Ga direct naar de content

Jrg. 27, editie 1375

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 27 1942

27 MEI 1942

EcononiischStatistische

Berichten
,

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

27E
JAARGANG

WOENSDAG 27 .MEI 1942

No. 1375

o

N.V.

Stoomvaart-Mij. ,,Nederland”

Amsterdam

N. V.

Rotterdamsche
Lloyd

Rotterdam

– Openbare werken en

Conjunctuurbeweqing

door
Dr. Ir.A. Baars

PRIJS f 2.10*

Prijs voor’donateui-s en leden
van het N. E.
l. f 1.50.
In den boekhandel verkrijgbaar
UITGAVE: DE ERVEN
F. BOHW N.V., HAARLEM

DE BELEGGINGEN

DER BIJZONDERE
SPAARBANKEN IN’

NEDERLAND

door

Dr. J. R. A. BUN!NG
»

32ste Publicatie van het Neder-
landsch Economisch Instituut.

PRIJS f
3.65*

(Prijs voor donateurs en leden

van hetN. E. I.
f
2.75)

Verkrijgbaar in den Boekhandel

Uitgave: De Erven

F. BOHN N.V., HAARLEM

ROTTERDAMSCHE

BÂNKVEREENIGING
ROTTERDMIAMSTERDAIIs CRAVENHAGE

KAPITAAL EN RESERVE
t 62.000.000

SAFE LOKETTEN
TER BERGING %N WAARDEN

150 KANT0IEN IN NEDERLAND

R.MeesfiZoonen

Ao. 1720

BANK1BS EN A88UItkNTEE-MAKELAÂBS

ROTTERDAM

AMSTERDAM (As.)
‘s.GRAVENH’AGE
DELFT – SCHIEDAM
V LA
AR
DINGEN
0

Ter vervanging
van
haar door brand verloren geganen voorraad nummers van

Economisch-Statistische Berichten en Economisch-Statistisch friaandbericht

van den jaargang 1940, zou de redactie het zeer op prijs stellen, indien de

lezers, die hun exemplaren kunnen missen,
deze
aan haar zouden willen
afstaan.

AMSTERDAMSCHE BANK N.V.

ÂMSTERDAM

• Open bewaarnem Ing van

– –

effecten

Adviezen voor belegging

Uitvoering van beursorders

BEHANDELING VAN ALLE

BANK ZAKEN

BEZORGING VAN ALLE

ASSURANTIËN

Laat Uw

JAARGANG

W %

VERLIESPOSTEN.VOORKOMEND..SYSTEEM

BESTAANDE UIT VIER DIENSTEN

Deze tijd is rijk aan veran-

deringen. Laat daarom Uw

onbetaald gebleven oude

posten inschrijven bij

DIENST
IV VAN
HET
V.V.S.

VAN DER GRAAF & Co. N.V.

AMSTERDAM C. – AMSTELSTRAAT 14-18

De Naamlooze Vennootschap

Maandblad voor den Ondernemingsvorm en het

Bedrijfswezen in Nederland en Nederlandsch-lndië

Inhoud MeI-aflevering 1942

‘-

No. 2. Jrg. 21

Het recht van aandelhouders op de winst.
Mr. W. C. L. van der Grinten

De rechtspraak in de jaren 1939 en 1940.
3. Van het vermogen der naamlooze vennootschap,
(artt. 40 – 42e) ……..Mr. Dr. H. F. A. Völlmar

Loonsverhooging …………..Mr. A. W. Quint

Eenige beschouwingen over de ,,Richtlijnen voor
de Prijsvorming no. 1 …………… Drs. J. Vogel

Reserves, Agio en Emissiekosten, C. H, J. Burgersdijk
met naschrift van R. A. Dijker.

Abonnernentsprijs
f 10.50
per jaar. – Losse afleveringen
f 1.-

Uitgave: H.
ij.
d. Marck’s uitgevers Maatschappij N.V. ROERMOND
POSTREKENING 61631

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BOEKDRUKKERIJ

H. A. M. ROELANTS – SCHIEDAM

Onze speciale afdeeling: Drukwerk voor contrôle en
administratie, levert, alle voorkomend drukwerk op
dit gebied concurreerend, snel en accuraat.
Uitgifte-apparaten in groote verscheidenheid van werk-
wijze en caaciteit naar de behoeften van elk bedrijf.
Tel. 69300

Onze terzake-kundige staf is te allen tijde voor gratis
(3 lijnen)

advies te Uwer beschikking.

inbinden!.

Stort f 0.75 op giro 5858 tennante

van H.A.M. Roelants, Schiedam

met vermelding: Band E.-S. B.
1941 en U ontvangt, zoodra de

oplaag gereed is, franco per

post Uw band toegezonden.

Bij franco opzending van Uw

jacirgang acm

II. A. M, ROELANTS

SCHIËDAM

onder gelijktijdige storting van

f 2.40 op giro 5858, ontvangt U,

zoodra de banden gereed zijn,

Uw Jaargcmg keurig gebonden

franco huis terug.

(Uitvoering van den band linnen

rug, verder stevig beplakt bord)

Derde Gewijzigde Druk

van

Egalisatiefo ndsen

en Monetaire Poli-

tiek in Engeland,

Nederland en de

Vereenigde Staten

door

Prof. Dr.
H. M. H. A. van der Valk

30ste Publicatie van het Neder-

landsch Economisch Instituut.

Prijs f 2.10*

(Prijs voor donateurs en leden
van het N. E. I. f 1.50)

Verkrijgbaar in den Boekhandel

Uitgave: De Erven

F. BOHN N.V., HAARLEM

Diesel

, Stoom- en Electrische Machine-installaties

Voôr onmiddellijke of latere koop worden gevraagd:

Volledige stroomopwekkende installaties ‘voor draaistroom 380/220 Vak;
Vermogen tot ongeveer 400 kVA.
Afzonderlijke dieselmotoren, stoommachines, électromotoren, electro-
generatoren; spanning en vermogen als boven.

De machines moeten gheel in bedrijfsvaardigen staat zijn, in goeden
toestand en niet ouder dan 10-15 jaar.
Uitvoerige aanbiedingen, met opgave van plaats waar te bezichtigen, te richten aan den

Bahnbevo1linschtigten ‘der Deutschen Reichsbahn hei den Niederlündischen Eisertbahnen te Utrecht, Catharijnesingel HGB III.

27 MEI 1942

A UTEUPSRECHT VOOPBEHOUDEN

conomischo-wStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VÖOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN
HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

27E JAARGANG

WOENSDAG 27 MEI 1942

No. 1375

HOOFDREDACTEUR:

M. F. J. Gooi (Rotterdam).

PLAATSVERVANGEND HOOFDREDACTEUR:

H. W. Lambers (Zartewaal).

Redactie en administratie: Pieter de Hoochweg 122, R’darn-W

Aangeteekende stukken:. Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon JVr. 35000. . Postrekening 8408.

Abonnements prijs yoor het weekblad, waarin tijdelijk

is opgenomen het Economisch- Statistisch Maandbericht,

franco p. p. in Nederland f 20.85 per jaar. Buitenland en

koloniën / 23.— per jaar. Abonnementen kunnen niet elk

nummer ingaan en slechts worden beëindigd per ultimo an

elk kalenderjaar. Losse nummers 50 cent. Donateurs en

leden oan het Nederlandsch Economisch Instituut ontoan gen

het weekblad gratis en genieten een reductie op de verdere

publicaties. Adreswijzigingen op te geven aan de adnzinistratie.
k

Advertenties Qoor
,
pagina / 0.28 per mm. Andere pagina’s

/ 0.22 per mm. Plaatsing bij abonnement oolgens tarief.

INHOUD:

Blz

En en ander over .den afzet van visch in Nederland
door
Dr. E. J. Tobj ……………………..232

Samenwerking tusschen fabrikanten van merk-
artikelen en den tusschenhandel in levensmiddelen
door
H. Leenihuis ……………………..234

Bo’ekbesprekingen.,

G. ‘Gebhardt:
Europas Wirtschaftsfreïheit, bespr.

door
J. Wille,is

……………………..237

Overheidsmaatregelen

op

econo-

misch gebied

……………………..
238

M a a n d c ii f e r
S.

Maand- en weekcijfers betreffende den economischen
toestand van Nederland …………………
238

S t a t i s t i e k e n.

Wisselkoersen – Bankstaten ………………
239

GELD- EN KAPITAALMARKT.

Op de
geldmarkt
bleek de Agent van de Schatkist in

staat om meer papier onder te brengen dan alleen ter ver-

vanging van vervallend materiaal noodzakelijk was.

Bij de banken bleef de kaspositie over het algemeen ruim.

Uit den jongsten weekstaat van de circulatiebank blijkt,

dat de post ,,rechtstreeks ondergebracht schatkistpapier” is

afgenomen met 11 millioen gulden, terwijl een toeneming

van de buitenlandsche wisselportefeuille plaatsvond van

44,5
millioen gulden, waartegenover een stijging van de

biljettenomloop is te constateeren met f
21,6
millioen.,

Behalve door de mogelijkheid van het onderbrengen van

schatkistpapier door den Agent, blijkt de betrekkelijke

ruimte van de geidmarkt ook uit het feit, dat er voôrtdu-

rend goede vraag bestaat naar papier met korteren looptijd,

dat regelmatig in verband met ruiltransacties aan de markt
‘S.

De
obligatiemarkt
heeft in de verslagperiode vrijwel geen

wijziging vertoond. Wel zijn in ht midden van de week de
koersen iets ingezakt en is ook bijv. de
3-31
pÇt. leening

138
wat lager gesloten dan de opening maar noemens-

waardige veranderingen waren toch niet te registreeren.

De omzetten bleven zonder belang; een uitzondering hierop

vormt de
31
pCt. leening
1941,
welke nog steeds goed ge-

vraagd is; in deze leening vinden nog steeds liquidatiever-

koopen plaats, terwijl daarvoor anderzins ook voortdurend

goede vraag blijkt tebestaan. In verband met de recente

voorsphriften voor de belegging voor verzekeringmaat-

schappijen, spaarbanken, pensioenfondsen e.d. zijn er

verscheidene institutiorieele beleggers, die hun portefeuille

van dit materiaal aanvullen, zoodat uit deze groep vrijwe’
voortdurend vraag naar deze fondsen bestaat,. waarbij de

’31
pCt. leening 1941 een ge1iefkosd object.is
, zoowel door

rendement als door looptijd.

De
aandeelenmarkt
is over het algemeen stil’geweest, met

betrekkelijk onbelangrijke koersschommelingen. De bin-

nenlandsche aandeelen hebben geen reactie meer vertoond
uit hoofde van de nieuwe belastingen; eerder zijn de koer-

sen in de aanvankelijk het sterkst getroffen groepen weer

wat aangetrokken. De omzetten op de aandeelenmarkt

zijn uitzonderlijk gering. Verschillende fondsen konden het

dagenlang niet tot noteering brengen en ook voor de meer

courante fondsen, die dagelijks noteerden, .zijn de koers-

wijzigingen klein gebleven. Over het a]gemeen nam het

publiek een afwachtende houding aan en werd er weinig
ondernomen. Ook de beleggingsvraag naar aandeelen is

onbelangrijker dan eenigen tijd geleden het geval was.

1

232

.

ECONOMISCH- STATISTISCHE BERICHTEN

27
Mei
1942

EEN EN ANDER OVER DEN AFZET VAN

VISCH IN NEDERLAND.

In een onlangs in dit tijdschrift versphenen artikel lazen
wij: ,,Het visscherij-probleem was in de afgeloopen jaren

en zal ook in de toekomst blijven: een
afzet-probleem”‘).
Met deze opvatting kunnen wij ons geheel vereenigen.

Wanneer na den vrede de afzet van visch hier te lande
op dezelfde v’ijze zou worden ter hand genomen als zulks

vöbr den oorlog het geval was, dan kunnen ook de tech-
nisch meest geperfectionneerde en economisch best door-

dachte maatregelen aan de productiezijde het vraagstuk
niet tot een oplossing brengen. Integendeel, het nuttig

effect van deze maatregelen zou dan door de ongeregelde

afzetmethode geheel of grootendeels worden teniet ge-

daan. Omgekeerd echter zou een verbeterd distributie-

systeem zelfs bij een nagenoeg ongewijzigd productie-
apparaat reeds een merkbaren invloed ten goede op het eheele vraagstuk hebben.

• Gezien de belangrijkheid van den afzet van visch en
de daarbij te volgen wegen en te gebruiken middelen,

willen wij deze zijde van het vraagstuk aan een korte

beschouwing onderwerpen. Wij leggen ons daarbij een
tweetal beperkingen op. In de eerste plaats bepalen wij

ons tot den afzet van visch hier te lande, omdat in dit

blad over de distributie van visch, dieper het vasteland

van Europa in, reeds verschillende malen is geschreven
2).

In de tweede plaats gaan wij niet in op de mérites, welke
het zgn. diepvriessysteem voor den afzet van visch
in
• Nederland
zou kunnen hebben. Zonder twijfel is dit systeem

van ‘zeer groot belang voor den hier niet te behandelen

vischafzet over het Europeesche continent, maar het valt
nog te bezien, of dit procédé voor een ondiep land als het
onze het vischverbruik merkbaar zou kunnen opvoeren,

anders dan bij een smalle laag van meest-koopkrachtigen.
1-loe geschiedde de oischafzet eddi’ den huidigen oomlog?

Waar de gang van zaken op dit punt bekend mag
worden verondersteld, kan hier worden volstaan met een

-aanduiding in grove trekken. De in de aanvoerhaven

aangebrachte visch werd op den afslag verkocht aan
groothandelaren en aan bepaalde toegelaten kleinhande-

laren, daarna ging het product langs tal van wegen het

binnenland in naar markten, winkeliers en venters. Hier
en daar waagde zich ook een enkele gemeente aan, zonder
twijfel goedbedoelde, pogingen om den consument nader
tot de visch te brengen, zonder dat dit evenwel invloed

van eenige beteekenis op het vraagstuk in zijn geheel had.
De geheele afzet bood een volstrekt. ongeregelden en chao-
tischen aanblik, zoowel kwantitatief als kwalitatief.
Kwantitatief, omdat hoe verder de verbruiker in de
provincie woonachtig is, des te meer moeite hij heeft om
op een willekeurigen dag de vischsoort te bemachtigen,
welke hij op dat moment zou willen hebben. In de kleinere
provincieplaatsen – om maar te zwijgen van het platte-

land – was de vischaanvoer onvoldoende; er vielen
streken in hét land aan te wijzen, die geheel of gedeel-
telijk van visch bleven verstoken. Het merkwaardige•
feit deed zich hierbij voor, dat in streken, waar om be-
paalde redenen méér visch werd gegeten dan elders –
bijv. tegen het eind van de week in gebieden met over-
wegend katholieke bevolking – niet alleen de distributie
beter was, maar ook het vischverbruik van het niet-
katholieke deel der bevolking grooter was dan elders;

uit welk feit moedgevende conclusies zijn te trekken
ten opzichte van de mogelijkheid om het vischverbruik
uit te breiden. Opmerkelijk was ook de belangrijke plaats,
welke de vischventers innamen in het distributie-apparaat,
zoowel in de groote steden als in de provincie.

‘) A. G. U. Hildebrandt: Problemen der West-Europeesche
Zeevisscherij”, in ,,E.-S. B.” van 11 Maart 1942.
‘) Zie het onder ‘) genoemde artikel en de artikelen van mr. H. .T.
Onnes over de ,,Snelvriesconservenindustric” in ,,E.-S. B.” van 14
en 21 Mei en 25 Juni 1941.

Kwalitatief was het beeld zoo mogelijk nog slechter.

1-Toe verder men van de aanvoerplaatsen was verwijderd,
des te slechter de kwaliteit van de ten verkoop aange-

boden visch werd. De outiliage, zoowel van de visch-
winkeliers als die der venters, liet zeer veel te Wenschen

over; bovendien kon men constateeren, dat in de pro-

vincie en op het platteland meestal.slechts diè visch werd
verkocht, die elders niet meer aan den man kpn wordén
gebracht. T-Toe de kwaliteit van het product onder een

dergelijke methode leed, kan men zich gereedelijk voor-
stellen.

Uit eigen waarneming herinnert schrijver dezes zich

een onderzoek in een der provinciale hoofdsteden van ons

land, eenige jaren geleden gehouden. Nog bij vrijwel

volle duisternis stond in den prillen ochtend in voort-

durenden slagregen een aantal handelaars op een pleintje

in de betrokken stad te wachten op de aankomst van de vrachtauto, die de visch zou komen aanvoeren. Na lang
wachten verscheen het voertuig met een mager assorti-

ment van niet al te beste kwaliteit; de prijzen waren zoo
hoog, dat er slechts weinig verd gekocht. Later op den

morgen werd de vischmarkt ter plaatse bezocht; de daar
ten verkoop aan het publiek aangeboden visch lokte kwa-

litatief niet bijzondei’ aan en de animo yan kooperszijde

was dan ook gering. In den middag bleek de voorraad

nog slechts weinig geslonken; desgevraagd gaven de

handelaren te kennen, dat zij echter deze visch nog goed

genoeg achtten om er de volgende dagen mede te gaan

leuren in de omringende kleinere plaatsen. Ook de visch-

winkeliers in die stad werden bezocht; algemeen was de
klacht, dat in den detailhandel met visch slechts met de

grootste moeite -een sober bestaan te verkrijgen was. Geverifieerd aan cijfers kon deze klacht niet worden;
zooals helaas maar al te vaak hij detaillisten van dit genre

werd nergens een behoorlijke boekhouding gevoerd.

Scherp werd ook door den kleinhandel stelling genomen
tegen de zich steeds meer uitbreidende gewoonte van den
groothandel om consumenten, die daarvoor ook maar

eenigszins in aanmerking kwamen, rechtstreeks van de
aanvoerplaats uit te bedienen, zoodat er voor den detail-
handel slechts gelegenheidskoopers over bleven. Tot zoo-
ver dit onderzoek.

Ten aanzien van de prijzen van visch voor den con-
sument was de indruk vS6r den oorlog, dat deze van dien
aard waren, dat visch, over het algemeen gesproken, niet

kon worden tot een volksvoedsel van eenige beteekenis.
Ook de hooge bakolieprijzen uit die jaren vormden daar-

voor een ernstig beletsel. Tenslotte was ook de met den
onregelmatigen aanvoer samenhangende instabiliteit der prijzen een ernstige handicap. De indruk bestond, dat de
groothandel zich meer toelegde op het principe: kleine
omzet, groote winst, dan op het omgekeerde; en hoewel
geen concreet onderzoek hiernaar is ingesteld,. konden wij
ons nimmer geheel onttrekken aân de impressie, dat ook
in deze branche hij den kleinhandel en vooral bij de ven-
ters – met name wanneer deze laatste hun dagtaak
begonnen – de zeer geringe omzetten tot gevolg hadden,
dat de winstmarge zeer hoog werd genomen. Immers
anders kwam de handelaar in het geheel niet aan een –
zelfs zeer bescheiden – bestaan toe, en waar vrijwel
allen in hetzelfde schuitje voeren, was er te dezen op-
zichte weinig concurrentie te duchten.

Moet het..afzet-systeemn can eisch na den erede worden ge-
wijzigd?

Wij willen de bovenstaande vraag zonder aarzeling

bevestigend beantwoorden. Wij hebben de vaste over-tuiging, dat, wanneer de methoden van afzet van visch
na den oorlog niet ingrijpend worden gewijzigd en grondig

verbeterd, een afdoende oplossing van het geheele visscherij-
Çr
raags
t
u
k onmogelijk is.
Wij meenen voor onze opvatting niet alleen steun te
vinden in de verwarring, waarin het distributie-systeem

27 Mei 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

233

beter ware overigens van systeemloosheid te spreken –

van visçh vroeger verkeerde, doch ook in de ervaringen
van den jongsten tijd. Wij bedoelen hier de ervaringen,

opgedaan bij de gecentraliseerde distributie van ver-

schillende goederen door de Overheid in tijden van
schaarschte; de , ,rantsoeneering-op-bonnen” dus, welke
gemeenlijk wordt bedoeld, wanneer men op het oogenhlik

van ,,de distributie” spreekt, in tegenstelling met de

beteekenis, welke aan dit woord werd gehecht in het

eerste gedeelte van dit opstel, waar het eenvoudig de

afzet heteekent. Ook op het gebied van deze rantsoeneering

beschikt schrijver dezes over eenïge persoonlijke ervaring,

nl. met betrekking to.t de vleesch- en aardappeldistributie.
De groote les, welke naar onze meening uit deze en
dergelijke ervaringen kan worden getrokken en waarvan
de waarheid zich steeds duidelijker opdringt, is wel deze,

dat het
in cle practijk mçgelijk is gebleken van een centraal

punt uit en rekening houdende zoowel met de belangen van di-

vei’se categorieën handelaren als met die van het publiek, tot een
behoorlijke verdeeling te komen tègen redelijke prijzen.
Het

is ons meer dan voldoende bekend, dat deze uitspraak

tegenspraak zal uitlokken. Wij denken hier bijvoorbeeld
aan de slagers, die op het oogenblik zeker niet tevreden
zijn met de gestelde maximum-winkelverkoopprijzen, of

aan de vleeschgrossiers, die voor een groot deel zijn uit-
geschakeld. En zoo zijn er nog meer punten. Maar dan
dient te worden bedacht, dat deze en andere onaan-
genaamheden nièt een gévolg zijn van de ordening zèlve,
doch van de heerschende schaarschte en van de huidige
buitengewone omstandigheden, met welke bezwaren in
normale tijden géén rekening behoeft te worden gehouden,
omdat zij er dan niet meer zullen zijn. Dat beteekent
dan echter, dat na den oorlog een soortgelijke verdeelings-
wijze zal kunnen functionneeren zônder dergelijke wrij-

vingen.
Het mag dus als vaststaand worden aangenomen, dat
in de normale tijden, die straks weer zullen aanbreken,

de chaotische toestanden op het terrein van den visch-afzet hier te lande kunnen worden vervangen door een ‘geregeld systeem, dat, de fouten van het verleden kan
vermijden. Natuurlijk zullen er dan ingrijpende wijzi-
gingen noodig zijn en dat brengt ons tot de volgende

vraag: –

Hoe zal het afzet-systeem van visch er na den uorlog uit

kunnen zien?

In de eerste plaats dient hierbij -te worden uitgegaan

van de gedachte, dat de geheele opzet en de uitwerking,
alsmede later de uitvoering, onder de auspiciën zullen
moeten geschieden van een centraal coördineerend or-gaan. Deze gedachte is in den allerlaatsten tijd dermate

gemeengoed geworden, dat het wel overbodig mag heeten

hierop verder in te gaan. –
Een tweede punt, dat aan de bespreking van den ver-
deren gang van iaken vooraf dient te gaan, is’ de nood-
zakelijkheid van een absolute scheiding van groot- en
kleinhandel. Ter voorkoming van misstanden, zooals wij
die hierboven hebben gesignaleerd bij de beschrijving
van de toestanden, in den vischafzet in een der provin-

ciale hoofdsteden vôbr den oorlog, dienen de functies
van groot- en kleinhandelaar streng gescheiden te blijven. Wij meenen te weten, dat dit principe als leidend beginsel
wordt gehuldigd bij de komende reorganisatie van den vischhandel, zoodat ook aan dit punt geen verdere be-
spreking behoeft te worden gewijd.
Een schema van den gang van zaken, welke na den
vrede zoukunnen worden gevolgd, vindt de lezer hieronder.
Hierbij valt het volgende op te merken:
1. In de aanvoerhavens worden als koopers uitsluitend
toegelaten de groothandel en de vischverw’erkende in-
dustrie. Toewijzing aan deze categorieën zal plaats vinden
op basis van den omzet in het verleden in één of meer nader aan te wijzen basisjaren, terwijl het

aanbeveling

Schenia van de regeliig van den afzet van visch in het binnen-

land.

– Aanvoerhavens

(Centraal coördineerend orgaan)

Groothandel

Vischverwerkende industrie

Winkelier

Regionale verdeelingsplaats of mârkt

Ven ter

1

1
Consumenten

zal verdienen onderlinge overdracht van partijen mogelijk

te maken.
De onder 1 genoemde categorieën leveren alleen aan
winkeliers en aan regionale verdeelingsplaatsen of markten.

Het zal duidelijk zijn dat over het geheele land een net van

dergelijke verdeelingsplaatsen zal moeten worden uitge-
spreid, teneinde niet te vervallen in de fout van vroeger,

dat in bepaalde streken van het land geen of weinig visch

te verkrijgen is. Bovendien zou het transportmateriaal
naar deze verdeelingsplaatsen en de -outillage van deze
laatsten aan hooge eischen dienen te voldoen, hetwelk van-
zelfsprekend aan de kwaliteit van de visch ten goede zal

komen.


De regionale verdeelingsplaats levert aan de venters,
wier outillage eveneens- verbetering zal behoeven. Het
ware te overwegen of in bepaalde plaatsen en onder
bepaalde voorwaarden op de markt ook rechtstreeks aan
consumenten geleverd kan worden.
-. –
De winkeliers leveren rechtstreeks aan alle cate-
gorieën van verbruikers en het zal noodig’zijn, dat ook
bij de winkeliers de outillage op een behoorlijk peil wordt

gebracht.
1-let is niet waarschijnlijk te achten, dat in het alge-
meen de yischwinkelier en nog minder de venter een ver-
betering yan de outillage .uit eigen middelen zullen kun-
nen bekostigen. Het zou mogelijk zijn, een speciale Ii-
nancierings-maatschappij tot dit doel in het leven te
roepen, doch deze verbetering kan ook op andere wijze
worden bekostigd, waarop hieronder nog *ordt terug-
gekomen.
Bij een dergelijke afzetmethode past een goede
propaganda ter vermeerdering van het vischverbruik en
een goed opgezette en geleide reclame, uitgaande van
het centrale orgaan. De vroeger wel in het werk gestelde
pogingen om via reclame en anderszins, bïjv. door de-
monstraties van- bereidingswijzen e.d., het vischverbruik
op te voeren, hebben weinig of geen resultaat gehad,
althans geen blijvend resultaat. Dat valt ook niet te vèr-wonderen: ook de beste propaganda kan geen blijvende
successen boeken, wanneer de aanvoer en de kwaliteit
zooveel te wenschen overlaten als zulks voorheen het
geval was. Het is duidelijk, dat bij verbeterde kwaliteit
en geregelden aanvoer de reultaten veel beter kunnen
zijn. Naast de bekende propaganda-middelen valt hier
om. ook te denken aan de radio: daags vôÔr het vervoer
van visch naar de regionale verdeelingsplaatsen kunnen
soorten en prijzen van de te verwachten visch op deze
wijze aan het publiek bekend worden gemaakt, zoodat
de verbruikers veel ‘beter en nauwkeuriger dan vroeger
kunnen worden ingelicht wat er’ op dit terrein in de vol-
gende dagen verkrijgbaar zal zijn.
Op de boven aangegeven wijze is het in elk geval
mogelijk, groote kwalitatieve verbeteringen in den. afzet
van visch hier te lande aan te brengn. Dit zal echter niet
voldoende zijn, -er dienen ook kwantitatieve verbeterin-
gen te komen, anders blijft het gevaar bestaan, dat in

234

ECONOMISCH- STATISTISCHE BERICHTEN

27 Mei 1942

bepaalde deelen des lands veinig of geen visch verkrijg-

baar, zal zijn. Is men eenmaal op dit punt aangekomen,

dan rijst onvermijdelijk de vraag, of hij en dergelijk

systeem de vischafslag gehandhaafd kan blijven.

Men zal ons tegemoet voeren, dat de vischafsiag nu
eenmaal inhaerent is aan den verkoop van een dergelijk,

niet willekeurig vermeerderbaar, goed met dergelijke

wisselende aanvoeren en dat alleen op deze wijze de

visscher er zeker van kan zijn den hoogst mogelijken prijs
voor zijn product te krijgen. –

Fliertegenover zouden wij willen opmei’ken, dat dan

over het hoofd wordt gezien, dat de techniek de middelen

aan de hand heeft gedaan, dm, ter stabiliseering van de

inderdaad ongelijke aanvoeren, buffer-voorraden aan te

leggen, van welk middel vroeger vrijwel nimmer of-slechts

in geheel onvoldoende mate gebruik is gemaakt. Begrij-

pelijk, omdat het altijd heeft ontbroken aan de noodige

samenwerking, terwijl een centrale organisatie, welke
een dergelijke samenwerking desnoods dwingend kon

opleggen, ontbrak. Bovendienis het niet alleen billijk,
dat de visscher een behoorlijke opbrengst en daardoor
een behoorlijk bestaan heeft, doch evenzeer, dat ook de

andere bij het artikel visch betrokkenen een redelijk

bestaan hebben, terwijl tenslotte niet uit het oog mag

worden verloren, dat de belangen ‘van den consument
in deze zaak primair zijn en dat het er in deze geheele

zaak om gaat hem voldoende en kwalitatief goede visch te verschaffen tegen redelijke prijzen.

Welnu, dit alles is allee.n mogelijk, wanneer men naast

de andere, reeds hierbo
en opgesomde, maatregelen
ook den vischafslag vervangt door een systeem van

vaste prijzen. Wij wijzen er met nadruk op, dat dit laatste

ook heerscht om. bij de vleesch- en bij de aardappel-
distributie van tegenwoordig —in den zin van ,,rantsoe-
neering” dus —ien dat zulks bij de laatste tot tevre-

denheid van alle betrokkenen blijkt te geschieden. Bij

het vleesch is dit, zooals hierboven reeds werd opge

merkt, op het oogenblik anders, maar, zooals ook al
werd gezegd, dat is niet een gevolg van het systeem,

doch van de momenteel heerschende schaarschte. Is
straks de schaarschte eenmaal verdwenen, dan zal ook

daar het systeem tot tevredenheid van alle betrokkenen
kunnen werken. Aardappelen zijn lang niet in die mate
schaarsch als het vleesch en de schommelingen, welke men

daar kan verwachten als gevolg van goede en slechte
oogsten, ku’nnen klaarblijkelijk ook nu reeds worden op-
gevangen. Natuurlijk moet men in normale tijden re-
kenen met den export, welke thans voor een groot deel
is weggevallen, maar het is nu juist het voordeel van een

centraal geleid apparaat, dat – in tegenstelling met
vroeger – ook in normale tijden primair rekening kan
worden gehouden met de eischen van de binnenlandsche
markt en haar voorziening, alvorens aan export wordt
gedacht.

Naar onze meening zal dan ook in de toekomst het
systeem van den vischafslag moeten worden verlaten
en dienen te worden vervangen door een systeem van
vastgestelde prijzen door het centrale orgaan. Dit laatste
zal een veelomvattende en belangrijke taak te vervullen

krijgen: regeling van den aanvoer, door vangtijden en
vangplaatsen voor te schrijven en door het aanleggen
van stabiliseerende voorraden; vaststelling van prijzen
en kwaliteiten, waarbij schommelingen in verband met
de seizoenen niet uit het oog zullen mogen worden ver-loren; voorschriften uitvaardigen met betrekking tot een

goede outillage van regionale verdeelingsplaatsen, markten,

winkels, venterswagns en transportmateriaal; het quo-
teeren van den aanvoer, rekening houdende met de be-
hoefte in de verschillende deelen des lands; een regeling
voor den export en één voor de propaganda. Eerst op
deze wijze zal o6k een kwantitatief aan alle redelijke
eischen beantwoordende vischafzet door .. het geheele
land in het leven kunnen worden geroepen.

8. Ten slotte dient nog te worden teruggekomen op

de financiering der noodige ‘verbeteringen in het ver-

deelings-apparaat. Er is nI. ndg een andere manier denk-

baai’ dan die via een speciale financierings-maatschappij,

waarover boven werd gesproken. Bij een organisatie
van den afzet als die, welke wij in grove trekken hebben

weergegëven, bestaat de mogelijkheid om door het reser-

veeren van een gering bedrag ten koste van de handels-

marge, bijv. per kilo visch, desnoods nog gestaffeld naar

soort en/ofkwaliteit, een belangrijk bedrag hij elkaar te

brengen, dat zou kunnen worden gebruikt om deze hoog

noodige verbeteringen te financieren. Deze gedachte

schijnt ons veelszins aantrekkelijk, op deze wijz’e zou het
bedrijf zichzelf saneeren.

Met het bovenstaande hebben wij in groote trekken

weergegeven op welke wijze na den oorlog de vischafzet

hiei’ te lande zou dienen te worden georganiseerd, wil men

niet opnieuw vervallen in dezelfde onbevredigende toe-

standen van vroeger, waarbij producent, handelaar en

consument gelijkelijk weiden gedupeerd. Wij zijn erons

volkomen van bewust, dat ons schema onvolledig is en

dat er op tal van punten diepgaande onderzoekingen
noodig zullen zijn om het aan te vullen en tot volmaking

te brengen. Maar wij zijn er eveneens van overtuigd,

dat alleen in de dooi’ ons geschetste richting de defini-
tieve oplossing van het visscherijprobleem, dat immers

in laatste instantie een afzetprobleem is, kan worden

gevonden. Daarvoor zijn de ervâringen, opgedaan in den
huidigen tijd, een afdoende borg.

Met dit artikel hebben wij alleen beoogd het principe
en de hoofdlijnen aan te geven, in de hoop, dat ook anderen

hun licht willen laten schijnen op dit voor een belangrijk
Nederlandsch bedrijf zoo vitale punt.
Dr. E. J. TOBI.

SAMENWERKING TUSSCHEN FABRIKANTEN

VAN MERKARTIKELEN EN DEN
TUSSCHENHANDEL IN LEVENSMIDDELEN.
Dit is een onderwerp, dat voorheen reeds veelvuldig tot

bespreking tusschen belanghebbenden aanleiding heeft

gegeven en in do toekomst waarschijnlijk in zeker niet
minder sterke mate de aandacht zal hebben. Het volgende

is een poging tot het aangeven van enkele richtlijnen;
die voor het bepalen der wederzijdsche verhouding, en
dus voor het bereiken van een goede samenwerking, van
belang zouden kunnen zijn. –

ii itgangs punten.

1. De handelstechnische functie vtn den tusschenhan-
del bestaat uit:
voorraad houden;

verzamelen, van orders;

pousseeren van bepaalde merken of artikelen
1);

verdeelen en expedieeren;
dredietverleening, incasso en delcredere.

2. De vergoeding, die den tusschenhandel voor zijn
diensten toekomt – dit geldt dus zoowel voor grossier als
inkoopvereeniging – is afhankelijk v.an de mate, waaiin
en de volledigheid, waarmede deze functie wordt vervuld.
3. Elk artikel draagt zijn eigen distributiekosten, d.w.z.
de condities ‘oor den handel dienen zoodanig te worden

gesteld, dat hieruit de normale bedrijfskosten inclusief een

normaal ondernemersloon kunnen worden bestreden.
4. Op den fabrikant van merkartikelen rust de ver-
plichting, deze condities niet alleen vast te stellen, maar

1)
Meer en meer wordt ook het verstrekken van voorlichting’
aan den detailhandel, het opleiden van den winkelier tot een zoo
goed mogelijke vervulling van zijn taak, door den tusschenhandel –
zoowel grossier als inkoopvereeniging – ter hand genomen. Deze werkzaamheden behooren echter niet hij de technische tusschen-
handelsfunctie, maar zijn te beschouwen als een ingrijpen om tacti-
sche redenen van den tussehenhandel op het terrein van den detail-
handel.

27 Mei 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

235

ook te waarborgen, d.w.z. zijn bedrijfspolitiek zoodanig

te doen zijn, dat de aangegeven marges ook in de practijk

zijn te handhaven.
5. Voor den tusschenhandel zal dat over het algemeen
slechts mogelijk zijn, wanneer de fabrikant hij het toeken-

nen van grossiers-condities de noodige voorzichtigheid in
acht neemt, m.a.w. geen grooter aantal handelaren als

grossiers in zijn artikelen erkent dan voor een doelmatige

distributie venschelijk is. Ter toelichting op de punten 1 en 2 moge het volgende

worden opgemerkt.
Lang niet altijd zijn bij elke transactie, die door den

tusschenhandel wordt verzorgd, al deze vijf elementen –

aanwezig. Van pousseeren bijv. is vaak in het geheel geen
sprake. De tusschenhandelaar – grossier of inkoopver-
eeniging – levert wat zijn klanten vragen, zonder eenige

poging te doen, deze vraag op een bepaald merk te richten
en de vertegenwoordiger van den grossier doet als verkoo-

per zijn plicht, wanneer hij zoo volledig mogelijk de artike-
len noteert, die zijn firma kan leveren. Ook hij tracht

niet aan de vraag richting te geven.

Zoo was het voorheen in verreweg de meeste gevallen en
ook thans nog komt dit veelvuldig voor, al is door de samen-
werking tusschen bepaalde fabrieken en bepaalde tusschen-

handelaren de mate, waarin de tusschenhandel ook de

pousseerfunctie vervult, weer in stérke mate toegenomen.
Tegelijkertijd hebben echter de ontwikkeling van het
merkartikel – waardoor de pousseerkracht vaii den

fabrikant van veel meer invloed werd op den verkoop –
en het daarmee verband houdende vercliijnsel, dat be-paalde fabrieken er heil in zagen, de tusschenhandels-
functie geheel en al zelf te gaan uitoefenen, ertoe geleid, dat verschillende fabrieken, in overleg en samenwerking
met den tusschenhandel, deze bij den verkoop assisteeren.
Dit geschiedt bijv. in dezen vorm, dat de vertegenwoordi-gers van de fabriek voor den tusschenhandelaar de artike-
len pousseeren en orders verzamelen, die ter uitvoering
aan den handel worden overgedragen. Geschiedt dit, dan
blijven voor den tusschenhandelaar zelf nog de elementen
1

a, d en e (zie uitgangspunt 1) van zijn handelstechnische
functie te vervullen. Worden in zoo’n geval de orders
rechtstreeks van fabriek naar den detaillist gezonden voor

rekening yan den tusschenhandelaar, dan blijft voor dezen
alleen nog het element e van zijn functie over.
Hier komen wij ook aan het verschil tusschen grossier
en inkoopvereeniging. In het algemeen gesproken zal door

den grossier de tusschenhandelsfunctie vollediger worden
verricht dan door de vereeniging. Tal van vereenigingen
zijn op voorraad houden, verdeelen en expedieéren in het

geheel niet ingesteld, waardoor defuncties a en duitvallen,
terwijl zij zich evenmin bezig houden met pousseeren of
verzamelen van orders, zoodat alleen de functie e over-
blijft en deze nog slechts gedeeltelijk, daar ook van crediet-
verleening meestal geen sprake is.
Zelfs zijn er vereenigingen, die van den fabrikant ver-langen, dat hij de incasso bij de ledenzelf waarneemt. In
dit geval blijft geen enkel element van de tusschenhandels-
functie meer over en dergelijke vereenigingen kunnen
dan ook op geen enkele tusschenhandelskorting aanspraak
maken.
Daartegenover staan vereenigingen, die voor het vol-
ledig uitoefenenen van de tusschenhandelsfunctie ook vol-
ledig zijn uitgerust met magazijn, bedrijfsleider, vervoer-
middelen en vertegenwoordigers. Dit wil echter nog niet zeggen, dat zij van deze outillage ook bij alle transacties
een volledig gebruik maken. Integendeel wordt ook voor
de leden van de aldus uitgeruste vereenigingen veelal een
belangrijk deel van de tusschenhandelsfunctie door de
fabriek waargenomen. Levering uit voorraad is hier veelal
geen regel, maar uitzondering, verzamelen van orders op
vergaderingen of door vertegenwoordigers komt voor, maar
wordt meestal hoöfdzakelijk aan de fabrieks-vertegen”oor-digers overgelaten. Ook het pousseeren van bepaalde mer-

ken zag men voorheen zelden, maar dit wordt den laatsten

tijd wel meer gebruikelijk.

Van de vervulling van deze elementen der taak dient

de belooning afhankelijk te worden gesteld en aan de hand

daarvan dient ook het verschil in conditie tusschen de
eene vereeniging en de andere, den eenen grossier en ,den

anderen, en tusschen grossier en inkoopvereeniging te
kunnen worden verklaard.

De marges 900r den grossier.

Tevens is daardoor te motiveeren het verschil in marge

hij verschilleide transacties. Wordt een order opgenomen

door de overredingskracht van den grossier of zijn ver-
tegenwoordigdr, gereed gemaakt en uitgevoerd uit eigen
voorraad en met eigen vervoermiddelen bezorgd, dan zal
hij op een hoogere belooning aanspraak kunnen maken dan

wanneer de order door fabrieksvertegenwoordigers is opgv
nomen en rechtstreeks door fabriek aan den detaillist is
is verzonden, waarbij de grossier slechts voor cloorfactu-

reeren en incasso heeft te zorgen.

Elk artikel draagt zijn eigen distributiekosten.

Het derde der genoemde punten zal ongetwijfeld door

velen vanzelfsprekend en dus overbodig worden genoemd.

Toch is dit een van de grondslagen die in de practijk vaak
uit het oog is verloren voor een zuivere bepaling van
marges. 1-Toe vaak hoort men,niet, zoowel bij tusschen-
handel als detailhandel, de redeneering: de omzet van mijn
zaak bestaat voor 30 pCt. uit suiker, waarop ik geld moet
toeleggen, het is noodzakelijk, dat dit door andere artikelen

wordt goedgemaakt. Volgens deze redeneering zou de nood-
zakelijkheid, bepaalde artikelen te verhandelen tegen een

marge, die lager is dan de distributiekosten van die artike-
len, een motief zijn om voor andere artikelen een marge
te eischen, die hooger is dan de eigenlijke distributiekosten daarvan.

Over het algemeen wordt weinig begrepen, hoe onjuist
en hoe gevaarlijk ook voor den handel deze redeneering is.

Wanneer de tusschenhandel door beneden den kostprijs
liggendemarges op sommige artikelen, genoodzaakt meent
te zijn, voor andere artikelen hoogere marges te eischen
dan door de distributiekosten wordt gemotiveerd, dan
werkt hij wat het merkartikel betreft, zijn eigen uitscha-
keling in de hand. De fabrikant, die daardoor voor den
dienst van den tusschenhandel een te hoog bedrag moet
uittrekken, zal de neiging krijgen, aan den detailhan-
del rechtstreeks te gaan leveren. Hij zou hiertoe künnen
worden genoodzaakt, doordat hij de concurrentie met fa-
brieken, die zonder intermediair van den tusschenhandel werken, niet meer zou kunnen volhouden.
Om deze reden is het in de eerste plaats voor den handel zelf van belang, ervoor te zorgen, dat elk artikel zijn eigen
distributiekosten draagt. Deze kosten zijn niet voor alle artikelen gelijk, maar zijn afhankelijk van economische
factoren als de omzetsnelheid en technisch6 zooals risico
van bederf, breuk of indrogen, emballage-behandeling ed.
Met volkomen nauwkeurigheid zullen de kosten voor elk
artikel afzonderlijk nimmer zijn vast te stellen, maar het
is zeker mogelijk, tot benaderende en in de practijk bruik-
bare cijfers te komen.
Uit de beteekenis, die moet worden gehecht aan een
zuivere bepaling daarvan, volgt de wenschelijkheid tot
het nemen van maatregelen ter handhaving van de vast-
gestelde marges. Daarmee komen wij aan het vierde en
vijfde punt.
De oorzaken, die in het verleden tot afwijkingen hebben
geleid, zijn van verschillenden aard. Als voornaamste
kunnen worden genoemd;
het opstapelen van kortingen en omzetpremies door
fabrieken met de bedoeling, daarmee de, concurrentie te
overbieden en klanten te vangen;
de overbezetting yan het distributie-apparaat, ook

236

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Mei 1942
wat den tusschenhandel betreft en de sterke versnippering

van den omzet als gevolg daarvan;

de ongunstige conjunctuur met de algemeene tendenz

tot prijsdaling en daaidoor-verscherpte concurrentie, spe-
ciaalin het midden van de dertiger jaren;.

de bijzondere concurrentiestrijd tusschen grossiers en
inkoopvereenigingen.

Ten aanzien van de eerste factor kan hier direct worden
opgemerkt, dat het opstapelen van kortingen nooit anders

dan een schijnvoordeel voor den handel kan zijn. Geen

enkele,fabrikant kan het zich permitteeren, den handel
voor de distributie van zijn artikelen een belooning toë

te kennen, die eenerzijds uitgaat boven hétgeen recht-
streeks5he verdeeling onder den detailhandel zou kosten,

anderzijds zoowel boven hetgeen concurreerende fabrieken

daarvoor uittrekken als boven hetgeen de handel inderdaad’

noodig heeft tot dekking van kosten en een met vergelijk-

bare werkzaamheden overeenkomende belooning voor den
ondernemer.

Deze hooge marges zijn dan ook slechts ‘schijn. Waar

zij worden aangeboden zijn er drie mogelijkheden:

a. de fabriek, die ze aanbiedt, rekent ermee, dat de

handel het grootste deel van die marges weer afstaat en

biedt dus in werkelijkheid een veel lagere marge dan zij
doet voorkomen;

– b. het artikel is abnormaal hoog, in prijs en moeilijk

verkoopbaar, doordat het met een te hooge handelsmarge

te zwaar is belast;


C.
zoo ook dit niet het geval is, gaat de fabriek
01)
den
duur ten onder, doordat haar calculaties niet in orde’ zijn. Het schijnvoordeel zal in de meeste gevallen in een na-

deel omslaan! Marges van deze soort zijn er op berekend,

dt zij niet kunnen worden gehandhaafd. Zij geven aan den handel – terecht overigens – het gevoel, dat er wel
wat af kan en geven er meestal aanleiding toe, dat de

grossiers ôp hun beurt elkaar bij den detailhandel weer

gaan overbieden met kortingen.

OQeI’bezettng, ook bij
t
den tusschenhandel.

Dat van overbezetting. van het distributie-apparaat
ook in de geleding van den tusschenhandel kan worden
gesproken, is duidelijk, wanneer men inaanmerking neemt,

dat tegenover de pl.m. 0.000 kruidenierszaken zeker een
kleine 1.000 bedrijven kunnen worden gesteld, die hetzij

als algemeen grossier in levensmiddelen; hetzij als specia-list op een gedeelte van dit terrein, zich de benaming gros-
sier toekennen en ook artikelen op grossiers-condities be-
trekkèn. Wanneer men in aanmerking neemt, dat onder

de detailzaken, die in de telling zijn opgenomen, nog een
vrij groot aantal is, dat als filiaalwinkel, coöperatief bedrijf
of lid van een der groote inkoopvereenigingen met den
grossier geen relatie onderhoudt, dan staat daar anderzijds
tegenover, dat grossiers behalve aan kruidenierszaken
ook aan bakkers, banketbakkers, chocolaterieën en
drogisten leveren. Men stelt dan warschijnlijk de situatie

te gunstig vdor door aan te nemen, dat gemiddeld op elke 40 detaillisten 1 grossier voorkomt!
In de practijk komt het echter nergens voor, dat een
grossier de voorziening van 40 winkels uitsluitend voor

zijn, rekening neemt. De toestand in de practijk is dichter
benaderd, wanneer men stelt, dat in het algemeen het
debiet van 240 winkeliers door 6 grossiers wordt gedeeld.
Het is duidelijk, dat onder deze omstandigheden een
strijd om het debiet moet ontstaan, die in de meeste ge-
vallen den vorm van een felle prijsconcurrentie zal aanne-
men. Vele fabrieken, die waarde hechten aan het hand-
haven van redelijke marges voor den handel, zijn er dan

ook reeds toe overgegaan, het aantal grossiers in ‘hun
artikelen te beperken, waardoor de omzet minder wordt

verbrokkeld en de strijd om het debiet op een ander plan
wordt gebracht. In plaats van een concurrentie van allen
tegen allen met precies dezelfde merken, waarbij hoofdzake-
lijk factoren als prijs, condities en crediet den doorslag kun-

nen geven, strijdt dan elke handelaar veeleer voor de plaats
van het merk, waarvoor hij zich in het bijzonder heeft ge-

interesseerd. Daardoor ligt het zwaartepunt veel meer bij
factoren als karakter, kwaliteit en mérites van het merk,

mede doordat de samenwerking tusschen handel en fabri-

kant in dit geval veel nauwer zal zijn.’

Daarbij zij nog aangeteekend, dat bij een dergelijk
systeem van werken de tendenz naar een natuurlijke

selectie veel sterker zal zijn. De krachtigste, meest rationeel

en efficient gedreven handelszaken, zullen ni. als regel

ook beslag weten te leggen op de beste en stèrkste merken
en omgekeerd. Dit verzwakt opnieuw de positie zoovel

van de minder krachtige fabrieken als van minder energiek
gedreven handelszaken, die meer en meer oer en veer op

elkaar zullen zijn aangewezen.

1-let is echter niet deze nevenwerking, die ons thans

speciaal belang inboezemt. 1-let zal duidelijk zijn, dat bij

een systeem, van geselecteerde relaties
4e
kans op hand-
having van redelijke handelsmarges ten zeerste wordt ver-
groot, omdat:

het aantal handelaien, dat hetzelfde merk bij den-

zelfden detaillist aanbiedt, veel minder groot zal zijn en
de omzet minder wordt vérbrokkeld;

het zwaartepunt van de concurrentie wordt verlegd

van prijs ‘en condities op factoren van anderen aard;

nadere bepalingen en voorschriften omtrent leverings-

condities eerder zullen worden aanvaard en gemakkelijker

zullen zijn te handhaven.

Welk aantal grossiers voor een doelmatige distributie
noodig zal zijn, zal van de omstandigheden afhangen. Men

mag echter aannemen, dat ook voor merken van nationaal

formaat, die in elke detailzaak regelmatig worden verkocht,
dit aantal slechts zelden grooter zal behoeven te zijn dan
pl.m. 200 en dat voor minder algemeen verkochte merken
zeker met een geringer aantal kan worden volstaan.
Wanneer hier wordt gesproken van grossiers, dan dienen

daarbij telkens te worden meegerekend die inkoopver-

eenigingen, die aan zekere voorwaarden voldoen. Beide
verrichten, een tusschenharmdelsfunctie, zij het niet steeds even volledig, en daarom dient de belooning afhankelijk te

worden gesteld van de mate, waarin de genoemde elemen-
ten in het door hen verrichte werk worden aangetroffen.

Daarmee wordt tevens stelling genomen tegen_ een veel

voorkmend misverstand, waarbij aan den grossier aan-
spraak op een hoogere belooning wordt toegekend dan aan
de inkoopvereeniging,
omdat
de grossier meer kosten zou moeten maken. 1-Jet zijn echter niet de gemaakte kosten,
maar de gepresteerde diensten, die de aanspraken op be-
looning bepalen. Ware dit anders, dan zou immers het
minst economisch werkende bedrijf de hoogste belooning kunnen eischen.

S101opmekingen.

In de eerste plaats deze, dat het voor, geen fabriek
ooit mogelijk zal zijn, een zoodanig stelsel van kortingen

en omzetpremain samen te stellen, dat daarbij voor elk ge-,
val, dat zich in de practijk kan voordoen, en voor elke trans-
actie ton volle aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
Men zal slechts kunnen trachten dit ideaal zoo dicht moge-
lijk te benaderen, maar dan zal ook reeds veel gewonnen
zijn.
Ten tweede dient.ter voorkoming van misverstand nog

te worden opgemerkt, dat, voorzoover hierboven is ge-
sproken van marge voor den tusschenhandel, daaronder
niet – of althans niet’ steeds – moet worden verstaan
factuurkorting plus omzetpremie, die door den fabrikant
worden verleend. 1-let percentage, dat men door deze samen-
voeging verkrijgt, kan misschien worden beschouwd als
marge voor het volledig waarnemen van de tusschenhan-
delsfunctié. Zoodra echter een of meer elementen daarvan
uitvallen, zal de tusschenhandel met minder genoegen
moeten nemen. Wanneer in dergelijke gevallen de tusschen-

handel dus eén deel van zijn korting laat vallen, dan is dat

27 Mei 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

237

geheel in overeenstemming met de gegeven richtlijnen. Het

zal daarbij van de omstandigheden afhangen, of dit ver-
schil aan de fabriek dan wel aan den detaillist ten goede
zal moeten komen. Indien de betrokken detaillist krachtens

de grootte van zijn order, krachtens de conditie, waarop

hij, bijv. door niet via den tusschenhandel leverende fabrie-
ken,wordt bediend, aanspraak kan maken op eenige korting,

dan zal het verschil over het algemeen aan den detaillist

ten goede moeten komen. Waar dat niet het geval.is, zou,

voor het overnemen van een deel der tusschenhandels-

functie, de fabriek het verschil voor zich kunnen opeischen.

Deze richtlijnen zijn van algemeenen aard met betrek-

king tot de fabrieken van merkartikelen en den tusschen-
handel in

kruidenierswaren. Van bepaling van de hoegroot-
heid der marges, die voor bepaalde artikelen en voor be-

paalde gevallen als noodzakelijk en normaal zijn te be

schouwen, kan hier geen sprake zijn. Zonder vaststelling

daarvan zal men echter bezwaarlijk tot een juiste toepassing
dezer richtlijnen kunnen komen. Wij zouden ons echter

kunnen voorstellen, dat door een kleine gemengde com-

missie van economisten en practici zeer wel voor alle par-

tijen aanvaardbare cijfers zouden zijn vast te stellen.
H. LEEMHTJIS.

BOEKBESPREKINGEN.

Gerhard Gebhardt: , ,
Europas Wirtschaftsfreiheit”; Das neue

Europa, Schriftenreihe der Gesellschaft für europiii-
sche Wirtschaftsplanung und Groszraumwirtschaft
– e.V., Berlin. Schrift 3. (Essen 1941; Verlag Glückauf

G.m.b.H., 77 blz.).

In dit werkje is op zeer beknopte wijze – na aftrek
van het ,,ten geleide” van den bekenden Duitschen econo-
mist Werner Daitz en het statistische bijvoegsel blijven
57 pagina’s over voor de eigenlijke behandeling van het
gestelde onderwerp – een van de meest actueele econo-
misch-politieke vraagstukken aan de orde gesteld. Toch
wordt door den schrijver in deze weinige omvangrijke
beschouwing het probleem van de Europeesche ,,Grosz-
raumwirtschaft” – een goed gangbaar Nederlandsch

woord staat ons voor dit begrip nog niet ten dienste – als
resultaat van een in alle ernst opgeyatte studie naar voren
gebracht en met invlechting van uitvoerige statistische
documentatie in kort bestek een boeind beeld geschetst
van een nieuwe en geheel andere Europeesche economische
samenleving. –
Schrijver ziet terecht, dat het nieiwe Europa veelal
een uitwerking zal moeten zijn van de tendenzen, die reeds
in het oude Europa werkzaam- waren en staaft op grond

van deze zienswijze zijn betoog. met een groot aantal vÔôr-
oorlogsche gegevens. Deze .op bekwame wijze .gerang-schikte tabellen maken dit werkje reeds een waardevolle
bron voor ieder, die zich met bovengenoemde problemen
bezighoudt. / –
In het eerste hoofdstuk wijst de schrijver er op, dat de
economische banden binnen Europa nog belangrijker en sterker zijn dan men gewoonlijk wel aanneemt. Reeds in
,,Europe’s trade”, een recente studie van den Volkenbond,
werd hierop gewezen. De ingewikkelde buitenlandsche
handel van Europa met de overige werelddeelen wordt
vervolgens behandeld, alsmede de invloed van de Engel-
sche grondstoffenpolitiek hierop. Het volgende hoofdstuk
geeft een schets van de Europeesche grondstoffenpositie,
waarbij duidelijk naar voren wordt gebracht, dat Europa
op dit gebied niet zoo arm is als gevoonlijk wordt aange-
nomen. In het slothoofdstuk wordt de weg naar de econo-
mische onafhankelijkheid van de Europeesche levens-
ruimte, hiertoe aangevuld met het Nabije Oosten en Afrika
als , ,natürliche europalsche Ergânzungsrume”, geteekend. Indien in een zeker tijdvak op een gebied belangrijke en snelle evoluties optreden, ziet men veelal, dat de theoreti-sche fundeering of verklaring der gebeurtenissen pas eeni
gen tijd daarna op bevredigende wijze kan worden gege-

ven. Een voorafgaande verklaring van een stelsel, dat nog

in den aanvang zijner ontwikkeling staat en nog steeds
aan groote veranderingen onderhevig is, draagt spoedig ôf

het kenmerk van het utopistisch perspectief van den voor-

stander en strijder voor het nieuwe ideaal ôf het volkomen

afwijzende van den tegenstander, die niet begrijpen kan

of wil. Het kan dan ook moeilijk anders, dat in beide ge-

vallen de zuiver wetenschappelijke inhoud van de be-

schouwing eenïgszins in het gedrang komt.

Behalve uiteraard in het laatste hoofdstuk over de toe-

komst, heeft de schrijver echter een zoo wetenschappelijk

mogelijk, met overvloedig cijfermateriaal gedocumen-

teerd, weloverwogen betoog aangaande Europa’s écono-
mische positie geleverd. –
Eén bezwaar moet genoemd worden. Het hoofdprobleem

in dit werk is wel de ,,Groszraumwirtschaft”. Een heldere
en strakke weergave van wat hieronder nu eigenlijk moet

worden verstaan konden wij echter in het boek niet aan-
treffen. Wel worden vele aecten van het begrip kort en

helder weergegeven, bijv. voor de toekomst geldt volgens
den schrijver niet ,,Autarkie
ode,
Export” maar ,,Autarkie
and
Export”, doch een verheldeende definitie of om-
schrijving troffen wij nergens aan. Men spreekt van ,,Le-

bensraumwirtschaft, Groszraumwirtschaft, Oroszwirt-
schaftsraum, einheitliche Wirtschaftsraum, geschlossener Wïrtschaftsraum, Europiiischer Wirtschaftsgemeinschaft,
Lebensraurnwirtschaft ist konsolidierung der Groszraum-
wirtschaft, rassisch gebundene Lebensriiume mit selbstiin-

digen- Groszraumwirtschaften, biologisch gebundene Le-
bensraume, natürliche Lebensraumwirtschaften, die an
erster Steile aus eigenem Raum und aus eigener Kraft
ihrer Völker zu leben vermögen”, enz;, en geeft hiermede inderdaad genoeg
aanwijzingen
– en voor den goeden
verstaander ongetwijfeld duidelijke – in de richting van
wat men onder dit begrip wenscht te verstaan. De tendenz
van dit geschrift wordt door dit gebrek, deze ,,Schönheits-
fehier” zoo men wil, geenszins verzwakt, maar o.i. ware
een aanvulling in dezen ongetwijfeld zeer welkom geweest;
men leest het geheele boekje door over een begrip, dat
men zich feitelijk slechts vaag voor oogen ziet gesteld.
Het blijft nu eenmaal een moeilijke taak om, theoretisch
en feitelijk juist, een toekomstige ontwikkeling als hier
behandeld, in fijn meest veranderlijke aanvangsperiode,
als onderwerp voor studie en publicatie te kiezen. Het
hechtst schijnend .betoog wordt menigmaal door de feiten
totaal omvergeworpen. Schrijver baseerde bijv. voor een deel deze, in de eerste helft van 1941 verschenen, studie,
op den grondslag van de Duitsch-Russische overeenkomsten.
De uitgever van dit boekje heeft echter begrepen, dat
voorlichting noodzakelijk was en daarmee voor de studie der Europeesche ,,Groszraumwirtschaft” een belangwek-
kende publicatie het licht doen zien. Werner Daitz, een der
eerste irkondigers van het in dit werk behandelde econo-
misch-politieke stelsel, ziet zelf ook terecht het beperkte
karakter in van een beschouwing over deze problemen in
dit stadium. Hij besluit dan ook zijn voorwoord inzake een
theoretische fundeering van het idee der ,,Groszraumwirt-
schaf t” als volgt: ,,Aber die Oeschichte ist unbestechlich
und wird alle Dinge nach ihren natürlichen Gewichten
wÊigen.”
J. WILLEMS.

BESLUITEN OP DE VENNOOTSCHAPS-, VERMOGENS. EN ON-
DERNEMhNOSBELASTING. –

Rectificatie.
In het bovengenoemde artikel afgedrukt
in ons blad van 20 Meiji., moet de zin, die begint
geheel .onderaan blz. 219, le kolom, luidende:
,,Tot de fiscaal berekende winst worden in dit verband
ook gerekend uitdeelingen uit de herleide overgangs-
reserve.”, –
worden gélezen:
,,Voorts zijn – ingevolge artikel 20 – ook steeds be-
lastbaar uitdeelingen uit de herleide overgangsreserve.”

A. C. BURGERSDIJK.

r

288

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Mei 1942

.,

OVERHEIDSMAATREGELEN OP
ECONOMISCH GEBIED.

HANDEL EN NIJVERflEID.

Buitenlandselie handel. Instelling van uitvoerheffingen
op een aantal monopolieproducten door de verschillende
instanties, die als monopoliehouder voor den uitvoer van

deze goederen optreden. (E.V. 15/5/’42, pag. 623; Stct.
Nos. 87, en 88).

Handel. Nadere regelingen met betrekking tot den

vleeschverkoop, intrekking van voorgaande maatregelen

inzake den tabakshandel, terwijl de handel in vlaslint en

bewerkte vlasafvallen thans van de Akkerbouwcentrale
onder het Rijkstextielbureau wordt gebracht. (E.T. 15/5/
’42, pag. 622; Stct. No. 91; Voedselvoorzieningsblad van
6/5/’42).

Industrie.
Nadere voorschriften inzake het voorhanden

hebben van maal- en menginrichtingen, of onderdeelen

hiervan, voor de bereiding van mengvoeder. (E.V. 15/5/’42,
pag. 623).

Organisatie btlrjfsleven. Instelling van vakgroepen voor

den groothandel in suiker, cacao, papier en papierwaren,
auto- en motorbanden en uurwerken. (E.V. 15/5/’42, pag.
626; Stct. No. 90).
Prijsregelingen. Nadere prijsvoorschriften inzake de

prijsregeling voor huizen, gebouwen en bouwterreinen,
aardappelprijzen voor consumenten, intrekking van de

,Prij zenbeschikking Asperges 1941″, nieuwe maximum-

prijzen voor vaste brandstoffen en wijziging van de turf-

prijzen. (E. V. 8/5/’42, pag. 594/95; Stct. Nos. 83 en 85;
V. B. No. 12).

IJzer en
staal. Nadere regelingen inzake verwerking,

handel en verbruik van ijzer en staal en -producten. (BV.

15/5/’42, pag. 623; Stct. Nos. 87 en 89).

VERREER.

Binnenscheepvaart.
Ter bevordering van de inter-

nationale scheepvaart, kunnen eigenaars van een in Ne-

derland thuisbehoorend binnenschip worden verplicht

dat schip met volledige bemanning en inventaris aan een

bepaalde reederij in gebruik af te staan. (E. V. 8/5/’42,
pag. 596; V. B. No. 12).

MAANDCIJFERS.

Maandcijfers en weekcijfcrs betreffende den economischen toestand van Nederland.
(Centraal Bureau voor de Statistiek)

1941
1942
Omschrijving maandcijfers
Eenheid
Apr.
Mei
Juni Juli
Aug.
Sept.
Oct.

Nov.
Dec.
Jan.
j
Febr.
Mrt.
Apr.

Giroverkeer.
Nederlandsche Bank ……
f1.000.000
1883
1978
1835
1960
1675 2067 2053
3037
2015 1660 1420 2206
1886
Postchèque-

en Girodienst
f1.000.000
1435 1615
1437
1597
1470
1550
1677 1624
1576 1536
1341
1443

Rentes Landen.
Wisseldisconto Nederl. Bank
%
3,00
3,00
2,93
2,50
2,50
2,50
2,50 2,50 2,50
2,50
2,50
2,50
2,50
Prolongatierente, A’dam .
%
2,75 2,67
2,25
2,25
2,25 2,25
2,25
2,25
2,25 2,25
2,25
2,25
2,25
Callgeldnoteeringen,,,
%
1,25
1,25 1,25
1,25
1,25
1,25
1,25
1.25
1,25
1,25
1,25
1,25 1,64
Rendement oblig.
‘) ,,

.
%
4,32
4,13 4,13
3,81
3,77 3,63
3,60
3.63
3,74
3,67
3,60
3,51
3,44
Hypotheekrente onroerende
goederen

…………
%
4,19
4,18
4,20 4,20
4,17
4,16 4,14
4,11
4,14
4,09 4,06
4,08

Hypotheekrente schepen
%
5,43
5,16
5,31
5,45
5,05
5,05
5,11
5,09
5,10
5,09
5,00
5,03

Koersen
van Aandeelen.
Algemeen indexcijfer ……
1930=100
126,5
121,6
117,1
125,6
133,6
143,0
141,1
149,9
142,8
131,6
125,5
123,1
134,6
Nijverheid

…………..
1930=400
161,8
137,2
133,1
142,8
152,7
161,3
157,4
167,9
169,8
166,4
163,1
160,5 171,4
wo. prod.middelen lndustr.

1930 = 100

134,3
130,3
127,1
136,9
147,0
154,1
150,2
161,4 163,6
160,4
157,5
154,4
187,4
cons. goederen industr.

1930=100
151,7
146,2
141,1
150,2
160,3
170,7
166,8
176,6
177,9
174,5
170,5
168,5 176,9
Spaarbanken
Rijkspostspaarbank, inlagen

f1.000.000

…..

7,99
10,86
9,25
10,76 11,03
10,66
10,31
11,26
12,26
12,73
13,72
14,29
12,89
Rijkspostspaarbank, terug-
f1.000.000
17,62
13,04
9,50
11,03
15,16
13,93
13,57
11,51
9,48
8,35
.7,57
_1 0,25
10,88
Bijzondere spaarb., lnlagen
f1.000.000
11,15 15,44 11,18
13,42
13,05
13,87 13,72 15,29
13,48
18,09 16,54 16,57
Bijzondere spaarbanken, te-

… …

f1.000.000
15,65
14,61
10,15 12,10
12,58
12,92
13,24
14,56 11,93
12,07
10,04
12,44

betalingen

……………

Wypotheken(nwelnschrijv.)’)
0

Totaal

……………….
f1.000.000
32,63
38,72
23,91
28,89
25,37
23,96 31,83 30,13 77,72
24,32 40.93
39,85
t 1.000.000
25,05
29,46 20,10
24,92
22,18 20,53 28,05
24,92
43,25
20,44
36,06
34,01

rugbetalingen ………….

t 1.000.000
5,00
8,57
3,36
3,50
2,74 2,97 3,44 3,90
.4,87
3,68
4,41
5,34
t 1.000.000
2,58 0,69
0,45
0,41
0,45
0,46
0,34
1,31
29,60
0,19
0,46
0,50 Werk
looheid.

w.v.

op gebouwen

……..
op

landerijen

…….

Werkloosheidsd.(excl. landb.)
%
13,4
1
)
13,36)

12,8
1
)
13,3
6
)
15,1′)
22,66)
Aantal werkl. eindemaand in-

op

schepen

………

gerchr. bij Arbeidsbureaux
1.000 408,9
106,8
103,3 101,7
106,4
103,0
100,1
101,5 123,0
135,8
7
)
138,6
7
)
l’Verkverruimingen
werktoozenz.
Aantal tewerkgestelden bij
werkverruimingen
1.000
56,1
58,7
59,5
56,8
58,1
56,2
56,9
62,3
69,5 74,5
72,1

1942

Omschrijving

weekeijfers.
.
60
,,
,0
,,
.

.
.
6.,
6.
..

0

cq
.-t

Percentage werkloosbeids-
dagen (excl. landbouw)’)

%

625,7

§ 25,4

. § 25,6

922,5

§ 17,8

§ 16,0

§ 12,3
Totaal aantal werkzoeken
den’) (einde van de week) 1.000 230

231

235

234

237

232

233

231

223

205

193

185
w. o. geheel werkloos (cxci.

I


werkverruiming)

…….1.000

145

139

141

141

143

140

142

143

139

120

115

109
A. antal personen geplaatst
bij werkverrulming
4)
…. 1.000

70

70

70

70

73

72

72

68

66

60

60

58
Aantal personen geplaatst
In Duitschlanci’) ……….1.000

153

153

153
1
154

155

157

159

161

163

166

166

167

Idem In Frankrijk’) …….1.000

29

29

29

29

29

29

29

29

29

.29

29

29
§ = voorloopig cijfer.
*
= onbekend.
1)
Volgens opgave van De. Ned. Bank. Berekend van 2 Staatsleeningen, 1 gemeenteleening,
1 provinciale leening, 2 industrieele leeningen, 1 tramwegobligalie, 1 pandbriet.
‘)
Hieronder niet begrepen enkele hypotheken,
waarvan de geldschieter niet bekend is.
8)
Volgens opgave van het Rijksarbeidsbureau.
4)
Volgens opgave van het Bureau Loon-onderzoek van het Departement van Sociale Zaken. ‘) Onder aftrek van de teruggekeerden, voor zoover bekend bij de organen der
arbeidsbemiddeling. Gegevens van het Rijksarbeidsbureau. ‘) Met het oog’ op de opheffing der confessioneele vakbewegingen zijn de
percentages van Aug. 1941 af niet Vergelijkbaar met die van voorafgaande perioden. ‘) Bovendien op 31 Januari ± 66.500 vorst-
•werkloozenop 28 Februari ± 72.300.

/

27 Mei
1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

239

STATISTIEKEN. ZILVERPRIJS.
GOUDPEIJS.
Londen
1)

N. York
‘)
A’dam
3)
Londen
4)

20 Mei

1942..

20 Mei
1942..

2125
168/-
21

,.

1942..


21

1942..

2125
168/-
22

1942..
– –
22

1942..

2125
168/-
23

1942..

23

,,
1942..

2125
168/-
24

1942..

24

,,
1942..

2125
168/-
1942..

25

,,
1942..

2125
168/-
1941.
.

23’/j3
343/

26

,,
1941 . .

2090
168/-

23 Aug. 1939.
.

1 8’/.
373/4
23 Aug.
1939.
.

2110
148161/

‘)
In
pence p. oz. stand.
)
Foreign
silver in $c. p.
oz. fine.
) In guldens per kg 4000/1000.
4)
In
sh. p. oz. fine.


KOERSEN
VASTGESTELD DOOR HET NEDERLANDSCH CLEARINGINSTITUUT.
(met data van vaststelling)
Belga’s

.
. .
.30.14

7Aug.

’40
Lewa(Bulgarije)2.3025 Nov. ’40
Zw. Francs. .43.56 11 Oct.

’40
Pengoe (Hongarije)
Fr.Francs

..

3.77

6 Mrt.

’41
(oude schuld)36.52 20 Dec.

’40
Lires

……9.91

3
Juli

’41
Pengoe
Deensche Kr.39.34

2 Febr. ’42
(nwe. schulcl)45.89 20 Dec.

’40
Noorsche Kr.42.82 1
1
Dec.

’40
ZIoty (Polen)
ZweedscheKr.44.85 13 Aug. ’40
(oude schuld)35.00 28 Jan.

’41
FinscheMark

3.82

2 Juli

’41
(nwe. scbuld)37.68 11 Febr. ’41
Dinar (Joego-Slavio)
Lei

1.28 24 April ’41
……..
’40
(oude schuld)

3.43 16Aug.
Dinar
Slow. Kr.

..

6.48 10 Juni

’39
(nwe. schuld)

3.77

1 Juli

’41
Drachmen Turksehe
(Griekenland)

1.26

8 Oct. ’41
Ponden

. . . .
1.454 29 Dec.

’39
Kuna

3.77
29 Oct. ’41

OFFICIJ4ELE WISSELKOERSEN NEDERLkNDSCRE
BANK.
Valuta’s (schriftelijk en t.t.)

1
N.-York

1
Brussel
I

Zürich
I Stockh.
I Helsinki
21 Mei 4942

30.14
43.67
44.854

22

,,

1942

30.14
43.67
44.854

23

,,

1942

30.14
43.67
44.854

24

1942

30.14
43.67
44.854

25

1942

30.14
43.67
64.854

26

,,

1942

30.14
43.67
44.854

Laagste d.w.

30.11
43.63
44.81

Hoogste cl.w.

30.17
43.71
44.90

lluntpariteit
1.469
24.906 48.003
66.671
6.266

STAND VAN
‘s RIJKS KAS.
Vorderingen
1

7Mei1942
15Mei 1942
Saldo
van ‘s Rijks
Schatkist
hij de Nederlandsche Bank
f


f


Saldo b. cl. Bank voor Ned.
41.955,99
•,

650.985,77
Voorschotten

op

uit.

April
resp. Maart1942
a. cl. gem.
verstrekt

op

aan

haar
uit te keeren hoofdsorn der

Gemeenen

………………….

pers. bel., aancl. in de hoofd-
som der grondbel. en der
gem.fondsbel., alsmede opc.
op die belastingen en op de
vermogensbelasting

……
18.964.746,26
,,

10.023.256,37
Voorschotten aan Ned.-Indië’)
204.069.049,19
,,

205.031.051,66 7.750.865,66
,,

7.750.972,76
Idem

aan

Curaçao
‘)

….

360.283,23
,,

285.283,23
Kasvord.

wegens credietver-

Idem

voor

Suriname
‘)

………

strpkking a.

h. buitenland
,,

37.294.389,62
,,

37.266.922,74
Daggeldleeningen tegen onder-

112.814.331,55
,,

98.674.814,33
Saldo der postrek. van Rijks-

Vordering op het Alg. Burg.

pand

……………………..

comptabelen

…….
………

Pensioenfonds
1)
Vordering op andere Staats-
…….

bedr. en instellingen
‘)
50.697.522,57
,,

46.998.756,9t
Verplichtingen

Voorschot door de Ned. Bank
ingevolge art. 16 van haar
octrooi

verstrekt

……..
f

15.000.000, —
f

15.000.000,-
Voorschot door de Ned. Bank
in reken.-cour. verstrekt
..,,

..

1.574.960,07
,,

961.183,-
Schuld

aan

de

Bank

voor Ned.

Gemeenten

…………
.


Schatkistbiljetten

in

omloop
:,
110.106.000,-
,,

110.106.000,-
Schatkistpromessen in omloop
,,2239.300.000,-‘)
,,2244.100.000,-
3
)
.


119.569.684,50
,,

119.759.386,50
Schuld op uit. April resp.
Mrt.
1942

aan

de

weg

gem.
d. a. h. uit te keeren hoofds.
.
pers.bel., aand. 1. cl. hoofds.
cl. grondb. e. d. gem. fondsb.

Daggeldleeningen

…………….

alsm. opc. op die bel, en op

Zilverbons in omloop

………

de verinogensbelasting
Schuld

aan

het

Alg.

Burg.
Pensioenfonds
1)
2.738.395,49
,,

35.653,24
Id.
aan het Staatsbedr. der
271.746.805.67
•,

276.179.290,32
Id. aan andere Staatsbedrij-

…..

P. T. en T.

‘)

……………

ven
1)
18.217.910,68
18.217.910,68
Id.
aan div. instellingen
1)

..,,
….
364.583.041,74
,,

355.008.414,38

1)
In rekg. crt. met ‘s Rijks Schatkist.
3)
Rechtstreeks bij de
Nederl. Bank geplaatst f 225.000.000.-.
3)
Idem f195.000.000,-.

•1′
DE NEDEELANDSCHE BANK.
Verkorte balans op 26
Méi
1942.
Activa.
(tJfAh…,1,

101 AllA
(Inn
Binnenl.

Wissels,
Promessen, enz

Aentsch.
‘,

4.300

.
t

184.004.300
Papier op

het

buitenland

. .

f1.035.676.066
Af: Verkocht
maar
voor de
Bank nog

niet

afgeloopen

eeeningeninc .

Hfdbank.

f

133322294
‘)
1.035.676.066

rekening-courant
Atsch

4502

149.707.939
Op Effecten enz .

……….

f

149.641.002 ‘)
Op Goederen en Ceelen
66.937
– 149.707.939

)
Voorschotten

aan

het

Rijk

………………..
15.000.000
Munt en muntmateriaal:
Gouden

munt

en

gouden
muntmateriaal …………
f

950.847.062
Zilveren munt,

enz .

……….

8.001.819

Belegging van kapitaal, reserves en pensioenfonds
958.848.881
,,

53.660.448
Gebouwen en meubelen der Bank

…………
4.000.000
Diverse

rekeningen

……………………..
162.663.740
2.563.561.374
Passiva.
Kapitaal

……………………………..
20.000.000
Reservefonds

………………………….
‘,

5.368.354
Bijzondere

reserves

………………………
16.583.835
Pensioenfonds

…………………………..
11.748.580
Bankbiljetten

in

omloop’

………………..
2.310.761.040
Bankassignatiën

in. omloop

………………..
44.539
Rek-Courant
J
Van het Rijk

f


saldo’s

‘t, Van anderen

,,

189.427.201 189.427.201
11

Diverse

rekeningen

………………………
9.627.825
f2.563.561.374

Beschikbaar

dekkingssaldo

………………
f1.057.186.185
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop dan
waartoe de bank gerechtigd

is

…………..
2.642.965.460
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de bank onder-
gebracht

…………………………….
184.000.000
‘) Waarvan aan Nederlandsch-Indië

(Wet van
15

Maart 1933,

Staatsblad

No.

99)

………..
55.341.825

Voornaamste posten
iii
(lulzon(ldn guldens.
1

Gouden
.
Andere
Beschjkb.

Dek-
Data
1

munt en
Opeischb.
dekkings-
kings-
I

__________
1
muntmater.

schulden
saldo
perc.
26Mei
’42
950.847

1
2.310.761

1
189.472
1.057.186
38
18

,,

’42
950.878
1

2.289.132
1
193.115
4.036.019
39
11

,,

’42
950.875
1

2.287.274

1
174.704
1.014.988
39
6
Mei ’40
1.160.282
1

1.158.613

1
.255.183 607.042
83
Totaal
Schatkist-
Belee-
Papier
1
Div.
Data
bedrag
disconto’s
prom.
rechtstr.
nmn,2
het
buitenl.
reken.
1
(act.)
26

Mei’2
184.004
1

184.000

1
149.708
1.035.676
162.664
18

,,

’42
195.004

1
195.000 146.816 991.215 183.539
11

,,

’42
208.004

1
208.000

1
147.668 973.883
163.894
6 Mei ’40
9.853

1

1

217.726
750
120.648

DUITSCHE RIJKSUANI{.
(in
mlii.
R.M.)

1

Goud
Rentén-
Andere wissels,
1
Belee-
Data
1

en
bank- chèques en
J
______________
1
deviezen
scheine
schatkistpapier
1
ningen

15

Mei

1942
1

77,1
290,1
21.138,2
1

20,1
7

,,

1942
1

76,8
272,7 21.556,0
1

16,6
30 April 1942
1

77,1
277,0
21.528,8
23 Aug.
19391
.

77,0
27,2
8.140,0
1

22,2

Data
Ef/ec-
1
Diverse
1

Circu- .1
Rekg.-

1
Diverse
ten
1

Activa

1

latie

1

Cr1.

1
Passiva
15
Mei
’42
1
15,7

1
1.740,0

1
19.638,7

1
2.7526

1
421,9
7

,,

’42

1
17,4

1
1.447,1

1
19.935,6

1
2.690,3

1
384,6
30April’42
1
17,5

1
1.728,6

1
20.047,2
1
2.701,1

1
417,0
23 Aug.’39
1
982,6

1
1.380,5

t
8.709,8

1
1.195,4

1
394,2

OEZA3NLEJKE STATEN VAN DE NATIONALE BANK, VAN
BELGIË EN VAN DE EMISSIRBANK TE BRUSSEL.
(in mili. France)

0
. 0)5.
.
0)
“$
‘E
2
.

0
c’
00
0)

15 Mei’42
743
iTöî’
51T
‘T”
3
.889

7

,,

’42.
38.451
763
21.436
1.596
54.030
3.900
3.567
30Apr.’42
38.473
795
21.116 53.623
3.979
3.748
23

,,

’42
37.869 801 21.009
.844
53.237
3.860
3.681
16

,,

’42
37.296
815
21.265

~
]
.713

.905
53.234
3.879

3.424
8 Mei ’40
23.606
5.394
695
.480
29.806

909

Verantwoordelijk voor den geheelen inhoud: Drs.
M. F. J.
Cool, Rotterdam; Uitgever tevens drukker: H. A. M.
Roelants, Schiedam, K 2193.

t

246

27 MEI 1942

4?fabetische Index Overheidsmaatregelen op Economisch gebied

(Zie
voor den alfabetischen index Overheidsmaatregelen in 1941 het Jaarregister 1941, laatste bladzijde.)

Blz.
A ardappelen

………………..
3347
Aardolieproducten

………………f02
.

Accijns

………………..
33, 185,

195
Afval………………………
165
Arbeidszaken ……….113,
189, 215, 227
Bank- en Credietwezen

……….
33,

195
Bankwet

1937

………………….195
Bedrijfsvorm

…………………….
59
‘Bedrijfsorganisatie Vee en Vleesch

. . , ,

59
Belastingen ………………
33,

59, 227
Bifldtouw

………………….
33,

215
Binnenscheepvaart

……….
59, 156,

238
Bloemkweekerij

. ,

……….
155
BOSChbOUV

……………………
185
Bouwnijverheid

…………….
47, 58, 113
Buitenlandsche Handel 47, 59,
75,

101, 113,
155, 204,
215, 227,

238
Chemische Industrie …………..
58, 484
Deviezenverkeer …………..
33, 59, 167 Diamant

……………………..
113
Dividendbeperking

………………
59
Drankwet

………………………
58
Economische

Sancties …………….
194
Electrotechnische Industrie
……….58
J’ruit

…………………………
59
Garnalen……………………….
123
Gevogelte

……………………….
47
Grafische Industrie

……….
58,

75,

194
Granen………………………..
205
Grasland

…………33,

67; 85,

155,

205
Groenten

………………….
33, 155 Handel

…………..204,
215, 227,

238
Industrie

……………………..
238
Hennep

……………………….
205
,Kaas

…………… ………….
75,227
Kamers van Koophandel

………
47, 184
Kantoormachines

……………….15(3
Kapok

…………………….
101,

165
Keramische Industrie …………
194
Kunstmest

………………….
215
Kweekerij
Landbouw 33, 47, 59. 67, 75, 85, 93, 102, 155,
165,

195,
205, 215, 227
Landstand, Nederlandsche ……..
33,

102
Leeningfoncls

1940

….

……….
102
Machines

………………………
215
Meel

en -producten

…………
101,

195
Melk

en

-producten …………..
33, 205

Blz.
Merkengeld …………………….
113
Metalen 47,

58, 75, 155, 184,

195, 227, 238
Middenstand

………………
195

215
Motorbrandstof …………..
58,

165,

215
Nationale

l’lan

………………..
101
Nederlancische Coöperatieve Raad ….194
Nicotine ……………………….
102
OliOn

en

vetten …………
102,

195,

215
Omzetbelasting …………..
59,

102, 227
Ondernemingsbelasting

…………..
227
Oorlogsschade

…………….
123,

184,

195
Organisatie Bedrijfsleven 47,

102,

113,

123, 165,

195,

204

.
215,

227, 238
Paarden

…………………….215
Pacht

…………….
67,

102,

123,

165
Papier

………….58,

102,
195, 204,

215
Pelterijen

……………………..
58
Pensionbedrijven

………………..
58
Peulvrucliten

………………….
205
Pluimveehouderij ………………..
165
Postverkeer ……………………..
59
Prijsregeling47, 58. 75, 101,113,123,
155, 165,
184,

195,

204,

215,

227,

238
Radio…………………………
47
Rantsoeneering ………………….
227
Registratierechten

………………..
59
Restaurants

…………………….
75
Rijwielen ……………………
47, 123
Rubber

……………………
113, 123
Slaclitvee

………………..
33,

59,

67
Smeerolie

……………………..102
Spaar- en betaalzegelkasbedrijf

. .

102, 227
Spertijden

Kleinbedrijf

………..
75, 123
Suikerbieten

………………….205
Surrogaten……………………..
155
Tabak ……………….
47,

58,

113,

195
Tankgas……………………….
205
Textiel

……………………….
102
Tuinbouw

……….33,
59.

102,

205, 227
Turf…………………………..
59
‘l’weelandenorganisaties …………….
59
Uien

…………………………
33
‘arkens …………………….
59, 227
Vee

……….67,

165,

185,
195, 205,

227
Veenproducten

………………….
113
Veevoeder

………………
47, 102, 238
Vennootschapsbelasting

…………..
227
Verf en -grondstoffen

……….
102, 165

Blz
Vermogensbelasting ………………
227
Vervoerswezen …………..
59,

102,

165
Vestigingseischen

……………….
.102
Vezelstoffen

………………….
215
Visscherij

……33,
47,

59,

102. 123,

215
Vlas

……………………
59, 75, 227
Vleesch …………….
59,

165,

185,

205
Voeclerbieten ……………………
215
Voedselvoorziening

33,
47,

59,

75, 123,

155,
185, 205, 227
Vijandelijk vermogen
…………….215
Wol… ………………………….
205
Wijnbelasting

……………………
33
Zaden ……47,

59,

102, 123,

156,

195,

205
..
Zuidvruchten

…………………..
195
Zuivel …………………………
227

Pub]icbtfes van het Neder]andsch Economisch Instituut:

Dr.
W.
L. VALK

Production, pricing and unemployment in the static state

…..(f
3,15*
geb.,
f
2,10*
ingen.)

Dr.
H.
J. FRIETEMA

Productie en prijsvorming op de Engelsche markt van Nederlafidsche, Deensche en kolo-

nialeboter

………………………………………………………….
(t315)*

Dr. Ir. A. BAARS

Openbare

werken

en

conjunctuurbeweging

………………………………..
(j 2,10)*

Dr: Ir. F. J.
C.
VAN DER SCHALK
Een

analyse van de arbeidsproductiviteit in Nederland

……………………..
(f 2,60)*

Dr.
L.
R. W. SOUTENDIJK Methoden tot het vaststellen van den omvang derbesparingen

………………..
(f 2,60)’

J. VAN DER WIJK
Inkomens-

en

Vermogensverdeeling

………………………………………
(/ 2,60)*

Dr. T. KOOPMANS
Tanker freight rates and tankship building

………………..(f 3,15

geb.,
/ 2,10*
ingen.)

Overzicht van de ontwikkeling der handelspolitiek
van
het Koninkrijk der Nederlanden
van
1923
tot en met
1938;
samengesteld door een groep medeverkers vbn hét N.E.I.,
onder

leiding

van

Prof.

Mr.

P.

Lieftinék

………………………………..
(/ 2,10)

Dr. A. WINSEMIUS

.
Ecônomische

aspecten

der internationale

migratie

…………………………..
(f
2,10)*

Dr.
H.
M. H. A. VAN DER VALK

Egalisatiefondsen en monetaire politiek in Engeland, Nederland
en
de Vereenigde Staten
(derde

gewijzigde

druk)

………………………………………………..
(/ 2,10)*

M. J. SCHUT
Tinrestrictie

en

tinprijs

………………………………………………….
(f 1,55)

Dr. J. R. A. BUNING
De
beleggingen

der bijzondere spaarbanken in Nederland ……………………..
(f 3,65)”

Uitgar’e: De Eroen F. Bohn N. V. Haarlem

Verkrijgbaar in den boekhandel
P. 1299/3.

DRUK H. A. M. ROELANTS, SCHIEDAM

,

3 JUNI 1942

conomisch
,
-rStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

27E
JAARGANG

WOENSDAG 3 JUNI 1942

No. 1376

Ii

II

N.V.

Stoomvaart-Mij. ,,Nederland”

Amsterdam

N. V..

Rotterdamsche Lloyd

Rotterdam

DE BELEGGINGEN

DER BIJZONDERE

SPAARBANKEN ‘IN

NEDERLAND

door

Dr. J. R. A. BUNING

32ste Publicaiie van het Neder-
landsch Economisch Instituut.

PRIJS f
365*

(Prijs voor donateurs en leden

van het N. E. I. f 2.75)

Verkrijgbaar in den Boekhandel

Uitgave: De Erven

F. BOHN N.V., HAARLEM

Economische

aspecten der

internationale

migratie

door
.

Dr. A. Winsemius

29e Publicatie van

het Nederlandoch

Econom. Instituut

Prijs f 2.10*

(Prijs voor donateurs en

leden van het N.E.I. fl.50)

Verkrijgbaar in den boekhandel

Uitgave.:

De Erven F. 8ohn N.V. – Haarlem

Wat is de

H 0 L.L E R 1 T H

Boekhoud- en Statistiek-D
1 EN ST

Deze dienst vormt een afdeeling van ons bedrijf,

die over een uitgebreide, moderne
WATSON

Machine Installatie
(HOLLERITH
Systeem) beschikt,

alsmede over een, staf van deskundig bedienend

– – personeel, om
alle administratieve werk-

zaamheden en statistieken,
tegen een rede-

lijk tarief, feilloos en snel volgens het
HOLLERITH

Systeem uit te voeren.

Vraagt nadere inlichtingen aan de:

WATSON BEDRIJFSMACHINE MAATSCHAPPIJ. N.V.
HOOFDVERTEGENWOORDIGING VOOR NEDERLAND DER
INTERNATIONAL. BUSINESS ÎIACHINES CORPORATION
te

NEW-YORK.


Frederlkspleln 34, Amsterdam C – Telef. 33656-31856

R.Meesf3&onen

0o. 1720

BANKIERS EN AS8NKANTIE-MAKELAARS

ROTTERDAM
AMSTERDAM(Ass)
GRAVEN H AGE
DELFT – SCHIEDAM
VLAARDINGEN

BEHANDELING VAN
ALLE

BANK ZAKEN

BEZORGING VAN
ALLE

ASSURANTIËN

____________

,w

NEDERLANDSCHE

HANDEL-MAATSCHAPPIJ,
N.V.

AMSTERDAM-ROTTERDAM-‘s-GRAVENHAGE

EN IN 61 ANDERE PLAATSEN IN NEDERLAND

f
i
ll

ALLE BANK- EN EFFECTENZAKEN

SAFE DEPOSIT

KOFFERKLUIS

Diesel-, Stoom- en Electrische Machine-insta Ilaties

Voor onmiddellijken of lateren koop worden gevraagd:

Volledige stroomopwekkende installaties voor draaistroom 380/220 Volt;
Vermogen tot ongeveer 400 kVA.
Afzonderlijke dieselmotoren, stoommachines, electromotoren, electro-
generatoren; spanning en vermogen als boven.

De machines moeten geheel in bedrijfsvaardigen staat zijn, in goeden toestand en niet ouder dan 10-15 jaar.
Uitvoerige aanbiedingen, met opgave van plaats waar te bezichtigen, te
richten aan den

Bahnbevollinachtigten der Deutschen Reichsbahn bei den Niederltsndischen Eisenbahnen te Utrecht, Catharijnesingel HGB III.

De groep Prijspolitiek van de afd. Prijsvorming van
den Dienst v.d. Gemachtigde voor de Prijzen zoekt

EENIGE ECONOMISCHE DOCTORÂNDI EN

ACADEMISCH GEVORMDE ACCOUNTANTS

Slechts personen met een langdurige ervaring op het gebied van bedrijfs-
economische en sociaal-economische onderzoekingen, die bewezen hebben
in staat te zijn hun gedachten in gedegen rapportenneer te leggen,
komen voor plaatsing in

aanmerking.

Sollicitaties te”richten aan de afdeeling Personeelszaken van boven-
genoemden Dienst, Bezuidenhoutscheweg 64, te ‘s-Gravenhage

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BOEKDRUKKERIJ

H. A. M.
ROELANTS

SCHIEDAM

Onze speciale afdeeling: Drukwerk voor contrôle en
administratie, levert alle voorkomend drukwerk op

dit gebied concurreerend,-snel en accuraat.
Uitgifte-apparaten in groote verscheidenheid van werk.
wijze en capaciteit naar de behoeften van elk bedrijf.
Tel. 69300

Onze terzake-kundige staf is te allen ijde voor gratis
(3 lijnen)

advies te Uwer beschikking.

Laat Uw

JAARGANG –

inbinden!

Stort f 0.75 op giro5858tennazne

van H. A. M. Roelants, Schiedam

iet vermelding: Band E.-S. B.

1941 en U ontvangt, zoodra de

oplaag gereed is, franco per

post 11w band toegezonden.

Bij franco opzending van Uw

jaargcmg aan

II. A+ M. ROELANTS

SCHIEDAM

onder gelijktijdige storting van

f 2.40 op giro 5858, ontvangt U,

zoodra de banden gereed zijn,

Uw Jaargang keurig gebonden

franco huis terug.

(Uitvoering van den band linnen

rug, verder stevig beplakt bord)

Derde Gewijzigde Druk

van

Egalisatiefondsen
en Monetaire Poli-

tiek in Engeland,

Nederland en de

Vereenigde Staten

door

Prof. Dr. H. M. H. A. van der Valk

30ste Publicatie ‘van het Neder

landsch Economisch Instituut.

Prijs f 2.I0

(Prijs voor donateurs en leden
van het N. E. I.
fl.50)

Verkrijgbaar in den Boekhandel

Ter vervanging van haar door brand verloren geganen voorraad nummers van

Economisch-Statistische
Berichten
en Economisch-Statistisch Maandbericht

Uitgave: De Erven

van den jaargang 1940,
zou
de redacf ie hef zeer op prijs stellen, indiende

– F. BOHN N.v., HAARLEM
lezers, die hun exemplaren kunnen missen, deze aan haarzouden willen afslaan.

Auteur