Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1200

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 28 1938

28 DECEMBER 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ec

onomisch

Statistische
Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E JAARGANG

WOENSDAG 28 DECEMBER 1938

No.
1200

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P.
Lief tinek; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Becretaris).

Al. F. J. Cool – Adjunct-secretaris.

Redactie-adres: Pieter de Floochweg 122, Rotterdam-West.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatw?g.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnenjent volgens

tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh t van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnernents prijs
1
Economisc!-2tatis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—.

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en zeden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvangen het wekblad en het Maandboricht gratis en

genieten een reductie op dc vcrdere publicaties.

INHOUD:

BIz.

Voorrnrg aan clan uitvoer door 11.
W. Lambers ……978

De economische beteekenis van Nederland voor Zuid-

Afrika door Prof. Dr. C. G. W. ,Schumarn ……..980

Blijvende ,,steua” aan de meikveeltouderij door

Dr. J. Buter ………………………………982

Eenige groote objecten dooi
Meijer de Vries……….985

Meten en taxeeren door
N. F. J. Cool …………..987

De Rijksmiddelen over November ………………..
988

AANI’EEKENINGEN:

De kapoksituatie in Nedcrlandsch-Indië ……….
989

Verkeerscoördinatie ……………………….
991

iSIAANDOIJFERS:

Overzicht van den stand der Rijksrniddeleu ……..
992

Statistieken:
Groothandeisprijzen ………………………………… 994-995
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………… 993, 996

GELD-. KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

Wederom trok in de verslagweok het Pond Sterling
cle aandacht. Dit keer was het de verscherping van

het embargo op buitenlandsche leeningen, welke een
reactie teweeg-bracht.
Mcii heeft aan deren maatregel verschillende inter-
pretaties gegeven. De motieven, die men noemde, had-
clan deels betrekking op de situatie der Engolsche
kapiteal markt. Van een overvloeclig aanbod, zooais
hier te lande, is daar sedert geruimen tijd geen sprake
meer. Daarbij moet men bedenken, dat de vluchtkapi-
talen, idie in cle laatste jaren in Londen een onder-
komen hadden gézocht, niet alle hot-money waren ge-
bleven, maar deels op de kapitaalmarkt. waren uitge-zet. Aldus heeft deze markt geruimen tijd een geflat-
teerci beeld gegeven wanneer men de endogene voor-
ziening in het oog houdt.
Nu in cle laatste maanden op omvangrijke schaal
kapitaal uit Londen is weggehaald, heeft dat ook een
terugsiag op de kapitaalmarkt. Trouwens reeds voor-dat dit verschijnsel zich voordeed, was een langzame
stijging van do kapitaairente merkbaar. Anderzijds
hoort men echtei- arg-umenten, die van zuiver motie-
tairen aard zijn. Men gelooft, dat de reserves van het
Exchange Equalisation Fund belangrijk zijn inge-
krompen en dat men daarOm alle middelen te haat
wil nemen om een vorderen druk op het Pond te we-
ren, waarbij njet zoozer cle koersdruk als het ooge-
wenschte element wordt beschouwd, dan wei het ver-
lies van goud, dat uit het Pondenaanhod, ongeacht den
koers, voortvloeit.
Het blijkt, dat de laatste interpretatie de meeste
aanhangers vond, met als gevolg een psychologischen druk op den Sterlingkoers, die nog werd geremd door

dat, in. verband met de naderende ultimo,
Op
vrij

omvaiigrijlce schaal Dollarsaldi werden geliquideerci.
Aldus bleef de daling binnen vrij enge grenzen (8.57
was de laagste koers), terwijl later de koers zelfs nog
iets kon aantrekken. Met dat al is er deze w’eek geen
gunstige indruk van de long-run stemming voor het
Pond blijven hangen.
De Fransche Franc daarentegen had een goede
week. De kapitaalrepatri atje werd verder voortgezet,
en ook uit het buitenland toonde men speculatieve
belangstelling voor. Fransche rentes, hetgeen natuir-
lijk clan Franc eveneans steunde. Het Franscho Egali-
satiefond s interveni eert regelmatig, en heeft den
Franc tegenover het Pond langzaam laten apprecieeren.
De Gulden bleef tegenover den Dollar volkomen
onvoj-auderci. De overige valuta’s toonden weinig
variatie.
Do geidmarkt is ongewijzigd, cle laatste schatkist-
emissie leverde voor do inschrijvers nog

weer een iets
ongunstiger resultaat op dan de vorige.
Op de heleggin.gsniarkt is weinig verandering te
constateeren. Fransche obligatiën waren zeer vast ge-stemd, mede als gevolg van geruciton over cle inmid-
dels aangekondigde groote conversieleening.

978

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

VOORRANG
AAN DEN
UITVOER.

1

let probleem, langs wolken weg de uitvoer het
best bevorderd kan worden,
Is
op het oog’e’nblik aan
de orde van den dag.
01)
verschillende congressen,
door veroenigingen van exporteurs belegd, vormt (Ie

stimuleering van den uitvoer met buitengewone mid-

delen het voornaamste agendapunt; door ministers en
parlemente.n wordt veel tijd geofferd aan dit vraag-

stuk, dat, als weerslag hierop, eveneens een belangrijk

deel der in de tijdschriftpers beschikbare ruimte in

beslag neemt.

Bij een vorige gelegenheid ‘) hebben wij getracht

de algemeene oorzaken na te gaan, welke de uitvoer-

behoefte deze centrale plaats in de belangstelling heb-
ben verschaft. 1).i tmaal wille.n w’ij ons meer in het bij-

zonder bezig houden met dat deel van den strijd, dat
zich op het eerste plan afspeelt, waarbij Duitsch-

land eenerzijds, Engeland en de Vereenigcle Staten
anderzij dis de protagon i sten zij ii.

.Diiitschlands plicht tot witvoer.

De opzet van het Duitsche economische systeem is
liet bouwen van een gemeenschap, wolke hij machte is
geheel in eigen behoeften te voomierL Dit ideaal, dat

in Duitschlancl zoowel om economische als mi litai ie

redenen wordt aangehangen, ken momenteel echter
nog niet verwezenlijkt worden.

Duitschiand
is
nog steeds aangewezen op invoer
van een deel zijner groin! stoffen en voedingsmiddelen.
Deze onvermijdelijke invoer nu, moet, daar Duitsch-

land
vrijwel
geen andere middelen heeft om, aan vrije
deviezen te komen, betaald worden uit de opbrengsten
van den uitvoer of, indien men te doen heeft met lan-

den met een gebonden betalingsverkeer, onmiddellijk

door het aanbod in natura van uitvoerproducten. De
Duitsche machthebbers hebben voor deze sleutelstel-

ling van dan export steeds een open oog gehad en zij
hebben niet getalmd den uitvoer op bijzondere wijze
te steunen.

De vormen, der steunverleenirtg.

In de eerste plaats worden al sedert jaren den ex-
porteerenden md ustrieön uitvoersubsidies verleend,

opgebracht door een heffing op dat deel van liet pro-

ciuct, dat op (Ie b.i nnenlandsche markt wordt omgezet.
Deze exportsuhsidies moeten ongeveër 30 pOt. van de
totale u itvoerwaarde beloopen, zooclat de heffing jaar-
lijks R.M. 1.5 tot 1.8 milliard zou moeten ophrangen.

Ondanks strenge handhavng der bepalingen, levert
de heffing op dcii binnenlanclscheri omzet echter niet
meer op dan R.M. 1 milliard. Daar de Staat het ont-
brkende bedrag moet aanvullen, is de vraag, op welke
wijze dit zal gebeuren, een der meest urgente zijden
van het probleem van den. Duitschen uitvoer.
Naast dozen directen steun werd de Duitsche uitvoer
gestut door een stelsel van maatregelen en overeen-
komsten met het buitenland, van welke laatste wij

twee der belangrijkste vormen kort willen weergeven,
daar juist deze in
Z
.
O.
Europa zeer goede resultaten
hebben opgeleverd.

* *
*

Vooreerst verklaarde Do i tschland zich in vorige

jaren bereid belangrijke hoeveelheden producten,
veelal van agrarischen, oorsprong, tegen aantrekke-
lijke prijzen van de
Z
.
O.
Europeesche Staten. af te ne-
men. De betalingen voor deze leveranties liepen niet
vlot, zoodat geblokkeercle tegoeden op rekening dezer
landen ontstonden. De noocibrug der clearing, welke

tot regeli ng der betalingen geslagen moest worden,
hebben de 1) uitscliers zeer vernuftig als u itvalspoort

gebruikt. De eenige wijze immers om een tegeripres-
tatie te verkrijgen, was het op groote schaal afnemen
va.n Duitsche goederen, hetgeen dan. ook in de uit-

1)
E.-S.13. 19
Oct.
1938
,Uitvoeroffcnsieven”.

vo.erquota van :Du:itschiancl naar (leze landen duidie-
lijk tot uiting komt.

Het wapen der ,,Klearung-Spitze” slijt echter af.

Zooals uit gegevens van The Economist” blijkt
2),

loopt het schuidbedrag, diat Duitschland in totaal nog

op clearing-conti heeft, voortdurend terug, zodat
andere wegen gevonden moeten worden. Eén dezer

nieuwe mflididleleii vormen de

Leveranties met crediet
Op
langen termijn.

De Duitiche industrie levert aan de Z.O. Europee-

sche landen. Credieten op zeer langen terrnijh.i, tot

10 jaar, worden toegestaan. Hieraan verbindt men

bovendien de voorwaarde, dat Dui tschland zijnerzijds

tot een gelijk bedrag aan producten van het betrokken

land zal koopen. Stellen wij als voorbeeld de leve-

ring van motorrijwielen aan Roemenië tegen leveran-

tie van tarwe. Wanneer de Roemeensche exporteur de

waar geleverd heeft, wordt op de Duitsch-Roemeen-

sche clearingrekening te Berlijn het vorsehuidigde
bedrag gestort. De verkooper in Roemenië ontvangt

echter zijn opbrengst vanuit Duitschiandi niet, voor-
dat op de Duitsche clearing in Roemenië het bedrag

voor de tegenpost gestort is, hetgeen pas ton volle
geschiedt als het crediet vervalt. De Duitsche expor-

teur ontvangt evenwel van bovenbedoelde clearing-

rekening het hem toekomonde uit de stortingen dier Duitsche farwekoopers. Uitterardi zal de Roemeen-
sche Regeering de exporttransacties van dan graan-

leveren dan boerenstand moeten financieren. 01)
deze
wijze
kan Duitschland zeer gunstige condlitieS

aanbieden, daar de Duitsche export gedurende den
loop van ‘de credieten door de Regeering van het
importeerende land gefinaiicierd wordt.

Onda.nlcs deze e.n andere maatregelen loopt de.
Duitsche uitvoer dit jaar sterk achteruit. Voor de elf
maanden van 1.938, waarvoor gegevens bosch i]dbaar
zijn, bedroeg het passief saldo op do handelsbalans

ruim R.M. 400 millioen, hetgeen scherp contrasteert
met het uitvoeroverschot ten bedrage van R.M. 360
mnillioen in dezelfde periode van 1.937.
De verontrnsting over dezeontwikkeling was voor

de Duitsche Regeering aanleiding liet vraagstuk der
uitvoor-ind ustrie nogeens van andere zijde to bezien.
Hadden de hovenbeiprokea maatregelen ten doel een

afzet voor het gereede product te vincieai, thans zon
men bovendien op middelen, welke het uitvoerproduct
bij zijn vervaardiging in het binnenland een voor-
keurspositie zouden verschaffen.

Binnen,lanclsche verst ericing van de enportindu.s-
trieën

De voorwaarden, welke hiertoe vervuld moeten
worden zijn geformuleerd op het Congres van de ex-
porteurs-organisatie, dat eenige u’eken’eledoii in Ber-
lijn plaats vOn.dl. Met nadlruk werd hierbij gewezen
OP
de volgende punten, welker verbetering ccii eerste
vereischt.e is voor een verhooging van de Duitsche
uitvoerkracht.
Ton eerste moet de exportindustri.e in al haar gele-
dingen voorzien worden van de nood ige grondstoffen
en werkkrachten. Eventueel zal – in verband met
de ,,Vollbeschiiftigung” – deze uitbreiding moeten
plaatsvinden ten koste van een verdere beperking der
hinnenlan.dsche consumptie. Immers slechts op deze
wijze zal de uitvoerindustrie in staat zijn voorraden te
vormen, welke haar zullen veroorloven dle lovertijden
aanzienlijk te bekorten. Dit laatste nl., is een directe
eisch voor dio Duitsche machine-industrie, daar de
Amerikaansche industrie in staat is op zeer korten
termijn te leveren, al zal hierin mogelijk dloor de op-
leving in de Vereenigde Staten eenige verandering
komen.
Dit is echter slechts één zijdie van het binnen-
landsch probleem; daarnaast zal liet nooclig zij,rh de
belaugstefling, welke die Duitsche industrieel voor

2)
The Economist
3
J)ee.
1938:
Germany’s C1eaing debts

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

979

productie ten behoeve van een huiterilandsche markt
heeft, te verhoogen. in djt verband heeft Dui.tsclElancl

met een eigenaardig bezwaar te kampen, hetwlk
eveneens uit cle toestainid van ,,Vollbeschiiftigung”
voortvloeit. Daar het de industrie betrekkelijk gemak-

kelijk valt binnenlancische opdrachten te verkrijgen,
terwijl productie voor den uitvoer, binnenslands het
vervullen van tallooze formaliteiten en buitenslands

11et aainavenclen van een groote energie vergt, is er

een neiging bij de inclu.strieelen om zich van den uit-
voer af te wenden. De Minister van Economische

Zaken heeft nu op het boveigeiioemde congres een
verklaring afgelegd, waarbij de uitvoer nog eens uit-

drukkelijk primair is verklaard. Een zeer groote soe-

pelheici bij de ambtelijke behandeling van uitvoeraan-
toegezegd, zoodat het ,,bureaucratische” be-
zwaar schijnt verminderd. Daarnaast is echter een ge-
heel nieuwe, zeer belangwekkende maatregel aange-kondigcl. Teneinde te voorkomen, dat exportkan.sen
door gebrek aan initiatief verloren gaan, is de verlee-

ning van staatsopdrachten ten dccie gekoppeld aan
het uitvoerpercentage door een bepaald bedrijf be-
reikt. De straf voor laksheid is dus, dat men niet

gemakkelijk opclrachteini krijgt. Hoe men deze rege-
ling in de praktijk denkt uit te werken, is echter nog

niet bekend.
* *
*
Wij hebben dus gezien, dat Du i tschlancl reeds ge-

ruimen tijd tracht iijn bu.iteniandschen handel te ver-grooten. Onmiddellijk komt nu de vraag
01):
,,Wat is
met al deze i.nspaiini ng bereikt?”

Het antwoord op deze vraag moet dan zijn, dat be-
langrijke successen slechts geboekt werden in twee
gebieden, to weten Zuid-Oost Europa en Latijnsch
Amerika
3)•

De bovenhoschreven maatregelen hebben voor Z.-O.-
Europa bewerkt, dat Duitschland’s uitvoer naar deze
landen het volgende beeld toont:

In pCt

Aandeel van
Duitschi. in den
invoer van:

Aandeel van
Duitschl. in den
uitvoer van:

1933
1

1937
1

193
1937
Bulgarije
32
55
36 43
Griekenland
10
27
18
30
Joego-Slavië
13
32
14
22
Roemenië
19
30
Ii
20
26
42
19
37
Turkije ………
Hongarije …….
20 26
ii
24
(Ontleend aan
het
Z.

0.
Eui

opanunmier
der
Fra.nkfur-
ter

Zt.g.).

Gedurende de laatste jaren is Duitschland er in
geslaagd zijn uitvoer naar verschillende Zuid-Ame-
rikaansche Staten te verdubbelen. Ten dccle is om dit
tc bereiken gebruik gemaakt van de nietliode von
compenseereude warenleverauti e’s, welke 1) u itschland
somtijds de mogelijkheid van heruitvoer lieten, ander-

deels werden de z.g. Askimarken benut, welke een hoog disagio vertoonden. Het voordeel van het ge-
bruik dezer speciaal geschapen valuta boven een de-
valuatie ligt in de mogelijkheid het dlepreciatiepercen-

tage voor elk land anders te stellen.
In tegenstelling tot Z. 0. Europa is er echter reden
om aan den blijvenden aard van den Duitschen voor-
uitgang in dit gebied te twijfelen.
In de rest van dit artikel zullen wij nagaan, hoe
Engeland en de Vereengide Staten, de beide landen,
welke politiek en economisch naast Duitschland het

nauwst bij deze beide gebieden betrokken zijn, op
deze penetratie hebben geantwoord.

De reactie van Engeland.

Het aandeel van Engeland in den invoer van beide
gebieden tezamen bedroeg in 197 slechts 6% pOt.,

waarvan 3 pOt. voor rekening van Z.O. Europa kwam.
Desondanks heerscht, zij het mede om andere rede-
nen, ten opzichte van cle bevordering van. den export
3)
The Eoono.mmiis4
5 Nov. 1938:
Gcrinauy’s •trade offen-
si ve.

op het oogenblik in Enigeland een stemming, welke liet best gekarakteriseerd wordt door het woord van
Vondel ,,ruckt te hoop al uw krachten, en listen”.

Ee.n s.ymptoom van deze houding was cle krachtige aansporing, door den Secretaris voor den overzeeschen
handel begin December in het Lagerhuis geuit, om

tot verbetering van den huitenlandschen handel te
komen. Verschillende maatregelen zijn te dien aanzien
reeds getroffen.

Zoo is een wetsontwerp aangenomen, waarbij liet
kapitaal van de Ban.k voor Exportcredietgaranties i’er-
hoogcl is van £ 50
0
1
)
£ 75 millioen, waarbij ditmaal
uitdrukkelijk is vastgelegd, dat niet alleen commer-

ci oele gezichtspunten cle cred i dtverleeni ng behoeven
te bepalen. Daarenboven is een fonds geschapen, met

een kapitaal van £ 10 millioen. Het doel van deze
,,krijgskas” is het verstrekken van politiek noodzake-
lijk hanrdelscredieten te vergemakkelijken.

Een ander middel om een grooteren afzet in liet bui-

ten la n.dl te bereiken, vormen de hart dejsverd ragen.

I-iierbij trekt het in November tot stand gekomen En-

gelsch-Ameri kaansche handelsverdrag het sterkst de
aandacht en dit niet alleen om zuiver economische
redenen. Bijna belangrijker dan de inhoud van het

verdrag, is immers het enkele feit, dat liet tot stand
is gekomen, daar zoodoende de Anglo-Amerikaansche

samenwerking duidelijk aan den dag is getreden.

Tenslotte wordt in Engeland thans vaak liet idee

geopperd, de exportindustrieën, welke ccii bepaald ar-
tike.l vervaardigen, afzetcomb:i naties te laten vormen,
teneinde zoo de gezamenlijke positie op de vreemde

markten te versterken. Wanneer men waarde hecht
aan historische parallelen, zou men deze Organisatie

kunnen vergelijken niet die der ,,Merchant Adven-
turers”, welke zich in cle vijftiende eeuw vormde, ten-
einde het nieuwe Engelsche product ,,wollen stoffen”
OJ)
de overzeesche markten te pousseeren.

De weerslag der Engeische activiteit in Duitsch-
tand.

Aan Duitsche zijde i.s men tegelijk verwonderd en
verontwaardigd over de groote levendigheid, welke
iin.gelancl ten toon. spreicit. Men w’ijst erop, dat

Duitschland noch in Z.O. Europa, noch elders een
monopolie riastreeft; dat er tusschen het Duitsche
rijk en de landen van Z .0. Europa een ,,natuurlijke

gebondenheid” bestaat en tenslotte vooral op het on-
heteeke.nend aandeel, dat de bedoelde landen in Enge-
lands handel hebben.

Hier nu schiet o.i. de Duitsche argumentatie te-
kort. De Engelschen immers voeren geen percentage-
politiek; zij, als beheerders van een wereildrijk, zien

liet vraagstuk van geheel andere zijde, nl. die der
strategische sleutelstellingon. Van deze zijde bezien
bcteeken.t het econ.om:isch opdringen van Duitschlirnd

op den Balkan, niet de mogelijke politieke gevolgen
van di.en, voor Engeland een acuut gevaar. Reeds
thans immers wendt Du.itschland, over Z. 0. Europa
heen, pogingen aan tot doordringing in liet Nabije
Oosten (te denken is hierbij aan de credieten aan Turkije en het – afgewezen – aanbod aan Egypte.

Zelfs als Einigeland om economische redenen bereid
zou zijn in Z.O. Europa het spel uit handen te geven,
dlieflt het, om de essentiëele politieke beteeken.is van

dit gebied, daar zoo lang mogelijk aan bod te blijven.

Amerika, de go ede buur.

Zuid-Amerika, liet tweede terrein, waar :Duitseh-
land niet gunstig gevolg werldzaam is geweest, wordt
evenmin zonder strijd gelaten.
* *
*
Sinds het begin van dit Jaar wijden de Vereenigde
Staten aan het Zuidelijk deel van hun werelddeel
weder alle aandacht, welke men van een goeden buur

mag verwachten; een net is over dle Zuid-Amerikaan-
sche Staten geworpen, waa:rvan de lijnen steeds strak-
her worden aangehaald.

De middelen, wellce zijn toegepast om de verschil-

980

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

iende gebieden voor het Amerikaansche product te
v.rjflTIn, loopen uiteen van de meest orthodoxe tot

de ultra-moderne. Zoo zal de uitmwitende handels-

voorlichtingsdienst, welke de Vereenigde Staten spe-
ciaal ten aanzien van Zuid-Amerika bezitten, nog ver-

(ior uitgebreid worden, terwijl daarnaast reeds gerui-
men tijd een omvangrijke en welgekozon propaganda

per radio wordt gevoerd, welke met die der Duitscho
kortogoifzender wedijvert.

Verder is nog een reeks plannen ontworpen, welke

ten dccle reeds op het punt staan volvoerd te wor-I

den. Spoedig te verwachten is buy. een verhooging
van het kapitaal der Export- en Importbank, welke

een functie heeft analoog aan die der Engelsche
Bank voor Exportcredietgaranties; terwijl ook hier

wordt aangedrongen op het vormen van uitvoer-com-

binaties, welke in de huitenlandsche afzetgebieden

krachtiger zullen kunnen optreden ‘dan de indivi-
dueele ondernemer.

Van de zijde van den export alleen is echter, gezien

de geringe kapitaaikracht der meeste Zuid-Amen-

kaansche Staten geen verbetering te verwachten..
Veeleer zal het zwaartepunt der bemoeiingen moeten
liggen op tegenovergesteld terrein. De Vereen:igcle

Staten zullen moeten beginnen goederen van de Zuid-

Arnerikaansche Staten op te nemen, hetgeen gepaard

zal moeten gaan met het verstrekken van leeningen
tot het ontwikkelen dezer landen. Dat de Velee’nigde
Staten deze richting ook uitgaan, bewijzen de berich-

ten over het financieren van den aanleg van rubber-

plantages in Brazilië door de Amenikaansche Regee-
ring.

Dit exportoffensief had moeten culmineeren
in een volledige overilinning van het Noord-Amen-

kaansche standpunt op de Pan-Amenikaansche con.fe-
notitie te Lima, is dus wel zeer degelijk voorbereid.

Minister Oordell Ruil, welke zich vaak afkeurend
heeft uitgelaten over de on-orthodoxe handelspolitiek
van andere Staten, kan – al is de op de slotzitting

der conferentie tot stand gekomen redactie der solida-

niteitsverklaning niet zoo onaantastbaar als hiji dat
wenschto – desondanks met trots wij’zen op het werk
van zijn Departement.

De Dwitsche re
.
plielc.

Merkwaardig is het nu, het verschil te zien tus-
schen de commentaren, welke de Duitsche pers levert

op de vrijwel gelijkloopende maatregelen door de Ver-
een.igde Staten en Engeland in het vooruitzicht ge-
steld of reeds getroffen.
Terwijl tegen Engeland vaak een bijna ,,halehrende”
toon wordt aangenomen, is de reactie
Op
de Amen-
kaansche maatregelen veel vinniger; men zou hieruit zijn conclusies kunnen trekken over de mate van ge-
vaar, welke Duitschland aan elk der beide offensieven
verbonden acht.

In het bijzonder keert de Duitsche pers zich fel
tegen de zgn. Dollar-diplomatie en het merikaan-
sche argument, dat dit land ten alle tijde in staat is
Duitschland in Zuid-Amerika uit de markt te koopen.
* *
*
Overzien wij tenslotte den toestand, zooads deze zich
thans ontwikkeld heeft, dan blijkt, dat de Duitsche

uitvoeroffensieven op economische gronden onderno-
men, allengs politieke beteekenis hebben gekregen.
Daarentegen hadden bij de Engelsche en Amerikaan-
sche offensieven politieke factoren van den beginn
af de grootste dnijfkracht.
Zeer duidelijk komt dit laatste uit bij het derde

offensief, dat zich af gaat spelen in het Verre Oosten
en dat thans is ingeluid met de verleening van ere-dieten aan China door Engeland en de Vereenigde
Staten. Van een verdere bespreking van dit offensief,

evenals van de talrijke pogingen tot exportstimulee-
ring dp bescheidener schaal, zien wij thans af. Slechts

willen wij opmerken, dat van een Kerstvrede, althans
op handelspolitiek gebied, geen spraké zal zijn.
H.
W.
LAMBERS.

DIE EKONOMIESE BETEEKENIS VAN

NEDERLAND VIR SUID-AFRIKA.
.1)

Die sosiaal-ekonomiese ontstrikkeling van enige land

bestaan int vele strominge of tendense – ‘n proses
wat nog enigsiris as ‘n geheel kan voorgestel word,

maar een, waarin die essensiële u.ie altyd maklik te

skei is van die bykomstige of verbygaande n,ie, en een
waarvan die bewegingselemente, ‘deur gebrek aan die

nodige gegewens, nie presies kwantitatief kan beskryf

vord nie. Waar ons nou bowendien voor die taak
staan om die
oorsalr.e
van hierdie vaagomlynde ont-
wikldelingsgang na te spoor, en in besonder die bete-

kenis van een land vir die wMvartstoename van
ander uit die veelheid van meewerkende oorsake te

isoleer, word dit meteens duidelik, dat die taak geen
eenvoudige kan wees nie. Wat, b.v., was Enigela.nd ee

hydnae tot die ekonomiese ontwikkeling van die

V.S.A. of van Kanada of Australië?

Laat ons die probleem met betrekking tot Suid.-Afrika iets naden omlyn. In 1652 het Jan van Rie-

beek die eerste klein volksplanting aan die Kaap be-

giJn.. Di.e uitgestrekte, on.ontgonne gebied, bewoon
deur pnimitiewe inboo±linge, het gewag op die onder-
nemingsgees, die besondere kennis en die arbeidsver-

moë van die Westerling. Na meer as 150 jare, toe die

Kaap in 1806 vergoed Engelse besitting gewond het,

was die blanke bevolking, volgens ,,Theal’s Records”, slegs 26.568. Hiervan was, volgens Colenbrander, on-

geveer 50 pOt. van Nederlandse herkoms. Die getal
inboonl:in.ge aan die Kaap was onbekend. In 1936 het die blanke bevolking in die Unie gestyg tot 2.003.000,

en tel die nie-blanke bevolking 7.585.000. En daarby
het die reële welvaart per hoof van die boi’olkiing on-

teensegLik buitengewoon toegeneem. Oor die lOde ecu

bestaan daar geen gegewens met betrekking tot die
Nasi.onale Inkomste nie, maar in die kwarteeu 1.910
—1.1 tot 1934-35 het die indeks van die Reële Volks-inkome toegeneem van 100 tot 202
2).
Verder kan ons

diaarop wys, dat in die 100 jaar van 1807-09 tot

1907-09 die openbare inkomste van die teenwoordige
vier provinsies toegeneem het van £ 114.000 tot
£ 16.409.000, en die totale buitenlandse handel van
£ 77.200 tot £ 73.343.700. Dit alles gee enigsins ‘n beeld

van die ekonomiese ontwi1cleling van Suid-Afrika

gedurende die afgelope tydperk – ‘n klein begin in
1652, ‘n hetreklik geringe blanke bevolking in 1806

toe Nederland virgoed afstand van die Kaap moes
doen, en. vandag
‘n
aansienIjike totale bevolking en ‘n
merkwaardige welvaart. Watter aandeel het Neder-
land aan hierdie Idonkrete ontwikkelingsgang gehad?
In. hoeven moet duO welvaartstoename toegeskryf
word aan inheemse natuurgawes, aan die werkkrag

van inboonlinge, of aan die ander kant aan die kapi-
taal, die ondennemingsgees en energie van die nuwe inkomelinge in die iitnd —’en vatter deel het Neder-
land en Nederlanders aan laasgerioemde gehad?

Die Periode voor 1806.
Vanaf 1652 tot 1795, en weer gedurende die Ba-
taafse tydperk van 1803 tot 1806, hot die Kaap aan
Nederland behoort. Van besondere betekenis is die
feit dat die volksplanting begin is op die hoogtepunt

van Nederlandse bloeiperiode; op di.e gebied van han-
del en skeepvaart, van hankwese, sowel as op die ge-
bied van kuns en filosofie het Holland uitgeblink.

,,Uit so ‘n land en. so
‘n omgeving het Jan van Rio-
beek en sy helpers gekom, eenvoudige boamptes maar
daarhy gesante van ‘n Staat in die bloei van sy krag,
van. ‘n geslag, dat grootsche ‘dingen op eenyoudige
wyse deed op eik gebied, van ‘n volk hy wie persoon-

like zeifstandigheidsgevoel byna ‘n ondeug was; en
die spore van hulle herkoms was in hierdie klein ge-
meenskappie duidelik sigbaan. Ook die onverwoesbane

i) Tot ons leedwezen werd J
,
it artikel Ite ‘laat ontvangen
voor opname in ons Zuid-Afrika-nummer van
14 I)eci-
her ji. – Redactie.
2)
Sien: Sohumann: Structurni Oha.nges and Bustness
Cycles
in
South
Africa, 1806-1936, bi. 223.

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

981

optimisme van die kommandeur, ‘n uitvloeisel van

sy vooruitstrewende arbeidsaamheid en sy ambiesie
om sy posiesio te verbeter, was tewens

n teken van
die frisse krag van sy volk. En in. hierdi.e een woord,
/crag,
kan ons die kwaliteite van ons eerste staats-

rigters opsom. Hulle liet met hulle saamgebring die
krag van die Germaan, gewortel iii die Kalvinisme”.
3)

Uierdie aanhaling bi-ing op u:itstekericle wyse na voe

wat ek veral w.i.1 beklemtoon, iii. dat die werklike hy-
clrae wat Nederland gelewer het aan die ekonomiese en maatschaplike ontwikkeling van Suid-Afrika ge-

durende die 17de en 18de eeue tenslotte opgesluit lê

in die karakter, die ondernemingsgees, die deurset-

tingsvermoö van die mensemateriaal wat sy geiewer
hot. ‘.n Swak-ker menseras sou waarskynlik, hier aan

d:ie Suidkus van Afrika, ‘ii mincierwaardige, gemeng-
de ras laat ontstaan het wat nie so ‘n krachtige voor-
uitgang sou getoon het liie as wat werklik plaatsge-
vind het.

Maar daarnaas het Hollandse kapitaal, die koop
van Kaapse produkte deur die skepe en deur cU
moederland sowel as die lewer.ing van Hollandse pro-
dukte hesonder veel hygedra tot die expansie van die

Kolonie. Maar hieroor is geen hetroubare gegewens
beskikbaar iiie. Verder verdien besondere vermelding
dat gedurende die Bataafse Tydperk De Mist bui-
tengewoon veel gedoeri het om die ekonomiese voor-,
uitgang van die Kolonie te hevorder deur o.a. ‘n beter
skaapras te laat toe!. die Kaapse wyn te verbeter, ens.

Die tyciperk
na 1806.

Met die tweede verowering van die Kaal) deur En-

geland word die ekonsomiese kontakte niet Nederland
hyna geheel en al verbreek, en het die direkte invloed
van die ou moederland op die ekonomiese ontwikke-
li.ng van Su:id-Afrika sy betekenis grotendeels ver-
loor. Een nitsondering vorm egter clie Transvaalse
Republiek. Die bou en eksploitasie van die spoorweg-
verbinding met Delagoa Baai, wat in 1881 reeds’ be-
gin is, was die werk van die Nederlahdsch Zuid-Afri-
kaansche Spoorwegniaatschappy – dit was ‘n onder-
neming wat opgerig en ontwikkel is hoofsaaklik met Nederlandse kapitaal en ondornemingsgees. Die Ne-
derlandsche Bank voor Zuid-Afrika, gestig in 1888,
het veel hygedra tot die ekonomi.ese ontwikkeling van;
Transvaal, en later ook van die hele Unie. Die stig-
ting en sukses van Ons Eerste Volksbank in Pretoria
is ook tot ‘n groot mate die resultaat van Holland-
se inisiatief. So het Nederlandse kapitaal
cii
werk-
krag sy spore in die ekonomiese ontwikkeling van
Suici-Afrika nie heelternal verloor nie.

Wat die tydperk vanaf die totstandkom van clie
Unie iii 1910 betref, kan die ekonomiese betrekkinge
meer a kku mat nagespoor word. Weliswaar bestaan

daar geen gegewens oor die hoeveelheid Nederlandse
kapitaal in Suid-Afrika belê nie, maar die handel
tussen Suici-Afrika en Nederland kan wel noukeurig

‘) Gte: Geskiedeiris van Stiid-Afrika. Deel
T 131. 55.

beskryf word. Om dit aan te toon word die volgende
tabel gegee.

Die tabel toon duidelik aan dat die aandeel van
Nederland aan die buitelandse handel van Snid-
Ai.rika hetreklik gering is. Van ons totale nitvoer

het selfs in die beste jare minder as 2 pOt. na
1-Tol-
land gegaan, ein in 1937 was die aandeel slegs 1 pOt.
Ongeveer dieselfde geld vii- die totale invoer uit Hol-

land. Vir vergelykingsdoele.indes kan dle koertliks

aantoon die hoofrigting van die Suid-Afrikaansche
handel.

Handel van

Su’id-Aft’iika
met sekere lande itt

1937.

Uitvoer naar:
£’
000 Invoer van:
£’
000
Gr. Brittanje
98,123 43,996
(sonder goud)
.
15,166
V.S.A .

……..
1,381
20,224
Duitsland
5,007
6,784
Kanada
……..
1,349
3,680
Frankrijk
……
2,473
877
Japan

……..
3,311
3,869
België

……..
2,340 3,122
Nederland

.
1,294 1,298
Totaal

……..
12,416
103,384

Die blyk dus dat die handel van Suid-Afrika nog

in hoofsaak op Engeland gerig is. By meeste ontie-
dingo van d.ie handel tussen Sui.d-Afrika en Enge-

land word egter vergeet dat die grootste deel van
goud iiie sy uiteindelike bestemming in Engeland
vind iiie. So lyk die handelsbalans met die V.S.A.,
vanwaar in hoofdsaak moterkarre, radios, ons. inge-

‘oerd word, besonder ongunstig; maar as in aanmer-
king geneern word dat V.S. A. die grootste gedeelte
van ons goud afneern, word ‘n totaal ander beeld van
clie handeisverhouding verkry. En selfs wat ander pro-

dukte betref is Engeland in haic gevalie deurvoer-
land. So is Nederland se aandeel in die koop van
Suici-Afrikaanse diamante selcerl.ik veel groter as die

syfers aandui, want meeste van die Suid-Afrikaanse
diarnartte word eers in Loudon verkoop. Vir ons land-
houprodukte, vertel niielies, bied Nederland ‘n aan-

sienlike mark. Die groot fluktuasies in die uitvoer
van mielies wys op die onbestendigheid van die Suid-
Afrikaanse produksie; alleen ciie surplus ho die he-

treklik konstante cie konsumpsie word uitgevoer.
Wat invoer betref het kaas byna geheel en aq sy
vroere betekenis verloor. Dit is in hoofsaak ‘n gevolg
van
‘n toenemende cie produksie, gedeeltelik met be-
hulp van heskermingsmaatreels. Die afset van bemes-
tingstowwe in Simid-Afrika liet egter weer sterk toe-
geneem; in hierdie sin dra Holland heelwat hy tot
die vorheterin.g van land houprodu ksiemethodes in
Suid-Afrika.

i)io vraag kan w’el gestol word of daar nie mooiit-
likhede bestaan om die handel tussen Suid-Afrika en
Nederland uit te brei nie. ‘n Bevredigende antwoord
sou ‘n noulceurige studie vereis van die bestaande
handel in alle produkte, van die afsetmoontlikhcde
yir Suid-Afrikaanse produkte in ander lande, van die

ilaitdel tussen Nederland en Su.id-Afrika
Uitvoer uit Suid-Afoika na Nederland.

Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde
1910-14 1925-29 1930-34
1936
1937
Waarde
£’
000
van
totaal
Waarde
£’ 000
van
totaal
Waarde
£’
000
van
totaal
Waarde

000 van
totaal Waarde
£’
000
van
totaal
Totale uitvoer…
.
32,2
0,6
0
/0
1737,5
1,9 o/
965,8
1,2
0
/0
865,5 0,8
0
10
1294,1
1,0
0
10
Diamante
……..
13,6
0,1

,,
751,5
7,0
190,3
6,0

,,
190,2
5,7
118,2
3,6
Wol

…………
7,0
0,2

,,
136,0
0,9

,,
27,0
0,4

,,
109,8
1,1

,,
48,7
0,4
Mielies
……….
0,5
321,8
11,7
110,2
11,0
17,8
29,6
505,8
15,8
Huide en Velle
..
3,3
0,2

,,
100,2
2,9
64,9
4,6
48,7
2,5

,,
73,5
3,1
Wattelbas
41,3 4,2
24,8
4,0
30,5
3,9
57,2
5,7

Invoer in Suid-Af,’ika
uit Nederland.
Totale invoer
677,8
1,8
0
10
1154,6
1,5o/
809,3
1,5
01
997,2
1,2
0
/0
1298,3
1,3
0
/0
Kaas

……….
121,4
79,5

,,
6,9
24,6
1,2
7,4

,,
1,1
4,6

,,
1,7
5,7
Sjokolade, ens.
37,8
13,6

,,
45,9
13,9
52,2
25,6

,,
28,9
11,9
46,2
16,9
Katoenfabrikate
12,1
0,4 ,,
112,6
1,7
35,8
0,9

,,
14,2
0,3
18,8
0,3
Wolfabrikate
15
0,2

,,
59,4
2,7

,,
35,4
2,0

,,
18,6
0,7
22,0
0,7
Skrijfbehoeftes
.
16,6
2,1

,,
51,8
3,8
40,7
3,7

,,
45,2
2,8
59,3
3,2
lelesstowwe
50,5
194,3
171,6
244,0
240,7

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

relatiewe konkurrensiovermoë van die Hollandse ny-
werheid, ens. Vir kunsmatige bevordering van clie

weersydso handel, deur b.v. spesiale begunstiginge,
bestaan daar n6g die moontlikheid nôg die wenslik-
he:icl. In die algemeen kan wel beweer word dat ‘die

kanse op ‘n veel groter afsot van Suid-Afrikaarise
proclukte in Nederland nie besonder gunstig is nie –
dit 16 in die aard van ons uitvoerprodukte, soos goud,
diamante en wol. Vir enkele ,,serni-spesiale” artiekels,

soos vrugte, ‘wyn, ons. kan die afset mislcien nog uit-

gebrei word, maar vi.r di.e inassa-grondstoww’e soos

wol, mielies, wattelbas, ons. is Suid-Afrika in hoof-
saak geïnteresseerd in die wereidmarlcprys, ciii daarop

kan die Nederlandse aanvraag nie veel invloed uit-

oef en iiie.
Op die meer teoretiese vraag wat die werklike

kwaintitatiewe waarde van clie handel tussen twee
lande vir die welvaart van elkeen is kan ons hier
liie bespreek iiie. Dit hoort tuis by die algemene

teorie van die intennasionale handel en clie interna-

sionale anbeidsverdeli.ng.

Die ekonomiese betelcenis van Nederland i’.ir Suici-
Afrika kan in die toekoms waarskynlik verboog word

deur die uitstuur van mense met eersteklas teg.rdese

en vakkennis om die hulphronne van Suid-Afri.ka nog
beter te help ontwikkel, sowel as deur die oprig van

takke in S uid-Afrika van vooraanstaande I-Iolla.ndse

fabrieke. Dat Hollandse ingenieursvernuf vir Sui.d-

Afrika van groot voordeel kam wees word bewys deur
clie feit dat die ni.iwe groot hawewenice in Kaapstad
deur ‘n Nederlandse firma uitgevoer word.

Laat ons tenslotte die hoop uitspreek dat Neder-landse kennis en energie en volharding gedurende

die twintigste ecu nog meer, sal bydra tot die verdere

ekonomiese ontwikkeling van Su.icl-Afrilca as gedu-
rende die 19de eau. C. G.
W. SCHUMANN.

BLIJVENDE ,,STEUN” AAN DE MELK-

VEEHOUDERIJ.

Inleiding.
Het is thans reeds anderhalf jaar geleden, dat

wij in dit blad de wenschelijkheid betoogden om de

crisi.ssteuurnaatregelen ten bate van de nielkveehou-
derij een meer blijvend karakter te geven dan zij toen
hezaten, en ook nu nog bezitten.
De veihoudingen op de internationale zuivelmarkt,

die in de eerste crisisjaren groote schommelingen
vertoonden werden reeds toon meer stabiel. De erva-
ring heeft sindsdien geleerd, dat inderdaad liet inter-
nationale prijspeil van de zuivelproducten, na de

groote schommelingen, di.e zich in verband met de al-
gemeene depressie en als rechtstreeksch gevolg van

de plotselinge wijzigingen in productie- en export-
verhoudingen, in deze prijzen voordeden op een nieuw
niveau is aangeland. Dit niveau ligt zeer belangrijk
beneden de productiekosten, en zal dat – voorzoover
dit thans te beoordeelen is – voorshands ook blijven

doen.
Do lagere productiekosten in andere landen –
vooral die op het Zuidelijk Halfrond -, de concur-
rentie niet cle, ook bij de huidige wereldinarktprizen
van boter, goedkoopere margarine, die elke stijging
van de boterprijzen tot een helangrijic hooger peil dan

het huidige belemmeren, zijn o.a. factoren, die ook in de toekomst hun werking zullen doen gevoelen. Men zal goed doen zich ‘bij de maatregelen, die ten
bate der meikveehoudenij worden genomen te basee-

ren op deze, op zichzelf niet-moeclgevende omstandig-
heden, en dat niet alleen voor het heden, doch ook

voor de meer verwijderde toekomst.
Er is derhalve thans geen reden meer deze maat-
regelen thans nog te beschouwen als ,,tijdelijke” en-
sismaatregelen. Integendeel, men dient zich met klem
af te vragen, in hoeverre de reeds getroffn eni nog
te tref f en maatregelen geschilct zijn om de meikvee-
houdenij oolc op den duur een zoo gezond mogelijke positie te doen innemen.

In de eerste plaats is het daartoe noodzakelijk, dat
men het eens is over het doel van deze maatregelen.
Zoo is het volkomen te bgrijpen, dat de landbouw-

organisaties hetoogen geen verantwoordelijkheid om-
tre.nt de uitvoering dezer maatregelen te willen aan-

vaardeii, indien van Regeeringswege niet de garantie
kan worden gegeven, dat voor de landbouwproducten

ccii behoorlijke prijs kan worden’ verkregen. Toch mag
ook van deze zijde niet worden vergeten, dat er nog

wei iets meer is dan het bereiken van behoorlijke prij-

zen en dat hieraan met name nog iets vooraf dient
te gaan

En dat is wel dit, dat gestreefd moet worden om
bijv. de
mel/cveehouclerij
(en dat geldt evenzeer voor
andere takken
van
bedrijf),
zooveel mogelijic dienst-
baair te ntalcen aan de nationale welvao.rt.
Immers in

hoe sterkere mate de meikveehouderj
bijdraagt
tot

het vergroöten van de nationale welvaart, op hoe
grooter deel van liet nationale inkomen door haar

aanspraak zal kunnen worden gemaakt.
Het verkrijgen van
prijzen
voor landbouwprodue-ten, die den landbouw een
behoorlijke
belooning zul-
len kunnen waarborgen zal dan ook alleen kunnen

worden bereikt – en behouden(!) – indien hiermede
onafscheidelijk gepaard gaat het zorgdragen voor een

zoo rationeel mogelijlce bedrijfsvoering en en doel-
in atige regeling van den afzet ‘der landbouwproducten.

Zonder dat aan deze voorwaarden voldaan is zou
liet garandeeron van loonende prijzen der landbouw-

producten het gevaar vergrooten, dat niet voldoende

zorg aan een zoo economisch mogelijk werkende land-
bouw wordt besteed.

In het
bijzonder
voor de melkveehouderij zullen wij
in het volgende nagaaln, aan welke voorwaarden cimiar-
toe moet worden voldaan, en daarbij aandacht schen-
ken aan de productie, en den afzet van de producten,

die cle melkveehouderj oplevert.

De productie.

Ten aanzien’ van de melkproductie en de bereiding
van zuivelproducten dient in de eerste plaats te won-
den bevorderd, dat de productielcosten zoo laag moge-lijle vonden.

Immers de grootste moeilijkheden voor onze zuivel-
positie zijn een gevolg van de omstandigheid, dat
onze productiekoston belangrijk hooger liggen dan
van -arndere groote melkproduceerende landen. Elke
politiek, die verlaging der productiekosten niet als
liet hoofddoel beschouwt, kan niet bijdragen tot een
blijvende verbetering van de meikveehouderij.
Wij noemen deze voor de hand liggende voorwaar-
den nog eens nadrulcicelijk, omdat wij den indrulc heb-
ben, dat in deze richting nog heel wat kan worden
bereikt. Ongetwijfeld is er een ontwikkeling in de
goede richting! In het bijzonder in de cr:isisjaren is
veel gedaan, om met zoo gering mogelijice uitgaven
een zoo groot mogelijke productie te verkrijgen. De
moeilijke omstandigheden, waarin de inelkveehoudenij,
verkeeside, met vele andere takken van bedrijf, zijn

een krachtige prikkel geweest tot verlaging der pro-
ductiekosten. Ook in de meikveehouclenij is een be-
langrijke rationalisatie toegepast, in het bijzonder
door zooveel mogelijk voeden, dat anders werd aange-
Icocht, uit het eigen bedrijf te halen. En nog wordt
steeds in die richting gewerlct. Wij denken aan cle

moderiie bewei dingstechniek, aan in’lcuilmethoden
(met de daaraan verbonden moeilijkheden, aan het
drogen van gras, etc.).
Het is dan ook niet te verwonderen, dat de melk-
productie in de crisisjaren belangrijk gestegen is;
meer te verwonderen is het dat deze productietoe-
neming (gelukkig) verkregen is, terwijl liet• verbruik
van iangekochte krachtvoeders vrij belangrijk daalde.
Toch zijn wij er van overtuigd, dat deze weg nog
slechts ton halve is afgelegd. Zuilen de productie-
kosten zoo laag mogelijk worden, dan is het dartoe
noodzakelijk, dat alle factoren, die hierop invloed

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

983

kunnen uitoefenen samenwerken. Eén van die facto-

ren is bijv.

De samenstelling van den meikveestapel.

De meikveestapel bestaat uit een (letterlijk en f i-
guurlijk) bonte menigte van melkkoeien, waarvan er

geen twee gelijk zijn. T-let is een bekend feit, dat deze.

melkkoeien onderling zeer groote verschillen vertoo-
nen in de verhouding tusschen voederverbruik en

melkvetopbrengst, zoodat de ééne koe, (ook met elimi-

natie van leeftijdsverschillen) veel go.edkooper pro-
duceert (lan de andere. Het spreek vanzelf, dat de
,,dure” koeien, met een kleine melkvetopbrengst in
verhouding tot het voederverbruik, de produetiekos-

•ten hoog houden, en daardoor de positie van onze
meikveehouderij nog moeilijker maken dan zij uit an-

deren hoofde reeds is.
In den laatsten tijd wordt gelukkig aan deze kwestie

meer aandacht geschonken. In steeds meer gebieden van ons land wordt overgegaan tot het oprichten van

en tot aansluiting bij fok- en contrôlevereenigingen,

hoewel nog steeds een naar verhouding zeer gering
percentage van het aantal in aanmerking komende

bedrijven onder voortdurende contrôle staan. Volgens
de jongste gegevens bedraagt het percentage van het
aantal op melkopbrengst gecontroleerde melkkoeien
thans nog slechts ruim 13 pOt. van, het totaal aantal

melkkoeien. De toeneming, die in dit opzicht kan
worden geconstateerd, gaat te langzaam, dan dat hier-
van een merkba.re verbetering’ voor het gros van onzen
ruudveestapel kan worden verwacht.
Ook op dit terrein zijn wij in ons land derhalve nog
slechts aan het begin. Zoolang de melk nog een naar
verhouding goeden prijs opbracht, moge deze toestand
niet tot ingrijpen hebben genoopt, in deren tijd kan
men zich – vooral ook met het oog op de toekom-
stige ontwikkeling van meikveehouderij en zuivel-
positie – hierbij niet zonder meer neerleggen. Al zijn wij ervan overtuigd, dat de veehouders in dit opzicht
allereerst zelf een taak hebben, wij gelooven, dat hier-
bij ook de hulp der Overheid niet kan worden gemist.
Weliswaar heeft zij stimuleerend in deze richting ge-
werkt, doch stimuleering zonder verplichting tot aan-
sluiting leidt blijkbaar niet – althans niet in vol-
doende mate – tot het gewenschte gevolg.
Temeer kan de Overheid zich hier niet aan ont-
trekken, omdat zij op andere wijze de ontwikkeling

van den rundveestapel op zeer ingrijpende wijze heeft

beïnvloed, en wel o.a. door

De rundveeteelregeling.

Hoe langer de Rundveeteeltregeling haar invloed
uitoefent, hoe duidelijker de gevolgen ervan aan het
licht treden. Zooals men weet, is ondanks de teelt-
regeling, waardoor men aanvankelijk (en misschien

ook nu nog wel) een vermindering van het aantal
melkkoeien en van de rnelkproductie verwachtte -.
zoowel het één als het ander voortdurend toegenomen, hoewel de rnelkproductie vooral in de laatste maanden
als gevolg van het mond- en klauwzeer een – naar wij vermoeden tijdelijke – vermindering vertoont,
welke echter in geen verband staat met de teelt-

regeling.
Hoewel het op het eerste gezicht verwonderlijk
moge schijnen, dat het aantal koeien, ondanks de be-
perking van den aanfok nog voortdurend is toege-
nomen, geeft een nadere analyse van de ter beschik-
king staande gegevens hiervan wel een duidelijke ver-
klaring. Het verloop van de grootte van den meikvee-
stapel wordt namelijk zoowel beïnvloed door den aan-
fok als door het aantal runderen, dat door slachting
of sterfte verdwijnt. Terwijl nu de aanfok door de
maatregelen der Regeering is beperkt. is daartegen-
over – en zeker ook als reactie daarop – eveneens het
aantal slachtingen beperkt, doordat de veehouder, ten
einde het aantal melkkoeien op peil te houden, zoo-
veel mogelijk alle koeien, die nog eenigszins aan de
melkproductie kunnen deelnemen, heeft vastgehou-

den. Weliswaar heeft dit zijn grenzen, doch deze

zijn dermate elastisch, dat door het in sterkere mate
vasthouden der koeien de invloed van’ de teeltrege-

ling meer dan gecompenseerd kon w’orden. Alleen
een beperking der rundvleeschproductie – niet als

direct gevolg van de teeltregeling zelf, doch als ge-

volg van de pogingen van den veehouder tot het eli-
mineeren van den invloed hiervan – was het tastbare

resultaat.
Dit verschijnsel wordt geïllustreerd door de percen-

tages, die aangeven het aantal melkkoeien, dat per

100 stuks per jaar verdwijnt en die in onderstaand

lijstje voor de verschillende groepen van naar ouder-

(lom gerangschikte melkkoeien zijn weergegeven.

,,Yei’dwenemf’ melkkoeien in percentages
van imet totale aantal.

Melkkoeien

1933/’34 1.934/’35 1935/’36 1936/
1
37 1937/’38
1
X gnkalfcl . ..

15

12

6
2 X

,,

.

7

2

1)

0
t)

—1
.1)

3
X

,, en ouder
33

31

30

27.5

26

Totaal melkkoeien
24

21

19

18

17

1)
Een negatief percentage kan door bijzondere ooi’zaken
ontstaan.

Men ziet uit deze cijfers op welke wijze de rund-
veestapel, ondanks de beperking kan worden uitge-

breid. En tevens, hoe deze toeneming van het aantal
melkkoeien tevens moest leiden tot een belangrijke

vermindering van de productie van rundvieesch. Int-
mers, deze productie van rundvleesch is rechtstreeksch
afhankelijk van het aantal melkkoeien, dat elk jaar

wordt uitgeschakeld. Het staat wel vast, dat deze
ontwikkeling niet is voorzien bij het invoeren der

teeltregeling. Men hoopte door de teeltregeling een
vermindering van het aantal melkkoeien en daardoor
tevens een vermindering van de rundvleeschproductie
te krijgen. Doch in werkelijkheid is
de vermindering

der vleeschproductie juist een gevolg geumeest van de vermeerdering van het aantal melkkoeien.
Deze ontwikkeling nu – en daar wilden wij in dit
verband vooral op wijzen – heeft nog een ander ge-
volg gehad. 1-let percentage van het aantal melkkoeien,
dat teiken jare van de hand wordt gedaan heeft niet
alleen invloed op de vleeschproductie, doch ‘ook op
de kwaliteit van den melkveestapel. Het is immers
over het algemeen zoo, dat juist die koeien van de
hand worden gedaan, die om de een of andere reden
niet meer voor de melkproductie geschikt worden ge-
acht. Hoe meer van deze beesten verdwijnen, hoe gun-
stiger de invloed op de gemiddelde kwaliteit van de
overblijvende melkkoeien, hoe scherper kan worden
geselecteerd.
Hieruit volgt derhalve, dat de daling van bovenge-noemde percentages, die een indirect gevolg was van
de rundveeteeltregeling, de selectie tegenging en der-halve een ongunstigen invloed uitoefende op de kwa-
liteit van den meikveestapel en daardoor ook op de
productiekosten der melk. De toch al geringe omvang,
die de pogingen tot verbetering van de kwaliteit van
den melkveestapel thans nog hebben, wordt door de
teeltregeling bovendien nog beperkt.
Volledigheidshalve zij opgemerkt, dat hier welis-
waar tegenover staat een grootere selectiemogelijk-
heid bij het kiezen van de aan te houden kalveren,
(waarop van Regeeringswege de nadruk is gelegd), doch
het spreekt wel vanzelf, dat èn selectie t.a.v. de kal-
vere.n èn de normale selectie t.a.v. de volwassen melk-
koeien tezamen een veel grooter effect hebben dan
wanneer de laatste en belangrijkste mogelijkheid voor
een groot deel niet meer wordt toegepast.

Een oplossing.

Er dient derhalve naar middelen te worden ge-
zocht, die dit bezwaar dat aan de kalverteeltregeling
verbonden is, zouden kunnen ondervangen. Op den
duur is het onhoudbaar maatregelen te nemen, die het verlagen der productiekosten der melk remmen.
Er moet een oplossing worden gevonden, die ver-

984

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

laging der productiekosten door grootere selectie en

verbetering van den meikveestapel combineert met

het iii de hand houden van den omvang van melk-
en vleeschproductie.

Wij zullen trachten aan te geven, in welke richting
men daartoe zou kunnen gaan.

In de eerste plaats zou men moeten zien te geraken
tot een uitgebreide contrôle van de melkproductievan

onze melkkoeien. Dit zou b.v. kunnen geschiedeudoor

verplichte aansluiting der melkveehouders bij reeds
bestaande en nog op te richten controlevereenigingen.
Een zooclanige maatregel zou vooral effect kunnen

sorteeren indien hierbij de eisch werd gesteld, dat
niet aan bepaalde voorwaarden voldoende melkkoeien zouden moeten verdwijnen. Op deze wijze zou de ge-

middelde kwaliteit van den melkveestapel kunnen

worden opgevoerd en een tegengestelde richting kun-
nen worden ingeslagen, dan waarin het de laatste
jaren is gegaan. Opvoering van de kwaliteit van den

melkveestapel, waarbij dan vooral rekening wordt ge-
houden met de verhouding tusschen voederverbruik

en melk(vet)opbrengst kan zoodoende voeren tot ver-
laging der productiekosten.

Noodzakelijkerwijze zou een zoodanige maatregel
echter moeten worden aangevuld met een gro6tere
mogelijkheid tot vervanging van de uitgeschakelde

dieren, dan thans het geval is, wat derhalve neer zou
komen op verruiming der kalvertoewijzingen. Ook bij

deze kalvertoewijziugen zou men dan niet in de eerste
plaats moeten letten op het
aantal
aan te houden kal-
veren, doch, voorzoover dit mogelijk is, op de
kwa-
liteit.

Door meer of minder strenge toepassing hiervan
kan men op deze wijze zoowel op het aantal koeien
als op het aantal kalveren indirect invloed uitoefenen.
Men heeft dan dit voordeel, dat deze maatregelen in
tegenstelling met de thans toegepaste, naarmate zij
scherper worden doorgevoerd, tevens een gunstiger
invloed op de kwaliteit van den meikveestapel zouden

uitoefenen. Tevens heeft men dit
belangrijke
voor-
deel, dat de veehouder geprikkeld zal worden de
uiterste zorg te schenken aan de kwaliteit van zijn
koeien, daarbij voorgelicht door de van de veehouders

zelf uitgaande en onder toezicht der Regeering staan-
de contrôlevereenigingen, die als plaatsejijke vereeni-
gingen in nauw contact met den veehouder kunnen

staan. Een dergelijke maatregel zou heel goed kun-
zien passen in het systeem van overdracht van dé uit-
voering der landbouwcrisismaatregelen aan belang-
hebbenden.

Invloed op de melkprodvctie.

Wat zou echter de invloed zijn op den omvang van
melk- en vleeschproductie?
Ten aanzien van den omvang der
melkprod’u.ctie
kan worden opgemerkt, dat deze in de eerste plaats
afhankelijk is van het
aantal melkkoeien.
Zooals men
weet heeft de kalverteeltregeling niet tot een beper-king van het aantal melkkoeien kunnen leiden, hoe-
wel het zeker wel de bedoeling is geweest. Bij de
bovengenoemde methode zou het aantal melkkoeien
door contrôle op de hoedanigheid ook binnen beperkte
grenzen kunnen worden gehouden, en wel zoodanig.
dat daardoor tevens de kwaliteit van den melkvee-
stapel gunstig kan worden beïnvloed.

Wat den omvang der melkproductie betreft, zou
men zeker minstens denzelfden invloed kunnen uit-
oefenen als tot nog toe door de kalverteeltregeling
practisch mogelijk bleek, gesteld althans dat het nood-zakelijk zou zijn de melkproductie inderdaad te beper-
ken. Immers, de vraag of de melkproductie al of niet
te groot is, hangt ten nauwste samen met de hoogte, waarop de productiekosten der melk liggen. Bij een
op den duur mogelijke belangrijke verlaging der pro-
ductiekosten beteekent dit tevens, dat de melkpro-
ductie als geheel voor ons land rendabeler is dan zon-
der deze verlaging het geval is. Desgewenscht (zooals
b.v
bij
beperking van den boteriinvoer in Engeland

het geval zou kunnen zijn), kan men op deze wijze

zeker even grooten invloed op de melkproductie uit-

oefenen als tot nu toe mogelijk bleek.. Vooral ook
hierom, omdat de veehouder, hoewel allicht in den

aanvang huiverig, op dan duur zal inzien, dat een op
ho
oger
peil brengen van den veestapel direct in zijn belang is, zoodat op grond hiervan meer op de zoo

belangrijke medewerking van den veehouder zelf zal

kunnen worden gerekend, dan bij de, een goede be-drijfsuitoefening helettende, kalverteeltregeling het
geva.l is. Op het vraagstuk van den omvang der melk-

productie hopen wij trouwens nog terug te komen in
een volgend artikel.

De vleeschmarkt.

Wat den omvang der
vleescliproductie
betreft, moet
in de eerste plaats worden opgemerkt, dat voor den
rundveestapel de melkproductie hoofdzaak is en de
vleeschproductie een – zij het ook een belangrijke

– nevenzaak. Daaruit volg-t, dat men nimmer – zoo-
als in de laatste jaren in zekere mate het geval ge-

weest is – de belangen van de melkproductie mag op-offeren aan die van de vleeschproductie.

In de tweede plaats zou de vraag kunnen worden

gesteld, of het nu wel dwingend noodzakelijk is, de
vleeschproductie in ons land te beperken tot iets
minder dan het hinnenlandsch verbruik. Dit autar-

kisch streven moge een zekere automatische prijsrege-
liiig mogelijk maken, nader ware nog te onderzoeken,

of niet een gedeelte der vleeschproductie zou kun
nen worden uitgevoerd door ook hier een systeem in
te voeren als bijv. ten aanzien van boter wordt toege-

past. Men zou dan de binnenlandsche prijzen onge-
veer op het bestaande niveau kunnen handhaven. Po-

gingen in deze richting liggen wel eenigszins in de

lijn van de aangekondigde maatregelen van de Regee-
ring op het gebied van den uitvoer.

Indien op deze wijze afzetgebied zou kuinnen wor-
den gevonden, dan ware eindelijk de vicieuse cirkel

van productiebeperking, prijsverhooging, daling van
het verbruik, prijsverlaging en nieuwe productiebe-

perking doorbroken, en zouden wij tevens niet meer
overgaan tot het invoeren van een product, dat wij
zelf in overvloedige mate kunnen produceeren.

Maar ook indien deze mogelijkheid niet aanwezig
mocht zijn, dan toch is het door ons uiteengezette sys-
teem niet zoo bedenkelijk voor de vleeschmarkt, als
het op het eerste gezicht misschien schijnt te zijn.
Immers ook het thans toegepaste systeem van de
kalverteeltregeling brengt ten aanzien van de vleesch-
positie niet het gewenschte resultaat. De voortduren-
de daling der sterftepercentages en de daardoor be-perkte productie van rundvieesch leidt op den duur
tot een tegengestelde beweging. Eens moeten alle

nu aangehouden koeien verdwijnen en indien deze
verdwijning tijdelijk wordt opgeschort, dan ontstaat
daardoor een cumulatie van koeien, die reeds lang
naar de slachtbank hadden moeten gaan, omdat zij in
het -rnellcproductie-apparaat •niet meer thuis hooren.

Op den duur leidt deze ontwikkeling tot een groot
aanbod van slachtkoeien. Vergissen wij ons niet, dan
is – gestimuleerd door de mond- en klauwzeerepide-
mie – dit verschijnsel thans reeds te constateeren.
Zooals men weet is dle Regeering overgegaan tot het
uit de nia.rkt nemen van koeien, om daardoor de
vleeschprijzen te stimuleeren.
Ook bij het in het voorgaande besproken systeem is beperking van de rundvleeschproductie – zo noo-
dig – mogelijk. Het is nl. zoo, dat het aantal te
slachten koeien, op dan duur parallel loopt – on-
danks mogelijke tijdelijk tegengestelde bewegingen –
met het aantal aanwezige melkkoeien. Wanneer men
nu deze aanwezige melkkoeien schift in, aan normale
productievoorwaarden voldoende dieren, en dieren,
die hieraan niet voldoen, en de laatste éénmaal uit de

markt neemt, dan wordt hierdoor het aantal melk-
koeien rechtstreeks beperkt, daardoor het aantal ge-
boorten, en hierdoor opnieuw het aantal melkkoeien.

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

985

Ook op deze wijze is derhalve beperking van de rund-
v1eeschpro1uctie mogelijk. Helpt dit niet voldoeude
dan kan men ook in dit systeem desnoods overgaan

tot kalverbeperking, hierbij rekening houdende met
kwaliteitseischen., waarbij cle toewijzing ook met liet

oog op de vleeschmarkt ruimer kon geschieden met

behoud van hetzelfde resultaat.

* *
*

Het groote verschil niet het tot nu toe gevolgde
systeem is dan echter dit, dat
primair
wordt d,e door

verbetering van den meikveestapel te bereiken ver-
laging der productiekosten en dat de daaraan even-
tueel, indien noodzakelijk, gekoppelde
secundaire
re-

geling van den omvang der productie, deze primaire
maatregelen niet tegenwerkt, doch veeleer versterkt.

Tenslotte moge nog worden opgemerkt, dat door verlaging der productiekosten ook de afzet gunstig
kan worden beïnvloed, zoodat door saneering van den
veestapel de in dat verband secundaire maatregelen
t.a.v. den omvang der productie gedeeltelijk kunnen
worden verlicht. Op deze wijze wordt clan – in tegen-
stelling met thans – in de eerste plaats het mogelijke
gedaan tot het wezenlijk verbeteren van het productie-

apparaat en in samenhang daarmee tot stimuleering
van den afzet.

Eerst daarna zal moeten worden overgegaan tot het
bestrijden van de moeilijkheden, die mogelijk dan nog tengevolge van de economische verhoudingen kunnen
optreden. Deze bestrijding
zal dan lcnnnen geschieden
door regeling van de grootte van mellc- en vleesch-
productie, op welk laatste vraagstuk wij nog hopen
terug te komen.
J. BUTER.

EENIGE GROOTE OBJECTEN.

In toenemende mate – zie mede het rapport-West-
hoff – wordt de aandacht van de Overheid geves-

tigd op het aanvatten van werkobjeeten, die, als ze
gereed zijn, leiden tot verhooging van de productivi-
teit van den bodem.
1-let lijkt goed, iets van enkele groote werken te
vertellen. Meer dan mooie redevoeringen demonstree-
ren ze, wat er werkelijk gebeuren gaat.

Droogmaking Noorder Buur Ische polder

Door de Stichting ,,Landverbetering Zuid-Holland”
is onlangs de medewerking van het Departement van
Sociale Zaken gevraagd voor den aankoop en droog-
making van een complex gronden in den Noorder
Buurtschen polder, gemeente Zevenhuizen. De totale
kosten van drooglegging worden, met inbegrip van
de aankoopsoni, geschat op
f
1.327.000. Met aan zeker-
heid grenzende waarschijnlijkheid mag menschelijker-
wijze worden verwacht, dat de gronden na de bewer-
king een waarde zullen hebben van
f 1800
per ha,
d.i. voor het geheele complex ad 225 ha een waarde
van
f
405.000. Bij de uitvoering van de drooglegging
in werkverschaffing, waarbij de arbeidsloonen, uit te keeren aan de to werk te stellen arbeiders, als subsi-clie in de uitgaven hiervoor worden verstrekt, bedra-
gen de kosten, na aftrek van deze bonen
f
2560 per
ha. Per ha blijft dus een tekort van
f
760 of in totaal
voor het geheele complex een tekort van
f
171.000.
Dit bedrag wordt door Rijk en provincie ieder voor
cle helft gedragen. –

Dat de Minister van Sociale Zaken en Gedeputeer-
de Staten ondanks het genoemde tekort toch aanlei-
ding hebben kunnen vinden, hier medewerking te ver-
leenen, is in de eerste plaats gelegen in het feit, dat
het werk in hooge mate wat men noemt ,,arbeidsin-
tensief” is. In liet totale bedrag van
f
1.327.000 zit
ni. een uitgave van
f
750.000 aan arbeidsloonen voor
tewerk te stellen arbeiders, zoodat hier 500 man, ge-
durende 2 jaar werk zullen vinden, hetgeen in ver-
band met het groote gebrek aan werkverscha,ffings-
objecten en de omvangrijke werkloosheid in deze

streek – ook uit Rotterdam zullen arbeiders ge-
plaatst worden – van zeer veel belang is. Bovendien
wordt door de uitvoering van dit werk ccii bedrag
van zeker
f
450.000, hetwelk anders aan steun zou
moeten worden uitgekeerd, bespaard. De z.g. bijko-
mende kosten bedragen
f
200.000. In dat bedrag is,
naast de kosten voor materialen e.d., ook nog een be-
drag aan arbeidsloonen voor geschoolde arbeiders be-
grepen, terwijl in de vervaardiging van de benoodigde

materialen eveneens nog heel wat loon zit. Uit een
en ander blijkt dus wel, dat cle verhouding tusschen
bonen en andere kosten
bij
dit werk bij uitstek gun-
stig is te noemen.

In de tweede plaats was de Minister van Sociaie
Zaken bereid, zijn medewerking te verleenen., omdat

na de totstandkoming van het object een belangrijke
blijvende werkgelegenheid ontstaat. Deze mag zeker
worden gesteld, uitgedrukt in loon, op
f 100
per ha
per jaar of voor het geheele complex ter grootte van
225 ha op
f
22.500 per jaar.

Door de uitvoering van het bedoelde werk wordt,
zooals hierboven is gezegd, een bedrag aan steun be-
spaard van
f
450.000, terwijl men een nieuw complex
grond terugkrijgt ter waarde van
f
405.000. De uit-
eindelijke extra-kosten bedragen dus
f
1.327.000-
f
450.000—f 405.000 =
f
472.000. Tegen de uitgave
van dit bedrag weegt echter de te verkrijgen blijvende
werkgelegenheid ruimschoots op.

Uit het vorenstaande mag wel deze conclusie wor-
den getrokken, dat de uitvoering van dit object, waar-
mede ook de Staten van Zuid-Holland instemden, niet
alleen uit een oogpunt van directe werkverruiming,
maar ook voor de blijvende werkgelegenheid, volko-
men te verdedigen is.

Bebossching duingebied Voorne en. Putten.

Aan de Staten van Zuid-Holland is verder voor-
gesteld, medewerking te verleenen voor bebossching
van een duingebied op ‘het eiland Voorne en Putten.
De stichting ,,Administratiefonds Rotterdam” is door
aankoop eigenaresse geworden van twee groote
duincomplexen op dit eiland onder de gemeenten
Oostvoorne en Rockanje, ter gezamenlijke opper-
vlakte van rond 400 ha. Zij heeft het beheer en
de exploitatie dezer gronden opgedragen aan haar
dochterstichting ,,Bevordering van Volkskracht”, te
Rotterdam, welke zich ‘de bevordering van de geeste-lijke en lichamelijke ontwikkeling van de Rotterdam-
sche bevolking ten doel stelt. Een deel van deze ter-
reinen, ter grootte van pl.m. 150 ha, komt voor be-
bossching in aanmerking, terwijl op het overige ge-
deelte hier en daar een aanvullende beplanting kan
worden aangebracht, welke een oppervlakte van pl.m.
50 ha zal kun,nen beslaan. In totaal zal de bebossching
zich dus kunnen uitstrekken over rond 200 ha.
De kosten der bebossching worden globaal geraamd
op
f
1000 per ha, hetgeen ‘dus voor de geheele te
bebosschen oppervlakte zou neerkomen op een bedrag
van
f
200.000. Van dit bedrag wordt 65 tot 70 pOt.
gevormd door arbeidsloon en 35 tot 30 pOt. door z.g.
bijkomende kosten. De Minister van Sociale Zaken
heeft goedgevonden, dat deze bebossching in werk-
verschaffing wordt uitgevoerd. Bepaald is, dat de
werkverschaffi’ngsloonen tot een percentage van 100
ten laste van het Werkloosheidssubsidiefouds en de
betrokken gemeente(n) zullen worden genomen. De stichting ,,Bevordering van Volkskracht”, te Rotter-
dam, heeft reeds op zich genomen, voor de helft van
de bijkomende kosten, welke
f
70.000 zijn, zorg te dra-
gen. Voorts heeft de stichting zich bereid verklaard,
de beboschte terreinen t.z.t. voor het publiek open te
stellen.

Wat dit plan, naast zijn beteekenis voor de directe
verruiming der werkgelegenheid, bijzonder aantrekke-

lijk maakt, is de bestemming van het te bebosschen
terrein tot recreatie-oord voor de bevolking van een
groote stad als Rotterdam, die met natuurschoon en
recreatie-gelegenheden niet rijk bedeeld is. In de om-

986

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

standigheid, dat de stichting ,,Bevordering van Volks-

kracht”, te Rotterdam, de zorg voor het te bebosschen

terrein op zich wil nemen, is op zichzelf reeds een
waarborg gelegen, dat de uitvoering van dit werk
voor breede lagen der bevolking blijvende waarde zal
hebben.

Gedeputeerde Staten stellen nu voor, dat de pro-
vincie ook
f
35.000 draagt. Ook dit voorstel is aan-
vaard.

Lci,ndaanwinningsw er7 en Gronin.g er Wad den.

Enkele jaren geleden werden reeds stappen gedaan,
om te komen tot cle uitvoering van omvangrijke land-

aanwinningswerken in werkverschaffing op de Gro-
ninger Wadden. In de Memorie van Antwoord op het

Voorloopig Verslag der Rijksbegrooting dienstjaar

1935, Hoofdstuk X A, deelde de toenmalige Minister

van Sociale Zaken mede, dat voorstellen inzake in-

poldering van gronden in ‘de provincie Groningen hij hem een gunstig onthaal zouden vinden.

Toen dan ook in den aanvang van 1935 de Minister
van Financiën den Minister van Sociale Zaken ver-

zocht, zijn medewerking te verleenen tot de uitvoering

van het eerste gedeelte van het plan voor landaan-
winning in Groningen in den vorm van subsidie uit
het Werkloosheidssubsidiefonds in de arbeidsloonen

der tewerk te stellen arbeiders, terwijl tevens aan
het Werkfonds werd gevraagd de bijkomende kosten

te financieren, verklaarden de toenmalige Minister

van Sociale Zaken en het Werkfonds zich bereid, deze
medewerking te verleenen. De totale kosten van het
eerste gedeelte van dit plan werden geraamd op
f
1.000.000, waaronder
f
500.000 aan arbeidsloon.
Door de Afdeeling Domeinen van het Departement

van Financiën werd een ingenieur aangesteld, die
speciaal met de leiding van de werkzaamheden werd
belast.

Alvorens met de werkzaamheden kon’ worden aan-

gevangen, waren tal van moeilijkheden te overwin-nen in verband met het antwoord op de vraag, welk
gedèelte van de gronden aan den Staat toekomt door
de uitvoering van de werken en welke gedeelten als
aanwas aan den eigenaar door z.g. rnatrekking. Door het sluiten van een dading met ‘de verschillende aan-

grenzende eigenaren zijn deze moeilijkheden opgelost
(de z.g. delimea’itatiecontracten).

Als de methode voor landaantiwinning werd gebruik
gemaakt van het z.g. Sleeswijk-Holsteinsche systeem.
Hierbij wordt het vanouds toegepaste greppelsysteem
uitgebreid met een stelsel van dammen, welke op
regelmatige afstanden loodrecht op en evenwijdig
aan de kust worden aangelegd, waardoor dus vakken
gevormd worden, en eventueel loodrecht op de kust
uit te bouwen leidammen tot beperking van de stroo-
ming langs de kust.
Het eerste gedeelte van de werkzaamheden, hetwelk
bestond uit begreppelingswerk en het maken van
dammen voor de hezinkingsvelden, ter grootte van
3140 ha, is thans bijna beëindigd.
De Minister van Financiën heeft daarop aan zijn
Ambtgenoot van Sociale Zaken een voorstel gedaan
tot voortzetting van de werkzaamheden gedurende de
jaren 1939 tot en met 1941 op meer uitgebreide schaal
dan tot dusverre ht geval was. De kosten van dit
werkplan werden geraamd op
f
3.000.000 aan arbeids-
bonen en
f
3.000.000 aan bijkomende kosten. Laatst-genoemde Minister verklaarde zich bereid, ook ditmaal
een subsidie van 100 pOt. uit het Werkloosheidssub-
sidiefonds in de bonen te verstrekken,
terwijl
hij
medewerkte, dat een regeling werd getroffen’, waar-
door de bijkomende kosten door het Werkfonds zullen
worden gefinancierd. Van de arheidsloonen wordt,
overeenkomstig de regelen van het Werkboosheids-
subsidiefonds, een gedeelte op de gemeenten verhaald,
uit welke arbeiders bij dit werk geplaatst zullen
wordeu.
De ervaringen, opgedaan bij de uitvoering van het

eerste gedeelte, toonden aan, dat de daarbij gevolgde

methode het nadeel bleek te hebben, dat op de verst
van zee gelegen gedeelten geen slibafzetting meer

plaats had, ‘doch dat hierop slechts zand achterbleef,
zoodat thans breedere strooken in bewerking zuilen
worden genomen. De hierdoor noodige uitbreiding van het werk heeft tot gevolg, dat een grooter aan-

tal arbeiders tewerk kan worden gesteld. Nu was in
de delimentatiecontracten een bepaling opgenomen,
dat de arbeiders afkomstig dienden te zijn uit de

kustgemeenten, terwijl geen barakken en keeten op

de in bewerking zijnde gronden mochten worden ge-

plaatst. Aangezien bij de uitvoering van het eerste
deel reeds bleek, dat in de kustgemeenten niet vol-

doende arbeiders voor het werk aanwezig waren,
bleek het niet goed mogelijk, deze bepaling na te
leven. 1-let is echter gelukt, met verschillende eige-
nareni op dit punt tot wijziging van de contracten te
komen, zoodat het thans mogelijk is, arbeiders uit de

geheele provincie Groningen hij de onderhavige werk-

zaamheden te plaatsen, welke arbeiders, voorzooverre
niet uit de streek afkomstig, in paviljoens zullen
worden ondergebracht. Zooals hiervoor reeds is ge-
zegd, omvat het werkplan een tijdsduur van 3 jaren.

In het eerste jaar zullen de werkzaamheden bestaan
in het tweemaal greppelen van bestaande vakken (1365 ha), het aanleggen van 135 km dam en het
verzwaren van bestaande dammen. In totaal zuilen
hier 270.000 mandagen werk zijn. In het tweede jaar
zullen de bestaande vakken (1365 ha) en de vakken
van 1939 (1690 ha) tweemaal worden gegreppeld, ter-

wijl 1334 ha nieuwe vakken éénmaal zullen worden
gegreppeld, en 77.3 km dam wordt aangelegd. In
dit jaar is er voor 302.500 mandagen werk. In het

derde jaar worden de bestaande vakken ad 1365 ha
éénmaal gegreppeld, de vakken van 1939 en 1940
(1690 en 1334 ha) tweemaal, terwijl nog 382 ha
nieuwe vakken eenmaal worden gegreppeld, en 51 kin

dam zal worden aangelegd. Dit beteekent 330.000
mandagen werk. De recapitulatie voor deze 3-jarige
periode geeft de volgende cijfers:

Getaxeerde bed rij fsoppervlakte

Jaar

binnen de dammen
midden
1938
………………….
1365 ha
einde

1939
…………………..
3055 1940
………………….
4389
1941
………………….
4771

in totaal zullen aan deze bezinkvelden 270.000 +
302.500 + 330.000 = 902.500 ,,mandagen” kunnen
worden gewerkt. Bovendien zullen buiten de zgn. be-

zinkvelden – terrein waar het slib achterbljft –
nog verschillende werkzaamheden worden verricht,
waaraan 103.400 mandagen kunnen worden gewerkt,
zoodat in totaal 1.005.900 mandagen aan het plan
1,939 tot en met 1941 worden verwerkt. In totaal
krijgt men de beschikking over een bedrijfsopper-
vlakte van 4771 ha binnen de dammen en 2140 ha
buiten de dammen, of tezamen over 6911 ha.

In 1939 zullen gemiddeld 1250 man, in 1940 1375
man en in 1941 1550 man vorden tewerkgesteld.

Behalve dat de uitvoering van het onderhavige
plan uit een oogpunt van directe werkgelegenheid
zeer belangrijk is, bevat dit plan ook een belangrijke
bijdrage aan blijvende werkverruiming. Alleen voor
de exploitatie van de gronden, welke in 1941 gereed
zullen komen, zijn permanent 450-700 arbeiders
noodig. Deze oppervlakte kan na eventueele inpol
dering een bevolking opnemen van pim. 7000 zielen.
Per
ingedijkte
ha zal hier waarschijnlijk evenals iu
de noordelijke bouwstreek per jaar een bedrag van
pl.m.
f
105 kunnen worden verbond.
MEYER DE VRIES.

28Deeember 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

987

METEN EN TAXEREN.

Met grotc liefde voor zijn vak, ja bijna met enthou-
siasme schreef Prof. Dr. E. Wagernann, Directeur
van het ,,Jistitut für Konjunkturforschung” in Ber-

lijn zijn jongste pennevrucht ‘). liet is waarlijk geen

eenvoucligo opgaaf om gebied, werkwijze en draag-

wijdte der statistische methode op zodanige wijze uit-
een te zetten, dat een boek ontstaat, geschikt om den.
ontwikkelden leek een goed inzicht in deze materie

te verschaffen. Professor Wagema.nn is naar het voor-
komt daarin op voortreffelijke wijze geslaagd; zijn uit-

cenzettingeri wist
hij
in een zo onderhoudende vorm

te gieten, dat ook de niet-vakman, deze – veelal als
,,droog” beschouwde – stof met genoegen kan savou-

rezen.. Of echter de wens van den schrijven in vervul-
ling zal gaan, ook ,,de getrouwde (niet deskandige)

vrouw” onder zijn lezers aan te treffen (blz. 59),
waag ik te betwijfelen.

liet streven, overigens ook in andere takken van
vetanschap op te merken, om een bepaald gebied van

kenin:is op voor leken begrijpelijke wijze voor te dra-
gen, verdient alle waardering, vooral waar de schiij-

ver hier een exposé gegeven heeft, waarin ook d

,,vakman” menige interessante beschouwing zal aan-
treffen. De grote verdienst van het boekje – ruim 200 blad-

zijden – is het inzicht, dat hot geeft in de waarde
van statistische sch att:ingsmethod en. Verschillende
vraagstukken op economisch terrein laten zich zeer
wel met behulp van statistische schattingen op be-
vred:igendo wijze oplossen, hoe onwaarschijnlijk het
vaak lijkt, dat het mogelijk zou zijn op bepaalde vra-
gen een enigszins betrouwbaar antwoord te geven.
Wagemaun geeft verschillende, en zeer sprekende
voorbeelden, en alleszins duidelijk maakt hij, dat

er problemen zich voordoen, waaromtrent het ondoen-
lijk is exacte gegevens to verkrijgen, maar waarvan

schatting uitvoerbaar is met een mate van. nauw’keu-
righeicl, die
voor het gestelde doel beantwoordt
aan te
stellen eisen. Zijn vergelijking met de noodzaak tot schatten in plaats vai meten op jacht is duidelijk en
:instructief.

Zeer juist is schrijvers uiteenzetting ten aanzien
van de noodzaak de gevonden uitkomsten van schat-
tingen door deductieve redenering te toetsen aan het
eigen gedachtenbeeld van het onderzochte terrein.
,,Eiu viel tiefer schürfendes Mittel der Nachprüfung
ist die Einpassung der statistisehen Ergebnisse in Un-
sere Gedankenwelt. Denn wir sind im Grunde weit

mehr von dm überzeugt, w’as wir denken, als von
dom was wir sehen” ). ,,Wij statistici”, aldus een be-
kend Nederlands statisticus in een door hem gehou-
den voordracht ,,kunnen tenslotte, evenmin als een
goochelaar, uit onze hoge hoed iets halen wat wij er
niet eerst hebben ingestopt.”
Toch geeft een enkel pun.t van Wagernann’s betoog
wel aanleiding tot eritiek.

De toename van de Duitsche openbare schuld.
Op hlz. 143 e.v. geeft de schrijver antwoord op de
hierboven weergegeven vraag. hij doet dit door i.n een
tab0l naast elkaar te stellen de investeringen voor
nieubouv en vervanging in de jaren 1.033 tot en
met 1935 en’ de gebaseerde normale afwijkingen, en
komt dan tot de volgende cijfers:

investeringeti Geschatte afschrijvingen
(in
in
illiardeti Rijk’smark)

1933
………..
5.1

5.0

1934
………..
8.2

6.2

1935
………..
11.6

6.3

Totalen …
24.9

17.5

Na nu te hebben geconstateerd, dat het bedrijfs-
leven in d.ie jaren nog niet zodanige prijzen kon ma-
kei, dat cle geschatte afschrijvingen verdiend zullen
‘) Die
Zahi
als Detektiv; Hanseatische Verlagsanstait,
i[amburg.
3)
B1’z. 138.

zijn en na op dien grond de afschijvingen tot 15 mii-

hard te hebben verlaagd, concludeert de schrijver, dat
dus
hoogstens 10
milliard Rijksmark in die drie jaren
aan de openbare schuld
kan
zijn toegevoegd. Deze

conclusie komt mij voor wel wat ras te zijn getrok-

ken; en niet te kunnen worden gedragen door de ge-
gegevens, waarop zij steunt.

Voor wat het aandeel van het bedrijfsleven in de
openbare schuld betreft is de stelling, dat nooit meer

schuld lda:n zijn ontstaan dan het bedrag, waarmede
de investeringen de gecorrigeerde geschatte afschrij-
vingen overtreffen, niet houdbaar. In de eerste plaats
daarom niet, omdat de bewering dat ,,elke producent
natuurlijk de slijtage van zijn productie-apparaat in
zijn
prijs
mnoot incalculeren” nog allerminst tot de

conclusie moet leiden, (lat het bedrag dier slijtage
(= de afschijving?) – ook in de opbrengst is ont-

vangen resp, dat die ondernemers, waarvoor dat niet
doenlijk is op korten termijn hun deelnemen aan de

vervangings-investeringen zuilen opgeven. En. iii de

tweede plaats niet ondat in dit gedachtenbeeld ,,het

bedrijfsleven” te veel gedacht is als één tamelijk on-
veranidierljk geheel, wat juist in de behandelde jaren

voor Duitschlan.d toen het ,,comme.reieele” productie-
apparaat voor een niet onbelangrijk deel vervangen werd door het ,,militaire” productie-apparaat i) niet

juist kan zijn. Dat zal tot gevolg hebben, dat een

veel groter deeli der investeringen in die jaren
,,nieuw” is geweest – zonder tegenover afschrijvingen
te kunnen staan dus – dan de simpele aftrek-som:
,,totaal investeringen minus geschatte, gecorrigeerde,
normaal afschrijvingen” kan tonen.

Ook voor het bepalen van de maximale toenhme der
overheidsschulden is de stylering: ,,investeringen mi-nus geschatte normale afschrijvingen” niet bruikbaar.
Immers afgezien van de vraag of tegenover de – naar
ik eenvoudigheidshalve aanneem – getroffen nor-
male
afschrijvingen
ook schuldaflossingen of ver-
vangingsinivesteringen staan – in de berekende
nor-
male investeringen is de vervangingsnoodzaak veel
continuer gedacht, dan zij in werkelijkheid optreedt
– wordt de overheidsschuid evenzeer beïnvloed door
tekorten op den gewonen dienst, outstaande op andere
wijze dan door investeringsdaden, waar geen afschrij-
ving tegenover staat.
Men versta mij goed; het gaat er op het oogenhhik
niet om liet gevonden
cijfer
van 10 milhiard mark als
bovenste grens aan te vechten, mijn dloel is slechts te

doen uitkomen, dat de eenvoud, die dit voorbeeld
kenmerkt niet in overeenstemming is met de werke-
lijke moeilijkheden, waarvoor men komt te staan, als
men een dergelijke schattingsopdracht krijgt te vol-
voeren.
Ceteris pan bus.

In het laatste hoofstuk behandelt Tagemann
; (ie
wetenschappelijke schatti ngsmethoden door vanu:i t het
algemene beeld te concluderen met betrekking tot het
bijzondere (representatie, ,,inklusion”) en de omge-
keerde bewerkingen, waarbij uit waarnemingen in re-
presentatieve delen van een universum, dan. wel bij
verwante of gelijk reagerende universa, wordt gecon-
cludeerd door substitueren of generaliseren tav. een
groter en ander geheel, liet ware deze zeer interes-
sante en klare uiteenzettingen naar het voorkomt ten
gede gekomen indien daarbij met meer nadruk de
aandacht gevsetigd was op het daarbij steeds invoeren
van een ,,eeteris paribus”. De waarnemingen, waarop
men zich hij zo’n werkw’ijze baseert zijn altijd die van

het – soms nabije – verleden’; de relatie tussehen
het optreden van het geheel en de delen of tusschen
twee universa, is altijd in het verleden geconstatéerd,
zodra men dus met deze gegevens tot prognose over-
gaat
moet
men het ,,ail other things being equal”,

3) Zie
id dit verband: Omvang en grensen van cle Staats-
financiering ‘in Duitscihiand; Economisch-Statistisch Maand-
bericht van
31
Mei
1938, bis. 94.

988

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

het adagiurn van Marshall’s Principles in toepassing

brengen.
En aus men nu ziet met hoe pijnlijke nauwkeurig-

heid Alfred Marshall in zijn toch zeker iet voor

leken geschreven handboek, telkens weer mèt nadruk
naar voren brengt, dat hij zijn gedachten uitwerkt

onder

cle boven bedoelde vereenvoudigende veronder-

stelling, dan zou het boek van Proessor Wagernann
aan bruikbaarheici veel gewonnen hebben als hij –

speciaal in de laatste twee hoofdstukken – met klem

zijn lekenlezers had voorgehouden: ,,denk er om, door
zo te werken., introduceer ik stilzwijgend de veron-
derstelling, dat geen andere relaties de waargenomen

betrekking, door hun
civantitatief
zich veranderen,
verstoren.”

1-Jet boveabedoelde gemis doet zich mi. speciaal
sterk gevoelen bij de beantwoording van de vraag :

,,tot welk punt kan de werkloosheid stijgen”
4)
De

kern van dit betoog is dat de werkloosheid een maxi-
mum heeft in het, aantal personen, dat werkzaam is

bij den uitbouw van het productie-apparaat. M.a.w.,

dat het aantal personen, dat hij “de consumptieve he-
hoeftebevrediging arbeid vindt op korten termijn con-

stant is. Hier introducert de schrijver, zonder het te
zeggen, het zichzelf gelijkbljven van de consumptie-

gewoonten en der cousumptiekwantiteit; een veron-
derstelling, die op deze plaats naar het voorkomt toch
twijfel aan haar juistheid moet wekken5 omdat het
aannemelijk is, dat het wegvallen van koopkracht

door het werkloos worden van 6 miljoen arbeiders,

de consumptie-in-haar-geheel en daarmede de arbeids-
gelegenheid bij de consumptieve behoeftebevrediging

moet beïnvloeden.

Het is tenslotte te betreuren, dat de schrijver op
verschillende plaatsen het nuttig heeft geacht – ook
zonder dat het betoog daartoe noodzaakte – een uit-

val te doen tegen cle dom}ieid en kortzichtigheid van
de niet-nationaal-socialistische georganiseerde staten
en de ,,liberalistische Wirtschaftsmensch”. Deze, van
weinig verdraagzaamheid getuigende passages, zij mo-

gen door bepaalde mensen gaarne gelezen worden,
horen in een wetenschappelijk betoog niet thuis; zij
ontsieren dit overigens zo verdienstelijke werk.
M. C.

4)
Bz. 171 e.v.

DE RIJKSMIDDELEN OVER NOVEMBER.

• Algemeen beeld.

Het veHoop der Rijksmiddelen valt dit jaar tot
dusver mee. Ook November geeft geen reden tot
klagen. Weliswaar werd hij de niet-directe heffingen

cle opbrengst van de gelijknamige mitand van het
vorige jaar niet bereikt; tegenover
,
een ontvangst van

f
38.310.400 in November 1937, staat ditmaal een op-brengst van
f
36.813.800. Aan den anderen kant moet
worden overwogen, dat de teruggang vrijwel geheel zit in een lagere opbrengst van de successierechten,
die in November 1937 abnormaal hoog waren. Op zich-
zelf beschouwd is de ontvangst aan successierechten
ditmaal volstrekt niet laag. Bedenkt men bovendien,
.dat de dividend- en tantièmebelasting, waarop nim-
nier peil te trekken valt, ditmaal met ruim 9 ton
terugliep, dan blijkt wel, dat het niveau, waarop de
Rijksmiddelen zich bewogen, niet beneden ‘dat van
denzeifden tijd van het vorige jaar uitgaat. De ge-
middelde maaudraming werd trouwens met
f
1.045.000
overschreden. Is het totale opbrengstcijfer derhalve
niet onbevredigend, daarbij moet, wat de afzonder-
lijke niiddelen betreft, worden aangeteekend, dat het
rneereiideel zich ditmaal in dalende lijn bewoog. Een
uitzondering hierop maakten de invoerrechten, de
zout-, de gedistilleerd- en de bieraccijns, debelasting op gouden en zilveren werken en de omzetbelasting.
Wat de raming aangaat, staat het er iets beter voor;

9 van de 17 middelen brachten meer op dan het ge-

middelde ramingscijfer.

De totale opbrengst over de eerste elf maanden van

het jaar bedraagt
f
403.510.900 tegen
f
399.230.700
over hetzelfde tijdvak van 1937 en bij een evenredige
raming van
f
393.456.250. Er kwam tot dusver der-
halve ruim
f 10
millioen meer binnen dan waarop

was gerekend. Op een vijftal na droegen alle mid-
delen tot den voor-uitgang hij; alleen het statistiek-

recht, de couponhelasting, de zegelrechten, •de regis-

tratierechten en de loodsgelden brachten in het tijd-
vak Janua.ri t/m November minder op dan in de-

zelfde periode van het vorige jaar. Belangrijk is hier-

bij de daling van de zegelrechte:n, welke niet minder
dan
f
10.894.800 bedraagt.

Dividend- en fa.ntiémebelasting.

Als eerste der
afzonderlijke
middelen komt de di-
vidend- en tantièmebelasting aan de orde, die dit-

maal, zooals reeds werd opgenerkt, met ruifil 9 ton
(het juiste bedrag is
f
901.200) tei-ugliep. Bi een
uitermate wisselvallig middel als de dividend- en tantièmebelastiug zijn dergelijke sprongen echter
steeds te verwachten. Tegenover den teruggang van

de laatste maand staat, dat de maanden September
en October resp.
f
950.300 en
f
321.900 meer heb-

ben opgeleverd dan de gelijknamige maanden van het
vorige jaar. Bij dit middel moet men de vergelijking
over een langer
tijdverloop
uitstrekken en dan blijkt, dat tot dusver in het loopende jaar
f
2.171.400 meer

is ontvangen dan in de eerste elf maanden van 1937
en
f
2.726.700 meer dan het geheele voor 1938 ge-
raamde opbrengstcijfer. De hoogere ond ernemerswin-
sten over 1937 en de in Mei jl. ingevderde 20 nieuwe
opconteu hebben hier hun invloed doen gelden.

Invoerrechten.

Opvallend. zijn de gunstige opbrengsten van de
itt-

voerrechten. Ditmaal kwam
f
320.000 meer binnen
dan in November 1937 en ruim 3 ton boven de ge-
middelde maandrarning. Hoewel de invoer een dalende
ten’dens vertoont, stijgen de invoerrechten. De oor-
zaak is gedeeltelijk te zoeken in den invoer van met
specifiek recht belaste goederen. Gerekend over elf
maanden is 1938
f
1.441.100 in het voordeel. Met het
statistiekrecht gaat het minder goed. De a±geloopen
maand wees een daling aan van
f.
20.100, waardoor
de ternggang over de reeds verstreken maanden van
het jaar steeg tot
f
262.900, een voor dit kleine mid-
del niet onaanzienlijk bedrag, en waarin de daling
van dcii buit,enlandschen handel tot uitdrukking komt.

Accijnzen.

Met de accijnzen gaat het op en neer, al mag het
eindoordeel niet ongunstig luiden..De zoutaccijns gaf
een surplus van
f
34.100 boven November 1937, doch
de ontvangsten van laatstgenoemde maand waren
zeer aan den lagen kant. Op zichzelf beschouwd zijn
de baten uit dit middel den lâatsten tijd vrij’ gering.
J-liertegenover staat, dat in de eerste acht maanden
van het jaar belangrijke opbrengsten konden worden
geboekt. 1-Jet geslacht gaf ditmaal
f
14.000 minder,
doch overtrof de raming niet
f
33.900. Ook de wijn-
accijns liep eenigszins terug (niet
f
8.600), doch zoo-
als bekend is de middelste maand van het kwartaal
voor deze heffing van minder belang. De gedistil-
leerdaccijns gaf een toeneming te zien van
f
130.200.
Ook de bieraccijns stelde niet teleur; hier bedroeg de
overschrijding van de ontvangst van November 1937

f
77.100; voorts werd de maandra.ming met
f
139.500
overtroffen. De hierproductie • is iets toegenomen voor
de aanvulling der voorraden. Daarentegen leverde de
suikeraccijns een decres op van
f
314.700; deze terug-
gang was echter slechts schijnbaar, daar de maand
November ditmaal vier verschijudagen van den ere-
diettermijn telde tegen vijf in 1937. Tenslotte kon
ook de tahaksaccijns de opbrengst van November 1937
niet halen; het nadeelig verschil bedraagt
f
277.400,

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

989

doch wordt ruimschoots gecompenseerd door hoogere

ontvangsten in de voorafgaande maanden. Het totaal-beeld van deze groep van middelen is niet ongunstig;
alle accijnzen hebben tot dusver méér opgebracht dan

in 1937. De raming werd in deze periode alleen niet
bereikt hij den wijnaccijas en den gedistilleerdaccijus.

Andere indirecte heffingen.

De belasting op gouden en zilveren werken gaf een

voor dit middel fraaie opbrengst
(f
64.300_ tegen

f
59.900 in November 1937 en bij een mâandraming

van
f
47.900). Hierdoor steeg het totaal der in de

afgeloopen maanden van het jaar ontvangen bedragen

f
500 boven de opbrengst van de eerste elf maanden

van 1937. De omzetbelasting gaf een record-opbrengst

van
f
8.550.200, d.i.
f
1.300.800 meer dan in Novem-

her 1937 en
f
2.300.000 boven de raming. De op 1 Oc-
tober jI. in werking getreden wijziging van de vet
heeft een spoediger betaling van aanslagen tenge-

volge, zoodat hier vermoedelijk een groot deel van
den vooruitgang als een bate ineens is te beschou-

ven. De maanden Januari t/m November gaven een
surplus van
f
3.816.800. De couponbelasting liep
terug met
f
82.600 door de vele conversies. Ovdr elf
maanden bedraagt de vermindering
f
1.172.500.
De teruggang
bij
‘de zegelrechten is niet zoo groot
meer als in de voorafgaande maanden van het jaar,
daaj, de inzinking
bij
dit middel reeds in November
1937 begon. Toch bedroeg de daling nog
f
250.700,
waarvan
f
175.300 is toe te schrijven aan een trager
vloeien van de heursbelasting. Hierin manifesteert
zich de geringere bedrijvigheid in den geldhandel.
Over elf maanden beloopt de teruggang
f
10.894.800.
Op de registratierechten heeft de verslechtering van
den economischen toestand lang niet zulk een funes-
tea invloed als op de zegelrechten. In de afgeloopen
maand werd
f
103.600 minder aan registratierechten
ontvangen dan in November 1937; in de eerste elf
maanden werd in totaal
f
291.900 minder geboekt.
De successierechten verschaften
f
1.383.600 minder
dan in November 1937, doch de ontvangst was in de
laatstgenoemde maand abnormaal hoog. Er kwam
ditmaal toch nog bijna
f
150.000 meer binnen dan
waarop blijkens de maandraming was gerekend. Ge-
rekend over elf maanden werd in het loopende jaar
een voorsprong van
f
6.052.300 verkregen. De loods-
gelden liepen terug met
f
6.800, al werd de maand-
raming met
f
14.800 overschreden. Over het alge-
meen valt over deze heffing niet te roemen; gerekend over elf maanden bedraagt de teruggang
f
187.200.

Directe belastingen.

In de kohierbedragen der directe heffingen komen
aan het einde van het jaar niet zulke belangrijke wij-
zigingen meer. Het totale bedrag van alle belastin-
geii steeg in de afgelooperi maand van
f
115.652.100
tot
f
120.132.300. Laatstgenoemd bedrag komt

f
12.455.900 uit boven den stand van den overeen-
komstigen dienst op 30 November 1937. Alle heffin-
gen namen in deze stijging een aandeel. Deels is de
vermeerdering het gevolg van de verbeteringvan den economischen toestand in 1937. Bij de inkomstenbe-
lasting, die voor het leeuwendeel der stijging zorgde
(voor een bedrag van
f
10.934.200) moet bovendien
rekening worden gehouden met de omstandigheid, dat

voor het belastingdienstj aar 1938/1939 méér opcenten
(70188) worden geheven. Tenslotte moet nog aan de
waardestijging van diverse vermogensobjecten aan-
dacht worden geschonken.

AANTEEKENINGEN.

De kapoksituatie in Nederlandsch-Indië.
1)

De export-positie.

Voor kapok is Nederlandsch-Ind.ië een der voor-
naamste producenten. Het aandeel in de totale
wereldexport-hoeveelheid schommelt voor de eigen-

lijke Java-kapok (Ceiba Pentandra) tusschen 80 en
96 pOt., voor alle soorten tesamen tusschen 70 en
81 pOt.

Aandeel van Ned-Ind.iii in de wereldexportho,erveelheid van
kapok, alle soorten, in pOt. ). De cijfers tussohen () geven
het aandeel in den totalen export van kapok van de
Ceiba Pentandra.

%

0/9
1926….

74 (90)

1932….

81 (91)
1927….

75 (90)

1933….

81 (90)
1928. …

79 (96)

1934….

75 (85)
1929….

73 (92)

1935….

78 (88)
1930….

79 (94)

1936….

78 (86)
1931….

79 (91)

1937….

70 (80)
*) Ontleend aan: J)e lanlbouwexportgewassen van Ne-
derlandsoh-Indië in
1937.
Dep. van Econ. Zaken Batavia
November
1938.

De bestemming van deze kapok, voor ongeveer 90
pOt. van bevolkings-aanplantingen afkomstig, is in
hoofdzaak gericht op Amerika en Australië.

Bestanuning van de uitgevoerde hoeveelheden kapok
uit Nederlandiseh-Indië in l)roceaten ‘).

Ver.

Ned.
en

Australie
‘Staten

v. order Nw-Zeeland

Diversen

01
5

0

01
9

0
10
1928……36,7

20,9

. 24,7

7,8
1929 ….
..38,1

30,9

23,3

7,7
1930 ….
..43,2

30,0

18,6

,

8,2
1931 ….
..43,2

38,5

11,8.

8,5
1932……42,3

31,9

15,3

10,5
1933……43,1

34,9

15,1

6,9
1934……35,8

30,8

21,9

11,5
1935……53,0

17,7

20,1

9,2
1936……57,0

11,8

21,7

9,5
1937……45,9

12,5

28,6

13,0
) Ontleend aan gegevens in het Jaarverslag van den
President van De Javasche Bank
1937-1938.
Uit deze tabel
blijkt
duidelijk de belangrijkheid van
de Vereenigde Staten als afnemer voor dit product.
Een vergelijking van de cijfers van dein totalen im-
port in de Vereenigde Staten van kapok, uit de in-
voerstatistieken van dat land, met de uit Neder-
Ianidsch-Iudië naar de Vereenigde Staten geëxporteer

de hoeveelheden toont aan, dat Nederlandsch-Indië
bijna geheel voorziet in de kapokbehoef te van de Ver-
eenigde Staten. De totale import in de Vereenigde
Staten over de jaren 1930 t/m. 1936 bedroeg 67.559
ton, terwijl de export van Nederlandsch-Indië naar dat land in die periode 66.381 ton bedroeg. De uit-
voer van kapok uit Nederlandsch-Indië toonde de
volgende ontwikkeling:

Uitgevoerde hoeveelheden kapok in tons van 1000kg netto
t).

1900……4.013

1932……17.865
1910……9.186

1935 ……

24.164
1920……12.665

1936……26.830 1930……19.685

1937……17.176
i) Ontleend aan: Kaipok en Jiare toepassingen, uitgege-
ven door de Kapokeentrale.

De export stijgt voortdurend, welke
stijging
slechts
onderbroken is in de vorige depressie, terwijl ook
1937 een sterken achteruitgang toonde, waarop wij
nog nader terugkomen.
De ontwikkeling van den uityoer van Saigon-kapok,
de voornaamste concurrent van de Java-kapok (Ceiba Pentan,dra) was als volgt.

Uitvoer van kapok uit Indo-China in metrieke tons.

1913

83

1934 ……

2.136
1930

634

1935……2.446
1931……1.072

1936……3.074
1932……1.191

1937 ……3.184
1933……1.572
1)
De meeste .ggeveu1s in dit artikel zijn, voorzoover
niet anders vermeld, ontleend aan publicaties van het Cen-
traal Kantoor voor de Statistiek te Bajta,via.

990

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
December
1938

Vertoonde Nederlandsch-Ïndië van
1932
tot
1.936

een stijging met ruim
50
pOt., terwijl de uitvoer in

1931
nog bijna 4 pOt. nnder die in
1932
lag, voor

indo-Ohina bedroeg de toeneming voor die jaren resp.
158
en
167
pOt.
De Kapoiccentrale.

In Mei
1935
werd bij besluit van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië de ,,Kapokcentrale”

ingesteld. De taak van deze instelling is:

de verzekering van een redelijk
aa
d
ee
l in cle

opbrengst van de kapok an de kapokproducenten, als-
mede

de organisatie van den handel in dit product,
terwijl eveneens
verbruiks- en afzetniogelijkheden onderzocht wor-

den waartoe o.a. een uitgebreid research-werk is op-
gezet.
Wat het onder
a.
genoemde betreft, resulteert dit
voornamelijk in prijsberichtgeving en prijsbewaking.

Op dit gebied heerschten door opkoopsystemen en on-
ereuze contracten op langen
termijn,
vele misstanden,

clie door de Kapokcentrale bestreden worden.
Bij de werkzaamheden t.a.v. de organisatie van den
handel in dit product zullen we iets uitvoeriger stil-
staan.

In het laatst van
1935
werd door de exporteurs van
kapok op Java een vereeniginig opgericht, thans be-

kend onder den naam ,,Nedcrlandsch-Indische Ver-

eeniging van Kapok Exporteurs” (Nivke), die zich
ten doel stelde om te komen tot een stelsel van vaste

prijzen tea einde aan de scherpe concurrentie tus-

schen exporteurs op buitenlandsche markten een einde
te maken.
Tuaschen de Nivke en de Kapokcentrale kwam een
nauwe samenwerking tot stand, die tot gevolg had: uniforme minimum prijzen voor verkoop naar
het buitenland,

uniforme verkoopvoorwaarden,

minimum-opkoopprijzen in het binnenland,

standaardiseering van de bevolkingskapok in
vier kwaliteiten,
verplichting tot het aanbrengen van kwaliteits-
merken bij den uitvoer van deze kapok naar Europa,

de Ver. Staten, Australië en Nieuw-Zeeland.
In het
bijzonder
ten aanzien van de prjzenpolitiek

van de Kapokcentrale zijn den laatsten
tijd
verschil-lende moeilijkheden ontstaan, die deze politiek en het
product waarmee zij zich bezighoudt in het middel-
punt van de belangstelling plaatsen.

De achteruitgang van den export in 1937.

Reeds in de inleiding wezen wij op het terugloopen
van den kapokuitvoer in
1937.
Een nadere beschou-
wing van de gegevens doet zien, dat deze teruggang
voor een groot deel aan een vorminderden afzet naar
cle Vereenigde Staten moet worden toegeschreven. De
daling ten opzichte van
1936
bedroeg
6.930
ton of bijna
47
pOt. van den uitvoer in het jaar
1936,
terwijl de
totaal-uitvoer terugliep mt
9.654
ton of
36
pOt. Ook
de uitvoer naar Nederland en v.o., Australië en Nieuw-
Zeeland liep terug resp. met
30
en
13
pOt.

Uitvoer van kapok
uit Nederlandsch-Iudië
in tons bruto
gewicht.

1936
1937
1938

Januari

……….
2.053
2.420
1.009
Februari ……….
1.658
2.201
1.356
Maart …………
2.917 2.381 1.620
April

…………
1.291
2.446 990
Mei

…………..
1.426
1.665 1.142
Juni

………….
2.240
1.066
1.275
Juli ………..

..
2.508
1.189
1.567
Augustus ………
3.059
1.742
2.168
September ……..
2.118
592 1.364
October

……….
3.229
1.051
1.300
1) November

……..
2.379
1.202

December ……….
3.608
1.056

‘) Geidleeiteljk geschat.

De gunstige ontwikkeling van
1936
zette zich aan-
vankelijk ook nog voort in liet begin van
1937.
Zoo-
wel prijzen als exporten stegen snel.

Iutusschen werd duidelijk, dat tal van outsiders

uit speculatief oogpunt groote voorraden hadden op-
geslagen. De mededeeling, die de Kapokcentrale over
de statistische positie van het product meende te moe-

ten doen, toonde desen speculanten, dat zij zich ver-
gist hadden. De hooge prijzen van medio Februari

konden zich niet langer handhaven, en ook de export

verminderde sterk, vooral naar de Vereenigde Staten,

waar niet alleen de economische toestand achteruit-

ging, maar waar men ook nog teerde op de in het
voorjaar gevormde voorraden.

Op Java waren de voorraden vrijwel geheel in ban-
den van de exporteurs, zoodat de nieuwe oogst door

de fabrikanten kon worden opgenomen, daar deze

nagenoeg geen voorraad meer hadden. Een remmende
factor hierbij was, dat de etablissementshouders van

Regeeringswege gebonden werden om kolven op te

koopen tegen een relatief lioogen prijs, gebaseerd op

de exportlimites der Kapokcentrale. Een dreigende
stagnatie werd voorkomen door de bereidheid van de

exporteurs om, ondanks hun nog groote voorraden,
tot een hoeveelheid van
40
pOt. van de toegestane
uitvoerlicenties, kapok te koopen.

De prijsontwikkeling van ka,pok.

Vanaf de oprichting der Nivke in November
1935
steeg de kapokpr-ijs met ongeveer
30
pOt. Maar ook de
vrachtprijzen voor kapok van Java naar New-York

stegen, al moet, zooals uit het onderstaande blijkt, de
invloed hiervan niet zoo groot geacht worden.

Bedroeg het aandeel van de vracht in den prijs

(berekend naar de Dollarnoteeringen) van
26
No-
veinber
1935 15.82
pOt., het aandeel in den prijs
na 8 October
1937
bedroeg tot medio September
1.1. 16.46
pOt. De
stijging
van den kapokprijs is dus
slechts voor
3.3
pOt. veroorzaakt door de stijging van den vrachtprijs. Beweringen dat de kapokprijsstijging
voor niet minder dan
40
pOt. aan de verhoogde vrach-
ten moet worden toegeschreven (zie Economisch
Weekblad voor Nederlandsch-Indië van 10 Juni
1938
no.
23)
zijn dus onjuist.

De huidige toestand op de kapo/cmarkt.

De uitvoer van kapok over het eerste halfjaar van
1938
toonde een
aanzienlijke
daling tegenover de cij

fers in de overeenkomstige periode van
1937.
Daarbij
moet men echter bedenken, dat de uitvoer in het eer-
ste halfjaar van
1931
nog vrij hoog was.

Uitvoeogesviieht
van
kapok in 1000 kg bruto gew.

1935

1936

1937

1938

le halfjaar ……
14.224

11.585

12.179

7.392

Deze achteruitgang is bijna geheel toe te schrijven
aan de nog steeds geringe aankoopen van de Ver-
een igde Staten. Over de oorzaken van deze geringe.
aankoopen kan het volgende opgemerkt worden.
Allereerst moet rekening worden gehouden met den
economischen achteruitgang in de Vereenigde Staten.
L(apok vindt daar
vrij
veel toepassing in de koel-
techniek, de voortbrengselen op dit gebied dragen
echter min of meer een luxe-karakter, hetgeen in tij-

den van depressie een vrij sterk terugloopen van de
vraag met zich brengt;
krijgen
de koopers weer wat
meer vertrouwen in de toekomstige ontwikkeling, dan zal de afzet van deze artikelen wel weer toenemen.
Een vraag die hierbij echter opkomt is deze: Zal
deze betere situatie in de Vereenigde Staten ook tea
volle aan de Java-kapok tea goede komen? De reeds in de inleiding gegeven cij fers doen zien,
dat Java geen absoluut monopolie heeft. Neemt men

alle kapoksoorten dan bedroeg het aandeel van Java
in 1937
slechts
70
pOt. van den wereldexport. Neemt

men alleen de kapokvezels van de Oeiba Pentandra in
aanmerking dan was dit in
1937 80
pOt. Voor de’e
laatste soort is vooral Indo-Ohina met de Saigon-
kapok een sterk opkomende concurrent. In
1932
was

28
December
1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

991

de export van Saigon-kapok Pim.
6.2
pOt. van dien
van de Java-kapok, in
1936
was dit percentage 10.8

en in
1937
werd reeds de
16.2
pCt. bereikt
).

Uitvoer van kapek.

1938 meer (+)
of Jan./Oct.
x
1000kg minder(—) dan
1937

1938 1937inpCt.van’37
Nederl.-indië ………..
15.840

13.134

– 17,1 %
Indo-China (Saigon)

2.417

3.223

+ 33,3 ol
o

Saigon in
0
/0
van Ned.-Ind. kapok
15,3
0
/0

24,5
0
10

De Saigon-kapok is niet gebonden aan een prijs-
regeling waardoor de prijs van deze soort beter de
marktsituatie voor dit product kan volgen dan bij de

Java-kapok het geval is. Hierdoor kan een zoodanig
prijsverschil tusschen de Java-kapok en de Saigon-

kapok ontstaan, dat de concurrentie voor de Java-
kwaliteit uiterst moeilijk wordt.
Herhaalde malen is er t.a.v. de prijspoiitiek voor

do kapok op Java gevoerd, gewezen op de Braziliaan-
sche valorisatie-politiek voor de koffie,
wraar
tenslotte
de buitenstaanders de vruchten van plukten.
Aan den anderen kant moet ook gewezen worden
op de kans, dat men substitutie-producten zal gaan
gebruiken. Met name voor de isolatie-techniek is
glaswol een uitueinende grondstof.

* *
*

Het exportquotum voor kapok is voor 1oct vierde licentiejaar, ioopencie van 1 September 1938 tot 31
Augustus 1939, vastgesteld’ op
15
millioen kg netto.
Dit exportquotum komt ongeveer overeen met den
voorraad uit den ouden oogst, zoodat de nieuwe
oogst, die op ongeveer
20.000
ton
3)
wordt geraamd
onverkocht zou blijven.
Daartoe is een voorstel gedaan tot een uitkeering aan het kapokfonds, groot

f 1.335.000,
teneinde 70
pOt. van den ouden voorraad en
50
pOt. van den
nieuwen oogst uit de markt te nemen, welke trans-actie tevens gefinancierd zou worden uit een retri-
butieheffing van
f 15.—
per quintal op de te expor-
toeren hoeveelheden. Het nadeel van een dergelijken
maatregel is, dat do opgekochte kapok, tenzij er ver-
nietiging plaats vindt, steeds als een zichtbare voor-raad op de markt zal blijven drukken. Bovendien is,
gezien de hovengeschetste situatie voor het artikel, de
afzet van deze pooi nog lang niet verzekerd. De finan-
ciering van den kapokhandel is hiermede wel gere-
geld, maar de eigenlijke situatie voor het product is
er geenszins door veranderd.
Enkele lichtpunten in de huidige situatie zijn de
toenemende research- en propaganda-arbeid, waar-
door men den afzet en aarov,’endingsmogelijkheden van
kapok hoopt uit te breiden. Voorts is daar de zich op
behoorlijk peil handhavende afzet naar Australië en
Nieuw-Zeeland.
rfoIslotte
is medio September een
overeenkomst gesloten met de scheepvaartmaatschap-
pi,jen tot verlaging van den vrachtpri.js. Het verschil
tusschen oude en nieuwe vrachten wordt door het
kapokfoncls bij den uitvoer geïnd in c1en vorm van
een retributie-verhooging. De prijslimites voor het
buitenland zijn ongewijzigd gebleven en zoodoonde
komt deze maatregel in feite alleen neer op een finan-
ciering van het kapokfonds. J.
W.

Een andere, zij het nog op kleine schaal produceerende
concurrent is Ecuador, voornamelijk voor den afzet naar
de Vereen.igcie Staten (zie Economisch Weekblad voor Ne-
derlatolsdh-Indië
1.937,
no.
35).
De lroducbie kiervan wordt
op 400 t 600
tio per jaar geschat. Er vindt echter een
stelselimatige uitbreiding van don aanplant plaats. Andere
producniiteii van Ceiba l’entajndra zijn: Ceylon, Phil.ip-
pijnen, West-Af i’ika (Togo), Oost-Afrika (voonnalig Duitsch
Oost-Afrika en SÏadagasoar), Brazilië en Si~.

‘olgeoos recente berichten wordt de opbrengst, ten-
gevolge vati ongu nsitige weersomstandigheden, lager ge-
,raamd. De kwaliteit van den voor-oognt was vrij slecht en de prijzen iii de desa blijveu dan
ook
beneden de oorspron-
kelijk aangeloolneti riehtprijzen.

Verkeerscoördinatie.

In Engeland hebben de spoorw’osgmaatschappijen
zich onlangs tot de Regeering gewend met het ver-
zoek ontslagen, te worden van de wettelijke beperkin-

gen ten aanzien van. de te berekenen tarieven. Deze
vraag is vergezeld gegaan van een verklaring, dat de
spoorwegdirecti es niet voornemens zijn een tariefs”er-
hooging in te voeren en evenmin van plan zijn om

met de overige transportmiddeien een tarievonooilog

te beginnen. Wat men dan wei wil gaan doen wordt
niet medegedeeld.

Het kernprohleern van het transportvraagstuk, al-
dus het hoofdartikel van ,,The Economist” van
17
December jl. is de overinvestatie in het vervoersap-
paraat. Zooals dit apparaat in
1913
bestond was het
vrij goed aangepast aan de behoeften van hot land.
.I:Eet vervoer ging in dien tijd zoowel voor personen
als voor goederen in hoofdzaak over den spoorweg. Sindsdien is onder invloed van de ontwikkeling van

den verbrandingsmotor en de verbeterde techniek van
de ruhberhandonfahricage een nieuwe tak van verkeer
tot ontwikkeling gekomen, het wegverkeer, waarin
groote kapitalen van overheid en particulieren zijn
belegd.

Het gevolg van een en ander is geweest, dat beide

vervoerss.ystemen als één geheel bezien een te groote
capaciteit hebben voor het vervoersaanbod, zoodat

beide vervoerssystemen leiden aan onderbezetting.
Als nu de gevraagde vrijheid voor de spoorwegen
niet moet leiden tot een tarievenoorlog en evenmin
tot tariefsverhoogingen, dan is de meest waarschijn-
lijke ontwikkeling, dat men – niet de tariefsvrijheid
als stok-achter-de-deur – de wegtransportonderne-
mingen wil dwingen tot een zoodanige samenwerking, dat de spooi-wegmaatschappijen en de gecombineerde
w egtran sportond ernemers komen to t een transport-

coördinatie, waardoor ecu ,,loonende” vervoersexploi-
tatio bereikt wordt. Met ,,ioononde” exploitatie zal
men naar alle waarschijnlijkheid bedoelen het bereiken
van een zoodanig resultaat, dat daaruit rente en af-schrijving kan worden voldaan op het inomenteele

kapitaal van het totale transportapparaat en dat
dan vermoedelijk op basis van de thans daaraan toe-

gekenide – historische – wnaarde, waarvan toch wel
vaststaat, dat voor verschillende spoorwegtrajecten en
aangelegde wegen de investatie ver uitgaat hoven cle
rendem entswaarde.

Een dergelijke regeling zou een zeer ongelijke –

en daarom onhillijke – lastenverdeeling voor de
transportkosten over de gemeenschap met zich bren-
gen; immers de kosten van rente en afschrijving
0
1)
het in feite reeds waardelooze deel van het te groote
vervoersapparaat zouden dan hij uitsluiting drukken
op dat vervoer van personen en goederen, weikor
aard zich er niet toe leent om met gebruikmaking
van ,,eigen auto’s” te worden tot stand gebracht.

De een ige logische oplossing van dit probleem,
alclïts de Economist, is het geheele transportvraagstuk
te zien als een nationale aangelegenheid. Men, zal een
raming moeten maken van de totale vervoersbehoefte
en moeten uitmaken welke transportmiddelen
0
1)
welke trajecten de meest geëigende zijn; om vervol-
gens op grond van deze gegevens vast te stellen, hoe
groot het vervoersapparaat zal moeten zijn, zoowel

voor het rail- als voor het wegvervoer. Dan zal be-
kend worden de grootte van de thans aanwezige over-
capaciteit en de verdeeling daarvan, zoodat de con-
sequenties kunnen worden onder het oog gezien om
deze overcapaciteit te doen verdwijnen.
Het is van belang, dat een dergelijke oplossing door
onderlinge samenwerking en goed begrip van de we-
derzijdsche moeilijkheden wordt gevonden, zoodat zij
niet tot stand behoeft te komen als gevolg van een
scherpen concurrentiestrijd, die hij kapitaalintensieve
bedrijfstakken als cle onderhavige, slechts tot eens der-
gelijk evenw’icht kan leiden langs een weg, die veel
grooter kapitaalverliezen oplevert. itt. C.

992

ECONOMISCH

STATISTISCHE BERICHTEN

28 December 1938

MAANDCIJFERS.
.

AFDEELING II. DIENSTJAAR 1937.

OVERZICHT VAN DEN STANDDER RIJKSMIDDELEN.
.
Zuivere op-
.

Uit. November 1938 (in Guldens)
Benaming der middelen
Bedrag van de
rami ng

brengstoverhet
tijdvak van
1
Jan. 1937 tot en
AFDEELINGIa
Kohieren
voor den dienst
1938′)

Qir. beZa8tinge?
met de maand
Bedragen,
welke zijn

.

.
________________________________ ______________
Nov.
1938
Grondbelasting.

Benaming der
Totaal
terugge-
geven of

n

•n

8
hoofdsom
+
20 opeenten

middelen
bedrag
andersdan

.Zuiver
bedrag

Q
o
.n

•.
bp de hoofdsom der
gebouw-
wegens
.
de eigendommen.)

.
10.300.000 10.304.193
betaling
G)
Inkomstenbelasting
72.000.000
72.515.354
opdekoh.
afgeschr.
Vermogensbelaating
18.000.000
20.532.673
t

Belasting v. d. doode hand

. .
2.000.000
10.636.6.11
1.988.744
Grondbelast. a)

10.543.775

29.062

10.514.713

10.360.915
Divid.

en tantièmebelasting
13.800.000
22.378.009
Inkomst.bel. b)

79.899.387 1.491.972

78.407.415

67.473.184
91.250.000
97.259.528
Vermogensb. c)

18.666.069

127.812

18.538,257

17.874.170 1.600.000
2.769.309
Verdedigbel.I0.880.077f

95.293

10.784.784

10.145.561

Verdedigingsbel.

1

……….8.000.000

Rechten op den invoer ……..

2.000.000
1.804.516
Bel.v.d.doodehd.

1.902.979

15.843

1.887.136

1.822.560

L1.892.287

6.000.000 7.358.504

Accijns

op

zout

……………

1.800.000
2.204.290
Totaal

11.
759.982 120.132.305 107.676.390

Accijns op geslacht

………..
Accijns op

wijn

…………..
Accijns op gedistilleerd

. . .
27.500.000 28.445.658
a)

hoofdaom
+
20 opeenten op de hoofdsom der
ge-

Statistiekrecht

……………

7.000.000 7.814.399
bouwde eigendommen. b) Hoofdsom
+ 60-78 opoenten. ‘c)
53.000.000 55.300.287
Hoofdsom
+
75 opcenten.
Accijns

op

tabak …………
32.500.000 35.336.082
1)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-

Accijns

op

bier

…………..
Accijns

op

suiker

…………

Belast. op gouden en zilverw.

475.000
571.391
staande vermelde bedragen uit
%
gedeelte van het belas-
62.500.000
74.157.901
tingdiens’tjaar

1938/1939 en

1%

gedeelte van

het

belas-

.

5.500.000 6.321.552
tingdienstjaar 1937/1938.

2)
Voor
de
belastingen naar in-

Omzetbelasting

………….

Rechten en boeten van zegel
16.400.000 32.561.406
komen en vermogen bestaan de vermelde bedragen uit
%

Couponbelasting

…………..

Rechten en boeten v. registr.

11.100.000 16.647.004
gedeelte van het belastingdieiistjaar 1937/1938 en
%

ge-
Rechten en boeten v. succes-
deelte va.n het belastingdienstjaar 193611937.

3)
Voor het
sie, v. overgang bij overlij-
belas’tingdienstjaar

193811939 worden

0/88 opcenten ge-
40.800.000
45.030.245
beven. den

en v. schenking ……
Opbrengst der loodsgelden
500.000

1

860.794

Totalen. …

484.025.000
AFDEELING 1h
Nov.
Sedert
Overeen-
552.798.450

Overige middelen.
1938
1Jan.
1938
komstige
periode
1937
OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN
HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.
TEN
BATE VAN
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel.
.
920.078
23.726.687 21.555.263
1
Zuiver bedrag
Rechten op den invoer
.
8.481.497
90.930.024 89.488.951
Dienst 1938
Bedrag van
kohieren tot en
Statistiekrecht

………213.563
2.277.431 2.540.333
raming
met de maand

Accijns op zout

……..
105.832 1.880.738 1.738.405
_________________________________
1Nov.
1938
___________
1
Accijns op geslacht



633.935
6.785.664
6.744.783
Grondbelasting (veertig ten hon-!
Accijns op wijn
40.997 1.798.283 1.792.216
derd van de hoofdsom wegens
Accijns op gedistili.

. .
2.
..432.538
25.612.961
25233.274
gebouwde eigendommen en vijf
7.469.346
7.196.957
en twintig ten honderd van de
Accijns op bier

………722.801
Accijns op suiker

…..
4.634.865
51.699.366 50.213.864
hoofdsom wegens ongebouwde
2.809.099
33.690.577
32.409.961
9.600.000 9.511.226
Accijns op tabak

…….
Bel. op gouden

n zilverw.

64.318
517.836
517.349
Personeele belasting (tachtig ten
Omzetbelasting

………
8.550.204
71.112.6251
67.295.853

eigendommen)

…………….

honderd van de hoofdsom naar
Couponbelasting

——–
316.008
4.720.2571
5.892.743
den eersten, tweeden en derden
Recht. en boeten v. zegel
1
1.451.093
5
)19.630.680
30.525.453
20.000.000
19.260.547
Recht. en boet. v. registr.

1.376.554
14.651.354
14.943.246
Gemeentefondsbelasting

(vijf

en
Recht. en boet. v. succes-
twintig opcenten

p
de hoofd- sie,
v.
overgang bij over-
.
15.500.000 14.334.855
lijden

en

v.

schenking
3.983.121
46.421.630
40.369.337
Termogensbelasting

(twee

en
Opbrengst d. loodsgelden
77.279
585.442
772.682

grondslag)

………………..

twintig opoenten op de hoofd-

Totalen….
36.813.782 403:510.901
399.230.670

som)

…………………….

2.500.000
2.106.720

1)
Hieronder begrepen
wegens zegelrecht
van
nota’s van

som)

…………………….
Enkomstenbelasting

(tien opeen-

makelaars en commissionnairs
in
effecten, enz.
f
415.369
1
ten
or
de
hoofdsom)
4.700.000 4.619.359

.52.3O0.000
49.832.707
(Beursbel.).
2)
Idem
f
4.112.922.
.
.
Totalen ……

INKOMSTEN TEN BATE
VAN HET
GEMEENTEFONDS.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
Dienst.5937/1938
1 Zuiver bedragder ko-
1

Nov. 1938
1938
1

1937
Zuiver bedrag der
hierenvor den diest
tot en met
l
de maand
Nov.
1938
11936/37 tot en met de-
1 zelfde maand van 1937

_______________________________________________
kohieren
Motorrijtuigenbelasting

1
.
412
.
696
1
2
1.779.493J 20.679.313
Rijwielbelasting ……….
23
.
033
1

7
.
769
.
308
1

7.714.733
Gemeente.f.belast…

60.054.710

1

56.711.615
Opc.vërm.t.get.v.50

6.036.518

5.203.960
Totalen ……..
1
1.435.729

29
.
54
8.801! 28.394.046

AANVOER V)N GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)

.
Rotterdam..
Amsterdam
Totaal
Artikelen
18-24
Dec.
1938
Sedert
1
1

Overeen
71..

II
18-24
Dec.
1

Sedert
Overeenk.
1938
1937
1Jan.
1938
1
tijdvak
1987
1938
1Jan.
l938
tijdvak
1937

7.772
1.458982
1.467.102
1.130
20.553
27.4J3
1.479.535
1.494.535
7.278
242.186 272.266


4.145 242.186
276.411

Tarwe

………………..
Rogge

…………………
300
20.387
18.972
– – –
20:387
18.972
Maïs ………………
18.588
1.178.530
1.345.011
‘3.172.
87.560
154.478
1.266 090 1.499.489
Gerst

………………

488.222
.

387.479

28.782
15.015
512.004
402.494

Boekweil
.
………………..
..

5.375
217.162
144,069
-.
9.752
3.180
226.914
147.249
161.078
211.066
9.818
221.424
.
216.400 382.502
427.466

Haver

……………….
Lijnzaad

……………375
Lijnkoek ……………
1.000
55.353
69.837

225

55.578
69.837
Tarwemeel

………….
405
57.715 41.088
15
10.272
9.800
.

67.987
50.888
Andere meelsoorten


815
37.339
41.658
120
5.520
8.000
42.859 49.658

28 December 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

993

STATISTIEKEN.

F4A N
K DlON’O’S.

Ned
Disc.Wissels.
2

3Dec.’36
Lissabon
…. 4
11Aug.’37

Bk

Bel.Binn.Eff.
(Vrsc
h.inR.C.21
24
3
Dec.’36
Londen ……
2
30Juni’37

3Dec.’36
Madrid ……
5

15Juli’32

Athene ……….
6

4Jan.’37
N.-YorkF.R.B.
1
26Aug.’35

Batavia

……..
3

14Jan.’37
Oslo

……..
34
5Jan.
1
38

Belgrado ……..
5

1 Pebr.’Sö
Parijs

……
2424Nov.’SS

Berlijn ……….
4
22 Sept.’32
Praag

……
3

1Jan.’36

Boekarest

……
34
5Mei’38
Pretoria
…. 34
15Mei’33
Brussel

……..
24
26Oct.’38
Rome ……..
44
18Mei’36

Boeijapest

……
4
23Aug.’35
Stockholm
.. 24

1Dec.’33

Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.46

11 Mrt.’38

Dantzig

……..
4

2Jan.’37
‘Warschau….
44
18Dec.’37

Jïtelsingfors ……
4

3Dec.’34
Zwits.Nat.Bk.
1425Nov.’36

Kopenhagen ….
4 19Nov.’36

OPEN MARKT.

1938
1937
1936 1914

23
19/23
12/17
5(10
20(24
21/24

11

20124
Dec. Dec.
Nov.
Dec. Dec.
Dec.
Juli

Amsterdam
Partic. disc.
h(
31 31
18
114
1
!2-518
3314.4314
Prolong.
1
12
12
1
12 12 12
ij
3.411
4

Conden
Daggeld.
‘/i-I
1
12.1
1
12-1
‘/,-1
‘/i-I
1
12_1
‘/,-I
Partic. disc.
1
1
116
1
,8
1

1
1
/
15
h6-1
7
18-1
5
18.
11
116
314_13/,5
1614
Bert/In
Daggeld ..
2
5
I8-!8
211
2
3 2
7
(5-3
1
14
21’3
1
1


251-31/
MaandeId
2
3
/4-3
2
3
/4-3
2
3
/4-3
2
3
14-3


21-7g
Part, disc.
2%
2
7
/9
2
7
/8
2118


218
Warenw. ..
4.
1
1
4
1
1
412
4_11


4.11
4

New York
Daggeld’)
1 1
1
1
1
1
3114
Partic.dlsc.
1
12
1
12
1/t’
‘/2
11
11
1
1)
Koers van 16 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

Da
a
New
Londen

Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
5)

) )
)
1)

20 Dec. 1938
1.84
8.59%

73.774
4.84%
31.01
100%
21

.,

1938
1.84
8.57%

73.774
4.84%
31.011
100%
22

,,

1938
1.843.4
8.58%

73.774
4.84%
31.03
100%
23

,,

1938
1.84
8.58%

73.76 4.84%
31.01
100% 24

1938_





26

1938-





Laagste d.w’)
1.83%
8.56%

73
70
4.83%
30,96
100
Hoogste d.w’)
1.84%
8.60%

73.85
4.85%
31.05
100(
Muntpariteit
1.469
12.1071

59.263
9.747
24.906
100

Data
serlanJ
Praat
Boeka-
Miki
Mad

20 Dec”T8
41.62
6.30



21

1938
41.55%
6.29

– –
22

1938
41.55
6.29
– – –
23

,,

1938
41.54%
6.29

– –
24,,

1938





26

1938





Laagste d.w1)
41.53
6.25



Hoogste d.w
1
)
41.65 6.32%
1.45
9.72%

Muntpariteit
48.003
7.371
1.488

13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
so
Hel-
)
Buenos-
Mon-
holm) hagen)
Aires’)
treal’)

20 Dec18
44.274 38.374
43.20

41%
1.8234
21

,,

1938
44.15

38.274 43.10
3.80
42
1.82%
22

,,

1938
44.20

38.324 43.15
3.80
42
1.82%
23

,,

1938
44.224 38.324
43.15
3.79.
42
1.82k
24

1938
– –




26

,,

1938


.-



Laagste d.w
1
)
44.10

38.20
43._
3.77
41% 1.82
Hoogste d.wl)
44.30

38.40
43.22J1
3.82
42%
1.83
Muntpariteit
66.671 66.671
66.6711
6.266
95%
2.1878
‘)Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam. ‘) Part. opgave.
In ‘t lste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor
van een aantal niet wekelijks opgenomen svisselkoersen.

KOERSEN TE NEW. YORK. (Cable).

Data
Londen
($ per £)
Parijs

1
($
p. lOOfr.)
Berlijn

1
($ p.
100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

10 Dec.

1938
466K8
2,63% 40,10 54,36
11

,,

1938
4,67%
2,63
40,10
54,36
12

,,

1938
4,66%
2,63%
40,10 54,35%
23

,,

1938
4,66%
2,63
40,10 54,35
14

,,

1938
4,66%
.
2,634
40,10
54,36
26

,,

1938
-.

17 Dec.

1937
4,99%
3,39% 40,30 55,60
4untpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
4Q4

KoERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen

1

Noteerings-
eenheden
10Dec.
1938
17Dec.
1938

i
tangste
i
Hoogstel
19124
Dec.’38
1
24
Dec.
1938

Alexandrië..
Piast. p.
97%
97%
97%
97%
979
Atheue

….
Dr.
p.,g

5474
547%
540
555
547%

Bangkok….
Sli. p. tical
l/lO’

1/10k
1110.’
1/10k

Budapest

..
Pen. p.
£
23%
23% 23%
24%
23%

BuenosAires’
p.pesop.
20.584
20.65 20.40
20.70
20.45

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
15
28
1
32

11588/
54

115
28
1
32

15
31
1
32

115
1
1
/
6

ffongkong ..
Sh. p.
$
113
113
1;2%
1/3%
1/3
Istanbul

..
Piast. p.
£
573
575
575
575 575
Sh. p. yen
112
1/2
111%
1 23.4
1,2
Lissabon….
Escu.p..6
110%
11034
10934
110%
110%
1’lexico

….
$
per
£

– –


Montevideo
.
d.per
1834
18%
17%
19
18%
Montreal

..
$
per
£
4.71
4.71%
4.70
4.72%
4.71

Kobe

…….

Rio
d. Janeiro
d. per Mil,
33.4 33.4 33.4 33.4
33.4
Shanghai

..
d.
p. $
8%
8%
8
9
8%
Singapore
..
Sh. p. $
2/3%
213%
213%
2/4%
213%
Valparaisoa).
$per
117
116 116 116
116
Warschau
..
Zl. p. £
24% 24% 24%
25
1
24%
1)
Offic. not. I5laten,gem. not., welke imp. hebben te betalen 10Dec.1936
16.12; 15NOv.17.13.
2
)
90 dg. Vanaf, 13Dec.1937 laatste ,export”noteering.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
Londen’)
N.Yorki)
A’dam 3)
Londen
4

20 Dec.

1938.. 2031
42%

20 Dec.
1938.. 2075
148110
21

,,

1938..

2034
42%

21

,,
1938.. 2075
14913
1938.. 2034
42%

22

,,
1938.. 2075
1491_
23

,,

1938.. 20%
42%

23

,,
1938.. 2075
148111
24

1938.. 2034

24

,,
1938.. 2075
14911
26

,,

1938.. –

26

,,
1938..


27 Dec.

1937..

44%

27 Dec.
1937..


-.

27 Juli

1914.. 24%
59

27
Juli
1914.. 1648
84/104
‘)in pence
p. oz.
stand.

2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
‘ine.
3)
In guldens
per Kg.
100011000.
4)
in sh.
p. oz.
fine.

1
STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
Vorderineen.

1 15Dec. 1938 1 23Dec.1938
aiao van
s KIJK5
benatiast
nij
ue rie-
fl52.350.870,92
f148.068.561,88
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

10.748,11
,,

337.00506
Voorschott.
op
uit. Nov. (resp. Oct.) ’38
a(d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
/
fondsbel., alsmede
opc. op
dle belas-
derlandsclie Bank
……………….

tingen en
op
de vermogensbelasting
– –
Voorschotten aan Ned.-lndië
………
,,

53.445.710,46
,,

12.093.011,26
.

11.792.303,10
Kasvord.weg. credietverst. alh. buitenl.
,,

01.662.373,96
,,
101.844.619,19
(dein

aan

Suriname……………….

Daggeidieeningen tegen onderpand…
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen

..52.820.494,12


,,

37.005.789,88

39.701.724,95
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf.’)…


Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
,,

12.730.322,91
.13.081.916,71
V erpliclitingen

Voorschot door De Ned. Bank lngev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt

-.
Schatklstbiljetten In omloop ………
.f221,31 1.000,- f221.304.000,-
Schatkistpromessen in omloop


Zilverbons In omloop ……………..,,

1.080.091,-

.

1.079.314,50
Schuld op uit. Nov. (resp. Oct.) ’38
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand.l.d. hoofds.d. gropdb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle
bel. en op de vermogensbelasting

11.256.137,79 ,, 11.256.137.79
Schuld aan Curaçao’) ……………..,,

1.671.936,74

,,

1.671.889,56
Schuld aan het Alg. Bu(g. Pensloenf.’) ,, 32.259.808,03 . 29.077.112,04
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) … ,242.717.402,04 • 250.316.782,44
Id. aan andere Staatsbedrijven ‘) …..
…13.024.066,08

13.524.444,83
Id. aan diverse inste1linen’) ………..208.665.284,45

204.437.115,23
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1 18 Dec. 1938 1 24 Dec. 1938

Saldo Javasche Bank ……………..-


Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
.
.
f

467.000,- f

185.000,
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell. 53.246.000,-
,,

53.446.000,-
20.750.000,-
,,

20.750.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
SchuM aan het Ned.-lnd. Muntfonds.

,,

2.311.000,-

,,

2.173.000,-

Schatkistpromessen in omloop………

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
3.177.000,-

3.161.000,-
Belegde kasmiddelen Zelf besturen…
..810.000,-
..
,,

810.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

,,

3.961.000,-
.,

698.000,-
1)
Betaalmiddelen In
‘s
Lands Kas f 37.122.000;-.

CURAÇAOSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Circu-
Voor-
schotten Dis-
Diverse
verse
Di
reke-
Data
Metaal
latie
aan de
conto’s
reke-
kolonie
ningenl
ningen2

1
November 1938
8.786,
8.222
325
108 1.451 133
1
October

1938
8.772 8.292
324
84
1.425
117
1
Septmber1938
8.059
7.647
281 89
1.439
121
1
Augustus 1938
7.764
7.344
11
79
1.665
119

1 November 1937
5.518
6.761
109
45
2.194
125
1) Sluitp. der activa.
3)
Sluitp. der passiva.

994

GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT.

1
6415
OERST
kg
1
MAIS
R000E
TARWE
BURMA
RIJST
1

BOTER
per
kg.
KAAS
Edainmer
EIEREN

1
Amer.No.3′)1
Rotterdam
per 2000
kg.
74kg
schei)
Russi-
loco
Rotterdam
per 100
kg.
per Loonzein
cwt.
job.
1
Leeuwar-
H
Alkmaar
Gem.
Eiermijn
not.
1)
Zie biz.9’6
van E.-S. B.
1 1
Ioco
Rotterdam
i
noteer.
Termijn-
op
1

Amerik. Mixed
Rotterdam
nceer.
iÏjn
op
1 80kg
1
meensche
Roe-
1)
Rangoon/Bassein
______________

_______________
1 der Comm. _
Zuvel-
Crisis
gang
Fabr.kaas
exp.
Roermond
van3O Nov. f1.
per2000
kg.
1 of
2 mnd.
1

No.
2′)
per 100 kg.
1 o


1

Locoprijs
He,.Ned.Ct.I
Not.
Noteering

Centr. per
50kg.
P. 100
St.

/
%
t
%
t
%
t
1

%
f
%
7_
%
sli.
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,47
5

!J52,5
13,82
5

lIk,
,*5
109,3
6,83
104,5
11(3
1
(4
2,03
98,4

43,30
95,0
7,96
99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,57
5

100,1
3,475
99,9
f,13
98,4
1017
3
14
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99,6
1929
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,27
5

89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
1016
2,05 99,4
.


45,40
99,6
8,11
101,1
1930
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7 6,22
5

51,2
8,27
5

65,9 9,67
5

71,7
5,09
-.77,9.
815
1,66
80,5

38,45
84,4
6,72
83,8
1931
107,25
49,9
78,25
40,8
84,50 41,8
4,55 37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30
68,7
5,35
66,7
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25.
38,2
4,625
38,0
4,70
37,4
5,22
5

38,7
2,59
39,6
5111
1
/,
0,94
45,6

22,70
49,8 4,14
51,6
1933
Z
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9
3,55
29,3
3,75 29,9 5,02
5

37,2
1,84
28,2
4J51(2

0,61
29,6
0,96 20,20
44,3
3,71
46,3
1934
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,32
5

27,3 3,25
25,9
3,67
5

27,3
1
1
74
26,6
41731
4

0,45 21,8
1,-
18,70
41,0
3,45 43,0
1935
lu
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25
30,3
3,07
5

25,3
3,87′
30,9
4,12
5

30,6
2,07 31,7
5/8
1
/,
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20
39,9
1936 1937
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,27′
35,1
5,75 45,8
6,27
5

46,5
2,19 33,5
51712
0,58
28,1
0,88
5

17,55
38,5
3,50 43,6
13775
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0
8,95
73,6 8,02
5

63,9
8,92
5

66,2 2,70
41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19
1
75
43,3
3,96
49,4

Oct.

1937
Nov.
136,25
63,3

56,8
114,75
56,8
8,57
5

80,5
7,62
5

60,7
8,50 63,0
2,96
45,3
6/71(
4
1,-
48,5
0,42
23,-
50,5
4,99
62,2
,,
z
133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,4 7,22
5

59,4 7,10
56,5
8,12
5

60,2 2,53
38,7
5/71/2

0,96
46,6
0,46
22,20
48,7
4,99
62,2
Dec.

,,
s.i
130,25
60,6

57,3
120,75
59,8 7,30
60,0
7,05
56,1
8.02
5

59,5
2,43
37,2
515
0,84 40,8
0,60
20,80 45,6
5,24
65,3

San.

1938
Z
130,-
60,4
113,75
59,2
117,25
55,0
7,65
62,9
7,45 59,3
8,40
62,3
2,35
36,0
513
0,80
38,8
0,615 21,45
47,1
4,15
51,7
l’ebr.

,,
129,50
60,2
106,-
55,2
110,75
51,9
7,60 62,5
7,27
5

57,9 8,30
61,5 2,39
36,6
514
0,81
39,3
0,65
22,12
5

48,5 3,65 45,5
Mrt.

,,
,J,
121,50
56,5
104,50
54,4
109,75
51,5
7,10
58,4
6,77
5

53,9
7,70
57,1
2,36
36,1
513
0,81
39,3
0,56 21,70
47,6
2,80
34,9
Apr.
0
116,75
54,3
107,50
56,0
117,75
55,2
6,65
54,7
6,55
52,1
7,35 54,5
2,42
37,1
515
0,87
42,2
0,47
5

19,60
43,0
2,90
36,2
Mei

,,
113,50
52,8
104,50
54,4
III,-
52,1
6,17
5

50,8
6,12
5

48,8
6,95 51,5 2,64 40,4
5110
1
/,
0,89 43,2
0,45
20,-
43,9-
-3,25
40,5
Juni
103,75
48,2
100,50
52,3
102,75
48,2 5,62
5

46,2
5,97
5

47,6
6,925
51,3
2,67
40,9
5/11’1,
0,80
38,8
0,51
19,57
5

42,9
3,39
42,3
Juli
103,75
48,2
104,75
54,6
106,75
50,1
5,95
48,9
5,375

42,8
6,77
5

50,2
2,74
42,0
611
1
/t
0,78
37,9
0,50
20,45
44,9
3,71
46,3
Aug.
>
86,75
40,3
98,25
51,2
102,25
47,9
5,05
41,5
4,70
37,4
5,775

42,8
2,88
44,1
6/5
1
/4
0,76
36,9
0,55
21,32
5

46,8
4,17
52,0
Sept.

,,
80,50
37,4 96,25
50,1
105,25
49,4
4,27
5

35,1
4,15
33,0
4,80
35,6
2,81
43,0
61311
2

0,78
37,9
0,57
22,80
50,0
5,-
62,3
Oct.

,,
79,-
36,7
89,25
46,5
96,50
45,3
3,975

32,7
3,52
5

28,1
4,02
5

29,8
2,39 36,6
515
112
0,74
35,9
0,70
23,45
51,4 5,07
63,2
Nov.

,,
81

37,7
84,50
44,0
91,-
42,7
4,30
35,3
3,35 26,7
3,65
27,1
2,08
31,9
41914
0,76 36,9 0,70 22,325
49,0
4,90
61,1
29 Nov.-6 Dec.
8850
41,1
94,25
49,1
100,50
47,1
4,50
37,0
3,40
27,1
3,55
26,3
2,07 31,7
419
1
1
0,78 37,9 0,70
21,-
46.1
4,75
59,2
6-13 Dec. ’38
92,50
43,0
98,25
51,2
106,-
49,7
4,50
37,0 3,70
29,5
3,90 28,9
2,08 31,9
4/10
1
(4
0,83 40,3
0,70
20,75
45,5
4,75 59,2
13-20

.,

,,
91,50 42,5 98,50
51,3
111,50
52,3
4,40
36,2
3,475

27,7 3,75
27,8
2,03
31,1
41811
4

0,86
41,7
0,70
21,-
46,1
4,50
56,1
20-27

,,
91,50
42,5 97,75
50,9
108,50
50,9 4,30 35,3
3,50 27,9
3,80 28,2
2,03
31,1
418
3
14
0,84
40,8 0,70 20,25
44,4 4,90
61,1

JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,Flrst Marks”
in olie gekamd; loco Bradford per Ib.
13(14 Dernier
Stand. Ribbed Middling Upland
Super FineC.P.
c.i.f. Londen
per Eng, ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib.

1
Herl.Ned.Ct.1

wit Or. D. te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen p.lb.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
.
Merino 64’s Av.

Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Not.
Her!. Ned.Ct.
Not.
Her!. Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
/
%
£
ets.
%
$cts.
cts.
%
pence
cts.
%
pence
ets.
%
pence
/
%
$
ets.
%
pence
1927
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8
26,50
244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
18,50
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8 111,2
30,50 259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929
395,49
92,4 32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93
52
78,4 10,25
1930
257,97
60,3
21.6/0
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50 66,4
3,42
30
45,2
‘5,871
1931
1932 192,15
44,0

17.117
21,1
44,8 8,50
20,1
55,9
4,28
60,9 44,0
13,-
109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
2,40
15
22,6
3,12
1

.
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8 6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7 11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3,371
1933 128,63
30,1
15.12/2
17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
1934
1935
Z

115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92
15,0
1,29
19
28,6 6,25
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3
5,87
42,2 30,5
14,-
84,5
36,2
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6,-
1936
Q
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37.7
7,75
1937
183,46
42,9
20.814
20,8 44,2
11,44
20,0 55,7
5,34
89,0
64,4 23,75
132,7
56,8
35,50
3,30 25,8
1,86
5

36
54,3 9,50

Oct.

1937
U
188,16 44,0 20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5 43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4
31,50
3,02
23,6
1,67
30
45,2
8,-
Nov.
185,91
43,4
20.12110
.14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5,
27,75
2,86
22,3
1,585
27
40,7
7,12′
Dec.

1

173,86
40,6
19.71-
14,9
31,6
8,28
15,5
43,1
4,15
69,5
50.3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,50
5

28
42,2
7,373

Jan.

1938
I’ebr.
168,56
39,4
20.1518
15,4
32,7
8,56
15,9
44,2
4,26
67,3
48,7
18,-
101,2
43,3
27,-
2,69
21,0
1,49
5

26
39,2
7,-
,,
166,62
38,9
18.1117
16,1
34,2
9,00
16,5
45,9
4,41
63,9
46,2
17,-
98,1
42,0
26,25
2,78 21,7
1,55
5

27
40,7
7,122
Mrt.

,,
Z
165,08
38,6
18.81-
16,1
34,2
8,91
16,1
44,8
4,30
61,1
44,2
16,25
98,3
42,1
26,25
2,81
21,9
1,56
25
37,7
6,75
Apr.

,,
Mei
156,59
36,6
17.915
15,8
33,5
8,76
15,5 43,1
4,15
60,7
43,9
16,25
95,6 40,9
25,50
2,75 21,5
1,525
22
33,2
‘5,87’
,,
158,09
36,9
17.1212
15,3
32,5 8,48
15,2
42,3
4,06
61,7
44,6
16,50
98,9 42,3
26,50
2,82,
22,0
1.56
21
31,7
5,621
Juni

,,
0
153,41
35,9
17.216
15,1
32,1
8,37
14,3
39,8
3,85 60,5
43,8
16,25
95,5 40,9
25,50
2,81
21,9
1,55
23 34,7 6,25
)u!i
169,20
39,5
18.17110
16,1
34,2
8,88
15,7
43,7
4,20
60,9
44,0
16,25
97,1
41,5
26,-
3,22
25,1
1,775
28
42,2 7,50
Aug.

,,
0
174,59
40,8
19.1018
15,3
32,5 8,37
14,7
40,9
3,95
61,4
44,4
16,50
96,8
41,4
26,-
3,11
24,3
1,69
5

29
43,7
7,87′
Sept.


Z
170,11
39,8
19.119
14,9′
31,6
7,99
14,1
39,2
3,84 62,0
44,9
16,75
94,9
40,6 25,50
3,17 24,7
1,705

30
45,2
Oct.

»
171,48
40,1
19.1113
15,9
33,8
8,62
14,3
39,8
3.92
62,6
45,3
17,25
94,8 40,6
26,-
3,27
25,5
1,775
31
46,7
8,42′ Nov.

»
cZ 165,33
38,6
19.113 16,7
35,5 9,09
14,6
40,6
4,03
61,4
44,4
17,-
92,2
39,5
25,50 3,19 24,9
1,73
5

29
43.7
8,121
29 Nov,-6 Dec.
159,01
37,2
18.10!-
15,3
32,5 8,30
14,8
41,2
4,12
60,0
43,4
.16,75
89,5
38,3
25,-
3,12
24,4
1,70
29
43,7
8,-
6-13 Dec. ’38
161,69
37,8
18.1613
15,9
33,8 8,66
14,1
39,2
3,94
59,1
42,7
16,50
89.5
38,3
25,-
3,16
24,7
1,71
5

29
43,7
8,12
1

13-20
164,13
38,4
19.113
16,0
34,0 8,72
14,3
39,8
4,-
59,2 42,8
16,50
89,7
38,4
25,-
3,19 24,9
1,73
29
43,7
8,121
20-27

»

»
167,19
39,1
19.101-
16,2
34,4
8,78
14,8
41,2
4.15
59.2
42.8
16.50
89.7
38.4
25.-
126
25.4
1.77
29
43.7
.121

1
KOPER
Standaard Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gem. prompt en 1ev. 3 maanden
Londen perEng.ton

1
Herl.Ned.Ct.1Not.

T
N
d
Oco

on en
per

ng.

0fl

IJZER
Cleveland No. 3
franco Midd!esb.
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen

ZINK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng. ton

ZILVER
‘cash Londen
per Standard
Ounce
Her!.Neî.l
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.1

N0L
HerI.Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct,INot.
/
%
£
/
%
£
/
%
£
/
%
sh.
/
%
Sh.
/
%
£
ets.
%
pence
1927
675,10
85,9
55.13/11 295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
64
1
6
345,40
108,8
28.9/11
132
101,5
26
1
/
16

1928
771,20
98,!
63.14/9
256,15
92,2
21.3(4
2749,50 94,6
227.4/8
39,85
.94,6
65(10
37,90
95,9
62(8 305,75 96,4
25.5/5
135
103,8
26
3
14
1929
=
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65
84,8
203.18110 42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80 94,8
24.1718
123
94,6
24
7
/i6
1930
»e
661,10
84,1
54.13
1
7
218,70 78,8
18.1
1
5
1716,20
59,1
141.19
1
1
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0 59
1
6
203,55
64,1
16.16
1
9
89
68,5
I7″/,
1931
<
431,85
.54,9
38.719
146,60
52,8
11-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
145/
1932
z
275,75
35,1
31.14/8
104,60
37,7 12.-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64 49,2
17
13
/ii
1933 1934
15.1

268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0 11.16/1
1603,50
55,2
194.11/1! 25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
511- 129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
/8
226,80 28,8
30.615
82,65
29,8
11.11- 1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66 50,8
2111
4

1935
vi
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
56/-
102,65
32,3
14.316
87
66,9
28
1
5/it
1936
rr
298,75 38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
71-
22,40
56,7
57/7
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
201,
1937
<
488,55
62,1
54.813
208,95 75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20
1
/t&

Oct.

1937
<
413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4 18.7
1
8
2036,85
70,1
227.5
1

45,25
107,4
101
1

42,30
107,0
94
1
5
162,05
51,1
18.1
1
7
75
57,7
20
Nov.
l’
357,50 45,5
39.13
1
9
150,10
54,1
16.13
1
3
1726,80
59,4
191.14
1

46,85
111,2
104
1

39,85
100,8
88
1
5
143,20
45,1
15.17
1
11
74
56,9
19
11
/i,
Dec.

,,
u
362,70
46,1
40.7
1
2
144,90
52,2
16.216
1734,45
59,7
193.-1-
49,-
116,3
1091-
38,80
98,2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
18
5
/8

Jan.

1938
Febr.
,,
367,75
353,70
46,8
45,0
40.1916
39.8/9
143,50 137,35
51,7 49,5
15.1919
15.6/3
1640,65 1642,15
56,5 56,5
182.161-
183.1/11
48,90
116,1
109
1

36,50
92,4
81
1
4
134,05
42,2
14.18
1
9
74
56,9
19
11

Mrt.
48,90
116,1
1091-
33,45
84,6
7416.
128,85
40,6
14.714
75
57,7
20
3
/16
.

»
.
357,25 45,4
39.1617 144,80
52,2
16.2/10
1649,65
56,8
183.1812
48,90
116,1
1091-
31,80
80,5
70111
128,90
40,6
14.714
75
57,7
20
3
/is
Apr.
354,85
45,1
39.1117
141,35
50,9
15.1514
1536,80
52,9
171.915
48,85
115,9
1091-
32,80
83,0
7312
124,75
39,3
13.1814
71
54,6
18
7
/9
Mei

»
328,80
41,8
36.1219
127,85
46,0
14.4111
1452,30
50,0
161.1616
48,90
116,1
1091-
29,75
75,3
6614
113,50
35,8
12.1216
70
53,8
18’/
Juni
.
317,80
40,4
35.9/5
125,35
45,1
14.-/-
1599,30
55,0 178.10
1

48,85
115,9
109
1

28,05
71,0
62
1
8
118,40
37,3
13.4
1
3
71
54,6

1
8
1
5
/
1

Juli
356,45 45,3
39.15
1
11
133,50
48,1
14.18
1
2
1725,45
59,4 192.13/2
48,80
115,8
109
1

27,25
69,0 60
1
11
127,85
40,3
14.5
1
6 72
.
55,4

1
9
3
/
Aug.

,.
-.
363,35
46,2
40.1219 127,20
45,8
14.416
1722,60
59,3
192.131-
48,75
115,7
109
1

26,80
67,8
60
1

124,10
39,1
13.1716
72
55,4

1
9
3
1
8

Sept.

»
Oct.
374,70
47,7
42.-/-
136,50
49,2
15.6/-
1727,30
59,4
193.12,6
48,60
115,3
109/- 28,30
71,6
6315
126,85 40/S
14.415
72
55,4
1/i
z
39
9,35
50,8
45.111-
141,55
51,0
16.2111
1817,05
62,5
207.51-
47,80
13,5
1091-
30,05
76,0
6817
132,30
41,7
15.119
72
55,4
19
9
116
Nov.

.,
0
389,70
49,6
44.1915
139,10
50,1
16111 1855,20
63,8
214.216 47,20
112,0
109-
29,85
75,5
68111
124,25
39,2
14.619
72
55,4
1971
9Nov.-6Dec.
363,20
46,2
42.113
131,95
47,5
15518
1837,10
63,2
212.151- 47,05
111,7
1091-
29,15
73,8
6716
115,25
36,3
113.6111
72 55,4 20
6-13 Dec, ’38

369,85
47,0
43.113 128,85
46,4
15.-/-
1836,90
63,2
213.17/6 46,80
111,1
109/-
29,-
73,4
67
1
6 117,85
37,1
13.14/5
72
55,4
2
0
1
/
3-20

»

,,
373.65 47,5
43.8/9
129,60
46,7
15,1/3
1836,65
63,2
213.10/-
46,90
111,3
109/- 29,45
74,5
68/6
117,20
36,9
13.1216
72 55,4 20
1
/9
0-27

»
377,151
47,7
43.1819
.
130,75
47,1 15.415
1845,50
63,5
1

215.-/-
46,80
111,1
1091-
29,10
.73,6
67,9
119,90
37.8
113.1915
1

72
55.4 .1
20114

ELEN ‘EN GRONDStOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929
..100′.

995

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE DEENSCH
BACON
BEVROREN ARG. RUND-
CACAO G.F.
KOFFIE
Loco R’dam(A’dam
SUIKER
Witte krist.-
THEE
N.-Ind.thee-
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50kg
cii.
Nederland
per ‘/

kg.
suiker loco Rotterdam!
veilino A’dam
Oem.Tava

en Robusta
‘Superior
t
per 100 kg
oer 100kg
Londen per cwt.
Londen per8 Ibs.
Amsterdam
Sumatrathee
Hen. Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Rotterdam
Rotterdam
Santos
per
loo
kg.
per'(skg.

/%
f
%
cts.
%
ets.
%
f
%
cts.
2
1927

– –

65,15 97,8
107/6
2,73
92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5

95,5
54,10 91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8
66,80
100,3
11015
3,03
102,4
51-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2 67,81
101,8
11212
3,12
‘105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4 94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85;5
57,19 85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04 61,0
34111
32
65,2
38,10 64,4
9,60
60,0
60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72 53,6
6316
2,44 82,4
414
13,84
40,1
24/7
25
50,9
27,10 45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3

1932
61

64,4
37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5

39,6
28,25
37,3
43,0
1933
52;-
54,9
49,50
58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0
22,83 38,6
5,32
5

34,5
32,75
43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7
32,94 49,5
8811
1,42
48,0
3191
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,5
40
52,8
34,9
1935
48,12
5

50,8
51,62
5

60,5
32,
48,1
8815
1,19
40,2
3/31(

8,15
23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50
45,5
32,5
1936
53,42
5

56,4
48,60
57,0
36,37
54,6 93(6
1,48
50,0
3191/3

12,05
34,9
3014
13,625
27,8
16,875
28,5
4,02
5

25,2
40


52,8
39,2
1937
71,27
5

75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
94(1
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9 22,37
5

37,8
6,22
5

38,9
53,50
70,6
53,8

)t.

1937
69,97
5

73,7 70,20
82,3
43,70 65,6
9716
1,91
64,5
4j3
12,55
36,4
28I
15,75
32,1
22,87
5

38,7
6,40 40,0
55,25
72,9 55,0
0v.
68,17
5

72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
90/6
1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8
6,42
5

40,2
53,75
71,0
52,2
)ec.

,,
68,95
72,8
72,15
84,6
43,23
64,9
96/2
1,92
64,9
41311
2

11,07
32,1 2418
13
26,5 17,25′
29,2
6,40′
40,0
47,75
63,0
51,0

a’n.

1938
70,82
5

74,8
70,37
5

82,5
43,54 65,4
97/-
1,96
66,2 4/4113

12,18
35,3
272
13
26,5
16,10
27,2
6,17
5

38,6
51,25
67,7
51,1
ebr.

,,
70,25
74,2
68,75
80,6
43,95
66,0
98/-
2,08
70,3 4/7
1
/2
12,44
36,0
2719 13
26,5
16
27,0
5,40
33,8
50,25
66,3 50,3
4rt.
69,15
73,0
66,37
5

77,8
45,87
68,9
10212
1,90
64,2
413
13,30
38,5
2918
13
26,5
15,50
26,2
5,05
31,6
52,25
69,0 48,6
pr.
70,35
74,3
64,40
75,5
47,29
71,0
10516
1,88
63,5
4(2
11,68
33,8
2611
13
26,5
15
25,4
4,65
29,1-
53,50
70,6
47,9
4ei
71,50
75,5
62,-
72,7
46,22
69,4
1031-
1,92
64,9
4(31/2

8,64
25,0
1913
12,50
25,5
14
23,7
4,70
29,4
53,-
.
70,0
47,1
u ni
70,50
74,4
59,95
70,3
43,99
66,1 9812
1,96
66,2
4(41(
2

8,74
25,3′
1916
12,50
25,5
13,75
23,2 4,72
5

29,6
49,50.
65,3
45,5
uh
67,20
71,0
62,40
73,1
46,46
69,8
10319
1,98
66,9
415
9,76
28,3
21194
12,75
26,0
14
23,7
4,95
31,0 47,75
63,0 46,5
ug.
67,-
70,7
63,75
74,7
45,32
68,1
10115
1,96
66,2
4(4(2
10,04
29,1
22(5k
13,30
27,1
14,10
23,8
5,–
31,3 49,50
65,3
45,5
ept.

,,
64,65
68,3
62,45
73,2
43,67
65,6
99/-
1,90
64,2
413314

10,41
30,2
23144
13,50
27,5
14,50
24,5
5,35 33,5

70,0
45,7
)ct.

,,
63,65
67,2
62,50
73,3
43,-
64,6
98/-
1,99
67,2
4(6/4
10,02
29,0
22(104
14,30
29,1
15,50
26,2
5,22
5

32,7

71,3
44,6
40v.
62,15
65,6
60,87
5

71,4
39,28
59,0
9017
1,99
67,2
417
9,51
27,5
221114
14
28,5
15,50
26,2
5,45
34,1
50,25
66,3
43,2
lov.-6 Dec.
62,70
66,2
60.50
70,9
37,44
56,2
87!-

11,94
65,5
416
9,27
26,9
21.6
13,50
27,5
15
25,4 5,50
34,4
47,
62,0
42,8
3 Dec. ’38
62,70
66,2
59,75
70,0
40,93
61,5
95!-

1,87
63,2
414
9,01 26,1
211-
13,50
27,5
15
25,4 5,62
5

35,2
47,-
62,0
43,8
0

62,-
65,5
59,50
69,7
41,66 62,6
97/-
1

1,88
63,5
4(41J2′

8,92 25,8
2019
13.50
27,5
15
25,4
5,87
5

36,7
46,-
60,7
43,5
.
66,-
69,7
60,-
70,3
41,58 62,5
97/-
11,89
1

63,9
415
8,91
25,8
2019
13,50
27,51
15
25,4 5,87
5

36,7
46,-
60,7
43,7

GRENENHOUT
Zweedsch ongesort.
2
1
12X7 per standaard
ex opslagp 1. Londen

VUREN-
HOUT
basis 7″
f.o.b.
Zweden(Fïnl.
per standaard
van 4.672 M
3
.


HUIDEN
Gaat,open kop
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-lnd.
f.m.s.
per 100 kg
Amsterdam

ORONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
cii. Londen

1

LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1
00
0kg.
1)

GOUD


cash Londen
per ounce line

HenI.Ned.Ct.(

Not.

l’,.g

:1

HerI. Ned. Ct.
Not
HerI. Ned. Cl.
Not,

/
£
f
%
/%
T
%
/
%
£
/
%

f
%
ah.
1927
230,28
100,1
19.-(-
160,50
105,1
40,43′
100,9
32,62
5

106,5
266,03
106,4 21.18111
185,-
95,0
51,50
100,1
85/-
105,3 104,4
124,1
.”

1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
101,6
21.-(-
185,25
95,1
51,45
100,0
85/-
102,0
100,2
94,6
•,

1929
229,71
99,9
19.-(-
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5

89,4
230,16 92,0
19-/9
214,-
109,9
51,40
99,9
85f

92,7 95,4
84,5
1930
218,43
95,0
18,112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5

73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
85f-
69,6
75,1
60,0
1931
187,88
81,7
16.14!-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,37
5

50,2
136,69 54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101,1
9215
47,6 54,6
44,7 *

1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15.-14
70,-
35,9
51,25 99,6
1181-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1
10.1914
75,50
38,8
51,35 99,8
12417
33,1
.39,0
34,5

1934
134,02
58,3
17,1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75 37,3
51,50
100,1 13718
31,6 37,3
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3 9,15 29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25
34,5
51,50
100,1
14212
32,2 31,0
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
.45,4
14.1119
85,-
43,6
54,60
106,1 14014
39,0
42,2
40,7
1937
205,35 89,3
22.1712
132,25
86,6
23,35
58,2
15,22
5

49,7
127,81
51,1 14,418
110,50
56,8 63,20
122,8
14019
53,4 57,8
55,9

)t.1937
210,65
91,6
23.101-‘
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
140164
50,4
58,1 50,1
ov.

,,
209,46
91,1
23.51-
,
132,50
86,8
18,-
44,9
‘12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
110,50
56,7
63,10
122,6
140114
47,7 53,2
45,4
Dec.

,,
206,69
89,9
23.-/-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,37
5

40,4
105,31
42,1 11.1415
109,75
56,3
62,85
122,2
139110
44,9
51,8
45,5

lan.

1938
203,65
88,6
22.13/9
123,-
80,6
19,-
47,4
11,87
5

38,8 99.85
39,9
11.216
109,75
56,3
62,65
121,8
13917
44,4
‘51,9
43,5
Febr.

,,
199,56
86,8
22.5/-
122,50
80,2′
’17,-
42,4i
10,95
35,8 95,86
38,3
10.1319
108,-
55,5
62,70
121,9
139/94
43,4
51,0
43,4
Mrt.

,,
197,49
85,9
22.-!-
116,25
76,1
15,-
37,4
10,97
5

35,8 92,92
37,2
10.712
106,25
54,6 62,75
122,0
139111
41,8
49,9
42,0
apr.

,
197,23
85,8
22.-!-
110,-
72,0
‘14,50
36,2
10,625
34,7
90,22
36,1
10.113
101,75
52,3
62,65
121,8
139/9
40,0
48,9
38,8
195,17
84,9
21.15(-
105,50
69,1
14,50
36,2
10,42
5

34,0
91,54 36,6
10,4f-
98,50 50,6 62,85
122,2 1401-4
39,4 47,8 37,5
(uni

,,
190,37
82,8 21.51-
102,50
67,1
14,-
34,9
9,775

31,9
92,40
36,9
‘10.6(3
96,-
49,3
63,05
122,5 140(84
38,9
47,1
39,2
juli


188,10
81,8
21.-!-
102,50
67,1
14,75
36,8
10,125
33,1
97,26
38,9
10.17(2
102,-
‘52,4
63,20
122,8
141(2
41,3
48,2
439.
kug.

,,
187,70
81,6
21.-!-
103,-
67,5
14,75
36,8
9,72
5

31,8
93,55
37,4
10.913
96,50
49,6
63,60
123,6
142/4
40,9
47,6
44,7
3ept.

,,
182,97
79,6
20.151-
105,-
68,8
15,25
38,0
9,475

30,9
91,44
36,6
10.51-
96,25
49,4
64,55
125,5
14419
41,0 48,0 46,0
Dct.


184,29
80,1
21.-/-
107,-
70,1
15,75
,
39,3 9,07
5

29,6
88,01
35,2 10.-19
92,50
47,5
63,90
124,2
145194
41,3
47,8 47,2
1ov.

,,
177,72
77,3
20,101-
108,50
71,1
15,50
38,7
8,72
5

28,5
85,14
34,0
9.16(7

46,2
63,95
124,3
147174
40,6 46,8 45,4
4ov.-6 Dec.
176,45 76,7
20.10-
108,50
71,1
15,50
38,7
8,87
5

29,0
86,35
34,5
10.-!-

46,7
64,-
124,4
148134
40,1
48,2
.
45,3
13 Dec. ’38
176,66
76,8
20.101-
108,50
71,1
15,50

38,7
9,12
5

29,8
87,50
35,0
10.319
92,-
47,3
63,95
124,3
148/101
40,5 46,7 45,5
10

,,
176,10
76,6
20.101-
108,50
71,1
15,50
38,7
9,-
29,4
87,64
35,0
10.319
92,-
47,3
63,95
124,3
14818
40,5 46,6
45,1
17

,,

,,
173,62
75,5
20.5!-
108,50
71,1
15,50
38,7
9,-
29,4
87,45
35,0
10.319
90,25

46,4
63,90
124,2
148/11
40,6
47,0
45,1


1

STEENKOLEN
Westf./Holl.
bunkerk. ongez.

PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
33 tjm. 33.9° Bé s. g.

BENZINE
Gulf Exp. 64(66°
per

KALK-
SALPETER
franco schip
ZWAVELZURE
AMMONIAK
CEMENT
levering bij
50 ton franco

ST E EN EN
.
t

t
__________________
binnenmuur buitenmuur


f.o.b. R’dam(
A’dam per
te N.-York p. barrel
U.S. gallon
Ned.perlookg
franco schip
Ned. per 100 kg
voorden wal
P.
1000 stuks
Rood en
p. 1000 stuks
Klinkers en


tE!
1000kg.
Herl.Ned.Ct.I Not. Herl.Ned.Ct.I Not.
bruto Rotterdani Boeregrauw
Hardgrauw
‘ –
<.E

T
%
e
t
s.

1927
11,25
103,1 3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,86 51,48 102,6
11,44
102,5
18,-
99,0
13,65 104,3
16,50
88,4
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
1148
102,6 11,08
99,3
18,

99,0
13,60 104,0
19,50
104,5
96,5 99,0
1929
11,40 104,4
3,06
99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,55 102,0
12,-
91,7
20,-
107,1
98,5 95,9
1930
11,35
104,0
2,76
89,6 111
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
18,55
102,0′
II,-
84,1
19,-
101,8
83,3
77,1
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
057
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
16,55
91,0
10,-
76,4
15,50
83,0
61,9 55,4
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83
6,15
55,0 4,20 37,6
12,

66,0
8,50 65,0
II

58,9
49,6
43,0
1933
7,-
64,1
114
37,0
0,57
9,24 32,0
4,63
.6,18
55,2
4,63
41,5
II

60,5
8,75 66,9
1050

56,2
46,4
40,3
1934
6,20
56,8
l;4o
45,5
0,94 7,18
24,8
4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
11;25
61,9
7,-
53,5
8,50 45,5
44,8
38,8
IF

1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94
7,65 26,5
5,18
5,89 52,7
4,81
431
11-
60,5
6,75
51,6
8,50
45,5
46,4
39,9
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65 5,70
51,0
4,82
432
57,7 6,75
51,6 8,75
46,9
48,5
44,1
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15 11,08
38,3
6,10 5,75
51,4
4,97
44,5
11,35
62,4
7,50
57,3 9,50
50,9
66,4
60,5

Dêt.

1937
8,95
82,0
2,10 68,0
1,16 11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,35
62,4
8,25
63,1
9,75
52,2
62,1
56,8
Nov.


,,
9,-
82,4
2,09 67,7
1,16
10,49
36,3 5,82
5,85
52,3.
5,05 45,3
11,35
62,4 8,25
63,1
9,75
52,2
59,0
53,9
Dec.

,,
9,35
85,6
2,09 67,7
1,16
9,60
33,2
5,34
5,95
53,2 5,15
46,1
11,35
62,4 8,25
63,1
9,75
52,2
58,5
52,3

lan.

1938
9,90
90,7
2,08 67,4
1,16
9,34
32,3
5,20
6,05
54,1
5,25 47,0
12,85
70,7 8,50
65,0
10,50
56,2
59,1
52,4
Febr.

.,
9,90
90,7
2,08
67,4′
1,16
9,10
31,5
5,09
6,10
54,5 5,30 47,5
12,85
70,7
8,50 65,0
10,50
56,2
58,0
51,4
tint.
9,90 90,7
2,09
67,7
1,16
9,08
31,4
5,05
6,15
55,0 5,35
47,9
12,85
70,7 8,50 65,0
10,50
56,2
.
58,1
50,1
Apr.

6
,,
9,90
90,7
2,09 67,7
1,16
8,89
30,7 4,94 6,20 55,4 5,40 48,4
12,85
70,7
9,-
68,8
12,

64,3
57,5
49,5
tiei

,,
9,90
90,7 2,10
68,0 .1,16
8,92 30,8
4,94
6,25
55,9

5,45 48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,
64,3
55,6 48,3
Juni
9,90
90,7 2,10 68,0
1,16
8,88
30,7
4,91
6,25 55,9 5,45 48,8
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,7 48,0
juli


9,90
90,7
2,11
68,4
1,16
8,97
31,0
4,94 5,55 49,6
4,80 43,0
12,85
70,7
9,-
68,8
12,-
64,3
55,9 49,3
Aug.
9,80
89,8
2,12
68,7
1,16
8,89
30,7
4,85
5,65
50,5 4,90
43,9
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,1
48,9
3ept.
9,60
87,9
2,16
70,0
,

1,16
8,93
30,9
4,81
5,70
51,0
4,95 44,4
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
56,5
49,5
Oct.

,,
9,45
86,6
1,91
61,9
1,04
8,68
30,0
4,72
5,75 51,4
5,-
44,8
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
56,9
49,8
Nov.

,,
9,35 85,6
1,77
57,3
.0,96
8,31
29,0
4.52
5,80
51,8
5,05 45,3
12,85
70,7
9,50 72,6
12,-
64,3
56,1
49,0
4ov.-6Dec.
9,25 84,7
1,77
57,3 0,96
8,16 28,2
4,44
5,90
52,7
5,15
46,1
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,2
48,3
3 Dec. ’38
9,25
84,7 1,77 57,3
0,96 8,16
28,2
4,44
5,90
52,7
5,15
46,1 12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
61,3
55,2
48,5
10
9,25
84,7
1,77
57,3
0,96
8,17
28,3 4,44 5,90
52,7
5,15
46,1
12,85
70,7
9,50
72,6
12,-
64,3
55,3
48,8
/7

‘,

,,
10,30
94,3
1,77
57,3
0,96 8,06
27,9
4,38
5,90 52,7
1

5,15
46,1 12,85
70,7
9,50 72,6
12,-
64,3
56,2
49,1′,

996

ECONÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 December
,
1938



NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte BaIanB op 27 December 1938.

Activa.
Binnen!. Wis- lllfdbk.
f

7.694.801,83
sels, Prom., Bijbnk.

349.555,06
enz.indisc.Ag.sch.
,,

807.896,52
f

8.852.253,41
Papier o. h. Buiteni.
f

3.600.000,-
Af; Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.

3600 000-
Beleeningen
t’
Hfdbk.
f
281.92
m

8.253,371)
cl. vrsch.,j Bijbuk.
,,

1.959.762,01

op onderp.
in rek.-crt1 Ag.sch.

24.643,735,89

f
308.531.751,27

Op Effecten enz.
•.
f
306.754.013,981)
Op Goederen en Ceel.
,,
1.777.737,29 308.531.751,271)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,


Munt, Goud ……
f
106.637.555,- Muntmat., Goud .. ,,1.354.609.174,22
fl.46l.24&729,22
Munt, Zilver, enz.

27.346.567,69
Muntmat., Zilver.


1.488.593.296,91
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………,,

43.346.029,32
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

4.580.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

10.704.818,79
Staat d. Néderi. (Wétv. 27/5/’32, S. No. 221),,

8.905.871,61

Passiva
f
1.877.114.021,31
___________________
ifapitaal …………. . …………..
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………..
……….,,

4.860.787,51
Bijzondere reserve ………………,,

7.102.179,67
Pensioenfonds ………………….,,

11.865.241,84
Bankbiljetten in omloop…………..,,

991 510.955,_
-Bankassignatiën in’ omloop ……….. ,,

124.087,51
Rek.-Cour.
f
Het Rijk fl36.503.97l,34
saldo’s:

Anderen;, 701.791.398,22 ,,

838.295.369,56
Diverse rekeningen ………………,,

3.355.400,22

f
1.877.114.021,31

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
756.807.347,23
Minder bedrag aan bankbiljetten ‘in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.892.018.360,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..,,

. –
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……../ 63.247.800,-

Voernaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb.. Metaal- kings
-.

Munt Muntmat, .

schulden saldo

perc.

27 Dec. ’38 106638 1.354.609 991.511 838.419 756.807 81
19 ,, ’38 106638 1.354.609 978.435 853.231

757.601 80

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54

Totaal Schatkist-

Papier

Diverse’
Data

bedrag prornessen

e ee

‘op het

reke-

dj,’nnfn’, ,ht,-1′

n ngen

.,….,….
……. -,. –..-.. –,

…….

,’ –

27 Dec. 1938

8.852

308.532

3.600

10.705
19

,,

1938

8.844

307.612

3.600

11.862
25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
-‘) Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Andere

Besch ik
Data

.

Goud

1

Zilver

Circulatie

opelschb.

metaal-
schulden

saldo

24 Dec.’38
2)

1520

184.340

.

83.760

31.580
17

’38
2
)

138.030

.

186.730

83.110

30.094

12 Nov.1938

116.886
1

20.972

191.951

85.703

26.796
5

,,

1938

116.886

21.539

193.555

82.914

27.837
.25 Juli1914

22.057

31.907

110.172

12.634

4.842
Wissels,

1

Dek-

BANK VAN ENGELAND.’

1
Bankbilf. Bankbilj. I,Other Securities
Data

Metaal

in

in Banking Disc, and Securittes
1
circulatie Departm. Advances 21 Dec. 1938 327.313 503.038 1 53.378

14.911

24.796
14

,,

1938 327.519 495.349

61.0,66

16.819 [ 21.695
22 Juli 1914 40.164 .,

29.317

33.633

Other Deposits 1

Dek-
Data

Gov.

Public
1

Other
1
Reservel kings-
Sec.

Depos. . Bankers Accountsl

1
perc.
1)
21 Dec. ’38
1
72.121

12.522

98.338
1
37.312
1
54.2751 36.6
7 ,, ’38. 68.361

15.609

99.5471 36.002 162.170j4f,1
22 Juli ’14 11.005 j 14.736

42.185

1
29.2971 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed Wis-
1
Waarv.I Belee-
1
Renteloos
Data

Goud Zilver! in het
op
het

1 voorschot
bu it enl. sels J buitenl,l ningen Ia. d. Staat
10 L)ec.’38
87.265

551

18

11.832

871

4.000

30.627
8

,,

’38 87,265

536

19

13.36

872

4.231

30.627
23Juli’14 4.104 ‘ 640

1.541

8

769

Bons v. d. D’

Rekg. Courant
Data

zei/st.

5ÇJ

Circulatie

Zei/st.

Part t

amort. k.

Staat

cmort.k, culleren
15 1′

5.570

3.255

108.013

4.138

2.204

26.700
838

5.570

2.934

108.779

3.812

2.255

27.845
23Juli’14

5.912

401


• 943
‘)Sluitpost activa.

DUITSCHE_RIJKSBANK.

Daarvan

Deviezen

Andere
Data

“ou”

bij bui-

als goud-

wissels

Belee-
tenl. circ.

dekking

en

ningen
1)
banken

geldende

cheques

15 Dec.

193870,8

10,6

6,1

7.224,0

57,6
7

,,

1938

70,8

10,6

5,6

7.252,2

47,1
30 Juli

1914

1.356,9 ‘

750,9

50,2

Data

Effec-

Diverse

Circu-

Rekg.-

Diverse
ten

Activai)

latie

Cr1.

Passiva

15 Dec.

1938

548,1

1.421,0

7.661,3

1.027,3

443,3
7

,,

1938

548,4

1.374,6

7.629,4

1.002,9

433,6
30 Juli

1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40.0
1) Onbelast. 2) wo. Rentenbankschejne 15,7 Dec., resp. 37, 36 miii.

NATIONALE BANK VAN’ BELG1 (in Rpin’.

“1
Data

Goud

Rekg.Crt.

1938

‘o

0

cj

o


0

CQ
a
’00
0
0

212I5j 58

9201TI ‘I 147

T

4.381

1181 447
15112 .I3.423

1

9141 215

41

147

230

4
.39
6
1 1
2
31 420

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad

Wissels

Data
1
Goud-

,,Other

In her-
1
In de

Tötaal

cert 1fl-

cash” 2)

disc. v. d. 1

open
bedrag • caten
1)
member
1
markt
banks

gekocht

7 Dec.’38 11.671,7 111.661,7

345,7

6,0 1

0,5
30Nov.’38 11.612,5 1
1
1.601,7

357,9

7,1 1

‘0,5

F..R.
1

1
Goud-
1
Alvem.
Belegd
Data

in
u. s.
Notes
1
Totaal Gestort
1
Dek-
1
dek–

1 in circu-1


IKapitaail kings-
1
kings-

Gov.Sec.

latie 1 s

1 perc.i
) 1 perc.4)
7 Dec.’381 2.564,0 1 4.422,4 1 9.949,9 1 134,0 1 84,6


30
Nov.’38
2.564,0 J
4.384,9
1
‘9.934,7
j
134,0
1 83,6-
Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. ’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
.,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federa Reserve
bank
notes.
Verhouding totaien goudvoorraad tegenoveropeischbare schul-
den: F. R. Notes en netto deposito. 4) Verhouding rot

voorraad
muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTiCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-

Reserve 1
Aantal
1

conto’s

Beleg-

1
bil
de
t

Totaal

1
Waarvan
Data

leenin.J

en

gingen

1

i

R.

depo-

1

time sito’s

1 deposits
beleen.

1
banks
1
30 Nov.’381

1

1

8.317

113.008

1 7.337

1
.
28 391

I

5.124
,,
1
3


38

3

8.303 1
13
.003

7.263

28.281

1

5:125
De posten van Do Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank of
England zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen van
de betreffende valuta.

Data’

– buiten

Dis-

Belee-

_____________

betaaib.

ningen’)

kings-
N.-Ind.

conto’s

ningen
1

reke-

1
percen-
1

lage

24 Dec.’38
2
)

9.090′

‘7350

.

1

60.060

52′
17

,,

1
382)

8.980

76.820

1

59.820

51

12 Nov.1938

”9.346 ‘ 13.874
1

48.2i

67.104

50
5

,,

1938

7.410

13.794

48.552
1

67.324

50
25Juli1914

6.395

7.259

75.541

2.228

44
1)
Sluitpost activa.

2)
C(fers telegrafisch ontvangen.

1

.

.

t

-t

Auteur