0
18 AUGUSTUS
190
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economi – schowStatistische
Berl”chten
ALCÈMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITuUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
5E JAARGANG
WOENSDAG 18 AUGUSTUS 1920
No. 242
INHOUD
BIz.
HET CRËL)IET VAN DE GEMEENTEN
II
door
A. R.
Veenstra.
715
De Engelsche wet op het Mijnwezen door
Prof. Ir.
Is. P.
de
Vooys
…………
…………..
…………
718
Nog eens: De Discontopolitiek der Nederlandsche Bank
onder normale omstandigheden door
O.M.
Boissevain..
719
Londensche
Correspondentie
……………………..
721
Index-cijfers
………………………………..
723
AANTEEKENINGEN:
Volkscredietwezen in Nederlandsch-Indië
…………
723
Een
regeeringsuitlating over de Britsche Petroleum-
positie
………………………………..
725
BOEKAANKONDIGING:
P.
A.
Roeper Bosch: Japan in den Oorlog, bespr. door
Dr.
H.
de Warssel van Cingeishoucic …………
726
OVERZICHT VAN
TIJDSCHRIFrEW
…………………
727
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
728-734
Geldkoerseri.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen. Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Assi8tent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wonsink.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8.408.
Abon.nementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van hef Instituut ontvangtn
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen, de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,50 per regel. Plaatsing. bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditrnar’s Uigevers-
Maatschappij, Rot térda.m, Amsterdam, ‘s-Graven.hage.
16 AUGUSTUS 1920.
Deze week .stond ook weer in het teeken van een
algemeene lusteloosheid.
Privaatdisconto bleef onveranderd 3 pOt., met vèel
vraag en weinig aanbod van materiaal.
Prolongatie 34 pOt., met zer weinig belgstel-
ling.
*
*
*
In wissels vonden hier – evenals op de .’oornaam-
ste ‘buitenlandsche markten – slechts betrekkelijk
geringe omzetten plaats. Een ieder wacht af hoe de
politieke ‘gebeurtenissen zich zullen ontwikkelen, en
men onderneemt niets, dan waartoe men door de
omstandigheden wordt gedwongen.
Koersen varieeiden slechts weinig en sloten over
het algemeen wat vaster.
Onzekerheid kenmerkte nog steeds het geheel.
LONDEN, 13 AUGUSTUS 1920.
In aansluiting aan het einde der vorige week was
de markt in het begin der afgeloopen week om dezel.f-
de redenen zenuwachtig en lag de disconto-markt stil
en waren prijzen ,,•stiff”. Toen vrees voor verhooging
der Bank-rate in den loop der week allengs verdween,
werd de omzet in ‘de disconto-markt grooter en prijzen
gemakkelijker.
Daggeld bleef gedurende de geheele week in vol-
doend aanbod, alhoewel koersen een iets vastere
tendens vertoonden op het eind der week door grooten
âartkoop van Treasury Biils.
Op het einde der week noteerde daggeld 5 pOt.,
7-daags-geld 5Y2 pOt.; 2-maands 64—% pOt.;
3-maands
6°Iis—%
pOt.; 4-maands
65,_i/ie
pOt. en
6-maands 6/8 pOt.
HET CREDIET VAN. DE GEMEENTEN.
II.
Na enkele algemeene beschouwingen in mijn voor-
gaand artikel, sprak ik de meenixeg uit, dat in het
scheppen van een goed georganiseerd credietwezen misschien het middel zou kunnen worden gevonden
tot opheffing van de ‘moeilijkheid waarin vele ge-
meenten verkeeren. Dat credietwezen zal aan twee
behoeften moeten voldoen; het zal moeten voorzien …in de behoefte aan kasgeld. en het zal cle vaste lee-ningen moeten plaatsen.
Tot heden waren deze beide functies vrijwel van
‘elkander gescheiden. Het kasgeld werd als regel langs
heel anderen weg en uit heel andere bron verkregen
dan- de vaste leeningen. Mogelijk maakten hierop
een uitwndering die gevallen, waarin de Gemeente-lijke Oredietbank de behulpzame hand bood.
Maar, zooals hiervoren naar ik hoop duidelijk
bleek, wensch ik het georganiseerd credietwezen ook
‘om toezicht te kunnen houden op de gemeentebesturen
en daardoof het vertrouwen van het publiek te her-
winnen. Daarom acht ik het noödzakelijk evengoed toe
te zien op de kasgeldleeningen (waa’ronder tijdelijke
‘leeningen), als op de definitieve leeningen. De laatste
•
worden toch meestal aangegaan tot consolidatie van de
vlottende schuld. Zoo ei dus al spraike kan zijn van
een minder deugdelijk of doelmatig financieel beheer, dan moet dat bij. een goede. administratie veelal reeds
tot uiting komen in het opnemen van kasgeld (tijde-
lijke leeningen). Althans in de grootere gemeenten zal het wel regel zijn, dat pas tot een vaste leening
wordt overgegaan als de vlotteiïde middelen dit nood-
716
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1920
zakelijk maken. Bij het aangaan dr. definitieve leening
kan in die gevallen dan ook – zoo er van het begaan
van fouten sprake mag wezen – van het herstellen
daarvan geen sprake zijn. De fout is gemaakt. Daarom
meen ik ook, dat er naar gestreefd moet worden de
voorziening van beide behoeften in één hand te
brengen.
Bovendien lijkt mij dit gewenscht, omdat het dan
mogelijk zal worden regelend op te treden bij ‘het aan-
gaan van definitieve leeningen; de instelling zaal het
juiste tijdstip daarvoor kunnen vaststellen met macht-
neming van alle factoren; die daarbij te pas komen, als
staatkundige omstandigheden, ruimte van geld, jaar-
getijde, stand van de geidmarkt, enz. De ibehartiging
van beide zaken wenach ik toe te vertrouwen aan eene
afzonderlijk daarvoor in het leven geroepen bank, die
geen andere taak mag hebben.
Het doel van de bank zal dus moeten zijn te voor-
zien in de behoeften aan kasgeld en aan geld voor
definitieve leeningen.
Dus doel zou zij ook kunnen bereiken door ..tu8-
schenkomst te verleenen bij ‘het zoeken naar geld.
‘Dit is evenwel mijne bedoeling niet. Mij staat voor
den geest een instelling, die zelf aan de gemeente
geld ter leen verstrekt, zoowel voor tijdelijke doel-einden als voor langen termijn. Het is m.i. een fout,
dat de gemeenten thans geheel onafhankelijk van
elk ander, een beroep doen op de geldmarkt. Nog de
jongste ervaring heeft duidelijk doen zien, welke ge-
volgen dit voor de gemeenten kan hebben als de
markt minder w’illig is.
Maar bovendien komt het mij voor, dat juist in het
feit, dat ‘de bank alleen gemeentele’eningen tot zich
neemt en geen ander doel heeft dan de gemeenten aan
geld te helpen en daarbij haar den eisch stelt van
volledige inzage te geven ‘van alle bescheiden, bij
voortduring voor het publiek een ‘rwaarborg zal zijn
gelegen, die het doet terugkeeren naar de verlaten
fondsen.
En eindelijk komt mij het zelf leenen ook ge-
wenscht voor om een goed overzicht te krijgen en te
behouden van de ‘gemeentelijke schulden.
Ik bedoel ‘dus, ‘dat de bank de leeningen zelf aan-
gaat met, de gemeenten.
De vraag is dus nu aan de’ orde, ‘hoe komt de bank
aan geld?
Alvorens deze vraag te beantwoorden, verdient het
geloof ‘ik aanbeveling, dat ik eerst mededeel, hoe ik
mij die ‘bank verder ‘denk, hoe ik mij haar verhouding
voorstel tot de gemeenten en omgekeerd, alsmede
welke verhouding er naar
mijne
meeninig moet bestaan
tuisschen de ‘bank eenerzij-dz en de ‘Regeeri’ng en de
Nederlandsche Ba’n’k anderzi’ 1€.
De vraag kan worden gesteld: waarom een afzonder-
lijke bank? Om verschillende redenen. Maar wel in
‘hoofdzaak hierom: wil de bank haar taak goed ver-
vullen, ‘dan zal zij werk genoeg vinden. Dan zal elk
nevenbedrijf het hoofd!bedrjf schaden en het doel
onzuiver m’aken. Want winstmaken mag en behoeft
ook hier niet het hoofddoel te
zijn.
Ook het karakter’
van de bank onderscheidt zich van een gewone bank,
hetgeen reeds dadelijk tot uiting moet komen in haar
directie. Deze zal tweeledig moeten zijn: er zal een
directeur moeten zijn, die meer speciaal bekend is met
het bank en credietwezen en een directeur die geacht
mag wor,den op de hoogte te zijn van de gemeente-
administratie en het financieele beheer der gemeente.
Als rechtsvorm denk ik mij, een naamlooze ven-,
nootschap.
De vennootschap staat dus geheel op zichzelf, maar
1
-moet door zakelijke banden zijn verbonden aan de ge-
meenten, het Rijk en de Nederlandsche Bank, omdat
deze lichamen alle belang, hebben, de een meer, de
ander minder bij het goed functi’onneeren ‘an de
bank.
De band tusschen ‘Bank en Gemeenten moet wordèn
gevonden door het aangaan van een credietovereen-
komst, .waarbij ‘de bank .tot op. zekere, hoogte en . duder
bepaalde voorwaarden, zich verplicht aan de gemeen-
ten crediet te verleenen en met haar leeningen aan te gaan. De gemeenten moeten daartegenover zich ver-
plichten hij geen andere instellingen geld op te nemen
of leeningen aan te gaan, dan met goedvinden van de
bank.
Daardoor krijgt
‘dp
bank de volledige contrôle en
de ‘gemeenten de ‘zekerheid – zooveel mogelijk – dat
zij rustig kunnen doorwerken, mits haar zaken in orde’
zijn en zij de grenzen van ‘haar draagkracht niet te
bu’iten gaan.
Mocht men erin slagen dusdanige regeling tot stand
te brengen, dan verwacht ik daarvan tweeërlei gevolg:
dat het publiek geen andere
gemeentelijke
obligaties
zal willen ko’open dan die van de ban’k (ik denk hier
aan de pandbrieven van de hypotheek’banken, die ‘de
contrôle van de ‘spaarbantc hchben aanvaar’d) en dat de
particuliere banken zich niet ‘meer met gemeente-
leeningen willen inlaten en zich zullen ibepailen tot het
verkoopen van de obligaties.
Teneinde den gemeenten het idee te geven, dat ze
zelf ‘de bank medebesturen, zou ik tegenover de ver-
plichting van het nemen van aandeel in het kapitaal
(ik kom hierop terug) het recht willen geven op een
paar commissarisplaatsen.
De verhouding van de Bank tot de Regeering. denk ik mij zoo, dat de Regeering een commissaris namens
baar aanwijst en verder een regeling maakt omtrent
het giro en het verleenen van een crediet, waarop ik
ook terugkom.
De Nederlandsche Bank zal, naar ik vermoed, er
belang
‘bij
hebben, te weten, ‘hoe de zaken gaan en
daarom zou ik ook haar het recht op een commissaris-
plaats willen geven. Verder zou het veel waar’d zijn,
zoo tussehen de Bank en de Nederlan’dsche Bank eene
regeling werd getroffen omtrent het beleenen door
particulieren van door de Bank uitgegeven obligaties
en het beleenen door de Bank, voor de gevallen dat
zulks noodig mocht zijn, van de bij haar ‘berustende schuld’brieven van de gemeenten (‘vaste leeningen).
Nu de zooeven gestelde vraag, waar ‘het geld van-
daan moet ‘komen, en dan wil ik eerst spreken over
het ‘kasgeld.
Krachtens de Wet van 12 December 1897 werd in
1913 door het
Rij’k
aan de gemeenten een uitkeering
gedaan ten beloope van rond
f
11.399.000.
De Staat machtigt nu de ‘bank aan de gemeenten
een totaal crediet te. verleenen – voor kasmiddelen –
tot een bedra’g van 10 maal deze uitkeering, rond
f
120.000.000.
Maar zulks geschiedt onder twee ‘voorwaarden:
10.
dat de ‘gemeenten het Rijk machtigen tot inhou-
ding van de uitkeeri’ng zoo de ‘gemeenten hare ver-
plichtingen niet nakomen (de regeling dus zooals die
on’geveer in de Woningwet voorkomt);
2°,. ‘dat ‘de gemeenten het crediet ontvangen door
tuaschenkomst’ van den postchèque- en girodienst en
zij de verplichting op zich nemen, zooveel ‘mogelijk
alle ‘betalingen en ontvangsten t’ laten loopen over
dien dienst.
Een en ander moet worden geregeld in een aanvul-
ling’ van het Koninklijk Besluit, betreffende den post-
chèque- en girodienst. De gemeenten zullen zich
dan ‘bij het gir’o aansluiten, waarvan i’k de alge-
meene, maar ook van den Staat, geldelijke voordeelen
wel niet zal ‘behoeven ‘te noemen. Er, zou dan, naar ik meen, al .dadelijk een groote inkrimping plaats vinden
van de geldcirculatie. De gemeenten zouden een
groote rentebesparing iverkri,jgen, omdat zij geen,
althans weinig middelen behoeven en anderzijds tegen
matige rente in de credietbehoefte kunnen voorzien.
Ik denk mij deze regeling nu zoo, dat de Staat het
zooeven genoemde bedrag beschikbaar stelt aan de
ban’k. Dus: voor elke gemeente die zich aansluit een
crediet, gelijk aan het tienvoudige van de rijksuitkee-
ring. Zoü het
mogelijk
kunnen zijn, dat voor de groo-
18 Augustus 1920 . ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
717
tere gemeenten een hooger bedrag wordt toegestaan,
dan zou dat aanbeveling verdienen. De bank verleent
het crediet aan de gemeenten en is de algemeene
schakel tusschen de ‘girokantoren en ‘den postchèque-
en •girodienst. De bank is dus de rekening-courant-
houdster, de administrateur van de credieten, ziet
daarop toe, waakt voor overschrijding, enz.
Daarmede acht ik dan tevens bereikt de mogelijk-
heid om contrôle te gaan uitoefenen op liet oploopen
van de vlotteu,de schuld der gemeenten, dus feitelijk op
het doen van uitgaven, waarvoor te zijner tijd voor
een goed deel zal moeten worden geleend. in een nader
uit te werken regeling zal dan het crediet, waarover
per giro mag worden beschikt, moeten worden ge-
splitst in een creçliet voor de gewone huishouding en
een voor buitengewone doeleinden. Ervaring zal hier
doen zien, naar ik mij vlei, dat langs dezen weg een
preventief toezicht kan worden gevonden, dat onge-
merkt wordt aanvaard en waarin een groote mate van
veiligheid kan worden gevonden.
Tevens heb ik de hoop, dat de bank dan het lichaam
zal worden, dat krachtig zal kunnen medewerke’n tot
verbetering van het financieel beheer. Door haar
voortdurend toezien op de handelingen van de ge-
meenten, zal zij er als vanzelf toe worden gebracht
wenken te geven, opgaven te vragen omtrent de renta-
biliteit van deelen der huishouding (‘bedrijven), enz.
en’z.
Verder verwacht ik van dezen maatregel, dat verre-
weg het grootst aantal gemeenten zich vrijwillig zal
aansluiten bij de Bank. Op deze wijze dus, zou ik
willen trachten ‘te voorzien in de behoeften aan kas-
middelen.
Mocht blijken, dat daarmede niet geheel in de be-
hoefte wordt voorzien, dan zal de bank uit de andere
middelen, die haar ten dienste staan, moeten trachten
het tekort aan
te
vullen.
Uit ,,die andere middelen” ‘zullen ook de ‘vaste
leeningen moeten worden gevonden. ‘Waaruit bestaan
die anderen middelen?
Zooals ik reeds zeide, ligt het in mijn bedoeling, dat
de bank zelf ‘de leening’ met de gemeenten aangaat,
dus dat de bank houdster wordt van de schuld’beken-
tenis.
Aan de bank zou ik nu het recht willen toekennen,
obligaties uit te geven: obligaties met langen en
korten looptijd.
Ook hiervoor doe ik een beroep op den Staat, hierin bestaande, dat hij de instellingen als pensioenfondsen,
spaarbank, ena. die ten aanzien van de belegging
hunner gelden onder contrôle staan van den Staat,
verbiedi rechtstreeks met de gemeenten leenin’gen aan
te gaan, daarentegen machtigt, ‘zoo noodig verplicht,
een door de Regeering of ‘daarvoor aan te wijzen
college te bepalen deel van de daarvoor beschikbare
middelen te beleggen in obligaties van de bank.
Verder ‘moet de bank haar dbligaties trachten te
plaatsen bij het publiek. Ik denk mij ‘hier een hande-
ling van de ‘gewone ‘bank, die overtollig geld uitgeeft
en ‘door opneming i’n haar ‘behoeften voorziet. In hoe-
verre het aanbeveling zal verdienen hieromtrent een
regeling te treffen met den ‘gel’dh’andel, zou nader
kunnen worden overwogen. Wellicht zal liet aanbeve-
ling verdienen deze hierin te ‘kennen, ‘teneinde een
vruchtbare samenwerking mogelijk te maken.
De bank ingericht en opgerat, ‘zooals ik heb getracht
te ‘schetsen, zou misschien zonder eigen kapitaal kun-nen werken. Toch zou dit geen aanbeveling verdienen
en er zal d’u’s ‘gezocht moeten worden naar eigen
kapitaal.
Maar hoe groot moet dit dan zijn en waar moet ‘dit
worden geplaatst.
Aan ‘de ‘han’d van ‘de daarvoor aanwezige gegevens,
stel ik mij voor, dat het totaal benoodigde bedrag aan
vaste leeningen, gedurende den ‘komenden tijd, zich
zal ‘bewegen tusschen de 40 en 60 ‘millioen per jaar of
gemiddeld 50 millioen. Gedurende de periode 1905-
1915 was ‘de kleinste officieel ‘bekende toeneming per
jaar 5 millioen, de grootste 49 ‘miljoen, en in de
periode 1913-1919 werden geleend respectievelijk
43, 25, 42, 55, 41, 70 en 124 millioen gulden. Een ge-
middelde van’ 50 miljoen acht ik ‘daarom gerecht-
vaardigd aan te nemen. Wordt de gemiddelde duur op
30 jaren gesteld – de duur ‘zal voor het vervolg korter
moeten zijn d’an in het verleden werd aangenomen,
omdat veel geleend wordt voor ‘bedrijven, waarbij de
afschrijvingsduur moet worden in acht genomen
dan zou dus 30 jaar lang 50 •mil’lioen noodig zijn,
ongerekend. de aflossingen.
Een eigen, volgestort kapitaal van
f
50.000.000
schijnt mij voldoende, onder ‘bepaling, ‘dat ‘dit kapitaal
binnen een bepaalden duur aanwèzig ‘moet zijn en de
uit te geven obligaties niet mogen te ‘boven gaan het twintigvoud van het eigen volgestort kapitaal.
Om dus het eerste jaar 50 millioen te kunnen uit-geven, zal een eigen kapitaal aanwezig moeten zijn
van 2.5 miljoen.
Mocht het tot uitwerking van ‘deze ‘gedachten komen,
dan zou men moeten overleggen, welk bedrag direct
zal worden uitgegeven, omdat ook de rentabiliteit ‘van
de bank hierbij, naar ik meen, een rol speelt.
Het uit te geven bedrag ‘kan op de vrije markt vor-
den aangeboden, maar daarnevens meen ik, dat de
gemeenten tot ‘deelneming moeten wbrden verplicht.
Teneinde de lust bij het publiek op te wekken, om
zijn geld in deze aan’deelen te beleggen en tevens den
gemeentebesturen in te scherpen, dat goed rendeeren
van de bank allereerst hun belang is, zdu ik willen
‘bepalen, dat ‘de aandeelen in twee series worden ge-
splitst: aandeelen A voor het publiek, aa’ndeelen B
voor de gemeenten en verder, dat op de aandeelen B
pas dividend zal worden uitgekeerd, wanneer op de A
aandeelen b.’v. 6 pOt. ‘kan worden ‘uitgekeerd.
De opmerking zal allicht .wor,den ‘gemaakt, ‘dat het
afkeuring verdient, dat de gemeenten zelf aandeel-
houdster’s zijn. Zij eijn immers tevens credietneem-
s’ters. En bovendien zuilen de gemeenten het geld, benoodigd’ voor het koopen van de aandeelen, niet
moeten leenen?
Hiertegenover ‘merk ik op, wat het eerste deel van
de bedenking betreft, dat, zoo ‘de aandeelen worden
volgetort, het voor de bank ‘vrij onverschillig ‘kan
zijn, wie daarvan ‘de houders zijn.
En wat het tweede deel aangaat, ja, dat zou inder-
daad een bezwaar zijn, indien de gemeenten de ‘benoo-
digde gelden, om aandeelen te kun’nen koopen, eerst
moesten ‘gaan leeiien. Maar is ‘dat noodig? Ik meen
dat dit niet altijd •het geval zal zijn. Elke gemeente
‘heeft haar ‘bezit, bestaande in roerende en onroerende
goederen, waart’egenover de schuld; het verschil is
haar vermogen.
Wanneer nu de gemeenten onderling overeenkomen,
haar credietwezen goed te organiseeren, wat kan er
,dan op tegen zijn, dat elke ‘aansluitende gemeente
een ‘deel van haa’r bezit vervangt door vol’gestorte
aan’deelen in de zaak, ‘die ook ‘hââr zaak is. Dat oude
idee, het vermogen mag niet w’orden aangetast, (waar-
onder dan wordt verstaan, het mag niet worden omge.
zet in een ander ‘bezit) heeft reed’s te veel nadeel,
gebracht. Verkrijgen de gemeenten eenmaal een
betere boekhouding, een rekening met ‘baten en lasten, gepaard gaa’nde met een ‘balans, dan wordt de toestand
vanzelf ‘anders. Daarop nu vooruit te loopen en ‘de
gemeenten te laten deelnemen in het benoodigde kapi-taal, acht ik alleszins gemotiveerd.
De bank zal te Amsterdam moeten worden geves-
tigd, teneinde het noodige contact te hebben met de
geidmarkt.
Ik heb vertrouwen, dat langs dezen weg een oplos-
•sing is te vinden voor liet moeilijke vraagstuk van het
cred’ietwezen ‘der gemeenten, zonderdatde Staat direct
behoeft in te grijpen, zonder dat de autonomie ter
wille daarvan behoeft te ‘wor’den ingekort, terwijl toch
kan worden ‘bereikt, dat de Gemeenten onder toezicht
718
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
–
18 Augustus 1920
komen, zich een soort zelfcontrôle opleggen, waardoor
veel kwaad kan worden voorkomen.
Wanneer ik mijn gedachten ten slotte kort samen-
vat, komen zij •hierop neer:
er wordt een bank opgericht met het uitsluitend
doel, de ‘gemeenten te voorzien van -ke-sgeld en leeni’n-
gen op langen termijn;
het kapitaal der bank bedraagt 50 millioen gul-
den, verdeeld in 10 series van 5 millioen, waarvan de
erste wordt uitgegéven in volgestorte aandeelen;
De helft dezer aandeelen, gemerkt A, wordt uitgege-
ven op naam en uitsluitend aan Nederlandsche Ge-
meenten; -de andere helft, gemerkt B, aan toonder.
De tweede helft is voor 0 pOt. dividend preferent
boven de aandeelen A.
debank bekom-t van den Staat het recht, door,
middel van den postchèque- en girodienst aan .de ge-
meenten een crediet in rekening-courant te verleenen,
tot ten hoogste tienmaal het bedrag, d-at in het voor-
gaande jaar krachtens ‘de wet van 12 Mei 1897 aan de
gemeente als rijksuitkeering is toegekend, mits elke
gemeente, die daarvan gebruik maakt, haar recht op
die uitkeerig verbindt voor haar verplichtingen;
dit crediet wordt aangewend voor de gewone en
buitengewone ‘behoeften;
-de bank mag obligaties uitgeven tot het twintig-
voudige van haar volge,storte kapitaal;
de bank leent aan de gemeenten kas-geld door tus-
scheiakomst van den postchèque- en -girodienst, volgens
een credietovereenkomst, en vaste bedragen op langen
termijn tegen schul’dbeke-ntenis;
0. de ‘bank wordt ‘bestuurd ‘door een tweeledige di-
rectie; een- voor •de •ban-kzaken, een voor het toezicht
‘op de gemeenten;
de aangesloten gemeenten verbinden zich, elke
contrôle vanwege -de bank toe te staan en alle inlich-
tingen te verstrekken;
de bank staat onder toezicht van een (ollege van
commissarissen, waarvan één wordt aangewezen door
den Minister van Financiën en één door de Noder-
landsche Bank.
A. R. VEENSTRA,
Gem. Secr.
Amersfoort.
DE ENGELSCHE WET OP HET MIJN WEZEN.
Onder den naam ,,Ministry of Mines Bill”, is op
21 Juni van dit jaar een wetsontwerp in-gediend, dat
v66r 31 Augustus moet zijn aangenomen.
1)
Een nood-
wet dus, doch slechts voor een deel. Men had in Enge-
land gehoopt, dat de contrôle op de steenkolen in den
loop van dit jaar kon worden opgeheven. In de Ooal
Mines .(Emergency) Act 1920 was dan ook een fatale
datum van 31 Augustus genoemd. Het is echter
anders–geloopen. Weliswaar is in Engeland de binnen-
landsche. kolendistributie opgeheven, maar het is,
onmogelijk gebleken de steenkolen geheel Vrij te laten.
De uitvoer blijft onder’ contrôle, evenzoo de binnen-
lan’dsche prijs en de prijs voor bunkerdoeleinden, met
als noodzakelijk gevolg -de regeling der mijnwerkers-
bonen. Dat zal nog een jaar voortgezet worden en’
daartoe dien-t de noodwet. Deze is echter ingelascht
in een wetsontwerp van veel verdere en algemeener
strekking. Het mijuwezen is ook in Engeland dermate
in de war, dat eene regeling dringend nood-ig is. Wat
echter niet zeggen wil, dat het gemakkelijk is. Be-
kend is hoe de Ooal Industry Oommission Act 1919
bn-tsto-nd uit een ‘groote beroering doordat in ‘t voor-
jaar na den wapenstilstand het drievoudig verbond
van mijnwerkers, spoorwegpersoneel en transport-
arbeiders met een revolutionnaire staking dreigde.
Bekend zijn ook de -rapporten, -die ‘door de commissie
onder voorzitterschap v.a’n Justice Sankey werden uit-
gdbracht en die het -onderwerp van de nationalisa-tie
der mijnen actueel schenen te maken. Ofschoon een
staking ter doordrjving van de -nationalisatie -dreigde,
maar -ten slotte niet is ‘begonnen, bleef de actie daar-
‘) [Zie ook pag. 607 van dezen jaargang. – Red.]
voor onder de v-akvereenigingen aanhouden. Tegen-
over deze beweging moest derhalve -de regeering in het
wetsontwerp een eigen -standpunt innemen.
–
Het i’s ook bekend hoe hare h
–
ouding afwijzend is.
Daarmede -kan echter het onderwerp niet afgedaan
worden. De nati-onalisatie werd en wordt-toch bepleit
als middel om -verschillende- misstanden in de kolen-
nijverheid op te heffen. Eene regeerin-g, die dit middel
afwijst, ‘moet trachten langs andere wegen de gebleken
fouten op -te heffen, en zij deed dit in -de Ministry of
Mines Bill, -die vrij zeker -dezer -d’agen wet zal worden,
ofschoon eene verzoening daarmee niet -te bereiken
was. – –
Het plan ‘bestaat uit drie deden. Allereerst wordt
een ministerie van mijnen ingesteld, en -da-araan -zal -de
wet -haar naam ontleeneu. Niet alleen doet deze bepa-
lin’g denken aan het -bekende En’gelsche -gezegde ,’,men
not measures”, maar bovenal schuilt -daarin een prac-
ti’sche hervorming, omdat tot nu toe het mijnwezen
onder verschillen-de departementen ressorteetde en
eenheid van handelen moeilijk verkregen kon worden.
Toch is -de voor-gestelde oplossing niet zoo mooi als ‘die
er in naam uitziet. Er komt geen kolendictator, en
evenmin -wat wij een verantwoordelijk minister noe-
men. Hoofd van het mijnwezen wor-dt -een onder-secre-
taris van den B-oard of Trade, en het -geheele voorstel
is -meer een ‘departementale reor’ganisatie dan een
ni-euwe schepping. Naast den
mijn-minister
komt een
advies-commissie, ‘die eeni,gszins doet denken aan den
Duitschen kole’nraad. Zij zal bestami uit 24 personen
en wel vier mijnei-genaars, vier
-mijnwerkers,
drie –
industrieelen en -drie arbeiders ‘buiten de mijnen, een
mijningenieur, twee mijndirecteuren, een kolenexpor-
teur, een kolenhandelaar, een
koopman
buiten den
kolenhandel, een coöperator en drie hygiënisten. Door
deze commissie wordt tegemoet gekomen aan vele -be-
zwaren, -die tegenwoordig geopperd worden. De ,,Eco-
nomist” van 26 Juni wijst
er b.v. op, dat er sedert,
de instelling der. -staatscontrôle ‘drie kolencontroleurs
en drie voorzitters van den Board of T-rade geweest
zijn, waarvan -alleen -de eersten rekening hielden met –
het
–
advies van deskundigen, terwijl daarna de
bureau’krati-e z66 -zeer -hoogtij vierde, dat de vroegere
advies-commissie haar ontslag nam. –
Het tweede ‘gedeelte van -de wet tracht een volledige
bedrijfsdem-okratie in te stellen. Elke mijn -krijgt een
commissie en elk mijndistrict eveneens. Zes-en-twin-
tig districten zijn weer samengevoegd in zes gebieden.
waarvan elk een raad krijgt met daarboven nog weer
een nationalen raad. Al die corn
–
missies en raden zijn
parethetisc-h samengesteld, d-at wil -zeggen uit even-
veel vertegenwoordigers v-an de werk-gevers al-s van
de arbeiders.
– Deze ‘breede, getrapte -or-ani-satie zal tot taak heb-
ben iin en-der leiding van den rhijn-minister de tegen-woordi-ge misstanden op te heffen. Deze zijn van zeer
v-er-schillenden aatd. Vooraan mag wel genoemd worden
de -geringe -productie. Vergeleken met 1913 zal in 1920
–
de pr6ductie 47 millioen ton kleiner zijn, ofschoon het
aantal arbei-ders, dat in de mijnen werkzaam is in dit jaar 90.000 meer is dan in 1913. In grove cijfers aan-
geduid is er met 10 pOt. meer arbiders pim. 17 pOt..
teruggang in op-bren’gst.
Voor dezen toestand werden allerlei verschillende
oorzaken aangegeven. Werk-gevers zeggen: ‘t is de
staatscontrôle; arbeiders zeggen: ‘t is de geest onder
de arbeiders, die niet meer voor do kapitalisteen-winst
willen werken. En nog -allerlei -and-ere punten worden
opgegeven. Medezeggenschap der -arbeiders is het mid-
del, dat
–
‘de wetgever aan de -hand -doet om -de staats
contrôle te beperken en de ‘geest der ar’beiders te ver-
beteren. Deze laatsten willen er echter -niet van weten.
Zij verzetten -zich hevig tegen -de wet en ‘kondigen aan, dat zij
bij
de uitvoering niet zullen -medewerken. Niet
allèen omdat zij met minder dan nationalisatie niet
tevreden zijn, maar ook omdat zij nog iets -anders
vreezen. De ‘gebiedsr-a-den krijgen ni. de bevoegdheden
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
719
om de bonen te regelen, terwijl de arbeiders een natio-
nale regeling eischen. Bovendien zien zij in ‘de wet
die na een jaar de ‘staatscontrôle ‘afschaft, een terug-
gave der mijnen aan de eigenaars, dus een verzwak-
king van hun tegenwoordige actie voor de nationa-
lisatie .De oppositie is zoo sterk, idat de regeering een
zeer eigenaardigen passus in de wet heeft ingelasoht,
waardoor het gehcele bweede deel der wet automatisch
wordt opgeheven indien de ‘arbeiders tot 31 Augustus 1921 blijven weigeren aan d’e samenstelling der com-
missies en raden deel te nemen.
Daarmede vervalt dan ook de bevoegdheid der
districtscommissie en der gebiedsraden om de onder-
linge samenwerking van mijnen ‘te bevorderen waar
•dit tot een ekono’mischer werkwijze kan leiden.
Het derde deel van de wet stelt een fonds in voor
sociale en hygiënische doeleinden. Dit fonds wordt
gevormd door eene belasting van een stuiver per ton
kolen en zal jaarlijks een millioen pond kunnen be-
steden. Een commissie van 5 personen met een ver-
tegenwoordiger der arbeiders, en een der werkgevers
zal erover ‘beschikken.
Ofschoon de strijdende partijen v66r en tegen natio-
nalisatie geen van beide door de wet bevredigd aijn,
omdat de één er in een ‘stap in de richting van ‘natio-
nalisatie, en de ander een stap terug ziet, bevat de
regeling ongetwijfeld veel goeds. Het is echter een
kompromi’s en wekt geen ‘geestdrift, zoodat het de
vraag is of het in werking zal kunnen komen. Boven-
dien is het ook een aarzelend kompromis, doordat de
bevoegdheden vanaf den minister tot aan de kleinste
mijncommissie beperk’t gebleven zijn. Wanneer ‘boven-
dien de nieuw te benoemen mijn-minister ‘geen durf
heeft en geen animeerende persoonlijkheid is, ‘doch
een politicus of bureaukraat, is ‘het zeer de vraag of er
van ‘t geheel voldoende kracht zal uitgaan om
Engeland’s kolennijver’heid te herstellen van een be-
denkelijke ‘bloed.armoede. Dit is niet alleen een belang
voor Engeland, maar ook voor geheel West-Europa.
De conferentie van Spa heeft er de aandacht op ‘ge-
vestigd van hoe ‘n groot belang het is voor een
ekonomisch herstel van ‘alle landen, dat de West-
faalsdhe kolenproductie weer op het oude peil ge!bracht
wordt. Maar even belangrijk is het, dat Engeland weer
in staat geraakt zijn vroegere kolenuitvoeren te her-
vatten. l)ie export-hoeveelheid is nog grooter dan de
Westfaalsche.
Daarom is het van beteekenis, ook ‘buiten Engeland
om op te letten, of deze ‘slappe Engelsche wet. toch nog
kracht zal krijgen om de ‘ontworpen regelingen te
realiseeren tot een nieuw en groeiend organisme.
Gebeurt dat, ‘dan is een geleidelijk herstel te ver-
wachten en kan ook de nationalisatie-beweging vanuit
de politieke in practische banen geleid worden.
Den Haag, 2 Augustus 1920.
Is. P.
DE
Vooys.
Na s c h r i f t.
In de zitting van ‘t Hoogerhuis van 4 Augustus
werd de wet nog door een paar amendementen ver-
zwakt. Allereerst ‘zal er ‘toch geen afzonderlijk minis-
terie komen. Een secretaris van de Board of Trade
verkrjgt de ‘bevoegdheden, die aan den minister van
mijnen zijn toegewezen. In •de tweede plaats – ho-
langrjk bericht vor de reeders – ‘zullen alleen voor
de kustvaart tusschen Engelsche ‘havens ‘lagere bun-
kerprjzen vastgesteld kunnen worden, ‘zoodat voor
alle andere vaarten de vrije, ‘d’at is hooge ibunkerprjs,
zal komen. Ten slotte zullen de arbei’dersleden der
velerlei commissies en raden hunne eigen kosten moe-ten betalen.
Deze vrijwel doodende amendementen voor een zoo
weinig levenskrachtige wet zijn begrijpelijk uit de
opvatting in ‘t Hoogerhuis, dat nôch de arbeiders,
nôch de mijneigenaren van ‘de wet gediend zijn, en
dat voor een experiment ten ge’noege van departe-
mentsambtenaren niet zooveel geld gevoteerd moet
worden.
NOG EENS:. DE DISCONTO-POLITIEK DER
NEDERLANDSCHE BANK ONDER NORMALE
OMSTANDIGHEDEN.
1)
In aansluiting aan mijne laatstelijk in dit tijdschrift
‘met Prof. V.an Gijn gevoerde polemiek over de ‘disconto-
politiek der Nederlandsche Bank onder normale om-
stan’digheden, zal het niet van belang onlibloot zijn
de aandacht nog eens op het navolgende te vestigen.
In zijn Economistartikel ,,Nieuwe Oirculatiebarik..
politiek” schreef Prof. Van Gij’n o.m., dat tot dusver
ook in de praktijk gold, dat het hankdisconto werd
verhoogd, wanneer er van de gelegenheid om krediet
te krijgen, met name bij ‘de Nederlan’dsche Bank, een
te ruim gebruik werd gemaakt en de ru’ilmid.delen te
ruim worden, er ‘bijvoegende, dat die praktijk na te
gaan is in de bankverslagen.
lik repliceerde, dat de bedoelde loop van zaken m.i.
door den geleerden schrijver niet juist werd voorge-
steld; disconto-verhoogin,g, schreef ik, moet’d.ienen om
uitzetting ‘der circulatie van het fiduoiaire ruilmiddel
tegen te gaan, di’e uitzetting van de zijde van den
handel gewenscht wordende wegens zijn verlangen
naa’r meer ruimte van ruilmiddelen; waardoor dus het
bewijs ‘geleverd wordt, ‘dat ‘op dat oogen’blik er geen
sprake was van bestaande te groote ruimte van ruil-
middelen en veeleer van ‘betrëkkelijke ‘schaarschte van
deze.
Nu heb ik mij eens ‘de moeite ‘getroost om heel de rij
der verslagen van de Nederlandsche Bank van 1864/65
af tot aan het einde van ‘het presi’dium van Mr. Van
den Berg t’e doorbladeren. Welnu, .geen woord ‘heb ik
daarin gevonden van een door te groote ruimte der
ruilmid’delen veroorzaakte disconto-verhooging. In
den regel is in die verslagen slechts spra’ke, wat de
kredietvereeni’gingen aangaat, van wat men wu kun-
nen noemen ‘de technische bijzonderheden: ver’deelin’g
tusschen disconto’s en beleenin’gen, verdeeling der
aanvragen tusschen ‘hoofdbank, ‘bijban’k en agentschap-
pen, enz. en wat de rente-tarieven betreft van de
bijzonderheden d’iena’angaande en van vergelijking
met ‘de rentekoersen in het buitenland. Verdere be-
spreking van den loop van zaken en m’otiveering der
genomen maatregelen komt daarentegen in ‘den regel
niet voor. Slechts zeer bij uitzondering vindt men in
‘dien geest een opmerking. Doch welke waren nu die
opmerkingen?
In het verslag over 1890/91 leest men: ,,Onze cre-
dietoperatiën waren ditmaal uitgebreider dan sedert
lang het geval was” en verder: ,,met deze sterke uit-
breiding der operatiën gingen ‘groots veranderin-
‘gen in ‘de sedert lan’g zoo stabiele rentekoersen samen”
en dan eindelijk liet volgende:
,,Het behoeft u nauwelijks gezegd te worden, waar al
deze beweging ui’t voortkwam. Reeds in .de maand Juli liet
het zich aanzien, dat het najaar niet rustig v’erloopen zou.
Onze effeetenbeleeningen, ‘die op
f
28.000.000 stonden, toen
wij den
11
Juni
1889
‘de rente voor binnenlandsohe effecten
op 2%,
voor buitenlandshe op 3 pOt. brachten, waren
achtereenvolgens tot
f
49.000.000
geklommen, welk cijfer
slechts weinig verschilde met het ‘hoogste bedrag
(f50.900.000),
‘dat ooit te voren (6 Januari
1879)
was be-
reikt. Te Londen stoM ‘het particuliere ‘disconto op
4
pCt.
en van alle kanten bleek ‘het, hoe groot ide engagementen
waren, welker afwikkeling ‘te vergeefs werd beproefd.
Schoon ‘de staat der Bank nog zeer krach.tig was, aohtten
wij eenige renteverhooging noodzakelijk. Wij bepaalden ons tot de beleeningsrente en verhoogden die den
9
Juli
met een ‘half pOt. Tevens werd een begin gemaakt met de
vermindering d.er buitenlandsc.he Portefeuille, en naar ge-
lang het ons duidelijk werd, ‘dat de Bank aan ‘zware ei.schen
‘het ‘hoofd zou moeten bieden, gingen wij kraehtiger ‘daar-
mede voort.”
En ten slotte nog een relaas van hetgeen tot den
1)
[De ‘polemiek over ‘dit onderwerp werd in het nummer
van 30 Juni jl. besloten met een artikel van Mej. Mr. E. C.
van Dorp met on’derschrift van den ‘heer G. Al. Boisse-
vain. Intusschen hebben wij op aandrang van laatstge-
noemde niet willen weigeren alsnog dit nader antwoord op
te nemen. – Red.]
720
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augutus 1920
loop van zaken in hoofdzaak aanleiding had gegeven,
of daartoe voorndmelij!k had ‘medegewerkt.
En in ‘het verslag over 1895/96 leest men:
,,Onder den invloed eenér toenemende vraag naar crediet-
hulp zetten onze credietoperatiën zich niet onbelangrijk uit.
Het opereereud kapitaal in
1894/95 gemiddeld
f
92.600.900
was ruim acht en een half miilioen kooger en iedroeg
f
101.246.049
voor
1895/96.
Trekt men het buitenlandsch
papier van het opereerend kapitaal af, oo ‘vindt men voor
1894/95
f
68.652.740
en voor
1895/96
f
83.102.551,”
terwijl dan verder volgde:
,,De rentekoersen ihebben in het afgeloopen boekjaar de
volgende wijziging ondergaan: met
26
Februari
1896
‘werd
de rente voor disconto en voor beleening op goederen met
een half percent verhoogd, sdzoo gebracht op
3
pCt. ‘voor
disconto van papier met drie of meer handteekeningen, op 3Y
2
pOt. voor disconto van promessen en papier met twee
teekeningen, op 3Y
2
pCt. voor beleeniug op onderpand van
goederen, terwijl de rente voor beleeningen op bin’neîi-
landsbe en buiten’landsche effecten, voor korte beleeningeii
en voor voorschot op onderpand in rekening-courant met
een geheel percent ‘werd verhoogd en alzoo gebracht op
respectievelijk 3Y
2
pOt.
4 ‘pCt.,
4Y
2
pOt. en 5 pCt.”
Hel is öpmerkelijk hoe beide aanhalingeii uit de
verslagen der Nederlandsche Bank de juistheid beves-
tigen van wat door mij aan Prof. Van Gijn werd
tegengeworpen. Het was telkens ‘behoefte aan meer-,
dere krediethulp en uitzetting van het fiducia.ire ruil-
middel en tde noodzakelijkheid om daartegen een dam
op te werpen, waarin de oorzaak der disconto-ver’hoo-
ging bestond en niet overvloed, te groots ruimte van
ruilmiddelen.
Zoo leveren die aanhalingen dan ook een nieiiw be-
wijs er van, hoezeer ik gerechtvaardigd ‘ben, om al
wat i’k tevoren in mijn debat met Prof. Van G-ijn ge-
schreven heb, volkomen te handhaven.
Deze verklaring diene tevens ter nadere ‘beantwoor-,
ding vanf Mr. v. Dorp, waar zij iïi haar artikel ,,Dis-
conto-verhooging ij overvloed of bij scb a
aarschte vn
ruilmiddelen” v’olkomn ten onrechte beweerde, dat
gebleken zou ‘zijn, dat ik niet ‘meer zou volhouden
wat aanvankelijk mijne stelling tegen Prof. Van Gijn
was.
Ik •rensch trouwens te dezer gelegenheid, ‘betref-
fe
n
de genoemd artikel van Mr. Van ‘Dorp, nog enkele
opmerkingen te maken.
Grootgebracht ‘in de school, volgens welke men
tegenover dames voor alles beleefdheid heeft in acht
te nemën, ‘voorts mij eenigszins vleiende ,,qu’i bon
entendeur demi-mot suffit” heb ik gemeend, ter be-
antwoording van Mr. Van Dorp’s bovengenoémd ar-
tikel mij in het no. van 30 Juni van dit tijdschrift
tot en kort onderschrift te moeten en te kunnen’
bepalen.
Bij nader inzien echter acht ik, met het oog op het
punt van uitgang der discussie in ‘deze, het toch
wenschelij’k op genoemd artikel terug te komen en
daarbij,
,
zonder aanzien des persoons de puntjes op
de i’s te zetten.
Mi. Van Dorp ha’d in een vorig artikel (in het
no. van 9 Juni) eenige citaten gegeven uit Pierson’s;
geschriften, waarmede zij meende het bewijs te leve-t
ren, dat in mijn polemiek met Prof. Van Gijn over,
de geidpolitiek ‘der Nederlansche Bank, Pierson aan
1
Prof. Van Gijn”s zijde ‘stond en niet aan de mijne.
Nu heb j.k, het zij in parenthesis opgemerkt, nooit
tegengesprôken dat er in bijzondere gevallen ook
‘door ruimte van ruilmiddelen disconto-verhooging
gevorderd kan worden – men zie wat ik schreef in
mijn artikel in het no. van 2 Juni – maar het wa-
ren niet dergelijke bijzondere ‘gevallen waarover het
debat tusschen mij en Prof. Van Gijn liep.
Doch ziet, de aanhalingen, door Mr. Van Dorp’
gedaan uit Pierson’s geschriften, betroffen voor ‘het meerendeel juist wel zulke ‘bijzondere gevallen. Dit
nu deed ik in mijn artikel in het n’o. van 16 Juni
aan Mr. Van Dorp opmerken, er ibijvoegende dat voor
zooveol •er in die citaten iets voorkwam, wel in ver-
band staande met het tusschen Prof. Van Gijn en
‘n’iij. behandelde, dit met het door ‘mij gesclirevoe
volstrekt niet in botsing kwam. Ik voegde er bij Mr.
Van Dorp te tarten mij te
bewijzen,
dat Pie’rson mij
een ‘démenti zou hebben gegeven waar .ik beweerde,
dat onder de omstandigheden, door mi.j uitvoerig
omschreven, aanleiding bestond voor disconto-ver-
hooging.
En welk is nu het antwoord, hierop door Mr. Van
l)orp in haar artikel in het no. van 30 Juni gegeven?
Ad lum, zonder eenige notitie te nemen van mijne
opmerking, dat del door haar neergeschreven citaten voor •het meerendeel hier ter zake niet dienende wa-
ren,
verwijst
zij opnieuw naar die citaten. Zooals ik
dadelijk schreef, wanneer men aldus in eene ‘discussie
geen acht slaat op hetgeen .door de’.tegenpartij wordt
aangevoerd, ‘komt men niet verder. Laat mij, om mij-
nerzijds geen woord onbeantwoord te laten, hier nog
bijvoegen dat waar Mr., Van Dorp ‘beweerde, dat in
de door haar aangehaalde ‘woorden van Pierson deze
schreef, dat disconto-verhooging alleen dan plaats
vindt wanneer er is overvloed van ruilmiddel, dit
niet ‘jüist is; wel sprak hij van disconto-verhooging
ter vermijding van overvloed ,’an ruilmi’ddel, maar
dit is toch iets anders..
Ad Ilum, ontkent Mr. Van Dorp ‘hare verplichting
om dejuistheid der door haar tegen mij ingebrachte
beschuldiging “te ‘bewijzen. Niet zij’ zou ‘dit ‘bewijs
moeten leveren, maar ik het ‘bewijs van het tegendeel.
Hoe nu, men zou het recht hebben eene beschuldi-
digiug tegen iemand uit te spreken zonder daarvoor
bewijzen aan te voereii, en ‘gevraagd zijnde die bewij-
zen te leveren, mogen repliceeren: bewijs gij mij het
tegendeel! ,Dit is zeker een gemakkelijke manier om
zich van zijn taak af te maken, doch juist kan ik ht
niet vinden.
Intusschen ,,je serai bon prince”; en dan vraag
ik aan Mr. Van Dorp om nog eens na ‘te lezen wat
Pierson in zijn Leerboek schreef over de gèschiedenis
van de Bank van Engeland en haar wanbestuur in
hét begin der vorigè eeuw; zij zal dan vernemen, ‘hoe
het Bestuur der Bank deze in moeilijkheden bracht,
doordat ‘het niet wist te weigeren om te voldoen aan
de b e h o e f t e n van den handel om, door ruimer
kredietverleening van de
zijde
der bank, over meer
ruilrni’ddel beschikking te,
verkrijgen;
hoe, in stede
van aan die b e. h o e f t en te voldoen, liet Bankbe-
stuur tot d’isconto-verhooging had moeten overgaan
of, zoolang dit niet geoorloofd was, daartoe andere
middelen had moeten aanwenden.
Voorts wijs ik Mr. Van Dorp ‘b.v. op hetgeen Pier-
son in zijn Leerboek (,blz. 603/4 van den 2en dru’k)
schreef over de b e h o e f t en aan meer ruilmiddel
waaraan de Bank wèl’-en ‘die waaraan zij niet kan
voldoen.
Pierson sprak dus ‘herhaaldelijk van
behoeften
aan
meer ru,ilmiddel, behoeften welker vervulling, ‘kan
een bank daaraan niet voldoen, te keer gegaan moet
worden ‘door disconto-verhooging ter breideling der
kredietvraag. En nu overwege Mr. Van Dorp of, wan-
neer er behoefte bestaat aan iets, dit wijst op over-
vloed, op ruimte daarvan, dan wel op een tekort daar-
van, op sc’haarschte.
Ik kom nu tot een ander punt, dat alle aandacht
verdient.
Mr. Van Dorp laat mij zeggen, ‘dat er ,,schaarschte
van ruilmiddel,is zoolang er kredietvraag ‘bij ‘de Bank
is,” en dan voegt zij daaraan toe: ,,daar er altijd
kredietvraa’g bij de B’ank is, mits de rente niet al te
hoog is, is er dus volgens den heer B. vrijwel altijd
schaarschte van ruilmiddeil, en in ieder geval dan,
wanneer ‘de rente laag, en het ruilmiddel, in de taal van Ricardo en Pierson, dus juist ruim is.”
Mr. Van Dorp leest – dat weten we – veel; jam-
mer echter, dat zij,niet altijd ook
goed
leest, of althans
wel eens wat ‘vluchtig leest en daardoor in ‘hare citaten
niet juist is. Ik had reeds vroeger, t.w. in’mijn artikel
in het nummer van 16 Juni, aanleiding ‘haar dit onder
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
721
het oog te -brengen. En ik meen het recht te hb’ben
dit nu aud:errnaad te doen. Wat ik schreef, is het vol-
gende:
,,Hoe zou -de ]3a.nk 400r ver-hooging -harer rentetarieven
invloed op den gang van zaken -kunnen uitoefenen wanneer
niet er kredietvraag bij haar bestond, en in het bestaan
van, die kredietvraag, ligt het bewijs van een bestaande
betrekkelijke sohaarschte van beschikbaar kapitaal en van
-daaauit voortvloeiende ‘betrekkelijke schaarschte – niet
ruimte – van rui’lmicldelen.”
Ik sprak ‘dus van een stand van zaken, welke aan-
leiding kon geven tot disconto-verhoog-i-ng, en nu weet
toch een ieder, die geen vreemdeling is in de praktijk,
dat betreffende zulk een stand van zaken niet gezegd kan worden, dat er altijd kredietvraa’g bij de Bank is.
Wat ter beoor-deelin-g van den toestand der geldm’arkt
en ter bepaling van de gedragslijn, door de circulatie-
bank te volgen, van beteekenis is, is niet of er eenige
kredietvraa-g, welke ook, bestaat, doch welke de aard is
en de omvang van de kredietvraag.
Is, zou ik geneigd zijn te vragen, wat Mr. Van
Dorp mij tegenwierp wel iets anders dan een holle
phrase, welke men niet verwacht zou hebben van
iemand, die zoo gaarne zich beroept op Ricardo, en
Pierson en eene leerlinge -dezer gevi’erde schrijvers
niet waardig, van -deze schrijvers die’ altijd blijk gaven
het door ‘hen behandelde onderwerp volkomen ‘door-
dacht te hebben.
Ten slotte matigt Mr. Van Dorp zich het recht toe
om ,,’dii ‘haut de sa ‘grandeur” mij te beschuldigen
van ontrouw aan de beginselen van ‘hem met wien ik,
meer dan een halve eeuw lang, door innige -vriend-
schap en sympathie verbonden was, tegelijk -dat ik
steeds van zijn meerderheid en .meesterschap op meer
dan een, gebied volkomen doordrongen was. en telkens,
wanneer het mij gegeven werd met hem op eenigerlei
wijze samen te werken, mij dit als een-, e.er toer.ëkende.
Ik werp die. beschuldiging met verontwaardiging
van mij af. en -aarzel niet haar onbehoorlijk en
,,iinfair” te.heeten. G. M.
BoIssEvA-IN.
14-8-20. –
LONDEN’SCHE CORRESPONDENTIE
De beivegin,g’ onder de arbeiders, tegen
een gewapend optreden tegen Rusland;
handelsbew eging;. profit sharing; bank-
expansie.
Onze Londensche correspondent schrijft ons dd. 13
Au gustus’:
The Russian crisis bas- this week over s-hadowad
all other’ events. The- tone of public opin-ion’ is ho-stile
to any further aciventures. which will add to the dif-
ficulties of’ the fi’nancial and’ co-mmercial .sjtuation,
the precario-usness of ‘which is’ being’ increa-singly
recogn’ized. The most dramatic aspect
–
of the, internal
features of’the situation has been the uprising’of t’h.e
L-a-bour mo.vement a-gain:st the pos.s.ihi
Ii’ t y o f a r – m e d c o n f.1 i c t, and’ th-is. is li.kely,
whatever the outcome- of the Rus-sian- situation
may- be, to have’ permanent consequences., For’
some time- the La-bour .movement has been- torn
in twain over’ the question of use of’ the. strike
weapon in political d’isputes. ‘The f act: that this
week the’- meinbers- of the riglit, win-g’ of the
party have come into the arena as sup’poi-
ters– of a, possibl’e general s-tr.ike i’s a: signt that the
t’heoretica-1 conflic,has- been decided,in favouav off the-
left, It. is true that Mr. Olynes. andt the other’ r’ight
ving memibers,- of
,
the.new ,,Oouncil: of’ Action-” have’
reservedl the night to alter their tactien ini the: even-t
of the ,,R
–
e
–
d Reace” bein-g. intol-erable,. neveutheless
the fact-. that in a first cla-ss crisis they, have.impli-
citly sa.nctioned, the, u-se of’ the -strike is. a; lau’dmark
in British politi,cal history. All the,, more? ‘are those
statcirnan,to be b1aned- who .bave allowed: thigs. to;
come,to;thia, pas: TherP.r:emi.er’i eoo,gni.zed’by1 mo,st,
of the left to be sincere in his efforts, ‘but the actions
of other mem’bers of the coalition are largely to
blame that this very serious swing to other than par-
liamentary weapons s-hould have ‘become so much
more decided. –
Even if we are not to have a general stri-ke, the
dange.r of a coal strike i-s even nearer then it was a
few week-s. ago-. The miners are to ballot on a strike
and the ou-tcome eau hardly ‘be in- doubt. The issue
remai-us unchanged, the miners are strikin’g for
higher wages and for’ a reduction of the piice of
coai. Oynics may poiiat to the f act that this decision
has ‘been, taken at the very moment of the Ru.ssian
crisis as – -a, sign ‘of the material-ism of the Labour
mo-.vem,ent, and- tacti-ca-lly it is certainly a great mis-
take, since it will dive.rt public attention from the
very s.incere feeling that exis-ts on the Goveruments
muddling of the whole of the Eastern question.
1 refrai-n from commentin’g on the French situa-
tion, since this is largely political, but it will of
course also have its economie consequences. The
Ang-lo-French- ban f’alls due in October, and it is
not yet dear that the French have prepared to meet
their share of the joint liability. 1f the intention is
that th-e British Government should advance the
French portion of the ban, the cleavage over Gene-
rai Wran’gel will -make’ thi’ugs much more difficult,
since’ public opinion is already very averseto furthr comm.itmen.ts’, and the tone of’ public comment on
the’ ,,’bombsbell” of recognition is very decided.
The P’orei.gn Trade Return-s for July are
now available,
–
and are as fol-lows:
(In
£ 1000
Sterling.) Raw Mate-
Food,
rials&Arti.
Articles
–
Drink & des niainly mainly
Total inc.
–
Tobacco. Manufactd.
Manufd.
Misceil.
Gross Imports . .
69.6:
51.9
41.9-
163.8:
Inerease or decrea-
se:on June, ’20. +
2.0 –
6.0
– 2.8; – 8.7
–
July,’19
– 3.6 – 2.4
+
16.9
+
10.7.
British Exports..
4.5
12.5
119.0′
137.5
Incr.easeor dec
r
ea
–
se;onJune,’20. +
0.2,
+ 1.0
+ 19.9:
+
21.1
–
July, ’19:.
± 1.9 + 1.5
+ 67.9 ± 72.2)
ExportsofForeign
‘
–
&Colon.Produce
86
9.2
5.0
1-7.8′
locrease ordecrea-
se on June;’20. – 0.5
– 1.8
+ 0.1 –
2.3
J.uly, ’19. – 0.2 + 3.7
+ 2.7
+ 6.0
Expressed in terms of percentages, the movement
is thus’:-
J’i.ily ’20 as compared with June ’20:
Imports
……………….
4.1 pCI. dovi.
–
– Exports
………………
18.1
increase.
Re-exports
………… ….
11:3
clecreae.
J’uly. ’20 compared wi-th J’ul’y ’10:
Imports
………………..6.7 pCt. increase.
Exports
……………….
110.4
increase.
Re-exports
……………..59.0
inerease.
the satisfacto,ry feature is the iucrease in the ex-
.ports; accompanied with a decline in the imports,
for this, will affect favourably the balance of in-db-
tedness. It; i-s ‘of course in the next, few rnonths. that
-. the, beav-y gram-, and, cotton movements take pince,
when, the imports.will swell again. –
The official ,,Board of Trade Journal” mits issue
of, August .12 contains- an important estimate of -the
,,I-n.visi-ble Exports” of the country, which itpu’b1ish-
es, to bring up to date the calculations published, in
itsumber for J’nnuary 15. Suc,h an estimate neces
sarily, contains many item-s- w-hich are liable, to: error,
especial1 at, a. time: like this-, w,hen prices and trâde.
are -gi’ven to- sudden variations. In particular’ the
earn’ings of s-hipping’ may be- adversely affècted in
the foi:thcomin-g. mon.ths, if the fail in freights. con-
tinues. The estimates of the Board of Tra-de, run
thus:
722
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus
1920
1920
Jan ,/June
July/Dec.
Investments abroad ……..£ 60
£ 60
Shipping Earniugs ……….,, 230
210
Other Services
…………,, 20
20
Totals …… £310
f290
Against these amounts must be set a visible excess
of imports over exports (inciuding coin and bullion)
of £
240
millions in the first half of the year, and an
estimated excess of £ 180 in the second half of the
year. Consequently there will be a credit balance of
£ 70
and £ 110 millions respectively, or a total credit
balance of £ 180 millions for the year as a whole.
This amount is therefore available to meet our fo-
reign indebtedness or to add to the sadly depleted
foreign investments of the country.
The w ei g h t of imports shows a welcome rise,
although the level of
1913
has not yet been attained.
Estimated Weight of import8. (1000 Tons).
Ju1y1913 Ju1y1919 Ju1y1920
Food, drink & Tobacco . 1750
1261
1344
Raw materials etc . …… 3014
1977
2226
Manufactureci articles . . .
688
440
625
Total (inciucliag Misc.) . 5453
3678
4195
The Ministry of Labour has recently issued a
report (Omd.
544)
upon profitsharjng,
w.hieh to a large section of moderate opinion repre-
sents the best solution of the labour probiem, among
other of the acihereuts of the doctrine being Lord
Robert Cecil. The actual results are disappointing,
as the figures for
1919
clearly show:
Average Number of
Number of Employees Amount of
Ratio of Bonus to• No. of Permanent Participating Bonus paid
Wages
Schémes Empl.yees
in 1919
In 1919
Nu. …………..
24
40.980
31.839 *
»ii
Under2°/0 ……….6
68.285
7.358
£ 19.442
2 & under 4
0/0
.. 13
15.459
11.257
,, 45.737
4
,,
6 ,, . .
14
2.885
2.219
14.713
6 ,,
,,
8
..
6
1.754
1.514
10.373
8 ,,
,,
10
..
4
2.031
1.593
,, 12.609
10 ,,
,,
12
. .
11
5.004
3.119
,, 31.748
12
16 ,, .. 13
10.858
9.561
,121.910
18
20
.
1
752
421
6.892
20 or over ……..
6
4.027
3.019
,, 90.307
Ratio not stated .. 18
30.447
8.858
,j 45.530
Total ……….116
182.782
80.758
£ 399.261
*) Entitled but not receiving.
TJaus less than
50.000
workers actually ,partieipated
in the distributiort, and of the £
400.000
which was
distributed to them ,,nearly £
220.000,
or more than half the total, was paid by twenty firms with a very
high rate of ibonus, but with only
13.000
participating
employees between them.” The average amount of
bonus came to nearly £
5
per head, equal to about
5
püt. of the earnings: Thus this form of sociaJ
amelioration is not li.kely to influence the immediate
outlook of labour very profoundly. Against this al-.
mst negligable result must be put thé advances in
wages ohtained in the last half year. The number of
workpeople affected was
6.507.000
and the amount
of net increase per week amounted to £
3.027.900,
or
about £
19,24
•per capita per year of
52
weeks. The
two largest.groups to •get advances were the miners and the engineering and shipbuilding trade wbrkers.
The policy, which the British Joint stock
b a n k s are now actively pursuing, of representation
in the colonies and foreign countries, by means of
stock holding in local banks has received an impor-
tant extension this week. The Bank of British West
Africa has recently created
200.000
new shares of
£ 10 •each. It is now announced that the London,
County and Westminster Bank, the National, Pro-
vincial and Union Bank, and the Standard Bank of
South Africa are to take up half these new shares
in equal proportions. Lloyds Bank was already an
important shareholder in the Bank, so that all the
,,Big Five” with the exception of the London Joint
City and Midiand and Barclays are now among the
shareholders. The threè newcomers are all to nomi-
riate one director each, the first appointmenta having
been announced this week. This marks a further step
in the direction of complete integration of the
British Banking as well as
–
the throwing of the
West African market in the eyes of English
bankers. It will he interestiug to see whether the
London City and Midiand Bank will continue to
stand out of the movement which is now proceeding
50
rapidly. The last named bank has, of course, a
very la.rge numiber first class foreigu correspondents,
and may think its interests sufficiently protected in
this way.
Apart from the exohanges the m o ney ma rket
has borne the strain of the recent situation very well,
and in spite of pessimistic forebodings as to the
imminence of a rise in Bank rate, it was found unne-
cessary to raise the rate on Thursday. The floating
debt position is as foliows:
Inerease or decreasesince
Advances . by Bank of August 7/20
31/7/20
Englaud …………f
58.250.000
+ £ 13.000.000
Adivances by Govern-
ments Depts ……….160.091.000
+
1.500.000
Treasury Buis Outstan-
ding …………….,, 1046.980.000
–
11.368.000
Totals ……£ 1265.321.000
+ £ 3132.000
This return refieets, no dou.bt
, the uncertainty
which was feit. last week at the political situation.
As. things ‘have turned out, the movement has not
continued, for this weeks’ Bank Return shows a
marked deciine in the volume of Government Secu-
rities, the rise and fail of which are generally asso
ciated with borrowing on Ways and Means Advances.
The leading features of the Return are as foliows:
Public Deposits …………..£ 1.463.395 down
Other Deposits
……………, 6.666.810 down
Government Securities ……….8.015.491 clown
Other Securities ……………, 983.000 dnwn
Reserve ………………….,,
920.657 up
Note Circulatjon
…………., 961.280 down
Coin and Bullion
…………..40.623 dwn
Reserve Proportion, 11% pCt., being a rise of 13′ pCt.
It will be seen that with the exception of a small
amount of notés cashed, the remainder of the notes
coming in from circulation were added to the reserve.
A welcome reduction has also occured in t]a e C u r-
rency Note Circulation, this weeks figures
showing that the noted outstanding are £
357.205.607,
being a decline of £
2.871.935.
The gold holding and
the Bank notes in the Reserve remain unchanged.
The
volume
of notes recalled from circulation, but
not yet cancelled, stands lower at £
6.187.732,
a
decrease of £
414.555.
A considerable amount of discussion of the finan.
cial and commercial position is taking place. In par-
ticular the question of the relation of the two reser-
ves is beinig canvassed: to what extent is the Bank
going to feed the Note Reserve of the currency issue?
The amount of notes in the Currency Reserve now
stands at £
18.600.000,
and it is arg-ned that the mo-
vement cannot go on much longer, for the simple
reason that the Banka’ own reserve cannot stand the
strain.
New capital issues in the month of July have been
as follows, according to the circular published by the
London, Joint City and Midland Bank. These figu-
res are exclusive of British Government Loans.
July 1920
……………….. £43.422.343
July 1919
……………….. ,,28.277.343
July 1918
………………… ,, 4.516.135
The trade situation continues to exercise the peus
of the experts, it is very difficult to get a picture
that will really represent the facts. The ,,Manchester
Guardian” cotton expert reports ,,that the tone of
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
723
the cloth market is iecoming more and more unsett-
lcd”, though it is the Chinese political trouhles that
upset Manchester. The boom in freights seems def i-
nitely at an end; the ,,Times” in a series of special
reports
this
morning states that ,,there appears to
be no indication of recovery in the steel trade.”
Ree t i f i c a ti e. In io. 239, pag. 649, le kolom,
19e regel van boven staat in het verslag der
Interna-
tionale Zeelieden.co’n.feren.tie te Gen.ua
vermeld, dat bij
de stemming over de conventie betreffende den
arbeidsduur o.m. de Zweedsche regeeringsafgevaar-
digden hebben tegengestemd. Dit is onjuist, zij hebben
v66rgestemd.
INDEX-CIJFERS.
Na gedurende drie achtereenvolgende maanden een
daling vertoond te hebben, waarvan die van 352 pun-
ten over Juni ‘de grootste was, sinds tal van jaren,
is het algemeen index-cijfer over Juli weer eenigszins gestegen. Het totaalcijfer ging 29 punten de hoogte in
en kwam daardoor van 7847 op 7876,
terwijl
het alge-
meen index-cijfer steeg van 356.7 tot 358. Hierbij zij in herinnering gebracht, .dat het algemeene cijfer be-
droeg: einde Maart 1920 379.6, einde Juli 1919 293.2
en ‘hij het sluiten van den wapenstilstand 282.6. Zooals
men zien kan uit de gebruikelijke, aan ,,the Econo-
mist” ontleende tabel, die hieronder volgt, is de daling
in Voedingsmiddelen en Diversen meer dan gecompen-
seerd door de stijging in Weefstoff en en Delfstoffen.
Algem.
Gein. pon-
Herleid
index-cijf. denkoers
algemeen
van ,,the
over den
index-
Datum
Economist”
af g.
mnd.
cijfer.
1 Januari 1914 ……..119,2
12,1184
119.6
1 Januari 1915 ……..127,3
11,78
124,1
1 Januari 1916 ……..
151,6
11,02
138,3
1 Januari 1917 ……..223,0
11,68
215,6
1 Januari 1918 ……..263,2
11,06
240,9
1 April
, ………266,6
10,395
229,4
1 Juli
.. ……..
277,5
9,37
214,4
1 October
.. ……..
283,5
9,86
228,1
1 Januari 1919……..277,0
11,19
256,6
Einde Januari 1919..
265,9
11,33
249;4
April
,…..
262,4
11,535
250,1
Juli
293,2
11,70
284,0
October
308,1
11,06
282,1
Januari 1920
353,1
9,83
286,7
Februari ,…..
370,9
8,985
275,9
Maart
,…..
379,6
10,125
318,2
April
374,2
.10,65
329,9 Mei
372,7
10,655
328,7
Juni
356,7
10,905
322
Juli
358,0
11,107
329,2
De ‘gunstige oogstrapporten zijn de oorzaak van een
daling in de prijzen van de meeste granen, maar
Britsche tarwe maakt hierop een uitzondering door
een stijging van 78 s. 9 d. tot 84
5.
10
d. per quarter.
Aardappels vertoonen de voor dezen tijd van het jaar
gewone .daling, doch vleesch, weer in den vrijen han-
del, is iets hooger. Thee heeft het einde van een lang-
durige daling bereikt en vertoont een gering herstel,
doch ‘koffie is nog een kleinigheid lager.
Van de weefstoff en is wol aanzienlijk ‘gedaald, maar
katoen is hooger: Egyptische steeg van 62 d. tot 65
d.
en Amerikaansche van 26.62 d. tot 27.29 d. per lb.
Vlas is onveranderd, ‘doch hennep en jute zijn een
weinig hooger.
Van de delfstoffen zijn ruw ijzer en ijzeren staven
onveranderd, maar de noteering voor stalen rails is
nogmaals met £ 2 verhoogd, waardoor ze op £ 25 per
ton is .gqkomen. Na een aanzienlijke daling sinds
Februari j.l. hebben lood, tin en koper zich eenigs-
zins hersteld, hoewel de opwaartsche beweging in
Juli slechts geringe afmetingen aannam. In de
Diversen-groep zijn een verdere daling van rubber en
een scherpe daling van talk de voornaamste verande-
ringen. Oliën en oliezaden zijn
ook
iets lager.
Data
t,,OflCfl
en
vleesch
Andere
1)01).
ding,-
en ge-
nolm.
VVCCJ-
ii
L.’eLJ-
atoffen
Dlve,-
3en:
o,lvn.
hout.
ruooer,
enx.
Totaal
IjIte.
meen
Index.
clije,
Basis (gemidd.
1901-5)
. .
500 300 500
400
500
2200
100,0
1 Januari1914
563
355
642
491
572
2623
119,2
1 April
560
3504
6264
493
567
2597
118,0
1 Juli
5654 345
616
4714
551
2549
115,9
1 October
646
405
6114
4724 645
2780
126,4
1Januari1915
714
4144
509
476
6864
2800
127,3
1 April
840 427 597
644 797
3305
150,2
1 Juli
818
428
.601
624
779
3250
147,7
1 October
8094
4704
667
6194
7694
3336 151,6
1Januari1916
897
446
731
7114 8484 3634
165,1
1 April
,,
9494
503
7964
‘851
913
4013
182,4
1Juli
989 520
794
895
1015
4213
191,5
1 October
1018
5364
937
8584
1073
4423
201,0
1Januari1917
1294
553
11244 8244
1112
4908
223,0
1 April
,,
1346
6104
1226 8344 1283
5300 240,9
1 Juli
,,
14324 6524 1441
8414
12784
5646
256,6
1 October
,,
12214
726
15094
8224
13544
5634 256,1
1 Januari 1918
12864
686
16844 8394 13484
5845
263,2
1 April
1244
7444
1760 850
13424
5941
270,0
1 Juli
1274
7774 1808
8894
1379
6128
278,6
1 October
1271
780
1889 8784 13914 6210
282,6
1Januari 1919
1303 7824
18054
816
1337 6094
277,0
Einde Jan.
1287 7824
16184
828
1335 5851
265,9
Febr.
12884
7824
15964
818
13104
5796
263,8
Mrt.
1285
7824
1502 8444
1294
5708 259,4
April,,
13064
752
15124
9124
12904 5774
262,4
Mei
13104 7764
1643
931
1327
5988
272,2
Juni
1338
800
17414
937 13714
6188
281,8
Juli
,,
13394
8054
18544
10334
1417
6450
293,2
Aug. ,,
1380
8224
18774
1040 1383
6503 295,6
Sept. ,,
1399
8174
19794
1047
1344
6587
299,4
Oct.
,,
1412
838
2123
1064
1358
6795 308,9
Nov. ,,
14274
866
22024 1093 1396
6985 317,5
Dec.,,
14414 881
4
24424
1145
14534 7364
334,7
Jan.1920
1461 8574 27024 12114 15354 7768
353,1
Febr.,,
1454
8864
29514
12534
16144
8160
870,9
Mrt. ,,
1508
914
29744
1246
17094
8352
379,6
April,,
14984
908 29384
12324
16544
8232 374,2
Mei
1484
9814
2819
1295,,
1619
8199 372,7
Juni ,,
1511
9294
2562
1289
15554
7847 356,7
Juli
,,
1499 934
2594
1308
1541
7876 358,0
AANTEEKENINGEN.
Vo lkscr e die tw eze’n in. Nede’rlandsch-
1 n d j ë –
Aan het
Jaarboek van Nederlandsch-In.dië
over 1920, uitgegeven door het Departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel te Buiteuzorg, is
het volgende ontleend:
De organisatie van het Volkscredietwezen door ide be-
moeienis der Regeering ‘dateert van 1900.
Eenige vormen van samenwerking op coöperatieven
grondslag hebben er in deze landen sedert lang bestaan,
soms geheel van het initiatief der bevolking uitgaande, soms
op aanmoediging van Europeesche bestuursambtenaren tot stand gekomen. Reeds in tden aanvang ‘der 19e eeuw werd
van Gouvernementswege het opschuren van padi in de dor-
pen ‘bevorderd om noocidruft te lenigen en Lzaadpaidi te ver-strekken.
Op den grondslag van eenige bestaande instellingen is het
volkscredietwezen in zijn tegenwoordigen vorm opgebouwd,
dat thans drieërlei crediet- en spaarinstellingen omvat.
de dorpsrijstcredietinstellingen (desaloemboengs).
‘de dorpsgeldcredietinstellingen (desabanken).
de regentschaps-, af deelings- of gewestelijke banken.
De dorprijstcredietinstellin gen.
Deze instellingen, door een of meer gemeenten opgericht,
zijn een bezit ‘der Inlandsche gemeente en werden groeten-
deels op kosten der landbouwers opgericht. Het Hoofd van
Gewestelijk Bestuur stelt de regelen voor de inrichting en
het beheer vast. De bijdrage bij oprichting geschiedde door
de gemeentenaren ‘i’n natura, arbeid en geld. Zoo spoedig
mogelijk worden de bijdragen uit de gemaakte winsten
teruggegeven. Grootendeels ds ‘dit thans reeds geschied.
Waren de middelen der bevolking ontoereikend, ‘dan werd
bij uitzondering van regeeringswege een renteloos voorschot
verstrekt in padi dan wel voor den aankoop van bouwmate-
rialen in geld.
De u’itgeleende padi ‘wordt in natura terugbetaald met
724
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus
1920
50 pCt. surplus ‘als rente, die wordt verlaagd, zoodra ide op
de instelling rustende schulden zijn afbetaald, de padivoor-
raad op peil is gebracht en er een reservefonds ‘is gevormd.
Bij de meeste instellingen is de rente dan ook reeds ver-
laagd. Eendeel der padi wordt
zöo
noodig elk jaar verkocht,
teneinde uit de opbrengst ide beheerkosten te bestrijden;
bovendien wordt door den verkoop van overtollige padi,
na delging van de schulden, een reservefwïds gevormd, dat
in de volks- of afdeel’ingdbank wordt belegd. De Inlandsche
gemeente komt zoodoen,cie in het bezit van een schuldvrij
gebouw met padivoorra’ad en een reservefon’ds in geld en ide
landbouwende bevolking kan tegen matige rente padi. ver-
krijgen voor haar onderhoud in den schralen tijd en voor
andere behoeften.
Het ibestuur, dat een ideel der winst geniet, wordt gevormd
door een drietal landbouiwers en het dorpshoofd, terwijl voor
de boekhouding in den’ regel een geoefend persoon wordt
aangesteld voor eenige dorpen tegelijk, die ‘deze beurteiings
bezoekt.
Door de instelling wordt de overgang van den oogst in
handen van opkoopers met de daaraan verbonden prijsda3ing
vÔÔr en prijsstijging na den opkoop, voor een groot deel
voorkomen en blijft de prijs constant.
Af leen op plaatsen, waar de rijstcultuur het voornaamste
middel van bestaan vormt, zijn de instellingen op haar
plaats. Is de bevolking echter aangewezen op aiïdere ver-
diensten uit handel, nijverheid of visseherj, dan hebben
de rijstschur’en minder reden van bestaan. Ook de verbete-
ring van het verkeerswezen vermindert de behoefte ean
padii-crediet, daar hij rijstschaarschte of misgewas de aan-
voer uit andere streken thans beter ‘kan plaats hebben dan
vroeger. Men ziet ‘het aantal rj.stsdhur.en dan ook afnemen en ‘galdbanken er voor in ide plaats treden.
Op de Bu’iten’bezittingen worden thans op een hoogst,
enkele uitzondering na, geen desaloemboengs meer aange-
troffen.
Dorps gelderedietinstellingen.
Deze spaar- en credietinriah’bingen worden voor een of
meerdere dorpen opgericht en als ‘de rjstcrediieti’nstellingen
beheerd. Haar ibedrijfskapitaal wordt gevormd door bijdra-
gen v,an ‘de ‘belanghebbenden, voorschotten uit de desa-
loemboengfond’sen, andere desagelden dan wel leen’i’n’gen bij
de Afdeelingabanken. De !eeners zijn bij verscheidene
bankjes vèrplioht met de hoof.dsom en rente een surplus
te betalen, ‘dat als hun inleg wordt ingeschreven en slechts
onder ‘bepaalde voorwaarden wordt terugbetaald
• Daar er slechts kleine bedragen worden uitgeleend, door-
gaans niet meer ‘dan
f
10, is de ‘hooge rente 24 k 30 pCt.
‘s jaars niet drukkend.
Hoewel rechtens een gemeente-instelling, draagt de bank
• toch somtijds eeniigszins een coöperat.ief karakter. De meeste
de bafiken itaai’ in loo,pbade rekeniiig ixiet ide af deelings–of residentie-banken voor het opnemen van bedrijfskapitaal
of. ‘het ‘doen, bewaren van ongeb ruikte gelden.
Hoewel de omzet •der dorpsbaaken ‘thans nog gering is,
kan met grond worden verwacht,, dat zij geleidbljk de
credi.eti’nstel!ingen zullen worden van ‘de kleine l.an’dbou-vers, nijveren en ‘handelaren.
Regentschaps-, afdeelings- of gewestelijke bwaken.
Het arbeidsvel.’d ‘dezer banken, bestemd voor Lniand’eis en
uiet-Fnlaud’ers, strekt zich op Java meestal uit, tot een
bestuursafdeeling, in de Buiteubezi’ttingen ‘dikwijls ‘tot een
gewest met een bevolking van 250.000
A
1.000.000 zielen,
terwijl bij een groot deel der banken filiwlhn worden aange-
troffen.
De instelling is een rechtspersoonlijke vereeniging, gedre-
ven door eenige notabele, ambtelijke en niet-ambtelijke
Europeanen en I.nlanders.
Winsbbejag ten’ behoeve ‘der leden’ is uitgesloten, het ‘be-
stuur ‘verricht zijn diensten bela.ngloos; de ‘bank wordt
echter beheerd volgens streng corn’mercieOle beginselen.
De ‘bedoeling zit voor om’ het ambtelijk element geleidelijk
terug te’ doen treden en d’e ‘belanghebbenden, de crediet-
nemers, in het actief bedrijf te betrekken. –
Het ‘beheer geschiedt door een administrateur met rverder
Enropeesch’ en Jinlandsch personeeL
Zoomang het noodig- is, steunt de Regeering ide banken
met subsidies voor d’ beheerkosten.
Aanvankelijk werden’ er van regeeringswege gelden ver-
strekt als bedrijfskapitaal. Sedert de oprichting van de
Centrale Kas op 1 ‘Januari 19131 heeft ‘die verstrekking
opgehouden, met uitzondering van bedragen, ‘die dôor ‘de
Regeering dooi-‘ tusschenkomst der banken’ worden verstrekt
voor maatregelen van econo’misclien aard, waaraan Buiten-
gewoon risico is ‘verbonden en waarvoor dë Centrale Kas
geen gelden besøhikbaar stelt, b.’v. voor verbetering van
‘den veestapeP dbor invoering van’ ui’t’heemsoh vee, hulpver-
schaffing van door brand of aardbeving geteisterde stre-
ken e.d.
Eigen kapitalen ‘buiten de gemaakte reierves bezitten de banken, op een enkele uitzondering na, niet. Ze zijn er ‘dus
op bedacht, snel een flinke reserve aan ‘te kweeken.
Het bedrijfskapitaal, •voorzoover niet eigen vermogen,
wordt gevormd door in’lagen van particulieren, inlandsehe
gemeenten en ‘locale •vereeni’gingen en gelden geleend van
de Centrale Kas. De inlagen ‘bestaan uit:
Deposito’s met 3 ft 12 maanden opzeggingstijd op
een rentevoet van 4 & 6 pCt. ‘s jaars, meest van Europeanen.
Spaargelden, ‘onmiddellijk opzegbaar, rentende 3 tt 4
pCt. ‘s’jaai
–
s.
Verplichte i.nlagen tegen 3 tot 6 pCt. ‘s jaars; gelden, tot het inleggen waarvan de credietnemers zich verbinden
en die slechte in ‘dringende gevallen worden teruggeven.
Gelden in loopende rekening’ van dorpsbauken,
inlandsche gemeenten en openbare instellingen, ‘rentende
24pCt.’sjaars.
Gelden in rekening-courant geleend van de Centrale
Kas tegen een jaarlijks vast te stellen rente.
Het geld wordt in ‘hoofdzaak ‘uitgeleend ‘voor productieve
doeleinden, rvoor landbouw, handel, vissoherij, ‘het lossen
van verpande ‘gronden en gewassen, ‘den bouw van jwoningen
,en op bescheiden schaal voor niet productieve doeleinden.
De geheven rente is 12
a
24 pCt. ‘s jaars.
Om de ‘Volksbanken een middel te .geven ‘hare vorderingen
aakeljk te verzekeren is’ voor ‘deze instellingen de ‘mogelijk-
heid geopend om onroerende zaken, welke worden bezeten
naar Lnlandsch recht, op wettelijke wijze voor schuld te ver-
binden hij wijze van ‘hypotheek, het zoogenaa’mde crediet-
verband.
Het voordeel ‘tegenover de ver,pamxding, welke overeen-
komst trouwens met ‘de afdeelingsbanken als Europeesche
rechtspersonen niet mag worden gesloten, omdat in Nader-
lan’dsch-Indië het uitoefenen van zakelijke rechten door
niet-inilanders op ‘door Inlanders’ bezeten gronden is ver-
boden, dat ‘hier’ de sc’hiildenaar ‘het vruohtgebrui:k der goe-
deren onder credietverband ‘bezit en aldus ‘de economische achteruitgang der sohuldenaars voorkomen wordt.
Ver’pan’ding van met credietverband bezwaarde goederen
is nietig verklaard.
Op Java werden i1919 in op eene na alle afdeelingen
van de
GouvernemAts’lan’den
af d’eelingsbaniken aangetrof-
fen, benevens in Soerakarta.
Op de Buit’enbezittingen zijn ze nog niet zoo algemeen
veiibreid.
In sommige gewesten ontwikkelt aic’.laar het crediet-
wezen eenigszins’ anders, di rderb decentralisatie
wordt toegepast en ‘de actieve medewerking fvan de ‘bevol-
king grooter is.
In enkele streken op Java, ‘waar zeevisscherij beoefend
wordt, zijn credietbanken opgericht ten behoeve der ‘bevol-
king, waaraan een coöperatieve vischafsIag is verbonden.. De opgerich’te verkeeren in ‘bloeienden staat; er zijn ‘dan
ook ‘meerdere in voorbereiding.
De stilstand in verschillende volksindustrieën, vooral de
babikinciustrie, en de prijsdaling bij de meeste exportpro-
dticten, brachten voor de afdeel.ingsbanken vele moeilijk-
heden, welke voornamelijk in ‘de laatste oorlogsjaren stegen.
Inkrimping van het ‘bedrijf was daarvan een noodzakelijk
goig.
Centrale Kas voor het Volkseredietwezen.
Dit lichaam, ‘dat rechtspersoonlijkheid bezit en gevestigd
is te Batavia, wordt van Regeeringswege voorzien van een
• grondkapitaal, dat geleidelijk kan worden opgevoerd tot
f
5.000.000.
Met ‘de oprichting’ is een tweeledig doel beoogd nl. ‘het
verstrekken van bedrjfsmiid’delen aa’ii en het beleggen van
gelden van volkscredietinstellingen en ‘het geven van raad
en hulp hij het beheer er van.
De Regeering bezit voorts door deze instelling een con-
trôlemiddel op de credietbanikmi.
Het Bestuur bestaat uit een ambtenaar als Directeur en
een ‘door dell Gouverneur-Generaal benoemde Commissie van
Toezicht. Het personeel bestaat uit landsdienaren, die door
de. instelling worden bezoldigd.
Tegen ‘betaling’ veni’ii’oht ‘de Centrale Kas açountants-
d’iensten voor, ‘de’ volksbankn. Zij opent slechts cred,ieten
aan ge’d. beheerde banken. en is een waarborg voor de
teiuglietaling. der deposi%o’s.
De Gouverneur-Generaal ikan ‘haar de boekhouding en het
toezicit op ‘het gebruik van fonden opdragen, die ‘door haar
ter liescliikki.hg zijn gesteld’ ‘ten’ ‘behoeve van ide volkswel-
vaart.
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
725
Eet
kapitaal
der
Centrale
Kas bedroeg ultimo
1918
t
67
AfdeeliagsMnken ten bedrage van
f4.881.000.
Voort-
f
2.875.250,
terwijl
de
aan het
Gouvernement te betalen
1
durende afschrijving op haar effecten-rekening gedurende
rente voor
1919 op’ 4.36
pCt. wer,d vastgesteld.
de oorlogsjaren, tot een totaal bedrag van
f 388.287,
be-
tJltimo
1918
had de Centrale Kas credieten geopend aan
zorgde de Centrale Kas een saldo-verlies van
f 134.365.
Afdeelingsbanken.
A
a n tal
Opgenomen gelden
Bedrijfs-
Zuiver
Saldo der
Buiten
u ._
Java
bezit-
Totaal
kapitaal
vermogen
uitstaande
leeningen
dadeljk opzeg-
met opzeggings-
_
1
ngen
baar
termijn
1911
703
73
f
9.992.000
f
942.000
f
8.110.000
f
1.743.000
1
7.622.000
1914
73
7
80
19.585.000
,,
2.207.000
16.367.000
6.472.000
11.545.000
1918
70
13
83
32.362.000
4.140.000
25.216.000
12.458.000
17.590.000
Desabanken.
–
__________
Aan tal
tJltimô
Bedrag der uit-
Inleg der
Zuiver
Buiten-
December
Java
bezittingen Totaal
ataande leeningen
bevolking
vermogen
1911
904
2
906
f
603.000
f
200.000
f
201.000
1914
1676
535
2.205
1.278.000
577.000
702.000
1918
2037
777
2.814
1.717.177
826.943
1.745.806
Desaloemboengs.
Ultimo
Aantal
1
Zuiver vermogen
Boekjaar
Totaal
Buitenbezittingen
J
Java
In padi (K.G.)
J
In geld
1911
12.630
80
1
12.710
146.618.240
1
f
528.000
1914
12.206
293
12.504
158.352.640
1
3.654.000
1918
10.385
1
–
10.358
167.122.560
5.321.000
Een regeeringsuilc,.,.g
over de
Britsc he
Petroleumposiie.
– Op Maan-
dag 26 Juli werd door de petroleummaatsehappijen,
die vertegenwoordigd zijn op de ,,Great Victos Exhi-
bition”, die in het ,,Orystal Palace” gehouden wordt,
een Luncheon aangeboden aan den Rigirt Hon. F.
CT.
K ei 1 a w a y M. P, •den minister n het ,,Depart.-
ment of Petroleum Affaii-.s”. Op de ge uikelijke wijze
werden tafelreden gehouden en de minister beant-
woordde den tot hem gerichten toast met een speech,
waaraan •het volge e ontleend is.
Na het steenk en-tijdperk, zeide de minister, zijn
wij thans het olie-tijdperk ingegaan en zulks is voor
het Britsehe empire, welk-s industri-positje op steen-kool is opgebouwd, een groot nadeel. Een enkel cijfer
ter illustratie. In 1913 had de olie-import 2.000.000
tons bedragen, sedert dien was de behoefte dooi- de
vraag van militaire zijde enorm toegenomen. In 1918
was de olie-import op 5.500.000 tons gekomen en naar
de minister meende kwam ongeveer 80 pOt. hiervan
uit de Vereenigde Staten. Inmiddels was het m,erbruik
weei- afgenomen, maar de consumptie van pelinoleum
in het Vereenigd Koninkrijk valt toch nog te sdhatten
op 3.000.000 tons per jaar vergeleken met 2.00.@t000
vddr den oorlog; het verbruik in ‘het geheele Rxitsdbe
rijk is 6.000.000 tons ‘s jaars. In de ‘havens van Enge.
land wordt nu maandelijks aan koopvaardijschepen
ongeveer 70.000 tons bunkerolie geleverd, dat is –
rekening houdend met de ‘hoogere stoolcwaarde van
olie – 10 pOt. van de geheele verstrekte hoeveelheid
bunkers (‘kolen en olie). De minister zeide, dat geschat
wordt, dat over 10 jaar 75 pOt. van de haudelsvloot
olie zal verstoken. Wat dit beteekent moge men aflei-
den uit de omstandigheid, dat een schip ‘als de
,,Aquitania” 4000 tons fuelolie noodig heeft voor een
enkele’ 1-eis. Ook de cijfei-s der motorvoertuigen in
Engeland wijzen in dezelfde richting. In 1913 was het
aantal daarvan in Engeland 425.000, heden is het
cijfer 750000 bereikt. Voor de Vereenigde Staten
spi-eken, deze cijfers nog meer, waar voor het volgend
jaar verwacht wordt, dat het aantal d’e 10 miljoen zal
te ‘boven gaan, vergeleken met 4.000.000 v66r den
oorlog
In het licht gezien van een dergelijke toeneming
van het verbruik moet men toegeven, dat de positie
van ‘het Britsche Imperium ernstig moet worden ge-
noemd. Immers tegenover het geschatte verbruik van
6.000.000 toiis staat een ei’gen voortbrengin.g van
2.000.000 tons ‘s jaai-s. Voor de veiligheid van ‘het
land is deze ‘toestand onhoudbaar, de oorlog heeft
daarvan de bewijzen ‘geleverd en de Duitschers hadden
terdege geprobeerd deze omstandigheid te benutten,
niet minder dan 66 tankschepen wei-den door ‘hen ver-
nietigd. De minister zou aan Amerika willen vragen
niet deze positie van Engeland rekening te willen
houden bij ‘het beoordeelen van ‘de gedragslijn, die
Engeland wil volgen. In Amerikaansche bladen was te
lezen geweest, dat het Britsche empire vreemdelingen
van de petvoleum-industrie binnen zijn grenzen uit-
sluit. Er zijn bewijzen aan te voeren om ‘het tegendeel
aan te toonen. Maar de minister kon de woorden van den
voorzitter aan de lunch (Lord Oowdray) tot de zijne
maken, dat mocht een land, dat 80 pOt. van ‘de wereld-
olie-voorraad controleert, welvaren ‘bij een, open-deur-
politiek, voor een rijk, dat over minder dan 5 pOt.
van de wereidvoorraden ‘beschikt, zou deze gedraging
niet veilig zijn. Na hier nog een oogenblik over uit.
•gewei’d te hebben en een en ander te hebben gezegd
over de boringen naar petroleum in Engeland, waar-
over de heer Kellaway optimistisch schijnt te zijn,
:bracht de minister het op het zoe juist gepubliceerde
.tnglo-French Oil Agreement, waarvan voor den be-
igstel]euden lezer hier het excerpt is tusschenge-
vpeg4 gepubliceerd in de ,,Handels’berichten” van
12 *ugustus uit gegevens ingezonden door het Ne-
dailatclsch Gezantschap te Londen.
,,Betreffende Roemenië wordt vastgesteld, dat beide con-
tracteerende mogendheden ‘hun respect’ieve onderdanen
zullen ondersteunen ter zake van elke onderhandeling met
de regeering over het verkrijgen van petroleum-concessies,
aandeelen of andere belangen, toebehoorende aan onder-
danen
of
lichamen in Roemenië, waarop beslag is gelegd,
m.n. de Steaua Romana, Concordia, Vega, enz. die vroeger
de groep van de Deutsche Bank vormden en die van de
,,Disconto-Gesellschaf t”. En voorts ‘tot het verkrijgen van
olievel’den, hehoorende aan den Roemeenschen staat. De
aldus ‘te verkrijgen voordeelen zullen gelijkelijk tuaschen
Engelsche en Fransche belangen worden verdeeld.
,,Het gebied van hei voormalige Rus.sische rijk.
In dit
gebied zullen ‘beide regeeringen haar steun verleenen aan de
‘respectieve onderdanen, teneinde petroleum-concessies te
726
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus1920
verkrijgen, ao&mele faciliteiten voor export en regelingen
betreffende ‘de afleverng van petroleum.
,,Mesopotninië.
De Britselie r.egeering garandeert aan de
Fransohe regeering den verkoop van 25 pOt. van de netto
opbrengst van ruwe olie tegen marktprijs, ingeval de Meso-
potamische olievelden worden geëxploiteerd van overheids-
wege, of i
n
rdi
en
een particuliere maatschappij met de exploi-
tatie belast is, zal de Britsche regeering 25 pCt. der aan-
deelen van ‘zulk een maatschappij ter beschikking stellen
van de Fransche regeering. ,,De daarvoor te betalen prijs zal niet hooger zijn dan die,
berekend voor eenig ander kooper van dergelijke aandeelen.
In de maatschappij als bovenbedoeld zullen binnenlandsche
houders slechts tot een percentage van 20 pOt. worden toe-
gelaten; daartoe zal de Fransche regeering ‘de eerste 10’pÇt.
storten.
,,Verder wordt een regeling getroffen, krachtens welke
de Fransche regeering van de Anglo-Persian Oompany
petroleum kan betrekken, die van Perzië kan worden ver-voerd langs elke pijpleiding, •die door het Fransche man-
daat-gebied zal worden gelegd.
,,Ter zake van Noord-Afrika en andere kolonies zal de
Fransohe regeering faciliteiten verleenen aan elke groep
van
belanghebbenden, die de noodige garanties kan stellen,
voor ‘het verkrijgen van concessies. ,,Hetzelfde is bepaald voor Ailger’ië en de Britsche kroon-
kolonies.”
Dit agreement, zeide minister Kellaway, was, voor
zooveel het Palestina en Mesopotamië betrof, geba-
seerd op het ‘beginsel, d’at •de concessies door het
vroegere Turksche gouvernement verleend gerespec-
teerd mdesten worden. Op dezen grond waren de be-
langen van de Vereenigde Staten in Palestina onaan-
getast gelaten, evenals de belangen van Frankrijk en
Engeland in. Mesopotamië. Wat de oliepolitiek betreft,
die Engeland in Mesopotamië zou volgen, is het moei-lijk daaromtrent een ‘besluit te nemen zoolang nog niet
beslist is, welke vorm gegeven’ •zal worden aan den
Arabischen staat, die zal worden opgericht. Er ‘zullen
verschillende mogelijkheden zijn, daar is de mogelijk-
heid van directe overheidsexploitatie, maar in het oog
van den minister was de slechtste wijze om de olie-
rijkdommen van Mesopotamië tot ontwikkeling te
brengen – zoo goed als van ieder ander land
directe’ uitvoering door den staat. Misschien, dat êr
bedrijven zijn, die door de overheid genationaliseerd
kunnen worden – aldus de minister – maar het
oliebedrijf is eene nijverheid, die stoutmoedigheid
vereischt, sflelle beslissingen en geneigdheid om
risico’s té dragen en dat waren niet bepaald de kwali-
teiten, die de werkzaamheden van de overheid karak-
teriseeren.
,,Oil cairt
not be developed by direct Government
action”.
Het is de Britsche minister van petroleum-
zaken, did aldus spreekt! Maar, dat het gouvernement het belang ingezien had van de olie voor de. toekomst
van het land en der ‘beschaving, dat was getoond ge-
worden ‘door het ‘besluit, waarbij de ,,Petroleum
Executive”, welke een oorlogsschepping is, tot een
blijvend departement was verheven. De. minister be-
sloot met nadruk te leggen op de wenschelijkheid een
,,Imperial Oil Conference” te Londen samen te roe-
pen, waar een algemeene petroleumpolitiek, in het ge:
heel imperium in toepassing te brengen, zou kunnen
besprokèn worden.
BOEKAANKONDIGING.
DE OORLOG EN HET JAPANSOHE BEDRIJF.
,,Japan in den Oorlog”,
Academisch
proefschrift van P. A. Roeper Bosch,
Tilburg 1920.
Het is een aardig boekje, waarop ‘de heer P. A
Roeper Bosch, die als kenner van huidig Japan in ons land bekendheid heeft verworven door geschriften en werkzaam’heid, zich voor enkele weken te Rotterdam
den graad van doctor in ‘de han’delswetenschap toege-
kend zag. Fraai uitgegeven, vlot en goed geschreven,
zoodat men er trôts de vele cijfers en statistieken met
genoegen en aaniiourdende belangstelling kennis van
neemt, doet het ‘de moeite nauwelijks bespeuren, die
an het verzamelen, doordenken en verwerken der tal-
rijke gegevens moet verbonden zijn geweest, geeft tal
van verrassende, pakkende bijzonderheden en schildert
éen beeld van Japan’s bedrijf voor en sedert den
jongsten oorlog met zorgvuidige aangifte van licht
en schaduw. Het is een wei.dscii consulair verslag ge-
worden, zond’er echter inzonderheid de Nderlandsche
belangen in het oog te vatten.
Een register.ontbreekt helaas, waardoor het naslaan
wordt tegengewerkt; maar de stof is met juistheid
ingedeeld.
Voordat het land opengewrongen wer’d, driekwart
eeuw geleden, voorzag het slechts in eigen ‘behoeften
en voerde niets uit d’an wat de regeer’ing wel wilde
overlaten aan ‘de Chineezen en aan onze Oost-Indische
Compagnie, opgevolgd in Japan eerst door de Nederl.
Indische regeering en daarna door de Nederl. Handel-
Maatsch. De Compagnie heeft nooit haar kracht ge-
zocht in ‘groote hoeveelheden, ‘maar in hooge prijzen,
en trouwens vervoerde een groot zeilschip veel minder
dan een kleine stoomboot. Haar uitvoer van Japan
heeft nooit grooten omvang gehad; jaren van een mii-
lioen ‘gulden werden reeds als gunstige beschouwd, en
die hoeveelheden zijn in den loop des tijds nog gesta-
dig geslonken. Toen dan ook het volgen van Wester-
sche wegen, na de opening des lands, door de regee-
ring noodzakelijk werd geacht en daardoor invoer van
tal van vreemde waren, moest zij zorgen voor de
voortbren.ging van ruilwaren. Daardoor was zij in een
eerste plaats ‘bedacht op het aankweeken eener uit-
voer-nijverheid, en aan de bevordering van den land-
bouw werd nauwelijks zorg ‘besteed. Slechts een vijfde
van ‘den bodem is daarvoor geschikt, zoodat op uit-
voer van beteekenis niet mocht worden gerekend.
De landbouw is dientengevolge achterlijk gebleven.
Wel heeft ‘in den aanvang rijstuitvoer plaats gevon-
den, hetgeen dooi de aanlokking van hooge prijzen
in den aanvang van den jongsten oorlog zich her’haald heeft; maar gemeenlijk ‘moet rijst, hôofdvoedingsmid-
del, worden ingevoerd. Wel zouden uitgestrekte, thans
braak liggende gronden daarvoor kunnen worden ge-
schikt gemaakt; maar men heeft de groote daaraan
verbonden kosten en werkzaamhede geschuwd. Het
bebouwde land vormt slechts een zevende deel van
rijks uitgestrektheid, en de drang naar léndverhuizin’g
en aanhechting van vreemd grondgebied vindt daarin
een hoofdoorzaak..
Rekent ‘men het boschbeheer tot den landbouw, dan
kenmerkt deze zich door één voortbrengsel, omdat hij
daarvan, met Formosa, bijna de geheele wereld voor-
ziet, de kahifer. Naijverig trac’ht Japan dan ook, als wij tijdens ons specerij-monopolie van den Grooten
Oost, den vreemde van deze voortbrenging uit te
sluiten.
Mede door de geweldige belastingen, voor twee
vijfden opgeslokt door leger en vloot, zou de landbou-
wer, ruggegraat des lands, zelfs zijn kommerlijk be-
staan niet kunnen voortzetten zonder de aankweeking
van zijde, die dver het geheele land plaats vindt en
Japan tot den voornaamsten voortbrenger van zijde
der geheele wereld heeft opgemerkt. Alleen reeds aan
ruwe zijde en afval leverde het in 1917 voor een half
milliard gulden. De ‘mode heeft intusschen het lot van
dezen tak van volks’bestaan in de hand.
Voorts wordt de zee op groote schaal als middel van
bestaan te hulp geroepen. Bijkans anderhalf millioen Japanners voeren daaruit dieren en gewassen aan, in
1917 voor 150 millioen gulden, en de vaart heeft de
regeeri’ug reeds lag met alle kracht bevorderd. Toen
de oorlog uitbrak overtroffen de •staatstoelagen aan
de groote vaart zelfs verre de gezamenlijke afschrij-
vingen en winsten, en die ‘bijdragen zijn nog wel ver-
nieuwd toen in den oorlog die winsten fantastische
cijfers beliepen. Er zijn toen zelfs jaarlijksche divi-
denden uitbetaald van 720 pCt.
18 Augustus 1920
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
727
De zeevaart heeft zich thans tot een aanzienlijke
plaats in de wereld omhoog gewerkt. De grootste
maatschappij, de Nippon Yusen Kaisha, zal over 4 jaren beschikken over 172 stoomschepen, metende
1
1.184.145 ton, en gedurende den oorlog heeft de groote
vaart meer gebeurd uit het buitenland dan de geheele
Nederi. staatsschuld voor den oorlog bedroeg!
Handel drijven was voorheen in Japan een weinig
geacht beroep en tot ‘voor kort waren hét vreemdelingen
die voor in- en uitvoer zorgden. Thans Lebben eigen kooplieden het grootste deel dier taak overgenomen.
Do fabriekmatige nijverheid, voor den oorlog wel
gegroeid doch min derwaardig in voorbrengselen,
heeft, dank cok der ‘leiding van de regeering, gedu-
rende den oorlog dadelijk de plaats trachten in te
nemen, door de groote, toen plotseling uitgescha-
kelde Europeesche voortbrenger.s ledig gelaten. Haar
fabrikaten zijn wel verbeterd, maar zullen allicht
door de veel degelijkere Westersche weder worden ver-
drongen. De metaal-industrie heeft nog niet de ge-
hoopte vlucht genomen. Spinnerij en weverij, breien en
vlechten, te zamen de grootste tak der Japansche
nijverheid, brachten voor den oorlog ten hoogste 400
millioen gulden voort, in 1917 meer dan dubbel zee-
veel, en onderhouden 900.000 werklieden. De schrijver
acht intusschen het gevaar voor Japansche concur-
rentie niet ernstig, echter onder beding, dat wij spoe-
dig tot normale omstandigheden terugkeeren, onze
productivitejt niet ivorde gekortwiekt en aan het prijs-
opdrjven een einde komt! Of •dit evenwel het geval
zal zijn, is de vraag.
Men vergelijke met het oog op de toekomst onze
werktijden voor heeren handwerkers en hun bonen
met die in Japan. De ‘bonen zijn in den oorlog wel
gestegen, maar bedragen in de mijnen voor een man i
gemiddeld nog slechts 80 cent, voor een ‘vrouw 41, voor
een knaap 36 en voor een meisje 23. Nog niet de
helft van het fabrieks’volk bestaat uit zoogenaam.cle
mannen boven de 15 jaar. Onge ohoolde arbeids-
krachten genieten gemiddeld per dag
f
1.25 voor
mannen en
f
0.80 voor vrouwen, en geschoolde ‘man-
nen tusschen
f
3,— en
f
4.20. Hiervoor wordt ge-
mid’deld 70 uur per week gewerkt!
De meisjes in de fabrieken leiden niet veel meer dan
een slavinnenleven, en van haar schamel loon •moet
nog de helft aan den fabrikant worden terugbetaald
D i e B a n k. – Berlijn, April/Mei 1920.
voor het voedsel, in water gekookte rijst. Binnen het
A. Lansburgh,
Zur Frage der deutschen Rohstoff-
jaar na intrede ,der abriek is de helft verkracht. Al- versorgung; Prof. Dr. H. Crüger,
Kreditgenossen-
dus de aangehaalde Coleman in zijn ,,The Far East schaften und Banken;
E. Cohwitz,
Die Wohnungsnot.
Unveile’d” (1918). De stijging der prijzen gedurende i d. – Berlijn, Juni 1920.
den oorlog, de lage bonen en de overmatige werktij-
den brachten dit
A. Lan.sburgh,
Der Lateinische Münsbund. (Union
‘toch gedweëe volk tot verzet, waarop Latine). dadelijk gevangenisstraf gesteld werd op het veroor-
zaken van werkstaking. In 1911 werd nog een socialist
Wel t
w
i r t s cli af t. – Berlijn, Juni 1920.
ter dood gebracht wegens propaganda in besloten
Dr. R. Hennig,
Kritische Betrachtungen zu den
kring. De ‘handwerker mist stemrecht en kan ‘daar-
jüngsten
Verke.hrsverteuerungen;
Prof. Dr. J. Ziel-
door de openbare meening niet
”benvloeden. Schriller
sen,
Das Auslanddeutsehtum in der Geschichte der
dan ooit is door de .groo’te oorlogswinsten• de tegenstel Wissenschaften; E. Trott-Helge,
Breslaus Messewe-
ling ‘tusschen weelde en gebrek. ,,Het is niet uitgeslo.. sen und seine weltwirtschaftliche Zukunftsbedeu-
ten, dat een periode van politieke onrust ook voor tung;
K. Mauerer,
Die Aussichten der deutschen
.Tapan zal aanbreken.” Aertze in Ohina nach dem Weltkriege.
Wat ‘s lands geldmiddelen ‘betreft, ‘het kwam tot
B u 11 et in d e 1’I n st i t u t In te r m é d i a i r e
voor den were’ldoorlcïg steCds dieper in de schuld en i n t o r n a t i o n al. – Haarlem, ‘s-Gravenhage,
sedert is die weinig ‘verminderd.
Juli 1920.
Zoo kan dus het geschetste beeld niet louter zon
La genèse de la paix (suite); L’applicatjon du
weergeven. Het wijkt af van de gewone voorstelling traité de paix avec l’Allemagne; La société des na-
en drdagt den stempel der waarheid. tions; Projet relatif h l’établissement de la Oour per-
manente de Justice internationale, élaboré par la
Ooiiférence tenue is la Haye du 16 au 27 février 1920;
Dr. B. C. J. Loder,
La Cour permanente de Justice
internationale; L’Organisation internationale du
TravaiJi; Aperçu de la jurisprudence de droit inter-
national Privé; Les commjssions et bureaux inter-
nationaux aux Etats-Unis.
Revue internationale de Sociologie.
– Parijs, Mei-Juni 1920.
J. d’Auriac,
La politique dans l’antiquité.
reikt. Wie van het werk kennis neemt, kan niet anders
zeggen, ‘dan dat het inderdaad een flinke schrede in
de richting van het gestelde doel is. Keurig uitge-
voer,d en geïllustreerd bevat het tal van interessante
gegevens. De beknopthejd, waarnaar men heeft moeten
streven, geeft hier en ‘daar wel ee’ns aanleiding tot
overzichten in telegramstijl, wat de leesbaarhejd niet
ten goede komt. Hoewel de afwisselende omvang ‘der
hoofdstukken in de inleiding aldus gemotiveerd wordt,
dat in de reeks van uitgaven telkens andere takken
uitvoeriger zullen worden behandeld, wil ‘het ons voor-
komen, d’at de ‘beperking op sommige
punten toch wel
wat te sterk is doorgevoerd. Vooral de bespreking der
toch van zoo overwegend belang zijnde cultures is wel
zeer fragmentarjsch gebleven. Vermelding verdient
het van tal van fotografiën en kaarten voorziene over-
zicht der voorname havens van N.-I., waaraan in deze
uitgave de uitvoerige bespreking wordt gewijd.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
The B ankers’ Magazine. – Londen, Juli
1920.
B. Whie,
Neutral war emergency money (ibm-
strated).
Bank-Archjv. – Berlijn 15 Mei 1920.
Schwci.rz,
Devalvation’ssorgen;
R. Meyer,
Zur Fra-
ge des qualitativen Unterschiedes zwischen Bankno-
ten und Giroguthaben;
M. Bla.nkenburg,
Zur Verein-
fachung der Ausübung des Bezugsrechts auf junge
Aktien;
Dr. H. Isay,
Deutsche Guthaben hei Zweig-
niederlassungen deutscher Banken in Elsasz-Lothrin-
gen;
Dr. E. Herzfelder,
Valutapolitik auf neuer
G rundlage.
1 d. – Berlijn, 1 Juni 1920.
F. Lusensicy,
Das A
usgl
e
i
c
h
s
b
es
t
euerungsgesez
;
W. Güssefeld,
Deutsc’he Vermögensrechte in den an
Polen abgetreten Gebieten.
T d. – Berlijn, 15 Juni 1920.
Dr. 0. Heyn,
Wertbasis und Deckung des Papier-
geldes 1;
Dr. Koeppel,
Die steuerliche Behandilung
von Pensions- und Wohlfahrtseini•ichtungen der Ban-
ken und Bankfjrmen.
Dr. H. DE WARSSEL VAN C.
Eeiigen tijd geleden verscheen de tweede uitgave
van h’et ,,J• ‘a a r bo e k v a n N e d. – 1 ii d i ë”, samen-
gesteld bij de af’deeliug Handel van ‘het Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel te Buitenzorg.
Doel van deze uitgave, welke ook in het Engelsch ver-
schijnt, is het groote publiek in het moederland en in het buitenland een algemeen ‘beeld te geven ‘van den toestand, waarin de kolonie verkeert en van de resul-
taten door Nederland als koloniale mogendheid ‘be-
728
ECONOMISCHSTATISTISCHE
BERICHTEN
18 Augustus 1920
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
N d 1Vrsch.inR.C.
Disc. Wissels. 4
1Juli’15
Zweeds.R.ksbk7
l9Mrt.’20
Bk Be1.Binn.Eff.4
1Juli’15
Bk.v.Noorw.6-6+
18
Dec.’
19
519Aug,. ’14
Zwits. Nat. Bk. 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 511
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. .5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 5
12Nov.19
Bk. van Frankrijk 6 8Apr.’20
Bank v. Italië. 8
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F. Res. Bk. N.Y. 6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank
3
+
1Aug.’09
OPEN MARKT.
Daia
Amsterdam
Londen
Part.
disconto
Berl(ln
Part.
disconto
Parijs Part.
dhc.
N. York
Cail
–
monea
Part.
disconto
Prolon-
gatle
I
14 Aug. ’20
3
3
1
/2
1
)
9-14 ,,
’20
3′
3′!,
4-
1
Is
2-7
,,
’20
3-‘/4
31/_4
4-
1
/s
26-31 J. ’20
31/_1/
46
4-
6
/s
11-15 A. ’19
3’/’-4’/t
4
‘1,
–
S
3
6
/.
4
1
1
s
12-17 A. ’18
2’/r
2
1
14_
1
/4
‘3’/ss
4/8
20-2,4Juli’14
3
1
/s
8
/s.
2/s-!s,
t)
Noteering
ven 13Aug.
1920.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
7
eeI nieuws valt voor de wisselkoersen, niet te me1den.
De meeste kôersen waren aan het eind van de week wat
vaster. Ponden b.v.. 11.01 na 10.90. Heden 1,0.95V2.. Parijs
21.30-22.30-21.60-21.90. België 22.90-23.35-23.45. Dol-
lars bleven zich boven de 3.- bewegen. Markep en Kronen
zouden nQernenswardige veranler,in-g. VaH Skandinaoië
Stockholm.
gezocht;
Kristiania en Kopenhagen aangeboden.
•
&ORSE It’ NEDKRLA’NDs,
–
D
‘Londen Parijs
BèrIijn Weene,. Brussel
Nato
)
York’S)
9 Aug. 1920..
10.91
21.45
6.42+.
1.60
23.05
3.01
1
I
10
1920..
10.94
21.55
6.45
1.55
22.97,+
3.011/4
11
1920..
,, 1,0.97
21.80
6.52
1.55
23.20
3.01,’/
12
,,
1920..
11.07+
22.20
6.65
1.60
23.55
3.008/
t
13
,,
1920..
11.-.
21.87+
6.50
1.55
2,3.30
3.03
14
,,
1920..
Laflgste d. w,.
1.)
10.88
2130
6.35
1.45
,
3280,
2.97,’/s.
Hoogste,
,,,’)
11.08+
22.35
6.77+
1.65
23.70
3.04
7 Aug. 1920 ‘)
10.92 21.65
6.50
1.60
2.3.07+
3.02’/t-
31 Juli 1920
1)
10.88
22.20 6.80
1.70
23:67+
2.92
Mun-tparitei
.
12.10+
48:-
59.26
50.41
48.-
2.48*14
S)
Noteering te
Amsterdam.
“)’
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2)
Noteeringv.
6 Aug.
1920.
9)
id:v. 30 Juli
1920.
Dato
1
1
h;) (lania) land)
i)
9 Aug 1920′
62.25
46.10 46.25
60.-
‘44.75
10
,,.
190
62:25
4.6.10.
46.25′
60.-
45.25
11.
,,
192.0
623.0
48.10
.46.1,0
;50:10′
46.25
12
19,20)
‘62.75
46.-
46.-
[50:20
-45.2.3
13
)
1929
6,2,50,,
45.6,0
45.60
.50.20,
45.40
14
,,
1,920
L’ste,d.
w.
t
)
–
62.-
–
46
.
20
45.20
‘49.90
44.50
H’ste, ,,
,,
‘).
62.85
4 6.2 0
46.30
60.30.
46.65
7Aug.19208)”62.25
46.10
46.40
60-
.44.55
31Juli1920
3
)
61.65
45.80
4640
49.75
45′.-
Muntp,arite.it
66.67 66.67
66.67
4
8,.
–
48.-
5)
Noteering
te
Amsterdam.
)P
a
rticuIiere,opgave.
t
)
Noteering van,
6Aug.
1920..
2)
idem
van. 30 Juli
1920.
KOERSEN TE NEW YORK.
D
‘
CableLond. Zicht Parijs Zicht Berlijn Zicht Am,Ierd.
0
a
(in
f
per £) (in ct,, per ,’) (in cl.
p.
4 Rm.) (in ci,.
P. gid.)
14 Aug… 1920 3.64.60
7.25
nom.
Laagste & week 3.62.25
7.17
oom.
Hoogste,, ,,
‘ 3:67.- ‘ 7.3.0;
nom.
‘
7 Aug… 1920 3.67.50
7.33
nom.
31 Juli .. 1920, . 3.73.25 . 7.68
nom. ,
Mu,ntparite,it..
4.86.67
5.181/4
,
95
1
14
40
8
/it
KOEN
1
VAN DE VOLGEND.E PLAATSEN’QP LONDEN.
Plaatsen en
Nôteerings. 31
,
Juli 17Aug. ‘
9-.14
Aug.
14Aug.
Landen,
eenheden
1920
1920 Laagste Hbo gste, 1920
Alexandrië’.. Pi’ast. P. £/: 97.7/jg
’97.
1
I16 97Ii, 97Ite
97
7
/16
•B. Aires’)..
± p. £
572/s
58/8
662/
8
58’/s 575/8
Calcutta . . . . £ p. r-up. 1111w 1/10
7
/s 1110/8 1/11
1110++
Hongkong’ .. id. p. $’
410
1
/s.
4/2
1
1, 411
41’3
4/21/
3
Lissa,bon …….d. per Mil.
12.’./s 13/,, it’/i
131/
1
: 12
Ma4r.id, .,.,…, Pesetp.
2447. 24.27 . 2,4.0,5;. 24.30 24.16
•Mont,evi,e,o,’ d. per $. 65
1
•/4
561/ 558/4
5811s 577/
Monte,a1… ..,
$.
per £ 4.18 ‘/2 4.14 4.04
4.16 4152/
2
R.d,Janeiro. d. per Mii. 14
1
/t6 14 1315/t, 14’/16 13
11
1ts
Rome …….Lires p. £ 69.53 71.- 71.50 73.75 73.38
Shanghai’ . . £ p. tael 5/6
8
/4 511024 5/9 51111!2 5/108/4
Singapore ..
id. p. $ 2/316/52 21326/,3 2/3
2
‘/, 213
21
/,
–
•’Valparaiso.. d. p. peso. 118/
it
–
11
2
182 11
2
/82
–
Y.okohama ..
£,
per yen 2/88/
s
. 2/9
2198/s 2110
1
/s 219
2
/4
$
Koersen, der vooralgaande dagen, t) Tel
e
gra6ech tranefert.
NOTEERING VAN; ZILVER.
Noteering t.
Londen
te
New York
14 Aug. 1920 …….. 59’/a
958/5,
7
,,
1920 ……… 58’/s
95
31 Juli
1,920 ……..,. 56
1
1s-
93°/s
24
,,
1920 ………54
1
/,
81
1
/8
16 Aug. 19,19. …….. 59/s
112
5
/s
17 Aug.
1918…………, 48/i
20 Juli.
1914. .,. ..,.. 24″/i..
NED-ERLAN D.S.CHE aANK.
Verkorte Ba,lans op 16 Aug. 1920.
Activa,
Binnenl. W.is-(‘H.-bk.
f
20.502.902,37
sels, Prom., B.-bk.
1.949.682,68
enz.In disc.I,Ag.ech.
72.406.426,521/1
t
94.859011,671/2
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……..
–
Idem eigen. por.tef..
f
43.231.204,-.
Al: Verkocht maarvOor
debk.np,g;nietafge,L,,
43231.204.–
Be,leeningen H.-bk.
f
94.332.829,03/2
i.ci. vrHch. ‘B.-bk. ,, 26:639’581,88
u rek.-crt ‘
1
A’gsch. 182,743.596,89′
op o.nderp.. –
f
303.73 6.00 7,8,0 1/,
OpE,ifaçte4’……….f290.88
6
.
907
,
80
.’/
Op Gedere,n en.Sp,ec. ,, 12.829.100,-
303.716.007,801!,
Voorschotten a, h. Rijk ………… … ..14.084.116,19
MunhenMuntinater,iaal
Munt’, Goud …….
f
56426.690,-
Mun,tmat., Goud .. .,579.912.681,97
f636.339.371,97′
Munt, Zilver, enz. •
15.912.200,81
1
!,
)
Muntmat: Zilver ..
–
6.62:251.578 78’/,
Effecten
Bel.v.h.Res.londs.. ( 3.668.169,02’/2
Id van.’/i,v.h.kepit.
7.533287,-
Geb.nMeub. der Bankj .,. … .,,., …………,,
3:591.000,-.
Diverse rekeningen ………………..
…38.792.78.6,36
fi.158.061.990,51 ‘/2
Passia.
Kapitaal ., ……………………….
f
20.000.000,-
R
eservefonds ………… …………. ,, 5.000.000ç
Bankbiljetten, in omloop ………… , 1025:134.395,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..1.784′.025,88
Rek.-CourKet9 Rijk
f’
8aldos:, J; &nçleren
97:504.103.49
97.5,04.103,49.’
Di7,ere re,kepingen, . ,
………….-.,
8.639.466,14,’/,
68/4
6’/
6/s
2
Js
2″/s-‘/*
5
1
/3-6
– 6_7.t)
– 6-7
– 6-8
– 7-10
–
–
1
1
I_2tIs
Bataoia
)
‘)
telegrafisch’
104-‘/4
104_hI
4
–
1O4r’/’.
104’/s
104_t/t,
104
,
104-‘/
104-
‘Is
100
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
729
NED. BANK 16 Augustus 1920
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
426.571.518.72 th
Op
de
basi8 van
‘/ metaaldekking..
.. ,,
199.687.013,85
1
/1
Minder bedrag aan bankbiljettén inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,,2.132.857.590,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Mmde:
Disconto’s …………….
6.125.077,36
Buitenlandsche wissels
1.110.345,-
Beleeningen
9.361.718,10/
Goud ………………..961,44
Zilver ………………..333.640,52
1
/1
Bankbiljetten
2.4 53.000,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s ..
3.601.871,131/
2
Voornaamste posten in duizenden guldens.
B
Andere
h
ank
jetten
Data
Goud
Zilver
opeischbare
D
L.LJ.._
16 Aug.
1920
….
636.339 15.912
1.025.134
109.288
9
1920
….
636.338
15.579
1.027.587 102.687
2
1920
….
636.338
15.351
1.046.620 96.508
26 Juli
1920
….
636.338
15.015 1.017.208
124.828
19
,,
1920
..
. .
636.339
14.714
1.027.294 127.814
16 Aug.
3919
….
646.533
5.792
996.647
79.149
17 Aug.
1918
….
706.089
7.861
922.377 60.996
25 Juli
1914
.. ..
162.114
8.228
310.437
6.198
Dato
Totaol
bedrag
discontos
romessen
rechtstreeks
I
Schatkist- Belee.
om gen
oesc,i,i.
baar
Metaal-
saldo
tito-
bingo.
percen.
lage
16Aug.1920
94.859
10.000
303.716 426.572
58
9
1920
88.734
–
313.078
425.067
58
2
1920
91.057
–
327.015
422.268
57
26Juli 1920
90.256
–
332.238
422.150
57
19
,,
1920
104.255
13.000
330.731
419.236
56
16Aug.1919
101.330 40.000 234.008
436.277
81
17Aug.1918
64.448 47.000
101.787
516.473
73
25 Juli 1914
1
67.947
1
14.300
1
61.688
48.521 ‘1
75
5)
Op de basis
von ‘/
enetaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
cin blijkt,
,
dat uitstonden op:
9Aug. 1920
1
16Aug. 1920
Aan schatkistpromessen
7′
279.350.000,-
f
322.350.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
–
,,
10.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
2.390.000,-
2.390.000,-
Aan zilverbong ………
,,
53.272.029,25
,,
52.833.220,75
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
Bank
I
Andere
Data
Goud
Zilver
–
opei,chb.
biljetten
schulden
31 Juli 1920
526.500
24
,,
1920
520.000
17
1920
515.500
3 Juli 1920 …… 204.194
5.786
332.643 179.471
26 Juni 1920 …….199.474
5.570
332.821 158.121
19
1920…….199750
5.407
330.817 152.700
12
1920 …… 196.064
5.416
$24.040 151.382
2 Aug. 1919 …… 142.286
4.726
256.933
87.580
10 Aug. 1918 …….103.476
13.170
187.525
73.261
25 Juli 1914 …….22.057
31.907
110.172
12.684
ata
Dis.
conto’,
Wissels,
bulten
N.-ind.
eetaa:oaar
Belee-
ningen
Divers e
e
ni ngen
t)
Beschtk.
baar metaal-
sasaa
Dek-
king.
percen-
lage
31Juli1920
307.500
«
105.500
24
1920
304.500
107.500
17
1920
291.500
‘°’
106.500
3 Juli1920
ï63
16.906
171T79
38.545
107.744
41
26 Juni1920
24.226 20.170
164.133
36.042
107.059
42
19
1920
19.987
20.856
163.373
36.498
108.661
42
12
,,
1920
19.357 21.273
160.986 36.486
106.577 42
2Aug.1919
11.221
16.883
91.288
22.524
78.384
–
42
10Aug.1918
7.521
24.091
71.630 27.752 64.712
45
26Juli 19141
7.2691
6.895
47.934
2.228
4.8420
44
1)
Sluitpost
der activa.
1)
Op
de basis
van
3
/6
metaaldakking.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden 2uldens.
Data
Metaal
I
Circulatie
Andere
I
opeischb.
schulden
Disconto’,
1 Dto. reke-
ningen’)
10 Juli
1920
..
1.072 2.144
940
1.687
201
3
,,
1920
..
1.072
2.128
964
1.691
155
26 Juni 1920 ..
1.072 1.900
1.111
1.666 356
19
,,
1920
..
1.071
1.947 911
1.647
365
19 Juli
1919
..
935
1.469
985
1.505
413
20 Juli
1918
..
686
1.423
832
1.138
613
25 Juli
1914
..
645
1.100
.660
735
396
1)
Sluitpoot der activa.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoegiug der Cuirency Notes
in duizenden pond sterling.
Currencu Notes.
Data
Metaal
Ctrculaue
1
Coudd.
I
Cao. Sec.
11 Aug. 1920 123.068 125.528 363.393 28.500 333.358
4
,,
1920 123.108 126.489 366.680 28.500
336.481
28 Juli 1920 123.234 125.369 361.911 28.500 331.529
21
,,
1920 123.004 124.099 360.830 28.500 330.080
13 Aug. 1919
88.288
79.723 338.777 28.500 322.782
14 Aug. 1918
68.234
56.691
1
266.367 28.500 243.859
22 Juli 1914 40.164 29.317
–
–
–
Data
Gov.
ee.
Other
Cc.
PublIc
epo,.
Other
epOs.
Re.
serve
Dek.
kin ga.
perc.
5)
11Aug.’20
68.250
73.806
15.999
124.019
15.990 11,40
’20
76.266
74.789
17.462
130.686
15.069
10,20
28Juli ’20
59.912
75.481
15.149 118.650
16.315
12,20
21
,,
’20
56.588
80.081
16559
119.594 17.355
.12,75
13 Aug.’19
21.390 81.223 22.455 89.158
27.014
24,20
14 Aug.’18
59.702 100.188
84.096
137.726 29.993
17,45
22Juli ’14
11.005
$3.633
13.735
42.185
29.297
52
°
/
s
1)
Vesbouding tusschen Reietve en Deposit..
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Durlebens.
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
Circu-
lalie
I
Dek.
kings.
31 Juli
’20
1.096.206
1.091.677
17.829.748
55.632.255
34
23
,,
’20
1.097.807
1.091.715
17.254.498
53.983.147
34
15
’20
1.096.000 1.091.715
17.210.482
53.846.706
34
7
’20
1.095.430
1.091.716 17.272.274 54.045.201
34
31 Juli
’19
1.129.127 1.109.348
8.824.334
29.268.889
84
31 Juli
’18
2.467.696
2.348.083 1.851.526 12.704.503
34
23 Juli
’14 1.691.398 1.358.857 65.479
1.890.895
93
5)
Dekking
der circulstie door metaal en Kassenocheine.
Data
Wissels
Rek. Cr2.
Darlehenskassenschemne
Totaal
In ‘kas hij de
uitgegeven
Reichsbonk
81
Juli
1920
48.427.450
19.834.069 31.279.300 17.831.100
23
1920
39.452.371
14.595.463 30.497.100 17.212.200
15
,,
1920
41.786.457
14.850.689
30.630.900
17.169.000
7
1920
44.167.064
16.939.980 $0.925.600
17.231.100
31 Juli
1919
30.680.853
10.362.127
20.851.500 8.802.600
31 Juli
1918
15.988.653
8.454.876
9.692.900
1.836.200
23 Juli
1914
750.892
943.964
–
–
OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden Kronen.
Data
Metaal en
buiten!.
goudwissels
Disc, en
beleeningen
Bijz. schuld
Oostenrijk
en Hongarije
1
Bank-
1
biljetten
t
Rek. Crt.
saldi
7Feb.’20
1
)
290.428
19.251.400
32.954.000156.994.022
6.057.646
31Jan.’20
291.083
19.162.543
32.954.000156.772.802
6.220.536
31Dec.’19
287.640 19.196.063
32.954.000154.481.264
7.906.378
23
,,
’19
297.363
17.856.786 32.954.000153.109.418
7.841.778
23 Juli’14
1.589.267
954.356
–
2.159.759
291.270
1)
waarvan
221662
goud,
10.818
buitenlandsche goudwiaoels en 56.948
munt .n muntmateziasl zilver.
730
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1920
BANK VAN FRANKRIJK.
EFFECTENBEURZEN.
Voornaamste posten in duizenden trance.
Data
Goud Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
I. het
Buitenland
Buit.gew.
voorech.
ald. Staat
12Aug.’20
5.589.774
1.978.278 248.022 685.469
25.800.000
5
,,
’20
5.589.479
1.978.278
247.980 600.178
25.900.000
29 Juli ’20
5.589.174 1.978.278
247.636 618.975 25.550.000
22
,,
’20 5.588.878
1.978.278
247.516
679.128 25.700.000
14 Aug.’19
5572.149
1.978.278 298.484
908.657 23.300.000
15Aug.’18
5:434.074
2.037.108 315.628
1.537.417 19.150.000
23 Juli ’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wissel,
Uttge-
stelde
W’ia,el,
Bclee.
ning
Bankbil-
jetten
Rek.
Cr1.
01-
1
culieren
Rek.
Cr1.
Staat
1.965.153
499.359
1.99.326
$8.046.323 3.319.643
69.561
,
2.360.513
503.592
1.918.835
38.213.259 3.235.152
56.974
‘
2.032.907 508.039
1.917.244
37.695.875 3.306.666
109.618
1.807.509 510.196
1.942.381
37.764.829
3.165.062
134.170
944.194
734.339 1.262.572
35.151.564
2.879.171
86.375
942.934
1.067.244
830.573
29.408.025
3.685.694
99.610
1.541.080
–
769.400
5.911.9101
942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden trance.
1
7îii
Beleen.
1
i;
Binn.
1
Rek.
Data
1
Snel,
van
van
wisoels
Ctrcu-
1
Cr1.
1
buiten!,
bulten!.
1 prom. d.
en
lotto
Partic.
,aldt
vorder.
1
provinc.
heleen.
12Aug.’20
356.693
.84.653 480.000
696.846
5.485.314
1.602.293
5
,,
’20
356.974
84.653
480.000
721.883
5.464.632
1.571.854
29 Juli’20
356.511
84.653
480.000
720.648
5.387.493
1.505.623
22′ ,,
’20
356.688 84.653
480.000
723.8.34
5.354.912
1.482.992
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorraad
_______________ _______________
Zilver
etc.
F.R.
Notes in
circu-
Totaal
Dekking
in liet
_______________
bedrog
F. R. Note,
buiten!.
latie
16 Juli
’20
1.971,421 1.297.218
111.531
147.626 3.135.893
9
’20
1.971.316
1.288.096
111.531
136.877 3.180.948
2
’20
1.971.696
1.286.229
111.531
137.805
3.168.814
25 Juni ’20
1.969175
1.284.096
111.531
139.230 3.116.718
18 Juli
’19
2.112.100
1.247.100
–
65.381
2.512.048
19 Juli
’18
1.975.448
974.945
15.496 55.647 1.829.045
ata
15505
Totaal
Deposito,
Ge3iort
Kapitaal
Algem.
Dek-
kinga-
perc.
)
.
Percent.
Goud.
dekking
circul.
1)
16 Juli
’20
2.846.619
2.577.495
94.730
43.9
48.7
9
’20
2.934.184
2.505.216
94.639
43,1 47,5
2
,,
’20 2.935.279
2.539.950
94.594
42,8 47,2
25 Juni ’20
2.830.979 2.504.067
94.506
43,6 48,3
18 Juli. ’19
2.200.428
2.626.690
82.958
49,6
62,-
19 Juli
’18
1.409.278
2,225.268
76.383
53,3
–
t)
Verhouding tusochen: den totalen goudvoorraad, Zilver .tc., en de
opeischbare schulden: F
R. Notes en netto depositos.
t)
Na ahrek
van 35 pCt. der totale dekkingsmiddelen als dekking voor de netto
deposito’s.
PARTICIJLIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ RET
FED. RES. STELSEL.
–
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Re.iere
biJ de
1
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
beleggingen
F. R. bank
depooito’.
i
depo,ito
9 Juli ’20
814
16.904.770 1.402.700 14.204.612 2.698.969
3
,,
’20
814
16.928.893 1.445.713 14.294.352 2.700.371
25 Juni20
814
16.970.761
1.393.709 14.298.889
2.691.880
18
,,
’20
814
17.049.347
1.368.251
14.563.392 2.684.497
11 Juli ’19
770
14.501.916
1.335.020
12.925.462
1.763.894
12 Juli ‘181
713
12.561.0571
1.142.726111.258.5951
1.410.345
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.
Amsterdam, 16 Augustus 1920.
De i’n’tennationale politieke toestand is gedurende de
achter ons liggende beriohtsweek wel eenigszins gewijzigd.
De Engeisch-Fransche di’vergabie in de behandeling van het
Russisch-Poolsche conflict en de krijgsverricht’ingen in het
Oosten van Europa hebben er niet toe bijgedragen een
sfeer van rustige beschouwingen op de beurzen te out-
wikkelen. Toch moet op ‘den voorgrond worden gesteld, dat
in geen enkel opzicht ook slechts v.n een voorbijgaand
nerveuze stemming kan worden gesproken. Het heeft er den
schijn van, alsof men in den loop der jaren langzamerhand
vertrouwd is geraakt met zelfs de meest onwaarschijnijke
en gevdarlj.k ‘lijkende toestanden; men ‘heeft zich vrijwel algemeen onttrokken, althans in geestelijk opzicht, aan de
leidling der diplomatie en vertrouwt op het gezonde recupe-
ratie-vermogen van de maatschappij zelve, waardoor men
hodpte ten slotte uit het moeras te zullen komen. Indien
men de beurzen op deze wijze beschouwt, heeft men een
verklaring voor de kalme houding en, in sommige gevallen,
zelfs ”oor de opgewekte tendens, ‘die overheerschend is
geweest.
Te B e r 1 ijn heeft de loop der wisselkoersen invloed
op de markt uitgeoefend. De daling van den Franschen
Franc heeft een overeen.komstige reactie i’n valuta-papieren
te voorschijn geroepen. Deze werd echter voor een goed deel
geneutraliseerd door de sterke vra.ag
naar petroleuwaar-
‘den, waarvan verluidt, dat zij nog steeds door buiten-
landsche, .met name Hollandsche, groepen opgekocht wor-
den. In ieder geval .heef t de voortdurende accaparatie’ van
groote voorraden het materiaal schaarsch gemaak, zoodat
iedere vraag aanmerkelijke koersstijgingen in het leven
roept.
Te P a r ij s ‘heeft het vooruitzicht op drie vacantiedagen
weinig animo in het leven kunnen houden. Ook heeft de
ontwikkeling der politieke gebeurtenissen hier medege-
werkt, om eenige terughouding gemotiveerd te doen schij-nen. Er bestaan in Frankrijk twee zeer sterke Aroomingen,
dén clie strijdt voor verbroedering ‘met Rusland, de andere,
die diametraal hiertegenover is gesteld. Naarmate de ééne
of de andere dezer beide groepen .de ovèrhand heeft, beweegt
zich ‘cle beurs in minder of meer pessimisti’sche stemming.
Geheel opgewelt is zij ‘de ‘laatste weken niet geweest, omdat
zelfs bij een eventueele overheersch’ing ‘van de groep, die
door de beurs het sterkst zou ivorden gesteund, de tegen-
tendensen in geen geval over het hoofd worden gezien.
Bovendien vreest men van politieke verwikkelingen in het
Oosten een vermindering van den Franschen export, die
juist in ‘cle laatste maanden teeoenen van opleving begint
te vertoonen. Hierbij komt, dat de bankbiljetten-circulatie geen uitzetting te aanchouwen geeft, terwijl bovendien de
benoodigde dollar-valuta voor de afbetaling der Anglo-
French Loan in October aanstaande reeds gekocht is. De
financieele toestand ‘begint zich ‘derhalve eenigsz’ins ‘te kier-
stellen en dit feit is het dan ook, dat de beurs in vrij opti-
mistische banen ‘houdt.
Te L o n cl e ii heeft zich geen enkel feit van beteekenis
voorgedaan, met het gevolg, ‘dat de beurs een uiterst
on-interessant beeld te aanschouwen heeft gegeven. Alleen
petroleumwaarden waren ook hier vast gestemd, in over-
eenstemming met de vraag voor dergelijke fondsen op
andere beurzen.
Te No w Y o r k is ‘men over het algemeen optimistisch
gestemd geweest. Voornamelijk is ‘dit wel een gevolg van het
vooruitzicht op een goeden oogst, nadat men zeer teleurstel-
lencle taxaties ‘i,n den aanvang van Augustus ‘had vernomen.
Weliswaar is de tarwe-oogst. ook thans nog aanmerkelijk
geringer clan het vorig jaar, ‘doch toenmaals waren de nog
geldende gara,ii’tieprijzen oorzaak, ‘dat de grootst mogelijke
oppervlakte met graan werd bezaaid. Dit in aanmerking
nemende, is cle t’hans getaxeerde oogst alleszins bevredigend
te noemen, zooals uit onderstaande tabel blijkt:
Gezamenlijke graan-oogst (in millioenen bushels).
1920 1919 1918 1917 1916 1915 1914 1913 1920
795
941
878
655
640 1009 891
763
770
Daarnaast heeft de ‘houding vsn het Amer.ikaansche gou-
vernement tegenover Rusland de mogelijkheid opengelaten
voor een erkenning van het tegenwoordig régime, althans
van een réginie, dat slechts den schijn aanneemt van recht-
matig ‘door het Russische volk te zijn gekozen. Deze ‘hou-
ding kan wellicht er toe bijdragen spoedig een vergelijk
tuaschen Rusland en Amerika tot stand te brengen, hetgeen
niet anders dan zeer gunstig op het ‘handeisverkeer tussohea beide landen zal kunnen .inwerken. Eén en ander ‘is oorzaak
geweest, dat de beurs’ te New York de naaste toekomst vrij
optimistisch ‘heeft tegemoet gezien, ‘hetgeen tot uitdrukking
is gekomen in hoogere prijzen voor de meeste fondsen.
W.
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTIS CHE BERICHTEN
731
T e on z e n
t
heeft voor
staatsfondsen
buitengewoon weinig belangstelling bestaan, zelfs niet voor de Russische soorten. Hiermede is echter niet gezegd, dat de markt voor
beleggingswaarcleu niet wordt gefrequenteerd. Alleen is na
den jougsten stroom van nieuwe emissies nog zooveel mate-
riaal vlottend, (lat eerst geclasseerd wordt tegen koersen, clie, wat rendement betreft; zeer veel aantrekkelijker zijn
dan staatsfondsen, dat aan deze laatste een zware concur-
rentie wordt aangedaan. In dit verband zij bv. gewezen op
de 7 pOt. Obligaties De Lever’s Zeep Mij., die voortdurend
tot hoogere prijzen uit de markt worden genomen.
10Aug. 13Aug. 16Aug.
Riizjng of
d.Iing.
5
O/
Ned.
W.
Sch.
……
86’/
86th6
861116
–
4 Y2
0/
,,
,,
,,
1916
8
316
/
84
83/1
–
4
0
f
,,
,,
,,
1916
76
75′
1
Iis
76
3
0/
,,
,,
,,
•…
60
597/8
60
3
0/
,,
,,
,,
• ..
2 Y2
0
/0
Cert. N. W. S…..
51
1
18
44
51
4481
4
51
1
/8
447/
+
Yis
5
0/
Oost-Indië 1915
….
91
8
/8
908/
8
4
O/
1-longarije Goud ….
Vis
71/
–
4
°/o
Oostenr. Kronenrente
6
6/i
521/jo_
‘ho
5
°/
o
Rusland 1906
……
13
1
/8
13/8
13/
44
0
10 Iwangorod Dombr…
13
1
I
14
128/
4
–
8
/8
4
0/
Rusland
Cons.
1880
12
12″/io
128/4
+
8/
4
0
/0
Rusi. bij iTope
&
Co
13
88
/10 15V
15
8
/16
+
1
1
l4
4
°/
o
Servië
1895
……
16
–
–
44
0/
China Goud 1898
538/
4
–
–
4
°/
o
Japan
1899 ……..
49
1
/t
–
–
5
°/o
Brazilië 1895
……
548/4
–
5
0/
,,
1913
……
55
55
–
Wat de locale fondsen betreft, heeft de markt een eigen-
aardige wijziging te aanschouwen gegeven. In den aanvang
der berichtsperiode was de tendens over het algemeen flauw,
vooral voor
suikerwaarden,
hetgeen nog sterk werd ge-
accentueerd door de berichten omtrent een ultimatum, dat
door den Fabrieksboud in Indië aan de suikerfabrikanteu
zou zijn gesteld. De eerste berichten hieromtrent veroor-
zaakten een plotselinge en heftige reactie; toen echter
bleek, dat ide bewoordingen van het z.g. ,,ultimatum” niet
zoo scherp waren, als de eerste mededeelingen van het
betrokken nieuwsbureau hadden doen onderstellen, werd
de tendens al spoedig vaster en ging menigeen, die over-
haast zijn stukken had verkocht, ‘tot hernieuwden aankoop
over. Het slot kwam dan ook in goede stemming, hoewel
niet op de hoogste prijzen van de week.
Aniders was dit bij
petroleumwaarden.
Hier was ook de
tendens veeleer bom geweest, zoo goed als voor alle
courante soorten, voornamelijk na de opleving van aan-
doelen Geconsolideerde. Plotseling echter ontwikkelde zich
hier kooplust voor aandeelen Koninklijke Petroleum Maat-
sehappij, vermoedelijk naar aanleiding van een bericht uit l’arijs, dat de Maatschappij binnen afzienbai-en tijd weder
tot emissie van een nieuwe aandeelen-serie met uitreiking
van een ,,bonus” zou overgaan. Het fonds steeg dan ook
op den laatsten beursdag der berichtspei-iode circa 25 pCt.
en verliet de week op vrijwel den hoogst bereikten prijs.
In aansluiting hieraan waren ook aancieelen Geconsolideerde
Hollandsche Petroleum Maatschappij en aandeelen Orion
sterk gevraagd; vrij groote posten werden omgezet.
10 Aug. 13Aug. 16 Aug.
Rijzing of
daling.
Amsterdamsche Bank . . .. 180
8
/8
180818
1$0
8
18
Ned.Handel-Mij. cert.v.aand
228 235
238
+
10
Rotterd. Bankvereeniging.
13
1
i
136
1
!,
136014
+
1/,
Amst. Superfosfaatfabriek.
134
1
/
134
1
/
1351/1
+
12/4
Van Berkel’s Patent ……120
1
/2
125
128
+
7’/2
Insulinde
Oliefabriek
. . .
191
1
!2
191
1
/
2
190’/8
– 1
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
91
1
!2
91
918/8
–
1/8
Ned. Scheepsbouw-Mij
…
13
1
/
122
120’/,
–
3
Philips’ Gloeilampenfabriek 947
951
1/1
970
+
23
R.
S.
Stokvis
&
Zonen
594
–
Vereenigde Blikfabrieken
131
–
–
Compania MercantilArgent 304/a
315
1
/
2
318
+
13
1
/
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 3658/
4
375
3772/2
+ 11/
Handeisver. Amsterdam
..
779
797
806
+
27
Hoil.
Transatl. Handeisver.
101 101 101
Linde Teves
&
Stokvis
….
200
1992/
2
199
1
l1
‘/
VanNierop&Co’sllandel-Mij. 186
185 187
‘/,
+ 1
1
!3
Tels
& Co’s
Handel-Mij
….
140
140 140
Cecons. HoIl. Petroleum-Mij. 240
2
/2
257
1
/2
265
1/2
+
25
Kon. Petroleum-Mij.
……
640’/4
680
697’/2
+
57 2/4
Orion Petroleum-Mij…….73
74
75
+
2
Steaua Romana Petr.-Mij…
150
155
160
+ 10
Amsterdam-Rubber-Mij. .. .. 222
1
/3
231
233
+
10’l2
Nederl.-Rubber-Mij .
…….
115
120
120
+
5
Oost-Java-Rubber-Mij…..400
414
4078/2
+
71/2
10 Aug. 13Aug. 16 Aug.
Rizigof
Deli-Maatscliappij ……..484’/, 494
499
+ 14′!2
Medan-Tabak-Maatschappij. 306
1
/2 310
3161/2 + 10
Senembah-Maatschappij …. 565
579
578
+ 13
Van de overige
af deelingen
hebben niet vele de aandacht
getrokken. Alle waren zij vast gestemd, met name
scheep-
vaartwaarden,
die
zich
uit hun apathie van weken konden
verheffen. Ook
tabakswaarden
bleven sterk gevraagd, ter-
wijl de
rubbermarkt
mede beteren weerstand toonde, in ver-
band met de lichte prjsverbetering voor ‘het ruwe product
‘te Londen.
10 Aug. 13Aug. 16 Aug.
Of
doling-
Holland-Amerika-Lijn …. 390
392
1
/, 400
+ 10
,,gem.eig. 376
383
390
+14
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij. . 220
225
225
+ 5
Holl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 151/4 151/4 151’/
Hollandsche Stoomboot-Mij. 173
1
/, 173
1
/
2
174
+ ‘/,
Java-China-Japan-Lijn …. 251
1
/
3
252
257
+ 52/8
Kon. Hollandsche Lboyd •. 158/ 164
8
/ 168 + 9′;
Kon. Ned. Stoomb.-Mij. . . 196
8
, 2018/
4
204’/4 + 77/s
Kon. Paketvaart Mij…… 19i 2018/
4
205 + 52/4
Maatschappij Zeevaart
240
240
240
Nederl. Scheepvaart-Unie
229
1
/ 236
8
/4 238/ + 9/1
Nievelt Goudria&n ……491
496
500
+ 9
Rotterdamsche Lloyd …… 2280/
4
231
1
!, 233/4 + 41/,
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 263
283
245
– 18
so
,, ,,Nederland” . . 273
1
!2 283
1
1, 284′!, + 11
,,
,, ,,Noordzee” . – 110
1
/
110
110′!2 + ‘/
,,Oostzee” . . . . 244’/, 244’/, 241
– 3
1
!2
Van
industrieele aandeelen
idienen hier te worden gere-
leveerd aandeelen Philips Gloeilampenfabriek en aandeelen
Papierfabriek Van Gelder, die door insiders uit de markt
werden genomen
De
Ainerikaansohe markt
bleef stil, doch vast.
10 Aug. 13 Aug. 16 Aug.
Rijzing of
daling
American Car
&
Foundry..
155
165’/2
165′!,
+ 10
1
/2
Anaconda Copper
……..
125
128’/
127
1
/2
+
2
1
!2
Un. States Steel Corp. ….
102
2
/8
103
2
/s
104
‘/2
+ 1/
Atchison
Topeka
……..
95
96/
4
96’/,
+
1’/2
Southern
Pacific
……..
1o80!
g
108
1088/
4
Union
Pacific
…………
1368/
4
138
1388/4
+
2
Int. Merc. Marine orig. Com
.
28′!,
,
29
12
/1
302/o
-f-
1
1
/8
,,
,,
,,
,,
prefs.
92 93
93
+ 1
Geld ruim
op 334
pCt.
GOEDERENHANDJ..
GRANEN.
17 Augustus 1920.
Sinds het laatste overzicht zijn de prijzen van Noord-
Amerikaansche tarwe weder opgeloopen op grond van
lagere oogstrami’ngen en officieele ‘bevestigingen van roest-
schade in de voorjaarstarwe. In Europa is het weer over het
algemeen aanzienlijk verbeterd, hetweik aan den tarweoogst,
welke overal in voflen gang is, zeer ten goede komt. In
Engeland luiden de berichten over de kwaliteit van de
nieuwe tarwe gunstig en het schijnt, dat de tarweoogst
aldaar minder van ‘het slechte weer geleden heeft dan aan-
vankelijk gedacht werd. Ook uit Duitschland bericht men,
dat ‘de schade tengevolge van het slechte weer nog al mede-
valt. In Frankrijk blijkt ‘de opbrengst van de tarwe bene-
den ‘de oorspronkelijke raming te zijn.
Zooals ‘hierboven gezegd, is het of ficieele Augustus-cijfer
der conditie van de voorjaarstarwe aanzienlijk lager dan het
Juli-cijfer, vat wel voornamelijk zijn oorzaak vindt in vast-
gestelde roestschade. Daarentegen blijken de dorschresul-
taten der wintertarwe gunstig te zijn. De raming van de
geheele opbrengst blijft echter ver beneden ‘het totale oogst-cijfer van verleden jaar. De termijnmarkt te Chicago, die ge-
durende de berichtsweek van een vaste houding blijk gaf,
was echter op ‘het einde der week zeer onregelmatig.
Uit Indië en Australië wordt melding gemaakt van
regens, welke aan de oogsten zeer ten goede kwamen.
Argentinië bericht onveranderd droog weder en regen is
aldaar zeer gevensoht.
Maïs bewoog zich in de overzeesche markten in opgaande
beweging in tegenstelling met •de Europeesche markten,
welke zeer onregelmatig voor dit artikel waren. Over het
algemeen is de vraag ‘in ‘de Europeesche importbanden op
het oogeublik zeer gering en de onregelmatige vrachten-markt was mede oorzaak van de af
–
wisselende stemmingen voor maïs.
L ij n z a a d. Het officieele cijfer der conditie ‘van den
oogst in Noord-Amerika is achteruitgegaan, alhoewel dit
9
732,
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Augustus 1920
Noteeringen.
–
Chicago
Buenos Aures
Dato
Tarwe
Mavo
Haver
Tarwe
Mais
Lljnzaad
Dec.
Sept.
Sept.
Aug.
Sept.
Sept.
14Aug.’20
254
‘Is
148I8
69
1
/8
23,50
9,65
25,70
‘7
,,
’20
243
146
3
/8
701/
4
23,-
9,60 26,10
14Aug.’19
226
183
73°/t
17,702) 10,35
37,90
14
’18
226
161
8
/8
68
5
/s
11,10
6,152)
25,658)
14
,,
’17
204
115°/4
1)
577/
8
17,902)
11,85
23,60
20 Juli’14
82
‘)
56
8
/s
1
)
36’/o
1)
9,40′)
5,38
3
)
13,70 ‘)
Locoprijzen te Rotterdam! Amsterdam.
Soorten.
16Aug.
1920
9Aug.
1920
16Aug.
1919
Tarwe*
…………..
‘)
35,50 35,50
Rogge (No. 2 Western)
1)
31,-
30,-
–
Mais (La Plata)
……
2
)
340,-
350,-
450,-
Gerst (48 Ib. feeding)
.
.2)
438,-
460,-
450,-
Haver (38 ib. white cl.).
.1)
24,-
25,-
22,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
212,50
215,-
325,-
Lijuzaad (La Plata) …. 4)
765,-
755,-
1100,-
1)
per Dec. ‘) per Sept.
8) per Aug.
1)
P 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G.
4)
per
1960 K.G. *) Hard/Red Winter Wheat nr. 2.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Artikelen.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
9-14
Aug.
Sedert
Oocreenk.
9-14
Aug.
Sedert
Overeenk.
1920 1919
1920
1 Jan.
1920
tijdvak 1919
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919
6.088
291.318
276.006
–
95.521
45.354 386.839
321.360
7.016
63.109 54.243
–
515 19.953
63.624
74.196
–
2.825 3.362
–
– –
2.825
–
3.362
11 .127
220.494
72.540
4.300
41.079
5.488
261.573
78.028
Tarwe ……………….
19.876 124.219
–
918
62.315 20.794 186.534
Rogge ……………….
Boekweit
…………….
Mais
………………
.
20.408
145.403
–
–
7.333
20.408
152.736
Lijnzaad …………..
1.383
27.058
41.062
–
9.798 12.919
36.856 53.981
Gerst
………………969
Haver
…………….230
226
26.522 31.505
–
1.406
200
27.928 31.705
Lijnkoek …………….
ni
–
..
19.181
192.243
–
–
37.435
19.181 229.678
Tarweeel ………….
Andere meelsoorten
. . .
.j
1.274 7.351
141.119
–
100
10.708
7.451
151.827
nog geen invloed heef t gehad op de geraamde opbrengst.
De markt is gestegen wegens de meerdere vraag van de
zijde van Noord-Amerika en waarschijnlijk ook op die van
Europa.
N e d e r 4 a n d. In tarwe kwamen de ivorige week met
Duitschland nog -alwat afdoeningen tot stand. Echter was
op het einde der week de kooplust veel verminderd. Voor -di-sponibele Amerikaansche rogge was van de zijde
–
– dei
Hollan-dsoh-e consumptie eenige ‘vraag. Op aflading ‘blijft
Duitschland geregeld als kooper in de markt. De prijzen
zijn echter tegenover tarwe iets te hoog. Maïs ontmoet in
de consumptie weinig vraag. Alleen voor oude La Plata
Mais, welke aanzienlijk .goedkooper is dan de nieuwe, ..be-
stond nog al belangstelling. De regeering verkocht gisteren
1000 toiis in publieke veiling, welke vlot werden opgenomen.
In België werden de vorige week voor al-hier verwachte
nieuwe maïs hooge prijzen betaald en vonden flinke kwa-nti-
teiten hun weg naar (leze markt. Op aflading gaat zoo goed
als niets om. De termijnmarkt had de vorige, week een
zich in opwaartsche beweging rioh-tend verloop met flinke
omzetten. Voor ljnzaad bestond voortdurend attentie;
hoofdzakelijk voor spoedige posities en werden Vrij belang-
rijke kvan-titei-ten omgezet. Lijnolie bewoog zich onregel.
matig, doch in stijgende richting.
SUIKER.
NOTEERINGEN.
Amster.
–
Londen
New Yo,k
dam per
Whlte Java
,
Amer. Gra.
96pCt.
Data
loopende
Tates
f.o.&pe_ nulated elf.
Centri.
u
es
maand No.! Aug/Sept.
Mcl
fugal.
Sli.
. Sh.
Sh.
5h.
$cts.
11Aug.’20
f
– 1161- 92/-
92/-
–
14,50
4 ,, ’20
– 116/-
91/-
9213
–
16,30
11Aug.’19 ,, –
64/9
551-
55!-
–
7,28
11Aug.’18 ,, – 64/9
–
–
–
5,92
11 Juli ’14
18/-
–
–
–
3,26.
De suikermarkten staan onder -den ‘invloed der gunstige
oogstberichten ‘uit ‘de suiker produdeerende landen, voorna-
melijk Cu-ba, hetgeen vooral aan de Amerikaausche markt
cene scherpe daling der suikerprijzen ‘tengevolge had. De
vooruitzichten voor de wereldsu-ikervcorziening in 1 921’zijn
dan ook belangrijk beter.
Duitsch-l-and en Tsjecho- Slowa-kije melden
een steeds bevredigenden’ igroei der bieten en F. 0. Licht
raamt de hruto.opbrengst van den nieuwen Duitschen
oogst op ongeveer 1.100.000 tons, terwijl volgens deze!fde
bron de productie van Tsjeoho Slowakije bij behoud van
goed weer en eene goede oplossing van thet transport- en
koienvra-ags’tuk meer dan 700.000 ton’s zal bedragen, waar-
van 300.000 -toiis uitgevoerd zouden -kannen worden. In
F r a -n k r ij k, waar -de aanplant zooals bekend, belangrijk grooter is dan verleden jaar, belooft de goede -groei van het
gewas tevens een -beter ren-dement.
Naar aanleiding van d-e in E n g e 1 -a -n -d aanwezige groote
voorraden -werd aldaar het wekelijksch rantsoen op 12 ons
per -hoofd verhoogd. Wegens de -hooge prijzen blijft het –
echter te bezien of -de -consumenten de -t-h-ans toegestane
grbotere -hoeveelheid zullen koopen. – De consumptie bedroeg
in Juli slechts 87.545 tons tegen 130.870 -tons in 1919, lit-
geen uit de vol-gen-de B-o-ar-d of Trade-stat-istiek blijkt:
Juli
Juli
Jan./Juli Jan./Juli
–
1920
1919
1920
1919
ton
ton
– ton
ton
Import rietsuiker ..
92.209
99.550
799.321 741.881
biet ,, . .
–
–
–
– 1
geraffineerd.
7.270
45.068
106.541 263.628
Totaal ……..99.479 144.618
905.862 1.005.490
Voorraad in entrepot 411.650 375.250
–
–
11
raffinaderijen
31.200
15.600
–
–
Opbrengst
,,
72.064
75.846
457.826 480.031
Tot.binnenl.verbruik 87.545 130.870
716.511 891.107
Totaal export ….
2.176
6.108
6.522
13.380
De N e w Y o r k s ch e -markt viel met groote sprongen, hetgeen het duidelijkst uit de noteerin-g voor Spot – Centri-
îagals blijkt, die van 16.03 tot 13.04 -daalde. Voor suiker
op termijn wordt thans genoteerd: September 11.65, October
11.58, December 11.50, Januari 10.45, Maart 9.55. ‘Uit de
laatste C u -b a -berichten blijkt, ‘dat de thans nog in het
binnenland aanwezige ‘voorraden -belangrijk grooter zijn dan
oorspronkelijk aangenomen was, zood-at de oogst waarsohijn.
lijk 3.900.000 -tôns izal opleveren, hetgeen -slechts 100.000 tons
beneden verleden jaar zoude zijn. De laatste Cuba-s-tat-isti-ek
luidt:
–
1920
1919
1918
Weekontvangst tot 7 Aug.
30.000 29.000 27.557 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.447.563 3.569.288 3.093.527
Werkende fabrieken ….
5.
6
8
Weekeaport3lJuli-7Aug.
44.000
50.534
67.968
Totaal sedert 1 Jan. 1920 3.316.110 2.510.159 2.326.513
Uitvoer naar Engeland.. 486.011 380.018 464.289
Frankrijk..
52.761
42.992
7.400
Totaal voorraad ……..370.000 1.002.794 644.775
Op J a v -a neemt de oogst ondanks de in Nederlandsche
couranten voorspelde en gemelde stakingen in de fabrieken
tot nu -toe een vrijwel ongestoord en bevredigend verloop.
Aan de markt ging er weinig om en bleven prijzen nog
eeuigszin-s gehandhaafd. Eene terugwerkung van de inzin-
kin-g der Amerikaansche markt op de Javamarkt -zal echter
niet kunnen uitblijven. –
18 Augustus 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
733
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplantis).
16Aug.’20
9
Aug?20
2Au.’20
16Aug.19
16Aug.18
New York voor
–
Middling
.
36,50e
39,—
40,—’
31,16e
34,50e
New Orleans
voor Middling
34,50e
36,25 c
3850
t
30,88e.
29.50 e
Liverpool voor
Middling
.. ..
28.08d
1
28,20d
26,81d)
19,— ti’)
23.721
t)
Noteering van 3 Augustus.
1)
idem 15 Augustus.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dujzendtIIen balen.)
Aug.’19
Ooei’eenkom,tige perioden
tot
14
Aug.
20
1919
. 1
1918
84
42
–
98
39
66
147
25
. 21
117
I’
96
11
46
Voorraden
in
duizendtallen
1
17
Aug.’20
1
15Aug.’19
16Aug.18
Amerik. havens ……….
.716
1053
856
.
683
653
Binnenland……………758
New York
84
88
New Orleans
322 242
Liverpool
……………
646
742
216
RUBBER.
De rubbermarkt vertoonde geen noemenswaardige ver-
anderini in de afgeloopen week. Nog altijd noteert latere
levering veel hooger dan loco. Het verschil tusschen prima
Crêpe loco en b.v. Jan./Juni bedraagt thans niet minder
dan 3
1
/2
d.
De stocks te Londen blijven geleidelijk toenemen en be-
dragen thans ca. 26.500 ton.
De noteeringen zijn:
einde vorige wéek
Prima Crpe loco ……….1/10
1
/
4
…………110/4
smoked Sbeets ……1/9
………… 1/8
1
1
Crêpe Oct./December
21–
………… 1/11
2
/t
Januari/Juni
2/2 ‘/
………….2/1
8
/
4
Hard cure line Para
……..1/9’/t
……. …. 1/98/
4
17 Augustus 1920.
KOFFIE.
(Mededèeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf t & Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santo,
Wi3jdkoe,j
.
Voorraad
.
Pr,j,
No.
7
Voorraad
PrOa
No.
4
14
Aug. 1920
358.000
1
)
1.742.000
11.200
13
29
/st
7
,,
1920
345.000
8.450
1.648.000
11.000
13
1
/
j
31 Juli
1920
322.000
8.725
1.567.000
11.600
14
8
/26
14 Aug. 1919
507.000
15.250
1.842.000 20.000
142/
4
‘) Niet genoteerd.
Ontvangsten.
Rio
Santo,
Data
Afgdao pen
Sedert
Afgdoo pen
Sedert
week
1
Juli
week
I
Juli
14 Aug. 1920 ….
58.000 359.000
294.000
1
1.174.000
1
14
Aug.1919 ….
54.000
288.000
131.000
612.000
COPRA.
De markt voor Copra was deze week zeer vast gestemd
en ging er op aflading vrjveel om.
Wij noteeren heden:
Java f.m.s. Augustus/October ……….
1
60.-
N. 1. f.m.s. ,, .,, ………., 592/4
Mixed September/November ……….,, 58.-
17 Augustus 1920.
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.
Exotische luiden: De La Plata-markt is zeer
levendig voor Frigorifique. en Saladeros-huiden, doch geldt
dit alleen voor de. prima soorten ossen en koeien. Noord-
Amerika kocht aanzienlijk en de markt is wederom hooger.
Er zijn zaken tot 54 $ afgesloten, zijnde circa 20 pOt. bo-
ven de laagste noteering.
Infdrieure soorten trekken nog steeds geen aandacht.
1 n 1 a nd s c h e h u i 4 e n met meer vraag, doch speciaal
voor goede luiden zonder worm. In Berlijn was de veiling
van 10 Augustus
5
25 pOt. hooger dan in Juni.
Kalfsvelien blijven verlaten.
L
0e 5
t of f e n goede vraag, hoofdzakelijk voor loco
partijen quebracho en dhopped mimosa.
Rotterdam, 14 Augustus 1920.
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
Veertiendaagsdh overzicht.
Gedurende de laatste 14 dagen waren de vrachten over
het algemeen weder ‘dalende. De vooruitzichten voor reeders
zijn verre van gunstig en het is voor ‘hen zeer lastig voor
hunne stoomschepen een betalend emplooi te vinden. Tegen-
nver de dalende vrachten staat het steeds . hooger worden
der exploitatiekosten, waarvan de dure bunkerkolen een
groot gedeelte uitmaken. In Engeland vragen de zeelieden
thans ook weer hoogere bonen. Al dit leidt er toe, dat de
kwestie van opleggen van ichepen spoedig onder de oogen
aal moeten worden gezien; hier en daar worden dan ook
reeds schepen uit de vaart genomen.
Andere jaren begint de katoenoogst meestal omstreeks
dezen tijd zijn invloed te doen gevoelen, doch dit jaar
schijnt dit niet ‘het geval te zijn.
Eenigen tijd geleden werd als iets nieuws vermeld het bevradhten van booten met steenkolen vanaf Japan naar Europa, thans worden ‘booten vanaf China bevracht met
kolen en wel tegen 155/. per ton. Verder begint de export
van graan van den Donau de aandacht te trekken. De
tarwe- en rogge-oogst zijn zeer goed en reeds gedeeltelijk
binnen. Het schijnt, dat er nogal veel voor export beschik-
baar zal komen. Ook de mais staat goed en als de oogst niet tegenvalt, komt er het volgend voorjaar een groote
hoeveelheid vrij voor export, gezien de hoeveelheid, die er thans reeds over is van den oogst van verleden jaar. Op het
.00genblik gaat het grootste gedeelte van de Roemeensohe
mais naar Italië, waarheen een vracht van 47/6 en later
45/- betaald werd. Naar West-Europa was de vracht eerst
60/- en later 57/8 voor rogge.
In •het begin dezer veertien dagen zijn de steenkolen-
vrachten van Noord-Amerika naar Europa nog verder
gedaald, evenals die naar La Plata. De vrachten waren
ongeveer $ 10 Rotterdam/Antwerpen evenals naar La Plata.
Zelfs werd $ 9.50 Rotterdam afgedaan. Naar wordt gemeld
is de Amerikaansche tonnage door de Shipping Board uit
het. kolenvervoer teruggetrokken.
De prompte steenkolenvradhten zijn dan ook iets beter nI.
$ 14 September belading ‘naar Gothenburg tegen $ 12.50 kort geleden en $ 11.50 Rotterdam. Het tekort aan steen-
kolen doet zich overal gevoelen. In Calcutta werden nu
export-licences geweigerd naar Colombo. In Durban (Natal)
is de ophooping van schepen zeer groot. De aanvoer langs
de eenige spoorlijn is zoo klein, dat de turn er nagenoeg
3 maanden is.
Op de .A.merikaansohe markt blijven de vrachten voor
graan op en neer gaan; de laatste dagen waren de vrachten
voor graan van de Northen Range naar Europa weer iets
lager. Baltimore/U. K. 11/-. Blijven de kolenvraohten vast,
dan zullen echter de graanvrachten wel volgen.
Gulf[LJ.
K.
noteerde ongeveer 12/- per quarter.
De La Plata-markt was tot Vrijdag 12. flauw en vrachten
liepen terug tot 80/-, Rosario/Continent tegen 75/- van
lower River Ports. Zaterdag werd echter een boot bevracht
van niet boven San Lorenzo U. K. -Continent tegen 87/6,
terwijl thans, Maandag, 90/. betaald schijnt te worden.
De er.tsvrachtenmarkt van de Middellandsche Zee en
Spanje is zeer flauw. De vrachten zijn: Hornillo/Glasgow
18/6, 19/., Aigiers/Cardiff 17/..
Op de Oostersche markt hebben de geregelde lijnen
moeite volle ladingen te krijgen en is er dus voor wilde
boeten zeer weinig emplooi.
Bombay d.w. ongeveer 55/- tot 60/ zijnde de helft van
acht weken geleden.
Naar wordt gemeld, werd een groote boot op timeoharter
bevrach.t tegen 14/6 per ton voor zes maanden.
Ontvangsten Gulf-Havent
Atlant.Havei
Uitvoer naar Gr. Brittano
‘t Vastelan
Japan ete..
on
734
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
18 Augustus 1920
RIJN VAART.
Week’ van 9 tot 16 Augustus 1920.
•’
De algemeene toestand was in de afgeloopen week Vrij-
wel onveranderd. Het sleeploon van Rotterdam naar de
Rulirhavens werd in het begin en aan het einde der week
met 200-cents-tar.ief genoteerd; daarentegen op 11 en 12
Augustus met 180-cents-tarief. –
Erts van Rotterdam naar de Ruhr werd bevrach’t tegen
f 0,90
tot
f
1 per last met
Y
4
iostijd, terwijl voor rei.zen
naar ‘den Boven-Rijn schepen in daghuur werden aange
nômen tegen 5 cents per ton.
In Antwerpen werd voor reizen naar versch’iUende Rijn-
‘stations 20 centimes per ton per ‘dag betaald.
Ru
ii
r o r t. Het sleeploon Ruhrort-Ms.iinihei’m, hetwelk
begin der week Mk. 52.- per ton bedroeg, werd ‘door be-
langrijk minder aanbod geleidelijk lager en bedroeg einde
der week Mik. 45.- per ton, terwijl .het sleepicon Manniheim.
Straatsburg met I’Lk. 45.- per ton genoteerd werd.
De ‘kolen van. Ruhrort naar ‘den Boven-Rijn werden in daghuur bevracht tegen 70 p1. per ton.
De exportkolen-ver’ladingen zijn van matigen omvan.g; de
vracht hiervoor ‘bedroeg Rotterdam-Ruihrort
f
1 per toil
met-vrij sleepen
Het water bleef vallende; aan het einde der week
noteerde Cauber Pegel nog Meter 2.20.
INKLARINGEN.
NIEUWE WATERWEG.
Juli 1920
Juli
1919
Landen van
Aantal
N. R. T.
Aantal
N. R.T.
her kom s t
schepen
‘
schepen
Binneni. havens
62 32.584
23
1.924
Groot-Brittannië
271
148.440
186
117.717′
Duitschiand ….
45
40.870
.
36
18.958
Noorwegen ..
8
5.680
6
2.572
52
42.483
19
12.972
Denemarken
‘
2.191
–
–
–
Zweden ……….
Rusland-Oostz.h
–
–
1
‘
–
1.378-
Finland
6
4.169
1
660
België
24
32.162
10
6.668
Frankrijk
73
52.015
18
12.419
Spanje
26
35.157
1
1.328
Portugal
–
–
3
638
Italië ……….
8
15.719
–
‘
–
Griekenland..
1
.
1.733
-‘
–
Turkije
1
‘
1.268
–
–
Roemenië
2
2.306
– –
And. Midd. Zeeh
5
9.910
–
–
Over. Wk. Afrika
–
–
4
7.287
Zuid-Afrika
–
–
1
3.500
Achter-Indië
1
3.059
1
3.606
Ned.
Oost-Indië
2
–
7.141
5
15.494
And. Aziat.. hav.
2
,
8.607
–
Australië
–
–
2
9.169
Vereen. Staten
57
215.090
57
167.608
Canada
2
7.086
–
–
Argent.,Uruguay
16
32.823
11
20.785′
669
698.493
,
385
404.683
Totaal ….
Periode 1 Jan.-
31
Juli
….
3160 3.705.571
.2684
2.584.812′
Nationaliteit.
Nederlandsche
-. ‘
210
207.210
155
121.250
Britsche
179
151.007
128
110.847
Duitsche
82
28.737.
21
10.513
Noorsche
53
58.451
,
14
14.929
Belgische
4
‘
3.801
3
2.757
Fransche,
44
37.485
5
265
Zweedsche ……
16
14.187
9
‘
4.853
Deensche
11
9.955
3
.
5.466
Vereen. Staten:.
‘
35
119.637
43 122.564
Andere
35
..
68.023
4
11.239
669
.
‘698.493
385
.
404.683
Totaal
.. . .
1)
1913, 6.663 schepen met 8.035.307
AT.
R. T.
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur Maassluis.)
IJMUIDEN.
Landen van
herkomst’
Juli 1920
,
Aantal
N.R.T.
schepen
Juli
1919
Aantal
N.R.T.
schepen
Binnenl. havens
13
7.493
‘
.
7
3.782
Groot-Brittannië
57
36.204
35
18.522
Duitschland….
39
25.143
‘
6
3.152
Noorwegeii
5
9.266
1
478
Zweden
32
21.851
13
6.105
Denemarken
7
2.481
–
–
Rusland-Oostz;h
2
1.024
–
–
Finland ……..
42
29.194
7
8.451
2
762
1
261
Frankrijk
12
4.618
8
4.686
Spanje
….
2
1.349
2
1.154
Belgie
.
………….
Portugal
‘
2′
1.195
4
2.017
Italië
–
2
1.896
Oostenrijk-Hon-
garije,
Grie-
kenland
2
2.124
4
3.520
Levant
5
6.996
–
-.
And. Midd. Zeeh
1
3.486
–
–
Over. Westk. Af r.
1
927
–
–
Ned. Oost-Indië
2
,
6.297
6
–
23.274
Vereen. Staten
2
2.693
–
10
21.657
Canada
1
1.940
–
-‘
Midden-Amerika
2
6.226
– –
Ned. West-Indië-
Ned. Antillen..
‘
3
5.169
,
1
,
2.635
Argentinië, Uru-
guay
3
15.614
5
11.326
Overige
Zuid-
Amerika ..
7
22.064
2
4.556
–
Totaal
….
–
244
214.116
114
113.472
Nationaliteit.
Nederlandsche
129
138.416
80
93.800
Britsche
18
–
16.705
14
6.025
Duitsche
73
35.617
10
4.868
Noorsche
10
11.064
4
2.067
Belgische
2
3.248
–
–
2
242
–
–
Zweedsche
4
2.799
4
1.773
Deensche
1
595
–
–
Fransche ……..
Vereenigde Stat
1
1.387
2
4.939
Andere
4
4.043
–
–
Totaal ….
244
214.116
114
113.472
(Vereenigde Scheepsagenturen van
Halverhout & Zwart en Zurmühlen & Co.)
DORDRECHT.
Juli 1920
Juli 1919
Landen van
herkomst
Aantal: N.R.T. Aantal . N.R.T.
schepen
schepen
Binnenl. havens
3
548
1 .
64
Groot-Brittannië
4
467
2
100
Finland
2
384
– ,•
–
België
2 –
661
–
–
Totaal ….
11
2.060
3
164
Nationaliteit.
Nederlandsche
4
1.056
1
‘ 64
Britsche
4
270
2
100
Duitsche
2
384
, –
–
Noorsche
1
350
–
–
Totaal….
11
‘ 2.060
3
164
(Gerard Mauritz.)
18 Augustus 1920
735
DE TWENTSCHE BANK
AMSTERDAM – ROTTERDAM ‘s-GRAVENHAGE – DORDRECHT UTRECHT – ZAANDAM
Maandstaat op 31 Juli 1920
DEBET
Aandeelhouders nog
te
Btorten ……………………….
1
1.784.700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN &Oo., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;
,
LEDEBOER & Co., te Almelo,
f
7.503.125
1
–
1
waarvan in
geldgestort
…………………………… ……..
,,
5.953.125,—
Deelneming in bevriende Bankinstellingen f6.489.012,74, waar-
van
in
geld
gestort
…………………………….,,
4.824.412,74
Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage en Utrecht . . . . .
f
38.138.150,-
Fondsen door ons gedeponeerd voor rekening van bevriende
instellingen …………………………………….
..
6.164.600,-
Kassa, Wissels en Coupons
Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen ….
Saldo’s bij Bankiers:
beschikbaar voor eigen gebruik …………………….
f
6.729.760,-
voor rekening van derden ……………………….,, 36.522.435,51
Prolongatiën gegeven ……………………………….
Saldo te .leveren en te ontvangen fondsen ……………….
–
Eigen Fondsen en Syndicaten ……………………….
Credietvereeniging
……………………….. 7 …….
f
68.472.328,74
Af: loopende Proessen …………………………….,, 13.300.000,-
f 12.562.237,74
44.302.750,-
55044.277,1834
9.200.000,-
43.252195,51
13.683.173,88
182.539,3134
6.009.218,33
55.172.328,74
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s-Rek. Ort.
f
78.328.12,7134
A-Ç. 1—
ende
Prnmesn
………………………………..
.6.653.000,
–
.
71.675.162,7134
Voorschotten op Consignatiën ………………………..
,,
3.655.200,63
Gebouwen en Safe-Déposit …………………………..
,,
3.657.172,88
Totaal …….
f
318.396.256,9234
CREDIT
Kapitaal……………………………. . ……………
f
34.427.000,-
Reservefondsen ……………………………………•. ,,
7.307.644,16
Buitengewone Reserve …….. . ……………………… ,,
1.000.000,
. –
Waarborgfonds Credietvereeniging ……………………,,5.260.672,50
Reserve Credietvereeniging …….
……………………
,, 3.332.147,72
f
51.327.464,38
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B ….. f 1.784.700,-
in Leen-Depôt …………………………………,, 42.518.050,
–
,
,, 44.302.750,—
Zieken- en Pensioenfondsen ……….. . …………………
f
299.419,83
Reserve voor te verleenen Pensioenen …………………… ,,
844.922,59
1.144.342,42
Deposito’s
………………………………………….
,,
49.232.074,19
Prolongatie-Deposito’s ……………………..
1• .
,,
5.725.376,01
Saldo’s Rekeningen Courant ………………………….t 86.217.708,6834
1
,,
voor gelden in het Buitenland. ,; 36.522.435,51
Credietvereeniging .
………
5.005.231,5234
127.745.375,72
Beleeningen en Daggeld genomen ………………………
0
0
.
4.143.000,
De Nedèrlandsche Bank en Kassiers ……………………..
0
– ,,
1.360.486,6634
Te betalen Wissels …………………………………
,,
31.878.364,06
Diverse Rekeningen ………………………………..
.
,,
1.537.023,48
Totaal ……
f
318.396.256,9234
76′
18 Augustus 1920
De NX, Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli
• ROTTERDAM
‘S•GRAVENHAGE
GROMNGEN –
Telefoon 3600
Telefoon H 280, 800
Telefoon 1555
• AMSTERDAM ”
LEEUWARDEN
ARNHEM
•
Telefoon N 5580
–
–
–
Telefoon 2723
levert uit voorraad
TELEFOoN-, .SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur, en koop.
Herstelt en onderhoudt o n d er g a r a n t i e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS GRATIS.
Bij de GEMEENTE-ELECTRICITEITS
WERKEN te
Amsterdam
komt tegen
15 Novembera.s.
KONINKLIJKE
vacant de betrekking van:
Chef van de Weelinu Statistiek
•HOLLANDSCHE
LLOYD
Bij ‘roorkeur zullen zij hirvoor in aanmerking
AMSTERDAM
komen, die ervaring hebben op.hetgbiedvai’i Statistiek’
en van Bedrijfstechniek en -adafinistratie.
PASSTAGIERS., VRACHT- EN
Sollicitaties met uitvoerige inlichtirigèn schriftelijk
POSTDIENSTEN
aan de Directie.
NAAR
-AMERIKA ZUID
GEBROEDERS CHABOÏ
CUBA EN MEXICO
/ ROTTERDAM
,
EN.
NOORD-AMERIKA
KASSIERS en MAKELAARS ‘in ASSORANTIËN
Deposito’s.
–
Rekening-Courant. – . Franco Chèque-Rekening.
–
A
an
–
en Verkoop
vanWissels op
het
Buitenland.
Aan- en Ver-
••”•’……….•..•..•.•.•..•…….•
koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administr’tie van
Effecten.
: Gebroeders Mereils
S
•
HAARLEM
Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal-, Automobiel- e.a. verzekeringen •
van elken aard.
S
‘?FABRIKANTEN VAN
.
0 NT VA..
N
G-
EN B Ë
TÂA I
K
A
S.
.
T E C H N 1 S C H E
S
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22, AMSTERDAM
–
•
CAOUTCHOUC,
Rentevergoeding voor gelden deposito:
met
1
dag
opzegging..
: …………….. . 1
‘i ‘Io
‘
ASBEST-
Bedragen tot f20.000,— terstond I-etaalbaar. •
•
•
EN E B 0 N lET-
met .10 dagen opzegging .
……………
12/
4
I/o
Voor andere termijnen
o$’nader
overeen te komenvoorwaarden.
. .. .
ARTIKELEN
OPÈN EN GESLOTEN BEWAARCEVING VOLGENS REGLEMENT.
SAFEDEPOSIT.INRjCIjTING.’
GEOPEND: op Werkdagen van 8
3
/ v.m. tot 4
1
!2′ uur n.m.
Telefoon 103
op Zaterdagen, en Beursvacantiedagen- van
8
81
v.m. tot 12 uur.’
Telegr.adr Oonifabrlek,llaarlem
Loketten van
f2,50
per
maand
–
f 10,—
per jaar – en hooger te huur voor
–
bij de Directie bekende of geïntroduceerde personen.
‘
•..’.’.•.’……•………..
……..
NIJGH & VAN DITMAR’S. WTGE’V’ERS.MAAT,SCHAPPIJ
WIJNHAVEN1.1 1 ii 3 ..OTTERÎ5XM.
•
TELEFÔON
7841- 7842 -7843-7861
– BIJKANTOREN te AMSTER[)AM, e-GRAVENHAGE en HAARLEM
Belast zich met
,
het verzorgen van üitgaven en tijdschriften op elk gebied
11