8 JANUARI 1986
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Eco
‘
nomisch~Statistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN
VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
21E JAARGANG
WOENSDAG
8 JANUARI 1936
No. 1045
–
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Liettinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. rie Vries en
11. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Retterdam.
Aan getcekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweq.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advërtenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
t arief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh
d
van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-
st erdam, ‘s-Graven.hage. Postchèque- en giro-rekening
No. 145192.
•
7
JANUA1U.
1936.
De .iaarswisseiing is zonder veel moeilijkheden aan
omize geichnarkt voori)ijge.gaan. Voor drie-maands
baiikacceptan is de rente zelfs tot 2% pOt. kunnen
terugloopen. De twee laatste dagen voelde de markt
echter weer wat sugger aan, zooclat de slotnoteeririg
op 2
7/8
pOt. kwam. Ti[alfjaars papier doet 3 pOt.,
Jaars 3% pOt. Oall gold, dat ultirno December 3%
pOt. noteerde, liep op 2% pOt. terug. De prolongaiie-
rente was 3%-3-2 %-3 pOt.
* *
*
Abonnementsprijs voor het weekblad franco V. p. in
Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Sta tis-
tisch Maendbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Jioloniën f 23,— per jaar.
Losse nummers 50 cent. Leden en donateurs van het Ne-
cicrlandsch Economisch Instituut ontvangen het weekblad
en het Maandbericht gratis en een reductie op de verdere
publicaties.
INHOUD.
fz.
I-ltI’i’ EUVEL DER SCHEEPVAARTSUBSIDIES
cLoor
C. Veriney
18
Noodzakelijkheid
van een constructieve handclspol itiek
door
Dr. A. cia Graoff ………………………..
19
Uitkomsten der bedrijfstellimmg
(100F
Mr. ii. W. van Dam
van Isselt ………………………………….20
Productieverlmouclingeii in cle trawlvisscherij door
A. F.
Haccou
……………………………………
23
Een staatsimistelling ter bevordering van den uitvoer
door
Dr. W. ,S’chilck …………………………..25
De Rijksmiddelen over November
1935 …………….27
AANTEEKENINGEN:
Koopt nooit anders dan Nederlamolscime ‘aar ………
28
Het internationale suikervraagstuk …………..
28
Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor :Rotterdammi ……….
29
INGEZONDEN STUKKEN:
Onvoorziene gevolgen van contiugenteeri migs. en andere
dwangmaatregelen door
J. J. A.
Charbo ……..
29
MAANDCIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….
30
Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
31
J3OEKAANKONDIGINGEN:
Dr. J. Ridder: Een Conjunctuur-Analyse van Neder-
land
1840-1860 …………………………..32
ONTVANGENBOEKEN …………………………..32
STATiSTIEKEN…………………………..32-36
Geldkoersen. — Wisselkoersen. — Bankstaten.
Ook op çie wisselmarkt is het heel kalm geveest.
De Fransehe Franc bleef zich aanvankelijk
01)
het
verhoogde peiI handhaven; de rustiger stemming
heeft de Banque ‘de France doen besluiten het offi-
cieele disconto van 6 op 5 pOt. te verlagen. De laat-
ste dag-en ‘deden echter weer minder geruststellende
geruchten de ronle, waardoor de koers op 9.72%
teru-gliep liet Pouci Sterling was eerder iets vester:
7.25%-7.26%.
Dollars i.47/n;—/iu. De $/i noteering
bleef 4.92%i-4.93. Belga’s kleven laag: 24.81. Zwit-
sersohe Franes ‘bewogeni. zich rond ‘dc 47.90. Marken
59.25. De verschillen-de soorten Sperrmnamkeri veran-
derden weinig. Oanadeesche Dollars 1.467s. Aegon
–
tijnsehe Pesos 39%. T.T. Batavia 100/ie.
Van cle ternipnmna rkt valt niets bijzonders te ‘er-
mel-deim. De marges zijn onveranderd gebleven.
Op de goudma.rkt bleef het eveneens rustig. i3arcn
levering Londen cmi Amsterdam noteerden
f
1.649,50.
In de prijzen der gouden munten lcwani geen veran-
dem-ing; Marken bankpapier 34.50, Marken zilver 38.50.
18
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1936
HET EUVEL DER SCHEEPVAART-
SUBSIDIES.
Een belangrijke factor, die aan ‘de gezondmaking
van het internationaal ree’derij’hedrijf in den weg
staat, vormt ‘de steun, welke ‘door verschillende lan-
den aan scheepvaartondernemingen wordt verstrekt.
De zuht om zich voor den aanvoer der ben.oedigde
grondstoffen van overzee eenerzijd’s en den uitvoer
der verwerkte producten anderzijds, onafhankelijk van
derden te maken, heeft in landen als :[talië en Japan,
om enkele typische voorbeelden te noemen vaii cle na
den wereldoorlog op scheepvaartgeb i cd tot uiting
komende autark’ische tendenzen, geleid tot ‘tien aan-
bouw en exploitatie niet steun van ‘s lands schatkist
eener ‘handel’svloot, waaraan ‘het ‘wereldverkeer als
zoodanig geen thehoef te had en clie slechts ten koste
van groote finan’cieele offers kan worden gehand-
haafd.
In Amerika was de directe aanleici ing tot dan ‘bouw
eener eigen handelsvloot primair de volkomen afhan-kelijkheid van Europa gedurende den oorlogstijd voor
het vervoer van goederen en oorlogsmateriaal. Ame-
rika, ‘dat weleer een.niet onbelangrijk aandeel in de
zeilvaart had, was tenachter gebleven toen 1e stoom-
machine hare intrede deed en het ieiischip in enkele
tientallen jaren vrijwel van cie wereldzeeën verdween.
Anderen, met name Engeland en vervolgens de overige
zeevarende landen in Europa, openden geregelde
lijnen en stelden in void’oen’den getale vrachtsohepen
beschikbaar voor het goecierenv ervoer tus’sehen de
Oude en de Nieuwe Wereld. Erwas geen ‘directe aan.-
leiding voor Amerika om ‘dan ‘bouw eener handels-
vloot anders ‘dan voor ‘cle eigen groote kustvaart te
bevorderen. De wereldoorlog heeft hierin verari’deri ng
geb:raciht. Niet slechts wil men voortaan onafhanke-
lijk zijn van anderen; 6(k prestige-overwegingen spe-
len een rol. De Vereenigde Staten, aan cle Oostkust
omspoel’cl door den Atlantischen Oceaan, aan de West-
kust ‘door den Stillen Oceaan, ‘willen Amerikaansche
goederen in Ainerikaansche schepen vervoeree. Zi6
werd de Ainerikaansche hanclelsvloot geboren. Men kan dit betreuren in de landen, die weleer deze dien-sten ten behoeve van Amerika verrichtten, steekhou-
tiende bezwaren. kan men hiertegen niet aanvoeren. Anders wordt het echter, ‘indien, zooals
itt
Amerika
van meet af aan is geschied, de schatkist ongelirni-
teerde bedragen beschikbaar stelt voor dën bouw en
exploitatie der schepen. Dan speelt de renttthiliteit,
beslissende factor voor cle levensvatbaarheid van elke
particuliere onderneming, niet langer een rol. Dan
kan den particulieren reedeiijen ongebreidelde con-
currentie worden aangedaan. Immers betaalt ‘de schat-
kist, d.w.z. de gemeenschap, de verliezen, hoe groot
deze ook zijn. Men exploiteert de ,,staats”-handels-
vloot, want in wezen is een gesubsidieerde vloot niet
anders dan een staatsbedrijf, ‘zij ‘het onder den dek-
mantel van particulier initiatief, on’der het motto:
men reken ‘d’uitkoms’t niet, maar telle ‘t doel alleen.
Tegen dezen vorm van concurrentie baat cleskun-
digheid noch ervaring, initiatief noch beproefde lei-
ding. Tot welke uitwassen dere vorm van staatssteun
leidt is den laatsten tijd ‘bij ‘herhaling gebleken. De
‘heer Alexander Shaw, president van Engeland’s oud-
ste en bekendste reederij, de Peninsular & Oriental
Steam Naviigation Co., heeft zich in de kortel’ings gehouden jaarvergadering verpliht gezieu den aan-
deelhouciers mccie te ‘deden, dat de maatschappij niet
langer in staat is de verliezen te financieren, ‘die de
exploitatie der geregelde lijn tusschen San Praneisco/
Vancouver en Au s’tral’ië/Nieu’w- Zeeland oplevert.
Niet slechts is het volkomen onmogelijk ook maar een
‘deel der noodzakelij’lce afschrijvingen op ‘de in deren
dienst varende schepen te verdienen, de directe exploi-
tatie-verliezen zijn z66 aanzienlijk, dat geen enkele
particuliere onderneming op den duur in staat is den
ongelij’ken strijd v’oort te ‘zetten. Tenzij de Engelsche
Regeering ‘bereid wordt igevonden, aldus de heer
Shaw, om financieelen steun te verleenen, zal zoo-
doende een geregelde hj’n onder En’gelsche vlag, die
gedurende welhaast een halve eeuw den dienst tus-
schen de ‘Westkust van Noord-kmcrika en Australie
alsmede Nieuw-Zeeland ‘heeft onderhouden, voorgoed
verdwijnen.
Los van ‘deze medecleelii:ig staat de verklaring van
dee. President der Caraclian Pacific Railway, dat deze
on clernem ing, eveneens tengevolge van de concu rren-tie der gesubsidieerde Amuerikaansnhe lijnen, geciwon-
gen zal zijn haar Cianada-Australië Lijn op te heffen,
indien de Regeeri ogen der betrokken ‘clomi n ions niet
‘bereid zijn de lijn, zoolang cle Ainerikaan:sche Rcgeering
haar subsidie-politiek ‘handhaaft en daarmede een
even ongezon’clen als onnoodligen vorm van concur-
ren bie besteiidigt, op ‘haar beurt te steunen. Geeft de
Canaclian Pacifi c Railway inderdaad gevolg aan haar
voornemen om ook harerzijds den dienst te staken,
dan verdwijnt daarmede ‘dc ,,Empi te fiag”, ofschoon dank zij Engelsch initiatief ‘de eerste geregelde dien-
sten tusschen Noord-Amerika’s ‘V
,
,Testkust en Austra-
lië resp. Nieuw-Zeeland in ‘het leven werden geroe-
pen, voorgoed uit deze vaart en heeft de Amerikaan-
sohe sn’l)si’die-poiitiek het pleit gewonnen. Dat één en
ander in ‘breede kringen de aandacht heeft ‘getrokken,
ligt voor de hand. Reeds verklaarde de minister-
president van Nieuw-Zeeland, ‘dat zijn Regecring be-
reid is ‘hare medewerking ‘te verleenen. teneinde in
samenwerldi ng’met ‘cle Engelsche lijnen inaatregelen
te heranien, die ‘liet voortbestaan der Isatste. verzeke-
ren, en in Engeland zelf ‘wordt er hi,j de Reg’eering
krachtig ‘op aangecl tongen, dat ook zij ii iet werkeloos
‘blijft toezien nu vitale rijksbelan’gen ernstig dreigen
te worden gescihaaci.
Dit is trouwens slechts één dci’ vele ‘gevallen, waar
iie Arneiikaansehe eoneu rrcntie een gevaar ‘oor jaren-
1aug ‘bestaande particuliere, lijnen oplevert. Het be-
richt, dat cle Baltimore Mail Stearnship Company
medio Januari een geregelden dienst zal openen
tusschen Bal ti more en Southam pton, werpt een schril
licht op cle bestaande toestanden in ‘cle transatlanti-
sche vaart. Mccle als gevolg der concurrentie van
Aierikaansehe zijde, waardoor de ‘bed rijfsui tkomsten
voortdurend ongunstiger werden. hebben ‘gedurende
cle laatste twaalf in aa nden twee IE ngelsch e reede ri,je n,
‘die jarenlang cle geregelde vaart op Amerika uitoefen-
tien, t.w. cle Atlantie Transport Line en de Leylancl
Line, zij ‘het ook dat deze onder En’gel’sehe vlag
varende maatschappijen tot de International Merean-
tile Marine-groep behoorden, haar bedrijf gestaakt.
In herinnering zi,j gebracht, dat (le International Met-
eantile Marine Company of New Jersey in 1902 het
geheele aandeelenkapitaal ‘der Atiantic Transport Co
Ltd. verwierf, terwijl deze laatste
01)
haar beurt in
Juli 1920 vrijwel ‘het geheele preferente aan’deelen-kapitaal ‘der Freclerick Leyiancl & Co. in eigendom
verkreg. Over
1925/1926
werd door de Atlantie
Transport Co. Ltd. 5 pOt. dividend uitgekeerd; ge-
durende 1902/1909 ‘bedroeg het dividend ‘gemiddeld
7
•
pCt. ‘s jaars, over liet tijdvak 1910/1914 gemiddeld
8 pCt. en over’het tijdvak 1915/1924 gemiddeld 10
pOt. Hieruit blijkt voldoende, ‘dat onder normale om-
standigheden een redelijk loonend ‘bedrijf zeer wel
mogelijk was. Thans onderhouden Amerikaansche
schepen de diensten en ‘ontvangen al’s subsidie $ 6.-
per mijl, ‘d.w.z. ongeveer £7.500 per rondreis! Is
liet wonder, ‘dat hij een ‘dergeljice suhsidie-politieic,
die de ,,exploitanten” in staat stelt de vraehtprijzen
zéér drastisch te verlagen zonder nochtans verliezen
te lijden, ‘de particuliere, zonder staatasteun werkende
.reederjen ‘cle:n strijd niet kunnen volhouden? Men be-
denke, dat ‘de £ 2 inillioen subsidie der Engeische
Regeerin.g uitsluitend aan ‘de wil’devaart ten goede
komt. De Engelsche ljnreeclerijen ontvangen voorals-nog geen steun.
Een derde sprek
–
en’cl staal van oneeonoinische con-
cui’rentie levert de tarieven-oorlog, clie is ontbrand
tu ssch en ‘de lijnen, welke in co cife rence-ver’hand een
8
Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
geregelde!] dienst onderhouden tusscheii. Noord-Ame-
rika cii Zuid-Afrika en de Robin en Kerr-lijneu, die
– natuurlijk gesubsidieerd door cle Anierikaansche
schatkist – korteliugs eveneens haar e.ntree in deze
vaart hebben gedaan. De vrachten zijn scherp gedaald,
in onderscheidene gevallen van $ 24..— tot $6.— per
ton. Vrijwel alle lading, voor welker vervoer tot dus-
ver vrachten van gemiddeld $
20.—
werden betaald,
wordt thans vervoerd tegen $4.— per ton! Het be-hoeft geen betoog, dat een dergelijke vrachtdaling
ruïneus is voor de niet-gesubsidieerde lijnen, die sedert
jaar en dag dit traject bevaren en zich in haar be-
staan ‘bedreigd zien door nieuwe verbindingen onder
Amerikaansche vlag, waaraan de handel overigens
geen enkele behoefte heeft en die zich dank zij den
royaleii steun der schatkist allerlei excessen kunnen
veroorloven. De handel profiteert er tijdelijk van; zoo
zijn bijv. de prijzen voor koelkasten £ 2.— gedaald, die
voor auto’s met meer dan £ 10.—. Tijdelijk, want de
handel is meer duurzaam gebaat met stabiele vrach-
ten, clie voor allen gelijk luiden, dan met heftige
schomineliiigeu, waarbij versebepers zich trouwens
voortdurend moeten afvragen of een concurrent er
wellicht in geslaagd is nôg voordeeliger voorwaarden
te bedingen.
Ik moge met deze voorbeelden, die overigens ad
libitum kunnen worden aangevuld, volstaan. Zij illus-
treeren vodoende, waartoe staats-scheepvaartsubsidies
in de practijk leiden. 1-let is volkomen onjuist te mee-
nen, (lat men op deze wijze een krachtig en goed
functionneeren.d vervoer-apparaat schept. Het tegen-
deel is veeleer thet geval. De wetenschap, dat de ge-aneenschap de verliezen financiert, verlamt elk stre-
ven naar efficiency, doodt het initiatief en schept
dan wel handhaaft ondernemingen, die bij gebrek aan
ervaren en kundige leiders rich in eigen kracht nim-
mer staande scouden kunnen houden. Het is trouwens
ccii maatregel, ‘die daarom reeds geen doel kan tref-
fen, daar uiteindelijk de landen, welker belangen wor-
den geschaad, represailles nemen. Dan on’taardt de
suibsidiepolitiek in een strijd tussohen de schatkist
der betrokken landen en beslist de financieèle draag-
kracht. Laat deze het financieren van steeds grooter
verliezen niet toe en moet de steun worden vermin-
clerd of ingetrokken, dan volgt onvermijdelijk de
d’é’bacle. De ervaring op ‘dit stuk in Italië opgedaan
is leerzaam voor hen, die willen zien.
De moeilijkheid om ten aanzien der subsidies in.
ternationale overeenstemming te bereiken – het
vraagstuk is z66 netelig, dat men het niet eens plaatste
op •de agenda der verleden jaar gehouden voorberei-
dende internationale scheepvaartconferentie – schuilt,
evenals bij rooveel andere acute problemen, mede in
prestige-overwegingen. Men is te ver gegaan en
schaamt zich openlijk de dwalingen zijns weegs te
erkennen. Men wil elk-ander, ook wat omvang en he-
teekenis der handelsvloot aangaat, naar ‘de kroon
steken. Een handelsvloot is voorts een nuttige, om
niet te reggen onnTi’sbare, aanvulling der ooriogsvloot
en tenslotte behoort ieder land, dat zichzelf respec-
teert – en welk land doet dit in dezen ultra-chauvi-
nistischen tijd niet – een zoo groot en efficient mo
gelijke vloot te hebben. Men riet dit o.a. bij den wed-
loop in den bouw van reu’zenschepen voor •het trans-
atlantiscli passagiersvervoer.
Zoo gaat de maalstroorn door. Kapitalen èn tradi-
ties gaan verloren. Men telt het niet en wat heteeke-
.nen ook tenslotte de jaarlijks in totaal aan scheep-
vaartsubsidies ten koste gelegde bedragen, vergeleken
met de fantastische kepitalen, die dezelfde landen
offeren op het altaar van Mars? En toch ral men ook
hier tot bezinning moeten komen, zal men moeten
leeren inzien, dat ook in dit opzicht economische wet-
ten niet straffeloos duurzaam kunnen worden over-
treden. Want zoolang aan het subsidie-euvel niet paal
en perk wordt gesteld, is iedere afdoende saneerin,g
wereici-scheepvaartbedrijf niet mogelijk.
liet soheepvaartsubsi’die, zooals onze tijd dit kent, is om
een variant te gebruiken van één van Taileyrand’s
bekend gebleven uitlatingen: ,,pire qu’une faute;
c’est un crime.” Misdaad tegen economische impon-derabilia, die zich te avond of morgen ‘zal wreken.
C. VERMIcY.
NOODZAKELIJKHEID VAN EEN CONSTRUCTIEVE
HANDELSPOLITIEK.
De Nederlan’dsche handelspolitiek van na den we-
reldoorlog en van ‘de laatste jaren in het bijzonder
lijdt aan het euvel, dat zij niet gebaseerd is op een
bewustwording van de economische stroomingen, d’ie
de wereld he’heerschen.
De bui’tenlandsche economische politiek van ons
land in do 19e en aan liet begin van de 20e eeuw
paste in de toenmalige economische werelcicoustella-
tie. Die van ‘de eerste jaren na ‘den wereldoorlog ‘hield
met de in’getreden wijzigingen geeii rekening; die van
de laatste jaren is een zuivere opportuniteitspolitiek
geworden, gebaseerd op defensieve overwegingen. Zal
,de h’andelspolitiek een constructieve ‘bijdrage leveren
tot de economische ontwikkeling van het land, dan
moet men haar als eerste eisch stellen, dat rij welbe-
wust uitgaat van de ontwikkeling der economische
verhoudingen iii ‘het wereldbestel. Eet ingrijpen in ‘de
vrije ontwikkeling van de individuën en in ‘het vrije
handelsverkeer moet ‘dan die krachten weten te ont-
wikkelen, die het economisch leven van liet land lei-
den in ‘die richting, waarin het in de samenleving
van moigen een gunstige positie ral vinden. Gouver-
11cr c’est prévoir! Dit geldt meer dan ergens anders
in de ‘handelspolitiek.
Men kan de ei’sahen, waaraan een constructieve wel-
vaartspolitiek moet voldoen, niet stellen zonder daar-
hij naar voren te brengen, welke belangrijke wijzigin-
gen er in de internationale concurrentieverhoudingen
zijn gekomen.
De omstandigheden en de voorwaarden voor de in-
ternationale concurrentie, in ‘het bijzonder op indus-
trieel gebied, zijn niet meer zooals zij in ‘de vorige
eeuw en aan het ‘begin van deze eeuw waren. De af-
geloopen jaren en meer speciaal de laatste 2 decen-
nia brachten daarin een belangrijke verandering, die
tot universeele uiting kwam, toen na den grooten
wereld-oorlog het economisch leven van Europa rich
herstelde.
In cle 19e eeuw werd het economisch leven geken-
merkt door een evenwicht tusschen West-Europa en
de rest van de wereld. De landen van West-Europa
waren de importeurs van grondstoffen en de expor-
teurs van industrieproducten. De rest van de wereld
nam de omgekeerde functie waar. Men trad op als
leverancier van grondstoffen en betrok industriepro-
ducten, hetzij voor pro’ductieve, hetzij voor consunip-
tieve doeleinden. Een enkel cijfer moge dit illustree-
ren. Het aandeel ‘der eindpro’ducten in :den uitvoer
bedroeg in 1913 voor Duitschland 75 pCt., voor
Frankrijk 61 pOt. en voor Engeland 80.5 pOt.; ‘het
aandeel der grondstoffen in den invoer ‘dier landen
was in deze jaren resp. 76, 80 en 75 pOt. Hoezeer
West-Europa optrad als vrijwel alleen-leverancier van
industrieele producten moge blijken uit het feit, dat
zelfs de Vereenigde Staten van Amerika in dere jaren
nog groote exporteurs van onbewerkte producten
waren. Over de jaren 1910-1914 bijv. heliepen deze
77 pOt. van den totaal-uitvoer. Toch was ‘het voor een ieder, die zich liet karakter
van den Europeeschen uitvoer dieper analyseerde,
duidelijk, ‘dat ‘dit evenwicht een permanente evolutie
doormaakte. De Europeesche uitv’oeren ‘hadden in zeer
‘belangrijke mate betrekking op de levering van pro-
ductieve goederen. De uitvoer ‘hiervan nam in veel
sterker miiate toe dan ‘die van’ de consumptieve goede-
‘ren, liet wa daii ôok geen wonder, dat zich reed’s
omstreeks de eenwswisseling symptomen van veran-
‘dering in ‘de evenwichtspositie gingen af teekenen.
20
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
S Januari 1936
Deze evolut:ie werd verhrokei,
–
toen de wereldoorlog
een groote viziging in de feitelijke verhoudingen
bracht. Europa verclveen als leverancier van afge-
werkte producten grooten’deels van de markt. liet had
een vrijwel onigelimiteerde vraag, zoowel naar grond-
stoffen als naar afgewerkte producten. Ook cle kapi-
taalsstroorn, die -de -drager der Europeesche uitvoe-
ren was geweest, veranderde van richting.
Da
–
t naden oorlog cle jongere landen de in-dustrieele
expansie met kracht
–
hebben voortgezet, ligt in ‘de lijn
hunner ontwikkeling. Europa lever-de wederom de
machines voor -de versterkte in-dustrialisatie, in wel-
ker ontwikkeling het Europeesche kapitaal nog ten
dccle de hand had. Door investeering en in-stalleering
werden ‘deze landen, bevorderd door het verloop der
technische ontwikkeling, voor cle in’dustrieele produc-
t-ie geoutilleer-d, maar ‘gelijk alle nieuwe ‘kapitaalslan-
den brengt -het karakter van -hun economisch leven
mede, ‘dat -zij bijzonder ‘sterk op -den internationalen
goederenruil zijn aangewezen. Zij- ‘deden ‘dus een be-
lanigrijk ‘beroep -op -de hu-itenlandsche markten.
Daar naa’st echter ontwikkelde zich bij de voor-
malige Europeesche leveranciers een streven om hun
j>iaats te hernemen. Dit leidde tot een botsing, die
een der belangrijkste on’derdeelen voi-rnt van ‘de econo-
mische -depressie -der laatste vijf jaren.
liet economisch evenwicht, dat bij het ‘begin van
deze eeuw tusschen Europa en de rest van -de wereld
bestond, is onder ‘de tegenwoordige verhoudingen on-
bestaan-baar. De gebieden der economische activiteit
zullen een -herver’deeling moeten ondergaan. Ieder
land op zichzelf zal zioh bij de ontwikkelin’g moeten
neerleggen en aanpassen. Een herziening van onze
inzichten terzake van de plaats van het economisch
leven van Europa te ]rn’dden van -dat (ter andere con-
tin-enten ‘is dan -ook noodzakelijk en het spreekt w’eer
vanzelf, dat ‘dit voor ‘de handelspolitiek beslissend
moet zp.
De toekomstige economische ontwikkeling zal wor-
den beheerscht ‘door een verschuiving van ‘het zwaar-tepunt van -het economisch leven -der wereld. Europa
is niet meer ‘de -spil of het centraal orgaan waar
alles van uitgaat en ‘d’at alles -be’heerscht. Het heeft
de wereld niet meer ‘in zijn macht. 0-ch de leiding der
internationale ruilverhou-dingen heeft Europa verlo-
ren, eenerzijds als gevolg van -de omstandigheid, dat
pro’ductiegdbieden ‘zeifstandiger zijn ‘geworden, ander-
zij’ds al-s uitvloeisel van ‘het feit, dat zich naast Europa
een nieuw hoog-kap’itali’stisch centrum heeft ge-
vormd, met name Amerika, waarnaar tal van anderen
zich wenden. De grondslagen voor deze ontwikkeling
waren reeds veel eerder aanwezig en reed’s in -den
loop der 19e eeuw ziet men tal van symptomen voor
het tanch dci Europeesche macht. In namv verband
-hiermede wijzigen -zich de industrieele concurrentie-
verhoudingen. Het ‘industrieel monopolie van Europa
is igebroken. De ruilverhouding tusschen Europa en
de andere landen kan niet ongewijzigd blijven’ voort-
‘bestaan. Dit -deed -zich ook reeds in de 19e eeuw
voor, zij het minder omvangrijk en meer gelegenheid
latend tot het vinden van nieuwe afzetgebieden.
Het groote vraagstuk is thans te weten, ‘hoe men
zich bij de internationale concurrentieverhoudingen
moet aanpassen en hoe onder ‘deze omstandigheden de
internationale ruil -zich zal ontwikkelen, want -de
indu’strialisatie ‘der jongere landen geschiedt in ver-
schillen’de étappes. Zij beteekent derhalve niet, ‘dat ‘de
ruil met
TTestEuropt
zou worden stopgezet.
Zij-
wil
slechts ‘zeggen, ‘dat het evenwicht zich ‘herv-ormt en
op andere wijze opnieuw tot stand komt. De gebie-
den, die -zich voor iu’dustrialisatie leenen zijn
–
in ‘de
eerste plaats -die bedrijven, waarvoor de grondstoffen
aanwezig zijn en dan nog ‘die, welke beantwoorden
aan -de la’gere ‘behoeften van de plaatselijke markt.
De vestiging van ieder ‘dezer soorten vereischt een
zekere rij’phei-d in indu-strieele ontwikkeling. ‘Op gron’d
hiervan zal de economische verkzaam’heid zich geogra-
fiseh verdeelen en onder invloed van deze vei’deel’ing
zullen zich de ru-il’vcrhoudingen tussohen de verschil-
len’de continen.ten ontwikkelen.
liet ‘is daarom ook niet noodzakelijk, -zelfs het
tegen-deel is aannemeliji, -d’at de ‘industrialisatie ‘der
jongere landen de oude landen als geheel zal schaden.
Wel worden de tot dusverre elkaar coinplementeeren-
de’be-drijfstakken ten ‘dccle tot concurrenten. Daar-
tegenover echter kom-t dit ten goede aan -de leveran-
ties van productieve ‘goederen ‘door cle oudere lan-
-den, terwijl ‘deze ook profiteeren van de
s
tij
gi
ng
van
de ‘koopkracht der vroegere afnemers, ‘d’ie tot groo-
tere importen van fijnere artikelen leidt. Men ziet
dus een zekere opschuiving in ‘de fijn’heid der te
produceeren artikelen. Hierop zal -het nieuwe econo-
mische evenwicht zich op den duur vormen. De han-deispolitiek moet zich aansluiten bij de economische
ontwikkeling. Die van de 19e eeuw deed zulks. De
toenmal’itge liberale handelspolitiek, die erop gericht
was de grondstoffen zoo voordeelig mogelijk te be-
trekken en slechts op de ein’dproducten een matig
invoerrecht te heffen, ‘paste inderdaad in het econo-
misch karakter van het toenmalige bedrijfsleven.
Wij aarzelen niet daaraan een belangrijk -gedeelte
van onze relatief groote welvaart toe te schrijven. Op
gelijke wijze zal een constructieve ‘handelspdlitiek moe-
ten trachten een maximum rendement uit de heden-
daagsche ontwikkeling te halen. d. G.
UITKOMSTEN DER BEDRIJFSTELLING.
Het zou ons niet verwon-deren, als de dezer dagen verschenen tweede band van het eerste Deel der Uit-
komsten van -de Bedrijfstelling nog meer ‘belangstel-
ling ondervond dan zijn voorganger. Over ‘de indus-
trie toch waren -tevoren, ‘zij het -dan ook partieel en
minder systematisch, wel gegevens gepubliceerd, maar
wat over de andere bedrijfstakken en wel in. het ‘bij-zonder over de winkels en andere ‘han-delszaken be-
kend was, mag zeer poover ‘heeten. Thans ligt er,
diuxk zij de Bedrijfstelliug, een volledig overzicht voor
ons, ‘dat ongetwijfeld nuttige ‘diensten zal kunnen
bewijzen ‘bij -de behandeling van verschillende actueele
en speciaal voor ‘het winkelbedrijf ook principieele
vraagstukken. Men weet nu hoeveel winkels er op
het -oogenblik van de telling in elke gemeente met
meer dan 10.000 -zielen waren, on’derschei’den naar ‘de verschillende soorten; ook zijn -deze ‘gegevens per pro-
vincie voor ‘de kleinere gemeenten met 5-10.000
inwoners en met minder dan 5.000 inwoners tezamen
gepubliceerd.’)
Het winkelbedrijf werd ingedeeld in 53 groepen.
Dat deze indeeling niet gemakkelijk is, behoeft -geen
–
be
–
t-oog. Men denke slechts aan -de vele, soms zeer
uit-eetiloopen-de soorten van artikelen, -die in één en
denzelf-deti winkel worden verkocht. Er kon uiteraard
geen onderscheiding gemaakt worden naar alle arti-
kelen, -die verkocht werden. De voornaamste soort
‘moest den ‘doorslag -geven. Nu kwam het vrij dikwijls
voor, dat, in een niet te verwaarloozen omvang, ook
nog een andere soort artikelen -verkocht werd, welke
onder een ‘der overige vinke1groepen viel. Daarom
zijn de tdbellen zoodanig ingericht, dat -bij elke groep
‘blijkt, in ‘hoeveel winke’ls het artikel in -kwestie als
voornaam artikel werd verkocht.
Bovendien blijkt – in hoeveel geva]len een bepaalde
soort winkel voorkwam, niet alleen als ‘hoofdbedrijf,
maar -ook als neven’bedrijf van een in hetzelfde -ge-
bouiv gevestigde fabriek of ‘handelszaak.
Op tdeze wijze ‘is ‘dus wel een z-oo volledig mogelijk
overzicht van ‘het winkelbedrijf verkregen.
Uit dit rijke materiaal – een zee van cijfers –
‘heb
–
ben wij -de volgen-de gegevens geput en gegroe-
– ) Een eerste artikel over deze telling werd -geplaatst
‘in E.-S.B. -van 11 Sept. 1935. – –
‘) Op het Centraal Bureau voor de Statistiek liggen de
gegevens betreffende de winkels in elke gemeente met
minder dan 10.000 inwoners afzonderlijk ter inzage.
8 Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21
peei’d, clie een indruk geven van de beteekenis van
het wiiikel’beclrijf voor ons bedrijfsleven.
Totaal aantal wiukels
Soorten van winkels
(hoofd- en nerenbecirijf)
absoluuti in pro-
1 centen
Wai-cn huizen
…………………….
18
0,01
Voedings- en genotmiddelen …….
61,7
7,3
hanket,
chocolade
………….
.2
1,9
31.647
20,7
kruidenierswaren en brood
3.839
2,5
kruidenierswaren
……………
kruidenicrsw. en manufacturen
1.936
1,3
w.o.brood
……………………]L120
kruideniersw. en galanterieën
–
.9
.4.409
557
0,4
coniestibles, delicatessen
..885
1.864
1,2
318
0,2
4.911
3,2
grutterswaren
………………..
zuivelproducten
…………….
7.711
5,0
groenten,
fruit
……………..
s]ngerijen
………………….
11.313
7,4
wild,
gevogelte
…………….
303 0,2
1.245
0,8
1.609
1,1
visch
………………………
11.838
7,6
wijnen,
gedistilleerd
………….
sigaren
……………………
1.313
0,9
Klccding,
cd.
………………..
14,4
W.
o. parfuinerieën, toiletartikelen
240
0,1
snoepgoed
………………….
10.196
6,7
niariufact. en woninginrichting
–
555
0,4
dames- en heerenconfectie
1.285
0,9
1.289
0,8
..22.044
141
0,1
manuf’acturen
……………….
1.531
1,0
6.258
4,1
heerenmode-artikelen
…………
pelterijen,
bont
…………………
449
0,3
clameshoeden
…………………
schoenen
……………………
Jiwishondelijke
artikelen, svoniflgin-
uitdra.gerijeri
………………….
25.165
16,4
richting
…………………….
wo. huishoudelijke
artikelen,
ijzer-
waren
…………………..
5.866
3,9
aardewerk, galantcrieën
2.462
1,6
3.993
2,6
2.8-20
1,8
woninginrichtin
g
…………..
schooiimaa.kartikelen, verfwaren
1.567
1,0
drogisterijen
………………
electrotechnische
artikelen,
ra-
dio-artikelen
…………….
2.279
1,5
5.848
3,S
330
0,2
8.308
5,4
2.916
1,9
126
0,1
538
0,4
rijwielen
…………………..
schilderijen, kunstartikelen
196
0,1
295
0,2
kunstnijverheidsartikelen
347
0,2
muziekinstrumenten, gramofoons
714
0,5 1.292
0,8
naaimachines
…………………
Cultureele behoeften
…………….
goud, zilver, edclsteenen
637
0,4
wo, boeken
……………………
religieuse
artikelen
…………….
1.247
0,8
foto-artikelen
…………………
Diversen
……………………..
3.048
2,1
lijsten,
platen
………………..
wo. speelgoederen, sportartikelen
281
0,2
uurwerkcn
………………….
116
0,1
bloemen
……………………
620
0,4
101
0,1
feestartikelen
………………
lederwaren
………………….
optische en medische artikelen
–
302
0,2
kantoorinrichting
……………..
261
0,2
levende
dieren
………………
waters’tokerjen
……………
..
1.092
0,7
iiiet afzonderlijk genoemde ar-
tikelen
…………………
275
0,2
Totaal ………………
IO2I
100,0
Gaan wij thans na in hoeveel wikels elk der voor-
naamste artikelen verkocht werd – zoowel in winkels
van de desbetreffende groep als in winkels van een
andere groep, waarin ‘dat artikel naast ‘het eigen arti
kel in ‘belangrijke mate omgez6t werd – en ‘brengen
wij die aantallen in verband met ‘het bevolkingscijfer,
clan krijgen wij -de volgende uitkomsten, waaruit,’blijk’t
op hoeveel inwoners één winkel voorkwam, waarin •de
artikelen in kivestie werden veikooht.
Groepeert men ‘de winkels, vaaiin de zes meest
voorkomende soorten van artikelen werden verkocht,
naar de grootte-klassen der gemeenten, zooais in tabel
III (pag.
22)
is getehied, dan
krijgt
mei merkwaar-
d i’ge uitkomsten –
II-
tantal inwo-
W
i n k e 1 g r o e p
ners op één
winkel
205
brood
……………………………..’,
529 610
sigaren
….
-………………………..
625
vleesch
…….
-……………………..
702
kruidenierswaren
……………………….
983
manufactureii
—————————–
—
huishoudelijke artikelen
……………. -…
1.057
–
—
1.232
groenten,
fruit
——– ……. —————-
—
1.251
schoenen
—–
–
—————————-
–
rijwielen
——————————-
—
–
–
1.535
zuivelproducten
—————————-
–
–
—
1.675
2.420
2.545
woninginrichting
————————–
–
drogistcrjeu
…………………,.,,..,,,
2.640
aardewerk,
galan’terieën
——————–
boeken
——–
–
—————————-
2.725
banket,
chocolade
————————–
electrotechnische artikelen, radio-artikelen
..
2.750
Het aantal winkels, waarin kruidenierswaren wer-
den verkocht, neemt af met de toeneming van ‘de
grootte-klasse ‘der gemeenten. Treft men in de klein-
ste gemeenten 1 winkel aan ‘op 135 inwoners, in ‘de
opklimmen’de gemeente’klassen is ‘het ei’ 1 op de 162,
202, 268 en 397. Ditzelfde verschijnsel siet men hij
den verkoop van brood (1 winkel op resp. 365, 403,
511, 727 en 977 inwoners), en, alhoewel in iets min-
der sterke ma-te, hij ‘den verkoop van manufacturen
(1 winkel op resp. 475, 520, 586, 682 en 898 inwo-ners). Daarentegen ziet men ‘bij de sigaren een toe-
neming van het aantal winkels met de grootte-klasse der gemeenten: 1 winkel per 825 inwoners in ‘de ge-
meenten beneden 5.000 zielen, stijgend van 1 ‘per 734
tot 1 per 564 en 1 per 512 inwoners in de gemeenten met 50-100.000 zielen. Alleen in de gemeen-ten met meer ‘dan 100.000 zielen vin’dt men een iets ‘grooter
aantal inwoners, nl. 574 per wiiikel. Wat voor si’garen
geldt, geldt ook vopr g’oenten en fruit, ‘maar in veel
sterkere mate. Voor ‘dit artikel vindt men in ‘de klein-
ste ‘gemeenten slechts 1 winkel per 2.191 inwoners en
in de ‘klassen ‘der ‘grootere gemeenten resp. 1 per
1.375, 923, 697 en 715 inwoners; zeer verklaarbaar,
omdat op het land ‘velen ‘hun eigen groenten en fruit
telen. Betrekkelijk ‘geringe verschillen vertoonen de
cijfers voor de sla’gerjen; alleen voor ‘de grootste
gemeenten vindt men een eenigszins afwijkend cijfer,
‘dat •op een relatief ‘geringer aan-tal slagerijen, maar daaron’d’er vele groote, ‘dan in ‘de andere gemeenten
‘dui’dt.
De tweede ‘band verschaf t ons niet alleen gegevens
over ‘het winkelbedrijf. De publicatie bevat ook een
overzicht van visseherij en jacht, van den ‘handel in
anderen vorm ‘dan winkelbedrijf, van het ‘verkeer, van
het crediet- en bankwezen en het verzekeringswezen
en van nog enkele an’dere ‘bedrijven.
Uit ‘de
cijfers
van ‘de verschillende ‘bedrijfsgroepen,
welk’e in ‘de publicatie per gemeente, per provincie
en voor ‘het Rijk vermeld sijn, ‘stelden wij tabel IV
(pag. 22) samen, ‘da-t totaalcijfers voor de ‘bedrijfs-
klassen geeft, waarbij edhter in ‘het ‘oog gevat moet worden, ‘dat’ en’kele ibedrijfsgroepen niet in de Uit-
koms’ten ‘der Bedrijfstelling ‘zijn opgenomen, t.w.
zieken- en ‘begrafenisfondsen, verzekeringsagentsohap-
pen en spaarbanken. Voor vergelijking zijn ‘de totaal-
ëijfers voor de Nijverheid (Band 1 van Deel 1) aan
het staatje toegevoegd.
Bij ‘de klasse Visscherj en Jacht moet opgemerkt
worden, dat ‘het eigenlijke jagersbedrjf in ons land
van uiterst ‘geringe ‘beteeken’is is. De 72 ondernemin-
gen, in deze ‘groep opgenomen, sijn voor een groot
deel een’denkooi’houders. In ou.s land wordt ‘de eigen-
lijke jac’h-t, evenals de robhenvangst, meestal als
nevenhedrijf uitgeoefend. –
Wat ‘de visicherj ‘betreft, ‘vindt men ‘in de publica-tie afzonderlijke ‘cijfers-over de zee- en kustvisseherj (3.272 vestigingen met 14.399 personen), de zoetwa-
22
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
S
Januari 1936
tervisscheri.j (1.493 vestigingen met
1.816 personen)
en de oester- en mossel’teelt (resp. 357 en 1.355).
Voor een meer gedetailleerd overzicht van de zee-
visseherij (zonder kustvisscherij) verwijzen wij naar de
reeds in 1931 gepubliceerde uitkomsten van de telling
van dit bedrijf, die zoowel op de schepen als ‘hun
bemanning betrekking hebben.
De landel, die niet het winkelbedrijf betreft, om-
vat den groothandel, den tusschenhandel en den detail-
handel (makelaardij, agentuur, vente rs, parlevinkers,
enz.). Onderscheiding van deze soorten van handel
bleek niet mogelijk; zij worden te veel gecombineerd
uitgeoefend.
Deze
groep handel omvat minder vestigingen en
minder personen dan het vinkePbedrijf (resp. 72.800
tegen 105.400 vestigingen
en
196.800 tegen 251.700
personen). Het zijn uiteraard hoofdzakelijk de win-
keljuffrouwen, die het groote verschil tusschen het
vrouwelijk personeel veroorzaken (22.000 tegen
105.800 vrouwen of. resp. 11 pOt. en 42 pOt. van het
geheele personeel).
III.
Tabel V gmift verhouclingscijfers. De verzekerings-
maatschappijen en
cle
crediet- en bankinstellingen
behhen het grootste gemiddeld aantal personen per
vestiging, nl. 17 en
12,5;
daarna komt de nijverheid
met 6,6; het kleinste gemiddelde vinden wij voor de
winkels, ni. 2,4.
De winkels hebben het grootste percentage vrou-
ven,
ei. 42 pOt.; bij cle banken en verzekeringsmaat-
schappijen is dit cijfer 18, in de industrie 17, bij het
verkeerswezen 16, in den handel 11.
Het grootste percentage jeugdige mannen (beneden
21 jaar)
vindt men in de industrie (19 pOt.), het
kleinste hij het verkeer (8,7); het hoogste, percentage
mannen van. 50 jaar en ouder treft men aan in de
visscherij (25,5);
daarna komen het winkelbedrijf
(22) en de handel (20,5); in de nijverheid is ‘dit
percentage 15,6. In de nijverheid vindt men de
meeste meisjes: 46 pOt. van alle vrouwen in die be-
drijfsklasse is beneden
21
jaar. Ook
i.n
den
handel
vindt men veel jeugdige vrouwelijke
krachten (35
pOt.), t.w. kantoorpersoneel. In het winkelbedrijf be-
Winkels, waarin verkocht werd
kruideniers-
groenten en
brood
in anufacturen
sigaren
vleesch
waren
fruit
Grootte-klassen der Gemeenten
k
inke]
ntal
aantal
1
aantal
aantal
aantal
aantal aantal
w.op aantal inw.op aantal inv.op aantal inw.op aantal inw.op aantal inw.op
~lwinkel
l
Il
~
lwinke]
~
lwinkel
Iwinkel
Gemeenten met meer dan
100.000
inwoners ………………
5.449
397
2.212
977
2.407
898
3.768
574
2.624
824
3.022
715
Gemeenten met
2.968 268
1.092
727
1.164
682 1.552 512
1.257
632
1.140
697
50-100.000
inwoners …………….
Gemeenten met
10.358
202
4.085
511
3.561
586 3.703
564
3.229
647
2.262
923
Gemeenteti met
..
7.447
162
2.998
403
2.323
520
1.644
734
1.745
892
878
1.375
10_50.000
inwoners
…………….
Gemeenten
met minder dan
5_10.000
inwoners ………………
12.480
135
4.610
365
3.546
475
2.041
825
2.458
685
769
2.191
5.000
jnvoi,ers
………………..
Het
Rijk
…………………….
38.702
205
14.997
529
13.001
610
12.708
625
11.313
702
8.071
983
Iv.
Vestigingen
Personen
I_
.
Vestigingen m e t
beneden
21
tlm
49
50 jaar en
2.10
11-50
51-200
201 en meer
.x
‘..
21
jaar
jaar
ouder
,,
personen
personen
personen 1
personen
= = =
No.
Bedrijfsklassen
‘7
‘0w
t
,
,,,ae
o
,ow
0
o:
‘0
2
j
3
4
5
6
7
8
9
10
II
12 13
14 15 16
17
18
19
20
XIX
Visscherij
en
5.195
17.661
511
2.431
187
10.354
213
4.368
III
2.063
3.007
7.317
83
2.043
34
3:256
8
2.985
XX
178.216
448.538
127.787
45.640
31.527
207.246
76.722
67.865
19.538
92.760
8151
240.024
3.583
68.602
313
26.870
49
20.282
Handel
………
wo. winkels
…
105.389
251.730
105.756
24.432
23.803 89.425
64.668
32.117
17.285
42.759
61.559
169.310
922
17.133 120
11.069
29
11.459
oi’erige handel
72.827
196.808
22.031
21.208
7.724
117.821
12.054
35.748
2.253
50.001
19.952
70.714
2.661 51.469
193 15.801
20
8.823
XXI
jacht
………..
66.817
301.053
48.407
21.981
6.391
185.178
30.435
45.487
11.581
27.705
36.631
108.156 1.999
41.403
345
33.630
137
90.159
XXII
Crediet- en
bankwezen
. .
2.135
26.646
4.715
3.096
1.283
15.674
3.209
3.161
223
419
1.253
5.954
398
7.596
50
5.000
15
7.677
XXIII
Verkeer
……..
Verzekerings-
661
11.259
2.046
1.375
640 6.249
1.317
1.589
89
34
403
L
1.859
175
3.706
45
4.234
4
1.426
1 t(m
wezen
……….
XVII
Nijverheid
….
157.020
1.031.055
171.569 162.849
79.234
562.469
81.891
134.168
10.444
63.749
82.277
8.975
8.537
181.534
1.927 179.373
530317.424
V.
Personen
Vestigingen
1
2-10
11-50 51-200
meer dan
mannen
vrouwen
persoon
personen
personen
personen
200
pers.
t
0(
Bedrijfsklasse
t t
(0
0)
0
0)
0
0)
0”O)
0
t
t
.=
t
..t
0)
t
0
=
–
2’0
0)
‘
-..
°
‘-
t
w
‘0
‘0
w
5.
‘0
0)
w
s.
‘0
as
s.5
‘0
‘
0
w
s.E
0)
(0=
.°m
”
0
m
”
t
as
o4
as
t.
as
t.
…
as
t4
as
t.
Visscherij en
jacht
3,4 2,9
14,2
60,3 25,5 36,6
41,7 21,7 39,7
11,7
57,9
41,4
1,6
11,6
0,6
‘18,4
0,2
16,9
28,5
14,2
64,6 21,2
24,7
60,0
15,3
52,0 20,7 45,7 53,5
2,0
15,3
0,2 6,0
0,1
4,5
Handel
…….2,5
‘o.
winkels
w
2,4
42,0
16,7 61,8
22,0
22,5
61,2
16,8
40,5
17,0 58,4
67,3
0,9
6,8
0,1
4,4
0,1
‘4,5
overige handel
2,7
11,8
12,1
67,4
20,5
35,1
54,7
10,2
68,6 25,4 27,4 35,9
,
8,6
26,2
0,3
8,0
0,1
4,5
Verkeer …….
4,5
16,1
8,7
73,3
18,0
13,2
62,9
23,9
41,5
9,2
54,8
35,9
3,0
13,8
0,5
11,2
0,2
29,9
Crediet en
bankwezen 12,5 17,7 14,1 71,5 14,4 27,2 68,1
4,7 19,6
1,6 58,7 22,3 18,6 28,5
2,3 18,8
0,7 ‘28,8
Verzekeringsw. 17,0 18,2 14,9 67,8 17,3 31
1
3 64,4
4,3
5,1
0,3 61,0 16,5 26,5 32,9 6,8 37,6 0,6 12,7
It/m XVII. Nijverheid 1 6,6 18,8 19,0 65,4 15,6 46,2 47,7
6,1 40,6
6,2 52,4 28,0 5,4 17,6
1,2 17,4
0,4 30,8
1
scoc
25
.p.s….
S• •’
50C
5OC
1250(—
‘
–
p000kg
)000 kg
8 Januari1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23
hooit slechts 22,5- pCt. van het vrouwelijk peisoaeel
tot ‘de groep -der :iegdigen.
1
–
let is het Verkeer, waarbij men het grootste per-
ce:ntage vrouwen boven de 50 jaar aantreft (al.
24
pOt.), wat hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door cle pensions, hotels, restaurants en café’s, waar het 28,6
pOt. van het totaal aantal vrouwen. (31.129) bedraagt;
in de industrie is -dit percentage 6.
Verreweg het hoogste percentage éémnanshedrijven
vindt men in den handel, ia
1
l. 69 pOt., met 25 pOt.
van alle daarin werkzame personen. In cle nijverheid
behoort 41 pOt. to-t de éénmanshedrijven, met 6 pOt.
van alle personen. Daarentegen komen de ‘grootste
vestigingen. (met meer dan 50 personen) voor bij die
-der verzekeringsmaatschappijen (7 pOt. der vestigin-
gen, i’net 50 pOt. van het personeel), waarop volgen
de vestigingen van het crediet- en bankwezen (3 pOt.
en 47 pOt), de nijverheid (1,6 pOt. en 48 pOt.) en
het verkeer (0,7 pOt. en 40 pOt.).
V.
D. v. i.
PRODUCTIEVERHOUDINGEN IN DE TRAWL-
VISSCHERIJ.
–
Onder de verschillende vischwij-zen, die wij hij de
zeevisscherij aantreffen, is -die met het trawinet de be-
langrijkste. Hierbij is •het welhaast noodzakelijk, dat
het schip, waarmede ‘de vissaherij wordt uitgeoefend,
mechanisch wordt voortbewogen.
Teneinde hier niet in technische bijzonderheden te treden, willen wij slechts vermelden, •dat hij het vis-
schen met het tra’wlnet ‘het schip zich voortheweegt
en het trawlnet over den zeebodem achter ‘zich aan
sleept. Het laat zich ‘begrijpen, ‘dat hij deze actieve
vischwij’ze een ine6hanisc’he voorbewegirig van het
schip zeer gewenscht is.
De Nederlan-dshe trawlvloot -is ‘dan -ook ‘hoofdzake-
lijk samengesteld uit ‘mechanisch voorhewogen vaar-
tuigen ,zooals: stoomtrawlers, motortrawlers, motor-
loggers, motorkotters, ‘sleephooten en motor-kustvi’s-
schersvaartuigen.
Het voornaamste scheepstype van ‘de trawlvloot is
de stoomtrawler. Oa. 65 pOt. van ‘de totaal ‘door de
trawlvisscherij aangevoerde hoeveelheid visch werd in
1934 door -dit scheepstype gevangen. Daarna volgen
in belangrijkheid: de motorloggers, de motorkustvis-
scher, de motortrawlers en tenslotte de motorkotters.
In de grafiek-tel’den wij -de ingeschreven tonnage in
bruto m3, den aanvoer en ‘de opbrengst van de Neder-
liva•dshe trawlvloot gedurende de laatste tien jaren
noor. Het valt zeer te betreuren, dat niet de gegevens
t beschikking staan betreffende ‘de tonnage van -de aan de trawlvisscherj ‘deelnemende vloot. Hierdoor
zou i-namers eeiiig inzicht in de rentabiliteit van ‘de
vloot te
verkrijgen
zijn. –
opbrengst, in G’ld.
Uit -de grafiek valt in d-e eerste plaats af te lezen
de voortdurende stijging van de ingeschreven ton-
nage. Zelfs in het jaar 1934 is nog een vooruitgang
waar te nemen. Oppervlakkig beschouwd zou een stij-
ging een ‘gezond verschijnsel genoemd moeten worden.
Bij nadere beschouwing ‘bljict echter ‘het tegendeel.
In 1925 waren 167 stoomvaartuigen ingeschreven en namen 159 ‘deel aan de visscherj, terwijl in 1934 200
vaartuigen waren ingeschreven en slechts 93 aan de
visscherij ‘deelnamen. WTet
en
wij ver-der, dat ca. 70 pOt.
van cle stoomtrawlers ouder zijn dan 20 jaar en ca.
50 pOt. on.der zijn dan 30 jaar, -dan valt het niet
moeilijk te con’cludeeren, dat ‘hij den aanbouw of den
aankoop van schepen in ‘het geheel geen ou’de schepen
zijn opgeruimd. Dit is een groot nadeel, omdat een
zeer ‘oneconomisch deel van het productie-apparaat
gehandhaafd blijft en derhalve een latente concurren-
tie vormt hij een periode van hoogere prij’zen.
Na 1930 -is een scherpe ‘daling van de ‘hoeveelheid
en de opbrengst der trawlvisscherij ingetreden.
Thans zullen wij nader -onderzoeken, welke verande-
ringen in de bedrijfsuitkomsten bij -de stoomtrawlers
hebben plaats gevonden. In onderstaande tabel ‘zijn
een aantal gegevens gegroepeerd, die hierover eeni-g
licht -verschaffen.
Jaar
Aantal deel-
ne m ende
stoomtrawlers
Gem. tonnage
oer vaartuig van
de te Ijmuiden
binnengek. tr
.
per rei
opbrengst
sdag
Gemiddelde
bij Noord.
Zeevissch e rij
In kg
In Old.
1934
..
93′
573
1184
205 1933
100
548
1240
210
1932
…
131
572
1047
233
1931
…
181
561
1056
252
1930
201
530
936 259
1929
..
202
519
807
285
1928
176
519 855
294
1927
162
518
877
282
1926
160
534 858 273
1925
159 521 831
263
Toen in ‘het jaar 1928 de gemiddelde opbrengst per
reisdag
f
294 bedroeg, was deze opbrengst aanleiding
om meer trawlers in de vaart te brengen. In het vol-
gende jaar komen dan 26 vaartuigen meer in de
vaart. Het zijn waarschijnlijk niet. de productiefste
trawlers, want de gemiddelde opbrengst in kg per
reisdag daalt ruim 5 pOt. en -de ‘geldelijke uitkomsten
pei reis’dag verminderen met ruim 3 pOt. In het jaar
1930 treedt ‘de prijsdaling in. De ‘gemiddelde op-
brengst per reisdag in guldens wordt minder on’danks
een hoogere opbrengst in kg. Het volgend jaar wor-
den een aantal schepen uit ‘de vaart ‘genomen en in
cle daarop volgende jaren zet ‘dit verschijnsel zich
voort. De gemiddelde opbrengst per reisdag in ‘gul-
dens blijft dalen, maar ‘de vangcapaciteit van de aan
de visseherij deelnemende vaartuigen wordt grooter.
Het zijn blijkbaar ju’ist de gröotere trawlers, die
productief ‘gen-oeg zijn, om in de vaart te ‘blijven,
want de gemiddelde tonnage per schip neemt toe (‘het
cijfer voor liet jaar 1933 is ‘beïnvloed door -de staking
te IJmuiden). Minder dan ‘de ‘helft van de in 1929
aan de trawlvis-scherij ‘deelnemende vloot was in 1934
nog in “bedrijf. De bed-rijfsuitkomsten vertoonen een
achteruitgang van ruim 27 pOt. Indien men -de waar-
‘destijging van de munteenhei’d en de ‘daaruit voort-
vloeiende -daling van de exploitatiekosten in aanmer-
king neemt, dan blijkt hieruit wel, dat de uit de vaart genonien 50 pOt. der vloot reeds in 1929 ternauwer-
nood rendabel te exploiteeren was. Het is ook juist
50 POt. ‘der
–
vloot, die ouder ‘dan 30 jaar i’s en reeds
ges’loop t ‘had moeten ‘zijn.
Vergelijken wij -de gemiddelde ‘opbrengst in kg en
guldens in 1929 met ‘die van 1934 ‘dan blijkt, dat de
opbrengst in kg met 47 pOt. is gestegen en de op-
hrengst in ‘guldens met ruim 27 pOt, is gedaald. Be-
langrijk. is ‘om na te gaan, of de waardedaling uitslui-
tend is toe te -schrijven -aan de ‘algemeene daling van het prijsniveau ‘dan wel of ook andere oor’zaken daar-
toe hebben geleid. In de volgende tabel vindt men
een aantal cijfers, die ‘hierin e
–
enig inzicht kunnen
geven…
24
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1936
Gemiddelde opbrengst per reisdag in kg van stoom-
trawlers in de Noordzee (te IJmuiden binnengekomen).
Vischsoort
1925
1
1927 1929
1930 1931
1932
946 1108 1088
1933
1166
1934
1231
Totaal
………818
878 809
56 42
15
16
36
36
32
249
197
165
127
93
102
117
Schelviscli
. .. .
275 220 210 349
407
364
443
381
Kabeljauw
… .
105
151
132 197
244
235 264 258
Tong
………27
Schol
………230
Totaal dezer
4 soorten
. .
..
637
676 582
726
794
728
845
787
Vier soorten in
ol
o
van hettot.
78 01o177
0
/0
72
0/
77
0
10 72
0
/0
67
0/
73 ol,
64
°/
De vier soorten tong, schol, sehelvisch en kabeljauw
zijn de belangrijkste visehsoorten in waarde en ge-
wicht voor de trawlvisscherij. Wij zien, dat deze waar-
devolle, soorten in de laatste jaren sterk aan het af-
nemen zijn. Over de jaren 192511929 maakten de ge-
noemde soorten gemiddeld 77,2 pOt. van de totale
aangevoerde hoeveelheid uit; in de laatste vijf jaren
zijn zij tot 10,4 pOt. teruggeloopen. De gemiddelde
opbrengst per reisdag, bedroeg voor de eerste vijf
jaren
f
276 en voor de laatste vijf jaren.
f
232, het-
geen een vermindering van 12 pOt. beteekent.
Hier
blijft
nu nog buiten beschouwing de even-
tueele teruggang in kwaliteit van de genoemde vier
vischsoorten, die veroorzaakt wordt, doordat de visch,
die gevangen wordt, gemiddeld kleiner van stuk is.
Niettemin moet nu reeds erkend worden, dat de ver-
mindering van de bedrijfsuitkomsten niet in de eer-
ste plaats aan de veranderde economische omstandig-
heden
te wijten is.
Het is de achteruitgang van den
vischstand der waardevofle soorten, die bij de Noord-
zeevisscherij lagere bedrijfsuitkonzsten veroorzaakt.
Wat hierboven voor de te Ijmuiden binneng-
komen stoomtrawlers tot uiting komt, valt bij de ge-
heele. trawivisseherij op te merken. In 1925 maakten
tong, schol, schelvisch en kabeljauw 73,6 pOt. van het
gewicht en 74 pOt. van de waarde uit. In het jaar
1929 waren deze
çijfers
resp. 64,5 pOt. en 73,2 pOt.;
in 1934 nog slechts 61,3 pOt. en 70,1 pOt.
Hier teekenen zich duidelijk de nadeelen van de zoogenaamde pufvisscherj af. Over dit onderwerp
bracht in 1925 de bioloog Dr. J. J. Tesch een uit-
voerig rapport uit.’) Er zijn thans tien jaren voorbij-
gegaan na het uitbrengen van bovengenoemd rapport
en nog steeds heeft de Regeering niet ingegrepen. De
economische nadeelen doen zich voortdurend sterker
gevoelen en juist in een tijd van algemeene prijs-
daling weegt deze factor zeer zwaar.
• in Engeland en Duitschland werd dit vraagstuk
wei reeds aangepakt.
2)
Ook de uitkomsten van de visscherij der stoom-
trawlers
OP
de lersche Zee, Engeisch Kanaal en Ijs-
land zijn in de laatste jaren zeer achteruitgegaan. De
gemiddelde opbengst per reisdag bijvoorbeeld voor
de visscherij van stoomtr.awlers in.het IJsland-gebied
is in. 1934 terug geloopen tot
f
135 tegdn een gemid-
delde opbrengst per .reisdag van
f
338 in 1929. –
In onderstaande tabel geven wij het gemiddelde aantal reisdagen per reis en het gemiddelde aantal
reisdagen per schip per .jam: van de stoomtrawlers.
.Hieruit blijkt; dat ]i.et gemiddeld aantal reisdagen
per reis vermeerderd is, doch het gemiddeld aantal
reisdagen per schip per jaar verloopt dngunstig. Een
bepaald productief gebruik van de vloot kan hieruit
niet geconcludeerd worden.
In het algemeen lan men wel zeggen, dat,de thans
in, gebruik zijnde stoomtr.awlers de productiefste zijn.
Zoowel ingemiddelde opbrengst in kg
els
in guldens
geeft dit scheepstype bij de visseherij op de Nordzee
‘) .Rapiidi-t aangaande de Pufvissoherj door Dr. J. J.
Tesch’, Verslagen en mecledeelingen van de afd: Vissoherijen,
N.
•)’ in Eg1d Sea Fishin.g Act, Juli
1933;
in Duitsch-
land Vaststelling minimum-maat voor
schol
Mei
1935.
zelfs hoogere cijfers te zien dan het moderne type
trawler: de motortrawler. In 1034 was de gemiddelde
opbrengst van de stoomtrawlers bij de Noordzee-vis-
scherij 1184 kg tegen 1006 kg bij de motortrawlers,
terwijl in het zelfde jaar de gemiddelde opbrengst in
gdldens 205 voor de stoomtrawlers en 175 voor de
motortrawlers bedroeg. Men zow echter een inzicht in
de exploitatiekosten moeten hebben om een oordeel
te kunnen vormen over de rentabiliteit van beide
scheepstypes.
Stoomtrawlers.
Gem. aantal reis- 1 Gem. aantal reisdagen
•aar
dagen per reis
per schip per jaar
1934
ii
200
1933
9
171
1932
–
1931
10
119
1930
9
210
1929
9
221
9
235
1927
9
236
1828
…………
1926
9
212
1925:..:’
9
224
Thans willen wij nog de motorlogger bespreken. De
andere scheepstypes zullen wij hier niet onderzoeken,
omdat dan ons werk te omvangrijk zou worden.
De.motoriseering van de zeillogger vond plaats in
1928 enin de jaren 1929-1930 bereikte rij haar
hoogtepunt. In de volgende tabel geven wij vanaf
het jaar 1929 (het beste jaar voor de trawlvisscherj
van het laatste decenniu) een overzicht over de ge-
middelde opbrengsten per reislag en gemiddeld aantal
reisdagen per reis en per schip per jaar.
Motorloggei’s. .
Jaar Gemid. aantal
reisdagen per
–
reis
Gemid. aantal
reisdagen per schip per jaar
1
Gemid. opbrengst p. reisdag
in kg
in Old.
1934
9
178
238
70
1933
9
173
252
73
1932
8
171
204
,
68 1931
7
133
204
89
1930
7 1-15
197
85
1929
7
107
244
101
De gemiddelde opbrengsten per reisdag in kg too-
nen weliswaar schonimelingen, maar er valt toch geen
bijzondere tendens aan te wijzen. De waarde-ophrenig-
sten loopen in de laatste jaren geleidelijk achteruit.
In het jaar 1934 Was de waarde-opbrengst ca. 30 pOt.
lager dan in 1929 (bij de stoomtrawlers bedroeg deze daling 27 pOt.). Voor een juist inzicht in de oorzaken
van de daling der waarde-opbrengsten zou men, gelijk
wij hierboven voor de stoomtrawlers deden, een split-
sing naar de aangebrachte vischsoorten dienen te ma-ken. Met de tot onze beschikking staande gegevens is
dit niet wel mogelijk. Uit de stijging van het gemid-
deld aantal reisdagen per reis valt af te leiden, dat men door verlenging der reizen de onkosten heeft willen doen dalen. De stijging van ihet gemiddeld
aantal reisdagen per schip per jaar wordt waarschijn-
lijk veroorzaakt door de geringere deelname van de
mot-orloggers aan de haringvisscherij.
Oderstaand geven wij ten-slotte nog de gemiddelde prijzen per kg vad de te IJmuiden aangevoerde visch,
gesplitst naar enkele soheepssoorten.
Trawlvisscherij.
Motor-
trawlers
1
Stoom-
trawlers
Motor-
trawlers
Kustvis- schers vaar-
tgen
1934
0.15 0.17
0.30 0.24
1933
0.16 0 16 0.30
0.20
1932
0.25
0.22
0.34
0.20
1931
0.24
–
0.23
.
0.44 0.22
1930,
–
0.27
–
0.45
0.24
1929
–
0.34
–
–
–
.0.44
025
S Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
25
Zeker is het, dat de uitkomsten van het type
stoomtrawler het orcgunsti.gst te noemen zijn. De ge-
rnidcleide prijs per kg was in 1034 met 50 pOt. ge-
daalcl ten opzichte van den gemiddelden prijs in het
jaar 1929. Voor dc motorloggers bedroeg deze daling
32 pOt. en voor motorku stvi sschcrsvaartui gen slechts
4 pOt.
Resurneerende meenen wij door het bovenstaande
tot de volgende conclusies te moeten komen:
het productie-apparaat is voor een belangrijk
deel verouderd en derhalve oneconomisch;
er dient oaderrzocht te worden, welk scheepstype
het productiefste type
is,
voor welk onderzoek wij ten deele reeds den weg hebben aangegeven; het verouderde gedeelte der vloot dient gesloopt
te worden
i)
en de opbouw van het productie-apparaat
moet geleid worden in de richting van het meest eco-
nomische scheepstype;
de achteruitgang van den vischstand der Noord-
zee gaat een z’oodanigen catastrophalen omvang aan-
nmen, dat maatregelep dringend geboden zijn;
in cle eerste plaats dient op deze interne oor-
zaken de nadruk te worden gelegd en eerst dan kun-
neti de oorzaken, die uit cle verandering van de con-
junctuur volgen, in aanmerking worden genomen.
A. F. HAccou.
1) Zie voor sioop- en opbouwpian in Frankrijk: Handels-
l)erichten 28 Februari 1935, 29e J’aargang, No. 9. Alle in dit artikel verwerkte cijfers zijn ontleend aan de
jaarcijfers van de Verslagen en niededeelingen van de Af-
cleel’ing Vissdherijeu van het Departement van Economische
Zaken (thans Departement van Landbouw en Visseherijen)
en aali de jaarverslagen van het Staatsvisschersha’ve’ube
– drijf te J.Jmuidn.
EEN STAATSINSTELLING TER BEVORDERING VAN
DEN
UITVOER.
•De gedachte, dat de staat den nationalen uitvoer
moet bevorderen, karakteriseert een speciale econo-
mische zienswijze. Aanvankelijk was bevordering van
den invoer ‘het doel van den ‘buitenlaudsdhen handel; men iliktd goederen noodig, welke ‘het eigen land niet
bezat, ruilde ze tegen nationale producten of ver-
wirf ze ‘door oorlog eii roof. Langzamerhand eerst
krijgt de ‘handhaving van den afzet van binnenland-
sdhe producten een wo groote ibeteekenis, dat de
Staat met vredelievende of zelfs, vooals Engeland in
het midden van de vorige eeuw in den opiumoorlog
tegen China, met militaire middelen de belemmerin-
gen, welke dezen afzet bemoeilijken, gaat overwin-
nen. Door de grootere industrialisatie neemt de be-
hoefte aan export voozeer toe, ‘dat cle groote indus-
trielanden, hetzij (iooals Engeland en de Vereenide
Staten) hij ‘hun diplomatieke vertegenwoordigingen
in ‘het buitenland een speciale organisatie voor ‘het
hstudeeren van cle afzetmogelijkheden inschakelden
(ambtenaren van het ,,Department of Overseas
Trade” resp. van het ,,Bureau of Forei’gn and Do-
mest’ic Comnierce”), ‘hetzij (—zooals Duitschland) de consuls met ‘deze studie belastten.
De agrarische landen volgden dit ijoorbeeld slechts
schoorvoetend. Slechts enkele Dominions ‘hebben ‘handelsvertegenwoordigin’gen in Londen en in de
voornaamste plaatsen buiten ‘het Imperium. Neder-
land speciaal stond op het standpunt, dat de geregelde
consulaire berichtgeving van algemeenen en bijzon-
deren aard, alsmede de steun, welken cle consul’s hij concrete zakenmogelijkheden aan de offerten uit het vaderland ‘gaven, een voldoende bevordering van de
exportzaken ‘boden, temeer, omdat Rotterdam en Am-
sterdam over een uitgebreiden particulieren infor-
matiedienst beschikten. Deze houding was ongetwij-
feld juist, zoolang de prijs in de wereld de beslissende
factor’was voor den omvang en de richting van den
buitenlandschen handel. Naarmate het vrije goede-
reii- en ‘betalingsverkeer echter belemmerd werd,
moest de .,Nederlandsche Regeering actiever dan tot
dusverre de nationale uitvoerhelangen bese}iermeu.
Zij deed zulks in de eerste plaats door ‘haar onder-
danen tegen verliezen, welke uit de trausfer-insolven-
tie van het dehiteurenland konden voortspruiten, te
beschermen; de clearingverdragen zijn ‘hiertoe het middel. Zij sdhakeien bij ‘de ‘handelsver’dragen de
groo’te Nederlandsche koopkracht in, teneinde de
medewerking van andere staten bij het koopen van
Nederlandsche goederen te verkrijgen. Zonder de tot
dusverre op ‘dit gebied behaalde successen te verklei-
nen, moet toch worden geconstateerd, dat het maxi-
mum van ‘hetgeen bereikt kan worden, nog geenszins
is verkregen. Wanneer met name Nederland zich af-
zetmogelijkheden in het buitenland voor zijn zich ont-
wikkelende industrie wil verzekeren, dan komt het er
niet alleen op aan, in hande’lsverdragen deugdelijke
ui’tvoerkansen te openen, dodh nog meer daarop, dat
deze kansen door ‘de betrokken industrieën en firma’s
ook werkelijk worden benut.
Uit het voorheeld van den bu’itenlandschen handel
van Nederland met Zuid-Amerika ‘blijkt wel zeer dui-
delijk, hoeveel er op het ‘gehied van de systematische bevordering van den uitvoer nog kan worden gedaan.
Op ‘den voorgrond zij gesteld, dat Nederland in alle
landen van Zuid-Amerika op de grootst mogelijke
Politieke sympathieën kan rekenen. ‘In bijna alle lan-
den spelen de Nederlandsche reederijexi ook thans nog
een groote rol, zoowel ten aanzien van de ‘binnen-
komende en uitgaande lading als ten aanzien van het
passagiersvervoer. Een groot aantal Zui d-Aerikaan-
sche leeningen is ‘in Nederland geplaatst; ‘het Ne-
derlandsche ‘bankwezen heeft overal ‘haar eigen kan-
toren of zeer in aanzien zijnde vertegenwoordigers. De Nederlandsche goederenoffertes ontmoeten ‘dus
een atmosfeer, welke veel gunstiger is ‘dan voor
mnenige ‘industrieele grootmnacht. Niettemin ‘toonen de
cijfers, dat de Nederlandsch-Zuid-Amerikaansche ban-
cleisbalans ‘in sterke mate passief is:
Iste -halfjaar 1935
iste halfjaar 1934
Invoer Uitvoer Saldo invoer Uitvoer Saldo
uit
naar
uit
naar
(i m
n illioenen Guldens).
Argentinië – 41,7
3,7 -38,0
30,6
3,0 -27,6
Brazilië
.. 4,4′
1,0
– 3,4
6,8
1,2
–
5,6
ilolivia . . . – 3,2
0,01 – 3,1
2,9
0,5
– 2,4
Chili ….,. 1,7
0,25 – 1,45
1,0
0,3
– 0,7
Uruguay … 1,5
0,3
– 1,2
0,9
0,4 – 0,5
Columlyia , , 1,0
0,2
– 0,8
1,3 ‘
0,2
— 1,1
Ook indien men niet principieel op het standpunt
staat, dat een Ihandelsbalans in evenwicht behoort te
zijn, zal men toch speciaal in de ontwikkeling van de
Néderlan’dseh-Argentijnsehe handelsbalans e’en bewijs
moeten zien van ‘het feit, dat de uitvoermogelijkhedexi voor onze machine-, textiel- e.n levensm’iddeleuindus-
trie en van de Nederlandsche werven (om slechts en-
kele van ‘de in aanmerking komende bedrijfstakken te noemen) geenszins ten volle worden gebruikt.
De Zuid-Amerikaansche han’delsstabistieken toonen alle, ‘dezelfde wanverh’oi,cdi’ng tus’schen invoer uit en
uitvoer naar Nederland, hoewel van tijd tot tijd ten-
‘den’zen tot verbetering bij ‘den invoer en, vanuit het standpunt van Nederland als doorvoerland, absoluut
ongewensdhte tendenzen tot verzwakking bij den uit-
voer moeten worden geconstateerd. Het Nederland-
sehe aandeel in den totalen invoer van Argentinië
steeg van 1,7 pOt. in het eerste halfjaar van 1934
tot 1,9 pOt. in ‘het eerste ‘halfjaar van 1935. De Ar-
gentijnsehe
uitvoercijfers
kunnen niet vordén ge-
‘bruikt, daar zij ten aanzien van 1934 den uitvoer wel
naar de landen, waarheen werd geëxporteerd, verdee-
len, voor 1935 echter rond
5
van den geheelen uit-
voer als ,,aan order” veikocht vermelden. Bij den
totalen invoer van Brazilië van goud-f.
28
(1933) en
gou’d-f 253l miii. (1934), komen in beide jaren rond
1,05 miii. voor rekening van Nederland, zoodat dus
ook hier een naar verhouding ‘lichte verbetering valt
op te, merken. De vermindering van het Nederland-
sche ‘ aandeel in de’ti totalen uitvoer van Brazilië
26
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1936
(waarde 1933 ruim goucl-f 1,6 tegen 1934 nog geen
goud-f 1,5 mifl. op een totale uitvoerwaarcie van ca.
354 mili. in beide jaren) moet in hoofdiaak aar cle
directe B raziliaansche katoenverschepi ogen naar cle
Duitsche havens worden toegeschreven. De invoer van
Nederlandsohe goederen in Colunhia steeg weliswaar van 0,8 miii. Pesos in 1933 tot 1,2 miii. in 1934, doch
gedurende hetzeif cle tijdvak steeg de totale invoer van
Coiumbia van 50 tot 87′ miii. Pesos. Eveneens hield
de stijging van den Oolumbiaanschea uitvoer naar Ne.
deriand van 3 tot 3,8 miii. Pesos geen geli,jken tred
met de algemeene toeneming van den uitvoer van
73 •tot 124 mifl.
Deze enkele voorbeelden, hoeveel fouten door de
schommelingen van de Zuid-Amerikaansche valuta’s
daaraan ook kunnen kleven., toonen toch duidelijk,
dat het verbeteren van de ‘handelsbalans tusschen
Nederland en de Zuid-Amerikaansche Staten eerder
door een vermindering ‘van de Nederlandsche aankoo-
pen, dan door een vermeerdering van de Nederland-
sche verkoopen plaats heeft. Overigens valt •deze ten-
clens ook in de algemeene handelsstatistiek op te mer-
ken. In de eerste •zeven maanden van het loopende jaar daalt de Nederiandsche invoer t.o.v. het voor-
afgaande jaar van
f
623 miii. tot.
f
532 miii., terwijl
de Nederiandsche uitvoer niet alleen niet steeg, doch
‘zelfs van
f
397 miii. tot
f
373 miii. daalde.
In deze omstandigheden verdienen de maatregelen,
welke andere ‘landen in het belang van een systema-
tische bevordering van hun uitvoer hebben genomen,
speciaal de aandacht. Er is natuurlijk geen sprake
van, dat inrichtingen kunnen worden overgenomen,
welke de jure (Sovjet-Rusland) of de faoto (Dnitsch-
land) een monopolisatie van den hui’tenlandsohen
handel en de uitschakeling van of op ‘zijn minst een
trenge staatscontrôle op het particulier initiatief
tengevolge hebben. Anderzijds eischen de Engelsche of
Amerikaansche organisaties ter bevor.dering van den
uitvoer de volle aandaeht; zij ‘zijn echter veel te
kostbaar, om ‘zelfs op een kleinere basis in Nederland
te kunnen worden geïmiteerd. Daarentegen is het on-
getwijfeld van direct practisoh belang, de ‘organisatie
van een modern en met bescheiden middelen werkend
instituut ter ‘bevordering van den uitvoer te leeren
kennen. Een dergelijk instituut is ‘het, op grond van
de wet van 21 Juni 1934 ingevoige een verordening van 4 Juli 1034 opgericht Tsjecho-Slowaaksche uit-
voerinst’ituut (Exportni Ustav Oeskosiovensky) te
Praag. Tot ‘cle taak van het instituut Ibe1oort ,,de
krachtidad’ige ‘bevordering van •de ‘ontwikkeling van
den Tsjech’o-Slowaaksehen uitvoer, in het bijzonder
door concentra’tie en organisatie van ‘de informatie-,
propaganda-, ‘bemiddelings-, advies-, studie- en oplei-
clingsdienste’n”.
De voornaamste taak is teredht het verschaffen en
doorgeven van ‘huiteii’ian’dsch materiaal ter informa
tie van ‘den handel, liet ‘instituut verkrijgt dit door
cle consulaten en ook door eigen vertegenwoordigers
in ‘het buitenland; ‘het doorgeven van deze mededee-
lingen geschiedt, voor zooverre zij van vertrouwelij-
ken aard zijn of een speciaal karakter dragen, direct
aan de belanghebbenden, anders via een eigen orgaan
van het instituut. Dit orgaan is •de ,,Welthandel” (er
verschijnt ook een uitgave in het Tsjechisch), een
wekelijks gepubliceerde, aan clén zijde gedrukte cor-
respondentie, waarvan cle a’honnements’prijs Kc. 120,
of rond
f 7,50
per jaar bedraagt. De artikelen en
aanteekeningen dragen. een ‘zoodanig opschrift, dat
zij ‘in een register naar landen, resp. naar goederen,
kunnen worden gerangschikt; men tracht ‘ook den
kleinen industrieel en den exporteur in staat te stel-
len om een omvangrijk exportardhief aan te leggen,
waaruit hij ‘zich in een concreet ‘geval direct en zon-
der speciale aanvragen omtrent exportmogelijkheden,
exporttechniek, ‘betalin’gswijze, ‘deviezenvoorsohriften,
invoerrechten e.d. kan oriënteeren. Voor zooverre in
speciale gevallen de inlichtingen door ,,Welthandei”
niet voldoende zijn, staat het ‘instituut den ‘binnen-
landschen belanghebbenden met raa’d ter zijde; het
geeft ‘in het bijzonder ook leiding bij het incasseeren
van reeds vervallen en bevroren vorderingen, licht ‘het
ivinisterie van Handel en dat van Buiteniandsche
Zaken in omtrent speciale door de exporteurs geuite
wenschen, en maakt bij de buitenlandsche belangheb-
benden propaganda voor de Tsjechitehe fabrikanten.
liet spreekt vanzelf, dat het instituut zelf op geen
enkel terrein van ‘het bedrijfsleven werkzaam is.
Ten aanzien van de propaganda bestaat de taak
van het instituut eeiierzijds uit ‘het arrangeeren van
collectieve tentoonstellingen in ‘het ‘buitenland, ander-
zijds uit het aantrekken van ibuitenland.sche koopers
op de ,,Prager Messe”.
Aan inkomsten ‘heeft het instituut, zooals vanzelf
spreekt, ‘de beschikking over de abonnementsgelden
van ,,Weithandel”, welke echter juist voldoende zijn
om de drukkosten te dekken. Bovendien ontvangt het
instituut een subsi’die van de Regeering van Kr. 3
m’i’ll. per jaar. Tenslotte komen als toevallige inkom-sten in aanmerking vergoedingen voor zeer bewerke-
lijke informaties, advertenties in ,,Weithan’del” e.d.
De inkomsten worden volgens ‘instructies van den
door de Regeering ‘henoemden voorzitter door den algemeenen directeur aangewend; hij wordt ‘bijge-
staan ‘door een raad, gevormd uit vertegenwoordigers
van de i.n’dustrie, van landbouw en de consumenten.
Door de oprichting van ‘het Praagsche exportinsti-
tuut worden, ‘h’ierop werd ‘hij de opening door den
Tsjechischen Minister van Handel de aandacht ge-
vestigd, ‘geen garanties voor een spoedige sterke uit-
‘breidi ng van den buitenland’sohen ‘handel van Tsjecho-
Slowakije ‘gegeven. Inderdaad kan een ‘dergelijk insti-
tuut zijn nut voor de natie pas aantoonen, wanneer
‘het voehng krijgt niet de exporteurs en in staat is,
zijn onderzoekingen speciaal ‘op hun ‘behoeften in te
stellen. liet komt er ook ‘veel op aan, in welke mate
en in welk tempo het nieuwe instituut in staat is, ‘het
wantrouwen te overwinnen, ‘dat het vooraf in die krin-
gen ontmoet, welke reeds lang ‘hebben geëxporteerd
en welke research op een gebied, dat in zoo sterke
mate voeling moet houden met de practijk als export,
gevaarlijk en overbodig vinden. Tot de moeilijkste
taak van een exportinsituut behoort tevens, om zoo
te werken, dat ‘het de producenten niet prikkelt, den
uitvoerhandel te passeeren – een ontwikkeling,
welke steeds tot aanzienlijke nationale en particuliere
verliezen door onkunde van ‘de toestanden in ‘het
‘buitenland moet leiden. Daarentegen kan •het export-
instituut voor ‘het nationale bedrijfsleven groot nut
afwerpen, doordat ‘het zeer groote kringen van pro-
ducenten ,,export-ini nded” maakt, ‘hen op ontwikke-
iin’gsten.denzen in liet buitenland en op de mogelijk-
‘heden wijst om van ‘deze tendenzen ten gunste van
het eigen bedrijf gebruik te maken. Het is niet te
vermijden, dat op deze wijze ‘de particuliere berich-
ten’dienst van de kranten en ‘tijdschriften van tijd tot
tijd wordt voorbijgestreefd. In den regel zullen ‘de
mededeelingen van een exportinstituut ‘door ‘zijn
speciale oriëntee ring op de exportbelangen sterk van
de meer algemeen economisch ‘georiënteerde kranten-
berichten verschillen, liet instituut moet er vooral
voor zorgen, particulier-economische en niet algemeen
economische inlichtingen te verstrekken, want hier-
aan ‘bestaat reeds thans geen gebrek.
1-let is in de eerste plaats de taak van de in’dustrie
en den handel om na te ‘gaan of en in welke mate in
navolging van de Tsjechische organisatie ook een
Nederlandsch exportinst’ituut moet worden opgericht.
Zeker is evenwel, dat een dergelijk met de practijk
samenwerkencl, in modernen koopmansgeest geleid
iiistituut aan het Nederlandsche bedrijfsleven waarde-
volle stimulansen kan geven en een betere en ren-
dabele aanwending van het Nederlandsche kapitaal
en van de Nederlandsc’he arbeidskracht mogelijk zou
kunnen maken ‘door een verhooging van de producti-
viteit van het nationale bedrijfsleven.
Dr.
W. SOHCICIC.
8 Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27
DE RIJKSMIDDELEN OVER NOVEMBER 1935.
liet Overzicht van de Rijksmi’ddelen over Novem-
her 1935 verschilt niet veel van dat der voorafgaande
maanden. Het is alleen iets ongunstiger. De niet-
kohierbelastingen, die zich nog ‘het gema.kkelijkst
laten vergelijken, brachten ditmaal
f
29.997.100 op
tegen
f
32.536.500 in November 1934 en vertoonden
derhalve een achteruitgang van
f
2.539.400. Slechts
enkele middelen gaven, in vergelijking met dezelfde
maand van het vorige jaar, eeu hooger opbrengstcijfer
te zien, te weten het statistiekrecht, de ‘geslachtaccijns,
de belasting op gouden en zilveren werken, de coupon-
bélasting en de suceessierechten. Maar al de overige
middelen gingen in dalende lijn. Nog onbevredigender
is het, dat ook ‘cle gemiddelde niaandraming niet
werd bereikt,• •het na’deelig verschil beloopt nl. niet
minder dan
f
3.182.100.
De totale opbrengst over de eerste elf maanden van
het loopende jaar bedraagt
f
335.021.900 tegen
.f
325.843.300 in ‘hetzelfde tijdvak van 1934 en bij een
evenredige mnming van
f
364.970.800. Indien wij ook
ditmaal, om een meer zuivere vergelijking ‘te krijgen,
de omzetbelasting buiten beschouwing laten, wor-
den de cijfers als volgt: opbrengst elf maanden
1935
f
279.610.200; opbrengst elf maanden 1934
f
276.939.600; raming elf maanden 1935
f
290.262.500.
De achterstand hij de raming is niet onbelangrijk; •de
overschrijding van de ontvangsten van Januari t/m.
November 1934 vrij gering. Neemt men bovendien in
aanmerii.ng, dat de invoerreohten door toevallige om-
standigheden
f
7.015.200 meer hebben opgeleverd en
de tabaksaccijns, waarvan het tarief werd verhoogd,
een surplus van
f
2.545.200 in de schatkist heeft ge-
bracht, dan kan hieruit ‘worden afgeleid, ‘hoe ongun-
stig de loop van de overige middelen wel moet zijn
geweest.
De ‘dividend- en tantièmebelasting stelde in ‘de af-
geloopen maand opnieuw teleur; de opbrengst bedroeg
niet meer dan
f
396.600, of
f
641.700 minder •dan in
cie gelijknamige maand van 1934. Doordat ook de
vorige maanden over het algemeen genomen slecht
waren, it de achterstand over de reeds verstreken
maanden van ‘het jaar reeds opgeloopen tot f 2.054.300.
Van een inhalen van dit tekort kan natuurlijk geen
sprake zijn. Hoewel ‘de ‘voordeelige maanden voor dlit
middel in het midden des jaars vallen, bleef •de totale
opbrengst ‘der eerste elf maanden f 452.600 bij de
raming ten achter.’
De invoerrechten brachten ditmaal
f
445.000 min-
der
01)
dan in Noveniher 1934, hoewel de ontvangsten
van laatstgenoemde maand aan ‘den lagen kant waren.
Wellicht is hierin een wisselwerking te zien met de
vorige maand (October 1935), toen ‘de invoerrechten,
vermoedelijk in verband met ‘de gespannen interna-
tionale verhoudingen, tijdelijk zeer ruim vloei’den; in
die maand kwam
f
9.511.300 binnen tegen thans
f
6.987.600. Het statistiekrecht gaf ditmaal
f
4.400
méér, waaruit blijkt, dat de ‘omvang van onzen buiten-
lan’dschen ‘handel althans ‘ditmaal grooter is geweest.
Gerekend over elf maanden werd aan invoerrechten
f
7.015.200 meer ontvangen ‘dan in het vorige jaar;
daarentegen vertoont het statis’tiekrecht over ‘genoemd
tijdvak een ‘daling van
f
131.000.
Van de accijnzen gaf alleen ‘de geslaehtaccijns een hooger opbrengstcijfer te zien (toeneming
f
62.900).
Toch was de opbrengst van Novem’ber ji. al
weer
•f 48.000 lager dan die van October 1935. Voorts m’oet
worden bedacht, ‘dat ontvangsten van November 1934
vrij laag waren. Tenslotte moet niet over het hoofd
worden gezien, dat de opbrengst ‘der afgeloopen maand
nog
f
41.200 ‘bij cie maari’draming ten achter bleef.
Niettemin ‘heeft ‘deze heffing zich toch den laatsten
tijd iets hersteld. Vermoedelijk is ‘dit veroorzaakt door
het duurder worden van het varkensvleeseh, waarvan
geen
accijns
wordt geheven, maar wel een ‘h’ooge crisis-
accijns. Het ‘duurder worden, van varkensvleesch leidt
tot toeneming van het gebruik van ander vleesch.
Al dé overige accijnzen bewogen zich in dalende
lijn. Het zout verschafte
f
28.000 minder, doch ‘de
opbrengst van November 1934 was vrij ‘hoog. De wijn-
aceins vertoonde ‘ook nu een negatief cijfer (min
f
5.400), omdat de teruggaven wegens verlaging van
‘de opeen’ten ‘de ontvangsten over November ii. ‘heb-
ben overtroffen. Het gedistilleerd ‘gaf f 370.200 min-
‘der en de bieraccijns
f
66.100. Gerekend over elf
maanden hebben ‘deze middelen resp. f 1.793.500 en
f
1.697.300 minder opgeleverd ‘dan in 1934. Deze hef-
fingen ondervinden in sterke mate den iinvloed van de crisis. De suikeraccijns liep terug met
f
298.300.
Al is er iii den laatsten tij’d ‘bij ‘dit middel een inzin-
king te hespeurn,
zoo mag toch worden vastgesteld,
‘dat in de eerste elf maanden van 1935 nog een sur-
plus van f 71.250 kon worden geboekt en ‘dat ‘de
rmrming met
f
2.328.400 werd overschreden. De tabaks-
accijns ‘geeft den laatsten tijd door de ‘daling van de klein’handelsprijzen minder gunsti’ge cijfers te zien;
de afgeloopen maand leverde een decres van
f
84.900.
Door ‘de hoo’ge ontvan’gsten van de vorige maanden (vooral Mei t/nl. Juli), komt ‘de totaal-opbrengst van
de afgeloopen maanden nog
f
2.545.200 uit boven die van ‘dezelfde periode van 1934 en
f
151.700 boven de
raming.
De ‘belasting op gouden en zilveren werken steeg
met
f
4.600; het nadeelig saldo over de reeds ver-
streken ‘maanden is ‘daardoor in een voordeelig om-
gezet (van f 1.100). De winkeliers vullen hun voor-
raden weder aan. Daarentegen ‘bracht de omzetbelas-
ting
f
599.700 minder op door de algemeene prijs-
daling, ‘gepaard met ‘de verminderde koopkracht van
het publiek. Voorts was de opbrengst in November
1934 hoog, ‘omdat in ‘die ‘maand de uitgestelde ‘heffing
op gas en electriciteit werd ontvangen. Het na’deelig
verschil tussehen ram’ing en opbrengst bedraagt over
elf maanden
f
19.296.600. De couponbelasting doet
het beter; de afgeloopen maand verschafte
f
174.400
meer ‘dan ‘dezelfde maand van 1934; voorts ‘heb’ben de
eerste elf maanden een voorsprong van
f
1.169.600
boven ‘de ontvangsten van 1934 opgeleverd en «de
ranling met
f
295.600 overtroffen.
De middelen, ‘die in meer rechtstreekse’h verband
met het zakenleven staan, maakten ‘in de afgeloopen
maand een slecht figuur. De zegelreohten ‘gaven
f
247.600 minder, hetgeen echter niet aan een tra’ger
vloeien van ‘de beursbelasting is toe te schrijven, aan-
gezien laatstgenoemd middel juist
f
52.600 meer op-
leverde. Aan registratierechten werd
f
252.100 min-der ontvangen. Ook op ‘zichzelf ‘beschouwd is een ont-
vangst van
f
780.900 gering. Het overzicht over ‘de
reeds verstreken maanden is eveneens ongunstig; de
zegelrechten hebben
f
1.223.400 en de registratierech-
ten f 692.100 minder ‘opgeleverd. Minder bedrijvig-
held in de emissies en minder overgangen van vast
goed komen ‘hierin tot uiting. Er is bijna ‘geen geld
0])
hypotheek te verkrijgen. Verrassend is telkens
veer ‘de gunstige loop der suceessierechten. Ditmaal
kwam f542.700 meer ‘binnen ‘dan in November 1934,
waardoor het aceres over de verstreken maanden van
‘het jaar klom tot
f
1.352.000, terwijl boven de raming
reeds een overschot werd verkregen van f 1.624.700.
De loodsgelden gaven in de afgeloopen maand niet
meer ‘dan
f
53.600 of
f
234.600 minder dan in No-
veinber 1934, wegens ‘de verlaging van ‘het tarief;
gerekend over elf maanden is 1935
f
771.500 in het
nadeel.
Wat ‘de Directe Belastingen, onder Afdeel’in’g In
verantwr’oord, betreft, is het verschil ‘met ‘den stand van eind October jl. niet groot. Het ‘zuiver kohierbe-
drag der ‘grond’belasting liep in ‘de afgeloopen maand
iets terug, dat van ‘de overige heffin’gen steeg een
weiig.
De vergelijking met ‘hetzelfde tijdstip van ‘het vorige
jaar is voor 1935 niet ongunstig. De grond’belasting
vertoont een vooruitgang van f 252.500. Bij de inkorn-
sten’helasting komt het zuiver ko’hierhedrag per ultimo
November f5.737.100 uit ‘boven ‘den stand op het
overeenkomstige tijdstip van 1934, welk accres is ver-
28
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
S Januari 1936
oorzitakt door• de verhooging der opcenteu. De ver-
mdgens’helasting geeft een stijging te zien (van
f
113.500). Ook hier is ‘de verhoogin’g der opcenten
de aanwijsbare oorzaak van ‘dit gunstig resultaat;
zônder deze verhooging zou bij de vermogensbelasting
van een voördeelig verschil geen sprake zijn ‘geweest.
Alleen bij ‘de Verdedigingbelasti.ng
1 is een achter-
stand te constateeren (van
f
446.800). De belasting
op ‘de doode hand wijst thans een zuiver kohierbecirag
aan van
f
1.636.400 tegen
f
36.100 op 30 November
1934; cle betreffende wet was echter eerst op 9 October 1934 uitgegeven.
AANTEEKENINGEN.
Koopt nooit anders dan Nederlandsche waar!
De Nationale Propaganda Commissie voor Neder-
iandsch Fabrikaat heeft ‘zeer onlangs een redac-
ti6neel zoowel als illustratief zeer verzorgd geschrift
het licht ‘doen zien, dat op uiterst pakkende wijze
‘den Nederlan’dschen consument ertoe opwekt slechts Nederlan’dsche waar te koopen.. De genoemde Corn-missie verwacht ‘hiervan, dat ‘welvaart weer over ons land zal komen en de vreeselijke plaag ‘der werkloos-
hei’d tot het verleden zal gaan behooren.
Vooropgesteld zij, dat wij’ on’s met het standpunt
‘der Commissie, ‘v’ol’gens hetwelk ‘de gewijzigde econo-
mische verhoudingen in ‘de wereld het noodzakelijk
maken, dat ons land zich n’iet slechts financieel, ‘doch
ook wat de structuur ‘der nationale productie betreft,
aanast, voPkomen kunnen vereeigen. En odk wij
zijn er van ‘overtuiigd, ‘dat ‘dit voor een belangrijk
gedeelte slechts ‘door bevordering ‘der in gang zijnde
in’dustrialisatie kan worden ‘bereikt. Het spreekt ‘dus
vanzelf, ‘d’at ‘de activiteit van ‘de Vereen’i’gin’g ,,Ne-
derland’sch Fabrikaat” onze volle instemming heeft
en waarom dus, in het algemeen gesproken, ook niet
die van ‘de reeds eerder genoemde Commissie?
Wij hebben ons echter afgevraagd of ‘deze Corn-
eiissie in ‘haar propagandageschrift hier en ‘daar niet
een ‘beetje •over de schreef gaat. Zoo kumt op een ‘der
pagina’s onder een martiaal uitgestoken vuist het tot
titel ‘dezer aanteeken’ing gemaakte zinnetje voor, iets
verder o.a. gevolgd door: ,,als iedereen ‘dat doet is
Nederland uit den nood”.
Wij zullen •de laatsten zijn om te ontkennen, dat
men in een propa’gandageschrift niet met weten-
schappelijke nauwkeurigheid •bij het doen van een
uitspraak zijn woorden kan kiezen. De leus moet
pakken, •kort en krachtig ‘zijn en dus uit ‘den aard
der zaak eenzijdig.
Doch in dit geval komt toch eenigszins een men-
taliteit om ‘den ‘hoek kijken – welke ook aan de overige pagina’s niet •steeds geheel vreemd is –
waartegen zeker wel even iiag worden gewaarschuwd.
Elk is er tegenwoordig wel van ‘overtu’igd, dat ‘de
hinn’ënland’sche markt voor ons bedrijfsleven veel
belangrijker i’s geworden dan sij vroeger was, doch
daarbij dient toch nooit te worden vergeten, ‘dat
•daarnaast ‘cle internationale economische afhankelijk-
hei’d eer groot’er ‘dan ‘kleiner is geworden en in de
toekomst ook ‘steeds groöter ‘zal worden. Dat men er
dus voor wake, ‘dat het op zichzelf heilzame streven
naar ‘bevordering van ‘het gebruik van Nederlan’dsuh
fabrikaat niet overwoekerd worde ‘door een autarki-
sche gezindheid, waarvan het resultaat niet anders
dan verderfelijk kan ‘zijn.
Wij nemen gaarne a’an, dat •de Nationale Propa-
ganda. Commissie ‘het niet zoo kwaad ‘bedoéljd zal
hebben. Maar de autarki’sohe uitwassen hebben ons
reeds genoeg moeite berokkend, ‘dan ‘dat wij ze zelf
zouden gaan bevorderen. Bevordering van onze in-
dustrie voor de ‘hinnenlandsche markt, â la ‘bonheur,
doch’ met mate. Het handels- en verkeersland Ne-
derlanci heeft ook nog andere belangen! ‘ Br.
Het internationale suikervraagstuk.
Naar men weet, is jl. September ‘de Chadhourne-
cvereen.komst, welke in 1931 te Brussel door de
suiker-exporteerende landen werd gesloten en een
vrijwillige restri’ctie van de exporten ten doel ha’d,
niet verlengd, zooclat het verdrag ibinnenkort afloopt.
Nu ‘is ‘het opvallend, dat, terwijl voorstellen tot
verbetering van d’e suikermarkt ‘door middel van een
vri,j’wi’llige restrictie vooral zijn uitgegaan van Cu-
baansche zijde, in een onlangs verschenen werkje
1),
door den ‘schrijver, die zelf als Cubaan sch gedelegeerde
verschillende sui’kerconferenties ‘heeft meegemaakt en
ook ‘in ‘de Cu’baansche Regeering belangrijke functies
heeft bekleed, een lans wordt ge’broken voor vrijlating
van ‘de economische krachten op ‘dit gebied.
Dit valt te meer op, nu niet ontkend kan worden,
dat ‘de toestand op ‘de suikermarkt nog verre van
ideaal is, nu ‘de prijzen nog ver beneden de preduc-
tiekosten liggen, de exportlanden nog steeds zwaar
hebben te
lijden
en er aan een ‘kun’strnatige uitbrei-ding van ‘de voortbrenging in vele landen nog geen
einde is gekomen, rij het dan ook, dat ‘de ‘statistische positie belangrijk ‘beter is ‘dan vijf jaar geleden, toen
de Chadhourne-overeenkomst gesloten werd. Dit is
een ‘gevolg van een belangrijke vermindering van ‘de
zichtbare voorraden, terwijl ‘de wereldproductie vrij-
wel geheel in ‘overeenstemming is gebracht met ‘de
werkelijke consumptie.
De oorzaak van ‘de ‘lage prijzen dient voornamelijk te ‘worden ‘gezocht in het gebrek aan vertrouwen met
het oog ‘op de mogelijkheid van een ‘belangrijke uit-‘brei’ding van het ‘beplante areaal in ‘de voornaamste
pro’duc’tielanden, waar weliswaar een groote surplus-
capaciteit ‘ongebruikt ligt, maar waarvan niet zeker
is, ‘dat zij voorgoed ongeschikt is gemaakt, ‘waardoor
het gevaar van ‘de latent aanwezige overproductie
nog steeds niet is
verdwenen.
Dat Guti’errez zich tegen verdere voortzetting van
‘de restrictie-politiek verklaart, berust dan ook meer
op practische ‘dan op pri-ncip’ieele gronden. Naar zijn
meening toch zou een overeenkomst, waartoe
alle
produceerende ‘landen zouden toetreden, welke ‘de
voorthrengin’g en ‘de exporten zou ‘beperken tot hun
‘hui’digen omvang en een ein’de aan de productie zou
maken, met andere woorden een theoretisch volledige conventie, zeer nuttig zijn voor een ‘definitieve oplos-
sing van ‘het sui’kervraagstuk. De ervaringen, welke
in ‘de af’geloo’pen jaren
zijn
‘opgedaan, hebben echter
voldoende bewezen, ‘dat ‘dit een utopie is.
Ook aan ‘het C’h’ad’bourne-plan van 1931 kleefden
de bezwaren, dat niet alle suiker pro’duceeren’de lan-
d’en, ja zelfs niet alle suiker export’ian’den de over-
eenkom’st teekenden, of bij
•
de uitwerking ‘hun steun
verleenden, terwijl de meeste ‘der ‘deelnemende landen
de overeen’kom’st beschouwden al’s een middel om er
voordee’len mee te behalen ten koste van anderen,
in plaats van haar te beschouwen als een gelijkmatige
verdee’l’ing van tijdelijke offers, welke later ‘voor-
deelen voor allen ‘zouden opleveren. Dit had tenge-
volge, dat ‘de export-quota van vrijwel alle deel-
nemers geen restricties waren, doch de erkenning
van positieve voordeelen. Deze fun’damenteele gebre-
ken zijn ‘d’e
werkelijke
oorzaak geweest van ‘het mis-
lukken van ‘liet Chadbourne-plan.
O ‘de vrije suikerinarkten zijn ‘de gevolgen niet
uitgebleven. Voordat ‘het Cha’dbourne-plan in werking
trad, namen de vrije markten in totaal 6.000.000
(metrieke) tons suiker op, waarvan de aan de over-
eenkomst ‘deelnemende landen ongeveer 5.400.000
tons leverden, tegenover de niet deelnemende lan’den
ongeveer 600.000 tons. In het vierde jaar van ‘de
overeenkomst, ‘d.i. ‘dus in het jaar 1933—’34, namen
‘de
vrije
markten nog slechts 3.300.000 ton’s op
)
waar-
van de eerstgenoemde landen er 2.800.000 ton’s lever-
den, hoewel de in de overeen komst toegestane quota
i) ])r. Vim’iato C-utierrez: ,,T’he World Sugar ‘Problem
1.026-1.935″.
(Londen
1935;
Norman Rociger. Prijs 6 sh.).
8 Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29
in een tota’len vrijen exprt voorzagen van
5.061.300
tons. Uit deze cijfers blijkt, dat •de vrije markten
nog steeds een opnemingsvermogen hebben van ruim
3.000.000
tons per jaar en dat de niet tot het Ohad-
hourne-plan toegetreden landen hun exporten in veel
mindere mate hebben verminderd clan de landen,
die wel waren toegetreden.
Ook blijkt het, dat de beperldng van den uitvoer
naar de vrije markten door de aangesloten landen
verder is gegaan dan contractueel was verplicht, ter-
wijl ook de exporte.n van de niet-aangesloten landen
zijn teruggeloopen. Dat dcze vermindering zooWel
voor de eene als voor de andere groep gold moet
worden toegeschreven aan de economische noodzake-
lijkheid de exporten in overeenstemming ‘te brengen
met de voortdurend afgenomen opnemingscapaciteit
van suiker der Vrije markten. Het was niet de inter
–
nationale overeenkomst, welke de exporten en de
voortbrenging deed inkrimpen, maar het waren de
lage prijzen, die dit, ondanks de vrijheid, welke tot
produceeren en exporteeren bestond, tot gevolg hadden.
Vandaar, dat het zaak is, ook in de toekomst de
vrije suikermarkten vrij te laten, opdat er een even-
wicht tot stand kan komen zonder gebruik van kunst-
matige middelen, nu de ervaring heeft jbewezen, dat
deze veelal onjuist zijn en dat aan de werking van
de economische wetten niet is te ontkomen.
Het is ten eeneumale onmogelijk om hij een be-
staande surplus-capaciteit al het kapitaal te redden,
dat er in is geïnvesteerd. En zoo zien wij dan ook
hij de suiker, dat een deel der bedrijven vrijwillig de
voortbreng-ing heeft gestaakt door de onmogelijkheid
om er afzet voor te vinden. Deze vrijwillige daad
moet worden beschouwd als de eerste stap naar de normale oplossing van ‘het suikervraagstuk, welke
door andere ondernemers, die, hetzij om technische,
geografische of politieke redenen onder minder gun’
stige productievoorwaarden moeten werken, gevolgd
zou moeten worden, opdat ‘de krachtigste, ‘best ge-
outilleerde bedrijven
blijven
bestaan.
Deze vrijlating sluit nog in het geheel niet in,
dat aan de voortbreuging ge,eii grenzen gesteld zullen
zijn. De wereld is onder normale omstandigheden
geen reservoir, hetwelk alle fouten, door producenten ‘begaan, kan opnemen, wanneer de Regeeringen maar
geen kunshnatige voorwaarden scheppen, ‘evenmin als
dit v66r den wereldoorlog ‘het ‘geval was.
Het economisch nationalisme doet echter nog
steeds opgeld, zij ‘het in mindere mate ‘dan enkele
jaren ‘geleden het geval was. Indien het eens zoo ver
al zijn, dat er aan de verschillende ‘stélsels van
bescherming een ëinde zal zijn gekomen, ‘dan zal,
zoo is de overtuiging van Gutierrez, het wereidsuiker
vraagstuk voorgoed zijn opgelost, maar dan is ‘het
ook reeds nu zaak, dat men de werking van •de
economische wetten niet belemmert, opdat de wel-
vaart in ‘de suikerindustrie zoo spoedig mogelijk
worde hersteld. ‘ K. P.
Rede van den Voorzitter van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Rotterdam.
Aan de Nieuwjaarsrede van de ‘heer
W.
A. Engel-
brecht, Voorzitter van de Kamer ‘van Koop’handel en
Fabrieken voor Rotterdam, ‘ontleenen wij met ‘betrek-
king tot ‘den toestand in Rotterdam het volgende:
l)e werkloosheid iii Rotterdam steeg vederoni sedert 1934.
Voor handel en nijverheid was de gang vah zaken in
1935 in vele bedrijfstakken zoowel voor groote als kleinere
ondernemingen rit den detai’lhaiiclel zorgelijk. Van de vroeger zoo belangrijke graan handel, die groote
bedrijvigheid in de haven bracht, is weinig overgebleven.
‘I) fluitsche graaninvoei, die reeds tot buitengewoon ge-
ringen omvang was teruggebracht, wordt bij ‘oorkenr ovér
i)uitsehe havens geleid en is ‘voor Rotter’da,rn onbe’teeke-iiend geworden. iie invoer voor gebruik in Nederland nam
eveneens in de laatste jaren sterk af, eenerzijds door ver-
mindering van gebruik van voedergranen en anderzijds
door uitbreiding van de binneulandsche productie vooral
van tai’we, zoomede van rogge en gerst. De voor Rot’Ler-dam zoo ongunstige verhouding tusschen Antwerpsohe en
Rotterdanische plaatskosten, gepaard met lage binnen-
vracjhten van Antwerpen naar plaatsen in Nederland,
‘droegen tot vermindering van den aanvoer van graan
over onze haven bij.
De eet
–
tijds eveneens ‘belangi’ijke internationale Rotter-damsche fruitmarkt is door ‘de algemeene depressie en de
hier te lande genomen crisismaatregelen ernstig achter-
uitgegaan.
Groote verliezen werden in het algemeen in dan hout-
handel geleden. De invoer in Nederland bedroeg on’geveer
25 pCt. minder dan in 1934, terwijl een nog geringer
quautum afzet kon vinden.
In de vecschillende metaalbedrijven week het afgeloopen
jaar niet sterk van het voorafgegane af. Niettemin zijn
hier enkele teekenen van verbetering waar te nemen. Bij
eeriige vermeerdering van werk zijn echter ‘door scherpe
concurrentie alleen zeer lage prijzen te bedingen, die in
vele gevallen hoogstens voor een gedeelte afschrijvingen voor de onderneming toelaten. Als een hoopgevende om
standigheid kan voor de werven worden beschouwd, dat
de vooi-tschrijdende technische vooruitgang in scheeps- en
maeh,inebouw er toe leiden ‘kan vele schepen om economische
redenen vroeger dan tot dusverre uit de vaart te nemen
om ze door nieuwe ‘Le vervangen.
De scheepvaartbeweging van Rotterdam nam af; het
goedoren’vervoer ‘verminderde inkomend, doch nam uit-
gaand toe o.a. door grootere verschepingen over onze
haven van kolen, vooral voor de Middellandsche Zee.
Door de binnengekomen schepen werd in de eerste negen
maanden van 1935 aan algemeene havetikosten (haven-
en lood’sgelden, kadehuur, sleeploou, laden en/of lossen,
approviandeerieig, conunissiën, enz.) bijna
f
19.200.000,-
betaald, tegen bijna
f 21.000.000,—
in ‘hetzelfde tijdvak
van 1934. Aan bunkerkolen en -olie werden in die beide
jaren ‘bovendien bedragen besteed van onderscheidenlijk
ongeveer
f
6.800.000,— en
f 7.100.000,—.
Hieronder zijn
niet de kosten begrepen voor uitrustig en approviandee-
ring der te Rotterdam ‘thuis behoorende schepen.
Sedert de devaluatie van den Belga, waardoor de haven-
kosten in Antwerpen met pim. 28 pCt. daalden, vertoont
ht aandeel van Rotterdam in het transitoverkeej- van en
naar den Rijn, mede onder werking der door België ver-
strekte Rijinvaartpremies, sterkere verplaatsing naar Ant-
werpen.
Ons stadsbestuur heeft, daarin gesteund ,door belang-
hebbenden ‘iu •de ‘ha’ve’nbedrijven en onze Kamer, bij de
Nederlanclsehe Regeering erop aangedrongen hare mede-
werking te verleenen tot een overeenkomstige verlaging
‘der havenkostert voor Nederlandsche havens en ‘tot het
inétellen eveneens van Rijnvaartpremies. Sedert ijn de
zeeloodagelden aanmerkelijk verlaagd en zal binnenkort
een interdepartementale commissie ‘inzake het verstiekken van Rijnvaartpremies aan de Regeering advies uitbrengen.
Omtrent ‘de verlaging ‘van havenkosten (haven-, kade-
gelden, loods-, terreinhuron, enz.) heeft de Regeering uit-
gesproken, dat in dit opzicht onzè gemeente op finan-
cieelen bijstand vn de Regering kan rekenen, indieij ,zij
op ander gebied bezuinigingsmaatregelen neemt, die aan
redelijke wentehen dci’ Regeering tegemoetkomen.
‘De gemeente staat voor het alternatief 61 door krach-
tige maatregelen de haven van Rotterdam in ee ositiè
te brengen, vaardooi de haudhaviug van haar verkeert en
de mogelijkhhid tot’ ontwikkeling daarvan hersteld ‘wordt,
Of haar, met de noodlottige gevolgen daaraan voor, alle
geledingen harer bevolking verbonden, aan onherstelbiti’en
verderen aohteruitga.ng prijs te geven.
Een spoedige beslissing i’s,voor önze havenstad van ‘het
allergrootste” gewicht.
INGEZONDEN STUKKEN.
ONVOORZIENE GEVOLGEN VAN CONTINGE.
TEERINGS- EN ANDERE’ DWANGMAATREGELEN.
De heer
J.
J.
A.
Oharbo schrijft ons:
De hee.r
S.
L.
Wijnbergen ‘besprak onder boven-
staande titel in E:-S. B. van
25
December ii. op mi.
zeer juiste wijze de betekenis v.an coöiicratief verweer
tegen ongenrenste gev’olgen van contingenteringen, sa-
rieringen, enz., ‘in verschillende takken van be’drijf.
Daaraan kan ik het volgende toevoegen.
Een contingentering kan ‘geschieden ter regeling
van de invoer van producten, wier grondstoffen vrij kunnen worden ingevoerd of.in’ het binnenland ver
30
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8 Januari 1936
kregen. Zo staan de zaken bijvoorbeeld met electrische
lampen, waarvan de prijzen ook volgens do mening
der Regering nog altijd te hoog zijn. In dit geval
zou
coöperatieve productie ter verbetering van die prijzen
waarschijnlijk succes hdbben (in Scandinavië heeft de
coöperatieve Lumafabriek de hoge kartelprijzen ge-
heel gebroken); ootrooiveihoudingen steken echter
voorlopig een ‘spaak in het wiel.
Indien echter ook de grondstoffen gecontingen-
teerd zijn, wordt deze methode van verweer zeer moei-
lijk. Een voorbeeld hiervan is prikkeidraad, welks
grondstof (verzinkt draad) eveneens is geconti ageil-
teerd. Het internationale kartel heeft in Nederland
veel invloed en de Nederlandse producenten-outsiders
kunnen slechts met •grote moeite cle nodige grond-
stof krijgen. Coöperatieve productie ter bestrijding
van éventueel •hoge prikkeldraadprijzen is prakbisch
onmogelijk doordat een nieuwe (coöperatieve) produ-
cent geen toewijzing voor de invoer van verzin’kt
draad zou krijigen hij gebrek aan een invoerbasis uit
vorige jaren. Het kan in dergelijke gevallen op de
weg der consumenten liggen door steun aan outsiders
in Nederland het sohiermonopolie van het kartel te
breken.
Een prijsverhoging, rechtstreeks voortkomend uit
de beperkte invoer, is evenwel gemakkelijk door de
Regering te beteugelen. Het is bekend, dat o.a. de
prijzen van lampen gergeld worden, nagegaan. Moei-
lijker is echter •he’t bestrijden van enkele nevengevol-gen van sommige contingenteringen. Doordat het ont-
vangen van een invoertoewijzing, zon
• der dat men een
behoorlijke hoeveelheid in de .basisjaren heeft inge-
voerd, pra’ktisëh uitgesloten is, hebben de oude im-
porteurs mèt de binnenlandse producenten een sterk
monopolie, dat hen in staat ‘stelt gezamenlijk in hun bedrijfstak dingen door te drijven, die in andere om-
standigheden niet te verwezenlijken ‘zouden zijn ge-
weest.
Enkele merkwaardige voorbeelden zijn: de sanering
van de kolenhandel, het verkoopoontract tussen het
internationale draadkartel en de Vereniging van han-
delaars in draadmateriaal, en het saneringscontra’ct
in de thaardenbranche, die allen maatregelen nemen
tegen coöperatief verweer. Kolencoöperaties worden door rnijen en importeurs (verenigd in Kolenconven-
tie en Huishrandcornmissie) tegengewerkt; het draad-
kartel levert alleen aan de V.H.D. en deze alleen aan
haar ‘leden groothandelaars), zodat de coöperatieve
groothandelsinstellinen uitgesloten ‘zijn; ihet haai’-
dencontract verhied t uitdrukkelijk levering aan coö-
peraties.
In deze gevallen doet zich de omstandigheid voor,
dat ‘sommige prijzen voor verlaging vatbaar zijn, doch
desnoods ‘kan de Regering dat rechtstreeks doen. Het
mi. principieel ontoelaatbare gevolg van •deze con.
tingenteringen ‘is dit, .dat de hgunsi’gden er mis-
hr’uik van maken om gerechtvaardigd coöperatief ver-
weer onmogelijk te maken.
H’et schijnt, dat de Regering hierin niet voldoende
doortast.
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaând overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. 1)
1 Electri- 1 Handels-
Kunst-
Industrie
zijde MiInbouw
Olie
Rubber
Scheep-
Suiker
Tabak
Thee
Banken
1
citeit
1
ondern.
1
vaart
Gemiddelde
1929
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0 233.5
125.0
398.4
,,
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2 371.1
110.7
82.6
292.9
1931
118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9
1932
76.4
178.3 67.1
115.6
37.6
106.4
137.5
27.0
24.9
107.2 1933
84.0 201.8
79.3 137.8
27.8
143.4
164.5
42.8
23.1 112.9
1934
75.2
186.8
76.4
158._
52.2 175.7
155.7
62.5
16.1
94.0
Januari
1934
79.2
190.1
85.1
159.-
49.9
157.7
176.6
52.4
18.6
99.9 Februari
80.6
187.4
88.5
158.7 50.9 165.7 178.1 53.3
19.-
106.6
Maart
,,
80.2
187.4
87.3
156.9
60.2
176.1 170.2 54.8
20.1
104.-.
April
,,
77.-
190,5
85.1
157.9
59.1
172.9
158.1
56.4
18.5
98.-
Mej
,,
75.4
190.7
80.8 155.9
55.1
178.8 155.5
68.1 17.4
98.9
Juni
,,
71.1
192.-
72.5
154.-
53.8
181.4 157.5
65.8
14.8 96.1
Juli
,,
72.4
195.8
69.-
156.7
50.8 182.4 152.7
68.1
14.7
92.-
Augustus
74.8 188.2 70.8 155.6
50.7
179.7 151.9
73.1
15.2
94.2
September
76.7
188.1
71.8
157.9
51.-
177.2 151.9
72.2
16.1
93.6
October
,,
76.7
183.8
69.6
160.8
50.6
176.9 145.3
65.7
14.4
86.5
November
,
74.9
179.5 67.9
161.3
48.5
179..
137.-
58.4
12.9
79.-
December
72.2
1
167.6 68.1 161.3
46.3
180.2
133.5
61.4
11.9
79.3
Januari
1935
74.3
164.3
74.5
169.-
45.4
178.8
140.-
81.6
18.8
88.4
Februari
78.4
166.4
80.1
171.8 45.7
173.4 140.6
79.9 19.8
93.9
Maart
,,
79.2
165.4
78.4
170.5
47.8
162.7 136.5 73.1
18.-
91.8 April
,,
81.2
165.3
81.8
175.6
48.9
171.6
151.- 76.-
18.5
100.2
Mei
,,
83.-
166.1
84.2
179.7
45.3
172.8
173.8 79.3
17.3
99.8
Juni
,,
82.6
167.1 86.1
180.1
44.6
177.1 186.3
86.3
17.7
97.2
Juli
,,
81.8
166.4
85.-
178.9
44.1 176.6 187.3
84.4
17.4
94.3
Augustus
81.4
163.8
85.3
178.3
43.6
178.7 195.2
82.2
18.1
96.5
September
79.3
152.8
84.7 170.3
41.9
174._
189.3
76.3
20.4
94.9
October
,,
78.4
148.7
84.8
168.5
40.6
176.3
191.8
77.7
24.9
106.3
November
82.-
159.5
89.4
172.6
39.3
181.4
210.3
80.3
29.7
120.7
])ecember
81.5
162.7
88.-
169.4
38.3
190.8
210.1
78.-.
28.3
122.8
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1935
f
2.064.260.000
=
100
2
Januari
100.- 6
Maart
103.8
1 Mei
109.4
3
Juli
117.-
–
4
Septemb.
114.3
9
,,
102.4
13 ,,
103.2
S
110.6
10
115.8
11
,,
114.2
16
103.8
20
104.2
15
111.6
17
115.7
18
,,
114.4 23
,,
108.1
27
,,
106.1
22
115.5 24
120._
25
114.1
30
,,
106.1
3
April 109.1
29
116.7
31
,,
.
116.8
2 October
112.2
6
Februari
107.0
10
,,
109,-
5
Juni
118.7
7
August.
118.8
9
113.7
13
,,
106.3
17 ,,
108.6
12
119.1
14
120.1
16
,,
115.1
20
,,
107.3
24
108.7
19
116.6
21
118.4
23
117.3
27
,,
,
105.7 26 116.8
28
110.7
30
118.4
1)
Men zie
voor de
toelichting
op
dit overzicht
het nummer
van
E.-S.B.
van
15
Januari
1930, blz.
64.
487.3
443.2′
361.3
357.2:
241.6
251.4
137.9
175 9 135.9
211.3
150.8
242.8
130.3
229.6
136.2
240.4
135.9
243.4
137.5
246.8
144.8
-252.8
154 1
150.ij
157.8
254.7
168.-
255.7
168.2
236.1
164.3
238.1
153.3
232.3
159.1
232.4
168.3
237.4
166.4
232.7
164.8
208.4
161.7
214.5
162.8
226._
169.4
232.9
175.2
224._
182.1
218.8
177.9
223.2
178.8
241.3
196.1
239.9
205.2
234.1
6
Novemb.
121.6
13
123.1
20
123.2
27
124.2
4
Decernb.
122.8
11
122.4
18
,,
121.6
25
..
123.3
Nadruk verboden.
8 Januari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
JVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
Uit. November 1935 (in Guldens)
Afdeeling la
Dir.
belastsagen.
Kohieren
voor den dienst
1935
1
)
Bedragen,
welkezijn terugge-
ur
Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
middelen
bedrag
anders dan
wegens be-
bedrag
O
,
a
.
0
,
talingopde
v
j
kohieren af-
geschreven
Grondbelast. a)
10.047.996
28.948 10.019.048 9.766.576
tnkomst.bel. b)
62.236.215 1.614.682 60.621.533 54.884.467
Vermogensbel. 0 15.400.609
143.710 15.256.899 15.143.356
Verdedig.bel. 1
8.341.513
114.029 8.227.484 8.674.305
Bel. v. d. doodehd
1.644.844
8.468 1.636.376
36.056
Totalen.. 97.671.177 1
40 88.504.760
Y,
1
hoofdsom + 20 opeenten op de hoofdsom der ge-
oouwde eigendommen.
Hoofdsom +
opcenten
9 c) Hoofdsom + opcenten
9.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het beias-
tingdienstjaar 1935/1936 en
3/
gedeelte van het belasting-
dienetjaar 1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit % gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193411935 en % gedeelte van het be
lastingdienstjaar 193311934.
Ten behoeve van het belastingdienstjaar 193411935
werden 20, ten behoeve van het belastingdienstjaar 19351
1936 worden 60-78 opeenten geheven.
) Ten behoeve van het belastingdienstjaar 1934/1935
werden 55, ten behoeve van het belastingdienatjaar 1935/
1936 worden 75 opcente.n geheven.
Sedert
1
Overeen-
Afdeeling Ib
Nov.
1
1Jan
1
komstige
Overige
middelen.
1
1
1935
1
periode
1934
Benaming eer micieelen
Divid.- en tantièmebel.
.
396.625
10.547.405
12.601.681
Rechten op den invoer
.
6.987.581
81.610.527
74.595.361
148.503
1.505.389 1.636.353 152.074 1.883.209 1.901.372
Accijns op geslacht ….
500.453 5.121.456
5.719.147
Statistiekrecht
………..
8
)
5.351
1.727.815
2.232.718
Accijns op zout
………..
Accijns op gedistill.
.
..
2.511.235 25.634.116 27.427.579
..
7.812.615 9.509.883
Accijns op wijn
……..
Accijns op suiker
…..
4.033.647
48.161.736 48.090.486
Accijns op bier
………748.834
2.535.634
31.318.341
28.773.186
Accijns op tabak
…….
Bel. op gouden en zilverw.
53.579
.
455.554 454.405
Omzetbelasting
………
6.066.823 55.411.740 48.903.706
Couponbelasting
……..
481.948 4.878.915
3.709.300
Recht. en boeten v. zegel
1
1.298.463
2
)14.879.691
16.103.071
Recht. en boet. v. regiatr.
780.876
9.639.869
10.331.930
Recht.
en
boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden en
v.
8chenking
3.252.605
31.874.722 30.522.746
Opbrengst d. loodsgelden
53.575
2.558.805 3.330.334
Totalen ….
29.997.104
335.021.905 325.843.258
1)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en conmi’ssionnairs iii
effecten, enz. f320.999
(Beursbel.).
2)
Id.
f
2.93
S
.487.
9
De teruggaven wegens
verlaging van opcenten op den
vijuaccijns
ingovolge arti-
kel 2 dei- wet van 13 September it35
(Staatsblad No. 548)
overtroffen de ontvangsten over de
maand November 1935.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS.
Motorrijtuigenbelasting
1.166.9581 19.679.434 13.445.344
Rijwielbelasting
28.12
2
7.641.410
1
7.473.545
Totaal ………..1.195.080 27.320.844120.918.889
•
AFDEELING II. DIENSTJAAR 1934.
Zuivere op-
•
.
brengstoverhet
Benaming der middelen
Bedrag van de
raming
tijdvak van
1
Jan.
1934
tot en
•
met de maand
•
Nov. 1935
Grondbelasting.
(V
4
hoofdsom
+
20 opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000 9.721.889
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
20 opcenten)
54.880.000 *)
60.086.626
Vermogensbelasting
(hoofdsom
+
55 opcenten)
17.515.000
)
17.800.827
11.700.000
9.115.862
Belasting v. d. doode hand
–
3.000.000
1.284.247
Divid.- en tantimebelasting
12.240.000
13.192.622 86.462.500
)
82.190.127
1.788.807
Accijns
op
zout
…………
2.300.000 2.122.328
Verdedigingsbel.
1
……….
6.195.266 2.718.588
Accijns op ‘t gedistilleerd
..
33.000.000 30.344.425
Rechten opden invoer …….
Statistiekrecht
………….1.800.000
Accijns op geslacht
………6.500.000
11.815.000
10.201.836
62.200.000
52.923.980
31.000.000 31.341.348
Accijns op suiker
………..
Belast. op gouden en zilverw.
600.000 497.374
Accijns op tabak
…………
81.500.000 54.416.670
Accijns op wijn
…………2.340.000
)
.
5.860.000 4.116.856
Accijns
op
bier
………….
Rechten en boeten van zegel
17.509.253
Omzetbelasting
………….
Rechten en boeten v. registr.
10.000.000 11.302.456
Couponbelasting
…………5.400.000
Rechten en boeten v. succes-
sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking
30.400.000
34.840.211
Opbrengst der loodsgelden
3.500.00,0
3.629.940
Totalen …. 493.747.500
1
457.321.536
*) Nader gewijzigd ingevolge de wet van 27 December
1934 (Stbl. No. 683) •houdende wijziging van de Middelen-
w’et van het dienstjaar 1934.
OVERZiCHT VAN DE INKOMSTEN TEN BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSUBSIDIEFONDS.
– –
Dienst 193511936.
Bedrag van
raming
kohieren tot en
met de maand
Nov._1935
derd van de hoofdsom)
9.840.000 9.967.742
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van cle hoofdsom naar den eersten, tweeden en derden
20.500.000 21.723.958
Grondbelasting (veertig tea hon-
Gemeentefondsbelasting
(vijf
en
twintig opcenten op de hoofd-
13.525.000 12.448,341
grondslag)
……………….
Vermegensbelasting (twintig op-
centen op de hoofdsom)
2.260.000
1.594.699
som)
…………………….
(nkomstenbelasting
(tien opcen-
ten op de hoofdsom)
……….
5.100.000 3.751.468
Totaal …….
51.225.000
49.486.208
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.
Dienst
193411935
Zerbedrag der ko-
Zuiver bedrag der
en voor den dienst
kohieren tot en met
1933/34
tot en met de-
de maand Nov. 1935
zelfde maand van
1934
Gemeente.f.belast..
.
54.999.375 59.253.113
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
20.800.312 22.704.901
Opc. verm t. get. v. 50
5.459.753 5.772.853
Tijd. opc. o. d. verm.b. 3.275.852 3.463.172
–
–
Artikelen
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
29/31
Dec.
Sedert
Overeenk.
Dec.
Sedert
Overeenk.
1935
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
11.195
993.334
1.350.953
300
19.151
32.937
1.012.485 1.383.890
246.267 403.697
–
701
15.468
246.968 419.165
–
26.357
23.937
–
100
–
26.457 23.937
Tarwe
……………..
Mais ………………
814.290 887.492
–
127.200 218.203
941.490
1.105.695
Rogge ……………….2.530
Boek weit ……………….
369.468 380.467
120
32.390
47.859
401.858 428.326
Gerst
……………..3933
10.3
.33
150.732 117.568
–
1.660
3.195 152.392
120.763
Haver
……………..2.212
Lijnzaad
……………
2.000
170.953
202.525
–
325.693
254.061
496.646 456.586
–
47.721
63.219
–
–
55
47.721
63.274
Lijnkoek
…….
………..
39
20.898 21.024
82
7.237
4.188
28.135 25.212
Tarwemeel …………..
Aifdere meelsoorten ….
601
33.506
58.883
370
3.911
7.124
37.417 66.007
32
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8
Januari
1936
BOEKAANKONDIGINGEN.
Een Con junctuur-Analyse van Neder-
land
1840-1860
door Dr. J. Ridder.
(Amsterdam
1935; H.
J. Paris).
Doel van deze studie is na te gaan, hoe het econo-
misch leven van Nederland reageerde op de eerste in-
ternationale crisis
(1857).
De schrijver neemt, daar-
voor de conjunctuurtheorje van Hayek als uibgan’gs-
punt. Nederland had in die dagen een afgeleidecon-
junctuur; de structuur van ons land was niet van
dien aard, dat het een conjunctuurbeweging uit eigen
kracht in het leven kon roepen. Achtereenvolgens
wordt de hausse vôôr
1857
in Engeland, Frankrijk en
Duitschland besohreven, waarop een minutieus onder-
zoek naar ‘handel, credietwezen en. nijve]±eid in Ne-
derland volgt.
Opmerkelijk is, dat de nijverheid in Nederland
tijdens de wereidhausse van
1854/’57
in een depressie
verkeerde. De algemeene prijsstijging ging gepaard
met een steeds verminderende bedrijvigheid: Loons-
verhoogingen waren daardoor niet mogelijk en het
stbiele loon beteekende een reëele loondaling. De
hausse 766r
1857
heeft dan •ook aan de aibei’dende
klasse in Nederland, in tegenstelling met andere lan-
den, geen voordeelen gebracht; integendeel.
Eerst toen de moderne gemechaniseerde industrie
haar intrede had gedaan en de productie door mid-
del van handwerk was vervangen door gemechani-
seerde voortbrenging, kon ook de arbeidende” klasse
profiteeren van de winstmogelijkheden, die’ de hausse biedt. Toen verdween ook de loonstabiliteit uit vröeg-
kapitalistische tijden en werd het loon in de baisse
verlaagd en in de hausse verhoogd.
Uit de2e korte schets blijkt reeds, hoe, nuttig een
goede analyseering van ‘de- vroegere crises is. Het is
te hopen, dat op dezelfde ‘gedegen wijze ook ‘de positie
van Nederland in de tweede internationale crisis eens
wordt onderzocht. ‘ V.
ONTVANGEN BOEKEN.
Das Liquiditdisproblem, der Kreditbanicen
‘door Wer-
ner Braun. Tübinger wirtschaftswissensdhaf t-
liche A’bhand’lungen/IV. Folge, Heft’ 6. (Stutt-
gart
1934;
Verlag W. Kohlhammer. Prijs ‘R.M.
6.60).
In dit ‘boek onderzoekt de schrijver het liquiditeits-
vraagstuk van de huidige credietbanken. Wel werd dit
vraagstuk in de omvangrijke literatuur steeds besproken,
doch de onderzoekingen werden tot voor kort alleen van-
uit het oogpunt van de credietbemiddeling doorgevoerd.
Het bedrijf van de banken heeft zich door de, mogelijkheid
tot het scheppen van crodieten uitgebreid. Daardoor ont-
staan nieuwe gezichtspunten ten aanzien van de liqui-
diteit.
Het zwaartepunt van het werk ligt daarom op het
onderzoek, in hoeverre zich nieuwe gez’ichtspunteir ten
aanzien van het liquiditeitavraagstuk onder invloed van
‘den ruimeren werkkring van de banken, de credietschep-
ping, voordoen.
Devaluatie, Pro en Contra.
Rapporten uitgegeven in
opdracht van de’ Algemene Raa’d uit N.Y.V.
en S.D.A.P. (Amsterdam
1935;
De Arbeiders-
pers).
Laatstbekenile •noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
6 Januari 1936 voor
telegrafische
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
–
Koers
disconto
‘Evropa
%
Londen *)
£
12.10
8
7.
2
6*
2
Berlijn *)
100 Mark
59.26
59.28
4
100 Franc
9.747
9.72*’
,
Brussel *)
100 Belga
34.59
24.81
2
………..
…………..
Parijs *)
…………
100 Franc
‘ –
6.20
Ziirich *)
100
,,
48.-
47.91
2
*
100 Kronen
–
6.10*
3
100 Schilling
35.-
27.70
*
100 Pengö
43.51
43.50
4
100 Lei
1.4880
1.10
41
100 Leva
1.79
7
1.82*
6
Luxemburg
………
……….
100 Dinar
4.379
3.371
Praag ……………
Weenen’) …………
Istanbul … …….
Turksch
£
10.93
1.17*
100 Drachme
3.23
1.39
7
Boedapest
..
……….
100 Lira
13.09
-.
5
Boekarest
………..
Athene
………….
100 Peseta
..
48.-
2
0.17*
5
Sofia
.
………….
Belgrado…………..
Escudo
2.68*
0
.
06
*
5
Kopenhagen
)
….
100 Kronen
66.67
3245
31
Milaan
………….
…….
Oslo *)
‘
100
”
.
66.67′
‘
36.50
31
‘66.67
‘
2*
Stockholm *)
,
…….100
IJsl. Kr.
66.67
32.80
Reickjavick
…….100
Warschau
……….100
Zioty.
.?
7
.9
1
‘27.80e
5
Madrid
………….
Lissabon …………..
Kovno (Litauen) ..
100 Lita
24:88
24
.87*
6
R
i
ga (Letland) ….
100 Lat
48.-
48.25
6
-5*
rallinn (Estland) ..
100 Estl. Kr.
66.67
40.-
41
Finnmrk.
.
6
.
2
6*
3.20
4
Helsingfors
…….100
Tjerwonets
12.80 12.80
Mi oskoti
…………
(10 Roebel)
Dantzig
.
………..
100 Gulden
48.42
27.85
5
Arnerka.
$
146.94*
‘
1.47k
‘
1*
Canad.
$
2.4878
1.47
Mex. Dollar
1.24 0.41
lev-York
)
……..
Miontreal
……….
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568
1
0.39*
La Paz (Bolivia)
8)
Boliviano
0.9080
–
Rio de,Janeiro..,.
1]ilreis (pap.)
0.80752
0.08*
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.30
0.07
5
)
–
l'[exico
………….
Bogota (COlumbia)
8)
Peso
‘
2.42
0
.83*
uito (Ecuador)
..
Sucre
0,498
‘0.14
Lima (Peru)
…….
Sol
0.69
7
0.3
6*
fontevideo (‘tJrug.)
Peso
2.5725
aracas (Venezuela)
..
Bolivar
0.4795
0
.
3
7*
‘
Gulden
1.-
1
.00*
an
José (C. Rica)
Colon
–
– .
‘0.31.
uatemala ……..
Quetzal
2
.48*
1.45*
Paramaribo
…….
Vi1lemstad (Curaç.)
…
Gulden
1.-
1
.
0
0*
-.
t{anagua (Nicar.) 2)
Cordoba
2
.48*
1.34
3an Salvador)….
Colon
,
1.2440
0.5,8*
Azië.
.
.
…
…
Rupee
0.91
0.55
3
3atavia
……….
Gulden I.G.
100 1.00
T
9
9
4
obe
…………
Yen
1.24
,
0.
4
2*
3.85
Jalcutta ……….
..
hongkong ……..
Dollar
,
0.47
shanghai
……..
Dollar
0
.
4
3*.
‘0.44
–
3ingapore
……..
Straits DolI.
1.4125
0.85
‘Phil. Peso
1.24
‘
0.731
leheran
4
)(Perzie)..
…
Pahlavi
..
–
7.771
Ilanilla
.
………..
3angkok ……….
…
..
Baht
–
0.67
Afrika.
..
£
1
2
.10*
1.26
31
Jexandrië……. …
..
Egyp t.
£
12.42
7.45
Australië.
–
I.aapstad
………….
Ilelbourne, Sidney
én Brisbane”.
.
.’.
£
12.10*
5.81
ieuw Zeeland ..,.
£
12.10*
5.86
i) Uoudpeso. ‘)Milreis Goud. ,
) Not, te A’dam. 0v. not, part. opg.
1)
0ff.
0.36
Vrije markt
0,09.
4
) Munteenheid = Rial (= een Kran.)
5)
Export-
koers;
0,05
3
/4
ofticieele koers.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
114 Jan.
Sedert
Overeenk,
I14 Jan,
Sedert
Overeenk.
1936
1Jan.
1936
tijdvak
1935
‘
1
93
6
1Jan.
1936
tijdvak
1935
193 6
l935
3.887
3.887
27.620
-‘
,-
200
3.887
‘
27.820
–
–
3.428
–
–
–
–
3.428
Tarwe
………………
Rogge
…………………
–
–
225
–
–
–
–
225
Boekweit ……………….
MaIs ……..
………..
10.548 10.548
13.087
‘ –
–
. –
10.548
13.087
Gerst
……………..
5.750 5.150
3.818
358
358
–
6.108
3.818
–
–
1.583
–
–
–
–
1.583
Lijnzaad
………
500
500
2.265
–
–
–
500
2.265
Haver
……………….
890
890
27
–
–
‘ –
890
27
Lijnkoek ……………
–
–
580
–
–
69
.
–
‘
649
Tarwemeel
………….
Andere meelsnorten ….
75 75
1.255
–
–
‘
130
75
‘
1.385
8 J’anuari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
33
STATISTIEKEN.
BAN KDISCONTO’S.
DIoc Wissels.34 14Nov.’35 Lissabon
…. 5
13Dec.’34
‘
Bel.Binn. Eif.
N d1Vrsch.
4 14Nov.’35
Londen ……2
i)
Juni’32
13k
in R.C.
4
14Nov.’35
Madrid ……5
9Juli ’35
Athene ……….
7
14Oct.’33
N..YorkF.R.B. 11
1
Feb.’34
Batavia……….
4
1 Juli’35
Oslo
……..
342
2
Mei’
33
Belgrado
……..
5
lFebr. ’35
Parijs
……5
31Dec.’35
Berlijn
……….
4 22 Sept.’32
Praag
……3
1 Jan. ’36
Boekarest……..
4 28Aug.
1
35
Pretoria
•…
3415 Mei ’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome ……..
5 9
Sept.’35
Budapest ……..
4 28Aug.’35
Stockholm
.. 24
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28 Nov.’35
Tokio
.,..
3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
5
21Oct.’35
Weenen ……
3410 Juli’35
Helaingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct.’33
Kopenhagen
•…
3422Aug.
1
35
Zwits. Nat. Bk. 24
3Mei’35
OPEN MARKT
1936
193516
1
1935j
1935
11
193415
1934
1914
4
30 Dec.!
23128
16121
.3I Dec.!
116
2024
Jan.
4Jan.
Dec.
Dec.
5Jan.
Jan.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
2
3
14-
7
19
231
4
31/
4
31J4_314
3-118
11
2
1_62)
3118-!I6
Prolong.
2
3
/4
2
3
143
1
14
3144
314
1
1
2114.314
Londen
Dageld.
. .
1
6-1
i14′.1l!2
1
/2_1
ija-1
Iji-2ij,
‘!a-I
1
5
/4-2
Part,c.disc.
0
/16
/,6
–
!4
!4-h6
3
/4.
13
/16
118.u12
1-
1
18
4
1
14.
8
1,
Berlijn
Daggeld…
3.11
4
3.31
4
2-3
3114
371
4
431
4
431
4
.571
4
2
–
MaandeId
3-11
3-
1
Il
31/4
3.11
4
331_4
4..53
4
2)
–
Part, disc.
3
3 3
3
3
1
12
371
2)
2
1
1
1
12
Warenw. ..
4-1
4..l1
4.11
4
4.11
4
411
4
4..114
2)
–
New York
Dag6eld
1)
81
4
31
4
3
4
3/,
1 1
2)
I11-2’1,
Partic.disc.
116
116
:i/,
1
1
116
5/16
31
4
2)
–
11
Koers van 3 Jaii. en daaraan voorafgaande weken t m. Vrijdag
2)
216 Jan. 1934.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Ne,v
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
5)
5)
)
5)
1)
31 Dec.
1935
1.47%
7.25%
59.25
9.73%
24.82
100%
1Jan.1936
–
–
–
– –
–
2
1936
,,
1.47%
7.25%
59.274
9.74%
24.844
100%
3
,,
1936
1.47%
7.27
59.29
9.73% 24.82
100%
4
,,
196
1.473,
7.27
59.30
9.72
24.81 100%
4
6
,,
1
936
1.47%
7.26% 59.28 9.72%
24.81
100%
Laagste d.wl)
1.47
7.25
59.174
9.71% 24.79
100
Hoogste d.w
1
)
1.47%
7.27%
59.32J1
9.74%
24.85
100%
4
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data serland
Weenen
Praag Bo:ka-
Milaan
Madrid
31 Dec.
1935
47.93
–
6.12
1.15
–
–
1 Jan.
1936
–
–
–
–
–
–
2
,,
1936
47.90
–
6.12
1.10
–
20.194
3
,,
1936
47.88
–
6.12
1.10
–
20.174
4
,,
1936
47.89
–
6.22
1.10
– –
6
1936
47.91
–
6.12
1.10
–
20.174
Laagste d.w
1
)
47.82%
–
6.09
1.05
–
20.074
Hoogste d.w’)
47.95 27.75
6.14
1.20
–
20.25
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488_13.094/_48.52
Da
a
Stock-
Kopen-
*
°
or
Buenos-
Mon-
holm
5)
hagen*)
Aires’)
treal
1)
31 Dec.
1935
37.45
32.40
36.55
–
3.20
39%
1.46%
1 Jan. 1936
–
–
– –
–
–
2
1936
37.424
32.40
36.474
3.20
3 9 %
1.46%
3
,,
1936
37.50
32.45 36.55
3.20
39%
1.47
4
1936
37.50
32.45 36.55 3.20
39%
1.47
6
1936
37.471
32.45 36.50
3.20
39%
1.47
Laagste d.w1)
37.30 32.274
36.30 3.174
39%
1.45%
Hoogste d.w’)
37.55 32.55 36.60 3.224
40% 1.47%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.6711
6.266
95%
2.4878
*) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t late of 2de No.
van
iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
(3
per
£)
Parijs
($ p.
lOOfr.)
Berlijn
($
P. 100 Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100
gld.)
31 Dec.
1935/
4,93
6,62%
40,26
68,00
1Jan.
1936
–
–
–
–
2
,,
1936
4,92%
6,61%
40,251
67,91%
3
,,
1936
4,92
.
79
6,59%
40,22
67,84
4
,,
1936
4,93
6,59%
40,22
67,84
6
,,
1936
4,9334
6,60 40,23
67,87%
7 Jan.
1935
4,90%
6,63
40,34 67,95
Muntnarit.eit..
4.R6
3.9ûa
23.8111
405/,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
21Dec.128
1935
Dec.
1935
30Dec.1’354Jan.’36
LangsteHoogste
4Jan.
1936
Alexandrië.
.
Piast. p.
£
9734
97%
97%
97% 97%
Athene
….
Dr.p.
520 520
519
520
519
Bangkok. …
Sh.p.tical
1110,8v
1110
8
v
1110k
1/10T11l
1/10k
Budapest
..
Pen. p.
£
16% 16% 16%
16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.f
18.15
18.25
18.20 18.40
18.35
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/6%
116%
116
8
1
32
1
1
6
%6
1
16
5
1
32
Constantin.
.
Piast.p.
614 614
613
614
614
Hongkong
..
Sh.
p.
1/3%
1/318/
6
113 114
1,3%
Sh.
p.
yen
1/2
1
/
32
112
1
8
,
1
112
l2%6
1/2133
Lissabon….
Escu;
p. £
110%
110%
109%
110%
110%
Kobe
…….
Mexico
. .. .
$per
17% 17% 17%
18%
17%
Montevideo
2)
d.
per
£
22%
22%
22
22% 22%
Montreal
..
$
per
£
4.96%
4.97%
4.93%
4.96%
4.9414V
Riod.Janeir0
3
d. per
Mil.
2
21
/
32
2
21
/
82
2%
2%
2
21
1
82
Shanghai
..
Sh.
p. $
1:2% 1/2%
1/2%
1/2%
1/2%
Singapore
. .
id. p. $
2
,
43
132
214
3
214
2/4%
2/4%
Valparaiso
4
).
$perC
125
126 126 127
127
Warschau
..
Zi. p. £
26%
26%
27%
26%
1
26%
‘) Offic. not. 15 laten, gem. not., welke importeurs hebben te betalen,
l Oct. t7.02.
1)
Offic. not. 19 Dec. 395/g: 23 Dec. 39116; 28Dec. 39
1
11; 30Dec.
39314;
3 Jan. 39
11
/16; 4Jan.39518. 3) Id. II Mrt. 4
1
14 4
)90 dg. Vanaf 28Aug. laatste
,expOrt” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’) N.York’)
Londen
31 Dec. 1935.. 22%
49%
31 Dec. 1935..,. 141/2
1 Jan. 1936,. –
–
1 Jai. 1936…. –
2 ,,
1936.. 22%
49%
2
1936…. 14114
3 ,,
1936,. 21%
49%
3
1936…. 141124
4 ,,
1936., –
–
4
1936…. 141124
6 ,,
1936,. 20%
49%
6 ,,
1936…. 141/2
7 Jan. 1935.. 248/
4
54
5
/
9
7 Jan. 1935.,,. 14211
27 Juli 1914., 24
1
Y
16 1
59
27 Juli 1914…. 84110%
1) in pence p. oz. stand.
2)
Foreign silver in $c. p. os. fine.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vordering e n.
/
23 Dec. 1935
1
31 Dec. 1935
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
f
5.465.674,94
f
17.706.272,15
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
378.929,65
,,
284.478,94
Voorschotten
op
ultimo November1935
a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
6.815.776,30 •
6.815.776,30
derlandsche Bank
……………….
,,
128.850.943,04
,,
130.215.031,93
Idem aan
Suriname ………………
,,
13.162.831.08
,,
13.283.674,86
,,
348.868,61
•
348.868,61
Kasvord.weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
119.598 901,30
•
119.042.221,36
Voorschotten aan Ned.-lndië
……….
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
.
.
31.624.381,06 38.018.684,98
Idem
aan
Curaçao
………………..
Vord.
op
het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)….
31.435.963,95
,,
32.770.963,95
Verstr. ten laste der
.
Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
38.092.835,28
1
,,
38.518.435,28
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.
16 van
haar octrooi verstrekt
–
–
Voorsch. d. De Ned. Bk.
i.
rek. crt.verstr.
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f413 807.000,-
f413.807.000,-
,,
152.930.000,- 150.930.000,-
w.v.
rechtstr. bij De Ned. Bank gepl
–
–
Daggeldleeningen
……………….
–
–
Zilverbons in omloop
…………..
1.196.561,50
•
1.195.866,-
Schuld
op
ultimo November’35 aan de
gem. weg. ah, uit te keeren hootds. d.
Schatkistpromessen in Omloop
…….
pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.
.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op die
…..
bel, en
op
de vermogens belasting
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
–
,,
1.183.548,75
….
—
•
34.486.130,04
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
,,
73.132.818,11
–
72.907.769,04
,,
–
Id. aan diverse instellinpn
1) ……….
,,
78.868.636,39
•
80.047.740,29
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
28 Dec. 1935
1
4Jan. 1936
Vorderingen:
t
1.326.000,-
/
1.347.000,-
Saldo b. d. Postchècue- en Girodienst
•
1.455.000.-
585.000,-
Betaalmiddelen in
s
Lands kas
…..
62.038.000,-
62.038.000,-
Verplichtingen:
Saldo Javasche
Bank
……………..
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell
130.264.000,-
,,
132.783.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
……….
2.000.000,-
3.500.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd
Muntfonds.,
714.000,-
,,
714.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,
627.000.-
,,
322.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
–
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
‘j”
Andere
opelschb.
schulden
Discont.
7 Dec.
1935..
769
1.090
479 568 1.632
30 Nov.
1935..
781
1.153
411
570 1.642
23
,,
1935..
782 1.040
482
573
1.626
16
1935..
783
1.073
484 573 1.644
9
1935..
783
1.102 466 564 1.643
5 Juli
1914,.
645
,
1.Î00 560 735 396
11
–
————- –
– –
‘
1
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
1
TIJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN
ROODE
KOOL
RUND-
VARKENS
g
a
a
co
74 kg Bahia
La Plata
g
e
.-rOUSSISC
La Plata le kwal.
gewoon
1e kwal.
” EE°CI-I
Dla
Blanca loco
loco loco
1-5 pond
per 100kg
1-5 pond
(versch)
(versch)
A
t
e
rd
a
a
m
l
R’dam/A’dam
R’damfA’dam
doco A’d
R’dam/A’dam
per 100 kg
Broek op
per 110 kg per 100 kg per 100 kg
ms1e00
per
k
per 100 kg.
per 2000 kg.
pJ00kg
per 1960 kg.
Langendijk
L
0
k
Rotterdam
Rotterdam
2)
8)
4)
Lnnk
g
1
g
1
f1
%
f1
%
f1
01
f1.
01
f1.
01
f1
01
f1
0
10
f1.
0
10
f1
01
f1.
01
1925
17,20
100,0
13,070
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,47
0
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,475
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50 96,8 363,00
78,5
4,55
100,0
13,25
100,0 17,23 100,0
93,
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8 96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,225 47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
2.05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,2
108,
116,1
72,90
94,1 1931
5,55
32,3 4,55
34,8
84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94
14,6
6,96 40,4
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22′
30,4
4,625
35,4
77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84 10,7
61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,025
29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5
21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
3,23
71.0
1.89 14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125
24,0
3,07
5
23,5 61,25
26,5
68,00 28,8
131,75
28.5
2,21
48,6
2,58
19,5
5,25
30,5 48,12
5
51,7
51,62
66,6
Jan.
1934
4,75 27,6
3,10
23,7
65,25
28,2 58,00
24,6
144,25
31,2 3.65
80,2 2,30
17,4
3.08
17,9
62,50
67,2
53,75
69,4
Pebr.,,
3,40
19,8
2,775
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8 3,97 87,3
1,63 12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart
,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75 30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6 1,23
9,3
4,24
24,6 61,75
66,4
50,50
65,2
April
,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50 30,5 56,75
24,0
136,50
29,5
63,50
68,3
49,12′
63,4
Mei
3,32
5
19,2
2,87′
21,9
62,00 26,8
63,00
26,7
154,50
33,4 65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
,,
3,67
5
21,4 3,17
5
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
63,25
68,0
43,75
56,5
)u!i
,,
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5
57,6
Aug.
4,37 25,4 4,27
5
32,7
83,25 36,0 93,50
39,6
159,25
34,4
————————
————————-
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.
,,
4,-
23,3 4,15
31,7
77,25 33,4 93,25
39,5
145,50
31,5
————————-
63,55
68,3
42,62
5
55,0
Oct.
,,
3,50
20,3 3,70
28,3
69,50 30,0 93,50
39,6
135,25
29,2
60,70
65,3
42,12
5
54,4
Nov.
•
3,50
20,3 3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
17,0
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.
,,
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25
32,9 91,00 38,6
134,00
29,0
1,26
27,7 2,03
15,3 1,73 10,0
53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.
1935
3,30
19,2
3,520
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
1,13
24,8
2,59
19,5
2,89
16,8
53,625
57,7
45,62′
58,9
Pebr.
,,
3,20
18,6
3,375 25,8 68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26.9
0,91
20,0
2,14
–
–
–
—–
–
—
—
—
–
16,2
4,26
24,7
51,90
55,8
47,55
61.4
Maart
,,
3,20
18,6
3,07′
23,5
67,75 29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92
–
–
–
–
–
—
–
—
—
—
–
22,0
7,69
44,6
51,40
55,3
51,20
66,1
April
4,07
5
23,7
2,95
22,6
70,75 30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
—
—————-
—
–
—-
–
–
–
–
–
–
–
—
–
51,925
55,8
50,25
64,8
Mei
•
4,05
23,5
2,90
22,2 59,90 25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
——–
–
—
–
—
–
50,80 54,6 48,50
62,6
Juni
•
4,02
23,4 2,90 22,2
57,50 24,8
75,00
31,8
124,25
26,9
—
–
—-
–
—
—
—
–
48,-
51,6
46,12′
59,5
Juli
3,92′
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9
48,-
51.6
47,375
61,1
Aug.
.,
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25 23,9
64,50
27,3
132,25
28,6 44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50. 30,2
—-
–
—-
–
—
–
—
—-
–
—-
–
—
–
—
43,375
46,6
56,62
5
73,1
Oct.
4,95
28,8 3,35
25,6
57,75
24,9
64,75
27,4 142,75
30,9
—-
–
—-
–
—
–
—
46,07
S
49,5
64,625
83,4
Nov.
4,65 27,0 3,20 24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8
3,83
84,2
2,65
—-
–
—-
–
—
–
—
—-
–
—-
–
—
–
—
20,0
.
42,75
46,0 56,85
73,4
Dec.
,,
5,15
29,9
3,40
26,0
56,73
24,5
60,75
25,7
146,50.
31,7
4,32 .94,9.
2,59
—
—
—-
–
–
—
—
—
—
—-
–
–
—
—
19,5
6,17
35,8 44,75
48,1
52,25
67,4
30
,,
5,40
31,4
3,65
27,9 57,00
24,6
63,00
26,7
154,50
33,4
5,10
112,1
2,60
19,6
6,50
37,7
45,-‘
48,4
51,-S
65,8
6 Jan.
1936
5,45
31,7
3,65
27,9
56,5)
24,4
63,00
26,7
155,50
33,6
.
45,_6
48,4
52,.
6
,
67,1
1) Men zie voor de toelicHting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en IS Febr. 1933.
2,
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tot
16Dec. 1929 tot 26Mei1930 7415kg Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74kg Zuid-Russische: van 23Mei1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Canada Van 19 Sept.’32 tot 24Juli’33 62163kg Z.-Russ. van 24Juli ’33-7 Oct. ‘3564/65kg La Plata.
5
)28 Dec. 6)4Jan.
7)
27 Dec.
8)
2Jan.
9)
3Jan.
MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalachel
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp
gekamde
Australisch,
Australische
HUIDEN
SALPETER
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
G. F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
t/m
64(66
0
$cts. per
ering.
do
d
V
CrossbredColo-
nia! Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100 kg
Rdam/A’dam
oe s.g.
per
arre
U.S. gallon
New-York
rides
uomra
iverpool
oco
eib
r
p r
.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 kg.
per Ib.
Liverpool
Bradford per lb.
f1.
°/o
–
$
°Io
$cts.
0(
$ cts.
Oi
o
pence
0
1
0
pence
0/
pence
°Jo
pence
0f
0
f1.
°Jo
f1.
.
0
10
1925
10,80 100,0 1.68 100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27 100,-
9,35
100,- 55.00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30 67,4
47,25
85,9 24,75
83,9
28,46 82,0
11,6!
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2 26,50 89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928 10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17.05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05 93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8 0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20 57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31.6
5.32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,(0
0.625 37,2
3,02
20,3
7,05 30,3
5,16
17,6
2,96
31,7
16,75
30,5
8,50 28,8
12,54
36,1
5,89
49,1
Jan.
1933
7,05
65,3 0.53
31,5
4,16
28,!)
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6 8,25 28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
Febr.,,
7,20 66,7
0.38
22,6
3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25 28,0
10,38
29,9 6,40 53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87′
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
•,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75
26,3
11,25
32,4 6,40 53,3
Mei
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3 6,40 53,3
Juni
7,15
66,2
0.25
5
15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85 20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli
7,05 65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2 20,75
37,7 9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
,,
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20.75
37,7 9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4 0.52
31,0 3,50 23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66
39,3 4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75-
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.
6,75 62,5 0.66
39,3 3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95 49,6
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9 3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59 27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15 51,3
Febr.
,,
6,30 58,3 0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37.5 6,20
51,7
Maart
,,
6,25
57,9 0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April
,,
6,30 58,3 0.62
36,9
2,79
5
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
Mei
,,
6,25 57,9 0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
Juni
•
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15 30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30 52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5 5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50 33,1
6,30
52,6
Aug.
,,
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33.9
5,80
48,3
Sept.
,,
6,00
55,6 0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.
•
6,00
‘
55,6
0.62
36,9
–
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27
,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.
•
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67 28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6
5,95
49,6
Dec.
6,05 56,0 0.62 36,9
2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,6
2,77
29,6
14,50 26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05 50,4
Jan.
1935
6,05
56,0
0.620
37,2
2.97
6
20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0 6,15 51,3
Febr.
6,05
56,0
0.62
5
37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,!
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2
4,85
16,6
2,79 29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5
6,25
52,1
April
6,00
55,6
0.63 37,5
2,99
20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30 52,6
Mei
6,05
56,0
0.62 36,9
2,97
5
20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30 52,6
juni
–
6,05 56,0
0.62 36,9
3,15 21,2
7,-
30,1
4.82
16,5
2,98 31,9
16,75
30,5
8,50
28,8
12,-
34,6 6,30
52,6
Juli
6,05 56,0
0.62 36,9
3,115
21,0 7,25
–
31,2
4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2
9,00
30,5
11,75
33,9 5,40 45,0
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83 30,3
18,25
33,2
9,25 31,4
12,-
34,6 5,40 45,0
Sept.
6,10
56,5
0625
37.2
2,85
19,2
6,40
27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2
8,75
29,7
14,50
41,8
5,50 45,8
Oct.
6,05
56,0
0.625
37,2
3,-
20,2
6,70
28,8
5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55 46,3
Nov.
,,
6,05
56,0
0.62
36,9
3,17 21,3
7,05 30,3
5,90
20,2
3,16 33,8
18,75
34,1
9,00 30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
,,
6,05
56,0
0.62
36,9 3,39
22,8
7,05 30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7
14,25
41,1
5,70 47,5
10
,,
–
6,05
56,0
0.62
36,9
3,392
22,8
7,05
30,3
5,714
19,5
3,09
4
33,0
18,505)
33,6
8,75
5
)
29,7
14,25
7
41,1
5,70 47,5
6 Jan.
1936 l
6,15
56,9 1
0.62
36,9 1
3,3931
22,8
7,15
1
30,8
1
1
19,00e)
1
34,5 8,75
8
)
29,7
1
5,80 48,3
1) Jaar- en
maandgem. afger. op'(s pence.
2
)28
Dec.
3
) 4 Jan.
4
)18 Dec.
5)
23 Dec. 8)2
Jan.
7
)17 Dec.
S)
24 Dec. 0)22 Dec.
AN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
Eier
EIEREN
KOPER
LOOD
Tft.
IJZER
Cevel
:
nd
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
per kg
Leeuwar-
Cri
Alkmaar
Fabrieks-
0cm. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
ocoprijze
on en
ocoprijzen
o
en per
0
0′
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derComm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
er
n
p
ng.
0
g.
0fl
ddle
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Ounce
Noteering
Centr
kI. ni/merk
p. 100 st.
per Eng. ton
er En
o
p
g.
n
Antwerpen
Eng. ton
fine
persokg.
11.
O/o
f1.
f1.
%
f1.
01
0
£
010
£
1
10
£
116
Sh.
0
1
0
ah.
01
0
£
01
0
sh.
°jo
pence
Olo
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
61116
100,0 36.816
100,0
261.171-
100,0
731- 100,0 671-
100,-
36.316
100,-
85(6
100,-
32
1
/8
100,0
1926 1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8 58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28101
16
89,3
1927
2,03 87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7 24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.10
1
–
78,8
851-
99,5
26
3
/
4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51- 86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
261/
81,1 1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.14!-
121,9
23.5
1
–
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.1716
68,8
851-
995
24
7
/1n
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.5/-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
48,6
851-
95
17
13
/16
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
55/-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13118
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70 40,5 4,14
45,1
22.171- 36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
1
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716 21,6
131.181- 50,4
411-
56,2
35/-
52,2
10.1216
29,4
12417
1
14145,8
12
3
18
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6 141.1916
54,2
401-
54,8
3317
50,1
8.91
23,4
137/731
161,0
131116
40,7
1935
0,49 21,2
0,99
14,85
26,5 3,20
34,9
19.116
30,7
8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916
54,1
3318
50,2
8.101-
23,5
14212
166,3
17
22
116
55,1
Jan.’34
0,50 21,6
1.-
20,40
36,4
5,05 55,0
21.71-
34,4 7.71- 20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
39/6
54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
1211
2
38,9
Mrt.
•
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21- 25,2
13618
159,8
12
5
1
39,3
Apr.
•
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72 29,6
20.1416
33,4
7.4/6
19,8 150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716 25,9
135114
158,0 12
7
116
38,7
Mei
»
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7 2,54
27,7
20.4/-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21
25,2
13613
159,4
12
1
/1
37,5
Juni
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74 29,9
19.1816 32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137(84
161,1
12
1
14
38,1
juli
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.11/-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61
22,9
137/11
161,4
12314
39,7
Aug.
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
32/6
48,5
8.716
23,2
1
3816
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
1,-
18,12
5
32,4
3,31
36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.17!-
52,6
3916 54,1
32/6
48,5
7.17/-
21,7
1411-
164,9
13
1
/s
40,9
Oct.
0,43
18,6
1,-
1737
6
31,0 3,95 43,0
16.3/-
26,0
6.61-
17,3 137.1916
52,7
3916
54,1
3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov..
0,47
20,3
1,-
I’7-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139164
163,2
14
7
/8
46,3
Dec.
,
0,54
23,4 0,95
15,121
27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140J64
164,4
14
11
116
45,7
Jan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5
34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1
3416
51,5
7.6(6
20,4
141/10
165,9
14814
45,9
Feb.
,0,52
22,5
0,95
14,375
25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1
3916 54,1 3416
51,5
7.316
19,8
142/8
166,9
14
1
0/16
46,1
Mrt.
,,
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5 381-
52,1
3319
50,4
7.-/.
19,4
14715
172,4
15/4
49,0
Apr..
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5
2,316
25,2
18.81-
29,6
7.516
200
131.-16
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.111-
20,9
14415
168,9
18
3116
56,6
Mei
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
5
26,0
20.-/-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
JUlli
,,
0,41
17,7 1,07
1
11,95
21,3
2,41
1
26,3
18.161-
30,3
8.1116
23,5 136.5/6 52,0
3916 54,1 3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19
8
1
61,1
juli
,,
0,44
19,0
1,-
12,37
5
22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8
8.131-
23,7
140.11/6
53,7
39/6
54,1 3316
50,0 8.101-
23,5
140110
164,7
18
5
/j6
57,0
Aug.
»
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,315
36,1
19.151-
120.1016
31,8
9.11/-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
3316
50,0
8.1816
24,7
14014
164,1
17
1
/
55,6
Sept.,
0,58
25,1
0,97
20,25 36,2 3,16
34,4
33,1
9.1416
26,7
135.4/6
51,6
3916
54,1 3316
50,0
9.81-
26,0
1411-
164,9
17116
54,7
Oct.
»
0,65
28,1
0,89
19,87
5
35,5
3,95 43,0
21.3/6
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
39/6
54,1
33/6
50,0
10.16
27,7
14118
165,7
17
5
/9
54,9
Nov.,
0,59 25,5 0,94
16,90
30,2
4,69
51,1
21.2/6
34,0
10.1516
29,6
135.136
51,8
3916 54,1
33/6
50,0
9.161-
27,1 141134
165,3
179/
1
6
54,7
Dec.,
0,57 24,7
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
21.2/6
34,0
10.1-6
27,5 132.-g6
50,4
3916 54,1
33/6
50,0
9.21-
25,2
14111
165,0
15/1
47,7
30
»
_
0,59
7
)
25,5
0,95
!6,50
29,5
4,40
47,9
20.196
33,8 9.5/6
25,5
130.13/-
49,9
3916
54,1
33/9
50,0
8.136
24,0
14113
165,2
13
1
14
41,2
6Jan.’36
0,59
8
)
25,5
0,95
16,75
9
) 29,9
3,95 43,0 20.181- 33,7
9.61- 25,5
127.41-
48,6
3916
54,1
3319
/
50,0
8.1316
24,0
14112 165,1
12
1
(1
38,3
26 Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanal Jan. 1928 tot
ib
Dec.
19
American
£O. 4 V5fl
Jan. 1928 Mailing; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENFIO°TT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER SUIKER
.
THEE
INDEXCIJFR
I(olo-
ba4is7″fob
6i/’
binnenmuur
buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Lrjzen
Standaard
Ribbed Smoked
er standaard
per
per
so
kg
elf,
per
100
kg
Rotterdam
loco
len
R’dam/A’dam
Java- en Suma-
OfOd-
S 0 en
nlale
‘an 4.672 M
3
.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
1
12
kg.
per Ib.
per
100
kg.
1
/2
trathee
p.
kg.
ducten
–
f
olo
f
0/
f
01
sh.
0/
t
°!o
cts.
01
Sh.
Olo
f1.
°?o
ets.
01
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50 100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,121
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
6
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25 82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75 71,8
66.0
.84.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8 46.0
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
196
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,32
5
33,7
28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9 21,10
34,2
-1
2
,
2
5
6,3
5,525
29,5 32,75
38,7
35.2
34.1
1934
76.50
47,9 8,50 54.8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2
16,80
27,4 -13,875
10,9
4,07′
21.7
40
47,3
34.4
32.1
1935
59,50
37,2
7,25 46,8
8,75
46,1
1315
31,6 9,15
25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5 34,50
40,8
33.6
29.0
Jan.’33
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.,
70,00
43,8
9,25 59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9 26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
»
70,00
43,8 9,50 61,3
12,25
64,5
1
613
38,2
10,376
28,9
23,50 38,3 -11,5 4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.
•
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07′
32,4 27,50 32,5
32.8 34.9
Mei
»
70,00 43,8
9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50 26,5
23
37,5
-12
5,6
6,021
32,1
26,50 31,4
34.2
35.0
Juni
»
72,50 45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9 22,50
36,6
-12,375
6,7
6,35
33,9
.31
36,7
37.2 31.5
Juli
»
75,00 46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4 22,50
36,6 -12,625
7,4
5,925
31,6
33,50
39,6
38.2
31.4
Aug.,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4 20,75
33,8
-12,625
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5 35.0
Sept.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2
-/2,5
7,0
5,37′
28,7 36,75
43,5
36.7
34.6
Oct.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,621
21,3
17,75
28,8
–
12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
33.4
Nov.
»
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9
36.4 32.7
Dec.,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11
1
5 26,9 7,975 22,2
16
26,1
-1
2
,8
7
5
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,
1
12
1
10
30,2
7,45 20,8
16,50
26,9
–
1
2,875
8,1
4,95
26,4
45,50 53,8
36.9
33.8
Feb.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65.8
14
1
5
33,9 7,25 20,2
17,25
28.1
–
1
3 8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt.
»
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14/1
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-/3,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
–
(3,625
10,2
4,25 22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25 59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
-/4
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
»
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
–
1
4
11,2
4,20
22,4
41
48,5
34.5 33.8
j
uni
uli
»
77,50
48.5
7,50 48,4
10,
–
52,6
13111
32,7
6,92
5
19,3
16,75
27,3
–
14,375
12,3
3,975
21,2
40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12110
30,2 6,87
5
19,2
16,50
26,9
–
/4,5
12,6
3,975′
21,2
39,75 47,0
33.9
31.4
Sept..
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
5
29,2
6,65
18,5
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.
,,
73.00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
11/7
27,3 6,70
18.7
16,50
26,9
–
14125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12/3
28,8 6,62
5
18,5
16
26,1
–
1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
Dec.,
73,00 45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,17′
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,375
18,0
34,50
40,8
32.7
28.0
Jan.’35
66,00
41,3
7,25
46,8
8,50 44,7
1411
33,1
8,775
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9 32.9 29.5
Feb.
66,00
41,3 6,75 43,5 8,25
43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75 10,5
3,45
18,4
.32
37,9
32.4 28.9
Mrt.
.
59,00
36,9
7,-
45,2 8,25
43,4
1313
31,2 8.57
5
23,9
14,625
23,8
–
13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr.,
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375 9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
»
57,50
36,0
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
4
31,4
9,50
26,5
14,125
23,0
–
1
3,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3 28.6
Juni
,
57,50
36,0
7,25
46,8
9,-
47,4
1313
31,2
9,07′
25,3
13,875
22,6 -13,625
10,2
3,87
5
20,7
30,25
35,8
33.2 27.8
Juli
,
57,50
36,0
7,25 46,8
8,75
46,1
1312
31,0
22,3
13,50
22,0 -13,5
9,8
3,575
19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug.,
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13
1
1
30,8
8,071
22,5
13,50
22,0
–
1
3,5
9,8
3,52
5
18,8
32,50
38,5 33.7
27.4
Sept.
»
57,75
36,2
7,
–
45,2
47,4
1315
31,6
8,47
5
23,6
13,50
22,0
–
13,375
9,5 3,72
0
19,9
36
42,6
34.2 28.8
Oct.
.
56,50
35,4
7,25
46,8
9,25
48,7
1315
31,6
9,97′
27,8
13,50
22.0
-13,75
10,5
4,22
5
22,5 46,25
54,7
35.5
31.9
Nov.
»
57,75
36,2
7,25
46,8 8,75
46,1
13/3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-3,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
Dec..
58,00
36,3
7,50 48,4
9,50
50,0
13/6
31,8
10,45 29,1
13
21,2
–
/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
30.4
30
»
»
58,00
3,3
13
1
4
9
)
31,4
1
10,75
30,0
13
21,2
–
1
3,875
10,9
4,375
23,3
39,50
9
)
46,7
35.1
30.0
6Jan.’36
63,00
39,4
1
10,75
30,0
13
21,2
-14
11,2
4,375
i
23,3
/
35.4 30.6
N.B. Alle Pondennoteerinpen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; do Dollarnotoeringen vanaf 20 April ’33 zijn in verhouding van do deprociatle
van den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
36
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
8
Januari
1936
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 6 Januari
1936.
Act iva.
Binnenl.Wis.fHfdbk.
f
26.416.161,06
se1s,Prom..
Bijbnk.
,,
489.801,80
enz.indisc.Ag.scb.
,,
3.264.897,93
f
30.170.860,79
Papier o. h. Buiteni. in disconto
…….
,
–
Idem eigen portef.
f
1.617.750,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
,,
–
1.617.750,-
Beleeningen
lflfclbk.
f
94.527.772,041)
mcl. vrscII.Bbllk
,,
7.006.299,77
in rek..crt.tAg
op
oncierp.)
sch.
,,
39.888.866,71
f
141.422.938,52
Op Effecten ……
f
134.979.921
1
03
1)
OpGoedereneuSpec.
,,
6.443.017,49
141.422.938,521)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
Munt, Goud ……
f
132.599.380,-
Muntmat., Goud
..
,,
518.631.646,27
f
651.231.026,27
Munt, Zilver, euz.
19.312.687,89
Muntinat., Zilver
. .
–
670.543.714,162)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfoncis
……………………
,,
39.593.300,33
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
2.916.427,09
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5,’32, S. No. 221)
15.486.148,55
f
906.351.139,44
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefoncls ……………………
..
4.049.884,01
Bijzondere
reserve
……………….
5.675 000,-
Pensioenfonds
………………….
9.897.579,09
Bankbiljetten
in omloop …………..
..
796.224.385,-
Bankassignatiën in omloop
……….
68.844,29
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
22.296.090,12
saldo’s:
‘
Anderen
,,
43.383.077,77
65.679.167,80
Diverse
rekeningen ………………
4.756.279,16
f
906.351.139,44
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
32(j.817.692,44
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
817.044.230,- Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..
,,
–
Waarvan aan Nederlandsch-li,djë
(Wet van 15Maart 15?33, Staatsblad No.
99)………..
j
71.153.775,
–
Waarvan in het buitenland
………………………
,,
83.053.923,85
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
1
1
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data
1
Circulatiel
opeischb.I
Metaal-
Ikings
Munt _Muntnzat.I.
_schulden1
saldo
1
perc.
6 Jan. ‘3611325991
518.632
796.224!
65.748
326.818
78
30 •Dec.
‘
351132599
1
510.846
1
808.630!
50.620
319.804
1
77
25Juli
‘141
65.703!
96.410
J
310.4371
6.1
9
8
43.521
54
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
1
Papier
1
Diverse
Data
1
bedrag
1
proinessen
1
ningen
1
op het
reke-
ldisconto’slrechtstreeksl
buitenl.
1
ningen
1
)
6 Jan. 1936
30.171
1
–
1141.423
1.618
1
2.916
30 Dec.
1935
33.052
1
–
139.636
1.618
6.780
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
1)
Onder de
ictiva.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opetschb.
metaal-
schulden
saldo
28 Dec.’35
2
)
T2.070
157.210
25.770 28.878
21
,,
1
352)
102.420 156.870
27.500
28.672
7 Dec.1935
80.021
1
22.784
160.343
21.765
29.962
30Nov.1935
80.020
1
22.608
157.225
22.249 30.839
25Juli1914
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
Wissels.
buiten
Dis-
Belee-
1
Diverse
1
Dek-
kings- Data
N.-ind.
conto’s
ningen
reke-
1
ningen’)
percen-
betaalb.
tage
28 Dec.’35
2)
1.780
79.740
11.410
56 21
,,
‘352
2.250
80.830
10.880
56
7 Dec.1935
2.604
10.688
56
10.360 1
57.7
0
30Nov.1935
2.905 10.435
1
55.713
10.687
57
25 Juli 1914
6.395 7.259
1
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
t
Bankbilf.
1
OtherSecurities
Data
Metaal
1
in
Banking)
Disc.and
1
circulatie
Departm.
t Advances
1 Jan. 1936
200.6621
411.750
1
48.300
23.655
12.953
25 Dec.
1935
200.609
1
424.507
35.544
8.501
12.804
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
1
1
OtherDeposits
1
1
Dek-
Data
Gov.
1
Sec.
Public
1
Depos.
1
Other
Bankers
1
Reserve!
kings-
lAccountsl
1
perc.
1)
1 Jan. ’36
110.365
1
9.966
130.543
1
37.290
1
48.859!
27,4
25 Dec.’35
81.855!
12.146!
72.079
1
37.109 136.155129,7
22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
1
29.2971
52
vcrnouuing
tUesÇHen
ncvrve en ijepusits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilver) ‘Tegoed
in h t
–
Wis
Waarv.
op het
Belee- lpenteloos
voorschot
1
bUU:l.
_sels
buitenl.
ningen
1v.
d.Staat
27
Dec.’35166.296
6771
10 111.030
1.318!
5.031
1
3.200
20
,,
’35)66.297
6731
8
10.728
1.319!
5.2941
3.200
2
3Juli’14!
4.104
640)
–
1
1.541_
81
769 _
–
Bonsv.d
Diver-
1
1
Circulatie
1
Rekg.Courant
1
Staat
1
Zelfst.
Parti-
Data
zelf
St.
sen
1)
amort. k.
1
1
Iamort.k. culieren
27 Dec.’35
5.800
1
2.303
81.150
94
1
2.797
1
8.716
20
,,
’35 5.800
2.458
1
80.408
1
82
1
2.757
1
9.367
23Juli’14
–
1
–
1
5.912
1
401
1
–
1
943
‘)IuIrpos,
activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
31 Dec.
1935
82,6
1
20,2
5,2
4.498,3
84,2
21
,,
1935
82,4 20,2
5,2
3.933,7 53,4
30 Juli
1914
1.356,9
)
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
ten
Actival)
latie
Crt.
Passiva
31 Dec.
1935
348,6
1
695,4
4.285,2
1.031,8 302,0
21
,,
1935
347,6
1
877,1
4.090,0
1
800,3 298,6
30 Juli
1914
330,8
1
200,4
1.890,9
1
944,-
40,0
‘)unDeIasI.
‘)
wo. ientenoanKscneIne i
i,
41
iJec.,resp. iv, in in,,,
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’s).
Data
Goud
.
3
‘
.2
Rekg.Crt.
1935/36
%
‘-
–
_____
0_
2 Jan.I3.436J
64
~1.278~
93
162
40
4.173
54
838
26 Dec.
3
•
47
!
67
1.293
86
162
40
4.117
68
913
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
Other
cash”
2)
Totaal
1
Goud-
In her-
disc. v. d.
In de
open
drag
certifi-
caten
1)
inember
markt
banks
1
gekocht
11 Dec.’35)
7.537,8
I
7.520,3
1
235,4
I
6,1
1
4,7
4
“
‘5I
7.427,9
1
7.410,4 225,4
1
1
1
4,7
Belegd
1
F. R.
Notes
Totaal
1 1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in U. S.
Gov.Sec.
in circu-
Depo-
sito’s
IKapltaall
kings-
kings-
latie
t
1
perc.8)
1
perc.
4
)
11 Dec.’35’
2.430,2
1
3.653,7
1
6.343,6
130,4
1
7,8
1
–
‘
35
1
2
.
430,2
1
3.648,216.231,2
1
130,4
L
1
)
LJCZC
ÇflIIIIÇ4ICII WClUCLL UUÇJI UC OLllaifllbt aal,
lic lCO”S.
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100 op
59.06
cents werd
gedevalueerd.
,.Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Banks
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover
opeleebbare
schulden: T. R. Notes en netto
deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover
idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
1
Dis-
lReservel
Totaal
I
Waarvan
Data
t
Aantal
1
conto’s
Beleg-
1
bj/ de
1
g
in
g
en
1
r. R.
1
depo-
1
time
____
leening.!
en
1
beleen.
1
banks
sito’S
deposits
4 Dec.’35
1
1
8.156
112362
1
4.894
1
25.184
t
4.843
27Nov.’351
–
1
8.152
112.480
14.759
1
25.167
1
4.872
De posten
van De
Ned. Bank, de Javasche
Bank
en de Bank of Eng.
land zijn in duizenden, alle
overige posten In mlllioonen
van de be.
treffende valuta.