseerd op de vrijwillige medewerking der
werkgevers, zich ten ‘doel stelde door het ontwerpen
van bepaalde methoden van behandeling en rang-
schikking de noodige eenheid in ‘het behandelen van
arbeidszaken te bevorderen. Aanvankelijk werd met medewerking van deze negen werkgevers begonnen
met’ het ontwerpen van methoden van berekening en
rangschikking, •zoogenaamde normen, en proefonder-
viudelijk nagegaan, wat daaraan veranderd en verbe-
terd moest worden. In October 1917 werd met de
publicatie van de eerste resultaten der werkzaamhe-
den van het bureau begonnen, met het uitgeven van
zoogenaamde ,,Mededeelingen”. Nadat ook andere
werkgevers in de gelegenheid waren gesteld na te
gaan ‘of de normen voor hun bedrijf -bruikbaar waren.
was het aantal werkgevers, dat zich ‘had aangesloten op 1 Januari 1918, reeds tot 58 gestegen. Sedert dien
tijd zijn 11 Mededeelingen verschenen en bedraagt het aantal medowerkende werkgevers thans 176.
Zooals hierboven is opgemerkt, was de medewerking
geheel vrijwillig en waren geen ‘der aangesloten werk-
gevers verplicht de normen, door ‘dit bureau vastge-
steld, in te voeren. Dat zij ‘dit niettemin wel deden
bewijst, dat de methoden in hun bedrijf voldeden, ‘de beste wijze waarop op den duur een goede medewer-
king te verzekeren is. Dit Normalisatie-Burea’u, kort-
weg genoemd het N.A.M., is als afzonderlijk instituut
blijven bestaan en zet nog steeds zijn noodzakelijk ge-
bleken werk voort.
Ongeveer twee jaar later, in Maart 1919, werd op-
gericht de Metaalbond, Werk’geversv.a’kbond in de Me-
taalnijverheid, -die, in tegenstelling met het N.A.M.,
het gbruik van bepaalde methoden en normen van
het Normalisatie-Bureau voor zijne leden verplich-
tend ‘heeft ‘gesteld. Om hiervan de beteekenis te laten
zien is het van belang zeer in het -kort na te gaan wat
de Metaal’bond als organisatie van werkgevers om-vat
en heteekent.
Op 1 Januari 1921 waren bij den Metaalbond aan-
gesloten 144 fiji-ma’s met 43.000 werklieden en
een verzekeringsplichtig jaarloon over 1920 van 79
millioen. De firma’s zijn over ’44 gemeenten in ons
land verspreid. Een indruk van de verschillende be-
drijven geeft onderstaarid staatje.
Aantal
Aantal
bedrijven,
werklieden.
34
Machinefabrieken en hersteiplaatsen
–
11485
S
Seheepswerven met machinefabrieken
– –
10341
19
Scheepswerven zonder machinefabrieken
7248
14
Metaalwarenfabrieken
—————
1782
6
Electrotechnische fabrieken ———–
1642
2
Wagonfabriekea
———————
1393
10
IJzergieterjen
———————-
1362
6
Constructiewerkplaatsan
————–
1278
4
Koper- en metaalgieterjen ———–
800
6
Bliklaibrieken
………………….
783
2
Braudkantenfsjbrieken
—————
620
3
Motorenfabrieken
………………..
573
1
Automobiel-
&
Vliegtuigfabriek ……..
513
4
Rijwiel-, Autosnobiel-
&
Machinefabr.
.
484
2
Schroefboutenfabrieken
————–
423
2
Grofsmederijen
………………….
389
1
Gasmeterfabr’iek
—————-
–
—-
387
2
Hjsohitoesteilenfabriekon
………….
329
2
Schroevenfabrieken
…. -………….
235
1
Staaigieterij’
…… -……………..
207
2
Koper-, Lood- &
Zin’kple’bterijen
201
1
Fabr. van Stoom- en andere Werktuigen
133
1
Seintoestellenfabi-iek
…………….
117
3
Gereedsohappenfabrieken
………….
108
1
Schaatsen,faioriek
…………………
89
1
Liftenfabriek
…………………..
39
1
Welswerk
……………………..
39
1
Brandspuitenfabriek
……………..
38
2
Haaccienfabrieken
……. . ………..
‘
32
1
Verzinkerij
…………………….
30
1
Instrumentenfaibriek
……. -………
27
144
ttaa1
43127
Het aantal werklieden is als volgt over d’e 144
ondernemingen verdeeld:
Aantal werk-lieden in fabrieken:
met
10-50
1
50-100
100-500
916
1718
14461
500-1000
J
1000 —1500
11500
en
meen
werklieden
8506 4663
1
12863
J
43127
Men zal wel begrijpen, dat het voor een organisatie als de Metaalbond, die zich -ten doel stelt de arbeids-voorwaarden te regelen, van groot ‘belang is te weten
hoe ‘het met die arbeidsvoorwaardn in werkelijkheid
gesteld ijs. Vandaar, toen ide praktijk -had aangetoond,
det dee wetenschap dor de methoden van h’et N.A.M.
was te venikrjigen, een ‘dier eerste imaatrogelen geweest
is die methioden werpkidhtenid te stellen. Dit had tot
gevolg, dat alle loo’ngogevens door iaderen ‘werkgever
in een bepaalden vorm voor zijn eigen onderneming uitgewerkt en gereed gemaakt, aan het N.A.M. wor-
den toegezonden. -Dit bureau verwerkt deze gegevens
en . publiceert hen in zoodanigen vorm, dat zij aan
de besturen van den Metaalbond en zijne afdeelingeTn
en aan de leden een ‘goed ‘en periodiek overzicht ver-
schaffen. Wij willen thans in het kort ‘den gang van
zaken aangeven.
De Metaalbond heeft voor zijne leden verplichtend
gesteld het gebruik van het loénschrift Norm 1. van
het N.A.M. Dit loonschrift wordt -den leden tweemaal
per jaar toegezonden, met ‘het verzoek om het binnen
zekeren tijd ingevuld terug te zenden. De directeur
van ‘den Metaalibond, die met de behandeling van -de
loopende zaken belast is en tevens directeur is van
het N.A.M., heeft het recht de juistheid van de
loonschriften te controleeren of door een accountant
te doen controleeren. Bij niet tijdige inlevering of be-
hoorlijke invulling heeft het dagelijksch bestuur van
den Metaaibond -het recht het loonschrift door een
accountant te doen opmaken, waarvan dan ‘de ‘kosten
komen ten laste van het in gebreke zijnde lid. Dat
zulke in de practijk afdoend gebleken maatregelen ge-
nomen ‘kunnen worden, ‘bewijst wel dat ‘de Metaalbond
de belangrijkheid van een goed en tijdig ingevuld
loonschrift inziet. Indien men bovendien bedenkt, dat
428
ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 1921
ri
het loonschrift een uitstekend middel is om een kijk
te krijgen op het inkomen der werklieden van een be-
paalde onderneming en een werkgeversorganisatie op
loonconflicten met de werknemers steeds ‘moet reke-
nen, dan zal men begrijpen ‘dat prijs gesteld wordt
op de aanwezigheid van een hulpmiddel, dat ook
daarbij onmisbaar is gebleken.
Zooals reeds hierboven is gezegd, ontvangen de leden
van den Metaalbond ter invulling een loonsehrif t,
namelijk v66r 1 Januari en 1 Juli van elk jaar. Dit
loonschrift dient om te zorgen, dat het uuriiikomen
op een door het N.A.M. vastgestelde wijze gerang-
schikt rwordt en van bepaalde groepen van werklieden
het gemiddeld uurinkomen wordt berekend, geldend
voor bovengenoemde data. Onder gemiddeld uurin-
komen van een groep wordt verstaan de som van het
uurinkomeu der werklieden, die tot ‘die groep behoo-
ren, gedeeld door hun aantal. Deze groepen zijn de
volgende:
Voor de meerderjarige werkTieden: vakgroepen.
Voor de minderjarige werkliedén: leeftijds-
groepen.
Van de meerderjarige werklieden, die het meest be-
langrijke deel vormen, zullen wij ‘de groepsindeeling
en de bepaling van het gemiddelde uurinkomen dezer
vakgroepen eenigszin•s nader behandelen.
*
* *
Het N.A.M. heeft het aantal vakken, dat in de
Metaalnijverheid voorkomt, verdeeld in drie groepen.
Deze groepsindeeling komt voor in de vaklijst, ‘die in
de Handleiding
1)
van ‘het N.A.M. is opgenomen. Deze
valdijst telt op het oogenblik 227 vakken. Als grond-
slag voor de indeeling is aangenomen, de opleiding
die in het algemeen noodig is om een vak te kunnen
beoefenen. Op dien grondslag kunnen de vakken in
de volgende groepen verdeeld worden: Vakgroep 1.
Geschoolde vakken
Hiertoe behooren de vakken, die een langen leer- en oefen-
tijd vereischen, waarbij als maatstaf is
genomen een vakschool of ‘daarmede
geljkstaande theoretische en practi-
sche ‘opleiding.
Vakgroep 2.
Geoefende
valc1en
Hiertoe behooren de
vakken, die een korten oefentijd ver-
eischen, waarbij als maatstaf is geno-
men2 een opleiding, die zich hoofdza-
kelijk tot oefening beperkt (veelal
werktuigmachines vereischt). Vakgroep 3.
Ongeschoolde valcicen.
Hiertoe behooren
de vakken, die geen opleiding ver-
eischen.
Naar gelang van de vakgroep, waartoe hun vak
behoort, worden de werklieden onderscheiden in:
Vakgroep 1
=
Geschoolden.
(Bankwerker, Blikslager, Calibermaker, Eleetricien,
Ketelmaker, Koperslager, Machinist, Metselaar, Meu-
belmaker, Scheepsbeschieter, Timmerman, Vormer,
Vuurwerker, ete.).
Vakgroep 2 =
Geoefenden.
(Boorder, Koker, Fraiser, Schaver, ‘Draadsnijder,
Gieter, Knipper, Klinker, Machinedrjver, Perser,
Plaatbuiger, Ponser, Stuiker, Takelaar, etc.).
Vakgroep 3 =
Ongeschoolden.
(Aanhouder, Bikker, Fabrieksknecht, Gloeier,
Handlanger, Kolenrij’der, Opperirnan, Poetser, Sjou-
wer, Steenbikker, etc.).
Het loonschrift is nu zoodanig ingericht, dat van
elke ‘vakgroep
1)
het gemiddeld uurin,komen bepaald
wordt door telkens de som van het uurinkomen der
werklieden, die tot’ een zelfde vakgroep behooren, te
deden door hun aantal. Daardoor is niet alleen de
1)
Handleiding met vaiclijst September 1920.
Deze Hand-
leiding evenals alle geschriften door ‘het N.A.M. uitgegeven,
zijn bij
den Directeur
van
dan Metaalbond, adres Werk-
spoor.Amsterdam, verkrjgbaar.
1)
Ook van elk vak, maar
wij
moeten ter bekorting deze
details achterwege laten.
vergelijking mogelijk van de vakgroepen van één be-paalde onderneming, maar ook ven verschillende on-
dernemingen, omdat alle werkgevers dezelfde methode
van berekening en rangschikking volgen. Het uurin-
komen – vindt de werkgever, zooals
wij
hebben uit-
eengezot,.in zijn l’oon’boekhouding. Aangezien de onder-
vinding geleerd heeft, dat in die boekhouding wel
eenige verbetering gewenscht is, hoeft •het N.A.M.
in zijne Mededeelingen No. 9 van October 1920 een
loonstaat (Norm 4) ontworpen, waarvan evenwel de
Metaalbond de invoering niet verplichtend heeft ge-
steld. Niettemin heeft de meerderheid van de werk-
gevers hem reeds geheel vrijwillig ingevoerd, daar het
gebruik van deze staten in het bedrijf voordeelen op-
levert.
Het N.A.M. stelt nu uit diie loonseh.riften ten dien-
ste van de besturen en van den directeur van den
Metaa.lbond ov.ereicLbtslijsten samen, ‘die een gemakke-
lijke vergelijking tussehen ide
inkounencijfers
der vak-
groepen van verscilzillenide ondernemingen’ mogelijk
maken. Deze lijsten zijn niet voor publicatie bestemd,
maar het N.A.M. ‘draagt zorg, dat de cijfers toch ge-
publiceerd wonden, evenwel in zoodanigen vorm, ‘dat
zij een bruikbaar overzicht geven zonder dat ‘daarhij
goed te zien is hoe het bij een ‘bepaalden werkgever
gesteld is. Hieronder zullen wij een voorbeeld geven
van de
wijze,
waarop uit bovengenoemde overzichts-
lijsten gevol,gtreikkinge,n zijn te maken.
Wij
hebben de
cijfers zoo genomen, ‘dat dit doel wordt verduidelijkt.
Aantal werklieden.
Gemiddeld
uurinkomen.
Werk-
Per Vakgroep Per Vakgroep.
gever.
1
2
3
Totaal.
J.
2
3
300
90
40
=
430
93
83
73
600
400
200
=
1200
85
74
64
0.
20
30
80
=
130
86
75
55
D.
50
10
2
=
62 83
73
55
De
cijfers
van bovenstaande vier werkgevers zijn,
zoo onderstellen wij, genomen uit een overzichtsljst,
waarop een twintigtal werkgevers uit een bepaalde
gemeente voorkomt en waaruit blijkt, dat 85, 75 en
65 een goede reeks verh’oudingscijfers tusschen de vak-
groepen weergeven. De werkgever B. komt deze reeks
het ‘beste
nabij
en ook in werkelijkheid geldt deze
werkgever voor iemand, (lie zijne werklieden goed be-
taalt. Bij werkgever A. zijn eveneens de verhoudings-
cijfers goed, maar hij ‘betaalt belangrijk meer. De vraag
is nu: betaalt de een te veel of de ander te weinig en
mag b.v. aan B. de eisch gesteld worden evenveel te
betalen als A. Het een noch ‘het ander is het geval.
Want, indien men den plaatselijken toestand kent, dan
wordt de meerdere betaling van A. verklaard, door
het feit dat zijne onderneming geiheel buiten dien be-bouwden kring ligt, waar geen gelegenheid is voor de
werklieden om te wonen, ‘zoodat
–
zij veel
tijd
met ‘heen
en weer gaan verliezen en ‘s middags moeten overblij-
ven, waardoor de werkgever A., om werklieden te
kunnen
‘krijgen,
wel genoodzaakt is ‘hooger te betalen.
Dit verklaart het groote verschil voldoende en van-
daar dat ‘hetgeen A. betaalt voor B. niet als maatstaf’
genomen mag worden. E’isdhen in die richting moeten
dus worden afgewezen.
Een teede geval. Zooals uit de overzichtslijst te
zien is, zijn ‘de verhoudingscijfers van geschoolde en geoefende werklieden bij 0. en D. normaal, maar van
de ongeschoolden te laag. Uit de
cijfers
van het aantal werklieden blijkt, dat hoewel die cijfers te laag zijn,
de beoordeeling van deze gevallen voor beide firma’s
geheel verschillend moet wezen. De werkgever C. heeft
een bedrijf, waarin de ongeschoolden een hoofdrol
spelen, bij D. daarentegen zijn zij van ondergeschikt
belang. Bovendien blijkt, uit een onderzoek, dat de
twee ‘ongeschoolden
bij
D. inderdaad minderwaardig
zijn. Of aan ‘hun loon iets gedaan moet en kan worden,
hangt geheel af van omstandigheden, die met de per-
/
18 Mei 1921
ECONOMISCHSTATISTSCIrE BERICHTEN
.
429
soonlijke ‘belangen van de beide ongeschoolden ten
nauwste samen hangen. Bij 0. heeft de lage betaling
een geheel andere reden en is van een andere betee-
kenis. In het bedrijf van 0. is de stand van zaken zoo,
dat de geschoolden en de geoefenden niet behoeven
over te werken, maar daarentegen de ongeschoolden
wel; dit overwerk bedraagt ongeveer 20 pOt. der
normale uren per week. Hiervan is het gevolg, dat
hoewel ‘het uurinkomen der ongeschoolden te laag is,
de verhouding tusschen het weekinkomen wel juist
is en wel zoo lang als ide,ongewhoolde werklieden wil-
len en kunnen overwerken. Hieruit is ‘direct te uien,
dat als b.v. de ArbeicLswet den werkgever 0. dwingt
om ook de ongeschoolden normaal te laten werken,
het te lage uurinkomen een rol gaat spelen en met
groote zekerheid een conflict is te voorspellen, indien
0. daarin niet tijdig voorziet. Doet hij dit niet en
stellen de ongeschoolden een eisch van loonsverhoo-
ging, dan ‘zal uit de vergelijking met de cijfers van
anderê werkgevers ook ‘zeer duidelijk
blijken, dat ‘die,
eisch billijk is. In een dergelijk geval moet de werk-
gever 0.j, indien
‘hij
niet wil toegeven, door de werk-
geversorganisatie niet worden gesteund. Dit zijfl
enkele voorbeelden van gevolgtrekkingen, die het ook
voor een buitenstaander begrijpelijk zullen maken van
welk nut deze cijfers kunnen zijn.
Een ander resultaat, ‘dat meer algemeene belang-.
stelling heeft, is dit, dat door toepassing van het
uurinkomen na een reeks van jaren zeer ‘betrouwbare
en
vergelijkbare
cijfers omtrent de stijging van ‘het
inkomen der werklieden worden verkregen. Wij geven
hieronder inkomencijfers van een groep van ongeveer
800 geschoolde werklieden van een ‘bepaalde fabriek
in Amsterdam vanaf het eerste oorlogsjaar tot op
1 J’anuari 1921. Daarbij is aangegeven, de ‘verhooging
niet alleen van het uurinkomen, maar ook van het
weekinkomen. Zooals reeds is opgemerkt, moet dan het
aantal werkuren per week vermeld worden. De cijfers
van 1 Januari 1915 zijn = 100 genomen.
Gemidd.
Werk- Gemidd.
uurink.
Ver
week. weekink.
Ver-
Datum.
Cents. boogiug. Uren. Guldens. hooging.
1
Januari
1915 38,3
100
54
17,98
100
1
Juli
1916 35,5
106
54
19,17
106
1
Juli
1917 38,8
116
54
20,95
116
1
Januari
1918 39,9
120.
54
21,55.
120
1
Juli
1918 45,3
136
54
24,46136
1
Januari
1919 48,6 .
146
54
26,24
146
1 J’iili
1919 58,1
174
48
27,89
155
1
Januari
1920 64,8
194
48
31,10
172
1
Juli
1920 75,7
227
48
36,34
202′
1
Januari
1921 85,7
257
48
41,14
229
Uit ‘dezen staat ‘ziêt men, dat het uurinkoimen onge-
veer 2,6, maar het weekinkomen 2,3 maal gestegen
is,’onidait gedurende dien tijd de werkweek is ingekort.
Ook is aan de hand van dezen staat to zien, hoe’ ver-
keerd men doet ‘de werkelijke verdiensten te willen
aangeven met cijfers, die ‘door een collectief contract
of landelijke regeling als minima ‘zijn vastgesteld. Zoo
heeft de Metaalbond geldend voor 1 Januari 1921 en
voor Amsterdam een minimum gemiddeld uurinko-
men vastgesteld van 75 cents, niettemin is deze
fabriek er 10 cents of 13 pOt. boven; het hoogste
cijfer in Amsterdam is 94,2, dat is 25 pOt. meer.
Zulke gevallen, waarbij het minimum belangrijk over-.
schreden wordt, ‘komen zeer veel voor en zijn weder
een ‘bewijs, dat kennis van de werkelijkheid een eerste
vereischte is, wil men de bonen ‘goed kunnen be-
oordeelen.
Ten slotte nog h’et volgende. Wie meent, dat het
nu voor een werkge’versorgansatie voldoende is aan
het normaliseeren te gaan, zou zich zeer vergissen.
Ten einde teleurstelling te voorkomen willen wij het
volgende mededeelen, waarvan de juistheid althans in
de Metaalnijverheid door de ervaring bevestigd is.
Om dit verzamelen en verwerken van practisch
bruikbare gegevens met succes te verrichten, maar
vooral om zorg te dragen, dat een aanvankelijk
goed
opgezet en uitgevoerd plan ‘op ‘den duur goed uitge-
voerd blijft, is in de allereerste PJaats de medewerking
van een doelmatig ‘ingeriehte werkgeversorganisatie
noodzakelijk. Is ‘daar niet geheel op te rekenen, dan
doet een werkgeversorganisatie waarschijnlijk het beste
te ‘beginnen’ op de wijze, zooals in dit artikel ‘omtrent
het begin der normalisatie in de Metaalnijverheid is
medegedeeld, namelijk door te trachten en aantal
van de meest belangrijke werkgevers te bewegen vrij-
willig ‘mede te werken. Omtrent de
wijze,
waarop dan verder gehandeld moet worden, is het raadzaam eens
te overleggen met werkgeversorganisaties, die daar-
omtrent reeds ‘ervaring hebben opgedaan.
-Wat de inrichting van de werkgeversorganisatie
aangaat, die hangt geheel samen met den aard van de
nijverheid, die
zij
omvat en het doel, dat men berei-
ken wtil. Wat ‘den Metaalbond betreft is een van zijne
hoofddoeleinden de arbeidsvoorwaarden te regelen en,
te verbeteren, voorzoover dit ‘door algemeene maat. regelen mogelijk is. Om dit te bereiken is bij •de op-
richting de Me’taalbon’d direct opgevat als een bedrijf
en wel als een groot bedrijf, dat zich ten doel stelt de – arbeidsvoorwaarden van een belangrijk aantal werk-
lieden, than’s ongeveer 43.000 man, uit een algemeen
‘-geniohtspunt te regelen. Het bestuur van zulk een ho-
,drjf moet in handen zijn van de vertegenwoordigers
– der werkgever’s, maar de uitvoering ‘van de hesluitcn
‘en den dagelijksahen loop van zaken moeten in ‘handen
zijn van een directeur, die evenals bij een onderneming,
verantwoordelijk is en zijn geheelen persoon in dienst
van de Organisatie (de onderneming) kan stellen.
Daar de aard van de Metaalnijverheid medobrengt.
dat bij het regelen der arbeidsvoorwaarden kennis van
bedrijfstechniek en bedrijfsleiding noodzakelijk is, zoo
moet de directeur van den Metaalbond zijn een des-
kindige, – die als werkgever een jarenlange bedrjfa-
praktijk achter d41 rug heeft. De Organisatie van den
Metaalbond is daarom ongeveer in beeld te brengen
dor ‘hem te vergelijken met een naambooze vennoot-
schap, waarvan de leden de aandeelhouders zijn, het
alkemeen bestuur de commissarissen en het dage-
ljksch bèstuur ‘de gedelegeerden, die met den direc-
teur de noodige voeling ‘houden. –
directeur moet dus in ,de allereerste plaats uit-
v6’ering geven aan alle besluiten, b.v. aan een door
d€ gezamenlijke werkgevers vastgestelde landelijke
reeling der arbeidsvoorwaarden. Dit is niet zoo een-
vdudig als het lijkt, want dit eischt een dagelijksche
verzorging, besprekingen en correspondenties met de
:bdsturen der afdeelin-gen en met de leden
;
waarbij her-
haalde -malen de fabrieken -bezocht moeten worden.
ten einde van de plaatselijke omstandigheden en
wèrkwijzen op de hoogte te komen. Daaruit volgen
niet alleen onderhandelingen met de besturen en de
leden, maar -ook met de ‘besturen van vakvereenigio-
gn; ten einde te trachten moeilijkheden te voorko-
men of ‘minder ‘beteekenende conflicten op te lossen.
Oôk eischt het bijwonen van vergaderingen van be-
sturen en afdeelingen, waardoor de directeur kan be-
vorderen eenheid in het nemen van afdeelingsbe-.
slûiten, veel werk en tijd, evenals ‘het geven van ‘in-lichtingen omtrent arbeidszaken aan de leden en van
meer uitgebreide adviezen omtrent instellingen, die
een goede vérhouding tusschen werkgever en werk-
nemer bevorderen. Vervolgens ‘heeft de directeur voor
een, zooals wij gezien hebben, zeer helangrjken gang
van zaken zorg te dragen, namelijk dat de werkgevers
de loonschriften op de juiste wijze invullen en tijdig
inzenden en ‘dat zijn contrôle, die ook herhaaldelijk tot
reizeh en besprekingen aanleiding -geeft, bijdraagt tot
het verkrijgen van betrouwbare – en goed geordende
gegevens. Voorzoover hij juridische adviezen noodig
heeft, wordt daarin voorzien door den secretaris van
het dagelijksch ‘bestuur, een jurist, wiens werkkring
in hoQfdzaak adviseerend is.
Wij zijn op de organisatie en’ werkwijze van den
Metaalbond iets nader ingegaan om te laten zien,
welke eischen de aard van een
bedrijf
kan stellen aan
430
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
k
18 Mei 1921
de leiding van een werkgeversorganisatie, die de
arbeidsvoorwaarden, wil regelen; dat zij daarbij ant-
woord moet kunnen gevenop de schijnbaar eenvoudige
vraag, wat de werklieden, die bij hare leden in dienst
zijn, werkelijk verdienen en dat zij die vraag door
middel van het uurinkomen volledig kan beant-
woorden.
M. TRIEBELS.
3′[ei 1921.
EEN STAP NADER TOT DEN WERELD.
KALENDER.
Men zal ziek herinneren, dat in 1914 te Luik een
congres werd gehoid’en ‘van fvooiristtainiders van de nor-
mwlisastiie van iden kalender.
De conclusiën door dat congres genomen en later
over,g’enomen )door ‘het Internatilonani Congres ‘der
Kamers van Ko&phanidel .te Parijs (Tu.ni. 1914) luid-
den als volgt:
Het eerste I.niter.nati’onaal Congres voor de ka-
ieuderihervorming gehouden te Luik op 27,. 28 en 29
Mei 1914, gezien de g±oote verscheidenheid van kalen-
ders, welke op dit oogeniblik in de wereld worden ge-
brudkt, spreekt met het oög op de eiscihen van het mc-
clerne leven den wenisch uit, dat werelidaijke en geeste..-
lijke .autoniiteiten de invoering van een nieuwen we-
reidkaleuder zullen hevond’eren.
Het congres sipreeilct desi wenncih uit, dat de
nieuwe kalender zal zijn oniveraniderlijk, dus bresigenid
dagen en data
an het jaar in vast en voortdurend
verband.
Het congres, .kenniisgenomen heb’bendevan de
verschillende aid’v’ieien en studies, constateert dat er,
van dogmatisch standpunt, geen ono’verkomeniijk be-
zwaar bestaat tegen het plaatsen van, één dag buiten
de rangorde ‘der datuzus in gewone aren en van twee
dagen dia schrii’kkellj aren.
Het congres spi’eclot dein wenisicih uit, dat het
jaar zal worden sasnengesteid’ uit 364 d!a’gen (teiza nier
vormend 52 geheele’ weken) plus een complementaii-
ren dag in de gewone jaren en twee complenienta.iie
dagen in de sch’rikkelj aren.
:
Het congres spreekt 3.en wensch uit, dat de
verdeeuin.g van het jaar in 12 maanden zal behoudn
blijven.
Het congres spreekt den wensch uit, dat ‘het
Paasclifeesrt aal werden vastgesteld op een der eerste
Zondagen in April.
.
Ware de oorlog niet uitgebroken dan had. heit jaar
1917 ons zeer waarschijnlijk ‘den ‘rationeelen kaisn-
dor gebracht.
Met ‘het uitbreken van den were,ldbr.and scheen iok
dit ‘vraagsti.k voor onafzienibaren tijd uitgesteld.
De nieuwe Internationale Kamer ‘van Koophandel,
nolke onlangs werd geabichrt en waartoe Nodierlanid
zich op,maaikt toe (te trden, Izeezft dit onderwerp van
het oude congres overgenomen en aan ‘een Ideine
atudiie-co,mrn
nissie opgedragen heit o.irderwerp Voor te
bereiden ter behaaildeuing in een congres dat in ‘dezer
zomer te Londen al worden gebonden
Van ‘do beieaadsliaiginig in diie stiuidtie-commissiie, kun-
non wij ‘het ‘volgende mededeelen.
De bijeenkomst werd igehouden te Parijs op 18
Februari j.l. Zij werd bijigawnonid:
voor België dbor den ‘heer’ A.riain,d’ Baar, diadu-
str.ijeel, secretaris van het kalendercongres te Luik in
1.914; voor Engelanid ‘door den heer Alex PIh.iiç, lid
‘van de Kon. Ajkaidieimiie te Ediniburg; voor Frankrijk
door den heer G. Bigoundan, directeur van ‘het ib-
servatorti.u’m te Parijs, lid van het Instiitiat de France
en idOOT.PPOf. H. Deslainidres, ‘directeur van heft Obser-
vatoiire d”a’stronoauie physique .de Paris en president
de l’Acaciemie ides Scienices; voor Nederland’ d oor
den heer G. N. ‘de Stoppelaar, voo,rzistiter ‘van het
Kalender-congres ti. Luik in 191.4; voor de Vee-
eenigde Staten door iden beer Dr. P. Keppel, adioai-
nistratLief commi,s,saris der Vereen.iigde Kamers van
Koophandel ‘van Noord-Amerika te Parijs. en veird:er’
door den ‘Secretaris-generaal en den tweeden s’ecreta-
ns der Internationale Kamer van Koophandel te
‘Parijs, de hoeren E. Dolleans en R. Arnaud.
Aan den ‘heer de Stoppelaar werd verzocht de ver-
gadering ‘te leiden. Besloten werd een voort te bou-
wen op hetgeen reeds door de Internationale con-
geesten ider Kamers van Koophandel van 1910-1914
voor ‘deze zaak is gedaan
1)
en de Internationale Kamer
voor te istellen ‘het besluit van het congres te Parijs
van 1914 ‘te bekrachtigen en te verzoeken van ‘dit
besluit id!en Velkienibond in kennis te ‘stellen.
Aan dedieilniemers van het congres te Londen zal
tijdig een orv’erniaht worden toegezonden van hetgeen
op ‘de voorafgaande congressen werd ‘beha,nid.eld, waar-
toe als .leii:aad zal ‘dienen iele v’ra,genfljst vicu Luik
met de ‘discussies, waartoe diie aa’neiiding heeft gege-
ven, ook het gozio.hitsp.unt verklaren,d ‘van aiitoriteii-
tea op reliiigieuscih en wetenschappelijk gebied.
Er zal geen voorstel worden gedaan den kalender
op deze of fgene wijze te wij.m,-enl.
,
men wil uitslui-
tend den wansch idoein herhalen, dat de heiejieuing
urgent en ‘mogelijk is.’
Aan niet-leden van idien Vo’l’kenjbonjd, welke dus op
liet congres te Loeiden. niet zullen aanwezig zijn, zal
d:osniie’btem’in de v.ragen,lijsit wor’den toegeizonidein en
hun advies rl’a’a.ro’ver worden ingewonnen.
Onze indruk is, ‘dat de commissie van voorherei-
ding, waarin wij met voldoening weer de drijvende
kracht van den beer de Sto,ppolaar mochten con.s’ta-‘
teeren, goed werk ‘heft gedaan;
Er is nu ‘werkeujk kans dat het congres van Luik
vruchten gaat afwerpen. Vooral omdat de. Commissie
niet verder gaat dan een uitspraak betrekkelijk .de
wen’scheijkbe.iid ‘der ‘hervorming; en ide keus van den
besten werel’dlkalenider wtill overl.altein aan een of ficiie’ele
conferentie ‘san deskundigen.
Wij hebben er vroeger reeds op gewezen hoe vele
voordee1en van’ een werelidkalien dier te wachten zijn.
Wij willen’ deze nog eens in de herinnering roepen.
Zij bestaian in gelijkivormiéaeid d’er kwartalen, gelijk-
heid ‘der ‘hadfj aren, gemakkelijkheid van het onthon-
‘dein van dein ‘kaIein,der, vaathedid van, alle festdaigen,
waaruit volgt een grooite vereen’vo’udii’giiing voor alle
berekeningen en veu,geilijkingen van staitisliischen
aard, ‘enz.
Vooral het rv’a,stle,gger van Paschen u de feest-
dagen die daarmede verband houden, in ‘de eerste
plaats Piniks’teren, zou voor industrie en handel van
‘groot voor’deiel zijn. Deze feesten toch zijn van grooten
invloed bij het ibepalen van den datum van allerlei
maatscihaippelj’ke aangelegenheden en vormen oo
tal van ‘taildoen van bedrijf het.toppu.nt der bedrijvig-
heid. Men denke iaan de i’ndiusrtrie, ‘die met de klee-
ding ‘in ‘betrekking staat – en ‘hoe ‘veeilomvattenid is
deze industrie – geworden’! -, met de levering van
voedings- en genotmiddelen, met het drukkersbodrijf;
met het vr.eern,delingenv.erkeer, enz
In al deze ‘industrieën brengt het heen en weer
schuiven van den Paascihdag, dat zich over 35 dagen
ka.n uitstrekken, groet ongerief, ‘daar de iniclustnie de
grootst mogelijke regelmaat wenscht.
Eén der sprekers in het congres te Luik kon dan
‘odk, onder ‘algemeene instemming verklaren, dat ,,cle
rati,oneele kalender een geschenk is aan ‘de geheele
wereld dat nieits kost; eën geschesik in tijd, dus in
geld, waarvan eiken dag door een ieder zal worden,
geprofiteerd”.
Laat ons hopen, dat dit gescihenic ons niet ontgaan
zal. Het internationaal leven kost tegenwoordig zoo-
veel offers; daar mag wel eens een voordeel tegen-
ovei staan. ‘ . .
G.
S. DE CLERCO.
Bloemendaal, April 1921.
1)
Het voorstel tot het normaliseeren van den kalender
werd
in 1010
op de agenda van het Int. Congres gebracht
dmr dé
Maa.tschapij van Nijverheid.
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
431
STAND PIJA A TSINDEELING EN GEMEENTE
–
FINANCIEN.
De Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg
in Ambtenaarszsken vergaderde op 7 Maart
i 1.
voor-
namelijk ter bespreking van het advies, aan de Regeering
Uit te brengen inzake de
classihcaiie
der gemeenten;
de commissie achtte het tot het uitbrengen van een
behoorlijk advies noodzakelijk, uit haar midden eene
commissie te benoemen, bestaande Uit twee regeerings
vertegenwoordigers en zeven afgevaardigden van ieder
der tn de Centrale commissie vertegenwoordigde organi-
saties, en aan de Regeering te verzoeken, dc commissie
voor dit speciale onderwerp aan te vullen met eenige
deskundigen op statistisch terrein.
Aan deze sub-commissie, die zon snel mogelijk zou
hebben te werken, ware volkomen vrijheid in de beoor-
deeling van het onderwerp te laten. De commissie
besloot, te zijner tijd aan de Regeering te adviseeren.
aan de voorsiellen tot wijzising van de classilicatie tot
1 Januari 1921 terugwerkende kracht te verleenen.
Persbericht, II Maart 1921.
Het voorstel der Centrale Commissie tot het instellen
van een Speciale commissie, die het onderwerp van de
classificatie der gemeenten in behandeling zal hebben
te nemen, bleek door de ‘egeering te worden aanvaard;
in deze commissie zullen zitting nemen een tweetal leden
der Centrale Commissie, aan te wijzen uit en door de
Regeeringsvertegenwoordiging, zeven leden der Centrale
Commissie, aan te wijzen ieder een lid uit en door de
vertegenwoordigers van de in de Centrale Commissie
zitting hebbende organisatiên, benevens een viertal des-
kundigen op economisch gebied, daartoe door de Re-
geering uit te noodigen; als voorzitter dier. Commissie
zal optreden de Secretaris-Generaal van het departement
van Financtën Jhr. de Jonge,
Persbericht, 15 Mei 1921, betreffende de uergadering
der Centrale Commissie van II Mri.
l)e vraag of het stelsel ‘van den standipiaats-
aftrek als onderdeel der sala:rieering moet worden
gliandhaafd, wordt meer en meer een punt van prac-
tische politiek.
Zoo werden in de laatste jaren dooi’ onderscheidene
gemeentebesturen adressen tot de Regeering gericht, om hun gemeenten in een hoogere groep geplaatst te
krijgen. Zeer onlangs waten het nog Eindhoven en
Baarn, waar de zaak in den Raad ter sprake werd
gebracht.
Het stelsel trad 1 Januari 1918 voor het rijkspe.r-
soneel in werking. De Nederlandsche gemeenten wer-
den in 5 groepen ingedeeld, terwijl de aftrek resp.
werd bepaald op 0, 4, 8, 12 en 16 pOt.
Het groote, in het oog springende
voordeel
van-dit
stelsel was, dat het platteland nauw verbonden werd
met de groote steden in dezen zin, dat elke salarisver-
hooging door de actie in de gi’oote steden verkregen
– en daar w’orden toch de groote acties gevoerd –
voortaan automatisch ten deel zou vallen aan ‘het per-
soneel daar buiten.
Ecn ernstig
bezwaar
der nieuwe regeling was het
ontbreken van elke toelichting ten aanzien der grond-
slagen, waarop ze was opgetrokken. Alleen lekte uit,
dat de Staatscommissie-Stork bij de gemeentebesturen
gegevens had opgevraagd omtrent de vermoedelijke
kosten ‘van het levensonderhoud in hunne gemeenten
en dat som’mige leden dezer Staatscommissie zich hier
en daar plaatselijk ter zake hadden trachten te oriën-
teeren. Door ten opzichte hiervan meer geheimzinnig-
heid te betrachten dan noodig was, laadde de Staats-
commissie op zich het verwijt, dat de indeeling in
5 klassen op vrij willekeurige wijze was tot stand ge-
komen.
1)
Dit is veioedelijk cle oorzaak, waarom
(leze regeling reeds preoies 1% jaax later ‘oor een 3
Iclassige met eén maxinmum-aftrek ‘van 8 pGt., moest
‘plaats maken (art. 8, 2e lidK. B. 9Oct.1919, No. 598).
(In Duitschianil ‘heeft men nog een 5 klassige-, doch
streeft men naar een 3 klassige indeeling, – ,,Deut-
sche Post”).
l)eze 3 klassige regeling is ondanks velerlei daarop
uitgebrachte critiek snel ingeburgerd. Zoo is ze sinds
(enigen tijd van toepassing op het spoorwegpersoneel
(‘Ii
(>p de onderwijzers, terwijl het niet uitgesloten
behoeft te worden geacht, dat ook voor liet gemeente-
personeel eerlang een zoodanige rogeiting zal gaan
gelden.
1)
De belangstellende lez’er moge ei’ het Verslag dezer
Staatscommissie nog eens
op
naalaan (ie deel, blz. 21 en
39 e.v. en Ze deel, blz. 6,
7
en 12 e.v.).
Tot het Overheidspersoneel en het Semi-Overheids-
personeel is ze nochtans niet beperkt gebleven.
Minister Aa.lberse heeft n.1. de onlangs tot stand
gekomen crisis-werkloosheidsregelingen op dit stelsel
gebaseerd, waarbij – naar mag worden •aangenomën
– als motief zal hebben gegolden, dat de chaotische
verwarring, welke de onderscheidene collectieve con. tracten op dit stuk vertoonen, het niet mogelijk maak
te, op die contracten een bevredigend systeem op te
bouwen.
Hoewel ook wij betreuren, dat hier met al te ruwe
hand is ingegrepen in gegroeide verhoudingen en
speciaal de arbeiders in de groote steden door dozen
Ministerieelen maatregel deerlijk zijn gehandicapt, is
het toch zeer wenschelijk, dat het particuliere bedrijf
er een aanliding in moge vinden, om de sterk uIteen-
loopende loonklassenregelingen van het oogenblik aan een grondige herziening te ofiderwerpen.
Wij wezen ‘hier – zij het in een ander verband –
trouwens reeds eerder op (Soc. Gids, Aug-Sept. 1920).
Hoezeer wij dit ook zouden toejuichen, hebben we
toch onderstaande beschouwingen niet geschreven, om
een pleidooi te leveren voor meerdere uniformiteit in
de collectieve contracten, doch wel om naar aanleiding
van den roep om
gelijk
loon, ongeacht de standplaats,
welke d’oor verschillende ambtenaarsgroepen is aan-
geheven, te waarschuwen voor het kweeken van onver-
v ul.bare verwachtingen –
De economische omstandigheden, waarvoor wij ge-
plaatst zijn, maken inwilliging van dien eisch o.i. be-
slist onmogelijk. Waai’over dadelijk mee’r.
Wij zouden te uitvoerig worden, indien wij zouden
aantoonen, dat de factoren: levensmiddelenprijzen,
huren, kleeding en dgl., verlichting en verwarming,
onderwijs, gebrekkige verkeersmiddelen, enz., en.z., bij
gebreke eener dugdeljke budgetstatistiek, voorloopig
slechts leti-ekkeljke waarde hebben ter becordeeling
van de vraag, ‘of het leven in een bepaalde plaats meer
of minder duur moet worden geacht. Men vergunne ons echter een korte opmerking. Ook al zou, wat bij’
gemis van deugdelijke en vooral objectieve gegevens
practiseh onmogelijk is, door een nauwkèurige toet-
sing dezer factoren ten aanzien van een bepaald aan-
tal gemeenten kunnen worden aangetoond, dat er hoe-
genaamd geen verschil in duurte viel te cousta,teeren,
dan behoefde het nog allerminst vast te staan, dat
de onderzochte plaatsen nu ook in é6n standplaats-
groep zouden moeten worden opgendmen.
Wij wijzen er in dit verband met grooten nadruk
op, dat de Ibudgetstatistiek zich in ons land in het
allereerste stadium harer ontwikkeling bevindt. Alleen
Amsterdam maakt hierop een gunstige uitzondering.
Het is daarom gelukkig, dat de Regeering blijk-
baar overweegt, om naar liet voorbeeld der hoofdstad,
meerdere statistische bureaux in het leven te roepen.
In de provinciale hoofdsteden.
Daarop doelt o.a. een bericht in het Algem. Han-
delsblad van 9 Mei 1920 over een vergadering der
Centrale Commissie voor de Statistiek. Veel voort-
gang heeft deze hoogst belangrijke aangelegenheid
echter niet.
Dit nu daargelaten, zou het o.i. slechts te rechtvaar-
tijgen zijn 2 plaatsen in een en dezelfde standplaats-
groep in te doelen, wanneer het verschil tusschen den.
plaa(se’en
loonstandaard in plaats A.
en dien van
plaas B., globaal, slechts heel gering zou zijn.
Of om met de Nieuwe Rott. Ct. te spreken: ,.bij
de vaststelling van het loon ‘van een schaapherder
moet rekening worden gehouden met het plaatselijk
peil der bonen, waar zoo’n beambte is aangesteld; het
loon xan een schoonmaakster bij de Universiteit te
Leiden, en van een voorvrouw-schoonmaakster bij het
Rijksmuseum kan niet woiden vastgesteld buiten ver-
band met de bonen voor sehoonmaakarbeid te Leiden
en te Amsterdam gebruikelijk. En een hoogleeraar
kan niet worden gesalaricerd, als moest hij leven in
Norg (,,De klasse-indeeling ‘van de gemeenten door
de Commissie-Stork”, 27 Mei 1918).”
432
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 1921
11
De wei der communiceerende vaten, overgebracht
op het gebied van het loonpeil.
• Men zal dus. net
langer de redene’ering moeten vol-
gen, welke menS speciaal in ambtenaar.skringen zoo
gaarne volgt, dat de gröente in X. even duur is als
in Y. en dat daarom X. en Y. in dezelfde groep moe-
tën worden geplaatst.
De economische conjunctuur is ietwat ingewikkel-
der dan het rekensommetje, waaruit blijkt, •dat voor
de kleeding in A. meer moet ‘worden ‘betaald dan in
B., omdat ze betrokken moet worden uit een groots
stad en er dus vracht- of reiskosten ‘bijkomen.
1)
EeR van de wetten, waaraan wij os hebben te on-
derwerpen, is dat de koopkracht der ‘arbeidersklasse
over het lot van den winikelstand en van de verdere
grpepen in een bepaalde gemeente beslist. Is die koop-
kracht gi4ng, dan zal mn er de ‘voorkeur aan geven,
kleine reparaties buy. zelf te verrichten en zal men ook
in andere opzichten ,,de tering naar de nering zet-
ten”. Dit maakt dat ook ‘het inkomen, der winkeliers
niet groot kan zijn. Hierdoor worden de levensgewoon-
ten in die gemeeRte bepaald, waarnaar ieder zich richt.
Ook de ambtenaren.
Betalen, om een voonibeeld 4 noemen, de ongehuw-
‘dan onder hen niet veel en vel minder kostgeld in
een kleine plaats dan in Amsterdam of Rotterdam,
terwijl ze het ‘in idé provinciestad in den regel beter
hebben dan in de metropolis?
Nu ibesdhiirken wij ‘in ons lanid ‘helaas n&øt over een
regelmntig-bijgehoniden en tevens deugdelijk ingeric’h.
te. loonstatistiek •en moet dus langs indirecten weg
worden gepiro’beerd, de gege’venrs te verzamelen aan
de hand waarvan de koopkracht der ‘bevolking in ver-
schillende gemeenten ‘kan worden bepaald.
Zeer goede diensten kai ons in dozen de onlangs
verschenen ,,Statistiek der Gemeentelijke ‘en Previn
ciale Financiën over 1917″ bewijzen, waaraan wij’ het
een en’ ander ontieenen.
Op pag. IX dezer Statistiek wordt een beschouwing
,gewijd aan de ,,plaatselijke belastingen naar het ge-
schat of afgeleid inkomen (hoofdelijke omslagen)” en
worden tal ‘van belangwekkende
cijfers
gepubliceerd,
welke’ een zeer duidelijk beeld geven van het verschil
in koopkracht der bevolking in onderscheidene ,,groe-
pen” van gemeenten.
Tabel
1.
Provinciën en
Per hoofd der bevolking werd aan
groepen van
hoofdelijken omslag of andere plaat-
Gemeenten. ‘
selijke directe belastingen ontvangen
1917
‘
1916
Noor(1brabant .
f
:3,70
f
2,50
Gelderland . . .
,,
6,73
,, 5,25
Zuidholland . ,
,,
10,77 (6.95) 2)
,, 7,83
oordholland .
,,
16,06 (10,13)
2)
,, 11,84
Zeeland …….’
,,
6,27
‘
,, 4,30
Utrecht
,,
10,31 (6,92)
2)
,
7,24
l’ries1an’d ………
8,71
,, 6,00
Overijssel
7,39
‘
,, 5,29
Groningen . . .
, ,, 10,79 (8,67)
2)
,, 7,66
Drenthe ……..,,
6,28
,,
4,44
Limburg
,, 2,80
., 1,87
Eet Rijk
1917
……
f9,42
3
)
1916
…………..
.,
6,84
1915
…………..
,,
5,53
1914′
…………….
.,
5,15
1913
…………….
,4,97
1912
…………….
4,74
1911
…………..
,,4,41
Worden buy. de onderwijskosten, waarmede men .gaar
ne schermt, door een veizekeri’ng gedekt, dan ‘heeft dit
wel een gunsti’gen invloed op ‘het ‘budget van een ambte-
naar, doch de standplaats blijft er even
duui om.
En zon
zouden wij door kunnen gaan (bouw H. B. S., gasprijsver-
laging, gedeeltelijke invordering van belastingen, zooa’ls
bijv. in Leeuwarden, aanleg tram, enz.).
Zonder Rotterdam en ‘s-Gravenhage, Amsterdam,
Utrecht en. Groningen.
De snelle stijging van
f’6,84 op 9,42
gan de
crisis gee’etén worden (kosten der distributie). Op het plat-
teland zijn deze distributiekosten het laagst
Ret:Rijk
1910
.
…………..,,4,23
1905
…………..
,, 3,36
1900
……………..
2,77
Gemeenten met
1917
1916
minder dan
5000
‘inwoners
.
f
4,30
f
2,87
5-10000
5,79
., 3,98
10-20000
,, 7,47
,
,, 5,60
20-50000
,, 11,07
7,87
50-100000
;,
,, 13,74
,, 10,70
Utrecht ‘
..
15,12
.
,, 11,05
‘s-Grswen’hage …….
,,18,74
,,.13,94
Rotterdam ………..
,,
11,33 i)
8,47
1)
Amsterdam ………
,,
21,89
,, 16,21
Wat
‘blijkt
al da’delijk uit deze cijfers?
.Dat de ge-
middelde hoofdelijke omslag snel stijgt, taarmate het
zielental eenei- bepaalde gemeente toeneemt.
De samensteller van het overzicht, waaruit wij
bovenstaande cijfers’ hebben overgenomen, deelt nog
mede, •dat de cijfers van ‘sommige provinciën ongun-
stig beïnvloed worden door die ‘der daarin-gelegen
groots gemeenten, doch dat er ook dan nog groots
‘verschillen blijven, ,,waarvan de oorzaak niet na te
sporen is, omdat ‘zij zoowei uit verschil in draagkracht
als uit verschil in ‘belastingdruk voortspruiten.”
Het yerschil in belastingdruk houdt natuurlijk ten
nauwate verband met de behoeften der diverse ge-.
meenten. Wat buy. de geldleeningen betreft, deelt het
overzicht mede, dat die bedragen per hoofd d’er be-
volleing in de 5 gemeentegoepen resp.
f
3.25, 6.10,
8.26, 15.87 en 18.53 (bli. XVI). Iets verder (blz. XXI)
lezen wij, dat de uitgaven der onderscheidene gemeen-
ten speciaal sterk uiteenloopen wat de posten: a. poli..
,tie, brandiweer en openbare verlichting, b. lager onder-
wijs en c. armenzorg betreft.
Deze bedragen resp.:
‘a.
b.’
c.
Geiii.
in. in.
d.
5000
mw.
f
0,70
f
3,72
f
1,00
5- 10.000
inwoners
086
,, 3,89
1,43
10- 20.000
,, 1,19
4,97
1,94
20- 50.000
,,
2,06
5,74
2.65
50-100.000
,,
,, 2,79
,, 6,20
3,09
Utrecht
.
,,
3,50
,, 9,50
4,35 ‘s-Gravenhage
,, 6,44
,, 7,40
4,55
Rottèrdam
.
.
3,88 ,
,, 8,04
4,69
Amsterdam
,, 5,16
,, 9,23
‘ 8,72
Commentaar achten, wij overbodig.
S
Wet nu de
,,draagkrcscht”
der bevolking betreft, kan
algemeen bekend worden geacht, dat in tal van par-
ticuliere bedrijven de arbeider in de groots steden
25
it
30 pOt. hooger loon geniet dan zijn ‘vakgenoot ten
plattelande, wat zich natuurlijk in ‘de belastingcijfers
weerspiegelt. Het onibelastbaar deel ‘van het inkomen
is in dè kleinere plaatsen een stuk kleiner tdan in de
gronde stad en ‘ook de progressie is er gemeenljk
minder groot.
Bouwvakarbei.ders, schilders, typografen, overal
treft men een grooter iof ‘kleiner verschil in de ‘bonen
aan.
Enkele onlangs door het Centraal Bureau voor
de Statistiek gepubliceerde looncijfers (week-bonen)
doen dit verschil heel sterk uitkomen:
Maart/April
’20.
., Sept./Oct.
’20
ima’
Arnhem ………..
f
31,4634
f38,43
Leiden …………..,
35,8034
,, 45,22 34
Delft ……………
, 38,26
,, 51,8534
Amersfoort ……..,,
38,31
,,44,67 34
Brielle …………. ..
26,8834
,, 31,9134 Metselaar
Arnhem. ……….. ,,
32,0834
,, 40,59 34
Leiden …………..,
35,78
,
,, 44,24
Delft …………….
60,07 34 ‘ ‘
,, 68,56
Amersfoort …….. ..
36,94 ‘
43,29
Oppermwn
Arnhem ……….’.
,,29,1434
,,.37,8934
Leiden …………..,,
35,19 36
‘
,, 42,65 34
Delft …………..,,
36,85
,,44,77
1)
Door de crisis gedrukt (geringe opbrengst havengelden).
16 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN
433
Het is ons verder bekend, dat het verchi1 tusschen
de laagste en hoogste gemeenteklasse is:
bij typografen
f
8,16 per week of 20 pOt.;
bij machinezetters
f
10,12 per week of 22 pOt.;
bij boekbinders
f
8,01 per week iof 21 pOt.;
bij meubelmakers
f
5,28 per week of 14 pOt.;
bij metaalbewerkers f5,76 per week of 20 pOt.;
bij schilders
f
14,05 per week of 36 pOt. (cijfers
Secretaris A. 0. 0. P.).
Uit een nieuwe publicatie van het Oentr. Bureau
voor de Stat. (28 April) hlijkt, dat aan werklieden
–
van 25 jaar en ouder in boekdrukkerijen over het
eerste halfjaar 1919 bonen werden betaald: te Utrecht
f
28,41 en te Daifsen
f
22,51 (verschil
f
5,90 of
20,77 pOt.).
Die omstandigheid, welke ok voor andere groepen
der bevolking geldt, bepaalt de levensgewoonten in de kleine plaatsen, waar de burgemeester, de predi-kant en andere notabelen minder verdienen dan een
middelbare ambtenaar irt de hoofdstad.
Heel sterk komt dit tot uitdrukking in het ge-
schrift des heeren Kempers, burgemeester van :E[ar-
derwijk: ,,Iviinimumloon vn den ongetehoolden arbei-
der tin Gemeentedienst”, waarin wij op blz. 8 lezen:
,,Een gemeenteraad, diie enîz., en die dus de bonen bepaalt, in verband met wat noodiig is om voldoend
esciiikte werkkrachten, in voldoenid aantal, uit de
naaste omge’vinig van zijnen zetel te betrekken, enz.”
Duidelijker kan het haast al niet: op de Veluwe
is ide loonstandaazid zeer laag en het aanbod ‘van ar-
beidskrachten ruijnisahoorts toereikend voor de be-
perkte vraag.
Waarom zou Hardenwijk – aldus -deze burgervader
— daii moer dan het in iden omtrek gebruikelijke loot
aan haar gemeentearbeiders betalen?
Zoo lezen wij dan ook op blz. 9, na de mededeeling,
dat in Harderwijk per 1 Januari 1920 het weekloon
der ongeschoolde arbeiders da gebracht op
f
17,-:
.,Zouclen diie weeldoonen van
f
17,- niet véél meer
voorkomen, dan ge denkt, en, evenzeer als in Harder-
wijk op den geheelen plaatse1djken toestand en op de
algemeene verdiensten van standgenooten, niet-ge-
meen±e-arbeiders, berusten?”
Een vraag die de heer Kempers op blz. 13 nader be-antwoordt door de vet-gedrukte mededeeling: ,,De ge-heele op de kohieren voorkomende Burgerij genoot in
t919, gemiddeld, niet meer dan
f
1380,- ‘s jaars, of
f
26,50 per week!”
Zeiden wij te veel, toen wij iets eerder opmer(kten,
dat
de koopkracht der arbeidersklaise over het lot
van den winkelstand en van de verdere groepen in een
bepaalde gemeente beslist? –
De heer Kem#ers publiceert in zijn geschrift verder
nog enkele sterk_sprekende boontabellen, welke wij
aan het slotvan ons artikel onder de oogen zullen zien.
Keeren wij thans tot onze verzamelcijfers (tabel 1)
terug, welke berekend zijn aan de hand van afzonder-lijke gegevens voor de grootere gemeenten en de pro-
vinciën (blz. 6 t/m 21 der door ons genoemde sta-
tistiek).
Daaruit hebben wij een samenvattend overzicht op-
gemaakt, dat hieronder moge volgen, wijl het nog dui-
delijker dan de verzamelcijfers uit laat komen, hoe
snel het belastingcijfer stijgt bij toename van het
zielental.
Tabel II (groepen als voren).
nu. d.
5000
5-10
10-20
20-50
50-100
Noord-Brabant ..
2,19 3,36
3,02 8,55 8,95
Gelderland ……
3,64
4,49 7,62 7,89
14,35
ZuidiEtolland….
4,73
5,60
6,71
10,32 13,50
Nöord-Holland ..
6,08 9,92
11,72
15,63 12,61
Zeeland
……..
4,81 7,86
13,72
9,51
–
Utrecht
……..
4,70
8,21
14,33
10,59
–
Friesland
9,16
8,80
7,24
15,02
–
Overjsel ……..
4,34
4,04 7,24
1,73
–
Groningen ……
.
8,75
7;76
987
17,41
Drenthe ……..
5,38
5,75
8,58
5,40
–
Limbdrg ……..
1,70
2,22 4;42
5,61
–
Het Rijk ……..
.
430
5,79
747
11,07
13,74
Voor Noord-Brabant zien wij een geregelde opklim-
ming, slechts onderbroken door groep – 10-20000,
waarvoor Helmond met 0,13 en Oosterhout met 2,14
de verklaring geven; Gelderland, Zuid-Holland, Lim-
burg en het Rijk, een ononderbroken stijging; in
Noord-Holland verstoort Hilversum met een gemid-
delde van 24,40 de harmonie; in Zeeland wordt de
groep 10-20000
mw.
gevormd door Middelburg met
13,72, de groep 20-50000
mw.
door Vlissingen met
een lager
cijfer
(9,51); in Utrecht -prijkt Zeist met een
Vrij hoog cijfer (14,33). Hoewel statistische gegevens
voor de kleinere plaatsen ontbreken, kan de verkla-
ring voor het feit, dat in Friesland – wij laten het
hier nu maar bij – de volgorde omgekéerd is, wel-
licht hierin worden gevonden dat deze provincie 11
steden en 31
–
uitgestrekte plattelandsgemeenten telt.
Nu hebben de meeste Friesche steden een opeen-
gepakte bevolking van minder dan 10000 zielen.
In de groep 10-20000
mw.
komen voor:
Harlingen……
10520 8,27
Menaldumadeel ..
10547 9,33
Sneek ……..
13715 13,96
Ooststellingwerf..
12326 5,30
Leeuwarderadeel
12052 12,46
Wijmbritseradeel.
12300 4,82
Dantumadeel ….
13118 5,29
Wonseradeel ….
13269 6,97
Aclitkarspelen ..
1345 5,35
Smallingerland..
14131 6,75
Tietjerksteradeel.
15490 6,57
Schoterland .. ..
16397 7,89
Opsterland ……
17954 5,48
Weststeltingwerf.
18360 5,04
– In het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte-
naren 1920 zijn Harlingen, Heerenveen, Sneek, Leeu-
warden (15,02) en de Schrans (gem. Leeuwardera-
deel) opgenomen in de 2e klasse, de overige Friesche
gemeenten of gedeelten van gemeenten in de 3e klasse.
In het algemeen genomen kan, afgaande op boven-
staande cijfei-s, deze indeeling vrij gelukkig genoemd
worden, al valt er natuurlijk over te praten, of Sneek
en Leeuwarden eemierijds en Menaidumadeel ander-
zijds goed zijn geclassificeerd.
Nu we toch eenmaal met het Bezoldigingsbesluit
bezig
zijn,
willen we eens controleeren, hoe het met de
gemeenten in de le klasse gesteld is.
Amsterdam ……….
21,89
Schiedam ………….
10,12
Arnhem …………
15,24
Schoten …………
Delft ……………
7,82
Sloterdijk (gem. Sloten)
2)
‘s-Gravenhage ……..
18,74
Utrecht …………
15,12
Groningen ……….
17,41 Velsea
…………..
12,65
Haarlem …………
12,61
(behalve Jan Gijzen-
Heenlen …………
4,33
vaart, Sautpoort en
Leiden …………..
13,51
Driehuis-Westerveld)
1)
Rotterdam ……….
11,33
Watergraafsmeer •.
. . 2)
(behalve
Zaandam …………
16,32
Hoek
v.
Holland).
Laten wij Delft en Heerlen even buiten beschou-
wing (Rotterdam is door de cricis erg gedrukt), dan
mogen wij, vOor het eene jaar, waarover de statistiek
loopt, het gemiddelde voor de le groep stellen op onge-veer 14. Daar gaan, alweer wat de
cijfers
over 1917 be-
treft, boven uit of benaderen heel dicht:
Winschoten 16,11, Sneek 13,96, Leeuwarden 15,02,
Zeist 14,33, Bussum 16,21, Almelo 13,90, Hilversum 24,40, Enschede 18,73, voor alle welke standplaatsen
een aftrek van 4 pOt. van het salaris der aldaar geves-
tigde ambtenaren geldt, terwijl ook de cnisiswerkboo-
zen er een lagere uitkeering ontvangen dan in de ge-
meenten der le klasse.
In het midden latende, hoe het nooduitkeerings-
wetje zal werken, vreezen wij toch niet op tegen-
spraak te zullen stuiten, indien wij concludeeren, dat
een herziening der staudpiaatsindeelijig urgent is te
achten en dat de Oentrade Oonutmissie voor Georgani-
seerd Overleg in .Aimbtenaarszaken er derhalve goed
aan heeft gedaan, deze herziening stevig ter hand
te nemen.
*
*
*
Wij moeten ons bekorten. -Hoewel wij er ons ter
Niet-afzonderlijk op te geven.
Inmiddels door Amsterdam genanexeerd.
434
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 1921
dege van bewust zijn, dat
het
onderwerp nog in het
geheel niet uitgeput is en het tcrrcin lang niet afge-
zocht,- vlei-en wij ons toch, een nuttige aanwijzing te
hebben verschaft aan degenen, die geroepen zu11en
woden, om omtrent een eventueele herciassificatie
der gemeenten advies uit te.brengen.
Bij zoodanige h.erclassificati-e zullen uiteraard cij-
fers over meerdere jaren moeten worden geproduceerd,
wat -het trekken van conclusies zal vergemakkelijken.
Sterke wijziging in de cijfergroepeii zal dan in zeer
vele gevallen zonder al te groote moeite kunnen wor-
den verklaard, buy, uit het vertrek van kapitaal-
krachtige ingezetenen, de vestiging van nieuwe in-
dustrieën, van onderwijsinrichtingen en dgl., uit
annexatie; enz.
Feitelijk zullen de voornaamste gebeurtenissen op
gemeentelijk gebied alle nauwkeurig moeten worden
geregistreerd. Een economische seismograaf als het
ware. De realiteit laat zich nu eenmaal niet weg-
redeneeren.
Reëel zijn de gegevens, welke de heer Kempers in
zijn reeds eerder genoemde brochure heeft -bijeenge-
bracht, in alle opzichten.
Wij hebben ook deze cijfers in een samenvattend
overzicht bijeengebracht.
Weekloonen van gemeentearbeiders van:
–
Gemeenten van
flO.-of
minder f
11-/15
f
16-1 20 f21-f30
1000 zielen of minder
35
18
4
–
1001 t/m 2000
90
40
14
2001 t!m 3000
49
48
18
3
3001 tfm 5000
52
67
37
6
5001 t/m 7000
23
21
28(28)
5
7001 t/in 10000
16
21
22
5
10001 t/m 15000
4
7
-24
7
15001 t/m 20000
1
3(2)
10
.2
270
225
155
28
geplaatste cijfers ziîn van den heer K.
Tegenover zulke cijfers valt het moeilijk te blijven
aandringen op gelijke salarieering voor den Neder-
lan-dschen rijksambtenaar van geljken rang, waar hij
ook werkzaam moge zijn. Voor opheffing dus van den
in vergelijking met het vrije bedrijf uiterst matigen
standplaatsaftrek (max. 8 pOt.). Veeleer moet er het
streven op gericht worden, dezen aftrek van 8
pOt.
voor alle loontrekkenden in Nederland te doen gelden.
Daarna kan men verder zien. –
*
*
*
Onze conclusies zijn, behouden-s de gemaakte reserve,
dat met dit opstel slechts een schuchtere poging
wordt gewaagd, om de aan-dacht op deze belangrijke
zaak te vestigen: –
Wij zouden het ten zeerste toejuichen, zoo de
Regeering in overleg met de Vereeniging van Ne-
derlan-dsohe Gemeenten, met de Werkgevers-vereeni-
gingen en met de Vakcentralen, een nieuwe stand-
plaatsindeeling zou willen doen voorbereiden (door
een College van bekwame statistic-i), welke, wettelijk-
gesanctionneerd, voor
alle
loontrekkenden zou moe-
ten gelden.
Met subjectieve opvattingen valt in dezen niets te
bereiken. –
In de tweede plaats behoort voortgang te wor-
den gemaakt met de voorgenomen instelling van sta-
tistische bureaux in d-e provinciale hoofdsteden, welke
aan de hand eener deugdelijke
loonsta.tistiek,
die
helaas nog altijd ontbreekt, den levensstandaard in
hunne districten zoo nauwkeurig mogelijk trachten tc
bepalen.
8. Voor de 1oonaibeiders rest voortzetting van hun
economischen strijd, niet in de laatste plaats door
middel van
p1aa.selijke acties
(coöperatie, woning-
bouw, onderwijsverbetering, belastingcontrôle, enz.
enz.).
De ambtenaren zullen hebben in te zien dat zij een
deel der gemeenschap uitmaiken. Hun loonstrjd zal
er slechts door kunnen winnen.
4. Ten slotte zal het noodig zijn, col meer dan
voorheen, aandacht te wijden aan
den lagen loon-
standaard ten plattelande.
F.
S. NOORDHOFF.
ZILVER IN HET EERSTE KWARTAAL 1021.
Aan het overzicht -der 1′ i r m a H. D r
ij
f h o u t c n
Z o o n is het volgende ontleend:
In vergelijking met den in Februari van het vorige jaar
bereikten topprijs .was de ,stand -der zilvernoteering, waarop
het nieuwe kwartaal opende, ongetwijfeld zeer laag, doch
het mag verwondering wekken, dat in weerwil van de ver
–
-sdhullende ongunstige factoren, die een voortzetting der
depressie konden doen verwachten, deze Qverw-egi.ng in staat
bleek te zijn steun aan de markt te verleenen. Niettegen-
staande de maand Januari aanvankelijk een stijging te zien gaf en nagenoeg het geheele verdere verloop der
maand vrij vast op het niveau der slotnoteeri-ng van 1920
kon blijven, is ten slotte onze minder optimistische stem
ming ten opzichte van de naaste toekomst der zilvermarkt
maar al te zeer gegrond gebleken. Dat Londen i-n dit kwar-
taal zelfs weder -een noteering van 30
5
/8 d. kon geven,
levert hiervan wel op de meest ondubbelzinnige wijze, het
bewijs.
Ofschoon New-York dikwijls een van Londen afwijkende
noteering -gaf, vas het toch over het algemeen duidelijk
merkbaar, dat de Londensche markt weder de leiding had.
Dit bleek vooral in de maand Januari, toen ten gevolge
van de stijging van den sterlingkoers New-York bij gelijk
gebleven zilverno’teering te Lon-den, den prijs van het witte
metaal naar evenredigheid verhoogde. Het tis dan ook dui-
delijk, dat de stijgende tendenz, die de zilvernoteering te
New-York gedurende -de eerste 4 weken van het jaar te
zien gaf, grootendeels buiten de markt emging en toege-
schreven moet worden aan den loop van den wisselkoers.
De zwakke grondtoon der zilvermarkt bood aan de
baisse-speculatie een gunstige gelegenheid, die niet on-
benut werd ge-laten, om met blanco verkoopen de stem-
ming nog verder te deprimeeren. Pogingen in deze rich-
ting leden schipbreuk, toen in de eerste dagen van het
kwartaal -de markt steun vond in aankoopen voor reke-
ning van ‘Chia en Indië, waardoor zelfs een verbetering
tot stand kon komen van 40/ d. op 31 Dec. tot 4234 4. op
5 en 6 Januari, NeW-York steeg op deze datums tot resp.
67
5
/s c. en 68% c. bij een sterlingkoers van 3,57% en
3,64. De voortgezette -daling van den Shanghai taël was
opnieuw aanleiding tot het ondernemen van speculatieve operaties en deed weldra vroegere aa.nkoopen van China
weder als aanbod op de markt komen met het gevolg, dat
het behaalde herstel niet gehandhaafd kon blijven. Indië
kwam zoowel met koop- als verkoop-orders aan de markt,
hetgeen niet bevorderlijk was om het vertrouwen in de
marktpositie te doen toenemen. De markt had dan ook een
onrustig karakter, hetwelk weerspiegeling vond in de da-
gelijks zich in op- en neergaande richting bewegende notee-
ring. Weliswaar wist de loco-noteeri-ng zich tot 27 Januari
rondom 40 d. te handhaven, doch de 2-maandsprjs bleef
meermalen niet onbelangrijk ten achter. De op dit tijdstip
tot 3 sh. 8 d. teruggeloopen Chi-neesche wisselkoers deed te
Londen een groot aanbod van zilver voor rekening van
China ontstaan, waardoor, niettegenstaande Indië met
kooporders nog steun verleende, de zwakke stemming de
overhand verkreeg en een nieuwe inzinking van den zilver-
prijs niet te weerhouden w-as. In snelle opeenvolging en met
kracht brokkeijde de noteering af, zoo-dat aan het einde der
maand nog slechts
35½
d. loco en 34% d. termijn ko-n
gelden. Nadat op 1 Februar-i nog een verdere daling tot
3434 d. plaats vond, trad op -aankoopen voor rekening der
£ndisohe Bazaars, alsmede op dekkingsaankoopen der spe-
culatie een herstel in tot 37% d. op 3 Februari. Reeds den volgenden dag bleek echter, dat deze notee-
ring niet te handhaven was, daar op den inmiddels tot
3 ah. 5 d. teruggeloopen Shanghai taël nieuwe -speculatieve
operaties werden ondernomen, zood-at de loco-oteering terugviel tot 36% d., terwijl op termijn slechts 34% d. te
bedingen was. Het Chineesohe Nieuwjaar bracht de markt
weder eenigermate tot rust en op regelmatige vraag van
Indische zijde kon dit koersniveau tot 12 Februari ge-
handhaafd blijven. Het is opmerkelijk hoe Indië op den lagen zilverprijs een bijzondere belangstelling voor het
w-itte metaal aan den dag legt en aanhoudend met nieuwe
kooporders aan de markt verschijnt, niettegenstaande d
roepie nauwleurig tot op de helft gedaald is van -den stand
in Februari 1920. Gelijk wij echter elders in dit overzicht opmerken, geschieden de aankoopen van zilver ten koste
van het goudbezit. Dat echter de positie van de zilvermarkt
onder zulke omstandigheden verre van gezond is, behoeft
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
435
nauwelijks gezegd. Indië was het eenige afzetgebied van
beteekenis en zoowel van Engeland en Amerika, als van
China werd zilver daarheen verscheept, liet opnemingsver
–
mogen van Indië bleek echter geringer te zijn dan het
aanbod, hetwelk vooral van Amerika zeer belangrijk was
en in een onafgebroken dalende lijn viel de zilvernoteering
terug tot 31% d. op 25 Febr. Geruchten, als zoude weder
een mnvoerrecht op zilver in Indië worden geheven, die
echter later zeer voorbarig om niet te ziggen onjuist bleken
te zijn, deden eenige verlevendiging van vraag voor de
Bazaars ontstaan, waardoor de noteering tot 33 d. op
28 Febr. kon verbeteren. De speculatie in verband met den
nog steeds dalenden en reeds tot 3 ah. per taël teruggeloo-
pen Ohineesohen wisselkoers, deprimeerde de markt echter
dermate, dat de maand Maart met een nieuwe daling opende
en geleidelijk een verdere inzinking in de noteering intrad
tot 30
5
/8
d. loco op 5 Maart, waarmede cle laagste stand
sinds 2 Aug. 1916 weder was bereikt. De termijnnoteering
viel terug tot 30Y8 d. op 5 Maart. Rekening hcudend met
de omstandigheid, dat de huidige noteeriug in een gedepre-
cieerde valuta wordt uitgedrukt, blijkt, dat de zilverprijs
reeds belangrijk beneden het gemiddelde vCSr oorloganiveau
is gedaald. De goudprjs van het zilver bedraagt thans op
basis van de goudnoteering van 5 Maart, zijnde 105 ah. 3 d.
per oz. fijn tegen 77 ah. 10% d. per oz. standard nominaal
30
5
18
d.
X
9341I
X
12
is 24
3
14
d.
1263
X
11
Deze bui engewoon lage stand was wel in staat de koop-
lust weder op te wekken en vooral de baisse-speculatie tot voorzichtigheid te dwingen. Het was bijna echter nog uit-
sluitend Engelsch-Indië van waar de koporders kwamei,
niettegenstaande het continent thans voondeeliger te Lon-
den kon koopen dan op eigen markt. Dit teelcent derhalve
wel de uiterst lustlooze stemming, die over de geheele
all-
vermarkt was waar te nemen. Het aanbod muntzilïver, dat
onder den invloed van den lagen prijs aan de hoofdimarkten
reeds sterk verminderd was, hield thans bij gebrek aan
wmnstmar•ge geheel op. De vraag van Indische zijde was
dan ook in staat een verbetering tot 31% d. op 6 Maart
tot stand te brengen, waarop eerst op 12 en 14 Maart een
verder herstel kon volgen tot resp. 32% d. en 33%
cl.
op
aanhoudende aankoopen voor Indië en het -uitblijven van
aanbod voor Amerikaansohe rekening. Aangemoedigd door
een licht herstel in den Chineeschen wisselkoers werd een hausse-speculatie ondernomen, die de noteering tot 341 d. op 22 Maart deed verheffen doch op Chineesohe verkoop-
orders trad reeds den olgenden dag weder een daling in
tot 33% d., welke noteering met slechts geringe fluctuaties
tot het einde der maand gehandhaafd bleef en ook de slot-
koers van het kwartaal was.
De hoogste noteeriug te New-York in dit kwartaal werd
bereikt op 6 Jan. met 68% c., de laagste op 5 Maart met
52
5
/8 c., terwijl aan het einde dezer bericlitsperiode 57% c.
genoteerd werd bij een dollarkoers te Londen van 3,91%.
Het is duidelijk, dat het niveau, waarop de zilverprijs
zich thans beweegt, voor de zilverproducten in het alge-meen geenerlei w’instmarge Inat en het behoeft dan ook
geen verwondering te wekken, dat reeds in Mexico en
Canada tot het sluiten van mijnen werd overgegaan. De
Amerikaansche zilverproducten bevinden zich nog steeds
in de bevoorreolite positie, onder de bepalingen van de Pitt-
man Act het witte metaal tegen de, in vergelijking met den huidigen werel&uiarktprjs, buitengewoon gunstige notee-
ring van 9934 e. te kunnen plaatsen. Het aantal mijnen,
waar zilver het hoofdproduct uitmaakt, is in de Vereenigde
Staten, echter betrekkelijk gering en overwegend is de zil-
verwinning daar afhankelijk van de koper- en loodproduc-tie. De krachtige prijsdaling in deze metalen heeft de mijn-
bouwondernemingen in groote moeilijkheden gebracht, waar-
bij de gunstige zilverp’rijs slechts in geringe mate steun kon
verleenen. Sinds het in werking treden van de Pititman
Act ‘werd tot medio Februari 36.000.000 oz. zilver door den
staat overgenOmen. De werking van de Pittman Act is ook merkbaar in den zilverexport der Vereenigde Staten. Tegen
een uitvoer van $239.021.051 in 1919 geeft 1920 een cijfer
aan van $ 113.616.224.
De aanvulling van de beschikbare wereldvoorraden uit de
productie is inderdaad beduidend afgenomen, doch tegen
de ongunstige factoren, die de zilvermarkt beheersehen,
waarvan de economische depressie in Indië en China het
zwaartepunt vormt, legt dit geen gewicht in de schaal.
Zoolang het verre Oosten, door den ongunstigen stand van
de handelsbalans, zal moeten afzien van invoer van zilver, wellicht zelfs tot uitvoer zal overgaan, zal de zilrvermarkt
zich niet kunnen herstellen en onderlhevig blijven aan de
enanipulaties van speculatiegroepen. Het lijdt geen twijfel
of de huidige lage stand van den zilverprjs zal het ver-
trouwen in de markt doen toenemen en de kooplust aan-
wakkeren, zoodat bij eenige verlevendiging van den handel
een lichte verbetering verwacht mag worden. Voor een
bestendig herstel van eenige beteekenis zijn echter geenerlei
gronden aanwezig.
De zilvermarkt ten onzent volgde, ‘zij het dan ook met
afwijkingen, voortspruitend uit sterk wisselend aanbod van
muntzilrvr, het koersverloop van de hoef dmarkten. Als
regel was de prijs hier nog ongeveer 8 f 10 pCt. beneden
de noteeringen van Londen of New-York. Januari en
Februari toonen vrijwel een onafgebroken dalende lijn aan,
waarbij de prijs voor ongefineerd zilver terugliep van
f60,25 op 3 Januari tot
f
53,— op 28 Februari, terwijl
de maand Maart de daling nog verder voontzette tot
f
51,-
op 19 Maart, waarna echter weder een herstel tot
f
52,50
aan het eind van het kwartaal kon volgen. De ,noteering
voor gefineerd zilver liep zonder eenig tusschentijdseh her-
stel geleidelijk terug van
f
64,— per Kg. tot
f
54,— per
ig. fijn.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
Het adres der bankiers in zake en het
debat over de anti-dumping voorstellen;
handelsbeweging over de maand April;
maandstaai der clearing-banlcs; de toe-
stand in de arbeiderswereld.
Onze Londensche correspondent schrijft ons dd.
14 Mei 1921:
The rejoicings over the acceptanée by Germany of
the ternas of the Londen Ultimatum are, when all is
said and done, rather premature. Our Presa simply
cannot distinguish between the possible and the
probable. It is possible that in the next 40 years, we
may collect £ 6750 millions from Germany, but it is
not probable. Whilst everyone should rejoice over the
fact that by acquiescence, the advance to the Ruhr has
been stopped, it is sheer folly for the Press to warn
Germany that any breach will lead nt once to the stop
in question. It should be the duty of the saner
elemeuts to press now for moderation, and not to
carry on any further the stupid pretence that a sett-
lement, wrung at the point of the sword, is to be
considered as so perfect that no future revision can
even be contemplated. To refuse .this taak of inst,ruc-
tion
is
to risk an indefinite continuation of the war-
fever, the very last thing that is going to procluce
the milliards that are wanted. We must face the fact
that the inossibility of carrying out the terms is not
necessarily the product of unwillingness, but so long
as even the Opposition papers think that their best
tactics is to breathe fire and flame, 1 cannot see that
much has been gained.
Fortunately, in spite of the moral weakneas of the
Parliamen-tary Oppostition, to which many of the dif-
ficulties of the situation are to be attributed, there
are not wanting signs that public op inion is becoming
utterly sick of this continual turmoil in Europe. The
revelations of the situation in Upper Silesia which
the
Tin-tes
and the
Moriving Post,
the two ultra anti-
Gernaan papers have published this week, have had
considerable effect, and the Premier’s speech in the
House last night showed ciearly that with his unrival-
led genius for appreciating the changing currents of
public opin’ion, he is not prepared
to
sanction this
latest coup without a struggle. But probably the most
important manifestation of public opinion this week
lias been the appeal of the Bankers, which,
by a piece
of
outrageously unfair journalism, has
been relegated to the back pages of the
Times,
but
which nevertheless, sets out very clearly the gro’wing
feeling in the Oity that a change in the policy of the country of the kind conteinplated by the new a n t i
d u m p i n g resolutions, is fatal to the rector-
ation of Europe. The signatories inciude represen-
tatives of nearly all the big banks, inciudirig the Big
Pive, the Bank of Liverpooi and Martins, Lazard
Bros, and llambro’s Bank of Nortlhern (Jommerce.
The signatories disclaiim any political bias, but desire
436
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 1921
to enter ,,a respeetful protest against every restrictive
regulation of trade which tends to diminish the
resources of the State”. There is nothing in the
manifesto which is not wellkn’own to every economist
and Free-Tra.der, ‘but it is well to have it set out for-
mailly that it is the opinion of the bankers that ,,we
ôannot limit imiports into this country wilihout limit-
ing our export trade, and striking a grave blow at
the world wide commerce ‘en which this island king-
dom ,principally depeuds”.
Of course, argument, however goed, will nol
prevent the resluiions from ein’g carried. More non-
•sense has been talked iii the House of Oommons on
-this question in the last few days than one would
have thought possible in an :assembly containiiig a
goodily proportion of business men. The Government
has carried its resolutions mainly by a vigorous
beating of the war-drnms; ‘ve must do this, that
0]
the other, because in the next war, we shailbe han-
dicapped. What will happen at the end of the five
years, when the key ‘industries must face the world
naked and unprotected, is not stated, but obviou.sly
the Government must ‘believe that progress will be
50
rapi’d:that in five years all danger of foreign corn-
potition being, successful will be reinoved, or, what
is’ more probable, ;tbe statement that protection will
bo removed at that time, is a pure piece of ‘insincerity
intended to sweeten the ,pill now. 1f the ky indus-
tries are in such danger, five years. protection will
rhardl put thern on their feet. The ,featûre of the
recent debates was a powerful .speech:by LoTd Robert
Cecil, who protested :against the whole of these
proposals,.on .the’morl and worthy ground that they
will .help to .perpetuate the war-feelings, when we
ought to do everything to wipe .them out, and bedome
sane.once more. The other leaaers of the ‘Opposition
were somewha’t loss fortunate. Mr. Olynes, in his
auxiety not to be’ coniidred a doctrinaire, resting
everything on ,,expediency”, as if,Fre&-Trade Prin-
eiples were .a kind of ‘dangerous theology,, wliéh did
not -pay any attention to utility, whilat Mr. Asquith,
though :his speech contained a vigourous and excel-
lentattack on the proposals, was weakenedby the fact
-that it is difficu1tforhim, as wéll as for others .of
the LiberalParty, to shaike dff responsibility for the
resu!lutious of theParis Conïerence, ‘the .source of all
these schemes for ,,cutting ,ôff one’s nose to spite
one’s face”.
As for the Reparationis Act, it lookod at one time
as if .the -Government weregoing to refuse to alter
the position by one iota. Howewer, it -is now an-
nounced that the :proportion to .be retaiin’ed is to be
’26 per cent in the.future, and that this amount would’
he èredited .to the Germans, that is, it is in hen âf
payments ‘under thegenerai ‘scheme. Still, even sup-
posing •that the German Government pays this
amount, we ‘have stili to face the prospect of a tariff
‘of 66 per cesit
0fl
auy.,goods wihiich are ‘,,duinped”
and which come from a country with a depreoi’ated
• excharîge.
The dobate in the Rouse showed ‘that there was
no .very great ‘appreciation :of’the causes .which pro-
duce – a ‘dop reciated exehange, and it appears that
• u.rider the ‘resolutions as they now stand, the Orders
of the:Board”of Trade -will not even have to .be sub-
imitted -to the Housé of ‘Oommons, thougih this was
more tthan – even thijs -Parliament. wou]d stemach, and
the Bihl ‘wbich is ,to conitaiin these resolutions, .wiill,
it ‘;is -understood, ‘contain prorvision to the effect that
any order ‘will ‘have -tobe laid ton the tables of the
House -for ’21 days ‘befor becorning effective.. As .1
‘entred-to prophesy, the LiberaJ wing of ,the Ooali-
.’tion completely succumbed’,to the proposals. –
LOon sidening the – f all in ‘-the .priceis, zand the effect
‘of the coal strike,the l’râ de Pd gures ‘fo rth e
‘m o nt’h’o f ‘Apr i’h are byno rneansunsati,sfactory,
‘though”they
,
are :hardlybniuiant.
April 21 comparod ‘witih March ’21.
Iniport.s -… £
90,0 …. f4,7
decline . . -.
5,0 percent
Exports …. ,, 59,9
. – . .
11
6
1
9
,,.-.. 10,0
Re-Exports. – ,,
8,5 – . . – ,; 0,3
– . .-
4,0
Oosnpared’ wtith ‘last year; the decline is of course
very niudh more startlinig: the percentage reductions
ibeing 46, 44 and ’58 resp.ecti’vely ‘for the three cate-
go’ries. For the – first four months of this year, as
conpared wüth ‘the first four months of least year,’
the recluctions are 43, 28, 63 per cent respeetively
for i.mports, .exports and Te-expoOts.
The monthly figures of the clearing’
b ank s are now -also available. The following is a
summary:
March ’21
April ’21
(Millions, of £ stg.)
Deposits …………..1756,4 ……….1751,5
Cah
……………..195,3 . ……….
204,9
Money-at-Cal’l ……….
9Ö,1 ……….99,7.
Disoounts
…………’285,2 ……….278,2
Investments ………..
‘325,2 ……….322,8
Advaaces ………….
879,9 ……….’869,9
It ivvi11 be’ seen that there is a gtifying inerease
,in the liquid ‘assets of these banks, though it is not,
alto,gether ,reasuring that the deposits should have
falen by £ 5 millions. But, as 1 have a’lready stated,
one of the ‘resuits of a decreased ba.nk-r,ate must be a
reduction in the vlume of ‘deposits, since ‘the ohan-
ces of seeurity ajppreciaton will ‘be increased.
The Oo,n’version L.oan isstatedto be doing
better than
was
:at -olie time ,thought would prove to
.be the cme. But’there’:seem to ho a goodmany people
who ‘will not con-vent, and the -more the details of
the –scheme beconie known, the ‘more is it believed
–
that the Government bas of’ferd to’o much.
The ‘L ah our S it na ho n unfortunately
shows no ‘sigu of improwernent. The effeets of a cer-
.tain ‘section of Parliament seeims to be to raijse as
much
:
passioin as possiible by in’isting that the stiike
is the result tof ,,alien ,gold”, and
is
pressinig the
‘Government for logislation aigaiinst agitators. As a
•matter of fact, a riigo’rous ‘cainipaign of arrest is al-
-ready goiing on, iinder tbe
pxiovisions
of ithe Emei’-
gency ‘Acts, and it is difficult -to see ‘what more can
be done. The few convinced communists in ‘the coun-
try have very’little to do’ With the ,prolongaîtion of thé
•dispu’te, which is ,teadily drifting ,intô a pure wage
.war. 1f rthe ,men could now ho ,sure -that ,there would
be a Jimit to the ex’tent that ,their waes would fali,
1 do noV.thinik that-wewou1d hear very,muchmore.of
the ‘National Pool. Unfortunately, the importation of
‘foreign ‘coal .j .producing again a very dangerous
situation: ‘the railwaymen’s Union has ‘ordered its
mexnbers ‘not ‘to handle any foreign coal, and if -this
order bad’s to the suspension er discharge of men ‘by
the (Jompanies, the result will ,he.a campaign agairist
,,vietimisation’, .’whiich will .enlarge the ara of ‘dis»
pute. It .is zadnxiïtted on ‘all bands -that the discipline
-6f the iiner,s ‘hasbeenadmirable, but no man knows
w’hat the resul’t of .strjike-br’eakiJjg .oii a large male
by
–
the Government is .likély ‘to be. The genei-aJ pub
lie seems to have lost all intarest in the dispute, but
the unemployrnent figures are iim1y :aippalling, and
the ,trade ,revival is being checke’d on all sides.
`INDEx-Cr,TFERS.
De daling der groothanideisprijaen hield gedurende
.de laatste maand aan, evenals in Maart op .’meer ge-
matigde wijze. Het
index-cijfer
van einde April .be-
:draagt 4929, hetgeen 168 punten lager ‘is ,dan in
Maart 1921 ‘en 3303 -punten lager -vergeleken met
‘April :1920. l[aar
1
,
hoewel ‘er .aniz’ienlijke ‘ daJiiingen zijn
‘in -oeniîge ‘artikelen, voornamelijk in de delfstoffen-
groep, ‘lijdt het -geen -twijfel, dat ‘de
1
belangiijke -da-
‘ling van 4e laatste maanden in de overige artikelen,
tijdilijk .tot ,stilstand :is.,gekomen, en bij enkele een
tegengestelde heweging ,te ,noteeren yalt.
Hieronder voigt ,de gbruikelijke – :aan ,,The
‘Econosnist” 1ointleende
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
43
L.,ola
.,ranen
en
tuecscn
Andere
00e-
aings-
en ge-
notm.
Weef-
stoffen
Dolf-
stoffen
Diger-
sen:
oltn,
hout,
rubber,
Jowal
.nige-
meen
index-
cijfer
Basis ‘(gemidd.
1901-5)
. .
500 300 .500
400
500
2200 100,0
1Januari1914
563
355 j642 491 572
.2623
119,2
1 April
•,,
560 3504
6264
493
567
2597
118,0
1 Juli
,,
5654
345 616
4714
551
2549
115,9
1 October
,,
646
405
6114
4724
645
2780
126,4
EindeDec.19141
714
4144
509
476
6864
2800
127,3
1915
897
446
731 7114
8484
3634
165,1
1916
1294 553
11244
8244 1112
4908
223,0
1917
12864 686
16844
.8394
13484
5845
263,2
1918 1303
7824
18054 816
.1337
6094, 277,0 1919
14414
8814
24424
1145
1453
1
2
7364
334,7
Jan.1920
1461 8574 27024
.12114
15354
778
353,1
Febr.,,
1454
8864
29514
12534
16144
8160
370,9
Mrt.
,,
1508
914
29744 1246
17094
8352
379,6
April,,
14984
908
29384
12324 16544
8232
374,2
Mei
1484
9814
2819
1295,
1
1619 8199
372,7
Juni
1511 9294
2562
1289
.15554 7847. 356,7
Juli
1499
934
.2594
1308
1541
7876 358,0
Aug.
1438
.927
2521 13024
15544
7743
352,0
Sept.
1504
928
23624
1311
.15394
7645
347,5
Oct.
,,
15604 9004
19514
13164
1446
7175 326,1
Nov. ,,
1478
8694
1651
12594 1336
6594
299,7
Dec.,,
1344
805
‘1284
1216
1275
•5924
269,3
Jan.1921
12954
797
1187
11284
1209 5617
255,3
Febr.,,
11764
‘171
1038
:1053
11374
5176
235,3
Mrt. ,,
1212
727
1030
1003
.1125
5097
231,7
April,,
1
1196
723
1031
936
1043
4929
224,0
De weef.stoffengroep, welke de aanzienlijkste ‘da-
.ling gedurende de laatste twaalf maanden vertoonde,
is nu vast; andere groepen vertoonen een verdere
dading. Inonde.rstaande tabel, waarin de pi-iijzen van
einde
November ,1918
gelijk 100 zijn gesteld, kan
men de April-cijfers vergelijken met die van den
wapen.stiistand:
Dato
–
Granen
.
en
vleesch
Andere
voo- .
dings-
enge-
noim.
Weef-
sloffen
.
Dolf-
stoffen
sen: oliën,
hout,
rubber. enz.
Totaal
Einde Nov. 1918
..
100
‘100
100
‘100
100 100
Sept.1919
.
.
108
404
107
116
97
106
Dec.
1919
.
.
112 113 132 126 104
118
Mrt. 1920
..
.117
116
.161 .
138 123
134
Aug. 1920
..
111
118.
136
144
112 124
Sept. 1920
..
117 119 128 145
110
123
Oct.
1920
..
121
115 104 145
104
116
Nov. 1920
..
115 111
89
139 96 106
‘Dec.
1920
..
-104
103
69
134
92
95
Jan,
1921
..
100
102
.64
125
87 90
Febr.1921
..
91
99 56 116 82
83
Mrt. 1921
..
94
93
55
111
81
82
Apr. 1921
..
93 93 56 104
76
1
79
Zelfs met de daling der laatste maand is de mme-
ralenigroep nog boven eind November
1918.
Stelt men
het eind van
Juli 1914
gelijk lOo dan is .de stand
der verschillende groepen als volgt: granen en
vleesch,
206;
andere voedingsmiddelen,
206;
weef-
stoffen,
168;
delfstoffen,
202;’
diversen,
189;
totaal
192.
‘Hieruit merkt men op dat de weefstoffen, ten-
gevolge van tde aanzienlijke daling van katoen en
wol in de tweede helft -van het vorig jaar, ‘bijna zijn
teruggekomen op
het
weor-oorlogscijfer.
Wat betreft de bewegingen van de laatste maand,
waren ‘deze het sterkst in ‘de delfstoffen; de. ijzer-
en staalprijzen daalden verder met .de bedoeling gelijk
te’komen met de vreemde concurrentie. Of Frankrijk
en België voort rziillen kunnen gaan beneden Engeland
–
te ver.koopen op ,buitenlan.dsche ‘markten, moet nog wordeuafgeiwacht. De lagere metalen hersteiden zich
eenigszins. ‘De bewegingen in de diversengr.oep, rwaar
van alle artikelen daalden, waren het sterkst in leder,
ru2bber, oliën, “talk en indigo.
Van ‘de weefstoffen zijn de .’katoenprijzen .eenigs-
zins stijver, -terwijl ook zijde h.00ger .noteert, dit
wordt echter opgeheven door ,de gerLage .daltingen in
Austr.alisahe wol en hennep. De katoen-industrie
deed beslist betere zaken, ten spijt van de heerschende
moeilijkheden.
Bij de voedingsmiddelen daalde in de eerste groep
het vleesch, tewijl van de tweede greep, suiker en
boter anhteruitgmingen.
Algem.
Gem. pon-
Herleid
index-cijf. deukoers
algemeen
van ,,the
over de
index-
Datum
Economist”
,
afg. mnd.
cijfer.
1 Januari 1914 ……..119,2
12,11
5
14
119.6
1 Januari 1915 ……..
127,3
11,78
124,1
1 Januari 1916……..151,6
11,02
138,3
1 Januari 1917 ……. .223,0
11,68
215,6
1 Januari 1918 ………263,2
11,06
240,9
1 April
,………. 266,6
10,395
229,4
1 Juli
,………
277,5
9,37
214,4
1 October
,………
283,5
9,86
228,1
1 Januari 1919.
–
………
277,0
11,19
256,6
1 April
.. ……..
259,4
‘11,60
249,1
1 Juli
,. ………
293,2
11,70
284,0
1 ‘October
,. ……..
308,1
11,06
282,1
1 Januari 1920……..334,7
10,14
281,0
Einde Januari 1920
353,1
– 9,83 ‘
286,7
Februari ,, .
370,9
8,985
275,9
Maart
……379,6 .
‘10,125
318,2
April
,…… 374,2
10,65
329,9 Mei
,…..
372,7
10,655
328,7
Juni .
……356,7
10,905
322
Juli
….
358,0
11,107
329,2
Augustus
..
352,0
11,01
320,8 –
September,…..
,
11,21
322,5
October
,. ….
326,1
11,201/,
302,48
November ……-
299,7
11,37 .
.282,09
Decémber ,-. ….
269,3
11,31
252,1
Januari 121 ….
255,3
11,37
92
240,4
Februari , ..235,3
11,34
220,9
Maart
……231,7
11,36
217,9
April
——224,0
11 ;30
209.5
AANTEEKENINGEN.
– Briischlnd-ische Ooldpolitielc. – Zoo-
als bekend is, had de commissie voor de hervorming van het Britsch-Indische Geidwezen in haar verslag,
.dat zij in het vorige jaar uitgebrachit had, voorgesteld
de ropij te ‘brengen op-een waarde van 2 sh. goud.
1)
In haar rapport had de commissie er echter reeds op
gewezen, dat voor ‘het geval de nieuwe waardevast-
stelling van• de :ropij niet juist zou blijken te zijn,
men -het probleem weer opnieuw onder de oogen
moest ziem Merkwaardig is, ‘dat de commissie de
mogelijke moeilijkheden voorzag en het is daarom
goed de ‘betreffende pasage uit het genoemde rapport
te citeeren:
,,It seems probable that prices generally will
remain .at ‘a high level for ‘a considerable time, an’d,
that any return to lower levels will be gradual; but
if, contrary to this expectation, a great and .rapid
fail in world prices were to ‘take place, a new element
of ‘disturbance would be introdueed. The cost of pro-
duction in India naighrt fail to adjust themselves
with equal rapidity to the lower level of prices, and
Indian exports -might suffer to an extent which could
endanger the maintenance of exchange at the level
which we propose. In that case it would be neces-
sary to consider the problem afresh, and take the
measures which might be required
‘by
the ‘altered
circumstances.”
Op
de algemèene vergadering van de ,,National
Bankof India” werd-de ropijenkoers weer ter sprake
gebracht door den Deputy-Ohairman Williaimson.
Sinds zeer geruimen tijd n.l. is.gebleken,dat van een
fixatie van den koers van de
ropij
op
2
sh. goud geen
sprake is. Williamson meende, op grond van boven
geciteerde passage uit ‘het muntverslag, dat de moge-
lijkheid bestaat, dat de commissie weer
–
bijeen geroe-
pen zal worden. –
IDe handelspositie van Br.-Indië is ‘dan ook, sinds
1)
‘Zie E. S.
–
B. 7 Juli 1920: De Hervorming van het
Britscli-I’ndische G-eiclwezen.
1
438
ECONQMISCH.STKTISTISCHE BERICHTEN.
18 Mei 1921
1
de waardevastatelling van de ropij op 2 sh. goud werd
voorgesteld, absoluut veranderd.
Van 31 Maart 1919-31 Maart 1920 overtrof de
uitvoer yan Br.-Indië ‘den invoer ‘met 93% crores.
In de elf maanden sinds 31′ Maart 1920 overtrof de
invoer den uitvoer met 45 crores en 33 laca. De zil-
verpr••sdaalde .van 89% d. in Febivari 1920 op
36% ‘d. in April 1921. In denzelfden tijd ‘daalde de
ropijkoers van 2 ah. 10% d. op 1 ah. 3% d.
Mr. Willia.mson . verwacht weinig van kunstmatige
middelen, ‘doch verwacht heil van een op!bloei in den
landbouw van Britsch-Indië.
Ongeveer tegelijkertijd werd deze kwestie op de
algemeene vergadering van de Cihartered Bank of
India, Australi’a ‘and China bspr’o’ken. Ook hier ‘ver-
nam men, dat de ‘gr.00te stagnatie in den In’dischen
eport al’s oorzaak van den lagen koers van ‘de ‘ropij te
beschouwen is. Begrijpelijk
•
is, dat deze slechte han-
delspositie zijn teru’g.sla’g op den zilverprijs hoeft.
De kwestie van den Oost-Afrikaanschen wisselkoers
is even brandend ‘als ‘die van den Indischen. De reor-
ganlsatie, ‘die daar tot een afschei’ding van ,Britsch-
Indië ha’d geleid, ‘schijnt al evenmin hevredigin’g ge-
brac’ht te hebben. D& nieuwe eenheid was een florin,
welke voor 2 sh. gold. De waarde van de munteen..
heid was van 1 sh. 4 d. (rupee) verhoogd •op 2 ah.,
waardoor de
prijzen
in de war gestuurd werden, ‘daar
de inboorlingen geen loonsverlaging in de nieuwe
eenheid ‘wilden aanvaarden.’
Met belangstelling mogen ,we eventueele nieuwe
maaitregele’n tegemoet zien, die verandering brengen
in het Indische- en Oost-Afrikaanschë valutaprobleeni.
Het rapport inza1e de kali-industrie
der D ui s c Is e s o cia ii sati e c o mmi ssi e. –
Nadat de soo,iailisat’iecommissie haar rapport inzake
de soai’alisatie van’ den kolenmujnbouw ingediend
had,
1)
‘wendde zij ‘zich tot de kali-ind’ustrie en trachtte
de vraagop ‘te ‘h’elderen, ‘op welke wijze de kali-
industrie het doelmatigst te organiseeren zou zijn.
Bij alle leden, der Oommissie heenschte overeenstem-
ming dat de kalimijn’bouw fundamenteel anders te be-
schouwen is, ‘da.n de kolenmijnibo’uw. Terwijl toch thans
‘bij de kolen de productie kleiner ‘is dan de ‘vraag, lijdt de kali-industrie aan ,een aanzienlijke o’verprod’ucbie.
De rnii’slukte wetgeving uit dén voor-ooriogschen tijd
heeft de speculatië tot het aanfieggen van talrijke
nieuwe mijnen aangezet.
De ‘kali-industrie welker afzetgebied voor den oor-
]og ioor 50 pOt. in het buitenla.nd lag, werd natuur-
lijk d’oor den oorlog ten zwaarste getroffen. Haar met
gewe]dige kosten en moeite geschapen afzet- en pro-
paganda-organisaties werden af’gesnhiden.
Daarbij kwam, dat ‘door gebrek aan de Duiitsche ka’li in talrijke landen getracht •werd, langs ‘andere
wegen, dan die ‘van den mij nlyou’w, kali te winnen.
Het meest ingrijpend was voor de Dujitsche kali-
industrie echter het verlies ‘van de zich in den Elzas
bevin’dend’e, door ‘hun kali’beddin’gen zich ‘bizonder
on’derscheidende, werken. ‘Daarbij ‘kwam het aanboren
van kali’afzetti’ngen van een hoog percentage in
Spanje, tot ïw’lker ‘ ontginning spoedig overgegaan
werd.
Het Duitsche kalimonopolie is ‘dus dooiibroken. .Wil
men nu de Dui’tsehe kali-in’dustrie in vollen omivang
haar prestatie- en concurien’tie-vermo’gen doen be-
houden, dan moeten de onder ongunstige voorwaar-
den met ‘hoogere zel.fkostén werkende ‘mijnen uitge-
schalkeld en ide productie aan de goede werken over-
gedragen worden, die ‘dan in staat zijn door het beter
benutten van hun prestatie-vermogen hun zel±lkosteh
te’ venminderên.
In het omschrijven van ‘het doel, de kali-‘inrdustrie
economischer te doen werken, h’eerschte in (de Com-
missie volledige overeenstemming; in het aanwijzen
1)
Zie pgns.
118
en
142
van ‘dezen jaargan.g
van ‘de wegen echter heerschten twee oiivattingen. De
eerste opvatting, die door de Heeren Von Batocki,
Kr’amer, Rarthennu, Von Siemens en Dr. V’ogelstein,
vertegenwoordigd wordt, sluit zioh ten nauwate bij
‘de voorstellen van ‘den Rij’kskaliraa’d aan. Deze zijn
hierop gericht de Sanierung van de inidu,str,ie zoo
veel mogelijk van zelf te ‘doen plaats ‘vinden, doordat
déze, in plaats van de tot ‘dusverre ‘volgens de wet
alle 5 jaren vernieuwd wordende schatting van do
kalimijnen met het oog .op hun aandeel in het syndi-
caat, een langdurige op 30 jaar te stellen quoten
vaststelling ‘overwegen. Do mijnen, idie hun bedrijf
stilleggen, zullen gedurende 30 jaren hun quoten be-
houden, wanneer zij deze tegen schadeloosstelling aan
andereL
mijnen
overdragen. Het, boren van nieuwe
schach’ten zal bij de Wet verboden worden.
Van ‘dwangmaatregelen tot stilleggi’n,g zal afstand
gedaan worden, en slechts de ‘Reich’s Kalirat tot ge-
dwongen stilleggin’g gemachtijgd worden, wanneer een
werk ‘duurzaam oneconomisch produceert. De genoem-
de leden der Socialisatie. Commissie raden ‘aan, deze
maatregelen ‘ten ‘spoedigsie te treffen, maar onder uit-
breiidin’g van de door door R. K. R. gedane ‘voorstel-
len, een wettelijken dwang tot stillegging ‘van. ‘mijnen
slechts voor liet geval te overwegen, dat de actie tot
vrijwillig stilleggen niet in den noodzak,eljken om,-
‘ang en ‘niet snel genoeg doorgevoerd zou worden.
Als voor ‘de sbil~ngsactie
»
geschikte instanties zou
de Kali-Prüf’ungis-Stelle resp. de Kal’i-B’erufungs-
Stel’le in ‘aanmerking komen.
De genoem’de ‘leden zijn ‘van meening, idat reeds de
mogelij:kiheid van zoodanigen &wang voldoende ‘zou ‘zijn,
om de economische inrichting van ‘de industrie langs
vrijwilligen weg te verkrijgen. Zij zijn het eens, (dat
de wetteljike maatregelen voor de groots stilleggings-
actie, den moeiljken toestand van de industrie in aan-
merking nemen.’d, geen oogenbl’ik langer uitgesteld
mogen worden. Dr. Rathenau stelt bovendien nog
voor, ‘voor de v’rijwillige stillegg,ingsact’ie een termijn
van 2 jaar toe te staan, en na ‘afloop dezer jaren die
werken gedwongen stil te leggen, welke’ de gemid-
delde productiekosten van de tien het meest econo,
mische rwerkende mijnen met meer ‘dan 20 pCt. over-
sc
h
r
jd
en
. De door de ‘stillegging vrij wordende q’uoten
zullen dan op de tien bes’te bed’ijwen overgedragen
worden.
Bij het ‘voorstel der vijf genoemde leden hebben zich
de Heeren Prof. L’inideim’ann, zoowel als de Heeren
Baltrusch en Steger (Chr. V. V.) en Har’tm’ann
(Hirsc’h-‘Dunckersche V. V.) met een enkele ‘aanvul-
ling ‘aangesloten. Hierin wordt er. op gewezen, dart
door de maatregelen zooals die wodrgesteid’ worden, het, monopolie der Staatsmijnen ‘buitengewoon ver-
sterkt wordt, zoodat ‘het ontstaan van nieuwe wer-
ken onmogelijk gemaait wo’r’dt en ‘hun door het over-
nemen der quoteu van de stilgelegde mijnen een bui-
tengewoon voordeel in den schoot valt. Daartegenover
eischen ‘de onderteekenjaars van de ‘aanvullende voor-
stellen een contra-prestatie voor de ‘algemeenheid, die
zij hierin zien, ‘dat ,een zeker percentage der quoten
der stil’gelegde mijnen,’ op grond’ van wettelijke voor-
schriften aan ‘de Staatsmijnen, of die mijnen waaribij
de ‘afzonderlijke ‘Staten ‘beslissende belangen hebben,
tegen schadeloosstelling overgedragen wordt. Hier-
door wordt niet slechts bereikt, idat de staats’werken
drie thans gemiddel’d sledhts een derde hunner capa-
citeit produceeren, tot meer economisch werken ge-
bracht worden, maar dat ook een verhooging van den
invloed’ van ‘den Staat op d’e kali-in’durstrie, (inaonder-
heM op ‘het ‘syndièaat) plaats vindt. ‘Neemt mnn aan,
dat [het aan de Staa’tswerken komende percentage van
de ‘door de st’illeggin’g vrij geworden quoten ongeveer
33% pOt. bedraagt, ‘dan zou toch
altijd
nog 66% pOt.
aan ‘de productie’ve particuliere mijnen overgedragen
kunnen worden, gegeven dat een ingrijpende actie tot
stillegging ‘volgt.
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
439
Terwijl bij de omschreven voorstellen de strekking
voorzit; in de grondslagen van den huidigen opbouw
der ‘kali-industrie geen wezenlijke verandering aan te
brengen, voor alles met het oog op de heerschende
crisis en den ‘voor de deur staanden zwareii concur-
rentiestrijd met het buitenland, ‘komt ‘het tweede voor-
stel. van de Heeren Dr. Braun, Cohen, Hilferding
Kaufmann, U’mbreit, Werner en Wissell tot het resul-
taat, dat een Ta’t)ioneele inrichting van de industrie
slechts door :een ingrijpende verandering ‘van de ge-
heele organisatie bereikt kan worid. Het goed’koQper
maken• der productie en ‘daarimede de coucurretie-
mogelijkiheid op de wereldmarkt schijnt hun geremd,
wanfleer de industrie ook in den verrvolge met “het
verrenten van de oneconomisch aanigeiwende kapitaal-
belegging belast zou worden. Het schijnthun ook niet
doenlijk, de economische inrichting van ‘binnen uit te
doen geschieden en bijgevoig den huidigen bezitters
v’an de betere mijnen een verhoogd monopolie te ver-
schaffen. Al ‘is ‘ook op dit, oogenrblik de toestand ‘van
de indiustrie bui’tdngewoon moeilijk, zoo moet toch dë
voortdurende uitbreiding van het ‘kali’veribruik in den
landbouw hij rationeele inrichting van de industrie,
tot een stijgende gron’drente in
•
de toekomst rvoeren.
Daar mi de Staat ‘door het scheppen van een ‘wettelijk
mbnopolie de rationaliseering van de industrie eerst
mogelijk maakt, ‘hoort [hem oo’k een deel der op-
brengst toe te ‘vloeien. Daarom woridt de volgende
regeling ton algemeenen nutte voorgeslagen: Erken-
nend, dart bij de kali-ind’ustrie de vraag rvanden’af’zet,
in ‘het bizonder op de buitenlandsche markten, 1e be-
slissende r’l speelt, verdient het aanbeveling, de af-
zetorganisatie van de bed’rjfsorganisatie, gelijk tot
dusverre, gescheiden te laten. Het bedrijf van de
kalimijnen en chemische fabrieken, zoowel als het
recht op de onontgonnen lagen, zal ‘aan een gemein-
wirtschaftliche’ corporatie, de ,,De Deutsche Kalige-
meiischaft’ overgedragen worden. Organen van dé
Kali’gemeinschaf’t zijn de ,,Redch’sikalirat” (deze zal
samengesteld zijn uit vertegenw’oordigers van beamb-
ten en arbeiders uit de ‘mijn’bedrijven en de chemische
bedrij’ven, verder uit geologische en chemische man-
rien van wetenschap, zoowel als uit ‘verbruikers uit den kring ‘van landbouw en chemische nijverheid),
•,,het R’eichskal’idirektorium” (uit hoogstens ‘vijf per-
sonn bestaande, gekozen door den Reichakalirat) en
de directeuren-generaal der 5 districten, Hannover,
H alle, Maagdeuburg, Nord’hausen en Eisenach. Aan
i’oderôn dircteur-generaal wordt een kollege van toe-
zicht ‘toegevoegd, bestaande uit ‘vertegenwoordigers van den Reichska’lirat en van beambten en aribeiders
van het district. De ‘zeifkosten zullén voor ,iedere mijn
en ‘iedere fabriek afzonderlijk vastgesteld, worden.
,I)oor, het betalen ‘van prmiën voor Ide verlaging der
zeifkosten zullen leiders, beambten en ‘arbeiders hij de
grootst ‘mogelijke pr’oductiviteit van het ‘bedrijf te
interesseeren zijn. Overwegend, ‘dat’ een schadeloos-
stelling van de huidige mijn’eigen.aren, ten gevolge
van de duistere verhoudingen in den afzet en de
onmogelijkheid thans een op de rentabiliteit gebaseer-
de waarde ‘vast ‘te stellen, nauwelijks te schatten ‘is,
‘zal de schadeloosstelling op deze wijze geschieden, dat
de ‘mijneigenaren in de ,afzet.organ’i.satie ‘met 9120
der aandeelen schadeloos gesteld worden. 11/20 der
aanideelen ‘krijgt ‘de Kaligemein’schaft. De aa’ndeelen
hebben ‘alle hetzelfde stemrecht. De a’anzl’eelen der
aldus schadel’oosgestelde [huidige bezitters krijgen uit
de jaarlijksehe winst der’ afzet Mij., een preferent-
‘dividend van
4
pCt. De oversc[hi’etende winst wordt
over alle aandeelen verdeeld. De aandeelen in ‘bezit
van Kaligemeinschaft zullen onverkoopbaar zijn. De
hoogte van het den huidigen eigenaren toekomende
deel richt zich naar de waarde der door hem aan de Ka’ligeeinschaft ‘overgedragen vermogen’sdeelen..
Deze ‘zullen door een commissie van deskundigen op
basis van den gemiddelden koers van de in N.V. vorm
gedreven ondernemingen’ gedurende het jaar 1920
vastgesteld worden. Bij het Reichswir tschaftsgerdch t
kan men in thooger beroep komen. De kaliafzetmaat-
schappij heeft ‘het uitsluitend recht; de producten van
de Kaligemeinschaft ‘tegen de feitelijke zeifkosten
plus de ‘te betalen premiën en het aandeel in de admi-
nistratiekosten van ‘de Kaligemeinsc’h.aft over te
nemen. De afzet ‘geschiedt op commercieele ‘g’roxiidsla-
gen. H’et hierbioven vermelde m’onopo’l’ie van de afzet-
maatschappij is door een
zakelijk
recht te verzekeren.
Nauw aan het tweede voorstel sluit >zich nog een
hota van Prof,. Lederer aan, ‘waarin voorgesteld’ wordt
een Kali-Trust op te richten. Lederer isvan oordeel,
dat slechts door de vertrus’ting van de ‘kfzonder’ljke
concers ‘en groepen de actie tot stillegging met suc-
ces doorgevoerd ‘zal kunnen worden. De bezitters ‘der
mij’nen (particulieren zoowel ‘als ook de staten) ‘zullen
in verhouding van de door [hen in d’e trust ingebrachte
waarden tru’staan’deelen verikrijgen. Overeenkomstig
het ‘tweede voorstel ‘is ook ‘het doel ‘v’an Iderer de ‘ge-
meenischap aan deze trust deel te doen ‘hebben, maar
niet met de meerderheid der stemgerechtigde aandee-
len, maar slechts met 49 pOt. De contrôle van de
trust ‘zal bij den Rijkskaliraad gelegen ‘zijn, deze zal
het recht verkrijgen maatregelen, de productie-
politiek betreffend, bv. stillegging enz. t treffen
:
De
prijs’bepa.ling ‘zal, ‘zoover zij niet door de internationale
coiicurrentie bepaald wordt, door hem’ goed te keu-
ren zijn.
Hierover, dat aan alle idoor ‘de stilleggin’g”der ‘mij-
nen ‘getroffen arbeiders en beambten behoorlijke scha-
deloosstell’ingen uit ‘te ‘keeren rzijn, ‘heerschte ‘[bij alle
leden der Commissie volledige oveeens’tmniing.
ONTVANGEN:
Mededeelingen No. ii. van het Normalisatiie-bureau
voor Arhei’d’szaiken in ‘de Metaalnijrverffieiiid.
Ge-
middeld Uurloon en gemiddeld Uur inkomen. der
Meerder- en Minderjarigen, (1 Januari 1921).
Mei 1921.
MAANDCIjFERS.
EMISSIES IN APRIL 1921.
Provic. en Gemeentelijke leeningen
f
6.345.000,-
zijnde:
Rijswijk (Z-H.)
f
800.000,— 7
0/
obi.
fi 100
‘s-Gravenhage
f
5.000.000,— 6
O/
obi.
a
98
Olo.
Zandvoort
f
645.000,— 7 01,
oblig. a
100
O
lo.
Indu8trieele Ondernemingen
……
..
1.985.000,—
zijnde: N.V. Verschure
&
Co’s Scheepswerf en
Machinefabriekf
1.000.000,— 7
0
/o
obi.
f1
100
O
lo.
N.V.
Stoommee)fabriek
,,Holland”
f1.000.000,—:
7
0/
obl.
S 98
1
/!
o
lo.
Oultuurondernemingen,
Handels-
vereenigingen
…………….
..
361.000,-
zijnde: Maatschappij
tot
het
drijven’ van
Commissiehandel
en
het ‘exploi- teeren van Pakhuizen en Prauwen
t
350.000,—
aand.
S 100
0
/o.
Landbouw-Maatschappij ,,Oost Java”
f
11.000,—
aand.
S 100
0/•
Spoorwegen
…………………
..
10.000.000,-
zijnde:
Maatsch. ‘tot expi. van Staatsspoor-
wegen
f
10.000.000,— 6
1
1, OIo
obi.
f1.
100 ‘/o.
Diversen
……………………
..
725.000,-
zijnde:
N.V.
City Theater
f
320.000,—
aand.
S 100
0
/0.
St. Josefschoolte 1
105.000,— 611,
0/o
obi.
f1
100
O
lo.
N.V. Juliana Bank f300.000,—
6
‘/t
0/
oblig.
f1
100 0/•
Totaal
….
f
19.416.000,,-
440
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Mei
1921
f
49.295.380,-
2
,
29.964.250,-
69.463.000,- 21
19.416.000,-
11
Algemeen Totaal ……
f
168.138.580,-
Bovendien:
f
37.150.000,- 3/m. Schatkistprornessen á
f
987,86 9.400.000,- 6/m.
,,
,, ,,
977,-
1.811.000,-
5Olo
Schatkistbiljetten
,, ,,
1.000,-
terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid bestond tot
inschrijving op de uitgifte van S. A. des Ciments de Thieu
frs. 3.000.000,- aand. 0. 105
O/,
PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN.
1)
(in tonnen).
(Ontleend aan ,,Maandschrift Centraal Bureau Statistiek”)
Naam van de
Januari
Februari
1921
1920
1921
1
1920
Mijn
Staatsmijnen.
Wilhelmina ……
45.875
43.521 39.847
40.965
72.969
61.022 60.839
51.697
Emma …………
Hendrik ……..
42:928
..
27.700
34.344
28.697
Totaal..
. .
161.772
..
132.243 135.030 121.359
Particul. mijnen.
Domaniale mijn.
47.412
47.599
2)
42.668
Mijn Laura en Ver
40.368
43.543
2)
36.143
Oranje-Nassau
eeniing ……..
mijnen
……..
74.435
65.723
2)
56.809
Mijn Willem So
21.185 18.245
2)
17.060
phie …………
Totaal
….
183.400
..
175.110
2)
152.680
Totaalgeneraal
345.172
307.358
2)
274.039
Kolenslik
niet
inbegrepen (in 1920 voor alle mijnen tezamen
175 043 ton en in Januari 1921: 14.425 ton.)
Omtrent de particuliere mijnen waren nog geen gegevens be-
schikbaar.
Het ,,Maandschrift” teekent
bij
de cijfers aan:
dat de Hoofdingenieur der
mijnen thans mededeelt,
dat de tot dusver gepubliceerde productiecijfers over
1920 van de Staatsmijnen ,,Emmn” en ,,Rendrik”
blijkens van de Directie der Staatsmijnen ontvangen
mededeeling een belangrijke verandering behooren
te ondergaan. Op de totaalcijfers voor deze 2 Staats-
mijnen
blijkt
deze verandering intusscben geen noe-
menswaardigen invloed te hebben.
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
April 1921
April 1920
Posten
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke-
ninghouders
40.262
f1.891.546.000
29.854
f
1.387.402.000
waarvan door
de
H.-bauk
plaatselijk…
19.107
,,1.571.941.000
10.776
,,
1.005.987.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
1.470
,,
9.365.000
1.474
,,
13 326.000
GIRO-KANTOOR
DER
GEMEENTE
AMSTERDAM.
Maart 1921
Maart 1920
Posten
1
Bedrag
II
Posten
1
Bedrag
Ontvangen en
betaald:
in contanten.
35989
f
16.561.080 100972
f
9.816.683
door over- schrijving
t).
67902
,,
65.092.034 54104
,,
66.713.992
Particuliere
rekeningboud.
10938
2
)
,,
24.403.647
7426°),, 21662.854
Saldo te goed
part, rek. u°.
–
,,
6.740.264
–
,,
6.663.759
5)
Inclusieve verrekeningen tusscisen gemeentedienten, zijnde
pim. f11.985.990,05 per maand.
2)
Aantal.
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
Maart 1920
11
Maart 1921
Aantal
Bedrag
Aantal
1
Bedrag
Aantal rekening-
houders op u°
23.884
–
35.676
–
Aantal rekenin-
–
36.611
–
133.472 52.853.686 219.372
73.595.660
Overschrijvingen:
75368
bijgeschreven
–
109.967.965 109.685
171.756.003
gen op u
2
…….24.577
Stortingen ……..
afgeschreven
–
35.672.624 122.943
173.543.553
Afschrijvingen
72.899
wegens cheques
–
–
95.070
103.671.666
Totaal tegoed reke-
ninghouders op u°.
–
136.774.929
–
77.273.878
RIJKSPOSTSPAARBANK.
MAART
1919
1920
1921
f
12.094.219f
9.333.517f
10.183 635
Terugbetalingen
..
8.944.166
,,
11.130.866
,,
10.949.428
Tegoed der inleggers
,
252.731.843
,,
269.134.576
,,
277.240.924
Nom. bedr. der uitst.
Inlagen
……..
…
staatsschuldboekjes
,,
34.188.850
,,
38.921.050,,
43.312.950
Spaarbankboekjes:
op ultimo ……….
op ultimo ………
gegeven
15.774
10.319 10.126
Aantal nieuw uit-
Aantal
geheèl af-
betaald
8.369
10.222
10.862
Aantal
.
in omloop
op ultimo
1.778.888 1.900 302 1.914.537
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
•
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
;
BANKDISCONTO’S.
Ned fDisc. Wissels.
44
1Juli ’15
Zweeds.R.kbk 64
5Mei ’21
Bk Bel.Binn.Eff. 54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.8-64
18Dec. ’19
Vrsch. in R.C. 64
19Oct. ’20
Zwits.
Nat. Bk. 44
11Apr.’21
Bk. van Engeland 64
28Apr.’21
Belg. Nat. Bk. 04
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk..
5 23 Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 8
20 Mei ’20
Oostenr. Hong.
Bk. 6
12Apr.’21
F. Res. Bk. N.Y.
6-644
3ƒei’21
Nat. Bk. v. Denem.
6
S Mei ’21
Javasche
Bank 3
1Aug.’09
OPEN
MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Port.
–
Berlijn
Part
Parij,
Part.
N. York
Call
–
Part.
Prolon.
disconto
gatle
disconto disconto disc.
monej
14 Mei ’21
–
3_ 3ff,
5
1
1
4/g
–
6-°13
1)
9-14
,,
’21
–
3_4’12
551t
4…2/
–
6-7
27
,,
’21
411_11
4_411
51/
4_51
—
67
25-30Ap.’21
42/,_Z/
31/_411
5°14-6
4-1I8
–
6-7
10-15MIei’20
311_51
6118-11
4
5
1
–
712
12-17Mei’19
37/_4t/
3l1…11
~
2
1
1
4
–
5
142’14-’14
3171
82
4_51
–
56
20-24Juli’14
351_3/
2°/,-12
2°/
1
1
I
–
2
1
/
t
)
Noteering von
13 Mei 1921.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Groote fluctuaties kenmerkten
de
wisselmarkt over
de
periode, die achtêr ons ligt.
– Londen zette de daling voort
en werd op 11,0434 gedaan; lieden ‘verbeterde de koers
plotseling tot 11,15. De francs-valuta’s koMen zioh weder aanzienlijk herstellen, van 22,80 kwam de koers op 23,65.
Slot 23,50 un 23,35. Frnncs bleven gezocht.
Dollars na 2,7534 : 2,78.
Zeer werd ook de aandacht getrokken door de rijzing van den Markenkoers. Hoewel velen liet tegengestelde
hadden ‘verwacht, verbeterde de koers na het aannemen van
het ultimatum tot 4,90. Slot 4,7734 na 4,70.
De Skandinavische
wissels waren nog al onzeker. In
het midden ider week waren ze allen zeer gezocht; daarna
sterk aangeboden. De grootste ‘verbetering boekte Kris-
tiania, n.l. van 43,60 tot 46,60; slot 44,50.
Zwitserland stationnair.
Zeer groote schommelingen vielen ook op te merkèn bij
den Argentijnschen peso (83-93-86). In verband met niet
Totaal der emissies in Januari
Februari
Maart
April
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
441
KOERSEN TE NEW
YORK.
D
0
Cal,le Land.
1
Zicht Parijs
1
Zicht Berlijn
1Zicht Amoterd.
(in
,’
per
£)
JQn
ets. per$)
(in
ci. p. 4
Rm.)
(in ets.
p.
gld)
14
Mei
1921
‘4.0062
8.59 1.75
36.30
Laagste d. week
3.98.75
8.15
1.47
35.59
Hoogste.,,
,,
4.00.62
8.59 1.75
36.30
7
Mei
1921
3.9R.75
8.26
nom.
35.52
30 April
1921
3.97.25
7.75
nom.
35.08
Muntpariteit..
4.86.67
5.18’1
.95’1
40
1
!1.
verder jbevestigde ‘geruchten over het afsluiten •eener lee-
ning, f1uetueeiden de koersen te Buenos Aires zeer heftig.
Op 10 Mei b.v. bewoog de Pondenkoers zich aldaar. tusschen
41% d. e’n 47% d., op 11 Mei tussohen 41 en 44% d., wat
hier de onzekere hoersen tteweegbracht.
Ook Spanje ‘was zeer flauw na 39,30, 34,35 slot weder ongeveer 38. Italië gezocht; slot 15,45 na 15,70.
Indië aangeboden op 96.
Oostenrjksohe kronen zetten de daling tot ca. 61 voort;
daarna verbetering ‘tot
67%.
Hongarije na 1,42 gedaan, op
1,35 aangeboden; slot iets beter.
R e ct i Ii c a t ie. In het vorig nummer werd. mede-
gedeeld, dat de écarts tussohen termjnkoers en contante
noteering waren uitgedrukt in procenten van den contan-ten koers. Dit berust op •een misverstand. De écarts
wor-
den gegeven in centen per 100 frs., per 100 Mk., per £
cnper$. –
KOERSEN IN NEDERLAND.
D
ata
Londen
*
Parijs
S
)
Berlijn
)
Weenen
S)
Brussd
“)
New
York
1
)
9 Mei
1921..
11.21
22.95
4.17k
0.66.
22.90
2.81
1
1,
10
,
,,
1921..
11.17k
22.95
4.36 0.67k
2350
2.8011
4
11
1921..
11.18
23.55
4.47
0.62
23.47/,
2.791,
12
,,
1921..
11.17
23.37k 4.58
0.65
–
–
13
1921..
11.11
1
9
23.70 4.82 0.66
23.65
2.77’1
14
,,
1921..
–
–
–
–
–
Laagste d.w.
0
11.05
22.70
4.12k
0.60 22.70
2.7511
4
Hoogste
,,
,, 0
11.23 23.80
4.92k
0.75
23.80
2.81
5
1
7
Mei 1921..
11.22/, 23.52/,
4.27/,
0.72/,
223.15
2.82
1
‘
30 April 1921. .
11.28/,
22.10
,4.32/,
0.72
5
21.70
2.85/,’
Muntpariteit..
12.10k
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
1
/a
5)
Noteering ta Amsterdam.
*5)
Noteering
te
Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
1)
Noteering
van
6Mei1921.
8)
Idem
V.
29 April.
°
Stock-
holm’)
Kopen.;
hagen’)
Chris.
tianla’)
Zwiizer
land’)
Spanje
.
1)
Batavia
1)
telegrajisch
9 Mei 1921
65.90
51.-
43.65
50.10 39.30
95-96
10
,,
1921
66.10
50.10 43.85 49.90
39.-
95-96
11
,,
1921
66.10
50.20
44.75
50.20 38.50
95-96
12
,,
1921
66.35
51.-
46.50
50.-
38.50
95-96
13
,,
1921
66.-
50.50
46.-
49.95
38.10.
95-96
14
,,
1921
–
–
–
–
34.20
95-96
L’te d. w.’)
•65.-
50.-
43.40
49.70
34.10
95
B’gte
,.
,,
‘)
66.40 51.30
16,60
50.35
39.45
96
7 Mei .1921
66.-
51.30
43.30
50.30
39.40
95-96
30 Apr. 1921
68.30 51.80
44.10 49.90
39.80
95-96
reluntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.7-
1.100
) INoteerIng
te P.msterdam. ‘) rarticullere opgave.
Termijnnoteeringen der Valuta-Kas
(week.van 9-13 Mei 1921.)
Londen.
1
Uit. Mei
Uit. Juni
Uit. Juli
Hoogste B Koers
disagio
1
ct.
disagio 1
8
14
et.
disagid 2
ct.
Laagste B
,,
,
11
4
,,
,,
I/
,;
,,
1
11
Hoogste L
,,
,,
11/
4
,,
LaagsteL
,,
,.
1
18,,
New-York.
Hoogste B Koers
disagio
21
ct.
disagio 1
ct.
disagio 1’1
et.
Laagste B
,,
,
l/
,,
,,
Hoogste L
,,
2/
8
213
,,
,,
718
Laagste L
,,
j
,,118,,
,,
11
Parijs.
Hoogste B Koers
agio
7
1
1, ct.
agio
12′!, ct.
agio
1
ct.
Laagste B
,,
2
1
1%
,,
,,
2112
,,
,,
5
11
Hoogste L
,,
.
5
,,
,,
12
2/,
,, ,,
12 l/
Laagste L
,,
2
1
12
,,
,,
72/t
‘
”
België.
–
Hoogste
B
Koers
agid
12
1
I
ct.
agio
171/,
ct.
agio
25
ct.
Laagste B
,,
212
5
,,
1
2′!
Hoogste L
,,
‘
10
,,
,,
15
,,
,,
221,
Laagste L
,,
2′!,
5
,,
,,
12
1
1,
Berlijn.
Hoogste B Koers
a
jo 1
ct
g
–
agio
5
ct.
agio
5
ct.
Laagste
B
.
2′!,
4
Hoogste L
1>
2
Laagste L
)
”
”
21/,
,,
,,
3
KOERSEN VAN
DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
29
April
1921
6
Mei
1921
7
Mei/13 Mei
2I
Laagste
1
Hoogste
13Me1
1921
Alexandrië..
Piast.
p. £
9771,,
97711e
97/io
97
7
1
97
71
B. Aires’).
d.
p.
$
43’/,e
41
1
/,t’
40
1
/4
.45
1
!1
42.-
Calcutta
.. – –
£ p.
rup.
1/3
11
/,,
113
28
1,2
113
9
1,,
11314
1/3
5
/8
Hongkong
..
id.
p. $
216′!,
216
7
18
216 217
1
14
2162/,
Lissabon
. . . –
d:per Mii.
5
5
18
5,12
5214
5
8
14
5’11
Madrid
.. . –
Peset.
p.0
28.37/,
28.45 28.47 32.50
31,25
5Montevideo
1
d.
per
$
41
5
1
39
1
!,
38.-
41
40
Montreal…. $per
£
4.4312
4.4121
4
4.39
4.49
4.48
*R:d.Janeiro.
d. per Mii.
8
7
/1
8
1
1,,
9
)
8
1
1,2
8
1
11
8
1
14
Lires
p. £
82
1
1
79
70.-
80.50 71.75
Shanghai…. £ p.
tael
313
9
1
31371,
313
3451
313214
Rome
……..
Singapore
..
id.
p. $.
213
7
,
23″/,,
2/3
1
‘/,,
2 3
7
18
2(32/,
5
vaiparaiso
peso p. £
32.30
34.40 34.30
38.60
34.30
Yokohama
..
£
per yen
215
8
I8
214
81
182
214
5
18
215
2
18
214
8
14
lÇoersen der
vooratgaande dagen.
t)
Telegrafisch tranafert.
1) Noteering
van
5 Mei
1921.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering
te
Londen
te New York
14 Mei.
1921 ……..337/
s
5.9′!,
7
,,
1921 ……..35′!,
62
1
;,
30 April 1921 ……..34
8
/4
60’18
23
,,
1921 ……..35
60
1
18
15 Mei
1920……..58
.
9981
17 Mei
1919 …….. 53′!,
–
110’12
20 Juli
1914 ……..24″!,,
54
1
18
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte’Balans op 17 Mei 1921.
Activa.
Binneni. Wis-( H.-bk. (176.871.503,12
se1s,Prom., B.-bk. ,, 19.816.244,36
enz in disn.I Ar’.eeh. .. 79.597.1130.73
— —-.’
0
……–
(
276.585.078,21
Papier
o.
h. Buiteol. eddisconto
……..
–
jdern eigen portef..
(
87.121.898,-
Af:Verkochtmaarvoor
‘debk.nognietafgei.
–
Beleeningen
..
37.121.698,
mcl.
vrsch.
H.-bk.
.
72.323.751,85
in rek.-crt.
B.-bk.
.,,
14.759243,18
1
12
op
onderp.
Ag.sch. ,,105.753.290,23’13
f192.836.285,27
Op
Effecten
……(1851205.085,27
OpGoederenenSpec.,,
7.631.200,-
192.836.285,27
Voorschotten a. h. Rijk
……………….
13.570.091,76
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……(
56.219.880.-
Muntmat., Goud
..
»
549.727.736,67
f605.947.616,67
Munt. Zilver, enz..
13.172.245,08
1
1,
—
Muntmat., Zilver
Effecten
619.119.861,751!,
Bel.v.h.Res.fonds..
t
4.774,685,12
1
1,
id. van
‘/sV.
h. kapit.
,,
3.903.652,8711,
8.678.338,-
Geb.enMeub. der Bank
……… …….
,,
3 594000,-
Diverse rekeningen
…………….. ..
,,
33.005.103,23’15
(1.184.510.458,23
Passiva.
Kapitaal
……………………..’
/’
20.000.000,-
Reservefonds
………….. ……
..
5.000.000,-.
Bankbiljetten
in om
..
loop
…………..
1.051.441 260.-
Bankassignatiën in omloop ……….
..2.0b4.237 58’12
Rek.-Cour.
k
Het Rijk
f
–
saldo’s:
JAnderen
,,
75.898.268,90t1,
75.898.29Q,90
1
1,
Diverse rekeningen
……………….
30.116 659,76
/1
184.510.456,z3
442
ECONOMISCH-STÂTISTISCHE BERICHTEN
). 18
Mei 1921
NEP. BANK 17 Mei 1921
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo.. ………….
f
892.503.675,29
Op
de biisis van
1
15
metaaldekking .. . . ,,
166.624.922,-
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,, 1.962.518.376,45
Verschillen met den vorigen, weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s …………….3,940.801,59
Buitenlandsche wissels ……
893.157,-
Beleningen
15.821.055,9511,
Goud ………………..
Zilver …………………..229.848,97
Bankbiljetten …………
.31.281.075,
–
Part. Rek.-Crt. saldo’s.. …. 19.169.178,65
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
UOUQ
Lijve,
t.,.
Bank.
o
Andere
pei,cnoare
en
….L..I..L_
605.948
13.172 1.051.441
77.953
17
Mei
1921 …….
9
1921 …….
605.948
13.402
1.082.722
58.949
2
1921..
605.948 13.926 1.118.859
52.574′
25 April 1921 ……
610.976
14.434
1.043.276 61.924
610.976
14.857
1.047.210 56.115
1
Mei
1920 ……
635.783
12.024
1.048.829
141.328
18
,,
1921 …….
17
Mei
1919 …….
662.160
7.545
1.042 667
104.158
25 Juli
1914 ……
162.114 8.228
310.437
6.198
Data
Totaal
bedra
s,
discontos
promessen rechtstreeks
Belee.
ningen
Metaal.
saldo
iin
percen-
lage
17
Mei
1921 276.585
114.000
192.836
392.504
55
9
1921 272.644
114.000
208.657 390.278
54
2
,,
1921 274.655
114.000
231.516
384.850
53
26 April 1921 244.148
107.000
196.017
403.624
57
18
,,
1921 234.179
97.000
203.112
404.422
57
15 Mei
1920 156.388
55.000 325.336
402.299
54
.33
17 Mei
1919 1533
101.000
228.517
439.960
58
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
75
1)
Op de basis
van
1/
metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den M in
i
at
e r v a n F
i
n an-
ci ë n blijkt, dat uitst,onden op:
9
Met
1921
17
Mei
1921
Aan schatkistpromossen..
1
f
509.040.000,-
f
493.140.000,7
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 114.000.000,- ,, 114.0,00.000,-
Aan schatkistbiljetten .. ,, 82.531.000,- ,, 98.459.000,-
Aan zilverbons ……….,, 44.71.8.395,50 ,, 43.923.288,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.De samengetrokken
cijfers der. laatste weken zijn teleg.raphisch ontvangen.
B k-
Andere
Data
Goud
Zilver
. a
opeischb.
,jetten
schulden
7 Mei 1921
239.000
307.000 139.000
30
1
April 1921
. 238.750
313.500 155.500
23 ,,
1921
238.500
316.500 154.500
2 April 1921 ……. 224.970
12.400
326.869 145.630
26 Mrt. 1921 …….224.9,74
12.009
325.809 141.456
19
1921 …….225.081
11.761
329.435 138.861
12 ,,
1921 …….225.310
11.512
338.078 135.917
8 Mei 1920 ……184.406
5.128
318.749 110.413
10 Mei 1919 ……127.144
8.482 219.161 116.585
25 Juli 1914 …….22.057 .
31.907 1 110.172 1 12.634
Wissels.
Bcscht.
Dek.
Dis- .
huilen
Belce.
icerse
baar
king,.
ciata
conto’s
N..Ind.
ningen
re e-
metaal- percen-
ningen
1)
betaalbaar
.
.
saldo
lage
7Mei 1921
195.500
000
149.800
54
30Apr.1921
221.000
144.950
51
23,, .1921
224.000
040
144.300 •”
2Apr.1921 i7.267 23.771 103.486 30.929 143.120
50
26Mrt.1921 35.872 24.882 104.121 30.190 143.770
51
19
. 1921 35.630 25.656 106.669 29.387
50
12 ,, 1921 .38.763 25.301 111.090 32.339 142.247
50
8 Mei 1920 19.347 24.491 149.167 37.441 103.90744
10Mei 1919 8.544 20.408 79.009 12.294 68.740
41
25 Jûli 1914 7.259
1
–
.
6.3951 47934 2.228
4.842′ 44
1)
Sluitpost der activa.
5)
Op de
basis van
‘Is
metaaIdekking.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste poten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
Disconto’s
D
rc k
.
n ngcn
schulden
16 April 1921
..
1.127
2.235
885
2.059
.
399
9
..
1.126
2.268
708
2.049
388
2
,,
1921
..
1.120
2.246
863
2.059
425
26 Mrt.
1921
..
1.141
2.195
801
2.052
188
17 April1920 ..
1.058
1.685
905
1.702
590
19 April 1919 ..
980
1.650
828
1.347
228
25 ,Juli
1914 ..
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpoet
der
activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK
VAN
ENGELAND.
Voornaajxiste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Currenc,,, Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
1
Goudd.
Gov. Sec.
11 Mei
1921
128.363
128.768
337.726
28.500
302.069
4
,,
1921
128.358
129 528
338.442
28.500
302.735
27 April 1921
128.358
128.520
338.033
28.500 302.210
20
,,
.1921
128.345
128.276 340.875 28.500
305.476
12 Mei
1920
112.519 111.313
345.479
28.500 324 854
14 Mei
1919
85.574 76.487
346.666
28.500 329.592
22 Juli
1914
40.184 29.317
–
–
–
Data
Goe.
S.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve
pa;)
11 Mei ’21
49.186
78.903
14.861
113.561 18.045
14,05
4
,;
’21
61.667
79.778
15.438
125.370
17.279
12,30
27Apr. ’21
54.627
86.041 15.292
125.968
18.288 12,90
20
,,
’21
32.767
94.085
19.219
108.439 18.519
14,50
12 Mei ’20
38.455
–
80.444
21.429
99.404
19.656 16,30
14 Mei ’19
46.434
77.984 22.807
111.479
27.537 20,50
22 Juli ’14
11.005 33.833
13.735
42.185
29.297
52
8
/8
t)
Verhouding
tusochen
Reserve
en Deposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder lijvoeging der. Darlehens- kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daarvan
Goud
1
Kassen-
scheine
Circu-
–
latie
DCk..
king,.
pe,c.
1)
7 Mei
’21 1.100.275
1.091:577
22.967.097
71.114.541
34
30 Apr. ’21
1.100.436
1.091.579
24.149.059
70.839.725
36 23
’21
1.100.467
1.091.583
23.630.632
68.379.152
36
15
,,
’21
1.099.788 1.091.598
23.143.827 68.736.150
35
7 Mei
’20
1.094.723 1.077.635
15.352.596
48.372.827
34
7 Mei’19
1.770.847 1.750.263 7.713.900
26.722.009
35
23 Juli
’14 1.691.398
1.356.857
65.479
i.890.895
93
1)
Dekking der
circulatie
door
metaal en Kassenscheine.
II
Darlehen,ko,sen,cheine
Data
Wissels
Rek. C,l.
Totaal
In kas hij de
II
uitgegeven
Reiclisbank
7 Mei 1921 56.799.257 14.980.623 32.490.700 22.903.000
30 Apr. 1921 60.893.729 20.855.989 33.750.800 24.087.400
23 ,,
1921 54.020.794 15.945.4,50 33.248.500 23.567.900
15 ,,
1921 59.252.063 20.436.489 32.958.900 23.083.800
7 Mei 1920 37.482.584 12.933.607 29.237.400 15.313.600
7 Mei 1919 29.144.615 12.255.907 18.535.600 7.304.800
23 Juli 19141
750.892
943.964
1
–
–
OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
Data
Metaal, en
buitenl.
lgoudwissel3
1
Disc, en
t beleenin gen
i
1 Bijz. schuld
1
Oostenrijk
en Hongarije
Bank-
1
biljetten
Rek. Cri.
saldi
15Nov.’20
025.730
37.782.521 32.954.000 74.121.378
9.497.833
31Oct.’20
321.121 36.474.610
32.954.000 72.902.605
9.930.245
7Feb.’20
290.428 19.251.400
32.954.000 56.294.022 6.057.646
31Jan.’20
291.083
19.162.543 32.954.000 56.772.802 6.220.536
15Nov.’19
325.097 14.742.052
32.954.000 50.582.595
7.285.850
23Juli’14
1.589:267
954.356
–
2.159.759
291.270
waarvan 222.669 goud.
46.598
buitenlandsche goudwisoels en 56.463 munt en inuntmateriaal zilver.
18 Mei 1921 .
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
– 443
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamst posten in duizenden 1 rance.
Dato
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in. het
Buitenland
Buit.gew.
voorich.
a/d. Staat
12 Mei ’21
5.518.074 1.918.367
271.755
‘
26.450.000
6
,,
’21
5.517.858 .1.948.367 271.640 659.256 26.700,000
28 Apr.
t
21
5.514.735
1.948.367
271.386
655.841
26.000.000
21
,,
’21
5.508.534
1.948.367 271.268
648.746
26200.000
13 Mei ’20
5.586.767
1.978.278 240.843 694.490
26 050.000
15 Mei’19
5.548.290
1.978.278
308.235
803.999
23 000.000
23Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissels
Uitge.
31Clde
Wissel,
Belee-
ning
Bankbil-
jettefl
Rek. Cr1.
Parli-
culieren
Rek.
Cr1.
Slaat
5′
2.628.119
121.147
2.195.450
38.741.680
2.964.531
46.272 3.047.968 126.722
2156.980
38.832.839
3.087.147 27.570
‘
2.883.548
137.860
2.166.969
38.211.184 2.946.379
71.540
c’
2.655.590
162.418
2.192.422 38.282.514
2.857.762
39.376
1.996.395
548.936
1.820 599
38.138.079
3.64L249
42.029
911.701
878.410
1.227.980 34.324.384
3.308.435
167.859
1.541.080
–
.769.400
5.911.910 942.570
400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten, in duizenden 1 rancs. –
Metaal
TBelden.
Beleen.
Binn.
t
Rek.
Data
1
mcl.
van
1
van
wissels
1
Circu.
Cr1.
t
buitenl. buitenl.
1
prom. d.
‘
en
1
latie
partic.
1
saldi
vorder.
1
proisinc.
heleen.
1
11 Mei ‘1
335.009 84.653
480.000 814.890
6.176.829 447.709
4
,,
’21
333.545 84.653
480.000
836.865
6.173.739 486.886
28 Apr.21
333.528
84.653
480.000
817.345
6.105.858
535.327
21
,,
’21
334.426
84.653
480.000
811.31h
6.082.815
509.295
6 Mei ’20
359.291 84.803
480.000
845.681
5.096.561 1.240.411
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Gaudvaarraad
____
Zilver
cie.
F.R.
Notes in
circu-
Totaal
Dekking
In het
______________
bedrag
F. R. Notes
buiienl.
Zatte
15 Apr. ’21
2.286.879
1.483.001
–
198.198
2.868.527
8
,,
’21
2.264.010
1.446.627
–
217.824
2.893.964
1
,,
’21
2.246.439
1.449.164
–
214.792
2.908.153
25 Mrt. ’21
2.210.765
1.408.892
–
211.212 2.930.729
16 Apr. ’20
1.955.294
1.293.196
112.781
132.437
3.073.93
18 Apr. 19
2.162.157
1.203.647
–
68.702 2.543.704
Dato.
Wi,el,
Totaal
Depasito’s
Gestort
t
Kapitaal
Dek.
kings.
perc.’)Icircul.
Percent.
Goud
–
dekking
2)
15 Apr. ’21
2.224.136
1.754.943
101.274
53,7
65,2
8
,,
’21
2.258.359 1.745.316 101.226
53,5
64,7
1
’21
2.337.086
1.789 233 101.137
52,4
.
63,1
25 Mrt. ’21
2.409.701
1.840.887
101.113
50,8
60,7
16 Apr. ’20
2.827.975 2.709.344 91.272
43,3
48,0
18 Apr. 19
2.119.159
1
2.390.516
1
81.774
52,1
63,8
1)
Verhouding
tusschen
den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare schulden: F. R.
Notes en netto deposito’s. ‘) Na aftrek
van 35 pCt, der totale
dekkingsmiddelen
als
dekking voor de
netto
deposito’s.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in luiizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
t
uitgezette
Reseroç
hu
1
Totaal
W
a
arvan
1
time
banken
1
gelden en
F.
nks
deposiio’,.
depasita
beleggingen
8 Âpr. ’21
á20
12.464.689
1.251.801
13.431.345
2.923.013
1
,,
’21
823
12.558.939 1.263.106 13.521.565
2.925.227
25
Mrt. ’21
823
12.598.819 1.259.573
13.446:812
2.932.472
18
.,,
’21
824
12.654.481
1.252.032 13.649.792 2.926.448
9 Apr.
’20
811
16.989.068 1.397.128 14.276.274 2.598.107
11 Apr. ‘191
773
14.373.3921
1.252.477112.463.8671
1.692.990
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 14 Mei 1921.
Vroeger dan men had gedacht, is het besluit van de
Duitsche Regeering tot accptnttie van
eenige restriotie en al zal de toekomst moeten leeren, in
.
hoeverre hieraan in alle finesses voldaan zal lumnen wor-
den, het is niet te ontkennen, dat deze .ioop tvan.zaken een
aanmerkelijke verruiming der gemoederen te voorschijn
heeft geroepen. Het schrikbeeld van de bezetting van het
Ruhrgebied is voorloopig vrc1wenen ; de funeste gevolgen
voor het Duitsohe industrieele en handelsleven zullen zich
thans niet voordoen, evenmin als de gevaren iii Frankrijk,
die iwellicht gekomen zouden zijn in den vorm wan ont
stemming ten opzichte van de mobilisatie, teleurstelling
wegens het niet.ontvan.gen der D.uitsohe schadeloosstelling-
annuïteiten, enz. De internationale beurzen hebben édn en ander ook op deze vijze opgevist, doch vooral de verschil-
len’de valuta’s hebben izeer aanmerkelijke verbeteriijgen te
aanschouwen gegeven. In de eerste plaats natuurlijk de
Duitsohe Rijks’niark; in alle beurs-centra werd dit ruiim.id-
dcl zeer belangrijk hooger ‘gewaardeerd, hoewel het wel
vast staat, dat Duitschlansd nog lange reeksen van jaren
zeer omvangrijke bedragen zeil ‘hebben af te staan, waar-
door het .betalingsmiddel een sterken druk zal, hebben te
ondergaan. Aan den a,nicleren kant oordeelt men echter de
positie zoodanig, ‘dat het wellicht mogelijk zal worden de
uoodzakeijke kapitalen te vinden uit industrie en export,
nu er een periode van betrekkelijke rust ‘gaat aainbreken.
Doch ook de Fransche Franc heeft zich goed kunnen hand-
haven op het reeds eerder verhoogde peil. Daarentegen was
er een reactie te conataiteeren voor het Pond Sterling, in
verband met de ernstige gevolgen, die de mijniwerkers.
staking voor do gansche Engolsche industrie en ‘voor de
scheepvaant met zich brengt. Ook cle dollar ‘heeft eerder
neiging tot daling vertoond, doch dit is slechts als. een
voortzetting te beschouwen van de tot ‘heden gevolgde lijn, sinds ongeveer een jaar, ‘van’ het Adierikaansche betalings-.
middel.
Wat cle beurzen betreft, heeft Berlijn zich van den zeer
vasten kant doen kennen. De vorming van het nieuwe
kabinet ‘is mede gunstig ontvangen, zoodat dekkings-aan-
koopen het hunne er toe hebben bijgedragen de beurs een
opgewekt aanzien te verschaffen. Door de koorsverheffing
van de Mark in het buitenland waren ‘valuta-waarden na-tuurlijk tot l’ageren prijs aangeboden, ook de 3 pCt. Duit-
sche Rijksleening, die thans in zekeren zin ook tot de
.vdluta-pa.pieren mag worden gerekend, gezien het groote
belang, dat men .in den laatsten tijd bij dit
‘
fonds in het
buitenland heeft verkregen. Ter bu’rze van Berlijn hoopt
men inderdaad, zooals hierboven reeds werd uitgesproken,
,dat de industrie een periode van rustige ontwikkeling tege-
moet gaat; ook oordeelt men, dat de noodzakelijkheid om
aan cle eischen der Entente te voldoen, de arbeidslust in het
gansche Rijk zal stimuleeren. Tevens ‘heeft men eenige hoop
‘evestigd op de opheffing der reed’s bestaande sancties,
temeer, waal- men meent eenigen aandrang in dit opzicht
van Engeland te zien uitgaan.
De beurs ‘te L o n d e n ‘heeft wel een scherpe tegehstel-
ling met, die van Berlijn gevormd. In de eerste plaats
werkte ‘het teleurstellend, ‘dat het disconto der Bank of
England niet is verlaagd. Na de jongste wijziging had men
gehoopt een eerdere verlaging tcgioet te kunnen zien,
vooral, waar de geidmarkt ‘hiertoe alle aanleiding geeft.
Klaarblijkelijk, echter heeft het bankbestuur het veiliger ge-
oor’deeld in deze voor het Britsche. Rijk ernetige tijden
het disconto nog vrij hoog te houden. Het gevolg is echter
geweest, dat de toch al zeer serieus beoordeelde znijn’wer.
kers-staking, de markt nog sterker ontzet h’eef t. De stem-
uing werd ongeanimeer’d en de omvang der zaken bleef
uiterst beperkt. Engelsche staatsfondsen werden lager aan-
geboden, tet wijl de aandeelen’markt ongunstig werd be-
invloed door de houding van aan’deelen Royal Dutch. Op de
miju-afdeeling o,ntstond vrij uitgebreid aanbod door de
daling van a.anideelnn De Beers, welke maatschappij zich
voorstelt’ eei ebligatie-emissie door te voeren.
Eigenaardig is het, dat ook te P a r ij s de tendens eerder
naar den flauwen kant is geweest. De oorzaak hiervan moet
waarschijnlijk worden gevonden in de ontatemiming bij
zekere kringen, dat thans niet kan worden, overgegaan
tot het nemen van strenge maatregelen tegenover Du’itsch.
land en dat men de eerste betalinigs-termijnen rustig zeil
moeten afwachten. Er ‘zijn in Fiiankrjk ‘bovendien nog steeds zekere kringen, die aiet zoozeer hechten aan het’
ontvangen der Duiitsohe gelden, dan wel er op aansturen
het economisch leven van Duitsohland •zooveel mogelijk t
444
,
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Mei 1921
bemoeilijken. Voor deze kringen is het verloop van zaken
• Bepa1cI opgewekt dnarentegen waren
Tabaks-aandeelen..
•
natuurlijk een-teleurstelling
b
hetgee.n zich ter beurze heeft
De emissie van de nieuwe’ aaindealen der Deli-Maatschappij
uitgesproken in een . reactie. fliertoe werkte ook mede de
is, zooals wel te verwachten was, uitnemend geslaagd en
hoogere waardeering van den Franc in het buitenland,
onmiddellijk na deninschrijvingsdag noteeiclen de nieuwe
waardoor spéciaal vreemd.e fondsen als Royal Dutch gedrukt
aandeelen reeds ,bprven den prjs va.n uitgifte plus dien van
waren.
.
. de benoodigde claims. Toen bovendien de taxatiés voor de
Te N e *
Y
0
r k is de steiiming slecMs wehiig verairderd.
tabaks-inschrjving op 13 Mi hekend *erden, slôeg de wil-
•
I)e omzètten zijn weliswaar nog vrij omvangrijk gebleyen,
lige stemming ook op de overige fondsen over, doch
de
doch de variaties zijn tot een minimum heperkt. Over het.
grootste aandacht werd toch aan aandeelen Deli Maat-
algemeen kon de tendens echter. vast worden genoemd,
achappij besteed. De afcleeli.ng. verlaat
1e week in opgo.
met uitzondering dan van die fondsen,
–
voor welke buiten-
wekte stemrnijig.
1andsh aanbod kon oiitstaan.
De
Rubberinarkt
was vrijwel verlaten. Na de geringe
. T e o iÏ z e n t heeft men in de afgeloopen week slechts
opleving op de markt voor het ruwe product te Londen is
weinig kunnen merken van cle onderbreking Ioor de Pin.l- opnieuw een apabhische toestand ontstaan, met eenigszi.ns
sterdageiï. Op de
staatsfondsenmarkt
waa dit, zooals van-
reageerende prijzen, hetgeen
de belangstelling
te
onzent
zelf spreekt, in het geheel niet het geval; hier waren de
voor de betrokken aandeelen vrijwel elimineerde. De van
koersen ook eerder iets hoogér, . in verband met den daleuden
‘handel,
aties waren,. evenals de
zeer gering.
olongatiekoers.
Buitenlan4sche
staats-papieren
werilen
Industrieele aandeelen
konden zich goed hand1aven. bijna niet omgezet.
.
‘
Rijzing of
•
10 Mei. 12Mei. 13 Mei. 10Mei. 12 Mei. 13 Mei.
Rilzing of
‘
daling.
‘
daling.
Amsterdamsche Bank
. . . .
180
180’I
380
1
1
+ 12
5
O/
Ned. W.’ Scb.
1918
89
1
I
88/ie
88′!,
–
Koloniale Bank ………..189’/2
184
1
1,
182
1
12
–
7
4
1
12
OJ
,,.
,,
1916
891a
88
1
18
88/
–
’12
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
181’14
181
1
12
18.211-
± 1/
4
0
/0
,,
,,
,,
1916
80’14
80118
. 80
–
‘
14
Rotterd. Bankvereeniging. .
118
‘118 ‘
‘118
312
0
10
,,
,……….688/4
6881
4
68114
II
Amst. Supenfosfaatfabriek . 123
123
125
+ 2
3
O/
,,
•
,,
,58’/4
59
59’116
+”116
Van Berkel’s Patent ……104’/4 ‘105
108I
+ 2’/4
211
2
0
/0
Cent. N. W. S.
……
488/
4
49%
50
+ 19
Insulinde Oliefabniek ……
61
1
14
58′!,
57
8
14
3
1
12
5
O/
Oost-Indiii ] 91
5
. . . .
901s
90I8
90Is
+ 114
Jurgens’ Ver. Fabn. pr. aand.
8918
’89
7
19
90
+ 1
18
6
O/
,,
1919
..
94’/j6
94
1
4e
94
• –
/16
Hollandia Melkproducten ..
201
196
1
14
19811
4
481
4
4
O/
Oostenr. Kronerrente
31
3I8
318
Philips’ Gloeilamponfabriek 323
326
323/4
+
5
–
O
io Rusland 1906
.
.•
. . :.
771
, 8
S
+ ‘/s
R. S. Stokvs,& Zonen . . . .
578
578
678
–
4
O/
Rusl. bij Hope & Co.
8Ii
7/I8
7
9
/6
– 18
Vereenigde Blikfabnieken
.
991,
97
8
11
97’I
—2
4
1
12 Olo China Onud 1898
. . , 62e18
6218
62
7
18
CompaniaMercantil Argent. ‘14714
14981
4
‘ 149814
+ 2
4
O/
Japan 1899 ……..55
55
55
Ci1tuur-Mij. d, Vorstenland 208
164* .
164/a
–
4
. O/
Argentinië Buiteni. . •
5371
8
•
531
531
18
Eandelsver. Amsterdam . .,. 437
.
41412
421
– 16
5 –
0
/0 Brazilië
1895
……51’/i
51’1
5112
Hol!. Transati. Handelsver.
46
4881
4
48814
+ 214
T,
O/
Staatsspoor
.
‘
…….1O4/8
104
1
12
104’I,
+
/s
Liode Teves & S okvis
. . .
121
1
1:
120
1
12
121
– 112
7
O/
Amsterdam
………102
102
10114
2
14
VanNierop&Co’sflandel-Mij.
78
1
12
79
1
12
72
1
11
– 6
De
aandeelen-markt
heeft
p
sommige dagen een uiter-
Tels & Co.’s Handel-Mij. . . .
72
1
12
69
65
– 7’12
mate levendig voorkdmep gehad, doch de richting bewoog
Gecons. Roll. Petroleum-Mij. 217
5
14
215 ‘
213
1
14
– 4
1
1,
zich in dalende lijn. Vooral de suikermarkt heeft het sterk
Kon. Petroleum-Mij. ……
ö70’/,
548
3
14
543
-. 27
1
1
moeten dntgelden. Nadat het algemeen aspect voor deze
Orion Petroleum-Mij.
af.deeling iets beter was geworden, als gevolg van het af-
Afgest. Aand.
48I8
48
•
47
.
– 1718
sluitên van enkele transacties op Java en de iets hoogeré
Steaua Romana Petroleum
uiker-meldingen uit New ‘York, keerde plotseling de
Mij. ..
Afgest. .Aand.
6418
641
65
+ /s
dens, ‘als gevolg van uitgebreide berekeningen in de pers
Amsterdam-Rubber-Mij.
.. 109
108
107
1
14
– 1/g
omtrent de winsten, door de V. J. S. P. te maken en van
Nedenl.-Rubber-Mij……..57
59
1
1
57
critieken
op
liet beleid,
speciaal op
de
verkoop-politiek, Oost-Java-Rubber-Mij.
184
1
12
189
184
-1
12
dier otganisati. Naar het schijnt heeft de. Haudelsvereeni-
Deli-Batavia …………..
428
410
410
‘ – 18
–
ging ,,Amsterda’m”,”de grootste inbrengster in de V. j.
S
. p.,
Deli-Maatschappij
……..
405
0
/4
415’12
424
1
/
± 1814 ook aangedrongen op het onverwijld verkoopen van de nog
Medaf-Tabak-Maatscbappij . 324
324
.325
+ 1
resteerende suikers uit oogst 1921, al zou
dit
dan ook
Senembah-Maâtschappij …..610
615
615
+ 5
moeten geschieden tot prijzen, die ôf slechts een uiterst ge-
*)
Ex div. 30 Olo.
.
ninge winst dl zelfs een verlies
zouden opleveren. Deze
openbare discussies hebben zeer vele verkoop-orders uitge-
De
scheepvaartmarkt
daarentegen
moest
eenigszi.ns
lokt en ‘vele nieuwe blanco-posities ‘doen ontstaan. Welis- reageeren. Wel zijn de tot nu toe verschenen jaarverslagen
waar is een licht redres te con stateeren geweest, toen tegen ‘
vol.komeu in overeenstemming met de verwachting en zijn
de vooruitzichten, zeker niet pessimistiseher dan ‘zij .eenigen
‘houding
het einde der berichtsperiocle een vastere
voor de
tijd geleden waren, ‘doch het publiek toont zich nog steeds
suikermarkt op Java werd gehield, doch zelfs dit kon ‘niet
eenigszins ‘huiverig om groote belangen hij scheepvaart te
tot het slot van de beurs op den ‘laatsten beursdag worden nemen. Het gevolg is geweest een lickte afbrokkeling der
gehandhaafd. Men rekent nu reeds met afdoeningen tot
koersen, zonder noemenswaardige of opvallende voorvallen.
f
12,—
ft
f
14;—, ter.wijl de V. J. S
P. nog steeds een
verkoop-limite heeft bepaald van
f
17,—.
.
10 Mei:
Rijzing of
12Mei. 13 Mei.
daling.
– Ook
de
petrolewin-afdeeling
is
uitermate ‘luateloos ge-
Holland-Amerika-Lijn
.. – -‘
237
232
232
– 5
weest. Geen enkele dag -van de afgeloopen week heeft eenig
233
227
22511
– 78/
4
herstel
gebracht.
Gedurende
de
beursuren
zelf,
was
de
Holland Gulf Stoomv.-Mij…
,gem.eig.
100 ‘
101
102
+ 2
tendens ‘meestentijds
zeer ongeanimeerd,
zoodat het slot
Hollandsche Stoomboot-Mij.
94
94
94
van iedren ‘dag afzonderlijk,, bijna steeds lager was dan
Java-China-Japan-Lijn ….
153
153
150
1
1,
–
2112
de aanvang. Doch ook iedere volgende dag toonde lagere
Kon. Hollandsche Lloyd. ..
8011
79114
79
– 114
prijzen dan ‘de voorgaande, zoodat het einde der week de
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..128
124
122’/
– 50/
4
laagste koersen
vor
aiandeelen Koninklijke Petroleum te.
Koninkl.-Paketvaart Mij. ..
13481
8
129
1
/8
127114
– 7118
aanschouwen heeft gegeven. Teekenend was het’ hier, dat,,
Maatschappij Zeevaart ….
109
109′!
109’/
+ 8/4
deze reageerende bewegiin’g louter van Amsterdam uitging;
volgens
p’ariteits-‘berekening
was
het
bijna
voortdurend
Nederl. Scheepvaart-Unie..
165
160
•159’/
– 5
1
/2
mogelijk hier ter beurze aankoopen te bewerkstelligen en
Nievelt Goudniaan ……..238
239
239
+ 1
te Londen te verkoopen. Desniettemin bleef het aanbod
Rotterdamsche Lloyd ……
17O’/
162
1
1
163
– 71/
4
oiiv.41j.,,HiUegersberg” 106
106
106
hier voortduren. Een oorzaak hiervoor is moeilijk aan
te
Nederland”
197’/
195’/
196’/g
–
8/
4
toonen. Eensdeels ‘moet die waarschijnlijk worden gezocht in
,,
..
”
,,
.
41
38′!,
38′!
– 2′!
,,
,,i’oorc1zee”
..
den”reageerenden Stérli’ngkoers; anderdeels in de circülee-
”
110
104 l/
104′!
– 51/,
rende ‘geruchtn,’ dat denandeelen-emissie der Koninklijke
”
Petroleum Maatschappij nog ,eenigen ‘tijd uitgesteld zal wor-
De
A-merikaansche markt
bleef bom én zonder interesse
den. Juist met het oog op deze uitgifte was de tendens
van beteekenis. Alleen in Studebakers ontwikkelde zich
tevoren iets geanimeerder geworden.
.
‘
. op enkele dagen eenige belangstelling..
15e
erige petro’léu.mwaardeu daalden ‘in verband met de
,
.•
–
Rijzin, of
10 Mei. 12Mei. 13Mei.
be.egig van h’&t hoçfdond
ook ‘
•
el eeui.gszins, doch lang
..
daling.
niet indie mate. Zelfs bleek er eenig animo te bestaan voor
American Car &
Foundry.. 150
150
150
aandelen Perlak Petrolenib Maatschappij.
Anaconda Copper
. …….
91′!,
97
92
1
12
+ 1e/s
18 Mei 1921
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4
–
45.
10 Mei.
12Mei. 13 Mei.
Rijzingof
Un. States Steel Corp…..
962/4
951/
4
94
1
/2
–
1814
Atchison Topeka ………..
94
1
/2
94
1
1
94
I
1
Southern Pacific ……….
88
87
7
18
87
7
18
–
2
18
Union
Pacific …………
135’/i
136
134318
–
7,8
Int. Merc. Marine orig. Corn.
18
1
1
17
3
18
17’I8
–
5/
prefs.
67°14
62’14
6314
-4
De
geidmarkt is
iets ruimer geworden;
prolongatie
aan
het einde der bei-ichtsperiode
3y
4
pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
17 MEI 1921
Alle berichten zijn het er over eens, dat degraanoogsten
in Europa (afgezien natuurlijk van Rusland) zich gunstig
blijven ontwikkelen. Regen heeft in verschillende landen de
klachten over droogte doen ophouden. Ook in de uitjvoer-
landen staan de oogsten er goed voor. Slechts Britscch-
Indië ‘blijft eene uitzondering 8nacken. Uit het maandeljk-
sche oogstbericht van het Amerikaansdhe Ministerie ivan
Landbouw ‘blijkt, dat eene flinke opbrengst van winter-
tarwe, belangrijk boven die ‘van ‘het ‘vorige jaar, meer en
meer waarsohijnljk wordt. Wel schijnt het juist te zijn, dat
er wat minder zomertarwe ‘is uitgezaaid, doch eerst het
Juni-rapport zal hierover betrouw.bare gegevens brengen.
Ook uit Canada zijn ‘de berichten gunstig, terwijl sommige
berichten uit Australië spreken van eene vermeerdering
yan den tarweuitzaai. De ‘tarweverschepingen uit de geza-
menlijke uitvoerlanden zijn de laatste weken zeer groot,
ofschoon het tempo der afladingen uit Argentinië nog
steeds niet rver,betert. De staking in le haven
‘van
Buenos
Aires, die de .versdhepingen zeer ‘bezwaarlijk maakt, doet
‘daaraan .geen goed. Het laiidbouwinstituut te Rome meent,
dat, hoewel met het begin van het uiieuwe seizoen de tarwe-
overschotten .geringer zullen zijn om dat verschil te neu-
traliseeren en tevens in ruime mate te voorzien in de
Europeesche tarwebehoeften in het nieuwe seizoen.
Ondanks deze gegevens, die alle eene gemakkelijke stem-
ming op de tar.w’emarkt zouden doen ‘verwachten, blijven die
markten in ‘de uitvoerlan’den vast. Chicago sloot op 16 Mei
voor ‘den Meitermijn 7 idollarcenten per 60 lbs. en per Juli
2 cent beven de prijzen van ‘eene rweek te ‘voren. De vaste
factor -van ‘de ‘vrij goede Europeesche vraag voor spoedige
tarwe mawkt izich daar sterker voelbaar dan de gunstige
oogstverwachtin.gen. In verschillende Europeesche landen
is die vraag naar spoedige .tarwe zelfs zeer sterk en worden
telkens weer ‘zeer hooge premies betaald voor stoomende
en la’dende •partijen. Meestal
zijn
that slechts rvoor die posi-
ties, ‘dat koopers te vinden zijn, terwijl ‘iatere verschepin-gen moeilijk te plaatsen zijn. Weliswaar betreft dit eigen-
lijk slechts de kleinere Europeesche landen, die echter
telkens weer, nu het eene dan het andeee land, partijen
Noteeringen.
Chicago
Buenoi AQre3
Data
Tarwe
Mao
1
Haver
Tarwe
MaT3
LiJnzaad
Mei
Mei Mei
Juni
Juni Juni
14 Mei ’21
143
1
/
60
8
/8
3V
14
16,40 7,40
16,50
7
,,
’21
14121,
59*/8
36
1
18
16,15 7,40
15,55
14Mei ’20
226
196 106
23,-
11,45
28,25
14Mei’19
226
170
67
3
/4
11,30
5,95 23,90
14 Mei ’18
220
127
7
/
8
2748/
8
12,70
8
)
5,30 24,20
20Juli’14
82
1)
568/
s
I)
36′!,
t)
9,40
1
)
5,38 8)
13,702)
1)
per Dec.
‘)
per
Sept.
8)
per Juli.
voor hooge prijzen uit de markt nemen. In de afgel6o1lenl
week betaalden Portugal, Oostenrijk, Polen, Zweden op
deze ‘wijze hooge premies ‘voor spoedige ‘tarwe. Ook Neder-
land liet zich nu en dan gelden en zelfs Hongarije ‘trad
plotseling voor hooge prijzen op als kooper rvoor spoedig
leverbare Noord- en Zuid-Amerikaansche tarwe. Het schijnt,
•dat de Hougaarsche regeering den boeren, die hun tarwe
en rgge niet ‘in voldoende hoeveelheden aan de markt
brengen, ‘wil toonen, dat zij zich ook op andere wijze weet
te helpen en ‘hen daardoor tot eene betere aflevering der
inlancische ‘tarwe ‘en rogge wil brengen. De ‘groote Ikoopers
Engeland en Duitsoliland, blijven Vrij onverschillig en koo-
pen weinig tarwe. Duitschland is reeds geruimen tijd niet
als kooper van broodgraan aan de markt en toont nog
weinig neiging om de inkoopen te thervatten en in Engeland
hebben particulieren en handel voldoende inkoopen gedaan
om eenigen tijd te kunnen pauseeren. Weliswaar •heft de
En.gelsche regering ‘den laatsten tijd flink van hare voor-
raden verkocht, doch het restant harer voorwaarden en
engagementen te zamen met de •inkoopen van den handel
zijn ‘voldoende voor een verbruik van eeuige maanden. Men heeft daar dan ook in de afgeloopen week voor de
hoogere ‘prijzen weinig gekocht en evenmin, meegedaan aan
het ‘betalen van de hooge premies ‘voor spoedige posities.
De groote tarweverschepingen der exportlanden ‘betreffen
grootendeels oude ‘verkoopen, vooral naar Engeland en
Duitsehland.
In Argentinië ‘heeft ‘in ‘het begin der week de ‘tarwemarkt
sterk onder den invloed gestaan van sterke fluctuaties in
den pesokoers, ‘ciie zich echter spoedig op een eenigszins
verhoogd niveau weder -vrijwel stabiliseerde. Daarna is
echter voor tarwe nog eene prijsstijging gevolgd, die op de
termijnmar.k,ten gisteren nog voortduurde. Het schijnt ech-
ter, ‘dat zij ook ‘verband houdt met •de staking te Buenos
Aires. In Europa had verder de ‘van Argentinië nog steeds
vaste vraohtenmarkt verhoogiag der vraagprijzen ten ge-
volge. De staking in (Ie Engelsche kolenmijnen beperkt nog
steeds het aanbod van scheepsruimte van Argentinië. Zij
brengt mede, dat ook in andere landen het verkrijgen van
bu,nkerkolen langzamerhand bezw’aarlijker begint te worden,
waardoor het uitvaren in ‘ballast naar Zuid-Amerika, on-
danks de gestegen ,vrachten, moeilijkheden meebrengt.
In voedergranen waren •in het algemeen de omzetten in
de afgeloopen week aan de Europeesche markten niet groot.
De maïsmarkt in Engelnkd was meestal stil. De rverwach-ting, ‘dat de staking te Buenos Aires de verschepingen van
mais ‘in Mei zal tegenhouden, leidde nu en dan tot ver-
meerdering der vraag voor geladen ladingen en parcels,
doch de ‘vraag bleek toch voor het eerst sedert geruimen
tijd niei voldoende om de aangeboden ladingen Donaumaïs
op ‘te nemen. Eenige daarvan werden naar •het ‘vasteland,
waarbij ook Rotterdam, gedirigeerd. Ondanks •de staking te
Buenos Aires zijn de Argentijusche ‘versehepingen van
nieuwe maïs in ernst begonnen. Eene te Antwerpen aan-
gekomen partij was van uitstekende kwaliteit, ondanks de
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorte,,
17 Mei
1921
9 Mei
1921
16 Mei
1920
Tarwe.
………….. ‘)
20,50
.
20,50
40,-
Rogge (No. 2 Western)
1)
21,- 21,- 30,-
Mais (La Plata)
……’)
255,-
255,-
409,-
Gerst (48 lb. malting) ..’)
260,- 265,-
525,-
Haver (38 lb. white cl.)
–
.’)
13,-
13,- 22,-
Lijokoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
137,50
145,-
222,50
Ljnzaad (La Plata) …. 4)
353,-
320,-
845,-
2)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G.
8)
P.
1000 K.G. ‘) per
1960 K.G.
S)
Hard/Red Winter Wheat er. 2.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Rotterdam
AmIerdam
Totaal
Artikelen.
9Mei/14 Met
Sedert
Overeenk.
9 MeiII4 Mei
Sedert
Overeenk.
1921
1 Jan. 1921
tijdv ak
920
1921
1 Jan. 1921
tijdvak
920
192
t
1920
9163
348.137
155703
–
7111
20.717
355.248 510.951
Tarwe ………………
Rogge ……………..
2.493 48.804
205
–
–
22.059
48.804
49.0(9
–
2.792
2.500
–
500
–
3292
5.792
Mais
…………….
5.471
305.702
109.388
–
32.717
18.924
338.419
347 807
Boekweit
……………
528
94.512 5.252 458
3.573
120
98.085
5.372
.
36
9.697
16.397
–
430
.,
–
10.127
16.397
Gerst
……………….
Ljnzaad …………..
–
–
65 126
13024
1.151
38.525
2.424
103.651
15.448
Haver ……………..
Lijnkoek …………..
85
..
54.171
20858
–
9.296 1.406
63.467
22.264
Tarwemeel …………..179
9.173
9.384
–
1.070
–
10.243
9.384
Andere meelsoorten
–
13.200
3.228
158
1.247 100
14.447
3.328
446
ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Mei 1921
nog steeds aankomende berichten, dde op een te hoo.g vocht-
gehalte wijzen.
Bljkbaal
geldt dit niet voor alle nieuwe
m.aïs, waarvan ‘de aaiivoeren uit het Argentijnsehe binnen-
land naar de ‘havens den ‘laatsten tijd sterk verineerderen.
Toch blijt de maïsm’arkt in ‘Argentinië vast niet in den
loop der week eens prijsverhooginig ‘van 20
a
25 centawos
per 100 Kgr. De belangstelling in Europa was echter vooi
P1ataaïs op aflading gering. Nu en dan traideii aladers op, In. Engeland en op het vasteland, als koopers voor
Mei/Juni efl.ading.
l)e m’aïanarkt in de Vereenigde Staten Was eveneens
vast, doch gistereil trad eene reactie in en de prijs is nu te
Chicago weder voor den Mei-termijn op dien van eene week
te voren, ‘voor den Juli-termijn
Op % ‘
dollarcent per 56 lhs..
daaronder aangekomen. De maïsverschepin.gen zijn de laat-
ste weken ‘voldoende en vrij constant. :De Donau verlaaidcle
in cle ‘vorige week zeer weinig, ditmaal echter weer wat
meer en de Vereenigcle Staten iets minder. Duitschland
blijft geregeld Noorcl-A.merikaansche muis koopen en in de
laatste dagen ook 4veder Zuid-Afrikaansche, tdie goedkoop
wordt aangehoften, ter aflading in Mei en Juni.
– Lijnasail is ide laatste dagen sterk in prijs gestegen als
gevolg van sterke prijsverhooging .in Argentinië. Na eenige
verlaging in het begin der week bedroeg die prijsverbooging
ongeveer 2,35 pesos per 100 Kgr. In den aanvang der be-
weging werd die door Europa gevolgd en betaalden Enge-
land, Nederland en Duitsohland telkens de.hoogere prjcen.
De laatste dagen is dat niet meer het geval, doch de ‘be-
langstelling der koopers blijft bestaan. N ed e r 1 a n d. Voor spoedige .taewe blijven de Neder-
lands’che molenaars steeds belangstelling toonen ‘en gere-
geld komen zaken tot stand. Zoolang echter Duitsclalaud
geen-tarwe en rgge koopt, ‘blijft ide oenzet in tarwe aan de
Nederlajndzdhe markten echter ver tea achter bij eenigen
tijd geleden. Wel worden nu en dan zaken gedaan ‘in stoo-
mendé artijen naar kleinere Europeesche importlanden,
waarvoor dan telkens hooge premies boven laiter.e posities
worden ‘betaald In rogge bestaat zeer weinig ‘handel.
Mais was ook in ons land ‘de faatste dagen stil. Wel’ wor-
‘den er geregeld zaken, gedaan rin gedroogde Noord-Amen-
kaausahe mais ter aflading in . Mei en een enkelen keer
voor eerste helft Ji4ni, ‘doch de omzet is niet groot. Voor spoedige partijen ‘zijn wegens het opruimen der vorradep
en beperkt aanbod hooge premies te maken.. In verband
daarmee bestaat meer belangstelling voor Donausoorten,
waarin uit spoedig verwachte hooten nu en ‘dan wordt ge-
kocht.
Ook
‘het ‘aanbod vast oude iPlataanaïs wordt, hoewel
langzaam, opgenomen, ondanks de in dit jaargetijde ‘weinig
oogelijke ‘kwaliteit. In nieuwe Plaitanaïs gaat zeer weinig
om. Ook in gersten haver zijn de ‘zaken stil.
Itt lijuzaad werd tot de stijgende prijzen nu en dan een
flinke omzet bereikt. De stoomnde ‘voorraad ‘is gering en
ook ht aanbod van loco partijen is den ‘laatsten tijd sterk
verminderd. Niet slechte werd daarvan door Nederlan’dsche
olieslagers gekocht, doch geregeld -vond en vindt nog ver-
koop daarvan naar ‘het buitenland plaats, ‘voornamelijk
Duitschlan’d en Scandinavië.
KATOEN.
Marktbericht van de heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 11 Mei 1921.
Het is, ‘in ‘verband met •de ‘vele onigunstige. smstaudighe-
den, rwel snerkiwaiardig, hoe vast prijzen ‘van Amerikaan-
sehè katoen blijven. Ongetwijfeld is ‘de voortdurende stij-
ging van. den dollar-koers en tevens de betere koersen vaii.
f.ranci en Ilires wel een ‘gunstige factor, terwijl de aanne-
minig ‘jan ‘het Ulti,matuirn der Geall’ieer’den Idoor Duitsch-
,.land ook een beteren in
–
vloed op zaken zal hebben. Men
verwacht, ‘dat ‘de aeductie ‘van ide 1onen in Lanoashire
londer groote moeilijkheden zal kunnen’ geschieden. Het
‘begin van den nieuwen oogst schijnt vrij gunstig te zijn, hoe-
wel in ‘verschillende gevallen door ‘het slechte ‘weer op-
nieuw geplant is moeten ‘worden, terwijl. de vermindering
van ‘den aanplant op pl.m. 30 pCI. getaxeerd wordt. Egyp-
tische ‘katoen is onveranderd ‘in prijs, maar onderiviindt
weinig belanigstellinig, terwijl – de prijs ‘in verhouding met
Amerikaansche katoen ‘vrij lïoo.g
is
en de zichtbare ‘voor-‘
raad ok geregeld toeneeit.
Gacens van Amenikaansche ‘kat,oen sijn ‘wat rvaster, ook
al doordat ‘verkoopers nogal wat orders ‘hebben geboekt.
D,e ,’kolencrisis ‘heeft een onunstigen invloed op de zaken,
omdat ‘vele koopers liever wachten tot er een ‘oplossing
is ‘gekomen. Wel zijn enkele spinnerijen Vrij goed van
steenkolen .’vor.aien, ‘doch ‘andere hebben geen ‘voorraad
meer, terwijl ook de voorraclige steenkolen elk cogenhlik
in ‘beslag kunnen worden genomen ten ‘behoeve ‘van ‘andere.
.bedrjven Hoewel er voor ibinnenlan.dsclh ‘verbruik ‘vrij wel’
wat in garens wordt gedaan,’ ostderiv’indt de export-vraag den naidetsligen ‘invloed ‘van de jongste verhoogingen ‘in.
prijs ‘van de courante nummers snor Indië en Ohina en
van het feit, ‘dat rverkoopers voor alle ‘nieuwe ‘contracten de
,,stri.ke clausule” Iverlangen. De .’vraaig is overigens ‘vrij
omvangrijk en omvat alle nummers van 30er tot 100cr
enkel en voor getwijnde garens alle nummers3012 en
daanbttven. Voor E’gypti’sehe garens bestaat nog geen ‘be-
langstelling. De uitvoeren van den Bokrcl of .Trade voor
April ver’booneu een belangrijke ‘daling en de ‘totaaluitvoer
bedraagt slechts 8.852.700 ‘libs. tegen 11.100.200 11hz. ver-
leden jaar en 18.578.600 bs. in 1913.
In de doekmarkit gaat weinig ‘om, voornamelijk door de groote onzekerheid in de industrie. Boiveildien is de Pink-
stenvacantie in ‘zicht en izullen de meeste firma’s de ‘vol-
gende week ‘wel sluiten. Het is dan ook ‘heel natuurlijk,
dat de doekmarkt wat kalmer is, terwijl ‘bovendien Indië
den laatsten tijd nogal gekocht ‘heeft. Van China, Java en
andere markten komen echter nog ‘wal aanvragen ‘binnen
en’ is ‘de stemming op ‘de doekanarkt ‘dan ook bepaald beter
en prijzen zeer vast.
4 1,lei
ii Mei
Oost. koersrn.
4
Mei 11 Mei
Liverpoolnoteeningen.
–
G. M. Texas …… 8,63. 8,73 T.T.opindië – – .. 113
5
1s 113′
rg
F.G.F.Sakellaridis17,00 1.6,50 . T.T.opHongkong2/6’/, 216′!!
G.F. No. 1 Oomra 4,40 4,40 T.T.op Shanghai .3/3
313114
Noteening voor Loco-Katoen.
(MiddJing Uplands).
14Mei
‘211
9Mei2I
1
2Mei’21
1
l4Mei’20I 14Mei’19
New ‘York voor
1
Middling .. 12,7Q . l2,95′
12,90e 41,15′
29,35
New Orleans
voorMiddling 11,88e 11,88(-. 11
1
500 40,25″ 28,13
Liverpool voor
Fy Middling 8,13
1
) 8,34d
8,03d 27,65d 18,—d
‘) 13 Mei 1921.
‘
Ontvangsten i’n- en
–
uitvoeren van Amenikaansche havens.
(In duizezdtallen balen).
–
1
Aug.
Overeenkornslige
perioden
tot
13Mei21
1919-1920
1
1918.1919
Ontvangsten Gulf’Havena..
4348
3997
3184
Atlant.Uavens
1347
2862
1998
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1390
2823
1849
‘tVasteland.
2846.
2941
‘
2216
Japan etc…
Voorraden in duizendtallen
II
Mei
2I
4
Mei
20
16
Â’fei
19
1566
iliè
1253
Amenik. havens …….
….
1473
1052 1309
Binnenland ………..
….
New York
……………
131 44
98
New Onleans ………..
.
413
336 412
Liverpool
……………
990
1205
533
SUIKER.
De En geisch e Board of Trâde Statistiek over April luidt:
Apr.
s
Apr.
Jan.-Apr. Jao.-Apr.
1921
1920
1921
1920
Import nietsuiker .. – . 161.395 164.126 359.245 415.494
biet ……-
–
-.
–
ger’affineerd
48.682
11.108 102.988
81.065
Totaal……210.077 175.234 462.233 496.559
Voorraad in Entrepot.. 367.600 , 312.100
–
–
Raffinader. 34.950 35.150
–
–
Opbrengst,,
,,
58.981
59.037 316.158 220.405
Totaal binnenl. verbruik 118.839
89.325 453.129 421.049
export
45
183
567 ‘ 1.891
Tegen een consu.nsptiie in Maârt, ‘van 147.284 tom ivailt het April-verbruik’ tegen.
Op de suikerm’ark’ten heenschte’ in de afgeloopen week
wat meer activiteit. Te N e .w Y o r ‘k bestond er goede vraag
naar geraffineerde suiker en werd in de eerste helft der
wetsk het een en ander afgesloten tot geleidelijk oploopende
prijzen. Daarna was eenigszins vaca’ntiestemminig merkbaar
en zakten de noteeriingen’op termijn weer i’n tot 3,86 voor
Juli, 3,92 voor September, 3,87 voor October en 3,77 ‘voor.
18 Mei
1921
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
447
November, terwijl de inoteering voor spot centrifugals on-
veranderd 4,89 c. bleef.
Op
J a v a kwamen tot de verlaagde prijzen der tweede
hand, n.l. ongeveer
f
15,- voor superieur, Britsch-Indische
koopers in de markt en werden veradhillende partijen Mei!
Juni/Juli afscJaeep naar deze richting verkocht. Daarna
toonden zich verkoopers, die op deze prjsbasis veel geld
verliezen, iets gereserveercier, doch bieden nog steeds b e n e-
d e n de verkooplimites der Producentenvereeniging aan.
Deze toestand zal wel zoo blijven, totdat de speculanten hun bezit verkocht hebben of een gunstige wijziging der
steniming op de wereldsuikermarkt het houden op hoogere
prijzen in de hand werkt. Onder deze omstandigheden was
dan ook de officieele verlaging van de lianites der Produ-
ceutenvereeniging geheel nutteloos en voor tiweede hand-
houders van Javasuiker zelfs fnuikend.
Volgens het ,,Arohief” werd op Java voor oogst 1921
2,3 pCt. meer suikerriet aangeplant dan voor oogst 1920.
De totale productie over 1920 bedroeg 1.543.923 tons.
De laatste C uh a-statistiek luidt:
1921
1920
1919
Weekontvangst tot 7 Mei 132.000 106.129 144.699 tons
Tpt. ontv.
1 Dec.’20-7 Mei 2.295.000 2.676.529 2.609.836
Werkende fabrieken
195
137
183
Weekesport tot 7 Mei
..
48.000 110.058
97.893
Tot. exp. 1 Jan.-7 Mei
..
1.138.000 1.977220 1.528.804
Totale voorraad 7 Mei
..
1.155.000 669.018 1.080.790
NOTEERINGEN.
.4mster.
Londen
New York
T
ates
White Java
f.o.i,. per
1
Amer. Gra-
1
nulated c.Lj.
–
Dato
dom
‘
96pCt.
Cent,!.
Cubes
No.
/
Juli/Aug.
April/Mei
maand
fuga!,
Sh. 8h.
$cts.
11 Mei ’21
f
–
661-
2416
3316
4,89
4
,,
’21
–
701-
23/-
–
5,25
11 Mei ’20
,,
–
841-
10316
1191..
21,57
11 Mei ’19
,,
–
6419
321-
–
7,28
11 Juli ’14
,,11
15
1,
–
–
–
3,26
KOFFIE,
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Dato
Rio
Santos
Wisselkoers
Voorraad Voorraad
1
14 Mei
1921
1)
1)
1)
1)
7
,,
1921
046.000
8.845
2.912.000
10.900
8/,,
30 April 1921
590.000
8.845 2.867.000
10.800
8
5
/a
14 Mei
1920
330.000
10.725
2.342.000
)
16
19
/s,
Ontvangsten.
Rio
Santo,
Data
Afgdoopen
Sedert
Afgeioo
pen
Sedert
week
1
Juli
week
1
luit
55.000
2.707.000
1
2.211.000
~
119.000
9.425.000
1
14 Mei
1921…….
14 Mei 1920
…
.
43.000
30.000
3.845.000
1)
Feestdag.
2)
Nominaal 15.000 tot 14.000.
HUIDEN.
Bericht van de
firma Grisar & Co.
Bij levendigen handel blijft de markt vast; ook hier ter
plaatse is veel vraag, maar het ontbreekt aan passende
waar. Men meldt ons een verkoop van 2500 s al ad e r os
huiden, die nog niet aan de markt gesteld waren.
Voor droge Buenos Aires Americazios en Mont.evideos worden zaken moeilijker, daar vei’koopers 20
pCt.
zomer-
haar als conditie stellen. Voor half haar en opwâarts ont-
breken offerten.
–
1 nl a n d ach e artikelen blijven gevraagd en is de
stemming vast. Aan het abattoir wordt 25 ft 26 cent betaald.
De April/Mei productie van de Rotterdamsche Huidenclub
wordt de volgende maand publiek geveild.
Kalfsvelleu vast.
Pas rdeh’u ide n genieten wederom meer belang-
stelling.
L o o is to
11 en met belangrijke atdoeningen in Quebra-
cho en Mimosa.
Rotterdam,
14 Mei 1921.
COPRA.
De markt was deze week aanvankelijk
flauw
gestemd,
doch herstelden de prijzen zich tea slotte weer gedeeltelijk.
De noteeringen zijn:
f.m.s., loco……………………….
f
35,50
Ned.-Ind.
,,
Maart/Mei …………………. ..34,50
Java
April/Juni
……………….. .. 34,25
Mei!Juli
……………… ….
,,
34,-
Juni/Augustus ……………….
,
33,75
alles naar Holland/Hamburg.
Holland
f
0,25 lager.
17 Mei 1921.
RUBBER.
Gedurende de afgeloopen week was de markt zeer rustig
en prijzen bewogen zich tusschea 51 en 53 cents voor
cT0pe
en 47149 cents voor standard sheets. Er worden echter nog
steeds weinig zaken gedaan.
De noteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe loco
………. 52
1
!, c.
………. 52’/, c.
Juni ………. 531/t
531/t
Juli/Sept…….55
*.
……….
56′!,
Smoked Sheets loco ……..48
,………..
48
Juni ……..48
,………..
48
Juli/Sept…..50′!,
, ………..
50
17 Mei 1921.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
IJzer
Cie,,.
No.3
Koper
Standard Ttn
1
L.od
Ztnk
17 Mei
1921..
nom.
74.216
181.216
23.1216
27.-1-
9 Mei
1921..
nom.
72.716 176.216
24.-/-
26.-/-
17 Mei
1920..
nom.
99.716
296.-/-
40.51- 45.151-
19 Mei
1919..
nom.
79.2/6
246.151-
24.716
36.-/-
20Juli
1914..
5114
61.-!-
145.151-
19.-!-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAMJ.
Data
–
Petra
grad
Londen!
R’dam
Ode,sa
Rotte,-
dom
Au. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotte,-
Brisiol
Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land
9114
Mei
1921
–
–
616
616
5416 5416
217
,,
1921
–
–
016
616
501-
501-
10115
Mei
1920
– –
–
10161)
120f-
112161)
12117
,,
1919
–
–
1
21,-
816
1
)
f130.-
6216
1
)
Juli
1914
11 d.
713
l/11’/
i/11’/
121-
121-
KOLEN.
Cara’iff
–
Oost. Engdand
1
Bar-
Port
Plato
1
Rotte,-
1
Gothen.
Dato
l
deaux
Genuo
Said
Rivier
dam
burg
9114
Mei ’21
–
–
–
–
–
—
217
,,
’21
–
–
–
–
–
–
10115
Mei ’20
3716
.
6216
751-
–
f
12,-
–
12117
,,
1
19
281-
47/6
47/6
4716
f
10,- Kr.45
Juli 1914 ir. 7,-
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN.
Bombay
Birma
Vlodivo-
Chili
D
0 0
t
West
West
stock
West
1
Europa Europa
West
Europa
(d. cs,.)
(rijst)
Europa
(,aipeter)
9114
Mei
1921….
2216
351-
–
3216
217
April
1921….
–
– –
396
10115
Mei
1920….
1051-
1401-
–
1001-
12/17
,,
1919….
1151-
lso/-‘)
–
–
Juli
1914..
.
14/6
16/3
25/-
2213.
‘) Voor Britsche schepen.
Graan Peirograd per quarter van 496 lbs. zwaar, Odessa per unit, Ver. Staten
per quarter van 480 ii,,. zwaar.
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE .IBERICHTEN
INKLARINGEN.
.
. ‘- 1DORDRECIIT.
IJMUIDEN.
448
April 1921
April 1920
Landen van
Aantal
N.R.T.
Aantal
N.R.T.
herkomst
schepen
schepen
Binneni. havens
17
14.4d0
3
..664
Groot-Brittannië
70
50.983
13
9.034
Duitschland..
26
27.793
8
4.867
Noorwegen
..
4
1.9t13
11
3.401
Zweden
3
2191
4
1.486
Denemarken
6
2.842
–
2
450
Finland ……..
–
–
2
2.103
Frankrijk
17
9.344
7
3.717
Spanje
2
1.736
1
906
Portugal
3
2.418
1
977
Levant
3
3.790
2
1.578
Over.W.k.Afrika
2
2.694
2
1.917
Ooètkust Afrika
1
1.948
Ned. Oost-Indië
7
29.650
6
16.409
And. Aziat. hav.
1
4308
–
–
Vereen. Staten
4
8.777
1
2.380
Midden-Azerika’
2
8.050
3
3.676
Ned. West-Indië-
Ned. Antillen
3
6.458
3
13.658
Argentinië, Uru-
guay
4
19.749
5
16.297
Chili ………..
2
6.548
– –
.
177
205.442
74
83.529
Totaal ….
Periode 1 Jan.
–
30 April
….
747
878.037
439 523.704
Nationaliteit.
Nederlandsche
101
131.893
41
53.985
Britsche
37
47.467
9
20.362
Duitsche
18
9.384′
22
7.970
Noorsche
7
2.281
1
689
Belgische
1
1.872
–
–
Fransche
4
2.307.
–
–
Zweedsche
6
3.969
–
–
Deensche
–
–
–
1
523
Vereenigde Stat
2
5.802
–
–
Andere
1
467
–
–
177
205.442
74
83.529
18 Mei 1921
April’ 1921
April 1920
Landen-van
.
herkoiii’st
•.
Aintal.
N. R. T.
schepen-
.
Aantal
N.
R. T.
.
schepen
Binnenl. havens
1
138
–
–
Groot-Brittannië
. –
–
.
1
46
Duitschiand
.
..
–
:’
–
. –
9
.
1.978
Noorwegen
–
–
1
268
België
–
.
–
3
3.975
Letland
1
121
–
Totaal …
.
2
259
14
6.267
Nationaliteit.
Nederlandsche
1
138
4
738
Britsche
……
.-
–
1
46
‘
1
121
5
1.240
Noorsche
–
. –
1
.
268.
Duitsche
…….
Belgische
–
–
2
522
Vereen. Staten
– –
1
3.453
Totaal .. -.
•
2
.
259
14
6.é267′
(Gerard Mauritz.)
DELFZIJL.
.
April 1921
April 1920
Landen van
Aan:tal
sche’pen
N
R
. T-
Aantal
schepen
N.
R. T.
herkomst
Binneni. havens.
•_
3
.
335
Groot-Brittanië
–
1
433
1
64
Duitschiand ., ..-
1
18
3.9
7
4
47
.
6.816
Noorwegen
. . . .
1
334
Zweden
–
—
11
2.075
Denemarken
–
–
2
114,
Rusland-Oostz.h
– –
1
69
Finland………
2
492
•1
378
Vereen. Staten..
2
932
–
.Chili ………….
.
2
6:440
–
–
26
12.608
66
9.851
Totaal …
Nationaliteit.
Nederlandsche
6
1.164
18
3.329
Britsche
2
932
–
–
Duitsche
……
18
10.512
T 48
6.522
Totaal ….
26
12.608
66
9.851
(Vereenigde Scheepsagenturen van
Halverhout & Zwart en Zurmühlen & Co.).
(A. van Dijk.)
Naamlooze Vennootschap
THOMSEN’S.HAVENBEDRIJF
•
gevestigd te ROTTERDAM.
7 pCt. Vijftienjarige Obligatieleening groot f 1.500.0000-
-,
Trustee voor Obligatiehouders: Nederlandsch -Administratie-.;en Trustkantoor.
De ondergeteekende bericht, dat, de inschrijving op bovenbedoelde leening is
opengesteld op
–
WOENSDAG 25 MEI 1921
–
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur,
• bij hare kantoren te ROTTERDAM, AMSTERDAM en ‘s-GRAVENHAGE, tot den
koers van
.
100 pCt.
Prospectussen, inschrijvingsbiljetten en exemplaren van de statuten zijn bij de
kantoren van inschrijving verkrijgbaar.
Afschriften van de Trustacte d.d. 1 7 Mei 1921 liggen aldaar ter inzage.
ROTTERDAMSChE BANKVEREENIGING.
ROTTERDAM, 19 Mei 1921.