Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1047

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 22 1936

28 JANUARI 1936

AUTEURSRECTTT VOORBEHOUDEN.

Economi*sch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR’ DE MEDEDEELINJGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

21E
JAARGANG

WOENSDAG
22 JANUARI 1936

No. 1.047

COMMISSIE VAN iIEDACTIE:
P. Lief tinck; N. J. Potak; J. Tinbergen.; P. or Vries en
11.
M.
. EI. A. van der l’aik (Redacteur-Secretaris).

A5S1s’TJ3JNT-RED,tCTEUR: L. R. W. Soutendijk.

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rcterdam.
A uiigctcekende stukken.’ Bijkantoor Ruigeplastweii. Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Grevenhage, Postehè que- en giro-rekening
No. 145192.

Abonnemcntsprjs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-
tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en .Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse ‘nuinaners 50 cent. Leden
en donateurs van het Ncderlandsch Economisch ïnstituut
O?itva.iLi/c?i Ii Ct weekblad en het jlt a.a,nd bericht gratis en
aan s’eductu op dc verdere l’ublicaties.

INHOUD.

Blz,
HERSTEL VAN HET OREDIET DER H YPoTHEEICBNI{EN
door
J. J. Korndorffer

——————————–56

Sombere vooruitzichten voor de Nederlancische industrie
door
C. J. P.
Zaalberg —————————

57
I)e regeling ‘an het ti’ustee-schap bij ter beurze geuo-
teerde obligatieleeningeri dooi’
Mr.
Jos.
Gilissn —-58

Beperking van de melkproductie en ratioiialiieeriug van
liet meikveehoudersbedrijt door
Dr. D. Hoek ——–60

Het reeclerijbedrijf
in 1935
door
C.
Ve;n’esj ———-61

Laagte-i’ecords in dan i’eiitestard door
P,

of. Dr. Juljus
Wolf
……..
………………………………
63
De Rijksmiddelen over December
1935 …………….
64

AANTEEKENINOEN:
De uitvoer van landbouwprocluc-ten uit Nederlaiiclscli-
Indië………………………………….
65

.I)e ontwikkeling van de kartelwetgeviiig in de wereld
65
De Nederlandsche kapitaalmarkt in
1935……….67

Resultaat van de rondvraag van de Internationale
Vereenigiug voor de Suikerstatistiek …………
67
Verslag van de commissie van voorbereiding voor
de suikerregelingen
1936 in
Necl.-lndië ……….
68

INGEZONDEN STUKKEN: Eenzijdige techniekverlangzaming door
Mr. W.
J.
L.
vanEs …………………… …………….
69

BOEKAANKONDIGINGEN:
Prof. Dr. R. Gliicksinann: Fremclenverkehi’skunde ..
69

ONTVANGEN BOEKEN …………………………..
69

IIAANDOIJFERS:
Overzicht van den stand der Rijksmiciclelen ……..
69
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-
mijnen…………………………………
70

STATISTIEKEN
…………………………..
71-74
Geldkoersen. – Wiss&koersen. – Bankstaien.

21
JANUARI 1936.

Z’ooals reeds een ig’en ti,j’cl verwach t werd, is De N’e-

derlatidsehe Bank er in ‘het beg’i:o van ‘deze week toe

overgegaan haar disconto met een % pOt. te ver-

lagen. Met het oog op de emissie ‘der Sbaatsleeuihg cii

‘den toestand ‘der geidmarkt was ‘door sommigen een
verlaging van een ‘vol procent verwacht. De onzekere

bui tenlandsche politieke o’mstandigiheden, waardoor

cle 0 tilden ook’ weder in het geding word t heti-okken,

zullen thans velen, ook on’ze Bankdirectie, wei tot een

neer afwachtende houding ‘doen. ‘besluiten. De geld-

prijzen zijn. g’esta’dig aan teru’ggelooperi.
Voor
drie-

maand’s bankaccepten was er tenslotte op 2 pOt, geld.

Voor ‘de langere termijne11 kwam eeni’ge terug’hou’i’l ing

‘tot uiting; .halfjaars
PalPier
2—% pOt., jaars
2%-
7/
pOt. Cail liep terug tot 1 pOt. Prolongatie 2% pot,

* *
*

0
1)
23
Januari as. stelt de Minister van I?inanciin

cle i nsc’]i 1i,jvi ng open op 30 mii lioem Gulden schatkist-

papier in. 3- en 6-maan’ds proinesseri en 4 pOt. 1-, 3-

en 5-,jari’ge ‘biljetten.

TIL
‘de afgeloopen week was ‘de stenim ing op ‘de

wisseiniai-kt zeer nerveus. De berichten over de poli-

tieke situatie te Parijs hielden den koers van ‘den

Franc gedrukt. De contrôle te Londen was ‘gisteren

geregeld in de markt ‘door op ca. 75 Framies op te iie-

men. De koers bewoog ‘L’ieh hie:r rond de 9.71. Dollars

tegen Fransdhe Franes noteerden 15.17. Poncien kon-

(lan
zich
een fractie veibe’teren: 7.27-7.28%. $/f 4.94%.

Voor Dollars was eenige ‘meerdere vraag te ‘bespeuren,

waardoor ‘de n’oteering tot 1.47% ‘opliep. Beiga’s kon-

den zich na een ‘ddirig tot 24.81 tot
24.89
verbeteren,

Zwitsersehe Francs kwamen van 47.8734 op 47.97%.

Marken, 59.25, Van. ‘de verschillende soorten Sperr-

marken werden ‘de Oed itsperrmarken gez’onht; le

koers kon zièh veibeteren.

Op de termijnmarkt was waar te nemen, ‘dat vooi-

den Gulden weder eenige onrust heersehte. De marges

voor 1- er 3-maa’nds Ponden liepen op tot 2% resp.

834 c. a’gio. Dollars op latere levering % resp. 1% c.

opgeld. Fransche Fra’ncs op termijn lagen, viooals wel

:haast vanzelf spreekt, eerder aangeboden. Het ‘disa’gio

bedroeg 6 resp. 20 punten.
Ook op ‘de geu’dmarkt heerse’hte een ige meerdere

activiteit. Baren levering Amsterdam en Londen

deden
f
1.648,50. Eagles 2.49%, Soverei’gns 12.30,

Gouden Tientjes 10.14. Marken ‘hanikpapier 37, Mar-

ken 5,-ilvet’39.50. -,

56

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936

HERSTEL VAN HET CREDIET DER

HYPOTHEEKBANKEN.

Over ‘boven staand onderwerp vond in September
van het vorige jaar en volgende maanden een gedaoh-
tenwisseling in dit tijdschrift plaats. Sedert bleek

het voornemen der Regeering tot het binnenkort in
behandeling brengen van het vaste lastenontwerp; ‘de
waarde der hypothecaire onderpanden bleef dalen en nu nadert de tijd voor het vaststellen van •de winsten
en het publi’ceeren van ‘de jaarverslagen van de
hypotheek’banken. Als belangrijk verschijnsel zou men
nog de stijging van de beurskoersen der pan’dbrieven
kunnen vermelden. Het is echter beter daaraan niet
te veel gewicht te hechten, in verband met ‘de, in het
algemeen aanzienlijke, inkoopen van pandbrieven door

de hypotheek’ba’nken zelf.
Overwegende, dat een ‘bloeiend hypotheekbankwe-
zen een groot algemeen ‘belang is en mede overwegen-
de, dat de catastrophale waardedaling van de onder-
panden ook op ‘de positie van de allerbeste hypotheek-
banken niet zonder invloed kan zijn gebleven, is ook
de bestemming, die men zal geven aan de over 1935
te becijferen bankwinsten, niet onverschillig uit het
oogpunt van algemeen belang. In welke mate zal uit-
kecring van becijferde winsten mo’gen volgen? In
welke mate zal men de becijferde winsten in het be-‘drijf moeten laten ter eigen versterking?
Hoewel geen rechtstreeksch verband bestaat tus-schen ‘de bestemming van de becijferde winsten en liet ‘vaste lasten ‘ontwerp, is toch niet uit het oog te
vediezèn, dat, volgens ‘dat wetsontwerp,’ ‘de reate-
marge – verschil tusschen ‘hypotheek- en pandbrief-
rente – ‘zal worden gebracht op % pOt., hetgeeti
aanzienlijk meer ‘is dan vele van de bestaande marges.
Zoowel in 1933 ‘als in 1934 was die marge hij ‘de
meerderheid van de, bij ‘de Rij’kspostspaar’bank aan-
gesloten, ‘hypotheekbanken minder dan % pCt., in
een aantal gevallen zelfs niet ‘onbelangrijk minder.
Datzelfde is op te maken uit de, op hlz. 785 van
E.-S.B. 1935, vermelde cij’fers, uit welke tevens is
af te leiden, dat ‘de toestand in de jaren 1933 en 1934
volstrekt niet abnormaal was, – integendeel. Aange-
zien de rentemarges gedurende 1935 vermoedelijk
niet grooter; in het algemeen geringer zullen zijn
geworden – immers conversie van pandbrieven vond
gedurende een ‘belangrijk ‘deel van het jaar niet plaats,
terwijl de
hypotheekrente
wèl daalde – moet de wet-
telijke marge van X pOt. in tal van gevallen een
geschenk vormen van groote beteekenis. Dat geschenk
zal in het algemeen ‘van het meeste belang zijn voor
die ‘banken, ‘bij welke de ‘bedrijfsleiding voorheen min-
d’er gelukkig was. Immers, de zeer ‘goede hypotheek-
banken zullen voorheen tot veel verdergaande con

versie in staat zijn geweest dan de minder goed ‘be-
heerde bmken, de rentem’arges ‘der eerstgenoemde zul-
]eh dus in het algemeen ‘grooter zijn’dan’die der
minder goede banken.

Het vaste lasten ontwerp is niet bedoeld als red-
dingsmiddel voor hypotheekbanken, ‘doch zal wel als
zoodani’g kunnen fungeeren. Evenwel ligt het niet
voor de hand, ‘dat juist ‘de pand’briefhouders als ‘ge-
dwongen redders van minder goe’de ‘banken ‘he’hooren
op te treden, dat ‘zij genoegen zullen moeten nemen
met een rente, die zelfs lager is ‘dan die ‘der staats-schuld; ‘de 4 pOt. obligatiën ‘hebben ni. ter ‘heurze
tien parikoers no’g niet bereikt.
Het is verklaarbaar, ook al komen dienaangaan’de
de meeningen n’iet overeen, ‘dat de Regeering de
pan’d’briefrente tot 4 pOt. naar ‘beneden ‘drukt als een
der middelen om, via verlaging der hypotheek-
rente, tot huurverlaging te geraken, overwegende dat.
dit laatste een algemeen belang is van de eerste orde. Maar ‘het redden van minder solvabele banken en het
minder goede ‘banken in staat stellen tot ‘het uitkee-
ren van winsten met aan de pand’briefhouders ont-
nomen gelden, is meer ‘origineel dan verdienstelijk.
En ook de goede hypotheekbanken ‘worden in het al-

‘gemeen ‘begunstigd, nl. zoodra haar gemiddelde rente-
marge iets minder dan % pOt. ‘bedraagt.
Gedurende tal van jaren hebben de hypotheekban-

ken,
vrijwel
zonder eigen ‘gestort kapitaal, aanzien-lijike winsten gemaakt met het geld der pand’brief-
houders – op
f
10 millioen paxcd’briefkapitaal is in
normale omstandigheden slechts honderdduizend Gul-
den aan’deelkapitaal gestort – en de banken hebben
die winsten in hoofdzaak uitgekeerd. Die aanzienlijke
winsten zijn sedert korten tijd gedaald, •doch zullen
tengevolge van ‘de as. vaste lastenwet, naar zich laat
aanzien, weer aangroeien. Zal men die winsten mogen
uitkeeren? Ware dat niet een ‘buitengewoon dwaze

toestand?
Het minste, wat men ten behoeve van de pan’dbrief-
houders kan doen, ook, al blijft ‘het een ‘onvoldoende
tegenprestatie, ware het vergrooten van ‘de veilighei’d
hunner belegging door het zoo krachtig mogelijk ver-
sterken van hun ‘debitrices, ‘de ‘hypotheekbanken. Aan
‘deze ware het afvloeien van •haar vinstén in den
vorm van uitkeering te beletten, aan deze ware de
plicht op te leggen zichzelf zoo krachtig mogelij;k te
maken; in dezen tijd ‘kunnen ‘de hypotheekbanken,
ook ‘de allerbeste, nooit sterk genoeg zijn.
Toch is niet ondenkbaar, dat men de hillijkhei’d
van een dergelijke regeling in twijfel zou trekken voor
‘de zeer ‘goede ‘banken, de instellingen wier gemiddelde

renternarge nu reeds
Y4
pOt., misschien zelfs meer
bedraagt en bij welke ‘het ‘bedrijfsbeleid s’teeds aan de
hoogste eischen heeft voldaan. Mag men die zeer goede
instellingen ‘dwingen tot dezelfde maatregelen als de
‘banken, ‘die men minder goed acht?

Het antwoord kan m.i. in ‘deze tij’den slechts be-
vestigend zijn, ook al zou in den maatregel eeni’ge
onbillijkheid schuilen. Maar wat is die onbillijkheid
uiterst, maar dan ook uiterst gering, volkomen ‘te
verwaarloozen gering, vergeleken hij ‘het onrecht, dat
de Overheid zih verplicht acht den pand’briefhouders
aaii te ‘doen! Hetgeen men dezen afneemt, gaat voor
‘hen ‘definitief verloren ten ‘bate van derden, maar
w’at men den winstgerechtigden der hypotheekhan-
ken. te ‘kort doet, is voor ‘deze niet verloren, vormt
voor dezen een spaarpot, een reserve, ‘clie bovendien
later misschien tot uitkeeriu’g zal kunnen komen, doch
nu onmiddellijk ‘hun positie versterkt, een factor,
ook ‘voor hen van ‘groot ‘belang in tijden, ‘waarin men
de niet-voigestorte aancicelen van tal van hypotheek-
‘banken voortdurend te koop ziet aangeboden ,,met
geld toe”.
1)

Het voorloopi.g over één kam schercn van alle
hypotheekhanken is ook oni andere redenen onver-
mijdelijk. 1-let is nu eenmaal voorloopig nog niet mo-
gelijk verschil tussaben de banken tc maken, dat ‘vol-komen gerechtvaardigd en afdoende zou zijn;’daartoe
ontbreken ‘de vere’ischte gegevens; daartoe zou cen
onderzoek naar ‘dc hypothecaire onilerparcdeu noodi’g
zijn. Ook ‘zal het voo.rloopig op geli,jkea voet behande-
len van alle ‘hypotheek”banken, het treffen dus van
een algemeenen maatregel, ‘het minst nadeelig zijn
voor het crediet ‘der banken in het algemeen.

Maar hoelang moet ‘die toestand van gedwongen
inhoudin’g van winsten ‘duren? Mij dunkt in ‘beginsel
even lang als de vaste l’astenwet van kracht zal blij-
ven, echter met bevoegdheid van de Regeering aan
bepaalde banken, na onderzoek, haar vrijheid te her-
geven.

De Regeering gaat den obligatiehuoders een ‘bedrag
ontnemen niet ver van enkele millioenen ‘s jaars, niettegenstaande ‘de rentestand in het laatste jaar
niet gedaald, ‘doch zelfs gestegen is. De Regeerin’g
doet ‘dat in het algemeen ‘belang. Zij trekke echter
de lijn iets verder ‘door, ‘belette voorloopig ook het
afvloeien van ‘de gelden ‘der hypotheekban’ken in den
vorm van winstuitkeeringen, zoowel uit een oogpunt
van redelijkheid tegenover de p
an
db
r
i
e
fh
ou
d
ers
als

itt
het algemeen ‘belang, ‘dat eveneens is gebaat met

11
Zie Brand’s
Efîectenblacl voo,’
incoui’ante fondsen.

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

57

een zoo krachtig- mogelijke versterking van de hypo-
theekhanken. Er zal dan gelegenheid ontstaan den
toestand rustig te onderzoeken, in het ‘bijzonder, wan-
neer -de Regeering boven-dien mocht -besluiten tot het
instellen van een toezicht houdend orgaan een
hypot’heekka-mer als zelfstandig Rijksorgaan, of als
onderdeel van de. Verzekeringskamer – een lichaam,
dat -den banken haar vrijheid
zou
laten behouden en
den hypotheekbankdirecties gelegenheid zou -geven
haar initiatief ook in ‘de toekomst ten volle te ont-
plooien, ten bate -van zichzelf en in het algemeen be-
lang, – een toezicht, dat ten opzichte van de zwakke
zusters preventief zou werken, zooals voorheen reeds
in -het licht gesteld. Het karakter der ‘hypotheekban-
ken nadert nu eenmaal dat van openbare n’utbedrij-
ven, – men trekke daaruit de consequenties.
J.
J.
KORNDOREFER.

SOMBERE VOORUITZICHTEN VOOR DE
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE.’)

Bij ‘het begin van dit 6e of 7e of 8e crisisjaar, of
moet ik zeggen het 18e of nog juister het 22e, is er
meer reden ‘dan te voren om met -grote bezorgdheid
naar de toekomst van onze nijverheid te zien. Want
terwijl in enkele landen, zowel grote als kleine, te con-
stateren valt, dat de weg is ‘gevonden en ingeslagen,
‘die zieh afwendt van verdere achteruitgang en uit-
zicht -biedt -op geleidelijke verbetering en ‘de wereld-
handel neiging tot vergroting vertoont, gaat Neder-
land nog maand na maand achteruit.
Wanneer wij rondsien in onze industrie van klein
tot groot, is ‘de al-gemene indruk, bevestigd -door cijfers
van pro-ductie, in- en uitvoer, winst en verlies, fail-
lissementen en emissies en vooral van werkloosheid,
‘dat ondanks ‘de grootste inspanning van •de zijde der
ondernemers en ‘hun tenofferbrenging van een kapi-
taal, dat
-bij
likwidatie der onderneming hun in vele
gevallen een zekerder toekomst zou bieden, ‘het jaar
1935 nog wreinig aanwijzingen •oplevert, dat hun on-
derneiningen weer rendabel zullen wordefl, waarbij
wij met vreugde enige opleving zien in, •de scheeps-
bouw en in ‘de blijvend -zwaar getroffen katoenin-
dustrie.
Te verwouderen is -clie al

gemene stilstand niet.
Tegenover de oorzaken van -de bemoeilijking om onze
producten af te zetten op de wereldmarkt, inclusief
het binnenland, schieten wij te kort in het belang-
rijkste -ons ter beschikking staand verweermid’del: de
aanpassing. Want ‘hoe on-door-drinigbaar vele grenzen
voor verschillende onzer producten worden gesloten
en hoezeer bovendien de roor ons -zo -belangrijke Duit-
se
markt
‘door allerlei oorzaken in betekenis is ver-
nzin’derd, er zijn nog tal van uit-voermogelijkheden
en er is •op de binnenlandse markt nog veel te plaat-
sen, -doch wij benutien ‘die gelegeirheid niet, doordat
de Nederlandse prijzen ‘hoger zijn -dan die van -de con-
currenten. Dat Nederland in, 1934 nog voor 276 en
in 1935 nog voor 281 miljoen gulden aan fcubrikaten
(zonder de voedingsmiddelen) uitvoerde, moet een
aansporing zijn om in ‘die richting de uiterste ‘krach-
ten in te spannen. Die uitvoer houdt nog -stand, on-
danks lasten en ‘druk uit binnen- en buitenland, d o c h
vaak metgrote verliezen, watnietonbeperkt
kan voortgaan. Nederland mag vooral niet vergeten,
dat het een dichte bevolking op een klein plekje ‘grond
in betrekkelijke welvaart ‘kon ‘doen leven -dank zijn
gelegenheid en bereidheid om zijn diensten en pro-
-ducten verkoopbaar te maken aan ‘het buitenland. De schuld van het achterblijven van. Nederland ligt
niet -bij de capaciteiten der fabrikanten of der arbei-
-dcrs, nodh bij -de inrichting der fabrieken. Het is het

algemene prijspeil, sterk beïnvloed door de vaste lasten, -de distributiekosten en de ho-ge lonen -in de ibeschutte
‘bedrijven, die de product.iekosten in de on’beschutte
hoog hou-den.
1)
Dit actikel bevat de Nieuwjaarsrede, die -de heer
C. J. P. Zaalber-g in zijn functie vanvoorzittervandeNij-
verhei-dsraad op
16
Jan. ji. heeft ‘gehouden. (Red.).

Ik onthoud mij van monetaire bespiegelin-gen, ‘doch
breng ‘dank aan de ‘gouden gulden voor -de sterke
druk, die ‘hij heeft uitgeoefend op de knappe ibedrijfs-
lei-der.s om

hun kracht te zoeken in efficiency en
rationa-lisatje. Hierdoor zijn hun bedrijven tot arbeids-
besparingen gekomen, die tot -de laagste kostprijzen
van Europa zouden leiden, indien ook de aan de poli-
tiek onderworpen overheid en arbeidersorganisaties
met
gelijke
‘kracht de enig juiste weg hadden bewan-
del-d, die leidt naar welvaartsherstel in een wereld,
waarin -gelukkig ondanks alle streven naar -z.’g. ,,orde-
ning” en geljksehakeling toch op den duur de kans
,,to survive” het grootst is voor ,,the fi’ttest”.
Van ‘het aantal miljoenen guldens, dat in enkele
jaren cumuleert tot één of meer miljarden, ‘die uit
de winst der producerende bedrijven zou moeten wor-
den opgebracht voor -ondersteuning van werklozen, in-
clusief weiikverschaffinig en dure werkverruiming,
land en tuinbouw, visserij, zeescheepvaart, producen-
ten van gecontin-genteerde of geprotegeerde artike-
len, iq de herkomst alleen te vinden in het verleden
en in -de toekomst, d.w.z. in de nog niet geheel uit-
geputte reserves en in leningen, op beide manieren
dus een uitputting van onze economische weerkracht
in heden en toekomst.
Wat ‘bij het opvangen van ‘de schok in het begin van de crisis misschien te verantwoorden was, laat
zic

h thans ‘geheel anders aanzien. Het wereidprijspeil
is se-dert de ineen-storting vrij stabiel geworden, ook
de marktverschnivingen hebben voor een groot deel
hun tijdelijk karakter verloren. 0 p d i e m a r k t
wordt meer gelet op lage prijzen en
goede ‘bediening dan op oude relaties.
Wij weten, waarheen wij ons met de -aanpassing heb-
ben te richten en wie niet blind wil zijn, •ziet bij
niet-aanpassing .de algemene verarming met zekerheid
voortschrijden.

UVe meeste, uit humane gevoelens voortgekomen,
maatregelen handhaven een der oorzaken van de
ziekte, het ‘hoge prijspeil, en houden de genezing tegen.
Het uitgeven van
f
200 â 250000.000 voor het in
hun bedrijf houden van 5 â 600.000 personen -in de
landbouw, (behalve de uit andere bronnen gesteunde
70.000 werklozen), ‘dus
f
400 á
f
500 per persoon per
jaar (wat lang niet allemaal aan die personen ten
goede komt, ‘doch voor een groot deel als pacht en
rente wordt betaald), terwijl er geen uitzicht -bestaat
-op herstel van rèntaibilitei.t als niet het hele land- zich
aanpast – hetgeen nog
altijd
niet geschiedt – moet
op een ‘ddbacle uitlopen en toch wordt maar in de-
zelfde geest voortgegaan, zelfs voor de productie van
,,arbeidsintensieve” exportartikelen als eieren en var-
kens. En intussen vwelt de melkstroom breder dan
ooit, met het gevolg, ‘dat melk en boter in het eigen
land zo duur zijn, dat het -volk ze niet betalen kan en
de voed-ings- en gezondheidstoestand daalt met -de -stij-
ging van het overcompleet aan melk en andere agra-rische producten. Een bizonder na-deel voor de n,ij-
verhei-d vloeit voort u-it de wijze, waarop -de land-bouwcrisismaatregelen tot stand komen zonder naar
behoren rekening te houden met de rechtstreekse ‘be-
moeiljking -van bepaalde industriën.
Wij behoeven niet nogmaals te herhalen, dat, hoe
onontbeerlijk de landbouw ook is, ons hoof-dmid-del
van bestaan steeds meer alleen de industrie kan zijn
en gelukkig kunnen wij tegelijk zeggen, dat ons volk grote industriële capaciteiten

heeft.
De geschiedenis van de ‘laatste halve eeuw •heeft
dat dui’déljk bewezen.

Land- en tuinbouw hebben in -die periode zich op-
geverkt tot ‘de -beste van Europa en zijn daarbij op

vele wijzen -door de Regering gesteund. De landbouw-
voorlichting en ‘het landbouwonderwijs hebben met
het organisatieleven won-deren verricht. Sociale wet-
geving is lang geheel
afzij-di-g
gehouden, -zelfs de f is-
cus behandelde ‘deze -bedrijven met zadhthei-d.
– De industrie is ge-heel door -de kracht der onder-
neiners
,
eefil welvaa-rtsbron voor -de gehele’ bevolking

58

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936

geworden. De overheid heeft zieh daaraan zeer wei-
nig laten gelegen liggen. Het Nijverheidsonderwijs
kwam veel langzamer op peil. Verschillende wetten
werkten juist belemmeren-ci en de fiscus beschouwde cle nijverheid als een onuitputtelijke bron.
De sociale wetgeving greep diep in en legde zware
lasten op, hetgeen niet alleen mogelijk -bleek, doch
op den duur mede tot heil van de industrie heeft bij-
gedragen en met •de aan allen ten goede komende
baten uit ‘de productie gemaakt heeft, dat de indus-
trie in een te voren niet vermoede mate heeft ‘bijge-
dragen tot verhoging van de sociale en physieke toe-
stand van heel ‘de bevolking.
Bij een sterk toenemende bevolkingsdichthei’d, die zijn meerdere ‘behoeften voornamelijk moest dekken
uit de ‘opbrengst van ‘de industrie – de landbouw
kan niet •aan noemenswaard meer arbeiders een be-staan ‘bieden – is ‘het welvaartspeil ‘zo fsibuleus ge-
stegen, -da-t in ‘de halve eeuw, die achter ons ligt,
vooral ‘de arbei-dersklasse een levensverrijking is deel-
achtig geworden, die wat de physieke gesteldheid be-
treft ,,rasverbeterin-g” genoemd kan worden, tot
uiting ‘komend in een in ‘geen vroeger tijdperk aan-
toonibare vermeerdering van lichaamslengte (statistiek
‘dienstplichtigen) en verlenging van ‘de ‘gemiddelde
levensduur.
Deze met alle vrees voor overibevolking spottende ontwikkeling is ‘to

t stand gekomen, nadat de ,,alge-
meine Verelen’dun-g” ‘voorspeld was en vôérdat •de
Regeringen het zich tot taak rekenden het bedrijf s-
leven ‘de weg te wijzen of af te snijden. Moeilijkheden voor ‘de industrie, ‘die het ,,vanzelf”
groeien zouden hebben tegengewerkt, zouden ook zon-
‘der ‘de oorlog en zijn ‘gevolgen ‘gekomen zijn. Voldoen-
•de bekend is, dat de razend snelle technische ont-
wikkeling
mogelijkheden
heeft geschapen, die ‘de stij-
ging van de productie deden ‘gepaard gaan met ver-zwa’kking van ‘de continuïteit en ‘stabiliteit der -be-
drijven. De toeneming van de vaste boven ‘de variabele
kosten, de concentratie in allerlei vorm nationaal en
internationaal van de gro’te bedrijven, plaatsten ‘den
ondernemer voor een taak, die an’dere eisen stel’de
naast die, welke in een eerder tijdperk voldoende
waren om productie en verkoop op een peil te bren-
gen, ‘dat bedrijfszekerhei’d verschaft.
Met die moeilijkheden ‘steeg ‘het technische en com-
merciële intellect van de industriële leiding. De
natuurlijke selectie van ‘het Vrije ‘bedrijfsleven en ‘de
groei van het ‘handels- en technisch onderwijs bracht
mannen voort, van wie ook nu weer het overwinnen
der nieuwe moeilijkheden was te verwachten.
De wereldoorlog, -de z.g. vredesver.dr.agen en hunne
gevolgen ‘hebben tot ‘dusverre ononderbroken al het
mogelijke ‘gedaan om ‘de benutting ‘der enorm gestegen
productieki-ac’ht te belemmeren en de politieke eco-
nomie, ‘die thans ‘de wereld beheerst en die in zijn
wanhoop en -bekrompenliei’d vlucht in de autarkie,
gaat nog stee’ds voort met zijn voor een ieder duide-
lijke onderdrukking van ‘het vrije ruilverkeer, waar-
buiten -geen welvaart in overeen-stemming met de
productiemogelijkheden ‘bereikbaar is.
Er ijn enkele lichtstraaltjes te ontdekken, die
enige hoop geven, -da-t men gaat ‘beseffen, dat de be-
trekkelijke vrijheid van vôôr 1914, toen men niet
praatte over ,,productie naar ‘behoefte”, ‘doch toen ‘de
Vrije prijsvorming en •de werking van vraag en aan-
bo’d de duidelijke aanwijzing gaven, hoe ‘de producent
‘den conument het best ‘diende met het resultaat,
‘dat ‘de productie voortdurend steeg en k’oopkrach’tige
verbruikers •deed ontstaan, ver te verkiezen is ‘boven
‘de leiding van productie en handel van uit -de Re-
-geringsbureaux in ieder land.
Nadat tal vaia han-delsverdragen van land tot land
zijn gesloten, die met elkaar steeds- verder het ruil-verkeer doen ineenschromplen, doordat naar bilate-
raal evenwicht tussen in- en uitvoer werd gestreefd, zien wij gelukkig de’ Vereenigde Staten van Noord-Amerika tër’ugkeren van die fatale weg. Ik ‘zou niet

graag voorspellen, dat het nieuwe handelsverdrag
voor ons land meer voordeel -zal opleveren dan voor
•de Vereenigde Staten, maar het verheugende is, dat
de ruihnogelijkheid toeneemt en weer -de waarheid
tot -zijn recht komt, ‘dat ‘bij iedere reële ‘handel beide
partijen voordeel hch’ben.
Al maakt die éne zwaluw nog geen zomer, hij doet
‘de moed herleven, -die nodig is om met volle energie
voort te werken, ook al is de ‘kans op spoedi’ge winst
heel gering.
Hét ‘besef, .dat wij als industriël volk in bekwaam-
hei’d kunnen wedijveren ‘met alle andere en dat er
een tijd zal komen, waarin -die kracht nut zou kunnen
afwerpen, maakt het dubbel spijtig, ‘dat in Nederland interne oorzaken de verzwa’kkin’g doen voortgaan en
de uitputting nader brengen. De overheid heeft een zware taak te vervullen om
de industrie weder in staat te stellen welvaart te
brengen. Niets mag hiervoor verwaarloosd worden,
zolang ‘de middelen er no’g zijn, maar vruchtbaarder
‘dan alles, wat met het woord ,,industrial’isatie” in
verband wordt gchracht, is het -herstel van ‘de moge-lijkheid ‘om cle bestaande ‘grote en kleine ‘bedrijven,
waarin miljarden geïnvesteerd zijn, waar ‘bekwame
leiders en honderd-duizenden arbeiders naar werkher-vatting ‘hun-keren, te -doen produceren op een kosten-
niveau, -da-t concurrentie mogelijk maakt. C. J.
P. ZAALBERG.

DE REGELING VAN HET TRUSTEE.SCHAP BIJ TER

BEURZE GENOTEERDE OBLIGATIELEENINGEN.

De redactie van Economisch-Statistische Berichten
vond het zeer ‘gewenscht, ‘dat wij boven’bedol-d onder-
werp, hetwelk wij reeds ruim twaalf jaren ‘geleden in
‘dit blad
1)
ter ‘sprake brachten en -dat thans -door de
hieromtrent onlangs afgekondigde bepalingen van de
Vereeni’gin’g voor den Effecten-handel tenslotte een
tast-baren vorm heeft aangenomen, eens nader belichten.
Na de jaren van ,,lang gewacht en stil gezwegen”
voldoen wij gaarne aan dit verzoek, temeer omdat wij de mogelijke lijn, zooals wij die juist vijf jaar geleden

in een artikel in deze kolommen uitstippelden ), in
de thans gevolgde regeling min of meer terugvinden
en wij – zij het dan ook nog niet cle meeniug toege-
daan, dat hiermede alle leed zal zijn geleden – nu
toch zeker een -duurzamen grondslag aanwe2ig ach-
ten, om t.z.t. inderdaad een resultaat ‘te bereiken, dat
,,peut contenter tout le monde et son père”. Waarbij
alsdan voör tout le monde de obligatiehouders zullen
fungeeren en als père uit den aard der zaak de ,,goede huisvader” in trustee-lijken vorm.
Immers aan de hand van- enkele min-verkwikkelijke
gebeurtenissen de wenschelijkheid betoogend, dat het trust-verband onder eenige contrôle zou komen, kwa-
men wij in bovengenoemde beschouwing tot de con-
clusie, dat voor deze zeer levende materie een starre
wettelijke regeling vermoedelijk weinig goeds zou uit-
richten en het daarom misschien wel de aangewezen
weg zou zijn, indien in deze de Vereeniging voor den
Effeetenhandel min of meer regelend zou optreden
en dit dan liefst in nauwe samenwerking met het een
of ander lichaam, dat door en uit de trustee’s ge-
vormd, zoowel voor de belangen der leden als voor

die van het beroep op de bres zou staan.
Door de regeling, zooals die thans tot stand is ge-
komen, wordt bedoelde oplossing in groote
lijnen
ge-
volgd.

De Vereeniging voor den Effectenhandel heeft
zich bepaald tot het voorschrijven van een dertien tal
artikelen, in hoofdzaak de voorwaarden behelzend,
waaraan cle trustacte zal moeten voldoen, teneinde de
lietreffende obligatie’s tot de officieele noteering toe
te laten. Wijders verwacht zij, zooals uit de toelich-
ting van bedoeld voorschrift blijkt, dat de sedert IcQrt


Zie E.’S.B. van 18 April 1923.
) Zie.E.-S.B. viii 2 Januari 1931.

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

59

opgerichte ,,Vereeniging van Bestuurders van Trust-
maatschappijen” de contrôle op de gedragingen harer
leden min of meer in eigen hand neemt, zoodat op
deze wijze de trustmaatschappijen eonigszins aan een
band worden gelegd van overigens voldoende soepel-
heid, om de bewegingsvrijheid, die zij bij haar vaak
gecompliceerde bemoeiingen zeer zeker behoeven, mo-
gelijk te maken.
Nemen wij nu de vermelde 13 artikelen, die be-
reids in de dagbladen werden opgenomen en wij dus
bekend mogen achten, eens nader in oogenschouw, dan lijkt het ons niet, dat er in de practijk veel staat
te veranderen en dat wij eerder mogen spreken van
een – overigens niet ongewenschte – codificatie der
geldende regelen voor trustverdragen.
Zoo meenen wij bijv. te weten, dat zeker de acten
van jongeren datum de thans voorgeschreven bepa-
lingen inzake wijziging in de rechten van obligatie-
houders (art. 6), oproepingsformaliteiten der vergade-
ringen (art. 6), vervangingvan de trustee (art. 8),
bijéenroeping der vergadering (art. 9), uitoefening
der rechten van obligatiehouders (art. 13) reeds im-
mer bevatten, terwijl daarnaast de voorschriften om-
trent taxatie van onderpand (art. 5),
afwijzing
stem-
recht van obligatie’s in bezit van debitrice (art. .7), beschikbaarstelling rapport omtrent voorstel1e de-
bitrice (art. 12), ook heden reeds door iederen trus-
tee, die zijn taak ernstig opvat, uit eigener beweging
worden uitgevoerd.
De eenige bepaling, clie o.i. nadere aandacht -ver-
dient, is dan ook vervat in art. 4,- waarin -den trustee
geboden wordt, ,,om binnen twee maanden na ver-
schijning van het jaarverslag van de dehitrice aan be-
langhebbenden een rapport uit te brengen omtrent
zijn werkzaamheden gedurende het verslagjaar, zooals
die in de trustacte zijn omschreven, alsmede omtrent
de opmerkingen of- handelingen, waartoe hij aanlei-
ding heeft gevonden”.
Of de practische waarde van dit voorschrift aan de
verwachting zal beantwoorden is iets, wat de toe-
komst leeren moet; zeker is echter, dat de theoreti-
sche waarde een zeer belangrijke is. Hiermede is toch
voor eens en altijd een eind gemaakt aan de strijd-
vraag, of de rol van den trustee een actieve zijn moet,
of slechts een passieve, m.a.w. of obligatiehouders
mogen verwachten, dat hij doorloopend zelfstandig
voor hunne belangen op de bres staat, of dat hij er
mee kan volstaan als een louter go-between te fungee-ren tusschen debitrice en obligatie-schuldeischers, een
automaat zonder initiatief en zonder verantwoorde-lijkheid, een impassieve Golem, die eerst de ijzeren
vuist beweegt, als hij door een mopperende vergade-
ring bezield is.

Met deze laatste opvatting zal dus voortaan geen
trustee meêr kunnen volstaan; in hoeverre men nu

echter een doorloopende contrôle op de faits et gestes
van de debitrice zal mogen verwachten, dit is, zooals
gezegd, moeilijk uit te maken, doch voorloopig zal men o.i. goed doen, de verwachtingen daaromtrent
niet al te hoog te spannen. Het lijkt ons ni. niet zoo
onwaarschijnlijk, dat, indien er bij ‘de wieg van deze
jong-geborene ook booze feeën stonden, deze in de
vermomming gehuld waren der critiseerende scriben-
ten en toornende vergadering-bezoekers van den jong-
sten tijd! Hoewel zeer zeker voorstander van een
actieve trustee-politiek, is ons bij het kennisnemen
dier booze uitingen toch wel vaak de bekende Fran-
sche zegswijze omtrent ,,la critique” in gedachten ge-
komen.

Op het oogenblik, dat de bom barst en de gemoe-
deren op temperatuur komen, is er gmeenljk maar
weinig waardeering voor het werk, dat niet naar bui-
ten blijkt, doch voordien toch •haast altijd door den trustee verzet werd, besprekingen, correipondentie,
etcetera. Men is dan maar al te spoedig geneigd van
hem daden en resultaten te verwachten, die men ook
vermoedelijk zelf niet bereikt zou hebben.

En één zaak client men toch niet te vergeten:
verwacht men van een trustee een regelmatige con-
trôle, die hem voortdurend van de wisselende aspec-
ten op de hoogte zal houden, zoo zal hij zich hiertoe
herhaaldelijk van de voorlichting van deskundigen,
accountants, taxateurs e.d. moeten bedienen en is het
dus noodzakelijk, dat hem hiervoor ook- de middelen
ter beschikking staan. In de meeste gevallen zullen
de zeker niet overdreven trustloonen, die thans ge-
woonlijk worden uitgekeerd, daartoe bij lange na niet
voldoen-de zijn. Wij kunnen -echter vaak niet aan den
indruk ontkomen, dat bij sommige leidende instantie’s
bedoelde honoraria jet of wat als weggegooid geld
worden aangezien en
zij
er weinig welwillend tegen-over staan; het is echter
duidelijk,
dat men hiermede
het recht verliest om den trustee het achterwege
laten van vaak kostbare maatregelen te verwijten.
Hoe -dit ook zij, -het lijkt -on, dt juist ihier een
vruchtbaar veld voor de meergenoemde vereeniging
van- trustee-bestuurders open ligt. Niet alleen zal zij
als ter zake kundige van geval tot geval kunnen be-
oordeelen of haar leden, diè werlczaamheid ontplooid
hebben, welke men redelijkerwijze verwachten mag,
doch wellicht zal zij op den duur kunnen bereiken,
dat bij obligatie-uitgiften een regeling gemeengoed
wordt, die een voortdurende, nuttige belangenwaar-
neming mogelijk maakt. Slaagt zij daarin, dan zal het
trustee-wezen inderdaad de populariteit verkrijgen,
die het thans nog vaak mist en ligt misschien het sys-
teem in het verschiet, hetwelk ons nog immer het
meest ideale-lijkt, dat
alle
obligatieleeningen, ook die,
welke geen hypothecair onderpand bezitten, onder
trustverband zullen rusten. –
Het behoeft geen betoog, dat hiertoe voor alles noo-
dig is, dat de nieuw-opgerichte vereeniging van trus-
tee’s aan de verwachtingen, die wij daaromtrent koes-
teren, zal voldoen. T.w., dat zij van -ston-de af aan op
zoo breed mogelijken basis zal geplaatst worden en
hierdoor de officieuse – hopelijk t.z.t. officieele –
positie zal innemen, die voor een vruchtdragende
samenwerking met de Vereeniging voor den Effec-
tenhandel en andere instantie’s noodig is.

Of het nu echter juist is, dat zij, teneinde boven-
staande breede basis te vergemakkelijken, de oorspron-
kelijk statutaire toelatings-beperkingen in zake kapi-
taal, datum van oprichting en werkzaamheid der toe-
tredenden geheel heeft laten ‘vervallen, is iets anders.
O.i. moet een dergelijke vereeniging toch wl eenigs-zins van de ,,massgebende” positie harer leden over-
tuigd kunnen zijn.
De eenige beperking, welke thans nog bestaat, is
die aangaande het punt, hetwelk de Vereeni-gin-g v. d.
Effectenhandel volgens hare openhartige verklaring –
niet heeft weten te regelen en weshalve zij in enlcele
financieele bladen bereids een felle portie critiek te
verwerken kreeg – de z.g. onafhankelijke positie van
de trustee, t.-w. ‘zijn niet op de een of an-dere wijze ge-
bonden zijn aan debitrice of bankier-emittent.
Laten wij de-eerste mogelijkheid als practisch van
weinig belang maar rusten, dan moeten wij, vat de
tweede betreft, inderdaad constateeren, dat de meeste
emissiehuizen sinds de laatste jaren iet of wat over
een ,,privé” trustee beschikken. In hoeverre van een
absolute afhankelijkheid mag worden gesproken, is
vaak moeilijk uit te maken, doch even moeilijk is het,
om een regeling te treffen, waardoor een dergelijke

afhankelijkheid wordt tegengegaan op een
wijze,
die
niet te ontduiken is. De Vereeniging .voor den Effectenhandel heeft in
dezen dan ook de eer gelaten aan de Vereeniging van
Trustee’s en ‘deze ‘hef t thans de oplossing gezocht door als eenige beperkende bepaling voor ‘het ge-
wone lidmaatschap ‘het verbod te stellen, dat -het
lid behalve bestuurder van een trustmaatschap tevens
op de een of andere wijie persoonlijk aan een emissie-
huis verbondeia is. De hand, -die door aandelenbezit,
-het: aanstellen -van een strooman, euz. kan -bestaan,

60

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936
blijft hierdoor ].iatuurlijk onaangetast en een oplos-
sing van het vraagstuk vormt ‘de betreffende bepaling
‘dan ook geenszins. Wij ronden ‘zelfs zeggen, dat
een openlijk-getoonde personal-union toch eigenlijk
te verkiezen is, boven niet te controléeren ban-
‘den, die men er nu misschien voor in ‘de plaat’s
zal stellen . . . Men moet overigens niet vergeten,
dat er ook in deze materie wel eens erger ge-
jeremieerd wordt, dan gemotiveerd is. Per slot van
rekening dreigt er todh alleen een gevaar, indien
het emissiehuis tevens de bankier van debitrice is en
dit zich dus bij zich voordoende moeilijkheden met
zijn credietvordering tegenôver obligatiehou’ders be-
vindt. In andere gevallen, in die van den emittent
zonder meer dus, zullen diens belangen gemeenlijk
gausch parellel gaan met die van obligatiehouders,
die tenslotte toch zijn cliënten zijn.
Per slot van rekening zal in de toekomst ook deze kwestie aan het ,,Ermessen” van de trustee-vereeri-
ging moeten worden overgelaten en van geval tot ge-
val beoordeeld.
Onze opmerkingen samenvattend, achten wij de con-
clusie gewettigd, dat er, hoewel voorloopig de resul-
taten misschien nog weinig voelbaar zullen blijken,
dank rij ‘het thans geaccepteerde
systeem, zich
lang-
zamerhand door samenwerking en gemeen overleg,
wars van apodictisch geringeloor, een practijk kan
ontwikkelen, die de kans op verwijten omtrent trus-
teelijke tekortkomingen tot een minimum re’duceert.
Wat ook zeer zeker de taak van de trustee’s, clie zoo
vaak een ondaukbare is, veel zal veraangenamen.
Toch blijft er nog één wensch – en niet zoo’n ge-
ringe helaas – onvervuld. Met name een’ regeling,
waardoor ook de niet-genoteerde leeningen getroffen
worden. Want het zal wel geen wederspraak uitlok-
ken, als wij zeggen, dat onder deze categorie dc groot-
ste zondaars schuilen en men behoeft naar de grie-zelige illustratie’s niet lang te zoeken. Mogelijk, dat
de evolutie van het thans gegronde systeem ook hier
de oplossing brengt. Wij zouden ons bijv. kunnen
voorstellen, dat de Vereeniging voor den Effecten-
handel te
zijner
tijd het oogenblik gekomen acht, om
slechts hij de Vereeniging aangesloten trustee’s te er-
kennen en dat zij alsdan door een overeenkomst met de provinciale effecten-bonden eenigerlei medewer-
king van commissionnairs aan emissie’s, waarvoor geen
erkende trustee is aangesteld, onmogelijk maakt. De
leuze van dezen tijd, de ordening, kan dan ook hier
misschien de
bedrijvigheid
van ongeorgan i seerde beun-
hazen onmogelijk maken.
Het is in ieder geval een punt, dat de aandacht ten
zeerste verdient. Mogen de bovengenoemde boozen-
feeën-aau-de-wieg al eens identiek zijn met de stuur-
lui-aan-de-wal, bij ‘de ‘niet ‘genoteerde leeningen heb-
ben de critici maar al te vaak gelijk gehad, wanneer
zij hun verwondering uitspraken, dat de Officier van
Justitie de taak van het niet-bestaande contrôle-
lichaam niet zonder meer in handen nam.
Mr. Jos
GILISSEN.

BEPERKING VAN DE MELKPRODUCTIE EN RATIONA-
LISEERING VAN HET MELKVEEHOUDERSBEDRIJF.

V66r- en nclat de z.g. melksteunheperking door
Minister Steenberghe was afgekondigd en door Minis-
ter Deckers nog eer zij was toegepast weer was inge-
trokken, heeft het hiermee samenhangend probleem
de eigenschap bezeten, vele gemoederen en, daarmee
ook vele pennen in beweging te, zetten. Is Iiet• door
Minister Steenberghe ontworpen
systeem
van de baan,
de
doelstelling
blijft dezelfde. Die doelstelling is:
minder melk, dus middelljk minder boter en daar-
door minder verlies op een product, waarvoor tegen
loonenden prijs geen vo]doende afzet bestaat. Ook
thans gaan uit de zuivelwereld nog bij voortduring
stemmen op, die deze doelstelling bestrijden. Diverse
motieven liggen aan die
bestrijding
ten grondslag.
Zonder uitzondering echter veronachtzaamt men

daarbij een principe, dat voor de beoordeeling van
het probleem van fundamenteele bcteekenis is en

waarop door Minister Steenberghe in
zijn
brief do. 30 Januari 1935 aan de drie zuivelorganisati.es

1)

reeds met eenigen klem is gewezen: ,,Uw beschouwin-
gen”, zoo zegt hij daarin, ,,zouden ji,iist zijn, wanneer

de veestapel hier te lande was en aangepaste vee-
stapel, d.w.z. een veestapel, welke geheel met voeder-
middelen, in het eigen bedrijf geproduceerd, zou wor-
den gevoed . .. Het ‘vee, dat ec’hter boven den aan’ge-
pasten veestapel wordt gehouden, wordt feitelijk ge-
heel met buitenlandsch krachtvoeder gevoed.”
Leek het aanvankelijk, dat diezelfde zuivelorgani-
saties, tot wie de Minister zich richtte, den invloed,
welke dit principe op de juistheid van hun beschou-
wingen heeft, systematisch wenschten te veronacht-
zamen, thans kan een zekere wending in de geesten
worden geconstateerd. Althans in een lezing, door den
heer Krediet, Ambtenaar in algemeenen dienst van
den F.N.Z., voor de algemeene vergadering van den
Bond van op coöp. grondslag werkende zuivelfabrie-
ken in Noord-Holland op 18 December 1935 te Hoorn
gehouden,
2)
komen ‘de volgende opmerkenswaardige
woorden voor:
,,Degene, die’geen koe te veel heeft in verband met
het beschikbaar gras- en hooiland, zal dienen na te
gaan, of hij ook nog kan bezuinigen op het bijge-
kochte krachtvoer
.

. . . Heeft de veehouder wèl te veel
icoeien in verband met het beschikbare voedsel van het
door hem gebruikte land, dan brengt zijn eigen belang
het mee, dat hij gao.t inkrimpen,.” ‘)

Gaan wij, mede in verband met deze uitspraak, eens
na, hoe het gesteld is:
lo. met de uitbreiding van den melkveestapel in
die streken, die typische boterproducenten zijn;
2o. met de toeneming van de boterproductie zelve.

to. Aan melk- en kalfkoeien wrai.en in bedoelde
streken in 1930, resp. in 1935, aanwezig (de duizend-
tallen afgerond):
1930

1935

Groningen ………….
64.000

79.000
Friesland

…………..
204.000

232.000
:Di’ente

……………..
72.000

86.000

Overijssel ……………
139.000

161.000

(,’elderland ………….
162.000

170.000

Noord-Brabant ……….
141.000

164.000

732.000

892.000

Dit betcekent een toeneming van 14 pOt.
In de streken, die zich meer in het bijzonder toe-
leggen op de productie van kaas en consumptiemelk
is de toestand volkomen verschillend, zooals uit on-
derstaande opstelling blijkt:
1930

1935
Utrecht

…………….
95.000

100.000

Noord -liolland ……….
132.000

143.000

ZuId-Holland …………
200.000

205.000
Zeeland

…………….
25.000

27.000

Limburg ……………
64.Oqq,

67.000

516.000

542.000

De toeneming bedraagt hier slechts 5 pOt.

2o. In 1930 werd in Nederland 87.200 ton boter
geproduceerd, in 1935 schattenderwijze 1.00.000 ton.
Een toeneming insgelijks van 14 pOt.
Aannemelijk is het niet, dat tusselien deze parallel
loopende cijfers geen enkel verband zou bestaan.
* *

Keereu wij thans tot
*het
aangehaalde principe

terug. In hoeverre kan worden gezegd, dat d6 aan-
gegeven uibreiding van den veestapel er toe leidt, ‘dat
,,de veehouder te veel koeien heeft in verband met
het beschikbare voedsel van het door hem gebruikte

Algedrulot in ‘het Officieel Orgaan van den F.N.Z. van
6
Februari
1935.
Afgedrukt in ‘het Officieel Orgaan van dan
F.N.Z.
van
25
December
1935.
9 Cursiveering ‘van mij., H.

22 Januari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

61

1aid”? Het antwoord is niet inoeilijk te geven. Gras
en hooi zijn nog steeds het
gewas
van eigen bodem,

waar de koe in hoofdzaak op teert. Het grasland-
areaal is niet of nauwelijks uitgebreid. Vruchtbaarder
is de grond van 1930 tot 1935 niet geworden. In-
tegendeel, men niag aannemen, dat de toenemende
verarming tot ee”afnemend gebruik van kunstmest
heeft geleid. Ook is het aan geen twijfel onderhevig,
of de in 1930 aanwezige beesten verbruikten de totali-
teit van ‘het toen beschikbare gras en hooi; m.a.w., er
was geen overschot aanwezig, geschikt om er een
supplementair aantal koeien op te doen teren.
Conclusie:
de beesten, waarmee men na 1930 den melkveestapel heeft uitgebreid, behooren alle tot die
koeien, die – in verband met het beschikbare voedsel
van het door den veehouder, gebruikte land – als een
,,te-veel” zijn aan te merken. Alleen door den aan-
schaf

ra
n
buiten het bedrijf geproduceerd voer kun-
nen zij op de been worden gehouden.
Beschouwt men de geheele melkveehouderij van
Nederland als één bedrijf, dan geldt ook hiervoor het-
zelfde principe. Het aantal koeien, met hun aanhang
van stieren eA jonigvee, ‘dat boven een bepaalde, door

de totale voederproductie van den Nederlandschen
bodem aangegeven, limite wordt aangehouden, kan
alleen leven als een gevolg van den aanschaf van bui-
ten Nederland geproduceerd voer.
* *
*
Wanneer men nu ‘de vraag onderzoekt, of een be-
perking van de melkproductie al dan niet wenschelijk
is, en men ‘houdt ‘daarbij met het aangehaalde prin-
cipe geen rekening, dan ontneemt men aan de ‘be-
oordeeling van die vraag één van ‘de grondpeilers,
waarop zij rusten moet, en de slotsom, waartoe men
komt, kan niet anders zijn dan fout. Tal van beschou-
wingen ontmoet men in ‘de pers, waaraan als een
gevolg daarvan ‘alle waarde moet worden ontzegd.
Immers, men ‘bestrijdt dan de ‘beperking der melk-
(en ‘daarmee ‘der ‘boter-) productie aan •de’hand van be-
cijferingen, waarbij de aanschafwaarde van
alle
ge-
bezigde krachtvoer (ik versta hieronder in dit ver-
band zoowel granen als veekoek) in den gemiddelden
kostprijs van de
totale
hoeveelheid geproduceerde
melk (en middellijk in die van de
totale
hoeveelheid
geproduceerde boter) wordt verdisconteerd. Dit nu is ontoelaatbaar. Een groot deel van ‘dit krachtvoer, im-
mers, behoort
uitsluitend op
‘de melk, afkomstig van
die koeien, ‘die ,,’de vedhouder wél te veel (heeft) in
verband met ‘het beschikbare voedsel van het ‘door hem
gebruikte land”, te worden igealloceerd. Die koeien
toch leven (abstract bezien)
uitsluitend
van kracht-voer en niet van in eigen bedrijf geproduceerde voe-
dermi’ddelen (in •hoof’dzaa’k ‘gras en hooi). Z’oo heeft
dan ook de melk, afkomstig van een uit de voe-
dero’pbrengst van eigen bedrijf gevoederde koe, een
geheel anderen kostprijs dan de melk, afkomstig van
een koe, die met van buiten verkregen (d.i. practisch: geïmporteerde) voddermiddelen gevoederd wordt. Dc

kostprijs van de laa±te is aanmerkelijk hooger dan die
van de eerste; de boter, vervaardigd met behulp van
de laatste, kost aanmerkelijk meer dan die, vervaar-‘digd met behulp van ‘de eerste. Het is daarenboven
duidelijk, ‘dat juist ide hoeveelheid boter, ten koste
van ‘de ‘hoogste bedragen verkregen, als een ,,teveel”
moet worden ‘beschouwd en dat juist deze hoeveelheid
het n’ood’ig heeft, om tegen extra lage prijzen naar
‘het ‘buitenland te worden ,,’gespu,i.d”.

Indien men nu de diverse becijferingen, die er op
uit zijn aan te toonen, dat een beperking van de melk-
productie noch voor het land noch voor den consu-
ment voordeel meebrengt, aan de hand van de aange-
geven splitsing eens Svermaakt, dan komt men tot
conclusies, aan ‘diegene, welke er oorspronkelijk uit
schenen voort te vloeien, ‘d’iametraal tegenovergesteld.
Met die becijferingen zelve wil ik den lezer niet
vermoeien. Mijn eenige bedoeling is, hem een
,,cave!”
toe ‘te roepen. ,,Weest ‘op uw hoede!” Wie de noodzaak

van melkproductiebeperking aan een onderzoek onder-srerpt, ‘heeft rekening te houden:
lo. met ‘de splitsing van den melkveestapel in een
deel, dat de exploitatie van den eigen bodem ten doel
heeft, en een ander ‘deel, dat de verwerking van ge-
importeerde voedermiddelen tot voor den uitvoer be-
stemde zuivelproducten nastreef t; en
2o. als een gevolg daarvan met een splitsing van de
boterproductie in een basishoeveelheid met normale

bedrijfsoukosten en in een tophoeveelheid met een ah-
normaal hoogen kostprijs.

Het hier gezegde klemt te meer, waar de sprongs-
gewijze uitbreiding, die de melkveestapel in vollen
crisistijd heeft ondergaan, naar uit de in den aanvang
van dit artikel weergegeven opstelling blijkt, zeer in
het
bijzonder
in de boterproduceerende streken tot uit-
drukking komt.

Wanneer ‘door rationaliseering van het melkvee-
houdersbedrijf naar verlaging van productiekosten
wordt gestreefd en naar een weer l’oonen’d maken van
‘het bedrijf met uitschakeling van den steun, dan zal
•dus ‘in ‘de eerste plaats gestreefd moeten worden n’aar
een afsnijden van den ‘duren botertop ‘door het terug-
brengen van ‘den melkveestapel tot wat Minister
Steenberghe ‘destijds een ,,aangepasten ‘veestapel”
heeft genoemd.

Dr. D. UüEa.

HET REEDERIJBEDRIJF IN 1935.

De stille hoop, ‘dat de lichte conjunctuur-verbete-
ring, die tegen het eind van 1934 ‘hier en ‘daar scheen
te zullen intreden, in 1935 voortgang zou ‘hebben, is
niet in vervulling gegaan. Reeds spoedig bleek, dat
deze vei1be’tering slechts een zeer tijdelijk karakter
‘droeg en geenerlei steun vond in. ‘het economisch-
monetair wereidbestel. De teru,gslag ‘kwam na korten
tijd en ‘ofschoon ‘het onjuist zou zijn te stellen, dat
het af’ge’loopen jaar ‘de wereld ‘geen stap nader tot het
eoo lang ‘verbei’de ,,”herstel” heeft gebracht, een stel-
ling, die trouwens ‘gelogenstraft wordt door de groo-ter ‘bedrijvigheid, ‘die in enkele landen op industrieel
gebied valt waar te nemen èu ‘door het zich elders ge-
leidelijk beter aanpassen aan ‘de ‘door ‘de langdurige
crisis volkomen gewijzigde economische en monetaire
verhoudingen, kan men toch bezwaarlijk ‘beweren, dat
1935 heeft gestaan in het teeken van tast’baren voor-
uitgang. Veeleer ‘hebben zich in velerlei opzicht de bestaande moeilijkheden nog meer toegespitst. Van
een terugkeer tot ‘gezonde economische beginselen valt
niets te bespeuren. De autarkie viert allerwegen ‘hoog-
tij. Prohibitieve rechten, invoerverboden, contingen-
teeringen, steun aan het inheemsche voorthrengings-
proces – ook’ wij ondervin’den ‘de ‘bedenkelijke gevol-
gen van ‘dit alles aan den
‘lijve
en streven tevergeefs naar ,,aanpassing”, de ,,panacee voor alle crisiswee”
– maken de vrije uitwisseling van goederen tot een
aanfluiting en het vrije rui’lverkeer tot een ‘zinledig
‘begrip.

Monetair is de verwarring grooter •dan ooit. Munt-
ontwaarding wordt door dn één aanvaard als een on-
vermijdelijke noodzakelijkheid en men vindt ‘zelfs in
breeden ‘kring de recidive een normaal crisisversehijn-
sel, ‘door den ander wordt ‘dit ,,mi’ddel” aanbevolen als
‘het correctief voor allerlei ‘kwalen, waaraan ‘de veel-
geplaagde mensch’he’id lijdt. Wederom anderen zoeken
hun ‘heil in een zwevende ‘valuta – het Pond Sterling
fluctueer’de in het afgeloopen jaar tusschen 6.91 en
7.38 – en ‘intussohen ‘heeft ‘men ontdekt, ‘dat ‘het
goud ‘zich bij uitste’k leent tot experimenten op zoek
naar ‘het perpetuum mobile.
Politiek is de toestand volkomen onoverzichtelijk. Wij ‘be’heerschen ‘den toestand niet langer, wringen
ons veeleer in ‘den ijzeren ‘greep van ‘gebeurtenissen,
die noch voorzien, noch voorkomen kunnen worden.
Krachten zijn ontketend, waartegen wij ‘blijkbaar
maihtéloos staan en ‘die met schier elementaire kracht alles, wat weleer als onwri’kbaar gold, ontwrichten.

62

ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN

22 Januari 1936

Dat in zulk een chaotischen.toestand – de uitdruk-
king is waarlijk niet te sterk – de wercidhandel zich
vergeleken met de jaren, welke onmiddellijk aan de
crisis voorafgingen, binnen enge grenzen beweegt en
blijvend herstel onmogelijk is 2oolang primaire econo-
mische en monetaire beginselen met voeten worden
getreden, is vanzelfsprekend. Evenmin behoeft het be-
toog, dat het internationale reederijihedrijf, dat vol-komen afhankelijk is van omvang en intensiteit van
den wereidhande’l, aan steeds grooter moeilijkheden
het hoofd moet hieden en slechts met behulp van
regeerings-crisissteun voor den ondergang kan wor-
den bewaard. Zoo heeft de Engelsche Regeering in
het afgeloopen jaar ‘bel’oten een
bedrag
van £ 2 mil-
lioen ter beschikking van de Eqigelsche vrachtvaart
te stellen, terwijl hier te lande in 1935 rond
f
8 nijl-
lioen in den vorm van rente’looze voorschotten aan
het reederijbedrijf werd uitgekeerd.
hun, die eenige verwachting koesterden van de
pogingen tot internationale samenwerking op het stuk
van opleggen en sloop van schepen teneinde op deze
wijze het verstoord evenwicht tussche.0 vraag en aan-
bod te herstellen, heeft het afgeloopen jaar nieuwe
teleurstelling bereid. Op de in het begin van 1935 te
Londen gehouden voorloopige conferentie is tot dus-
ver geen plenaire zitting gevolgd en de verwezenlij-king der in Londen ontworpen plannen lijkt even ver
af als een jaar geleden. Belangrijker vraagstukken
eischen thans de aandacht der ‘betrokken regeeringen,
zonder vier steun het particulier initiatief dit pro-
bleem niet tbt een afdoende oplossing kan ‘brengen.
Nochtans ‘heeft de noodtoestand, waarin het bedrijf
verkeert, geleid tot een zekere mate van samenwer-
king tusschen de zeevaiende landen en is het mogelijk
gebleken minimum-vrachten van en naar een aantal
belangrijke verschepingscentra vast te stellen en te doen eerbiedi’gen. De onmiddellijke aanleiding tot
dezen eersten, ‘belan’grijken stap in de richting eener
saneering der vrachtenmarkt vormde de ineenstorting
van de Laplata-markt in Februari ji. Het stelsel der
minimum-schaa’lvrachten is in den loop van 193
geleidelijk uitgebreid en functionneert in zoover be-
vredigend, dat, mede dank zij’ de medewerking der
hevracliters, de sterk ‘speculatieve inslag, die aan ‘de
uitoefening van het ,,tramp”-hedrijf inhaerent was ge-
worden, plaats heeft ‘gemaakt voor een vaste •basis,
die de vrachtvaart-reederijen in staat stelt het vdSr en tegen van bepaalde reizen met een zekere mate
van nauwkeurigheid aan de werkelijkheid te toetsen.
Ik moge dit met een enkel voorbeeld illustreeren.
Bevonden zich v56r het vaststellen ‘der minimum-
sehaalvraehten ongeveer 100 on’bevrachte schepen in
•de Laplata-rivier en ‘daalde de vracht door ‘dringend aanbod van onmiddellijk of zeer spoedig beschikbart
ruimte tot 11/6 d. van Rosario naar ‘het Vereenigd
Koriinkrijk/Eur. Vasteland, ‘dank zij de in samenwer-
king ‘met ‘bevrachters tot stand gekomen regeling
bedraagt niettemin ‘de gemiddeld van Rosario betaalde
vracht gedurende het afgesloten tij’dvak van twaalf
maanden 16/6 d., tegen 16/3% J. per ton in 1934.
Elders toont ‘het gemiddeld ‘betaalde vrachtcijfer wel-
iswaar een daling vergeleken met 1934, maar deze
daling zou zonder twijfel catastrophale afmetingen
hebben aangenomen, indien meergenoem’de samenwer-
king niet tot stand ware gekomen. Deze stelling vindt
trouwens steun in ‘het niet onbelangrijk ‘geringer aan-
tal bevrachtingen van Laplata, nog steeds de belang-
rijkste markt voor ‘de groote vrachtvaart.

1935

1934
Aant. schepen Tonnen lading Aant. schepen Tonnen lading
1124

7.698.453

122

8.418.050

Immers, zou ‘de geringer vraag naar ruimte van een
zoo belangrijk bevrachtingscentrum en genen de over
het geheel vrij lethargische stemming elders, zon’der
minirn,arn-vraohten automatisch tot ‘dringend aanbod
en daarmede gepaard gaande lage vrachten ‘hebben

moeten leiden.

De overige verschepingscentra als Noord-Amerika, St. Lawrence, Caba, Voor-Indië, het Verre Oosten en
Australië betaalden ‘bij gebrek aan vraag en in be-
paalde gevallen meer dan voidoen’d aa
n
bod van ton-
na’ge, ‘over ‘het geheel lager vradhten dan ‘het jaar
tevoren.

De vrees voor uitbreiding van ‘het Italiaansch-
A’bessijnsch conflict leidde begin October tot een
even plotselinge als ‘kortstondige ,,hausse” op de
vrahtenmarkt. In ‘het bijzonder liepen de kolenvrach-
ten naar West-Italië tijdelijk scherp op. Kon deze
even welkome als onverwachte verbetering van ‘het
vrachtenpei’l ‘zich al niet ‘handhaven, in zoover heeft
zij
)
toch ‘blijvend effect’ gesorteerd, dat de minimum
:

vrachten werden herzien, juister gezegd verhoogd,
teneinde deze meer in overeenstemming te brengen
met de vrachtcijfers, welke ‘op ‘de z.g. niet-gecontro-leerde markten kunnen worden ‘bedongen. Enkele an’dere, niet van belang ontbioote, gegevens
mogen hier nog even in vogelvlucht de revue passee-
ren. De wereld-tonnage toonde op 1 October jl., ‘ver-geleken met ‘het overeenkomstig tijdstip in 1934, een
vermindering van 690.640 bruto registar tons en be-
droeg in totaal 64.885.972 tons. Gedurende ‘de eerste
tien maanden van ‘het afgeloopen jaar werden
1.282.334 ‘bruto register tons gesloopt (overeenkom.
sti’g tijdvak 1934: 1.497.393 tons). Tegenover deze ver-
mindering ‘der were’ld-‘haudelsvloot staat echter een
toenemende ‘bedrijvigheid ‘in ‘den scheepsbouw, met
name in. Engeland, waiir thans meer opdrachten onder
handen zijn dan de laatste jaren ‘het geval is ‘geweest.
De navolgende ‘tabel, aantoonen,’d de op 1 October van
ieder jaar opgelegde tonnage, is eveneens belangwek-
kend, al moet ‘bij de beoordelin’ der
cijfers
rekening
worden gehouden met het vbortschrijdend sloopproces:

1935 ‘

1934

.,

1933

1932
(Bruto register tonnen).

5.409.000

7.431.000

12.020.000

15.238.000

Het percentage der in totaal opgelegde schepen
bedroeg aan het eind van 1935 circa 8 pOt. van de
wereldvloot (eind 1934: ce. 11 pOt.). Voor ons land
bedroegen deze percentages resp. 7.3 en 8.3 pOt.
In de kringen der taukvaartreederijen is men tot
dusver tevreden over de wijze, waarop het Schierwa-
terplan in de practijk functionueert. De vrachten
waren over •het geheel iets gunstiger en ‘het Itali-
aansch-A’bessijnseh confl’ict heeft ertoe bijgedragen
en ‘doet zulks trouwens ook thans nog, om de vraag
naar tankers voor ‘het vervoer van ruwe olie, ‘benzine
e.d van de Russische Zwarte Zee en meer in het
bijzonder van ‘de Golf’ van Mexico naar, Italië te
stimuleeren.

Ik moge volstaan met dit summier overzicht, dat
allerminst aanspraak maakt op een eenigsnins ‘diep-
‘gaande stu’die van de gebeurtenissen en het ver-
loop van ‘de vrachtenmarkt ‘gedurende het afgeloo-
pen jaar, daar ‘dat nochtans in staat stelt tot het
trekken van enkele conclus’ie. De eerste is – en ik
denk bij het schrijven van dit overzicht uitsluitend
aan het
reederijbecirijf
in bree’der verband, dus niet
in de eerste plaats aan de Nederlandsche scheepvaart,
die den ongunstigen invloed der ontwaarding van
het Engelsch ‘betaalmiddel ‘bij voortduring onder-
vindt – dat het afgeloopen jaar voor de wereld-
scheepvaart eerder ‘iets gunstiger is geweest dan zijn
voorgan’gé,r.’ Maar ie’der optimisme, dat ‘deze conclu-
sie mocht wekken, wordt ‘onmiddellijk getemperd door
‘de overweging, ‘dat ‘de verbetering uiterst gering was
en zelfs onvoldoende om de ondernerner in staat te
stellen uit de ‘hedtijfswinst de noodzakelijke afschrij-
vingen te bestrijden. Van werkelijken vooruitgang en
blijvend herstel ‘kan ‘geen sprake
zijn
zoolang ‘de
wereldiiandel kwijnt en de chaos in economisch, mo-
netair en politiek opzicht voortduurt.
De tweede conclusie is, ‘dat, naaimale de nood
stijgt, de geneigd’hei’d toeneemt om ‘doôr middel van
sknienwerkiug in internationaal verband, maatrege-

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

63

len tot zelfbehoud te nemen. Het instituut der mini-
inum-vraohten is één der weinige lichtpunten. Het
heeft een volkomen ontwrichting der v.rachtenmarkt
weten te voorkomen en aangetoond, dat gemeen over-

leg niet bij voorbaat als een onbereikbaar ideaal be-
hoeft te worden afgewezen.
Het reederijbedrijf, belangrijke maar nochtans
kleine shake1 in het groote ra’derwerk van ‘s werelds

economisch b
es
t
e
l, is afhankelijk •van de verdere

ontwikkeling van den algemeen’en toestand. Het is
doelloos zich te verdiepen •in de vraag, hoe deze ot-
wi’kkeling in het nieuw aangevangen jaar zal zijn.
De reedersgeineensohap kan op den algemeenen gang
van zaken geen invloed uitoefenen. Haar rol is in
dit opzicht althans zuiver ‘passief. Men kan slechts
hopen, dat aan haar weerstandsvermogen geen al te
zware eischen meer worden gesteld en dat ook vo’or
haar eerlang gunstiger tijden zullen aanbreken.
C. VERMEY.

LAAGTE-RECORDS IN DEN RENTESTAND.

Verreweg de ‘belangrijkste gebeurtenis op het gebied
van de openbare financiën in den laatsten tijd is thet
plaatsen van de ‘groote Engelsdhe en Amerikaasc’he
leeningen tegen een rentevoet van rond 2% pOt. ge-
weest. Men Lou bijna ‘kunnen. denken, dat daarmede
een nieuw ‘gouden tijdperk is ingeluid. Want, wan-

neer dit de in de landen
gebruikelijke
rente zou zijn en nieuwe inve’steerin’gen geen hoogeren rentevoet
dan 3 pOt. :bedingen, dan zou zulks den economi’schen
opbloei vleugels moeten geven. De vraag dient daar-
om te worden onderzocht, wat ‘deze rentetarieven ‘be-
teekenen, hoe zij tot stand zijn gekomen en – waar-
om -,ij in de eerste plaats voor de twee gdnoemde
volkshuis’houdin’gen gelden.
Het is toch een feit, dat overal elders veel ‘hoogere
rentetarieven gelden, ook in landen, waarvan de
fïnancieele ‘draagkracht tot voor kort niet hij die van
Amerika en Engeland ten achter scheen’ te staan.

Zoo moest Frankrijk voor zijn, na maandenlang
dralen uitgegeven, leening van Frs. 2 milliard ruim 5 püt. rente betalen, daar de koers van inschrijving
95 pOt. bedroeg. In België ‘is de conversie van de
staatsleeningen gezien den koers een mislukking ge-
worden, want de iiieuwe 4 pOt. leening wordt in
Brussel slechts iets boven de 90 pOt. verhandeld,
en bovendien waarschijnlijk nog gesteund. De in
Duitschiand nieuw te emitteeren R.M. 500 millioen
schat’kistbiljetten van de Rijksspoorwegen zullen een
rente van 4% pOt. dragen. In Duitsohiand is de’ toe-
stand met een standaardrente van 4Y21 pOt. en een
emissiekoers van 98% pOt. iets gunstiger dan in
Frankrijk, iets minder dan in België; •dit alles toont
echter aan, dat Engeland-Amerika, wat de rentestand betreft, een uitzondering vonen. De verhoudingen op
de internationale geldmarkt zijn geheel gewijzigd. De internationale verwikkelingen van vroeger ontbreken. Ook tea opzichte van zijn leeningsp’olitiek is elk land
schijnbaar autarkistisch in ‘dien zin, dat van een stel-
sel van communiceerende vaten allang geen sprake
meer is.
Welke van deze tarieven zijn dan echter ‘de ,,juiste”,
in dien zin, dat 2ij ‘de toekomst aanduiden, waarheen
wij sturen?
De Engelsdhe emissie bestaat, zooals bekend, uit
twee deden: f200 millioen waren 2Y2i pOt. fundee-
ringsleenin’g met een looptijd van ten minste twintig,
ten hoogste vijfentwintig jaren ‘bij een koers van uit-
gifte van 96 pOt., de resteerende £ 100 milli’oen waren
1 pOt. schat’kisthiljetten met een looptijd van twee
tot vijf jaren en een emissiekoers van 98 pOt.; d.w.z.
dat ‘de werkelijke rente in het eerste geval 2.7 pOt.,
in het tweede 1.42 pOt. bedroeg.
Zeer opmerkelijk is echter, dat de En’gel’sche kapi-
taalmarkt ‘door den omvang van de emissie en de ma-
tige rente niet al ‘te zeer verrast, n’ph ook teleurge-
steld was. Zoo weinig teleurgesteld zelfs, dat de Lon-
densche beurs hierop met een iioogere waardeering

niet alleen van ‘de oudere leeningen, ‘doch oo’k van de
aandeelen reageerde, als aanpassing aan den thans
ontstanen toestand.
Stelli.g was ‘de leening lang niet in haar geheelen
omvang een nieuwe schuld. Uit haar opbrengst zou-
den 2 pOt. schatkistbiljetten tot een bedrag van £ 150
millioen op 2 Maart, 3 pOt. b’on’ds tot een ‘bedrag van
£ 44 millioen op 15 September 1936 worden terugbe-
taald; ‘de nieuwe leening van £ 200 millioen was dus
‘bijna geheel een •conversie tot een lageren rentevoet.
Nauwelijks £ 100 millioen werd dus nieuw opgenomen.
Ook deze ‘kunnen ten deele voor terugbetaling van
sdhatkistwi’ssels dienen, voor ‘het overige zal hun op-
brengst voor de kosten van bewapening worden ge-
bruikt. Waarvoor ‘deze gelden evenwel ook bestemd mogen zijn, aan bet feit, dat ‘de rentevoet een niveau
heeft ‘bereikt, dat geduren’de een ‘halve eeuw ook in
Engeland niet is ‘voorgekomen en aan ‘de mate, waar

in de markt bereid is ‘gelden op te nemen, ‘verandert
hierdoor niets.
De verklaring ligt in het ruimschoots voorhanden
zijn van liqui’de middelen. Zouden deze in hun ‘geheel
uit ‘de ibinnenlandsche volkshuishoudin’g voortkomen?
De gang van zaken in Engeland is voldoende bevre-
digen’d om investeeringen ‘in het algemeen hooger te
•helooen dan tegen een rente,, waartegen de leening
werd opgenomen. De investeeringen absorbeeren ech-
ter niet’ het’ ‘geheele aanbod. Naast eigen ‘bespa-
ringen treedt blijkbaar ‘ook kapitaal uit het buiten-
land op, hetwelk in Engeland emplooi ‘zoekt. Merk-
waardi’g genoeg schijnt ‘de ‘devaluatie van het Pond,
zoodra ‘deze in wezen als geëindigd kon worden be-
schouwd, den invoer van buitenlandsch kapitaal te
hebben begunsti’gd in plaats van. ‘zooals verwaoht,
een tegen’estelden invloed uit te’ oefenen.

De omstandigheden in de Vereeni’gde Staten zijn
overeenkomstig. Hier werd een nieuwe staatslee-
ning van $ 900 millioen i’n zeer korten tijd v’olteekend,
‘de eene helft tot’ 1 Y2
1
pOt. voor 5 jaren en de andere helft tot 2% pOt. met een looptijd, varieerende van
10-12 jaren. De rentetarieven zijn, zuiver berekend,
in de Vereenigdè Staten iets hooger dan in Engeland.
Het verschil is echter ‘zoo ‘geri’ng, ‘dat het op een
groote mate van gelijkheid van toestand wijst. Ook ‘de
Vereenigde Staten hebben ‘veel ‘geld uit het buiten-
land gekregen. Goud wordt zelfs uit ‘Engeland in ‘de
Vereenigde Staten ingevoerd. In September 1935
werd voor $ 255 millioen goud naar ‘de Vereenigde Staten ‘verscheept; verreweg ‘het grootste gedeelte,
$ 238 millioen, kwam uit ‘Frankrijk. Wanneer men ‘de
cijfers over een langere periode beschouwt, ongeveer
in September beginnende, dan zal men zien, dat ‘on-
geveer drie vijfd’eu ‘uit Frankrijk en een vijfde uit
Engeland komen. Dat ook Engeland meer goud ont-
vangt ‘dan het af’geeft, behoeft nauwelijks te worden
vermeld. Deze goudverschepin’gen vinden in hoofd-zaa’k plaats voor rekenin’g van particulieren, die ‘hun
geld i’n veiligheid ‘brengen, d.w.’z. hun kapitaal in
Dollars of Ponden willen beleggen, in plaats van in
Francs, Guldens, enz.
He’t in totaal hierdoor naar Amerika ‘verscheepte
geld wordt. niet ‘direct gebruikt.. Het ligt in den
vorm ‘van deposito’s; doch zal de eerste gelegenheid tot
‘veilige belegging benutten welke ‘zich voordoet. Deze mogelijkheid schijnt, ondanks ‘den ‘hui’digen enormen
schuldenlast, wel’ken Engeland en Amerika ‘dragen,
in ‘de Staatsleeningen aanwezig ‘te ‘zijn. De bin-
nenlandache schuld van Engeland wordt, «op £ 7
milliard, ‘die van de Vereenigde Staten op ‘$ 30
milliard geraamd. Daar ‘de bevolking van de, Ver-
eenigde Staten. 2% maal zoo groot is als die van
Engeland, is het aandeel per hoofd der bevolking (in
de Oostenrijksche ‘munt. ‘omgerekend) in Engeland
rond 3.500, in Amerika rond 1.200 Schilling. Zelfs
als
persoonlijke
schuld ‘zou dit zeker niet gering zijn.
Ook
zijn
de schulden tot d’it bedrag pas in ‘den laat-
sten tijçl ‘gegroeid. Voor
.
het ‘begin van ‘den wereld-

64

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936
oorlog hadden de Vereenigde Staten een schuld van
$ 1.2 milliard in plaats van $ 30 milliard, de Engel-
sche staatsschuld, thans £ 7 milliard groot, bedroeg in
1914 £ 0.7 milliard; in het eerste geval dus een vijf-
entwintigste, in ht tweede geval een tiende gedeelte
van tegenwoordig. In elk geval: het vertrouwen is
aanwezig en daardoor ondervonden ‘de inschrijvingen
niet slechts geen tegenstand, ‘doch werden gemakke-
lijk, soms zelfs stormachtig volteeken’d.
Niettemin is de uitzonderingspositie zoowel voor
Groot-Brittannië als •voor ‘de Vereenigde Staten ken-
sehetsend. Behalve in ‘het Angelsaksische bedrijfs-
leven zullen laagterecords in ‘de rentetarieven, zooals
deze ‘daar voorloopig gelden, zich
nauwelijks
kun-
nen doorzetten. Er heerscht een ‘diff’erentaeering van
volks’huishoudingen, ook in dit opzicht bijna zooals
in de achttiende eeuw. Van een wereldmarkt van het
kapitaal kan voorloopig geen sprake zijn. Ook ‘doen
de jongste conflicten en mogelijkheden tot conflicten
‘deze niet al te spoedig verwachten. Wij mogen er
evenwel

ternauwernood ‘op rekenen, ‘dat ook in ‘het
Angelsaksische bedrijfsleven alleen ‘de thans geldende
rentetarieven een waaiiborg van ‘duurzaamheid bieden.
Het is een record, dat, vooral ‘in Amerika, ondanks
de steeds nieuwe conflicten van wetgeving, openbare
rechtspraak en bestuur, eenigen tijd zal kunnen wor-
den ‘gehandhaafd, wel1iht zelfs nog een weinig over-
troffen, ‘doch dat geen nieuw ,,gou’den” tijdperk zal
inlei’den. Prof. Dr.
JULIUS WOLF.

DE RIJKSMIDDELEN OVER DECEMBER 1935.

De laatste maand van het jaar 1935 heeft met een
opbrengst der ,,Overige Middelen” van
f
31.387.900
nog een Vrij poover figuur gemaakt, al was de ont-
vangst ‘ook niet zoo ‘buitengewoon slecht als in •de maand November. Vergeleken met de gelijknamige
maand van 1934 vertoonden de niet-kohierbelastingen
een achteruitgang van
f
2.082.300. Alleen de invoer-
rechten, het statistiekrecht, de geslacht-, de suiker-
en de tabaksaccijus, alsmede de omzetbelasting ver-
toonden een hooger opbrengstcijfer. Al de overige
middelen brachten minder op. Evenmin als in een der
vorige maanden van het jaar werd de gemiddelde
maandraming bereikt; het nadeelig verschil bedroeg
ditmaal
f
1.791.300. Vroeger waren de laatste maan-
den van het jaar voor de schatkist gewoonlijk vrij
gunstig; hiervan schijnt thans geen sprake meer te
zijn.

De totale opbrengst over de twaalf maanden van
1935 bedraagt
f
366.409.800 tegen
f
359.313.400 in
het daaraan voorafgaande jaar en bij een totale
raming van f398.150.000. Vijf middelen (de invoer-
rechten, de suiker- en de tabaksaccijns, de omzetbe-
lasting en de couponbelasting) brachten tezamen

f
18.166.600 méér op dan in 1934, waarvan de invoer-
rechten een surplus opleverden van
f
‘7.048.900 en de
omzetbelasting een van
f
6.526.700. Aan deze beide
middelen is het te danken, dat de totale ontvangst
van 1935 boven die van 1934 is gekomen. Immers,
tegenover de middelen, die in opbrengst vooruitgin-
gen, ‘staan de twaalf overige middelen, die in totaal

f
11.070.200 daalden. Dat de opbrengst belangrijk bij
de raming ten achter is gebleven, is in hoofdzaak toe
te schrijven aan de invoerrechten, die f 8.261.000 min-
der opleverden dan waarop was gerekend, en aan de
omzetbelasting, die niet minder dan
f
20.556.600 bij
de verwachting ten achter bleef. De raming werd
slechts overtroffen door den zoutaccijus, den suiker-
accijns, de couponbelasting, de zegelrechten en de re-
gistratierechten. Tenslotte moge in dit verband nog
worden opgemerkt, dat bij den suikeracèijns en de
couponbelastiug zoowel de raming als de opbrengst van het vorige jaar werden overschreden. De totaal-
indruk kan derhalve niet anders dan teleurstellend
worden genoemd.
De dividend- en tantièmebelasting bracht in de

laatste maand van het jaar nogeen tegenvaller; door-

dat de teruggaven de ontvangen bedragen hebben
overtroffen, vermeldt de middelenstaat zelfs een nega-
tieve opbrengst (van minus
f
64.000). Het eindresul-
taat van 1935 is, dat er
f
2.709.200 minder is binnen-
gekomen dan in 1934 en f 1.516.600 beneden de
rarning is gebleven. Aan de vermi’dering ‘der divi-
‘den’d.betal’ingen is blijkbaar nog geen einde gekomen.
Ook zijn verschillende interim-‘dividen’den, ‘die aan het
einde van het jaar plegen te worden uitgekeerd, dit-maal lager uitgevallen dan verwacht werd.
De invoerrechten gaven ditmaal
f
33.700 meer dan
in December 1934, doch f496.500 minder dan de ge-
middelde maandraming. Na de fluctuaties van de
vorige maanden in verband met de gespannen inter-
nationale verhoudingen zijn de invoeirechten hier-
mede weder op het voor 1935 normale peil gekomen.
Gerekend over twaalf maanden hebben de invoerrech-
ten in 1935
f
7.048.900 meer opgeleverd dan in 1934,
waarbij intusschen moet worden bedacht, dat dit mid-
del in het begin van laatstgenoemd jaar door bijzon-
dere omstandigheden lage ontvangsten gaf. De raming
werd in 1935 bij lange na niet bereikt (nadeelig ver-
schil
f
8.261.000). Het statistiekrecht gaf in de af-
geloopen maand een surplus van
f
1.700. Ook in de
vorige ‘drie maanden was ‘de ontvangst gestegen,
waaruit blijkt, dat de omvang van onzen totalen bui-
tenlandschen handel is toegenomen. De zoutacci,jns daalde met
f
46.200. Voor dit mid-
del was het tweede halfjaar heel wat ongunstiger dan
de eerste zes maanden.

De geslachtaccijns gaf opnieuw een hooger
op-
brcn’gstcijfer te zien (toeneming f 68.800). Deze hef-
fing is bezig zich iets te herstellen door het toegeno-
men verbruik van rundvieesch, gevolg van het schaar-
scher en duurder worden van het varkensvleesch. De
wijnaccijns gaf f 99.100 minder wegens de verlaging
van de opcenten ingevolge de wet van 13 September
1935 (Staatsbiad -No. 548). Het gedistilleerd ver-

schafte f 163.900 minder en ‘de bieraccijns ‘daalde met

f
58.300. De loop van deze beide middelen is in het
afgeloopen jaar zeer tegengevallen; het verbruik
blijkt belangrijk te
zijn
afgenomen. Beter gaat het
met den’ suikeraccijns, die in de afgeloopen maand
zelfs een aanzienlijke ontvangst te boeken gaf
(f 5.663.600 tegen f4.833.400 in December 1934 en

een maandraming van f4.166.700). Na de inzinking
van de beide vorige maanden wijst dit weer op eenig
herstel. Ook de tabaksaccijus was in de afgeloopen
maand weer iets beter (vermeerdering
f
76.700), al
werd de gemiddelde maandraming ook niet gehaald.
Over het algemeen genomen hebben de accijnzen zich
iu het afgeloopen jaar niet kunnen handhaven. Alleen de suikeraccijns en de tabaksaccijns hebben meer op-
geleverd dan in 1934; de raming werd slechts bij den
zoutaccijns en den suikeraccijns overtroffen.

De belasting op gouden en zilveren werken daalde
met f 1.500; het voordeelig saldo’ over de vorige

maanden werd daardoor weer in éen klein nadeelig
verschil omgezet (van
f
300). De opbrengst van de
omzetbelasting verschilde niet noemenswaard van die
over December 1934 (ditmaal werd
f
18.600 meer ge-
md). In totaal bracht deze heffing in 1935f 60.943.400
in ‘s Rijks schatkist, of f 20.556.600 minder dan
waarop was gerekend. En hoewel de omzetbelasting in
het begin van het jaar 1934 nog niet op gang was,
heeft 1935 in totaal slechts een accres van
f
6.526.700
opgeleverd. De couponbelasting vertoonde in de afge-
loopen maand een daling van
f
101.900. Daarentegen
heeft dit middel in de voorafgaande maanden zoo
ruim gevloeid, dat de raming over 1935 toch nog met

f
184.500 werd overschreden.
De z.’g. conjunctuuibe1astingen toonen nog steeds
een dalende tendens. De zegelrechten verschaften
f 176.200 minder, waarvan
f
35.600 op rekening komt
van de beursbelasting. Aan registratierechten kwam
f 79.300 minder binnen. Ook konden beide heffingen

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

65

de gemiddelde maandraming niet halen, al was het
ontvangstoijfer der registratierechten niet z66 slecht
als in de voorafgaande maanden. Gerekend over
twaalf maanden hebben de hier besproken middelen
resp.
f
1.399.600 en
f
711.400 minder opgeleverd.
Er is weinig bedrijvigheid in de geldwereld. Voorts
hebben vermoedelijk minder transporten van vast goed
plaats gevonden door hetwantrouwen in hypothecaire
beleggingen. De successierechten liepen terug met

f
1.484.200, doch de ontvangst van December 1934
was buitengewoon hoog. Ook was November 1935
nogal gunstig. Vandaar, dat de totale achterstand
over het geheele jaar 1935 niet meer dan
f
132.300

bedraagt, waartegenover staat, dat de raming met
j 1.101.900 werd overschreden. Deze heffing heeft
zich vrij goed kunnen handhaven. De loodsgelden
gaven ditmaal niet meer dan
f
53.200 (in December
1934
f
299.600), waarin de verlaging van het tarief
tot .uitdrukking komt. In de twaalf maanden kwam

f
1.017.900 m:inder binnen dan in 1934.
Wat de Directe Belastingen van Af deeling la be-
treft, heeft de stand van het zuiver kohierbedrag zich
in de afgeloopen maand slechts weinig gewijzigd. Het
totale kohierbedrag klom van
f
95.161.300 tot

f
99.435.800.
De vergelijking met hetzelfde tijdstip van het
vorige jaar valt voor 1035 voordeel:ig uit. De grond-
belasting vertoont een vooruitgang van
f
253.600, dat
als een normaal aeeres mag worden beschouwd. Bij de
inkomstenbelasting komt het zuiver kohierbedrag per
ultimo December
f
6.60.500 uit boven den stand
01)
het overeenkomstige tijdstip van 1934, terwijl de ver-

mogensbelasting een stijging te zien geeft van

f
203.600. Hoewel dit verschil louter zijn oorzaak
vindt in de hoogere opcenten op inkomsten- en ver-
mogensbelasting, zijn de cijfers van de aanslagen der
directe belastingen niet onbevredigend en deze zullen
de raining wel halen. Alle aanslagen zijn ul. nog lang
niet uitgereikt en de thans opgevoerde bedragen, die
nog aanzienlijk bij de raming tn achter blijven, zul-
len in 1036 nog belangrijk stijgen. Bij de Verdedi-
gingsbelasting 1 is, in vergelijking met den stand van
het vorige jaar, een teruggang te eonstateeren (van

f
380.400). De belasting van de doode hand wijst
thans een zuiver kohierhe’drag aan van
f
1.838.500,
hetgeen een vooruitgang met ruim
f
200.000 geduren-
de de maand December beteekent.

AANTEEKENINGEN.

De uitvoer van landbouwproducten uit Neder-

landsch-Indië.

1-let Departement van Economische Zaken in. Ne-
derlanclsch-Indië heeft ‘dit jaar in ‘de ,,Mededeelingen
van liet Centraal Kantoor voor ‘de Statistiek” weder-
om een ‘overzicht gepubliceerd betreffende den uit-
voer van landtbouwproducten. Wij geven ‘hieronder in
groote trekken den voornaamsten inhoud van dit deel
,,De Landbouwexportgewassen van Nederlan’dseh-In-
dië in 1934″ weer.

Het aandeel van den In’disehen uitvoer in de waar-
de van den wereldexport, hetwelk in 1926 nog 2.24
pCt. bedroeg, daalde nadien tot 1.59 pOt. in 1931,
bedroeg in 1932 weer 1.70 pOt., doch daalde in 1933
opnieuw tot 1.61 pOt. Het jaar 1934 ‘beteekende op dit gebied een aanzienlijke verbetering. Het aandeel
steeg tot 1.86 pOt., een percentage, dat sedert 1928
niet was bereikt.
Een vergelijking van de Indische productie (resp.
uitvoer, indien geen betrouwbare productie-gegevens
veikrijbaar iijn, wat slechts bij suiker en kina het
geval is) met ‘de wereldpro’ductie (resp. uitvoer) van eenige voor Indië in aanmerking komende producten
geeft voor 1934 niet zulk een onverdeeld gunstig
beeld. Het Indische aandeel vertoont in dit geval bij

) Batavia
1935,
Laadsdrukkerij. Prijs
f
3.50

vele producten een daling, hoewel Indië over het
a
l
gemeen
zijn positie als een der ‘belangrijkste leve-
ranciers van tropische lancibouwproducten heeft kun-
nen ‘handhaven.

Proc. aandeel van’fwerelduitv.

1925 1929 1931 1933 1934
Ned.-Indiin

wereldprod.
leijia (‘prod.) ……………..
92

94

92

89

90
kaipok (uitv.) …………….
79

73

79

82

79
peper (uitv.) …………….
72

69

69

80

80
rubber (uitv.) ……………
36

30

32

33

37
klapper-producten
(uitv.)

28

29

25

29 24
agave (uitv.) …………….
15

22

29

30

23
thee (uitv.)
1
)13

17

19

19

16
suiker (prod )
.
…………..
10

11

10

6

3
oliepalm-prod (ui’tv.) ……..
1

5

10

15

15
koffie (ui’tv.) …………….
5

6

4

5

5
cacao (uitv.) …………….
0.2

0.2

0.3

0.3

0.4
i)
Exclusief de uitvoeren uit Britsoh-Indië over land.
2)
Oogstjaar, teiquel.

De uitvoer van
icina
is, ondanks de vele pogingen
om dit product elders te kweeken, nog steeds nage-
noeg geheel uit. Indië afkomstig.
Voor
ka.pok
brokkelde het Indische aandeel iets af ‘ddor een ‘groôteren export van Indo-China, den ibe-
langrijksteii concurrent voor ,,Java-kapok”. Ook voor
peper
‘is Indië verreweg de belangrijkste leverancier,
al heeft het niet meer ‘het pepermonopolie, zooals in ‘den Compagniestijd. De uitvoer van Serawak neemt
bovendien ook gestadig toe.
Door de gestegen prijzen nam de uitvoer van bevol- kin’gsrubber sterk toe, waardoor ‘het Indische aandeel aanmerkelijk kon verbeteren. De uitvoer van Malakka
daalde ‘daarentegen met 7 pOt. Was Nederlandsch-
Indië in. 1932 de grootste leverancier van
klapperpro-

ducten (
copra, olie, enz.), in 1933 en 1934 werd het
aandeel steeds kleiner. De Philippijnen en Ceylon
hebben in deze jaren ‘hun uitvoer sterk kunnen ver-
beteren. De Philippijnen zijn de grootste producen-
ten van klapperolie, welke voor ‘het ovengroote deel
wordt uitgevoerd, terwijl in de laatste jaren van de
op Java geproduceerde fabrieksolie een groot ‘deel in
Nederian’dsch-I-ad’ië wordt ‘geconsumeerd.
Het aandeel van Indië in den uitvoer van
vezels
daalde vrij sterk. Daar de agavevezels met de manilla-
‘hennep moeten eoncurreeren, is de groote stij’ging van
den uitvoer van de Philippijnen vermeldenswaard. De
daling van ‘het percentage van ‘den thee-uitvoer ‘is
voornamelijk toe te ‘schrijven aan een toegenomen uit-
voer der niet ‘bij de restrietie aangesloten landen.

Als ‘gevolg van ‘de groote restrictie daalde het aan-
deel van
suiker weer zeer
aanzienlijk.
De
‘belangrijke
stijging van het aandeel der
oliepa.lm producten
sedert
1925 bewijst, dat Indië erin geslaagd is, met succes
te concurreeren tegen Afrika. De beteekenis ‘van Ne-
derlan’dsc’h-Indië voor ‘den werel’duitvoer van
koffie
is relatief klein. De schommelingen ‘in ‘de uitvoeren
zijn in ‘hoofdzaak het gevolg van de weersomstandig-
heden op Java en. Ma’doera. Hoewel Indië slechts
een’igen ‘tien’den procenten van den wereiduitvoer van
caccto
levert, ‘is de uitgevoerde cacao zgn. ,,Edel-
cacao”, waarvan echter ook al ‘overproductie ‘ichijnt
te bestaan.

De ontwikkeling van de kartelwetgeving in de
wereld.

Onlangs is een verzameling van ‘alle op de wereld
van krae’ht zijnde kartelwetten verschenen van de
hand van Dr. J. W. Reichert, welke ‘buitengewoon
belangwekken’d is. Het betreft hier een verzameling
van ruim 40 in ‘het Duitsch vertaalde kartelweiten en
verordeningen van 24 verschillende landen.
i)
De schrij-
ver, ‘d’ie ‘door de Internationale Kaimer van Koophan-
-del te Parijs met ‘het uitbrengen van een rapport over
de juridische vraagstukken van de internationale kar-
tel

s is ‘belast, geeft na een uitvoerige beschouwing

‘) Die Ka’rtellgesetze der Welt. (Berlijn
1935;
Cari Hey-
manns Verlag. Prijs R.M. 9.—).

66

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936

over de geschiedenis van de kartelwetgeving een
samenvatting, waaraan het volgende is ontleend.
De van kracht zijnde kartelwetten bieden een bui-
tengewoon bont gesohakeerd beeld van de uiteenloo-
pende voorschriften in de verschillende landen en
werelddeeleii, ‘hoewel de wetgeving van de Vereenigde
Staten meestal als voorbeeld voor ‘de wetten van de
andere landen ‘heeft gediend. De overneming van de
Amerikaansche voorschriften heeft niet alleen van
land tot land een ontwikkeling en ‘daarmede een wij-
tiging ondergaan, doch ook in die landen zelf valt in
den loop van ‘den tijd een algeheele koersverandering
bij ‘den inhoud van de wetgeving te consta’teeren. 1-let
beste blijkt dit proces bij de Vereenigde Staten
zelf. Want de wijziging, welke zich in de Amerikaan-sdhe kartelwetgeving in de periode van 1890 tot 1933
heeft voltrokken, leidde van het eene uiterste naar
het andere. Vroeger een volkomen verbod tot kartel-
vorming en tot beperking van ‘de concurren-bie, later daarentege.n een door den Staat aan alle ‘bedrijfstak-
ken opgelegde gedwongen ‘kartelleering met een bui-
tengewoon vergaande ‘beperking van ‘de concurrentie.
De tegenwoordi’ge kartelwetgeving in de wereld
schommelt tussohen een algeheel kartelverbod en een
absolute kartelvrijhei’d. Dit ibeteekent in het eene land
handhaving van de vrijheid van concurrentie •door het onderdrukken van ‘het recht tot aaneensluiting;
in het andere lan’d daarentegen de zekerheid van het
recht tot aaneensluiting, ‘dus vrijheid tot ‘het aangaan
van overeenkomsten met •het ‘deel cle concurrentie te
beperken ‘of u’it te schakelen. Al werd ‘vroeger ‘het
‘denkbee’ld van ‘de vrijheid om overeenkomsten aan te
gaan ook door alle wetgevers als het hoogste beginsel
erkend, toch hebben economische behoeften en politieke
omwentelungen een verandering van het recht nood-
zakelijk gemaakt.
Uit hetzelfde principe van de vrijheid tot ‘het aan-
gaan van overeenkomsten ontwikkelde zich in ‘de lan-
‘den met een individualistische liberale wereldbeschou-
win’g de voorrang van de concurrentievrijheid boven
de vrijheid van vereeniging; ‘daarentegen in andere
landen de voorrang van de idee van het algemeen
belang ‘boven ‘het eigenbelang van ht individu. Tus-
schen de uitersten kartelver,bod en kartelvrijhei’d kon,
al naar gelang van ‘de verhouding tussohen concur-
rentievrijhei’d en concurrentiebeperkung, een zeer uit-
eenloopend inengsel van wettelijke kartelvoorschrif’ten
ontstaan, waarin publiek- en privaatrecht, civielrecht
en strafrecht elkaar op verschillende wijze ontmoeten.
Het is een oud inzicht, dat vrijheid tot het aan-
gaan van overeenkomsten en concurrentievrijheid niet
gelijkwaardig of onbegrensd naast elkaar kunnen be-
staan. Indien de gedachte van de concurrentievrij’hei.d,
zooals ‘in ‘het Engelsche recht, bijna zonder uitzonde-
ring tot op ‘heden hoog gehouden wordt, ‘dan is het
principe van de vrijheid tot het aangaan van overeen-
komsten aan een groot voorbehoud onderworpen en
‘dan kan met name een overeenkomst tot beperking of
verzachtun’g van ‘de concurrentie, zooals bij het kartel-
recht ‘behoort, niet worden goedgekeurd. In een der-
gelijk eenzijdig gebruik is ook de Engelsche recht-
spraak niet geheel geslaagd. Men kan odk in Engeland
niet ontkennen, dat menige algemeene regeling van bepaalde bedrijfstakken tot verbetering van ‘het be-
drijfsleven medewerict, en niet uitsluitend in het
voordeel v.an ‘den producent of den ‘handelaar, doch ook vaak in dat van den verbruiker, is. In ieder geval
zijn de •oude En’gelsche rechtsopva’ttingen, welke uit
den tijd van de z.g. klassieke economie stammen en
bijna twee eeuwen ‘oud zijn, nog in de geheele Angel-
saksisohe wereld toonaangeven’d ‘of waren dit tot kort
althans.

De wetgeving in ‘de Ver. Staten had de oude En-
gelsche in’dividualistische rechtsopvatting van vrijheid
ten aanzien van concurrentie in 1890 met de z.g.
Sherman Act als
richtlijn
voor ‘het rechtsgevoei en
de jurisprudentie uitdrukkelijk bekrachtigd. De Anti-
trustwetten hadden ten ‘doel de particuliere ‘bedrij-

ven te belette
n
een al t groote vlucht te nemen. In het verbod van aaneensluiting tot vereènigingen,
maatschappijen of kartels is ‘de Amerikaansche wet-
gever niet geheel geslaagd. Zooals ‘bekend, werden ‘des-
ondanks ‘door ‘de Amei-ikaansche ondernemers ‘de gaten
in de mazen van de wet en ‘de rechtspraak gevonden;
op deze wijze konden zij den opbouw van ‘het ‘bedrijfs-
leven tot in ‘het reusachti’ge opvoeren (in den vorm
van trusts).

Jonge volken ‘hebben ‘het voorbeeld van Amerika
gevolgd.
Zij’
volgden ‘de Amen kaansohe wetgeving,
ten einde. ‘cle ontwikkeling van ‘hun. ,,Kolonialwirt-
schaft” met behulp van het particuliere bedrijfsleven
zooveel mogelijk in gunstige banen te leiden. Zij wil-
den de instincten van speculatie, woe’ker en uitbui-
tung ten gunste van ‘den verbruiker besnoeien. In elk
geval namen landen, zooals Canada, Argentinië, Aus-
tralië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika en niet in ‘de
laatste plaats zelfs landen van het oude Europa, de
Arnerikaansohe w’etgevin’g als voorbeeld, ijverig trach-
ten’d, ook uit ‘de ondervun’dingen op ‘het gebied van de
rechtspraak en ‘het ‘bestuur van Amerika voordeel te
behalen. Hierbij ‘bleek spoedig, dat ‘de Amerikaansche
regeling niet voor andere landen en andere toestan-
‘den ‘geschikt was. In Noord-Amerika zelf was ‘boven-
‘dien de S’herman Act niet van langen ‘duur. Na een
verzachting van de antitrust-wetgeving en ‘het toe-
laten van kartels voor den buitenlandsohen handel in
1918 hebben de ennstige crisis en de langdurige
depressie ‘de Regeering ‘genoopt, een geheel nieuwen
koers in te slaan.

De Nira-wetten kunnen, van een juridisoh stand-
punt beschouwd, als ‘het volkomen tegendeel van de
vrijheid van concurrentie worden ‘bestempeld. De van
staatswege bijna aan alle takken van industrie in
Amerika met ‘dwang ‘opgelegde ,,ordenin’g van concur-
rentie” betee’kende inderdaad een opheffing van de
concurrentievrjheid. De z.g. codes voor ,,fair corn-
petition” moesten niet alleen oneerlijke concurrentie
onmogelijk maken en een nieuwe zakenmoraal ingang
‘doen vinden, doch zouden aan het geheele bedrijfs-
leven een nieuwen, gezonden prikkel moeten geven.
Alvorens ‘het doel bereikt was, werd evenwel door het
hoogste Federale Gerechtshof een vonnis geveld, dat
aan de N’ira-reglernenteenin’g een einde heeft gemaakt.
Uit dit vonnis
blijkt,
‘hoe ‘de uitersten in klein be-
stek tegen elkaar botsen. Indien het juist is, ‘dat een
van de ‘door President Roosevelt voorspelde gevolgen
van ‘het ingrijpende vonnis is uitgekomen, namelijk,
dat als gevolg van ‘de ineenstorting van ‘de nieuwe
arbeids- en bednijfsordening in rneni’gen tak van het
Amerikaansche ‘bedrijfsleven plotseling arbeidscon-
flicten zijn ontbrand, ‘dan toont ‘deze verstoring van
de sociale en economische verhoudingen ‘duidelijk, dat
wetgever en rechter geen grootere taak hebben dan
voor ‘de rechtszekerheid en ‘de duidelijkheid van het
recht zorg te dragen.

De Amerikaansche regeling van de concurrentie
ging voorts ten ‘dccle gepaard met het verbod, nieuwe
industrieele bedrijven op te richten en bestaande te
vergrooten. Het opkomen van buitenstaanders moest
‘daardoor bemoeilijkt, zoo niet verhinderd worden.
Hiei-mede ‘heeft Amerika een weg ingeslagen, welke
in Europeesche landen reeds vroeger was betreden.
Spanje ‘heeft sedert 1926 de uitbreiding van indus-
trieele bedrijven aan ‘de •goedkeuring van een zelfbe-
sturend lichaam onderworpen. In Italië lestaan over-
eenkomstige voorschriften. Ook in Duitsohland heb-
ben de crisistoestanden ertoe geleid, dat bij de ge-
‘dwongen kartelwetgeving van 1933 ‘de Minister van
Economische Zaken gemachtigd werd, met ‘het oog op
‘het ‘belang van ‘het bedrijfsleven onnoodige u’ibrei-
ding van. undustriee’le ‘bedrijven en ‘de ‘daardoor ‘drei-
gende oneconomische investeeringen te verhinderen.
Dergelijke maatrgelen kunnen voor de ‘beperking van
de concurrentie en de regeling van de markten vaak
van evenveel belang zijn als cle kartelmaatregelen.
In Europa ‘bestaan talrijke voorbeelden van posi-

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

67

tieve •staatsbemoeiing naast een negatieve kartelpol’i-
tiek. Het betreft hier vaak compromis-oplossingen,
waarin zoowel ‘het particulier kartelinitiatief gehand-
haafd blijft als het staatstoezicht bevorderd wordt.
Dergelijke oplossingen kunnen voor het bedrijfsleven
draaglijk zijn, wanneer zij met de practische ‘behoef-
ten van de nationale bedrijfstakken rekening houden
en tegelijkertijd aan ‘de internationale kartels vol-
doende speelruimte laten. Bedenkelijk kan echter een gelegen’hei’dswetgeving
worden, welke ‘haar voorschriften al naar gelang van
de conjunctuur of de valutasituatie wijzigt en aan
het experimenteeren gaat. Wat ‘het -bedrijfsleven be-
halve rechtszekerheid en duidelijkheid van ‘het recht
noodi-g ‘heeft, is ‘bestendi’gheid van het recht. Ten-
einde dit -doel te bereiken, zijn uniforme rechts-
regelen noodig, ‘hetzij: dat ‘het -de rechtspraak van de
gewone of van de speciale rechbanken betreft.- Ook
wat betreft administratieve ‘beslissingen moet aan de
uniformiteit van ‘de rechtsnormen worden gedacht,
en wel meer, naarmate het publieke recht -dieper ten
aanzien van de kartels ingrijpt. Waar deze uniformi-
teit in rechtspraak -f administratieve besluiten piocht
ontbreken, moet zij •zoo spoedig
mogelijk
worden tot
stand gbradht.
Een van de ‘jongste veranderingen op het gebied
van de kartelwetgevin-g en de administratieve maat-
regelen uit -Europa afkomstig,- is

het staatsingr-ijpen
ten gunste van bepaalde kartelovereenkomsten, en wel
tegen de buitenstaanders en ‘hun pogingen tot ver-
storing van het doel van het kartel. Op ‘dit gebied
hebben -zich tot -dusverre twee soorten van staats-
politiek t.a.v. -de kartels ontwikkeld. De eene is die
van België en Nederland, welke betrekking heeft op
de algemeene ver-bin’dendverklaring van een ‘bestaand
kartel -voor ‘alle ondernemingen in denzeifden bedrijfs-
tak, dus ook voor alle buitenstaanders, de andere is
het tot stand brengen van een z.g. dwan-gkartel, -d.w.z.
een eveneens voor de buitenstaanders verplichte aan-
eensluitinig bij een bestaand kartel of de oprichting
van een geheel nieuw kartel, dat ‘alle ondernemingen van den betreffen-den bedr”fstak omvat. In enkele gevallen zijn,
;
zooals ‘bijv. in Duitschlan-d
reeds twintig jaren geleden, ‘door speciale wetten,

dwangkartels tot stan-d gekomen. In den laatsten tij-d
voorziet ‘de wetgeving in Midden-, West- en Zuid-
Europeesche staten in de -machtiging van den Minis-
ter van Economische Zaken om ‘dwan-gkartels op te
richten -of kartels verplichtend te -doen zijn, wanneer bepaalde omstandigheden -hiertoe nopen, nl. wanneer
hijv. het algemeen welzijn of het geheele ‘bedrijfsleven
dit noodzakelijk doen schijnen. Men -dient hierbij te
bedenken, -dat ‘deze nieuwe ontwikkeling van ‘het recht

niet alleen tot etan-d kwam met ‘het doel om de crisis
te overwinnen, -doch ook met het oeg op de nood-
zakelijke internationale kartels, waarvan het totstand-
komen en het 1bijeenblijven door den Staat bevorderd behoort te worden.
Deze wijziging in de we-tgevingen is ongetwijfeld
in den geest van allen, die in een tijd van valuta-
chaos en van een nog nauwelijks gecamoufleerden
tariefoorlog inzien, -dat thans bij de vaak twijfelach-tige ‘han’delsverdragen tusschen de staten -onderling minder -dan ooit particuliere kartelregelingen, welke
meerdere landen omvatten, kunnen worden gemist.
Het schijnt echter aanbeveling te ver-dienen om -de
mogelijkheid van gedwongen ingrijpen niet tot regel
te ma

ken, doch ‘de vrijheid van karteivorming als
lei’dend beginsel v-oor de betrokken ondernemers te laten ‘bestaan. De economische vraagstukken, waar-
mede elk kartel naar ‘binnen en naar buiten te kam-
pen -heeft, zijn zoo vaak en zoo spoedig aan verande-
ringen onderhevig, dat -de vrijheid als scheppende
kracht van -de regeling niet kan worden ‘gemist en dat
de administratieve instanties niet met nog moeilijker
uit – te voeren opdrachten -kunnen worden belast.
Met name bij de internationale kartels kan ‘dwang,
welke niet uit ‘de betrokken ‘industrie-takken zelf
voortspruit, niet veel baten. De ‘beste -waaiborg voor
het ,’be’houd van beproefde kartels, wier werkzaam-
heid op internationaal ge-bied ligt, vormen niet -de
rechtsn-ormen of
rechterlijke
u-itspraken van ‘het een
of an’dere land, doch ‘de weloverwogen en vrijwillige
beslissing van de lan-dengroepen, -om den als nood-
zakelijk erkenden arbeid ‘der gemeenschap uit te voe-
ren en ‘den ‘bedrjfsvrede te ‘dienen. Met deze gedachte
is niet in strijd, dat aan internationale kartelleden,
welke hebben geproce’deerd en welke een rechterljk
of schei’dsrechterljk vonnis is opgelegd, voor -het uit-
voeren van ‘dit vonnis -de rechtebijstand van den
eenen of an-deren cultuurstaat wordt toegestaan.

De Nederlandsche kapitaalmarkt in 1935.

Stond het jaar 1934 geheel in het teeken van con-
versies, waarin het streven naar renteverla’ging tot
uitin-g ‘kwam, terwijl het opgenomen nieuw kapitaal
‘ongeveer ‘dat van ‘de ‘kort eraan voorafgaande jaren
benaderde, het af’geloopen jaar heeft zich na de eerste
paar maan-den gekenmerkt ‘door een absoluut gebrek
aan bedrijvigheid op ‘de Nederlan’dsche -kapitaalmarkt.
Het beroep -op nieuw kapitaal ‘bleef ver-der -bemieden
het peil van ‘de laatste tien jaren. De conversies ble-
ven ‘belangrijk ‘beneden -die van ‘de ‘laatste vier jaren.
Het een en ander
:i-5
te verklaren uit een buitenge-
woon -groote onzeke.eheid en een groot gebrek aan

vertrouwen.

Resultaat van de rondvraag van de Internationale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen zendt ons onderstaand overzicht vân de Internationale Vereeniging voor

de Suikerstatistiek:

Aantal
Hoeveelheid ver-
Suikerproductie in
(+)
(-)
in procenten
fabrieken
Aantal
werkte bieten in metrieke tonnen
t. o.
v.
het
in bedrijf
ant-
metr. tonnen
ruwsuikerwaai’de
vorige jaar


woorden
1935/36
1
1934135
1935/36
1934135 1935136 1934135
verwerkte
bieten
suiker-
productie

212
210 212 9.843.510110.139.312
1.648.762
1.672.616
2.92

1.43
114 113
114
3.351.531
3.777.213
570.291
637.720

11.27

10.57
7
7
1.126.568 1.409.385
205.091
223.159

20.07

8.10

])uitschland……………
Tsjecho-Slowakije

………
Oostenrijk

……………7
Elongarije …………….
12
12
12
698.700
793.107 115.489
119.677

11.90

3.50
Joego-Slavië

………….8
S
8
584.791
509.054
89.816 63.066
+
14.88

+
42.42

Roeenië …………….
m
13
13
13
775.000
711.141
129.000
107.487
+

8.98
+
20.01

lersche

Vrjstaat
4 4
4
587.750
488.661
93.428 74.508
+
20.28

+
25.39
35
36 35
1.590.000 1.790.000
240.730 267.118

11.17

9.88
Italië
………………..50

51
50
2.175.500 2.555.723 310.780
338.630

14.88

8.22

Polen ………………..
61
63
61
2.479.000 2.575.650
442.100
445.951

3.75

0.86

België

……………….

Denemarken

…………9
9
9
1.534.900
778.100
244.800
90.340
+
97.26

+
170.98

Zweden
………………19
19 19
1.840.767 1.840.419
294.501
271.744
+

0.02

-f

8.3
Turkije (Europ. en Aziat.)
3
4
3
330.000 403.000 57.000 66.000

18.11

13.64

Totaal ………………
1

547

1

549

1

547

1
26
.
918
.
017
1
27,770
.
765
1
4.441.7881 4.378.0161 – 3.07 + 1.46

68

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Januari
1936

Zoowel ‘de’ vrees omtrent de monetaire situatie,
welke voortdurend door een opeenvolging van gebeur-
tenissen in binnen- en buitenland werd aangewak-
kerd, als het gevaar voor een ingrijpen in de be-
staande privaatrechtelijke verhoudingen, ‘hetwelk veel-
al in de politiek van de Regeering aanwezig werd ge-
acht, hebben tot een groote mate van onzekerheid en
een ‘daardoor sterk, oploopen,den rentestand bijge-

dragen.
Het on’d’erbren’gen van nieuwe einissies moest dan
ook gedurende een belangrijk ‘deel van het jaar adh-
terwege ‘blijven en eerst in het alleHaatst van
1935,

toen ‘de rentestand weer op een normaal niveau ‘kwam,
is ‘ook op ‘de ernissiemarkt weer eeni’g leven gekomen.
Maar ‘dit ‘heeft voor het jaar
1935
nagenoeg ‘geen
gewicht meer in de schaal ‘kunnen leggen. –
Dat het leeuwendeel van het nieuwe kapitaal als
vaste rente dragende fondsen werd opgenomen c de

graag van ‘het bedrijfsleven zeer gering was, spreekt in ‘de gegeven omstandigheden vanzelf. Buitenland-

sche emi’ssies bleven ook in
1935
geheel achterwege,

‘behoudens een conversieleening van ‘de Zwitsersche
spoorwegen. Van ‘de
f 65
millioen binnenlandsoh

totaal kwamen ruim
f 55
mi’llioen voor rekening van

Rijk, provincies en gemeenten.

‘Ernissies in
1935. )
Obi. en andere vaste
Jaai’totaal Aandeelen rentedr. fondsen

In f1000
Staatsleeningen
1)
.
f
26.820

f
26.820
Pro’s’, en Gem. Lee-
ningen
2
),,
29.830

,, 29.630
Bank- en

Crediet-
inst.
3
),
2.953

2.953
Indostr. Onciern.
4)

.,,
325

f

325


Eleetr.-, Gas-, Tel-,
Telegr.- en Wateri.-
M.ijen

………….
1.553

1.553
Mijn’boursv-Ondern.
5)

,,
2.016

,, 2.016


Diversen
8)

………..
200

,

400

800
ojoou’we-JvJJjeu ) .


Kerikel. Lee-nin-gen
8) ,,

197

,,

197

7.894
f
2.741

f
62.153

)
Indien niet speciaal vermeld, ‘hébben de emissies en
con’versies op Nederland betrekking.
1)
Ned.-J.nd’ië. Exclusief schatkistbiljet.ten en -promessen,
waarin in 1935
f
3,3.5 m’ill’ioen (nom.) meer werden uitge-
geven dan afgelost; excl. con’ver’sief 22.804.900 (Roni. Ned.-
md.).
2),
Exclusief conv.
f115.2l2.SOO
(oom.).
23.037.500
500.000
Ned.-Ind. fSO0.000.

f
750.000 (‘norn.), ‘waarvan f400.000
ed.-Ind.
Zwitser!.
f
12.500.000, Zwi’tsersche Frs,
25.000.000 (nom.).

fl.37l.700 (norn.).
Totaal conver-sies
f
176.176.600 (oom.).
(Het jaartotaal der con’versies is
f
499.200 kleiner, dan
in de maandelijksche statistiOken aan-gegeven, doordat abu-
sievelijk werden v-ermeld voor Febr.
f
26.457.800 in plaats
van f25.957.800 en voor April
f
23,339.100 in plaats van

f23.339.900).

Verélag van de commissie van voorbereiding voor

de suikerregelingen 1936 in Ned.-Indië.

In de maand December
1935
verscheen dit verslag

in ‘druk hij de Algemeene Lan’ds’di’ukkerij.

T

Jet ‘bestaat uit ‘de volgende ‘deelen:

Een Inleiding als Hoofdstuk
1
‘betreffende ‘de in-
stelling, ‘opdracht en werkzaam’heid der Regeerings-
commissie.
Eerste deel – Dé regeling van de productie.

Hoofdstuk
II –
De voor ‘het ingrijpen in de sui-
kerin’dustrie ‘door de Regeering aangegeven richtlijnen
betreffende de productie.

Hoofdstuk
III –
Hoof’dbeginselen van de over-
angs- en consoli’datieregel’ingen.
Par. 1. Productieverdeeling op basis van te produceeren
hoeveelheid suiker.
Par. 2. Productiever’bod. Inlandsche suiker.
Par. 3. Verschil overgangs- en consolidatie-tijdperk.
Plan-tdwang.

Hoofdstuk IV – De basis van verdeeling van ‘de tel-
ken j’are toegelaten pro’ductie.

Par. 1. De normaalcijfers van de Suikeruitvoer-verorde-
ning 1931. Ee6nomisch werkende fabrieken. Stilliggende
fabrieken.
Par. 2. Correctie van de evenred-igheidsbasis der oude
normaâlcij-fers.

Hoofdstuk
V –
Uitwerking v.an de overgangs- en
consoli’datieregelin’gen.
Hoofdstuk VI – Bijzondere yerhoudingen.

Par. 1. De rietianden.
Par. 2. De zoogenaamde alleenstaande fabrieken.
Par. 3. Het, .streekbelang.

Hoofdstuk
VII –
De reservefwbrieken.
Hoofdstuk
VIII –
De contrôle op de productie
van suiker.
Tweede ‘deel – De regeling voor ‘den centralen af-
zet van suiker.
Hoofdstuk IX – De ‘door de Regeering gegeven
richtlijnen, de bestaande organisatie en ‘de opzet van
een nieuwé verkooporganisatie.

Par. 1. De richtlijnen.
Par, 2. De bestaande verkooporganisatie.
Par. 3. De opzet van een nieuwe verkooporganisatie.

‘Hoofdstuk X – De wettelijke regelingen.

Par. 1. De verband-suiker-ordonnantie.
Par. 2. De Suikerui’tvoer-or-donnantie en de Suikeruit-
voer-verordening 1931 en dc nieuwe uitvoerregelingen.

Hoofdstuk XI – Interne rgelin’gen van ‘de ver-
kooporganisatie.
Par. 1. De ,,Vereeniging” en hare statuten.
iPi’r. 2. Het Huishoudelijk Reglement van de Nivas.

Derde deel.

Hoofdstuk XII – Andere onderwerpen.
Bijl-agen be’hooren’de ‘bij ‘het verslag van- de com-
missie van voorbereiding voor de suikerregelingen
1936.
Bijlage 1. Ontwerp voor de ,, Suikeroverganigsregeling
1937-1939″.
Bijlage II. Artikelsgewijze toelichting van het ontwerp-
Suikero’vergangsregeling 1937-1939.

Emissies in millioenen Guldens.


Totaal
(Nieuw
Nieuw
Con-
Nederl. en Koloniën
Buitenland
Aandeelen
Obligatiën

In
oo
van
In
u1
0
van
In
o/

van
In
oj,
van
kap.
.4-.
kapitaal
versies

Totaal
tot. nieuw
Totaal
tot. nieuw
Totaal
tot. nieuw
Totaal
tot. nieuw
Convers.)




‘kapitaal
kapitaal
kapitaal

kapitaal

1925
516
297 219
175
59′
122
41
64
22


233
78
1926
899
470, 429
196
42
274 58
73

16397
84
1927
540 494


46,
158
32
336
68
93
19



401”

81
1928
715′
667,
4,8
364
55′
303
45

338
.51


329


49′
1929
544
460
84
327

71
133
29


287,
62
173””
38
1930

662 598
64
349
58
249
42
29
5


56995
1931
807
336, 474
292
88
41
12
11
3”
322
’97
1932
719
439, 280
415′
95
24.
5
0.7
0.2
‘438.5
99.8
1933,
584 362 222
353

98
9
2
2
‘0.6

‘360
– ‘

99.4
1934′
2.243
363
1.880
363
100


17
4.7
345
95.3
1935
241
65 176 65
100


,

3
14.6


62

95.4

22 Januari 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

69

Bijlage III. Ontwerp voor de ,,Suikerconsolidatieregeling
1.940″.
Bijlage IV. Artikeisgewijze toelichting van het ontwerp-.
Suikerconsolidatieregeling
1940.
Bijlage
V.
Ontwerp tot wijziging van de Verbandsuiker-
ordonnantie.
Bijlage VI. Ontwerp voor de ,,Su.ikerui.tvoer-ordonnautie
1936″.
Bijlage VII. Ontwerp voor de ,,Suikerui’tvoer-ver.orde-
ninig
1936″.
Bijlage VIII. Rede van den Directeur van Economische
Zaken ter installatie van de Commissie van. Voorbereiding
voor de Suikerregelingen
1936.

In verband hiermede pjj verwezen naar de artike-
len: ,,De Indische Regeerifig en de Javasuikerindu-strie” in No. 1032 der Economisch-Statistische Be-
richten van 9 October en ,,Suikerin’dustrie op Java”

in No. 1043 der E.-S.B. van 25 December. ji.

INGEZONDEN STUKKEN.

EENZIJDIGE TECHNIEKVERLANGZAMING.

Mr. W.
T.
L. van Es schrijft ons:
Als aanvulling op de artikelen in het No. van 15
Januari verschenen over ‘de voorgestelde brei’delinig
der mechanisatie in de si’garenindustr&e, moge op

twee nadeelen gewezen w’orden:
Het buitenlan’dsche afzetgbie’d. Een’s was de
Hollan’dsche si.gaar een exportartirkel van groote ‘be.

teekenis. Daaraan is deels ‘door ‘buitenlandsche ‘pro-
tectie, deels door ‘de rijzende waarde van ‘den Gulden
na 1920 meer en meer een ein’d gekomen. In 1919/20
‘kocht men voor 10 Chin. Dollarcents een Holland-
sche sigaar van 20 á 25 cents, in 1931-1934 waren

10 Dollarcents maar 5 cents waard.
De wedstrijd met de sigaret. De hooge l’oonen in
sigaren- en sigaretten-industrie werden hij ‘den aan-
maak van sigaretten opgevangen door een sterke me-
chanisatie, waardoor de sigaret ook ‘op ‘Oostersche
markten de ‘daling van ‘de koopkracht bijhield. Het
sigarenverbruik verminderde. Daarentegen heeft ‘de mechanisatie in ‘de sigarerrindustrie en het verschij-
nen van sigaartjes ‘beneden de 3 cent velen van de
si’garet naar het sigaartje teru’ggbracht.
Het is onder ‘dia omstandigheden dui.deli5k, .dat de
mechanisatie in ‘de sigarenindustrie het eenige mid-
del is, zoowel om op ‘de buitenlandsdhe markt in het
algemeen te kunnen concurreeren, als op ‘de binnen-
landsche stand te ‘houden tegenover ‘de si’garettenin-

dustrie.
Het ‘hooge peil der werkloosheid in ‘de sigarenin-
•dustrie tijdens de relatieve hoogconjunctuur tot 1929
was het gevolg van een te lang verzuim om ‘de bakens

te verzetten.
Al ‘die jaren ‘heeft men gehoopt, dat de industrie
nog eens zou opleven tot den ‘omvang van 1920 en
de werkloozen gesteund, zonder zelfs een poging te
doen om ‘hun een ander vak te leeren. Het tegenhou-
den van ‘de mechanisatie, terwijl men zoowel ‘de loo-
nen als den Gulden hoog wenscht te 1houdelij ver-
traa.gt ‘onherroepelijk ‘de noodwen’dige aanpassing ‘in
dit bedrijf en zal slechts wrange vruchten afwerpen.

BOEKAANKONDIGINGEN.

Frem,denv erkehrskunde
door Prof.

Dr. R. Glücks’mann. (Bern 1935; Veilag
Von Stiiinpfli & Cie.)

In Duitschland wordt aan de stu’die van ‘het vreem-
delingenverkeer zeer veel aandacht ‘geschonken. De
schrijver, ‘die ‘directeur is van het Forschungsinstitut
für den Fremdenverke’hr in Berlijn, heeft ‘dan ook ‘dit
onderwerp zeer systematisch ‘behandeld. In het eerste
‘hoofdstuk wordt ‘bijv. ‘het vreem’delingenverkeer als
sociologisch vraagstuk ‘behandeld, evenals ‘de oorzaken
van ‘het V.V. Bij de economische gevolgen van ‘het
VV.. staat ‘de schrijver stil o.a. hij’ ‘de problemen van
handels- en betalingsbalans en hij ‘de verkeersonder-
nemingen. Belangrjk is vooral ‘hoofdstuk IV over de
mid’dele voor ‘bevordering van het V.V. (politiek en propaganda). Hieruit blijkt wel, dat in de groote toe-
ristenlanden aan ‘de vraagstukken van het V.V. zeer
veel aandacht wordt geschonken, hetgeen het boven-genoemde speôiale instituut wel ‘bewijst. Zwitserland
bezit zelfs een aparte leerstoel. voor dê bedrijfsleer

van ‘het hotelwezen.

ONTVANGEN BOEKEN.

Der Kanapf um den internationa.len Handel
door

A’llbredht Forstmann. (Berlijn 1935; Hande &

Spenersche Budhhan’dlung Max Paschke. Prijs
R.M. 14).
Dit ‘boek wijst op de gevaren, die Duitschiand door de
sterk protectionistische handelspolitiek bedreigen. De
schrijver steunt bij zijn uiteenzettingen op de theorie van
den interna’tionalen handel, die weliswaar uit bevolkings-
en militaire overwegingen gecorrigeerd dient te worden,
doch de grootste welvaart waarborgt. De voorbeelden van
Amerika en Japan worden uitvoerig besproken. Het Ja-
pansche voorbeeld is in zooverre ‘voor Duitschland interes-
sant, dat beide landen sterk geïndustrialiseerd en op uit-
voer zijn aangewezen en de grondstoffen.basi’s voor beide
landen in het buitenland ligt.
De schrijver komt bovendien int de conclusie, dat
Duitschland moet devalueeren om een evenwichtstoestand
te bereiken.
Koopt Nederlo,ndsche waar, dan helpen wij elkaar.
Album, ‘uitgegeven door de Nationale Propaganda Com-
missie voor Nederla.ndsch Fabrikaat met een inleidend
woord van den Eere-Voornitter Z.E. Prof. Dr. Ir. H. Ge-
li’ssen, waarin deze op de groote beteekenis van de Ne-
d’erlan’dsche nijverbaid wijst. Ruim
39
pOt. van hen, die
een beroep uitoefenen, zijn er in werkzaam. De industrie
heeft in ihet verleden bewezen het ‘grootste contingent van
‘het bevolkingsaccres in zigh ‘te kunnen opnemen.
De oorlog als waarschuwing voor nog grooter eco-

nomisch leed?
door T’heo R. Haasmann. (Den
Haag’1935; W. P. van Stockum & Zoon N.V.

Prijs
f
0.50).
Problè9nes d’e’conoinie politique ei sociale
door L.
Ferrand. (Parijs 1935; Librairie Félix Alcan).

Laagste en hoogste koersen
196-1935.
28e jaargang.
Uitgave van Arnold Gilissen’s Bank N.V.

MAANDCIJFERS.

OVERZiCHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
Uit. December
1935
(in Guldens)

AFDEELING la
Kohieren voor
den
dienst
19351)
Ihoo
Dir. belastingen.
IBedragen

welke
zijr

Benaming der
Totaal
terugge-
geven of
Zuiver

middelen
bedrag
anders dan
wegens

bedrag
o
.
..
.o
0
betaling
n
=
0
opdekoh.
afgeschr.

Grondbelast. a)
10.048.005
33.976 10:014.030
9.760.443
lnkomst.bel. b)
1
65.022.473 1.779.118
fl3.243.355
56.592.899
lTermogensbei. c)
1

16.120.805
159.963
15.960.843
15.757.235
Verdedig.bel. T
1

8.507.487
128.455
8.379.031
8.759.460
Bel.v.d.doodehd.I
1.849.285
10.743
1.838.542
231.157
Totalen.
.1101.548.055
2.112.255
99.435.801
91.101.194

3′
hoofdsom
+
20
opcenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen.
Hoofdsom + opcenten
3)
c) Hoofdsom +
opcenten
).
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3
gedeelte van het belas-
tingdien.stjaar.
1935/ 1936
en
’34
gedeelte van het ‘belasting-
dienstjaar
1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
2
/3
gedeelte van het be-
iastingdienstjaar
1934/1935
en
’34
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar
193311934.
Ten behoeve van het beiastingdienstjaar
1934/1935
werden
20,
‘ten behoeve van het beiastingdienstjaar
1935/
1936
worden
60-78
opcenten geheven.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar
1934/1935
werden
55,
ten behoeve van het belastingdienatjaar
19351
1936
worden
75
opcenrten geheven.

70

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1930

AFDEELING Ib

1
Dec.

Sedert
1
Overeen-

1Jan.

1
/?omstlge
Overige middelen.

1

1

1935

1
oeriode
1934
nenaming oer middelen
Divid.- en tantièmebel. .
i)
– 63.996 10.483.410 13.192.622
Rechten op den invoer . 7.628.495 89.239.022 82.190.166
Statistiekreèht …………134.157

1.639.545

1.768.807
Accijns op zout …………174.777

2.057.986

2.122.326
Accijns op geslacht ….

546.186

5.667.641

6.196.569
Accijns op wijn ……….386.424 2.114.239 2.718.288
Accijns op gedistill. . .. 2.753.232 28.387.349 30.344.725
Accijns op bier ……… 633.621 8.446.236 10.201.836
Accijns op suiker . . … . 5.663.640 53.825.376 52.923.917
Accijns op tabak …….2.644.963 .33.963.304 31.341.402
Bel, op gouden en zilverw. 41.487 497.041 497.374
Omzetbelasting ………5.531.635 60.943.375 54.416.721
Couponbelasting ……. 305.621 5.184.536 4.116.786
Recht. en bieten v. zegel
21.229.979 3
)16.109.670 17.509.285
Recht. en boet. v. registr. 891.174 10.531.044 11.302.408
Recht, en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden en v. schenking 2.833.210 34.707.931 34.840.203
Opbrengst d. loodsgelden

53.248. 2.612.053

3.629.940

Totalen …. 31.387.853 366.409.758 359.313.375 1)
De teruggavea w’ege]is Dividend- en Tautièmebel.asting
overtroffen de ontvangsten over de maand December 1935.
2)
. Hieronder begrepen wegens zegelreolit van nota’s van
ni.akelaars en commissionnairs in effecten enz. f211.721
(Beursbel.).
3)
Ïd.
f
3.150.208.
A-FDEELING II. DIENSTJAAR 1934.

Zuivere op-
brengstoverhet
Benaming der middelen

Bedrag van de

tijdvak van
1
raming

Jan. 1934 tot en
met de maand
Dec. 1935

OVERZICHT .,TAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSST.JBSIDIEFONDS.

])ienst 1935/1936.

. Bedrag van kohieren tot è’n
raming

met de maand
Dec. 1935

Grondbelasting (veertig ten hon-

derd van de hoofdsom)

9.840.000

9.963.138
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar ‘deh eersten, tveeden en derden

gi’ondslag)’ …………………20.500.000

21.556.505
Gemeentefoadsbelasting (vijf en twintig ‘opcenten op de hoofd-

som) . ‘ …………………..13.525.000

13.316.602
Termogensbelasting (twintig op-

cenjen op çle hoofdsom)

2.260.000

1.711.449
Enkomstenbelasting (tien opeen-

ten op de hoofdsom) ……….5.100.000

3.994.217

Totaal …….51.225.000

50.541.911

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst 193411935

Z

der ko-
Zuiver bedragdr ereno den dienst
kohieren tot enmet 1933/34 tot en met de-
de maand Dec. 1935 zelfde maand van. 1934

Gemeénte.f,belast.. .

54.999.376

• 59275:482
Tijd. opco. d. gèm.f.b. ‘

20.800.311

22.711.612
Opc. verm. t. get. v. 50

. 5:459.753

5776.334
Tijd. opc. o. d. verm.b. .

3.275.852

3.465.801

INKOMSTEN TEN bATE VAN HET VERKEERSFONDS.

Dec. ’35

1935

1934

Motorrijtuigenbelasting .

1.057.8961 20.737.330 14.335.046

Rijvielbelasting
……..14.1881

7.655.597 7.493.760

Totaal ……….
1

1
.
0
7
2
.08
4
1
28.392.927
1
21.
828
.
806

Grondbelasting.
(y
4
hoofdsom + 20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000
.

9.721.889
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
.20 opcenten)
54.880.000

)
60.086.626
Vermogensbelasting
(hoofdson

+

55 opcenten)
17.515.000

)
17.800.827
11.700.000
9.115.862
Belasting v. d. doode hand

.
3.000.000
1.284.247
Divid.- en tantièmebelasting.
12.240.000
13.192.622
86.462.500 *)
82.190.127
Rechten op den invoer …….
1.800.000
1.768.807
2.300.000 2.122.326
Statistiekrecht

……………
Accijns

op

zout

…………..
6.500.000
6.195.266
Accijns op geslacht

………..
2.340.000
2.718.588
Accijns o

‘t gedistilleerd

.
33.000.001
30.344.425
11.815.O01
10.201.836

Verdedigingsbel.

1

……….

62.200.009 52.923.980
Accijns op tabak

………..:
31.000.00’0
31.341.348
Belast, op gouden en zilverw.

600.000 497.374
81.500.000 54.416.670

Accijns

op

wijn

………….

5.400.000

)
4.116.856

Accijns

op

bier

.

…………
Accijns

op suiker

………..

Rechten en boeten van zegel
15.860.000
17.509.253
Rechten en boeten v. registr.
10.000.000
11.302.456

Omzetbelasting

………….
Couponbelasting

………….

Rechten en boeten v. succes-
sie, v. overgang bij overlij-
30.400.000
34.840.211
den en v.

schenking ……
Opbrengst der loodsgelden
. .
3.500.000 3.629.940

Totalen..


1493.747..500

1
457.321.536
)

Nader gewijzigd ingevolge de w’et van
27. Décember
1934 (StbI. No. 683.)

houdende ‘wijziging van
de Middelen-
wet van het dienstjaar 1934.

Aanvoeren in to

Rotterdam

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN KOLEN- EN ZOUTMIJNEN
(Gegevéns verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.,
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Nov.

Jan.(Nov. Jan.JNov.
1935 ‘

1935

1934

Prod. Steenkolen in tonnen 990.803 10.867.132 1.1.363.134
Aantal normale werkdagen . .. 221) .

252

280

it..Biuin1o1ehinijn ,,Carisliorg”.

Netto-productie in tonnen.. • 12.335
2
) 104.361

115.8601
Aantal ,norm1e werkdagen

15

159

20L

[II. Zoutmijnen.’ (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd: •
Geraff. zout …….. (ton))

)
Industriezout ……(

) , 5:829

, 65.045′

1L932
3
)
Afvalzout ……….
(

) J

. •
Aantal normale werkdagen

26

283

51
3
)
• ‘

:

Gezameni.Bruin-

Aantal arbeiders.

Steenkolen- kolenmijn Zoutmijnen

mijnen

,Carisborg”

10.14
1 December 1935 ………..
73

233

(10
1 December 1934 ……….

.2484

.’19.902
6

7)

)

88

‘) Emma, Hendrik, Maurits;21 Wilhelmina, Oranje_Nassatirnijn III en
Laura; 20 Julia eb Domaniale Mijn; 19 Oranje-Nassaumijn 1, II en 1V
en Willem-Sophia.
2)
9.206 ton ruwe bruinkool en 3.129 ton bruinkool-
briketten.
3)
Januari en Mei.
4)
Bovengronds.
5)
mcl. 1.882 arbeiders in
de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds.?) mcl. 1.983 arbeiders in de neven-
bedrijven.

ns van 1090 kg.

Amèterdam

II


Totaal
Artikelen
12J181an.
1936
Sedert
1Jan.
1936
Ovéreenk.
tijdvak
1935
12/l8Jan.
1936

:
Sede,t
1Jan.
1936
Overeenk.
tijdvak
1935
36
1

1935

17.521
44.879
84.319

1.165

.
775
46.044
85.094 2.999
10.014 12.210

.



10.014
12.210
Tarwe

……….
…….
Rogge

………………
171
825
987
– .
.-.,

.

.

825
987
Boekweit ……………….Mais ……………….
17. 549
55.247
51.055
6.607

10.136
6.871
65.383

57.926
8.324 20.041
13.903
700
1.058 785
21.099 14.688
5.708
6.192 3.813

–.
‘ –

6.192
3813
6.336
11.921
2.700
10.295
11.399
12.669

23.320
15.369

Gerst

………………..
Haver

……………….

1.930
4.020
27
• –
.

-.



4.020

7

Lijnzaad

……………..
Lijnkoek ……………..

567
1.045
936
.

95
.. 142

.

.

371


1.181e
.. 1.307
Tarwemeel

…………..
Andere meelsoorten ,.,.
792
1.860 2.671
22
352
366
2.212
3.037

22
Januari
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

71

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’Ii

l’7ed
ln
Wisls.
3

16Jan.
1
36
Lissabon

….
5
13Dec.’34

~B
.I
e
B
in.
.1
11
..
316 Jan.’36
Londen ……2

O
Juni’32
Bk
Vrsch. in R.C.

31
16
Jan.’36
Madrid ……
5

9
Juli ’35
Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1 Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

…….
.
322Mei’33
Belgrado

……..
5
lFebr.’Sö
Parijs

…..
.
4

9Jan.’36
Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Praag

……3

1 Jan. ’36
Boekarest …..
.

4 28Aug.’35
Pretoria

•…
315 Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome……..5 9
Sept.’35
Budapest ……..
4 28Aug.’35
Stockholm

..
21
1Dec.’33
Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio

….
3.65

2 Juli’33
Dantzig

……..
5

21Oct.’35 Weenen …..
.
31O Juli’35
Helsingiors ……
4

3 Dec.’34
Warschau

.
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
322Aug.’35
Zwits.Nat.Bk. 21
3Mei’35

OPEN MARKT.

1936 1936
193516
1

1935
1934
1914

18 13
1
18
6111
30
Dec.!
H
1411119

15120
20124
Jan. Jan. Jan.
4Jan.

Jan.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2
2114_114
2
1
12/
23143119 1
J,
‘/i6-‘Iz
31-
3
11e
Prolong.
2
114
2113
2
1
143
2
3
(43
1
(4
1
1
2
1
14-
3
14
Londen
DageId.
.
.
121
1
12

1
1
12

1
1
14_1
12
2
14-1 8
14-1
18142
Partic.disc.
17/3
2
_41
u
6
‘116
9(43(4
3
18
1
4114_814

Berlijn
Daggeld…
2314-3
2-3
2-3
3_31
4

3
3
144
45114

MaandeId
2314-3
2314-3
3.11 311
371_4
4_531
4


Part,
disc.
3
3
3
3
3′!,
3I
8

21(8_
1
(,
Warenw.
. .
4.
11
4
42
1
4

4.1
1
4

4.1(
4

4.11
4

4.11
4

We,,,
York
DageId
1)
3(
31
4

3(
4

3(
4

1 1
I
2
1-2
1
12
Partic.disc.
1,6
31
I16
1
116
6116
21
4


1)
Koers
van
17 Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Da
a Ne;v
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York.)
)
*)
S)
1)

14
Jan. 1936
1.469.,
7.27%
59.23
9.71%
24.841
10096
15

1936
1.46% 7.27%
59.22
9.71%
24.84
100
16

1936
1.46%
7.27%
59.22
9.71
24.831
100
17

1936 1.46%
7.27%
59.22
9.71
24.82
100%
8

18

1936
1.47
7.28%
59.23
9.70%
24.831
1004
20

1936
1.47%
7.28%
59.27
9.71
24.881
100%
Laagste d.w1)
1.46%
7.26% 59.121
9.70%
24.80
100 Hoogste
d.wl)
1.47%
7.28%
59.30
9.72
24.90
100
6

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
ZWft-
serlan,
Weenen
S)
Praag
1)
Boeka-
rest
1)
Milaan
5*)
Madrid
*5)

14
Jan.
1936
47.88%

6.101
1.10

20.131
15

1936
47.88%

6.11
1.10

20.121
16

,,

1936
47.88

6.1%
1.10

20.201
17

,,

1936
47.89

6.10
1.10

20.12k

18

1936
47.92

6.10
1.10
– –
20

1936
47.97%

6.10
1.10

20.13 Laagste
d.w’)
47.80

6.08
1.05
20.05
Hoogste d.wl)
47.98 27.75
6.14
1.15

20.20
Muntpariteit
1
48.003
1

35.007
1

7.3711.488
13.094 48.52
a a
D t
Stock-
holm
)
Kopen-
hagen5)
*
so

.1
Hd’
Buenos-
Aires’)
Mon
treali)

14 Jan.
1936
37.55
32.50 36.60
3.20 39%
1.46%
15

,,

1936
37.55 32.50 36.60
3.21
39%
1.46%
16

1936
37.55
32.50 36.60
3.20
39%
1.46%
17

1936
37.50 32.45 36.55
3.20 39% 1.46%
18

,,

1936
37.60
32.55 36.65
3.20 39% 1.46%
20

,,

1936
37.55
32.521
36.60
3.20 39%
1.47
Laagste
d.w’)
37.40
32.34
36.45
3.14
39%
1.46
Hoogste d.w
1)
37.70
32.65 36.75 3.221
40
1.473/,
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
5)
Noteering te Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
En ‘t
Iste
of 2de No. van
iedere
maand komt
een
overzicht
voor van
een
aantal
niet
wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D °
Londen
(3 per £)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
(S p. 100 gid.)

14
Jan.

1936
4,96% 6,62%
40,38
68,20%
15

,,

1936
4,96%
6,63 40,45
68,30
16

,,

1936
4,95%
6,62%
40,42
68,28
17

,,

1936
4,95%
6,60%
40,35
68,07
18

,,

1936
4,95%
6,60%
40,34 68,05
20

,,

1936
4,95
6,59%
40,33 67,96

21
Jan.

1935
4,88%
6,58%
40,08 67,42
Muntpariteit..
4,86
3,90% 23.81%
40%

KOERSEN
TE LONDEN.

Plaatsenen
Landen
Noteerings-
eenheden
4
Jan.
1935

1
11Jan.
1936

1
Laagste
l
Hoogstel
1
31
1
8Jan.
136

18
Jan.
1936

Alexandrië..
Piast.
p.0

97% 97%
97%
97%
97%
Athene

….
Dr. p.
519 520
520
520
520
Bangkok….
Sh.p.tical
1110k
1110,5
v
111078v

11105

l/lOT’
Budapest

..
Pen. p. £
16%
16% 16% 16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.0
18.35 18.35
18.20 18.40
18.25
Calcutta . . ..
Sh. p.
rup.
1
16
5
1
82

116
5
1
32

1/6%
116%
1
1
65
1
32

Constantin..
Piast.p.,C
614 614 614 615 615
Hongkong
..
Sh. p.
$
113%
1/3%
13%
114 1131%,

Sh. p. yen
112
1
1
32

112
1
1
92

112
1
1
32

112
3
1
33

1/2%
Lissabon…
Escu.p.,6
110% 110%
109%
110%
110%
Kobe

…….

Mexico

….
$
per £
17% 17%
17%
18% 17%
Montevideo
2)

d. per £
22%
22%
22%
22%
22%
Montreal

..
$
per £
4.94k
4.96
4.95
4.98%
4.95%
Riod.Janeiro3
d. per Mii.
2
21
/
32

2
21
/
32

2%
223/
3
,
2%
Shanghai

..
Sh. p. $
1/2%
1/28

1/2%
1/2%
1/2%
Singapore
. .
id. p.
$
214%
2/4%
214
214%
2/4%
Valparaiso
4).
$
per £
127 127
127
128
128
Warschau
..
ZI. p. £
26%
26%
1

26
1
26%
263/
4

1)
Offic.
not. IS laten, gem. not., welke importeurs
hebben te
betalen,
t
Oct. 17.02.
2)
Oftic. not.
4
Jan.
39
5
(8;
8 Jan.
39
9
116;
9
Jan. 39/8; 10Jan.
39
5
/8;

13

Jan.

39314;

14

Jan. 39
1
11.

3)
Id.

II

Mrt.
4
1
14.
4)
90 dg. Vanaf
28 Aug. laatste ,export” noteering.

ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
)
Londen
1
)
N.York’)
Londen
14 Jan. 1936..
20%
49%

14 Jan.

1936….
140
11
9
15

,,

1936..

20%6

49%

15

,,

1936.,..
140191
16

,,

1936..

19%
48%

16

,,

1936….
140110
17

,,

1936..

19
45%

17

,,

1936….
140111
18

,,

1936..

18

,,

1936….
140110
20

,,

1936.,

19%
4

44%

20

,,

1936….
140j10

21 Jan. 1935.. 24%
54%

21 Jan.

1935.,..
1421_

27 Juli

1914.. 241Y
16

59

27 Juli

1914,…
84110%
1)
in pence p. oz. stand.
3)
Foreign
silver in $e. p. oz. line.
8)
in sh. p. oz. fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
voroeringen.

1
1Jan.1930

1
i3Jan.iviu
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
f
21.774.230,46
/
37.362.182,69
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

6.156,18
,,

439.550,58
Voorsch. op uit. Dec. (resp. Nov.) 1935
ald. gemeent. verstr.
op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hootds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,

6.815.776,30
.

5.427.832,48
,,
134.478.696,81
,, 127.356.444,67

derlandsche Bank ……………….

,,

13.407.919,86
,,

13.505.627,81
,,

298.868,61
,

286.993,15
Kasvord.weg. credietverst. ajh. buitenl

119.737.421,43
,,
119.063.752,38

Voorschotten aan Ned.-Indit ……….
Idem
aan

Suriname ……………….

Daggeldleeningen tegen onderpand
der
5.000.000,

32.538.532,95

5.000.000,-
35.925.959,46

Idem

aan

Curaçao ………………..

Saldo

postrek.v.R(jkscomptabelen
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
.

,,

Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
31.545.963,95
,,

29.607.531,76
Verstr. ten laste der
.
Rijksbegr. kasgeld-
leenïngen aan gemeenten (saldo)
,,

38.050.085,96 1
,,

37.384.494,56
Verplichtingen

Voorschot door
De
Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in Omloop ………
/
415.978.000,-
f415.978.000,

Schatkistpromessen in omloop
……
174.480.000,-
,,
174.440.000,

w.v. rechtstr. bij De Ned. Bank gepl

..

Zilverbons in omloop



……….
.,,

1.194.479,50
1.193.313,-
Schuld op uit. Dec.(resp.Nov.)’35 aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogens belasting
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1)

,,

3.004.326,68

,,

278.978,74
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)

85.674.222,25
,,

72.116.740,27
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)


Id. aan diverse inste1linen
1) ………..
92.909.177,69
,

99.725.518,13
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks SchatkIst.
NEDERLANDSCH-1ND1SCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1

11 Jan.
1936

1

18Jan. 1936

Saldo
Javasche Bank …………….
Saldo b. d. Postchèue- en Girodienst
Betaalmiddelen in s Lands kas …..
Verolichtingen:
Voorschot’s Rijks kas ëa. Rijksinstell.
,,
127.551.000,-
,,
127.454.000,-
1.500.001,-
,,

1.500.000,-
2.000.000,-
,

2.000.000,-
Schatkistpromessen in Omloop……….

Schuld
aan
het Ned.-lnd. Munttonds.
,,
761.000,-

714.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop
…….
….

Idem
aan
de
Ned.-lnd. Postspaarbank.
400.000,-
873.000,-
Voorschot van de Javasche
Bank
2.840.000,

1

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duIzenden guldens.

Circu-
Voor-
schotten
Dis-
Diverse
1
Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
conto’s
reke
ningen1ningen2
I

reke- kolonie

1
December 1935
4.619
4.335
156
47
613
103
1 Novemb.

1935
4.636
4.318
138
47
602
111
1 October

1935
4.624
4.272
183
48
546
133
1 Septemb. 1935
4.526 4.274
111
8
)
48
608
206

1 December 1934
4.460 4.538
131
74
629
170 1)
Sluitp. der activa.
2)
Sluitp. der passiva.
5)
Schuld aan de kolonie.

f
1.257.000,-
f

552.000,-

375.000,-
62.038.000,- ,
62.038.000,-

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari 1936

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
TUINBOIJWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
g

a
R000E
MAIS
GERST
g LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
K
H
a
74 kg Bahia
La Plata
e
.uSisc
La Plata
Ie kwal.
gewoon
ie kwal.
rc
?
c
i
?
ii

A

terd
aa

Blanca loco
R’dam/A’dam
loco
R’damiA’dam
co
A
?
da
er

loco
R’dam/A’dam
1-5 pond
per 100kg
per 100 kg
Broek op
1-5 pond
per 100 kg
(versch)
per 100 kg
(versch)
per lOO kg
per

k
per 100 kg.
per 2000 kg.
p2
per 1960 kg.
Langendijk

O/

Rotterdam
Rotterdam
Lk

Langendijk

f1.
010
f1.
0
/0
f1.
010
f1
01
f1
ol
o

f1
10
f1
1
0
f1
f1.
0
10
f1.
0
Io
1925
17.20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50′
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3196,7583,4
360,50 77,9


1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
– –
1928 13,475
78,3
13,15 100,6
226,00 97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
4,55
100,0
13,25
100,0 17,23
100,0
93,-
100,-
77,50
100,.
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
•136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94
14,6
6,96 40,4
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22′
30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1.49
32,8
8,07
60,9
1,84
10,7
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5

29,2 3,55 27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0 0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,-
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
3,23
71.0
1.89
14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125
24,0
3,075 23,5 61,25
26,5
68,00 28,8
131,75
28,5
2,21
48,6
2,58
19,5
5,25 30,5
48,12
5

51,7
51,62
5

66,6
Jan.

1934
4,75
27,6 3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
3,65
80,2 2,30
17,4
3.08
17,9
62,50
67,2
53,75
69,4
Febr.,,
3,40
19,8
2,77
5

21,2
65,25
. 28,2
58,50 24,8
133,00
28,8
3,97
87,3
1,63 12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6 1,23
9,3
4,24
24,6 61,75
66,4
50,50
65,2
April
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50 30,5 56,75 24,0
136,50
29,5

———————
——————–

63,50
68,3
49,125
63,4
Mei

,,
3,32
5

19,2
2,876
21,9
62,00
26,8
63,00
26,7 154,50

———————

65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
3,67
5

21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8

63,25
68,0
43,75
56,5
Juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.
4,37 25,4
4,275
32,7
83,25 36,0 93,50
39,6
159,25
34,4
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25 33,4 93,25
39,5
145,50
31,5

63,55
68,3
42,62
5

55,0
Oct.

,,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50 30,0 93,50
39,6
135,25
29,2
60,70
65,3
42,12
54,4
Nov.


3,50 20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
17,0
– –
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
1,26
27,7

33,4










2,03

————–

15,3
1,73 10,0
53,15 57,2
44,65
57,6
Jan.

1935
3,30
19,2
3,525
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
1,13 24,8

————-

2,59









—-





19,5
2,89
16,8
53,625
57,7
45,62′
58,9
Febr.

,,
3,20
18,6
3,375

25,8
68,00
29,4
71,25
30.2
124,25
26,9
0,91
20,0
2,14







—-

16,2
4,26
24,7
51,90 55,8 47,55
61,4
Maart

,,
3,20
18,6
3,075
23,5
67,75 29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92












22,0 7,69
44,6
51,40 55,3 51,20
66,1

April
‘4,07
5

23;7
2,95 22,6 70,75
30,6
66,75
28,0
125,00
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei
4,05
-23,5
.2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
50,80
54,6
48,50
62,6
Juni


4,02
23,4
2,90 22,2
57,50
24,8
75,00 31,8
124,25
26,9
48,-
51,6
46,12′
59,5
Juli
3,92′
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75 28,3
124,50
26,9
48,-
51,6
47,375

61,1
Aug.
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50
27,3
132,25
28,6
44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50 27,3
139,50
30,2
43,37 5
46,6
56,625
73,1
Oct.
4,95
28,8 3,35
25,6
57,75
24,9
64,75
27,4
142,75
30,9

27,0



























46,07S
49,5
64,625
83,4
Nov.
4,65
27,0 3,20
24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8
3,83 84,2
2,65







——



20,0
42,75
46,0′
56,85
73,4
Dec.

,,
5,15
29,9
3,40
26,0
56,75
24,5
60,75
25,7
146,50
31,7 4,32
94,9
2,59



—-

—-






———



19,5
6,17
35,8 44,75
48,1
52,25
67,4
6 Jan.

1936
5,45
31,7 3,65

.
27,9
56,5r!
24,4
63,00
26,7
155,50
33,6 4,76
104,6
2,36



———



17,8
5,76 33,4
45,_6
48,4
52,-
5

67,1
[3

,,
5,45
31,7
3,50
26,8
55,50
24,0
63,50
27,0
153,50
33,2
4,54
99,8
2,18
16,5
7,06
41,0
43,_6
46,2
51-6
65,8
10

,,
5,45
31,7
3,50
26,8
55,50
24,0
63,50
27,0
151,50
32,8 4,44
97,6
2,24
16,9
6,70
38,9
44,_._7
47,3
50,50
7

65,2
.c v,.ur
ue toetienting op
uezen siaat ae nos. van
S,
15
Aug.
1925, 25
Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 to
16 Dec. 1929 tot 26Mei1930 7415 kg Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Canado Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli ’33 62163kg Z.-Russ. van 24 Juli
1
33-7 Oct. ‘3564165kg La Plata.
5)
4Jan.
6
)11 Jan.
7
)18 Jan.
5)
2 Jan.
9)9
Jan.
10)
16 Jan.
11)
3Jan.
12)
lOJar

Vervok STATISTISCH OVERZICH’

MINERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN
J

DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche!
.
PETROLEUM

BENZINE KATOEN
WOL WOL

Hollandsche
Mid. Contin.
Gulf exp
ge arn e
gekamde
Australische,
KOE- HUIDEN
KALK
SALPETER Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
G. F. No. 1
bunkerkolen,
ovezeefd f.o.b.
Crude

33 tlm33 0
64166
0

$cts. per
t&stralish,,
M
e


1oco

rdord’
CrossbredCoto-
nial Carded,
Gaâf, open
kop
Old. per
100 kg
R dam/A’dam
per 1000 kg.
5. g.
per barrel
U.S.gallon
New-York
rides
omra
Liverpool
per


Ib
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool-
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
O/çj
100,0
$
1.68
°/o
100,0
$cts.
14,86
01
100,-
$ cts.
23,25
0
1
100,0′
pence
29,27
0j

100,-
pence
9,35
0(
100,-
pence
55,00
0
10
100,0
pence
29,50
01
0

100,0
f1.
34,70
01
.100,0
f1.
12,-
°/o
100,0
1926
17,90 165,7 1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9 24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77.8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928 10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
.58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77.
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
‘3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8
0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35

.
31.6 5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625
37,2 3.02
20,3
7,05
30,3 5,16
17,6
2,96
31,7
16,75
30,5
8,50
28,8
12,54
36,1
5.89
49,1
Jan.

1934
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74
25,2 7,10
30,5
5,47
18,7
2,59 27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15
51,3
Febr.

,,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68 28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
I3,–‘
37,5
6,20
51,7
Maart

,,
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April

,,
6,30
58,3
0.62 36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50 26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
Mei ‘

,,
6,25
57,9
0.62 36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52,6
Juni

,,
6.15
56,9 0.62 36,9
2,83
19,0
7,15 30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50 32,2
11,50
33,1
6,30
52.6
I.
6,15 56,9
.0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50 33,1
6,30
52.6
Aug.

,,
6,15 56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,85 34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9 5,80
48,3
Sept.

,,

6,00
55,6 0.62 36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85
48,8
Oct.


6,00
55,6
0.62 36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90
49,2
Nov.


6,10 56,5
0.62
36,9 2,53
17,0
7,40
31,8 5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6 5,95
49,6
Dec.


6,05 56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05
50,4
Jan.

1935
6,05
56,0
0.62
5

37,2
2,975
20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
Febr.

6,05
56,0
0.62
5

37,2 2,75
18,5
7.50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
‘7,50
25,4
10,25
295
6,25
52,1
April
6,00
55,6
0.63
37,5 2,99
20,1
7,05
30
,3

4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8 8,00
27,1
10,75
31,0 6,30
52,6
Mei
6,05
56,0

0.62
36,9
2,97
5

20,0
7,30 31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9 6,30
52,6
uni

,,
6,05
56,0 0.62
36,9 3,15 21,2

7,-
30,1
4,82
16,5
2,98 31,9
16,75
30,5 8,50 28,8
12,-
34,6 6,30
52,6
-Juli
6,05
56,0
0.62 36,9
3,115 21,0 7,25 31,2
4,82
16,5
3,08
.32,9
18,25
33,2 9,00 30,5
11,75
33,9
5,40
45,0
Aug.
6,15
56,9 0.62 36,9 3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
.30,3
18,25
33,2
9,25 31,4
12,-
34,6
5,40
45,0

Sept.
6,10
56,5
0.629
37.2 2,85
19,2
6,40
27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33.2 8,75
29,7
14,50
41,8
5,50
45,8
Oct.
Nov.
6,05
56,0
0.62
5

37,2
3.-.
20,2

6,70

28
,8
5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55 46,3
6,05
.56,
0

0.62 36,9
3,17
21,3
7,05
30,3 5,90
20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00 30,5
16,-
46,1
5,60
46,7

Dec.

..
6,05 56,0
0.62
36,9
3,39
22,8
7,05
30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7
14,25
41,1
5,70
47,5
6Jan.

1936
6,15 56,9
0.62 36,9
3,392

22,8
7,15
30,8 5,65
6

19.3
3,05
5

32,6
19,00
7
)
34,5
8,757)
29,7
15,-
10

43,2
5,80
48,3
3

6,15
56,9
0.61
363
3,393

22,8,
.7,05
30,3
5,726
19,5
2,96
6

31,7
19,25
8
)
35.0
9,00
5
)
30,5
‘ ‘
5,80
48,3
0

,,
6,/
5
.
56,9
,

0.61


36,3
3,394

22,8
7,-
30,1
.

,
19,25
9
)
35,0
9,25
0
)
31,4
.

!.
‘,
5,80
48,3
‘)’Jaar- en’maandgm.
afger. öp’/spence.
2)4

Jan.
3)

11Jan..
4
) 18 )an.
9
)8 1an.
6
)15
Jan.
7
)
2 lan.
8)9
lan.
0
116
1an.
10)
14
1an. 11)7
lam-
12

14
lam
13’i 10
Ian•

22
Januari
1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

73

AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

.

BOTER
BOTER KAAS
Enrer
EIEREN KOPER
LOOD
TIN
CIv
Z
ed

OIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
per kg
Leeuwar-
I-I1ffi
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
LocopriJzen
Loco rizen
Lodn
Loco rizen
Loncfnner
Foundr
No 3 f.o.
(LUX III)
p.

Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derCornm.

Crisis

Zuivel-
Centr.
kaas
kimjmerk
Roermond
p. 100 St.
Londen
per Eng. ton er En

ton
g.
En

ton
g.
MddIesb
per Eng. ton
Eng. t.f.o.b.
Antwerpen
per
Eng. ton
per ounce
fine Standard
Ounce

Noteering
II.

OJ
f1.
f1.
ofo
f1.
%
Oj
£

Oj
o

£
0
1
0

5h.
0j
sh.
°jo
£
0
1e
sh.
Oj
o
pence
0
10

1925
2,31

100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0
36.8
1
6

100,0
261.17
1

100,0
73
1

100,0
67
1

100,-
36.316 100,-
8516
100,-
32’Is
100,0
1926
1,98

85,7

43,15
77,1
8,15
88,8

58.11-
93,5
31.116

85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851-
99,5
28
11
1i6
89,3

1927
2,03

87,9

43,30
77,3
7,96
86,7

55.141- 89,7
24.41-

66,4
290.41-
110,8
73!-

100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3

1928
2,11

91,3

48,05
85,8
7,99
87,0

63.161- 102,8
2111-

57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
11
81,1

1929
2,05

88,7

45,40
81,1 8,11
88,3

75.14:-
121,9
23.5!-

63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-
995
95

24
7
(16
76,2

1930
1,66

71,9

38,45
68,7
6,72
73,2

54.13
1

88,0
18.1
1
6

49,6
142.5
1

54,3
671-
91,8
89/6
88,8
16.17
1

46,6
85
1

1
7
3
11

55,4

1931
1,34

58,0

31,30
56,9
5,35 58,3

36.51-
58,4
12.1(-

33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
131
41,6

1932
0,94

40,7

22,70
40,5
4,14
45,1

22.171-
36,8 8.121-

23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
37!

55,2
9.16-
27,1
118/-
138,0
127(
40,1

1933
0,61

26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4

22.216
35.6
7.1716

21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
1241714 145,8
1218
385

1934
0,45

19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6

18.1416
30,2
6.1516

18,6 141.1916
54,2
401-
54,8
3317
50,1
8.91-
23,4
13717
3
14
161,0
13
1
116
40,7

1935
0,49

21,2
0,99
14,85
26,5 3,20
34,9

19.116
30,7
8.1116

23,5
134.1616
51,5
3916
54,1
3318
50,2
8.101-
23,5
14212
166,3
17
11
11
55,1

Jan.’34
0,50

21,6
1,-
20,40 36,4
5,05
55,0 21.71- 34,4
7.71-

20,2
14831-
56,8
39j6
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916

151,5
12
3
14
39,7

Feb.
0,47

20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.4
1

19,8
140.13
1

53,7
3916
54,1
36
1
5
54,4
9.-
1
6
24,9
13711
160,3
12
1
(2
38,9
,,
Mrt.

0,44

19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.3j-
32,5
7.316

19,7
I44.I56
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618
159,8
125(8
39,3

Apr.
.
0,42

18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.14
1
6
33,4
7.416

19,8
I50.I06
57,5
4116
56,8
34
1
2
51,0
9.7(6
25,9
135
11

158,0

1
27
1

38,7

Mei
0,41

17,7
1,-
16,05 28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616

18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
32J9
48,9
921-
25,2
13613
159,4

12
1
j
37,5
,,
Juni
0,41

17,7
1,-
19,40
34,6 2,74
5

29,9

19.1816
32,1
6.14!-

18,4
140.1J-
53,5
40J6

55,5
31(9
47,4
8.16j-
24,3
137(8
161,1
12114

38,1
,,
)uli
.
0,40

17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.14(6

18,5
142.91-
54,0
40(6
55,5
3214
48,2
8.6!-
22,9
137111
161,4
12
3
f4
39,7

Aug.

0,43

18,6
1,-
20,90
37,3
3,32
5

36,2

17.6!- 27,9
6.141-

18,4
139.7J6
53,2
40
1

54,8
3216
48,5
8.7
1
6
23,2
13816

162,0
13
40,5

Sept..
0,43

18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31
36,1
16.10!-
26,6 6.516

17,2
137.171-
52,6
3916
54,1
3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
1
413,9

Oct.
0,43

18,6
1,-
1737
5

31,0 3,95 43,0
16.3
1

26,0
6.6
1

17,3
137.1916
52,7
3916
54,1
32(6
48,5
7.7
1

20,3
141110
165,9
14
43,6

Nov.
.
0,47

20,3
1,-
11-
30,4
4,52
5

49,3
16.1116
26,7 6.81-

17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139164
163,2
14
7
18
46,3

Dec.
.
0,54

23,4
0,95
15,126
27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-

17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140164
164,4
14
11
116
45,7

Jan.’35
0,58

25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5

34,0
16.191-
27,3
6.5!-

17,2
138.
111

52,9
39
1
6
54,1
3416
51,5
7.6
1
6
20,4
141(10
1

165,9
14
814
45,9
Peb.

0,52

22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.4!-
26,1
6.4j-

17,0 136.8
1

52,1
3916
54,1
34
1
6
51,5
7.316
19,8
14218
166,9

1
4
1
l16
46,1

Mrt.
0,37

16,0
1,02
5

13,30
23,8 2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716

17,5
124.516
47,5
381-
52,1 3319
50,4
7.-!-
19,4
14715
172,4
15
3
(4
49,0
,,
Apr.
.
0,37

16,0
1,08
11,50
20,5 2,315
25,2
18.8
1

29,6
7.5
1
6

20,0
131.-j6
50,0 38
1
6
52,7
33
1
6
50,0
7.111-
20,9
144
1
5 168,9

1
83(
56,6

Mei
,,
0,34

14,7
1,10
11,85
21,2
2,38e
26,0
20.-!-
32,2
8.61
6

22,9
135.5(6
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
14213
166,4
20
62,3

Juni

0,41

17,7 1,07
6

11,95
21,3
2,41′
26,3
18.161-
30,3
8.11
1
6

23,5
I36.56
52,0
39
1
6
54,1
3316
50,0
8.111- 23,6
14116
165,5

1
9(
8

61,1

Juli

0,44

19,0
1,-
12,37
5

22,1
2,54
27,7 18.101-
29,8
8.131

23,7 140.11(6
53,7
3916
54,1 3316
50,0
8.101
23,5
140110

164,7
lSIis

57,0

Aug.

0,46

19,9
1,-
15,10
27,0
3,31
5

36,1
19.151-
31,8
9.11!-

26,2
135.1216
51,8
40
1

54,8 33
1
6
50,0
8.1816
24,7
14014
164,1
I7
7j
55,6

Sept.
0,58

25,1
0,97
20,25
36,2
3,16
34,4
20.1016
33,1
9.14j6

26,7
135.416
51,6
3916
54,1
3316
50,0
9.81-
26,0
1411-
164,9 171
54,7

Oct.
0,65

28,1
0,89
19,87
5

35,5 3,95
1
4,69
43,0
21.3
1
6
34,1

1
1.3(-

30,6
136.1716
52,3
39
1
6
54,1
3316
50,0
I0.-16
27,7
14118
165,7
1
7
5
(
54,9
,
Nov.
0,59

25,5
0,94
16,90
30,2
51,1
21.216
34,0
10.1516

29,6
51,8
40J6
55,5
3316
50,0
9.161-
27,1
14113
165,3
17
9
1i6
54,7

Dec.
0,57

24,7/
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
21.216
34,0
10./-6

27,5
I32.-/6
50,4
41
1

56,2
33
1
6
50,0
9.2/-
,2
141/1
165,0
l5â/
i

47,7

6Jan.’360,59
0
)
25,51
0,95
16,7511
299
3,95
43,0
20.18/-
33,7
9.6!-

25,5

~
135.13j6

127.4!-
48,6
41/-
56,2
33/6
50,0
8.13/6
,0

1,0

4I(2
165,1
12/
i

1
11
112

38,3

13
,,

,,
Q,599)

25,51
095
16,25
12
29,0 4,35
47,4
120.141

20.14!-
33,3
9.4
1

25,3
127.13
1

48,7
41
1

56,2
3316
50,0
8.14/
,0
140
1
11
164,8

1
2(
1

38,3
20
,,

,,
0,550

23,8/
0,95
16,50
13

29,5
4,10
44,7
33,3
8.19
1
6

24,6
125.14/-
48,0
41
1

56,2
33
1
6
50,0
8.13
1
6
I40/10
164,8
135,8

26Sept.
1932
79KG.
La Plata;
van
25 Sept.
1932
tot 5
Febr.
1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec.
1929
American
No.
2, van

Jan.
1928
Malting; van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr. 1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
21)
17
Jan.

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENI-IOUT
S
T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
E
aad

SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Kolo-
G.F.Accra
Ned.-Ind.
RibbedSmoked
Zwedei/’
binnenmuur

buitenmuur
Len
ie
Orod-
niale
erst’,?aard
per

per
50kg c.i.f.
per
100
kg
Amsterdam Rotterdam
1/,
kg.
per
loco Londen

R’dam(A’dam per
100
kg.
Java- en Suma-
trathee P.
1/,
kg.
o en
d?en
‘an 4.672 M
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
per Ib.

.

f
/o
f
01
f
oj,
Sh.
0
/s
f
°/o
cts.
01
Sh.
0
10
f1.
0
10
cts.
0
10

1925
159,75
100
15,50

100,-
19,-
100,-
42/6
100,-
35,87,
0

100,0
61,375
100,0
2/11,625

100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 96.0 100.0
102.6
1926
153,50
96,1
15,75

101,6 19,50 102,6
97,4 49
1

68
1

115,3
160,0
34,-
32,62
5

94,8
90,9
55,375
46,875
90,2 76,4
2
1

1
1
6,375
67,4 51,6
17,50
19,122
93,3
102,0
94,25
82,75
111,5
97,9
87.5
109.1
1927
1928
160,50 151,50 100,5
94,8
14,50
12,-
93,5 77,4
18,50
18,50
97,4
5713
134,9
31,876
88,9
49,625
80,9
-/10,75
30,2
15,85
e

84,5
75,25
89,1
846
97.4

1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5

76,3
50,75 82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
60,75
82,0
71,8
81.9 86.0
85.5 04.3
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34
1
11
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1

1
5,875
16,5
8,4
9,60
8,-
51,2
42,7
42,50
50,3
46.8
46.0
1931
1932
110,75
69,00 69,3 43,2
10,25
9,25
66,1
59,7
20,25
15,-
106,6
78,9
22/5
1916
52,8 45,9
15,37
5

13,-
42,9
36,2
25
24
40,7
39,1
-13
-11,75
4,9
6,322
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0

1933
73,50 46,0

64,5
12,75
67,1
1514
1316
36,0
31,8
9,30 6,90 25,9
19,2
21,10
16,80
34,2
27,4
-12,25

1
3,875
6,3
10,9
5,52
6

4,07′
29,5
21,7
32,75
40
38,7
47,3
35.2
34.4
34.7
32.1 1934 1935
76,50 59,50 47,9
37,2
8,50 7,25 54,8 46,8
10,50
8,75 55,3
46,1
13/5
31,6 9,15 25,6
14,10
23,0
-/3,625
10,2
3,85 20,5 34,50
40,8
33.6
29.0

Jan.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45
20,8
16,50
26,9
-/2,875
-/3
8,1
8,4
4,95
4,975 26,4 26,5
45,50
46,75
53,8
55,3
36.9 35.9
33.8 35.8
Feb.
Mrt. •
80,00
80,00
50,1
50,1
10,50
9,75
67,7
62,6
12,50
12,-
65,8 63,2
14/5
14/1
33,9
33,1
7,25
7,-
20,2
19,5
17,25 17,75
28.1
28,9
-13,25
9,1
4,52
5

24,1
45,50
53,8
35.7
35.2

Apr.,,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7 6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4.25
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5

Mei

,,
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-14
11,2 11,2
4,15 4,20
22,1
22,4
42,75
41
50,6 48,5
35.1
34.5
34.3
33.8
Juni

,,
Juli
77,50
77,50
48,5 48,5
8,-
7,50
51,6 48,4
10,-
10,-
52,6
52,6
15
1
4
13111
36,1
32,7

6,92
5
19,5
19,3
17
16,75
27,7 27,3

1
4
-14,375
12,3
3,975
21,2 40,50 47,9
34.1
32.2

Aug..
75,50 47,3
7,25 46,8
9,50
50,0
12
1
10
12/5
30,2
29,2
6,87
5

6,65
19,2
18,5
16,50
16,50
26,9
26,9

1
4,5
-14,5
12,6
12,6
3,975 3,726
21,2
19,9
39,75
33,50 47,0
39,6
33.9
33.1
31.4 29.5
Sept..
Oct.
73,50
73.00 46,0
45,7
7,-
7,-
45,2
45,2 8,75 8,75
46,1
46,1
11/7
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,52
5
18,8
32,75
38,8 32.7
27.8
,,
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8
6,62
5
18,5
16
26,1
-13,875
10,9
10,9
3,15
3,375

16,8 18,0
33
34,50
39,1
40,8 32.7 32.7
27.0
28.0
Dec.

73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12/8 29,8
7,175

20,0
16
26,1
-13,875

Jan.’35
66,00
41,3
7,25
46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,776
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75 32
39,9 37,9
32.9
32.4
29.5 28.9
Feb.
,,
Mrt.
66,00
59,00
41,3 36,9 6,75
7,-
43,5
45,2
8,25
8,25
43,4
43,4
14/2 13/3
33,3 31,2
9,375

8,57
5

26,1
23,9
15,625
14,625
25,5
23,8
-/3,75 -(3,25
10,5
9,1
3,45
3,55
18,4 18,9
29
34,3
30.9
27.4
,,
Apr.,
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4 13/6
31,8
9,15 25,6
14,50
23,6
-13,375 9,5
9,8
4,15
4,20
22,1
22,4
31,25 32,75
37,0
38,8
32.1
33.3
28.5 28.6
Mei

,,
Juni
57,50
57,50
36,0 36,0
7,-
7,25
45,2
46,8
8,25
9,-
43,4 47,4
13/4 13/3 31,4
31,2 9,50
9,07
6

26,5
25,3
14,126
13,87
6
23,0 22,6

1
3,5
-/3,625
10,2
3,87
5

20,7
30,25
35,8
33.2 27.8
,
Juli

,
57,50
36,0
7,25
46,8 8,75
46,1
13
1
2
31,0

22,3
13,50
22,0

1
3,5
9,8 9,8
3,575 3,525
19,1
18,8
30,75 32,50
36,4 38,5
33.4 33.7
27.1
27.4
Aug.,,
Sept.,
58,25 57,75
36,5
36,2
7,-
7,-
45,2 45,2
9,25

48,7
47,4
1311
13/5
30,8
31,6
8,07
5

8,47
5

22,5
23,6
13,50
13,50
22,0 22,0

1
3,5
-/3,375
9,5
3,725
19,9
36 42,6
34.2
28.8

Oct.
56,50
35,4
7,25 46,8 9,25
48,7
13/5 31,6
9,975

27,8
13,50
22,0
-/3,75
10,5
4,22
6

22,5
46,25
54,7
35.5
31.9

Nov.,
57,75
36,2 7,25 46,8 8,75
46,1
13/3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
13,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1

Dec.,
58,00
36,3
7,50 48,4
9,50
50,0
13
1
6
31,8
10,45
29,1
13
21,2
-/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
30.4

6Jan.’36
63,00 39,4
.
13/11″
32,7
10,75
30,0
13
21,2
-14
11,2
4,375

23,3
40,25
03
)
47,6
35.4
35.4
30.6
31.1
13

,,
63,00
39,4
13/11″
32,7
II,-
11,25
30,7
31,4
.13
13
21,2
21,2
-/4,0625
-14,0625
11,4
11,4
4,25
4,25
22,7 22,7
35.5
31.1
20

,,
N.B.

Alle
63,00
Pondennoteering’n
39,4
vanaf
21
Sept.’31
zijn
op goudbasis
omgerekend;
de Dollarnotoeringen vanat
20April33
zijn in
verhouding
van
de depreciatle
sla,.
flnlln. ,au
lan
fl.iIslan
verleend.

74

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
Januari
1936

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 20 Januari 1936.

Activa.
Binnenl.Wis-fHfdbk.
f
25.612.733,52
se1s,Prom.. Bijbnk.
,,

549.310,23
enz.1ncI1sc.lAg.sdfl.
,,

5.I7•50,70

f
29.336.994,45
Papier o. h. Buitenl, in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.617.750,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.


1.617.750,-
Beleeningen

mcl. vrsch.,Bbflk
IHfdbk.
f

84.553.578,401)

i
n
rek..crt.iAgsch.
,,

5.594.502,03
,,

37.580.702,19
op onderp.)

f
127.728.782,62

Op Effecten ……
f
122.357.944,48
1
)
Op Goederen en Spec.
,,

5.370.838,14
127.728.782,821)
Voorschotten a. h.
Rijk

…………..

,,

Irlunt, Goud ……
f
132.599.605,- Muntmat., Goud
..
,,
534.281.771,31

f
666.881.376,31
Munt, Zilver, enz.

20.859.055,12
Muntnit., Zilver
. .


.687.740.431,432)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
39.611.963,83
Gebouwen en Meub. der Bank

……..
,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ……………….
,
2.832.759,52 Staat d. Nederi. (Wetv. 27J5J’32, S. No. 221)
,,
15.486.148,55

f
908.954.830,40
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………

..

4.049.884,01
Bijzondere

reserve

………………
,,
5.675 000,-
Pensioenfonds

………………….
,,
9.890.232,76
Bankbiljetten in omloop …………..

..
763.230.215,-
Bankassignatiën in omloop

……….
,,
58.536,13
Rek..Cour.
f
Het Rijk
f

37.833.211,85
saldo’s:

Anderen
,,
61.642.640,02

,,
99.475.851,87
Diverse

rekeningen ………………

..
6.575.110,63

f
908.954.830,40

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
343.691.045,-
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
859.227.600,- Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank

ondergeb
racht

…………………,

Waarvan
aan Nederlandsch

lndië
(Wet van 15Maart
I933,
Staatsbiad No. 99)………..
j
71.153.775,-
Waarvan in het buitenland ………………………

.
75.352.291,02

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
1
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data

1
Munt
1
Muntmat.1
Circu
latiel
opeischb.I
Metaal- Ikings
1
schu
l
den)
saldo
perc.

20 Jan. ‘3611326001
534.282
1

73
.
230
1
99.534
343.691
80
13

,,


36
1
1326001

524.045
778.4171
78.792
334.777
79

25
Juli
‘141
65.7031
9
6.410
310.4371
6
.
198

43.521
54

Totaal
1
Schatkist-
1

Belee

1

Papier
1
5ivï
Data
bedrag
I
disconto’slrechtstreeksl
1
promessen
1

ningen

op het
reke-
buitenl.
ningen
1
)

20 Jan.
19361
29.337

127.729
1.618
2.833
13

,,

19361
29.989
1


132.350
1.618
1

2.892

25 Juli

19141

87.947
1

61.686
1

20.188
509
,JIIucJ
UC activa.
JAVASCHE BANK.

Data

1

Goud 1 Zilver 1 Circulatie
1 1
ichulden
1

saldo

18Jan.’36
2
)
102.280
156.170
24.290
30.096
11

,,

’36
2
)
101.830
160.600
21.910
28.826

14 Dec.1935
80.023

22.223 159.018
24.168 28.972
7

,,

1935
80.021

1

22.784
160.343
21.765 29.962

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.834
4.842

Wissels.
D iverse
Dek-
Data
1

buiten
Dis-
1

Belee-
reke-
kings-
N.-Jnd.
conto’s
1
ningen ningen
1)
percen-
_______________
1

betaalb.
)
lage

18Jan.’36
2
)
1.920
77T0
11.310
57
11

,,

1
36
2)
1.640
80.580
11.200
56

14 Dec.1935
2.467 11.162
56
10.338 1
59.925′

7

,,

1935
2.604
10.360

1
57.702
10.688
56

25 Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbtlj. Bankbilf.
OtherSecurities Data
Metaal
1

in
un Bankingl
Disc.and ISecurities
circulatle
_Departm.
Advances1

15 Jan. 1936
200.837
1
397.722

1

62.439
1
20.029
1

12.527
8

,,

1936
1200.818
1
405.558
1

54.603 21.260
1

13.057

22 Juli

1914
1
40.164 29.317
1

33.633

Gov.
I

Public
OtherDeposits
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
1
__
u
Other
_Reserveu
kings-
____________

Acconts
)
perc.i)

15 Jan. ’36
1
83.890
13.816 110.105

1
1 63.1151
39,0
8

,,

’36
84.390
1
11.259 107.833
1
36.792
55.260)
35,4

22 Juli ’14
11.005
1

14.736

1

42.185

.
1
2
9.2971
52
•1 vernouning russcnen leserve en ueposlis.
BANK VAN FRANKRIJK.

1

Te goed
Wis

Waarv.1

Renteloos

1
buitenl.l sels
1
buiten!.)
ningen
Iv.d.
Staat
Data

Goud ‘Zilver’ in h t


op het
Belee-
voorschot

10 Jan.’36
3

,,
’35

23 Juli’14

66.268
1
66.264
1
4
.
1
0
4
1

6671
659!

6401

10
10
~
10.150
~
10.736

_
1.541
8
J

1.318)
1.319!
5.626
5.923

7
69

1

3.200
1

3.200

1.

___

Bons v.
d.I
Diver-
1

Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
1

sen
1)
1
Circulatie
Staat
1
Zelfst.

Parti-
1
amort.k.l culieren

10Jan.’36

5.770
1

2.638
j

81.260
1

91
j

2.774

1

8.536
3

,,

35

5.770
1

2.468
1

82.313
1

1

2.795

1

8.041

23 Juli’14


1
5.912
401
1

1

943
‘)Slultpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
1
Deviezen
1
Andere

Data
Goud
bij bui-

1
als goud-
1
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1
)
1
geldende
1
cheques

15 Jan.

1936
76,5
1
20,3
5,2
3.622,8
49,5
7

,,

1935
82,5
1
20,3
5,1
3.891,6
44,2

30 Juli

1914
1.358,9
1


750,9 50,2

Data
1

Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Actival)
latie
Crt.
Passiva

15 Jan.

1938
1

348,9
785,8 3.868,6
690,6
1

297,0
7

,,

1935
1

348,7
727,9
4.006,8
716,9 300,9

30 Juli

1914
1

330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
ullUclavi. 1 W.U. flClItCllUdIIflbtItCIlIC •0.
S Ja… ,caJJ.
.,
LV LIJSt,.
NATIONALE BANK VAN BELGIE(inBelga’s).
Goud

Rekg. Cr1.

.-.
Data
1936
3
..
n
.
Or
,
.
n
..

.0

16 Jan.
1
3
.
4021

64
11.258~

90
1
160
1

40

4.10

29

867
9

,,

13.4171
62

1.271

87
1160

40

4.151

21

85.7

FEDERALRESERVE
BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
cash’
2)
Totaal
1

Goud-
In/ier-

1
disc. v. d.
In de
open
bedrag
1

certifi-
caten’,l
member
1
markt
banks1
gekocht

24 Dec.’35
7.571,4
1

7.553,8 219,9
7,2

1
4,7
18
,,
’35
7.571,5
1
7.5s39
233,4
6,9
1

4,7

Belegd
1
_
Jf
Totaal
Gestort
1
Goud-
1

Dek-

1
Algem.
1

Dek-
Data
inU.S. _
Oov.Sec.
incircu-
_
Si

Kapitaalj
kings-
_kings-
1
latie
1
perc.S)
1

perc.
4
)

24’Dec.’351
2.430,7
1
3.768,5 6.309,6
1
130,5
1
1


18

,,

‘i
2.430,2
1
3.698,4

1
6.350,5
130,5

‘) LJeLC
ÇC[LIIICdLCJI WCLUCIJ
UVUL uc OCllaLJtIbL dclii UC n.CacIvC
IJChIftCLl
gegeven voorde overname van het goud, toen de $ op 31Jan. ’34 van
1000
59.06
cents werd gedevalueerd.
2)
,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
8)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare schulden: F. R. Notes en
netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntniateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ EET FED. RES. STELSEL.

1
Dis

1
I
IReservel
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
1

Beleg-
fj/
de
1

depo-
1

time

1
leenln.J
en beleen.
gingen
1
banks
sito’s
1
deposits

18 Dec.’35T
1
1

8.188
1
12.782

l

4.492
l

25.190
1

4.868
11

‘351
1

1

8.161
12
.3
60

1
5.024

1
25.299

1

4.856
0 puatour you, u nou. 0,u, uo u0000uuuu 0u.u. Oh

OhIht Oh hh.
land zijn In duizenden, alle overIge posten in mlllloenen n de be-
treffende valuta.

Auteur