Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 995

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 23 1935

23 JANUARI 1985

AUTEURSRECHT ‘VOORBEHOUDEN.

omi

a s
e

B
er
1
c h t en

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEËLINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E JAARGANG

WOENSDAG 23 JANUARI 1935

No.
995

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lief tinck; N. J. Polak; J. Tinberien; F. de Vries en

R. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

A ongeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnemcnt

volgens tarief. Adininistrdtie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh c4 van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.

145192. –

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p.
P. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaaibericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht, gratis en een reductie

op de verdere publicaties. –

INHOUD.

BIz.

BRUGGEN EN’ZOOVOORT
door
Prof. Dr. N. J. Polak …….
64

Het Rijk en de Gemeenten door
Mr. M. Rooij Jr. ……
65

De markenkoers en, onze Duitsch import door
C. A.
Klaasse…………………………………….
67

De havens van Antwerpen, Bremen en Hamburg in. 1934

doorC. Vermey …………………………….
69

Kantteekeningen bij onze betalingsbalans over 1933 door

Dr. J. Oortwijn Botjes

……….
. 70

Kosten van voeding in Nederland en zijn buurstaten door

Dr. H. H. H. A. van der Val1
.
……… . …………
71

AANTEEKENINGEN:

Een onderzoek inzake de groot-filiaalbedrijven in de

Vereenigde Staten

……………………….72

De buitenlandsche handel van Groot-Brittannië in

1934 ……………………………………73

STATISTIEKEN ……………………………..
73-74
Geidkoersen. -. Wisselkoersen. – Bankstaten.

22 JANUARI 1935.’

Op de geldmarkt viel eenige terughoudendheid waar te
nemen in verband met de onzekerheid, welkè alom heerscht.
De koersen bleven vrijwel onveranderd. Driemaands bank-
accepten
/o
pCt., schatkistpa-pièr
%
pCt Prolongatie nog
steeds 1 pCt. –
* *
*
De wisselmarkt was zeer bewogen. Aanleiding tot alle
ongerustheid was het bericht over de eventueele gevolgen
van de binnenkort te verwachten uitspraak van het

Supreme Court in,zake de goud-clausule, waarvoor ook
hier te lande zulk een bijzondere belangstelling bestaat.
Nadat Dinsdagmorgen de Dollar zich iets boven het goud-
punt had bewogen en er door verschillende hankiei-s de
noodige preparatieven voor ‘goud-export naar Amerika
waren getroffen, verspreidde zich Dinsdagmiddag nabeurs
plotseling in alle financieele centra van Europa het bericht,
dat verlaging van den goudprijs in Amerika niet tot de on-
mogelijkheden zou hehooren. De verwarring werd nog
grooter, toen én van de groote Amerikaansche banken
bekend maakte, dat zij – in tegenstelling met de tot nog
toe door haar gevolgde gewoonte – niet bereid bleek voor-
schotten op ‘goudzendingen te verstrekken. (Inmiddels
heeft zij haar standpunt weder gewijzigd). Opmerkelijk
was wel, dat in Parijs de bankiers, die anders bij even-
tueele goud-remises naar Amerika in ‘het eerste gelid
staan, zich in den aanvang geheel afzijdig hielden. De
koers vloog naar boven en kwam zelfs een oogenblik boven
de 1.51; tenslotte liep de noteering dien middag nog iets
achteruit. Ook in Londen en Parijs was de Dollar zeer
vast, nl.
4.863/2,
en 15.27 – het gouduitvoerpunt is 15.19.
Den volgenden dag, toen van Amerikaansche zijde de
ver.zekering ontvangen was, dat voor verlaging van den
goudprijs geen vrees ‘behoefde te bestaan en ook De Ne-
derlandsche Bank bereid bleef goud voor export naar Amerika af te staan, was de stemming veel kalmer en
– hoewel de Dollarkoers nog boven het goudpunt bleef
– was de vraag niet meer zoo dringend, waardoor de
noteering gestadig ‘achteruitliep. Toch is de Dollar-koers
de geheele week boven het goud-uitvoerpunt gebleven en
er moet door De Nederlandsche Bank naar schatting een

f
17 millioen aan goud voor export zijn afgegeven. Achter
de schermen schijnt te vorden.samengewerkt om een te groo-
te stijging van den Dollarkoers tegen te gaan. In Londen
handhaaft de contrôle den koers op ca. 4.88, terwijl in
Parijs de Banque de Fracice op 15.19 Dollars afgeeft. Ge-
heel gerust is men toch nog niet en de stemming blijft
nerveus. Zoodra de Banque de France uit de markt schijnt
te zijn, tracht ‘men op andere markten aan de Dollarvraag
te voldoen, waardoor plotselinge koersstijgingen ontstaan.
Gisterenmiddag b.v. is hier, nadat de noteering den ge-
heelen ochtend ca. 1.4834 h
34
geweest is, deze plotseling
tot 1.49
3
/s opgeloopen, om echter toch weder op 1.483/2 te
sluiten. Het Pond Sterling veranderde hier uiteindelijk
niet veel, 7.23-7.25, waartusschen echter groote fluctua-
ties liggen. Gedurende de algemeene paniek werd er zelfs
voor 7.31 afgedaan. Voor Fransche Francs was eveneens
vraag; de koers naderde het goudpunt van uitvoer:’ 9.75
—9.7734-9.76
3
/8.
Belga’s veranderden maar weinig, ca.
34.55. Ook de fluctuaties van den Zwitserschen koers wa-
ren van niet veel belang. Scandinavië maakte de up en
downs van het Pond Sterling mede. Canadeesche Dollars
volgden eveneens de schommelingen van het Pond; 1.48%.
De Argentijnsche Peso was wat onzeker in verband met
de berichten over financieele ‘hervormingen daar te lande,
waarbij ook de stabilisabie van deü Peso ter sprake is ge-
komen; slotkoers 3734. In Brazilië zijn moeilijkheden ge-
weest met de toewijzing va.n deviezen, welke zelfs voor
een week geheel is stopgezet; de laatste koers was ca. 9.75.

De’ marges ‘op de termijnmarkt zijn practisch niet veel
gewijzigd; tlén- en drie-maands Ponden noteeren rond den
contanten prijs,’. Dollars levering één maand ongeveer
pan, op drie-maanden p. onder den kas4a-prijs.

Op de goudmarkt was natuurlijk eenige belangstelling ‘waar te ‘,neen; de prijs voor ‘baren was in overeenstem-
ming meLden goudafgifte-rjs van de Bank:
f
1.653-
1.653,50. Soiireigns 12.12, Eagles 2.4834, Gouden Tientjes
10.16.

64

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 J’anuari 1935

BRUGGEN ENZOOVOORT.

E’n juichkreet zal menigeen zijn oitnapt toen hij

jongstleden Vrijdag in liet Ochtendblad las, dat de

bruggen over de grote rivieren thans in versneld

tempo zullen worden gebouwd. De Oostelijke reeks

Grave—Nijmegen—Arnhem en de middelste reeks

i-T.edel—Zalt-Bommel—Vianen zullen in de tweede
helft van 1936 voltooid zijn, de Westelijke reeks

Moerdijk—Dordrecht—Rotterdam (voorlopig gebruik

makend van de bestaande oevervehindingen hinnen
de stad Rotterdam) zal in de zomer 1937 voor het

verkeer kunnen worden opengesteld.

Nu ja, Rotterdam, Westelijk Noord-Brabant en cle

Betuwe worden wel weer wat achteraf gesteld doordat
Hendrik Icio Ambacht een jaar en Gorinchem i’ijf’

jaar na Tianen gereed komt, Dordrecht niet tegelijk

met Moerdijk klaar zal zijn en de brug ten Oosten
van Rotterdam na de voltoöi ing van Moerdijk en

Dordrecht nog ruim een jaar op zich zal laten wach-

ten, zoodat liet verlevetdigde verkeer zich door de
binnenstad van Rotterdam moet jersen en oponthoud
voor cle Kon ingi nnebrug blijft on clervi nden, waardoor

de Westelijke route in dat jaar een slechte naam zal
verkrijgen en tal van relaties erdoor zullen worden
afgeschrikt of, naar elders verlegd..Maar ondanks dat

alles zal menS hevredigirrg hebben gevold over het

feit, dat nu eindelijk de bruggen komen.

Tm

die hevrediging er niet, dan zou men van2 dit
wetsontwerp kunnen zeggen: Such’ nur die. Menschen

zu verwirren, sie zu befr.ied’igen ist schwer. Want het
is z6 ingewikkeld, .dat men de desbetreffende stuk-

ken een paar maal moet lezen om de weg naar cle

bruggen te vinden.

Er wordt een naamlooze vennootschap opgericht,
de Bruggen-Exploitatie Maatschappij (B. E. M.), te
vestigen in liet ver van de bruggen verwijderde Am-

sterdam. Die vennootschap, welker aandelen door.pat-
ticulieren (bankiers) worden genomen, gaat e.ea le-

nig sluiten van bijkans 50 millioen ten einde cle
geldmiddelen voor de bruggenhouw bijeen te brengen,
en. verkrijgt van het Rijk concessie om op alle brug-

gen bruggeld te heffen. .

Als men het zö ziet, denkt meh aan exploitatie voor
rekening van particulieren, zoals indertijd door ver-
schillende personen, die door de langzamë behaiide-

ling dezer aangelegenheid tot wanhoop waren ge-
bracht, werd in overweging gegeven. Particuliere
biuggenexploitatie moest opbrengst in uitzicht stel-

len, vandaar het idee van bruggeldheffing.

Brengt de nu ontworpen B. E. M; zulk .’en exploi-
tatie voor rekening van particulieren? De aandelen
komen in handen van particulieren. Maar het Rijk

garandeert 4 pOt. dividend. En als er meer winst
wordt gemaakt dan nodig is om 11% pOt. .cumulatief
superdividend uit te keren, dan moet het restant aan
het Rijk worden afgedragen. 1

Jet Rijk garandeert

bovendien een minimum bruggeld en een maximum voor inningskosten voor elk jaar.. De situatie ‘is ‘dus
mer z6, dat de bruggen voor rekening en risio van
het Rijk worden geëxploiteerd en dat de. .bënkiers

daarbij
f
500.000 (de grootte van het. aandelnnkapi-

taal) fourneren tegen
51%
pOt. – .’ ….. ..

De B. E. M. •al ook nog een obligatielening sluiten
vnn hijhans 50 millioen gulden voor de bruggnbqii.
Zulks ware logisch, ‘indien de B.E. M. de br.iigni-
bouw ter hand nam of indien men dit object af zon-

derlijk wilde financieren en beheren, afgescheiden
van de staatsrekening en immuun voor :de risico’s, die
de staatsrekening als zodanig oplevert. Noch het ene,

‘.noh liet nnderè i
s het geval. De B. E. M. leent” de

ontvangen geldmiddelen cito uit han het Rijk, het
welk zich verbindt tot. aflossing in jaarlijkse termij-
nen van 2′ millioen uit het Verkeersfonds. De rente
moet de B. E. M. verk±ijgen uit de heffingen, die het
Rijk zoals gezegd garandeest’ tot een. zeker, niinimum,
welk minimum zodanig is bepaald,: dat
daaruit juist aan haar renteverplichting kan voldoefl.

Gelijk mèx ziet ‘een zeer ‘ingewikkelde constructie,
wat’ de Meorie ‘van Toelichting dan ook zelf toe-

geeft. En men vraagt zich af, waarvoor die ingewik-

kelde constructie nodig is, als toch alles van Rijks-

wege en voor Rijksrekening geschiedt.
Niet ter vergemakkelijking van de financiering.

De B. E M. lening zal eer minder dan meer waar-

borgen geven dan een staatsleening, want de B. E. M.
bezit. liiets dan vôrderingen op het Rijk en moet haar

overwinst aan het Rijk uitkeren. Pleegt een ernploy(

van de
B.S.
M. fraude, dan
is
het Rijk dârvoor niet
garant en lopen aandeelhouders en obligatiehouders

het risioo; ‘de B. E: M.-‘obliga’tiën staan dus achter bij

staatsfondsen. Zij hebben daartegenover geen enkel voordeel boven staatsobligatiën. Het door schrijv er

clezes
indertijd opgeworpen denkbeeld om het Wegen-

fonds zelfstandig te laten lenen – welk denkbeeld

niet meer te verwezenlijken is sihds de vaste rnkom-
st
en
‘ vkn
dat fonds in ‘het Verkeersfonds zijn ver-

mengd met de spoorwegtekorten – wordt hier geens-
zins tot uitvoering gebracht. Dr toch was het de
bedoeling,.de financiering van de bruggenbouw veilig
te stellen,tegenover de risico’s van de verdere staats-

liuishouding hier echter geeft de B. E. M. al haar
bezit door ian het Rijk, als gewoon ci-editrice, zonder
enige meerdere waarborg dan de houdei van staats-

fondsen.. Het Rijk
zou
dus evengoed direct kunnen

lenen. Het zou, dan kunnen volstaan met minder te
lenen,, 20 millioen minder, die reeds aan bruggen zijn

veiwerkt. De B. E. M is er niet bij nodig.

• Het Rijk zou ook zelf bruggeld kunnen heffen. Ook
clâârvoor is er geen B. E. M. nodig. Alleen is voor ‘de

berekening der nodige heffingen op de grondslag,

waarvan men is uitgegaan, een. afzonderlijke boekhoti-
ding voor de bruggenexploitatie, nodig. Er zijn wei
acëountants in het land,, die daarvoor een eenvoudiger
‘schema kunnen ontwerpen dan deze ,,ingewikkeld

achijndnde overeenkomst;- velke eèn product is van
langdurige studie enr veelvuldige besprekingen” (M.

v. T.).
1-Jet Verkeersfonds diende om eeii goed overzicht
te geven vaïrwat het verkeer aan het Rijk ko’st. T-her
krijgen we nu voor de bruggen: aflossingen op de

lening uit het Verkeersfonds, divideodgarantie, brug-
g’el’d’gë±ntie en kostengarantie ten laste van Ver-
keer.sflon’ds enfof begroting van Waterstaat, en divi-
dend- en couponbelasting van de B. E. M. afzonderlijk
ondr de Rijksmiddelen. Het overzicht zal niet ge-

makkelijk zijn. ……
Met een gewone staatslening en rechtstreekse..hrug-
gel’dheffing door het Rijk zou hetzelfde schema ge-
volgd kunnen worden. Maar gaat men eenmaal ver-
eenvoudigen, dan kan men nog verder gaan.
Zner ‘bruggeidheffing, met een gewone staats-
lening, en een voorschot aan liet Verkeersfonds voor
de ‘nog te’ verwerkên 30 millioen plus 6 millioen voor
aansluitende wegen, zou het geheel veel eenvoudiger
tot sband kunnen w’orden gebracht. Gaat men ‘daarbij
uit van een jaarlijkse post op de gewone dienst van
het Vérke’ersfoiiud’van’21%”rnillioen vbor dit ‘doel,
venal’s dit ontwerp doet, en ‘brengt men de -‘onder-
hou’d’skosten ‘ten laste van die, post, dan kan dit fonds

en ‘aiinuïteit ‘vai’
“f 2:310.000 ter ‘delging vaij het

iOydrchôt ‘ad
f
36 millioen bestemmen.
Bij
een rente-

yoet”
van 4 pOt. is ‘met ‘deze annuïteit het voorschot
in 25 jaar ‘geamortiseerd.
Vijf
jaar langer dan in het

ontwerp voorzien is, hou’dt ‘dan het fonds ‘die last.
En de hele ingewikkeifde B. D. M. constructie met ga-ranties,, brugge’lden, enzovoort wordt ou’erhodig. Ver-

suelde .br.uggeubouw in alle eenvoud.
Wij zouden -«hierede kuniien volstaan, ware ‘het
niet, diat nog, een aantal details, wae,ronder de kwestie
yan Jet .brliggeld. zelf, onze aandacht hadden getrok-

ken. Da’arover in een ‘volgend artikel. • .
,P.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

65

HET RIJK EN DE GEMEENTEN.

Na de Rijksbegrooting, die de Tweede Kamer voor

Kerstmis pleegt af te handelen, heeft
zij,
eveneens

nog voor het reces, de belangrijke ontwerpen behan-

deld, die de verhouding tusschen het Rijk en de Ge-

meenten, vooral met het oog op de financiering van
de lasten der werkloosheidszorg, wijzigen. Zooals be-

kend, waren bij de Kamer aanhangig’ gemaakt een
ontwerp tot wijziging van de wet van 1929, die de

financieele verhouding regelt, een voorstel tot instel-
ling van een Werkloosheidssubsidiefoncis en tenslotte

een ontwerpje, waarbij de crisisopcenten op ‘de ge-meentefondsbelasting worden getransponeeid in op

centen op de Rijksinkomstenbelasting. De opbrengst

van deze crisisopcenten en van die op de vermogens-

belasting, welke eveneens worden gehandhaafd, komen
tot dusver ten goede aan het Gemeentefonds., waar-
van de oorspronkelijke inkomsten – gemeentefonds-

belasting en 50 opcenten op de vermogensbelasting –
sinds eeni.ge jaren deerlijk zijn geslonken. De Regee-
ring stelde zich nu voor, deze crisisopcenten (na’de

zooeven vermelde omzetting) te doen strekken tot ver-

sterking van het rijksbu.dget.
De wijziging van de financieele-verhoudingswet

zal 1 Mei. a.s. in werking moeten treden; het in te
stellen Werkloosheidssubsidiefon’ds moet reeds .over het kalenderjaar 1935 functionneeren. De ontwerpen,
die door de Tweede Kamer zijn aangenomen, zullen dus binnen- korten tijd door onzen,Senaat in behan-
deling worden genomen. Nu zij geen wijziging meer
kunnen ondergaan, loont het de moeite, de positie,
die zij scheppen, te overzien en daarbij enkele pun-
ten, die in het overleg van Kamer en Regeering bij-
zonderlijk de aandacht hebben gehad, de revue te

laten passeeren.
Twee opmerkingen van algemeenen aard mogen
aan de beschouwing der afzonderlijke wetsontwerpen
vooraf gaan. De eerste is deze, dat het bijzondere toe-
juiching verdient, dat de financiering van, de werk-
loosheidslasten voorwerp van wettelijke regeling ds
gemaakt. Een van de zuilen, die het Nederlandsch
gemeenterecht dragen, is -de
wettelijke
regeling van

het gemeentewezen. Daaronder is’ mede de regeling
van de financieele verhouding te
begrijpen.
En weer
hierin is de steun, die hetRijk,den.Gemee’nten .in
de werkloosheidszorg verleent, een eerste plaats gaan
innemen. Dit belangrijke onderdeel van ons bestuurs-
recht behoefde daarom reeds •lang ‘wettel.ijke rege-
ling, waartöe dan thans wordt overgegaan. Het op
dit stuk bestaande instituut der ministerieele circu-
laires wordt dus vervangen door d,en juisten staats-

rechtelijken vorm. .
Op deze wijze ook zijn de Staten-Generaal ten volle
betrokken in de bepaling van he.t systeem van finan-
ciering der verkloosheidslasten. Het overleg met de
regeering heeft zeker zijn vrnchten afgeworpen.-, in
het systeem van het voorstel is weliswaar geen prinni-
pieele wijziging gebracht, maar, de scherpste.. kant
is er af geslepen, doordat de, regeering, opaanclrang
van de Kamer,
f
6-. miljoen extra. in. het, werkloos-

heidssubsidiefonds heeft. la$n vloeien, waarmee de
Gemeenten, die door het verlies van belastingop-
brengsten in moeilijkheden geraken, zullen worden

geholpen. . . .. .
Ook in vorige jaren hebben, wetsontwerpen, btrgf-
fende de financieele verhouding wijziging ondergaan
tengevolge van het overleg tusscilen ,Begeering en
iamer.- Het parlement blijkt ten’ deze ,volkowen com-
petent en terecht heeft de Regeeripg. dan ook het ge-oppérde denkbeeld, het overleg: -tuscheu ,Regeering
en Gemeenten -te organiseen .in. een ,afzondrljk

lichaam, afgewezen. De Gemeenten..,hebben in de
Kamer uitstekende p].eitbezo.rgers gevoflden, ‘. – , –
Dit brengt ons vanzelf tot onze tweede opmerking
vooraf, xii. over de tegenstelling Rijk-Gemeente. In de
Kamer is het bekende lied, dat het Rijk zQoveel op
den rug van de Gemeenten heeft af-geschoven en daar-
door mede -schUdig . staat aank de ƒipageieele #oei-

lijkhéden vin deze lagere organen, in vele toonaarden

gezongen. Minister Oud heeft daartegenover de stel-
ling geponeerd, (lat
Rijk
en Gemeenten ieder een deel
vtn de overhéidstaak vervullen, doch voor de finan-

ciering daarvan een beroep moeten doen op dezelfde

groep contribuahelen.
Rijk
en Gemeenten staan dus
niet
tegenover
elkaar, maar zijn
naast
elkaar werk-
zaam.
1.
Wij gelooven, dat de waarheid in het midden ligt.
Natuurlijk is volmaakt juist, dat uiteindelijk de be-

lastingbetalers voor de geldmiddelen van alle over-

heidsorganen moeten opkomen. Hun capaciteit is een

bepaalde grootheid waarnaar de omvang van de ge-
heele overheidstaak moet worden gericht. Deze groot-
heden staan echter niet in direct verband. Daartus-

schen bevindt zich een
wettelijk
systeem, volgens het-
welk de overheidstaak over de verschillende organen wordt verdeeld en de beschikbare belastingcapaciteit
voor de lagere organen wordt vastgelegd. Nu is het

duidelijk, dat hier iets kan wringen. De op het lagere
orgaan ;rustende taak kan ni. met de gegeven belas-
tingcapaciteit niet zijn te financieren.

De minister heeft dit trouwens zelf zeer goed ge-
voeld, . toen hij de bovenvermelde
f
6 millioen be-
schikbaar stelde aan Gemeenten, die in moeilijkheden
zouden geraken door de inbeslagneming van een deel
der, .belastingcapaciteit voor het Werkloosheidssubsi-
dief onds.
In theorie zou men het tenslotte dus wel eens
kunnen worden. Vergissen wij ons niet, dan vloeit
echter de wrevel van ‘tal van gemeentelijke bestuur-
ders vooral voort uit de omstandigheid, dat het
Rijk hen door allerlei maatregelen tot dikwerf radi-
cale bezuinigingen dwingt, die de regeering op haar eigen budget ,nog niet aanbrengt. Deze laatste grief
is inderdaad juist en de Re.geering zal den grond
daarvoor geheel moeten wegnemen, wil zij op de wel-
-gemeende medewerking van de lagere bestuurders
kunnen rekenen.
* *
*

De wet van 1929, die de finaucieele verhouding op
‘geheel nieuwe leest heeft geschoeid, heeft in het al-
gemeen, hoe men ook over haar grondbeginselen moge
oo’rdeelen; voor de Gemeenten allerminst ongunstig
gewerkt, noch op het tijdstip van haar invoering,
noch
tijdens
de’ daarop ingetreden depressie. De rege-
link deelde immers aan de Gemeenten toe cle minder
corijunctuurgevoelige personeele belasting (de ge-
heele hoofdsom) en grondbelasting (/ van de hoofd-
som),’ benevens een, in thans onbegrijpelijk optimisme
voor vijf jaar vastgelegde, uitkeering uit het Gemeen-
tefonds, waarbij de draagkracht ‘der gemeentelijke contribuabelen tegenover de uitgaven voor politie,
onderwijs, armenzorg en werkloozenzorg in rekening
werden gebracht. De gemeentelijke inkomstenbela’s-
tingen kwamen daarmee te vervallen, doch het behoud
van deze heffing zou de Gemeenten veel sneller in de
moeilijkheden hebben gedompeld dan ibij de nieuwe regeling het geval is geweest. Het Rijk heeft immers
de’ daling van ‘de opbrengst der bronnen van het Ge-
tneentefonds opgevangen door de heffing van crisis-
opcenten en ‘door suppletie van het tekort uit ‘s Rijks
kas. Weliswaar word’t op ‘de uitkeeringen uit het Ge-
meentefonds ‘thans een korting toegepast, maar deze
is vcor de het meest gekorte Gemeente procentueel
to’ch altijd nog lager dan de daling van de oorspron-
kelijke bronnen van ‘het Gemeentefonds ,bedraagt.

De ‘regeering meent echter, dat het
Rijk
op deze
‘vijze”iiièt kah’ voortgaa’n. Zij wil het Gemeentefonds -weer voeden uit de oorspronkelijke bronnen alleen en de opbrengst daarvan t’e 1 k e n j a r e ver-deelen vol-
gens een gewijzigde formule. Omdat echter het totale uit te ‘keeren bedrag en, wegens den nieuwen verdee-
lingsvöet, ook verscheidene •individuee’le uitkeeringen
• aanzienlijk lager zullen zijn dan thans, wordt een over-
gangstoestand geschapen, die tien jaar zal duren en
waarin het Rijk een ,telken jare verminderde garan-

EcO140MISCH-S1:’ATISTISCHE BERICHTEN

23 Januari’
1935

liè aan’ de Gemeenten’ verleent, zôodat zij geleidelijk

in de “dieiïe rée’liiig zullén ingroëien. De Gemeen-

tén,’ die’een’ hoogèrô iiitk’eering dan thans zullen ont-
vangén, k’rijgen deze ‘bok eerst na tien jaar ten volle
in handen.
De:
crisiso’pcenten, tot dusver ten be’hôeve

van het Gemeehtefodds geheven,’ wilde het Rijk ten

voll& tot zich nemen; tèiwijl het de’afloopende garan-
tibedragen sommeéide, welk totaal zal worden ge

amértiseerd in tien ge1ijke jaarlijksehe termijnen, ten
laste van de Rijkbegrooting. Daar de telkenjare han

de t’e keeren garantie steeds vermin-
dert, knat deze wijze van financiering voor het Rijk

neer op verschuiving van lasten naar de toekomst.

‘Het veî’zet tégen dit wetsontwerp sproot voorname-
lijk voort uit de beperking van de inkomsten van het

Gemeeiitefonds tot ‘de ôpbrengst der oorspronkelijke

bronnen. De tegenstanders waren van oordeel, dat het fonds ‘een extra-versterking niet kan ontberen.

Het grootste contiiigent van de tegenstemmers vormt’

echter tevens de groep van hen, die tegen verdergaan-

dé,
ingrijpende
bezuiniging gekant zijn. Het verzet

kreeg daardoor een principieelen kant, welke voor de-

genen, die verdere versobering onafwijsbaar achtten,
onaanvaardbaar wasT. De Gemeenten zullen zich moe-

ten inleven op een verlaagd niveau en nu deze over-

gang; wat de uitkeering uit het Gemeentefonds aan-
gaat, over tien jaar verdeeld wordt, kan de voorstan-
der van’ verlaging van lasten tegen het uitgangspunt

‘van de regeering ook geen practische bezwaren meer

koesteren

De garantieregeling ontneemt ook aan de gewijzig

de berekening van de uitkeering, voor de eerste jaren
althans, haar scherpste kânten. In de thans geldende

‘formule, zoo goed als in de nieuwe, wordt invloéd
toegekend aan den factôr ,,draagkracht”. Tot düsver
wordt de draagkracht van een Gemeente gemeten aan
de verhouding, waarin het belastbaar inkomen per

inwoner in die Gémeente staat tot dat inkomeii per

inwoner des Rijks. In de nieuwe formule wordt de

draagkracht op breedere basis berekend.
Zij
wordt

uitgedrukt in een verhoudingscijfer, dat verkregen

wordt door de maximale opbrengst (per ‘ inwoner), van de, in alle Gemeenten ,geheven, belastingen, voor zo’o-
ver’ iii aan de Gemeenten ten goede komen, te stellen
tegenover die opbrengst in •het geheele Rijk.

Deze coëfficiënt is geïntroduceerd in het kortings-
wetje 1933. Zij is ook thans aanvaard en, in ‘verge-
lijking met de nu geldende draagkrachtformule, is
ze een vooruitgang. Zij is ‘theoretisch echter nog verre
van volmaakt, daar de draagkracht alleen aan de
in-

komst enzijde wôrdt gemeten én onvôldoende rekening
houdt met de
verplichtingen,
die
op de Gemeente
rusten. Deze verlichtingen kéjnen in den uitgaven-
factor immers zeer betrekkelijk tot uitdrukking.
Het beetje enthousiasme, dat men voor de nieuwe
formule desondanks nog kon voelen, bekoelt echter geheel, wanneer men de practische uitkomsten ziet,
waartoe ,haar toepassing leidt: De afwijking van
de thans door, de Gemeenten genoten bedragen is
in menig geval zoo aanzienlijk, dat, naar te ijreezen
is, verplaatsing, zoo niet verrooting van moeilijk-
heden, instede van vermindering, het gevolg zal zijn.
Getemperd door de garantieregeling, zullen de be-


zwaren zich echter waarschijnlijk eerst’ na eenige
jaren doen gevoelen. ‘Het is te hopen, dat de regee-
ring alsdan een open oog vqor de
moeilijkheden
zal

hebben.

Een belangrjke wijziging is voorts in. de uitgaven-
factoi
,
van ‘dô ‘e±deelingsfor±ule ebracht; doordat

1)
Hoezeer de .Gemeenten ‘aanstonds van de -garantie-
regeling profiteeren blijkt üit de cijfers, die de miuisier
over de vermoedelijke inkomsten van het Gemeentefonds
verstrekte. De aanvankelijke verwachting was, dat deze
in 1934f’35 zouden bedragen f.62 millioen. Het’.totaal zal
echtr niet meer dan
f
56% &
f
57millioen,b.eloopen. Dit
verschil van,
f
5
h
f
6 millioen komt weg’es”dé garantie-
bepaling het ‘ eerste jaar – slechts voor dus vôor

f
500.000 á
f
600.000 ten 2.nadeele
,
der Gêmeentenl

‘de uitgaven wegens werkloozenzorg ‘daaruit zijn ge-

schrapt;.zèodat- dezê op de’grootte van’ dc’ ‘te ontvan-

gen, uitkeering uit hét Gemeentefonds geen invloed’
!
meer
zullen hebben. Dit houdt verband met’de ‘zelf-
standige reeling van de verdeeling der ‘werkloos-

hejdsIasten;dj het tweede wetsontwerp brengt. Om-
-dat ‘deze regeling slechts twee -jaar zal werken,’ na –
welke pei’iode ‘de situatie opnieuw zal worden ,ôver-

zien, is, op voorstel van den heer De Geer, cj.e uitwer-
ping-: van: de, werkloosheidsuitgaven uit de formule
van ‘de financieele-verhoudingswet ‘aan een soortge-

lijke tijdsbepaling gebonden.

De instelling van een Werkloosheidssubsidiefonds heeft.jn de Kamer algémeene insteüiming’gei’onden.
De voorstanders van een Rijkswdkloozenzorg zagen in deze instelling een stap in de door hen ‘oorgestane

richting;’ De. regeering heeft dezen leden echter prin-
cipieel geen voet gegevn.
Zij
blijft-zich op het- stand-
punt’stellen, dat de werkloozenzorg van ouds bij de

Gemeenten thuis behoort. De juistheid van deze ziens-
wijze, die uiterst zwak is verdedigd – het ‘historische
argument, da-t in een hevige crisis als de huidige
toch -niet veel zegt, was het eenige positieve in deze

verdediging -, is aan’sterken twijfel ‘onderhevig.

Hoe dit ook zij, de opzet van het wetsontwerp be- -,

antwoordt geheel aan de zienswijze der regeering.
Slechts in een enkel opzicht zou men van een kente-
ring in de regeeringsopvattingen kunnen spreken. De
geforceerde onderscheiding tusschen ‘werkloozen en

crisis-werkloozen – alleen in de ondersteuning van
de laatsten droeg het
Rijk
bij – heeft de regeering
in het ontwerp laten vallen. Zij heeft terecht inge-
zien, dat de samenhang van de verschillende bedrijfs-

takken zoo sterk is, dat vaü een onderscheiding van
speciale crisisvakken geen sprake meer kan zijn. Op
denzeifden grond is te betoogen, dat het niet aangaat
bij de zorg tegen de gevolgen van den nationalen

ramp der werkloosheid de territoriale gemeenschap-pen, die tengevolge van den toevalligen loop hunner
grenzen zeer ongelijk worden getroffen, het eerste
risico te doen dragen.

De Regeerin-g ‘wilde zich echter niet van ‘haar pad
‘laten dringen en zelfs de poging van den heer Van

den Tempel om Rijk en Gemeenten gelijkelijk de
lasten te laten dragen, leed schipbreuk. Volgens het
regeeringsontwerp zouden de jnkomsten van het
Werkloo’sheidssubsidiefonds bestaan uit de opbrengst
van een deel der thans aan de Gemeenten toevallende
heffingen, -tezamen ongeveer % van de gemeentelijke
belastingcapaciteit uitmakende en voor 1935 op
f 44
millioen geraamd, alsmede uit een bijdrage uit ‘s Rijks
kas, voor dit, jaar op
f 46
millioen bepaald. Van de
totale werkloosheidsuitgaven, die voor 1935 op
f 11,1
millioen worden begroot, zal dus
f
90 millioen uit
het fonds worden gedekt, zoodat rechtstreeks ten laste
der Gemeenten
f 21
millioen blijft.. Het amendement-
Van den Tempel beoogde de rijksbijdrage vast op
50 pOt. der totale uitgaven te bepalen, zoodat zij voor
1935
f
55%, millioen zou beloopen. De meerdere
f
9%
millioen zouden strekken tot vermindering van de in
beslag te nemen heffingen, zoodat daaruit slechts

f
34% millioen in het.fonds zou vloeien. De Gemeen-
ten zouden dus uit eigen middelen
f
21
millioen blij-
ven dekken, maar een ruimer belastinggebied over-
-hoxden. Het spook der noodlijdendheid.zou voor ver-
schei’dene Gemeenten. terugwi.jken, een toestand, des
te aantrekkelijker, omdat zij zou worden geschapen ‘door abjectieve normen .en niet van het subjectieve
-regéeringsinzicht afhankelijk zou zijn. –
-‘ Tegen een fixeering -van- de rijksbijdrage had de re-
geering echter overwegend bezwaar. Dit vloeit ‘ook
‘geheel voort uit haar zienswijze over de werkloozen-
zorg. Zoidra
irnrniu,,’:de
‘werkloosheid vermindert,
trekt-de regeering zich van deze- zorg, die zij als ge-
-meenteljk beschouw-t, terug. Een, eenmaal door ,haar ‘kanvaai.d’e, :wetteljke fixatie van de rijksbijdrage zou
-haar daartoe de pas afsnijden!
-Men moet d° verdere ontwikkeling van zaken voor-

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATiSTISCIE BERICHTEN

67

al in dit licht bezien en in dit verband niet te zeer

hechten aan het op zichzelf niet krachtelooze argu-
ment, dat de toestand van ‘s Rijks kas een hoogere

bijdrage dan
f 46
millioen niet zou wettigen. Want

als de regeering aan dit laatste had vastgehouden,

zou zij er ook niet toe gekomen zijn de reeds eerder

vermelde
f 6
millioen – in den vorm van op-

centen op de inkomsten- en vermogensbelasting –
voor het fonds af te staan. Het doel van deze verster-
king is, die Gemeenten te helpen, die tene’volge van
de inperkirig van haar belastiuggebied, ingevolge deze

wet, moeilijkheid ondervinden. Deze Gemeenten zul-

len met deze extra-bijdrage zoo mogelijk voor nood-

lijdendheid worden behoed.
Op welke voorwaarden zullen de Gemeenten deze

bijdrage deelachtig kunnen worden? De heer Kooi-
man, wien de onafhankelijkheid van de lagere organen
ter harte gaat, zag gaarne objectieve regelen gesteld,

volgens welke de bijdragen zullen worden verleend.

De minister kon dit echter niet vast toezeggen. Deze
groep Gemeenten komt dus in elk geval onder een

zeker toezicht.
Eveuzoo is het gesteld met de Gemeenten, die met

de maximumbijdrage uit het fonds van 90 pOt. haar
werkloosheidsuitgaven nog niet kunnen dekken. Voor
de verwerving van een extra bijdrage (die maximaal
9 pOt. van deze kosten kan beloopen, zoodat in totaal
99 pOt. wordt genoten) zal een begrootingsonderzoek

noodzakelijk zijn.
De bezwaren tegen een extra toezicht schijnt de heer
Vendelaar niet zoo zwaar te wegen als de heer Kooi-
man. De eerste immers had •tegen het stelsel van de
objectieve schaal, waaruit de Gemeenten haar bij-
dragen kunnen aflezen, bezwaren, omdat daardoor de

prikkel tot bezuiniging op de werkloosheidsuitgaven
bij de Gemeenten zou vervallen. Beter achtte dit lid
daarom het oude systeem van de subjectieve bijdragen,
die met loven en bieden tusschen Regeering en Ge-

nieente werden verleend.
Wij achten dit standpunt principieel, zoowel als
practisch onjuist. Het oude systeem der subjectieve
bijdragen heeft toch tot groote willekeur geleid. Wie
voor de financieele zelfstandigheid der Gemeenten ge-
voelt – en de heer Wendelaar doet dit als oud-burge-
meester zeker -, moet objectieve normen voor de
regeling van de financieele verhouding tussehen Rijk
en Gemeenten ten zeerste toejuichen. Men komt helaas
met het objectieve stelsel niet geheel uit en ‘daarom
zijn de subjectieve bijdragen van 90 tot 99 pOt. der
werkloosheidslasten ingevoerd, maar men beperke in
zaken als deze de subjectiviteit tot het uiterste.
Ook practisch zijn de bezwaren van den heer Wen-

delaar o.i. niet steekhoudend. De contrôle, die het
Rijk uitoefent, is vrij straf en bovendien heeft het met
‘de werking van de steunregeling in de onderscheidene Gemeenten voldoende ervaring opgedaan om onregel-
matigheden ten spoedigste op te sporen. Voorts komt
het gebrek aan zuinigheid toch op den rug der Ge-
meenten neer, omdat de Rijksbijdrage gelimiteerd is.
Wij zien overigens niet in, dat het Rijk bij de vast-
stelling van subjectieve ‘bijdragen – het stelsel van
den heer Wendelaar – beter in staat zou zijn con-
trôle op spilziekte uit te oefenen dan onder huidige

omstandigheden.
Het aantal Gemeenten intusschen, dat onder eenige

extra-contrôle zal komen, zal ondanks het systeem der
voornamelijk objectieve ‘bijdragen, vrij aanzienlijk zijn.

liet sterkst onder curateele staan de Gemeenten,
die ondanks de maximumbijdrage haar budget niet
kunnen doen sluiten. Zij komen in de weinig benij-
denswaardige categorie der noodlijdende Gemeenten.
De practijk der hier besproken wetten zal moeten
uitwijzen in hoeverre zij doelmatig zijn. Het aantal
Gemeenten, dat noodlijdend is, is voor de beoordee-
ling van het effect de beste maatstaf. Want slecilt3 die regeling is goed, die de fundamenten van de fi-
nancieele zelfstandigheid der Gemeenten niet ‘aantast.
Mr.
M.
ROOIJ
Jr.

DE MARKENKOERS EN ONZE DUITSCHE IMPORT

De ,,vrje mark” noteert nog steeds om en nabij
goudpariteit.. Sedert de invoering der eerste deviezen-

verordeningen en dientengevolge de creatie van ver-schillende soorten geblokkeerde Marken is herhaal-

(lelijk de stelling geponeerd, dat de gou.dpaniteit van
(Ie Mark tot een fietie was geworden, dat immers die
koers slechts voor een kunstmatig gemanipuleerd en

binnen enge grenzen gehouden bedrag ,,vrije marken”
gehandhaafd kon worden, terwijl de ,,Sperrmarken”

ver daar beneden noteerden, sommige soorten af en

toe zelfs meer dan
65
pOt. lager. Naar mijn meening

is deze uitspraak, dat feitelijk de Mark al lang ge-

deprecieerd is, geheel ‘onjuist en •berust
zij
op ge-

brekkig inzicht in de situatie. De koers van Effek-
tensperrmark, van Kreditsperrmark, Registermark enz. is niet een waardeering van de Mark-als-ruil-
middel, doch een koers voor de Mark als rekeneen-
heid-voor-in-Duitschiand-geïnvesteerd-kapitaal. Wat

men in de noteering van Effektensperrmark tot
uiting brengt is een taxatie van het Duitsche effect;

een
duidelijke
aanwijzing daarvoor is, dat ook in Gul-

dens luidende Duitsche obligatiën een ongeveer ge-
lijke depreciatie hebben ondergaan. Wanneer in

Duitschiand de economische en financieele ontwik-
keling de uitheemsche beleggers niet wantrouwig had
gemaakt, dan zouden deze hun ‘beleggingen niet heb-
ben gerealiseerd, en de in die investeeringen be-
lichaainde Markbedragen zouden nimmer als koop-
kracht uitoefenend ruilmiddel ter deviezenmarkt zijn
aangeboden. Wanneer een debiteurland plotseling be-
stormd wordt door de uitheemsche beleggers, die hun
geld terugwenschen, dan zal steeds de valuta depre-
cieeren, wanneer men geen blokkade legt op die kapi-
talen. Wanneer dit laatste geschiedt dan zal vaak de
waardeering van dat kapitaal dalen, hetgeen zich uitdrukt in een koers voor de geblokkeerde saldi,
maar met de koopkrachtsverhoudingen van de betrok-
ken munt als ruilmiddel heeft dat niets te maken.
Zoo kon men ook volkomen terecht ten aanzien van
Duitschiand zeggen, dat de noteering der verschil-
lende soorten Sperrmarken, hoe laag ook, niets pre-
judicieerde met betrekking tot de ,,koopkrachtpari-

teit” van de Mark. En in het eerste jaar van de
deviezenrestnictie, toen deze zich nog grootendeels
beperkte tot de blokkade van in Duitschiand belegde
kapitalen, en den Markenkoers slechts moest bescher-
men tegen den invloed van een verschuiving van
schulden- naar betalingsbalans was dan ook de goud-
pariteit van de Mark allerminst een fictie; die koers
was
vrijwel
even reëel als die der andere goudvalu-
ta’s. Inmiddels is sedert de eerste deviezenverorde-
ning het ingrijpen en de restnictie steeds verder ge-
gaan en heeft men ook zeer verstrekkenden invloed
moeten uitoefenen op vraag en aanbod van deviezen
voor het normale handelsverkeer, dus op de norma-
liter-koopkracht-uitoefenende-Mark.
Dat feit op zichzelf doet reeds vermoeden, dat er
een spanning is tusschen de koopkrachtpariteit en den
wisselkoers. Zoolang nu de internationale handelsbe-
weging zich nog ontwikkelen kan op basis van de
bestaande verhouding tusschen Duitsch- en wereld-
prijsniveau is de wisselkoers, hoewel kunstmatig ge-handhaafd, toch, althans
‘bij
den bestaanden omvang
der handelsbeweging, nog tot op zekere hoogte na-
tuurlijk. Nu wordt echter de spanning tusschen het
Duitsche prijsniveau en de wereldmarktprijzen steeds
grooter. Hoewel op dit punt zelfs globale statistische gegevens niet aanwezig zijn, kan men toch op grond
van waarneming aannemen, dat in toenemenden om-
vang de prijzen van grondstoffen, die ‘Duitschland
moet invoeren, daar te lande hooger, soms aanmer-
kelijk hooger, liggen dan de wereldmarktprjs, omge-
rekend tegen den koers van de ,,vrje Mark”. Terwijl
anderzijds Duitschiand een steeds
stijgend
deel van
zijn exoit alleen maar kan handhaven door toepas-
sing vai het ,,Verlustausgleichsverfahren”, d.w.z.
exportpremieering, waardoor de verkoop in den

68′
1

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 Januari
1935

vreemde mogijjk wordt beneden het peil van den

kotrjs’, ‘ook ‘al ‘wèei’ omgerekend . tegen dien. vrije-
Markenkoers. Wanneèr men zich •die ontwikkeling

van den Du’i-tschen in- en uitvoer steeds meer ziet ‘toe-

spitsen, dan moet men wel tot de slotsom komen, dat
werkelijk •de koépkrachtpariteit vn de Mark lager

ligt dan de wisselkoers. )

De b’eteekenis, welke deze ‘kwestie voor ons land

heeft, hangt direct samen met de clearing, waarvan
de basis voor verrekening der beide landsvaluta’s tus-

schen dé clearinginstituteil en dus ook voor de stor-
ting door de importeurs, de koers van de vrije Mark
is. Wanneer dat inderdaad een koers is, die te hoog is in vergelijking tot de ko’opkrachtpariteit dan be-

teeken’t ,’dat een stimuleering van ‘onzen uitvoer en
een rem op onzen import uit Duitschland. In dat
verband is men geneigd te’ denken aan de vroegere

Zwitsersch-Oostenrijk’sche clearing, die gebaseerd was

op een vasten Schillingkoers, terwijl toen juist de wer-
kelijke noteering van die valuta dalend was. Deze

clearing is sindsdien het klassieke voorbeeld gewor-
den van ‘een onjuist -gefundeerde, die de tendens in
zich droeg om het handelsverkeer
avei:echts
te be-

invloeden. Sin’dsdien heeft men dan ook geen vaste

verrekeningskoersen, maar den werkelijken beurskoers
der valuta’s ‘als uitgangspunt genomen. Wanneer nu
echtei die koer§ vooi-de Mark een ‘gemanipuleerde is,

die sterk afwijkt van de koopkrachtpariteit, dan wordt
in wezen ‘dezelfde consequentie in het leven geroe-

pen als
‘bij
de erkend-ofljuiste Zwitsersch-Obstenrjk-

sche clearing, van weleei.
Waarom dit punt voor ons’ van zulk een buiten-
gewoôn gewicht is, volgt uit ‘de ‘beschouwing, welke
ik in de beide voorgaan’de nummers heb gewijd aan

het verloop van de clearing met Duitschlan’d. De
conclusie daarbij was ‘deze: willen wij onzen export
naar Duitschiand bewaren voor een catas’trofttlen ‘ach-

teruitgang, dan is het noodig om te zien naar mid-
delen om den. invoer uit Duitschl’an’d te stimnuleeren.
Zulk een middel zal men toch in de allereerste plaats
nioten zoeken ‘in de richting van den prijsfactor. Ik
noemde in mijn laatste artikel daartoe één mogelijk-

heid, t.w. ‘een andere regeling ten aanzien van de in-
caseering der intrertvorderingen, waardoor de ,,Kon-versi onskassemarken” voor bet’aling van extra-inioer
konden -worden gebruikt. Op grond van de boven-
staande ‘beschouwing vraagt ‘men zich echter af, of
men in diezelfde richting, niet nog veel verder ‘kan gaan, doör bovendien voôr het clearingverkeer een
andere verrekeningsbasis;.aan te nemen; die meer in
overeenstemming is mét de koopkracht’pariteit der

beide landsmunten. In dit verband zij verwezen naar
het ‘betalingsverkeer tusschen’ Duitschland en enkele
Zuid-Amerikaansche landen. Zoowel in Brazilië als
‘Argentinië (het eerste land heeft geen verrekenings-
overeenkomst, het tweede wel) betaalt de ‘importeur
van Duitsche goederen den koopprijs geheel of ten
d’eele met ‘z.g. ,,Verrechnungsm’arken” (in Argentinië

een soört ,,learing-Marken”, in Brazilië saldi van
,,Auslkn’dersonderkonrto für Inlandszahlungen),
waar

voor een andere koers’ geldt dan voor vrije Mar-
kuii, afhankelijk van vraag en aanbod.
Het disagio,

dat op deze Marken ontstaat, heeft na-tuurifijk de ten-
‘dèns om’ den invoer -uit .Duitschland t& stimuleeren,

emi
aldus eet niet sluitend ,’handlsverkeer wel slui-

-tend ‘te ‘maken.: In Brazilië ‘was mb.v. het di’sagio. -voor

‘kp”t nmiet minder ‘dan 45. pCt., -hetgeen. natuurlijk een

‘buit
,
dmi-geioön sterke’ prikkel: voor den import ‘be-

ttdeke’nt.’

Het ‘is’atiuiljk iet .m’ogelijk in’m;het”kort bestek
va!dit artikel alle aspecten van deze kwestie te be-
liëh-te’n. Z’oo’ ou nen een wijziging van de bsis der
cTearing op’ ‘t’wée wij’en’ kunnen- den-ken:. ee .ijzi-

) Wahneer men weêt, dat, verschi11end grondstoffen in
Di,jitsehlitn’d. 20 pCt. en dieer boveij den wei’eld’prijs notee-
len terwij’ de eportpremue
in
het Vei1ustausg1eichsei
‘l’ahrenook’vaak 20 a 25’1)Ct bèl’ôopt, dan is’ het duid1ijk,
dit
het hter’om’.be1an’grijke vershi11eu’ gaat. -‘

ging “an ‘den .’n’u’ geldenden ‘beursk’oers ‘voôr vrije
Marken ‘in een specialen koers voor clearingmarken,

die ‘een: zeker percentage beneden den vrijen. Marken-
koers ligt. Zulk een koersfixatie h’aeft echter weer
de ‘bezwaren van ‘de onveranderlijkheid, waarop, zoo-

als gezegd, destijds de Zwitsersch-Oostenrijksche rege-
ling vastliep. Bovendien is- het uitermate moeilijk

voor zulk een koers- een tas’tbaren maatstaf te vinden.

De tweede mogelijkheid ware de koers zich in het
vrije verkeer te laten ontwikkelen, zooals in Brazilië.
Daarvoor zou het noodig zijn -een, technische vijzi
ging mde cleai1ng te ‘brengen, de importeur zou niet

meer hier in de clearing moetën storten, doch feite-
lijk van De Nederlan’dsche Bank,, als kassier van het

clearingintituû’t, ,,cleamiingmarken” .moeten koopen.

Een regeling ,du:s soortgelijk aan de ,’bankmarkenhan-
del uit den

tijd van het So’nderleon-to tot 15 Augus-
tus ii. met dien verstande, dat de importeur nu ge-

dwongen zou zijn van deze Marken gebruik te maken.

‘Tat hij overigens gezien den koers ‘ook zonder dien
dwang
.waarschijnljk
wel ‘zou. doen! V’oor de expor-
teurs zou de verlaging van den koers,, waartegen zij

hun v’erkoopprovenu të ‘gelde wordt gemaakt een na-

deel heteekenen voor zoover
zij
niet in’ staat zijn hun
erkoopsprjs dienovereenikomstig te verihoogen (waar-

tegen van Du’itsche “zijde zeker verzet zou rijzen).
Maar wanneer’ ‘daardoor de import sterk gestimu-
leerd zou worden, en .daarmee de exportm’ogelijkheid
wellicht zou verdubbelen dan is het een kwestie ‘van
-afwegén dier 2 ftctoren, – waarbij -het alleszins denk-
baar is, dat de &portvermeer’dering het zwaarst weegt.

Grooter zull’en wellicht ‘de weerstanden zijn, die
âii Duitsche
zijde
zouden rijzen. De koers van de
Mark is een prestige-kwestie en min of meer een hei-
lig huisje. Daarom zal ôok ongetwijfeld de zaak van
de’ze ‘zijde niet aldus moeten worden voorgesteld, dat
de Mark omlaag moet. Men heeft echter tot nu toe
een speciale noteering zien ontstaan voor allerlei
soorten Sperrmarken, zonder dat een aanasbing va11

de Mar’k .te achte Welnu de Nederlandsche ,;clea-
‘ringm’ark” is ‘ook’ zulk een geblokkeerde Mark me-t
een eigen koe
r
s zooals ,’ook de Brazili-aansche Ver-

rechnungsmark. Op de voenomschr’even basis zal zich

feitelijk tusschn Dui-tschlan’d en ons land ,een spe-
ci’ale koopkrachtpari teitskoers ontwikkelen, afgestemd
onzen wederzijdsche,n han:dèl. V-oor de waarde van
de
vrije
Mark als zoodanig kan dat buiten beschou-
ving blijven. Hoe men ‘dan nu viil voorstellen om
Dhitschland’s -gevdeligheid op dit punt het meest te
sparén, is irrelevant. Desnoods gaat het in den vorm van een ,,clearingbijdrage” van 10 pOt. of een ander
cijfer, van de exporteurs te heffen en uit te keeren
aan de imj’orteurs.
Deze kwestie is ongetwijfeld niet eenvoudig’ en ge-
makkelijk te regelen, maar ‘bij het speuren ‘naar mid- delen om de catastrofale exportdal’ing
j
te~ te gaan,

men -aan. dezen
factor
zeker andacht moeten
schenken’,, naast ‘de in ‘mijn yorig artikel genoemde.
1)

C:A.
1(1,

1)
ioewel dit -geheel naast et onderwerp van dit arti-
kel’ gtaat.moge volledigheidshalve nog een enkel woord
gewijd ivorden aan ‘het ,,laatste nieuws” terzake vau dc
o,ude, vordeiigen uitstaande
01)
Sonderkonto, Zwischen-
konti en Treuhit-uderkonto.
In de eerste Plaats werd, juist eep,vetsontwei’p inge-
diend behandelend de iiiogelijkheid om, aan houders dier
geblbkk’eei’de saldi voorschotten te doen verstrekken door ‘De Nederladsche Bank ‘onder garantie
vnu
het Rijk. Deze
«et”opnt geen nieue ôiichtspuaten, is in’! wezen niet
amiders dan de wéttel
ijk’a ganctioneering van de regeling
‘f,érzake’ ‘yân” ffle voorschotten, mede verband houdend
met de koersfixatie;Waai’voor de ])uitsche i’egeering de
v.00rschotregeling .aIs’.eiscll heeft,. gesteld) die reed’s gerui-
men tijd geleden,,iu,’gdpot trek-kn,i’s bekend geihaakt.
‘Wel nieuw js’ damui’iitegeh dat ‘thans de splitsing is
vastgesteld ad dc 18 ‘1iCt.’, ‘elke uit de clearing voor
liui’atib’ van oude vordeï’ingen wordt gereserveerd over
‘de ‘-tweh groepén, die daarvoor in aanmerking komen:
éenêrzijds – Sonderkonto.. en Zwischenkonti (die nog maal’
zeer weinig ‘bestaan) en anderzijds het nieuwe Treuh5n-

23’Januari
1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

69

DE HAVENS VAN ANTWERPEN, BREMEN EN
HAMBURG IN 1934.

Zooals gewoonlijk bij het begin van een nieuw jaar,

zijn ook ditmaal in dagbladpers en vakbladen min of

meer uitvoerige beschouwingen gewijd aan den gang
van zaken in onze havens. Wij willen daarom een be-

knopt overzicht geven van de ontwikkeling der djie
concurreerende havens, t.w.: Antwerpen, Bremen en

Hamburg.

In
Aniwerpen,
Rotterdam’s groote rivale, is men

over het geheel en gelet op de omstandigheden niet
ontevreden over het afgeloopen jaar. De heer 0. Jus-

siant, de bekwame Voorzitter der Kamer van Koop-
handel te Antwerpen, sprak dan ook in zijn belang-
wekkende en zéér lezenswaardige jaarrede van ,,une

légère amélioration pour 1934, au moins en ce
qui concerne le nombre des navires et le tonnage des marchandises”. Blijkens de officieele gegevens steeg
het aantal binnengekomen schepen van 9841 in 1933
tot 10.305 in het afgeloopen jaar. De tonnenmaat
toont een belangrijk geringer stijging t.w. van

17.373.316 tons in 1933 tot 17.450.620 tons in 1934.
De vermeerdering van het aantal binnengekomen
schepen is goeddeels te danken aan de kleine kust-
vaart. Hier toch valt – wij denken speciaal aan de

categorie schepen met een tonnenmaat van 250 tons
en minder – een stijging van 464 schepen waar te
nemen, waarmede het excedent voor een groot deel is
verklaard.
Zeggen over het geheel, aantal schepen en tonnen-
maat niet veel ten aanzien van de arbeidsgelegenheid,
van grooter beteekenis en welsprekender is de toene-
ming van den uitvoer ter zee. Vertrokken van de
9860 in 1933 vertrokken schepen, 8194 met volle of
gedeeltelijke lading en 1666 in ballast, voor het afge-
loopen jaar zijn deze
cijfers
respectievelijk 8521 en
1806 op een totaal van 10327. Deze laatste cijfers
wijzen in de richting van een iets grooter aanbod vaii
lading. De Nederlandsche vlag maakt eén goed figuur.
Volgens de op dit oogenblik in ons bezit
zijnde
ge-
gevens, toont het aantal binnengekomen Nederland-
sche schepen met een totaal van 1303 een vermeerde-
ring van 365 schepen. De Engelsche vlag is met 3002
schepen nog steeds een goede eerste; de Duitsche
vlag neemt met 2089 schepen de tweede plaats in.
Voldoening heerscht in de kringen der Antwerp-
sche belanghebbenden over •het besluit van de haven-
administratie om twee kleine transportbruggen aan
de reeds bestaande en door Stocatra geëxploiteerde
transportbruggen toe te voegen. Wij citeeren nog
eens den heer Jussiant: ,,Enregistrons tout d’abord
avec une vive satisfaction, la décision de l’administra-
tion communale d’ériger les deux ponts transbordeurs
de moindre puissance, réclamés avec tant d’insistance
Souhaitons que l’on passe rapidement â l’exécution.
Notre port doit sans retard être mis en état de sou-
tenir la concurrence de plus en plus acharnée qui lui
est faite. La Société Stocatra continue â ne rien nég-
liger qui puisse augmenter notre trafic et ies efforts
constants méritent d’être appréciés et hautement en-couragés.” De waarschuwing van den Burgemeester
in zijn in de Raadzitting van 10 dezer gehouden jaar-
rede, is waarlijk niet overbodig. De vooruitgang van
Emden en Bremen alsmede Antwerpen op het gebied
van massaal vervoer – de factoren die tot dezen

derkonto voor de ,,zwevende vorderingen”. De splitsing is:
10
pOt. voor Sonder- en Zwisohenkonti, en
8
pct. voor
Treuhitnderkonto.
Voor
vele houders van saldi op Sonder-
konto zal dit een teleurstelling beteekenen. Immers dooi-deze verdeeling is het bedrag ter liquidatie van deze vol

deringen gehandhaafd op het peil, waarop het onder het
vorige cleariugverdrag stond, toen ook
10
pCt. voor oude
vorderingen werd opzij gesteld, maar dit uitsluitend voor
Sonderkouto bestemd was, daar immers het TreuhiLuder-
konto nog niet bestond. Blijkbaar is de omvang der
,,zwe
vende vorderingen” zoo groot, dat het noodig is daarvoor
8
pCt. te reserveeren. In elk geval is de wachttijd voor
het Sonderkonto un weer l)rcieS gelijk aami die bndei
het eeiste clearingverdrag t

vooruitgang leidden kunneh gevoegelijk buiten be-
schouwing blijven
daar wij tenslotte de
feitesz
onder

het oog moeten zien – geeft te denken en toont dui-
delijk aan, dat de positie van Rottérdm
als
aanvoer-
en afvoerhaven bij uitstek van massaal vervoer, niet
onaantastbaar is.
Wij
wezen hierop trouwens reeds
jaren geleden; helaas
schijnen
de feiten ons in het
gelijk te stellen.
Het havenverkeer van
Bremen
toont evenzeer een
stijging, die speciaal in het vervoer tot uitdrukking
komt. Wij beschikken op dit oogenblik nog slechts
over officieele gegevens over de eerste tieii maanden,

maar deze bièden niettemin vldoenden leiddraad.

In duizenden tonnen.

1934

1933

1934 : 1933

in pCt.

Aanvoer
……..
2326

2069

+ 257

+ 12.4

Uitvoer
……..
2693

1607

+ 1086

+ 67.6

Totaal verkeer .

5019

3676

+ 1343

+ 36.6

Wat den aanvoer aangaat, waren het voornamelijk

graan- en peulvruchten (ca. 49.400 tons), hout (87.000

tons), aardolie (121.000 tons) die tot de vermeerde-
ring bijdroegen. Het standaard-artikel, t.w. katoen,

liep tengevolge der bekende contingenteeringsmaat-
regelen der Rijksregeering met niet minder dan
82.000 tons terug. De stijging van den uitvoer is voor-
namelijk toe te
schrijven
aan kalizouten (46.000 tons),
ijzer (143.000 tons), steenkolen (659.000 tons). De be-
langrijke vermeerdering – goeddeels ten koste van
Rotterdam – van laatstgenoemd artikel is een gevolg
van de maatregelen der Duitsche Regeering, die er krachtig naar streeft den Duitschèn export met alle
haar ten dienste staande middelen over de Duitsche
Noordzee-liavëns te bevordéren. Is dit al koren op
den molen der belanghebbenden, men is nog geens-
zins tevreden. Met nadruk wordt erop gewezen, dat bijvoorbeeld in 1933 niet minder dan 66.8 pOt. van
liet goederenverkeer in de Rotterdamsche haven uit
,,Duitsch goed” bestond. ,,Sehr erhebliche Werte
gehen der deutschen Volkswirtschaft dadurch verlo-
ren, dass die Verkehs1eistungen fiir die deutsche
überseeische Em- und Ausfuhr über ausliindische
Hiifen in fremden Hiinden liegen und in Devisen ab-
gegolten werden müssen. Die Deutsche Reichsbahn
schhtzt diesen Betrag auf 90 Millionen R.M.; aus
dem deutschen Erzdurchfuhrverkehr allein sollen hol-
liindische Unternehmer rund 1.50 R.M. je Tonne er-
haiten”, aldus het jaarverslag van de Kamer van
Koophandel te Bremen. Zij eindigt dan ook haar al-

gemeen overzicht met de volgende tirade: ,,Ari dieser
Steile müssen wir erneut den Appeil an die maszge-
benden Regierungsstellen richten, die Weserhafen in
dem schweren Lebenskampfe, den sie za führen
haben, nicht zu schwiichen. Bremen hat den Haupt-anstosz der Konkurrenz der hoiiiindisch-belgischen
Hafen zu tragen und steht daher auf besonders aus-
gesetztem Posten. Wir hegen die zuversichtliche
Hoffnung, dass wjr dabei an der starken Regierung
des Reiches stets einen sicheren Rückhalt finden wer-
den”. Nederland en in het bijzonder Rotterdam hou-
den het zich voor gezegd!
Het aantal der te
Hamburg binnengekomen sche-
pen bleef vergeleken met 1933 vrijwei constant. De
vermeerdering bedroeg slechts tien schepen. Daar-entegen vermeerderde de tonnenmaat met 662.201
tons. Wat het aantal schepen aangaat neemt Ham-
burg verreweg de eerste plaats in, zooals uit onder-
staand vergelijkend overzjcht
duidelijk
blijkt.
Bij de
beoordeeiing der tonnenmaat, welke çlie van Antwer-
pen en Rotterdam eveneens overtreft, dient ermede
rekening te wrdn gehoudefl; dat de
cijfers
regio-
naal, d.w.z. met inbegrip van Altona, Harburg en
Wilhelmsburg, zijn samengesteld. Zoo bezien
blijft
de
totale tonnenmaat bij dje van den Nieuwen Water-
weg ten achter.
Gerekend naar de hoeveelheid, waren de aanvoeren
in 1934 grooter dan het jaar tevoren en daar ook de
uitvoer voor de haven van Hamburg in het afgeIoo-

70

ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN

23 Januari 1935

pen jaar, wederom kwantitatief beschouwd, geen ver-

deren aanzienlijken achteruitgang heeft ondergaan,
was de totale omzet in het zee-, scheepvaart- en haven-
verkeer in 1934 niet geringer dan het jaar tevoren.

Ook hier intusschen klachten over de concurrentie

met Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen! In het
jaarverslag der Kamer van Koophandel te Hamburg

wordt erop gewezen, dat het havenverkeer der drie

concurreerende havens een belangrijke toeneming
aanwijst. ,,Auch in diesem Zusammenhang musz dar-

auf hingewiesen werden dass durch die Förderung

des deutschen Transithandels dafür gesorgt werden

muss, dass Hamburg seinen. Platz als internationaler

Lager- und Umschlagplatz wiedergewinnt.”
Schep. TonnenSchep. Tonnen Schep. Tonnen
Schep. Tonnen

Hamburg

Antwerpen Nieuwe Waterweg Rotterdam
1934 17.045 18.484.428 10.305 17.450620 12.882 20.818.467 10.422 16.365.760
1933 17.035 17.822.227 9.841 17.373.316 11.805 18.760.765 .9.556 14.306.115

Zoo zien
wij
hoe er ondanks vooruitgang in aantal

binnengekomen schepen en tonnenmaat alleszins

reden voor Rotterdam is om op zijn hoede te zijn.
Naast allerlei regeeringsmaatregelen, die den handel

en daarmede de scheepvaart belemmeren, is er de
groote activiteit van Antwerpen, stukgoedhaven ,,par

excellence” en trachtend Rotterdam ook ten aanzien

der massale transporten,
de
hoeksteenwaarop de Rot-

terdamsche havenstructuur rust, naar de kroon te
steken. En als derde nadeelige factor is er het stre-

ven der Duitsche Rijksregeering om den reeds zoo

sterk ingekrompen in- en uitvoerhandel van het
Derde Rijk, het koste wat het wil en zoo noodig met
volkomen negatie van de Ri.jnvaart en de levensbe-

langen van het Rijnland, over de Duitsche Noordzee-
havens te leiden. En daarom is het noodzakelijk dat

Landsregeering en Overheid zich bij voortduring

rekenschap geven van den terugslag dien elke nieu-
we maatregel in crisistijd genomen, op de nationale
havens kan oefenen. Caveant consules geldt thans

meer dan ooit. C.
VERMEIJ

KANTTEEKENINGEN BIJ ONZE BETALINGSBALANS
OVER 1933.

Dr. J. Oortwi.jn Botjes schrijft ons:

Gedurende zeer langen
tijd
werd in ons land gedo-
ceerd dat, bij den internationalen handel, de goede-

ren (plus diensten, renten en dividenden) uitslui-
tend werden betaald met goederen (plus diensten,

renten en dividenden). Aan deze stelling ontieenden
de vrijhandelaren •het zoogenaamde in- en uitvoer-
argument, volgens hetwelk de betalingsbalans er

steeds toe zou dwingen, dat een vermindering van
den invoer van goederen automatisch een gelijkwaar-

di.ge vermindering van den uitvoer van goederen ten-
gevolge moest hebben. Was deze stelling juist, dan
moest ook omgekeerd de betalingsbalans veroorzaken,

dat vermindering van den uitvoer tot een gelijkwa•ar-
dige vermindering van den invoer leidde.
In en na den oorlog heeft men echter de ervaring

opgedaan, dat een staat langen tijd veel meer in kan
voeren dan
hij
uitvoert, zoolang hij kan betalen met
effecten of met in het buitenland geleend geld. Men
heeft gezien, dat de Ver. Staten zich, door meer uit

te voeren dan in te voeren, in korten tijd opwerkten
van een debiteurstaat ‘tot een crediteurstaat en dat
dit proces elders in omgekeerde richting verliep.

Waar deze mogelijkheid dus
blijkbaar
aanwezig is,
verdient de bestudeering van de betalingsbalans meer
aandacht, dan er vroeger aan werd besteed.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft om-
trent onze betalingsbalans over 1933 de volgende,
kortheidshalve door mij samengevoegde, cijfers.
Uitvoer van goederea ……………..
f 738
millioen
Renten en divideaden uit het buitenland
ontvangen

…………………………
136
Netto inkomen uit de koopvaardijvloot …..
66
Baten uit het transitoverkeer ……………
47
In Nederland uitgekeerde Indische pensioe-
nen, tractementen, enz. …………… ,,.,
51

samen….
f
1038
millioen
Aan de andere zijde vindt men de posten:

Invoer, van .goe.deren ……………….
f 1244
millioen
Renten en dividenden aan het buitenland
bétaald

…………. . … … ….. …….

. ,

62
Saldo op het reizigerverkeer …………..
25

samen….
f.1331
millioea

Hier is een debetsaldo’ van f293 millioen, dat niet

betaald is niet renten, dividenden, Indische uitkee-
ringen of goederen, maar dat betaald is door over-
dracht van effecten of door vermindering van ons

tegoed
bij
het buitenland.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft ook

vrijwel weer op welke wijze deze betaling heeft plaats

gehad. Betaald is met:
goud

……………………………..
f 88
millioen
fondsen
361-338 = …………………..23
aflossing van leeningen
63-12 = …………51
verminderd vlottend tegoed
(172+38) – (85+40)= ………….,. 85
Inschrijving vanuit Indië op Nederlandsche
leeningen …………………………..115

f 362
millioen
Vermeerdering van voorschotten in. reke-
ning-courant aan het Gouvernement van
Ned-.-Indi6, Suriname en Curaçao ………
9

blijft ….
f353
inillioen

Dat dit bedrag
t
f
353 millioen grooter is dan
bovengenoemde
f
293 millioen zal hieraan te wijten

zijn, dat vele bedragen niet precies
zijn
na te gaan,
doch op schatting berusten, terwijl er ook nog ette-
lijke lacunes aanwezig zijn.

Uit deze cijfers blijkt
wel, dat het kapitaaloversohot

dat Nederland in het buitenland heeft geplaatst,
doordat meer Nederlandsch geld in het buitenland is

belegd dan omgekeerd, en door het bezit van goud,

in 1933 met ongeveer
f
300 millioen is verminderd.
Deze vermindering behoefde geen zorg te baren,
indien ze gepaard ging met een vermeerdering van
de goederenvoorraad in ons land of met een verhoo-
ging van de waarde van het nationale productie-

apparaat. Ze is echter wel zorgwekkend als het ôm-
gekeerde het geval is.
In zijn werk, Socialisme zonder dogma’s, zegt Prof.
Goudriaan, dat in crisistijd de producenten van eind-
producten minder voorraden inslaan dan zij verkoo-
pen,
terwijl
de Producenten van grondstoffen met
hunne voorraden blijven zitten. Nederland produceert
in hoofdzaak eindproducten, zoodat de goederenvoor-
raad in den loop van het crisisjaar 1933 waarsdhijn-lijk wel eerder achteruit dan vooruit zal
zijn
gegaan.
Bovendien is ons productie-apparaat slechter ge-
worden. Onze handelsvloot is door verkoop van sche-
pen verkleind en niet behoorlijk vernieuwd. Er zijn

bijna geen nieuwe fabrieken gbouwd en slechts zeer
weinig nieuwe fabrieken vergroot, terwijl daarentegen
bestaande fabrieken zijn gesloopt of wegens gebrek
aan vernieuwing slechter zijn geworden. Ook onze
‘bodem is er, wat zijn cultuurtoestand aangaat, stel-
lig niet op verbeterd.
Voegt men .daaxbij ‘het feit, dat het aantal inwo-
ners jaarlijks met ongeveer 120.000 toeneemt en dat
de hoeveelheid kapitaal, noodig per arbeider, in de
geheele wereld voortdurend grooter wordt, dan zijn
de cijfers onzer betalingsbalans uiterst zorgwekkend.
Er werd in 1933 voor
f
74 millioen meer aan ren-
ten en dividenden uit het buitenland ontvangen dan
betaald. Als men zou kunnen aannemen,. .dat gemid-
deld 434 pCt. genoten is van de koerswaarde, dan
zouden deze rente en dividenden afkomstig zijn van
een kapitaal,. dat een koerswaarde van
f
1644 nijl-
lioen ‘bezat. Voegt men hierbij ongeveer
f
400 mil-
lioen aan goud, dat wij meer bezitten dan noodig is
voor dekking van onze bankbiljettencirculatie, dan
komt men voor 1933 op een bedrag van
f
2033 mil-
lioen. Dit cijfer is natuurlijk zeer onnauwkeurig,
maar het geeft toch bij benadering een denkbeeld
omtrent de ‘grootte van ons netto-be,zit, aan in het
buitenland geplaatst kapitaal.
Er blijkt wel uit, dat ‘dit bezit, •dat sedert 1933
reeds weer aanzienlijk kleiner is geworden, niet on-

23 Januari 1935

ECONOMÏ’SCH-STATISTISCHE BERICHTEN

71

uitputtelijk is en dat, als wij op den ingeslagen’ weg
voortgaan, het over enkele jaren verdwenen zal zijn.

Als dit ‘bezit, dat thans nog een hechte steun vormt
voor ons economisch leven, verdwenen is, zullen wij
op een zeer laag levensniveau moeten terugvallen.

KOSTEN VAN VOEDING IN NEDERLAND EN ZIJN
BUURSTATEN.

In de discussies van den laatsten tijd over aanpas-
sing aan een lager levensniveau is herhaaldelijk ge-

constateerd, dat de kosten van levensonderhoud in

ons land uitermate hoog blijven. Hoewel men bij

analyseering van het huishoudbudget tot de conclusie
komt, dat de kosten van voeding sedert 1929 sterker zijn gedaald dan de
gezamenlijke
overige deelen van
de uitgaven, blijft het niettemin een feit, dat ook de
prijzen van de allernoodzakelijkste levensbehoeften
zich nog op een – voor de omstandigheden waarin

ons land zich momenteel bevindt – betrekkelijk hoog
niveau bewegen.

Budget van een arbeidersgezin te Amsterdam.
(uitgedrukt per gezinseenheid.)
Sept. 1929 Sept. 1934 Daling
Kosten van voeding …….
f
4,48

f
3,46Y1

22,7 %
Overige uitgaven ………,, 5,91341

5,2534

11.2

Totale kosten van levenson-
derhoud …………….
f
10,39
1
,41 f8,72

16,4 %
In de overige uitgaven speelt de post huishuur een
groote rol. De huurdaling, die thans allerwege is
waar te nemen, is zeker een gunstig verschijnsel, dat
tot een verdere verlaging van de kosten van levens-

onderhoud kan leiden, al staat daar tegenover, dat
deze daling wegens de starre vaste lasten een bepaalde
groep van onze bevolking zwaar treft.
Het is echter van beteekenis om de
prijzen
van
enkele belangrijke voedingsmiddelen in ons land te
vergelijken met die bij onze buurstaten. Het resultaat
van een dergelijk onderzoek is in onderstaande tabel,

die wij door de vriendelijke medewerking van een
onzer relaties ontvingen, weergegeven. Wij wijzen er
hierbij nadrukkelijk op, dat een vergelijking van prij-
zen buitengewoon moeilijk is in verband met kwali-
teitsverschillen en ook in verband met plaatselijke
levensomstandigheden. Daarom willen wij de absolute

cijfers van deze tabel niet als zuivere maatstaf ge-
bruiken, doch meer letten op de
tendens,
die er uit
spreekt. Het blijkt namelijk, dat deze tendens zeer
goed overeenkomt met de feiten, zooals die uit een
vergelijking van de kosten van levensonderhoud in de
betreffende landen blijken.

Kosten van levensonderhoud op goudbasis (1929 = 100).
1930 Aug. 1931 Juni 1934
Frankrijk ……………….104

101.8

92.0
Nederland ………………95.8

89.9

83.6
Duitschland ……………..95.8

,

87.7

79.9
België

…………………103.6

91.4

76.8
Engeland ……………….96.3

88.4

53.1
De landen, die den Landbouw sterk beschermen,

Frankrijk, Duitschiand en Nederland, blijken ook de
hoogste kosten van voedingsmiddelen te hebben.
1
) Voor-
al in Frankrijk zijn de voedingskosten zeer hoog. Ver-

gelijkt men ons land met België, waar de landbouw-
‘bescherming lang niet zulke afmetingen heeft aange-

nomen als hier, dan valt het direct op, welke groote
verschillen zich op dit gebied openbaren. In Neder-
land zijn de prijzen voor de belangrijkste voedings-
middelen, brood, aardappelen en margarine, blijkens

onderstaande tabel bijna tweemaal zoo hoog als in
Be]gii. Mede om deze reden zijn de kosten van levens-

onderhoud sedert 1929 in België veel sterker gedaald

(ni. ruim 23 pOt.) dan in Nederland (ruim 16 pOt.).
Ook in Engeland zijn de prijzen van brood, vleesch,
boter en margarine aanzienlijk lager dan in Neder-
land. Al houdt men ook met kwaliteitsverschillen
rekening, dan blijkt uit deze voorbeelden wel duide-lijk, dat de aanpassing in ons land zich nog heel wat verder kan voltrekken dan thans het geval is.
Een verdere daling van de
prijzen
van noodzake-
lijke voedingsmiddelen heeft ook nog een andere be-
teekenis, hetgeen met twee voorbeelden aangetoond

moge worden, t.w. boter en suiker. Beide artikelen
zijn door allerlei heffingen buitengewoon zwaar be-

last; beide artikelen behooren tot de noodzakelijke

levensbehoeften en van beide artikelen is er een te-
veel, van boter o.a. in ons land, van suiker vooral in
Ned.-Indië.

Inplaats van dit teveel weg te werken door ver-
grooting van het verbruik tracht men de oplossing
te vinden in een richting, die met alle economische

en statistische wetten spot. Inplaats van de oplossing
te zoeken in een vermeerdering van het verbruik door
prijsdaling, hetgeen – bij boter meer, bij suiker

minder, – mogelijk is tengevolge van de elasticiteit
van de vraag naar beide artikelen en op basis van het
vêrmeerderde verbruik maatregelen te nemen tot pro-
ductiebeperking, gobeurt thans juist het omgekeerde.

Het verbruik van boter, om ons eerst tot dit arti-
kel te bepalen, is door de heffing sterk beperkt, tege-
lijkertijd is de productie sedert 1932 gestimuleerd
door een productiepremie, waardoor de wanverhou-

ding tusschen vraag naar en aanbod van boter steeds
grooter is geworden. Thans tracht de Regeering in
de eerste plaats het evenwicht te herstellen door een
beperking van de productie, d.w.z. door een vermin-
dering van het productieapparaat. Of ook aan de
ontwikkeling van het verbruik meerdere aandacht zal
worden besteed, dient nog te worden afgewacht.
2)

De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op 1929 en be-
wijzen dus niet, dat Frankrijk ook het duurste land is.
Met ingang van 13 Januari is het percentage boter,
dat in margarine moet worden vermengd, verlaagd van 25
tot 15 pCt. Wij kunnen niet beoordeelen of het hier een
tijdelijken maatregel – in het begin van het jaar is de
productie van boter steeds zeer gering – of een maatregel
van blijvenden aard betreft.

Prijzen in volkswinkels per kg, December 1934.

Voedingsmiddelen
Amsterdam
Brussel
Parijs
Londen
Dusseldorï/
Roergebied

rarwebrood
…………………….17
ct.
1)
10ct.
hij
ct.
10)
10ct.
5)
24 ct.
7)
Rundvleescie ………………….
5Oct. af 1.20
2)

40ct. á f 1.50
2
)
11.10 It
2.70
2)
40ct.
It 11.—’)
96 ct.
8)
3)
31 ct.
3)
10
ct.
81 ct.
3)
5 ct.
Aardappelen

………………….ct.
.

.

4)

.
11.40
f2.—
60ct.
It
f1.—
6)
fl.90
Boter………………………..fl.82
Margarine

…………………..l.08
35
It
77 et.
90ct.
37 ct.
70ct.
It
fl.30
Eieren

………………………
3

et.
8)
5 ct.
3)
10 ct.
6 et.
3)
73. ct.
3)

Deze prijs geldt voor brood, i
n
een volkswinkel afgehaald; in sommige buurten is hij hooger, in andere lager
dank zij onderlinge concurrentie van de bakkers. In elf steden des lands was onlangs de gemiddelde broodprijs
ruim 21 ct. per kg.
De prijzen voor rundvleesch zijn zeer moeilijk vergelijkbaar, zelfs tusschen 2 winkels in dezelfde stad of straat.
i) Gemidelde prijs. ) Noteering voor Blue Band.
Deze prijs is lager dan die van de Ministry of Labour Gazette, doch door persoonlijk bezoek vastgesteld.
De lage noteering is voor Nieuw-Zeelandsche boter, de hooge voor Deensche.
Voor Graubrot, het voornaamste volksvoedsel
8)
mcl.
been.

. »
0)
Inheemche zeer slecht, huitenlandsche niet verkrijgbaar.
10)
Eerst sedert einde 1934; voordien 19 et.

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Januari 1935

Terwijl echter de belasting op boter ongeveer 150
200 pOt. bedraagt – afhangende van het jaarge-

tijde tengevolge van de s
e
izoensschommeling van den

boterprijs – heeft die op suiker afmetingen aange-
nomen, die eenigszins ongelooflijk klinken. De heer

Volz heeft er in het vorige nummer op gewezen, .dat
de prijs van wiitte kristalsuiker ex entrepot in Am-

sterdam of Rotterdam 1% cent per pond bedraagt,

doch dat de kleinhandeisprijs 24 cent per pond is,
mede als gevolg van den accijns, die zeer hoog is, den bietensteun en het invoerrecht. De accijns be-

draagt, met 10 opcenten
f
24,75, het compenseerend
invoerrecht
f
2,40 en de crisisheffing
f
9,- per 100

kg of totaal
f
36,15, dat is dus ruim 18 cent per

pond. M.a.w. de belasting op suiker bedraagt ruim

duizend procen’t.
Erkend dient te worden, dat de. wereldmarktprijs

onder de huidige omstandigheden weinig waarde

heeft, maar men moet niet vergeten, dat Tava bijna

zijn geheele productie op de vrije markt tegen der-
gelijke afbraakprijzen moet afzetten. Bovendien heeft

de hevige protectie in ons land er mede to.e. geleid,
dat deze wereldmarktprijs zoo ontzettend laag is. Dit

wil niet zeggen, dat, indien Nederland den vrijen

invoer had gehandhaafd, de wereidsituatie veel beter
zou zijn, doch vast staat, dat het verbruik in ons land

zonder twijfel grooter zou zijn geweest bij eei ge-
ringere belasting, hetzij dan in den vorm van açcijn-

zen of invoerrechten.
Uit het bovenstaande blijkt intusschen wel, dat de
prijzen van verschillende voedingsmiddelen zich voor

de huidige omstandigheden op een veel te hoog niveau
bewegen. De stijgende werkloosheid, de dalende in-

komsten vormen op zichzelf reeds factoren, die een
bestaand evenwicht tusschen productie en verbruik

kunnen verstoren, de hoogere prijzen tengevolge van
belastingen versterken deze tendens. Belangrijk is –
en wij hebben er onlangs niet ten onrechte op ge-

wezen
1)
– .
dat de belastingdruk bij elke prijsdaling
steeds zwaarder wordt. Weliswaar heeft de Regeering
medegedeeld, dat de grens van den belastingdruk be-

reikt is, doch dit kan alleen in overeenstemming zijn
met de feiten, indien men in
nominale
guldens rekent.

De
reëcle
verhoudingen, – en daar komt het ten-

slotte op aan – wijzen in de richting van nog steeds

toenemenden belastingdruk.
Een voorbeeld als dat van
de belasting op suiker, dat met verschillende andere
te vermeerderen is, toont zulks onomstootelijk aan.
v. d. V.

1)
Zie E.-SJ3. van 7 Nov. 1934.

AANTEEKENINGEN.

Een onderzoek inzake de groot.fihiaalbedriiven in

de Vereenigde Staten.

De Federal Trade Commission heeft ongeveer zes
jaar geleden van den Senaat opdracht gekregen een
onderzoek in te stellen naar het verkoopsysteem van
de groot-filiaalbedrijven in Amerika. Zij moest onder
meer nagaan, of er combinaties (consolidations) be-
stonden, die in strijd met de wet tot stand kwamen

en werkzaam waren en of een wettelijke regeling der

chain-store-distributie gewenscht was.
In 34 rapporten heeft
zij
de resultaten van haar

omvangrijk werk weergegeven en 14 December jI.
haar slotrapport aan den Senaat overhandigd. Wij

willen uit den inhoud van dit slotrapport hier het
een en ander vermelden voor zoover betreft de feite-

lijke beteekenis en ontwikkeling der Amerikaansche

grootwinkelbedrijven. Hetgeen in het rapport wordt

gezegd of aanbevolen inzake de chains en hun zaken-

politiek, beschouwd in het licht der Amerikaansche
anti-trustwetgeving, laten wij grootendeels onvermeld.

Ter illustratie van de vlucht, die het grootwinkel-

bedrijf in Amerika heeft genomen, worden in het

slotrapport een aantal cijfers genoemd, die het resul-

taat zijn van door het Census Bureau der Vereenigde

Staten verrichte tellingen. Volgens deze cijfers waren
er in 1929 in de Vereenigde Staten 1.543.158

detailzaken met een gezamenljken omzet van

$ 49.114.653.269. T-Jet aantal grootwinkelbedrijven be-
droeg 7.061 met in totaal 159.638 winkels, dat is dus

circa 10 procent van alle winkels in het land. De om-
zetten van deze grootwinkelbedrijven bedroegen

$10.740.385.208 of circa 22 procent van de omzet-
ten van alle winkels. Plaatselijke filiaalbedrijven ex-

ploiteerden 52.465 winkels met een totaal-omzet van

$ 3.293.890.233. ,,Sectional” chains ‘duswerkend in
een beperkt deel van het land – exploiteerden 41.083

winkels et $ 2.191.250.396 omzet. De ,,National”,
dus landelijke, chains hadden 51.058 winkels met

$ 3.960.086.992 omzet. Het rapport bevat een tabel,

vaarnit blijkt, dat gemiddeld 20 procent van iederen

Dollar, dien de Amerikaansche consument in detail-

zaken uitgeeft, naar de chain stores gaat.

Meer dan d helft van het genoemd aantal groot-
filiaalbedrjven exploiteerde van . 2 tot 5 winkels,
doch deze groep als geheel exploiteerde minder dan

5 procent van het totaal aantal winkels van alle

chains., De grootwinkelbedrijven met 1000 of meer
winkels hebben circa de helft van het totaal aantal
filiaalwinkels en circa 40 procent van den totalen

omzet van alle filiaalwinkels. De grootsten zijn de
Great Atlantic & Pacific Tea Co. (A. & P.), de Kro-
ger Grocery & Bakery Co. en de Safeway Stores,
Inc., die in 1930 circa 25.000 kruidenierszaken ex-
ploiteerden met een totalen omzet van bijna
$ 1.600.000.000. Alleen reeds de A. & P. exploiteerde
in 1930 15.738 winkels met een totaalomzet van

$ 1.065.000.000.

De F.T.C. vestigt er in haar rapport de aandacht
op, dat de beteekenis dezer cijfers wordt vergroot
door de neiging van de chain stores om zich in snel-
ler tempo uit te breiden dan de zelfstandige winke-liers. Het ,,geboortecijfer” der zelfstandige winkels
is wel aanmerkelijk hooger dan dat der filiaalzaken,
evenwel het ,,sterftecijfer” is voor de . zelfstandige

winkels bijna
evenhoog als hun ,,geboortecijfer”, ter-

wijl het aantal filiaalwinkels, dat gesloten wordt,
slechts circa een vierde is van het aantail, dat wordt

geopend.

De onderzoekingen van •de F.T.C. leerden, dat de

zelfstandige winkeliers in sommige branches en in

AÂNVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
.

Amsterdam
Totaal

Artikelen
13-19 Jan.
Sedert
Overeenk.
13-19 Jan.
Sedert
Overeenk.
1934
1935
1jan. 1935
tijdvak 1934
1935
1Jan. 1935
tijdvak 1934

31.555
84.319 36.830
75
.

775

85.094
36.830

4
.
690

12.210
16.857
.-

2.000
12,210
18.857
Tar,e

………………
Rogge

………………
Boekweit
420
987
775

.


.


987 775
………………
Mais
……………….
13. 90
3

51.055
81.996
2.575
6.871
19.930
57.926
101.926

1
.7
66

13.903
10.545
185
785

.
2.329
14.688
12.874

1.295
3.813 7.120
– –

3.813
7.120

270
2.700
10.218
3.430
12.669
10.936
15.369
21.154

Gerst

………………
Haver

………………

.
27
11.292



27
11.292
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek
1)

…………..-

Tarwemeel

…………
936
715

.

371
116
1.307
831

Andere meelsoorten

.
.
..78
307
2.671 2.681

.

80
366
167
3.037
1

2.848

28
Januari
1935

ECÖNÖMISCHSTATIST1SiE BERICHTEN

73

het bijzonder in die der kruidenierswaren, ,,drugs”

(pharmaceuti’sche’ en toiletartikelen) en ,,hardware”

(ijzerwaren e.d.), teneinde de concurrentie van het
grootfiliaal’bedrijf het hoofd te’ bieden, zijn overge-
gaan tot de oprichting van ,,cooperative chains”,

voornamelijk met het doel om gezamenlijk in te koo-

pen. De
F.T.C.
verzamelde materiaal bij
319
van der-

gelijke coöperatieve filiaalbedrijven in de kruideniers-

warenbranche met
43.141
zelfstandige kruideniers als

leden in het begin van
1930.
De
F.T.’C.
schat het

totaal aantal der coöperatieve chains in deze branche

op 395
met
53.400
aangesloten winkels en raamt hun

lYmzet in
1929 op 600 â 700
millioen Dollars. Bij

24
coöperatieve drug chains waren in
1929
in totaal

6.041
zelfstandige winkeliers aangesloten.
Dr.
TH. VAN LUYTELAER.

1)e buitenlandsche handel van Groot-Brittannië
in 1934.

Waar de economische opleving in Engeland tot nu
toe voornamelijk het karakter had eener ‘binnenland-
sche conjunctuur, is het van groot belang na te gaan,
hoe de handel anet het buitenland zich ontwikkelt,

daar eerst met eén herstel hiervan Engeland weer

zijn oude positie zal kunnen innemen.
Hoewel een vergelijking met de jaren
1928
tot
1930

nog zeer ongunstig uitvalt, is toch in het afgeloopen
jaar een niet onbelangrijk herstel ingetreden: de
totale buitenlandsche handelsbeweging nam naar

waarde van £
1.092
millioen toe tot £
1.179
millioen,

d.i. met
8
pOt., waarmee
zij
een peil bereikte, liggen-

cle boven dat van
1932.
Desondanks is het cijfer nog

42
pOt. lager dan •dat van
1928.
Het uitvoercijfer kwam •boven dat van
1931
te lig-

gen, het invoercijfer hoven dat van
1932.
In het af-

geloopen jaar ontwikkelde de invoer zich sterker dan

de uitvoer, hoewel het verschil niet zoo belangrijk
was. Vergeleken met den toestand in
1929
echter zijn

de verschillen grooter: de uitvoer is op een belang-
rijk lager niveau gekomen dan de invoer. Het passief
saldo der handelsbalans, dat in
1931
het grootst was,

doch in het jaar daarop scherp verminderde, is ‘siflds
het vorig jaar weer een weinig.gestegen, doch niet

meer dan overeenkomt met cle toeneming van den ge-heelen buitenlandschen handel.
De belangrijkste toeneming deed zich yoor hij de
import van grondstoffen en haiffabrikaten (f
29

millioen), ongeveer de helft uitmakende van :de totale

toeneming (f
57
millioen), waarbij-de posten hout en
rubber het sterksl in het oog springen, -zulks als ge-
volg van de opleving van -de bouwnijverheid, respec-
tievelijk de aanzienlijke prijsstijging van rubber, ge-

volg van de rub-berrestrictiemaatregelen. Ook de pos-
ten ijzererts en metalen, andere dan ijzer, vertoonden

een stijging.
De invoer van fabrikaten nam met £
20,4
millioen

toe, doch daartegenover staat een stijging van den
uitvoer van Britsche fabrikaten met £
23
millioen,

waarin een herstel gezien kan worden van den inter-
nationalen goederenruil.
Ten aanzien van den uitvoer van Britsche goede-ren valt over de geheele linie een herstel op te mer-
ken, met uitzondering van den uitvoer van katoenen
stukgoederen. De. ijzer- en staaluitvoer steeg met 17
pOt. naar hoeve1heid, die van kolen echter met nog

geen
2
pOt., odanks’ de handeisverdragen met de
Noörsche landen. Ook de uitvoer van ‘machinerieën

eu wollen goederen was grooter dan in
1930,
die van
automobielen en linnen stukgoederen zelfs hooger dan

in
1929!
Samenvattend kan men zeggen, dat teekenen ‘van
herstel zijn op te merken, hoeel het exortproblem
in Groot-Brittannië een ‘der moeilijke vraagstukken
blijft, waarbij de nog steeds
;
dalende export van katoe-

nen goederen wel de zwakste stee is.

N.B. De prijastatistiek is in het ,,Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht”, opgenomen.

STATISTIEKEN.

BANKDISCONTO’S.
DisWissels.
2Il9Sept.’33
Ned
Lissabon

•…
5
13Dec.’34
23OJuni’32
IBl.Bin..Eff.3
BkU

198ept.’33
Londen ……
Vrsch. in R.C. 3
19Sept.’33
Madrid ……
5

6 Nov.’34

Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
l

1Feb.’34

Batavia ……….. 3

1 Nov.’34
Oslo

……..
322
Mei’33

Belgrado ………6

16Juli’34
Parijs

……
231
Mei
’34

Berlijn ……….
4 22 Sept.’32
Praag

…..
‘.
3425 Jan.’33

Boekarest ……. .44
15Dec.’34
Pretoria

•…
3415 Mei’33

Brussel ………..24
28Aug.’34
Rome……..
4 26Nov.’34

Budapest ……..44
17 Oct.’32
Stockholm
•. 24
1Dec.’33

Calcutta

……..34
16Feb.’33
Tokio

….
3.65

2Juli’33

Dantzig

……..
4 21Sept.’34
Weenen ……
4427 Juni’34

ffelsingf ore ……
4

3 Dec.’34
Warschau….
5
26 Oct. ’33

Kopenhagen

…. 24

1 Dec.’33
Zwits. Nat.
Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1935

1
19341’35fl
1934

1933

1914

1
14119
1
7112

31 Dec4 15/20

16)21
19Jan.
1
Jan.
1
Jan.
1 5 Jan.

Jan.

Jan.
ii
Juli

An,sterdam
Partic.disc.
1
11
1
/2
1
12
11
116-’12
114_113

3118_3116
Prolong.
1 1 1
1
1 1
214-14
Londen
Dageld.
. .
I14_1
I4-1
1
14..1
1
14-212
3
14-1
11
2
..1
lB14-2 Partic.disc.
31
118
/s-/i,
41
8
.d
2

1
1
3/16.
15
/1
411
4
21
4

Berlijn
Daggeld…
33/
4
_4
331
4
_4
3
5
18_4
1
18
3’Is4’/s
4.511
4

411
4
51
4


Maandgeld
318
-4

3I8-4
•33/4_4

331e4

4_531
4

41J
4
_53j
4

Part, disc.
3
1
12
3t1
2

31J2
311
3

371
8

371
214-
1
1
Warenw.
. .
4-11
4_1
4

4_11
4

4_11
4

4_11
4

411
4

?’Je, York
DageId
1)
1 1
t
1
1
1114314
1
3
14-2
1
1,
Partic.disc.
6
116
1

1
116
1

116
5116
21
113


t)
Koers van
18
Jan. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag

WISSELKOERSEN.
LiOERSEN IN NEDERLAND

Data

I
New
Londen
Berlijn

Parijs
Brussel Batavia
York*)
8)
1

S)
S)
S)
1)

15 Jan. 1935
1.4811
7.2381
8

59.36′
öTTÏ’
5′
..

ioo
16

,,

1935
1.485
7.25
59.39
9.764
34.58
1003%
17

,,

1935
1.483% 7.243%
59.38
9.754
34.56
1003%
18

,,

1935
1.4861
16

7.24’i,
59.37 9.76 34.56
1003%
19

.,,

1935
1.481,,
7.23
71
59.38
9.764
34.57 1008/
6

21

,,

1935
1.497,
7.283%
59.45
9.774
34.57
1003%
Laagste d.w
1
)
1.473%
7.2114
59.30
9.744 34.50
100
Hoogste d.wl)
1.50
7.30
59.424
9.774
34.624
100h
leluutpariteit
12.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Zwit

seriand
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest’)
*5)
*5)

15 Jan. 1935
47.87

‘ö’Ïö
ti
12.644 20.23
16

1935
47.89

6.19
1.48
12.65
20.23
17

,,

1935
47.89

6.19
1.48
12.65
20.23
18

1935
47.90

6.19
1.48
12.65
20.23
19

1935
47.92

6.19
1.48


21

1935
47.93

8.20
1.48
12.65
20.23
Laagste
d.w’)
47.85
-:
6.15
1.45
12.60
20.15
Hoogste
d.wi)
47.973%
28.-
6.224
1.50
12.70
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-I
0
slo*.)j
1

Hel:

1
sing
Buenos-
1

Mon-
holm
5)h
agen
*)
1
nr.el
Aires’)
1
trealt)

15 Jan. 1935
37.30 32.30
36.35 3.20
37
1.48
16

1935
37.40 32.40
36.45 3.20
37
1.48%
17

1935
37.374
32.374 36.424
3.20
37
1.483%
18

1935
37.35 32.35 36.40 3.20
37
1.483%
19

,,

1935
37.35
32.35
36.40
3.20
37
1.48%
21

1935
37.60 32.55 36.65
3.22
37
1.49
Laagste d.wl)
37.05
32.05 36.10 3.174
363%
1.47/4
Hoogste d.wl)
37.75
32.70
36.80
3.24
3734
1.493%
Muntpariteit
66.671
66.6711
66.671
6.266
95%
2.4878
5)
Noteering te
AmsterOam.
*5)

Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
opgave.
In
‘t
iste
of
2de No, van iedere maand komt een
overnricht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data

15 Jan.

193,5
4,8671
8

6,58,3%
40,05 67,40
16

,,

1935
4,873%
6,56%
40,03 67,32

17

,,

1935
4,88
6
,5734
40,02


67,36
18

1935
‘4,88,
6,583%
40,09
67,48


19

1985
4,88:3%
6,583/

40,07
67,46


21

,, –

‘195
4,88’1
t,583%
40,08
67,42

22 Jan.

,

193,41 5,003%
6,27
37,95 64,30


Muntpariteit..
1

4,86
3,9051,
23.81%
4011,

74

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23
Januari1935

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en

1Noteerings-1
Landen
eenheden
5Jan.
1935
12Jan.
1935
14119Jan.
1935

LaagstelHoogste
l9Jan.
1935

Alexandrië..
Piast.
p.

9734
97
973/,
97’j,
9734
Athene

•…
Dr.p.
512
514.
512
515
514
Bangkok….
Sh.p.tical
1110 1110
1/l0

1/i0
1/10k
Budapest

•.
Pen. p. £
16%
1634 1634
167/,
1634
BuenosAires’
d. p.$
27iI1
8

27
11
,,
19.40 19.80
19.45
Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
116I1,
1/631,,
116
8
1
32

116
5
1
35

11611
8

Constantin,.
Piast.p.c
605 605
608
610
608
Hongkong ..
Sh. p. $
119i
6

19
118% 119%
1/9s1,
Sh. p. yen
1/2
112
1/135/
18

112
8
1
80

112
Lissabon….
Escu. p. £
1101
8

1101/,
109
3
4
110%
1101/,
Kobe

…….

Mexico

•…
$per
18 18
1734
1834.
1734
Montevide0
2
)
d.per.
2034
2034
1934
2034
20
Montreal

..
$
per
£
4.8934
4.89 4.83
4.89k
4.8781
8

Riod.Janeiro3ld. per Mii.
334
3/4
3’1
331
16

3
8
11e
Shanghai
.
..
Sh. p. tael
1/5ij,
115
1/4%
11534 1
,
58
1
Singapore ..
id. p.
$

.
2
/
45
/
82

2
1
45
1
32

214,1
1
1
,
21434
214
3
1
89

Valparaisod).
$perC
117
116 116
11634
11634
Warschau ..
Zi. p. £
2515/
t
,
25151
16

2551
8

1 2634
26
‘ uincieele not.
.3O’13
laten, gemlaa. not., welke Importeurs neonen te
betalen, sinds 2Jan.
3I
31
I32,
vanaf 14jan. papieren peso per
£,
offic. not. 15
laten, gem. not. imp. 32 d., 16 Jan. 17.03, 17 Jan. 17.02, 18 Jan. 17.01.
2)
Offic. not, vanaf 5Jan.
39718,
8Jan.40, 9Jan.
39718,
15Jan. 3951,, 16Jan.
3971
8
. 3)
Id. 22 Dec.
4114.
4
)90 dg. Vanaf 28Aug. laatste ,,export” noteering.

ZILVERPRIJS
.

COUDPRIJS
8)
Londen’) N.Yorkl)

Londen
15 Jan. 1935.. 2491
6
5434

15 Jan. 1935.,. 14214
16 ,,

1935.. 21
1s

54/4

16 ,,

1935…. 14116
17 ,,

1935., 245/,

5434

17 ,,

1935,.., 141111
18 ,,

1935.. 249, 5434

18 ,,

1935…. 142/11
19 ,,

1935.. 24
9
,

54/4

19 ,,

1935,,.. 1421-
21
,,

1935.. 2451,

5431
9

21
,,

1935,… 1421_1
22 Jan. 1934. . 195;
8

44
8
18

22 Jan. 1934…. 132111

27 Juli 1914,. 24’41,
6
59

27 Juli 1914,… 84110%
1)
In pence p. oz.stand.
2)
Forelgn sliver In $c. p.oz. line.
2)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN
‘,
RIJKS KAS
Vorderingen.

1

7jan. 1935-1 I5ian.1935-‘
Saluo van’s
t(ljkS
bcnanclst
DIJ
ue r’4e-
1
47.944.796,87
1
65.877.074,56
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
318.299,53
202.741,06
Voorsch.op uit. Dec. (resp.Nov.)’34 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in de hoofds. der grondbei.endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

2.351.835,51
,,

1.985.571,34

derlandsche

Bank………………..

Voorschotten aan Ned.-lndlë ………
117.631.466,35
,,
116.268.263,85
Id. aan

Suriname …………………
13.25l.43f.53
,,

13.667.608,73
(d. aan

Curaçao ………………….
2.l50.695;60
.

2.247.024,70
Kasvord. weg. credietverst.alh. bulteni
,,
1l6.451.586,90

l 16.063.303,05
Daggeldleeningen
tegen onderpand
.

15.500.000,-.

11.000.000,-
Saldo der postrek. v. Ri!kscomptabelen

…..

42.480.600,-
,,

28.853.919,20
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)

…..

Vord. op andere Staatsbedrijven
1)

25.344.816,36
,,

26.833.714,94
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leenlngen aan gemeenten (saldo).,
35.196.118,69
35.288.595,69
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi

verstrekt


Schatklstblljetten in omloop ………
f4CO.966.000,-
f400966.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
,, 97.070.000,-
,,

97.070.000,-
Zllverbons in omloop …………….
1275.059,-
,,
.
1.271.709,-
Schuld op uit. Dec. (resp. Nov.) ’34 a/d.

.

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.

….

pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.

..

e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel. en op de verm. bel …………..
-.

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
.,

42.598.218,13

21.545.271,37
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
,, 129.956.146.97
• 110.283.045,60
Id. aan andere Staatsbedrijven’)

……

20.100,-

Id. aan diverse Instellingen’) ……..
42.494.459,08
..

68.611.641,30
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

12Jan. 1935
1

19
Jan. 1935
Vorderingen:
Saldo Javasche Bank ……………..
f

2.266.000,-
/

992.000,-
Betaalmlddelen
in ‘s Lands kas

,,

57.158.000,-
Verplichtingen:

.

Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinsteil.
,. 114.571.000,-
» 117.205.000,-
,,

1.750.000,-

750.000,-
12.035.000,-

12.035.000,-
Schatkistpromessen
……………….



Schatkistbiljetten ………………….

.-1
Schuld aan
het Nednd.
Muntfonds

2.492.000,-

2.492.000.-
Muntbiljetten
in omloop
……….. …….

Idem aan
de Ned.-lnd. Postspaarbank
599.000,-
,,

630.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten In duizenden guldens.

Circu-
Voor-
lsdlotten
Dis-
Diverse Diverse
Data
Metaal
latie
1
aan de
conto’s. reke-
1
ninRen
reke-
ningen’
kolonie
.

1 Dècéfriber 1934
4:460
4538.
131
74
629.1
170
1 Novemb.

1934
4.517
4.567
58
74
663
158
1 October

1934
4.493
14.591
105
95
641
155
1 Septemb. 1934
4.555
4.637
117
95
545
86

1 December 1933
4.800
4.901
76 117
623
124
‘)IulIp.
oer acilva.
‘1
Iul1p.
oer pasalva.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 21 Januari 1935.

Activa.
Binnen!. Wis.(Hfdbk.
f
22.211.709,60
sels, Prom., Bijbnk. ‘ .. 48L3l7Q2 ‘
enz.in disc:I-Ag,sch.
,,

3.r35312;94t

25:828.339;56
Papier
o.
h. Buiten!, in disconto’

Idem eigen portef.
f

866.250,- ‘
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afge!.

866.250,-..
,Beleeningen

Hfdbk.
f.
99.913.495,241).
ncl. vrsch. Bijbnk. ,

4.801.203,88
in rek.-crt. Ag.sch.

38.652.000,26
op onderp.

f
143.366.699,38

Op Effecten ……( 138.959.660,44
1
)
OpGoederenenSpec. ,,

4.407.038,94

143.366.699,381)
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
Munt, Goud ……
f
102.184.095,-
Muûtmat., Goud ., 719.524.895,75

f 821.708.990,75
Munt, Zilver, enz.

23.166.817,08
Muntmat.. Zilver.. ..


844.875.807,83
2
)

38.013.347,19
4.970.000,-
7.132.194,34
16.996.491,37

f
1.082.049.129,67
Pa,uva.
Kapitaal …. . ……………………

ç
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere

reserve


……………..,,
5000000
Pensioenfonds…………….
…….

,,
9.221.597,48
Bankbiljetten in omloop…………..,,
856.979.180,_
Bankassignatiën in omloop ……….

..
81.091,87
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

75.055.068.85
saldo’s:

Anderen,, 106.603.950,70
(

181.659.01 9,55
Diverse rekeningen ………………,,
5.300.325,85

f
1.082.049.129,67

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
429.415.708,32
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.073.539.270,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………..,,

1) Waarvan
aan
Nederlandsch-Indië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
/
73.789.100,-
2
)Waarvan in het buitenland …………………….
..49.775.319,64
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
1
1
1
Beschlkb.
1
Dek-
Data

1
.
ICirculatie
peischb.l
Metaal- Ikings
Munt
1
Munfmat.I
schuldenl.
saldo
perc.

21 Jan. ’35
102184
719.525
856.9791181.7401
429.416
81
14

,,

’35
102184
739.853
875.162i1S2.665
1 441.267
1

82

25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437J
6.198 43.521
54

Totaal
1
Schat xist-
1
Belee-
Papier
‘vï
Data
bedrag
1
promessen
1

ningen
°

het
reke-
ii
disconto’s rechtstreeksl
bu’ tenl.
fin gen’)

21 Jan. 19351
25.828
1
,


1143.367
866 7.132
14

,,

19351
26.085
1


1142.350
866 7.290

25 Juli

1914J
67.947
-.
61.686
20.188
509
‘)unaer ae aCuvs.
JAVASCHE BANK.

Data
1

Goud
1

Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

19 Jan.’35
2
)
141.900
179.110 31.150
57.796
12

,,

1
35′
140.800
182.380 31.650
55.188

15 Dec.1934
113.500
1

27.518
181.484
32.990
55.229
8

,,

1934
113.500 1

29.137
183.534
32.518 56.216

25Juli1914
22.057
J

31.907
110.172
12.634,
4.842

Wissels.
Diverse
1
Dek-

Data
buite.i
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-Ind.
conto’s ningen
ningen’)
Percen-
b etaalb.
lage

19 Jan.’35
3)
1.560
6840
10.890
67
12

,,

1352)
1.460
73.740
10.810
66

15 Dec.1934
460
14.548
66

9.661

1

51.863
8

,,

1934
786
9.765 1

53.829
12.281
66

25 Juli1914
6.395 7.259
1

75.541
2.228
44
1) Siuitpost
activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

.
…………………… 23
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
Diverse rekeningen ………………
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5,’32, S. N. 221)

E

Kwartaalbericht

Uitgave van het Nederlandsch Economisch Instituut

(Bijvoegsel van het Weekblad ,,Economisch-Statistische Berichten”)

No. XVI

WOENSDAG, 23 JANUARI 1935

INLEIDING.

De ongelijke ontwikkeling van de internationale

conjunctuur en de conjunctuur in de afzonderlijke

landen, die reeds in 1933 was waar te nemen, is in

1934 in het algenieen blijven bestaan. Internationaal

is de toestand voortdurend ongunstiger geworden.

Het protectionisme heeft zich verscherpt; de span-

ningen op •de internationale valuta-markt zijn toege-

nomen; de prijzen (in goud)
zijn,
met uitzondering

van die van granen, verder gedaald; de waarde van

den wereidhandel is t.o.v. 1933 afgenomen; de zee-
scheepvaart lijdt, ondanks de verminderde tonnage,

nog
: bij voortduring aan een teveel aan vrachtruimte;

de internationale kapitaalbeweging stagneert nog

steeds.

De wisselwerking tusschen handelspolitiek en valu-

tapolitiek •heeft zich in het afgeloopen jaar in ver-

stërkhi mate geopenbaard. Eenerzijds dôor de daling

van de meeste goudprijzen als gevolg van de nog

voortdurend inkrimpende wereldmarkt en van den

druk uitgeoefend door een verdere depreciatie van

Pond n verschillende andere valuta’s, anderzijds door

de valutamoeilijkheden in een aantal landen, die tot

verscherpte handelspolitieke maatregelen noopten. De

eenige verlichting, die de prijsbeweging op de wereld-

markt ondervond, kwam van de zijde van de granen.

De maatregelen tot aanpassing van dé agrarische

productie in de voornaamste uitvoerlanden aan den

dalenden afzet, werden gunstig beïnvloed door de

droogte in de Vereenigde Staten. Op het gebied van

de zuivelproductie is de aanpassing nog slechts in

geringe mate tot stand gekomen. De ongelijke bewe-

ging van de conjunctuur in den akkerbouw en in de

zuivelindustrie, die in het begin van •de crisis viel

sraa
r
te nemen, openbaart zich thans weer eenigazins

in omgekeerde richting.

De stijgende prijsbeweging van granen ging echter

gepaard met een verdere daling van de prijzen van

fabricaten.’ Globaal beschouwd heeft de wanverhou-

ding, die in deze crisis is ontstaan door de ongelijk-

matige prijsontwikkeling van granen en grondstoffen

eenerzijds en die van
fabricaten
anderzijds zich in

1934 eenigermate hersteld. Ondanks de lage prijzen
van grondstoffen, heeft de toesand zich in de grond-

stoffbn leverende landen verbeterd door vergrooting

van den afet, zulks als gevolg van de opgaande con-

junctuur in verschillende industrielanden. De koop-

kracht van verschillende overzeesche landen is dan

ook in 1934 gestegen, hetgeen zich in een vermeer-

derden invoer in de eerste helft van 1934 heeft :gë-

INHOUD:

Biz.

inleiding
…………………………………..75

De loop clei prijzen …………………………..
76

Productie van voedings. en genotmiddelen…………
77

Voorraadstatistiek van groothandelsartikelen ……..
79

Productie van metalen en andere grondstoffen ………
80

Industrieele productie…………………………81

Geld- en kapitaalmarkt ……………………….
82

Deviezenmarkt ………………………………
84

Lijnen betreffende de conjunctuur in Nederland ……
85

Conjunctuurpolitiek in België T ………………..
90

De economische toestand van Nederlandsch.Indië ……
93

Ontwikkeling van den omvang en de rente van de vlot-

tende schuld van Nederland in de crisis …………
94

De loop der prijzen van groothandelsartikelen ge-

durende het vierde kwartaal van
1934…………..96

Statistisch overzicht van groothandelsprijzeii ……..
98

De economische toestand van:

Duitschianci

………………………………
106

Groot-Brittannië …………………………..
106

Vereenigde Staten …………………………..
107

Conjunetuurgegevens betreffende:

Nederland ………………………………..110

Nederlandsch.Indjë …………………………
111

Duitschland …………..:…………………..
112

Groot-Brittannië …………………………..
113

Vereenigde Staten ……………………………
114

CONTENTS

Business conditions in the Nethei-lands ………….
89

The economic situation in the Netherlands
md les ….93

Mont’hly business statisties of the Netherlands ……110

Month,iy business statistics of the Netherlands Indies . 111

76

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

openbaard. In de tweede helft van 1934 heeft de ver-

scherpte invoercontrôle van Duitschiand de toestand
voor verschillende grondstofleverende landen weder

ongunstig beïnvloed.

De wereidhandel heeft zich, wat het
‘volumen
be-

treft, in de eerste negen maanden van 1934 gemid-

deld op vrijwel hetzelfde niveau bewogen als in 1933;

de waarde van den wereldhandel is echter blijven

dalen. Het tempo van daling is evenwel sterk afge-

nomen. Er schijnt zich langzamerhand op dit gebied

een stabilisatie, zij het weliswaar op een laag niveau,

te voltrekken.

Hetzelfde beeld toont eenigszins de wereldschee’p-

vaart. Deie bedrijfstak is ook een voorbeeld van de

groote moeilijkheden om met het oog op het be-

staande apparaat, productie en vraag bij elkaar aan

te passen. Hoewel de nieuwbouw in 1934 t.o.v. 1933

is toegenomen, is de gesloopte en vergane tonnage

grooter geweest, waardoor een verdere verminde-
ring van de wereldtonnage is ingetreden. Tenzij in
geval van een sterke uitbreiding van de vraag naar

scheepsruimte, zullen ook op dit gebied de moeilijk-

heden voorshands nog blijven bestaan.

De internationale kapitaalbeweging toont volgens

de emissiestatistieken nog weinig herstel. Niet-

temin heeft het afgeloopen jaar in zooverre een ver-

betering gebracht, dat èn in Engeland èn in de Ver.
Staten de vrijheid van kapitaalexport, die sterk aan

banden was gelegd, weder ruimer is geworden. Ver-

melding verdient ook het feit, dat Zweden kapitaal-

verstrekker van zijn buurstaten is geworden.

De daling van de kapitaalrente, die allerwegen plaats

vindt, is een belangrijk symptoom van het toenemen-

de vertrouwen op de kapitaalmarkten, ook in die

landen, waar de depressie zich nog blijft voortzetten.

Het aantal conversieleeningen is in Engeland, Neder-

land en Zweden zeer aanzienlijk geweest in tegenstel-

ling met Zwitserland, waar een zekere stagnatie op

de kapitaalmarkt is ingetreden, hetgeen ook blijkt uit

de gestegen kapitaalrente.

Naast de genoemde verbetering in verschillende

grondstofproduceerende landen, heeft het herstel zich

in de meeste industrielanden verder voortgezet. Hier-

toe behooren in de eerste plaats Japan, Zweden en

Groot-Brittannië; een geringe vooruitgang valt ook
in Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije waar te nemen,

terwijl in de Vereenigde Staten, na de terugslag van

den vorigen zomer, weder een langzame verbetering

van de conjunctuur plaats vindt. Ook in Duitschland

en Italië is een aanzienlijk ‘herstel, vooral in het

bouwbedrijf, ingetreden.

Daarentegen blijft de depressie in de andere goud-

landen aanhouden. De economische toestand in N

derland is ongunstiger dan ooit tevoren en hetzelfde
geldt tot op zekere hoogte voor België en Frankrijk.

In beide landen is de interventie van den Staat in

het afgeloopen jaar sterk toegenomen. Aan de maat
regelen, die de Belgische Regeering genomen heeft,

is elders in deze aflevering een uitïoerige beschou-

wing gewijd.

DE LOOP DER PRIJZEN.

De prijsbeweging van de hoofdgroepen, waarin onze

statistiek is verdeeld, is in het afgeloopen jaar, wat
de grondstoffen en granen betreft, tegengesteld ge-
weest aan die in 1933. De index van grondstoffen,

die in 1933 wa& gestegen, is weder gedaald; die van

granen is voor het eerst sedert het uitbreken van de
crisis gestegen. De daling van den index van kolo-

niale producten (suiker, thee, koffie en cacao) is ook

in 1934 nog niet tot staan gekomen.

1925 = 100

De
prijsstijging
van de
granen
(alleen de tarwe-

prijs was aan het einde, van 1934 nog lager dan aan
hèt begin) is zoowel een gevolg van de vermindering
van de bebouwde oppervlakten, als van de droogte.

Vooral de laatste factor heeft de opbrengst. van de

oogsten nadeelig beïnvloed. Daar het graanverbruik
in 1934 in het algemeen weinig veranderd zal zijn met het oog op de verbetering van de conjunctuur

in enkele
belangrijke
industrielanden, herstelde .het
in de laatste jaren geheel verbroken evenwicht tus-
schen vraag en aanbod zich eenigermate, hetgeen in

een
prijsstijging
tot uiting kwam, die zooals neven-
staande tabel laat zien, vooral voor gerst zeer aan-

zienlijk was.
Terwijl de prijzen van granen voornamelijk bepaald
worden door de grootte van de productie, zijn de prij-

zen van grondstoffen
tevens afhankelijk van den om-
vang van het verbruik. Deze laatste factor speelt

vooral een groote rol bij die producten, wier voort-
brenging door internationale regelingen gemakke-
lijker bij een verminderde vraag kan worden aange-
past dan ingeval van ongeregelde productieverhou-
dingen. Het grootste gedeelte van de wereldvoort-
brenging van eerstgenoemde producten is van tevoren
vrij nauwkeurig bepaald en het hangt van den om-

vang van •de vraag af, hoe de prjsbeweging zich zal
ontwikkelen.
Bij
tin is het marktmechanisme in het
afgeloopen jaar nog in zooverre geperfectionneerd, dat

.door de vorming van een bufferpool tijdelijke even-
wichtsverstoringen tusschen vraag en aanbod, ver-
zacht kunnen worden door het uit de markt nemen
of het op de markt brengen van hoeveelheden ingeval
het aanbod grooter, resp. kleiner is dan de vraag.
• De prijsdaling van grondstoffen is in het afge-
loopen jaar voor een belangrijk deel veroorzaakt door
de plotselinge veranderingen in dé vraag. In 1933 was
de
productie
van industrieele grondstoffen, na de on-

afgebroken daling sedert 1929, tengevolge van de
verbetering van de conjunctuur in bijna alle industrie-randen ter wereld, weder gestegen. In de tweede helft
van 1934 heeft de terugslag in een aantal landen en
de toenemende invoerbelemmeringen van Duitsch-
land, de vraag naar grondstoffen doen afnemen,
waarbij de gestegen productie zich niet weer direct

kon aanpassen. Vooral de
prijzen
van metalen en wol

zijn hierdoor ongunstig beïnvloed. Daarnaasf heeft de

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

77

Procentueele
stijging
en
daling
van de prijzen van de
belangrijkste grbothandelsartikelen.
1)

1930
1931
1932
1933 1934

‘index
Grondstoffen

2)_
22.8
2)_

3.0
2
)+

5.5

12.1
Lijnzaad



57.6

24.1

8.8
+ 10.4

10.7
Koper ……..
33.6

43.5

26.4
+

8.3

18.4
Lood

……..
2)_
26.6

29.5

0.3

13.3
Tin ……….


20.4

18.4
+

4.7

+ 49.2

9.3
Gietijzer

. ..

2)_
19.2
2)_
14.5
2
)+

2.1

4.2

2)_
10.3
2)_

37
2)_

1.5

25.5
Steenkolen

.

2
)
.

35.0


12.3

….


19.9

14.5

2.1

12.3
Petroleum.
34.6

16.5

11.3
+

4.8

6.1
Katoen

……

41.3

36.5

3.2
+

8.2

+ 15.2
Wol

…………

29.6

27.3

7.7
+

45.4
Koehuiden.
..
2)_

7.5
2)_
44.6

2.1
+ 13.0
8)_
16.7
Vurenhout…
2)_
15.3
2)_29.6

23.0
+ 18.1

13.0
2
)_
32.1

.

2)_
19.8

8.7

35.1
+

3.3
Rubber

……

43.4
–48.5

22.9
4-
70.4

+ 39.1

Zink

…………

Tarwe

48.8

22.7

5.9

4.2

28.3
Rogge ……..

….

-57.7
.4-
24.4

28.4

8.2
+

4.4
M.aïs

……..

43.7

15.7

8.7
0.7
+ 13.4

Copra………


45.0

.
..

..

+ 29.5

35.1

24.3
+ 57.1

index .ffol. pr.


2)_
23.1
2)_
12.6
2)_

1.5

8.4

Gerst ………

2)_
20.8
2)_
25.2
2)

11.5
+ 18.0
Cacao ………

Koffie
……..

. 17.1

20.7

.

4.3

33.3
0
Suiker

……


33.3
.


6.2

30.0

4.8

30.0
Thee

………
.

+
10.6

52.0

21.5
+ 72.5

15.9

Berekend op grond van de prijsveranderingen in de
periode van begin Jan. 1930 tot begin Jan. 1931 enz.
Geni.
Jan. en 1)ec.
3)
December-prijzen.

dalende koers
van
het Pond Sterling de prijsdaling
verscherpt.
Slechts enkele grondstoffen zijn in prijs gestegen
en wel o.a. juist twee artikelen (katoen en rubber),
waarvan •de productie is beperkt.
Bij
katoen heeft de
vaststelling van minimumprijzen in de Ver. Staten
nog een rol gespeeld.
De daling van den prjsindex van
icoloniale produc-
ton is voornamelijk teweeggebracht door de zeer sterke
daling van den suikerprijs. Ook de
prijs
van thee is,
ondanks het bestaan van een internationale restrictie-
overeenkomst, gedaald, waarbij er evenwel rekening
mede moet worden gehouden, dat de prijsstijging in
1933 van alle hierboven opgenomen artikelen, den
grootsten omvang had bereikt.

in de landen met gedevalueerde valuta is de ont-
wikkeling van het niveau van groothandeisprijzen
natuurlijk geheel anders geweest dan in de goud-
landen. Dit komt ook hierin tot uiting, dat het ge-

middelde niveau van groothandelsprijzen in deze
landen in 1934 is gestegen, het sterkst in de Ver.
Staten. Ook in Duitschland is de prijsstijging, die
reeds in 1933 was ingetreden, blijven aanhouden.

Daling
(

)
stijging (+)
van de groothandeisprijzen in de
verschillende landen (December-cijfers), in pct.
van het
voorafgaande jaar.
*)

1930
1931
1932
1933
1934T~
N
ec. :
29

ov. 34

Ver. Staten
4)_

16.8

15.4

8.7
.
13.1

4-

7.6
1
)

18.82)
Engeland

. .

17.8

2.8

4.5
4-

1.8

4

1.31)

21.4
Frankrijk

. .
– 15.3

17.1

6.6

1.5

15.5

38.2
Italië’)

. .. .
– 19.6
– 11.7

8.3

5.0

0.71)

39.42)
Duitschland

12.3
– 12.0

10.9
+
41

+

5.0
– 24.6
Nederland
6)

– 20.7
– 21.0
– 10.6
+

1.3
0.0

43.3
Zweden

. .. .

12.7
– 5.1

2.7
+

1.9
4-

4.51)

14.9
2
)
Denemarken
– 17.8

0.8

0.0
+

8.4

4.6
– 6.8
17.5

15.6

8.9

7.3

5.4

43.4
Zwitserland
– 15.3
– 12.2
– 11.0

0.5

1.8
1
)

35.42)
België …….-

Australië?)..
– 20.5
+

1.9

4.1
4-

5.1

+

3.92)

15.22)
Ned.-Indië
. .
– 12.5 – 24.6
– 16.8 – 15.2
0.03)

53.58)
Canada

. . . .

19.1
9.6

9.1
+

7.8

+

3.3
1)

25.82)
Japan’)
… .
-21.6

6.1
+
22.2

4.9
+

1.3
1
)

11.3
8
)

• )
Ontleend aan ,,Bulletin Mensuel de Statistique”.
1)
Nov. 1934.
2)
Oct. 1934.
3)
Sept. 1934. ) Department
of Labor.
6)
National index.
6)
Centr. Bureau voor de
Statistiek.
7)
Melbourne.
8)
Bank van Japan.

Het is intusschen onjuist deze
prijsstijging
uit-
sluitend toe te
schrijven
aan de depreciatie. In de
genoemde landen is allerwegen een herstel merkbaar,
hetgeen een
stijging
van de vraag naar productie- en
consumptiegoederen beteekent. Deze toegenomen
vraag zal zich op
de
binnenlandsche markt in vele
gevallen in een
prijsstijging
uiten, vooral in de
hui-
dige omstandigheden, waar de samenhang tusschen

nationale prijzen en wereldmarktprijzen vaak geheel
is verbroken.

Zeer markant komt dit feit tot uiting in ‘de ont-

wikkeling van de groothandeisprijzen in Duitschland
en Italië. Hoewel beide landen niet meer den vrijen
gouden standaard voeren, staan deze landen dichter
bij de goud- dan
bij
de niet-goudlanden. En toch
zijn
de
prijzen
in die landen gestegen in tegenstelling tot
de algemeene prijsdaling in de goudlanden.’) Dit is
zonder twijfel een gevolg van de verbetering in de

binnenlandsche conjunctuur, waarbij
wij
geheel de
vraag ‘buiten beschouwing laten, op welke
wijze
deze tot stand is gekomen.

De ontwikkeling van de kosten van levensonder-

houd is in 1934 analoog geweest aan die van de prij

zen van groothandelsartikelen, d.wz. stijging in de

niet-gondlanden en Duitschland, daling in de goud-landen. Alleen Nederland maakt hierop een uitzon-

dering, aangezien de kosten van levensonderhoud
hier te lande iets
zijn
gestegen. De sterke daling van
de ‘kosten van levensonderhoud in Italië is een ge-

volg van het ingrijpen van de Regeeririg op dit ge-
bied.

Daling
(

)
of stijging (+)
van de kosten van
levensonder-
houd in de verschillende landen (Sept-cijfers), in pCt. van
het voorafgaande jaar.
)

1930
1931
1932
1933
1934
Opt.’34
pt.29

Ver. Staten
2)


6.1

10.3

10.5
4.-

1.8
+ 4.0

19.6
Engeland

. .

5.5

6.7

1.8

1.2
+ 1.2
-13.3
Frankrijk
8)
+ 6.2

4.2

8.7

0.02
– LO

7.8
Italië
4)

. .. .

2.7
-10.9

5.5

2.8

6.4
-25.2
Duitschiands)

4.4

8.8

10.8

0.4
4-

2.6

20.8
Nederland
6)

3.0

6.8

6.7

1.1
+
0.4

16.1
Zweden
7)

..

4.1

3.1

1.3

1.3
+ 0.6

8.8
Denemarken

5.8

4.9
.f.

1.3

+
45

+-

37

1.7
+ 2.2
-12.6

8.5

1.1

3.3
-21.7
Zwitserland

2.5

6.3
– 8.7

3.7
‘1

.5

20.8
België …….

Australië

..

5.9
-11.4

3.9

2.0
+

1.4
-20.3
Ned.-Indië
. .

7.7
-13.6
-14.9

12.3
-11.0
Canada

. …

3.6

9.6
– 7.4

2.5
+ 1.9

21.4
Japan
8).
.. .
–14.5′

7.2′
+
3.0

4-
6.4

+ 1.8

17.6

)
Ontleend aan ,,Bulletin Mensuel de Statistique”.
‘) Jaarcijfers.
2)
National Industrial Conference Board.
Parijs.
4)
Milaan.
5)
Statistisches Reichsamt.
6)
Centr. Bur.
v. d. Statistiek.
7)
K. Socialstyrelsen.
8)
Bank van Japan.

Productie van voedings

en genotmiddelen.

De groote droogte
was oorzaak
van een bijzonder
geringen graanoogst in de Ver. Staten en Canada en
ten deele ook in Europa. Zij leidde vooral tot een
zeer kleinen tarwe-oogst in de belangrijke, productie-
gebieden van Noord-Amerika. De Ver. Staten treden
nu zelfs als invoerlanden op voor verschillende graan-
soorten. Vooral Argentinië wist hiervan te profitee-
ren door
tijdelijk
vergroote exporten. Dit belang-
rijke productieland heeft echter in 1934 om tot een duurzame saneering te komen de bebouwde opper-
vlakte met 480.000 ha, d.w.z. 6 pOt. t.o.v. 1933, ver-

minderd. Er wordt voor 1935 een ietwat kleinere
oogst (68:6 mill. quintalen) verwacht dan in het afge-
loopen jaar (69.7 mill.), echter een wat grootere dan
het gemiddelde der laatste 5 jaren (65.6 mili.) Voor
Australië worden geen belangrijke wijzigingen ver-
wacht.
De Europeesche tarwe-oogst overtreft de oorspron-

1)
De stijging van de groothandeisprijzen in Italië
dateert eerst van de tweede helft van
1934,
zoodat deze
stijging nog niet uit de tabel blijkt.

78

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23
hnuari
1935

kelijke ongunstige verwachtingen. Van de
28
graan-

verbouwende landen in Europa, hebben er
12
maxi-

male producties, zelfs grooter dan in
1933;
dit zijn

o.a. Denemarken, Groot-Brittannië, Noorwegen, Ne-

derland en Zweden. Het is volgens het Int. Land-

bouw Instituut, waaraan deze en de volgende gegevens
ontleend zijn, niet waarschijnlijk, (lat de met graan

bebouwde oppervlakte van Europa in de toekomst

nog zal toenemen, want de meeste landen
zijn
reeds

,,self-supporting” en in enkele gevallen zelfs meer

dan dit, hetgeen de moeilijkheden van de groote ex-
/ortlanden nog vergroot. De wereldproductie van

tarwe
1)
bedroeg volgens de laatste gegevens van het

Int. Landbouw Instituut:

In millioenen quiutalen

Europa
E-

J ui
a r e n


.

.

.

.
0
z<

Gemidd.1923-’27 251 88 339 330 75 109 29 39

920 184
1928 ………..266 118 384 406 109 93 32 46 1.070 220
1929 ………..292 103 395 310 60 104 37 37 943 189
1930 ………..29 121 370 360 74 125 31 60 1.020 269
1931 ………..265 126 391 346 72111 36 54 1.010 200
1932 ………..330 76 406 326 77107 38 61 1.015 202
1933 ………..352 124 476 221 94 114 33 50

988277
1934 •) ………323 88 411 213 85 115 38 39

901 –

*) Ram.ing.

De internationale tarwehandel van Augustus tot

October
1934
toont veel minder beweging dan oor-
spronkelijk door de tekorten in Noord-Amerika ver-

wacht was. De vraag van de Europeesche landen

wordt door de reeds vermelde steeds stijgende eigen
productie voortduiend geringer; de importnvan het
belangrijke verbruiksiand, Groot-Brittannië, daalden

in het afgeloopen jaar zelfs met
13
pOt; alleen naar

het Verre Oosten handhaafden zich de exporten van

verleden jaar.

De wereldproductie van
rogge,
zonder die van Rus-

land, China en Turkije, bedraagt
volgens ramingen:

In millioenen quintalen.
Europa N.-Amer. Z.-Amer.
Totaal U.R.S.S.
Gemidd. 1923-’27
205

16
1,5

222

218
Jaar 1928
. . .
230

13
2,5

245

193
1929

. ..
239

12
1,3

252

204 1930

.
. .
235

17
1,3

253

236
1931

.

. .
197

10
2,7

210

220
1932

.

..
237

12
3,4

252

220
1933

.

. .
255

6
2,6

264

242
1934

.
. .
217

5
5,0

227

..

De Europeesche oogst, die verreweg het grootste ge-
deelte van de totale roggeproductie uitmaakt, was
15 pOt. lager dan het voorafgaande jaar. Ook de
Noord-Amerikaansche oogstresultaten waren slecht,
die van Argentinië, waar de oppervlakte voortdurend
wordt uitgebreid, daarentegen dubbel zoo groot en
voor het eerst gelijk aan de Noord-Amerikaansche.

De productie van
gerst,
zonder die van Rusland,
China en Turkije, bedroeg volgens bovengenoemde

bron:

In millioenen quintalen.

2

.

U

Z

<

t)

t

Gemidd. 1923_1927 140

60

58

21

8 .287

52
Jaar 1928……..162 103

51

25

8

349

57

1929……..180

84

59

26

7

356 . 72

1930……..165

96

55

21

7

344

68

1931……..150

59

55

23

8

295

52

1932……..169

84

56

24

12

345

50

1933……..169

48

55

23

12

307

78

1934……..155

40

56

27. 14

292

) Zonder China, Perzië, Turkije en ‘Irak;

Ook de wereldoogst van gerst is evenals die van

tarwe en rogge in
1934
lager geweest, al is de oogst
voor gerst maar 6 pOt. beneden
1933,
terwijl
het
totaal voor rogge ca.
14
pOt. en voor tarwe pim.
8
pOt. lager is. Vooral in Europa en Noord-Amerika

was de productie ook voor deze graansoort geringer

en ook hier vertoont Argentinië een uitbreiding.
De wereldproductie van
haver
was voor het jaar
1934
even gering als die van gerst, ca. 15 püt. lager
dan in
1933,
vooral door geringe oogsten in Europa
en Noord-Amerika. Sinds jaren is de opbrengst niet

zoo gering geweest. Zij bedraagt:

In millioenen qu.intalen.
Z.-Ame-
Azië en rika en
Europa N.-Amerika Afrika Oceanië
Totaal U.R.S.S.
Gemidd. 1923-1927 249

247

6

11

513

113
Jaar 1928……..273

261

6

14

554

165
1929……..299

206

6

15

526

157
1930……..248

251

7

14.

520

166
1931……..246

214

5

15

480

110
1932……..269

241

5

15

530

112
1933; …….281

154

5

13

453

154
1934……..238

127

6

16 . 387

De maisproductie, waaraan de Ver. Staten voor
70 pOt. van het totaal deelnemen, ging in
1934
door
de droogte het sterkst achteruit; zij daalde met ca.
40 pOt. t.o.v.
1933.

Ondanks de geleidelijke vermindering van de
suiervoorraden, blijft de positie van dit artikel nog

steeds hetzelfde ongunstige beeld vertoonen. Volgens
de laatste schatting van Dr. Mikusch zal de rietsui-

kerproductie het loopende oogstjaar sterk verminde

ren, hetgeen echter gepaard gaat met een uitbreiding
van de productie van bietsuiker, voornamelijk in
Eurôpa.

Suiker.productie in 1000 metr. tonnen.

Riet.

1

Biet-
Jaar

Totaal
suiker

1

suiker

1927128

26.675

17.533

9.142
1928129

28.898

19.304

9.594
1929130

28.608

19:270

9.338
1930131 ……….29.579

17.651

11.928
1931132 ……….27.205

18.252

8.953
1932133 ………25.719

17.823

7.896
1933134 ……..

.

.26.945

17.983

8.962
1934135 ………26.061

16.479

9.582

Het is echter een bemoedigend verschijnsel, dat de

daling van het verbruik, die sedert
1928129
viel waar
te nemen, tot staan is gekomen en zelfs voor een ge-
ringe stijging heêft plaatsgemaakt. Indien deze ten-
dens zich voortzet, is het te verwachten, dat de sta-
tistische suikerposiie dit jaar zal verbetereh, hetgeen
ook blijkt uit de volgende, aan Ozarnikow ontieende,

opstelling:

Statistische suikerpositie in 1000 metr. tonnen.


193411193311 1932
1
19311 19301
1935
1
1934
1
1933.1 1932
1
1931

Productie …………..25.861 26.141 24.46326.960 29.412
Voorraden op 1 Sept…

6.356 6.941 7.529 7.422 5.900

Totaal …….. ..32.217 33.082 31.992 34.382 35.312
Normale voorraden . 3.500 3.500 3.500 3.500 3.500

Beschikbaar ………..28.717 29.582 28.492 30.882 31.812
Verbruik ……………26.205 25.876 26.136 26.939

Overschot …………..3.377 2.616 4.746 4.873

In de bovenstaande opstelling zijn alleen de zichtbare
voorraden opgenomen. De afneming van de zichtbare

voorraden van 1 Sept.
1933
tot 1 Sept.’
1934,
die

600.000 ton bedraagt, is het resultaat van een ver-

mindering van de voorraden op Java met 600.000 ton,
die van Europa met
250.000
en die van Cuba met

100.000 ton, vaartegenover een stijging staat van de
voorraden in de Ver. Staten met
350.000
ton.

334.5
479.9 623.6
611.8
650.5

646.6
634.9 614.9
614.7 621.8 585.2 572.4
589.0
594.8 598.7
602.5 611.8

651.7
4
)
642.9
642.2
626.1
625.0
623.6 616.9 602.6 616.7
622.1
636.8
650.5
650.8 651.9
652.0 649.4
670.5
660.0 678.0
676.7
686.0 683.6 681.6

42
69
90 92 81

99
97
94
94
95 89
87
90
91 91 92 93

81
80 80
78 78 77
77
75
77 77 79
81

81
81 81
81
83 82 84 84
85 85 85

23
Januari
1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

79

De prijsdaling van
thee,
die in het derde kwartaal

van
1934
aanzienlijke afmetingen heeft aangenomen,
heeft ertoe geleid, dat het restrictiepercentage voor

de aangesloten landen van 12Y2 tot 17V2 pOt. is ver-

hoogd. De uitvoer
is
van April
1935
tot Maart
1936

als volgt vastgesteld
1):

Ned.-Iudië ………….143.217.525 lbs.
Britsoh-Inclië ………..315.640.693
Ceylon ……………..207.506.159

666.364.377 lbs.

Hoewel het quotum voor het jaar
1934135

706.750.097 lbs.
bedroeg, moet men er rekening mede

houden, dat door de genoemde drie landen ongeveer

‘) Uitvoerig toegelidht in E.-S.]3. van 19 Dec. 1934

26
millioen lbs. minder was geëxporteerd, welke hoe-
veelheid het loopende oogstjaar mocht worden inge-

haald. Het zal voornamelijk van de ontwikkeling van
het verbruik en van de productie van de outsiders

afhangen, of de te verwachten vermindering van den

uitvoer tot een belangrijke prijsstijging zal leiden.

Hoewel in het afgeloopen jaar voortdurend plan-
nen zijn opgedoken tot stabiliseering van de cacao-

markt, is er op dit punt niets tot stand gekomen.

Aan het eind van het jaar is echter een geringe prijs-

stijging ingetreden in- verband met de verbetering

van de statistische positie van dit artikel. Hoewel de

oogst het afgeloopen jaar -grooter was dan in
1933, is
het verbruik nog sterk gestegen.

VOORRAADSTATISTIEK VAN GROOTHANDELSARTIKELEN.
1)

TIN’)

LOOD
2
)I
ZINK
1
RUBBER)

1
SUIKER’)
1
KOFFIE6)
1

THEE

ITARWEO)l KATOEN
10)

Wereld
I I

1 1
Kartel IWereld
I
1
Vereen.
Staten
Europa
Wereld
Wereld7
I.
Londen lAmster.
Wereld
Wereld
1
I

1
1fl
1000
tons

t

1

1
EI
IOI
3I
3i

dam

iiöooII2I
long-

III
in 1000 tons
in milI.
mmiii.
in mili.
mmiii.
in miii.
kstv. Pl
in miii.
in 1000
tons

1 1

1
>
barrels
tons.
tons
balen
lbs.
qtrs.
balen

1925
17.1
11
1926
15.8
11
1927
15.6
11
1928
24.9
15
1929
32.4
18
1930
46.6 29 90.5
1931
59.2
44 148.3
1932
55.9 56
177.0
148.6
1933
29.1
23
210.5
134.2

Jan. ’32
60.4
60
156.4
189.3
Febr.
59.6
60 161.9 191.2
Maart
60.2
60 165.7 177.5
April
60.5
61
165.3 177.5
Mei
59.4 59
169.1
174.4
Juni
52
58
176.8
167.8
Juli
59.8
60
176.8
167.8
Aug.
56.7
57
173.4
163.2
Sept.
56.3
56 169.9
154.6
Oct.
56.1
56
167.1
154.6
Nov.
56.2
56
175.1
153.8 Dec.
55.9
56
177.0
148.9

Jan.
1
33
54.3
42
188.6
152.2
Febr.
52.7
41
194.7
150.0
Maart
51.7
40 198.7 151.3
April
49.9 39
201.9
148.2
rvlei
48.9
38
202.2
141.9
Juni
46.6
36 198.3 131.8
Juli
44.9
35
180.6 128.1
Aug.
40.0
31
170.1
125.5
Sept.
35.9
28
175.1 129.2
Oct.
33.8
26
184.1
130.8
Nov.
31.7 25
197.5
128.7
Dec.
29.1 23
210.5
134.2

Jan. ’34
28.4
22
214.8
139.9
Febr.
27.6
21
222.4
134.2
Maart
24.4
19
227.7
123.8
April
22.4
18
244.6
113.8
Mei
21.0
16
237.3
Juni
20.1
16
239.7
Juli
20.6
16
239.3
Aug.
19.6
15
231.1
Sept.
18.7
15
225.5
Oct. 20.4
16
224.5

Nov.
18.6
15
Dec.
17.1
13



3.3 13
9.68

50
187.3
31.5 5.635
26


3.2
12
10.98

53
191.3
57.4 40.5

8.225
35 543
5.7
3.8
15 18.4
8

89
213.0
64.7
47.3
7.037
28
624
6.0
4.4 16
18.8
83
220.5 88.2 50.0
7.024
28
630
5.0
6.7
25 25.1
118 260.4
69.6 72.9
7.234
28
603
17.4
8.5
31
29.3
131
261.6
68.5 72.9
9.731
32
568
20.7
8.8
33 34.3
154
244.7
89.4 76.1 10.709
48
525
20.8
8.9
33
28.4
121
285.8
64.2
74.1
10.807
49
513
18.9
•8.3
31
269.8
75.2
66.6 10.240
42

547
20.7
8.3
32 34.4
146 248.3 83.4
79.0
10.742
48
568
21.0
8.4
82 34.2
146 240.4
80.2 76.5
10.613
48
549
21.0
8.6 33
34.3
146
213.3
75.9
74.5
10.243
46
570
21.0
9.0
34
33.4
142
171.2
71.7
66.2 9.462 42
571


21.6
8.3
32
30.7
131
182.1
73.6
61.0 8.849
40
538
21.5
7.7
30
29.1
726
182.2
72.0
55.6
8.281
37
559
21.5
7.8 30
7.311
31
183.9
75.4
51.0 7.682
34
560
21.1

7.5
29
6.9″
29
202.7
92.5
53.0 7.546
31
530
20.0
7.1
27
6.4″
27 219.1 79.0 62.2 8.239
34
526
20.0
7.8
30
29.1
126
239.0
61.1
661
9.552
39
545
19.7
9.0
35
28.8
123
263.8
61.7
65.7
10.778
44
509
19.5 8.9
34
28.4
121
285.8
64.2
74.1 10.807
44
508
19.5
8.6 33
27.1
115
295.5 83.9 80.4
10.832
45
503
19.7
8.5
33
25.4 108
292.1
98.6
77.6
10.365
43
510
20.4
8.9 34
24.7
105
275.6
95.9
72.2 –
9.866
41
504
21.0
8.8
34
23.7
101
262.4
96.8
65.3
9.362
39
510
21.1
8.4
32
21.8
93
257.4
114.2
59.4
8.661
36
514
21.0
7.7
30 20.9
89
244.8
115.3
57.3
8.038
33 521
21.0
7.4
28 20.3
86
234.4
119.1
57.5
7.510
31
530
21.2
6.9
27
20.2
86
235.1 106.0
60.3
7.088
29
530
20.9
6.4
24
21.3
91
235.3
96.1
64.5
7.871
32
525
20.4
7.2
27
22.5
96
248.3
89.2
64.6
9.253
38
518
19.9 8.9
34
22.6
96
254.5
94.0 62.6
10.842
46
513
18.9 8.3
82
7.7″
33
269.8 75.2
66.6
10.240
42

507
18.6
7.7
29
7.811
23
275.1
81.1
72.8
9.764
40
502
18.7
7.6 29
7.6″
82
265.8 77.8
69.8
1
9.033 37
507
8.0
30
8.1″
34
251.5
69.8
66.6
8.546
35
506
8.2
31
16.58
70
239.2
84.8 61.9
8.026
33
504
8.0 30
8.6
12

37
222.0
88.2 58.0 7.406
30 507
6.5
25
14.0 60
212.2
83.7
56.5
6.948
29
6.9
26
12.3
52
208.9 84.0
59.7
6.571
27
6.4
24
10.7
46
219.4
91.9
61.4
6.302
26
5.7
22
10.8
46
232.5
88.2
63.3
6.987
29
6.5
25
9.5
40
257.4
88.2 62.2
7.940
38
7.9
30
7.4
11

37
260.7
83.2
59.0 8.249
34

6.612 28
279.2
74.7
8.193
34

De cijfers hebben betrekking op het einde van de maand (jaar) of het begin van de daarop volgende maand. –
De visible supply volgens W. H. Gartsen (vroeger Ricard
en Freiwald). Het wereldverbruik bedroeg in 1932 ruim
117.000 ton.
8)
Voorraden in de Ver. Staten en Engeland.
Wijnand&Keppler’s Rubberbericht. In Februari 1934 zijn
de wereldvoorraadcijfers gewijzigd. De gewijzigde cijfers gaan
niet verder terug dan Januari 1933.
De wereidvoorraden
van v66r 1933 zijn dus niet te vergelijken met die vanaf 1933.
Zichtbare voorraden volgens Czarnikow.


Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

-Niet inbegrepen de binnenl. voorr. in Brazilië. SedertJ uni
niet inbegrepen de gouvernementsvoorraden van Sao Paulo. – 8) Zonder Rio.
Statistiek van George Broomhail. Zichtbare voorraden
in de tweede hand in de Ver. Staten en Canada, en in de
‘voornaamste havens van Groot-Brittannië, in Europa, Ar-
gentinië en Australië en stoomende partijen.
Liverpool Cotton Association. De cijfers hebben betrek-
king op de voorraden in Engeland, op het Continent, in de
Ver. Staten, te Alexandrië, te Bombay en in den Oriënt.
Zonder Santos.


Zonder Rio en Santos.

80

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

Productie van metalen en andere grondstoffen.

Het is de afgeloopen maanden wel gebleken, dat de
verlaging van de t’inquota, die 1 October ji. in wer-
king is getreden, noodzakelijk was. De. vermindering

van de voorraden bewijst namelijk nog niet, dat er in

de laatste maanden een evenwicht tusschen produc-tie en verbruik bestond, daar deoor-aadvorming van

de bufferpool, die thans 8000 ton bedraagt, buiten de

statistiek valt. Het verbruik heeft zich namelijk in den

loop van 1934 geheel anders ontwikkeld als in 1933.

Verbruik van tin iii de wereld.
1933

1934

Toe- of afneming
Jan. t/in. Mei ……..
46.534

48.931

+ 2.397 Juni t/in. Oct. …….
61.812

47.211

– 14.601

De sterke daling van het verbruik in de periode

van Juni tfm October (latere gegevens zijn nog niet

bekend) is mede een van de redenen van de prijsda-
ling, die in de laatste maanden heeft plaats gevonden.

Dat. ondanks ‘de daling van het verbruik de aicht-

bare voorraden in de laatste maanden van 1934 zijn
afgenomen, is zoowel aan het verlaagde pi-o-ductie-
quotum als aan de opneming van voorraden door de

‘hufferpool toe te schrijven.
Dezelfde toestand, ni. dalende prijzen bij dalende
voorraden, die eenigszins paradoxaal aandoet, komt

niet alleen voor bij suiker, maar ook bij
koper.
De

wereldvoorraden zijn van 1 Jan. tot 1 Nov. met on-
geveer 150.000 ton gedaald, terwijl de prijzen intus-

schen een nieuw laagtepunt bereikten. Evenals bij

suiker, spelen ook bij koper de verschuivingen in de

productie een groote rol. De .productie in de Ver.
Statu neemt af ten bate van die van nieuw opge-

komen gebieden. (Rhndesia, Congo, enz.). De koper-
voorraden in de Ver. Staten zijn in 1934 sterk ver-
m,inderd

en bedroegen volgens Amerikaansche ‘be-

richten einde
November
nog slechts 475.000 sh. ton

tegen 641.000 sh. ton aan het einde van 1933. Dit is
mede eën gevolg van den grooten Amerikaanschen
uitvoer, die van Jan. t/m. Oct. 1934 -221.371 sh. ton,

bedroeg (in 1933 slechts. 98.376). Dientengevqlge is

de
strijd op ‘de wereldmarkt verscherpt, hetgeen mede
tot de uiterst lage prjsnoteeringen aanleiding heeft

gegeven.
Zoolang de vraag naar ko.per in de Ver. Staten
niet aanzienlijk toeneemt, en Duitschlan.d zich als
kooper afzijdig houdt, zullen de moeilijkheden slechts
weinig kunnen verminderen, tenzij er een interna-
tionale overeenkomst tot stand komt. Dan moeten
echter eerst ‘de tegenstellingen tusschen ‘de Amen-
kaansche en Afnikaansche . producenten uit den weg

worden geruimd.

Evenals bij koper, blijft ook hij
lood
de wereldpro-

ductie groote schommelingen vertoonen: De positie
van dit metaal is het afgeloopen jaar dQor de con-
trôle op den invoer in Duitschiand en de stijging van
de productie in de Ver. Staten weder ongunstiger
geworden. De productiestijging in . de Vereenigde
Staten is mede een gevolg van de Amenikaansche
zilverpol’itiek.

1-let andere belangrijke metaal,
zink,
nam eemi po-
sitie in, die ‘eeuigszins het midden hield tusschen die van tin eenerzijds, koper en lood anderzijds. De pro-

ductie buiten de Ver. Staten: was namelijk in handen
van het Internationaal Zink Kartel. Dit Kartel heeft
in tegenstelling tot het Tin Kartel,reinig invloed

op de prijzen

kunnen uitoefenen, hoewel de voorra-
den zijn blijven
dalen. De heffing- van eeï -iirvoerrecht
in Engeland -op zink, dat niet uit :

het Impèrium
afkomstig is en de subsidies, die in Duit&chland aan
de roducenten worden verleend, werkten de politiek
van het Kartël tegen. Het Kartel, is op 31 Decem-
ber ji. ontbonden, voornamelijk door de houding van
de Austi-alische producenten, wier’ belangen: door de
depreciatie van -hun ruilmi-ddel en de handelspoli-tiek
van En-geland, anders zijn georiënteerd dan -die van
de overige kartelleden. . . .

De stijging van de productie van
rubber
in 1934 is
voornamelijk het gevolg van de uitbreiding in de

eerste helft van het jaar; nadat de internationale,
ruhberrestrictie tot stand is gekomen, is de produc-

tie in ‘het algemeen sterk gedaald. Hoewel het ver-

ruik volgens Joosten & Janssen 100.000 ton -grooter
is geweest dan in 1933, i-s in ‘de verhou’din.g tusschen

productie’ en verbruik ook in 1934 geen wijziging

gekomen.

‘In tons.

Jaar
%Vcreld productie (uitvoer)
Werekiver-bruik
1927
601.353
587.724
1928
659.079 679.555
1929
858.201
779.828
1930
819.291


699.490
1931
793.728
665.333
1932
700.867 654.652
1933
834.755
806.442
1934
964.000


906.000

Op 30 Nov. ;jl. was cle tweede licentieperiode voor
Ned. -Indië in het internationale rub-berrestnictie-

schema :beëiudigd. Door de sterk verbreide bevol-

kingscultuur aldaar, bood Indië de grootste moeilijk

heden voor productiebeperking. Voor -de onderne-
mingscultuur en de niet te afgelegen bevdlkigscul-

tuur wordt individueele restrictie toegepast, voor de
bevolkingscultuur in de buitengewesten wordt een

uitvoerrecht geheven. Met ingang van 16-Dec. werd
dit uitvoerrec’ht van 20 ct. verlaagd tot 16 ct. per

kg drooggewicht, aangezien de :hevol

kingsuitvoer bin-

nen de gestelde grenzen bleef. Het restrictiepercen-

tage voor de eerste drie maanden van 1935 bedraagt
25 pCt. Intusschen hangt ,het voornamelijk van de ont-
wikkeling van de.consumptie in de Ver. Staten af, of
in de komende maanden een geleidelijke verbetering
van de itatistische positie zal initreden.

Evenals’ voor rubber vertoont ook de werel-dpro-

ductie van
petroleum
in 1934 een recordcijfer. De

ramilig voor 1934 bedraagt 1.495 millioen barrels

tegen 1.484 millioen barrels in het tot nog toe hoog-

ste jaar 1929.

Terwijl echter in 1929 – een voor de petroleum

ongunstig jaar – de Ver. Staten’ meer dan een mil-
hard barr
els produceerden, bedr’oek de productie voor
1934 ruim 900 millioen barrels. De groote productie-stijging van 1934 is -dus niet aan de Yereenigde Sta-

ten toe te schrijven.

Omtrent de productiecijfers van de Vereenigde
Staten dient echter er op gewezen -te worden, dat
onvoldoende rekening is gehouden met de ,,hot’ oil”
productie. Vooral in de tweede helft van .1934 steeg
deze schrikbarend. ‘Ook wanneer met een ,,hot oil”
productie van 50.000 barrels per dag rekening wordt
gehouden, ligt cle productie der Vereenigde Staten
slechts ca. 5 pOt. ‘boven -die van 1933.
De groote vermeerdering in de productie had plaats
in Sovjet-Rusland (pl.m. 14 pOt.), Venezuela (pl.m.
17 pOt.), Roemenië (pl.m. 23 pOt.), Perzië (pl.m. 10
pOt.), Mexico (pl.m. 12 pOt.), Ned.-Indië (pl.m. 10
pOt.) en Oolumbia (pl.m. 28 pOt.).
De wereldcon-sumptie van petroleum en aanver-
wante producten (aardgasbenzine, – benzol’, etc.) wordt
voor 1934 op t438.020.000 barrel geschat tegen
1.378.050.000 in 1933. Deze stijging met 60 milhioen
barrels is voor pl-.rn. .35 niill-ioen -aan -‘de Vereenigde

Staten toe te ‘schrijven.

De’ beperking van de ‘productie vami
katoen
in de

Vereenig’de Sfaten wordt ook in 1935 voortgezet.
Volgens telegraf’iscbe mededeeling is het quotum op
grond van de Bankhead-wet op 10 mihlioen balen
(an 500 lbs.) vastgesteld. Daarnaast blijft de moge-
lijkhëid bestaan van vrijwillige restrictie van de te
beplanten oppervlakte, waarvoor extra-subsidie wordt

verleend.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

81

Industrieele productie.

De bedrijvigheid in de industrie ontwikkelt zich

in de ‘belangrijkste landen nog steeds op uiteenloo-

pende wijze. Terwijl in 1933 in bijna alle industrie-
landen een min of meer aanzienlijk herstel is inge-

treden, heeft in •het afgeloopen jaar in enkele landen
weder een terugsiag plaats gevonden. Het Statistische

Reichsamt heeft onlangs de volgende opstelling ge-

maakt:

Economische toestand in de Industrielanden in den
herfst van 1934:

Opbloei

Herstel

1
Depressie

Terugslag

Duitschiand

Dantzig

België

Frankrijk
Engeland

Italië

Nederland
Zweden

Noorwegen

Zwitserland
Japan

Oostenrijk
Tsj. Slowakije
Ver. Staten

Hoewel er op deze indeeling wel iets valt aan te

merken – Duitschiand is bijv. oi. te hoog geclas-
seerd evenals Nederland, waar, zooals elders in dit
bericht is geconstateerd, een duidelijke terugsiag valt
waar te nemen – geeft zij niettemin een globale in-
druk van den stand van de conjunctuur in de in-

dustrielanden. Bepalen wij ons tot de belangrijkste,
dan valt naar gelang van de oorzaken van de uiteen-
loopende ontwikkeling de volgende indeeling te
maken:

lo. Japan,
het land, dat in de wereldcrisis zijn in-

dustrieele productie voortdurend is
blijven
uitbreiden

en daardoor een geheel afzonderlijke positie inneemt.
2o.
Engeland
en in zekeren zin
Zweden,
waar de
conjunctuur zich sedert 1932 langzaam heeft verbe-
terd zonder belangrijke staatsinterventie.
i)
Het ver-
schil in ontwikkeling •in deze landen ligt voorname-
lijk hierin, dat in Engeland het herstel
vrijwel
uit-

sluitend is uitgegaan van de binnenlandsche markt,
in Zweden daarentegen voor een aanzienlijk deel
ook van den export. Beide landen hebben gemeen, dat
de kapitaalrente zeer sterk is gedaald, een verschijn-
sel, dat in- het bijzonder het herstel in Engeland
heeft gestimuleerd door de opleving in de bouw-
vakken. De opleving in dit land heeft geheel vol-
gens de klassieke ontwikkeling via de kapitaalmarkt
plaats gevonden. Dit is ook de reden, dat dè veibe-
tering van den economischen toestand zeer geleidelijk
is ingetreden en niet, zooals in de Vereenigde Staten,
met ups en downs of zoo schoksgewijze als in Duitsch-
land.
3o. Landen, waar de Staat op groote schaal tot
werkverruiming is overgegaan (Ver. Staten, Duitsch-
land en Italië).
Het verschil tusschen de onder 2o. en 3o. genoem-
de groepen van landen blijkt niet uit de ontwikke-
Eng van de productie – deze is in alle vijf landen
gestegen -, doch uit de geld- en kapitaalmarkt, die in
Engeland en Zweden een heel wat gunstiger aspect
vertoont dan in Duitschiand, Italië en de Ver. Sta-
ten. Weliswaar heeft de Staat in deze landen door
de verschillende maatregelen getracht de kapitaal-
rente te verlagen, doch het resultaat van deze politiek
is nog niet
‘bijzonder
groot. – –
In
Duitschland is
dè produtie sedert eind 1932
‘bijna zonder onderbreking tot het midden van 1934
gestegen. Evenals in Engeland heeft ook in dit land
de opleving zich
vrijwel
geheel beperkt tot de bin-
nenlandsche markt. De uitvoer van fabricaten is,’ zoo-
als nevenstaan.de
grafiek laat zien, blijven dalen. Zeer duidelijk komt in deze grafiek ook de dalende invoer
van grondstoffen tot uiting; deze beweegt zich than
Qnder het niveau van 1933.

1)
Ook in Zweden is de .regeering op ruime schaal tot
werkversehaffing overgegaan: Daarnaast is echter een zeer
belangrijke verbetering van den export te constteeren.
(Vergelijk ook het conjunctuurbericht over Zweden van het Centr5al Bureau voor de Statistiek).

Duitschiand.


1932J00 –


PRODUCTIE VAP(
KAPITAAL-
R;

PRODUCTIE VAN
•’

—–.,.—..-

COEORN

J
A!



—-

KLEMMANDEL

Duitschlaiid.

Iî1DUTRI
fLL
PRODUUlf

(IQ.Ioo)
.
1


5
It1VORVAN (.lOt1D5TOFreI
‘(IQmm.Ioo)

UITVOERVN’
.
..
FABRIKA
EN
(l3Z.IO
)

1932
1933
1931

Hoewel de gegevens over
Italië
niet zoo omvang-
rijk zijn als die over Duitschland, laat zich ook voor
dit land een soortgelijke indeeling maken, zij het wel-
iswaar met beperkter basis. In Italië is evenals in
D.uitschlanid, de z.g. ,,Inv’éstitions”-industrie (o.a.
het bouw’bedrijf) in dê klatste jaren sterker verbeterd
dan de consumitiemi•ddelen-industrie. De vergelijking
tusschen ‘beide landen is nog verder door te trekken.
Evenals in Duitschland, is de geschetste ontwikke-
ling van de productiein Italië gepaard gegaan met
een stijging, van den invoer van grondstoffen en
daling van den uitvoer. Het eerste verschijnsel is
voor een industrieland met verbeterende conjunctuur
normaal; het tweede vond plaats in een periode, waarin
de wereldhandel niet verder daalde. – Voor zoover de
daling van -den uitvoer een
tijdelijk
verschijnsel is,
behoeft zij, in verband met een v&rgrooting van het
ojinemingsverrnogen van de binnenlandsche markt
nog niet tot
moeilijkheden
aanleiding te geven.

Het vraagstuk van de opleving op de binnenland-
sôhe markt in Duitschland en Italië, in beide landen
gepaard gaande. met – een daling van den uitvoer,
biedt een geheel ander aspect, zoodra het verschijnsel
van langen duur .wordt en de deviezenpositie in ge-
vaai brengt. Dit verschijnsel heeft zich eerst in
Duitschland, sedert einde November ook in Italië,

20C

IE

50

932

1933

193

Analyseert men den productie-index nader, dan
blijkt de sterkste stijging te zijn ingetreden bij de
productiemiddelen, meer in •het
bijzonder
bij de zg.
investeeringsmiddelen (ijzer-, machine-, scheepsbouw-
industrie, bouwvakken, enz.). De industrie van con-
sumn.ptiegoederen heeft weliswaar in de opleving ge-
cleekl, •doch niet in die mate als de eerstgenoemde
industrietakken.
Het herstel in de industrie van verhruiksgoederen
loopt vrijwel parallel met de omzetten in den klein-
handel, die zich sedert begin 1933 eveneens in stij-
gende richting bewegen.

160
130

IOC

70

‘Ic

82

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

geopenhaard. in beide landen is tevens het niveau

van groothandelsprijzen omhoog gegaan.

Het derde land, waar de Staa’t op groote schaal
door uitvoering van open’bare werken en andere

maatregelen het herstel tracht te stimuleeren, de
Vereenigde Staten,
toont op verschillende punten
een afwijkend ‘beeld met de zoo juist ‘besproken

landen. in de eerste plaats is ook daar •de productie
sedert begin 1933 niet onbelangrijk gestegen, ‘doch
dit resultaat is ‘bereikt na enkele zeer heftige golf-

bewegingen. Ii een periode van ruim 1′ jaar is

de conjunctuur reeds tweemaal oingeslagen en ‘be-
weegt zich op. het oogen’blik voor de der’de maal (iste

maal April tot Juli 1933, 2de maal Nov. 1933 tot

Mei 1934) in opwaartsche richting.

Het verschil in ontwikkeling -met Duitschiand en
Italië ‘is echter, dat het herstel in de Ver. Staten niet

zoo markant tot stand is gekomen in de twee typische

,,Iuvestitionsgüter”-industrieën (bouwbedrijf en ijzer

en staal). Wat het bouwbedrijf ‘betreft, blijkt het
groote verschil in ontwikkeling tussehen Duitschland

en italië eenerzij-ds, de Ver. Staten anderzijds uit de
volgende grafiek.

ROUWflEDPUVIGHFIO

QT_Iflfl

lNflt,ÇTflI, P ODflnhJt’TIF

IL

200
ITALIË

Al
20C

DUITS HLMIO’iC

______
________ _______
VER STATEN

&rIAANDSMOVIN
AVEPA(,E

iC)

___

lgij

IYjf

193.3

1934 –

De gelijke ontwikkeling van het bouwbedrijf (basis

1932 = 100) in Duitschiand en Italië is zeer mar-
kant. In de Ver. Staten
blijft
de depressie in de
bouwvakken nog steeds aanhouden.
Ook de toestand in de ijzer- en staalindustrie is
nog steeds onbevredigend. Hoewel de productie zich
in het begin van 1934 op een voor de crisisjaren hoog
niveau bewoog, is zij in de tweede helft gedaald tot
een peil, dat nog slechts iets lag ‘boven dat van het
ernstige depressiejaar 1932. Aan het eind van het
vorige jaar is de toestand intusschen aanzienlijk ver-
beterd.

Beide genoemde bedrijfstakken weerspiegelen in
het algemeën vrij nauwkeurig het beeld van de con-
junctuur in de Vereenigde Staten. Er valt op som-
mige gebieden een vexbetering te constateeren, doch
een algemeen herstel is nog steeds niet ingetreden en
dit geldt inzonderheid voor de industrieën van ,,In-
vestitionsgüter”, waaronder ‘he% bouwbedrijf een zeer

belangrijke plaats inneemt. Een gunstige factor voor
dit
bedrijf
vormt echter de dalende kapitaalrente, al
beweegt deze zich nog op een vrij hoog niveau.
4o. Tot •de vierde groep heh-ooren die landen, waar
geen devaluatie heeft plaats gevonden en waar het
ingrijpen van de Overheid tot voor kort een defensief
d.w.z. een min of meer passief karakter droeg. In
‘deze landen, de- z.g. ‘goudianden met uitzondering

van Italië, heerscht nog steeds een ernstige depres-
sie, welke zich in -het afgeloopen jaar geuit heeft. in een voortdurende verslechtering van de ‘binnenland-

sche conjunctuur. Het geringe herstel, dat in 1932
-in deze landen heeft plaats gevonden en dat ook nog
in 1933 hier en daar voortgang lhad, heeft in 1934
plaats gemaakt voor een’verderen achteruitgang, waar-

door de conjunctuur in enkele landen (Nederland en
België) tot onder het in 1932 bereikte laagtepunt is
gedaald.

In deze landen heeft in het afgeloopen jaar in zoo-
verre een wijziging plaats gevonden, dat in België

en Frankrijk over het algemeen de defensieve poli-
tiek is aangevuld met een min of meer actieve con-

junctuurpolitiek.
Het sterkst uit zich dit streven in
België,
waar-

over elders in ‘dit Kwartaalbericht een uitvoerige

beschouwing is -op-genomen. Het doel van de Belgische
politiek ligt niet alleen in de expansionistische ten-
•denzen, die de verschillende maatregelen ‘beoogd,

doch ook in het wegruimen van die belemmeringen,

die -de aanpassing vertragen. –

Dit laatste doel .votm’de ook den achtergrond van de

eerste maatregelen, -die Minister Flandin in
Frank-
rijk
heeft genomen (graanwet); daarnaast zal waar-

schijnlijk ook een expansionistische conjunctuurpo-
litiek worden gevoerd. De gewijzigde politiek van de

Banque -de France wijst in elk geval reeds in deze
richting op het gebied van het credietwezen.

Wat
Zwitserland
betreft, heeft Minister Schulthess

begin December een koerswijziging aangekondigd van
de regeeringspolitiek in de richting van een conse-
quente deflatiepolitiek, daar het
bedrijfsleven
wegens

het hooge
prijs-
en kostenniveau in steeds mindere

mate in staat is op de wereldmarkt -te concurreeren.

Het is gebleken, dat de politiek van bescherming van

de Ibinnenlandsche markt d’oor het verleenen van suIb-
sidies en het invoeren van een rigoureuze ‘bescher-

ming, geen uitkomst heeft gebracht. Op welke wijze

het genoemde doel zal woiden na’gestreefd, staat nog

niet vast. In elk geval
schijnt
ook in Zwitserland een

wijziging in de tot -dusverre gevolgde politiek op
handen te zijn, al zal deze koersverandering waar-

schijnlijk van anderen aard
zijn
als in België en

Frankrijk.

In
Nederland
neemt het ingrijpen van -den staat

steeds grooteren omvang aan. Tot dusverre is op het
gebied van den Landbouw een min ‘of meer volledige
ordening tot stand gebracht. Indien het wetsontwerp
inzake het verbindend en onverbin-dend verklaren
van ondernemersovereenkomsten tot wet is verheven,
zal de invloed van den Staat, ook op de industrie
aanzienlijk vergroot worden. Dit ‘beteekent echter
nog -geen koerswijziging in de richting van meer-
dere expansie. Weliswaar zal het
f
60. millioen Fonds
eenigszins in deze richting gaan, doch in het alge-
meen kenmerkt de Nederlandsche conjunctuurpolitiek
zich noch door expansionistische elementen, noch
‘door het voeren van een consequente deflatiepolitiek.

Geld- en kapitaalmarkt.

Ook het laatste’ kwartaal van 1934 werd, zoowel
in ‘de -goud-,, als in de niet-goudlauden, ‘gekenmerkt
door een verruiming van de geld- en kapitaalmarkt.

In
Engeland is
dit proces het verst gevorderd. Het
particulier disconto, dat aanvankelijk -door een ,,gent-
lemens’ agreement” opgehouden werd, is inmiddels
tot
YSi
pCt. gedaald, terwijl -het officieel disconto op

2 pOt. -gehandhaafd ‘bleef. In overeenstemming hier-
niee is ook het rendement van goudgerande waarden

gedaald. De 2,5 pOt. Oonsols vertoonden een top-
koers, een rendement gevende, dat met iets ‘beneden
3 pOt. niet meer ver verwijderd -was van het mini-
mum van het begin deter eeuw.
Opmerkelijk is deze ‘daling van de geld- en kapi-
taalrente, omdat het ‘bedrijfsleven in Engeland sedert

ge’ruimen
tijd
aanzienlijk verbetert. Dat de rentestand
desondanks is’ -blijven dalen, vindt zijn oorzaak eener-

zijds in de •doeibewuste open markt politiek van de cen-
trale ‘bank,
anderzijds
in de geringe vraag naar kapi-

taal van de
zijde
van ‘het bédrjfsleven. Waar de han-del- op ‘het buitenland stagneert en nieuwe investee-
ringen in kapitaalarme gebieden door de te groote
onzeker-heid nog op zich laten wachten, ‘daar ‘vertoonde

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

83

de emissiemnrkt, hoewel van grooter beteekenis dan

in voorgaande jaren, een overeenkornsti.g beeld.

De toestand in
Zweden
vertoont ook ten opzichte

van de kapitaalmarkt groote overeenkomst met die

in Engeland. Ook hier een sluitende begrooting,
financiering van werkverschaffing met leeningen op

langen termijn, zeer lage geldrente en dnlende kapi-

taalrente en dit ondanks een belangrijke opleving.
Ook hier kon de productie-uitbreiding tot nu toe ge-

schieden binnen de grenzen der in vroegere jaren
uitgebreide en gemoderniseerde installaties of kon

uitbreiding gefinancierd worden uit vrijkomend ka-

p i taal. Verscheidene groote ondernemingen hadden
eind 1933 zulke groote liquiditeiten, dat zij hiermede

de totale uitstaande schuld hebben kunnen aflossen,
terwijl in enkele gevallen terugstort’ing van aandee-
len’kapitaal plaats vond.

Terwijl in het begin van 1934 het rendement van

goudgerande waarden 3,75 pOt, bedroeg, daalde dit
in den loop van dat jaar tot 3 pOt. Zeer groote con-
versies hadden plaats,
terwijl
het totaal bedrag aan
uitstaande obligaties sterk toenam. Belangrijk is het

feit, dat Zweden in het afgeloopen jaar verschillende
‘huitenlandsche leeningen heeft geëmitteerd.

In de
Vereenigde Sta,ten
‘bleef de toeneming der

opvraagbare deposito’s aanhouden. Sedert de her-
opening der banken in Maart 1933 tot October 1934
bedroeg de toeneming ruim $ 3,7 milliard, sedert
April 1934 $ 125 milliard. Inmiddels heeft de stij

ging zich voortgezet.

Het
cijfer
der ‘bankomzetten, dat in April 1934 een
top had bereikt, even hoog als het cijfer van Juli
1933, heeft zich sindsdien niet kunnen handhaven en
bereikte in September 1934 een dieptepunt. Sinds-
dien is in overeenstemming met het overige conjunc-
tuurbeeld een licht herstel ingetreden.

De toeneming van de liquiditeit was mede het ge-
volg van de politiek der schatkist, welke tegenover
de goudaanwinsten goudcertificaten deponeerde hij
de Federale Reserve banken, wat indirect tot een
verruiming van de geidmarkt
bijdroeg.
Opmerkelijk
is, dat in de laatste weken van December met deze
politiek gebroken is; tegenover nieuwe goudaanwin-
sten stond geen evenredige toeneming van bezit aan
goudcertificaten bij de Federale Reserve ‘banken, Het
is niet onmogelijk, dat de Regeering ‘begint te besef-
fen, dat de credietpotentialiteit in de Vereenigde
Staten thans ruim voldoende is onï aan iedere cre-
dietvraag te voldoen.

Dat de door de Regeering ‘betreurde

en aan de
banken verweten – onvoldoende verstrekking van
bankcrediet aan ‘het
bedrijfsleven
aan de lusteloos-
heid van deze laatste moet worden toegeschreven,
trachtte een rapport aan te toonen van de ,,Asso-
ciation of Reserve Oity Bankers” van 8 Nov. 1934.
Uit een gehouden enquête immers bleek, dat banken,
gezamenlijk heschikkende over ruim 1/3 der totale
deposito’s bij alle commercieele ‘banken, $ 6.150 mil-
lioen dispositieruimte ‘hadden, waarvan slechts $ 1.950
millioen was opgenomen, zoodat van ruim 2/3 der
credielcapaciteit geen gebruik werd gemaakt.

Het oppotten van middelen ‘bleek in de laatste
maanden steeds te verminderen. Bedroeg in Maart
1933 het bedrag aan uitstaande bankbiljetten in cou-
pures van $ 50 en hooger $ 1.900 millioen, op 30 Sep-
tember 1934 was het 1.255 millioen, hetgeen echter
nog 600 millioen meer was dan ‘het normale be-
•drag van véér de bankcrisis. In ‘de laatste maanden is de bankbiljettencirculatie regelmatig toegenomen
door de grootere ‘behoeften van den detailhandel.

De kapitaalemissies ‘bleven zich op een laag niveau
bewegen. Als bijzonderheid kan vermeld worden, dat
Finland met een 4 pOt. $ 10 millioen leening sedert 1930 de eerste Europeesche regeeringsieening in de
Vereenigde Staten plaatste.

Van de
goudlanden
staat
Nederland
wat betreft de
ruimte op de kapitaalmarkt er het best voor. Parti-

culier disconto noteerde sedert November 1934 ca.

pCt.; ‘het rendement ‘op staatsobligaties is ongeveer
3,5 pOt.

In
België
bestaat nog steeds een wanverhouding
tusschen de geidrente en het rendement van obliga-

ties, hoewel de spanning in den laatsten tijd sterk
verminderd is.

De
belangrijkste
gebeurtenis in
Frankrijk
is de

wijziging in de politiek van de Banque de France.
Een verlaging van ‘de prolongatierente en de invoe-

ring van een open markt politiek zar het staatscre-

diet moeten steunen en daarmee den weg moeten

effenen voor conversie-operaties en plaatsing van
nieuwe leeningen, welke noodzakelijk zullen zijn in

verband met te verwachten begrootingstekorten en
werkverschaffingsplannen. )

Duitschlctnd
schreed in 1934 voort op den weg van

verlaging van den rentestand en ‘dit ondanks ver-
schillende factoren, die in omgekeerde richting werk-
ten. Hiertoe ‘behoorden de terugvloeiing van Dollar-
leeningen, de groote leen.ing ter saneerin’g van het

gemeentelijk crediet, voor zoover ‘door buitenlanders
gerealiseerd, en de plaatsing van ,,Zinsver.gütu’ngs-
scheine”, welke factoren in het aangevangen jaar niet
meer zullen werken. Een andere factor van beteeke-
nis is de
aanzienlijke
kapitaalbehoefte ter financie-
ring van de werkversehaffing met ,,Arheitebeschaf-
fungswechsel”, welke korte leeningen mettertijd ge-
consolideerd zullen moeten worden.

Het rendement van verschillende fondsen liep in
Duitschland sterk uiteen naar gelang van de’biteur
en rentetype. In de afgeloopen maanden nu
zijn
deze
verschillen geringer geworden, hetgeen ‘duidt op een
grooter vertrouwen en een aanpassing over de ge-
heele linie.

Van belang voor de daling der rentevoet is de
steun, welke de regeering op verschillende wijze aan
‘de beleggingsmarkt ‘geeft, o.a. door een preferen-
tieele fiscale behandeling.

Rendementen van obligaties.

1 93
2
1933
IJito.
1934

Zuid-Afrika

5
0/. ……….
5.01
4.59
3.89
3.35
1
)
7.08
8.33
7.15 6.50
1
)
Duitschland

6
0
/0
………..
.6.94
5.25
4.32
3.75
1)
Oostenrijk
,

7
0/
………..7.41
7.75
7.26
6.94
1
)
België

3

0/
…………
3.98
4.51
4.54
4.01
2)

3.48 3.85
4.39
4.13
1
)
6.25
4.75
4.10
3.53
Frankrijk

3
0
/o ………..
Br.-Indië

3

0/

………..
Italië

0/.

……….
3
4.90
4.77 4.35
4.05
2)
Japan

gemiddeld
…………44
.5

.

5.50 4.78 4.59
3
)

Australië

5
0
/0
………..

Polen

6

……….
8.99
10.86
10.82
8.10
1
)
Zweden

gemiddeld
……….4.22
4.32
4.02
3.45
2)
Zwitserland

3

oj

……….3.78
3.62 3.84 4.18
Tsjecho-Slow. Gouvern
…….5.73
6.50
6.06
5.99
2)
Canada

4

o;. ……….
4.63
5.21
4.68
3.93
2
Ver. Staten

F.
Res. Bonds

.
3.31
3.66
3.31
3.20
2)
Gr.-Brittaunië
2

0/. ……..
4.39
3.76 3.38
2.69
1)
October.

2)
September.

3)

Augustus.
Ontleend aan het Maandbericlt van den Volkenbond
No. 10. 1934.

Uit het ‘bovenstaande volgt, dat de daling van de
kapitaalrente in alle genoemde landen heeft plaats
gevonden. Dat dit verschijnsel internationaal is, moge
volgen, uit .de bovenstaande tabel, waarin ‘het rende-
inent van obligaties voor de laatste jaren is weer-
gegeven.

Op de pandbriefmarkt staan de hypotheekhanken
gereed het voorbeeld van een hunner na te volgen,
welke een 4,5 pOt. leening plaatste, doch wachten
hiertoe ‘de toestemming af van de ‘betrokken regee-
ringsiust’antie, welke de emissies onder contrôle ‘heeft
teneinde deze meer gelijkmatig te doen verloopen.

1)
Zie ook E:-S.B. van
9
Jan. ji.

84

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

28 Januari 1935

Deviezenmarkt.

In onderstaande tabel geven wij een overzicht van
de mate van depreciatie der verschillende valuta’s
per jaar en de cumulatieve depreciatie ten opzichte

van çle oude goudpariteit.

LANDEN


Deprecialie per ultimo in
0
10
van de ultimo koers van het
voorafgaande jaar-

,’,
d

.5
1931
1932 1933 1934



29,8
.
2,2
-2,1
10,1
39,6
Ver. Staten
.
..



39,2
5,6
40,7

29,1
40,0
9,6
9,0
65,5
Japan

………..

rn
I)enearken

.

29,2
8,8
15,4
10,2
53,1

– –
31,3 10,4
38,9

41,2
1,4
1,4
9,9
48,6
Griekenland.
..


59
5
_0,7
56,7

Engeland………

oorwegen

.
..

30,3
7,7
4,6
10,2
45,1 46,7 38,4
3,9
_1,0
1,3
58,3
Tsjecho-Slow.
.


-.

16,0
16,0

Estiand ………..
Finland………..

Zweden ………

28,7.
4,8 7,5
10,1
43,6

Spanje

………

8,8
38,7
1,8
2,5
10,0
51,8
Britsch-Indië
.
2,2

..

28,1
1,6
2,4
10,6
39,6
Australië ……..

17,3
_7,0
28,0
6,0
51,5
Canada ………-
Nieuw-Zeeland.
5,0
32;8
1,9
14,1
9,8
39,8
Zuid-Afrika. ..
-.
1,9
21,8
12,2
10,1
40,3

Argentinië

….
25,3
19,0
_0,8
39,9
4,2
64,9
71,5
.

34,8
_28,3
27,3
40,0
87,6
Brazilië

…….

49,8
0,0
58,3
79,2
Chili…………

Uruguay

…….
30,0 45,0
_8,6
-_ 9,3
47,7
76,1

Hieruit blijkt, dat reeds in 1930 enkele landen,

met name de Latijnsch-Amerikaansche een gedepre-
cieerde valuta hadden. Het jaar daarop volgt de
devaluatie van het Pond, gevolgd door die van de

valuta’s der Oostzeestaten en Japan, terwijl met uit-
zondering van Zuid-Afrika, de Britsche Dominions
en Britsch-Indië een sterke verdere daling te zien

geven.
Het jaar 1932 is gekenmerkt door een slechts ge-
ringe daling voor de landen, welke later het Ster-
liugbiok vormden, terwijl Canada zelfs een stijging
noteert. Japan -daaréntegen zet de scherpe daling
voort, terwijl in dit jaar Zuid-Afrika ook vrijwillig
afstanddoet van de goudbasis (evenals Chili en Grie-

kenland). Ook in 1933
blijft
de daling der valuta’s

der Sterlinglanden ‘binnen zekere grenzen, doch nu
vindt de groote daling van den Dollar met ongeveer

40 pOt. plaats.

Terwijl jn 1934 de Amerikaansche Dollar nog slechts
weinig daalt, dalen Pond, Noorsche en Zweedsche Kroon, Finmark, Australisch -Pond en. Rupee vrij

urel parallel ten opzichte van elkaar- in sterkere mate

(ongeveer 10 pOt.), met als resultaat, dat thans Pond

en Dollar op -vrijwel
gelijk
niveau zijn gekomen, uit-
gedrukt in procenten van de oude goudpariteit.
Britsch-Indië, Nieuw-Zeeliiiri en Zuid-Afrika blij

ken even ver gedaald te zijn; daarop vcilgt de groep
der Oostzeestaten, wier valuta met 43,6 tot 51,1 pOt.
gedaald is. Australië en Canada zagen hun wissel-
koers tot ruim cle helft dalen. De Yen daalde in 1934

iets minder dan de Sterlingvaluta’s.
Uit de neven-staande . grafiek blijkt, dat met uit-
zondering van den Dollar, de beweging van de be-
langrijkste valuta’s in 1934 geheel parallel is ver-

loopen.
Gezien het gelijke niveau van Pond en Dollar is
de vraag van een definitieve stabilisatie dezer twee
belangrijke valuta’s actueel geworden. Z-oowel Roo-
sevelt als Chamberlain- spraken zich kort geleden
uit voor de principieele wenscheli.jkheid van een
dengelijken maatregel, doch beiden achtten den tijd
daartoe nog niet gekomen. Châm’berlain heefLna-
dmukkelijk gewezen op de -disharmonie; welke thans

1
.

POND DTERLING

ÜPENRAGEW
‘:-:-._,
……..-

EN

1931

193?.

1933

I934

nog heerscht tusschen Franc en Dollar in vergelij-

king met de prijsniveaux in de landen van het goud-
blok en de Vereenigde Staten. In dit verband wijzen
wij ook -op de steeds luider opklinkende stemmen in

de landen van het Sterlingbiok, welke op een deva-
luatie van de -goudvaluta’s aandringen. Dit i-s zonder
twijfel ook toe te schrijven aan -de zwakke positie,
waarvan enkele goudvaluta’s in de afgeloopen maan-

den hebben
blijk
-gegeven.
Zoo -heeft de Belga begin -November onder druk
gestaan tengevolge van de
moeilijkheden,
waartoe de
nieuwe politiek had geleid. In dit verband dient te
worden vermeld de leening van
f
100 millioen door
een internationaal bankcorcsortium onder Nederland-
sche leiding aan
België
verstrekt. Door deze leenin-g
is de deviezenvoorraad van de Banque de Belgique
toegenomen met ongeveer 10 pOt. van haar goud-
voorraad. –
In
Italië
verscherpten zich de
moeilijk-heden
in
verband met de ongunstige betalingsbalans, mede
door de groote importen van grondstoffen als gevolg
van de binnenlandsche opleving en ondanks de pogin-
gen de binnenlandsche waarde van de Lire omhoog
te ‘brengen. Bedroeg de -goudv-oorraad in Januari
7.099 mil’lioen Lire, in September 6.213 inillioen
Lire, in November 1934 was deze reeds gedaald tot
5.840 millioen Lire, waardoor de gouddekking nog
slechts – 2 -pOt. hooger was dan de – wettelijke van

40 pCt. – – – –
– Na -de maatregelen, -welke reeds -op 26 Mei. ge-
troffen waren, heeft de •Italiaansche regeering -op
24- N-ovéniber het disconto van 3 op 4 pOt. gebracht,
tëiwijl medio December verder is ingegrepen op de wisselmarkt, daar uitvper – thans slechts toegestaan
wordt, anneer de saldi uit. export gedeponeerd wor-
den 3.ij het centraal instituut, zood-at Italië in navol-
ging van Duitschland thans een volledige deviezen-
reglerhenteering kent. – –
Ook de
Zwitsersche
Franc heeft begin November
onder -druk gestaan, in verband met de invoering van

een toeristenfranc, die de verhouding tusschen Pond
én Franc voor reisdoeleinden gedurende het winter-
seizoen sta!biliseert. Toen de National Bank ver-
klaarde, dat het -hier een particuliere aangelegenheid
van het hotelbedrijf betrof, trad spoedig een her-

stel in.

J——

23 Januari
1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

85

LIJNEN BETREFFENDE DE CONJUNCTUUR IN

NEDERLAND.

(Samengesteld in overleg
met
het Centraal Bureau

voor de Statistiek te ‘s-Gravenha.ge.)

Inleiding.

Een jaar geleden is te dezer plaatse een heknopte analyse gegeven van enkele belangrijke deelen van

onze volkshuishouding, die voor de ontwikkeling van

de conjunctuur in Nederland beslissend zijn. Het

eindresultaat wees toen in de richting van een ver-

dergaande depressie, hetgeen intusschen door de fei-ten bevestigd is.
.

Over het algemeen was in 1934 de
‘bedrijvigheid
in

de industrie dalende, hetgeen weerspiegeld wordt
door de aanhoudende stijging van de werkloosheid,
die, ondanks het zachte weer in December, aan het
einde van het jaar een recordhoogte bereikte. De

uitvoer, die zich in de eerste drie kwartalen van
1934, in tegenstelling tot de werkloosheid, niet onbe-
vredigend ontwikkelde, is in het vierde kwartaal we-

der gedaald tot het laagste tot dusverre bereikte ni-
veau. De depressie blijft zich dus in Nederland, na
een
tijdelijk
zeer gering herstel in 1933, voortzetten
en heeft op het eind van 1934 een omvang aangeno-
men, die buitengewoon ongunstig kan worden ge-
noemd.
De vraag rijst in dit verband, of niet langzamer-
hand een niveau bereikt wordt, waarop een zekere
stiabiliteit zal intreden. Dit zal niet alleen af-
hangen van de ontwikkeling van den uitvoer, maar
eveneens van de ontwikkeling van de hinnenlandsche
markt. Over de toekomst van onzen uitvoer valt
weinig te zeggen met het oog op de zwakke betrek-
kingen met onze grootste afnemers. Het clearingver-
drag met Duitschland is niet van dien aard, dat het
het handelsverkeer tussehen beide landeti bevordert,
terwijl de handelsbetrekkingen met Engeland nog

steeds ongeregeld zijn.
Ook op de binnenlandsche markt zijn de vooruit-
zichten voor een
aanzienlijke
vermeerdering van den
afzet gering. Het vraagstuk van de wanverhouding tusschen prijzen en kosten is nog steeds niet opge-
lost, mede tengevolge van een nog steeds aanhoudende
daling van de prijzen van fabrikaten. De koopkracht
op de binnenlandsche nTarkt neemt
namelijk
nog
steeds af tengevolge van dalende inkomsten en da-
lende bonen en salarissen eenerzijds en de vrijwel ge-
lijkblijvende kosten van levensonderhoud anderzijds. Bovendien is mede met liet oog op de prijsdaling een
verlaging van den reëelen belastingdruk voorshands
niet te verwachten. Daartegenover staan enkele gunstige factoren, zoo-
als o.a. de daling van cle rente van obligaties van
openbare lichamen, die haar invloed ook op de markt
voor hypotheekkapitaal doet gelden. Bovendien kan
ook het
f
60 millioen plan eeii gunstige werking uit-
oefenen, zoodra de middelen van dit fonds door het
uitvoeren van allerlei ;objecten in circulatie komen.

Voorts is in sommige bedrijfstakken de aanpassing reeds ver voortgeschreden, terwijl hier en daar ook

een kleine verbetering (o.a. in de scheepvaart) valt

waar te nemen. Tenslotte kan als gunstige factor ook

genoemd worden de ruime oogst van den afgeloo-
pën zomer, die de rentabiliteit in het akkerhouwbe-
drijf heeft verbeterd.

In welke richting de resultante van deze tegenge-

stelde krachten zal gaan, is niet te zeggen. Op het
oogenblik echter hdbberm de depressiefactoren nog
steeds de overhand.
Industrieele bedrijvigheid.

De daling der industrieele bedrijvigheid, die uit
de op seizoensinvloeden gecorrigeerde lijn in de gra-
fiek onderaan cle pagina duidelij.k spreekt, werd door

ons reeds in het vorige Kwartaalbericht geconsta-
teerd. In deze situatie is de laatste drie maanden
geen verandering gekomen. De ‘bedrijvigheid is vol-
gens een rechte
lijn
blijven dalen; sinds den herfst van
1933 bedraagt de vermindering, der bedrijvigheid ca.

0,4 pCt. per maand. Dientengevolge is -het werkloos-
heidspercentage volgens de
dgfinitieve
cijfers, die
t/m. Oct. ‘bekend
zijn,
in de meeste bedrijfstakken
hooger dan een jaar geleden in September en Oc-
tober.
Uit de
voorloopige
werkloosheidscijfers, die thans reeds tot eind December bekend zijn, ‘blijkt, dat dez
tendens zich heeft gehandhaafd. De werkloosheid is
sedert begin October steeds grooter geweest,dan in
1932, tot dusverre het ernstigste depressiejaar en ook .grooter dan aan het
einde
van 1933. Want men moet
bij vergelijking van de werkloosheidscijfers in den
winter steeds rekening houden met de temperatuur;
een strenge koude kan bijv. de normale ontwikkeling
geheel verstoren. loo is bijv. de maand December
1933 buitengewoon koud geweest, waardoor de werk
loosheid in het ‘bouwbedrijf en dergelijke vakken
abnormaal toenam. Daarentegen was de af-geloopen
Decemberniaand zeer zacht, zoodat zonder onderibre-
king voor vorst gewerkt kon worden. De ernst van
de stijging van de werkloosheid aan het einde van
1934 komt zoodoende feitelijk niet geheel in de eerste
grafiek op de volgende kolom tot uiting.

Om een beter beeld van de werkloosheid aan het
einde vin 1934 te verkrijgen, hebben wij de
voor-
loopige i-ndexcijfers der werkloosheid berekend
zonder
het bouwbedrijf, omdat zich hier de invloed van tem-

peratuursverschillen het sterkst openbaart. Dienten-
gevolge zijn de groote schommelingen in de werkloos-
heid in de bouwvakken, welke door weersomstandig-
heden worden veroorzaakt, uitgeschakeld.

Men ziet uit deze grafiek duidelijk, dat de werk-
loosheid (volgens de voorloopige gegevens) aan het
einde van 1934 aanzienlijk grooter was d-an -in 1933
en oolc grooter dan in het ernstige depressiejaar
1932. Het bouwbedrijf heeft er dus, mede tengevolge

.1OC

i_
___

MO~
M
~

~mom
mmm

MMM~mk~~~

mmm

mmm~

I
9

9-‘.

1
9″

193
,
1

JANIFEBIMRT APPIMEIIJUHI
JULIIAUG5P
OCÏIMOVIDÉ(
2
_______ _______

___

Vergelijking van •het bedrag der aanbestedin’gen
gedurende cle laatste jaren geef t het volgende resul-

taat:

35

30

VRKLOOS
[IDY0IN
)U5TRI[

ZONDE
BOUW
DRY

••
VOORL
OPIGE C
‘FERS

IQ3.

193
1
1

19324

dp

86

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23
Januari
1935

Percentage of industrial unemployment
(provisional figures).

PERCI
NTAGE.
kp
INDUS

I
933
TRIE
1. ‘J[RI
LOO5-1LI[
,

1
VOLGENS DE

VOORLDOPIGE
(YERS

934

1932.
33

fl1

1,11

JAI4FEMRT.
APMEI 1JUNI
1
JULIJAUc1SF-
OCTINND
E
C
I

van de zachte maand December, toe medegewerkt om
het beeld van de algemeene werkloosheid nog relatief
gunstig te beïnvloeden. Indien het weer in de afge-

loopen maand normaal was geweest, dan zou de werk-

looshe’id nog sterker zijn gestegen dan thans reeds

het geval is geweest.

Industrial unemployment exciuding the building trade
(provisional figures).

Aanbestedingen in miH. gid.
Jan. t/m. November.
1931

1932

1933

1934
141,3

80,5

97,9

84,5

In
1934
is dus een achteruitgang ingetreden, waar-
door de aanbestedingen bijna tot het niveau van
1932

zijn gezakt, het jaar van ernstige depressie in den

woningbouw tengevolge van moeilijkheden met het verkrijgen van hypotheek en van het stagneeren der

wonin’gbouwvoorschotten door de overheid.

Het totaal der aanbestedingen was in de periode

Augustus-‘Octdber zoowel lager in de overeenkom-
komstige periode van
1933
als in eenige voorafgaan-

de, maand in
1934.
Het bedroeg in October
1934

slechts’
f 4,5
millioen tegenover
f 10,1
niillioen in

Oct.
1933.
(Aug.-Oct.
1934 f 17,6 mill., 1933 f 33,4

millioen).

Wat den toestand in het bouwbedrijf in het bijzon-
der betreft, deze ontwikkelde zich in den loop van

1934
ongunstig.

Het aantal in uitvoering gekomen woningen in

September en October (latere gegevens zijn nog niet

bekend), komt echter ongeveer overeen met het aan-

tal van dezelfde maanden in
1933:

Sept.

Oct.. Jan t/in. Oct.

1931

………….4233

3491

44.235

1932

………….3105

2975

27.430

1933

………….4396

4957

48.913

1934 ………….4494

4058

41.477

Het gemiddelde voor de periode Jan.
t/m.
Octo:ber

bedroeg in
1934
echter
4148
woningen per maand, in

1933 4663
per maand. Hoewel het ‘dus iets kleiner is dan verleden jaar, verklaart het toch niet de toe-

genomen werkloosheid in het bouwbedrijf.

De indexcijfers der werkloosheid in het bouwbe-
drijf waren in het tweede deel van
1934
hooger dan

in de ‘overeenkomstige maanden van
1933,
‘hetgeèn

uit de volgende ‘gegevens blijkt:

Werkloosheid in het bouwbedrijf (percentage).

Definitief

Voorioopig
Juli Aug. Sept. Oct.

Nov. Dec.
1933 …… … 27,- 27,9

28,4

30,7

37,4

67,8
1934 ………31,3

31,3

33,1

36,4

40,9

49,0

Verschil …. ….4,3

3,4

4,7

5,7

3,5 – 18,8

In de metaalindustrie neemt de bedrijvigheid voort-

durend af, terwijl in het textielbedrijf de situatie iets
minder ongunstig is dan een paar maanden geleden,
hoofdzakelijk het ‘gevolg van een verbetering in

de wolindustrie. De toestand in de katoenindustrie

blijft nog steeds
zorgelijk,
het percentage der niet of

korten tijd werkenden schommelt tusschen de
43
en

45.
De werkloosheid in het mijnbedrjf ‘bleef tusschen

de
14
en 17 pOt. schommelen.
De indexcijfers van den invoer van grondstoffen
voor de industrie bleven zich ongunstig ontwikkelen.

In overeenstemming met de seizoensbeweging was ‘de
invoer voor de consumptiemiddelenindustrie in Octo-

ber hooger ‘dan in September
(109
en
98
tegenover

130
in ‘het begin van
1934),
maar voor de productie-

middelenindustrie daalde de index tot
89
in October

(Oct.
1933 105,
hoogste cijfer
121
in Mei
1934).

Handelsbeweging.

De buitenlandsche handel ondervond in het laatste

kwartaal van
1934
een terugsia’g na de voor ‘den

export gunstiger maanden Augustus en September.
Deze terugslag, mede een gevolg van de gewone
seizoensdaling, kondigde zich in September reeds aan,

en nam in de daaropvolgende maanden grootere af-

metingen aan.
De volgende cijfers geven de handelsbewegin’g weer
in vergelijking met de overeenkomstige maanden

van
1933.
Waarde in millioenen guldens.

Invoer

Uitvoer

1933

1934

1933

1934

October

…………….109

87

63

62

November …………..109

83

63

60

Dcccmber ……………108

77

52

56

Totaal 4e kwartaal. 326

247

178

178

De waarde van den invoer liep van kwartaal op

kwartaal vanaf eind
1033
geleidelijk terug; de waar-

e van. den uitvoer steeg daarentegen in
1934,
om

jr

AC

35

3C

28,4
63,9 53,5 68,3

]3oter
…..
Kaas
Eieren
Gec. melk 1
Bacon en
spek . . 62,0
Margarine 11,7
W.en roode
kool . . 38,6
Bloemkool 21,8
Uien en
sj alotten 111,1
Pootaard.
appelen 71,7
Bloembol-
len, enz. 42,4

Exports
in 1000
ton
Price per gross ton
Uitvoer
in 1000 tons
Prijs per ton bruto
in
gld.
3e
kw.
4e
kw
1-933
1933

1931

1934

1934
664

599

566

739
445

459

470

474 382

389

385

532
142

145

133

173

44,3
13,2
10,0 423 477 469 486
9,2
2,0
2,3
297 239
238 217

45,6
3,5 5,7
28,10
44
29
20,30
21,6
8,5 6,6
73
69
61
51

110,6
17,5
39,0
30 29 36
29

112,1
13,7
59,5
35
61
80
72

44,7
35,6
5,7
357
498
503
482

3e
kw.
4e
kw.
1934
1914 1931
36,9
10,2
6,0
61,2
16,9 14,8
61,4
16,2
8,1
160,1
39,0
28,9

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

87

in het vierde kwartaal weer op het bedrag van het-

zelfde kwartaal van 1933 te dalen.
Kwartaalcijfe rs
1934

In miii. gid.

l’ercentage v. d. invoer
Invoer Uitvoer door uitvoer gedekt
le kwart .

……..

276

1.67

60.9

262

171

65,3
3e

..
………
253

196

77,6
4e

.
………..247

178

72,2

Totaal 1934
….
1038

712

68,5

De achteruitgang van den export in het vierde
kwartaal blijkt duidelijker, wanneer men de waarde
corrigeert op, seizoensfluctuaties. De gecorrigeerde’

waarde van den export ‘bedroeg:

1932 (gem:) 1933 (gem.) 1933

193
4ekw. 1ek’. 2ekw. 3ekw. 4ekw.
211,5

1.81.5

1.71

1.81

180

186 .

171

Doordat de waarde van den invoer sterker vermin-
derde, was het percentage daarvan, door de waarde

van den uitvoer ged’ekt, in 1934 tot 68,5 gestegen,
tegenover 60 in 1933 en 65,1 in 1932.

De daling van den invoer betreft in het algemeen
zoowel de hoeveelheid als de prijzen, wanneer men
1934 met 1933 vergelijkt. Zeer aanzienlijk is de
invoervermindering, wat de hoeveelheden betreft, hij plantaardige stoffen geweest tengevolge van de agra-
rische crisismaatregelen (beperking varkens- en
pluimveestapel, monopolierechten). Ofschoon .de ge-
middelde prijzen dier producten in 1934 bijna 1,5
pOt. hooger waren dan in 1933, daalde de ingevoerde waarde van 248 tot 212 mili. gid. De sterkste
prijsdalingen
kwamen voor in de groe-
pen oliën en harsen (33,2 pOt.), chemische produc-
ten (24,2 pOt.), ieder en schoenen (20,7 pOt.) en voe-
dings- en genotmiddelen (14,8 pOt.). Doch ook de
prijs van andere industrieele produten, zooals tex-
tieigoederen, meel, voertuigen en papier was in 1934
ongeveer 10 pOt. lager dan in 1933. Mineritlen ver-
toonen daarentegen een prijsstijging van 1,1 pOt.
Zoodoende komt in onzen invoer
duidelijk
de tendens
der wereldmarkt van prijsverlaging van afgewerkte
fa:hrikaten tot uiting.
Een nadere beschouwing van den uitvoer van ver:
schillende goederen ‘brengt diverse bijzonderheden
naar voren. Bij den uitvoer van agrarische producten
valt allereerst de vermindering van den boteruitvoer
in het vierde kwartaal op, gepaard gaande met een
belangrijke prijsstijging. Beide verschijnselen vinden
hun verklarin.g in vermindering van den export naar
Engeland,
waarheen wij voordien tegen bijzonder
lage prijzen belangrijke hoeveelheden leverden. Wij
exporteerden in het vierde kwartaal slechts 1500 ton

‘boter naar Engeland tegen 5800 ton in het derde
kwartaal. De boteruitvoer naar Duitschland bleef, in

verband met de Duitsche contingenteering, ongeveer
constant. Daar .de prijs, waarvoor boter naar Duitsch-
land wordt geleverd, ruim
f
0.90 per kg is, naar
Engeland ongeveer
f
0.40 per kg, steeg de
gemiddel-
de
exportprijs, toen de uitvoer naar Engeland in
het vierde kwartaal relatief daalde.


.Voor kaas en:gecondenseerde melk werden in het
vird’e kwartaal betere prijzen verkregen, de uitge-

voerde hoeveelheid nam echter af. ‘Hetzelfde. is het
geval met varkensvleesch en eieren, hetgeen bij dit

laatste product een gewone seizoensbeweging is.

De uitgevoerde hoeveelheden groenten geven het-
zelfde beeld als in 1933, de
prijzen
waren laag, het-

geen ten dccle met de seizoensbeweging samenhangt.

Een uitzondering hierop vormen slechts de pootaard-
appeien, waarvan .de export in alle opzibhten gunstig
verliep.

De bloembollenexport verliep bevredigend. De ge-
middelde
prijs
was hooger dan ‘in voiige jaren,, en

de hoeveelheid nam toe.

‘Wat den industrieelen export betreft, was .die.van
radio-artikelen ‘gunstig, evenals van stroocarton. .De
uitvoer van radio-artikelen steeg in ‘hetvierde kwar-

taaltot 3.276 ton tegen 1.860 ton in hetzelfde kwar-

taal ‘van 1933. De uitvoer in tons van alle andere
industrieproducten in de door ons samengestelde
tabel liep in het vierde kwartaal achteruit.

Uitvoer in 1000 tons

Prijs per ton bruto
in
gid.
3e
kw.
4e
kw.

3e
kw.
4e
kw.

1933 1934

1934

1934 1933

1934 1934

1934
Radio.
..
.

6,8

8,2

2,5 ‘ 3,2 5849 5450 5372 4870
Gloeilamp. 18,6
1
) 16,6
1
) 3,5

4,3 402
2
) 382
2
) 3712) 3552)
Katoenen
weefsels
3
) 7,6

8,9

5,6

3,3 1790 1685 1621 1636
Kun stz.
garens
3
) . 8,3

8,1

2,1

1,7 1975 1985 2041 2120
Kranten.
papier . . ‘ 13,5 12,0

4,2

2,6

74

69

70

67
Stroocart. 207,6 242,8 51,9 6],1

42

41,

41

40
Arbeids-
werkt. . .

5,1

5,6

1,6

1,1 101.8 1035 995 1270
Fijn aarde-
werk . .

5,3

4,8

1,2

1,2 358

269 256 231.
Lijnolie . . 47,7 77,7 23,9 22,0 132

122 127 114
) Geen vergelijkbare gegevens.
1)
Miii. st.
2)
Prijs p. 1000
st.
3)
Netto-gew.

Over de geheele lijn valt een prijsdaling van fabri-
katen, ook in onzen ‘export, te const’ateeren, behalve
bij arbeïdswerktui’gen, waanbij echter de prijs per
ton’ geeii zuivere maatstaf is, daar veel v.an construc-
tie en- soort deer machines afhangt.

-. In vergeljkidg met het jaar 1933 zijn’ de uitge
voerde hoeeelheden van radio-artikelen, stroocarton,
lijnolie en katoenen weefsels gestegen, in het laatste
geval als gevolg van het grootere contingent aan
Nederland ‘bij den invoer in Ned.-Indië toegewezen.
Van andere industrie-artikelen is de uitvoer min of
meer belangrijk gedaald.

Scheepvaart.

De laatste maanden van 1934 en de eerste maand
van 1935 vertoonen een kleinen terugsla’g in het aan-
tal schepen, dat zich in de vaart bevindt. Daarbij is
de varende tonnage niet verminderd, waaruit volgt,
dat een paar kleinere schepen door ‘groo’tere zijn ver-
vangen. De varende ‘loot ‘in ons land
blijft
zich, ge-
leidelijk en met eenige schommeling uilibreiden. Ge-
middeld waren in 1933 326 schepen. in de vaart, in 1934
335 schepen en bgin Januari 1935, steeds een maand
met een geringer ‘aantal schepen dan het jaargemid-
delde, 343. Door verkoop en slooping nam de omvang
van de Nederlandsche koopvaartdijvloot verder af, zoodat deze van 510 schepen op 1 Januari 1932 tot
406 schepen op 1 Januari 1935 is verminderd, of
precies met 20 pOt.

Wij geven ‘hieronder de cijfers omtrent vdrende
en opgelegde tonnage der Nederlandsche koopvaardij-
vloot, volgens de gegeven’s ons door de Nederlan-dsche
Reedersvereeniging welwillend verstrekt. . –
Vergelijkt men ‘de toeneming der varende tnnage
van onze .koopv.aardijvloot iliet die der wereldkoop-
va’ardijvloot, -dan blijkt het percentage gedurende de
laatste jaren -niet veel te verschillen. In 1933 waren
maan-delij.ks1:472.000 ton in de vaart, in 1934 maan-
delijks 1.566.000 ton, hetgeen een vermeerdering van
6,4 pOt. beteekent.

88.

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 .Januari 1935

Totaal koop-

Opgelegd

In de vaart
Begin
V.
vaardijvloot

de maand Aan- inföS Aan- in
1000
Percen-
Aan-
Iinl000
tal

B.R.T.
tal

B.R,T. tage

tal

B.R.T.

Jan.
’32
510
2.315

167

782

33,7

343
1.534

Jan.
’33 478 2.163

165

782

36,3

313 1.381

Jan.
’34 432 1,977

96

338

17,1

328 1.574
Febr.,,

428 1.974

83

301

15,2

339 1.625
Mrt.

424 1.963

88

342

17,4

332 1.586

April ,,
419 1.943

99

411

21,1

315 1.491
Mei

418 1.948

101

473

24,3

314 1.452

Juni

,,

413

1.929

69

340

17,7

340 1.559

Juli

411

1.915

60

302

15,8

348 1.592
Aug.

,,

411

1.915

71

354

18,5

339 1.554
Sept.
,,

410

1.913

69

338

17,6

339 1.560
Oct.

,,

409

1.909

61

303

15,1

346 1.591
Nov.

,,

411

1.920

57

310

16,1

353 1.604

Dec.

,,

406

1.900

58

299

15,7

348 1.601

Jan.
’35 406

1.900

63

298

15,7

343 1.603

Monetaire Indices.

Het jaar 1934 heeft zich gekenmerkt door uitgifte

van conversieleeningen op tot nu toe ongekende
schaal in ons land. Voor
f 1.880
millioen aan obli-

gatieleeningen werd door leeningen tegen lager rente-

type vervangen, meestal tevens door leeningen met
langeren looptijd, waarvoor de aflossingen vooral ge-
durende de eerste jaren belangrijk werden verminderd.

Het zijn voornamelijk overheidsorganen, die van deze

mogelijkheid tot conversie hebben gebruik gemaakt,
in de eerste plaats de Nederlandsche en de Neder-

landsch-Indische regeering, tezamen voor bijna
f 1,7

milliard.
De aandeelen emissies waren iets grooter dan in

1931, 1932 en 1933, ofschoon het bedraS van
f18,6

inillioen nog steeds op zeer geringe activiteit in dit

opzicht’ wijst. Hierbij is echter
f 15
millioen van de

Nederlandsche Handel Maatschappij, een uitgifte die

gepaard ging met een belangrijke afschrijving op het

oude aandeelenkapitaal.
Het particulier ‘disconto is in de laatste maanden

vrijwel stabiel gebleven, maar is nog steeds buiten-
gewoon laag, in overeenstemming met ‘de groote
ruimte op de geldmarkt. Hoewel de kapitaalrente in

1934 verder is gedaald, blijft de groote marge tus-

schen kapital- en geldrente het beeld van de depres-
sie weerspiegelen. Het officieele bankdisconto is, on-

_ —

Li.

27…

DISCONTO HED
8ANP

,

-‘



(
BANKRAEfl

PARTIC(JUER DISCONTO
(MAPKET RTE OF OISCOUNT)
– – – RENDEMENT i% NED
(VIELD ON 3% StATE NDS)

……

1928

1929

1930

1931

1932

193393
1
1

danks de fluctuaties in het particulier disconto in

1934, onveranderd gebleven.
De omloopssnelheid van aaldi bij den Postchèque
en Girodienst was grooter dan’ in het derde kwartaal

van 1934, hetgeen voor October en November aan

seizoensinvloeden is toe ‘te schrijven. De cijfers over
het laatste kwartaal zijn echter ook hooger dan in de overeenkomstige peiliode van 1932 en 1933, zoodat
hier zeker van een verbetering sprake is. In dezelfde

richting wijzen de gegevens van De Nederlandsche

Bank.
De monetaire indices waren aan het eind van het

jaar derhalve niet meer onverdeeld ongunstig, gelijk in het ‘derde kwartaal van 1934, maar de ongunstige

factoren hebben evenwel nog steeds de overhand.

,.

tL1I
.0

ri
rïi

i
1•

Is

.

_
_

______

S.

500

I
w///
LW1IF

==maan,

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTIS61i KWARTAALBERICHT

89

BUSINESS CONDITIONS IN THE NETHERLANDS.

(Issued in conjunction with the Centraal Bureau

voor de iStatistiek at The Hague.)

The economie depression, continued to gro’v worse

in 1934 in thé Netherlands, after a very slight re-
covery in 1933. At the end of 1934 it had reached •a

stage which may :be called extremely uufavoura’ble.
Whether the ‘bottom bas been touched Iby now is a

question depending on the development of the ex-

ports as well as on the development of the home
market. The export position is a rather weak one

owing to the difficulties arising from the clearing-
treaty with Germany and the unsettied trade rela-

tions with Great Britain.
The prospects of the home market are not encou-
raging. The dispropcirtion etween oost and yield has

not yet been bridged over. There iis a decrease in the
prices of manufactured gaods, and also of the pur-

chasing power of the population as a consequence of
the •dwindling incomes accompanied by no equal
reduction in the oost of living, which has remained

practically stable since the middie of 1933.
On the other hand there are a few favourtble fac-
tors, such as the reduction in the interest on capital,
the 60 million guilder scheme for public works and

the advanced adaptation displayed by some branches
of industry. Here and there little improveents are
rioticeable, inter alia, in shipping, while last year’s
abundant crops made agriculture more renumerative,
apart from the support given to agriculture and
which amounted to upwards of 200.million .guilders.
The industrial activity, adjusted for seasonal va-
riation, has been declining steadily since the autumn
of 1933, as appears from the graph at the bottom
of page 85. 1f we consider the fi’ues of indus-
trial unemployment, we find that the provisional
figures show an increse in 1934 over the preceding

years. After eliminating the .unemploymeiit figures

for the building trade we observe that 1934 was con-

siderblr worse thah 1933 and 1932. The relatively
favourable figures in the building trade, for 1934

were caused by the extremely mild weather in De-

cember, whereas December 1933 was a month of
severe frost (see graphs on page 86).

After a slight revial in the third quarter of 1934

the fourth quater showed a marked f all in the value

of exporti. The adjusted vâlue of exports dropped to

f
171 million in •the fourth quarter against
f
186
million in the third quarter. Imports decreased stea-
dily during the whole year, iboth in quanity and

value. Especially the ,,Agricuitural Crisis Act of

1933″ caused a large diminution of the import of
all kirids of fodder giaiins. On page 87 a list is given
of the principal agricultural pioduce and industrial
pidducts exported during the last few years and the
prices obained.

The figures on shipping show a fair1 constant
tonnae in commission; the total tonnage decreased
considerably, which is reflected .in a decline of’ the

number and tonnage of ships laid up; this is the
consequence of ‘the breaking-up of old tonnage and
the sale abroad.

The outstanding feature in the money market of
1934 was ‘the conversion of public loans up to all
amount of 1880 million guilders. The amount of
new share capital issued
(f
16.6 million) was some-
what larger than ii7 the previous three years, which is to be seen fiom the •graph on page 88. However,
it must be borne in mmd that
f
15 million of these
new issues represents an issue of the ,,Nederlandsche

Handel Maatschappij” (Dutch Trading Company)
together with a reduction of the original capital of
•the éompany. The open market rate of discount de-
creased slightly •during the last months of 1934,
whereas the bank rate remained quite constant.

1923

92′.

2925

926

Ig,,

,O,R

O

!(‘

#-‘•

.— —

private discount.

– – – industrial shares.

…………………
velocity
of
circulation.

Omloopsnelheid van de Girosaldi.bij DeNederlandsche Bank

..
..

Jaar
. 1 jan.
F
Febr.
1
Maart April – Mei
1
Juni

Juli ‘ Aug:
1
Sept

Oct

Nov

Dec.

1927
……….
122,1
176,0
160,3
162.8
153,5 107,8
101,4
120,7

130,4
117,2 123,3
108,3′
1928
… …….
109,4 89,8
100,4
105,3
.112,9
95,7
106,8
108,7
102,1
107,4 123,6
103,3
96,6
119,5
251,4 239,2 287,5 250,2
252,2
222,9
272,2
219,0
.. 193,8
187,9
1930
……….
140,9
174,9 191,3

227,8 209,9
90,1

186,3
151,0
182,3
89,7
142,0
133,8

1929
………….

134,9

..

96,9
161,1
187,8
193,9
97,2
38,3,
12,3
15,8
13
9,6
11,0
1932
…………
16,5 16,8 17,5 12,9 10,4
6,3 6,5

.
5,5
5,7 6,7
5,1
5,5

1931
…………

5,7

..

7,4

8,1
7,8 14,5 19,0
32.4
14.7
13.4
9.4

7.5 7,2
1933
…………..

1934
……….
8,1′
13,3 16,6
23,0
1,7
16;2

17.8
10.7 10.3
12.0 10.4
10.6

90

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 J’anuari 1935

CONJUNCTUURPOL1TIËK IN BELGIË.

1.
Bij de wet van 31 Juli 1934 zijn aan •dé Belgische
regeering door de Kamer dër Volksvertegenwoordi-
gers en den Senaat vo’lmacb ten toegekend met het oog

op het economisch en financiee’ herstel en de ver-

mindering van de openbare lasten. Nog voordat de
periode, waarvoor ‘deze volmachten waren verleend

(zes maanden), was verstreken, heeft het kabinet

onder leiding van Graaf De Broqueville zijn ontslag

aan den Koning aangeboden. Het nieuwe kabinet, dat
door Theunis is gevormd, heeft de periode van vol-

machten, met één maand, tot einde Februari, ver-
lengd.

Hieronder zullen wij nagaan, welke besluiten door

de Belgische regeerin,g op grohd van de macivtigings-

wet zijn
geûomen; wij beperken ons ditmaal echter tot

die van het kabinet-De Broqueville, dat op 12 Nov.

1934 is afgetreden. In ‘het Kwartaalbericht van April

zullen wij de maatregelen van het kabinet-Theunis
aan een beschouwing onderwerpen Het materiaal is,
terwille van een goed inzicht, ingedeeld in rubrieken.

Om
voor ‘belangstellenden het opzoeken te vergemak-
kelij ken, hebben wij achter elken maatregel het num-

mer van het betreffende Koninklijk Beslitit vermeld.

I. Reorganisatie van het bank- en beurswezen.

Credietpolitieke maatregelen.

. Banken.

De banken kunnen haar bevroren vorderingen overdi’a-
gen aan de’ Nationale Mij. voor Krediet aan de Nijverheid
en daarvoor obligaties (rente 3 pCi.) ontvaageii. De Staat
waarborgt de terugbetaling van deze obligaties tot een
bedrag van Fr. 2 mil]jiard. De rente van de door de ban-
ken overgedragen schuldvorderingeu – deze vervallen
eerst na 20 jaar – is op
41%
pCt. vastgesteld, hetgeen
vdor het bedrijfsleven tevens een aanzieniijke rontebespa-
ring beteekent. Het verschil in renteopbrengst tussehen
41% en 3 pCi., verminderd met 0.15 pOt. administratie-
kosten, wordt gestort in een ii.mortisatiefonds. De banken
blijven aansprakelijk voor verliezen
01)
de overgedragen
vorderingen. Blijft éôn bank in gebreke,’ dan dient het
saldo van de speciale rekening van het amortisatiefonds
van de andere cedenten tot aanzuivering (Nr. 1).

Wijziging van •het karakter van de Nationale
Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid.

De Nat. Mij. is de spil, waarom de credietpolitieke maat-
regelen ten behoeve van de banken draaien. Tot dusverre mooh’t zij credieten verleenen uitsluitend door .tusschen-
komst en onder waarborg van een bank of soortgelijke in-
stelling. De statutenwijziging, clie tengevolge van boven-
genoemde overdracht van de credieten door de banken is
doorgevoerd, geeft haar meer vrijheid (Nr. 3).
Verder is bepaald, dat de Nat., Mij. de terugbetaling van
dc schuidvordering vdÔr den termijn van 20 jaren kan
vorderen, indien de ‘handelingen van den schuldenaar de
vordering in gevaar brengen. De garantie van den Staat,
die tot dusverre gold voor de rentebetaling van obligaties
met een loopti,jd van meer dan 5 jaren, wordt uitgebreid
tot alle obligaties en strekt zich voortaan niet alleen uit
tot de rente maar ook tot de aflossing van uitgegeven of
uit te geven obligaties of ka’sbons (Nr. 27).

Middenstand.

De credietpolitieke maatregelen ten behoeve van den
Middenstand worden hieronder afzonderlijk ‘behandeld.

2
Structuurveranderingen in het bankwezen.

Ter bescherming van de.’ spaarders en tot verruiming van het crediet heeft de ]’egeering het gemengde •bankstelsel in België afgeschaft. De ‘banken worden zuivere depositoban-
ken, terwijl de aandeelenportefeuille der banken door af-
zonderlijke maatschappijen zal worden beheerd. De nieuwe
depositobanken mogen. slechts ‘in het bezit zijn. van: le.
aandeelen van andere depositobanken, onder’ bepaalde
voorwaarden; 2e. effecten, uitgegeven door den Belgischen
Staat, door de kolonie (of onder hun waarborg), -door pro-
vinciën en gemeenten; 3e. ged.urende ‘6 ,maande,n van alle
andere Belgische of buitenlandsche aandeelen of obligaties met welker uitgifte zij belast: zijn. Verder moeten de depo-
sitobanken elke maand een’ staat van aetih en passiva
publiceeren. . (Nr. 2). –

Oorspronkelijk was vastgeteld, dathet volgestort kapi-

taal der depositobanken . minstens Frs. 10 millioen moest
bedi’agen. Dit is voor .bestande instelliigen later, vermin-
derd ‘tot Frs. 1 mnillioen. Belangrijk is de bepaling, dat als
depositobanken
niet
worden ‘beschouwd die maatschappijen,
die ‘geen andere geiddeposito’s ontvangen da.n die van een
of nieerdere nijverheids- of handelsondernemingen, waarin
zij deel ‘hebben en ‘waarvan zij den financieelen dienst ver-
zekeren (Ni-. 14).

Regeling van de handelsbeurzen en van het beroep
van commissionnairs en makelaars.

De werkwijze van, goederen- en effectenbeu rzen Wordt
opnieuw geregeld Aan liet beroep van commissionnair en
makelaar worden strenge eisc’hen gesteld. Zij mogen o.a.
niet door een contract of andere overeenkomsten met ban-
ken of financieele ‘instellingen opdrachten aanvaarden tot
het uitvoeren van heursorclers. Hun taak ‘bestaat uitslui-
tend in het optreden als tussohenpersoon. De openbare
uitgifte van, effecten is hun verboden. Verder is verreke-
ning van orders bu,iten de beurs ‘verboden; de verrekenlng
mag alleen .gesoh.’iede n tnsschen wisselagenten onder contrôle
van een afgevaardigde der in te stellen beurscommissie en onder bij verordening voorziene voorwaarden. Ook de no-teering van effecten en deviezen is aan strenge bepalingen
onderworpen (Nr. 9).

Reorganisatie van den termiynhanciel.

Strenge bepalingen zijn uitgevaardigd betreffende de
dekking van een transactie op termijn. Indien de tussehen-
personen deze ‘bepalingen niet toepassen, kunnen zij den
schnldenéar niet in rechten aanspreken. Het gevaar, dat
‘minder iiauw’gczette agenten o n’wetende cliënten zouden
aanzetten tot transacties, die slechts het karakter van
spel zouden vertoonen, wordt op deze wijze afdoende be’
teugeld (Ni
,
. 10).

II. Bescherming van de rechten van spaarders en

aandeelhouders.

lo.
Reorganisatie van het bank- en beurswezen.
Wij ve rwijzdn hiervoor naar bovenstaande, maatregelen,
die mede genomen zijn ‘niet liet doel om de» spaarders .gi’oo-
tere waarborgen te verleenen dan zij tot dusverre hadden.
Inzonderheid de scheiding van cleposito- en effectenzaken bij de banken en de reorganisatie van het ‘beurswc’zen die-
nen ter ‘behartiging van de belangen van de spaarders.

2o.
i’reventief toezicht op de beheerders van onder-
nemin gen.

Personen, die tot een voorevaardelijke straf van ten
minste 3 maanden zijn veroordeeld om een in de wet ge-
noemd misdrijf, mogen geen ambt van beheerder, van
commissaris of zaak,waarnemer in een vennootschap op
aandeelen, eën coöperatieve vennootschap of credietver-
eeniging, geen beroep van wisselagent of bankier uitoefe-
mie.n. Door dezen maatregel
wil
de regeering het toezicht
en het beheer ontzeggen aan onwaardi
‘g
e personen, wier
gebrek aan rechtschnpen’heid diidelijk blijkt of aan per-
sonen, zooals gefailleerden, die zich ongeschikt hebben ge-
toond hun eigen zaken te beheeren (Nr. 22).

3o.
Af.haffing van aandeelen met meervoudig stem-

recht.
Het meervoudig stemrecht ‘wordt in België radicaal af-
geschaft. Tevens is bij deze gelegenheid ‘het stemrecht
van de winstaandeelen geregeld in dien zin, dat een einde
wordt gemaakt aan de’ misbruiken om een buitensporig
stemrecht toe te kennen aan wimistbewijzen, die vaak slechts een on’bestemden in’bi’en’g vertegenwoordigen (Ni

. 26).

III. Verlaging van lasten.

1.
Renteverlaging.

De credietpolitieke maatregelen ‘beoogen niet alleen het
scheppen van de mogelijkheid tot uitbreiding van het ere-
dietverkeer en de bescherrnin.g van. de ‘belangen van de
spaarders, maar ook een verlichting van de lasten van het
bedrijfsleven doom’ verlaging van de rente van de door de banken aan de Nat. Mij. gecedeerde vorderingen tot
41%, pOt., een m-entestand, die voor Belgie
.
biiiiiiwooii
laag is (Nr. 1 en ‘2). –
Om de verlaging van den – ientestamid spoedig, al.gemern
ingang te doen vinden, mag elke debiteur ‘o . ,Juji, 1936
de geldleening, die hij heeft aangegaan, onder bepaalde
voorwaarden, terugbetalen. Deze bepaliug geldt vdr
‘liypd-
theken, obligatieleeningen en alle andere soorten leeningen.
Di vennootschappen; die hypotheken
,
verleenen;. mogen haar
obligaties of ‘kasbons, slechts Lterugb,etalen.
litij
gedeelten, in

23
Jaiiari
1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

91

verhouding tot de vervroegde terugbetalingen van haar
debiteuren met dien verstande, dat de in aanmerking ko-mende titels worden uitgeloot (Nr. 7).

Belastingverlaging.

Deze betreft in de eerste plaats een verlaging van de
belasting op roerende goederen. Verder zijn deposito’s, die
niet nieel’ dan 2 pCt. rente krijgen, van de belasting op
toerende goederen vrijgesteld. Voor sommige ambtenaren
van openbare diensten is de belastingvoet van de z.g. na-
tionale erisisbijdrage verlaagd. Ook voor groote gezinnen is
een verlichting der belastingen voorzien (iNr. 4).
De registratierechten van hypotheken wordèn verlaagd
of afgeschaft. Tijdelijke vrijstelling van belasting wordt
verleend voor die maatschappijen, die vÔÔr 1 Juli 1936
veranderingen in het maatschappelijk kapitaal aanbrengen,
mits zij sedert 15 maanden geen dividend hebben uitge
keerd. Bij fusies van matschappijen zal de belasting voor-
taan op het netto-actief eis- niet meer op het bruto-actief
worden gevestigd. Dè zegelrechten op handelspapier wor-
den verlaagd; de belasting op •bankvoorschottenrekeningen
wordt afgeschaft (Nr. 5).

Verlagiiig van notarieele tarieven.

In verband niet de verschillende contractswijzigingen,
die zullen plaats vinden als gevolg van de verlaging van
registratierechten enz., worden de honoraria der notarissen
verlaagd (Nr. S).

Wijziging van enkele fiscale bepalingen.

Deze wijziging betreft o.a. een vérlaging van de grond-
belasting voor die onroerende •goederen, waarvan de huur-
waarde sterk is gedaald. De registratierechten voor over-
dracht van handelszaken worden verlaagd van 7 tot 5 pCt.
waarmede aan de wenschen van den Middenstand tege-
moet wordt gekomen. Om den handel in onroerende goe-‘
deren te doen lie rleven, wordt onder bepaalde voorwaarden,
de helft van de registratie- en overschrijvingsrechten ge-restitueerd, indien een bij authentieke acte verkregen on-
roerend goed binnen twee jaar geheel of ten .deele weder-
verkocht wordt (Nr. 13).

11-uren.

De regeering heeft om het vraagstuk van de huren
op te lossen drie soorten van iiiaatregelen genomen.

Verbreking van huurovereenkomsten.

De huurder kan onder bepaalde in het besluit genoemde
voorwaarden, de.huurovereen’komst opzeggen. De verhuur-
der kan zich hiertegen verzetten, ivaarna de rechter be-
slist. Dit besluit -is van toepassing, zoowel op gebouwen
voor handelsdoeleinden als op w’oonhuizen.

Beperking van sommige huurprijzen.

De huurprijzen van kleine woningen of gedeelten van woningen worden beperkt. Voor huizen, gebouwd vÔôr
1 Aug. 1914 mogen de huurprijzen niet meer bedragen dan
zevenmaal de huurwaarde van 1914. De huurprijzen van
bepaalde andere huizen mogen niet meer bedra.gen dan
5/4

van het kadastraal inkomen, voorzooverre dit inkomen niet
hooger is dan nader in het besluit genoemde bedragen. De bepet-king blijft van kracht tot Januari 1936. In het
woord ,,huurprjs” zijn noch cle belastingen, noch andere
bijkomende, den huurder opgelegde lasten begrepen.

Verlenging van sommige huurovereenkomsten.

Deze maatregel voorziet de verlenging tot Januari 1936
‘an het recht van bewoning van de huurders en onder-
verhuurders van de onder
b
genoemde woningen (Nr. 25).

IV. Steun aan het bedrijfsleven.

1.
Invoering van een stelsel van gecontroleerd beheer.

Dit stelsel beoogt de ondernemers in – de gelegenheid te stellen een faillissement te voorkomen en zoo de mo-
gelijkheid te scheppen ondernemingen te reorganiseeren of
de activa onder betere voorwaarden te realiseeren. liet
stelsel -bestaat hierin, dat een onderneming, die nog niet
failliet is verklaard of die nog geen accbord heeft beko-
men, onder contröle wordt geplaatst van een of meer des-
kiind ige commissarissen, die het beheer overnemen.
‘tijdens de periode van dit beheer worden alle vervolgin-
gen geschorst; aan den anderen kant wordt er gewaakt
voor de belangen van schuldeisehers en derden. De commis-
sai-issen kunnen alle transactird vooschrjven of toelaten,
welke de belangen van ‘de schuldeischers of van de onder-
neming vereisehen. De vechtbank kan het plan tot reorga-
nisatie •of tot verkoop der activa alleen goedkeuren, wall-
neer meer dan de helft der crediteuren, die meer dan de
helft van de passiva vertegenwoordigen, tot het plan toe-
treedt. Dit besluit blijft slechts van kracht tot 31 Dec.
1935 (Nr. 11).

Verruiming van de bepalingen inzake uitstel van
betaling.

Volgens art. 599 W. v. K. is voor uitstel van betaling
de toetreding vereischt van de meerderheid der ci-ed.iteu-ren, die drievierden van al de vorderingen vertegeniwoor-
digen. Deze bepalingen worden in zooverre verzacht, dat niet drievierden, doch de helft van het aantal crediteuren
moet toesteminen out uitstel van betaling te verkrijgen.
Dit besluit geldt tot 31 Dec. 1936 (Nt. 12).

S
Wijziging van sommige wetsbepalingen betreffende
douanerechten,
accijnzen
en ,v erbrui ksb’elastin gen.

Verlenging van cle verlaging van den accijns op suiker,
vervaardigd -uit inheemsohe bieten. Deze maatregel was
reeds in vorige seizoenen ten •bate van de bietentelers ge-nomen. Om ontduiking tegen te gaan, wordt de verbruiks-
belasting van alcohol, die tot het vervaardigen van reuk-
werk dient, verminderd. Verder wordt de ‘verbruiksbelas-
ting op appelwijn verlaagd om de productie van dezen
d iank te stinsuleeren (Ni

. 24).

V. Steunmaatregelen ten behoeve van den

Middenstand.

1.
Credietverleening.

Uitbreiding van het crediet voor ambahtswerk-
tuigen.
Bij de wetten van 29 Maart 1929 en 10 Aug. 1933 is de
regeering reeds gemaohtigd geworden door de Alg. Spaar-
en Lijfrentekas credieten te verleenen aan de ambachts-lieden tot een bedrag van Frs. 35 millioen. Dit bedrag is
thans verhoogd tot Frs. 50 millioen (Nr. 17).

Uitbreiding van het klein •beroepscrediet.

Bij de wet van 11 Mei 1929 is de Hoofdkas voor het
kleinberoepserediet opgericht, die credieten verleent door
tnsschenkomst van een ‘instantie, waarvan de middenstand
zelf het kapitaal heeft bijeengebracht. De waarborg van
den Staat, die Frs. 50 millioen bedroeg, is tot Frs. 150
millioen verhoogd. Bovendien zal getracht worden den rente-
voet, die tot dusverre minstens 6 pCt. voor leeningen op
iniddelmatigen en langen termijn bedroeg, te verlagen
(Nr. 18).

Tijdelijk credietfonds voor •den Middenstand.

Dit Fonds is opgericht met het doel om grootere niid-
denstandszaken, die moeilijk bij de ibanken crediet’ kunnen
krijgen te helpen. De verbintenissen van het Fonds, dat
een kapitaal van Frs. 50 millioen heeft, worden tot een
bedrag vals Frs .350 millioen gewaarborgd door den Staat.
Van dit bedrag is Frs. 250 millioen bestenid voor trans-
acties op korten en middelmatigen termijn, en Frs. 10)
millioen om de vooi-schotten van den Middenstand bij de
banken te doen ontdooien. De banken ontvangen daarvoor
obligaties, die 3 pot. rente gevels, terwijl de i-ente voor
deze middenstanders
01)
4y
4
pCt. “wordt gebracht. Het Cre-
dietfonds vervult dus dezelfde functies als de Nat. Mij.
voot- Krediet aan de Nijverheid nl. liet overnemen van de
banken van bevroren leeningen (Nr. 19):

2.
Belasti?.gverlichting.

In aansluiting op bovenvermelde maatregelen heeft de
regeering de zegelrech’ten, die op crddiettransacties van den
Middenstand vallen, verlaagd (Nr. 20).

VI. Diversen.

lo.
Verscherping van contrôle teneinde ontduiking
van de betaling van invoerrechten en accijnzen te
voorkomen
(Nr. 6).

2o.
Wijziging van het stelsel van weduwen- en wee-
zenpen.sioen
(Nr. 15).

3o. Wijziging van de wetgeving op de pensioenen
(Nr. 16).

4o.
Verhoogig van de zegelrechten op paspoorten.

Het regelrecht voor een paspoort geldig gedurende twee
jaar is verhoogd tot Frs. 200 (Nr: 21).

92

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

50.
Overdracht van de waarborg op de door de Oos-
tenrijksche regeering uit te geven conversielee-
ning
(Nr.. 23).

6o. Vervroegde aflossing van een in Frankrijk op ge-
nomen leening.

Op 15
Febr.
1935
zal het restant van de
61%
pCt. lee-
ning, die in
1923
in Fran’krijrk is opgenomen eit welke
Frs. 400 millioen bedroeg, worden afgelost (Nr.
28)
.
.

7o.
Verlenging van den termijn voor de aanslagen in

de voor 1933 verschuldigde nationale crisisbelas-
• ting
(Nr. 29).

80.
Wijziging van het fiscale stelsel van minerale
oliën
(Nr. 30).

9o. Wijziging van de wet
betreffende
de verzekering

tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en

vroegtijdigen dood
(Nr. 31).

lOo.
Vereenvoudigin gen in de administratie

Deze vereenvoudigingen bdtreffen de uitkeeringen van de toelagen aan de burgerlijke oorlogsslachtoffers en van
de militaire pensioenen (Nr.
32).

flo.
Wijziging van sommige bepalingen van de Ge-

meentewet, van de Gemeentelcieswet en van het
Landelijk Wetboek
(Nr. 33).

Strekking van bovengenoemde maatregelen.

De methode van de bestrijding van de nadeelen van
de depressie is in België tot voor kort van anderen

aard geweest dan in de overige landen van het goud-

blok. Het economisch leven is in dit land geruirnen
tijd in het algemeen geheel aan zichzelf overgelaten,
waardoor de prijsdaling zich op vele gebieden van

het bedrijfsleven
duidelijk
heeft geopenbaard. De

Landbouw is bijv. in België lang niet zoo sterk be-
scherm•d als in Frankrijk, Italië, Zwitserland en Ne-

derland, terwijl ook aan andere bedrijfstakken weinig

steun werd verleend door middel van handelspoli-
tieke maatregelen. Dit heeft er o.a. toe geleid, dat
de kosten van levensonderhoud in de laatste jaren
veel sterker zijn gedaald dan in de •andere landen
van het goudbiok, waardooi de voorsprong, die het
ten opzichte van enkele goudianden reeds bezat, nog
werd vergroot.
1)

Ondanks dëze grootere mate van elasticiteit •in de
Belgische volkshuishouding, kon ‘het bedrijfsleven
zich niet in voldoende mate bij de gewijzigde toestan-

den op de wereldmarkt aanpassen. België is in ‘hooge
mate van de wereldmarkt afhankelijk. Gerekend per

hoofd van de
bevolking
is
zijn
uitvoer ‘grooter dan

in eenig ander land ter wereld.
Ondanks het feit, dat België zijn relatieve positie
in het internationale ruilverkeer in alle opzichten
heeft kunnen handhaven en zelfs de laatste jaren

nog heef t kunnen verbeteren
1),
Ibleven de moeilijk

heden toenemen. Dit is voor een zeer belangrijk deel toe te schrijven aan degeweldigd prijsdaling van zijn
uitvoerproducten.
Tegenover de geringe opbrengsten van de pro-
ductie staat het feit; dat de uitgaven zich, ondanks
een vrij aanzienlijke
nominale
loondaling, hierbij niet
voldoende snel konden aanpassen, zoodat het bedrijfs-
leven als geheel in moeilijkheden bleef verkeeren en
niet in staat was de bij •de ‘banken opgenomen credie-
ten af te lossen. De banken moesten, om haar liqui-

diteit te behouden, weer overgaan tot het •opvragen
van die credieten, welke nog konden wotden afge-
lost, terwijl onder deze omstandigheden van ‘het ver-
leenen van nieuwe credieten ‘geen sprake meer was. Deze moeilijkheden, ‘die voor een ‘belangrijk deel
voortvloeien uit de structuur van het Belgische ‘bank-

1)
Zie de beschouwing over de ontwikkeling van het
deflatieproces in de landen van het goud’blok in het Kwar-
taalbericht van October.
1934.

wezen, hebben ‘geleid tot tweeërlei maatregelen, nl.
eenerzijds tot een verruiming van de credietverlee-

ning, anderzijds tot een verlaging van de belastin-
gen.
1)
De regeering rekent er op, daardoor de bedrij-

vigheid te kunnen aanwakkeren. De credietpolitieke

maatregelen ‘beoogen de bevroren credieten van de

banken te doen ontdooien, door de Nat. Mij. voor

Krediet aan de Nijverheid. De Staat heeft zich hier-
toe tot een bedrag van Frs. 2 milliard garant ge-

steld. Tevens hebben deze maatregelen ten doel de
rentestand te verlagen, daar de credietnemers voor

de door de banken aan de Nat. Mij. te cedeeren vor-

deringen niet meer dan
41%
pOt. rente betalen. De
rentebesparing voor ‘het
bedrijfsleven
wordt ‘geschat

op Frs. 200 milli’oen, terwijl de lasten door ‘de belas-
tingverlagin’g, verlicht zullen worden met Frs. 150

millioen. Naast de industrie zal ook de middenstand

op ‘dezelfde wijze worden gesteund. De credietexpan-

sie ten behoeve van ‘den Middenstand betreft een

bedrag van Frs. 550 millioen.
2)

Om ‘de credietverruiming door te voeren, heeft de
regeering het wenschelijk geoordeeld in het ‘bankwe-

zen een scheiding te voltrekken tussch’en de deposito-

zaken en de effectenzaken. De Belgische banken
zullen zich voortaan voornamelijk beperken tot de

credietverleening op ‘korten termijn en het beheer van de effectenportefeuille overdragen aan aparte

instellingen. Te dien einde moeten de banken zich
aan ‘bepaalde eischen onderwerpen.
1)

Deze waarborgen dienen tevens ter bescherming

van de (belangen van de spaarders. In ‘dezelfde rich-ting gaan de bepalingen betreffende ‘het beursvezen,
waaraan in België zeer veel ontbreekt, hetgeen reeds
herhaaldelijk tot critiek aanleiding heeft gegeven. De nieuwe besluiten inzake het preventief toezicht op de
beheerders van ondernemingen en inzake ‘het afschaf-

fen van aandeelen met meervoudig stemrecht hebben

dezelfde strekking.
2)

Naast de steun, die aan bepaalde ‘groepen (ban-
ken, industrie, middenstand en spaarders) wordt ver-

leend,
zijn
er ook maatregelen genomen om eenerzijds
het aanpassingsproces te versnellen en anderzijds de
nadeelige gevolgen van een al te snelle prijsdaling

te verzachten.
Evenals in andere landen wordt in België een
eenigszins
aanzienlijke
daling van de kosten van
levensonderhoud ‘geremd door ‘de betrekkelijk hooge
huren van kleine woningen. De regeering •heef t ook
op dit gebied ingegrepen teneinde de verlaging van
huren te bevorderen. Deze maatregelen moeten tevens
bescho
uw
d worden in het licht van de algemeene
dalin’g van •de kapitaahente, die de regeering na-
streeft en die zij tracht te (bevorderen, eenerzijds door de mogelijkheid geldieeningen vSdr den vervaldag op
e zeggen en anderzijds door verlaging van de regis-
tratierechten en notarieele tarieven.
Teneinde ‘de nadeeli’ge ‘gevolgen van de groote

prijsdaling te verzachten vooi die ondernemingen, die
haar verplichtingen fegenover derden niet meer kun-
nen nakomen, zijn o.a. ‘de bepalingen inzake uitstel
van betaling verruimd. Tevens is het z.g. systeem

van gecontroleerd beheer ingevoerd, dat de mogelijk-
heid schept zwakstaande ondernemingen te reorgani-
seeren of de activa on’der betere voorwaarden te
realiseeren.

Het overzicht van de conjunctuurpolitieke maat-
regelen van België is, zooals reeds in het begin op-
gemerkt, niet volledig. Eerst indien alle maatrege-
len van •het kabinetLTheunis bekend zijn geworden,
kan men ‘het geheel beter beoordeelen. Uit het boven-
staande is intusschen voldoende gebleken, dat ook •in
België ‘de politiek van onthouding van ingrijpen
1
in
het economisch leven heeft plaats gemaakt voor een
politiek van staatsinterventie.

• i) Uitvoeriger beschouwingen over deze maatregelen zijn
opgenomen in E.-S.B. van
22
en
29
A’ug.
1934.
2)
Zie E.S.B. van
28
Nov.
1934.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

93

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-

INDIË.

(Samengestell in jverleg met het Centraal Bureau

voor de Statistiek te ‘s Gravenhage).

De voornamelijk tot September bekende cojunc-

tuurgegevens vertoonen voor het derde kwartaal van
het afgeloopen jaar geen belangrijke
wijziging
in den

toestand. Wel kan door de gestegen waarde van den

uitvoer in het algemeen en van eenige belangrijke
producten in het bijzonder, van verderen achteruit-
•gang
moeilijk
meer gesproken worden, doch daar an-

derzijds de uitvoer van andere artikelen nog een da-
ling vertoont, blijft het eheele economisch leven zich

nog steeds op een laag niveau van activiteit voortbe-
wegen. Doch zijn er teekenen, die op een beginnende
verbetering schijnen te wijzen. Dit behoeft overigens

geen verwondering té wekken, daar in het afgeloopen

jaar in de meeste
belangrijke
grondstofleverende lan-
den een beginnend herstel is ingetreden als gevolg
van de grootere vraag naar gr6ndstoffen en de prijs-
stijging – in Ponden Sterling gerekend – die zich

‘ip enkele gebieden heeft voorgedaan.
• Als gunstig verschijnsel• dient zeer zeker de verbe-
terde ruilvoet met hét buitenland gememoreerd te
‘worden. De verhouding tusschen de indexcijfers van
de prijzen der invoer- en uitvoerartikelen, welke voor
1929 1,26 bedroeg, werd voor Indië in de jaren daar-
na steeds ongunstiger en bedroeg in 1933 zelfs 1,93.
in 1934 verbeterde de ruilvoet weer eenigszins, zoo-

dat het
verhoudingscijfer
in September weer tot 1,78
gedaald was. Door de gestegen prijzen van eenige uit-
voerartikelen, vooral echter door de groote
prijs-
en
hoeveelheidsstijging van den ru’b’ber-uitvoer, vertoont
de totale export in
vergelijking
met het vorige jaar een
niet onaanzienlijke toeneming. Daar de invoer zich
nog steeds in dalende richting beweegt, neemt het tot
1933 sterk gedaalde uitvoersa’ldo weer gedurig toe.

Foreign Tracie
in the period

Jan/Sept.
flandeisbeweging in
de periode van Jin. t/m. Sept.
Imports.

Exports

Excess of e±ports
Invoer
Uitvoer

IJitvoersaido in miii. lag in miii. gid.
in miii. kg
in miii. gid. in miii. gid.
1929 2.505

807.2 6.584

960.4

153.2
1930 2.239

649.0
6.467

818.6

169.6
1931

1.693

418.0

.
6.043

636.6

218.6
:1932 1.284

307.6
6.486

448.9

141.3
1933 1.248

231.5 6.180

362.6

131.1
1934 1.121

215.1 6.617

396.0

180.9

De rubberuitvoer onderging in hèt tweede halfjaar
tengevolge der restrictie een daling. De rubberprjs
is echter, ondanks de in September ingetreden daling,
in vergelijking met het vorige jaar nog zooveel hoo-

ger, dat de uitvoerwaarde er gunstig door beïnvloed
wordt. Ook de positie van den thee-uitvoer kan, voor-
al nu de prijsdaling opgehouden heeft, gunstig ge-
noemd worden. Daartegenover staat, dat het restrictie-
percentage, dat
1234
pOt. bedroeg, voor 1935f’36 tot
1734 pOt. is verhoogd, waardoor dus voor, het vol-
gende jaa± met een, geringer uitvoerquntum voor
thee valt te rekenen.
De export der meeste andere producten daalde
evenwel. Vooral de export en de
prijs
van suiker is
nog steeds zeer ongunstig, evenals die van copra.

Uitvoer in

in miH. kg

in miii. gid.
Jan/Sept.

1933 ‘ 1934

• 1933

1934
‘in waarde gestegen, goederen
ondernem. rubbèr . .

129.6

149.0

17.5

36.3
bevoik. rubber …….
105.9

218.1

6.2

27.8
thee ……………..,

56.1 ‘

47.5

19.1

32.7

in waarde gedaalde goederen
aardoiiën …………
3.266.7 3.646.2

77.4

75.1
suiker ……………
836.6

775.9

44.7

33.8
copra …………….
354.6

300.0

29.8

12.0
koffie ……………
52.1

66.0

18.6

17.8

)’
Bij het ‘ter perse gaan ontvingen wij de nieuwste ge-
gevens, die niet meer in den tekst verwerkt konden wor-
den, doch wel in den conjuuctuurstaat zijn opgenomen.

THE ECONOMIC SITUATION IN THE NETHERL.ANDS.
INDIES.

(Issued in con junction ‘u,ith the Centraal Bureau voor de Statistiek at the Hague).

In the past year’s third quarter the economic situation
did not change materially. There are some indications of
a slig.ht improvement, which are less pronounced than
the narked recovery in some other countries exporting
raw materials. –
The •barter rate deveioped favourabiy (see graiph beiow).
The proportion of prices of import to those of export
goods was
1,26
in
1929, 1,93
in
1933
‘and
1,78
in Sept.
1934
on the basis of
1928 is 1.-
A rise of the value
of exports in
1934,
together with the incessant drop in
the value of i.mports, caused the excess of exports to inerease. The figures of the foreign trade are givea in
the tabie in the preceding column on this page.
After the rubber restriction becarne effective in June
1934
the expoi’t of rubber decreased, but the price was
considerably higher than in
1933.
The tea export is also
favourabie. Export of most other commodities, however,
declined, especially of sugar and coprah, both in regard
to quantity.and price.
Imports of rice and piece goods declined after import
quota were fixed in the course of
1934.
linports of ma-
chinery show a markeci increase, caused by the instaiiation
of n number of new factories shoving the progress of
industrialisation in the Netherlands Indies.
Notwithstanding the fact that a policy of deflation was
maintained, evident from the stifl decreasing amount of
bank notes in circulation and amounts cleared, and not-
withstanding the conversion of a iarge amount of the
public debt, it ‘has not yet ‘been possi’ble to baiance the
budget. The public clebt is stiH increasing. Tables on the
next page give the public debt and the new capital,
issued in Holland for the Netherlands Indies.
From November
1934
reguiations ‘have ‘been issued for
soiiie’ branches of industry. The regulations ‘ preseribe a
licence for the operation of an enterprise: New enterprises
may only ‘be founded after a special governmentai permit
has been obtained, and the same is necessary for the ex-
tension of existing industries and the introduction of
‘new methods of production, or for the reopening of ciosed
factories.

FOR E’ICN

BARTER -RATE

fNPcR7s
/N
I
MILLIV, dc
,
JEOR75
JNI’I’ILLN
GL

EXPORTED QUANT TIES


6 MONTHSMOVING AVERAGE

,
INDEXNUMBERSo;PRhCES
(1928 loo)


WHOLESÂLE

OP 91
PRIcES
//SP
AND
EXPART

.
RETAIL P.QIcr.E


N’IL
O

MADE
600DB

iLt
FINANCE

?Lt’
V
y

11928 100


“TE
INDEXN(/NBERL,
PTVT’
CLEARINGSDYBANKOFJAVA
fINDEXN. 1929100)
or
SToCI(PJ/c.Cs

:————–y-
‘–

‘$926

1929

1930

1931

1932

1933

1934

1935

200 1928 4929

4930

1931

1932 ‘ 1933

1934

193

151
101

50
0
ei

50

20

10
ii.
0

94

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Tanuari 1935

Ook bij den
invoer
zijn eenige verschuivingen waar

te nemen. De invoer van eetwaren en genotmiddelen
daalde vooral tengevolge der lage rijstinvoeren; Even-

eens een afneming vertoonde dé invoer van garens,
manufacturen enz. Daarentegen is – een typisch ver-

schijnsel van -industrialisatie, bij den invoer van

inachinerieën, werktuigen enz. een stijging waar te

nemen. Deze
stijging
zal dan ook wel in verband staan

met de berichten over oprichting van fabrieken voor

natiiuzijdeu weefsels, lampenbatterijen, flesschen, ban-

den, verf, lucifers, vaten, zeep, enz.

Invoer iii

in miii. kg

in miii. gid.
Jan/Sept

1933

1934

1933

1934

Garens, nianufact. enz.
.

94.0

93.7

75.0

69.8

eetwareii, en’,.. ……….
542.8

383.5

64.1

52.9 ijzer, ijzeriegeeringen, ens

118.9

123.0

14.1

14.8
niachines, en’,. ……….

17.3

23.2

. 13.6

15.7

Bij de prijsbeweging is het tegengesteld verloop van

de kosten van voeding van een Europeesch en van

een Inlandsch gezin opmerkelijk. De voedingskosten

voor een Europeesch gezin daalden in vergelijking
met dezelfde maand van het vorig jaar met 12 pOt.,

die van een Inlandsch gezin stegen met 3 pOt. De voortgaande daling der bankbiljetten-circulatie
en der omzetten in de clearing wijst erop, dat het de-
flatieproces nog niet ten einde is. De verder afne-

mende achterstand der

afdeelings- en desabanken

(f
15,9 millioen voor Juli 1933 en
f
13,3 millioen in
Juli 1934) is een gunstiger verschijnsel. Door de con-

versie van een aantal 5 pOt. en
41/2.
pOt. leeningen

(totaal voor
f
485 millioen) in een van 4 pOt. onder

Nederlandsche garantie, werd de rentelast aanzien-

lijk verlaagd.
Niettemin is de Regeering er nog niet in geslaagd
het evenwicht in de begrooting te herstellen. De uit-

gaven
zijn
weliswaar in enkele jaren gedaald van

ruim
f
500 millioen tot ongeveer
f
300 millioen, dus

met ruim 40 pOt., doch de inkomsten zijn in sneller
tempo en sterker gedaald en worden voor dit jaar ge-

raamd op slechts
f
250 millioen.

Government De.bt
in
miiiion guiiders.
Ned.-Ind. schuld in mill. Gld.
Fuuded debt

Fioating debt

Totai
uito
Vaste schuld Vlottende schuld
Totaal
1928

………
1.011

7
1.004
1929

………
980
43
1.023
1930

………..
1.064
101
1.165
1931

………
1.140
187
1.327
1932

………
1.188
.
241
1.429
1933

………
1.261
250
1.511
1934

………
1.370
138
1.508

• In November werd door het Indische Gouvernement
voor f.150 mill. á 4 pOt. in Nederland opgenomen.
Het overige in Nederland door Indië opgenomen
kapitaal was dit jaar voor thee- en rubberonder-

nein gen bestemd.

Capitai issues in Holland for the Dutch East Indies
in million guilders.
In
Nederland door openbare uitgiften opgenomen obligaties
en aandeeleit in miH. Gid.
Shares Bouds Total
Aandeelen Obligat. Totaal
1929

……………..
4.1

61.9

66.0
1930

……………..
0.9

115.2

116.1 1931

………………
1.5

102.1

103.7
1932

……………..

104.4

104.4
1933

……………..-


1934

……………..
i.0

151.7

152.7

0p 23 October werd de bedrijfsreglemehteeringsor-
donnantie afgekondigd (zie de E.-S. B. van 5 Decem-
her 1934). Als verdere regeerinsmaatregelen noe-
men
wij
de met ingang van 1 September opgeheven
contingenteering van aardewerk, terwijl de biercon-
tingenteering werd verlengd. Op handelspolitiek ge-
bied was het, voorloopig zonder resultaat, afbreken
der onderhandelingen met Japan van beteekenis, ter-
wijl er nu ook met Duitschiand (vroege’ reeds met

Ohili en
Turkije)
een clearingverdrag werd gesloten.

ONTWIKKELING VAN DEN OMVANG EN DE RENTE

VAN DE VLOTTENDE SCHULD VAN NEDERLAND

IN DE CRISIS.

De uitgifte van schatkistpápiei met korteren en
langeren looptijd ‘is in de crisisjaren in .versterkte

mate voortgezet. Op deze wijze verd in de behoeften

der schatkist voorzien, ook voor dekking van begroo-

tingstekorten, totdat het moment ‘gunstig was om de

aldus opgeloopen bedragen der vlottende staittsschuld

door een emissie van staatsobligaties te consolideeren.

Dit zou een aanmerkelijke verzwaring van de over

heidslasten tengevolge hebben gehad, indien niet het

renteniveau in de crisisjaren sterk was gedaald. Wij

hebben in nevenstaande grafiek – de rente weerge-
geven der telkenmale bij openbare inschrijving aange-

boden schatkistpromessen en schatkistbiljetten even-

als de stand van’ het particulier disconto op den dag
der inschrijving. Ter vergelijking is het rendement

van de 3’% pOt. obligatieleening 1911 opgenomen.

Bet blijkt, dat de rente van schatkispapier zich op
dezelfde .wijze beweegt als die van het particulier

disconto. Tot het begin van 1932 was het particulier
disconto lager dan de rente van alle schatkistpapier,
daarna is met eenige onderbrekingen de rente voor

drie-maandspromessen tot onder het particulier dis-

conto gedaald,
terwijl
die van het langer loopende

schatkistpapier in het algemeen nog boven dit dis-
conto ligt. Begin 1933 en begin 1934 daalde zelfs de

rente van 6-maands promessen onder het particulier
disconto.

De stand van de rente van schatkistpapier in ver-

gelijking met het particulier disconto
schijnt
verband
te houden met de ruimte op de geldmarkt. Hoe groo-
ter die ruimte is, tegen des te lager rente wordt op
de . diverse promessen en biljetteh ingeschreven.

Eenige
aanwijzing
daaromtrent geeft het percentage

der toewijzingen bij de inschrijvingen; over het alge-

meen is bij een klein toewijzingspercentage, dus bij groot aanbod t.o.v. de vraag, de rente laag in verge-
lijking met het particulier disconto
1);
bij een groot

toewijzingspercentage, dus bij gering aanbod t.o.v. de
vraag, komt zij soms niet onbelangrijk boven het par-
ticulier disconto te leggen.
2)

Geleidelijk klimt de rente op met den
looptijd
van

het schatkistpapier. De rente der vijf-jarige biljetten, die in 1934 zijn uitgegeven, ligt slechts weinig onder
de rente voor staatsobligaties.

De val van het Pond in 1931 heeft een sterken in-
vloed gehad op het rendement der staatsobligaties;
de koers van de 34 pOt. staatsleening 1911 daalde

tot ongeveer 80. Ook het particulier disconto en de
rente der schatkistbiljetten stegen sprongsgewijs. Daar-
entegen had de depreciatie van den dollar op den
koers der staatsobligaties een geringeren invloed. Het
wantrouwen in den gulden, dat in den zomer van
1933 eenigen tijd heeft bestaan, komt echter duidelijk
tot uiting in de snelle itijging van het particulier
‘disconto, waarmede de
stijging
van de rente • van
schatkistbiljetten gepaard ging. Nadien is dit wan-
trouwen geluwd, de reactie erop. was zelfs zeer sterk,
terwijl in het begin’ van 1934 een nieuwe tijdelijke
stijging in den rentevoet optrad, echter minder ge-
pr’ononceerd dan in den zomer van 1933. Sindsdien
is de rentevoet weer dalende. De drie-maands pro-
messen geven ca. pOt. rente; het minimum werd

in November 1932 met 0.12 pOt. bereikt. De 34 pOt.
staatsobligatis hebben den paristand bereikt, in ver-band met de inmiddels doorgevoerde conversie van
leeningen met hooger rentetype.

Het bedrag der zich in omloop bevindende biljetten
bedroeg op de eerste van het jaar ‘respectievelijk:

Men vergelijke de curve van de toewijzingen in de
onderste grafiek ‘met de rente van .drie-maands .promessen
in de tweede helft van
1932,
het einde van
1933,
begin
1934.
Zie Sept.
1931;
Eind
1931,
begin
1932.

23
Jahuari
1935

ECONOMISCH-STATISTISCH. KWARTAALBERICHT

95

– –

Schatkistpapier in duiz. gid.

Promesse ii Biljetten

Totaal
1930

99.090

.- 106.717

215.807

1931…….78.790

157.380

236.170
1.932

232.750

178.369

411.119
1933

116.70

339:536

456.286
1934 ……

136.940

335.524

472.464
1935

97.070

400.966′

498.036

In dè laaliste jaren is de vlottende schuld sterk ge-
stegen, hetgeen nagenoeg geheel is toe te schrijven

aan de uitgifte van biljetten, met een looptijd van
één jaar en langer. Aan vijf-jarige schatkistbiljetten
werd in
1934
alleen 9ij openbare inschrijving voor
ruim
f
143
millioen geplaatst.
.1)

) Gegevens zijn slechts bekend omtrent
openbare
in-
schrijvingen- op sohatkistpapier, niet omtrent onderhand-
sche plaatsingen. Daar boven’diejt ‘biljetten soms voortijdig
worden afgelost, kan uit de bekende gegevens niet precies
worden nagegaan, welk bedrag.zih iii omloop bevindt, en hoe de samenstelling daarvan is.

1930

1931

Openbaar uitgegeven- promesen en biljetten (in f1000).

Soort.

1930
1
1931
1
1932
1
1933
1
1934

3maands . .. . 124.040 175.940 259.740 151.810 87.450
6-maands ‘. .. . 22.300 119.400 150.870 100.410 103.310
1.jaarsbilletten 157.317 143.527 307.836 304.911 149.568
Meerjarige.
..
. – 17.592 – – – – 143.002

In procenten van het totale bedrag.

3m’aands prom. 40,8

38,5

36,1

27,3

18,1
6-maande ,,

7,4

26,1

21,0

18,0

21,4
Jaarbilletten ..

51,8

31,5

42,9

54,7

3,1,0
Meerjarige… .

3,9

29,7

‘-Hieruit blijkt, dat het percentage der uitgegeven
langjarige biljetten gedurende de laatste jaren is ge-
stegen, en vooral de omvang van de drie-maandspro-
messen relatief is verminderd.

– 1932

1933


1Q34

kAPITÂ4LI
NTÇMA
DISCONT0

EN


‘–
NTVAN
-‘


—–
— ——-
_L&CiKiTIPID.

N
EMNT.

3% 51
ATSOLICAT

B/LLL7

–.———
—_–_-j_–_—

-,.

t,
III

/

A,Ç’7D/S


—–

.. ——–
__:

,.
—–.-

10

3 :I4ATK15rp
PIEP


PCA’CL7YZ
GL o

7VWJ’Z//) C,Y
4%
Q
£7YB. /A”5CA
‘YV/NG’

“II

96

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

DE LOOP DER PRIJZEN VAN GROOT-

HANDELSARTIKELEN GEDURENDE HET

VIERDE KWARTAAL VAN 1934.
*)

TARWE.

Velen hebben gemeend, dat ‘de situatie op de

tarwemarkt in de laatste drie maanden van 1934 zou

verbeteren. De grootedroogte in de Ver. Staten en

in Europa is van ongunstigen invloed geweest op

de tarwe-opbrengsten, welke overal kleiner uitvie-

len dan in het vorige oogstjaar. Ook Austraiië had

te lijden onder ongunstige weersomstandigheden en

uit Argentinië kwamen geregeld klachtenover te veel

regen, schade door roest en door sprinkhanen. Ook

werd een verbetering der tarwemarkt verwacht als

gevolg van de schaarschte aan voergranen in Duitsch-

land en in de Ver. Staten. Zij, die prijsverbetering
hebben verwacht, zijn bedrogen uitgekomen, want de

enkele
tijdelijke
prijsverbeteringen zijn meestal zeer

spoedig weder grootendeëls of geheel verloren ge-
gaan. In het begin van het nu afgeloopen kwartaal
trad een vrij sterke prijsdaling in. De oogsten waren

binnengehaald op het Noordelijk halfrond en werden
overal, zoowel in Europa als in de overzeesche lan-

den, snel ter markt gebracht. De opbrengsten waren

in Europa per slot meegevallen en grooter dan zij
oorspronkelijk geraamd waren en het aanbod daarvan
deed de vraag naar buitenlandsche tarwe verminde-

ren. De Midden- en Oost-Europeesche exportlanden
verkochten naar de omliggende importlanden, Zwit-
serland en Duitschland. Rusland is dezen herfstprac-

,tisch niet met tarwe aan de markt geweest en West-
Europa was aangewezen op Canada, Argentinië en
Australië, waarbij nog kwam geregeld aanbod uit
Frankrijk, dat door uitvoer, denatureering en het
vormen van reservevoorraden voor regeeringsreke-
ning van de groote overschotten der oogsten 1933 en
1934 tracht af te komen. Canada heeft behalve in
Europa een markt voor tarwe gevonden in de Ver.
Staten, waarheen flinke hoeveelheden gezonden zijn
voor de industrie en lage gradeeringen voor voeder-
doeleinden. Nadat de koersen zoowel in Noord-Ame-
rika als in Argentinië in October met slechts enkele
tijdelijke verbeteringen tot een in langen
tijd
niet be-
reikt peil waren gedaald, zijn zij in November en De-
cember slechts weinig gestegen. Argentinië heeft in
December door slechte weersomstandigheden nog een
opleving gekend, doch deze eindigde, toen de Argen-tijnsche regeering schattingen publiceerde van de op-brengst van den nieuwen oogst. Deze waren wel klei-

ner dan de zeer groote opbrengst van het vorige jaar, doch voldoende om ook in de toekomst ruim aanbod
te verwachten. Van den ouden oogst werd voortdu-
rend op ruime schaal uitgevoerd en de door de Lon-
densche tarweconferentie aan Argentinië toegestane
uit te voeren hoeveelheid werd belangrijk overschre-
den. De pogingen om voor dit jaar tot overeenstem-
ming te geraken over de door de groote tarwe-expor-
teerende landen uit te voeren hoeveelheden, leidden
niet tot eenig resultaat. in Argentinië zijn voor het
volgende jaar dezelfde minimum-prijzen vastgesteld
als die, welke voor den ouden oogst golden. De tegen-
woordige
prijzen
staan daar slechts weinig boven.
Verwacht wordt, dat in Argentinië dit jaar veel tarwe

) De in de grafieken geteekende prjzen”(goudprijzen)
zijn
maanclgemicldelden,
zoodat de curve dus niet de be-
weging van week tot week aangeeft.

van mindere kwaliteit zal zijn, waarvan men naar de
Ver. Staten hoopt uit te voeren voor voederdoelein-

den. Door den lagen prijs wordt hier geregeld Argen-

tijnsche tarwe voor voederdoeleinden gebruikt. Daar-
bij wordt echter sterk de concurrentie ondervonden

van de inlandsche tarwe welke door onze regeering
wordt aangeboden. Gedurende de laatste . weken was
de-stemming voor tarwe lustelôos en ontbrak belang-
stelling van de
zijde
der koopers. –

ROGGE.

De kleine rogge-opbrengst in de Ver. Staten heeft
daar een geregelde vraag doen ontstaan. Flinke

zaken kwamen tot stand in Poolsche, Lithausche en

Ietlandsche rogge naar Noord-Amerika. Verder
sloot Polen een groot contract met Duitschlarid, ver-
kochten Lithaueu en
Hongarije
naar Oostenrijk. Voor

onze markt kwamen deze soorten niet in aanmerking
en men kocht
bijna
uitsluitend Argentijnsche rogge.

00G9.9 0 100.G

1929

1930

1921

1922

1933

1934

Groot was de vraag niet tengevolge van den overvloe-

digen eigen oogst en het kostte meestal moeite voor

de onderweg zijnde partijen koopers te vinden. En-
kele malen zijn de
prijzen
gestegen, doch de verbe-
teringen waren doorgaans niet van langen duur. Van
den nieuwen Argentijuschen oogst, die zeer goed be-
looft te worden, zijn reeds verscheiden zaken gedaan
ter verlading in
.
de eerste maanden van 1935. Ook

voor deze posities was de prijzenloop eenzelfde, de
prijzen zijn nu echter hooger dan zij op het laagste

punt in de afgeloopen drie maanden waren. De vraag
is echter slechts gering.

MAIS.

Het groote tekort aan maïs in de Vereenigde Sta-

ten heeft een vastere stemming veroorzaakt, waar-
door de
prijzen
konden stijgen boven het niveau van
begin October. Ter voorziening in de behoefte was
men hoofdzakelijk aangewezen op Argentinië, daar
de Zuid-Afrikaansche mais meestal te hoog werd ge-
houden en een betere markt vond in Canada en voor
de industrie in Engeland. Gedurende de laatste weken
was het aanbod uit Zuid-Afrika beperkt. De Donau-
landen zijn met mais aan de markt, doch deze soort
laat de Nederlandsche regeering alleen toe op com-
pensatie-basis. Het gevolg daarvan is,

dat Donaumaïs
bijna niet wordt ingevoerd en in hoofdzaak naar En-
geland en Scandinavië gaat. Behalve naar Europa

wordt Platamaïs naar de Ver. Staten verkocht. In

PER 2000 EG

LW
Mi

1929

1930

1931

1932

1933

1934

den loop van December
zijn
de prijzen eenigszins ge-
daald wegens teleurstellende vraag. Koopers waren
huiverig om nieuwe aankoopen te doen, daar de kwa-
liteit der aankomende partijen veelal zeer te ven-
schen liet. De vooruitzichten van den nieuwen maïs-
oogst in Argentinië zijn zeer gunstig. Tot dalende
prijzen
zijn
verscheiden zaken gedaan ter verlading
in April en volgende maanden. Ook in de Ver. Sta-
ten werd daarvan bij verschillende gelegenheden ge-
kocht.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCh KWARTAALBERICHT

97

GERST.

Gedurende het geheele najaar werd hier in hoof d-
zaak alleen Platagerst aangeboden. Roemeensche

gerst werd vooral in compensatie naar Duitschiand
verkocht en slechts zeer weinig was daarvan voor Ne-

derland bestemd. Hetzelfde was het geval met Rus-
sische gerst, waarvan de uitvoeren klein bleven. De

uitvoer van Roemeensche gerst is nu wegens het slin-

ken der voorraden verboden. De vraag voor Plata-
gerst was beperkt wegens den daarvoor gevraagden
hoogen prijs, die vrijwel constant bleef. Kleine zaken

verden gedaan in de goedkoopere Perzische en in De-

cember ook in Marokkogerst. Argentijnsche gerst van

den nieuwen oogst ter verscheping in Januari tot

Maart vond geregeld koopers tot vrij sterk schorn-
melende prijzen. In het laatst van December zijn zij
weder gedaald tot het peil van begin November.

r.roÇr
t Cr9
,fllflwC

•_
____


________

1029

1930

1031

1932

1934

en ook op de. Zuid-Hollandsche markten werd de
handel in hooge mate beïnvloed door den nog onbe-

stendigen toestand van het betalingsverkeer met
Duitschiand. Tot half November was er daardoor,
hoewel er in Duitschland hooge prijzen besteed ver-

den, weinig kooplust van de
zijde
van den export
naar dat land, hetgeen in Friesland de prijzen aan-

houdend deed afbrokkelen. De
prijzen
op de Zuid-

}lollandsche markten toonden wat meer weerstands-

vermogen, doch ook daar was de handel in het alge-
meen flauw gestemd. In de laatste weken van No-
vember viel er eenige opleving te bespeuren, doch sinds begin December werd, bij minder attractieve

prijzen uit Duitschland, de vraag te onvoldoende om
een verdere prijsdaling te voorkomen.

De export van kaas was dientengevolge in het
laatste kwartaal lager dan sedert jaren in deze periode
is voorgekomen.

Kaas in tons.
LIJNZAAD.

De daling der prijzen, die eind Augustus/begin

September is aangevangen, heeft tot ver in Novem-
ber geduurd. De oorzaak hiervan is wel hoofdzakelijk
te zoeken in de berichten omtrent verwachtingen van
een zeer grooten Argentijnschen oogst; de prijzen, die

half October nog ca.
f
140 per last waren, zijn begin

November gedaald tot ca.
f
125.

Daarna is op berichten van sterken regenval in Ar-
gentinië en schade, die aan den oogst zou zijn toege-
bracht, een herstel gevolgd, hetwelk de
prijzen
tot in

begin December weer op
f
141 heeft gebracht. Deze
verbetering heeft evenwel niet lang geduurd en is
gevolgd door een hernieuwde daling, zoodat wij nu

het jaar verlaten met prijzen van ca.
f
128.

INLC.AD. P00 1.900 CC


IU

1929

1930

1931

1022

1932

1934

De gunstige berichten omtrent het binnenkomen
van den Argentijnschen oogst zijn naderhand welis-
waar tegengesproken, maar de officieele raming van de Argentijnsche Regeering bedraagt 1.840.000 bus,
tegenover een eindopbrengst van 1.440.000 tons het
vorige jaar, hetgeen een verschil uitmaakt van 20 pOt.
Sinds de uitermate gunstige oogstberichten in
October en November hebben ons slechtere oogst-
berichten bereikt, die er op wijzen, dat hoewel de oogst kwantitatief grooter is, de kwaliteit te wen-
schen overlaat en dus dientengevolge het olie-gehalte
kleiner zal zijn.
Berichten omtrent •den nieuwen lijnzaadoogst in
Britsch-Indië luiden ongunstig en er is aanleiding
om te meenen, ‘dat, indien niet spoedig voldoende
regen valt, de Britsch-Indische oogst dit jaar uiter-
mate klein zal zijn.

KAAS.

Van de kaasmarkten is ook dit kwartaal heel wei-
nig animeerends te vermelden. Vooral in Friesland

Invoer

1

Uitvoer

1931 11932 11933 11934 1 1931 1 1932 1 1933 1 1934

le
halfj
274
.239
162 194
41.364 36.603
30.989
29.565
2e

,,
336
249
205 466
45.027
40.535
32.923 31.621
le
kwart
148
128
90 108
18.934 16.302 15.953
13.184
Ze
kwart 127
111
72 86
22.430
20.301
15.036
16.381
3e
kwart
158
109
95
366
24.170
22.161
17.855
16.881
4e
kwart
179 140
110
99
20.856
18.374
15.067
14.740
Jan
. .
50
37
27
31
6.741
5.883
4.910
4.426
Febr.
41
44
26 39
5.845
5.457
5.232
3.956
Maart 57
47
37
39
6.348
4.962
5.811
4.802
April
46
37
25 30
6.988
097
4.438
5.101
Mei
36 38
25
35
6.815
6.299 5.064 5.418
Juni
45
36 22
21
8.627
7.605
5.534 5.862
Juli
48 33
31
203
8.916
6.733
5.700 5.534
Aug …..
54
39
22
137
7.716 7.325
6.402 5.915
56 37 42 20
7.538 8.183 5.753
5.432
Oct.
63

.

51
34
34
8.058
7.804 5.529
5.101
Sept……

Nov …..
57 45 43
35
7.229 5.465 5.314
4.936
Dec……
.59
44
33
30
5.509 5.105
4.224
4.703

BOTER.

Vanaf den aanvang van dit kwartaal, eigenlijk reeds
eenigen tijd daarvoor, noopte een uitgesproken
schaarsche voorziening met het binnenlandsch pro
duet in Duitschland tot een grootere activiteit ten
aanzien van den boterinvoer. Aan verschillende lan-
den zijn daarvoor zelfs nog extra contingenten ver-

leend. Deze gunstige afzetgelegenheid voor boter bij
onze Oostelijke buren is echter de Nederlandsche
markt goeddeels voorbijgegaan. Sinds Augustus ji.
heeft de onzekere toestand in het Duitsch-Nederland-
sche ‘betalingsverkeer ‘het doen van zaken met dit
land afgeschrikt en zijn er meermalen weken geweest,
dat de ‘geheele ‘boterexport naar Duitschland was
stopgezet. Eerst na half November is onze boter-
handel weer normaal op Duitschiand durven gaan
exporteeren, toen de vooruitzichten t.o.v. het func-
tionneeren eener clearingovereenkomst bevredigender
werden beoordeeld en het Orisis-Zuivelbureau in de
gelegenheid kwam, maatregelen te treffen, welke het
betalingsrisico tot de gewone proporties terugbracht.
Door deze betalingsmoeilijkheden is niet alleen een
deel van ons Duitsche botercontingent voor 1934 ver

loren moeten gaan, doch tevens is er, wat het be-
richtskwartaal betreft, een belangrijke steun aan de
botermarkt gedurende de eerste helft daarvan ont-

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
OERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata loco
74 K.O. Bahia
Blanca loco
LaPlata
loco
La Plata
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 KG.
le kwal.
1-5
pond
(versch)
(versch)
Rotterdam! Amsterdam
R’damjA’dam
100 K.G.
R’dam/A’dam
loco Rotter-
damjA’dam R’damjA’dam
per 100 KG.
Broek op
per lOO KG.
Gem.v.3kw.
100 KO.
per
per 100 KO.
per 100 K.G.
per
per 2000 K.G.
per 2000 K.O.
per 1960 K.O.
Broek op
Langendijk
Broek op
Rotterdam
2)
3)
4)
Langendijk Langendijk
Rotterdam

ii
f1
f1 f1
1
010
1925
>
17,20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9


1927
‘14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4


1928 13,475
78,3
13,15
I00,C
226,00
97,7 228,50
96,8 363,00
78,5
4,55
100,0
13,25
100,0
17,23 100,0
93, 100,-
77,50
lOO,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8
1
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,676
56,3 6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77 33,5
1108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4.55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94
‘14,6
6,96 40,4
1
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
6

30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84
10,7
61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5

29,2 3,55 27,2
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0 0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,
55,9
49,50
63,9


Jan.

1933
‘4,95
28,8 3,75 28,7
73,00
31,5 75,25
31,9
136,50
29,5 0,67 14,7
3,38
25,5
3,02
17,5
50,50
54,3
44,75
57,7
Febr.

;,
4,775
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
0,60
13,2
2,06
15,5
2,51
14,6
49,25
53,0

58,1
_Maart
5,05
29,4
3,826
29,3
73,50
31,7
,
76,25 32,3
130,50
28,2
0,61
13,4 1,29
9,7
3,11 18,0
46,50 50,0

59,4
April
5,15
29,’
3,75
28,1
72,75
31,4 71,25 30,2
129,50
28,0
49,50
53,2
48,25
62,3
‘MeI
5,40 31,4
3,776
28,9 70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7
52,25
56,2
49,-
63,2
juni.
5,2530,5
3,55
-27,2-66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5.82
33,9 3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25

,
38,1

49,25
53,0
48,50 62,6
Aug.

,,
5,30
30,8
3,55 27,2
61,25
26,5
67,75 28,7
161,50
34,9


—-

49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.’
4,95
28,8
3,475

26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4

————————

50,25 54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5

———————-
————————

56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55
26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
1,26
27,7 2,23
16,8


59,50 64,0
54,375

70,2
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3 73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
0,97
21,3
2,56

—–



—-

19,3
1,76
10,2
60,75 65,3
53,50
69,0

lan.

1934
4,75 27,6 3,10 23,7
65,25
28,2
58,00 24,6
144,25
31,2
3,65
80,2
2,31′)

—-





17,4
3,08
17,9
62,50
67,2
53,75′
69,4
rebr.
3,40
‘19,8
2,775
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8 3,97
87,3
1,63

—–














—-

12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50 69,0
Maart

,
3,25
18,9
2,72
6

20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6
1,23

—–






9,3
4,24
24,6
61,75
66,4
50,50
65,2
April

,,
3,20
18,6
2,705
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5 63,50
68,3
49,125 63.4
Mei


3,325
19,2
2,876
21,9
62,00
26,8
63,00
26,7
154,50
33,4 65,75
70,7
47,50
61,3
luni
3,676
21,4
3,175
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8

63,25 68,0 43,75
56,5
Juli
3,80
22,1
3,30 25,3
71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7 44,626
57,6
Aug.

,
4,375
25,4 4,276
32,7
83,25 36,0
93,50 39,6
159,25
34,4







—-

63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.

,,
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5
63,55.
68,3
42,626 55,0
Oct.
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
60,70 65,3 42,12
54,4
Nov.
3,50
20,3
3,45
26,4 71,25
30,8 89,25
37
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25

—-








—————

17,0


53,75 57,8
44,50
57,4
Dec.
3,45
20,1

1
3,55
27,2
76,25 32,9
91
,
00
1
38,o
134,00
29,0
1,26
27,7
2,03
















—–

















15,3
1,73
10,0
53,15 57,2 44,65
57,6

7 Jan.

1935
3,30
19,2
3,50
26,9
76,00
32,8
88,00
37,3
133,00
28,8
1,03

t
22,6
2,38














18,0 1,70
9,9
54,6)

58,1
44,-s)
56,8
14

,,
3,30
19,2
3,55
27,2 76,00
32,8
92,00!
39,0
134,00
29,0
1,16
25,5
3,06
23,1
3,08
17,9
54,_6)

58,1
45,756)
59,0
,,
3,30
19,2

1

3,55 27,2
72,50 31,3
89,00!
37,7
142,00
30,7
1,28

1
28,1
2,63
19,8
3,22
18,7
54,50
7
)
58,6
46,257)

59,7
t)
Men zIe voor 0e toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug.1928, 25 l’ebr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tol
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74(5 K.O. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tol
Canada.Van 19 Sept.’32 tot 24Juli’33 62163 K.G. Z.-Russ.
5)
5Jan.
6
)12 Jan.
7
)19 Jan.
8)
3Jan.
6
)10 Jan.
50)
17Jan.
15)
1 Jail.
52)
11Jan.
13)
18Jan.
MINERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN

.
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL

,
WOL
gekamde
KOE- KALK-
Hollandsche
Mid. Contin. r’ide
Gulf exp. gekamde
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling
locoprijzen

.
F. 0. F.
Sakella-

_________


F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
jm

.
f14/64ft
$cts. per
Merii

e


loco B’

df
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open kop
GId. per
100 KO.
R dam(A’dam
1000 K.G.
per
S.
g. 1
per

arre
U.S. gallon New-York
rides
uOmra Liverpool
erib or
P

.
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradiord per Ib.

f1.
51
$
01
$cts.
O/
$
cts.
°lo

pence

°/o

pence
O/
pence
01
pence
%
f1.
°!o
6.
0
10
1925 10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0 1926 17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50


88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48 95,7
1928 10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929 11,40
105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
.8,60
37,0 7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
.71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1

8,50 28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00 64,8
0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10 59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5

33,!
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1

6,90 29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0

16,50
30,0

9,00
30,5 9,25
26,7 7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80 24,9
4,57
15,6
2,76
29,5

15,75


28,6′
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni

,,
8,25
76,3
0.86 51,2
4,25
28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
-15,25
27,7
7,75′
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
Juli
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1

Aug.

,,
7,80
72,2
0.86 51,2
4,30
28,9 7,35
31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0

34,6
5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86 51,2
4,375

29,4
7,75
333
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
-8,75
29,7
13,75
39,6
5,90 49.2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
316
33,8
15,75
28,6
8,50
28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0

34,6 6,10
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.745
44,3
4,436

29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1 11,50 33,1
6,20 51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
.
0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart

.
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87
5

26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75
26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6 5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75.
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei,,
7,15
66,2 0.23
6

14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53.3
Juni

,,
7,15
66,2
0.25
6

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8 5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2 20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.

,,
6,85
63,4 0.52 31,0
3,50
23,6
‘6,60
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3 4,04 27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7 10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.

,,
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
49,6
Dec.

,,
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38.9
6,-
50,0


Jan

1934
6,65
61,6
0.66
39,3
3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75

5
0,0

37,5
6,15
51,3
Febr.,,.

6,30 58,3
0.64
38,1
3,25
21,9 7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75.
43,2

37,5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5 7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April

.
6,30 58,3
0.62
36,9 2,79
5

18,8
6,95
29,9 5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
Juni

,,’
6.15
56,9. 0.62
36,9,
2,83
19,0
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
.
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5 5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52,6
Aug.

»
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.


6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.
6,00:
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.
6,10


56,5
0.62
36,9
2,53
17,0

7,40
31,8
5,42
18,5
2,67 28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6 5,95
49,6
Dec..
6,05 56.0
0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,5
2,77
29.6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05 50,4


7 Jan.

1935
6,05
56,0
0.62
36,9
2,952)

1
19,9
7,60
32,7
– – –

14,75
7
)
26,8

8,257)

28,0
I
0
,75
0

31,0
6,15 51,3
4

,

,
6,05.
56,0
.
0.62
36,9
2,95)
‘19,9
7,45 32,0
5,395)

18,4.
2,96
6
)
31,7

15,008)

27,3
8,25
8
)
28,0

6,15
51,3 6,05
56,0
0.63
37,5
3,-4)1

20,2 7,60
32,7
5,40
6
)
18,4
2,97
6
)1
31,8
15,00
6
)
27,3
8,25
9
)
28,0
6,15
51,3
Jaar- en inaandgem. afger.
ôp
pence.
2)5
lan.
3
)12
lan.
4
)19
lan.
5)
9
lan. 5)16
lan.
7)
3 lan.
8)10
lan.
9
)17 lan.
101

15 lan.
11)2
IRn.

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

p.K.G.

KAAS
Eier
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
OJETERIJ-
iii,
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Heif
Alkmaar
Gem. not. Standaard
Loco rizen
loco

ri’ en
Foundr
Locoprijzen
cash
caah
Leeuwar-
derComm.
Crisis
Fabrieks-
kaas
Eiermijn
Roermond
Locoprijzen
Londen
Lodn
LonIer
7
ier
No 3 f.’b
(Luc III) p.
Londen
Londen
Londen per
Standard
Noteering
.

1
Centr.
.
p. 100 St.
perEng. ton
er En

ton
g
E

t
ng. on
Mddle b
per1Eng.oi
Eng. t. t.o.b.
Antwerpen
per

Eng.ton
per ounce
line
Ounce

.
fi.
0
10
l•
f1.
°j
fi.
Oj
£
OJ
Oj
O

£
OJ
Sh.
010
5h.
0
10
£
O/
sh.
Ole
pence
0
10
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
2tii.17j-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.3
1
6
lOO

8516

100,-.
32lf
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,
851-
99,5
2U116

9,3
1927
2,03 87,9

43,30
77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7 24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101- 78,8
851-
99,5
261′
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99 87,0
63.161-
102,8
21.1(-
57,8
227.5!-
86,8
6,61-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
1j8
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
247/1e
76,2
1930
1,66
71,9

38,45 68,7
6,72 73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6 142.51- 54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
13
11
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35 58,3 36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1!-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216

108,2
13(
41;6
1932
0,94 40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12!-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-

55,2
9.161-
27,1
1181-

138,0
127/
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.17
1
6 21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124(7J4 145,8
12/
38,5

Jan.

’33
0,73 31,6
0,89
21,75
38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0

7.81-
20,3
100.116
38,1 4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218

143,5
Illijle
36,4
1
7
ebr.
,,
0,65
28,1
0,91
20,60 36,8 4,35 47,4 20.31- 32,5
.
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-

50,7
9.151-
27,0
12015

140,8
1115/
1

37,2
Mrt.

,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2;80
30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015

140,8
12
1
/
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,076
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171- 42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011

140,4
l2
18
11
39,9
Mei

,,
0,52 22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6(6
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131- 29,4
12316

144,4
014
41,2
Juni

,,
0,52
22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
27.2 25.71-
40,8
941-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122131

143,0
1311
4

41,2
)uIi

,.
0,55 23,8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2 12.11-
33,3
123110

144,9
12
7
/
38,7
Aug.

,,
0,63 27,3
1,-
18,90
33,8
3,575

38,9
2431-
39,1
8.416 22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351.
52,2
11.71-
31,4
125/10

147,2
12
37,4
Sept.

0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8 7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111

153,1
11
1511
37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1j-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
3916 54,1 3416
51,5
10.131-
29,4
13111

153,3
11
7
1
37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.19,6
27,6
128154

150,1
12
1
14
38,1
Dec.

,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,4fl
59,6
21.11-
33,9
7.121-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.19!-.

27,5
126124

147,6
12
9
/j
39,1

Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34;4
.

7.71-
20,2 148.31- 56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5
12916

151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711

160,3
1211
2
38,9
Mii.,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21-
25,2
13618

159,8
12
5
/
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135/1

158,0
12
7
1io
38,7
Mei ,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41- 32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613

159,4
12
0
1i6
37,5
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
535
4016
55,5
3119
47,4 8.161-
24,3
137/8

161,1
1214
38,1

J

uni
uli
,
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.111- 29,9
6.1416
18,5
142.91- 54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
13711

161,4
12
3
1
39,7
ug..
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
3
r
32
5
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4 139.716
53,2
401-
54,8
326
48,5
8.716
23,2
13816

162,0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-
18,12
5

32,4
3,31 36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.171- 52,6
3916
54,1
3216
48,5
7.17!-
21,7
1411-

164,9
13
1
18
409
Oct. ,,
0,43
18,6
1,-
17,37
0

31,0
3,95
43,0
1631-
26,0
661-
17,3
1137.1916
52,7
3916 54,1
32,6
48,5
7.71-
20,3
141110

165,9
14
43,6
Nov.,
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,52
5
49,3
16.1116
26,7 6.81-
17,6
139.81-
53,2
40-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
13916

163,2
147(
46,3
Dec..
0,54
23,4
0,95
15,12
5

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
1

6.61-
17,3
137.8/6
52
1
5
3916
54,1
341
50,9
7.4j6
20,0
140j64

164,4
l4″/i
45,7

7Jan.’35
0,60
8
)
26,0
0,90
14,50
11

25,9 3,95
43,0
1751-
27,8
641-
17,0
137.5j-
52,4
3916 54,1
3416
51,5
7.61-
20,2
14211

166,2
1414
45,9
14

,
0,60e)
26,0
0,90
15,25
10

27,2 3,90
42,5
16.171-
27,1
6.416
17,1
13861-
52,8
3916
54,1
3416
51,5
7.816
20,5
141111

166,0
14
11
/1
45,7
21
0,60
00

26,0
15,-13
26,8 2,35
25,6
17.-!-
27,4
6.71-
17,4
139.1116
53,3
3916 54,1
3416
51,5
7.516 20,1
142/0

166,1
14
3
/
4

45,9
S Sept. 1932
79
K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot S
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
an. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3

BOUWMATERIALEN

:
KOLONIALE PRODUCTEN

.
VU°ENHOUT
S T E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
,
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
basis 7″ 1
0
b
Zweden
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned._Ind.
Standaard’
Ribbed Smoked
V
e_

1(010-

erstadaard
per

per
50 K.G. c.i.f.
per
100 1(0.
Lopriizen
Rotterdam
Shets
c

ocoonen

R’damlA’dam
Java- en Suma-
stoffen nlale

,an 4.672
M.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
1
12
K.G.
per
100
K.G.
tratheep.’J2KG.
d?en

t
°Io
t
0/
f
01
ah.
°Io
1
°Io
cts.
5h.
°lt
1E
01
0

cts.
Oj
o

1925
159.75
100
15,50

100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926 153,50 96,1 15,75

101,6 19.50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
2J-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.0
1927 160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681- 160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
1J6,375
51,6
19,12
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1 1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9 49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6 07.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110
107,9
21,370 76,3
50,75
82,7
-(10,25
28,8
13,-.
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2 22,620
63,1


32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8 68.0
04.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6

22/5
52,8
15,37
0

42,9
25
40,7
-3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
48.8
46.6
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,32
6

33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75,
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,526

29,5
32,75
38,7
35.2
34.7

Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
6

36,6
23
37,5 -12,125 6,0 7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.

82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6 7,05 37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5 /1,625 4,6 6,25 33,3
31
36,7
37.0 39.7
Apr.

,,
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37.5 -11,5
4,2
5,90 31,5 29,25 34,6
36.2
38.0
Mei

»
70,00
43,8 8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48.2
13,25
36,9
23,50
38,3 -11,5 4,2 5,62
6

30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni

,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,375

34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,30 33,6
28,50
33,7
34.2
38.7
Juli

,
61,50
42,3
8,50 54,8
15,-
18,9
2011
47,3
12,37
6

34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.

,,
63,00
39,4 8,50 54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5

34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9 37.4
Sept.
,,
60,00
37,6 8,75 56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25 .41,1
-12,125
6,0 6,52
5

34,8
23,75
28,1
31.8 36.5
Oct.

,,
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,376
34,5 26,50 43,2
-11,75
4,9 6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2
38.1
Nov.

,,
63,50
39,7
9,50′
61,3
14,25
75,0
17(6
41,2
12,126
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,87
4

31,3
30,75
36,4 35.3
31,2
Dec.

,,
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-/1,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4
34.0 35.7

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1

1
1,625
4,6
5,375

28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
,,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,37
6
28,9.
23,50
38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.

,,
70,00 43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3 9,50
26,5
23,50
38,3
-/1,625
4,6
6,07
32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei

,,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38.8 9,50 26,5
23
‘37,5
-12
5,6
6,02
6

32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
..
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-12,375
6,7 6,35
33,9
.

31
36,7
37.2 37.5 Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4 17/8
41,6
9,475

26,4
22,50
‘36,6
-12,625
7,4
5,92
6

31,6
33,50
39,6
38.2
37.4
Aug.

,,
75,00 46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
244
20,75
33,8 -12,625 7,4 5,27
5

28,1
35,25 41,7
36.5
35.6
Sept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 8,25 23,0
19,75
‘32,2
-12,5 7,0
5375

287
36,75 43.5
36.7
“34.6
Oct.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6 7,62
6
21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9 36.4 32.7
Dec.

,,
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975

22,2
16
26,1
-/2,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9
33.8
Feb.

80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 7,25
20,2
17,25
28,1
-/3
8,4 4,975 26,5
46,75
55,3.
35.9
.
.35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1414
33,7 6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25 22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei
.,
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25 59,2
1512
35,7 6,726
18,7
17
27,7
-14 11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
Juni,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15/4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-14 11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5 33.8
Ju1i,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,925
19,3
16,75
27,3 -14,375
12,3
3,975

21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12110
30,2 6,87
5

19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975

21,2
39,75 47,0
33.9 31.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46,1
1215
29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,725
19,9.
32,25 39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1117
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,525
18,8
32,75 38,8
32.1.
.
27.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12
1
3
28,8
6,62
5

18.5
16
26,1
-13,875′
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
,
1218
29,8
7,176 20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,375

18,0
34,50
40,8 32.7
,
,
28.6

7Jan.’35
65,25
40,8
13(8
7)

32,2 7,87
5

22,0
16
26,1

1
4
‘11,2
3,50
18,7
348)
40,2
32.6
.29.5
14

»
65,25
40,8
13/Ilu
32,7 8,625 24,0
16
26,1

14
11,2

3,50
18,7
32.8
9.
4

21

,
65,25
40,8
1411
10)

33,1
10,

27,9
16
26,1
-13,8125
10,7
3,50
18,7
33.2


29.5
I
.B. Alle Pondennotoer,ngen vanaf 21 Sept. ’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Doliarnoteeringen vanaf 20April ’33 zijn In verhouding van de depreciatie
en den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

100

ECONOMISCH:STATISTISCH KWARTAALBERICHT:

23 ïanuari 1935

vallen. Tevens, is dit voorval in ons betalingsverkeer

met Duitschiand voor een groot deel debet aan het

ongekend groote prijsverschil, dat gedurende dezen

tijd tussehen de Nederlandsche en de Deensche boter-
prijzen heeft bestaan.

Het in verband met de Duitsche betalingskwestie

grootere exportoverschot vond voor een klein gedeelte
zijia weg naar België, waar gedurende de maand

October en de eerste helft van November een zeer be-
hôorlijke vraag bestond en voor de rest naar Enge-
land. In den loop van de maand November kwam
voor het eerst sedert vele maanden ook Frankrijk

weer aan de markt, hoewel de afzet daarheen van be-
scheiden omvang bleef. Do productie was inmiddels

merkbaar verminderd en de statistische positie van
de markt was, mede in ierband met de ter zake van den export naar Engeland in den afgeloopen zomer

getroffen maatregelen, gezond.

Met de wederopname van den export naar Duitsch-
land verbeterde eerst oj het laatst van de maand
November de algemeene marktsituatie. Duitschland
bleef nadien zeer vlot opnemen en ook in België en
Engeland was het niet lastig, de beschikbare hoeveel-

heden tegen hoogere
prijzen
onder te brengen.
Alleen in het binnenland verminderde de koop-
lust tengevolge van de hoogere prijzen, al zullen ook
de hoeveelheden koelhuishoter, welke einde Novem-

ber werden vrijgegeven, de vraag naar versche boter

hebben gematigd. In verband met een en ander wer-
den in December de heffingen voor de binnenlndsche

consumptie verlaagd.

pas

Gedurende de maand Decembér trad in verband
met den aanhoudend levendigen afzet in het buiten-land voor onze boter een verdere prijsverbetering in
en sloot dit voor onze botermarkt ongekend ongun-
stige jaar toch nog met •de hoogste prijzen van 1934.
De uitvoer van boter was in de tweede helft van

1934 groeter dan in een van de drie voorafgaande
jaren.

Boter in tons.

Invoer

1

Uitvoer

1931
1193211933119341
1931
1
1932 1
1933
1
1934

le halfj. 1.233 3.792 310 129 18.007 8.400 17.283 20.744
2e

,,

2.798 437 347 403 14.951 11.977 11.090 16.142
le kwait. 813 3.165 114 32

6.936 3.824 6.454 6.325
2e kwart. 419 627 196 98 11.073 4.577 10.829 14.419
3e kwart. 812 196 125 143

8.656 4.151 6.287 10.163
4e kwart. 1.987 241 232 260

6.295 7.826 4.803 5.979
Jan …..
..423 1.252

15 12

2.278 1.060 1.905 1.753
Febr. •. 260 1.606

58

8

1.819

853 1.916 1.703
Maart .. 130 307

41 13

2.839 1.911 2.633 2.870
April •.

94 266 128 15

3.473 1.600 2.407 3.847
Mei •… 152 1.10

21 38

4.132 1.881 4.047 5.522
Juni … 173 251

47 45

3.468 1.096 4.375 5.050
Juli •… 368

74 . 24 39

2.914 1.128 2.952 4.181
Au …….360

90

36 41

2.977 1.436 1.695 3.408
Sept……84

32

64 63

2.765 1.587 1.641 2.574
Oct.

442

54

81 78

2.793 2.074 1.907 1.582
Nov. …. 663 112

75 83

1.653 2.496 1.459 1.879
Dec. …. 882

75

66 99

1.849 . 3.256 1.437 2:518

KOPER.

WWEEN

•___
1
____________

• –
___

•___

LOOD.

1929

1930

1931

1932

1933

1934

TIN.

Belangrijke gebeurtenissen in verband met cli t
metaal deden zich in de afgeloopen periode vrijwel
niet voor, hetgeen waarschijnlijk wel de oorzaak was

van het kleurlooze verloop van de tinmarkt.

De cash-prijs te Lônden daalde zeer geleidelijk van
£ 232 op 1 October tot £ 228 per ult. December,

niettegenstaande de totale zichtbare voorraden in
dienzelfden tijd daalden van 18.694 tom tot 17.107
tons.

Per saldo bedroeg . de vermindering dezer voor-
raden over het jaar 1934 rond 12.000 tons. Hierbij
dient echter in het oog te worden gehouden, dat de
inmiddels gevormde zoogenaamde Bufferstock van
ruim 8.000 tons buiten deze zichtbare voorraden valt.
In verband met de nog steeds onzekere toestanden
op de wereldmarkt en de weinig bevredigende indus-
trieele bedrijvigheid, welke vooral in Amerika viel
te constateeren, achtte het International Tin Comit-
tee den
tijd
nog niet gekomen, de export-quota der
aangesloten landen te verhoogen. In haar vergade-
ring van 22 November 1934 werd dan ook besloten,
de quota voor ‘het eerste kwartaal 1935 op 40 pOt.
der standard tonnages te handhaven, waarbij dus de
extra 4 pOt., welke alleen voor het jaar 1934 gold
ter vereffening van verschillen, is komen te verval-
len. Overwogen werd hierbij, dat bij een mogelijke industrieele opleving te allen
tijde
over de Buffer-
stock beschikt kan worden om aan een plotseling

grootere vraag naar tin tegemoet te kunnen komen.
Intusschen luiden de berichten uit Amerika wat hoopvoller; de tinafleveringen aldaar zijn over de
laatste 2 maanden op meer normaal peil gekomen. In

1934
le
2e
3e
kwartaal kwartaal
kwartaal
October November
lom
tous
•tons
tons tons Nederl.-Indië
4.240 4.853
5.001 1.149 1.398
Malakka

. . .
7.707
8.990
9.587 2.155 2.967
Bolivia

…..
4.548
4.918 5.504
1.919
2.748
Nigeria

……
995
1.293
1.486
428
354
Siarn

……
2.656
1.880
3.184
866
768

20.146
21.934 24.762
6.517
8.235

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH’ KWARTAALBERICHT

101

hoever deze verbetering echter stand zal hou-den, valt

voorshands moeilijk te beoordeelen.
De exporten der vijf ,,sign-atory oountries” zijn in

vorenstaande tabel opgenomen. Deze cijfers vermelden

de expor.ten exclusief die ten behoeve van de Buffer-

stock.

IJZER.

De toestand in idie afzetgebieden, •die voor ruw

ijzer nog als exportmarkt in aanmerking komen, is
in den loop van 1934 weinig veranderd vergeleken bij

het voorafgaande jaar.
De prijs van Lux 3 op de exportmarkt bedroeg

aan het eind van 1933 361- goud fob. Antwerpen.

Aan het eind van December was het prijsniveau in
de buurt van 34/9. De exporthandel in dit product
is van weinig beteekenis en de noteeringen zijn vrij-

wel nominaal. –

_—-I
–1

929

1930

1931

1932

1933

1934

– Onderstaand staatje geeft de cijfers van de voort-
brenging van ruwijzer in het tijdperk Januari—No-
vember 1934 (1933) in West-Europa en de Vereenig-
de Staten van Amerika in duizenden metrieke

tonnen.

1933

1934
Jan-Nov. Jan-Nov.

• Frankrijk …………………..
5.805

5.640
Saargebied

………………….
1.462

1.676
Duitsohiand …. . …………. …

4933

7.910
Engeland

…………………..
3.773

5.551
België

……………………….
2.525

2.646

Luxemburg ………………….
1.734

1.782

Totaal West-Europa …………..
20.232

25.205

Vereenigde Staten ……………
12.031

14.783

Hieruit blijkt, -dat .de productie in hét genoemde tijdperk in België en Luxemburg nagenoeg niet ge-
stegen, en in Frankrijk zelfs gedaald is. Zooals wij
reeds zei-den was de uitvoer van gieterij-ijzer uit
Frankrijk, dat vroeger een der voornaamste export-
landen van ruwijzer was, in 1934 zeer gering. Ook
het opnemingsvermogen van – de Fransche ijzer- en
staalmarkt zelf was in 1934 beperkt, zoodat men zich

wel
niags
afvagen- of de productie van ruwijzer, hoe-

wel deze
blijkens
bovenstaande cijfers reeds gedaald
was, :toch niet op een te hoog peil is. gehouden. Het
feit, dat de prijs van P.L. No. 3 voor de Fransche
markt, vôôrdat de prijsafspraak tusschen de betrok-
ken producenten in Juni tot stand kwam, tot het
ongekend lage peil van 180-190 frs. basis Longwy
gedaald was, geeft wel steun aan dit vermoeden. Vol-
gdns de afspraak der gieteri.j-ijzerproducenten in
Frnkrjk werd de prijs voor P.L. No. 3 in Juni vast-
gesteld op Fr. Ers. 210 vrachtbasis Longwy, een ni-
veau, waarop het zich tot dusver heeft kunnen hand-
haven. De-overeenkomst werd aangegaan onder voor-waarde, ‘dat ook de hematietproducenten tot overeen-
stemming zouden geraken met betrekking tot den
prijs. De bedoeling was, dat men daarna tot de stich-
ting van ‘een verkoopkantoor voor gieterij-ijzer en
hematiet zou komen. Na maandenlange ‘besprekingen
zijn de hematietproducenten inderdaad tot overeen-
stemming gekomen omtrent de verdeeling van de
binnenlandsche markt. Er is een coniptoir gesticht,
dat voorloopig zal functionneeren tot en met Mei
1935. Er wordt echter geen verkoopkantoor gesticht,
-de deelnemers zullen door ‘hun eigen verkooporgani-
saties
blijven
verkoopen; het comptoir zal echter de
quota en verkoopprijzen vaststellen, en controleeren.

Door -de felle concurrentie der Fransche hematietpro-

ducenten onderling daalde de prijs van hematite de
moulage franco Nord van 365 frs. in Januari tot 310
frs. in December. Men mag dan verwachten, dat de

prijs van hematiet zal worden verhoogd. Tegelijk me-t de verhooging van den prijs van P.L.

No. 3 op de Fransche markt in Juni 1934 verhoogde
het Oomptoir beige, het verkoopkantoor voor de Bel:

gische markt, waarin voornamelijk Fransche produ-

centen van gieterij-ijzer zitten, de noteering van
Lux 3 voor de Belgische markt met eenige tiental-

len Francs tot Belg. Frs. 310-315 vrachtbasis grens.
De prijs werd tot dusver op dit niveau gehandhaafd.
Het bovenvermel-de productiestaatje laat een be-

langrijke verhooging van de productie in 1934 in

Du-itschland en Engeland zien. Wat Engeland be-
treft, is dit voor een deel te danken aan de hooge beschermende rechten op ijzer en staal, die sinds
1932 worden geheven. Het i-s wel merkwaardig, dat
de producenten in het Oleveland-district niet in staat
geweest zijn de productie in den i-oop van 1934 uit te breiden. Het gevolg van de strenge productiebe-

perking is geweest, dat voorraden gieterj-ijzer niet

ontstonden, de prijs van Oleveland No. 3 in Februari met 51- tot 67Y sh. franco Middlesbrough kon wor-
den verhoogd en zich het geheele jaar door op dit
peil heeft kunnen handhaven, en dat zelfs dè export-

prijs in October met eenige Shillings kon worden
verhoogd. Niettemin is de marge tusschen den bin-
nenlandschen en -den exportprijs zeer groot, hetgeen
wel
blijkt
uit .het feit, dat ondanks de stijging.van
kwartaalgemiddelde van de opbrengst van Oleveland
No. 3, dit in het vierde kwartaal 1934 slechts 5714
-bereikte. De binnenlandsche prijzen voor ditzelfde
product
zijn
6716 franco Middleshrough, 70/3 franco
Glasgow, 6713 franco Falkirk.
Het Roheisenverband heeft in het jaar 1934 geen
verandering gebracht in den
prijs
voor ruwijzer be-
stemd voor verwerking in producten voor de binnen-
landsche markt. In J’uli 1934 hernieuwde het Rohei-
senverband. de overeenkomst met de Arbeitsgemei.n-
schaft der Verarbeitenden Industrie en verhoogde
daarbij de vergoeding voor elke ton ruwijzer, die ver-
werkt wordt in te exporteeren gietwerk van 10-12
Mark per ton, onder voorwaarde dat minstens 95 pOt.
van de totale ruwijzerbehoefte der betreffen-de gieterij
bij het Verband werd gedekt.
– Het oude dekkingspercentage was 85 pOt. Deze
overeenkomst is thans voor het eerste halfjaar 1935 verlengd en van terugwerkende kracht verklaard tot
Juli 1934. De vergoeding werd verhoogd tot R.M. 14;

n de -dekkingsvoorwaarden werd geen verandering
gebracht. –

STEENKOLEN.

Het derde kwartaal 1934 bracht in den Nederland-
schen kolenhandel geen belangrijke gebeurtenissen
mee. De contingenteering werkte, tot vrijwel alge-
meen misnoegen der verbruikers en handelaars, ge-
-stadig door. Zodals reeds in een vorig verslag opge-
merkt, kon er aan het Duitsche kwantum niet ge-
tornd worden, daar dit bij handelsverdrag speciaal
vastgelegd was. Op grond van meestbegunstigings-
clausules in onze permanente handeisverdragen met
Engeland en België heeft de Regeering ook deze lan-
den de volle 100 pOt. van hun quota moeten toestaan. Oorspronkelijk was dit slechts 60 pOt. De contingen-
teering heeft wel degelijk aan •het bedrijfsleven
nieuwe lasten opgelegd, wat door de Regeering in
enkele gevallen erkend is, waarbij zij haar tusschen-komst verleende, opdat aan een aldus gedupeerd be-
drijf tegen lagere
prijzen
werd geleverd. Vooral de
exportindustrie is door de contingenteering het
zwaarst getroffen en dat ten koste van een bedrijf,
dat ook nu nog, vrijwel op topproductie staat, nl. de
N.ederlandsche kolenindustrie.
Steeds wrden pogingen aangewend de contingen-
teeing geheel afgeschaft te
krijgen,
of althans voor

102

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januai 1935

de .huisbrandkolen, iii welke de Neder1andshe kolen-
industrie, noch’ kwalitaticf ‘ noch kwantitatief kan

voorzien, en waârin darende een periode •.van
strenge koude een merkbaar tekort
zou
komen. Geluk-
kig hebben wij tot nog toe een zeer zachten winter
.

gehad.

Eenige dagen voor het einde van het jaar werd

bekend gemaakt, dat de contingenteerin over 1935
gehandhaafd zal blijven..

In Engeland is als voornaamste gebeurtenis te sig-
naleerenh’et met Polen getroffen kolenaccoord, waar-

van de publicatie elk oogeb1ik tegemoet gezien kan

worden. De overeenkomst zal zoowel ‘de exportquota’s
als
prijzen
regelèn, waarbij -Engeland verwaëht onge-
veer 1 iillioen ton meer uit te voeren en een prijs-

verhooging van 6 d. á 116 per ton te behalen. Het
wat e te’ wenschen, dat ook Duitschland en de andere
kolenproduceerende lânden zich bij een . dergelijke

overeenkomst aanslot’en. Misschien komt het eenmaal
zoo ver. –

Over het geheel is er in Engëland eei opleving te bespeuren, vooral •in Durham, Northumberland en

Schotland, echter niet in Wales, waar tengévolge van
de quota’s en de minimu’mprijsschema’s de export den
gevoeligen klap gékrégen heeft.

Westfalen meldt”evenais Engeland een• opleving

van den afzet,
terwijl’
ook dé productie, zij het wei-
nig, gestegen is. Deze
blijft
evenwel nog een derde
onder de ‘productie van 1929.

De kolenhydreering gaat steeds meei de aandacht

vragen. In Engeland en Duitschland is men reeds in
het groot bezig om benzine en olie uit kolen te halen
en ook in Frankrjk gaan stemmen op, aldaar soortge-
Tijke industrieën te vestigen. Er wbrdt nl. een twee-
ledig doel mede beoogd. De kolen voiden
oii
schep,én,
treiiaeu en in industrieën steeds meér vervtngen door
‘vloeibare brandstoffen, zoodat de . kolenp’roductie
noodzakelijkerwijze ‘achterdt moet gaan. Is het nu
econofnisch mogelijk’ ‘uit steenkolen die vloeibare
brandstoffen te bdreiden, •dan geeft dit’ dên mijn-
werkers belangrijk meer werk, terwijl door het stièh-
ten van de destillatie-industrieën weer aan duizenden
menschen arbeid gegeven zal worden. Ook maakt het de Europeesche kolenprodticedrènde lade’n; die geen
van alle over olie ên benzine beschikken, vöor de toe-
komst onfhankelijk van de ôverzeesche olie- en ben-
zineproduceerende landen.

PETROLEUM.

– In de verslagperiode valt een der felste
,,benzine-
oorlogen” der A?n-erikaansche petroleumindustrie. Op
prijsonderbiedingen door een aantal kleinere onder-
nemingen reageerden eenige groote Standard Oil

maatschappijen en andere groote ‘concerns met krach-
‘tige prijsverlagingen en spoedi was i’ uitgestrekte
gebiedeh een prijsniveau bereikt, dat voor alle par-
tijen verliesgevend was. Op sommige plaatsen werd
benzine aan de pomp tot lageren
prijs
verkocht dan
haar groothancteisprijs irc de productiecentra beliep.
Deze’ toestadd duurde echter ffiaar betrekkelijk kort,
èn’ alhoewel van ‘een algemeenen vrede nauelijks kon
worden gesproken, werd de situatie’ toch weer beter
en bereikten de. prijzen ongeveer den stand van v66r
dezen oorlog, die de oude antipathie tegen de Stan-
-dard 011 maitts’chappijen weer deed opleven.
‘Tegen h’et einde an het jaar was de toestan.d op

de bimienlandsche hoofdmarkt, het Mid-Oontirient,
echter evenmin bevredigend te nomen als voor het

uitbreken van den strijd. De oorzaak ervan moet wor-den gezocht in een
tijdelijk
weeropleving van de pro-
ductie van ,,hot oil”, die, al had de
strijd
van de re-
geering tegen dit euvel eenig succes opgeleverd, toch
nog steeds voortduurt, en in een vermeerderde acti-
viteit der raffinaderijen. Daardoor wordt de invloed,

die van de ontegenzeggelijk verbeterde statistische
positie zou moeten uitgaan, gecompenseerd. De petro-

leumindustrje is zich bovendien ervan bewust, dat

de klove, die tusscheu haar en ‘den Staatssecretaris

van Binnenlandsche Zaken Ickes bestaat, sinds het
congres van het’ API. niet gesloten, maar ver-

breed is, en de Staatssecretaris waarschijnlijk stappen

zal doen, om de petroleumindustrie, die bewezen
heeft, ondanks alle schoone beloften niet in staat te

zijn, haar eigen aangelegenheden op een met het al-

gemeen belang strokende manier te regelen, onder
federale contrôle te stellen, door haar tot ,,pixblic
utility” te doen verklaren.

in tegenstelling tot de
prijzen
op de binnenland-
sch’e markt, waren die op de
belangrijkste
export-
markt, de ,,Golf-exportprijzen” vooral in de laatste
weken van het jaar vaster, en dit geldt niet slechts
voor de benzine, maar ook voor lampolie en gasolie.

In overeenstemming hiermede konden ‘ook de no-

teeringen voor Roemeensche exportbenzine,
die voor
het midden van het jaar hun laagsten stand hadden
bereikt, weer aantrekken, al liggen zij, zo1s ook met

de Amerikaansche noteeringen het geval is, belang-
rijk beneden de
prijzen
van het begin van het jaar.
Op 1 Januari 1935 treedt in ‘Roemenië het stelsel van
exportpremies in werking, waarvan ook de, overigens

door belastingen sterk getroffen petroleu,mindustrie
zal profiteeren. De exportpremie beloopt voor petro-
leum, graan en hout 6 pOt. der waarde en wordt be-
taald uit een ,,Fonds ,ter bevordering van den ex-
port”, d’at de
b’enoodigde
middelen verkrijgt door een
recht van 10 pOt. hetwelk de importeurs hebben te
betalen.

De toestand in de Rus,sische petroleumindustrie
kan aldus worden gekarakteriseerd, dat ondanks be-
langrijke vorderingen gemaakt in productie, verwer-
king en transport, het ,programma (op enkele punten na) geenszins werd vervuld, hetgeen gedeeltelijk een
gevolg is van positieve tekortkomingen tegenover het
bereikbare, gedeeltelijk echter ook daarvan, dat het
programma te hooge eischen stelde en de’ samenwer-
king met andere belangrijke takken van nijverheid,
waarop de petroleumindustrie is aangewezen (b.v.
n’iachine- en huizenproductie) niét voldoende was.
De Russische petroleumexport is verder achteruit-
gegaan, en de Russische olie is tegenwoordig op tal
van markten een minder gevreesde tegenstander dan
kort geleden. –

Volgns ,,World Petroleum” ‘heeft, de
wereldpro-
ductie van
ruive olie
gedurende de eerste negen maan-
den 1,123,19 ‘mili. barrels beloopen tegen 1.063.16
millioen in hetzelfde tijdperk van 1933, en 1.417.31
niillioen i’n het geheele jaar 1933. Men ‘kan schatten,
dat de productie ‘ian 1934 pl.m. 5-6 pOt. hooger
zal zijn dan die van 1933, waarbij de relatief grootste
toeneming. niet op de Ver. Staten, maar op de andere
groote productielanden ‘zooals Rusland,’ Venezuela,
Roemeiiië, Perzië, Mexico, Nederlandseh-Indië en Oo-
lumbia zal komen.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH IKWARTAALBERICHT

103

KATOEN.

Prijzen van ruwe katoen hebben in het afgeloopen

kwartaal al heel weinig gefluctueerd en het verschil

tusschen de hoogste en de laagste noteering te Rot-

terdam bedraagt hoogstens 1 cent per 34 kg. De
tegenwoordige prijs is 24 cent tegen ruim 20 cent in

Januari 1934; er heeft dus gedurende het afgeloopen

jaar een geleidelijke, langzame stijging plaats gevon-

den.
De berichten omtrent den Amerikaanschen oogst

blijven – vrij gunstig en de opbrengst zal ten slotte
wtarschijnljk ruim 0,6 millioen balen bedragen, dus

iets hooger dan oorspronkelijk verwacht werd.

pn,r

•_


_ _

1929

1930

1931

1332

1977

1334

Het aanbod uit de Ver. Staten blijft klein, daar de

flegeering steeds voortgaat katoen tegen 12 d.c. op
te nemen. Zulks is voor vele farmers eenvoudiger
dan hun katoen op de markt te verkoopen. De door
de Regeering gekochte en beleende voorraden worden
op 4 á 5 millioen balen geschat en hoewel men ook
van Regeeringszijde vel zal trachten den momentee-

len prijs
te handhaven, blijft zulks op den duur toch

een gevaar voor de markt. Men verwacht binnenkort
definitieve Regeeringsinstructies betreffende den
aanplant 1935136, daar men ook het voornemen koes-
tert den oogst voor het nieuwe jaar tot een zeker

maximum te beperken. Door de vrij hooge prijzen van
Amerikaansche katoen trachten spinners over de ge-
heele wereld zich zooveel mogelijk van andere soorten te voorzien, zoodat de vraag naar z.g. exotische katoen
uit landen als Brazilië, Peru, Soedan, enz. zeer is

toegenomen.

WOL.

Na een zeer vaste en levendige stemming op de
markt gedurende de eerste weken van het jaar, trad
een kentering in, voornamelijk tengevolge van de
Duitsche en Italiaansche moeilijkheden, welke gedu-

rende een bepaalde periode zelfs tot een volslagen in-
voerverbod in Duitschland leidden en transacties met
Italië zoo goed als onmogelijk maakten. In verband
hiermede, werd de stemming meer dan slecht en men
zou welhaast kunnen zeggen, dat gedurende den zomer
bijna een paniekstemming heerschte. Later begoii
men de situatie iets kalmer te ‘bezien, en tegen het
eind van het jaar werd men eerder iets optimisti-
scher.

WOL.P6NC.9 DPO 1R

1.

__r4

1929

1930

1931

1932

1933

193
4

De hoogste prijzen van het jaar werden in de
maand Januari betaald, daarna brokkelden de prij-zen eerst vrij snel, later iets meer geleidelijk af tot
zij op een niveau van 50 pOt, van de prijzen in
Januari waren aangeland, op welke basis zij tenslotte
eeiiigermate stabiel bleven.
De betere stemming gedurende het vierde kwar-
taal moet daaraan worden toegeschreven, dat het
•Duitschland en Italië mogelijk geblëken is, de aller-
grootste moeilijkheden ten aanzien van de wolvoor-
ziening te overwinnen.

HOUT.

In het laatste kwartaal van het afgeloopen jaar is

de toestand van •de houtmarkt er over het algemeen

niet beter op geworden. De importeurs hebben feite-

lijk het geheele jaar den invloed ondervonden van de
Vrij groote aankoopen in het begin van het jaar en

hoewel er de laatste maanden nog wel enkele con-

tracten zijn afgesloten, was er toch betrekkelijk wei-
nig animo voor nieuwe zaken.

Daar ook Engeland met enorme voorraden zat,
tengevolge van een abnormaal grooten aanvoer uit

Oanada en de Westelijke Staten van de Ver. Staten,
gingen de pijzen voor Vurenhout daar naar beneden
met het directe gevolg, dat Zweden en Finland groote
moeite deden om nog zooveel mogelijk naar het Con-
tinent te verkoopen v66r ook daar lagere
prijzen
zou-
den moeten worden geaccepteerd. Natuurlijk duurde
het niet lang of de
prijzen
begonnen langzaam af te
brokkelen, zoodat al spoedig in plaats van
f
73

resp. £ 10-f- per std. basis 7″ f.o.b. er noteeringen

waren á £ 9.101- en zelfs £
9-f-.
Vooral de Finnen heb-

ben het hunne tot deze prijsverlaging bijgedragen,
ofschoon die op hun beurt weer beweren hiertoe ge-noodzaakt te zijn door den druk, die door de Russen op de markt werd uitgeoefend. Een feit is het, dat er
inderdaad tot £
9-f-
per std. voor basis 7″ f.o.b. is af-

gesloten en misschien zelfs een enkel
partijtje
van

een minder goede productie of ongunstige specifica-
tie tot £ 8.15!-. Op het oogenblik is het wachten op
,de Russisehe noteeringen, die nog wel eenigen tijd
zullen uitblijven, daër in ieder geval eerst Engeland

aan de beurt is. Daar wordt nog steeds onderhan-
deld, meer over het kwantum dan over de prijzen,
waaromtrent men het, naar wordt beweerd, reeds vrij-
wel eens is.

In Nederland zijn de verwachtingen niet hoog ge-
spannen. De voorraden in de groote steden en even-
eens in het binnenland zijn nog groot genoeg om voor
een Vrij Slangen
tijd
toereikend te zijn, tenzij de
vraag plotseling zou toenemen, waar het op het
oogenblik niet naar uitziet. Er wordt weinig ge-
bouwd en ook de export is nog steeds ongunstig, zoo-
dat ook de kistenfabrieken reden tot klagen hebben.

KOFFIE.

In den loop van het vierde kwartaal daalde de no-
teering van loco Robusta van 1634 op 16 ct. per 34
Kg. en die van loco Superior Santos van 18 op
17 Y ct. Deze nieuwe daling is toe te
schrijven
aan de
sterk verminderde belangstelling voor het artikel,
ontstaan door den bijna volkomen stilstand van den
export. Ook voor binnenlandsch verbruik was de
vraag zeer gering, daar het in den laatsten tijd bij de
branders meer en meer gewoonte is geworden om zich
slechts bij dringende behoefte van het hoognoodige te
voorzien. De markt verkeerde daardoor dan ook
voortdurend in gedrukte stemming.

104

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië onder-
gingen ook slechts kleine wijzigingen. De prijs voor
goed beschreven Superior Santos daalde van 7.30

gouddollar per cwt. op 7.— gouddollar en voo± Rio

type New-York 7 met beschrijving Van 6.10 op 5.90

gouddollar per cwt., alles prompte verscheping.

De cifprijs op prompte verscheping van Neder-
landsch-lndië daalde voor Robusta W.I.B. faq. van

15 op 14Y2 ct. en herstelde zich later weder op 15 ct.

pei 3′ Kgr. Die van ongewasschen Palembang Robu-

sta bleef gedurende het geheele kwartaal vrijwel on-

veranderd 10Y2 ct.

De noteeringen aan de Rotterdamsche termijn-

markt zakten nog verder % á 1V4 ct. in.
De vernietiging in Brazilië bedroeg in het afge-

loopen kwartaal 2.189.000 balen en vanaf het beg.in

in Januari 1931 34.108.000 balen.

RUBBER.

Het internationaal Rubber Restrictie Comité heeft
begin November de
export-quota
voor de eerste drie
maanden van 1935 op 15 pOt. der basis-quota vastge-

steld. Van Engelschezijde had men een verscherping
der export-beperking tot 30 of 35 pOt. geëischt, ter-
wijl men van Neclerlandsche een restrictie van 15 of

20 pOt. voldoende vond, zoodat het cijfer van 25 pOt.
als een compromis is te beschouwen, dat bovendien

niet zonder eenige
moeilijkheden
tot stand kwam.

Aangezien de basis-quota voor het jaar 1935 belang-

rijk hooger zijn dan die gedurende 1934 golden; zal

de maandelijksche productie tegenover December,
waar een restrictie van 30 pOt. werd toegepast, in

absolute cijfers belangiijk sterker dan met 5 pOt. toe-

nemen. Het feit, dat althans overeenstemming werd bereikt, werd door cle rubbermarkt gunstig ontvan-

gen, al zal dezelfde moeilijkheid zich over eenige
maanden weer voordoen, tenzij de practische ontwik-
keling van export en verbruik een der beide partijen

zoo
duidelijk
in het gelijk zal stellen, dat discussies

als het ware overbodig zullen worden.
1-let moeilijke vraagstuk der restrictie van de
be-

volkl.ngsrubber
door middel van – een uitvoerrecht

bleef aan de orde van den dag. Het bleek ni., dat het
uitvoerrecht, dat op 20 cts. per Y21 kg droge rubber, en iets minder voor andere rubber, werd vastgesteld,

tot een vrij sterke, ja tè sterke vermindering van den
uitvoer heeft geleid, (pl.m. 5000 ton in October en
November tegen 15.615 ton in September) zoodat dc
regeering tegen het einde van het jaar weer .tot een
verlaging van dit recht besloot. De plannen om de

z.g. iiidividueele restr.ictie, zooals deze voor alle Euro-
peesche ondernemingen en, voor de hevolkingstuinen
op Java van toepassing is, ook op de buitenbezittin-
gen toe te passen, hebben verderen vooruitgang ge-
maakt, al zal de regeering hierbij niets overhaasten.
Niet ontkend kan worden, dat de heffing van een
uitvoerrecht volgens het drobggewicht der rubber een
belangrijke verbeteiing der kwaliteit van het bevol-
kingsproduct tengevolge heeft gehad.
In heta.fgeloopen jaar zal -het
verbrik
‘an rubber
de 900.000 -ton.. belangrijk hebben overtroffen (1933
814.00.0 ton, 1932 683.000: ton).; nog sterker is echter
de
wereld export
toegenomen, die naar schatting
985.000 ton tegen 852.000 ton een jaar geleden en

708.000 ton twee jaar geleden beliep. Ondanks de
sinds Juni toegepaste restrictie is de verhouding van
uitvoer tot ierbruik in het afgeloopen jaar niet ver-
beterd (wèl was zulks id de Watste maanden hét ge-
val), ofschoon de toeneming van het vrbruik eigen-

lijk een bijzonder hoopgevend ierschijnsel is.

De productie-uitvoer der voornaamste productiege-
bieden kan voor de laatste maanden als volgt worden

aangegeven: Malakka: October 36.819 long tons

(tegen 43.162 in September en 47.739 in October
1933); Java en Madoera October 6067 (5820 en 6942)

tons van 1000 kg; Buitengewesten 12.426 (26.660 en

21.941) ton, en Ceylon November 6375 (October: 6918

en November 1.933 6363) ton. De wereldproductie
van plantagerubber heeft in October 1934 volgens

Wijnand & Keppler 68.048 (September 87:514; Octo-

ber 1.933 83.873) ton bedragen en gedurende de eerste
tien maanden van het jaar 826.729 ton bereikt, dus

op 7000 ton na evenveel als de .wereldproductie van

het geheele jaar 1.933: 833.491 ton. De rubbervoor-

raad in de Ver. Staten beliep eind November 361.000

ton tegen 364.500 ton in het begin van het jaar, ter-

wijl die in Groot-Brittannië op 15 December 1934
132.499 ton ‘bereikte tegen 86.791 ton op 1 Januari
1934.

Misschien kan men., zonder te moeten vreezen, dat

men door de feitelijke ontwikkeling zal worden ge-

logenstraft, zeggen, dat de vooruitzichten der rub-
bermarkt in liet komende jaar sterker van de ont-
wikkeling van het verbruik zullen afhangen (en van
de interpretatie dezer
cijfers
door de leiders der toe-
passing der restrictiebepalingen), dan door de pro-

ductie zelve; immers is deze laatste volgens het res-

trictieplan vrij goed te controleeren, terwijl het ver-
bruik zich aan een dergelijke contrôle onttrekt. Juist
deze mogelijke en gewenschte aanpassing van de pro-

ductie aan het verbruik doet zeer belangrijke schom-
melingen van den rubberprijs in de naaste toekomst
niet verwachten.

SUIKER.

De suikermarkt was gedurende het laatste kwar-
taal van het afgeloopen jaar – liet wordt eentonig
– bom, zonder verbetering.

De enkele gëbeurtenissen, welke plaats vonden, zijn

van reguleerenden en plaatselijken aard. In Amerika
is men namelijk voortgegaan door onderlinge rege-
ling van productie en afzet de markt voor verrassin-

gen te vrijwaren. Zoo zal de Philippijnsche oogst be-

langrijk beperkt worden, terwijl van het overschot
van het iiet melasse kan worden geproduceerd, waar-
voor nog emplooi gezocht moet worden.

Tegen liet einde van het jaar besloot de New-York-
sche Coffee & Sugar Exchange om een nieuw ter-
mijncontract in te stellen, liet ,,No. 3 contract”. De

noteeringen zullen luiden op basis van ,,in bond”
voor ruwe rietsuiker van elke herkomst. Dit betee-
kent een aanzienlijke verruiming der New-Yorksche
markt, die daardoor tevens minder gevoelig zal wdr-
den voor de gebeurtenissen in Ouba.

Op het verloop der noteeringen op de New-York-
sche termijnmarkt gedurende het afgeloopen kwar-
taal valt weinig commentaar te leveren, hoewel
de flu.ctuaties niet onbeteekenend waren. Spot Oen
trifugals noteerden op 1 October 2.97 d.c., kwamen
eind November tengevolge van een in Ouba vastge-

stelden minimumprijs op 3.0834 d.c. te staan en ble-
ven verder ongewijzigd. December termijn noteerde
0
1) 1 October 1.96 d.c. en begin December 1.80 d.c.,
Maart termijn opende op 1.93 d.c., daalde in den loop
van October tot 1.66 d.c., trok daarna geleidelijk aan
om eind December op 1.82 te .belanden.
Vermeldenswaard is het feit, dat tengevolge van de
geringe hoeveelheden Cubasuiker, welke tegen Decem-
ber termijn coiitracten konden worden aangediend, de
noteeringen van deze. positie van 1.80 d.c. op 1 De-
cember stegen tot 2.- d.c. op 20 December, terwijl de

noteeringen der verdere termijnen op laatstgenoem-
den datum 1 punt lager waren dan op den isten De-cember. .
De Engelsche markt werd geheel beheerscht door
de raff.inadeurs, die, voorzoover ze hun behoeften niet
reeds gedekt hadden, zich konden voorzien van bin-

23 Jahuari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

105

nenlandsche bietsuiker, zoodat weinig aankoopen van
,,full duties” zooals Culbasuiker. en Javasuiker plaats

vonden, waarvan overigens op de zeer lage prijzen

zoo goed als geen aanbod bestond.
Evenals gedurende het vorige kwartaal trok de Lon-
•densche termijnmaikt zich weiniS aan van de stem-
riing te New-York. Gedurende de maand November

werden week laagterecords gebroken. Tot dusver was
er nog nooit een noteering beneden Sh. 41- geweest.
De noteeringen luidden begin October voor Decem-

her Sh. 415, Maart Sh. 4/7′ en December 1935 Sh. 51-,

brokkelden langzaam af om op 13 November het

laagste punt te bereiken met Sh. 3110% voor Decem-
ber, Sh.
41-%
voor Maart en Sh. 417 voor’Deeember
1935. ‘Een langzaam herstel volgde èn het einde van
het jaar gaf het volgende beeld te zien: December
Sh. 411, Maart Sh. 414% en December 1935 Sh. 4110 %’.

Vermelding verdient, dat in Duitschland de sui-
kerindustrie en handel thans ook ,,gleichgeschaltet”

zijn door de instelling eener nieuwe organisatie, wel-
ker President, die door den Rijksminister van Voed-
selvoorziening en Landbouw benoemd wordt, eén vrij-

wel dictatoriale macht bezit.
In ons land volgde de markt geheel de stemming

te Londen. Ook hier kwamen de noteeringen midden
November op recordiaagten. De noteeringen te Am-
sterdam waren op 1 October voor December
f
3% en

voor Maart
f
3%, op 13 November
f 278
resp.
f

en eind December resp.
f
3% en
f
3
3
/8.
Opmerkelijk

was het, dat van December posities weinig liquidaties
plaats vonden en alles omgezet werd op latere maan-
den, waarbij de bij te betalen prijsverschillen gering
bleven. Blijkbaar had niemand lust op deze lage basis

verlies te nemen.

Op
Java verkocht de Nivas gedurende het laaste
drie-maandelijksche tijdvak van 1934 ruim 400.000
tons suiker. De prijzen daalden tot
f
2.85 voor witte

Suiker met bestemming Westkust van Britsch-Indië
– midden November – en konden zich tegen het

einde van het jaar tot iets boven
f
3 verheffen.

Wat de Europeesche bietoogsten betreft, was het
opvallend, dat de verwaëhtingen steeds beter werden
naar mate de tijd voortschreed. Telkens verhoogde
F.O. Licht zijn maandelijksche ramingen. De eerste
raming was aan den lagen kant, aangezien algemeen
aangenomen werd, dat de ‘droge zomer in verschil-
lende streken aan de bieten schade berokkend had. De verdere ontwikkeling was. echter blijkbaar der-
mate gunstig, dat de laatste raming voor Europa zon-
der Rusland 235.000 tons hooger luidde dan de eerste
en wel 6.827.000 tons tegen een opbrengst 1933134
van 6.185.000 tons. De raming voor Rusland’ is
1.500.000 tons tegen een opbrengst van 1.100.000 ton

in 1933134.

THEE.

De theeprijzen der Amsterdamsche veilingen ver-

toonden gedurende het laatste kwartaal van 1934 een
lichte stijging, vooral onder invloed van .betere kwali-
teit. De Java theeën konden ca. vier ets. in prijs stij

gen, terwijl Sumatra thee van gemiddeld 30 ets. op
32% ets. per h.kg kwam. (Zie eerste tabel volgende

kolom).
De Londensehe markt liep gedurende de verslag-

periode eenigszins terug

(van gemiddeld 12.89 d. per
ib. tot 11.61 d. per ib.). Omgerekend in ets. per h.kg
tegen den gemiddelden weekkoers van het Pond is

dit resp. 42.8 en 39.0 ets.

in cts. per h.kg

veiling gemiddelden
veiling datum

Java thee Sumatra thee Gemiddeld
20/9

1934
………..
32

30

31%I
4/10

, …………33
1
%

32

33
18110

, ………….

32%

31%,

32%

………..

32%

30%

32%
15111

,,

………..

34%

31%j

33%
29/11

..
………..
34

32%

33%
1.3112

…………..
36

32%

34%
jaar’g’emiddelde 1934

39
1
/2

,,
.

. 1933

31%

Het veilingaan’bod ‘te Amsterdam liep ook in het vierde kwartaal op, ‘vergeleken met het vorige jaar,
zulks in tegenstelling met Londen, hoewelde afne-

ming aldaar ieder kwartaal iets geringer werd.

Veiling-aaii’bod te Amsterdam (in kisten).

1934

pCt.

1933
le kwart:(6 veilingen) 65.624 afgenomen met 35 100.456
2e

(7

).. 80.055

,,

,, 23

103.967
3e

(4

,,

). 74.591 toegenomen ,, 22

61.057
4e

(6

)’. 70.187

12

62.860

Tdtaal
….
290.457 afgenomen met
11%:,
328.340

Veiling-aanbod te Londén (in kisten).

• 1934

1933
le kwartaal . . 945.566 afgenomen met 15%1 pCt. 1.117.916
2e

. .

870.914

,,

,, 8

,.

945.560
$e

,,

. .

915.542

.. 6%

977.843
4e

. .

860.424

,,

,, 3%’

,

890:277

Totaal . 3.592.446

..

,,
8% i

3.931.

Van meer ‘belang voor de statistische positie van de thee zijn de voorraadeijfers die, voôr zoover het
Londen betreft, met 3%1 pCt. zijn toegenomen en te
Amsterdam met nog niet 1 pOt. afuamen.

1M9E.CT52 ‘/,Kn

70

50

10

1929

1930

1931

1932

1913

1934

Voorraden Nd.-Ïiidische thee’bij het Thee-Etablissement

te Anlste’rdam (in kisten).

-.

1934

verschil met

1933
ultimo le kwartaal

69.799 ‘afneming 27 pCt.

95.927
2é’

,,

. . : 83.691

,, –

27%; ,,

115309
3e

,,

. .

88.193

,,

8

,,

. 96.111
4e

,,

. . . 74.699

,,. . 213:

.

75.23,2

Vorraden thee te Londen (in 1000 lbs.).

1934

verschil met . . 1933
ultimo le kwartaal – . 251.475 . – 9 pCI.

275.640
2e

,,

. . 212.207-

– 13%1 ,,

244.771

3e

,,

. . 232.544

– 1

235.329
4e


279.178

+ 3%

269.794

De aanvoeren en afleveringen te Amsterdam bedroegen

.

(ilt
kisten).

Aanvoeren

‘ .Afleve’rigen

1934

1933 ‘

1934

‘ 1933
le kvartal
……..
58:562 .102.502

63.995

70812

2e

. ‘87.571 109.709’

‘ 73.679

90.327

3

……..

87.757

57.565

83:255

7.6.763
4e ” ………..56.456-

61.546

69.350

82.425

TotaaL : 290.346 331.322

290.87.9 320.327
Teruggeloopen met

12 pCI.

9 pCt.

Uit de gegevens van het Centraal Bureau voor de

Statistiek blijkt, dat de aanvoeren in Nederland ge-
dureh’de 1934 niet 10 pCt. teruggeloo’pen zijn, terwijl

de ijivoeren tot verbruik 3 % pCt. vooruitgingen. Dit
laâtst’e gegeven stemt hoopvol voor de toekomst.

Aanvoer en ‘invoer tot véllbruik in Nederland (in 1000 kg).

Aanvoeren

Invoer tot verbruik

1934

1933

1934

1933
ie’kwa’rtaal
……
3.555

-5.534

1.871 •

1.548

2e –

..

•…….4.187

5.18.6

2.006

2.150


3e

•.. ‘

4.940

• 3.860

3.457

2.785

4e :. – ,,:

3.574

3.528

– 2.608

3.122

Totaal
…..
16.256

18.108

9.942

9.605

10 pOt.

+ ‘3%’ pCt.

106

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 J’anuari 1935

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN DUITSCHLAND,

GROOT-BRITTANNIE EN DE VEREENIGDE STATEN

Duitschland.

(Samengesteld in overleg met het Centraal Bureau

voor de Statistiek te ‘s-Gravenhage.)

Hoewel de moeilijkheden bij de grondstoffenvoor-

ziening uit liet buitenland, door de slechte positie
van den goud- en cleviiezenvoorraad en het belang

rijke passieve saldo van de handelsbalans gedurende de
laatste maanden niet zijn verminderd, kon de indus-

trieele productie zich, na een kleine daling in

Augustui, toch op het vrij hooge niveau handhaven

(ca. 87 hij 1928 = 100 en 61.2 in 1932). De voort-

brenging van productiemiddelen breidde zich, dank

zij ook de vele pogingen om tot vervanging van inge-
voerde producten door binnenlandsche te komen, ge-

durig uit en bereikte in October een nieuw hoogte-

punt. De groep ,,Investitionsgüter”, waarvan het in-

dexcijfer in 1932 tot gemiddeld 37.0 wts gedaald, ver-
beterde in November1934 zelfs tot 84.4 tegen 55.8 in

November 1933. Terwijl de stijging bij de voortbren-

ging van kapitaalgoederen zich in den laatsten tijd
nog eenigszins voortzette,, beweegt de productie van

ver’bruiksgoederen zich sedert Juni, toen een cijfer van
101.8 werd bereikt (77.7 in 1932), in dalende rich-

ting (de stijging in November is niet noemenswaard)

en bedraagt nu weer 91.3.
Het is vooral de voortbrenging van eenige belang-

rijke verbruiksgoederen, welke door haar afhankelijk

heid van de buitenlandsche grondstoffen sterk onder

de deviezenvoorschriften te lijden heeft, inzonder-
heid daar ook de voorraden aanzienlijk verminderen.
In de textiel-industrie moest zelfs tot verkorting van
den arbeidstijd worden overgegaan om ontslag van
arbeiders te voorkomen. De productie in de textiel-
industrie daalde van 105.1 in Mei tot 94.2 in Novem-

ber (96.6 in November 1933).

De sterke stijging in de voortbrenging van ver-
bruiksgoederen, welke sedert het begin van 1934 viel
waar te nemen en die zich tot Juni voortzette zal

voornamelijk in anticipatie op de te verwachten
gi
.
o
ndstoffenmoeilijkheden hebben plaats gevonden,
dus door op voorraad te werken, en niet onmiddel-

lijk voor de binnenlandsche markt. Dit is ook in over-
eenstemming met de omzetten in den kleinhandel, die’
een veel gestadiger groei te zien geven. Eerst in den
allerlaatstnn tijd, nu het grondstoffenprobleem acuut

is geworden, reageert de uiteindelijke consument met
het inslaan van voorraden. De totale omzetten in den
kleinhandel stegen van September op October van

62.9 op 71.5 (1928 = 100) en van 57.0 op 59.9 in

dezelfde maanden van 1933.
De verder afnemende werkloosheid (2,604 millioen
tegen 4,059 millioen in December 1933), de stabiel
blijvende bonen en de toenemende inlagen bij de
spaarbanken (R.M. 12,242 milliard tegen 10,618 in

October 1933) wijzen naast de stijgende omzetten in
den kleinhandel op een voortgaande verbetering van

het volksinkomen. Parallel met de. algemeene’ op-
waartsche beweging in het binnenland löopt de ver-
meerdering van het goederenverkeer per spoor en in

de binnenvaart (42.7 mullioen ton tegen 36.1 millioen

in October 1933).
Op de grootere opname-capaciteit van de binneii
landsche markt wijst ook de divergentie tusschen de
industrieele productie en den uitvoer. Uit ‘de on’twik
keling dezer beide reeksen sedert 1933, maar vooral
in 1934 blijkt, dat de toegenomen productie geheel en

al door de bi’nnenlandsche markt moet zijn geabsor-
heerd. De uitvoer kin in September en Octber de
seizoenrnatige stijging doorzetten,-terwijl de afneming
in November eveneens normaal is. De beweging blijft

evenwel, in
vergelijking
met het vorige jaar, nog

steeds dalend. Dank zij de invoer-contrôle verdween
het invoersaldo, dat in Augustus en September ook al
gering was, en maakte weer plaats voor een uitvoer-
overschot (tôtaal in October en November R.M. 27

millioen tgen R.M. 141 millioen in dezelfde maan-

•den van 1933 en R.M. 166 millioen in 1932). De in-

voer blijft zijn gedwongen dalende ‘beweging behouden
niet het reeds genoemde nadeelige gevolg, wat de
grondstoffenvoorziening betreft. Doordat de regee-

ring door verschillënde handelsverdragen gebond en
is, kan zij den invoer van voedingsmiddelen en fabri-caten niet willekeurig verlagen, zoodat zij tegen haar

wil wel genoodzaakt is ook den grondstoffen-import
te beperken.

Het vraagstuk der
prijzen
dreigde eenigen tijd
moeilijkheden te veroorzaken (instelling van prijzen-
commissaris) en het
blijft
ook nu nog, uit het oog-
punt van kosten, gezien de toch reeds lastige omstan-
digheden van den uitvoer en het vragstuk van de

kosten in !het binnenland, steeds ‘de aandacht trekken.
De algemeene tendens tot
prijsstijging,
in sommige
groepen zelfs
tamelijk
sterk, is onmiskenbaar.

Indexeijfers

Jan.

Nov.

Juni

Nov.
van

1933

1933

1934

1934

Groothandeisprjzen …..
91.0

96.0

97.2

101.2

Landib. producten …….
80.9

93.7

93.7

101.1

Textielgoederen ………
118.5

1.22.3

125.4

134.7

Kosten van Leveusonderh.
116.6

120.2

120.5

122.3

De toestand op de geld- en kapitaalmarkt blijft

zich, niettegenstaande de lichte daling in de laatste

maanden,, door een hoogen rentevoet kenmerken. De
koersen van 6 püt. obligaties staan na een kleine

verbetering, nog op ca. 93: Voor de verdere ontwik-

keling kan ‘de nieuwe credietwet van 5 December 1934,

welke vele
ingrijpende
veranderingen ‘in het bank- en’
credietwezen voorstelt, van beteekenis worden.
Over het geheel genomen wekken de gegevens over

de productie en de werkloosheid den indruk van een
vrij gunstige ontwikkeling. De moeilijkheden van zoo-
wel den invoer als den uitvoer en in mindere mate
ook de prijsbeweging, kunnen in de toekomst echter

een storend element gaan vormen, zoodat de ‘toestand
‘in het algemeen labiel moet worden geacht.

Groot-Brittannië.

In het voorjaar van 1934 eindigde •de eerste phase

van opleving van het economisch leven in Engeland
na de diepe depressie; sedertdien handhaafde het een-

maal bereikte niveau zich met eenige aarzeling; in
•het laatste kwartaal van het jaar is echter weer een
nieuwe voortgang der opwaartsche beweging te be-
speuren, zij het in vertraagd tempo. Het indexcijfer
der bedrijvigheid van ,,The Economist” was ‘in Maart
1934 109,1 en schommelde sedertdien tusschen 107,5

en 109,5. In October overschreed dit iudexcijfer voor
het eerst deze grens tot 109,6 en in November tot
110,2. Hoewel deze laatste vooruitgang gering is, is
hij •als symptoom van een verdere opwaartsche bewe-
ging zeer belangrijk.
De verbetering in de ‘binnenlandsche conjunctuur
komt .het meest markant tot uit.ing ‘in de houwvakken
en in de staal- en machine-industrie.
Al wordt de ‘bourbedrjvigheid buiten de eigenlijke
kapitaalmarkt om gefinancierd, zoo wordt zij toch

door de lage en nog steeds dalende ‘kapitaalrente en
de politiek van ‘de regeering ‘tot opruiming van krot-
woningen, krachtig’ ‘gestimuleerd. Hierdoor en door
den zachten winter zet de ‘bedrijvigheid in de ‘bouw-
vakken zich voort, aooals in •dezen tijd van het jaar
sinds menschenheugenis niet is voorgekomen. Er
liggen nu nog 20 pOt. meer bouwplannen dan in het

voorjaar op uitvoering te wachten.
Tengevolge van de ‘groote activiteit in de bouw-
vakken en door het goedkeuren van £ 60 millioen
meerdere uitgaven voor bewapening voor de volgen-
de vijf jaren, is de bedrijvigheid in de ijzer- en staal-
industrie gedurende de tweede helft van 1934 ge-
stegen. (Zie t’a’bel bovenaan volgende pagina).
,Doör een sterkere vraag naar kolen voor indus-
trieele doeleinden is de bedrijvigheid ‘in den kolen-
n
lj
n
bo
uw
wat verbeterd, al is de vraag naar huis-

brand gering.

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

107

Staalproductiie in 1000 metr. toijs.

Jaar
Staal
Ruwijzer
1929

………
816
643
1930

………
618 525
1931

………
438
318
1932

………
445 303 1933

………
593 349
19341)

…….
758
505
1)
11 maanden.

De reorganisatie van den kolenmijubouw is reeds
in vollen gang. In Zui.d-W.ales vond een belangrijke
fusie van belangen ‘plaats door samenvoeging van de

Poweil Duffryn Steam Coal Cy.’ en Coelsh Associated
Collieries. Hierdoor wordt een contrôle over 75 mij-

nen met een potentieele productie van 20 millioen
ton per jaar verkregen. Er zijn verder ontwerpen
voor een gedeeltelijke fusie in Durham, South York-
shire en deelen van Nottin•ghamshire en Derbyshire.

Terwijl dus bijna alle ‘takken van de zware indus-

trie en de industrie van productiemiddelen goed van werk zijn voorzien, is de tendens bij de consumptie-
goederenindustrie verdeeld. Naast enkele bedrijfs-
takken, die goed gaan (kunstzijde en schoenen), staan

andere, waar de depressie nog steeds aanhoudt (ka-
toen). De industrie van consurnptiegoederen heeft

zich de laatste jaren weliswaar hersteld, maar de ver-
betering is bij clie in de industrie van productiemid-
delen verre ten achter gebleven.
Bij de typische oude Engelsche industrietakken, de kolenmijnbouw en de katoenindustrie,
grijpt
de Re
geering in om de crisisverschijnselen of structuurver-
anderingen ‘het hoofd te ‘bieden. Ook op de ijzer- en staalindustrie, de derde peiler van Groot-Brittannië’s
oude
industrie, oefent de Regeering invloed uit, want
de verlenging van ‘de beschermehde invoerrechten
wordt afhankelijk gesteld van een sterkere organisa-torische ‘aaneensluiting. De actie der scheepbouwin-
dustrie om zichzelf te helpen door verkleining van
de te groote productiecapaciteit wordt indirect ge-
steund; de eerste credieten zijn ree’ds verleend door
een bank, die in contact stâat met de Bank of Eng-
land.
In nauw verband met de over het geheel genomen
vrij gunstige
cijfers
der industrieele ‘bedrijvigheid
staan die van de
werkloosheid,
die weliswaar in Octo-
ber en Novemiber iets
zijn
gestegen, daarentegen in
December wederom zijn gedaald. Vooral het werk-

loozencijfer over December’ 1934 is
bijzonder
gunstig

en ongeveer
gelijk
aan de tot nog toe ‘gunstigste
maand September 1934 en verder ‘het laagste cijfer
sedert Augustus 1930.
De laatste maanden van het afgeloopen jaar kebben
zich gekenmerkt door een grooter ruimte op de geld-
en kapitaalmarkt. De koersen van Britsche staats-
fondsen
zijn
zeer sterk gestegen. 2Y2 pOt. Consols
noteerden aan het einde van 1934 reeds 93 pOt.
De omvang van het ‘belegging zoekende kapitaal
blijkt nog uit de deposito’s bij de clearingbanken
(Nov. 1934 = 1911 mill. £ tegen Nov. 1933 = 1928
mili.
£),
die door het ontbreken van Ibeleggingsmoge-
lijkheden een
stijging
van hun deposito’s trach-

ten te verhinderen. Om dezelfde reden deden de ban-
ken geen beroep op de circulatiebank voor discontee-,
ring van wissels.
De voorsc’hotten van de clearingbanken toonen ook

geen
stijging.
De wisselportefeuille daalde zelfs, ver-
geleken bij het voorafgaande jaar, gemeten aan de
verplichtingen. Men heeft de vlottende kapitalen dus
niet voor de financiering van ‘de
stijgende
productie
en onuzetten gebruikt. Het grootste gedeelte van de
bankgelden werd in effecten, speciaal in staatsfond-
sen, belegd.
De geringere behoefte van het bedrijfsleven aan
kapitaal is, naast de sterkere financiering uit eigen
middelen ee:n gevolg van het feit, dat het kapitaal op
andere wijze dan vroeger wordt verschaft. De niet bij
de clearing aangesloten banken nemen in sterkere
mate aan de verzorging van de geldmarkt deel. Boven-

‘dien interesseeren
verze
ke
r
ingsmaatschappijen zich als

tegenwicht tegen de laag rendeerende staatsobhgatién

voor goede aandeelen. Tenslotte wordt vooral de bouw-

bedrijvigheid, die een ware ,,b’oom” doormaakt, voor

een aanzienlijk deel buiten de beurs om gefinancierd

en wel bijna uitsluitend door de bouwspaarkassen.
De cijfers van de clearing te Londen, die van April
t/m. Sept. overeenkomstig de minder gunstige indus-
trieele bedrijvigheid een dalende’ tendens vertoonden,

stegen èn in October èn in November belangrijk. Zij
waren in November hooger dan in eenige andere

maand sedert 1931.
De sedert 1932 gevolgde open markt politiek van
de Bank of England veroorzaakte door koop van be-

leggingspapier een voortdurende toeneming van
liquide middelen bij de credietbanken, hetgeen een
sterken druk op •den rentevoet uitoefende. Deze druk
werd versterkt door de buiteniandsche kapitalen, die

slechts tot korte belegging bereid waren.
Het Ministerie van Financiën werkte de verlaging

van de ren’te in de hand door schatkistwissels zeer
schaarsch te maken. De huidige. marge tusschen par-

ticulier en officieel disconto van resp. en 2 pOt. is

buitengewoon •groot. M.aar ook een verlaging van ‘het
officieel disconto zou de vroegere verhoudingen niet
herstellen, want de ‘buitenlandsche kapitalen vloeien

toch niet uit ren’tabilitei’tsoverwegingen naar Enge-
land. Er bestond een gentlemen’s agreement tusschen
vier van de ,,Big Five” omtrent het minimale dis-

conto voor schatkislibiljetten. Sedert den zomer van
1934 werd dit herhaaldelijk overtreden door de sterke
daling van het particulier disconto der outside-ban-
ken. Op 6 November 1934 viel deze overeenkomst ‘of-
ficieel uiteen en op dien dag daalde het disconto van

1 op pOt.
Naast de besproken factoren van dalende geld- en
kapitaalrente en de verhoogde industrieele activiteit
is een kleine opleving in den buitenlandschen handel

ingetreden.
Textielgoederen en kolen — vroeger belangrijke
uitvoergoederen — spelen een steeds geringere rol.
De Regeering ‘tracht deze beide takken door ‘handels-

verdragen en het verkrijgen van contingenten te hel-
pen. ‘De moeilijkheden van de Engelsche handels-
politiek liggen daarin, .dat dergelijke overeenkomsten
meestal alleen met die landen kunnen worden afge-sloten, die als leveranciers van agrarische producten
op het Engelsche ‘afzetgebied aangewezefl
zijn.
De

‘binnenlandsche agrarische politiek leidt echter tot
verhooging der prijzen van voedingsmiddelen (bacon!).
De scheepvaart ‘toont de gebruikelijke seizoenterug-
slag, echter ook een achteruitgang van de tijdelijk
sterk gestegen vrachtien, welke stijging, veroorzakt
door een toeneming van de verschepingen tengevolge

van agrarische misoogsten, dus uiteraard van be-
perkten duur moest zijn.

Vereenigde Staten.

De ‘achter oiis liggende ‘periode heeft slechts gerin-
ge veranderingen gebracht. Er vond een langzaâm
‘herstel plaats, ‘dat evenwel een aarzelend karakter
toon’de. Waar in de tegenwoordige omstandigheden de
regeeringsmaatregelen in Amerika van zulk een groot
‘belang voor ‘het zakenleven zijn, wordt dit gekarakte-riseerd ‘door een afwachtende houding in verband met

de nieuwe Oongreszitting en ‘de voorstellen, die daar
behandeld zullen worden.
Vergeleken met de overeenkomstige maanden aan
het eind van 1933, is er groote overeenkomst tusschen
de conjunctuur in beide jaren. Het jaar van econo-
mische experimenten, van een ongekende droogte en

daardoor veranderde
prijzen
en voorraden, heeft ten-
slotte als geheel niet veel verandering gebracht.
Wel hebben perioden van herstel en van inzinking
elkaar afgewisseld, maar de krachten in tegengestelde
richting bleken per saldo ongeveer even groot te zijn.
Aan het einde van 1933 beschouwde men dien toe-
stand zoozeer onbevredigend, dat van regeerings-

108

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

23 Januari 1935

zijde verschillende maatregelen werden getroffen, om
tot een verbetering te geraken; ôok thans nogis men

in regeerin’gskringen bezig middelén te beramen, die
een constanter herstel in de hand’ kunnen werken.
dan men tot nu toe heft weten’ fe beriken. Daarbij

heeft de regeering ‘den laatsten tijd doen Uitkomen,
dat
zij
meer dan in de achter ons liggende perioden

naar samenwerking niet het
bedrijfsleven
wil streven.

Industrie eis bedrijviglbe.id.

De diepe inzinking in de
bedrijvigheid
gedurende
den zomer en herfst, waarbij het gecorrigeerde index-

cijfer in een paar maanden
tijds
van 86 in Mei tot 71

in- September daalde, is tot stilstand gekomen, en
heeft plaats, gemaakt voor een licht herstel. Het in-

dexcijfer van October steeg tot 73,-dat van November

(voorloopig cijfer) tot 74. Volgens de voorloopige be-
richten bleef de-
geleidelijke
verbetering ook in. De-
cember aanhouden. Hierbij speelde de bedrijvigheid

in -de ijzer- en staalindustrie een belangrijke rol.

De gecorrigeerde index beweegt zich daarbij in
gelijke richting als die van de geheele induitrieele.
bedrijvigheid. Het niveau van het midden van 1934

is nog lang niet bereikt.

Indices der bedrijvigheid, na seizoenscoi-r.

1934 –

iste kwartaal Sept. Oct. Nov.
Totaal ————
81

71

73

74
IJzer en staal

62

37

41

48

Ook in het bouwbedrijf is de opleving van het be-

gin van 1934 niet duurzaam geweest. Het indexcijfer

van het bedrag ‘der aanbestedingen (gecorrigeerd),

dat in Jauuari’ 49 bedroeg, daalde onophoudelijk tot’
26 in Juni en 27 in Juli en Augustus, om vervolgens

weer langzaam te gaan stijgen tot 31 zoowel in Oc-
tober als in November.
.. –
In de industrieën van verbruiksartikelen is de ten-

dens anders. In de beidè meëst representatieve groe-

‘pen, die der voedingsmiddelen en de textielindustrie,

is, wat de eerste groep betreft, de
bedrijvigheid
groo-
ter dan einde 1933 en begin 1934, (indexcijfers
resp. Çct. 1934 107, Jan. 1934 06 en Qct. 1933 85),

terwijl de bedrijvigheid – voor sei’zoensgecorrigeer-
de indexcijfers – in de textielindustrie slechts
gedurende September,
tijdens
de groote staking, ach-

teruitging, maar zich overigens’ op een niveau van

omstreeks 85 ‘kon handhaven (Nov. 88). ‘ –
De pogingen om een herstel teweeg te brengen gaan
thans dan ook in de richting van de industrieën van
kapitaalgoederen. ‘ Men wil trachten gedurende de

komende maiiden de bouwbedrijvigheid aan te wak-
keren door de eigenaars tot verbetering, en ver-
nieuwing van hun huizen op groote schaal te bewe-
gen, terwijl er ook regeeringsplannen ‘bestaan om tot
een groot programma van woningverbetering mede
te werken, waarbij credieten verstrekt zullen worden
voor het opruimen van krotwoPingen.
De regeering hoopt daarbij goede resultaten te be-‘
reiken, daaralgemeen een grooter verbruik van ijzer
en: staal ‘gedurende de eerstvolgende ‘maanden door
hët particuliere bedrijfsleven, vooral door de auto-
mobielindustrie, wordt verwacht. Deze verwachting
is gebaseed op het feit, dat de nieuwe modellen der
auto’s dit jaar vrij laat gereed zijn gekomen, waar-
door de bedrijvigheid in de ‘aut’omobie1brncie
‘in
October en N,ovember zeer laag’ was in vergeijking
met de’ov.erige maand’en,van he’t jaar., mde eerste helft was de productie veel ,hooger dn In’ 1933,- in

de tweede helft viel iij’ nagenoëg rnetd”e:’in
:
1933
samen. Nu er desonclanks ‘een stijg’ende’ ‘lijn’ in de –
bedrijvigheid der ijzer- e. staalindustrie vielte con-
sta’teeren (zie de grafiei in ‘de volgende kolom), hoopt
men,,. dat die verbetering krachtiger zal worden,” wan-
neer de automobielproductie haar normalen loop her-
‘neemt’.

Er bestaan ook plannen om wijziging te brengen
in den aard der openbare werken, dje ter leniging
van de crisis worden uitgevoerd. Men ‘wil op groote
schaal tot verbetering der spoorwegen overgaan,

Capaciteit
in
de staalindustrie.

tuIuIIuIIIII

FiliNEL
q
1
k11-
EEN

j F M A M J J A S
0 N 0

vaarbij bestaande kruisingen en overwegen zullen

verdwijnen, door de banen ter plaatse op hooger ni-

‘eau te brengen. Men verhoogt ‘daardoor de veiligheid
van het verkeer en maakt op den duur grootere ex-

ploitatiesnelheid mogelijk.

Op deze wijze hoopt men, door een samengaan van

regeeringehulp en hetgeen men van ‘d’e particuliere
bedrijvigheid verwacht, de industrieën van kapitaal-

goederen zoo krachtig
mogelijk
te stimuleeren. Wat de
bouwbedrijvigheid betreft zijn er eenige factoren, die
erop wijzen, dat de regeeringsbemoeienis hiër in de

richting van het particuliere bedrijfsleven gaat en

dus de bestaande tendens zou versterken.
De inzinking in de bouwbedrijvigheid in den loop
van 1934
blijkt
bijna uitsluitend te
zijn
veroorzaakt
door een achteruitgang der aanbestedingen voor
openbare werken, die van $ 113 millioen per maand in

het begin van het jaar tot $ 52 millioen in November,

zijn gedaald. De aanbestedirigen voor particuliere

bouwwerken bleyen zich het geheele jaar tusschen de
$ 60 en 80 millioen per maand bewegen, hetgeen
meer is dan in 1932 en 1033 gemiddeld door particu-

lieren werd aanbesteed. Het eenigermate ter,ugkee-
rende vertrouwen wordt hier dan ook bevestigd door het feit, dat, volgens de laatste berichten van de Fed.

i:Tome Ldan Board, de particuliere ciedietgeving voor
bouwopdrachten ,grooteren oMvang aan gaat nemen en
de credietaanvragen voor dat doel bij de Home Loan
Banks ,aan het afnemen zijn.

Rege er-in gsuit gaven.

De crisisuitgaven hebben, vanaf Juli 1933 tot eind

Nov. 1934, ruim ‘$ 5,6 milliard ‘bedragen. Gedurende
de’ tweede helft van 1934 werd maandelijks gemiddeld
bijna ‘$ 300 millioen voor ‘dat doel uitgegeven. Op deze wijze voortgaande zou men in Juni 1935, aan
het einde van het begrootingsjaar 1934-1935, tot
een totaal van bijna ‘$ 7 milliard aan crisisuitgaven
komea; in o,vereenstemming met de volgens de oor-
spronkelijke ‘plannen in de begrooting opgenomen

MILL.$
,
r800

T0TALUITG
CRIISUITC,. VERST.
600

500
HIERVANNAAR

OPENSARE,WERKEN

JA 50
rio
J F MA M J JA 50 MD
933

1


IQYI

1 OC

80

60

4C

20

23 Januari 1935

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

109

cijfers. Daar er op de gewone dienst een klein over-
schot is, zou het 1begrootingstekort dus eenige hon-
derden millioenen minder bedragen.

In de voorgaande grafiek zijn de maandelijksehe

crisisuitgaven geteekend. In Juli 1934 ontving de

R.F.C. groote bedragen aan uitgeleende credieten teru.g.
Vandaar, dat in die maand de uitgaven voor openbare

werken groo’ter waren dan alle crisisuitgaven.
Ongeveer 60 pOt. van deze crisisuitgaven worden

in beslag genomen door de bedragen voor openbare
werken; daarop volgen, wat grootte betreft, de door
cle Reconstruction Finance Oorporation verleende

credieten, en vervolgens de credieten door de land-
banken en de Agricultural Adjustment Administra-

tion verstrekt, de cre.dieten van de Home Loan Banks
en het kapitaal van de Deposit Insurance Corpora-
tion. 1-lieruit blijkt, dat een zeer belangrijk deel dezer
crisisuitgaven uit regeeringsieeningen van tijdelijken
duur bestaat, die over eenigen
tijd
zullen worden af-
gelost, indien het herstel van het economisch leven
op bevredigende
wijze
intreedt. Tegenover de bijna
3 milliard uitgaven voor openbare werken staat na-

tuurlijk de stoffelijke waarde daarvan, nadat zij ge-
reed zullen zijn. Al zal deze waarde vermoedelijk min-

der dan $ 3 milliard bedragen, toch is zij zeker niet
te verwaarloozen, waar werken als de hydro-electri-

sche centrale in Tennessee-Valley hiertoe ‘behooren.
Nu op de begrooting ‘1935—’36 een bedrag van
$4 milliard is uitgetrokken voor werkverschaffings-

doeleinden, welk bedrag door leeningen zal worden
gedekt, kan worden geconstateerd, dat het oorspron-
kelijke doel van Roosevelt, herstel van het begroo-
tingsvenwicht in 1935—’36, niet is bereikt.

Prijzen.

De
prijsstijging
in den nazomer en herfst, die groo-
ten deels voor landbôuwproducten gold, als gevolg van
den slechten oogst, is in latere maanden tot staan
gekomen’ en veer in een lichte prijsdaling omgesla-

gen. Hetzelfde geldt voor de kosten van levensonder-
houd, die goeddeels de kleinhandeisprjzen weergeven.
De wanverhoudirig tussehen de prijzen van fabri-caten en agrarische producten •is in ‘het afgeloopen
jaar sterk verminderd.

Prijsiudex van agrar. producten en fabricaten.
Basis
1926 = 100.

l

[pup..
E. 0
-mamma

minmom
LE
a
0

maanampuns

aannaanaam

Handelsomzetien.
De omzetten zoowel van warenhuizen als van f i-

liaalzaken ontwikkelden zich in den ioop van 1934
geleidelijk in
stijgende
richting, wanneer men cle
op seizoensinvloeden ‘gecorrigeerde
indexcijfers
be-
schouwt. De Marketing Research Division van het
ministerie van handel heeft voor het eerst het resul-
taat gepubliceerd van’ een onderzoek naar de omzet-
ten in den kleinhandel in kleine steden en op het
platteladd. Deze indexcijfers vertoonen een plotse-
linge sprong in. Sept., terwijl voordien geen regel-
matige stijging valt te constateeren zooals bij de al-
gemeene omzetten. In die maind is de vergrooting

der omzetten echter veel belangrijker geweest dan in
de stedelijke zaken. ‘ –
Wij geven hieronder de verschillnde indexcijfers.
Jan. April Aug. Sept. Oct.
Warenhuizen
(1923-’25 = 100) 69

77

79

76

74 Fi.liaalzakeu
(1929-’31 = 100) 89

92

93

95

92
Kleine steden
(1929-’31 = 100) 79,5 73,8 79,2 98,8 89,1

Vergelijkt men de
cijfers
over October met die van

Januari, dan blijkt duidelijk de invloed van den

heteen toêstand in dn Landbouw. Volgens het

Januari-overzicht van de National’ City Bank van

New-York waren de Kerstverkoopen op het platte-
land, vooral in het Zuiden en Zuid-Westen 20 tot

30 pOt. hooger dan in 1933, terwijl in de Oostelijke

industrieele Staten de verbetering 5 tot 10 pCt. be-

droeg.

Buitenlandsche handel.

Terwijl over het algemeen de in- en uitvoercijfers
niet veel verandering vertoonen, maken de maanden

September en October hierop een uitzondering door

een tendens tot waardestijging van den uitvoer, die
in delaatstgenoemde maand, voor het eerst sinds
begin 1033, tot hovèn de $ 200 millioen steeg. Voor

een deel kan de waardestijging op rekening worden
gesteld van de prijsstijging van landbouwproducten.

De uitgevoerde
hoeveelheden
landbouwproducten zijn

daarentegen verminderd.
De stijging van den invoer was niet zoo groot als

die van den uitvoer, zoodat het uitvoersaldo in 1034
zeer aanzienlijk is gestegen.

Waarde van dcii in- en uitvoer in inill. ])ollars.

Jan. t/ni. Oct

1929

1930

1931

1932 1933

1934
Uitvoer

…….

4.352 3.279 2.047 1.342 1.299 1.768
invoer
………
3.751

2.649

1.791

1.122

1.188

1.371

Uitvoersaldo

601

630

256

220

iii.

397

Geld- en lcapitaalrnarîct.

De ruimte op de geldmarkt duurt onveranderd
voort. Ofschoon dus de vraag naar geld op korteren

en langeren termijn nog gering is in vergelijking met
het aanbod kan men toch op eenige tendens tot ver-
betering wijzen. De leeningen voor handels- en indus-
trie-cloeleinden, door ‘de leden-banken van het Re-
servesysteem geplaatst, zijn vanaf Juli met bijna

$ 400 inillioen toegenomen. Daartegenover staat een
vermindering van leeningen op effecten met $ 500
millioen in dezelfde periode. Het totaal der uitstaan-
de leeningen is weliswaar afgenomen, maar de ver-
houding is eenigszins gewijzigd ten gunste van leenin-
gen van het bedrijfsleven. Bij de bespreking der
bouwbedrijvigheid hebben wij erop gewezen, dat oolc
bij de verstrekkig van bouwcredieten een iets groo-
tere bereidwilligheid ‘van de
zijde
van het particuliere
kapitaal
schijnt
op ,te komen.
Het is geheel in overeenstemming met die toege-nomen credietverleening voor zakendoeleinden, dat’
de terstond opzegbare deposito’s der banken geleide
lijk groeien, van 9,2 in Juni tot 10 milliard dollar in
November.
Wat de emissies ‘betreft, is het particuliere ‘bedrijfs-

leven nog nagenoeg niet aan de markt, behoudens
voor enkele conversies. Emissies van privaatrechte-lijke instellingen bedragen meestal minder dan $ 10
millioen per maand tegen een maandgemiddelde van ca. $300 millioen v66r de crisis. De financiering van
het particuliere bedrijfsleven geschiedt nog steeds
nagenoeg geheel via de Reconstruction Finance Oor-
poration en andere regeeringsinstellingen.

Regeeringsingrijpen.

Door de mogelijkheden van regeeringsingrijpen, zoowel op monetair gebied – direct en indirect, het
laatste door middel van nieuwe vergrooting der staats-
schuld – als direct in het bedrijfsleven met de code-bepalingen, blijft de toestand onzeker, hetgeen zich weerspiegelt in grootere voorzichtigheid op idustri-
eel-, handels- en financieel-terrein. Deze onzekerheid
wordt nog. vergroot door beroepen op het hoogge-
rechthof om verschillende regeeringsmaatregelen on-
grondwettig te verklaren, o.a. de annuleering der
goudclausule in contracten en obligaties, de bepa-
lingen van de petroleumcode en de wet tot verplichte
pensionneering van spoorwegpersoneel op 65-jarigen
leeftijd.

110

MONTHLY BUSINESS STATISTICS OF THE NETHERLANDS. *)

23
Januari
1935

Production and trade.

Production Importa
1) .
. .
Exports
1)
.
.’
o
Construct.

contractsl)

..

.-
.
o.
I-

.
. .

:
E-
o
E
.o

2
Cr
•-
E-
0
b
:

.
0)

in
1000
in in in in
ii
In
in in
in
in

:
B

tonsmuI.g
g
~
1
000
~

miii.
in miii. K.G. miii.
1000
miii.
1000
miii.
l
i
th

ou-
ts
1000
tnstonston
1000
miii.
g
tons

1925
593 101
9.55
0.36

205
121
2.56
4.12 0.62
151
164
52
6311
24
395e
31 237
1.280
7.7
6.6
36.5
54
1926
737

148
11.33
0.39

203
125
3.04
4.i
0.67
146
193
52
8991

28
325e
100 444
1.744
7.9
7.0
35.9
58
1927
791

172
11.07
0.48
7,5
212
139
3.28
5.32 0.59
158
210
58 751
29
318e
173 579
2.158
7.7 8.1
38.8
54
1928
910 173
13.35
0.57
5,6
224
157
4.02
6.381 0.59
166
225
67
849
27
573
336 633
2.431
7.4 7.7
43.8
58
1929
965 172
14.84
0.68
5,9′
229
161
4.27
6.87 0.62
166
228
72
895
27
503
875 717
2.271
6.0
8.0
45.9
63
1930 1.018

187
15.42
0.29
7,8
202
146
3.36
6.52 0.67
143
222
62
929
23
412
908 743
1.992
5.7 7.8
45.0
59 1931
1.075 108
12.66
0.16 14,7
158 128
1.95
4.67[0.54
109
230
45
941
17
243
706 791
1.588 4.5
7.2
39.4
49
1932 1.063

49
7.44
0.10 25,3
108
101
1.57
3.15 0.37
71
204
28
764
12
163
530′ 686
1.380
1.3
6.4
35.0
38
1933
1.048

32
9.08
0.12 26,8
101
112
1.42
3.42 0.47
61
189
25
704
13
194
564 683
1.356
0.9 5.3
31.3
40
1934

87 59
197
23
751
14
179
684 670
1.360
0.8
5.1
31.0
27

J.’33
1.045 8.55
0.11 23,8
104
117
1.48
3.49 0.62
56
173 22
778
12
181
497 616
1.246
1.0 5.7
39.5
48
Aug.
1.071′

41
8.07
0.02 24,4
106
113 1.22
3.50 0.65
62
217
24
804
13
189
534 752
1.541
1.0
6.4
41.3
44
Sept.
1.040J
5.26
0.13 24,4
111
110
1.44
3.33 0.52
74
208
28
771
13
204
590 689
1.334
0.9
5.8
36.6
37
Oct.
1.058 10.10
0.18 24,6
109
105 1.45
3.68 0.41
63
199
26
753
13
196
844 674
1.326
0.9
5.5
26.2
46
.
Nov.
l.O47t
41
5.38
0.06 25,7
109
109
1.42
4.27 0.29
63
191
26
688
14
206
899 799
1.554
1.0 5.3
30.4
46
Dec.
1.0205
11.09
0.06 31,9
108
112 1.82
4.73 0.81
52 116
23
531
11
224
780 631
1.231
1.1
4.2
20.4
55

J.’34
7.15
0.08 31,9
100
119
2.05
4.96 0.92
56
202
22
645
13
184
630 655
1.297 0.9
4.4
32.7
44
Feb.
i.070}
974

51
6.93
0.17
8,9
82 116
1.10
2.49 0.18
51
207
20
643
13
132
359 750
1.488
0.8 4.0
31.6
31
Mar.
1.070
9.19
0.05 26,4
94
126
1.18
2.99 0.39
61
236
23
807
15
166
314 802′
1.590
1.0
4.8
34.5
33
Apr.
958
11.28
0.28 25,4
86 122
1.19 3.11

0.47
54
197
20
793
14
148
281 675
1.372
0.8
5.1
26.8
32
May 1.002> 55
9.38
0.15
5,3
87
125
1.49
3.17

0.73
57
193
21
776
13
135
358 682
1.444
0.8
5.4
29.7
30
June
992J
7.44
0.10 25,3
89
111
1.74
3.67

1.16
59 167
22
811
14
206
474 696
1.472
0.7 5.9
41.-
30
July
10.34
0.20 26,8
86 108
2.25 3.52

1.5
58
190
24
788
13
217
717 639
1.345
0.7 5.5
.47._
28
Aug.
1.053

71
6.81
0.09 27,4
89 106
1.46
3.19

0.73
69
194
22
878
17
148
801 690
1.433
0.7 5.9
39.-
20
Sept.
1.026

.
6.29
0.04 27,3
78 98
1.39
3.25 0.75
69 183
25
792
13
183
992 704
1.374
0.7 5.4
23.6
9
Oct.

1.047

1.126
4.51
0.06 27,9
87 100
1.43
3.03 0.54
62
202
27
758
11
230
1.171

665 1.339
0.9
5.1
24.0
25
Nov.
1.044
5.22
0.24
88
101
1.54
3.10

0.211
60
206 26
681
13
195
1.080 471
953
0.7
4.9
23.6
28
Dec.
75 56
185
23
645
13
209
1.026 613
1.208
0.7
4.7
18.1
19

.

Capital market
Money
Prices
Transport’)
market
Stock exehange

Si
Savings-
Indexnubers of
__________
Shipping Capital Issues
banks
•3
(OV
o•
.-
U
Prices
5)
-.
z.’
Tonnage

Cd
r

of ships

.-
0)
In
– –
Q)
+
.
•l)
n
InV
&)
0
)
1)

.
.
S
0.
S
ou
i-
°
e
o
.
1

1
°
In
In


t
Q
Int.
1)
0)
0
.
r3
0
.
u.t

0
S
In
1
bD
t
S
.5 .5
0)
.- t.

1
In
million guilders
In pCt.
1
!0Il929=I_Spt.3
1924-IOct.I
’23
InlOmillion
In million
o

1
1
1
’24=
cubicrnetr.
Guilders
——

1925




25
18
15 10
5
20
304
191
2,88
3,08
155


5.00
4.24
13.6
6.31 342
1926



39
36
16
23
6
33
299 209
2,92
2,88
145

95,1
5.22
6.10
13.6 6.23
312
1927



41
4 13
28
8
33,
321
225 3,83
3,76
148

94,9
5.95
4.80
13.5
6.23
296
1928




55
4
30
25 28
27
332
242
4,16
4,18
149

95,8
6.14
5.03
14.5
6.42 266
1929
158 168
433
125
38
7
27
11
24
14
343
257 4,89
•4,82
142

95,1
6.02
4.12
15.0
6.79 236
1930
149 126
265
83
50
5
29
21
2
48 367
292
2,17
2,06
117
79
91,1
5.95
4.00
14.6
6.62
255
1931
118
94
168
50
28
40 24
4
1
27
429 302
1,56 1,42
97 67
85,5
5.17
3.85
13.7
6.37 284
1932
76 67
116
25
37
23 35
2
0
37
490
294
1,18
0,85
79
51
79,7
4.42
3.16
11.6
6.09
378
1933
84
79
138
23
30
19
29
1
0
30 516
307 1,28 1,08
74
50
78,9
4.62
3.15
10.1v
6.06
382
1934
76
77
158
16 16
171
30
1
59
78

J.’33
92 88
151
28

518 304
2,64
3,53
73
49

4.93
3.35
11.4 6.11 333
Aug.
89 85
150
26
0.2

0.2

0.2
521
306
1,08
1,21
73 51

4.72
3.61
11.7
5.94 333
Sept.
86 82
147
22
7.0
4.9 7.0


7.0
521
306
1,00
0,77
75 55
79,0
4.65
3.40
10.0
5.95
417
Oct.
79
78
139

19
20
2.9

5.1
202.9


202.9
518
305 1,00
0,50
76 55

4.92
3.23
10.1
6.35 388
Nov.
76
73
145
16
4.4
2.2
4.4

0.5
3.9
518 305 1,00
0,47
76 54

4.76 3.20
9.2
5.93 435
Dec.
76
8
0

153
18
0.4
3.8
0.4

0.4 516
307
1,00 0,50
77
55
80,7 4.57
3.10
10.7
7.22
338

J.’34
79
85
159
19
6.0
1.4
6.0

6.0
518
312
1,00
0,50
79
55

4.72
3.24
10.1
5.86
377
Feb.
811

89
159

1
9
1.9
306
1.9

1.9
521
314
1,001
0,75
80
55

4.23 3.08
8.1
5.75
388
II

Mar.
80
871157!
201
4.21








—-




4.21
_I
-1
4.21
517
313
1,071

1,231
79
1

55
1

80,1
4.751
3.17!
9.7

I
6.0
1
!
408

I
II

Apr.
1

77
1

85j158!
191
11.5l752
163

1
_j.
-1163
1
509 1
308
1
1,86
2,041
79
1

58
I

1
5.011
2.961
9.0

I
6.17!
342

II

May
I

75
8111561

171
3.61
15

I
3.61
-I
0.6!
2.9J
507
I
309
1,22
1,37I
77
1

58
I.

– .
5.20I
3.47I
9.4

I.
5.681
416
II

‘Junel
71
i

731154I
151
7.1!

5.71
7.1!
-1
-1
7
1

506
310 1
1,00
0,771
76
55
1

79,2
5.151
3.461
9.0

1
6.221
418

II

July
1

72
1

6911571 15!
0
.
9
1
108
.
0
!
0.91
-I -I
. 0.9!
500
311

1
1,00

0,74I
77
1

53
I

1
5.53I
3.41I10.8
1
5.93I
294

1
Aug.
I

75
1.7111561
151
‘2.7I
49.01
Z.7j
-I
o.iI
2.6!
509
I
314
1,00!

0,72I
78
I’

55
I


5.48I
3.65I10.9
I
5.85I
330

II

Sept.I
77
I

721158!
iGI
2.21485.5!
2.21
-I
o.oI
1.3!
510
I
315
I
1,001
0,60I
77
1
1

1
4.76I
3.36I
9vI
5.80!
434

I
Oct.
1

77
1

7011611
141
2.71
97.51
2.71

___I
.._I
2.71
510
1
316
1
1,001
0,62I
77
1

52

1
5.15I 3.67I
8.9’uI
6.081
.453
II

Nov.
I
I

68!16lI

13I150.6I.
7.61150.Gj
_I.
_1150.6I
513
I I
1,00!
0,62I
77
1

51
1

1
4.54I
3.53I
8.1v1
5.84!
415

1

IIDec.
1
72
1
68
1
161
1
12
1
18.6
1
52.3
1
18.6
I
-l’.°l
3
.
6
!
.

1
.1.
1
17711
1

1 1
.1

4
)
The
yenrly
figures
are
calculated
trom
the
monthly
averages,
with
the
exception
of
the data
of
savings-banks,
which
give
the Decem-
ber-tigures.
1)
,
Ceniral
Bureau of

Statistics.
) From
January
’32
preliminary
tigures.
3)

The
figures
from
1925

1927
refer
to June.
4)

Grosa
II

weight
in

tons.
5)
Source:
Bank
voor
Handel
en
Scheepvaart.
Rotterdam
(Copyright).
6)
Department
of Agriculture.
New
series,
started
1
July
1929.
7)

Bureau
of Statistics
Amsterdam.
v
=
preliminary.
1
(metric)
ton
=
IOuU
K
.
G.

23 Januari 1935

MONTHLY BUSINESS STATISTICS OF THE NETHERLAItWÏIIE

)

Production of’)
Foreign trade
1)

Imports
Exports

oJ
.
_
-.-.
=
._
o
0)
– –
5-
4
T;
s



,
s
.
bb

uv

.
.B
s
°
‘°
.

_y

In 1000 kilograms
miii.
In million kilograms
miii.

In million kilograms
miii.
gid.
gId
gid.

1925
70.0

150.1-

-190.04.25.8-29.3-
80.1
1926
74.5
123.4




132.1
234.4
– –
166.8!5.1
31.4

57.6
1927
75.2
117.4
– – –

137.0
630.3
10.5
8.1
193.9 5.5 7.2

25.4

61.8
1928
83.6 234.8


– –
131.7
801.4
12.9
10.7
255.0
5.8
9.7
2.8
36.7
231.3
48.1 1929



– –
88.1
279.7
– – –
60.3
120.3
842.7
13.6
12.4
248.0
6.9
7.0 2.7
37.8
299.4
32.2
1930 12.794 5.341
3.136
849
3.581
69.5
236.0

7.0
12.4
52.3
100.3
830.3
13.4
9.9
185.0
6.0
5.2
2.9
31.3
356.0
30.8
1931
13.901
6.059 3.817
776
4.387
45.7
183.2

3.1
10.2 50.7
67.6 675.5
15.0
9.8 129.5 6.6
5.8
2.3
30.0
286.8 21.9
1932
1272815.979

4.884
688
6.091
32.9
143.4
13.0
1.9
10.2
35.3
48.2 714.0
13.3
6.8
125.2
6.5
9.6
1.4
39.9
328.2
15.3
1933
14.232 5.389











4.207
532
7.318
26.7
138.6
13.7 2.1
10.9
29.6
40.9
707.0
15.0 13.3
96.0
6.0
6.0
1.2
40.5
366.7
14.2

J.’33
12.619
5.999


—-






477
486
5.598 28.9
162.5
21.5
1.8
13.0
35.9 37.8
595.1
12.1
6.5
47.5
6.1
3.4
1.4
41.3
350.2
8.9
Feb.
13.249
6.593
465 572
5.922
26.4
148.9
13.6
1.7
10.7
40.3 37.8 620.5
11.8
5.6
85.3
7.0 3.0
1.3
35.3
328.7
11.4
Mar.
13.573
6.000











595
638 6.248
26.9
167.9
11.7
1.8
10.8
53.7
49.2
75.1
13.7
6.1
129.0
12.7
3.9
1.3
38.2
384.0
22.3
Apr.
13.066 5.769 1.208 616
5.944
25.8
174.3
12.0
1.7
9.1
60.8
38.7
670.0
13.2
7.5
86.6
5.8
4.3
1.3
35.1
393.6
12.9
May
14.172
6.476
2.972
561
5.795
24.9
125.6
12.7
1.7
10.5
23.8
40.9
729.0
16.2
12.7
107.7 7.0
5.3
1.3
40.2 400.3
16.0
June
14.288 4.875 5.895
497
6.632
23.2
114.3
11.3 2.1
8.8
19.7
40.2
748.7
15.4 15.3
97.5
5.0 7.4
1.5
39.2
413.7
17.0
July
15.029
4.555 13.245
526
7.546 24.4
115.5
11.5
1.9
10.5
21.6
39.7
679.7
17.2 17.9
99.0
3.9 9.0
1.4
51.5
319.8
15.3
Aug.
13.565
4.657
14.331 579
9.326 25.4
118.0
12.7
1.9
9.9
20.7 37.0
650.0
14.8
16.5
84.4
4.2
8.3
0.9
37.0
328.3
11.6
Sept.
13.940
4.786 6.878
641
9.762
25.6 121.4
12.0
2.6
10.7
20.6
41.4 733.2
15.1
16.8
99.8
4.5 7.5
1.0
36.8
348.2
15.8
Oct.
15.338
5.195
2.499
521
8.694 26.2
134.7 13.6
2.4
10.3 18.6
43.2 784.0
16.2 16.9
120.6
5.1
7.7
0.9
40.2 383.5
17.0
Nov.
15.795
4.948
1.111
416
8.162
29.3
134.9
15.9
3.1
13.2
20.1
40.1
708.1
16.7 17.8
97.4
5.1
6.0
1.1
52.3
344.3
10.8
Dec.
16.153
4.819
811
335
8.181
32.9
145.9
16.2
3.0
13.7 19.1
45.0
811.6
18.1
19.5
97.1
5.6

6.4
1.3
39.2
405.5
12.1
J.’34
14.382
4.680
575
446
7.397
23.8
109.0
14.8
2.4
9.1
10.8 39.7
716.7
14.5
21.4
54.9
5.5
5.7
1.0
32.0 445.3
15.9
Feb.
15.317
4.798
736
566
6.009
17.9
100.2
12.0
1.9
7.3
12.5
42.3
685.7
16.5
20.6
70.0
4.5
5.8
1.5
32.4
377.0
24.4
Mar.
16.406
4.961
1.183
616 6.493
20.4
125.2
13.9
2.3
9.3
16.0
52.5
787.4
19.4
29.2
94.6
5.7
6.5
1.4
33.4
405.4
32.1
Apr.
16.226
5.295 2.268
685
6.255
23.7
135.6
13.8
2.3
10.6
17.5 43.9
726.0
17.2
29.0
68.6
4.4 5.0
1.3
30.2
433.2
20.2
May
17.273 5.541
5.422
669
5.738
27.2
145.0
14.6
3.212.4
16.0
45.2 758.9 27.2 39.4
66.9
6.5
5.8
1.7
36.7
418.9
18.0
june
15.229 5.017
13.397
629
5.953
27.0
130.5
14.2
2.9
12.6
14.8
41.9 700.9
10.4
23.3
91.1
5.6
8.7
1.9
30.9
381.4
14.9
July
15.175 4.733
15.751
709
7.820
25.5
127.0
14.2
2.7 11.3
19.8
43.3 821.9
12.7
20.6
95.6
5.8
9.4
2.3
36.3
465.7
17.8
Aug.
14.572
4.174
10.307
777
10.443
25.4
116.3
12.7
3.0
11.0 18.9
43.2
665.4
14.0 15.6
107.3
5.3
10.1
1.6
33.1
330.0
17.8
Sept.
14.547
4.455
4.175
612
11.308
24.2
125.5
12.8
2.4
10.2
31.9
44.0
754.2
16.9
19.1
126.6
4.3 9.0
1.9
35.0 389.1 19.8 Oct.
14.946
5.758
1.760
539
10.682
23.4 39.0
103.8
15.6

=
Stock exchange
Moneymarket
1)
Capital Prices
1)

market
________
Receipts of
index numbers of
0-0
Indexnumbers of

Shares
4)
Issuespla-
ced abroad
Wholesaie
Retail

O.
Freight
.
bn

prices
prices
rates
a

t
t’
0n
.
-:.
z.
E.
52E
u,,,
°
2
‘-
2
,.,,
.2

±i11!!flI!Pfl!
1924= 100
In million guilders
ltlion
guilders
19I3

loo
i9
9
1
2o
5

1925
397
– –

34.7
11.5 172
146 169
152
166
104.0
108.0


1926
.
334
81
333



22.4
12.1
165 137 170 148
163
103.8 109.6
– –
1927 317
106
349
1.2


20.9
9.4 160 130
166
147
161
103.0
106.7
6.1
1.6
1928
100
314
100
318
0.4
– –
11.1
30.5
155 125
160
148 161
102.9 103.6
6.4
1.4
1929
234
398
487
443
99
305
111
306
1.0
1.8

4.1
61.9
155 123 162 145
161
97.7
100.3
6.5
1.4
1930
111
293
361
357
100
270
59
231
5.6 2.9

0.9
115.2
146 88 156 143 163
90.1
100.5
5.5
2.6
1931
52
182
242
251
96
243
48
198
9.6 6.6

1.6
102.1
115
66 134
133
146
85.9 97.9
4.4
2.4
1932
27
107
138
176
92
221
49
15.5
6.1
13.0
86

104.4
95 52
107 116 123
80.4
86.1
3.4
2.1
1933
43 113

————

136
211
94 199 43
134 5.3
15.8
62


82 43
93
105
105
66.9
87.3
2.6
1.9

J.’33
53
137 155
241
92
201
45
153
5.4
15.9
59


78 48 93 105 105
68.1
87.3
3.1 1.9
Aug.
55
128
145



—-

—-
——

234
95
196
45
133
.5.3 15.8
.

57


78
45 92 104
103
68.1
87.3
3.0
1.8
Sept.
50 109









132
213
95
194
44
133
5.1 15.7
56
– –
77 41
90
103
102
68.1
87.3
2.7
1.8
Oct.
48
97
120
220
94
190
42
129
5.0
15.5
55


76
40
90 103
101
67.0
87.3
2.5
1.9
Nov.
48
87
108
215
91
188
40
129
4.9
15.3
54


76 39 89
101
100
64.6 87.3
2.3
1.8
Dec.
49
97
123
215
93
188 39
116
4.9
15.0
53
– –
.75
40
90 99
100
63.5 87.3
2.3
2.2

J. ’34
52
100
130
230
97
191
38
145
4.9
15.2
52
– –
75
43
90
99 99
63.5
82.8
2.2
1.9
Feb.
53
107
136
240
98
191
35
110
5.0
15.2
53


75
43
89
99 97
64.6 82.7
1.9
1.7
Mar.
55
104 136
243
98
192.
35
116
5.0
14.9 53


75
43
89
99
96
64.7
82.3
2.1
1.7
Apr.
56
98
138
247
99
190
35
110
5.1
14.8 52

0.6
75
42
87
98
95
64.7
82.2
2.2
1.6
May
68
99
145
253
99
188
34
130
5.0
14.4
51
– –
74
42
86.
97
94
64.7
82.1
2.3
1.8
June
66 96
154
251
100
.187
35
130
5.0
13.9
49

0:1
74
42
85 95
.
93
64.5 82.2
2.5
1.7
July
68
92 158
255
99 186
36
137
4.8
13.3
48


74
41
85 95
91
61.6
82.2
2.7
1.8
Aug.
73
94 168
256
99 184
37
117
4.9
48
0.1
0.5
74 42
83
94 90
61.6
82.1
2.6
1.7
Sept.
72 94
168
236
99
186
38 108
48
0.9

74
42
.
84
93
90
61.6 82.0
2.5
1.7
Öct.
66
87
164
238
186
38
126

0.5 74
45 83
92 89
61.6
82.1
Nov.
58 79
153
232
183
37

150.0
83
92
89
Dec.
61
79
159
232
*)
The
yearly
figures are
calculated
from
the
monthly
averages.’)
Figures
trom
the
Central
Otfice
for
Statistics. 2)
Up
to 1930, all
kinds
of sugar,
from
1930
all tactoty
sugar,
except residue.
3)
Up to
1930 only
outer
provinces.
from
1930 Java.
Madura
and outer
provinces.
4)
Source:
Bank
voor Handel
en Scheepvaart
(Copyright).
b)

Yearly
average
respectively
1925126
1926127,
etc.
6)
Without
arrears
of dessa-banks
in
outer
provinces.
7)

From
June
1934
the

dry
weight
has been
calculated
trom
the
latex-figures.
8)

From
January
1934
export
gross weights.
1
(metric) ton
= lOCO
K.O.

112

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.*)

23
Januari 1935
S

Productie
1)

Handel en Verkeer

Productie-index van
-.

Buiten1ajdsche handel
Scheepvaart-

Datum

verk. v. d.
be-
Iangr.havens2
.
-.

r

o
….2
Invoer
Uitvoer

2’E


Q

;


.
.
:
)
o.-
.

.
-_______
•0

Totaal
Grond-
Fabri-
Totaa

Grond-
Fabri-
.
e
.E
.!
stoffen
katen
stoffen katen
°
o
0cl

Gemiddelde van 1928
=
100
-1
in millioenen R.M.


.:
1926
• .
80,8
78,7
81,5
96,5 82,7 76,7
60,7
82,8
833
412
114
868
228
596
+

35
3.190
3.183

1927
. .
1011
100,4 101,4
102,0
111,3

112,6
79,7
108,5
1.186 599
212
900
217
644

286
3.389 3.374 417,6
1928
. .
100,0
100,0 100,0
100,0
100,0 100,0
100,0 100,0
1.167
602
204 1.023 229 740

144
3.678
3.653
428,3
1929
. .
100,4 104,0
94,8
108,3
113,8

112,5
100,9
92,4
1.121
600
189
1.124 244 819
+

3
3.637
3.598 445,5
1930
. .
90,1 88,7 92,3 94,7
82,5 80,5
83,1
90,0
866 459
150
1.003 204 753
137
3.671
3.644
380,3
1931
. .
73,6
65,4 85,7
78,7
51,6 57,5 59,5
87,7
561
290
102
800
151
615 239
3.366
3.331
319,8
1932
. .
61,2 50,2 77,7
69,0 33,4 40,0 38,2 80,0
389 201
61
478
86
374
892.943
2.909
240,8
1933
. .
68,9
58,5
84,6
73,2
44,7
53,1
41,9 90,6
350 202
56
406
75
315

.4-
56
3.015
2.999 242,9

Jan.’33
62,9
53,1
77,6 72,7
40,3
44,1
31,0
83,7
368 214
51
390
75
299
+

232.712
2.708
208,4
Febr.
64,6
55,0
78,9 73,5 37,5
40,8
34,2
82,1 347
200
52
374
74
284
+

262.483
2.468 201,5
Maart
64,9
55,0
79,8 68,3
42,5
45,8
35,4 83,2
362
200
56
426
76
337
+

642.931
2.843 229,6
April
65,5
54,3 82,3 68,6
38,8 48,8 39,4 84,2
321
177
55
382
69
302
+

61
2.741 2.693
221,1
Mei
67,9 56,8 84,5
70,0 41,6
54,3 38,9
83,1 333
190 54
422
76
333
+

89
3.106
3.127
231,7
Juni
69,5 57,8
87,1
71,4 43,7 58,7
42,9 90,0
357
212
58
384
72
299
283.201
3.240 246,1
Juli
5
)
70,6 58,6 88,7
70,3
44,0 52,2 45,6
94,7
360 218
58
385
76
298
253.344
3.288
260,0
Aug.
70,7
59,0 88,3
69,5 47,5
55,3
47,6
96,6
347
210
54
43
78
320
66
3.437 3.489
262,8
Sept.
71,0 59,7
88,0
72,3
45,3
51,3
49,1
97,3
337 201
58
432
77
336.
95
3.048 3.144
260,3
Oct.
71,9 61,9
87,0
75,7
.49,3
58,1
43,9 97,2
347.
195
60
445
83
343
..

98
3.165 3.037
258,3
Nov.
73,2 64,4 86,5
81,8
52,7
63,8 42,9
96,6
351
195
54
394
74
303
433.071
3.038 259,5
Dec.
75,1
66,1
88,6 83,9 53,3
64,2 52,4
97,7
374 208
60
424
74
331
502.941
2.903 275,7

Jan.’34
79,1
72,1
89,6 82,6 54,3 66,5
41,9 98,3
372
225
56
350
78
259

222.824
2.808
239,1
Febr.
82,5
75,4
93,2 82,0
60,8
72
1
4
49,6
101,2 378
238
57
343
71
260
_
35
2.637
2.694 232,7
lirt.
84,2
77,6
94,1
80,2
65,1
756
58,7
103,4 378
24.5
62
401
72
315
23
3.171
3.133
271,9
April
86,1
79,4 96,2
81,1
72,0 86,0 62,2

103,3
398 253
63
316
66
240
_
82
3.137 3.042
249,4
Mei
88,1
82,5
96,6
81,0
73,8
87,0


61,5
105,1
380
240
62
337
61
265

43
3.379
3.464
266,1
Juni
89,4 81,2
101,8
77,2
74,1
81,5
69,1
104,1
375 224
64
339
64
267

36
3.358 3.398 285,3
Juli
89,5 84,3 97,4
79,0
76,6 84,3
69,4
103,2
363
199
62
321 62
250

423.545
3.503 299,3
Aug.
87,0 83,4
92,6
80,1
80,0
83,6
67,1
92,0
342
195
64
334
64
262
8
3.706
3.629
300,2
Sept.

.
86,7
84,4 90,2
82,8
80,3 82,4
74,3
94,0
352
200
75
350
66
278

23,499
3.553
294,6
Oct.
86,4
83,9
90,2
86,2 84.4
88,9
62,7 93,8
349
186
61
366
68
290
+

17
3.428 3.311
302,1
Nov.
87,3 84,7 91.3 90,8 85.6
91,7 94,2
346
186
59
356
62
285
±

10
Dec.

Kapitaalmarkt
2)
Effectenbeurs
Emissies
2)
.
Geldmarkt
2)
.
Prijzen
..



lndexcijfer van

-.

,

V
a a
N

i
d
Cd

•;–

.o2
0
– –
o
>
u
..
1-

1924-1926 = 100
in millioenen R.M. in
0
/0
1000

1926 ..
109 118
121
97 121

113
500 368
133
82
418 310
189

3.089
5,31

4,91
6,57
134
141
1.003

1927 •.
158
162
163
130
174

155
479a 361a
118
120
359 358
121a

4.693
6,05 5,47
7,82
138 148
475

1928 ..
148
159 128
101
174

142
477b 355b
122
112
365
321
156b

6.990
6,74 6,54
8,22
140
152
665

1929..
134
.153
120
85
168

123
253
224
29
82
171
174
78e

9.016
7,68 6,87
8,97
137
154
821
1.915
1930 ..
109
130
111
73
139

94
388
990
98
46
342 224 164

10.400
5,06 4,43
6,14
125
147
945 3.139
1931..
194
165
29
53 140
136
57

9.722
8,37 6,78
8,71
111
136
1.133
4.573
1932 ..
81
81

.13
68
37
44

9.917
6,23 4,95
6,73
97
121
717
5 580
1933 .
.
67.3
56.2 74.4
46.7
68.0

74.4
126
126

8
118
39 87

10.808
5,11

3,88 5,78
93
118
326
4.733

Jan.
1
33
64.6
57.1
70.5
39.8
66.3

66.9
133
133
‘-
19
115
51
82

10.228
5,06 3,88
5,79
91
117
539
6.014
Febr.
64.8 57.3 72.2 40.2 65.5

67.9
105
105

12
94
38
67

10.365
5,09 3,88
5,79
91
117
475
6.001
Maart
70.3
58.3
77.7
44.5
72.5

76.3
142
142

6
136
44
98

10.396
5,12 3,88
5,79
91
117
467
5.599
April
72.8 60.3 80.3
46.7
75.8

81.1
112
112

4
108
31
81

10.459
5,21 3,88
5,79
91
117
373
5.331
Mei
73.3
59.0 81.8 51.2
75.1

81.7
124
124

8
117
27
97

10.478
5,12 3,88
5,79
92
118
394
5.039
Juni
71.6
57.0
81.3
52.0
70.7

80.0
115
115

6
108
30 85

10.467
5,11

3,88 5,79
93
119
264
4.857
Juli
5)

68.5 55.9 78.4












50.9
67.0

77.0
129
129

3
126
36
93

10.490
5,04 3,88
5,79
94
118
262
4.464
Aug.
66.2 55.2
74.1
49.6
65.9

75.3
134
134

12
123
38
96

10.545
5,11

3,88 5,79
94
118
255
4.124
Sept.
62.5 53.3
67.7 46.7
63.7

70.3
121
121

9
111
39
82

10.561
5,16 3,88
5,79
95
119
218
3.849
Oct.
62.1
52.5
66.7
45.5
61.8

70.2
134
134

5
129
41
93

10.618
5,12 3,88
5,79
96
119
250
3.745
Nov,
64.0 53.2
67.7
45.8 63.3

72.0
129
129

5
124
50
79

10.684
5,05 3,88
5,74
96
120
221
3.714
Dec.
67.4
55.1
73.8
47.3
68.7

74.6
115
115

2
112
36 78

10.808
5,14 3,88
5,69
.

96
121
197
4.059

Jan.’34
70.2
56.6 76.0 49.5
71.9

77.3
128
128

10
118
57
71

11.234
4,78 3,88
5,18
96
120
270 3.773
Febr.
73.9
58.9 81.2
52.3 75.5

82.2
141
141

18
123 52 89

11.565
4,85 3,88
5,06
96
120
227
3.373
Mrt.
77.0 58.7
86.4 54.6
78.3

87.1
82
82

6
76
35
47

11.621
4,93 3,88
5,06
96
120
274
2.798
April
75.0
56.1
85.0
53.7
76.3

85.6
62
62

5
57
30 32

11.669
4,68 3,88
5,06
96
120
225
2.609
Mei
73.3
54.9
83.1 52.3
73.7

81.9
72
72

7
65
41
31

11.688
4,69 3,88
5,06
96
120
249
2.529
Juni
76.2
56.5 87.5
54.3
78.5

86.4
67
67

4
63
44 23

11.668
4,56 3,76
5,06
97
122
227
2.481
Juli
77.7
57.2
88.7 54.7
82.0
:
88.5
79
79

6
73
42
37

11.675
4,68 3,75
5,06
99 122
196
2.426
Aug.
80.0
57.9
88.0 55.9 83.2

92.2
57
57

14
42
11
46

12.160
4,69 3,75
5,06
100
122
213
2.398
Sept.
83.1,
60.8
90.4
57.7
87.3

94.3
49
49

5
44
10
39 :12.213
4,71

3,75
5,06
100 122
208
2.282
Oct.
83.2 62.2 92.3
58.3
88.0

94.2
82
82

5
77
15
67

12.242
4,61. 3,75
5,06
101 122
267
2.268
Nov.

80.4
61.7
86.8
56.7
84.3

90.4
74
74
._
24 50
10
64

12.273
4,46 3,63
5,06
101
122 211
2.353
Dec.
1
t
1 1
1
t
4,55 3,50
1
5,061
101
122
21012.604
)
De jaarcijfers
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
maandcijfers.
t

1)
Ontleend
aan
het
.lnstitut
für
Konjunkturforschung”.
2)
Ontleend
aan
Wirtchaft
und Statistik”.
3)
Vanaf
1
Oct.
1932
mcl.
Steuergut-
scheine”.
4)
De
cijfers hebben
betrekking
op
het einde
van
de maand,
resp.
van
het
jaar.,
5)
Vanaf
Juli 1933
gedeeltelijk
voorloopig.
a)
waar-
van
5,
b)
1, c) 2,
buiteni.
em.
in Duitschland.
v. =
voorloopig.

23 Januari 1935

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE GROOT-BRITTANNIË.
*)

113

– .

Productie, Handel en Verkeer.

Productieindex
1
)
van
Buitenlandsche handel
Scheepvaartverkeer

j)

0•4fl
Z.2

Invoer Uitvoer
5
.
lndexcijf. v.
.
. .
o
:
0
,2
‘X
J
000
—-

– –
ov

0
,
0-

•2
1
:
h
E-
U)

.E0
2
-.

.
E-0
0

.
Gemiddelde van 1924
=
100 1000
Mill.
£
0000 tons
1924

100
Mil1.

1925..

-.
97,5
91,7
85,4 90,2
69,7
106,0
93,0
123,6
1

338
110,3
35,5 26,7
64,4 51,4
45
1
9 463
519
95
86
8,65
1926..


75,3 46,1 33,4
43,4 52,0
113,8
81,6
106,7
1.506
103,6
32,7
26,3
54,3
44,8 49,3

534 392
111
98
7,12
1927..


108,1
94,6
99,8
111,0
O3,6
122,0
97,6
120,5
1.166
101,7
29,3 26,9
59,1
47,0 42,6

501
529
107
95
9,15
1928..

– .
102,5
89,6
90,5
104,0
90,6
114,9
101,2 107,8
1.290
99,8
27,9
26,5
60,3 48,3
39,5 504
537
97

87
8,88
1929..

110,0
110,6
96,8
103,7
118,4
105,9
116,1
102,8
108,4
1.263 101,9
28,3 27,9 60,8 47,8
41,1

522
573
107
84
8,92
1930.. 105,9
98,5 91,8
84,8
90,5 91,7
115,7
91,3
84,1 1.991 87,1
20,9
25,6
47,5 36,6
39,6 531
549
77 65
8,29
1931.

.

96,3 84,3
83,0 51,4 63,8
37,7
106,5
81,7
81,5
2.717
71,9
14,5
21,8
32,4
24,2
39,5

502
486
61
67
7,54
1932..

95,8 84,9
79,4
48,9 64,8 20,4 98,2
89,3
89,0
2.828
.58,6
13,7
13,1
30,4
23,0
28,2 495
462
58
64
6,23
1933..

99,7
90.4
78,5
56,5 86,3 21,4
109,2
89,1
94,0 2.567
56,6
15,1
12,6
30,6
23,4
26,0 504
464
62
61
6,23
1934..
2.171

Jan. ’33

96,5
2.955
54,1

15,1
11,5
29,2
22,1
24,9 440
440
60
64
6,02
2

Febr.
!
96,6 88,0 85,5 48,7
75,1 18,4
87,3
88,0
95,7
2.915
49,1
13,2 10,5
27,9 21,4
21,2 403
409
61
63
6,33
Mrt.

J
96,6
2.821

12.498

56,3
14,1
12,8
32,6 25,4 23,7

476 443
_
60
6,45
April

98,6 2.738 51,2
13,0 11,4
26,4
20,5
24,8 464
420

58
5,77
Mei

¶, 97,8
88,8
73,0 55,3
83,7
21,0
115,9
94,1 89,7
2.626

57,3
14,5 12,6
30,8 23,5
26,5 524
478
64
59
6,16
Juni

J
98,3
53,8
14,0
12,2
28,5
21,7
25,3

531.
485
64
61
5,60
Juli

99,6
2.508
53,7
14,9
12,0
29,8
22,8
23,9 549
482
64
61
5,85
Aug.

101,1
87,9
71,1
58,4
87,2
22,1
110,1
84,4
91,3
2.459 56,8
16,4
13,0
31,0 23,9 25,8

565
512
61
60
5,55
Sept.

102,2
2.375 57,8
14,5
13,1
32,2 24,6
25,6 558
516
61
56
6,13
Oct.

102,5

1102,9
12.263

2.335 61,8
15,0 14,2
34,1 26,1
27,7

543
1
476
64
61
6,43
Nov.

102,7
97,484,4
63,4
99,1
24,2
123,3
101,1
99,3 2.309

63,7 17,0 14,5
34,4
25,7
29,3 498
478
60 64 6,87
‘Dec.
.
63,2
18,9
13,6
30,4 22,6
32,8 491
424
64
70
7,102

(
2.407
,
64,7 21,3
13,9
31,6 24,2
33,11 481
449
68 64
6.68
2

Febr.

107,4
102,5
90,5
74,4
Jan.’34}109,1

105,9
109,6
35,0
139,3 103,7
99,0
2.343
,
57,4
18,2 13,2 30,1
22,7 27,3j
1
425 414
64 64
6,75
Mrt.
,

2.224 62,0
18,2
14,8 33,1
25,6
28,9 499
455
58 62
7,00
April108

(
2.148 56,3
17,1
13,5 30,1
23,7
26,2, 497
425
56
60 7,13
Mei

5
},07:5
102,6
79,6 84,3
112,4
42,8
142,3
96,7
94,91

2.097
61,7 16,9
14,9
32,8
25,1
28,9 530
476
58
60
6,38
Juni

108,2
12.125
61,2
16,9 14,4
32,1
24,9
29,1

571
490
58
58
6,45
Juli

107,8
2.163 58,0
16,6
14,3
33,2 28,0
24,8 571
484
58
62
5,93
Aug.

109,5
}108,4
96,7
77,6
83,8
103,4
44,0
147,2
90,0 85,8
2.135

60,0
17,6 14,7
32,1
25,1
27,9

573 524
69
88
6,13
Sept.
2.081
57,7
15,2
13,2
34,0 26,3
23,7

542 492
77
70
5,84 Oct.

‘f109,6
t

1.2.086

2.119
69,0
16,9
16,0
36,7 28,5
40,5 552
492

66
6,53
Nov.

110,2
t
2.122
64,7
16,7
15,2 36,1
27,4
37,3

517
469
64 66
6,76 Dec.

)

Kapitaalmarkt

– –
Prijzen
m
Effectenbeurs
3
)
Emissies4)

Geldmarkt
.
..
Indexcijfera v.
Koersen van
— —
grooth.prijzen7)
>
w

>
0
E

Datum
.!
Vaste rente-
.
t
,
_
.
,

w:

0
Cd

0
1
ii
1

—-



LondenscheBankenO

1924
=
100
‘Miii.
£
Miii.
£
0/
01
194
= 100
01
0
10
1

010

1925……..
109
98,3 101,8
18,3
11,0
4,8 2,5

2.983
‘1.662
856 226
3,47
4,15
.
95,9
100,4
93,5
100
100,3
100,6
114
96,4 103,8
21,1
11,7
4,4 5,0

2.946
1.665 892 216
4,01
4,49
89,1
93,1
87,0
98
96
100,7
1926………. 1927……….
124
96,9 103,2
26,2
14,7
7,3 4,2

3.068
1.713
928 218
3,71
4,24
85,1
91,4 81,8
96
93,2
100,6
1928
……..
‘142
99,2 100,8
30,2
18,3
7,1
4,8

3.276
1.766
948 237
3,56
4,16
84,4
91,6
80,7
94
92
99,7
139
96,3 104,3
21,1
13,3
4,5 3,3

3.328
1.800
991
229
4,58
5,31
82,2 87,4 79,4
94
89
99,3
112

.

99,4 100,7
19,8 10,6
5,8
3,2

3.232
1.801
963
264
2,36 2,62
72,0 76,2 69,7
90
84,2 98,2
98,7 101,8
7,4 3,5
3,1
0,8

2.651
1.760
957
270
2,92
3,53 62,7
67,0
60,3
84
76,1
97,0

1929……….

.

03
112,4
90,3
9,4
7,0
2,4

2.319
1.791
843 308
1,64 1,94 61,1
66,5
58,4
82
73,4 95,3

11i30……….
1931………87

1933……..
124,3
80,7
11,1
7,9
2,5 0,7

2.310
1.953
759
354
0,66
0,71
60,7
62,2 60,0
80
70,6
94,0
1932………84

125
.
132,5
75,7
12,5
8,9 3,4 0,3
0,81
0,84
94,1 1934

……..

Juli 1933
108
121,6
82,5
6,0 5,2 0,3 0,5

2.465
1.973
768 362
0,58
0,51
61,5 61,0 61,8
80
70
94
Augustus
106
124,3
80,7
21,2
1,3
15,6
4,310)

2.142
1.966 758 359
0,62
0,40
61,7
62,3
61,3
81
71,5
94
September
110
126,2
79,3
7,1
6,7
0,2
0,2

2.332
1.958
750
355
0,63 0,42 62,0
63,1
61,4
81
72 94
October.

115
126,3
79,3
10,0
6,8 3,0
0,2

2.491
1.951
747
343
0,75 0,72 61,8
62,4
61,4
81
74 94
November
114
126,4
79,4
12,8 12,2
0,5

0,1

2.498
1.928
737 317
0,75
1,07
61,9 62,5 61,5
82
74 94
December
113
127,5
78,4
6,4
5,1
0,9 0,4

2.234
1.941 736
311
0,75 1,22
61,9 61,9 61,8
81 73
94
Januari 1934
118
129,6
77,4
10,9
8,7
1,8
0,4

2.848
1.920
735
284
0,90 0,98 63,0
62,8
63,1
81
71,5
94
Februari
116
128,8
77,7
7,0
5,3
1,4
00,5

2.845
1.867
742
250
0,88 0,94
63,4 62,5 63,9 80
70,5
94
Maart
122
130,8
76,6
7,1
6,0
0,9
0,2

2.926
1.831 753
202
0,88 0,94
62,5
60,6
63,5 80
69,5
94
April
124
130,9
76,6
9,6
8,7
0,9
0,1

2.506
1.852
759
212
0,88
0,97 61,9
59,8
63,1
79 68
94
Mei
127
130,7 76,7
22,4
11,4 10,9
0,04

2.274
1.858
755
222

0,79 0,90
61,7
60,1
62,5
79
68,5 94
Juni
124
130,3
76,9
12,0
7,0
4,6
O,4

2.350 ‘1.870
757
228
0,88
0,91
62,4
62,3
62,4
81
71,5
94
Juli
124
131,6
76,2
15,0
10,0
5,0
0,03

2.441
1.871 759
224
0,88 0,88
62,3
62,4
62,2
81
72
94
Augustus
125
132,2
75,8
9,9
3,2
5,5
1,23

2.284
1.856 756
222
0,88
0,81
63,6 66,5
62,0
82 74
94
September
127
132,7
75,5
6,7 5,6
0,6 0,41

2.141 1.858 754 213
0,75 0,66 63,4
66,1
61,9
82
73,5
94
October
128
133,7
75,0
23,4
20,8
2,5
0,16

2.563
1.891
756 216
0,75 0,77
62,7
64,6 61,7
83
74,5 94
November
132
140,9
71,1
13,1
11,0
1,9
0,14

3.070
1.911
755 232
0,67
0,43
62,7
64,5
61,7
83
1
74,5 94
December
131
138,2
72,6
13,0
9,1
3,9
0,01
0,63
0,56
94

)
Alle jaarcijfers
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
maandcijfers.
1)

Productie-index
van
de London
and Cambridge
Economie
Service.
2)
4
wekelijksche gemidd.
na
1931,
dus
13
cijfers
per jaar.
7.10
behoort bij
Nov.
6M8
hij Dec.
3)
London
and’ Cambridge
Economie
Service.
4)
Volgens
Midiand

Bank Ltd.
5)

London
Banker’s
Clearing-Flouse
Returna.
6)

Wekelijksche gemiddelden.
7)
Board
of
Trade.
8)

Ministry
of Labour.
0)
London and Cambridge
Economie
Service. 10)

Leening
Australische
regeering.
t

Voorloopige cijfers.

I%apltaalmarKt
Effectenbeurs
Eniissies
4)

Indexcijfer van

Binnen- ei buitenl.
Binnenlandsche
1
.
o

IS
…._

S)
o
5

IS
.051
IS
1.

._
ISISIS
.
51
IS

‘5.5
.
10_
QO)
‘4

‘5

>

10
54



•_

.s,’
00
E-,o
o
.
0f
a
0
0,…
,.
<
01
ci

1926
=. 100


milI
in inillioenen dollars
milid.

Geidmarkt 1

Prijzen

0
.0
v
0″
2
°E
00 0o0.0
S’5 IS.. 0.-In
az .10. 2 0

1926=100 =
1110

‘5

I1

.0
._
51
m ..ISl

in 0/

114

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE STATEN.
*) 23
Januari
1935

Productie
1),
Handel en Verkeer

Productie-index van

Buiteniandsche handel
•0
0

Q

s

.5

.

-.
0

0

5I

V

054
Datum

.

540

0.0

Invoer

1
Uitvoer
1
l
o
l)

boe
>

0

o

FaJ
O

•0

….0

O)

<0

o:o’
‘5

n

°•

t-

8

I.

Totaal’Totaal katen
stoff.

Gemiddelde van
1923-1925=, 100

Miii. $
=100
1925
….

105

W

99 104 116 106 104 107 122

99.4 106 352 ‘146 409
1926

108

108 -108

110

105

116

113 ‘104

108

129

106

109
2
101.2 103.8 369

149 401

163

32
1927

106 106 107

99 122 120 104 113

86 129 103

122 98.9 101.8 349 133 405 165

56
1928
•…
111

112 106

96 122 144 119

107

110

135 103

107 98.9 102.4 341

122 427

188

86 1929
•…
119

119

115

102

137

135

130

115- -135

117

106

115 104.8 109.1 367

130
4378)
211

70
1930….

96

95

99

89 122 100

94

91

85

92

92

87 91.5 88.7 255

84 320 158

65
1931
….

81

80 -84

72 115

96

59

94

60

63

75

88 77.4 67.5 174

54 202

93

28
1932
•…

64

73

71

58

106

78.

31 ‘ 83

35

28

57

81 64.1 46.1 110

30

134

52

24
1933
….

77

76

72

63 122

90

55

98

48

26

58 102 69.0 48.5 121

35 140

51

19.
Juli
’33 100 101

90

76 132 143

99

130

69

21

65 135 71.5 50.8 143

46 144

53

1
Aug.

91

91

91

75 134 111

80 114v 60

24

61 120 76.4 56.8 155

51 132

50 -23
Sept.

84

84

87

65. 125 103 ‘ 65

99v 55

30

60 103 80.0 59.1 147

48 160

54

13
Oct.

77

76

81

61 120

90

60

91v 45

37

58

95 77.8 59.4 151

47

194

61

43
Nov.

72

71

81

65 116

’97

47

89′ 30

48

60

89 75.9 55.5 129

37 184

62

55
Dec.

75

73 , 85

66 119 108

60

78v 45

58

62

77 75.0 54.5 134

36 193

64

59
Jan.
’34

78

76

88

67 120

97

56

87v 56

49

64

91 75.1 54.0 136

36 172

61

36
Februari

81

80

91

74 118 100

64

91v 71

44

64

95 78.4 60.6 133

37 163

61

30
Maart

84

82 100

84 122 106

66

94v 78

33

66

97 81.0 64.8 158

45 191

81

33
April

85

85

90

72 125

97

76

90v 85

32

62

97 82.2 67.3 147

41 179

83

32
Mei

86

86

89

72 127

81 . 84

88v 78

26

63

95 82.4 67.1 155 . 43 160

76

5
Juni

83

83

87

67 130

84

85

77v 82

26

64

74 81.4 64.8 136

43 171

78

35
Juli

76

74

85

65 128

83

47

78, 78

27

61

79 79.4 60.4 127

39 162

76

35
Aug.

73

72

80

61 124

79

38

81v 61

27

59

86 79.3 62.1 120

34 172

79

52
Sept.

71

69

82

64 122

79

37

64v 51

29

59

64 73.9 57.9 132

39 192

73

60
Oct.

73

72

80

64 120

82 . 41
1
90v 41

31

57

76.7 61.0 130

35 206

70

76
Nov.

74v 73v 82v 64v 124v

48

88v 37

31

59

76.7 59.5 151

195

44

1925:

90

88

90

95 95.3

517

7
1926 100 100 100 100 97.0 3.292

526

9
1927′ 118 118 119 116 98.9 4.432

649 17
1928 150 154 129 149 98.7 6.440

678 15
1929′ 190 189 147 235 95.6 3.990

848 11
1930

150 141 125 215 98.3 1.894

585

5
1931

94

87

72 148 96.1 587

258

7
1932

49

46

26

79 81.1 347

99

4
1933

64

67

38

78 84.0 845

59

2
Jan.’33
49

46

28

82 84.1 359

65

4
Febr.
45

43

27

73 82.5 360

20

3
Mrt.

43

42

26

67 76.7 311

16
Apr.

48

49

26

64 75.4 322

25

2
Mei

63

65

38

79 82.0 529

44

1
Juni

75

77

44

97 86.8 780

110 11
Juli

80

84

53

98 89.6 916

117

4
Aug.

75

79

49

87 89.9 917

46
Sept.

75

81

47 ‘ 80 87.9 897

64

3
Oct.

70

76

40

75 86.5 776

59
Nov.

69

77

38

70 82.6 789

88
Dec.

70

79

40 ‘ 67 83.6 845

57

1

Jan.’34
76

84

46

73 88.3 . 903

48

4
Feb.

81

88

50

81 92.9 938

79
Mrt.

77

85

48

76 95.1 981

97

5
Apr.

80

88

49

76 97.0 1.088

143

9
Mei

72

80

43

70 97.6 1.016

103

3
Juni

74

81

44

72 99.0 1.082

123 18
Juli

71

80

41

69 99.3 923

217 15
Aug.

68

77

36

65 97.8 874

180 795
Sept.

67

76

35

64 96.7 ‘ 832

43

2
Oct.

67

76

36

63 98.4 827

1.22

3
Nov.

107 35′
Dec.
141 4
*) De.jaarcijfers zijn berekend uit de maandelijksche gemid
1) De indexcijters betreffende de productie, de wagonladir
ontleend aan het Federal Reserve Bulletin. De index van
50 van fabrikaten en 8 van mineralen.
2)
Gemiddelde van N
Financial Chronicle. Hieronder zijn niet opgenomen de le
organisaties aan Staten en Gemeenten. 1) Stock exchange cal
business” 435. v) = voorloopig.
9)
w.o. 50 miii. dollars van

3

96 421

427 300 127

90 20.5

104 110 103.8
1

91 435

433 313 120

94 19.6

100 100 103.8

123 526

519 388 131 130 18.5

*4 4-41 95

99 101.6

5 247 429

566 446 120 110 17.6 4J~# 4,51 97 106 100.4

7 494 354

786 667 119

63 16.9 3_5
5..6*
95 105 100.0

5 125 460

500 374 126

84 16.2
1*_3*
25

86

88 96.2
3

26 232

238 129 109

19 16.8
1*_3*
2-31 73

85 86.7
5

2 . 97

96

27

69

2 19.5 11

234

65

48 77.7
3

10

49

59

13

46

– 22.3 1

13j

66

52 74.8

7

3

62

65 22 43 – 20.8 f4 lf..

61

43 73.7

7 – 20

20

1 19 – 20.9

4

60 41 72.1
3

3 – 13

16

3

13

– 21.3

60

43 71.8
1

24

25

17

8 – 21.4

1*
2
31

60 45 71.5
3

3

41

44

4

40 – 21.9 1

2
2*

63

50 72.1

9 1101

110

12

98

– 22.5

lf 2

65

53 72.8
5

53

64

117

53

64 – 22.6

1J-j

69

60 75.2
7

14

32

46

14

32

– 23.1

li,

70

58 76.9

9 : 55

64

9

55

– 23.1

1
-*

71

57 77.9
1

3 ‘ 56

59

3

56

– 23.1

1

71

56 78.0
6

82

88

6

82

– 23.5 f4 11

71

57 ‘77.8
3

16

41

57

16

41

– 23.8

li-i

71

56 77.3

6 – 42

48

6

42

– 25.1

1J-i

72

59 77.5
3

1

78

79

13

65 – 1 26.1

lf4

74

61 78.3

5 92

97

14 83 – 26.2

4 1-1k

74 61 78.5
3

5 138

143

28 115 – 26.1 *4 1-
1
*

73 .60 78.4

3 ‘101

103 ’29

74

– 26.2 *

1

74

60 78.6
3

9 114

123

9 113

—- 26.2 f4 -1

75

63 78.8
T

2 215

217

20 197

27.1 j

f-1

75

65 79.1

– 180

180

8 172 . – 27.2

-1

77

70 79.6
3

2

41

43

4

39 : — 27.1

-1

78

73 81.0

3 0,4 121,5

122 0,4 121,5

– 27.2
j-0
-1′

77

71 80.9

– 107

107

8

99

-.-. 27.2 – –

77

71
5

1 140

1411

351 1061

77

71
deidén. …

gen, het katoenverbruik, het aantal tewerkgestelden en de betaalde bonen zijn
de industrieele productie is samengesteld uit de gegevens van 58 industrie8n n.l.
aart-Dec.
3)
Einde v. h. jaar (resri. maand).
4)
Ontleend aan the Commercial and
ningen van de Reconstruction Finance Corporation en die van verdere herstel-
loans. 6) Renewal rate.
7)
Bureau of Labor Statistics.
8)
Volgens .,Survey of Current
Je Canadeesche regeering.
10)
w.o. $ 10 miii.
:conversie
Fransche leening.

Auteur