Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1050

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 12 1936

18 FEBRUARI 1986

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Econom

isch~Statistischie

Beri*chtën

ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

21E JAARGANG

WOENSDAG
12
FEBRUARI 1936

No. 1050

COMMISSiE VAN REDACTIE:
P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. ‘ie Vries en
H. M. E. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur: L. R. W. Soutendijk.

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rcterdom.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplastwey.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bi) abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
.Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage; Postchè que- en giro-rekening
No. 145192.

Abonnementsprjs voor het weekblad franco ja ja in
Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-
tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden oan het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie
Oj)
de verdere publicaties.

INHOUD.

BIz.
VERLAGINGVAN DE VASTE LASTEN, GEZIEN VAMIT lIET
ECONOMISCH GEZICI-ITSPIJNT
door
J. Groot ……….108

Vet Engeisch-Fransche crediet door
C.
A. Klaasse….109

Gewone uitgaat of fondsboeking door
Prof. Dr. N. J.
Polak
……………………………………
109

De Amsterdamsclie zeehaven in
1935…………….110

Het executiewetsontwei-p in de Staten-Generaal door
.

Mr. J. Wilkns …………………………….112

Het verslag van de Algemeene Volkseredietbank door
Prof. G. Gonggrijp …………………………113

De tabakscompensatie door
C. A.
Klaasse …………115

De nieuwe theestatistiek door
J. F. Haccoû ……….117

BUITENLANOSOHE MEDEWERKING:

De spoorwegen in Zuid-Afrika door Prof. Dr. C. G.
W
.
Schumanu …………………………..
118

AANTEEKENINGEN:

De buitenlandsche handel

van Estlanci
en
Letlanci
en de

muntpariteit ………………………..
.
119

Wijziging van

de inclexcij Iers

van

Neclerlandsche
aandeelen………………………………
120

INGEZONDEN STUKKEN:

Industrie- en •laudlliouwsteun door
Ir. J. S. Keyser
met Naschrift door
Ir. W. H. van Leeuwen……
121

MAANDOIJFERS:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….. 120

Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-
mijnen ………………………………..
122

Emissies in Januari
1936 ……………………122

S
TATISTIEKEN ……………………………
123-126
Geidkoersen. -WlsseIkersen.

Bankstaten.

11 FEBRUARI
1936.

Gedurende ‘deze week zijn de ‘geidkoersen verder

tei-ugge’ioopen. Voor vrijgekomen gelden is het moei-

lijk plaatsing te vinden, terwijl door velen met het

oog opnde onzeIcdie toekoriist een -afwachfend& hou-

ding wordt aangenooien. Wanneer de wisselkoersen

deze verder mogelijk maken, zullen ook voor goud-

-transporten van Amerikn. naar hier tijdelijk eepige

nri-cidelen aan cle •geldmarkt onttrokken worden. De

rente voor -drie-maands hankaccepten is tot 1% pCt.

teruggeloopen, op welken prijs er echter meer ‘geld

clan papier is. Halfjaars schatkistpapier noteert i
r
/s

pOt., jaars 2% pOt. Oall kwam weder op
%
pOt. Pro-

longatie 1% pOt.

* *
*

‘Ook op de wisselmarkt wéet men hog lange niet

waar men aan toe is. De Dollarkoeri blijft nog steeds

– ondanks Ihet feit, dat goud-remises naar Europa

onderweg zijn – op ‘het lage nivean. Hier bewoog

‘de •koers ‘zich rond de 1.45
v
/s. De /f koers is tot

5.03 opgeloopen; van hooge’r’hand is ingegrepen om

een -te sterke stijging van ‘het, Pond te voorkomen,
slot 5.019. Hier is •het Pond tot 730%’ gestegen om

‘tenslotte tot 7.29 %I terug te gaan. De Fransche

Franc bleef tussehen ‘de 9.73 en 974 schommelen;

Slot lager op 9.72%. De f/Frs.-koers werd rond •de

75 gahonden, $/Frs. ng steeds rond het gou’dinvoer-

punt. B’elga’s zijn van 24.85 op 24.80X
,1
terugge,gaan.

Marken bleven rond de 59.30. Oreditsperrmarken, die

aanvankelijk gezocht bleven, liepen gisteren eenig-

Zins terug. Oanadeesche Dollars 1.45
%’.
Argentijnsehe

Pesos 4034 • • –

Uit ‘de marges op cle termijnmarkt zon men mogen

opmaken, dat de naaste toekomst van onzen Gulden

beter beoordeeld wordt. Eén- en •drie-maands Ponden

‘deden tenslotte 1 resp. 5% c. agio, Dollars op •deze

termijnen % resp. 1% c. opgeld. Het ‘deport’ van ‘den

– Franschen Franc is tot 2 resp. 8 p. teru’ggegaan.

De prijs voor gouden ‘haren is een weinig gestegen;

voor Amsterdnm en Londen levering werd een oogn-

blik
f
1.651 genoteerd, “slot weder
f
1.649,50. Eagles

2.49%, Sovereigns 12.20, Gouden Tientjes 10.12%.

Marken bankpapier 42%, Marken Zilver 45%.

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Februari 1936

VERLAGING VAN DE VASTE LASTEN, GEZIEN

VANUIT HET ECONOMISCH GEZICHTSPUNT.

Er zijn er velen in ‘den lande, die zich in principe
we! kunnen -vereenigen met de aanpassingsgedachte,
clie de huidige Regeerin’g in het centrum van hare
economische politiek stelt, maar die toch ontevreden
zijn over de methode, waar-op de Regeering haar doel
tradht te bereiken. Zij zien wel in, dat het bedrijfs-
leven moet worden bevrijd van de drukkende verlie-
zen, die daarop nu al jaren rusten en zij begrijpen
ook wel, •dat een ingrijpende verlaging van de pro-
ductiekosten een doelmatig middel is om in de be-
staanden toestand verbetering te brengen. Aanvaard-
baar is daarom voör hen ook het feit, dat de Regee-
ring met alle denkbare middelen de verlaging van
het ‘loonpeil bevordert, maar men is teleurgesteld
over ‘het uitblijven v.nn een krachtig ingrijpen terzake
van de z.g. ,;vasteLasten”.

Oppervlakkig -igézicn lijkt deze teleurstelling ge-recihtvaardigd te lijn. Immers, men zal op ‘den ‘duur
niet kunnen voortgaan met de verlaging van de loo-
nen, zonder dat de vaste lasten, d’ie van ieders in-
koienbeetedin’g een zoo belangrijk deel vormén, wor-
-den verlicht, -of m.a.w. •het is -geheel onmogelijk te
acht-en, dat de noodzakelijke productiekostenverlaging
kan worden verwezenlijkt, uitsluitend ten koste van de bonen. Op zichzelf beschouwd is dat ook juist en
de Regeering is ‘dan ook ongetwijfeld ten volle over-
tuiigd van het feit, -dat de door haar gevolgde aan-
passingspoliti-ek alleen mogelijkheid van slagen biedt,
wanneer de vaste lasten een ingrijpende verlaging
ondergaan.

De vraag, die dus -overblijft, is alleen maar, in
‘hoeverre die dringend noodzakelijke ‘la-stenverlaging
kan worden bereikt door ingrijpen van R-egeerin’gs-
wege. Om die vraag te kunnen oplossen dient men
eerst de pro-ductiekosten aan een nadere ontleding te
onderwerpen. Doet men dat, dan zal men tot het in-
zicht komen, dat de productiekosten uiteenva’lIlen in
twee groepen, nl. loon en rente, of rn.a.w. dan zal
men tot de conölusie komen, dat alle productiekosten
zonder uitzondering tenslotte behooren tot de loon-
kosten of tot de rentekosten.

Oppervffakk-ig gezien lijkt het of er minst ‘het loon,
dat in ‘de onderneming wordt betaald aan de arbei-
ders en aan het personeel en naast de rente, die
wordt ‘betaald aan. ‘diegenen, ‘die aan de -onderneming,
in één of anderen vorm, -geld hebben geleend, nog
tal van andere .prod’uctiekosten bestaan. Men denkt
dan in ‘dit verband aan de materi-aalkoste-n, de machi-
nekosten, ‘de algemeene onkosten, de verkoopkosten,
e.a. Gaat men echter op d-eze zaak -wat ‘dieper in, dan
‘blijkt, ‘dat ook al deze pro-ductiekosten tenslotte uit-
eenvailen in een group loonkosten en een groep
rentekosten. De ondernemer immers, die materiailen
koopt en daardoor ‘dus materiaalkos’ten maakt, betaalt
den -koopprijs van die ma’teriaiien aan ‘den. leverancier,
die met ‘behulp van de zoo verkregen opbren’gst loon
betaalt aan
zijn
arbeiders, aan
zijn
personeel en rente
aan. degenen, ‘die
hem
geld hdbhen geleend. Wellicht
zal hij een deel van -de -opbrengst -ook aanwenden voor
den aankoop van n

ieuwe snaohines, maar tegenover
‘de levering van de machines betaalt hij dan den
koopprijs aan den machin-efabrikant, ‘die -daardoor op
zijn beurt in ‘staat wordt gesteld- loon en rente in
zijn
bedrijf te betalen en zoo blijkt ‘dus, wanneer men de
,,K’ausa’lkette” -maar lang genoeg volgt, ‘dat alle pro-
‘ductiekosten -tenslotte uiteenv-al-len in twee -groepen,
ul. loonkosten en rentekosrten.

Het is -daarom oo-k duidelijk, dat een Regeering, die
de productiekosten verlagen wil, dat -alileen kan doen door het loon en ‘de rente tezamen omlaag te brengen.

T’ezi.ke -van de loonpolitiek is de Regeerin’g’ in haar
plannen geslaagd; het l-o-onnive-au is z-eer belangrijk
gedaald en ‘het ‘daalt nog voortdurend. Van de rente
kan men ‘helaas niet hetzölf’de -zeggen, -de rentestand
is-in ‘de cri-sisjaren”slechts weinig ‘gedaald-en de vraag

rijst nu, waarom de Regeering

hier niet ingrijpt en
waar-om -zij niet met krachtige han’d de rente omlaag
drukt, door hijy. de maximum rente op
2
1
X
,
.
pOt. te –
stellen. Een
dergelijke
maatregel -zou immers niet
alleen ‘de productiekosten flink verlagen, maar daar-
en’boven zou ‘daardoor op de

totale staa’tsschul-d van
ongeveer
f
3 millliard een jaarlijksc’he rentebesparin-g
van pim.
f
45 milli’oen kunnen worden bereikt, wat
ongetwijfeld een belangrijke verlichting ‘van -de be-
grootingszor,gen ‘zou beteekenen.
Er moeten ‘dus wel ‘zeer dringende redenen zijn,
die juist deze Regeering, ‘die immers de verlaging van
de prod’uct’iekosten als ‘het centrum van hare geheele
economische politiek heeft -gekozen, ervan teru’ghou-
den tot wettelijke renteverlagin’g te besluiten. Die
dringende redenen zijn er inderdaad; ‘de Regeering,
hoezeer -ook overtuigd van -de onafwij-s’bare noodzake-
lijkhei’d van renteverla’ging, weet, ‘dat door een in-
grijpen van ‘b-oven af, slechts averech-tsche resultaten
zou-den worden bereikt.
Om dit te
,begrijpen
dient men zich rekenschap te
gaven van ‘den toestand; ‘die thans op ‘de kapitaal-
markt hesthat. De -meeste kapita-al’bezitters ac-hten de
huidige economische om-s’tandi;Sheden zoo onzeker, dat
zij ‘hun. ‘geld hij ‘de banken beleggen en met een mini-
mum rentevergoeding genoegen nemen, -of lesn-oods
hun ,gel’d ge’heel renteloos in de brandkast laten lig-
gen, liever dan- ‘het kapitaal-bloot te stellen aan het
risico van ‘de productie.

De ‘bewering, ‘die men mc veelvuldig hoort uiten,
dat in ‘dezen tij-d een groot kapitaalsovers-chet zou
bestaan, is dan ‘ook -geheel onjuist. Het tegendeel is
waar; er ‘heerscht een kapitaa’lstekort. Geld is er
zeker ‘in overvloed voorhanden, maar ‘de bezitters van
dart geld zijn niet ‘bereid, zelfs niet tegen vergoeding
van hooge rente, ‘hun kapitaal -op langen termijn uit
te zettén en he-t ‘daardoor ter ‘beschikking van de
r6ductie te stellen. E’n wat zou er nu gebeuren,
wanneer ‘de Regeerin-g ‘den rentestand jdoor wettelijke
maatregelen ‘omlaag zou ‘drukken? Het eeni’g resultaat
van een dergelijk besluit zou zijn, ‘dat onder ‘de kapi-
.ta’al’bezi-t-ters, ‘die thans hun ‘kapitaal no’g ‘in ‘de pro-
ducten hebben ‘belegd, er velen zouden zijn, ‘die in
verband met de ‘geringe rente, ‘die ‘zij voortaan zou-
den ‘ontvangen, het hcleggingsrisioo te -groot zouden
achten, waardoor ‘het reeds bestaande tekort op ‘de
kapitaalmarkt nog ernstiger vormen. zou -gaan aan-
nemen. – Afgezien nog ‘daarvan zou overi’gens ‘de finan-
cieele reputatie van den Staat, ‘deor een wettelijke
renteverlaginrg, ten zeerste worden bedreigd’, waart
door de Staatsfinanci’ering, die toch -al woveel zor-
‘gen baart, nog moeilijker zou worden.
De Regeering, ‘hot zij hier nogmaals gezegd, ‘die ‘de
onmiskenhare nood-zaak ‘van ‘de renteverlaging wel
degelijk inziet, volgt -dan ook een. ‘geheel anderen weg
om ‘haar ‘doel te ‘bereiken. Eeni’ge maan-den geleden
-h-eef-t zij namelijk -een politieke richtlijn aanvaard,
-die er op ‘gericht is, ‘de rust in den lande, die ‘door
allerhande alarmeerende ‘geruchten en beweringen
verloren ‘as ‘geiaakt, weer te herstellen. Politieke
rust, fin-ancieele rust en economische rust is het
‘devies, ‘dat de Regeering zich ‘heeft -gesteld, in de
vaste overtuiging, ‘dat – terugkeer ‘van de rust -zal lei-den tot ‘herstel van ‘vertrouwen van ‘de kapitaaibezit-
ters in den al-gemeenen gang van -zaken. Slaagt ‘de
Regeerin’g -er in’der-daa’d in dit vertrouwen te herstel-
len, ‘dan is ‘zij een ‘belangrjken stap ‘in de goede ri’öh-
tin’g gevorderd. Iedeie kapi-taal’bezitter zal ‘dan im-
mers, rekening -houd-en’de met zijn eigen belang, er
voor zorg ‘dragen, ‘dat”zijn kapitaal geen ‘da’g langer
‘dan noodi-g is, ren-tel-nos in de ‘brandkast
blijft
ii;ggen.
Hij zal er ‘belegging voor ‘ijoeken en daardoor zal dan ‘de zon gewens’chte overheveling van ‘het kapitaal, dat
thans op ‘korten termijn is uitgezet, naar ‘de kapitaal-
m’arkt plaatts vinden. Om-dat nu, in verband met de
sterk ‘ingekrompen productie, ‘de vraag naar kapitaal
gering ‘

is, zal tegenover een sterk vergroot aanbod
-een ‘hetrekkelijk-geringe4.vraa komen rte staan, met

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

109

het gevolg, dat de rente automatisch zal dalen tot
het zoo begeerde lage niveau.
Daarmee zal dan tevens het vraagstuk van de vaste
lasten tot oplossing zijn gebracht. Zooals wij hier-
voren uiteenzetten bestaan immers de productiekosten
uitsluitend uit loon en rente, en de vaste lasten zijn
in wezen niet anders dan de rentekosten, die in
onze
maatschappij in één of anderen vorm betaald worden.
Verlaging van den rentestand en verlaging van de
vaste ‘lasten zijn dus ei’genijk twee benamingen voor
hetzelfde begrip.
Er is eenigen tijd geleden een wetsontwerp ,,tot
verlaging van enke’e vaste lasten” ingediend. Dit
wetsvoorstel ‘beoogt echter geenszins te zijn een prin-
cip’ieele oplossing van het vaste lastenvraagstuk. De
bedoeling ervan is alleen om ‘de huren, die zich nog
niet hebben aangepast aan de sterk gewijzigde ecuno-inisehe omstandi’gheden, op een lager niveau te bren-
gen en in verband daarmee ook maatregelen te tref-
Een voor hypotheekrente en pandbriefrente.’ Verder
kon de Regeering met hare maatregelen ook niet gaan
omdat, zooals wij hierboven trachten te verklaren,
de verlaging van •de vaste lasten een proces is, dat
zich automatisch, ‘dus zonder ingrijpen van boven af,
moet voltrekken.
J. GROOT.

HET ENGELSCH.FRANSCHE CREDIET.

De berihten omtrent ‘de besprekingen inzake de
Engelsche credietverstrekking ‘aan Frankrijk zijn nog
niet erg duidelijk. In kruiken en kannen schijnt
bovendien de transactie nog lang niet te zijn. En
omtrent de detail’s doen ‘de meest uiteenloopende ge-
ruchten ‘de ronde. Maar in elk geval kan men aan-
nemen, ‘dat de Fransche Regeering voor de gedeelte-
lijke voorziening in •de behoeften van de schatkist
het oog geslagen heeft ‘op de Londensche geldmarkt.
Dat feit op ‘zihzd1f is, wanneer men ‘de situatie iets
nader ana’lyseert, feitelijk heel w’on’derlijk en alleen
maar te verklaren ‘op grond van monetaire ‘atavismen.
Internationale credietverlening moet – wil zij
beteekenis hchben – daarop gericht zijn, ‘dat het
geiclnemende lan’d koopkracht ‘ter beschikking gesteld
krijgt, die ‘het aanwendt om in zijn behoefte aan
vast of vlottend kapitaal te voorzien. Zulk een geval
‘doet zich voor, wanneer ‘het gel’dnemerslan,’d een im-
portoversohot heeft, ‘dat door het opnemen van ere-
diet in het buitenland kan worden vereffen’d. Zoo wel hij credietverleening op langen, als ‘op korten termijn
kan zich dc situatie voordoen.
Het is intusschen ook ‘denkbaar, dat er kapitaal-
of ‘geid’beweging ‘inti’eedt, zonder dat er in het geld-
nemende land een hetalings’ba’lansdeficit valt te over-
bruggen. Alsdau zal ‘het gevolg zijn, dat in het
credietnemen’de land goud binneuv’loeit. De crediet-
behoefte der ind’Fvidueele geldnemers kan ‘dan ‘op ge-
heel ‘dezelfde wijze gedekt worden, maar voor de
volkshuishouding ‘kan men dan reeds de gerechtvaar-
d’igde vraag opwerpen of de internationale crediet-
vei1eening wel zin ‘heeft; want weliswaar krijgt ook hi’er het gel’dnemende land koopkracht ter beschik-
king, maar ‘deze koopkracht wordt niet aangewend in
het land waar zij thuishoorde ‘in den normalen kring-
loop productie-consumptie, of productie-cred’ietver-schaffing-consumptie. ll’ier wordt in ‘het geldnemen-
de land op ‘grond van ‘den gou’dimport nieuwe kooi-
kracht gecreëerd. Er zijn verhoudingen ‘denkbaar,
waarbij ‘zelfs een on’der zulke ‘omstandigheden ver-
strekkin’g van ‘internationaal crediet nuttig is. Maar
‘men zal toegeven, ‘dat ‘d’i’t toch alleen maar mogelijk
is, wanneer het rgeldneniende land ‘de volkomen vrije beschikking ‘heeft over het via ‘de credietverschaffing
geïmporteerde goud.
Tanneer
wij nu denken aan liet concrete geval
der Engelsche credietverleening aan Frankrijk, dan
komt men tot de volgende feiten. Aangenomen, dat
het Exchange Equalisation Fund niet beschikt over
een noemenswaard bedrag aan Francs, zal het nood-

wendige resultaat van een credietverstrekking moe-
ten zijn, dat Frankrijk de beschikking krijgt over
een bedrag goud gelijk aan het verleende crediet.
Het is daarbij niet denkbaar, ‘dat de Engelsehen ‘het
crediet zullen geven zonder deugdelijke goudclau-
sule en wellicht zelfs versterking daarvan door een verband op ‘het ter ‘beschikking gestelde goud. Dat
beteekent dus, dat de Fransche Regeeri.ng
of de
Banque dc France het uit Londen verkregen, rcsp.
daar ge-earmarkte goud niet kunnen beschouwen
als een goudschat, waarover zij de vrije beschikking
hebben. Zeer zeker zal men dit goud tijdens den duur van het crediet niet kunnen gebruiken voor
liet eenige doel, waarvoor tenslotte zulk een goud-
vooraad nut kan bewijzen: de pariteitshandhaving.

Als men zich nu die situatie voor oogen stelt,
moet men dan niet coneludeeren, dat zulk een cve-
diettransactie alleen maar kan dienen als zelfbe-
drog? Als de Fransche Regeering geld wil hebben,
en zij neemt daartoe een Engelsch crediet op, dan
komt dat tenslotte hierop neer, dat de Banque dc
France het geld verschaft. Ondanks zijn ruimere
opvattingen dan zijn voorganger voelt blijkbaar ook
,de heer Tannery er niet voor om dat geld zoo maar
‘als voorschot te geven. Maar wanneer
‘hij
nu het ‘geld
ivel geeft tegen goud, dat uit hoofde van het En-gelsche crediet ter beschikking komt, dan strooit
hij zich en anderen zand in de oogen. 3uist omdat
als een paal boven water staat, dat die goudvoor-
raad alleen maar gebruikt kan worden om straks het
crediet weer af ‘te lossen en zeker niet inmiddels
voor de wiselkoezshandhaving disponibel is. En wat
blijft er dan voor verschil over tusschen de schijn-
transactie: Engelsch crediet, gouddepôt, geldcreatie
daartegen, en het wezen: geldcreatie door de Banque

de France? C.
A. KLAASSE.

GEWONE UITGAAF OF FONDSBOEKING.

In ons artikel ,,Perspectieven” ‘in E.-S.B. van
4 Deee’m’ber 1935 (‘blz. 1062) •opperden
w
ij: bezwaren

tegen ‘het over twintig jaar verdelen van de in vier
jaar tij’ds te verrichten uitgaven voor verbetering van
de landsverdedi’ging. Wij ‘stelden in het licht, dat,
‘gezien ‘de snelle on’tw’ikkeling van de techniek, de aan
te schaffen weermi’ddcien ‘zeker binnen twintig jaar
moeten worden vervangen en daarvoor nieuwe uitga-
ven moeten worden gedaan, dat ‘derhalve de uitgaven
op ‘de gewone dienst thuis behoren en niet ‘op de
kapitaal’dienst, waarheen ze via een Fonds worden
overgeheveld, en ‘dat deze overheveling geen ander
materieel gevolg ‘heeft ‘dan dat men de tekorten op
de gewone dienst te klein ziet en daardoor ‘de drang
tot bezuiniging minder ernstig neemt.

Het voorlopig verslag over het Wetsontwerp tot
instelling van een Lan’dsverdedi’gingsfonds (Bijlage
Tweede Kamer 1935/36 No.
222)
bevat soortgelijke
opmerkingen:
,,Vcrscheidene leden, voorstanders van de verbetering
van de materieele uitrusting; deelden in zoo’ver de mee-
Hing van ‘de ‘hierboven aan het woord zijnde tegenstanders
van deze versterking, dat ook zij fondavorming in be-
ginsel een onjuist middel ter bereiking van het gestelde
doel achtten. Zij achtten liet niet uitgesloten, dat over
vier jaren, wanneer het geheele bedrag van
f
53.400.000
zal zijn verwerkt, nieuwe uitgaven voor de materieele uitrusting zouden noodig zijn, maar dan ‘blijft nog ge-
durende zestien jaren de druk van rente en aflossing der
leeni’n’g bestaan. De voorgestelde wijze van financiering
zou alleen dan juist zijn, indien vaststond, dat in twintig
jaren geen verdere verbetering van de materieele uit-
rusting noodig zou zijn. Sommigen hunner waren dan ook
van meaning, ‘dat de voorgestelde voorzieningen uit den
gewonen dienst bekostigd zouden moeten worden. Anderen
zouden zich evenwel over hun bezwaren kunnen heenzet-ten, tindien de Regeering bereid zou zijn, den aflossings-

110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Februari 1938

termijn aanzienlijk korter te stellen dan
20
jaren. Eenige leden zouden dezen termijn op •ten hoogste acht jaren wil-
len stellen.”

Daarop antwoordde de Regeerin’g in de Memorie
van Antwoord het ‘volgende:

,,Zooals reeds in de Memorie van Toelichting op het
out-worp van de wet tot instelling van een defensiefdnds
werd opgemerkt, laat de financieele toestand van het Rijk
niet toe, thans den gewonea dienst voor de defensie met
een groot aantal nrillioenen meer te belasten dan in
1935
het geval was. Er blijft dus geen ander middel over dan
de vorming van een fonds om in korten tijd het allernood-
zakelijkste aan materieel aan te schaffen. Ten einde te
voorkomen, dat de jaarlijks op het VUIste hoofdstuk der
Rijksbegrooting te brengen som ‘voor rente en aflossing
in veehouding tot het geheele bedrag van dat hoofdstuk

buitensporig hoog zou worden, heeft de Regeering ge-
meend, dat een aflossing van de ten behoeve van het fonds
ontvangen sommen in
20
jaren, aanvangende in het eerste
jaar, dat het fonds in werking treedt, een redelijke oplos-
sing is. De annuïtit bedraagt dan niettemin nog
f 3.570.000,
waarbij aangenomen is, dat de beschikbare
gelden gelijkmatig over
4
jaren zouden worden ver-
bruikt; werd de duur van het fonds tot 8 jaren verkort,
zooals door sommige leden wenshelijk wordt geacht en
zou de eerste aflossing eveneens in
1936
plaats hebben,

dan zou de annuïteit rond
f72
millioen bedragen. Een
dergelijk hoog bedrag zou de defensiebegrooting, in
ver-

band met de andere behoeften van leger en vloot, zoo-
danig doen stijgen, dat in de tegeuwoordige financieele
omstandigheden daaraan niet gedacht kan worden.”

Wij verbazen ons ten ‘zeerste over dit lichtvaardige, nietsz’eggende antwoord. Als de begroting een uitgaaf
niet kan dragen, dan moet die uitgaaf èf niet gedaan worden, ôf in de plaats komen van een andere, min-
der nodige, dus nagelaten uitgaaf. De derde mogelijk-
heid is, dat men een tekort ‘becijfert.
&eking van een uitgaaf, die nodig wordt geacht
– en na de mededelingen van een Amerikaan in de
Nieuwe Rotterdamsche Courant zal wel bijna ieder-

een van de noodzakelijkheid van uitgaven voor Lands-
verdediging ‘overtuigd zijn – boeking van zu1k een uitgaaf op de toekomst heeft geen ander effect dan
dat me’n het tekort, ‘hetwelk men behoorde te becij-
feren, niet naar buiten vertoont. Gevolg: -verminderde
drang tot ‘bezuiniging op andere uitgaven, mindere
ernst met de gezondmaking der financiën, mindere
bereidheid ‘tot het ‘brengen van individuele en groeps-
gewijze offers ten ‘bate van het algemeen.
W-ie enige ervarin’g ‘heeft in ‘het bedrijfs:leven weet,
hoe de ‘ondernemers, die ‘hun verliezen durfden ver-
tonen en af te schrijven, tegelijkertijd hun bedrijven
grondig re’organ’i’seerdeu en op hun bedrijfs- en privé-
uitgaven tijdig wis-ten te bezuinigen, meestal ‘spoedig
het vertrouwen van hun relaties en vooral -van hun
crediteuren Jierwonnen, ‘in’dien zij het al verloren had-
den, en een nieuwe periode van bloei voor ‘hun zaken
in’gingen. Hij weet ook, •dat vele ondernemers, die
‘hun verliezen ‘bedekten door flattering hunner balan-
sen en winst- en verliesreken’ingen en v’oortgingen
met ‘hun zaken en ‘hun huishouding ‘op de ‘ou’de wijze
te ‘beheren, met die söhijn slechts aan kleine, ondes-
kundige relaties vertrouwen in’bo’ezem’den, terwijl ‘de
grotere zaken

vrienden met oordeel des onderschei’ds
zich geleidelijk terugtrokken en ‘dat door hun in
vraagvorm geflui’sterde opmerkingen de kring der
terugh’ou’denden steeds groter werd, -totdat de lesnen
voeten zozeer ‘afbrokkdl’den, ‘dat ‘zij ‘de metalen reu’zen
n’iet meer konden ‘dragen.
Moge het gemeen overleg tussen Regering en
Staten-Generaal, ‘dat eerstdaags over di’t wetsontwerp
is te wachten, ertoe leiden, dat de Staat het ‘goede
voorbeeld ‘volge en geve van zuivere ‘verantwoording
zonder flatteriu’g van jaarrekeningen.. Het wankele
credietwe’zen ‘heeft dat goede voorbeeld nodig. Het
zal ons land èn in moreel èn in materieel opzidht ten
goede komen. P.

DE AMSTERDAMSCHE ZEEHAVEN IN 1935.

Liet 1934 tegenover het voorafgegane jaar een lichte verbetering zien van het havenverkeer van
Amsterdam, het jaar 1.935 bracht weer een belang-
rijken achteruitgang.

Zeescheepvaart. T

Jet aantal der in cle haven aan-
gekomen zeeschepen verminderde van 3222 in 1934
tot 2893 in 1935; cle totale tonnenmaat der aange-
komen zeeschepen van 4.638.017 netto register ton
in 1934 tot 4,178 271. N.R.T. in 1.935. Het aantal in
ballast binnengekomen schepen nam daarbij weder
toe van 218 in 1934 tot 231 in, 1935.
Het ‘aantal schepen, hetwelk de Amsterdamsche
haven uitsluitend aandeed om te bunkeren, vermin-
derde in het afgeloopen jaar wederom in belangrijke
mate. Over de jaren 1929, 1930, 1931, 1932„ 1933,
1.934 en 1935 bedi-oeg het aantal dier schepen resp.
192, 95, 1.33, 147, 1.38, 1.08 en 55. De hoeveelheid in
de haven gebankerde brandstoffen verminderde
evenzeer, zij ‘het niet in dezelfde ‘verhouding. Vo’or
kolen en olie bedroegen de cijfers voor 1.934 resp.
305.643 ton
J)
en 39,122 ton; voor 1935 258.716 ton

en 46.042 ton.

Rljnvaart
,
.
liet getal (ier te Amsterdam aange-
komen en vandaar vertrokken Rijnschepen, het’welk
in cle jal-cu 1933 en 1934 een stijging had doen ‘zien,
liep in.hct afgeloopen, jaar weder terug. Zooais uit
het hierneven geplaatste overzicht blijkt, vermin-
derde het aantal beladen aangekomen schepen van
1.789 in 1934 tot 1666 in 1.935. 1-let aantal ledig aan-
gekomen schepen verminderde eveneens, nl. van 193
in 1934 ‘to’t 110 in 1935. Bij ‘de vertrokken ‘schepen
daalde het aantal ‘beladen naar Duitschland vertrok-
ken schepen van 1210 ‘in 1934 tot 982 in 1935, het
aantal ledig daarheen vertrokken schepen van 249
tot 230, verminderde ‘het aaiita’l ‘beladen naar elders
vertrokken schepen van 24 tot 20 en liep het aantal
ledig naar elders vertrokken schepen terug van 571
tot 517.

Goederenverlceer.
2)
Het totale havenverkeer
3)
ver-

minderde van 6.476.842 -ton in 1934 tot 5.798.699 ton
in 1935, ‘derhalve met 678.143 ton of 10.5 pOt. Be-grijpt men onder het totale ‘havenverkeer zoowel de
tea doorvoer bestemde geloste ‘als de ten doorvoer
bestemde geladen goederen, .cl’an bedraagt dit voor
1934 7.557.311 ton en voor 1935 6.879.455 ton; de
vermindering bedraagt ‘dan dus 677.856 ton of 8.9
pOt. Het cijfer van 6.879.455 ton moest als ‘grondslag
worden genomen voor de gereproduceerde cirkeigra-
fiek, omdat deze alle samenstellen cle ‘deelen van het
havenverkeer in beeld brengt. Uit de genoemde
cijfers valt reeds ‘af te lezen, dat, zooals ‘hieronder
nog nader zal blijken, de achteruitgang van 1934 op
1935 in sterkere mate moet worden toegeschreven
aan een vermindering van de hoeveelheden in- en uit-
gevoerde’ goederen dan aan een achteruitgang van
het ‘trans’itoverkeeT.
De verhouding tussdhen stukgoed en massagoedver-
keer
4)
verschoof weer verder ten gunste van het

Onder ,,’ton” wordt hiem’ en in het vervolg, waar
gesproken wordt van goedereuhoeveelhede
1,
een hoeveel-
‘heid van 1000 leg verstaan.
]lij de samenstelling van de cijferoverzich’ten en de
ci rkeigrafiek betreffende het goedereuve i’keer is gebruik gemaakt van ‘de maandstatistiek van den in-, uit- en door-
voer, tweede deel, van het Centraal Bureau voor’de Sta-
tistiek te ‘s-Gravenhage.
Hieronder wordt verstaan de som van de in de
maandstatistiek vermelde hoeveelheden, gelost ‘bij invoer tei- zee en langs rivieren en ‘kanalen cii de hoeveelheden,
geladen hij uitvoer Ier zee en langs rivieren en kanalen
vei’meei-derd met het hoogste der beide cijfers, welke men
‘erkrijgt ‘bij optelling; eenerzijds van de hoeveelheden, ter
zee en langs 1-ivieren en kanalen bij doorvoer aangevoerd,
anderzijds van de hoeveelheden, ter Zee en langs rivieren
en kanalen bij doorvoer afgevoerd.
Onder massagoecleren worden in dit overzicht ver-
staan: kolen, ertsen, n1inerale oliën en derivaten daarvan,
hout, granen en zaden.

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

111

Rijnschepen (laadvermogen in 1000
Me.)

Aangekomen
Vertrokken

Beladen
Ledig
BelacLen
Ledig
Beladen
L e d i g
Jaren
Aan-
Laad-
Aan-
Laad- Laadver-
Aantal

1
Laadver-
Aantal

1
1
Laadver-

Laadver-
Aantal

1

Aantal 1
tal
ver-
tal
ver-
mogen
i

mogen
i

mogen

i

mogen
mogen
m
naar Duitschland
naar elders

1929

. ..
2762 2064
171
186
1362
1049
334
309
80
46
1278
1007
1930


2570
1855
117 127
1323
987
267 233
109 85
1176 853
2319
1689
92 93
1150
795
294
275
48
29 1040
779 1931

…..
1932 1514 1114
51
51
959
665
184 175
19
9
583
449
1933
1596
1141
126
114
1112 789
164
146
24
13
580 457
1934 1789
1298
193
174
1210 862 249 215
24
11
571
484
1935
1666
1189
110
105
1

982 652
230
181
20
10
517
434

stukgoe&verkeer. Van het -totale ;ha

venverkeer vorm-
cle het stulcgoedverkeer 48 pCt. (1934: 45.9 pCt.); het
massaigoedve’rkeer 52 pC.t. (1934: 54.1 pCt.). Worden
de doorv’oercij:fers bij heide richtingen (gelost en ge-
laden) medegetel-d, dan bedragen de percentages voor
stukgoed en massagoed resp. 48.7 en 51.3 (1934: 49.4 en 50.6).
Het verkeer in alle massagoederen met uitzonde-
ring van dat in minerale oliën en granen vertoont,
zooals ond’erstaand overzicht d’oet zien, in het afge-
loopen jaar een sterken achteruitgang tegenover 1934.

Totaal havenverkeer van massagoederen te Amsterdam.
(in 1000 ton)

Artikel

1929
1930
1931
1932
1933 1934
1935
Kolen

……1877
1768
1705 1486
(alle bunkerkolen
inbegrepen)
1662 1583
1650
1355
Hout
……..739
627
514
360
461
368
258
Minerale oliën:
Petroleum. ..

134
130 126
121
136
141
161
Benzine ……
133
109 141
160
180
208 225
Gasolie ……
51
47 56
51 79 117
139
Stookolie
.

84
67
62
54
(alle bunkerstookolie inbegrepen)
76
95
144
141
Ruwe aaidoliën en
n.a.g. derivaten
113
102
73
49
76
109
65
Zaden

……329
259
426 409 276
264
336.
Granen
……408
402
506
454
363
338
202
Ertsen

……103
167
184
167
160
172
136

De adhteruitgang van het cijfer voor ‘kolen is een
gevolg van een vermindering ‘zoowel van ‘den invoer
(uit Polen, Groot-Brittannië en België en Luxem-
burg), als ‘van ‘den uitvoer en ‘doorv’oer (o.a. bunker-
kolen). De verdere vermindering van ‘het cijfer voor
hout moet ‘ge’heel geschreven worden

op rekening van
de nieuwe -vermindering van den invoer uit ‘bijna
a’i’le Noordelijke h’outexpo’rteeren’de landen. De ver-
m’eer-derinig van het verkeer ‘in petroleum is een ge-
volg van een zeer vergrooten invoer uit Curaçao
van p’l.m. 8000 ton tot pl.m. 67.000 ton
—;
‘de invoer

uit ‘de Vereeni’g’d’e Staten van Amerika nam af. De
toeneming v.a’, het ëij’fer voor benzine wer’d veroor-
zaakt ‘door vergrooten invoer uit Curaçao, ‘de Ver-eenig-de Staten van Amerika, Iran en Afghanistan.
Het hoogere cijfer voor gas’olie is een gevolg van ver-hoog’de invoercijfers (voor Curaçao en de Vereenigde
Staten van Amerika) en vergrooten doorvoer en uit-
voer. De vermindering van het verkeer in ruwe aard-
oliën en n.a.g. ‘derivaten ‘daarvan komt ‘op rekening
van verminderden uitvoer en door-voer naar Duitsch-land. Het lagere cijfer ‘voor gra’nen is voor het groot-ste gedeelte veroorzaakt d’oor opnieuw verniinderden
invoer van maïs, voornamelijk uit Argentiië; ook
de inv’oercijfers voor tarwe, rogge,’gerst en haver
na’men af. De belangrijke vermeerdering van het
cijfer voor zaden vindt ‘haar grond’ in een groote toe-
neming van ‘den invoer van lijn-zaad en van een ver-
meerdering – ‘herstllen’d ‘den, achteruitgang van
1933 ‘op 1934

van de uit Argentinië via Amster-
dam •naar D uitsdhlan’d doorgevoerde hoeveelheid van
dit artikel. Het lagere cijfer voor ertsen. ‘is een ge-
vo’lg van vermin’d’erden invoer.
Ook de cijfers voor verschillende stukgoederen en-

der;ginjgen wijzi’gih’gen. Vermeerdering vertoonden
hennep, salpeter en ‘kunstmest, plantaardige oliën en
vetten, ihuiden en vellen, papier, vaartuigen en vlieg-
machines, machines, werktuigen, enz., p’lantaardige
lcoi’stoffen en paimpitten. Vermindering vertoonden
o.a. koffie, thee, copra en suiker, ‘dit laatste artikel
be1angrij’k Het hieronder volgende overzicht geeft
een vergelijking van de genoemde en eeni’ge ‘andere
voor ‘de Amsterdamsche ‘haven van belang zijnde stuk-
goederen in de laatste jaren.

Totaal haveuverkeer van enkele stukgoederen te Amsterdam

(in 1000 ton).

Artikel
1929
193011931

]932
1
l933j1934
1935

84
81 55
56
76
75
Koffie

…………
106
97 101
93
86
84
66
Thee …………..
28 26
22
20
18
15

. 15
90
89
96
69
71
66
Copra

…………
64
61
86
83
108
103
Zuidvruchten ……
.56
64
55
64 64
53 51
Hennep

………..19
18
23
21
22
17
21

Cacaoboonen
…….87

Kalk, ti’as, cement
239 245
194
90
92
79
63

Tabak
………….92

Salpeter, kunstmest

.26

175
161
228
191
112
180
194
Chemische prod., ge-

.

neesmiddelen
151
148
125
107 119
137
133
Plantaard. oliën en
85
73
50
47
60
65
Huide

en vellen
.n
19
.
23
20 20
30 29 30
Papier …………
.54
163
154
125
131
112 127
Vaartuigen,

vlieg-
machines
37
32
42
31
60
20
28

vetten
………..76

Suiker (ruwe en ge-
raffin.) ………..
173
202
101
70
118
130
75
42 49
27
22 22
25
21
Wijn

…………..
Machines,

werktui-

.

85
66
36
23 27
26
30
25 28
31 10
3
19
3
4,5
4,5
5
4,5
5
7

gen, enz……….
Traan

………….

Plantaai’cl. looistoif.

8
16 13
17
21
21
23
Specerijen

………6

Palmpitten ……..

.

9
13
14 15
13
9
22
Zout

………….
.9

1

23
21
20
26
28 22

Gaat men na in welke mate het verkeer, onder-
scheiden naar. ‘de verschillende transportwegen en
-richtingen, vermi.ncleri og of Vermeerdering onderging
t/n. 1934, dan ‘blijkt het volgende:
‘de invoer -ter zee verminderde van 2.923.813 ton
tot 2.485.328

ton, -derhalve met 14.9 pCt.;
de overzee

aangevoerde ‘hoeveelheid, Ibestemd ten
‘doorvoer, verminderde van 733.125 ton tot 699.535
ton, of 4.6 pCt.;
d’e uitvoer ter zee nam toe van 963.106 ton tot
990.451 ‘ton, derhalve met 2.8 pCt.;
de ‘overzee afgevoerde hoeveelheid, welke ten door-
voer bestemd was, steeg van 710.986 ton tot 760.588
ton en vertoonde derhailve een toeneming van 7 pCt.;
de ‘invoer langs rivieren en kanalen verminderde
met 11.7 pCt.; ‘kwam nl. van 956.564 ton op 843.852
ton;
‘de ‘langs rivieren -en kanalen ten doorvoer aange-
voerde ‘hoeveelheid nam toe van 445.814 ton tot
504.657 ton, derhalve met 13.2 pCt.;
de uitvoer ‘langs rivieren en ‘kanalen daalde -van
454.420 ton tot 274.876 ton en verminderde derhalve
met 39.5 pCt., terwijl tenslotte de ten doorvoer be-

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Fèbruari 1936

BUITENLANDSCH HAVEN-

EN SPOORWECiVERKEER

AMSTERDAM 1935

VEIKEEP TER ZEE EN LANGS RIV.ENKAN.

STUKGOED

VLL
51,3%

79ø7yo

Jo

0
4(> ‘

S

p3

o
6.879.000

In

TON

liL

6%

MASSAGOED
48,7/o

SPOORWEGVEPKEER

ft-

“1

32.9%

stemde ‘hoevee4hei’d goederen, welke langs rivieren en
kanalen werd afgevoerd, verminderde met 13.3 pOt., nl. van 369.483 ton tot 320.168 ton.
Een overzicht van het buitenlanalsehe spoorwegver-
keer van Amsterdam in de laatste jaren, in zijn ver-
houding tot het ‘bui’teilandsc’he haven- en spoorweg-
verkeer tezamen, verschaffen onderstaande cijfers:

Haven- en spoorweg-
Spoorvegverkeer
1)

verkeer
1)

aanvoer2)
1
afvoer
2)
1
aanvoer2)
1
afvoer 2)

289.858
115.602
6.765.118
3.331.521
1929…….
217.781
101.789
6.350.!)79
2.859.419
1931 ……
179.350 82.086
6.021.222
2.594.508
1932 ……
126.664
62.541
4.827.945
2.093.140

1930…….

2.291.5183)
1933 ……
133.146 57.401
4.878:943
2.375.5963)
1934 ……
130.715
51.060
5.190.031 2.549.0553)
1935 ……
114.806
34.372 4.648.178
2.380.4553)

Zoovel onder aanvoer als ollder afvoer is •de hoeveel-
heici gelost (geladen) ten doorvoer begrepen.
in ‘tonnen van 1000 ‘kg.
) Hieronder zijn alle bunkerkolen en -stookolie begre-
pen (Nederlandsehe en vreemde schepen), terwijl oude
de andere cijfers alleei.i de buukerkolen en -stookolie
van vreemde schepen zijn opgcnomeu.

HET EXECUTIEWETSONTWERP IN DE STATEN-

GENERAAL.

In het nun’rmer van 6 November 1935 van •dit tijd-
schrift modhten wij een beschouwing wijden aan ‘het
toen juist ingediende wetsontwerp tegen onredelijke
executies, welke beschouwing wij besloten met de
opmerking, ‘dat men bij de bekende gevoeligheid van
crediet moeilijk kan voorspellen, ‘weiken invloed de
wetswijziging (die het crediet natuurlijk nooit kan
bevorderen!) zal uitoefenen, ‘doch ‘dat o.i. met een

enkele kleine wijziging en ‘aanvulling nog beter on-
redelijke executies voorkomen zouden kunnen worden
en ‘dat door dit wetsontwerp’ een herstel van het
hypothecair crediet niet behoeft te worden bemoeilijkt.
Intusschen heeft de behandeling in ‘de Tweede
Kamer een gewijzigd •en daarna nog een nader ge-
wijzigd ontwerp opgeleverd. Ten ‘aanzien van ‘de daar-
in aangebrachte wijigingeu waren verscheidene leden
van ‘de Eerste Kamer van oordeel, dat met ‘het belang
van de ‘schuldeisohers niet voldoende rekening was
gehouden, zoodat er aanleiding ‘bestaat in dit tijd-
schrift nog even op ‘het onderwerp terug te komen
nu de wet is aangenomen.
Het oorspronkelijk ontwerp is verrijkt met een een-
voudige en practische regeling ter voorkoming van
vex’at,oire beslagen. De Kantonrechter kan nl. op ver-
zoek van den eersten hypo’theekhou’d’er de preferentie
‘der ‘besiagkosten doen vervallen, zoo’dat concurrente
crediteuren, die misbruik van recht pro’beeren te
maken ‘door beslaglegging op een vermogensbestan’cl-
deel waarop voor ‘hen toch ‘geen verhaal meer moge-
lijk is, ‘zich nog wel eens zullen bedenken, nu zij niet
zeker meer zijn de kosten van hun vexatoire neigin-
gen op anderen te kunnen verhalen.

De ‘bedoeling van de Wet is om goede debiteuren
te beschermen tegen een ‘in dezen tijd onredelijk ge-
achte terugvreging van tgeleende gelden met als con-
sequentie: verkoop van het daartoe verbon’den onder-pand. Deze ‘bedoeling was ‘in ‘de Wet neergelegd: ‘de
Rechter kon een minneiijke schikking ‘beproeven en anders ‘een regeling voorschrijven, na afweging van
de belangen van beide partijen, welke regeling zoo
n’oodig onder bepaalde voorwaarden later neg gewij-
zigd kon worden.

Was echter het verzoek van den debiteur eenmaal
afgewezen, dan kon deze niet andermaal eenzelfde
verzoek doen, een en ander in overeenstemming met
‘den eeuwenouden rechtsregel ,,ne bis in idem”.
Thans echter ‘is het oorspronkelijk wetsontwerp
zoo veranderd, ‘dat ‘de ‘debiteur op grond van inmid-
‘dels weder veranderde onistandigiheden telkens weer
een beroep op de Wet kan doen, al zal ‘het beroep
voor de tweede maal zonder uitdrukkelijke bepaling
van den Kantonrechter geen executi’esdhorsende wer-
king hebben, indien ‘het binnen een ‘termijn
vnu

6 maanden na indiening van het ‘eerste verzoek• is
gedaan.

Dit lijkt ons een verandering in ‘den opzet van de
Wet. Wanneer een •debiteur zoo zwak is, ‘dat hij pas
beta’alt nadat de Kantonrechter zijn verzoek om uit-
stel afgewezen heeft, behoort hem ‘op grond van
welke ‘omstandilgiheden ook geen nieuwe kans gegeven
te worden zich aan zijne verplichtingen te onttrek-
ken. Omstandigheden ‘immers veranderen altijd iede-
ren dag en wanneer veranderde omtandigheden tel-
kens weer een motief zijn ‘om geleende gelden op den
vervaldag niet terug te betalen, dan wordt ‘de afwik-
heling van ‘bestaande credieten daardoor meer dan
verdedigbaar is ‘bemoeilijkt. Stel bij’v. eens, dat ‘de
de’biteur ‘de bedongen
2
pOt. periodieke aflossing per
jaar op zijn gel’dleening, ‘gedekt ‘door ‘hypotheek op
eenige woningen, niet kan ‘betalen, weshalve ‘de credi-
teur zijn gelden geheel terugvraagt. De kantonrech-
ter sanctionneert de executie, maar de debiteur ‘betaalt
weer iets, zo’o’da’t ”de crediteur de executie alsno’g
staakt. Een’ige maanden later is de ‘debiteur echter al
weer in gebreke en toont aan, ‘dat de omstandigheden
‘veranderd zijn, ‘bijv. ‘omdat zijn ‘buurman ook aan ‘het
bouwen i’s gegaan, tengevolge waarvan een’ige huur-
‘ders naar de nieuwe woningen getrokken ‘zijn. Moet
de Kantonredhter nu op ‘dien grond de ‘bevoegdheid
hebben thans het verzoek wèl ‘toe te wijzen, ‘daarmee
het risico van het huizen’bezit overhevelende van ‘den eigenaar op ‘den hypot’heekh’ouder? De omstandighe-
den zijn immers veranderd, buiten den wil van den
debiteur.
Volgens het ‘oorspronkelijk ontwerp behoorde men
tenminste 1 pOt. van ‘de
oorspronkelijke
;hoofdsom per

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

113

jaar te kunnen aflossen om tot de goede dehiteuven
te worden gerekend. Deze eisch is verzacht tot 1 pOt.
van cle resteerende hoofdsom en zelfs tot 34 pOt.
wanneer de aflossing eonventionee’l slechts 1 pOt.
lmclr•oeg. Een o.i. al te vergaande tegemoetkoming
aan ‘debiteuren, tengevolge waarvan de oo dringend
noodige aflossing op ‘in verband met de gedaalde
waarde van het •onderpan’d te hoog geworden hypo-theken opnieuw wordt bemoeilijkt. Wanneer men bij
de algemeene beschouwingen in de Memorie van
Antwoord op het oorspronkelijk ontwerp de Regee-
ring geruststellend hoort verklaren, dat de Rechter
zal kunnen bepalen, dat uitstel van teruggave van
de hoofdsom wordt gegeven, mits de sdhu’ldenaar met
het ‘oog op •de waardedaling van het onderpand
een
extra af lossing betaalt,
dan had men toch zeker
mogen verwadhten, dat 1 pOt. van de
oorspron1elijke
hoofdsom – behalve in het geval, dat die oorspron-
Icelijke hoof’dsom idoor extra terugbetalingen vermin-
derd is – wel ‘de minimum aflossing per jaar zou
zijn, welke van een ,goeden” debiteur verlangd kan
worden.
ilet is duidelijk, dat tengevolge van deze bepalin-
gen verschillende Hypotheekbanken moeilijkheden
kunnen oudervin:de met hun uitlotings-verplichtin-
gen van
pandbrieven,
gelijk vroeger reeds ‘betoogd.
Gelukkig heeft de Minister van Jus’bitie toegezegd
zoo noodig ‘daarvoor een aparte wettelijke bepaling
te zullen maken; toch blijven wij ‘het jammer achten,
‘dat deze regeling niet direct gemaakt is: de Hypo-
theekhanken kunnen juist haar goede •dchiteuren fei-
telijk in geen enkel opzicht tegemoetkomen, nu zij
hij gebreke van de mogelijkheid om momenteel nieuwe
gelden tot zich te trekken, eerder op extra-aflossing
hij hun debiteuren zouden moeten aandringen. De
leden ‘der Eerste Kamer, ‘die zich over deze kwestie ul tlieten, merkten op, ‘dat met de moeilijkheden der
ilypotheekbanken niet genoegzaam rekening is ge-
‘houden, in tegenstelling met hetgeen is geschied bij
cle redactie van het vastelastenontwerp.
Inderdaad
hadden verschi’dene leden in de Tweede Kamer ten
aanzien van ‘ditvelfde punt hij ‘de behandeling van
het vastelasten’ontwerp juist een ,,welhaast
al
te tee-
dere zorg vooi ‘de ‘belangen der Hypotheekbanken”
‘bij ‘de Regeering ontdekt.

Aangezien ‘het echter vohnaakt ‘logisch is om, wan-neer men eenmaal ertoe overgaat ‘den ‘debiteu ren van
ilypotheekbanken bij de wet uitstel te geven, ander-
zij’ds den crediteuren dier Hypo-bheekbanken – welke
niet anders zijn dan tusschenpersonen tuaschen
gel’dgevers en gel’dnemers ook tot eeni’g corres-
pondeerend uitstel te nopen, zoo getuigen zoowel deze
een’igszins sohampere opmerking aan het adres ‘der
Regeering, als sommigen met meer vrijmoedigheid
dan oordeel ‘des ‘onderscheids neergeschreven publica-
ties, van een zoo merkwaardige ‘hegripsverwarring,
dat er aanleiding bestaat ‘op dit punt iets ‘dieper in
te gaan.

In het ‘begin van 1935 stelden sommige hypotheek-
‘banken 5 pOt. pandbrieve’n afl’osbaar, aangezien de
toestand op ‘de ‘kapitaalmarkt toeliet ter remplacee-
ring 4 pOt. panaibrieven te plaatsen. Tengevolge van
‘de Belgische devaluatie veranderde de toestand op
‘cle obligatiemarkt plotseling, zoodat de remplaceering hokte. Dientengevolge moesten de uitgelote p andbrie-
ven betaald worden uit lcasrniddele’n en opgenomen
oredieten, waarvan de aanvulling weer zou kunnen
geschieden bij ‘herstel der kapitaalmarkt ‘door uit-
gifte van nieuwe pand’brievcn (zooals na ‘de devalua-
tie van het En’gelsche Pond eerst weer 5 pOt., ge-
leidelijk ‘daarna 434 pOt. en 4 pOt. pand’brieveu wer-
den geplaatst) ‘of anders ‘door de gelden, verkregen
uit aflossingen van ‘hypotheken.
De onzekerheid, ontstaan ‘door ‘de politieke crisis
van den zomer 1935, vertraagde het herstel der obli-
gatiemarkt; de onzekerheid, ontstaan door de aan-
kondiging en ‘behandeling van verschillende maatre-
ge’len op ‘hypotheekgebied: ‘het crisisland’bouwhypo-

thekenbesluit, ‘het vastelastenontwerp, enz., maakten
in ‘het ‘bijzonder een herstel op ‘de pan.dbriefmarkt
voorloopi’g geheel
onmogelijk,
zoodat zelfs geen 434
pOt. of 5 pOt. pand’brieven geplaatst konden worden.
V’oorts veroorzaakte deze intusschen nog steeds voort-
durende onzekerheid een bijna volledige stagnatie in
de hypotheekvoorziening, zoodat ook ‘de an’dere bron
van kapitaalvoorzien’ing bij ‘de banken, ul. de aflos-sing van hypotheken, minder ruim begon te vloeien.
Bij ‘de beoordeeling van den invloed, welken de in-
d’iening en ‘behandeling met name van ‘het vastelas-
ten’ontwerp op de liquiditeitspositie van sommige
hypotheekbanken ‘heeft gehad, mag – het zij hier
terloops opgemerkt – ‘natuurlijk niet uit ‘het oog
verloren worden, dat de stagnatie in de hypotheek-
verstrekking het nuttige ‘gevolg ‘heeft gehad, dt4 het
tempo van ‘den aanbouw van nieuwe woningen ver-traa’g’d is geworden. Nu er in iedere huurklasse, ook
in de laagste, ‘duizenden woningen leegstaan, zou een
verdere nieuwbouw in het tempo ‘der laatste jaren tot
een ware catastrofe in ‘het hypotheekbank-, spaar-
bank- en verzekeringsbedrjf, en, in het algemeen, bij
alle vormen van hypothecaire ‘belegging, geleid ‘heb-
ben, met alle gevaren van dien voor de va’luta.
Met ‘dit al ‘doet deze gunstige factor zijn invloed
eerst op langen termijn ‘gevoelen en ‘heeft men voor-
loopig te maken met de gevaren aan verminderde
liqui’dite’it verbonden. Nu ‘deze wet ‘die gevaren o.i.
onnoodi’g’ verscherpt heeft, wachte de Minister de
eventueele aanneming en inwerkingtreding van het
vastelastenontwerp, waarvan de Memorie van Arct-
woord in ‘de Tweede Kamer nog niet eens verschenen
is, niet af en kome zoo spoedig mogelijk met het
noodzakelijk complement van het executiewetje bij
de Staten-Generaal.
Al is ‘het executiewetje, dat inmiddels reeds in
werking is getreden, er ‘door de behandeling in ‘de
Staten-Generaal in vele opzichten niet op verbeter’d,
toch zal de uitwerking ervan in de praktijk wel mee-
vallen, indien slechts de rechter weet te waken tegen
ongerec’htvaardigde beroepen van ‘debiteuren, aan
uitstel van executie nauwkeurige voorwaarden ver-
‘bindt ter bewaring van de rechten van ‘den crediteur
en van de wet alleen ‘gebruik maakt om Shylock-
praktijken van enkele crediteuren tegen te ‘gaan.
Mr.
J. WILKENS.

HET VERSLAG VAN DE ALGEMEENE VOLKS-

CREDIETBANK.

1. Voor het eerst verscheen het verslag van het
volkscredietwezen onder ‘de titel: Verslag van de Al-
gemeene Volkscredietbank over het eerste ‘boekjaar
1934. De ontwerp-ordonnanti’e tot instelling van een
Algemeene Volkscrediet’bank werd in de Volksraads-
zitting van 5 Februari 1934 aangenomen en op
16 April ‘d.a.v. trad de ordonnantie in werking (Staats-
blad 1934 No. 82). De vereniging van de Oentrale
Kas en de plaatselijke (grote) vo’lksbanken ‘kwam in
het verslagjaar tot stand. Vond men in vorige ver-
slagen ‘dus ‘gegevens over ‘de V’olks’banken ‘op Java en
in de ‘buitengewes’ten, ‘dit verslag venneldt overeen-
komstige feiten betreffende de
plaatselijke
‘kantoren.
Wij geven hier eerst een paar cijfers van
de -plaatse-
lijice kantoren. op Java en Maclo ercs.

Jaar

Aantal

Uitgeleend geci. boekj. (ezel, rek. courant)
kantoren tot. (>< f 1000)p.kaat. (X f 1000)jp. schuldb.

1929..

71

59.300

835

70
1933..

74

13.386

181

40
1934..

74

11.998

162

39

De cijfers geven een duidelijk beeld van ide gewel-
di’ge inkrimping, die ‘cle ui-tleningen in deze crisis-
jaren hebben ondergaan. Het verslag constateert ,,een
merkbare wijziging ten goede” in de
zorgelijke
toe-
stan’d, waarvan ‘het jaarverslag over 1933 melding
maakte. Op ‘de oude achterstand werd regelmatig in-

114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Februari 1936

gelopen, terwijl gedurende ‘het vers’]agjaar in de uit-
zetting stabilisatie is ingetreden. Deze verbetering is
grotendeels te danken aan uitbreiding op het gebied
van rnid’cleristandscred’jet en van voorschotten aan
ambtenaren en gepensionneerden voor aankoop of
aanbouw van woning en erf, delging van woeker-
schuJden, enz. Daarentegen constateert het verslag,
dat het met de cred’ietverstrekk’ing aan den desarnan
,,weinig rooskleurig gesteld” is. In 1928 werd aan leningen voor land- en tuinbouw, veeteelt en vee-
houd’erij ruim 24 rni’ll’ioen uitgegeven. Gedurende ver-
slagjaar werd aan den desaman
f
5.531.580 uitgeleend,
een inkrimping tot 23 pOt. Daling der prijzen van
nagenoeg alle landbouwproducten en vee en inkrim-
ping van suiker-, thee- en ru’hhercultuur hebben daar-
toe bijgedragen.
T-Jet volgende overzicht bevat een specificatie der
‘bedragen, die gedurende het versiagjaar aan verschil-
lende ‘groepen •dehiteuren zijn uitgeleend en werden
terugbetaaYkl, afgerond tot duizenden ‘guldens, met
de bedragen en de percentages van ‘de nieuwe achter-
stand, in ‘het versla.gjaar ontstaan. ,,Desasei’zoeu”-
leningen worden na ‘het binnenkomen der oogsten
a±lbe.taald, ,,desa.termijn”-ieningen in meestal maande-
lijkse paye’men’ten.

G
r
0
e P
Uitge-
leend
1
be
Terug-
taald
U-
sta
it
and
nieuw

Achter-
stand
nieuw

1.796
4.519
1.833
539 29%
3.735 5.628 2.660
516

19%

II. Ambtenarenengepens
5.550
5.501
3.350
129

4uI

la. Desa-seizoen ………. Ib. Desa-termijn ……….

509 488
627
39

6o1
Middenstand ……….
Diversen ………… ..407
291 317
8

3′

Totaal ……
..iT8
167
8.786
1.230
14o1
0

De
cijfers
‘laten zien, hoevee1 er ‘door den desaman
werd afbetaald op oude leningen en ‘hoe sterk de uit-
lening aan ‘hem werd ingekrompen. Het is verheu-gend, ‘dat het ‘gelukt is om betrekkelijk veel van de
oude achterstanden binnen te krijgen, niet alleen voor
‘de financiële toestand van het volkscredietwezen,
m’aar ook met het oog ‘op de ,,’disciplin’e” der leners.
Het bedenkelijke is, dat
de percentages van de nieuwe
achterstand in de desa zo hoog zijn,
ondanks de grote
omziehtighei’d, die men bij ‘de uitleningen in deze
crisisjaren heeft leren ‘betrachten. De gemiddelde leen-
so’m van ‘leningen voor land- en tuinbouw ‘bedroeg
in, 1928
f
58,80; in het verslagjaar was ze voor desa-
seizoenleningen
f
17,58 en voor maanidleningen

f
27,28. Ondanks deze aanpassing aan de gedaalde
geldinkomsten kost een stipte ‘aflossing den desaman
blijkbaar nog ‘grote moeite. De ‘oude achterstand,
waarom ‘hij telkens gemaand wordt, de ondanks be-
langrijke kortingen nog zwaar ‘drukkende la’n’drente,
de voor velen oiïbetaal’baar geworden eers’te levensbe-
hoeften, ‘die voor geld gekocht moeten worden, dat
alles drukt zwaar op ‘den ‘d’esaman van Java en Ma-doera. Bedenkt men, dat niet alleen voor de ‘desacre-
dietinsteflingen, maar ‘ook voor •de plaatselijke ‘kanto-
ren van ‘de Algemeene Volkscred’ietbank in een land
als Indië ‘de uitlening aan den landbouwer de voor-
naamste plaats zou m’oeten innemen, ‘dan i’s ‘de aan-
rien’lijke inkrimping van ‘dit crediet een treurig en
de hoge nieuwe achterstand een ‘bedenkelijk feit. 1-let
gaat, ‘in verscheidene streken, van J.ava en op Ma-‘doera, nog slecht. He’t verslag constateert dat ,,het
van het grootste belang is voor de hernieuwde finan-cierin’g van den desainan, dat de ‘drukkende last van
den ‘ouden achterstand wordt weggenomen”. De A.V.B.
is reeds in deze rihting werkzaam geweest. Reeds het
percentage van de totale achterstand, dat van 1929
tot 1933 gestegen was van 3,06 pOt. van ‘het uitstaan’d
bedrag tot 55,66 pOt., was een ‘duidelijke aanwijzing
van ‘de onvermijdelijkheid ener z’odani’ge po’litiek.
Bij voldoening van ‘de restant-crisissehul’d voor
zeker tijdstip – meestal v66r u’lt. 1934 – werd, ‘door de meeste kantoren, ‘den debiteur een ‘deel van ‘dat
restant, ‘in ‘de regel 30 pOt., kwijtgescholden; ‘de crisis-

sdhul’den werden grotendeels rentevrj gemaakt en in sommige gevallen werd een ‘deel der reeds ‘betaalde
rente op de fioof’dsom af’geboekt. In totaal werd aldus op Java en Macioera van Mei tot Decem’ber 1934 voor een bedrag van
f
1.152.906 crisiskorting verleend. Be-
denkt men, nat ‘de prijzen van tal vn landbouwpro-
ducten met 60 tot 75 pOt. zijn ‘gedaald en dat de
leners de ‘gelden ‘hebben opgdbracht waaruit ‘de reser-
ves ‘der bank zijn gevormd, ‘dan is ‘deze politiek niet
meer ‘dan billijk en was ‘de in 1934 verleende ‘korting niet meer dan een eerste stap. De kwijtschelding werd
dan ook in 1935 voortgezet. Daarnaast zullen nog be-
langrijke ‘bedragen ‘als oninbaar moeten worden afge-
schreven. In totaal werd op leningen en dubieuze
debiteuren
f
3.526.846 ‘gereserveerd, waarin het in
de toekomst nog aan cri’siskort’ing te verlenen bedrag
begrepen is.
De ‘achterstand op
oude
voorsdhotten, in 1932 en
vroegere jaren verstrekt, ‘bedroeg uit. 1933
f
11.759.000,
verminderde in verslagjaar met ruim
f
4,5 ‘millioen
en bedroeg op ein’de verslagjaar
f
7.251.250. De ver-
sla’ggever verwa’cht dat de ou’de ‘crisisahterstan’d in
1936 ,,voor een ‘belangrijk ‘deel” gelicuideerd ‘zal kun-
nen ‘zijn. In ‘sommige ressorten werden de ‘inlan’dse
gemeen’tecredietinstell’in’gen, de ‘desaloemboen’gs en
‘desabanken, ingesdhakel’d ter inning van de achter-
stand.
De verdere sanering van ‘het ‘bedrijf zail nog vele
jaren in beslag nemen. Er zijn verscheidene kantoren,
die onder de tegenwoordige omstandigheden niet ren-
dabel zijn, ,,terwijl opheffing ‘dier kantoren ‘in ver-
band met tedhnische of sociale ‘overwegingen onge-
wenscht ‘geaoh’t moet worden”. Er ‘dient rekening ge-
houden te worden ‘met ‘de omstan’dighei’d, dat ‘te erfi’ger
tijd tot intrekking van ‘de ‘crisiskortings-‘ma’atre’gel zal
moeten worden overgegaan, ,,wijl te verwachten valt,
‘dat de van die fac’ilirte’it uitgaande stimulans ‘op de
aflossingen ‘alilenigs verminderen zal.”

2. De neiging tot inkrimping ‘der ‘leningen aan
‘den desaman en uitzetting van ‘die aan ambtenaren,
gepens’ionneerden en middenstanders, welke uit het
bovenstaande overzic’ht gebleken ‘is, ‘beheerste ook de
ganig van zaken in de eerste ‘drie kwartalen van 1935.
.
Ik ‘geef ‘hier ‘de cijfers van de uitlening, in duizenden
guldens, aan ‘de hierboven reeds genoemde groepen
van ‘d’ebiteuren, in het 3e kwartaal van 1934 en 1935.

Uitlening, in
f
1000, op Java en Madoera.

3e kwar- 3e kwar-

taal 1934
1
taal 1935

Ie. Desa-seizoen ……………….514

301
Ib. Desa.termijn ……………….911

817
Vasteink.-trekkersenpens.-beleners

1.
.376

1.704
Middenstanders ………………115

222
Diversen ……………………128

382

Totaal (zonder rek.-courant)

3.044

3.427

De toestand van ‘de Volkscredietbanken, ‘de kan-
toren ‘der A.V.B., is ‘vergeleken ‘bij 1933 verbeterd.
Bevredigend ‘kan de gang van zaken alleen zijn voor
‘hem, die er tevreden mee is, dat een categorie als
die der ambtenaren en ‘gepensionneerden een ‘belang-
rijker ‘groep van ‘klanten werd dan ‘d’e landbouwers.
Wij voor ons kunnen ‘dat niet zijn, al verzuimen wij
niet te bedenken, ‘dat ‘de geM’huish’ouding van ‘den tani zoo is ‘ingekrompen, dat hij’ in vele ‘gevallen maar beter
door het ‘desa’bankje kan worden geholpen. Die ver-
andering is ‘geen gunstige, n’och voor hem, noch voor het Land.
3. Van ‘de pl’aatsdlijke kantoren in ‘d’e buitenge-
westen geven wij -de ‘volgende cijfers:

Jaar

Aantal
1
Uitgeleend gedur. boekj aar (excl. rek..crt.)
kantoren tot. (X1 1000) ip. kant.(X 11000)11). schuldb.

1929..

18

15.500

867

229
1933..

18

4.068

226

122
1934..

23

3.463

151

104

Codé:

/_________

Tijdschrift:

Boek:

AfI.:________________

Artikel: van:

Titel:

Inhoud
K 2193

12 Februari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

115

De vorenstaan’de cijfers laten geen precieze verge-
lijking toe van 1934 met voorafgaande jaren, omdat
de drie volksbanken te Gorontalo, Airmadid’i en Amoe-
ranig buiten de A.V.B. ‘bleven. De veranderingen, die
de cijfers voor 1934 ondergaan als men de drie ge-
noemde banken hij de kantoren der A.V.B. voegt, zijn
te onbeduidend om ze hier te vermelden. Het aantal plaatselijke kantoren werd groter door splitsing van
enige banken met een zeer’groot ressort.
De achterstand, op uit. 1933
f
2,4 niillioen bed.ra-

gende, verminderde tot
f
1,9 mill’ioen. Het percentage
van de achterstand bleef ongeveer gelijk (37 pOt.).

De
financiële
‘kant van ‘het bedrijf der A.V.B.
plaatste de leiding uiteraard voor verschillende moei-
lijk!heden. Slechts 9 banken hadden over 1933 een
winst van meer dan
f 1000
gemaakt; begin 1934 werk-
ten nagenoeg all kantoren met verlies. Door bezui-nigingen en reorganisatie’s zouden de totale kosten
over 1935 ‘volgens het verslag niet meer ‘dan 50 pOt.
van die over 1933 ‘bedragen. Indien ‘de uitzettingen
zich op het bestaande peil handhaven, vertrouwt de
verslaggever, dat ontvangsten en uitgaven over 1935
vrijwel in evenwicht zullen
‘zijn
gebracht. Het zuiver
vermogen van ‘de ‘banken, ‘die tot ‘cle A.V.B. toetreden,
bedroeg hij ‘de vorming van ‘deze instelling
f
15,9

miliFoen, waarbij de reserve der Centrale Kas kwam
van ruim
f
0,5 inillioen, totaal
f
16,4 millioen. Het
totaal ‘der buitengewone verliezen wordt besomd op
ruim
f
7 milllioe’n (crisisuitkeringen aan afgevioei’d
personeel, crisiskorting ‘op leveringen, restitutie van
rente en ‘boete, reserve en afschrijving voor ou’de ach-
terstallige vorderingen, verlies ‘door herwaardering
der activa, en’z.). Het restant zuiver vermogen be-
droeg ‘op einde v’erslagjaar
f
9,4 mil’lioen.

Leiding en contrôle ‘der
gemeentecredietinstel-

lin.gen
zijn van ‘de Centrale Kas op de A.V.B. over-
gegaan. Hierdoor werd bezuiniging op de contrôle-
kosten mogelijk: ‘de A.V.B. belastte ‘de beheerders der
plaatselijke kantoren met de functie van plaatselijk
ambtenaar (controleur) ‘der inland se ‘gemeente’ha’nk-
jes, waardoor ‘het speciale corps ‘der controleurs bijna
geheel kon worden opgeheven. Betere samenwerking
tussen inl’an’dse gemeentehankjes en A.V.B. ‘is nu
mogljk geworden. Ook het man’tri-corps is ingekrom-
pen, salarissen en reiskosten zijn verlaagd. De kosten
van de contrôle op deze bankjes, in 1931
f
584.600,
waren in verslagjaar terutggetbradht tot f452.400 en
zijn voor 1935 geraamd op
f
381.200.

In de tweede ‘helft van 1933 trad een herstel van
het
desabo.n’lcbedrijf
‘in; in de eerste vier maanden van
1934 volgde weer een inzinking, ziøh uiten’d in stij-ging van ‘de achterstand en afne’ming van de uitzet-
tin’gen. De oorzaken hiervan, ‘zegt het verslag, ‘moeten
voornamelijk ‘gezocht worden in de z.g. patjeklik-tijd
(de tijd van v’oedselschaarste in de eerste maanden
van liet jaar, voorafgaande aan de ‘grote rijstoogst),
,,’d’ie steeds moeilijker voor de’bevlkin wordt.”
Daarna sta’hiii’seerde zich he’t bedrijf. Het uitgeleen’de
bedrag was voor de desa’banken in 1934 nog ongeveer

f
1 millioen minder groot dan in iht voorafgaande
jaar.
Blijkens
het overzicht van lhet ‘d’orpscredietwe-
zen in het derde kwartaal van 1935, te vinden in
,,V’o’lkscredietwezen” van Oct.-N’ov. van ‘dat jaar, was
het uitgeleen’de bedrag hij ‘deze bankjes over dat
kwartaal in 1935 wederom lager ‘dan in hetzelfde
kvattaal van 1934, en die vermindering betrof zowel
West-, uls Midden- en Oost-Java. Men ziet ook ‘hier-
uit, ‘dat van een eigenlijke keer ten goede in de ‘desa-
sfeer nog niet ‘gesproken kan worden.

Het ach’terstan’dspercenta’ge ‘bij ‘de ‘desabanken is
in de ‘loop ‘der crisisjaren verzestienv’oudiigd, maar on-
rustbarend is het niet; het bedraagt nu 8 pOt. van
het uitst’aand bedrag. De omstandigheid, dat de lenin-
gen ‘bij ‘deze ‘bankjes in korte perioden en meest in
wekelijkse aflossingen moesten worden terugbetaald was, in verband met ‘de kleinheid ‘d’er leen’sommen, oorzaak, dat deze ‘geidbankjes veel minder verliezen
‘hebben gelleden en in het algemeen ook minder moei-

ljkheden liebben ondervonden ‘dan ‘de plaatselijke kan-
toren ‘der A.V.B.
De ‘dorp’shanken in Sumatra’s Westkust, Benkoelen
en Sumatra’s Oostkust schijnen ‘door liet dieptepunt
heen; die in Menado nie’t.
De desa.loensboengs op Java
hebben als crediet-
instellingen in natura geen ‘of nagenoeg geen invloed
van ‘de crisis ondervonden. De cijfers wijzen op een
stabiel
‘blijvend
bedrijf. Door oogstmis’lukkiiigen ccli-
ter in ‘verschillende streken van Java steeg de achter-stand nogal aanzienlijk, van ruim 29.000 ult. 1933 tot
‘bijna 75.000 quintalen op het einde van verslaigjaar
1934. Wat in ‘beter tijden mogelijk was
‘bij
oogstmis-
lukkin!g: aflossing ‘d’oor aankoop van pacl’i of uit
oogstloon, is thans niet meer mogelijk. – Zelfs ‘aan
dit bedrijf in natura is te demonstreren ‘hoe verkeerd
het is te zeggen, ‘dat de inheemse maatschappij van
de crisis niet ‘zo veel zou ‘behoeven te lijden, om’dat de ‘buis’hou’ding in natura ‘daarin nog zulk een grote
rol speelt.

G.

DE TABAKSCOMPENSATIE.

In het tijdvak van bijna een jaar, dat nu verloo-
pen is sedert principieel de mogelijkheid van corn-
pensatietransacti es in het Nederlandsch-D mii tsche
handelsverkeer wcrd geschapen, heeft de Regeering
zich betrekkelijk passief gedragen ten aanzien van
de ontwikkeling van dit verkeer. Zij beperkte zich
ertoe door haar organen te laten beoordeelen of de
voor dergelijke transacties aangemelde importen in-derdaad een additioneel karakter hadden, zoodat het dus gemotiveerd was daartegen ooit extra-uitvoeren
buiten liet kader der betalingscontingenten toe te
staan. Maar overigens heeft men liet particulier
mi.-
tiatief grootendeels de vrije hand gelaten, zoowel
wat het opsporen van objecten voor extra-invoer
aangaat als wat betreft de keuze der te compensee-
ren exportartikelen.
In deze passiviteit is thans plotseling verandering

gekomen. Tusschen dc Nederlancische en de Duit-
sche Regeering is een regeling ‘getroffen, ten ‘doel
hebbend RM. 15 millioen extra-uitvoeren naar
Duitschland te bewerkstelligen, tegenover een even
groot bedrag ,,zusiitzliche” invoeren. Voor die extra-
export werd in onderling overleg gekozen RM. 10
millioen tabak, waarvan ruim een derde deel Java-
tabakken en liet restant Sumatra-tabak, terwijl cle
resteerende RM. 5 millioen zal bestaan uit grondstof-
fen, om. rubber, ‘ljno’lie, schroot, enz. Al’s eerste im-port-object voor deze compensatie dient de bouw van
ecn voor de K.P.M. bestemd schip voor een waarde
van ongeveer RM. 5 millioen, derhalve een derde van
‘het totale ibedrag, ‘dat v’oor ‘deze compensa’tie is voor-
zien. Overige objecten worden door de Regeering
gezocht.
Dat men meent op deze wijze liet compensatiever-
keei belangrijk in omvang te kunnen toen toenemen
lijkt niet waarschijnlijk. Het eigenbelang van impor-
teurs was voldoende prikkel om daar, waar extra-
invoer mogelijk was en de te overbruggen prijsver-
schillen ‘gedekt konden worden door ‘de compensatie-
premie, transacties tot stand te
doen
komen. Tenzij
men van plan is andere dan zuiver commercieele
overwegingen te laten zegevieren zullen voor com-
pensatie wel niet veel meer objecten beschikbaar zijn
dan zich ook bij het overlaten van deze materie ain
het particulier initiatief zouden hebben gemanifes-
teerd Maar natuurlijk is het mogelijk, dat andere
dan zuiver commercieele overwegingen in liet ge-
ding gebracht zullen worden bij transacties, waarbij
de Regeering direct of indireet betrokken is. En dan
kan door ihet ingrijpen ‘de ‘omvang wel ‘degelijk toe-
nemen. Misschien zou zonder deze inmenging het
K.P.M.-schip niet in Duitsehiand besteld zijn, al
kan men zich toch ook weer moeilijk voorstellen, dat
zulk een affaire commercieel niet volkomen gemoti-
veerd is, ook voor de betrokken partijen.

116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Februari 1936

Maar er kan, ook wanneer men van Regeerings-
ingrijpen geen noemenswaardige uitbreiding van dit
verkeer verwacht, toch een afdoende aanleiding zijn,
dat de overhei.d de zaak ter hand neemt. Bij com-pensatie immers zijn zoowel import als export be-
trokken, en de directe aanleiding om deze trans-
acties te stimuleeren was vooi ons destijds juist de
vergrooting van de exportmogelijkheid. Na spreekt
het vanzelf, dat het maximum nuttig effect van een
uit’voervermeerdering voor ons alleen verkregen
wordt, indien die producten daarbij betrokken zijn,
waarvan cle afzet elders of moeilijk of niet mogelijk
is. Stapelartikelen, die wij overal kwijt kunnen zon-der bijzonderen prijsdruk te veroorzaken, hebben in
dit verband voor ons heel weinig belang. Of wrij een
paar millioen In’dishe rubber meer of minder naar
Duitschiand vei-koopen is voor het Indische en
clerlandsche volksinkomen Vrij onverschillig. Maar
wanneer wij in Duitschland geen groente kunnen
verkoopen, dan sullen wij soms geen ander débouché
vinden dan de mestfaalt. En wanneer de Regeering
zich genoopt heeft gezien als gevolg van de steeds
dalende olearingmassa den uitvoer van tahak naar
Duitsehiand drastisch in te krimpen, dan is daar-
voor ook maar niet dadelijk een nieuw afzetgebied
te vinden.

Wanneer men nu nagaat, wat er sedert de invoe-
ring van de compensatie naar Duibsdhland is gele-
verd, dan is het resultaat waarschijnlijk niet aoo bar
onbevredigend. Maar wel staat vast, dat de practijk
van het oompensatieverkeer steeds stuitte op de prin-eip’ieele belan.gentegenstellinig der beide landen. De
Duitsche autoriteiten keurden bij voorkeur affaires
goed, wanneer daarbij ‘grondstoffen geleverd werden
of andere artikeler, waaraan de behoefte groot was.
Soms vielen cle beide belangen toevallig samen, zoo-
als in het laatste kwartaal 1935, toen zeer ‘omvang-
rijke posten gecompenseerd zijn in boter, een pro-
duct, waarvan ‘de afzet voor ons van ‘belang was, en
waaraan Duitsch’land .groote behoefte ‘had, om niet
te veggen gebrek. Maar in principe is toch
altijd
Ele
belangenstrijd blijven bestaan.

Door ‘de Run’derlass
van de Reichsstelle für Devisenbewirtsehaftung Nr.
196 van 11 October is die zelfs nog verscherpt. Deze
ukase voorzag in een nieuw middel om in compen-
satie alleen artikelen naar Dui’tsohlaaid te krijgen,
waaraan daar groot gebrek was. Bepaald werd, dat
alleen. dan bij eompensati.e de export gesteund kon
worden onder de vigueur van het ,,Zusa’tzausfuhrver-
fahren”, wanneer aan den import een ,,besonders drin-
gendes wirtshaftliches Interesse” bestond. Op de
,,Dringlichkeitsli’ste” stond ‘buy, niet tabak, geen
groente, enz.

Ondanks dit treven van cle Duitsche Regeering
om de import-in-compensatie naar haar behoefte te
richten was het practisch nimmer gelukt een aantal grondstoffen in compensatie te ontvangen waaraan
men groote waarde hehtte: rub’ber, ‘tin, lijnolie, euz.
Voor deze artikelen konden exporteurs, als gevolg
van de scherpe prijscontrôle door de Uberwachungs-
stelle, geen noemenswaard h’oogeren prijs maken dan
den wereldmai-ktprjs, zoodat liet niet mogelijk was
een compensatiepremie van eenige beteekeriis daarop
te ontvangen, hetgeen dus heteekende, dat deze arti-
kelen bij cle compensatie hutten beschouwing bleven.
Zoo zagen wij dus ee.ncrzijds de van ‘Necicrla:ndsch
standpunt onge’.wenschte toestand, dat de artikelen
waarvan de export-in-compensatie voor ons het meest
gewenscht was steeds meer buitengesloten drigden
te worden, terwijl anderzijds toch ook de Duitsche
Regeering niet die artikelen ontving, di.e zij het
allerliefst zou hebben gehad. Die combinatie van
omstandigheden voerde waarschijnlijk tot de trans-
actie, die hierboven werd weergegeven. Op het
oogeublik was de export van een flink qu’antum
tabak een belang, dat onze Regeering blijkbaar het
naast lag, en Duitschiand was bereid dit te accep-
teeren, mits ook voor een derde van het bedrag

grondstoffen werden geleverd. Zulk een transactie
was, zelfs indien men het particulier initiatief hij
de compensatie had willen handhaven, moeilijk door-voerbaar, tenzij men bij elke compensatie zou hebben
verlangd, dat een derde zou bestaan uit de betrok-
ken grondstoffen.

Zulk een splitsing van kleine affaires zou echter
een ondoenlijk werk zijn geweest. Vandaar, dat men
de meer voor de hand liggende oplossing koos om
de affaire in Regeeringshanden te ‘houden. Men
noodigde exporteurs van de artikelen uit de 5-m’il-
lioen-groep uit om aan de transactie mee te doen.
Voor deze groep is de compensatie in zooverre van
speciaal karakter, dat van hen geen compensatie-
premie wordt verlangd.
Zij
zouden die trouwens niet
kunnen betalen, omdat zij tegen marktprijs plus
rente moeten verkoopen.

Afgezien van het feit der staatsinmenging zijn
ei-
1
nog vershiflende andere punten, waarop deze
transactie afwijkt van de gewone compensatie. In de
eerste plaats gaat zij geheel buiten de clearing om;
terwijl wij met Duitschland de clearing-compensatie
Icennen is er hier dus de particuliere compensatie
of directe verrekening, welke verreken’in•g dan aan Duitsche zijde, zooals meer en meer gebruikelijk is geworden, wordt geleid over een ASKI (Ausilinder
Sonder Konto für Inlandszahlungen). Dat beteekent,
dat de Reichsbank uit deze affaire geen vrije de-
viezen krijgt, maar ook, dat uit deze importen niets
wordt gereserveerd voor liquidatie der achterstal-
l:ige vorderingen. De gewone compensatie loopt over
cle clearing en levert dus haar
bijdrage
tot de af-
wikiceling der oude vorderingen. Nu zon het ook
voor die normale compensatie zeker te motiveeren
zijn, wanneer ‘dat niet gebeurde. Tenslotte ‘gaat ‘het
hier alleen om extra-invoeren, die zonder compen-
satie niet mogelijk zijn, zoodat men zeker niet kan
zeggen, dat de rechthebbenden op de achterstallige
vorderingen benadeeld worden indien deze posten
tot cle liquidatie niet bijdragen. Indien exporteurs,
door ee.0 compensatiepremie ter beschikking te stel-
len, extra-invoer mogelijk maken, dan kan niemand zich benadeeld achten indien de heele import wordt
‘gebruikt voor dekking van verhoogden export.

Een consequentie, die aan dit buiten-de-clearing-‘hou-
den ‘vastzit, is, •d’at de verhouding export tot import
‘kan zijn 1 : 1, terwijl, zooa’ls bekend, voor de normale
clearingeompensatie nimmer een gunstiger verhou-
ding w’ordt toegestaan dan 1 export tegen 2 import,
soms zelfs – in den. laatsten tijd in toenemende
mate – 1 : 3 of nog meer. Dat beteekent weer, dat
dus voor deze affaire de premie, die den importeur’
ican worden
.
geboden, hooger kan zijn dan bij de ge-
wone clearingcompensatie. Wel moet in dat verband
rekening gehouden worden met het feit, dat van
den uitvoer der transactie bestaat uit artikelen, die
geen enkele premie kunnen bieden. Zoodat de 10
millioen tabak de premie zullen moeten opbrengen
voor 15 millioen import. Maar toch kan bij deze
2-export-‘op-3-importverhouding de premie nog altijd
hooger zijn dan normaal. En in dat licht bezien zou
misschien door dezeaffiie toch de extra-invoer
meer gestimuleerd kunnen worden dan bij de ge-
‘one compensatie, voor zoover er iii. objecten blij-
ken te zijn, die niet in Duitschland besteld kunnen
worden, tenzij er een ‘zeer ‘hooge premie wordt ge-
boden, die bij de 1-2-clearirig-compensa’tie niet te
‘bed’in’gen is. Het is echter anderzijds de vraag of ‘de
Regeering – mede in het belang der tabakexpor-
teurs – wel wenscht, ‘dat er ho’oge premies worden
betaald.
Nog één ‘bijzonderheid moet in verband met deze transactie worden aangesneden. Door allen, die met
compensatie te doen ‘hadden, werd als ‘het eeni.g ge-
zonde principe in elk geval dit beschouwd: dat de
exporteur pas tot levering overging wanneer vast-
stond, ‘dat ‘de import zou plaats vinden, wanneer vast-
stond ‘dus, dat werkelijk tot compensatie overgegaan

kon worden. Er waren wel leveranciers, die ten
gunste ‘van een Askirekenin’g verkochten in de hoop
die saldi te kunnen liquideeren, maar die werden
als ‘onvoorzichtig beschouwd. Ieder voorzichtig expor-
teur zorgde de Aski-marken verkocht te hebben, al-vorens zij werden gekweekt. En wat de compensatie
met Nederland
betreft:
de exporteur deed niets al-
vorens vasts’tond, dat de importeur den additioneelen
invoer tot stand zou brengen.
Bij de onderhavige affaire weet men, dat behalve
het K.P.M.-schip de ‘importen nog gevonden moeten
worden. Desondanks wordt van de exporteurs, althans
van het 5 -millioen-gedeelte der grondstofleveranti e,
cle verplichting gevraagd, •dat zij ‘in elk kwartaal 1936
een vierde deel van •het afgesproken kwantum zullen
leveren. Terwijl het nog niet vaststaat, dat voldoende
a’dditioneele import gevonden wordt! De Regeering
zegt ‘dan ook uitdrukkelijk geen garanties te aan•
vaarden, en geeft de troost •dat, ‘indien op 1 Maart
1937 de liquidatie nog niet verzekerd is door extra-importen, met de Duitsche autoriteiten overlegd zal
worden over verdere afwikk1in.
Wanneer men bedenkt, dat voor ‘deze transactie
alleen ‘groote objecten van R.M. 150.000 en meer in
aanmerking komen, en dan het bedrag aan importen,
dat nog gevonden moet worden, vergelijkt met al
hetgeen een vol jaar compensatie met Duitsdhland
‘gebracht heeft aan groote en kleine objecten tezamen,
dan kan men nauwelijks bijzonder optimistisch zijn.
Het ‘is begrijpelijk, dat de Duitsche Regeering het
5-mi’llioe’n-del ‘zoo spoedig mogelijk geleverd wilde
zien en dit zelfs als eisch ‘gesteld heeft. Maar even-
zeer is het de vraag, of het ortderzijrls voorzichtig is
exporteurs van wercldmarktartikelen te an imeeren
tegen prijzen, die geen risiooprem’ie inhouden, de
risico’s op zich te nemen, die met ‘deze transactie
toch verbonden zijn. Natuurlijk heeft de Regeerinjg
het in de macht om, wanneer de afwikkeling niet
erg vlot, objecten aan te wijzen als ‘te
v
a:lide
er
e
n

tegen deze transactie. Maar zij zal daarbij vast moe-
ten ‘houd’en aan den eisch van ‘,,Zusiitzlichkei’t”, om-
dat anders de ‘belangen :bij de clearing ‘betrokken, in
het gedrang zouden komen. En ‘dan is •het de vraag
of de omvang dier objecten niet zal tegenvallen. Het
is dan ook nog een open vraag of er voldoende be-
langhebbenden zullen zijn die zich aanmelden om in
‘het 5-millioen-deel der affaire mee te ‘doen. Tenzij
men optimistischer mag zijn ‘over de kans om extra-
iinporten te ‘vinden; cle Regeering zelf kan dat na-
tuurlijk het best beoordeelen wanneer zij hijv. in
eigen boezem al verschillende transacties kan afslui-
ten voor leger en vloot, .bruggenbouw, enz.
In elk geval is de onderhavige transactie een in-
teressant novum op :het gebied der compensatie,
waarvan men echter nauwelijks een bijzonde
re
stim’i-
lans op dit verkeer kan verwachten. Wat niet weg-
neemt, dii.t, wat betreft de invloed op ‘de exportkeuze,
de affaire niet zonder beteekenis is. Eén ding blijft
edh’ter zeer te ‘betreuren dat ‘deze vorm van staats-
compensatie meer risico’s voor den exp’orthandel met
zich brengt ‘clan de compensatie, zooals ‘die zich in
het vrije verkeer had ontwikkeld. Het ‘doel, dat
clearing en compensatie beoogen: bovenal zorg te
dragen, .dat de export de facto betaald wordt, kan
hier in gevaar komen. C.
A. KLAASSE

DE NIEUWE THEESTATISTIEK.
liet is een begrijpelijk en alom waarneembaar feit,
dat de drang naar het beschikken over goed cijfer-
materiaal ‘in voor producenten moeilijke tijden groo-
ter wordt, naarmate de positie van ‘het product voor
hen teleurstellender is. Nadat het International Ru’b-
her Regulation Oommittee in 1935 was begonnen met
het maandelijks verspreiden van uitvoerige gegevens,
komt nu ook het International Tea Oominittee, te be-
giunen met 1936, met een zeer uitvoerige maande-
lijksc’he publicatie. Wel bestonden er reeds cijfers in
cle geregel’de publicaties van bijv. de Vereeniging voor

de Theecultuur in Nederlandsch-In’dië, •doch deze
waren ‘in geenen deele zoo veelomvattend al’s die, welke
thans worden .aangeboden, terwijl ‘het uitvoerige cijfer

materiaal van de jaarverslagen van deze Vereeniging
en het internationale comité wel goed was om zich
van de ontwikkeling een ‘beeld te vormen, ‘doch niet
om geregeld op •de hoogte te ‘blijven.

Het thans aangeboden maandoverzicht, dat ‘in den
handel is en verkrijgbaar wordt gesteld bij het Secre-
tariaat van het comité, Mark Lane 59, Londen E. ce 3
â 10 Sh. per jaar, ‘bevat alle gegevens, welke voor de
‘beoor.deeling van ‘cle voortbrenging en consumptie op
korten termijn noodig zijn, en vervult daarmede •dus
een der wenschen, bij het totstandkomen van de
restrictie geuit. Na een uitvoerige inleiding betref-
fende de aan de restrictie deelnemende landen wor-

den achtereenvolgens ‘de export-cijfers ‘sedert 1922 ge-
splitst gegeven, alsmede ‘die der restrictie-jaren
maan’dsgewijze. Hetzelfde w’ordt vervolgens gedaan

voor de consumptie- resp. importcijfers voor alle lan-
den, welke eeni’ge beteekenis ds thee-consument heb-
‘ben, waarbij echter helaas nog m’oeten ontbreken
‘de cijfers voor ‘het verbruik van eigen product door
thee-produceerende gebieden.

Naast ‘voorraadcijfers (Lon’den en Amsterdam) be-
sluiten ‘gegevens over ‘de ontwikkeling van het prijs-
verloop deze publicatie, welke ieder, die iets over de

positie ‘der thee wenscht te weten, zeer
minutieus en uitvoeri’g inlltht.
Het kan uiteraard niet onze bedoeling zijn hier
veel uit ‘dit bulletin over te nemen, ‘doch aan enkele

cijfers willen wij een kort woord wijden. Daar is aller-
eerst de vraag, in ‘hoeverre de restrictie den’ prijs en
het aanbod kan beïnvloeden.
Met betrekking tot ‘den prijs ‘bevestigt o.i. ‘deze pu-
‘blicatie, dat het prijsverloop van thee zeer sterk

door liet algemeene conjunctuurverloop wordt beïn-
vloed; wij ‘ontleenen ‘daartoe de volgende tabel:

Wereld-export
Gemid. door-

daarvan

snêe prijs

Wereld-cons.

qua prod.

Overige
Jaar

Londen

resp. import Tot.

restr.-land. China outsiders
in millioenen lbs.

1922.. 15.10

752

702

574

77

51

1923.. 18.9

771

778

619

107

52

1924.. 19.79

793

830

680

102

48

1925.. 18.05

824

827

663

111

53

1926.. 19.34

852

861

698

112

51

1927.. 19.01

861

907

742

116

49

1928.. 16.73

909

920

749

12’3

48

1929.. 16.27

913

967

794

126

47

1930.. 15.24

903

896

761

93

42

1931.. 12.24

901

906

765

94

47
1932..

9.45

890

933

797

87

49

1933.. 11.70

866

848

702

93

53

1934.. 13.27

858

863

696

104

63
In groote lijnen zien wij ‘hier dus, dat ‘de alge-
meene prijstendenzen voor groothandelsartikelen
meer gewicht in de ‘schaal leggen, ‘dan ‘de bijzondere
verhoudingen bij het product. Wij zien echter ook,
dat het verbruik conjunctuurgevoelig is, zij het dan
ook, dat de uitwerking van nadeelige invloeden eerst
langzaam en niet zoo scherp doorwerkt; een vol-
komen logisch verschijnsel vo’or een product, •dat
direct voor de consumptie bestemd is. Niet alleen is
zulks het geval waar thee nog een luxe-drauk is, doch
ook waar het dagelijksch ‘verbru’iksartikel is gewor-
‘den, kan ‘slechts een beperkte invloed van de conjunc-
tuur ‘op den ‘ovang van het verbruik en dan ‘bij een
duurzaam inwerken op de ‘inkomens worden waarge-
nomen, zooals on.clerstaand overzieht aantoont in mil-lioenen lbs:
1929 1930 1931 1932 1933 1934
Vereenigd Koninkrijk
425 ) 4391) 4621) 455 ) 438 433
lersche Vrijstaa’t
24 24 25 23 24 23
Nederland
……….
24

25

26

30
2)

21

22
‘) Taxaties.
2)
Verhooging der invoerrechten in
1933.

Een ander feit, dat het overzicht ons toont, is ‘de
toenemende ‘beteekenis der outsiders en ‘de beïnvloe-
ding van ‘hun productie ‘door ‘het prijsverloop. Bij
China nemen wij een sterke afneming van den uitvoer

n

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Februari 1936

na 1929 waar, verband hou’dende èn met de prijsdaling
en ‘de politieke onrust èn ten ‘dccle met verrneerder’den
uitvoer naar Ru’s’lan.d.

In ieder geval toont dit overzicht, dat een deel der
vermindering van de exporten uit de beperkende lan-•den (Bri’tsch-In’dië, Ceylon en Nederlandsoh-Indië)
wordt tenie’bgedaan door vermeerderden export elders,
een vermeerdering, welke te gevaarlijker is, omdat
ook Japan en Formosa zich meer gaan toeleggen op
de productie van zwarte thee en dus sterker in
directe concurrentie met de beperkende gebieden
treden.
Met betrekking tot de thee moet o.i. ook weer de
conclusie getrokken worden, dat de zware offers, welke
een deel der producenten zich getroost, slechts een
zeer problematiek nut hebben afgeworpen en dat het
zeer de vraag is of de restrictie zal leiden tot gezond-
making der productie en tot een verdere prijsverbe-
tering, indien de conjunctuur niet medewerkt. Wel
zal hier de propaganda zeer veel ten goede kunnen
uitrichten, mits ij effidiënt wordt gemaakt, doch dit
zal eerst na jaren tot belangrijke resultaten kunnen
leiden.

Tens’lotte willen wij nog een enkel cijfer naar
voren ‘brengen, ni. de beteekenis van Rusland als
consument. Schakelen wij het Vereenigd Koninkrijk
en den Iersdhen Vrijstaat uit, dan nam de Sovjet-
Republiek in 1933 ‘t/m. 1935 ongeveer ‘de helft van
den Europeeschen invoer voor haar rekening en •dan
kan het niet anders of het streven daar naar autarkie
moet zeer ernstige bezorgdheid wekken; een vermin-
dering van het verbruik met ‘ongeveer 50 mil’l’ioeii
l’bs. door au’tarki’e zal ‘dan nog ‘gevaarlijker zijn ‘dan
‘de toenehaing der
productie
van ‘de outsiders, temeer,
om’dat ook in andere landen (Brazilië) een dergelijk
streven bestaat.
Wij achten het een gelukkig verschijnsel, ‘dat thans
ook voor ‘de t’hee een zooveel omvattend cijfermate-
riaal ‘geregeld ter ‘beschikking ‘zal komen in een der-
geljken ,,gecodificeerden” vorm. J
.
F. H.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE SPOORWEGEN IN ZUID-AFRIKA.

Prof. Dr. C. G. W. Schumaun te Stellenhosch
schrijft ons:

De spoor*egen in ‘de Unie van Zuid-Afrika en
Zûid-West-Afrika rijn feitelijk geheel in handen en
onder beheer van •den Staat. Slechts 407 mijlen van
‘het geheee ‘spoorwegnet van 13.536 mijl waren ‘op
31 Maart 1934 in ‘handen van particulieren.
Zooals •in •de meeste lan’den waren de spoorwegen
ook hier in den aanvang particuliere ondernemingen.
Het ‘ontstaan van ‘de spoorwegen in Zuid-Afrika
ha’d omstreeks 1860 plaats en is zeer goed te ver-
klaren. Er ‘heerschte een periode van huitengewonen
voorspoed, vooral onder ‘den invloed van de rich uit-
brei’den’de wolproductie, de stabiliteit in de politiek
en den betrekkeljken voorspoed in Engeland, welke
meestal rijn terugsiag vond in Zuid-Afrika.
Tot 1874 werd er echter geen nieuwe lijn aange-legd, hoewel er in 1862 reeds een wet werd aange-
nomen voor den aanleg van verdere spoorlijnen van
Wellin’gton naar Worcester, van Kaapstad naar Mal-
meshury en van Port Elizabeth naar Gra’hamsta’d.
De verklaring
ligt
voornamelijk in den “on’gunstigen
economischen toestand, welke op ‘cle voorafgaande
periode van opleving volgde. De teru’gslag begon
reeds in 1862, om zich in 1865—’66 te verscherpen
als gevolg van de ‘bekende crisi’s van 1866’ in Enge-
land. De depressie ‘duurde tot ‘diep in 1869. In 1870
werd er ‘op groote schaal diamant in Kimberley
‘ontdekt; de toestand in ‘de Kaapkolonie was toenter-
tijd juist geschikt voor een nieuwe opleving. Een
spoorlijn naar Kimberley kon nu niet meer gemist
worden; ‘de afstand tot Kaapsta’d bedroeg echter 650
mijl en deze moest gaan ‘door ‘de ‘dorre en onvruht-

hare Karroo. Het particulier initiatief kon het
groote bedrag, dat ‘benoodi’gd was, rblj’kbaar niet
bijeen brengen en evenmin ‘het risico aanvaarden. De
Regeering van Kaapstad heeft ‘daarom in 1873 be-
sloten om •de in 1863 reeds voltooide lijn Wellmn’gton
—Kaapstad ‘over ‘te nemen en te verlengen. Hier-
mede ontstonden de Staatsspoorwegen in Zuid-
Afrika. Er ‘begon een snelle uitbreiding ‘van de
spoorwegen zoowel vanaf Wellin’gton, als vanaf Port
Elizabeth en Oost Lon’don aan ‘de Zuid-Oostkust. In
1883 ontmoetten de twee
lijnen
elkaar in De Aar,
dat thans een belangrijk spoorwegcen’trum is, terwijl
de verbinding met Kimberley in 1885 gereed kwam.
hierop volgde ‘onmiddellijk een nieuwe fase in de
ontwikkeling van ‘de spoorwegen. In 1866 worden
namelijk de goudveiden aan ‘den Rand ontdekt. ‘Er
ontstaat nu concurrentie tusschen ‘de verschillende
lijnen om het eerst ‘den Ran’d te bereiken en om
laariia het meeste verkeer tot zich te trekken. Deze
interessante strijd domineert in ‘groote mate de
economische en politieke geschiedenis van ‘het land
tot aan de totstandkoming van ‘de Unie in 1909.
Binnen enkele jaren heeft ‘de Rand verbinding met
‘de ‘ku’st langs vier routes en bestaan er ‘drie ver-
schillen’de spoorwegmaatschappijen, ‘d’ie onderling

con’curreeren om het zoo ‘begeerde verkeer van den Rand tot zich te trekken. De geschiedenis van dezen
strijd ‘is ‘buitengewoon interessant, ‘d’oorvl’odhten met
politieke stroomin’gen, economische belangen en han-
‘delspoli’tieke wrijvingen en overeenkomsten.
1)

Vanuit een an’der standpunt kunnen wij ‘de uit-
‘hrei’din’g •van cle spoorwegen in ‘het ‘kort a’ls volgt
sa’menvatten: Vanaf 1860 tot 1874 wordt zij ‘he-
heerscht ‘door ‘de belangen van een jong a’grarisch
land; van 1874-1885 is ‘de diamantindustrie toon-
aangevend; van 1886 tot aan ‘den Boerenoorlog in
1893 geven de g’oudvel’den de richting en het tempo
van ‘de uitbrei’din’g aan. Na 1900 rijn :h
e
t weder in
‘hoofdzaak ‘de landbouw en de in’dustrieele cntwikke-
ling, welke ‘den aanleg van nieuwe rjlijnen bepalen.
De ‘belangrijkste hoof’dlijn was toen reeds voltooid.
Wij rien dus in ‘de uitbreiding van de spoorwegen
een interessante weerspiegeling van ‘de economische
structuurveranderin,gen van Zuid-Afrika.

Met ‘de totstandkoming van ‘de Unie ‘van Zuid-
Afri’ka in 1909 worden de drie spoorwegmaatschap-
pijen vereenigd tot een ge’heel, waarbij de havens
worden gevoegd. Het geheel komt onder een afzon-‘derljk financieel beheer, los van ‘de openbarefinan-
ciën. Zui’d-Afrika heeft ‘dus een afzonderlijken Mi-
nister van Spoorwegen en T-havens en een afzonder-
lijke jaarlj’ksche ‘begrooting voor ‘de Spoorwegen,
naast ‘de gewone Staatehegrooting. De kapitaalfon’d-sen komen echter van den Staat, er bestaan (lus ‘geen
spoorwego’bligati es. De Zui’d-Afri’kaansche staats-
schuld van ‘f 274 m’illioen op 31 Maart 1934 bevat

ongeveer £ 149 millioen pro’ductieve spoorweg- en
havenschul’d.

De Spoorwegen en de con.junctuir

In Zuid-Afrika ‘beschouwt men ‘den financieelen
toestand van ‘de spoorwegen en ‘den omvang van ‘het verkeer als een van de ‘beste conjunctuurindices. Een
statistisch onderzoek toont aan, ‘dat ‘deze opvattin’g
juist is.
2)
‘Wij kunnen ‘dit hier slechts met enkele
cijfers bewijzen, vooral met ‘de bedoeling, om den

Voor den lezer, die hierin belang stelt, verwijzen wij naar: Lederer: ]Sntwicklung der Siid-Afrikanishen Union
au f verkChrspol’i’tischer Grun’dlage,
1910.
A m’evicw of ‘the present mu’tual relations of the Sou’th African Colonies. With a Meritorandusn on Railway ‘Un’i-
f,icatiou, ‘by Lord Sel’hourne,
1.907.
Dr. Van ‘der Poel: Railway and Customs Policy in
South Africa.
Zie Sohurnann: Business cycles ‘in South Africa,
1910-1933.
S.Afr. Journal of Economnics, June
1934,
vooral graf’iek T], waar een houge mate van correlatie
tussohen de inkomsten der spooi’wegen (12 rnaandsgid-
d’eiden) en andere conjunctuurindices wordt aangetoond.

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

119

invloed van de laatste depressie van 1929 tot 1932
en (le sterke opleving na 1932, nadat Zuid-Afrika
den gouden standaard had afgeschaft, aan te toonen.

Zuid-Af rikaansdhe Spoorwegen.
Goederen-
Totale

Totale Overschot Totaal aant. vervoer
Jiar inkomst. uitgaven of tekort treinmijlen in tonnen
In £ 1000

In 1000
1911-12 12.357

9.959 + 2.398

25.5221)


1915-16 12.769

11.227 + 1.541

29.820
1
)

12.039
1920-21 23.982

25.255 – 1.273

35.974

16.435
1922-23 20.563

19.926 + 637

33.026

15.719
1925-26 24.810

23.726 + 1.084

44.329

21.072
1929-30 27.148

27.084 +

63

50.384

22.515
1931-32 23.034

24.246 -1.212

42.303

19.113

1932-33 21.602 22.229 – 627

39.577

18.022
1933-34 25.062

23.248 + 1.814

43.653

20.423
1934-35 28.376

24.487 + 3.889

46.713

23.786
J)
Voor de kalenderjaren
1911
en
1915.

De twee conjunctuurgolven gedurende de periode 1915 tot 1935 blijken duidelijk uit alle vijf reeksen:
de intense opleving in en ‘na den oorlog van 1915 tot
1920,
‘de daling tot een laagtepunt in 1922-’23, de
geleidelijke stijging tot een hoogtepunt in 1929-’30,
de intense daling tot 1932-’33, en daarna de merk-
waardige toeneming van de bedrijvigheid der spoor-
wegen tot 1934-’35. De bedrijvi’gheid neemt nog
steeds toe. De inkomsten van de spoorwegen gedu-
rende de zes maanden van 1 April tot 30 Sept. 1935
bedroegen £ 14.359.000 of £ 1.343.000 meer dan gedu-
rende hetzeii5de tijdvak van 1934. De bedrijfsuitga-
ven zijn slechts met £ 639.000 gestegen, ioodat in
1935 ‘voor ‘de verrndlde zes maanden het heclrijfs-
overschot zelfs booger was ‘dan in 1934. Tot ‘dusverre
zijn er nog ‘geen aanwijzingen bemerkbaar, dat de
spoorweg’hedrijvighei’d en ‘de goede financiecle uit-komsten ‘hun ‘hoogtepunt ‘bereikt zouden hhhen. Het is interessant om omvang en tempo van de toe-
nenhing van ‘de verschillende posten voor ‘de drie ge-noemde peri’oden van voorspoed te vergelijken.

1′ rocentueele toeneming.
Goederen-
Totale

Totale Totaa aant. vervoer
Periode

Inkomsten uitgaven treinmijlen in tonnen pct.

pot.

pOt.

pOt.
1915-’16
tot
1920-’21 88

125

21

36
1922-’23
tot
1929-’30 32

36

52

43
1932-’33
tot
1934-’35 31

11

19

35

De speciale stijging van de inkomsten en voorot
van de uitgaven ‘gedurende de eerste periode moet
voornamelijk worden, toegeschreven aan de oorlogsin-
flatje, waardoor alle prijzen en kosten stegen, terwijl
de meer •dan proportioneele stijging van inkomsten
boven die van ‘den omvang van het verkeer een gevolg
is van ‘de verhooging van •de spoorwegtarieven. Ge-
durende ‘de volgende periode zien wij juist de tegen-
gestelde tendens – hier is de omvang van het ver-
keer meer toegenomen ‘dan ‘de inkomsten of uitgaven.
Dit vindt zijn verklaring niet alleen in een ten’dens
tot algemeene prijsdaling ‘gedurende deze periode,
maar ook in ‘het feit, •dat het vervoer van zware en
goedkoope goederen relatief meer is toegenomen dan
dat van duurdere, ‘doch li’dhtere goederen. Belang-.
wekkend is ‘de volgende periode, toen Zuid-Afrika
onder invloed van ‘de depreciatie van ‘het Zuid-Afri-
kaan’sche Pond en de hoogconjunctuur in ‘de goud-
nijver’hei’d een enormen voorspoed ‘doormaakte. Waar
de stijging hier heeft plaatsgevonden in de korte
periode van twee jaren, tegen vijf jaren ‘gedurende
de eerste periode en zeven jaren gedurende ‘de tweede periode, is de toeneming van den omvang van het ver-
keer, vooral ‘zooals blijk-t uit het aantal vervoerde
tonnen, inderdaad merkwaardig en dit toont de in
een ongekend tempo plaatsvin’dencle opleving van het
bedrijfsleven in Zuid-Afrika aan. Deze snelle verbete
ring na 1932 moet in hoof’dzaak worden toegeschre-ven aan ‘de enorme opleving aan den Rand en de ge-
stegen ‘houwbedrjvi’gheid, typische kenmerken van
een ‘hoogconjunctuur, welke hier echter niet alle be-

drijven, zooals bijv. den landbouw
1
, omvat. Hierdoor is
het vervoer van de goedbetalende goederen, zooals ge-
reedschappen voor de mijnen en bouwmateriaal, sterk
toegenomen, terwijl dat van zware en goedkoope goe-

‘deren, zooals steenkolen en ‘landbouwproducten, niet
in evenredigheid is ‘gestegen. Zulks verklaart de rela
tief sterke stijging van dc inkomsten der spoorwegen
in verhouding tot de uitgaven en het aantal trein-
mijien. Een ‘gunstig teeken is, dat ‘de ‘bedrijfsverhou-ding (operating ratio), of de verhouding van ‘bedrijfs-
kosten tot inkomsten ‘steeds meer is verbeterd, ni. van
79.9 püt. in 1931-32 tot 71.4 pOt, in 1,933-34 en
67.9 pOt. in 1934-35.

De depreciatie van het Zuid-Afrikaansche Pond
heeft dus ongetwijfeld een ‘bijzonder gunstigen invloed
op den torstand van cle Spoorwegen uitgeoefend, al-
hoewel andere teekenen, welke een ‘opleving aautoo-non, •ook reeds tegen het einde van 1932 ‘bemerkhaar
varen. De tekorten van de zware depressiej aren zijn
binnen twee jaren gedekt, en cle vooruitzichten voor
een bljvenden voorspoed lijken bijzonder gunstig,
althans t.a.v. ‘de naaste toekomst. De vraag mag dus
wel worden geateld, of ‘het geen aanJbeveling verdient
om bepaalde spoorwegtarieven te verlagen. Het rede-
lijkst zou zijn, om de tarieven voor ‘de invoergoeileren
te verlagen, daar de uitvoertarieven reeds zeer laag zijn en de omvang van het verkeer van het binnen-
land naar cle kust thans veel grooter is ‘dan van de
kust naar het binnenland; hierdoor kunnen de con-

stante vervoerkosten meer rationeel over het geheele
vervoer worden verdeeqd en kunnen deze per eenheid
vervoer dalen.

Tegelijkertijd ma’g de huidige voorspoed niet als
permanent worden beschouwd. In zijn laatste jaarver-
slag waarsdhuwt de algemeene bestuurder van de
Spoorwegen en Havens tegen overdreven optimisme.
Zijn uiteenzetting ‘van de beoogde spoorwegpolitiek
moet als voorzichtig en conservatief worden bes tem-pel’d. Dit jaar wordt voor ‘de eerste keer £ 500.000 in
een l’oonsta’hilisatiefonds gestort. De conjunctaurge-
‘schiedenis in Zuid-Afrika en de conjunctuuigevoelig-
heid van de spoorwegen toonen aan, ‘dat een derge-
lijke conservatieve politiek noodzakeilijk is en ten
volle ‘gesteun’d dient te worden.

AANTEEKENINGEN.

De buitenlandsche handel van Estiand en Let-
land en de muntpariteit.

Een analyse van ‘den buitenlandschen handel der
twee Balt’ische staten, Estland en Le’tlan’d, biedt, aldus ‘de TirtsChaftadienst van 20 Dec. 1935, ‘de
gelegenheid tot ‘het geven van een interessante be-

schouwing aangaande de betee’kenis van •de munt-
pariteit voor dezen. ‘belangrijken factor in het econo-
‘misch leven ‘der bei’de landen. Een vergelijking is
gerechtvaardigd, omdat de economische structuur
der twee landen ‘gelijksoortig is. Zoovel Estland als

Letland zijn agrarisch georiënteerd, ‘beide zijn zij
debiteurlan’den en ‘dus op een actieve ‘handelsbalans
aangewezen, terwijl Duitschiand en Engeland hun
voornaamste markten vormen.

Verschuiving in de samenstelling van den uitvoer van Estiand en Letland.

Estiand

Letland

Exportgroepen

(in mili. Kr.)

(in mili. Ls.)

1932 11933 11934 11932 11933 11934

Vee ………………

1.2

0.9
Voedingsmiddelen

22.1 19.0 22.2 33.7 25.1 22.2
Grondstoffen en half
fabricaten ………
11.0

15.8 27.5 29.1 38.2 44.1
Afgewerkte artikelen

9.4 10.7 18.0 33.7 18.3 18.1

Totaal ……..j
42.6
1
45.6
1
69.0
.
1
90.5
1
81.5
1
85.4

Estianci nu, dat in Juni 1933 den gouden stan-
daard opgaf en in den herfst van dat jaar zijn ‘valuta
aan ‘het Pond bond, nooclat de Kroon nu tot 60.5 pOt.

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Februari 1936

van de oorspronkelijke pariteit is gedaald,
zag
vol-

gens bovenstaand staatje van 1932 tot 1934 zijn
groudstoffenuitvoer tot ‘op liet 21–voudige stijgen,
zijn uitvoer van’ eindproducten tot op het dubbele,
terwijl de uitv’oet van levensmiddelen onveranderd

bleef.
Letland ‘kon met zijn toegenomen gon-d’stoffenuit-

voer
nauwelijks
den achteruitgang in de andere

groepen goedmaken.
Welke beteekenis hebben deze, verschuivingen?
In de eerste plaats w’orde er op ggwezen, dat de
gestegen uitvoerwaarde van Estlan’d in Kronen nog
geen gestegen ,uitvoer in goud beh’oef t te beteekenen.
In hoeverre dit desondanks toch tot een interne
saneering ‘van ‘de Estlandsc’he vol’kshuishou’d,in’g kan
hebben geleid ‘is hier niet aan de orde.
Een nadere ‘ontleding der uitvoercijfers leert ech-
ter, ‘da-t -deze in beide landen in belangrijke mate
werden beïnvloed ‘door -den uit-voer
an hout en
hou-twaren. Dit bedrijf heeft’ een afzonderlijke con-
junctuurbewegin’g vertoond. De totale stijging van
-den Est’landschen uitvoer met Kr. 26.4 millioen
komt voor Kr. 10.3 inillioen voor rekenin’g van dezeii
uitvoer, terwijl ‘deze u’itvoer in Letl’and van Ijs. 28.3
rni’llioen tot Jas. 40.1 millioen steeg. Rlatief daalde
-hier evenwel de ‘voorsprong van’Letlan’d. Sdhakelt men
den uitvoer ‘van deze -goederen edhter uit, dan blijkt tegenover een stij’ging met 40 pOt. van den overblij-venden Estlandschen uitvoer een ‘daling met 33 pOt.
van ‘den overeenkomstigen Letlandseben uitvoer te
staan. In ‘goud be’teekent -dit, ”dat de Estlandsche
uitvoer constant is gebleven, de Letlan-dsche gedaald;
in hoeveelheden, dat ‘de Estlaridsche uitvoer gestegen
is, -de Letlandsche gedaald.
Schakelt men bovendien oo-k ‘den uitvoer van
levensmiddelen uit, welke met behulp van export-
premiën in stand word-t ge-houden, dan blijkt in
Es’tlan’d een stijging van Kr. 18.1 millioen op 34.1
millioen, ‘in Letland een daling van Ls. 34.5 millioen
op 23.1 millioen. Beziet men alleen de groep der
ein’dprodncten, -dan blijk-t de uitvoer daarvan in
Estland verdiuhbeld te zijn, in Letlan-d zeer ‘sterk in-

gekrompen.
In de eerste negen maanden van 1935 is ‘de Let-

lan-dsche uitvoer met 25 pOt. gestegen, ‘de Estlan’d-
sche met 16 pOt. (na uitschakeling van den levens-
rni:ddelenuitvoer resp. 10 pOt. en 7 pOt.). D.i. terug
te voeren op een toeneming van -de relatieve hetee-
kenis van Duitschian’d als afzetmarkt, waar vaak
andere factoren -dan de
prijs
beslissend zijn.

Wijziging van de indexcijfers van Nederlandsche
aandeelen.

De
indexcijfers
van Ne’derian-dsche ‘aande’elen, op-
gesteild -door de B’ank voor Handel en Scheepvaart,
die ‘sedert Januari 1930 door -de veilwillen-de mede-werkinig van -deze instelling maandelijks in ons blad
gepubliceerd worden, ‘hebben een wijziging ondergaan.
De cijfers van de afzonderlijke groepen hadden tot
dus’v’erre betrekking op ‘het rekenkundig gemiddelde
van de d’agelj’ksdhe
Icoersen
der voornaamste maat-
schappijen. Het waren -dus -geen indexcijfers in den
eigeniljken zin -van ‘het woord.
Hierin zal than’s een verandering plaats vinden.
Alle groep’en zuilen voortaan herleid worden tot een
zelfde -basis, ni. 2 Januari 1929. Van alle onder-ne-
mingen of instellinigen van een bepaalde groep, wier
effecten off’icieeff genoteerd worden, word-t op elken
‘Woensdag ‘de heurswaar-de van ihet ‘door ‘haar uitge-
geven kapitaal berekend (dus kapitaal X beurskoers).
De ‘al-dus gevonden ‘hedrafgen worden op een ‘index-cijfer met basis 2 Jan. 1929 om’gerekend.
Van -de totale ‘heurswaarde worden twee indexcij-
fers berekend, een met als ‘ba’s-i’s 2 Januari 1936 e.v.,
d.w.-z. met een jaarlijks wisselende basis, -dus volgens
de tot nu toe ‘gevolgde methode en een met basis
2 Jan. 1929. D’it laatste cij’fer treft men aan in de
laatste kolom van -de tabel en wordt thans v-oor -de
ee’rste maaJl gepubliceerd.
Deze cij’fer’s zijn gdbaseerd op ‘de totale beurs-
waarde van nagenoeg alle gewone en preferente
aandeelen van Nederlan-dsdhe ondernemingen, -d-ie op-
genomen zijn in de Prjscourant, uitgegeven d’oor -de
Vereeniigin-g voor -den Effectenihandel.
Van een’ige ondernemingen moesten de aandeelen-
kapitalen buiten besch’ouuing blij
ven
ter vermij-din’g
van dubbele opneming. Zoo werden niet opgenomen:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.

Basis
2
Januari
1929

100.

De Bank voor 1-lande! en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Kunst-

Electri-
1
Handels-
citeit

ondern. Mijnbouw

Olie

Rubber
Scheep-
Suiker

Tabak

Thee 1 betrs-
Banken

zijde

Industrie vaart
1 waarde

Gem.
29
101.9
73.1
119.-
114.4 95.6 88.6
99.1
100.2
95.-
99.9.
87 3 92.7
103.2
’30
94.2
34.1
90.1
100.4
71.6
63.9
93.1 52.1
71.-
76.2
65.5
74.5 84.3
1
31
73.6 22.7 60.7
83.
52.2
45.9
52.3
48.2
,

47.1
46.3
45.5
46.3
55.1
’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1
17.6
29.3
27._
25.8
30.8
37.-
’33
51.5
10.7
48.7
80.7
41.- 40.- 41.-
26.7
28.2
27.4
25.4
39.5
40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.–
37.7
47.3
39.-.
40.6
22.2
23.2
26.2
50.2
39.4
1
35
50.-
14.1
52.1
69.9
i
39.7
49.4
43.8
43.2
23.7
24.4
29.3 47.1
42._

Jan.
’35
47.4
14.6
50.3
70.3 37.7
48.-
34.9
43.6
21.-
21.7 27.4 49.9 38.6
Febr.
49.9
14.9
51.7 71.2
39.1
47.-
,

35.-.
43.4
22.4 23.5 27.5
49.-
39.6

Mrt

,,
49.7
14.9
50.7
70.9
38.2
44.1
34.1
40.2
21.4
23.-
27.5
44.4
38.7
Apr.
50.8
15.3
51.7
71.2
39.3
47._
37.9
41.8 21.6
24.2
26.9
44.9
40.3
Mei
51.3
14.3
52.8
71.9_
39.7
48.2
42.5
43.1
21.4
23.9
25.7
46.6
41.7

Juni

,,
51.9
14.7
53.9
721
41.3 49.5
46.8
47,-. 23.1
23.8
28.5
46.7
43.5

Juli

,,
50.7
14.8
53.8
71.3
40.3 50._
46.9 45.3 23.3
23.-.
29.3
45.5
43.2

Aug.

,,
50.5
14.3
53.6
,

70.7

40.2
50.3
49J
44.2
23.9
23.4
30.5 46.3
43.7

Sept.


49._
13.6
51.2
66.6
39.2
50.-
47.2
41.4
24.-
22.8
29.7
46.5
42.2

Oct.

,,
48.7
12.9 51.1
64.9
,
38.7
51.3
47.7
42.1
24.9
25.5
30.1
48.6 42.5

Nov.

,,
50.6
12.7
52.7
68.7
41.1′
53.6 52.6
43.4
29.3
29.5
34.-
48.4 45.4

Dec.

,,
49.9
12.5
52.-
69.7
42.2
53.7
52.5 42.3
28.9
29.6
36.-
48.-
45.2

Jan. ’36
52.2
12.8
53.4
71.9
44.6
54.1
56.6
46.9
31.9
32.2
39.2 48.8 47.8

Indexcijfer
der
totale beurswaarde
2
Januari
1936
1 2.558.045.500
=
100.

2
Januari
100.-
22
Januari
104.9
8

,,
102.1
.29
106.2

15

,,
104.4

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

121

de gewone aan!deelenkapitaleu van de N.V. Van den
Bergh’s Fabr. en Anton Jurgens’ Vereenigde Fabr.,
waar de aandeclen van deze maatschappijen •grooten-
deels ge’houden worden door Unilever N.V.;
ook niet N.V. Nederlandsche Scheepvaart Unie,
doch wel de N.V. Stoomvaart Mij. ,,Nederland”, Rot-
terdamsche Ll’oyd en Kon. Paketvaart Mij.;
ook niet N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken, doch
wel N.V. Gemeenschappelijk Bezit van aan’deeleu van
Philips’ Gloei.lampenfabrieke’n;
ook niet N.V. Dordtsche Petroleum Industrie Mij.,
doch wel N.V. Kon. Nederlandsdhe Maatschappij tot
Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned.-Indië.
Voorts is eene oorrectie toegepast met het oog op
de omstandigheid, dat een belangrijk deel van aet
aan’deelenkapitaa’l der N.V. Kon. Nederla’ndsdhe Maat-
schappij tot Exploitatie van Petroleumbronneu in
Nd.-In’dië zich niet in Nederiandsche, doch in bui-
tenlandsche handen bevindt. Van het gewone kapitaal
dezer Maatschappij ad
f
503 mi’llioen is slechts nomi-

naal
f
335 miljoen in de berekening opgenomen. Deze
correctie heeft bovendien het voordeel, dat ‘het over-wricht door ‘het machtige gewone aandeelenkapi’taid
dezer Maatschappij op de vorming van ‘het indexcijfer
uitgeoefend, eenigszins getemperd wordt en meer in
overeenstemming ‘is gebracht met het ‘belang, dat de
N.V. Kon. Nederlan’dsehe Maatschappij tot Exploita-
tie van Petroleum’bronnen in Ned. -Indië inneemt in
het Nederlandsch nationaal vermogen. Ook van het gewone aandeelenkapitaal van de N.V. Algemeene Kunstzijde Unie bevindt zich een zeer be-langrijk gedeelte in buitenlan’dsdhe handen, weshalve

slechts
Y4
gedeelte daarvan werd opgenomen.
Eene on’gewenschte storing ‘in het in’dexcijfer van-
neer in ‘den loop van het stat’istiekjaar ‘het totale no-
minale beurskapi’ta’al, dat het voorwerp is der bereke-
ning, wijziginig ondergaat, zooals het gevolg kan zijn
van aan’deelenuitgiften, nieuwe opnamen van maat-
schappijen in de Officieele Prijscourant, doch ook van afstempeling van ‘aandeelen tot een geringer nominaal
kapitaal, enz. wordt voorkomen door van het tijdstip
af, waarop de bedoelde wijziging ‘ingaat, de berekening
niet langer te doen steunen op de basis, ‘berekend voor
den eersten 1beursdag van het statistiekjaar, doch dit
bedrag dusdanig te vermeerderen of te verminderen
als het geval geweest zou zijn, indien ‘de ibedoelde wij-
zigingen ‘reeds op den eersten beursdag van ‘het sta-
tistiekjaar bestonden.
Gedurende het tijdsveri’oop tusshen het openstel-
len eener aandeelen-em’issie met recht van voorkeur
voor ou!de aandeelhouders en de betaling •der nieuwe
aanideelcn wordt eene correctie noodi’g wegens den
invloed op het indexeijfer als gevolg van de koers-
daling ‘door ‘het verhandelen ex claim en wordt deze
correctie verkregen door eene aan ‘de claim gelijk-
waardige verh’oogin’g van den aandeelenkoers.

INGEZONDEN STUKKEN.

INDUSTRIE- EN LANDBOUWSTEUN.

Ir. J. S. Keyser schrijft ons:
Met den heer Van Leeuwen ) ben, ik het eens, dat
het ‘van be’lan.g is ‘te weten, op welke wijze M’inister

Zie E.-S.B. van
29
Jan.
1936.

Aitnvoeren in t

Artikelen

Ooljn tot ‘de conclusie is ‘gekomen, dat de in-
‘dustrie een steun ontvangt, welke ‘ligt tussehen
100 en 150 miljoen Gulden per jaar. De heer Van
Leeuwen geeft aan Dr. Colijn ‘het goede voorbeeld
en levert een’ proeve van een berekening van den
indirecten steun, welke ‘de ‘landbouw zou genieten
boven ‘de bedragen, welke hiervoor zijn aangegeven
in de begrootin’g van het Laadbouwcrisisfon’ds.
Op ‘deze berekening valt echter wel iets aan te

merken.
De heer Van Leeuwen i’s van meening, ‘dat ‘behalve

de opbrengst der monopolieheffingen op ingevoerde
granen ook nog als ,,’steun” gerekend moeten worden
de, prijsverhoogingen, welke als gevolg van de mono-
pol’icheffirigen, de in ‘het binnenland geproduceerde
rogge, gerst en ‘haver ondergaan.

Ik zou willen opmerken, ‘dat, voor zoover rogge,
gerst en haver, gebruikt worden als voedermiddelen voor ‘de veehouderij, noch ‘de op’brenlgsten van ‘de m’onopolieheffingen, noch de prijsstijgingen van de
in ‘het binnenland geproduceerde granen te beschou-
ven zijn als ,,s’teun”. Alleen voor zooverre de
eind-

producten
van den landbouw door de crisismaatrege-
•len in prijs zijn gestegen kan er ‘in den gebruike-
lijken zin ‘van ‘het woord ‘sprake
zijn
van steun.

Men ‘kan wel tot een ‘heel hoog ‘bedrag aan ,,land-
bouwsteun” komen ‘door de prijsverhoogin’gen, die
verschillende grondstoffen en ‘tussdhenproducten on-
dergaan, bij elkaar op te tellen, doch deze methode
voert tot absoluut onjuiste ‘conclusies.
Ook mag men bij de beoordeelin’g van ‘de uitwer-
king van monopolieheffingen niet sonder meer aan-
nemen, ‘dat het monopolierecht ten volle prijsverhoo-
gend werkt voor ‘het in ‘het ‘binnenland ‘geproduceerde
product.
De heer Van Leeuwen ‘komt tot de conclusie, dat
het fru’itrnonopolie, dat ‘de invoer van appelen en
peren met 4 ct. per kg belast, de opbrengst van het
in Nederland ‘geproduceerde fruit met 9 mi’llioen
Gulden verhoogt. Wanneer hij dit
cijfer
‘gevonden
heeft door aan te nemen, dat alle in ‘het ‘binnenland
geproduceerde fruit ‘door ‘het inv’oernzonopo’lie 4 ct.
per kg ‘duurder wordt, dan acht ik jhet zeer de vraag, of het ui’tgan’gspmit juist ‘is. Immers, er zijn zooveel
verschillende soorten en kwaliteiten van fruit, dat
moeilijk kan worden aangenomen, ‘dat deze allen door
de monopo]’ieheffin’g op ‘buiten’landsche appelen en
peren 4 c’t. per kg in
prijs
zijn gestegen.

N as c ‘h r i f t. Ir. Keyser ibegeeft zich met ‘zijn
overigens juiste ‘opmerking ‘op een verder liggend en
meer gecompliceerd gebied, nl. van de vraag of de
op’tel’l’ing van alle steunbedragen, welke de diverse
takken van ‘landbouw en industrie op directe en in-
directe wijze ontvangen, ‘ook weergeeft de totale be-
lasting der gemeenschap. Inderdaad is zulks niet; het
geval. Zoowel voor ‘den landbouw als voor d’e indus-
tri’e doen zich ‘gevallen vo’or, waarin de prijsverhoo-
ging, tengevolge van ‘den ‘steun aan één bedrijfstak
gegeven, ,op een andere bedrijfstak drukt zôn’der dat
‘deze laatste deren verhoogden druk ‘op den afnemer van zijn product kan afwentelen. De
tijd,
maar voor-
al ‘ook de gegevens on1breken. mij ‘op ‘dit ‘ongetwijfeld
interessante vraagstuk nader in te gaan en een zon

as van
1000
kg.

II

Amsterdam

II

Totaal

1935

21.253
125.284
122.943 1.500
2.665
775
127.949 123.718
3.882 27.289
24.769
– –

27.289 24.769
Tarwe

……………..
Rogge

………………
64
2.658
4.270



2.658 4.270
Boekweit ……………….
Maïs ……………….
19.9
.30
97:833 101.539 7.319
20.576
15.023
118.409
116.562
Geret

………………
6.851
43.641
20.322
250
1.508
3.091
45.149
23.413
335
7.396 6.926


460 7.396
7.386
3.486 20.175 6.210
6.969
22.849
58.674
43.024
64.884
Haver

………………..

1.600 8.030
127



8.030
127
lÂjnzaad

……………
Lijnkoek …………….
386
2.211
2.370
120
564
765
2.775 3.135
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
704 3.798
5.778
1

72
566
551
4.364
6.329

122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12
Februari
1936

juist mogelijke berekening van den to’talen •druk op
de
gemeenschc&p op
‘te stellen.
Mijn ‘betoog heeft zich dan ook, zooals ik ui’bdruk-
kelijk vermeldde, beperkt tot een besdhouwing over
de door Minister Oolijn geciteerde cijfers, welke
klaarblijkelijk verkregen varen door optellinig van
de ‘gezamenlijke bedragen, welke diverse takken van
‘ons bedrijfsleven uit hoofde van direct en indirect
werkende. . Regeeringsmaatregelen ten goede komen,
en waarbij’ ik wees op een onvolledighe’i’d in ‘deze
opteliin’g..

Wat het appelen- en pereu-invoerrect ‘betreft,
vermeldde ik, ‘dat ,,op basis van binnenlandsoh ge-
bruik
dezer fruisoorten7,
dat wl dus zeggen van de
appelen en peren alleen, een steun van
f 9.000.000
berekend ko’n worden. Het cijfer der binneniandsche
appelen- en pereneonsumptie werd mij van deskun-
di’ge zijde verstrekt. Ir. W. H.
vAN
LEEUWEN.

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegeven8 verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.
j

1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Dec.
Jan.!Dec.
Jan/Dec.
1935 1935
1934

Prod. Steenkolen in tonnen
1.010.713 11.877.845 12.340.861
Aantal normale werkdagen
.
241)
276 304

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Netto-productie in tonnen..

13.196
2
) 117.557

126.4914
Aantal normalewerkdagen

16

175

216

[II. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd:
Geraif. ‘zout ……..(ton)
Industriezout

……(
,,
)
Afvalzout ……….
}

5.220

}

70.265
111.932
8
)

Aantal normale werkdagen
24
.
307
51
8
)

Aantal arbeiders.
Gezamenl.
Steenkolen-
Bruin-
kolenmijn
Zoutmijnen
mijnen
Carisborg”

f
10.1384
)
5
)

k18

8706
)
73
243
1 Januari 1936………….
1Januari 1935 …………
10.2534)7)
19.809°)
88

1)
Oranje-Nassaumijn
III; 22
Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits;
21
Domaniale Mijn, Laura en Julia;
20
Oranje-Nassaumijnen
1,11
en IV; 19 Willem-Sophia.
2)
9.918
ton ruwe bruinkool en
3.278
ton bruinkool-
briketten.
3)
Januari en Mei.
4)
Bovengronds.
5)
Inci.
1.880
arbeiders in de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds.
7)
IncI.
1.974
arbeiders in de neven-
bedrijven.

EMISSIES IN JANUARI
1936.
Staatsleeningen ……………..
f 102.960.000,-
zijnde:
Nederland
Nd. Staatsleening 1936

f
104.000.000 4 % obl.
8. 99 % ……….. .
f
102.960.000
zijnde:

Prov. en Gemeentel. Leeningen – . . . ,,
7.067.550,-
zijnde:
Nederland
Prov. Gelderland

f
4.380.000 4 % obl. 8.
99% % …………
f

4.369.050
Prov. Zuid-HoBand

f
2.600:0004 % o’bl.
8.
99% %

…………..
2
.593.500
(lem. Utrecht

f
2.400.000
1)
4 % cbl.
8.
98%i% …………105.000
Kerkelijke Leeni’ngen
2)

182.300,–
Nederland …………f

182.300

Totaal …..
f 110.209.850,-
Bovendien:

f
10.190.000,- 1-mnds. Snhatkistb.
kf
986,31 = 2il/15

%
6.980.000,- 3- ,,

,,

,,,, 994,92 = 2
2.704.000,- l-j. 4 %

,, prom.

1.010,- = disc. 2
7
/
s

rend. 3
7.553.000,- 5-j. 4 %

,,,,,,,, 1.000,- = disc.

rend. 4

i) Van ‘het provenu van deze leeniug is
f
2.259.000 voor
co nversie atgetiokken.
Rente- Emissie-

voet

koers

pOt.

pCt.

Gei. Kerk v. Amsterdam …….150.000 4%’

100
Ver. v. i)iaconessenar.beid in
Dordrecht en Omstr. (waar

van
f
7.700 voor
.
con-versie) – –

40.000
Emissies ‘in
1936.
(In Gulden’s.)
Nieuw kapitaal:
Obliigatiëu Aandeelen

Totaal
Jan. 110.209.850,-

110.209.850,-

L,aatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
3 Februari 1936 voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers disconto

Europa.
Londen *)
£
12.10
8
7.294
Berlijn *)
100 Mark
59.26
59.28
4
Parijs *)
100 Franc
9.747
9.734
4
100
Belga
34.59 24.85
2
100 Franc

6.214
Zür,ch *)
100

,,
48.-
48.04
24
100 ‘Kronen

6.114
100 Schilling
35-
27.60
34

………

100 Pengö
43.51
43.25
4
100 Lei
1.4880
1.10
44
100 Leva
1.797
1.82*
6
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
3.38*
Turksch
£
10.93
1.17*
100 Drachme
3.23
1.39
7

………..

100 Lira
13.09 11.80
5

………….

Brussel
*)
…………

100 Peseta
48.-
20.16
5

Luxemburg

………

Praag …………..

Istanbul …………

Escudo
2
.68*
0
.
06
*

Weenen

)
………..

Kopenhagen *)
100 Kronen
66.67
32.56
34

Boedapest

……….
Boekarest

……….

100

,,
66.67
36.64
34

Sofia

…………..

Stockholm *)
100

,,

..

66.67
37.60
24

Athene

…………
Milaan

…………

Reickjavick

……..
100 1J51. Kr.
66.67
32.95.
100 Zloty
27.91
27.85
5

Madrid

…………
Lissabon …………

Kovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24
.87*
6

……..
Oslo *)

………

Riga (Letland)
100 Lat
48.-
48.-
54-6

Warschau

……….

rallinn (Estland)
100 EstI. Kr.
66.67
40.50 44
100 Finnmrk.
6.264
3.214
4
Helsingfors

…….
Tjerwonets
12.80 12.85
Moskou

………..
(10 Roebel)
Dantzig

………..
100 Gulden
48.42
27.85
5
Amerika.
New-York
*)
146.944
1.45k
14
Montreal

……..
..$
Canad.
$
2.4878
1.46
Mexico

……….
Mex. Dollar
1.24
0.414
Buenos Aires…….
Peso (papier)
1.0568′
0.40e
La Paz (Bolivia)
8)
Boliviano
0.9080

Rio de Janeiro…

Milreis (pap.)
0.8075
2

0.084
Peso (papier)
0.30
0.074
5)
Bogota (Columbia)
8)
Peso
2.42
0.774
Valparaiso ………

Quito (Ecuador)
Sucre
0.49
8
0.14
Sol
0.69
7

0.374
Lima (Peru)

……..
Montevideo (lJrug.)
Peso
2.5725
0.71
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.384
Gulden
1.-
1.004
San

José (C. Rica)
(.)olon


Civatemala ……..
Quetzal
2.484
1.464
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.

1.004
Managua (Nicar.)
8)
Cordoba
2.484
1.324
San Salvador
S)
Colon
1.2440
0.584
Azië.

..

Rupee
0.91
0.554
3
Batavia

……….
Gulden I.G.
100
1.004
4

Paramaribo

……..

Yen
1.24
0.424
3.65

Calcutta …………
..

Dollar
0.484
Dollar
0.434
0.444
Straits Doil.

..

1.4125
0.86
Phil. Peso
1.24
0.74
reheran
4)
(Perzië)
Pahlavi

7.60

Eobe

………….

Baht

0.674

Hongkong ., ………

Manilla

………..

Afrika.

Shanghai

………
Singapore

……….

Bangkok ………..

Eaapstad
£
12.104
1.29
34
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
7.48
Australië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
12.104
5.834
ieuv Zeeland
£
12.104
5.86
1)
Goudpeso. ‘)Milreis Goud.

*) Not, te A’dam. 0v. not, part. opg.
3)
Gif. 0.36
Vrije markt
0.09.
4
) Munteenhejd=RiaI (=een Kran.)
5)
Officieele
koers; 0,05
3
14
export koers.

Guldens

100

Conver.sies:

2.26&700,-

12 Februari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

123

STATISTIEKEN.
BANKD IS CON TO’S
ted (D1c Wissels. 244
Febr. ’36
Lissabon

•… 5

13Dec.’34
Binn
4Febr.’36
Londen ……
2vi Juni’32
in R.0
,
Vrsch.
3
4 Febr. ’36
Madrid ……5

9
Juli
1
35
Athene ……….
7

140c1.
1
33
N.-YorkF.R.B 14
1Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

……..
3422Mei’SS
Belgrado

……..
5
lFebr.
’35
Parijs

……34
6
Feb.’36
Berlijn

……….
4
22 Sept.’32
Praag

……3

1 Jan. ’36
Boekarest ……..
4
28Aug.’35
Pretoria

3415 Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome……..5 9
Sept.’35
Budapest ……..
4
28Aug.’35
Stockholm

.. 24
1Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio

. .
..3.65

2Juli’33
Dantzig

……..
5

21Oct.’35
Weenen ……
3410 Jult’35
flelsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
3422Aug.’35
Zwits.Nat.Bk.24
3Mei’35

OPEN MARKT.

936
1935 1934
1914

9
318
27Jan.
1

2
01
2
5
4/9
5/10
2024
Feb,.

Febr.
1
Febr.
Jan.
Febr. Febr. Juli

Amsterdam
Partic.disc.
1
7
13
131-71
1
3
142
17/82114
ij
6/5_314
3119-811e
Prolong.
2
1142
1
3
14-2
2_
1
1
1
1
211
4
_2I
Londen
Dageld…
!a-I
iI…l
1
13_1
1121
1
141
8141
121
4
2
Partic.disc.
171329116
171
33_91
J6

1
7132_
9
116
/32116
2
116
1
51
1
6.4
411
4
51
4

Berlijn
Daggeld…
2
3
14-3
23143114

2
3
14’3’12
2-3
311
4
71
5

41185
1
14

MaandeId
28/
4
-3
2314-3
2
3
14-3
2
3
14-3
371_4
4-5
1
12
1


Part, disc.
3
3 3
3
3
1
1
37/
s

21/
s
_11,
Warenw.
. .
4_
1
1
4.
1
12
4.11
4

4.11
4

4_114
4.114

New York
Dageld
1)
31
4

314

31
4

314

1 1
lSJ_2i/,
Partic.disc.
/16
1i6
116 116
Ii
21
4


1)
Koers van 8 Febr, en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Brljn
Par
Brussel
Batavia
York,)
*,)
*)
8)
8)
1)

4 Febr. 1936
1.45% 7.30% 59.32 9.73%
24.84
100%
5

,,

1936
1.45%
7.30%
59.32
9.73%
24.82
100%
6

,,

1936
1.45%
7.29% 59.32
9.73%
24.81
100%
7

,,

1936
1.45% 7.29%
59.32 9.73%
24.81
100%
8

,,

1936
1.45X
6

7.30% 59.31
9.7334
24.81
100%
10

,,

1936
1.4534
7.29% 59.30
9.73
24.81
100%
Laagste d.w
1
)
1.45%.
7.27%
59.224
9.72% 24.79
100%
Hoogste d.w
1
)
1.45% 7.31%
59.374
9.74%
24.874
100%
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
sfld
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrid

4 Febr. 1936
48.06%

6.11
1.10

20.16
5

,,

1936
48.09

6.11 1.10

20.16
6

,,

1936
48.11

6.11
1.10

20.174
7

,,

1936
48.12

6.114
1.10

20.17
S

1936
48.12

6.11 1.10


10

1936
48.12%

6.11
1.10

20.164
Laagste d.wi)
47.95

8.08
1.05

20.05
Hoogste d.wl)
48.15
27.75
6.13
1.15
11.85
20.224
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094
48.52

Data
.Stock-
holm
)
Kopen-
hagen*)
*

°
‘,,

Jf’

Buenos-
Aires
1)

1

Mon-
treal’)

4 Febr. 1930
37.674
32.624
36.70
3.22
40% 1.45%
5

,,

1936
37.624
32.60
36.674
3.224 40%
1.45%
6

,,

1936
37.624
32.574
36.65
3.224 40%
1.46
7

,,

1936
37.624
32.574
36.674
3.23
40%
1.46%
8

,,

1936
37.65
32.60 36.70
3.22 40%
1.4634
10

,,

1936
37.624 32.574
36.674
3.21
40%
1.45%
Laagste d.w’)
37.50
32.45
36.55
3.19
40
1.45%
Hoogste d.w1)
37.75 32.70 36.80
3.25
40% 1.46%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878 •) Noteering te Am8terdam.
*8)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
En ‘t
Iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks of,genomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D t
a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($
p. 100
gld.)

4 Febr.

1936
5,02%
.
6,69%
40,82
68,77
5

,,

1936
5,01%
6,69% 40,80 68,76
6

1936
5,01%
6,69%
40,80
68,77
7

1936
5,02%
6,69% 40,80 68,78
8

1936
5,02% 6,69%
40,83 68,78
10

1936
5,01% 6,69%
40,79
68,77

11
Febr.

1935
4,88% 6,57% 40,05 67,34
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23.81%
40%

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

INoteerings-
Landen
eenheden
25
Jan.
1936
1
Febr.
1936

1
Laagste
l
Hoogstel
318
Febr.
’36
18
Febr.
1936

Alexandrië.
.
l’iast.
p..
97% 97%
97% 97%
9734
Athene

….
Dr.p.,6
520
520
517
520
517
Bangkok….
Sh.p.tical
IIIOTI-ff

1110k
1/10k
1110
1/10k
Budapest

..
Pen.
p. £
16% 16%
1634 16% 1634
BuenosAires’
p.pesop.
18.15 18.05
18.00 18.20 18.05
Calcutta
. . ..
Sh. p. rup.
1165182

1/6%
116
3
1
32

1165132

116%
Constantin. .
Piast.p.
616 615 615 610
615
Hongkong
. .
Sh.
p.
$

1/3%
1,3%
114
1/3%
Sh.
p.
yen
1/2
1
:
82

112
1
1
22

111
31
1
32

1 .2%
112
Lissabon….
Escu.p..,C
110% 110%
109%
110% 110%
Kobe

…….

Mexico

. .. .
$pei’
17% 17% 17%
18%
18
Montevideo
2)

d. per
£
23%
23% 22%
23%
23
Montreal

. .
$
per
£
4.98k’
4.99%
4.99 5.03
5.01%
Riod.Janeir0
3

d. per Mil.
2
28
1
32

2%
223/
3e

2
25
/
32

2%
Shanghai

..
8h. p.
$

1/25.j’
6

112%
112%
1/2%
Singapore ..
id. p. $
21434
2
1
/4%
214
2/4%
2/4%
Valparaiso 4).
$
per £
128 129
129
129 129
Warschau
..
Zl.
p. £
26%
1
26%
26
26%
2634

‘)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke importeurs hebben te betalen,
1
Oct. 17.02;

31

Jan.

17.03.

2)

Offic.

not.

23 Jan. 39116;

27
Jan. 39
1
12;
30 Jan. 39116;

1

Febr. 39116; 3 Febr. 39
1
1.

3)
Id.
Ii
Mrt.4114.
4) 90 dg.
Vanaf 28 Aug. laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
4 Febr.1936..

19%
4 4 %

4 Febr.1936….
140/6
5

,,

1936..

19%
4434

5

,,

1936….
140110
6

,,

1936..

1934
e

448/
4

6

,,

1936.,..
140111
7

,,

1936..

19y,
44%

7

,,

1936….
140174
8

,,

1936..
– –

8

,,

1936,…
14018
10

,,

1936..

10i%
44%

10

,,

1936….
14016
11 Febr.1935. . 24x
6

53%

11

Febr.1935….
142134

27 Juli

1914..

24’Y,
6

59

27 Juli

1914.,..
84110%
i)
in pence
p. oz.
stand.
2)
Foreign silver in
$5. p. oz.
fins.
2)
in sh.
p.
oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
0 r 0 e r i n a e
n.
aiao van 5 lderlandsche Bank
……………….
f
34.482.843,11
f
62.527.622,39
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

338.036,57
863,97
Voorschotten
Op
uit. December 1935
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der geni.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
,

5.427.832,48

5.427.832,48
,,
128.822.606,58
134.203.696,84
Voorschotten aan Ned.-lndië
……….
Idem aan

Suriname ……………

,,

13.938.148,13
,,

13.938.139,06
Idem

aan Curaçao ….
………

…..
337.561,20
,,

187.554,29
Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl
,,
118.537.609,61
117.936.515,39
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

.

4.500.000,-
,,

26.634.389,03
17.000.000,-

30.137.733,84
Vord.
op
het AIg.Burg. Pensioenfonds’)

…..



Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
,,

25.739.738,64
,,

25.034.915,39
Verstr. ten laste der
.
Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,

36.935.147,76
,,

36.905.147,76
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van

haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in Omloop.. …….
f415.978.000.-
f426.225.000,-
,,
174.390.000,-
,,
140.620.000,-
Schatkistpromessen in omloop
…….
w.v.
rechtstr. bij De Ned. Bank gepl


Zilverbons in omloop
……………..
.,

1.190.214,50
,,

1.188.672,50
Schuld
op
uit. December 1935 aan de
gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds.d.
pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op die
bel, en
op
de vermogens belasting


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf,
1)
,,

237.114,51
2.297.157,58
Id, a. h. Staatsbedr, der
P.T.
en
T.’)
,,

67.491.531,08
,

68.116.495,60
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)


Id. aan diverse instellingen’)
………
100.280.258,06
..
,,

81.221.522,67
t
)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
Febr. 1936
8 Febr. 1936
Vorderingen: Saldo Javasche

Bank ……….
. …..
f

307.000,-

Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
,,

432.000,-
f

483.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell
,,
132.306.000,-
,,
134.204.000,-
1.500.000,-

.

,,

1.500.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
………
2.000.000,-
2.000.000,-
Schatkistpromessen in omloop……….

Schuld aan het Ned,-lnd. Muntfonds
,,

714.000,-
,,

714.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
»

823.000,-

..

,,

823.000.-
Voorschot van de Javasche Bank

,

2.533.000,-

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden guldens.

Circu- schotten’
Dis-
Diverse
1
Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
1
conto’s
reke- reke-
ningen1ningen2
kolonie
1

1
Januari

1936
4.622 4.331
170
46
585
95
1
December 1935
4.619
4.335
156
47
613
103
1
Novemb,

1935
4.638 4.318
138
47
602
111
1
October

1935
4.624
4.272
183
48
546
133

1
Januari

1935
4.541
4.650
142
77
.

679
199 1) Sluitp. der activa.
2)
Sluitp. der passiva.
3)
Schuld aan de kolonie.

124

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Februari 1936

STATISTISCH OVERZICH

.
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
g

a
R000E
-…*-
MAIS
GERST
g
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN
.

;ROODE


KOOL


RUND-
N
R E


pl.ta
kg Batiia
Blanca loco
La Plata
loco

.
.-nussische
La Plata
Ie kwal.
gewoon
Ie kwal.
Rotterda
A

Srd

Rdam/A’dam

R’damfA’dam

°°°

er-
loco
R’damjA’dam
1-5 pond
per 100 kg
per 100 kg
Broek op
1-5 pond
per lOO kg

(versch)
per lOO kg
(versch)
per 100 kg
p

100

per lOO kg.
per 2000 kg.

p2OOt?.
per 1960 kg.

r.
Langendijk Rotterdam Rotterdam
Lk
Lk
f1.
O(
f1.
010
f1.
0
/0
.

f1.
O/
f1.
%
f1
Of
f1
°Io
f1.
O/
f1.
OJ
f1.
O/
192517.20100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
17425
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
_
1928
13,476
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96$
363,00
78,5
45
100,0 13,25
100,0
17,23 100,0
93,
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
712
10,876
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,2
108, 116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
.4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,05
67,3
1,94 14,6
6,96
40,4
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,225
30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8 8,07 60,9
1,84
10,7
61,
65,6
37,50
48,4
.1933
5,02
5

29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,676
21,4 3,32
5

25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8 3,23
71.0
1,89
14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
.

1935
4,125
24,0
3,07
5

23,5 61,25
26,5
68,00
28,8
131,75
28,5
2,21
48,6 2,58
19,5
5,25
30,5
48,125
51,7
51,625
66,6
Jan.

1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31;2
3,65
80,2 2,30
17.4
3,08
17,9
62,50
67,2
53,75
69,4
Pebr.

.,,
3,40
19,8
2,776
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8
3,97
87,3.
1,63
12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,72
5

20,8
70,75 30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6

1,23
9,3
4,24 24,6
61,75
66,4 50,50
65,2
April
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5 56,75
24,0
136,50
29,5
63,50
68,3 49,12
5

63,4
Mei

,,
3,32
5

19,2
2,876 21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4
65,75
70,7
47,50
61,3
Juni

,,
3,67
5

21,4
3,17
5

24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
-.
63,25
68,0 43,75
56,5
Juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.

.
Sept.

,,
4,37
4,-
25,4 23,3
4,27
5

4,15
32,7 31,7
83,25 77,25
36,0 33,4
93,50 93,25
39,6
39,5
159,25
145,50
34,4 31,5

—————-

68,8
43,30
55,9
Oct.

,,

3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2

———————


63,55 60,70
68,3
65,3 42,62
5

42,12
5

55,0
54,4
Nov.

_
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
17,0
53,75 57,8 44,50
57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,66
29,0
1,26
27,7
2,03

————-

15,3
1,73 10,0
53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.

1935
3,30
19,2

3,525
27.0
7425
32,1
89.25
37,8
137,25
29,7
1,13
24,8
2,59

——–


19,5
2,89
16,8
53,62
5

57,7
45,62′
58,9
ebr.
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26.9
0,91
20,0
2,14
16,2
4,26.
24,7
51,90′
55,8 47,55
61,4
Maart
3,20
18,6
3,076
23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92
22,0
7,69 44,6
51,40 55,3 51,20
66,1
April
Mei

• 4,075
4,05
23,7
23,5
2,95 2,90 22,6 22,2 70,75
59,90
30,6
25,9
66,75 67,25
28,0 28,5
125,00 125,50
27,0
27,1

—-




—-


——–
—-


51,925
55,8
50,25
64,8
Juni
.

4,02
23,4
2,90 22,2
57,50
24,8
.75,00
31,8
124,25
26,9

—————-

50,80
4g,-
54,6
51,6
48,50 46,12
62,6
59,5
Juli
3,921
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9


—-







.

4.
51,6
47,375
61,1
Aug.
Sept.
4,25 4,75
24,7
27,6
2,625
3,-
20,1
22,9
55,25 55,75
23,9
24,1
64,50 64,50 27,3
27,3
132,25
139,50
30,2
44,80
43,375
48,2
52,55
67,8
Oct.
4,95
28,8
3,35 25,6
5775
24,9
64,75
27,4
142,75
30,9
28,6








































46,075
46,6 49,5
56,62
5

64,62
5

73,1
83,4
Nov.

,,
Dec.
4,65
27,0
3,20
24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8
3,83
84,2

—————

2,65 20,0
42,75
46,0
56,85
73,4
,,
5,15
29,9 3,40
26,0
56,75
24,5
60,75
25,7
146,50
31,7
4,32
94,9
2,59

—–









——–






19,5
6,17
35,8 44,75
48,1
52,25
67,4
Jan.

1936
5,45
31,7
3,525
27,0 56,00
24,2
63,50 27,0
153,50
33,1
4,47
98,2
2,26

——-





17,1
6,41′
37,2
44,-
47,3
50,875
65,6
3 Febr.

,,
5,30
30,8 3,45
26,4
55,50
24,0 64,00
27,1
152,75
33,0 4,20
92,3
2,44
18,4
6,53
37,9

44,_S)

47,3 49,755)
64,2
10

,,
5,25
30,5
3,45 26,4
55,50
24,0 64,00
27,1
151,50
32,8 43,30
6
)
46,6
48,-6)
61,9
1)
Men zie voor
16 Dec. 1929
tot
de toelienting
26Mei1930
op dezen
staat
de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en15
Febr.
0933.
)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No. 2.
van Jan.
1931 tol
Van 19 Sept.
’32 tot 24Juli’33
62163kg
7415 kg Hongaarsche’ Z.-Russ.
vanaf
van 24Juli
26 Mei
’33-7
1930
Oct.
tot 23
‘3564165
Mei 1932 74
kg La Plata.
5
)
kg Zuid-Russische;
1 Febr.
6
)8 Febr.
van 23
7)
Mei1932
6 Febr.
tot 2Oct.
8)7
Febr.
1933
No. 2
Canada.
4)
Tot Canada,

Vervolg
STATISTISCH
OVERZICH1

MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
-__
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche!

PETROLEUM

BENZINE KATOEN
WOL
WOL
Hollandsche
bunkerkolen, Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
A
gekamde
u

ras,c
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
ongezeefd f.o.b.
s.
64/66°
$cts. per
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
No.
1
M
Icorador”
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per,
100
kg
R’dam/A’dam
per
1000
kg.
g.
per

arrel
b

U.S.
gallon
New-York rides
FG!óF mra

rpool
per Ib
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Brâdford per Ib.

1925 10.80
100,0
1.68
100,0
Sets.
14,86
°fo
100,-
5
ets.
23,25
°lo
100,0
pence
29,27
5f

100,-
pence
9,35
°Io
100,-
pence
55,00
O/,
100,0
pence
29,50
01
100,0
f1.
34,70
O/
.100,0
f1.
12,-
°Io
100,0
1926
17,90
165,7 1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4 47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86′
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48 95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50 93,6 30,50
.
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929 11,40
105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05 93,1
0.58 34,5
5,04 33,9
8,60
37,0 7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45 26,8
3,61
24,3 6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
.
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31.6 5.32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625
37,2 3,02
20,3
7,05
30,3 5,16
17,6
2,95
31,7
16,75
30,5
8,50
28,8
12,54
36,1
5,89
49,1
Jan.

1934
6,65
61,6
0.66 39,3
374
25,2
7,10
30,5 5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0′
13,-
37,5 6,15
51,3
Febr.

,,
6,30
58,3
0.64′
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68

28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart

,,
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5 7,40
31,8
5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April

,,
Mei
6,30
58,3
0.62 36,9
2;795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
,,
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
‘34,2
6,30
52,6
Juni
6.15
56,9 0.62 36,9
2,83
19,0
7,15 30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30
52,6
Juli
Aug.
6,15
56,9
0.62 0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00

30,9

9,00
30,5
11,50 33,1

6,30
52.6
Sept.
6,15 6,00 56,9 55,6

0.62
36,9
2,68
18,0
,

7,85 34,0
5,32
18.2
.2,85
30,5
16,00
‘ 29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Oct.
0.62 36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,7! 29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-.
34,6
5,85
48,8
Nov.


6,00 6,10 55,6 56,5
0.62
36,9 35,9
2,60
2,53
17,5 17,0
7,40 7,40
31,8 31,8
4,93 5,42
16,8
18,5
2,57
2,67
27,5
28,6
15,00 15,00
27,3
27,3
8,50
8,75
28,8 29,7
12,50
12,
36,0
5,90
49,2
Dec.


6,05 56,0
0.62 36,9 2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
34,6
32,4.
5,95
6,05
49,6
50,4
Jan.

1935
6,05
56,0
0.625 37,2
2,975 20,0
7,55,
32,5 5,38
18,4
2,99 32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
Febr.

,
Maart
6,05
5,90 56,0
0.625 0.62 37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
April
6,00
54,6
55,6
0.63 36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
.16,6
2,79 29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
Mei
6,05
56.0
0.62
37,5
2,99
20,1
7,05
30,3
4,89
16,7
2,89 30,9
14,75
26,8

‘8,00
27,1
10,75
31,0 6,30
52,6
36,9
2,97
5

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30
52,6
6,05
56,0
0.62
36,9 3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50
28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
Juli
6,05
56,0
0.62 36,9
3,115
21,0

7,25
31,2
4,82
.16,5
3,08
32,9
18,25
33,2
9,00
30,5
11,75
33,9
5,40
45,0
Aug.

6,15
56,9 0.62 36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2 9,25 31,4
12,-
34,6
5,40
45,0
Sept.,,
6,10 56,5 0.626
37.2
2,85
19,2
6,40 27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2 8,75 29,7
14,50
41,8
5,50
45,8
Oct.

,,
Nov.

6,05
6,05
56,0 56,0
0.625
0.62
37,2
36,9
3.-
3,17
20,2 21,3
6,70 7,05 28,8
30,3
5,30 5,90
.18,1
20,2 2,96
3,16
31,7 33,8
18,50 18,75
33,6
34,1
8,75
9,00
29,7 30,5
16,-
46.1
5,55
46,3
Dec.

6,05 56,0
0.62
36,9
3,39 22,8
7,05
30,3
5,91

20,2
3,15
33,7
18,50
.
33,6
.

8.75
29,7
16,-
14,25
46,1

41,1
5,60
5,70
46,7
47,5
Jan.

1936
6,15 56,9
0.615
36,6
3,39
22,8
7.05
30,3
5,82
19,9 2,91 31,1
19,25
.
35
,0
9,00 30,5
15,-
43,2 5,80
48,3
3 Febr.
10
.6,15 6,20
56,9
57,4
0.60
0.60 35,7 35,7

3,412
3,413

22,9
22,9′
6,80
29,2
5,65
4
)
19,3
2,72
4
)
29,1
19,25
5
)
35,0 9,25
6
)
31,4
.
5,85
48,8
6,80 29,2
.
.


5,85
48,8
,,

up’8peni.e.
) 1 reor.
0
)0
reor. ) i-enr.
2)0 I

eI3r.
6)4
l’ebr.

12 Februari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

125

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

.

.

.

ZUIVEL
EN EIEREN
METALEN

BOTER BOTER

Erer
EIEREN
KOPER
IJZER
GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER
per kg
Leeuwar-
Hf
jsjs

Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen
Lo
°
en
Loc’fzen
Lonlen er
CEVl
d
fld

:
IJZER
(Lux
111)
p.
Locoprijzen Londen
cash


Londen
cash
Londen per
derComm.
Zul ei-
kaas
Roermond
Londen
Lodn
r

g.

n
e En

to
E

to
ng.

n
No 3 t o
Middlesb
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Noteering
Cetr.

kl.rn(merk
p. 100 St.
per Eng. ton
per Eng.ton
Antwerpen
Eng.ton
fine
Ounce


ii:

0
10

ii:


i:


ii

f1. 010
0
10
f
iiö
Sh.
0
1
0

jj
0
10
°Io
sh.
Oj
pence
°
j
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,
85/6
100,-
32
1
1
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28
11
116
893
1927
203
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
73!-

100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85/-
99,5
26
3
(4
83,3
1928
2,11
• 91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/-
99,5
26
1
(1
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3 75.14J-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
85f-

995
24
7
1
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.1(6
49,6
142.5!-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
9,5
17
1
j16
55,4

1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1j-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
1082
131 41,6
1932
0,94
40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.12!-
23,6
9721-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1 1181-
138,0
12
7
1
, 2318
40,1
1933 0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716 21,6
131181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124!714
145,8
385
1934
0,45
19,5
t,-
18,70
33,4
3,45
37,6
181416 30,2
6.1516
18,6 141.1916
54,2
401-
54,8
3317
50,1
8.91-
23,4
13717
3
14
161,0
13
1
(1
40,7.
1935
0,49
21,2
0,99
14,85
26,5
3,20
34,9
19.116
30,7
8.1116
235
134.1616
51,5
3916
54,1
3318
50,2
8.101-
235
142/2 166,3
1711116
55,1 .

Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.7!-

20,2
148.31-
56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
}eb. ,,
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916

.
33,0
7.4
1

19,8
140.131-
53,7
3916 54,1
3615
54,4
9.-J6

24,9
1371
160,3
12
1
12
38,9
Mrt. ,
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618

159,8
12
5
1
39,3
Apr.
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
116
387
Mei

,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.4/-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
37,5
Juni ,
0,41
17,1
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4 8.161-
24,3
13718* 161,1
12114

38,1
Juli
Aug. ,,
0,40
0,43
17,3
18,6
1,- 1,-
21,50 20,90
38,4
37,3
2,81
3,32
6

30,6 36,2 18.11J-
17.61-
29,9 27,9
6 14J6
14j-
18,5 18,4
142.91-
1397(6
54,0 53,2
4016
401-
55,5 54,8
32(41
32(6
48,2 48,5
8.61-
8.716
22,9 23,2
137111
138(6
161,4
162,0
12j
4

13
39,7 40,5
Sept..
0,43
18,6
1,-
18,125
32,4
3,31 36,1 16.1OJ-
26,6
6.516

17,2
137:17!-
52,6
3916
54,1
3216
48,5
7171-
21,7
141J-
164,9
13
1
18
40,9
Oct. ,,
Nov.
0,43
0,47
18,6
20,3
1,-
1,-
17,37
6

1?,-
31,0 30,4 3,95 4,526
43,0
49,3
16.31-
16.1116
26,0 26,7
6.61- 6.81-
17,3
17,6
137.1916
139.81-
52,7
53,2
3916
401-
54,1
54,8
3216
3216
• 48,5
48,5
7.71-
7.716
20,3
20,4
141110 139164
165,9 163,2
14
14
7
18
43,6 46,3
Dec. .
0,54
23,4
0,95
15,12
27,0
4,07
44,3 16.16/-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
34/1
50,9
7.4/6
20,0
140164

164,4
14116
45,7

Jan.’35
0,58
25.1
090
14,95
26,7
,12
5

34,0
16.191-

27,3
6.51-
17,2
138.111-

.1
3916
54,1
3416
51,5
7.6j6
20,4
1411104
165.9
14814

45,9
Peb.
0,52
22,5
0,95 •
14,375
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1
3916
54,1
3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
11
j16
46,1
Mrt. ,,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716 17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.-!-
19,4
14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr. •
0,37
16,0 1,08
11,50
20,5
2,31
5

25,2
18.81-
29,6
7.516
20,0
131.-I6
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111- 20,9
14415
168,9
18
3116
56,6
Mei

,,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
26,0
20.-t-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
14213*
166,4 ‘ 20
62,3
Juni
0,41
17,7
1,07
5

11,95
21,3
2,41
6

26,3
18.16!-
30,3
8.1116
23,5
136.5j6
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19
5
/8
61,1
0,44
19,0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7 18.101-
29,8
8.131- 23,7
146.11(6 53,7
3916
54,1
3316
50,0
8.10/-
23,5
140110
164,7
18
5
1
57,0
Aug. ,,
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,31 36,1
19.151-
31,8
9.11/-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
3316
50,0
8.1816 24,7
14014
164,1
17
7
(8
• 55,6
Sept..
0,58
25,1
0,97
20,25
36,2 3,16
34,4
20.1016
33,1
9.1416
26,7
135.416
51,6
3916
54,1
3316
50,0
9.81- 26,0
141!-
164,9
17
9
116
54,7
Oct.

,,
0,65
28,1
0,89
19,87
5

35,5 3,95
43,0
21.316
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
3916
54,1 3316

50,0
10.-16
27,7
14118
165,7
17
5
1
54,9
Nov.
0,59
‘ 25,5
0,94
16,90
30,2 4,69
51,1 21.216
34,0
10.1516
29,6
135.1316
51,8
4016
55,5
3316
1

50,0
9.161-
27,1
14113
165,3
17116
54,7
Dec..
0,57 24,7
0.95
15,80
28,2 4,60
50,1
2
34,0 10.1-6
27,5
132.-16
50,4
411-
56,2
3316
50,0
9.21-
25,2
141/1
165,0
15/1
47,7

Jan.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0
4,04
44,0
20.16/6
33,5
9.61- 25,5
125.6(6
48,0
411-
56,2
3316
50,0
8.1516
24,3
140111
164,8
12
37,4
3 Feb..
0,60
7
)
26,0
0,95
17,50
8
)
31,3 3,05
33,2
20.141-
33,3
9.816
25,9
122.141-
46,8
41(-
56,2
3316
50,0
8.191-
24,7
140111
164,8
117/9
37,0
10

,,

,,
0,95
3,25
35,4
20.171-
33,6
9.91-
25,9
122.21-
46,6
411-
56,2
3316.
50,0
8.1616
24,4
14016
164,3
11116116

37,2
6Sept. 1932
79KG.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No.
2
3)

Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
an. 1928
Maltin;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

..

.

V”°ENW’ T
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
basis 7″ f0 b
Zwedei(‘
binnenmuur

buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaara
Ribbed Smoked
1(010-
Finland
per

per
50 kg c i f
per 100 kg
Rotterdam
Sheets
R’dam(A’dam
Java- en Suma-
Orond
niale
aard
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederlasuj
Amsterdam per

/2
kg.
OCOPerO

en
per 100 kg.
trathee p.
1
/s kg.
stoffen
ducten

t
°Io
t
°Io
/
0/
sh.
°
(o

.
/
°/
cts.
0
10
Sh.
0
(0
f1.
01
cts.
01
1925
159,75

100 15,50

100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
2111,625 100,0 18,75 100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75

101,6
19,50
102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50

100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68f-

160,0
32,62
5

90,9
46,875 76,4
1(6,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75
97,9

87.5
109.1
1928
151,50
94,8

77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110 107,9
27,37
5

76,3 50,75
82,7
-110,25
28,8

69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25

.
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30
25,9 21,10 34,2
-(2,25
6,3
5,520
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2 16,80
27,4
-13,875
10,9
4,(Y75
21,7
40
47,3
34.4,
32.1
1935
59,50
37,2
7,25
46,8
8,75
46,1
1315
31,6
9,15
25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85 20,5
34,50
40,8
33.6
29.0
Jan.f’34
Feb.
75,00
80,00

.
45,9
50,1
10,75 10,50
69,4 67,7
12,75 12,50
67,1
65,8
12/10
14/5
30,2 33,9
7,45
7,25
20,8
20,2
16,50 17,25
26,9
28.1
-12,875
-/3
8,1
8,4
4,95
4,975

26,4 26,5
45,50 46,75
53,8 55,3
36.9
35.9 13.8 35.9
Mrt. •
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9 -/3,25
9,1
4,520
24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3 17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6 34.5
Mei

,,
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-/4
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3
Juni ,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15(4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-(4
11,2
4,20
22,4
41
48,5
34.5 33.8
juli

,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,92
5

19,3 16,75
27,3

1
4,375
12,3
3,975
21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3 7,25
46,8
9,50
50,0
12(10
30,2 6,87
5

19,2
16,50
25,9
-14,5
12,6
3,975

21,2
39,75
47,0
33.9 31.4
Sept..
73,50
46,0
7,-.
45,2
8,75
45,1
1215
29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,72
5

19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.
,
73,00

,45,7
7,

45,2 8,75
46,1
11(7
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9

(4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7 27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,

45,2
8,75
46,1
1213
28,8 6,62
5

18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33

.
39,1
52.7
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
8
29,8
.

7,17′
20,0
16
26,1
-(3,875
10,9
3,376

18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

Jan.’35
66,00
41,3
.7,25
46,8 8,50
44,7
14(1
33,1
8,775
24,5
16
26,1
-(3,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9 29.5
Feb.
,,
66,00
41,3
6,75 43,5 8,25 43,4
1412
33,3
9,375

26,1
15,62
5

25,5
-13,75.
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4
.
28.9
Mrt.

59,00
35,9
7,-
45,2 8,25
43,4
13(3
31,2
8,57
5

23,9
14,625
23,8
-/3,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9
27.4
Apr.

60,00 37,6
.

7,-
‘45,2
8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57,50 36,0
.
7,-
45,2 8,25
43,4
1314
31,4
9,50
26,5
14,12
5

23,0
-I3,5
9,8
4,20
22,4 32,75
38,8
33.3
28.6 Juni
57,50
36,0
7,25
46,8
9,-
47,4
1313
31,2 9,07
5

25,3
13,87
0

22,6
-13,625
10,2
3,87
5

20,7 30,25
35,8
33.2 21.8
Juli
57,50
36,0
7,25 46,8 8,75
46,1
1312
31,0

22,3
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,57′
19,1
30,75
36,4
33.4
21.1
Aug.,
58,25 36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13
1
1
30,8 8,07
5

22,5
13,50
22,0

1
3,5
9,8
3,52
5

18,8
32,50
38,5 33.7
21.4
Sept.,
57,75 36,2
7,-
45,2

47,4
1315
31,6
8,47
5

23,6
13,50
22,0
-13,375
9,5
3,72
5

19,9
36 42,6
34.2
28.8
Oct.
,
56,50 35,4
7,25 46,8 9,25
48,7
1315
31;6
9,975
27,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,225
22,5
46,25
54,7
35.5 31.9
Nov.,
57,75 36,2
7,25
46,8
8,75
46,1
1313
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-(3,75
10,5
4,10 21,9
39,50 46,7
35.8
.31.1
Dec.,
58,00 36,3
7,50 48,4
9,50
.
50,0
1316
31,8
10,45
29,1
13
21,2
-3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
30.4

Jan.’36
63,00
9,4
8,25
53,2

52,6
14
1

32,9
11,12
5

31,0
13
21,2
-14,125
11,6
4,325
23,1
39,50
46,7
35.5
.30.9
3Feb.,
63,00
39,4
14146)
33,7

30,7
13
21,2
-14,1875
11,8
4,25
22,7
38
5
)
45,0

35.4
30.8
10

,

,
63,00
39,4
.
10,62
5

29,6
13
21,2
-14,375
12,3
,4,125
22,0
i
.354
30.5
1.8.

Alle
Pondennoteeringen vanaf
2l.Septi
1
3IziJn
opgo.udbasis,onigerekend;
de Doliarnoteeringen
vanaf
20April
1
33
zIjn In
verhouding
van
de depreciatle
an den Dollar
t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.


-,. –…-

.,”..’…


,,
“s’..

10 Febr.1936 29.446

130.27 5

1.618

3.339

3
,,
1936 29.770

137.258

1.618

3.221

25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
‘)Onder de activa,

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden

1
Beschikl metaal-
saldo

8 Feb.’36
2)
10.340
158.970 20.880 29.400
1

,,

1
36
2
)
102.030 154.420
22.210
31.378

11 Jan.1936
80.025

21.80
160.604
21.901
28.824
4

,,

1936
80.025

22.095
160.072
24.794 28.175
25 Juli 1914
22.057

31.907 110.172

1

12.634
4.842

Data

buiten

betaalb.

8 Feb.r362)
1.760
1

,;

’36
2
)
1.600

11 Jan.1936
1.637
4

,,

1935
2.051

25
Juli
1914
6.395
1)
Sluitpost activa.
2)
(

Dis-
conto’s
1

Belee-
ningen
Diverse
reke-
ningen’)

‘-‘
king
perci

78
.7
10
10.890
56
74.230
11.570
11.203

58
56
10.361

1
58.962
10.381
62.438
10.836
55
7.259
75.541.
2.228
1

44
ers telegrafisch
ontvangen.

Daarvan
1
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
1
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
1

dekking
en
ningen
banken
1)
1
geldende
cheques

7 Febr. 1936
76,6 20,3
5,2
3.749,5
53,9
31 Jan.

1936 76,6 20,3
5,1
3.884,0
72,1

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data Effec-
Diverse
Circu-
1

,Rekg.

Diverse
ten
Actival) latie
Cr1.
Passiva

7 Febr. 1936

349,2

654,3

1

3.920,3
1

610,3

265,4
31 Jau.

1936

349,1

696,5

1

4.097,8.
679,4

270,2

30 Juli

1914

330,8

200,4

1

1.890,9
944,-

40,0
t)
Onbelast.
2)
Wo.
Rentenbankscheine
7
Febr., 31Jan. resp. 23, 10
milI.
NATIONALE BANK VAN BELGIE(inBelga’s).

Goud



Rekg. Crt.

Data
r

1936
-‘
0
o
0
.
L
C
.

6 Febr.I3-403i
64
11.242~
84 160
40
4.108
13
865
30 Jan.
13.4001
66
1.24l
84
1160
40
4.101 j
15
866

FEDERAL RESERVE RANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
cash”
2
)
Totaal
1

Goud
certifi

In her-

1
disc. v. d.
1
In de
open
caten’)
member
markt

banks

1
gekocht

22 Jan.’361
7.635,5
1

7.619,3
336,9
6,4

1
.
4,7
15

,,

’36
7.634,3
1

7.617,9
327,9
5 3
1

4,7

Data
Belegd
in
u.

.
1
F. R.
Notes

1
Totaal
1
Depo-


1
Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
1
in circu-I
sito’s
IKapitaall
kings-
1
kings-
___________
latie
1
1
1
perc.5)

1

perc.4)

22 Jan.’361
2.430,3 3.608,0
1
6.613,4
1
130,7

1
7$;0
1

-‘
15

,,


36
1
2.430,2
1
3.619,7
1
6.605,0
1
130,6
7,9

-, …
….cç.n,,,,a,çI, WCUCll UW,.,, UC OÇII4(KI11 aal, ut ISCSCEVC
naneen
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100
op 59.06 cents werd gedevalueerd.
2)
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN ‘BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Dis-

1

IRe5ere1
Data

1 Aantal 1

conto’s

1

Beleg-

b,j/ de 1

depo-

time
Totaal

Waarvan
1 leenin.

en

gingen
beleen.

banks 1
sito’s ‘

deposits

15 Jan.’36T

2

1

8.125 112,788

14.778 1 25.455

4.898
8

,,

‘361

1

8.124 112.710

14.707

25.245

4.924
pua.ouu wou .o .550. flaflfl 05 .PUVaSCflC DanS 5fl 05
nans
01 tflg.
land
zIjn
In dulzenden, alle overIge posten In millioenen van de be-
treffende valuta.

126

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12 Februari 1936

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 10 Februari 1936.

Activa.
Binneni. Wis- (Hfdbk.
f
25.760.273,55
se1s,Prom.. Bijbnk.
,,

527.477,94
enz.1nc11sc.Ag.sdH._,,

3.18.571,60

f
29.446.323,09
Papier o. h. Buiteni. in disconto

……
,,

Idem eigen portef.

f

1.617.750,-
Af:Verkochtmaar voor
debk.nognietalgel.
,


1.617.750,
Beleeningen
nc1.
vrsch.
Hfdbk.
f

87.105.692,851)

in rek.-crt.
Bijbnk.
,,

5.716.275,17

• op

onderp.
Ag.sch.
,,

37.452.950,18

f
130.274.918,20

Op Effecten ……
f
125.118.490,47
1
)
OpGoederenenSpec.
,,

5.156.427,73
130.274.918,201)
Voorschotten a. h. Rijk

…………….
Munt, Goud ……
f
132.599.925,-
Muntmat., Goud
..
,,
538.131.873,36

f
670.731.798,36
Munt, Zilver, enz.

,,

20.965.184,99
Muntmat., Zilver


,,
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
691.696.983,352)

sioenfonds

……………………

39.608.321,46
Gebouwen en Meub. der Bank

……….
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
3.339.340,50 Staat d. Nederi. (Wetv. 27,51’32, S. No. 221)
,,
15.486.148,55

f
916.069.785,15
Passiva


Kapitaal ………………………..
f
20.000.000,-.
Reservefonds ……………………
,,
4.049.884,01
Bijzondere

reserve

………………
,,
5.675.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,
Bankbiljetten
in omloop …………..

,,
9.902.200,81
755.469.525,-
Bankassignatiën in omloop

……….
,,
13.569,01
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f

68.426.911,70
saldo’s:

Anderen
,,

45.267.698,20

,,
113.694.609,90
Diverse

rekeningen ………………
,,
7.264.996,42

f
916.069.785,15

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
345.082.351,65
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
862.705.880,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………..

..

1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndje
(Wet van
IS
Maart
1933,
Staatsblad No. 99)………..
j
71.153.775,

5)
Waarvan in het buitenland ————————–

,,
78.812.089,77

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Data
Goud

Munt 1 Muntmat.
Circu laffe Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
schulden
saldo
perc.

10 Febr.’36 132600
538.132
755.470
113.708
345.082
80
3

,,

’36 132600
538.132
777.498
99.148
342.374
79
25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437
6198
43.521
54

Data
Totaal
,,bedrag Schatkist-
B 1
Papier
Diverse
ningen
•reke-,,

Data
00v.
Sec.
Public

1
Depos.
Bunkers

v.rier
J_JepOsils
1

Other
IAccountsl

1
1
Reservel
1

Dek-
kings-
1
perc. 2)

5Febr.’36

79.415

10.989 102.877
1
37.025
1 6L3551
40,6
29 Jan.’36

80.045

15.851

106.040

36.723

63.9781
40,3
22 Juli ’14

11.005

14.736

42.185

1
29.297 52
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed
1
Wis-
waarv.l
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilverl
in het
1
buiten!1
sels

1
op het
1
ningen

voorschot
buitenl.l

v.d. Staat

31 Jan.’36
24

,,

’36

23 Juli’14

65.223 1
65.386
4.104

681
1
6911-

6401

9
11
110.525
110.860

1.541

1.3151
1.3141

8
1

5.523
1

4.9681

769

3.200 3.200

Bons v.
d.I
Diver

1 1

Rekg. Courant
Data
zelfst.
i
sen
1)
Circulatie
1

Zelfst.
1

Part
i-
amort.
k.
1

Staat
amort.k.J
culieren

31 Jan.’36

5.708
1

3.148
t

81.503
72
1

2.726
1

8.088
24

,,

’36

5.712
1

2.330
1
80.031′
1

78
1
2.740
1

8.692

23 Juli’14


1


5.912
401

943
t)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.

BANK VAN ENGELAND.
II

Bankbilj.
1
Bankbilj.
1

Other Securities
1
Data
Metaal
in
in Banking[Disc.and
ISecurities
II
circulatie
1
Departm.

1
Advances

1
1

5 Febr. 1936
1
201.188
1
399.833
1

60.695
14.440
13.855
1
29 Jan. 1936
1
201.116
1
397.138 63.330
1

18.753 13.988

22 Juli

1914
1

40.164
1

29.317
1

33.633
II

Auteur