7 MAART 1935
AUTEUR8RECHT VOORBEHOUDEN.
E
‘
onomi
*
sch~Stati
*
c
stische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,’NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
20E JAARGANG
WOENSDAG 27 MAART 1985
No’. 1004
COMMISSIE VAN REDACTIE:
1′ Lietinck; N. J. Polak; J.
Tinbergen; F. de Vries en
H. Al. H.
A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pietër de Hoochweg 122, Rotterdam.
A angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administrate van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh c van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192. –
Abonnententsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cent. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht
f
1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op
de oerdere publicaties.
INHOUD.
BIz.
DE CRISIS IN HET GOUDBLOK door
Dr. H.
M. H.
A. van
der Valk ………………………………….
272
De Latidbouw-hypotheekbesluiten ………………
274
Vergadering van den ,,Conseil” der Internationale
Kamer van Koophandel te Londen door
Mr. J. G.
Koopmans ………………………………..
275
Nederland en Javasuiker door
Â.
W.
Vols ……….
277
De steenkolenmarkt in
1934
en thans 1…………..
278
Rotterdam’s balans over
1934
door
Mr. W. F.Lichten.aner
281
AANTERKENINGEN:
Sterke uitbreiding van de internationale bewape-
uingsindustrie …………………………..
282
Maatregelen tegen de monopolievorming van groot-
fihiaalbedrijven in de Vereenigde Staten ……..
283
Wisselkoersen en prijzen …………………….
284
INGEZONDEN STUKKEN:
De economische beteekenis onzer nationale havens
door
Z. W.
Dekkers Jr.
met Naschrift door
C
. Vermey …………………………….
285
MAANDCIJFERS:
Emissies in Februari
1935 …………………..286
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en
Zout-
mijnen ………………………………..
286
STATISTIEKEN …………………………
287-290
Geidkoersen. — Wisselkoersen. – Bankstaten.
26 MAART 1935.
Van de geldmar.kt vallen geen
bijzonderheden te
melden; ‘de koersen veranderden
niet.
De
‘inschrij-
vn’g op het schatkistpapier had ‘het volgeflde resul-
taat:
ingeschreven
toegewezen
(in 1000 fis.)
3-maands
21.600
10.500 k
999.25
=
s
/is
pOt.
6-maands
11.200
9.500,,
996.22
=
3/
4
1-jaars
16.500
8.800,,
1.016.75
=
* *
*
De onzekerheid, welke allerwege op politiek en
monetair gbied heersch’te, drukte ook haar stempel
‘op de wisselmarkt. In de eerste plaats gold de be-
langstelling de Belga. Er theerschte, daar de door
het deviezencontrôlehureau gegeven voorschriften on-
volledig waren, en ze niet door een ieder op dezelfde
vije werden geïnterpreteerd, nogal eeu’igë verwar-
ring. “Belgisch bankpapier kon de eerste ‘dagen nog
vrij’ worden ui’bgevoerd en hij sommige banken zon-
der restrictie worden gestort. Hierdoor werd •de koers
sterk gedrukt; de laagst bereikte koers was na.
32.75, slot 33.15.
Door de ‘onzekere omstandigheden ‘durf t men geen
goud uit België te laten komen. Reeds ‘in normale
tijden maakte de Ba’ncue Nationale in Brussel goud-
export niet gemakkelijk, ‘terwijl men bhans ook ‘het
risico, dat men tijdens ‘de behandeling der aanvraag
met zij.n Belga-‘saldo loopt, niet aandurft. Pon’den
varen gezocht; zij’ verbeterden t’ot 7.0714. Dollars
bleven zich in de buurt van het gou’d-uitvoerpu’nt
bewegen: 1.48. De /f ‘k’oers werd op ca. 4.7714 vast-
gehouden. Fransche Fraucs werden ‘hier geregeld
gezocht; de noteerin’g schommelde tussehen ‘de 9.75
—9.76; slot 9.7534′; De P’ondenkoers ‘tegen Franes
steeg van 72.05 to’t 72.50. Marken veranderden maa.r
weinig; Sperrmarken waren ‘daarentegen sterk aan-
geboden tegen terugl’oopen’de koersen. Zwitsersohe
Franes blijven na. 47.85. Lires 12.22. Peseta’s 20.20.
Oauadeesche Dollars blijven een weinig onder ‘den
Amerikaanschen Dollar: 1.47 14.
Belga’s op termijn waren practisch niet te han’cle-
len. De Belgische banken moeten zich van termijn-
zaken op n’iet-com’mercieel’e basis onthouden. Door
‘de ‘heerschen’de onzekerheid waren P’onden en Dollars
op een- en drie-maanden-levering eerder gezocht.; het
âgio bedroeg resp. % en 2% c. en YW en % c.
Op de gou’dmarkt was nog steeds vraag naar Eagles
en Sovereignv. Ondanks ‘de ‘in ‘het eind ‘der week ver-
scherpte contrôlemaatregelen ‘blijven deze gouden
munten toch nog voor Belgische rekening gezocht. Gouden baren noteeren ca.
f
1.655.50. Hoeweï de
gou’dprijzen deze week weder verkoop ‘in de fixing
te Londen ‘tegen onttrekking bij de Banque de France limgelij k maakten, ‘schuilen de ‘onz’ekere omstandig-‘heden een beletsel voor deze ‘goucl-arbi-trage te heb-
‘beu gevormd.
272
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
DE CRISIS IN HET GOUDBLOK.
Het toenemende in’terven’tionisnae van den Staat
in het economisch leven is niet een verschijnsel, dat
zich ‘tot Du’itschlaftd en de Vereen’i’gde Staten be-
perkt, doch zich ook, zij het weliswaar in ongelijke
mate, vrijwel overal
ter
wereld ‘openbaart. Landen, die
tot voor kort een liberale economische politiek voer-
den, zijn er ‘allengs meer en meer toe overgegaan het
economisch ‘leven te regelen en te ordenen. Hoewel
reeds véér dien tijd de invloed van den Staat toe-
nam, is ‘de groote ontwikkeling van het Staatsinter-
vention’i’sme versneld ‘door ‘de mislukking van de
Economische en Monetaire Oonferen’tie in Juni 1933.
De Regeerin’gen van ‘die landen, welke gehoopt had-
den ‘door internationale valutastabilisatie en daaruit
voortvloeiende verruiming van den ‘interna’tionalen
handel, de moeilijkheden ‘te overwinnen, zagen haar
verwachtingen ‘den bodem ingeslagen en. moesten
noodgedwongen maatregelen nemen om de ernstige
schokken en gevolgen, die de deprecia’tiewed.loop van
de belangrijkste valuta’s met zich bracht, te er-
zac’hten.
Het waren – het behoeft geen nader betoog —
vooral de goudlanden, die door deze verwarring zwaar
werden getroffen. Deze landen, ‘die in valutadepre-
oia’tie al’s middel tot ‘herstel van het economisch leven
geen ‘heil zagen, ‘ondervonden niet alleen ‘de zeer na-
‘deelige gevolgen van ‘de ‘discrep’an’tie van •het binnen-
land’soh en internationaal prijsniveau, doch onder-
vonden eveneens ïde moeilijkheid om ‘den gouden
standaard te verdedigen. De totstandkoming van het
goudbl’ok op 8 Jid’i 1933 vloeide voort ui’t den
wensah van ‘de aangesloten landen om ‘de aanvallen
op den gouden standaard gemeenschappelijk ‘te weer-
staan en elkan’der ‘in tij’d’en van nood te ondersteunen.
D.i’t ‘streven heeft tot ‘dusverre zonder twijfel gun-
stige resultaten opgeleverd, althans u’it monetair
oogpunt bezien. De landen van het gou’dhlok :hchhen
elkaar in monetair ‘opzicht ‘gesteund en het goudhlok
is tot ‘dusverre overeind gebleven, ondanks ‘de aan-valilen, ‘die ‘het te verduren heeft gehad. Er zit ech-
ter nog een ‘ander. aspect ‘aan het ‘goutiblol, dat. in wezen ‘het fundament vormt van de ‘samenwerking
van de goi.i’dlanden. Als een van ‘de voordeelen van
‘den gouden standaard is altijd naar voren gebracht,
‘dat hij t’otbevordering van ‘den in’ternat’ionalen han-
del bijdraagt en uit dien hoofde een ‘nuttige functie
v
voor het ‘geheele wereidverkeer erricht. Het goud-
blok ‘is echter geheel monetair ingesteld; de econo-
mische factor wordt van ondergeschikte hetee’kenis
‘geaoh’t,
terwijl
hij een eerste plaats ‘had behooren in
te nemen. Dit is de innerlijke zwakheid van het ‘goud-
blok, ‘die steeds meer aan den dag gaat treden.
Toen België ‘in October :j’l. op initiatief vun Mi-
nister Jaspar ‘de rgoudlan’den uitnoodi’gcie om ‘tot een vrijere uitwisseling van ‘goederen tussch’en de
gou’dlan’den onderling te komen, – was dit een nood-
kreet, die ‘door de ‘betreffende landen vrijwel gen-
geerd ‘is geworden. België, uitvoerian.’d hij uit’ne-
snendheid, voelde ‘dat het weliswaar zijn interne volki-
huishouding aan ‘de gewijzigde omstandigheden op de
‘wereldmarkt k’on aanpassen, ‘doch, ‘dat de andere
gou’dlan’den als belangrijkste afzetgeb’ieden voor Bel-
gië, hun rigoureuze besoherminigspo’litiek ‘tea opzich-
te ‘van een vriend ‘op monetair gebied moesten teni-
peren.
1)
‘Wij ‘schreven enkele weken v66r deze confe-
rentie
2),
dat ‘het handhaven Van ‘den gouden stan-
claard ‘door België daarvan ‘tot op zekere hoogte af-
hankelijk was. Wij wezen er toen ‘tevens op, ‘dat zoë-
lang de ‘diisharm’oni’e ‘tusschen prijzen
mi
kosten in
de .goudlan’den n’iet ‘hersteld’ was, men zich vah ‘een
‘1)
De uitvoer van België gaat meet’ dati clié”va’ii eènig,
ander land van het goudbiok naar die landen. België
had dus het grootste belang
bij
een vermindering ‘van de
handelsbelemmeringen in cle goudiandeti.
2) Zie ons artikel ,,Staatsiuterventie in de goudianden en hare gevolgen” in E.-S.B. van 3 Oct.
ji.
nauwe samenwerking op economisch gebied tusschen
de ‘gou’dlandeu ‘geen groote voorstelling behoefde te
maken en dat de crisis in de goudian’den zich nog
verder zou verscherpen.
De ontwikkeling van den laatsten ‘tijd wijst erop, dat wij toen juist ,heb’ben gezien. Nadat eerst Italië
eind November door scherpe ‘deviezenmaatregelen ‘de
Vrije werking van ‘den gouden standaard ‘heeft ‘be-
lemmerd, ‘heeft in de afgeloopen week België op
eenigszins ‘ana’loge wijze ‘het voorbeeld van Italië ge-
volgd. i) Hoewel ‘de ‘directe aanleiding, die in genoem-
de landen tot ‘dezen maatregel heeft geleid, verschilt,
vi’oeit zij in wezen uit ‘dezelfde oorzchen voort,
namelijk ‘de mislukking .van ‘de politiek om bij hand-
havin’g van ‘de vrije werking van den gou’den stn-
daard het interne prijs- en kostenpeiUbij ‘dat van de
wereldmarkt aan te passen.
Alvorens ‘op de ‘door’ ‘de gotidlan’den ‘gevogde eco-
nomische politiek na’der ‘in te gaan, wijzen wij eerst
op de ‘gemeenschappelijke gevolgén van deze politiek
t.o.v. ‘den ‘internationalen handel, ‘die in zekeren zin
het uitgangspunt voor ons verder ‘betoog vormen. Uit
‘de
cijfers
inzake ‘de ‘handelsbeweging
blijkt,
dat het
aandeel van de waarde van ‘den invoer (‘in goud) van
een ‘groot aantal landen
2)
‘t.o.v. den totalen wereld-
invoer in 1934 t.o.v. 1933 is gestegen. Slechts een
klein aantal landen geeft een verminderde ‘invoer-
waarde te zien,’ en tot ‘deze landen behchren alle
‘leden van ‘het gouidhl’ok
3)
rëet uitzondering van
Italië
5
).
invoeren van ‘cle goudlancleu (in eigen valuta).
1931 = 100.
J3elgië Frankrijk Nederland italië Zwitserland –
1932 ……86
71
69
71
78
1933 ……62
67
64
64
71
1934
59
55
55
66
64
Uit ‘deze ‘gegeven’s mag men toch zeker afleiden,
dat de h:an’d’h’a’.rin’g van iden ‘gouden standaard door
‘het ‘gou’d’biok niet heef’t ‘geleid tot een bevorderiii’g
van ‘het internationale han’delsverkeer.
5)
Bovendien
zijn deze feiten geheel in ove±een.stemining met de
kunstmatig gehan’d,haafde ‘interne positie van de
goudlanden. Ln’mcrs, ‘de gou’dlan’den hebben nog
steeds een te hoog prijs- en kosten’aiveau. In nor
–
male omstandigheden zou zulks moeten leiden tot een
vepmeerderden invoer ‘en ‘ingeval van ‘handhaving
vnhet, vrije ruilverkeer na korter ‘of langer. tijd ‘tot
een ‘ aanpassing min het ‘internationale prijs- en kos-
tenniveau. Hoe ‘sterker de druk van buiten echter
werd, ‘hoe meer de ‘gon’dlanden zijn ‘overgegaan “tot
;aflui’tin’g, hetzij ‘çl’oo,r j”d’l va,n ($Qrns vrijwel pro-
!hib’i’tieve) invoerrechten of van contingenteeringen.
Het resultaat ‘is geweest, ‘da’t van een voldoende kan-
pass’in’g in de ‘goud’lan’den geen ‘sprake is geweest. En
de lan’den, die ‘het meest hebben aangepast, t.w. Bel-gië en Ita’lië, zijn in valutamoe’ilijk’heden ‘geraakt!
–
* *
*
Uit ‘deze voorbeelden zou men t’eeërlei kunnen
afleiden. Men zou kunnen zeggen,, ‘dat een drastische
defla’tie-pol’itiek n’iet het ware is, dat een ‘dergelijke
In hetzelfde artikel schreven ‘wij, dat de constellatie in het goudblok eenigszins geleek op vrienden op mone-tair, maar vijanden op economisch gebied. Dat wij daar-
mede niets teveel hebben gezegd, blijkt ui,t de verhoudin-
gen tusschen Zwitserland en Italië. Deze twee landen
hebben in Februari een soort handelspolitieken oorlog met
elkaar gevoerd!
In Engeland, Duitsc’hlaud, italië, Zweden, Oostenrijk,
Canada,. , Argentinië, Au,sti’alië,,, Britsch-Indië’ Spanje,
Noorwegen enz, Zie De Nederlandsche Conju’nctuu r” van
Febr,
jl.
Verder ook de Ver. Staten, Tsjecho-Slowakije,. Dne-
marken enChih&
‘ ””
‘
.
–
-Sedent het eindè van’1934 is de invoer in Italië,’:”oor-
al door de deviezenieglementeeing, eve,neens, sterk beperkt.
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de oorzaken van de moeilijkheden van ‘het goudblok voorname1ijkbij de
depreciatie van het Pond’ Sterling, liggen.
27 Maart
1935
ECÖNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
273
politiek van tevoren tot mis1u’kking is gedoemd,
zoodat het beter is bf te ‘devalueeren èf een ‘defla’tie-
politiek bij handhaving van den gouden standaard
niet tot het uiterste door te voeren, doch op het te
hooge niveau de volkshuishouding in evenwinht te
houden: In dit ‘laatste geval zou dus de politieiç van
Frankrijk, Nederland en Zwitserland de juiste zijn.
Ons antwoord hierop luidt, ‘dat liet geheel ver-
keerd •is om te gaan ‘generaliseeren. Elk land heeft
zijn eigen economische structuur en
zijn
eigen moei-
lijkheden. Het recept, dat voor het eene land helpt,
behoeft ‘daarom nog niet ‘het ‘geneesmiddel voor een
ander lam! ‘te zijn. In de huidige omstandigheden is
het evenwel meer ‘dan ooit van belang om na te gaan,
op welké wijze :in andere landen de moeilijkheden
worden opgelost.
1)
Dan zal ook blijken, dat voor gene-
aliseeren geen reden bestaat. Vergelijkt ‘men ‘bv. ‘de
deflatiepoli’tiek in België en Italië, de twee ‘landm,
‘die op ‘het, oo’genblik ‘de ‘moeilijkheden in het gond-
b’lok versohe’rpen, ‘dan is in de eerste plaats vast te
stellen, ‘dat ‘de deflatiepolitiek weliswaar zeer ver is
‘gevoerd, ‘doch in ‘geen van ‘beide landen het uiterste
heeft bereikt.
In Italië ‘gaat ‘de defiatiepolitiek gepaard met een
actieve conjunctuur’poli’tiek ‘in ‘den vorm van werk-
verschaffing ‘op groote schaal. Dit heeft ertoe ‘geleid,
‘dat de invoer van Italië, ‘in tegenstelling tot ‘dien van
alle andere landen van het ‘goudbl’ok, in 1934 grooter was ‘dan in 1933, zulks •als ‘gevolg van een grooteren
invoer van grondstoffen. Dit onderdeel van ‘de con-
nctuurpoli’tiek ‘is in België nog in
zijn
heginsta-
dium, hoewel ‘het waarschijnlijk veel belangrijker zal
worden. In Italië wordt reeds sedert 1931 aan de
reorganisatie van het bankwezen gewerkt. Het vraag-
stuk van de ‘liqu’iditei’t van ‘de ‘banken -i§ op het
oogenbh’k in België buitengewoon urgent. De ver-
houding tussc’h’en bankwezen en valuta in België gaat
eenigszi’ns ‘ge’iijkeu •op ‘die in ‘de Vereen’igde Staten.
Zal me ‘het ‘bankwezen redden ten koste van de
valuta of de valuta ‘handhaven en de banken sanee-
ren? Met deze vraag hangt ‘de toekomstige monetaire
politiek van België nauw samen. Wat een voortzet-
tin’g van de defiatiepolitiek betreft, is ook nog een
belangrijk verschi’l met Italië op te merken. Het is
in ‘de laatste jaren wel zeer ‘dui’dhl.ij’k geworden, ‘dat
een ‘drastische ‘deflatiepolitiek niet alleen een econo-
qnisch, maar ook een ‘sociaal en politiek vraagstu.k
van ‘den eersten rang is geworden. En in dit op-
zicht ‘verkeert Italië ‘t.o.v. België zeker in een gun-
s’tiger positie. De moeilijkheden van ‘het afgetreden
kahinet T’heuuis waren immers voor een belangrijk
deel van socialen en polit’iekeu aard.
Dat hij ‘de beoo’rdel’in’g van de vraa’g, ‘of een dras-
tische ‘defla’tiepolitiek mogelijk is, n’iet alleen met
econom’isdhe factoren rekening moet worden ‘geho u-
den, ‘hewij
.
..t niet alleen het voorbeeld van België,
maar ‘blijkt ook ui’t ‘den toestand
iD
Zwitserland. Mi-
nister Schulrtiliess ‘heeft in zijn politiek testament de
‘bekentenis ‘gedaan, ‘dat zijn economische politiek mis-
lukt is en ‘da’t een consequente ‘deflatiepolit’iek (ver-
laging van prijzen en ‘l’oonen) voor Zwitserland ‘de
ecnige mogelijkheid was om aan een ‘deprecintie van
‘den Zwi’tsersohén Franc te ontkomen. De sociali.dti-
sche partij heeft in een uitvoerig manifest ‘deze op-
va’frting verworpen en ‘o.a. gepleit voor een handha-
ving van bonen en agrarische prijzen en voor ‘het
uitvoeren van openbare werken. Over ‘d’i’t crisis-ini-
tiatief-voorstel, ‘dat ‘d’oor ongeveer / van het aantal
kiesgerechtigden is ingediend, zal waarschijnlijk over
enkele maanden door middel van een referendum
worden ‘gestemd. Het ‘is op het :ooge
n
bljk in he’h’an-
‘delin.g bij ‘het Parlemeilt.
1)
Wij
verwijzen hiervoor naar de zoo juist verschenen
studie van Prof. Dr. Ernst Wagemann ,,Zwischen’bilanz
der .Krisenpolitik” (Carl Heynian’ns Verlag, Berlijn. Prijs
EM, 2.80, 112 ‘blz.).
In dit boekje wonden de methoden
van. cnisisbestrijding in de belangrijkste landen onderzocht.
Tengevolge van zijn economische .s’trtictuur is
‘Frankrijk lang niet zoo kwetsbaar als België, Neder-
land en Zwitserland. Door een •sterke’ protectie ‘heeft
‘dit ‘land tot ‘dusverre zijn prijs- en loonniveau op een
vrij hoog peil kunnen ‘handhaven. In ‘den ‘laatsten
,tij’d wordt aan ‘de verlaging van ‘dén rentevoet ‘door
middel van credi etp ol’i’tieke maatregelen ‘groote aan-
dacht ‘gechon.ken ‘teneinde ‘de uitgaven te vetmln-
deren en ‘het uitvoeren van open’bare werken te
financieren. I.ntusschen neemt ‘het ‘aantal werkboo-
zen in
Frankrijk
‘gestadi’g toe. In plaats van een ‘her-
stel vindt ook Irier een verdere verscherping van de
depressie plaats.
Hetzelfde gekl’t voor Nederland, waar, gezien den
zaeh’ten ‘winter, de werkloosheid e’en recordhoogte heeft
bereikt. Na’a’st’ de
moeilijkheden
met onze twee beste
afnemers, Duitschlan’d’ en Engeland, voegen z’ich
waarschijnlijk binnenkort nieuwe complicaties niet
België, onzen ‘der’den klant (in 1933 ging 14 pOt. van
onzen uitvoer naar België en resp.
22
pCt. en 17
püt. naar Dui’tschlan’d en Engeland). Bovendien is
België, afgaande ‘op ‘de ‘openbare emi’ss’ies, ‘op Duitsch-
land na, ‘onze grootste schuldenaar.
* *
*
De ‘spanningen in liet ‘gou’d’blok
zijn
dus in ‘den
laatsten tijd ‘sterk toegenomen, hetgeen naast econo-
mische, ook aan monetaire oorzaken is toe te schrij-ven. Wij meenen evenwel, da’t de economische fac-
toren ‘de voornaamste rol ‘hebben ‘gespeeld. Immers,
bij liet tot standkdmen van het ‘gou’dblok was te
‘voorzien, ‘dat aan internationale ‘stabilisatie in de eerste jaren niet ‘behoefde ‘te worden gedacht; ‘de
depreciatie van Pond en Dollar was, ‘hoezeer ook te
betreuren, een ‘feit, waaraan niets meer viel te ver-
‘anderen.
De consequenties ‘voor de ‘landen van het gondbiok
waren daarom aanpassing ‘in ‘den kortst mo’gelijken
tijd aan de internationale verhoudingen. Deze aan-
passing is in ‘de goudlan’deu hoogst ‘onvoldoende ge-
ivees’t, zelfs nog ‘in België en Italië, waar zij het
verst is ‘doorgevoerd. De prijsstijging in ‘de landen
van het Pond Sterling, waarop zelfs ‘door ‘gezagheb-ben’de kringen werd gerekend, ‘is achterwege geble-
ven en heeft als ‘gevolg van ‘de ‘h’oogst ‘onvoldoende
aanpassing ‘tot een voortdurend ‘sterkere bescherming
in de gou’d’lan’den ‘gdlei’d.
De
geleidelijke
‘daling van ‘het Pon’d Sterl’in’g
in 1934 en ‘de plotselinge du’ike’linig van enkele weken
geleden versoherpteu de
moeilijkheden,
wat o.a. zicht-
baar is geworden in België en zullen waarschijnlijk
wel nieuwe beschermingsmaatregelen van de goud-
lapden uitlokken, dus nieuwe belemmeringen voor
den in’tern’ati’o,ualen handel veroorzaken.
Onder ‘deze onistan’digheden wordt de roep voor
herstel van den internati’onalen gouden ‘standaard
steeds ‘luider. Het zou inderdaad voor :de wereld een
redding zijn, ‘indien de gouden standaard, mits onder
yoldoeu’de waarborgen voor een nieuwe ineen’s’tor-
ting, hersteld zou kunnen worden.
Valt hierop echtèr ‘binnenkort te rekenen? Deze
vraag ‘is wl zeer moeilijk te beantwoorden. A’lge-
ineen wordt ‘aangenomen, dat Engeland in ‘dit opzicht
‘het struikelblok vormt; het wordt zelfs verweten, ‘dat het moedwillig het ,Pond laat zakken ‘om ‘het
gou’dbbok uit elkaar te laten ‘sprin’gen. Terecht heeft
de ‘heer A. A. van San’dick in de Maartafleverin:g
van ,,De Econoinis’t” aangetoond, .dat een dergelijke
opvatting ‘onjuist ‘is. He’t Exohange Equalisation
Fiin’d’ kan viel ‘de ‘dagelijksch’e schommelingen van
‘het Pond ‘beheersch’en, maar n’iet de schommelingen
op langen termijn. De ,,tren’d” van liet Pond Ster-ling is schijn’baar noi s’teeds naar ‘beneden gericht
en zoolanig hieraan geen einde is gekomen, zal En-
geland wel niet ‘to’t.stabilisa’tie overgaan.
De vraag.kan worden gesteld, of ‘de instabiliteit
van’ het Pond. Sterling met alle gevolgen voor de
274
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
landen, die met dezen val niet meegaan, de dalende
beweging van den ,,trend” niet verscherpt. Voora’l
voor het Pond, da’t’op de prijzen van interna’tionaal
verhandel’bare goederen ‘groo’ten invloed uitoefent, is,
deze vraag van belang, doch niet zonder meer •te
beantwoorden.
Er dient hier echter op een anderen factor te wox-‘
den gewezen. Stabilisatie van het Pond vereisoht
verschillende voorwaarden. Een van de belangrjkste
is de zekerheid, dat de rust op de ‘internationale valu-,
tamarkt binnen enkele jaren niet opnieuw verstoord
zal worden en dat de handelsbelemmeringen zuilen
verminderen. Is deze zekertheid t.a.v. ‘het goudbllok
aanwezig? Wij moeten deze vraag helaas ontkennend
beantwoorden. De recente moeilijkheden in België
hebben voldoende aangetoond, ‘dat de ‘v’olkshuishou-
ding in de gou’dlan’den zeer labiel is. De interne
moeilijkheden in ‘de ‘goudlan’den worden nog e’enigs-,
zins verzacht door kunstmatige handhaving van het
algemeene
prijsniveau. Zal ‘bij herstel van den inter-
nationalen gouden standaard, ‘die immers een vrijere
hau’deis’beweging tot voorwaarde heeft, de ‘instabili-
teit van deze voikshu’ishou’din’gen niet duidelijk aa
het ‘licht komen en zoodoende weder tot nieuwe rnoei
–
iii oheden aanleiding geven?
Deze vraag ‘is ei. bevestigend te beantwoorden. De
prijsstijging op de wereldmarkt, ‘die ingeval van her-
stel van den ‘in’tern’ationalen gouden standaard en
verbeteringen van de internationale handeisbeweging
te verwachten is, zal zonder twijfel niet van dien
aard zijn, dat het groote versohi’l in ‘de
‘prijs-
en
kostenniveaux in de goirdianden en niet-goudlan’den,
kan worden overbrugd. Hieruit vloeit’ tevens voort,
dat de voorwaarden voor een
uiteindelijke
rust ‘op ‘de
internationale valutamarkten niet alleen door Enge-
land vervuld kunnen worden. Ook op de leden van het
goudblok rust in dit opzicht een ‘taak. Zij moeten ër
voor zorgen, ‘op welke wijze ‘dan ‘ook, zoo spoedig
mogelijk orde in eigen huis te scheppen. Dit is een
taak, die ‘den ‘goudl’an’den onvrijwillig is ‘opgedrongen,
maar ‘die zij moeten v’olbren’gen om mede te werken
tot vervulling van d’ie voorwaarden, welke noodig
zijn om tot een ‘herstel, n’iet alleen van de onderlinge,
maar ook van ‘de ‘internationale ‘handelsbetrekkingen
te geraken.
Di’t punt iis in ‘het
bijzonder’
voor Nederland van
belang omdat onze positie bij den ‘dag kwetsbaarder
wordt. Wij hebben ‘hier niet in de eerste plaats den
techrui’sch-nione’tairen ‘kant op het oog. De gou’dvoor-
raad ‘is nog groot en ook bij zeer groote ‘gou’dv•erliezen
is het mogelijk, ‘den ‘gouden ‘standaard nog zeer lang
te verdedigen. De ‘toenemende pro’tect’ie, vooral in ‘den
vorm van con’tiugenteeringen, wijst erop, ‘dat onze
positie steed’s slechter wordt en ons land zioh hoe
langer ‘hoe meer van de wereldmarkt ‘gaat afsluiten.
Hoeweil mede door ‘de reserves ons land nog steeds in
staat is een politiek te voeren, ‘die het evenwicht tu’s-
scheii de geteisterde ‘cleelen van onze vol’kshis’ish’ou-
‘ding op een economi’sch te ‘hoog niveau tracht te
handhaven, zij ‘het ten koste van een ontzaggelijke
werkloosheid, zal toch, tenzij ‘de toestand plotseling
mocht veranderen, ‘de ‘dag aanbreken, ‘dat gekozen zal
moeten worden •tussohen consequente defla ti e, ‘deva-
luatie, of welk ander stelsel ‘dan ook.’ De voorbeelden
van onze buren strekken ‘hier ‘ter waarschuwing.
1
1
Op ‘dat moment is onze positie geheel gewijzigd.
Consequente ‘def’la’tie in een periode, ‘dat de interna
tional.e han’delsbeweging nog stagneert, zal in ‘het binnenland in den eersten ‘tijd tot een verscherping
van ‘de ‘depressie leiden, tenzij tegelijkertijd een ac-tieve conjunetuurpoli’tiek wordt gevoerd, b.v. in den
vorm van ‘openbare werkverschaffin’g. Doch ‘dan wordt
het, veel meer dan tot ‘dusverre, een vraag niet ‘alleen
van economisohen, maar vooral van socialen en poli-
tieken ‘aard, of een
‘dergelijke
politiek nog
mogelijk
is.
Eik uitstel zal de moeilijkheden in ‘dit opzicht vergroo-
ten en onze economische weerbaarheid verzwakken.
v.d.V.
DE LANDBOUW-HYPOTHEEKBESLUITEN.
Men schrijft ons:
Er was er eens een tijd, ‘dat men oordeelde, ‘dat
er recht gedaan ‘moest worden, ook ‘al zou de wereld
‘ten ‘onder ‘gaan. Pereat mun’dus, fiat justit’ia. Tegen-
woordig is de eerbied voor ‘het recht m’in’der groot
‘en ‘schroomt ‘men het recht te handhaven, wanneer
aan het leven tekort ‘dreigt te worden ‘gedaan. Men
zal met ‘dez’en ‘ontwikkel’ings’gan’g, dien de geschiede-
nis altijd vertoont in tij’den van hoogen economisoben
of anderen nood, vrede kunnen hebben, ‘mits men
zich van twee ‘dingen voldoende rekenschap gegeven
heeft: in de eerste plaats van ‘de ‘algemeene belangen,
welke ‘door ‘het recht tot ‘dusverre gediend en ‘du’s
‘opgeofferd worden en in de tweede plaats van de
vraag, of inderdaad ‘bij ‘het ‘op
zijn
‘beloop laten van
het recht levenshelan’gen bedreigd worden.
De Mini’s’ter van Economische Zaken heeft voor
de onder ‘schulden gebukt ‘gaande boeren het nood-
sein ‘ge’hesohen en bij twee Koninklijke Besluiten van
12 Maart 1935 het ‘hypotheekrecht langs een ‘omweg
ter
zijde
gesteld om ‘de zoo ‘hatelijke, ‘onnoodi’ge execu-
t’ies van landelijk eigendom ‘te kunnen voorkomen.
Met ‘het ‘doel op zichz’eif kan ,ie’der weldenken’d
mensch instemmen. Bovendien spreekt het sterk tot
‘de verbeelding ‘der massa, ‘die zich nimmer realiseert,
‘dat in ‘de eerste ‘hypotheken de spaarpennin’gen en
aanspraken op ou’derdomsrente, pensioenen, uitkeerin-
gen
‘bij
ziekte en invali’diteit enz. van de •armsten
der natie zijn belegd. De hypotheekbanken (overigens
naar verhouding zeer weinig meer bij lan’dhypothe-
ken betrokken), die tegenover ‘haar pan’dbrief’hou’ders
evenveel ‘debiteur zijn als cred’iteur tegenover haar
hypotheekgever en ‘daarom de positie v’an beide in
het ‘oog houden, ‘hebben er reeds lang bij de Regee-
rin’g op aangedrongen om vexatoire beslaglegging
tegen te gaan ‘door ‘de kosten van ‘beslaglegging niet
langer preferent te doen zijn boven eerste ‘hypotheek.
De ‘gewone crediteur, d’ie weet bij executie ‘toch niets
te zuilen krijgen, zal zich ‘dan nog wel eens beden-
ken alvorens ‘den- eersten ‘hypothecairen crediteur tot
executie te dwingen. Met het feit, dat anderen den
hypot’hecairen ‘schuldei’scher tot verkoop kunnen
nopen, is al ‘da’delijk geen rekening ‘gehouden.
Er hebben zich inderdaad ‘enkele ‘gevallen v’oorge-
daan, waarbij men van ,,onnoodige” executie zou kun-
•nen spreken, z’oo ‘bv. van opzegging van ‘hypotheken
door van infiatievrees bevangen particulieren, ‘die
z’ich onder het ‘dreigement van executie van ‘het on-
derpand ‘meester maakten, ‘doch ‘dit zijn, voor zoover
mij bekend, uitzonderingsgevallen ‘geweest. Door den Minister zijn eveneens eenige spreken’de voorbeelden
gegeven van onnoo’dige opvragin’g van hypotheken,
waarbij men onder de tegenw’o’ord’i’ge om’stap&igheden
van misbruik van recht zou kunnen spreken, ‘doch ‘de
algemeene ‘indruk in kringen van boerenleenhanken,
spaarbanken, verzekeringsmaatschappijen, notarissen
en hypotheekba’nken is toch unaniem, ‘dat er wel zeer
weinig geval’len van executies voorkomen, welke men
in ‘gemoede onnoodi’g zou kunnen noemen.
Het feit, ‘dat het in een tak van bedrijf slecht gaat,
behoeft ‘daarom nog niet ‘tot extra veel executies aan-
leiding ‘te ‘geven. In de ‘scheepvaart gaat het -heel
vat slechter ‘dan in den ‘landbouw en toch komen
blijkens ‘de verslagen der ‘soheepsverban’dbanken, ‘die ‘d’it credie’t voornamelijk verzorgen, ‘betrekkelijk wei –
nig gevallen van executie vo’or.’ Waar ‘het ‘volle pon’d
‘onmogelijk meer betaaild ‘kan worden, vin’den partijen
‘elkaar wel, daar veel executies ook niet in ‘het be-
lang van de credietorganisatie’s zijn.
Bij particuliere credietgevers – en ‘de landbouw-
hypotheken zijn voor e’en groot gedeelte van parti-
culieren – ‘is ‘de kans op misbruik ‘groo’ter, ‘al is ‘deze
kans mi. de prijs voor een ook in ‘dez’en tijd nog
goed function.neeren’d en uiterst goedkoop (4-4
1
/i
pOt.) landb’ouwcrediet.
De nood ‘der tijden zou echter wellicht rechtvaar-
27 Maart 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
275
ch -gen -om ‘den door Jhr. De 0-eer mde Tweede Kamer
aangegeven weg te bewandelen en uitstel van execu-
tie wettelijk mogelijk te maken in -die geval’len, waar-
in van den ‘debiteur, clie tot dusverre volledig rente
en aflossing betaald heeft,
niet noodzakelijke terug-
betaling van de -hoofdsom •geëischt wordt.
Intusschen motiveert •de Minister zijn maatregelen
met den -landbouw-steun, waarvan niet een te groot
gedeelte aan ‘de ‘hy’pothecaire crediteuren ten goede
mag komen. Daargelaten -of dit standpunt juist is,
dan is in ieder geval bij de gemaakte re:geling de
consequentie, dat iedere debiteur, die zich gaarne aan
zijn verplichtingen wil onttrekken,
–
kan beginnen met
niet te betalen en een beroep pp den Minister te
-doen om eens te willen zeggen, wat deze vindt, dat
hij van -den landbouw-steun voor zichzelf mag houden.
De Minister behoeft zich echter niet de minste
illusie te maken, dat de ‘debiteur hem daarbij vol-
ledig zal -inlichten -over zijn verdere -schulden en
l-o-open’de ‘borgstellingen enz., want ieder, die ge
–
en
vreemde is in het Jeruzalem -der deb-iteuren, kent
de tahlooze -gevallen van -hen, ‘die zeggen onmogsiijk
-te kunnen betalen in -deze tijden, -doch bij executie
bedreiging ‘gelukkig -nog juist het verschul’digde
uit een vergeten hoekje van ‘hun portefeuille kun-
nen opdiepen.
,,N’iet-s z-ou gevaarlijker zijn ‘dan wanneer zelfs maar
,,de indruk zou worden opgewekt, ‘dat het ‘thans den
,,landbouwers vrij-stond hunne ‘hypotheekrente niet
,,meer ‘te betalen en ‘dat dan ‘de .Regeeriug de moge-
,,lijk’heid van execcrtie zou afsnijden”, heeft de Mi-
i-ster bij ‘de -installatie van ‘de Hypotheek-Commissie,
we’lke hem ‘telkens zal hebben te -adviseeren, -gezegd,
maar van ‘dit verstandig ‘inzicht is absoluut n
–
iets in
het K. B. terecht gekomen.
Waarom ‘is niet ‘geprofiteerd van ‘de ervaring bij
cle Crisi-s-Pachtw-et, die om dezelfde reden o-ok ‘direct
weer gewijzigd moest worden?
Wat zou er op tegen zijn om ‘het beroep op den
Mini-ster -te
–
beperken tot degenen, die tot ‘dusverre
hunne verplichtingen waren nagekomen of ‘desnoods
althans ‘de verschuld-igde rente tot den ‘dag van in-
‘di’en’ing van ‘het request -hadden betaald of een daar-
mee gelijk ‘te s
–
tellen ‘bedrag depon-eerden?
Was ‘het verder wel noodig om ‘deze regeling ook
in ‘te voeren voor bv. na 1 J’anuari 1931 gesloten
‘hypotheken, toen men -met ‘de crisis rekening ‘kon
houden en ha’d ‘men niet -op zijn allerminst thans
nieuw te -sluiten ‘hypotheken er -buiten, moeten
houden?
Uit t-al(looze ingezonden stukken -in provinciale
en -andere bladen
blijkt
reeds van het s-topzetten door particulieren van nieuwe land-hypotheken
1)
Notarissen en anderen wenden zich t’o
–
t ‘den Mi-
n,ister, omdat ‘de ‘landbouwcredietgevin’g door parti-
culieren, die eerst eens ‘de -kat uit -den ‘boom willen
kijken, meteen ‘stagneert.
Is ‘de Mini-ster zich bij ‘deze heele regeling vol-
doende ‘bewust geweest van ‘het feit, -dat niet alleen
lan’dhouwcrecliet, maar in ‘het algemeen, -dIk particu-
lier credi-et feitelijk -onmogelijk -is, wanneer eenige
steunregeling zon-danig wordt in-gericht, ‘da-t de vraa-g
-omtrent realisatie van ‘het on’derpan-d niet meer on-
:derworpe’n ‘is aan het civiele recht, maar aan het
inzicht van een ambtelijke instantie??
Heeft -men in ‘de bollenstreek nu nog niet genoeg
ervaringen opgedaan (vgl. W.P.N.R. No. 3399) en
wil men alle ‘dringen-de waarschuwingen van, de -boe-
rencredie-tor-ga’ni-saties zelve niet a’l-leen volkomen ne-ge
–
eren, maar ‘het funeste systeem zelfs -gaan ‘genera-
liseeren?
Tenzij men tegen ‘het risico van al-geheele versto-
ring van het geheele economische -leven, zooals dat
ook -in andere landen geschied is (zie E.-S.B. van 30
‘1)
Zie b.v. de Prov. G-rou. Crt. van
18
en
21
Maart
1935
en een ingezonden stuk van Notaris Van Everdingen
te Tiel in de N. Rott. Crt. van
21
Maart
1935. 0.
B.
November 1933) niet -opziet en er evenmin bezwaar
te-gen heeft, ‘da-t ‘de Staat d-e bestaan’d-e kwade poiten,
waarvan ‘hij- de liquidatie verhindert, overneemt,
mi’ts’gaders ‘het nieuwe land’bouwcrediet goed-deels
zelf gaat verzorgen, ‘dan moge de Minister ten -spoe-
digste aan de bovenaanigegeven bezwaren afdoende
tegemoetkomen.
Wordt ‘dan verder de HypotheekCommissie aan-
gevuld -met een ‘land-bouwcrediet-‘deskun’d-i’ge en in
plaats van adviescommissie -als
bijzonder
rechtscol-
lege georganiseerd, ‘dan mag men -h-open, ‘dat -het ge-
sohokte vertrouwen -spoedig weer zal terugkomen, -de
rente niet zal
stijgen
en -het doel: ver.hin-derin’g van
onn-oodi’ge executies, ‘toch bereikt zal kunnen worden.
VERGADERING VAN DEN ,,CONSEIL” DER INTER-
NATIONALE KAMER VAN KOOPHANDEL TE LONDEN.
Over ‘het -algemeen is -het niet de -gewoonte, in d’it
weekblad uitvoerige mededeelingen omtrent -de Hoofd-
bestuursvergaderingen van ‘de Internationale Kamer
van Koophandel te publiceeren. Een enkele maal be-
staat er echter aanleiding, van -dezen regel -af te wij-
ken, en -om. is ‘di-t het geval ten aanzien v-an de bij-‘
eenkomnst van -den ,,Oonseil”, welke op 15 Maart ji.
on’der voorzitterschap van -den -heer
F. H. Fentener
van Vlissingen
heeft plaats ‘gevonden. Immers -deze
vergadering – die, anders ‘dan gewoonljk, niet
–
te
Parijs doch te Londen wer-d gehou’den – is om twee-
erlei reden ook voor een ru’imeren kring ‘dan ‘dien
van de -onmiddellijk betrokkenen interessant: ‘in de
eerste plaats, -omdat e
–
en belangrijk ‘deel van ‘de voor-
-berei’dende werkzaamheden voor het -achtste tweej-aar-
lijksche Congres -der Kamer, ‘dat van 24 t.e.m. 29 Juni
as. te
Parijs
zal plaats vinden, op deze Hoof’dbe-
stuursvergaderi-n’g ‘de -revue heef-t gepasseerd, en -ten
tweede wegens ‘het belangwekkende exposé, ‘dat Prof.
T. E. Gregory –
de aan ‘de lezers van di-t -blad wel-
bekende ‘h’oogleera’ar -aan de ,,London Sdhool of Eco-
– nom’ics” – ‘op ‘deze vergadering heeft gegeven om-
trent ‘de monetaire wereld-situatie van het oogen’blik.
Prof. Gregory, ‘die reeds -sinds eenige jaren als
adviseur van ‘de Internationale Kamer in monetaire
aangelegenheden fungeert
2),
behoor-t, met enkele zij-
– ner collega’s van de L-on’don School, tot -diegenen
‘onder de Engelsche economen, die – in tegenstelling
tot ‘de groep, ‘die men (‘oneigenlijk) als ‘de ,,Cam-
bridge-School” pleegt ‘aan te -dui-den – voor ‘de -m’one-
t’aire politiek van ‘de Britsche regeerin’g gedurende -de
laatste jaren weinig bewondering hebben. Ook dit-
maal kwam dit standpunt van Prof. Gregory ‘duide-
lijk tot uit-ing. Intusschen ving -spr., evenals -bij som-
mige vorige ‘gdlegenheden, -ook ‘than-s zijn uiteenzet-
ting aan met de uitdrukkelijke waarschuwing -aan zijn
‘hoorders, -dat hij niet -geacht kon worden de opinie
van een meerderheid in het Bri’tsche Nationale Comi-
té -der Internationale Kamer te vertolken.
– Refereeren’d aa-n ‘de ,,Verklarin-g omtrent ‘de stabi-
lisatie der -gel-ds-telsels”, welke -de I.K.v.K. nu juist
een jaar geleden heeft ‘gepubliceerd
2),
constateerde
Prof. Gregory allereerst, ‘dat -helaas -alle -sombere voor-
spdl-l-i’ngen, welke in deze verklaring waren vervat met
betrekking t-ot -de gevolgen van een langer uit-stel van
d-e ‘stabilisatie ‘der munteenhed-en – in hoofdzaak:
-blijvende onzekerheid, met -als gevolg den toenemende
defla-tie–ten’denz in, de goud-landen – in vervulling zijn gegaan, hetgeen hem slechts kan -sterken in, ‘de
opinie, ‘dat alleen, een -spoedLge stabilisatie het mid-
del kan zijn om -den vicieusen cirkel te verbreken. In
tamelijk scherpe bewoordingen critiseerde -spr. de of-
Vgl. om, zijn i’ecle op -het Congres der Kamer te
Weenen in
1933,
besproken door schrijver dezes in de
E.-S.B. van
28
Juni van dat jaar. Ook de na te noemen
,,Vei’klaring omtrent de Stabilisatie d-er Geidstelsels” be-
rustte grootendeels op een door Prof. Gregory opgesteld
voorbereidend memorandum.
Zie E.-S.B. van
4 April 1934,
pag.
297.
276
ECONOMI’SCH-STAflSTISCHE’ BERICHTEN
27′ Maart 1936
ficieele Engelsche politiek van ,,Wait and see”, er
om. op wijzend, ditt de beweerde onzéker$hei’d omtrent
de toekomstige bewegingen van den Dollarkoers voor
deze politiek geenszins een voldoende motief biedt. Dé
werkelijke oorzaak van de bestaande onkerhei’d is
z.i. geen andere dan: ,,the iin’ability of the British
G’overnmen-t to make up ti’ts mmd as to wha’t it ii
going ‘to do with the poun’d”.
in aansluiting hierbij stond spr. stil bij de ver-
moedelijke oorzaken voor de recente scherpe daling
van den Sterling-koers, waarbij ‘hij vooral den na-
druk legde op het feit, dat de publieke opinie in En-
geian’d in den loop van het jaar 1935 een nog ver’-
dere depreoiatie van het Pond sohijrrt te verwachten.
Naast enkele ,,slhort-peri.od” oorzaken voor deze
koersdaling – zooal’s ‘de jongste daling op ‘de markt
voor de sgn. ,jgou’d’gerande” beleggingswaarden, en
den ‘onzekeren binnenland’sohen politieken ‘toestand
(met name de loopende geruchten over op handei
zijnde nieuwe verkiezingen in Engeland) – noemde
Spr. als oorzaken, werkende op
langen
termijn, voo-
al de beide volgende factoren: (lo.) ‘het overschot,
dat in de laatste jaren de toevioeiinig van vreemd
kapitaal naar Engeland boven de afvloeiing van kapi-
taaft uit Engeland heeft vertoond, hetgeen aanleiding
geeft om ‘t,z.t. een terugtrekking van’ deze saldi te
verwachten, en (2o.) ‘de waarsbhijnÏijkheid van toe-
nemende importen wanneer het aan’gevangen her-
stel in de binnenlan’dsche conjunctuur zidh zou
‘doorzetten, en vooral ook, wanneer de regeering ver-
•der in haai’ politiek van ,,pu’blieke werken” zou vol
harden. üp grond van ‘deze factoren acht Prof. Gre-
gory de ‘bestaande verwachtingen inzake een verdere ‘depreciatie van ‘het Pond ook zakelijk niet ‘geheel en
all ‘ongerechtvaardi’gd.
Na deze beschouwingen over ‘de E’ngelsche valuta.
besprak de inleider achtereenvolgens ‘de positie van
de gou’db’lokl’an’den en die van ‘de Ver. Starten. Wat
‘de eerstgenoemde betreft, nam hij vooral stelling
‘tegen de in Engeland heerschen’de en z.i. ,,i’ather un-
fortunate” opinie, ‘dat ‘de bestaande moeilijkheden
van de ‘gou’dbloklanden aan ‘deze zelf zouden zijn toe
te ‘schrijven; ‘integendeel zijn .het naar zijn meening
in ‘de eerste plaats Engeland en ‘de andere landéh
v’an het Sterlingbloc, die voor deze moeilijkheden in
de gou’dlanden verantwoordelijk zijn..
Een ‘deva’luatie in ‘de goudianden zou; aldus Prof.
Gregory, in theorie wellicht voor ‘deze een gunstig
effect kunnen hebben, ‘doch ‘dit
uislnitend
wanneer
de ‘dubbele voorwaarde vervuld ware, ‘dat (lo) de
reeds gedeprecieerde valuta’s niet verder zouden de-
precieeren en (2’o), ‘dat ‘de andere la
n
de
n
op ‘de deva-
lua’tie niet zouden reageeren met een verdere ver
hocgin’g van hun tariefmure, resp. een versclherpin
van andere handelsbelemmeringen.
Bij
gebreke van
vervulling van ‘deze beide voorwaarden, welke Prof.
Gre’gory – naar ‘de meenin’g van
schrijver
•dezes te-
recht – voor hoogst onwaarsdhij’nlij’k houdt, brengt
een devaluatie z.i. v’oor de ‘betrokken ‘landen geener-
1 ei voordeel, maar alleen groote interne ‘gevaren, zoo-
wel v.an politieken al’s van econom’ischen aard, met
zich mede.
Wat ‘betreft ‘de Vereenigde Staten wees Prof. Ore-
gory ‘in hoofdzaak op ‘den factor van onzekerheid, wel-
ke ‘gelegen is in de bevoegdheid, die aan ‘den President
is verleend ‘om ‘de gou’dwaarde van den Dollar met
nogmaals 10 pOt. te verlagen – een bevoegdheid,
waarvan speciaal in ‘geval van een devaluatie door
de goudbioklanden zeer waarschijnlijk gebruik zou
worden gemaakt!
Resumeeren;de meende Prof. Gregory te mogen
constateeren, ‘dat de gedachte aan devaluatie
eis
een
panacee voor
alle
landen definitief moet worden op-
gegeven;
ten hoogste
kan van een relatief voordeel voor enkele landen sprake zijn, maar meer en meer
zal z.i. ‘de overtuiigin’g ‘doordringen, dat ,,the game
must stop because it does not pay any iore”.
Erkennende, ‘dat ‘bij de tegenwoordi’ge koersen en
prjsniveaux de Dollar wellicht
–
te -laaig gewaardeerd
is ‘ten opzicht van het .Pond,- en het P’ond ‘op zijn
beurt te laa’g ten opzichte van den Franc, verdedigde
Prof. Gregory -iettemin de opvatting, dat de eeni-ge
weg uit ‘de impasse is om thans eerst, op de basis van
deze ‘bestaande •koersen, een de-facto-s-tabil-isatie door
te voeren. Wachten op de aanpassing van ‘de prijs-
n’iveaux; alvorens hiertoe over te igaan, is z.i. in de
praktijk onmogelijk, -‘omdat, zonder een voorl-oopige
koer-ssta’bilisa’tie, ,,there is nothing where price-levels
can adapt ‘them-selves to”. Voor ‘het geval men in-
tusschen, na zulk een voorloopi’ge stabilisatie, bij het
vaststellen van ‘den koers achteraf mocht blijken ‘te
hebben mi-sgegrepen, zou – aldus Prof. 0-regory –
een nadere vijziginlg .van de gekozen pari’teiten, al-
vorens tot stabilisatie ,,de jure” wordt ‘overgegaan,
in principe mogelijk moeten blljven; ‘dit laatste ech-ter
niet
‘door een eenzijdig besluit van een of meer
afzonderlijke landen, snaar alleen in onderling over-
leg – tusschen alle betrokken partijen.
Het val-t niet te ontkennen, dat i’n ‘dit laatste deel
van spr.’s betoog een zekere zwakheid schuilt, en het
i’s dan ook
begrijpelijk,
‘dat bij ‘het (overigens niet zeer
uitvoerige) debat, dat zich naar aanleiding van Prof.
Gregory”s uiteenzetting ontwikkelde, vooral ‘dit punt
aan eeni’ge critiek bloot stond. Speciaal een van de
landgenooten van den inleider, S’ir
John Sanclenian
Allen,,
legde er den nadruk op, dat, indien eenmaal
‘gestabiliseerd wordt, ook geen verdere onzekerheid
mag overblijven. Overigens bleek ook ‘deze spreker in
beginsel voorstan’der van een zoo spoedig mogelij ken
terugkeer naar ‘den gouden -standaard, docih – in
tegen-stelling tot Prof, Gregory – bestreed hij, dat
‘de schuld van den bestaan-den -toestand grootendeels
-op Engeland zou vallen.
Behalve ‘deze -beide Engel’sche sprekers namen •ook
gedelegeerden van de Amerikaansche, Fransche en
Duitsche Nationale Comités aan ‘de ‘discussie over
het monetaire vraa’gstuk ‘deel. De
‘belangrijkste
bij-‘draige tot -dit debat leverde het Duitsche lid van
het Hoofdbestuur, Dr.
0. C. Fischer,
‘die er sterk
den nadruk op legde, dat stabilisatie slechts een on-
derdeel kan zijn van een -algemeene economische poli-
tiek, en op ‘den ‘duur niet kan worden ‘doorgevoerd
zon-der een ‘herstel van de ,,Freizü’gike
–
it” van goe-
deren, kapitaal en arbeid.; waarop Prof. Gregory
repliceerde met de ‘bekende, stelling, ‘dat ju:ist de sta-bilisa-tie -de allereerste voorwaarde ‘is om deze bewe-
gingsvrijheid ook maar eeni’gszins te kunnen herstel-
len. Voor het ‘overige legde ook ‘de Duitsohe spreker –
merkwaardig ‘genoeg wanneer men aan ‘de -diverse
soorten ,,Sperrmarken” denkt! – sterk -den na-druk op
de onwenschelijkheid van een politiek, die de valuta-
-depreciatie tot een economisch .strij’dmid’del ‘maakt,
terwijl hij ‘incidenteel nog weei op de vermindering
van de koopkracht, ‘die
belangrijke
afnemers van
Europeesche producten, zooals ‘de Zuid-Amerikaan-
sche Staten, -hebben ‘ondergaan ‘tengevolge van de
-depreci’wtie van het Pond.
In aansluiting bij ‘d-i’t monetaire -debat vond een
-discussie plaats -over :het vraagstuk van ‘de clearing-
verdragen. Inleider hiervoor was ‘de heer
E. Fou-
gère
(Frankrijk), auteur -van een rapport over dit
vraagstuk, da-t ‘de Internationale Kamer van Koop-
handel -binnenkort -op verzoek van den Volkenbond,
aan ‘dezen zal uitbrengen.
Zonder het beginsel van ‘de clearingen (gegeven -het
fei’t, ‘dat er nu eenmaal
eenzijdige
‘belemmeringen van
het ‘betalingsverkeer bestaan) geheel en al te – ver-werpen, legde ‘de heer Fou’gère niettemin allen na-
‘druk op ‘de ‘gevaren, waartoe ‘dit systeem kan leiden,
vooral ‘dan, wanneer zelfs ‘de saldi (,,Spitzen”) van
de clearin’greken’ingen niet meer op -de normale wijze
in den vorm van ‘deviezen kunne’n’w’orden verrekend.
Immers in -dat geval leidt de -clearing onvermijdelijk
tot een steeds verder ‘gaand ,,bilateralisme” in het
goederenverkeer: d.w.z. een streven om de importen
en exporten tusschen iedere twee landen op zichzelf
27 Maart 1935
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
277
genomen
z’ooveel mogelijk met elkander in evenwicht
te ‘brengen. Terecht merkte-de heer Pougère op, dat,
zoolang slechts een normale verrekemug var deze
saldi
i-n leviezeti n’rogelijk blijft, ‘de clearing op zich-
zelf nog niet het effect behoeft te -hebben om al-dus
e1kea ‘driehoeks- resp. veelhoekshandel a priori on-
mogelijk te maken. Op denzeifden ‘grond bepleitte spr.
voorts nadrukkelijk – zij het met volledige erkenning
van cle groote technische moêilijkheden, -die ‘hieraan
verbonden zijn, en -van de geringe tot ‘dusver in fit
opzicht bereikte practische resultaten – -de wensche-
iijkhei’d ‘om ‘het zoeken naar everirtueele mogelijkheden
voor een
plurilaterale
vereffening ‘der clearing-sakli
vooral niet uit het oog te verliezen.
Uit het verdere -debat over -dit onderwerp valt in
het bijzonder te vermelden een kort ‘speechje van ien
voorzitter van het Du’itsche Nationale Comité der
Kamer, ‘den heer
A. Frowein,
die zich in zeer on-
gunstigen zin over ‘het cleariri,g-stellsel uitsprak, het-
welk z.i., meer ‘dan eenige andere maatregel van de
laatste jaren, ,,’dem Weithandel einen schwe ren
Schlag versetzt -het”.
Een, ander belangrijk onderwerp, waarmede de
Conseil zioh heeft bezi’g gehouden, ‘betrof ‘de inter-
nationale p roductieregelin’gen en onderneinersover-
eenkomsten (,,En’tentes In,’dustrielles”). Hoewel de
tekst van ‘de resolutie, ‘die hieromtrent aan het Con-
gres te Parijs zal worden voorgelegd, te Londen nog
niet definitief is vastgesteld, heeft de ‘discussie hier-
omtrent toch wel duidelijk ‘doen uitkomen, dat er
thans ook in ‘de I.K.v.X. een overwegende s’troomin’g
bestaat ten gunste van zekere ,,planwirtschaftliche”
maatregelen, althans voor zoover ‘het ‘initiat’ief hier-
toe door ‘de ondernemers zelf wordt •genomen. Ook
het ‘beginsel ‘der verbin’dendver.klaring wordt door de
Kamer in meerderheid aanvaard, mits alle pogingen
om ‘tot een vrijwillig accoord met ‘de ,,’oütsi’ders” te ge-
raken, hebben gefaald. Daarentegen blijft een groote
meerderheid in de I,K.v.K. een vèrgaan’de
recht-
streelcsche
overhei’d-shem’oei’ireg met het ‘bedrijfsleven
afwijzen.
Over de scheepvaartcrisis werd ‘in ‘de Hoof’fbe-
stuursver’gaderin’g het woord gevoerd door ‘den Voor-
zit’ter van de International S’h’ippi’ng Conference, den
heer
L. C. Harris
(Engeland), die eenige mededee-
lin’gen deed omtrent ‘de jôngste internationale onder-
‘handelingen ter beperking van het teveel aan soheeps-
ruim-te, en de verwachting uitsprak, ‘dat -de volgende
phase van ‘deze ‘besprekingen nog véér het a.’s. Con-
gres ‘der Kamer tot belangrijke concrete resultaten
zal kunnen leiden.
Nog verschillen-de andere verkeersvraagstukken,
grooten’deel-s van meer techn’isohen aard
2),
kwamen
achtereenvolgens ter sprake, zoowl met betrek-
king tot het verkeer te ‘land (belastingen op ‘het mo-torverkeer, ,,autostrada’s”, un’iformneerin’g van ver-
keers-tellingen), als tot het luchtvervoer en de in-
ternat’i-ona’le telegrafie. De ‘ontwerp-resoluties, welke
‘omtrent verschillende dezer on’derwerpen ‘door ‘de ‘des-
betreffende teghnische commissies ‘der I.K.v.K. wa-
ren vastgesteld, werden zonder veel ‘discussie ‘door
het Hoofdbestuur over-genomen, evenals die inzake
dubbele belasting, rechtspositie van in ‘het buiten-
land werkende vennootschappen, spoedi’ge rati-ficatie
van -de jongste herziening van het Unie-verdrag in-
z-ake -den In’du’strieelen E’i’gendom
2),
en universeele
invoering van het Metrieke Stelsel van maten en ge-
wicht-en. Al ‘deze resoluties zullen aan het Congres
te Parj’s ter defin-itieve goedkeuring worden- voorge-
legd en te zijier tijd in extenso worden gepu’blIi
ceerd.
Een tweede ontwerp-resolutie op ‘het gebied van
‘den ‘in-dustrieelen eigendom, waarin de wensch elijk-
hei’d werd uitgesproken om aan de fabri’kanten van
1)
Een principieele discussie over het Probleem :.,,Spoor-
weg versus Auto” zal op het Congres zelf plaats vinden.
) Aangenomen op de regeeringsconferentie te Londen
in het voorjaar van
1934.
–
graimofoonpla-ten een
wettelijke
‘bescherming te vei-
leenen tegen uitzending ‘door ra-dio-omroepstatios,
en c.q. tegen andere vormen van commercieele exploi-
tatie van ‘hun fabrikaat door ‘derden, werd voorloo-
pi’g aangehouden, teneinde ‘de nationale comité’s -der
Kamer in ‘de -gelegenheid te stellen, zich na-der om-
tren’t dit punt uit ‘te spreken, Ook ‘dit onderwerp
komt eventueel -op ‘het congres te Parijs opnieuw aan
‘de orde. –
Voorts werd ‘door ‘het Hoofdbestuur goedgekeurd
het reglement voor -het in October 1934 ‘bij ‘den zetel
‘der Internationale Kamer -op’gerichte Internationale
Bureau voor Effectenbeurzen.
Tenslotte valt nog te vermelden, ‘dat aan ‘de lunch,
waaraan ‘de ‘leden van het Hoofd-bestuur zich met
‘enkele genoodi’gden vereenigdei, door den ‘bekenden
publicist Sir
Norman Amvgell
een vlotte en geesti’ge
tafelrede werd gehouden me-t als thema: ,,De poli-
ti-eke voorwaarden voor een herstel van het inter-
nationale vertrouwen”, waarbij: spr. vooral aandrong
op een spoed’i’ge en af-doende liquideerin’g van het
vraagstuk der o’orlogs’schul’den aan de Vereenigde
Staten.
J. G. Kool’aiAzs.
NEDERLAND EN JAVASUIKER.
– De beraadslagingen in ‘de Tweede Kenner in ver-
band met ‘de Indische Begrootinig en ‘het Landbouw-
crisisfon’d’s zijn beëindigd. Afgevaardigden van ver-
schillen’de partijen – ‘de heeren Rut,gers, Van Kern-
pen -en Kupers – hebben eene lans gebroken voor
‘de Java-suiker, ‘doch ‘de antwoorden van de Minister-
tafel ‘hebben bitter teleuiigestel’d.
Minister Oolijn ‘heeft weliswaar medegedeeld, dat
thans een’e commissie benoemd zal worden -om het vraagstuk van ‘de mogelijke verwerking van suiker-
bieten tot veevoeder en alcohol ‘in behandeling te
nemen, doch -nâ ‘de verklaring van ‘den Minister in
Mei -en ‘in Juni verleden jaar in resp. de Tweede
oh
‘de Eerste Kamer ‘over hetzelfde onderwerp, ni. -dat
er een onderzoek gaande was ‘betreffende ‘de verwer-
king van ‘bieten -‘tot een an’der product ‘dan ‘su-iker n- dat overwogen werd de instelling van eene com-
missie hiervoor, had men than-s wel eene mededeliivg
van de Regeerin-g mogen verwachten over de resul-taten van dit ‘onderzoek. In het belang van ‘de zwaar
-beproefde J’avasuikerin’dustrie ‘is ‘het te hopen, dat
de thans benoemde commissie vooral’
vlug
werk zal
verrichten.
Veel teleur-stellen’der nog, zijn de w-oor-den van Mi-
niister S’teenbevghe, waarmede ‘deze bewindsman het debat -over’dit onderwerp op 12 Maart gesloten ‘heeft.
Nin
–
ister Ste’enherghe zei-de:
– ,,De geachte afgevaardigde de heer Van Kempen heeft
,,een lansge’roken voor de Indische suiker en gevraagd,
,,of ik di-t probleem. nog eens
wil
bezien. Ik
wil
hier wel
,.,verklaren, ‘en de geiLchte afgevaardigde heeft daarop ook
niet -aangedrongen, dat ik niet bereid ‘ben op het oogen-
,,blik deze quaestie in dien -zin te ‘bezien, dat ik de bie-
,,tenprodnctie en de -bietenverwerking hier te lande ver-
,,der zou gaan reduceeren dan nu reeds het geval is. Bij
,,alle vaai’deering en groote belangstelling, die ik heb
,,voor onze overzeesche gebieden, en het groote ‘belang, dat
,,ik i’nzie van een zeer nauwe samenwerking tusschen de
,,twee gebiedsdeelen, kan ik op dit punt geen concessie
,,doen.”
Dat heeft veel van een d’ioh
–
tslaan van ‘de deur voor alle verdere pogingen ‘om ‘den zwaar gesteun-den sui-
kerbietenaanplant in Nederland verminderd te krij-
‘gen ten einde ruimte te maken voor ‘den invoer van
Java-suiker.
*
Toch zail Java zich daardooi niet la-ten afschrik-
ken’ telkens en ‘telkens weer te wij’zen op de geheel
u-i teenloopen’de.’ ‘behan’deii n’g, ‘die -de sui ke rpro’d ucti e
in Nederland:, en de •suikerproduc-tie -op Java van
Regeeringswegé geniet. Men vermij-dt gaarne van
278
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
eene rtegenstelling Bie-t-Riet -te spreken, maar zoo-
lang de bie-t,suiker in Nederland jaarlijks met vele
millioenen gesteund wordt, ‘terwijl voor het behoud
van de Javasuikerindustrie geen enkel -gelde’lijk offer
‘gebradht wordt en witte Java’suiiker bu’iten.dien nog
door een ,hoo’g invoerrecht van ‘de mededinging voor
de Nederlanidsche consumptie uitgesloten wordt, is
‘deze -tegenstelling en ‘de daaruit voortspru.i-ten-de wrij-
ving nu eenmaal niet weg te
cijferen
en ‘daarom is -het veel beter het vraagstuk onder dit felle licht te
bekij ken.
De M-in-ster verklaarde niet bereid te zijn ‘de bie-
tenproductie en ‘de bietenverwerking hier te lande
verder te reduceeren
dan nu reeds het geval
is.
Maar
cle -tot dusver toegepaste reductie van ‘de gesteunde
hoeveelheid bieten bedraagt ‘slechts 10 pOt. van het
hoogste ‘gesteun’de kwantum ni. voor oogstjaar 1933/
1934 en ‘toen bedroeg de ‘oogst ongeveer 10 pOt. meer
dan de consumptie van suiker in Nederland. Door
het gesteunde kwantum met 10 pOt. ‘te reduceeren is
dus niet’s •an’ders ‘gebeurd dan ‘di-t kwantum in over-
eenstemming te brengen met ‘de b’innenlan-dsdhe sui
kerconsump’tie, maar plaats voor ‘den invoer van
Javasuiker werd ‘hierdoor niet gemaakt.
Ook ten ‘opzichte van eene ‘opheffing van het op
witte Javasu’iker drukkende invoerrecht wacht Java
nog ‘tevergeefs op Regeer.ingsma’atregelen. Kostbare
tijd gaat aldus verloren, want Java’s aanplant voor
oogst 1936 moet nu in den grond. Kon ‘daarbij ge-
rekend worden op ‘de levering van een belangrijk
kwantum su’iker aan Nederland, ‘dan zonde het voor
‘den aanplant vastgestelde areaal ‘dienovere’enkomsti’g
uitgebreid kunnen worden en zoude een aantal van
‘de vele ‘op Java thans tot stil liggen ‘gedoemde f a-
brieken wederom kunnen werken.
* *
*
De Minister van Köioniën meent volgens verkla
ring in ‘de Tweede Kamer op 14 Februari, dat het
voor ‘de afzetmogelijkheid van ‘de Java-suiker onver-
sohilli’g is of ‘de geïmporteerde suiker, ‘die ‘hier ver-
werkt wordt, u&t, Java komt of b.v. uit Polen, want
da-t de hier verwerkte Javasuiker ‘de ‘door haar ver!
drongen Pooische suiker toch weer op ‘haar weg zou
aantreffen en ‘dat dit als middel om den afzet van
Javasuiker in ‘het buitenland -te vergrooten van geen
‘of zeer ‘geringe ‘beteekenis zou-de zijn.
Dat -is niet ‘geheel juist. Wanneer Java in de ge-
-legenhei’d ‘gesteld werd om suiker naar Nederland -te
expor-teeren – hetzij witte suiker door vrijstelling
van -het invoerrecht of ‘bruine -suiker -door verleening
van preferentiè in ‘den een of -anderen vorm – dan
zonde ‘de -daardoor verdrongen bui’tenlan-d-sche -suiker
geen concurrentie voor Java-suiker meer beteekenen,
omdat Java zijn afzet op -de Oostersohe markten on-
verminderd behouden kan,
terwijl
-de andere Euro-
peesche markten voorloopig niet in aanmerking
komen voor ‘den -afzet van Javasuiker. De uit Ne-
derland verdrongen vreemde suiker zou-de -dus eene
verschuiving van voorraad beteekenen van Java naar
andere productielanden, m.a.w.
de afzet van Java-
suiker zoude met een evenredig kwantum vergroot
wordêrt. –
De hoofdzaak is nu, ‘dat er
vlug
iets voor Java-
suiker -gedaan wordt en dat het meten met twee ma-
ten, waar het-de su-ikerpoli–tiek ‘der Regeering tegen-
over Nederland en tegenqver Java betreft, verdwijnt.
Laat Nederland toch bedenken, dat het ‘de eenige
koloniale mogen’dhe’i’d is, -die tot ‘dusver niets ‘gedaan
heeft voor -het verbruik van ‘de eigen koloniale suiker
in het m’oederlan’d – me-t uitzondering -dan van Su-
riname – en laat het zich in ‘dat -opzicht -spiegelen
aan landen als Engeland, Frankrijk en de Vereeni’g-
de Staten.
A.V.
DE STEENKOLENMARKT IN 1934 EN THANS.
T.
Onze medewerker voor steen-kolen
schrijft
•ons:
Engeland.
Het jaar 1934 is voor de Engelsche kolenindustrie
wel een der me’rkwaardigste -geweest. In -de eerste
plaats door -den paradox van vallende
prijzen
in een
zeer levendige markt. Exportzaken vertoon-den in het
algemeen weinig verandering ten opzichte van het
voorafgaande jaar, noch in kwantum noch in prijs.
De b-inenlandsche mark-t -daarentegen ‘gaf een op-
leving -te zien, al-thans kwantitatief, terwijl de prijzen
daalden.
Dat de kolenin-dustrie, ondanks -den Ooal Mines
Act van 1930, niet in •staat is geweest meer profijt
te trekken uit de algemeene indus-trieele opleving is
één van -de merkwaardigheden en -het is dan ook niet
te verwonderen, dat er steeds meer tegen -den Ooal
Mines Act geageerd werd. De Ooal Mines Act geeft
de kolenindustrie ‘de macht door middel van produc-
tiebeperking en miu’imumprijzen zichzelf aan -den al-
gemeenen toestand ‘aan te passen.
Terwijl
de Act
niets doet om ‘het aantal producenten ‘te beperken,
geeft hij wel de macht ‘den -omvang ‘der productie aan
banden te -leggen en -de prijzen, althans op ‘de bin-
nenl’an-d’sche markten, vast te stellen op bases, -die
uitsluitend aangegeven worden ‘door de prijzen van
an’dere brandstoffen en -de financieele draagkracht
van -de koopers. Dat ‘dit tot moeilijkheden moest lei-
den heeft ‘de
praktijk
bewezen, en er kwamen dan
ook voorstellen tot wijzigingen, -die voornamelijk be-
heisden:
a.
het separaat hou-den van -de quota voor
exportkolen van ‘die voor de hinuenlan’dsehe markten
en -de kustva-art, en:
b.
het voorkomen van concur-
rentie tus-schen de pro-d uctiedistricten onderling.
Dit was echter ‘geen goede oplossing. Door de lage
kustvraehten konden veel ,,exportkolen” door de
exportdistricten op die markten gebracht worden,
die normaal voor hun beh-oeften aangewezen zouden
zijn op de binnenla-ndsche producenten. Dezen ver-
lang-den natuurlijk een beperking in het gebruikma-
ken van -deze ‘kustvaart. Aan -den anderen kant zagen
-de exportdistricten
dergelijke ,,exportzaken” -on’gaarne
besn-oe’id. De regeering -hakte den knoop door en
kwam in het voorjaar 1934 met een voorstel den Ooal
Mines Act zoodanig te wijzigen, dat er in het ‘geheel
geen productieheperking meer zou zijn. De export-
producenten voorzagen met recht een -al-armeeren-de
prijsdaling van de exportkolen
bij
doorvoering van
een ‘dergelijke politiek, terwijl -de binnenian-dsche pro-
-ducenten maar al te goed inzagen, -dat hun prijzen
i’n de praktijk, allen regeerin-gsinmengingen ten spijt,
zeer ‘spoedig -den na’deeligen invloed van de verlaag–de exportprijzen zou-den on-dervi-nden en mede om-
laag moeten gaan. Het ‘gemeenschappelijk belang
bracht ‘de twee kampen tot elkaar, waarvan ‘het resul-
taat was een voorstel ‘de kwantitatieve oontrôle te
blijven handhaven, doch in afzonderlijke groepen.
Het Parlement nam -dit voorstel aan -in -de plaats
van het regeerin’gsv’oorstel en met ingang san 1935
is de Ooal Mines Act -op -die basis ‘in werking getre-
den, met behoud van minimumprijzen per ‘district.
Intusschen wint ‘de opvatting steeds meer terrein,
-dat er geen af-doende oplossing van -de moeilijkheden
gevonden zal worden, zoolanjg het systeem van ver-
koop, zooals ‘dat in Engeland toegepast wordt, blijft
bestaan. De kolenverkoop is ‘daar nl. in handen van
honderden ,,salesmen”, die ieder voor zich hun in-di-
vi’dueele belan’getjes najagen. Er ga-all -dan ook meer
en meer stemmen op om te ‘geraken tot gecentrali-
seerde verkoopsorganisat’ies per -district, ‘dit in navol-
ging van andere kolenproduceerende landen. North
Staffor-dshire komt de eer -toe van baanbreker op dit
punt, terwijl -de Schotsche Lothian -districten, West
Yorkshire en Lancashire, gedeeltelijk al met succes,
stappen ‘in ‘dezelfde richting gedaan hebben. Wat de
andere
Noordelijke
en Noord-Oostelijke districten en
ook -de Midlan-ds betreft, ‘deze hebben wenken gekre-
27 Maart 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
279
gen van de Ooal Mines Reorganisation Oommis’sion
om zoo spoedig mogelijk tot soortgelijke regelingen
te komen.
Export- en ‘hunkerzaken zijn vrijwel op het peil
van
1933
‘gebleven. In aanmerking genomen, dat de
levering van, bunkerolie in
1934
circa
66
pOt. grooter
is geweest ‘dan in
1933,
is het nog een verheugend tee-
ken, ‘dat de levering van bunkerkolen. zich heeft kun-
nen handhaven, zelfs nog een weinig is vooruitge-
gaan. De export, exclusief bunkers, gaf met
39,66
miili’oen ton een verbetering van ruim
>’
millioe’n.
ton ‘te zien. Dit is slechts een ‘geringe vermeerdering,
en ‘de Engeische ‘han’del’sverdragen
zijn
er dan •ook
alle op gericht den export van kolen te bevorderen.
Verdragen werden gesloten met Du’itschl’and, Dene-
marken, Noorwegen, Zweden, IJ’sland, Finland, Ar-
gentinië, Letlan,d, E’sthiand, Li’t,h’auen en Frankrijk,
terwijl met Italië en Hongarije onderhandelingen
aangeknoopt werden. Dat er in totaal slechts eeii ui’tvoervermeerdering van ruim 6 millioen ton te
consta’teeren viel, bewijst niet zoozeer het overbodige
van wat velen ,,’dien rompslomp” vain.handelsverdra-
gen noemen, ‘als wel de harde
noodzakelijkheid
van
‘het sluiten van verdragen oiu in den tegenwoor’digen
tijd met zijn regeeringsinmengingen, restricties, con-
tingenteeringen, ‘inv’oervergunnin’gen en verdere ‘be-
lemnieringen, ‘den export ‘te kunnen handhaven. De
exportvermeerderinig naar die landen, waarmede ver-
dragen bestonden, ‘bedroeg
1.873.000
ton, welke ech-
ter gedeeltelijk teniet gedaan werd door achteruit-
gang op ‘de Vrije markten.
Frankrijk
verlaagde de
quot’a van Engelsche kolen in
1934,
terwijl het gedu-
rende ‘de maanden Augustus, September en October
een verdere verlaging invoer’de tengevolge van een
geschil over ‘den prj’s van mij’nh’out, dat Frankrijk
aan Zui’d-Wales mag leveren in ruil Voor kolen. In
Finland nemen Englsche kolen en ookes wel een
zeer bevoorrechte plaats in, daar ‘de invoer hiervan
vrij is, terwijl voor ‘den invoer uit andere landen
vergunningen’ noo.dig zijn.
In September ‘dreigde een staking in Zui’d-Wales
over een loonkwes’tie, en ofschoon slechts op het
laatste nippertje, kon ‘de staking vermeden worden
door een
2
pOt. l’oonsverhooging en speciale mini-
mumloonen voor het mindere werk. Dit is echter een
tijdelijke regeling en een ‘herziening zal in de naaste
toekomst plaats moeten hebben. Intusschen heeft de
dreigende staking niet nagelaten haar invloed op de
exportcijfers te ‘doen gelden, want met ‘de kans; dat
gedane bestellingen niet uitgevoerd zouden kunnen
worden, kochten vele buitenlan’dsche ‘afnemers elders
waar ‘geen stakingen ‘dreigden.
Het einde van
1934
bracht een Engelsch-P’oolsche
overeenkomst, die exportqu’ota en prijzen zal regelen
op een wijze, waarbij Engeland naar schatting 1 mil-
lioen ton meer zal uitvoeren en een prijsverhetering
van
6
d. á
116
per ‘ton zal beh’alen. 1-let binnen’lan’dsch verbruik ‘toonde een opleving
van 13l4
millioen ton en bereikte daarmede een cijfer
van
161,7
millioen ton.
De productiekosten geven over
1934
weer een ‘be-
vredigend ‘beeld, en zijn lager geworden vergeleken
bij ‘het voorafgaande jaar. Uit een vergelijking met
1929
‘blijkt, ‘dat er in
1934 50
pOt. meer kolen machi-
naal ‘gedolven werden, en dat ‘de machinale tractie
verdubbeld is. De grootste bezuinigingen werden
echter ‘bereikt ‘d’oor het concentreeren van het werk
onder ‘den grond ‘over kleinere oppervlakten en het
afschaffen van het dubbele ploege’ns’telsel. Er werd
gedurende
241
‘dagen gewerkt, wat sinds
1930
het
grootste aan-tal, is.
Een beeld van ‘de ontwikkeling van ‘de Engelsche
kolenin’dustrie ‘geven ‘de volgende cijfers van ‘de totale
productie in millioenen tonnen:
1913 ……287,4
1932 ……208,7
1929 ……257,8
1933 ……207,1
1930 ……243,8
1934 ……220,9
1931 .’ …..219,4
Duitsch land.
Westfalen heeft ook in het ageioopen jaar den
concurrentiestrijd op de internationale markte.i.i
krachtig voortgezet. De ‘door ‘de mijnen aan het Syn-
dicaat betaalde ,,Umla’ge” bedroeg Rm.
4,-
in De-
cember
1934
tegen Rm.
4,34
in Januari
1934,
verge-
leken met Rm.
3,99
in December
1933
en Rm.
3,79
in Januari
1933.
De ‘totale uitvoer v’an Dui’tschiand is met
4 mii-
lioen ton toegenomen, terwijl ‘de invoer slechts met
700.000
ton toenam, zoo’dat het uitvoeroverschot van
19,3
milli’oen ‘ton per eind December
1933
‘tot
22,4
millioen ‘ton per eind Decem’ber
1934
‘gestegen is. Tengevolge van ‘de waardevermindering van het Pond
Sterling, ‘in welke munt ‘een groot gedeelte van ‘de
exportzaken ‘gedaan wordt, is het waarde-overschot
van Rm.
229,3
millioen gedaald tot Rm.
217,3
mil-
lioen.
Uitvoer
Invoer
in mii. ton• in mii. RM. in mii. ton inmil.RM,
1
33
1
34
1
33
1
34
1
33
1
34 ’33 ’34
Steenkolen
.. 1.8,44 21,94 208,7 215,7 4,15 4,86 58,0 66,7
cokes …….
5,38 6,17 75,8 81,1 0,72 0,77 11,7 12,5
bruinkolen …
– – – – 1,58 1,77 15,9 17,0
steenkooibrik.
0,81 0,72 10,4. 8,7 0,08 0,11 1,0 1,4
bi’uinkooibrik.
1,30 1,23 22,0 20,6 0,07 0,09 1,0 1,2
25,93 30,06 316,9 316,1 6,60 7,60 87,6 93,8
Uitgevoerd werd naar Nederland
5,67;
Italië en
koloniën
4,84;
Frankrijk
3,55
en België
3,41
millioen
tonnen. Dit zijn ‘de voornaamste ‘afnemers.
Als invoerlanden vermelden wij (in mil’li’oenen
tonnen):
1933
1934
Groot-Brittannië
…………..
2,10 2,54
Frankrijk
…………………
0,31
0,34
Saargebied
……………….
0,95
1,07
Nederland
………………..
0,64
0,70
Tsjecho-Slowakije
………….
0,10
0,14
Polen
……………………
0,04
0,06
Diversen
…………………
0,01 0,01
4,15
4,86
De gemiddelde ‘d’agelijksche verkoopen van het
ijnsch-Westf.aalsch Kolensyiiidicaat bedroegen:
naar de on’bestreden naar de bestreden
gebieden
, gebieden
totaal
ton
ton
ton
1932 ………83.000
80.000
163.000
1933 ………88.000
84.000
172.000
1934 •.,……
98.000
100.000
198.000
De kolenp’ro’ductie in hot Ruhrgebied bedroeg in
1934 90,4
millioen ton tegen
77,8
m’illioen ton in
1933,
‘de voorraad van de mijnen aan kolen, cokes en
-‘steenkoolbriket’ten
8,28
miilioen ton per
31
December,
waarbij echter nog gerekend moeten worden de Sy’n-
‘dicaat’s v’oorraden van
870.000
ton. Het aantal mijn
–
werkers was per
31
December
1934 229.475
tegen
217.365
per eind December
1933.
Alles wijst du’s op
een opleving, waarvan ook ‘de volgende tabel, ‘die van
mde totale productie over ‘geheel Duitschland, getuigt:
1933′
1934
millioenen tonnen
steenkolen …………….
109,92
125,01
bruinkolen ……………
126,80
137,26
cokes . .
……………….20,71
24,22
steenkool’briketten ………
4,53
4,82
‘bruinkool,briketten
….,.,
30,15
31,24
292,11
322,73
Een zeer ‘belangrijke vooruitgang, ‘die, in aanmer-
kin’g genomen ‘den percentagewijze min’der toegeno-
men uitvoer, duidt op een grooter binnenlan,’dsh ver-
bruik, dat toe te schrijven ‘is aan ‘de opleving in de
industrie, vooral ijzer en stand, en aan woningbouw
en rijkswegenaanleg.
O’ok in Duitshlan’d wordt het ‘belang ven ruilver-
dragen ingezien. Deze we’rden gesloten met Brazilië:
kolen tegen koffie, met Griekenland: kolen ‘tegen
280
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
tabak, krenten en rozijnen, met Oostenrijk: kolen
tegen S’tierrnarksche appelen. Met Egypte is men
bezig een ruilvercirag voor kolen tegen katoen te
sluiten.
De hydreeriug van kolen krijgt in steeds grooter
mate de haar •ten volle toekomende belangstelling.
Pogingen om op economische wijze olie en in het
algemeen vloeibare brandstoffen uit vaste te halen,
bevorderen de kolenindustrie, geven meer mijnwer-
kers arbeid, terwijl de te stichten fabrieken voor de
destillatie ook werk verschaffen. Als buitengewoon
belangrijke factor geldt natuurlijk het onafhankelijk
maken van de Europeesche landen van de overzee-
sche ‘oliepro.duceerende centra. Men is nu zelfs al zoo
ver, dat er benzine uit bruinkolen gemaakt kan wor-
den, waartoe men eind October de Braunkhlen-Ben-
zin A.G. opgericht heeft met een kapitaal van 200
millioen Mark.
Polen.
Hoewel kwantitatief vel iets ‘beter dan 1933, kan
1934 voor de Poolsohe kolenindu’strie over het alge-
meen niet ‘gunstiger genoemd worden ‘dan het voor-
afgaande jaar. Het bmnnenlandsch kolenverbruik
wordt in Polen per hoofd ‘op 5Y2, maal minder ge-
schat dan in Engeland of België. Terwijl in 1933 de
hinnenlandsche prijzen met 17,6 pOrt. daalden, nam
het verbruik tot het winterseizoen 1934 slechts met
3 pOt. toe, waaraan een loonsverlaging van 6 tot 9
pot. en het ontslag van 5000 mijnwerkers in 1933
zeker niet vreemd is. Tien jaar geleden vonden in
Polen ‘nog 213.000 mijnwerkers arbeid, welk aantal
per eind December 1934 tot slechts 70.000 was terug-
geloopen. Een verdere prijsverlaging werd door de
regeerin’g noodzakelijk ‘geacht en eind October kwam
dan ook een nieuwé prijsregeling tot stand, waarbij
de stukkolen met 12 pOt., huishiandkolen met 15 pOt.
en fijnkolen met 3 pOt. verlaagd werden. Bovendien
werden de naar
Oostelijk
Polen te ‘leveren kolen met
een verdere 10 pot. verlaagd. De Staatsspoorwegen
verlaagden hun tarieven met 7 tot 26,3 pOt., voor
grove kolen, met 3 tot 14,4 pOt. voor fijnkolen en
met 5 pOt. voor cokes.
De pro’duotiecijfers zijn:
1934 ………….
28,8
millioen ton
1933
………….
26,9 1932
………….28,4
Rationaliseeriia;g ‘bracht ‘d’e da’gelijksche productie
van den Poolsohen mijuwerker van 1930 tot 1934 van
1253 op 1819 kilo, zijn dagloon daarentegen ‘daalde
van 9,98 Zloty met 30 pOt. t’ot 7,14 Zloty. Het ar-
beidsloon per ton daalde van 9,28 Zioty tot 4,43
Zloty en het aandeel hiervan’ln de totale productie
;
kosten met 51 pOt. De productie stee.g in 1934 met
8 pOt., het aantal mijnwerkers ‘daalde met 7 pOt. Een
vergelijking met andere landen toont aan, dat het
loon bij de productie in Engeland 50 pOt., in Duitsch-
land 27 pOt. ‘en in Polen slechts 18 pOt. van de totale
product’iekosten uitmaakt.
Polen hield het afgeloopen jaar nog steeds vast aan
de idee, ‘da’t er coûte que coüte ‘geëxporteerd moet wor-
den. De uitvoer bedroeg in 1934 10,4 mil’lioen ‘ton,
tegenover 9,7 millioen in 1933, een stijging van rond
700.000 ton, ‘of 7,3 pOt. De besnoeiing 7an ‘de export-
mogelijkheden op de Scand:inavische markten, ‘de
voor Polen ‘geografisch
meest
gunstig gelegen afzet-gebieden, noodzaakte de exporteurs naar andere ge-
‘bieden ‘om te zien. Nederland scheen een vruchtbaar
terrein, totdat de contingenteerin’g van den steen-
koleninvoer ‘in Nederland, op basis van ‘den’ 1933-
invoer, die uit Polen slechts gering was, aan deze
‘hoop een eib’de maakte. Naara’te naar verder afge-
legen ‘afze’tgebieden gezocht moest worden, waarbij de
verhoogde zeevrach’t een belangrijke rol ging spelen,
moesten de fob. Odynia-prijzen wel verlaagd worden,
en zoo zien wij de prijzen van prima stukkolen v’an
13/6 ‘in Januari 1933 tot 12/- in Januari 1934 en 1016
in December 1934 ‘dalen. Of het economisch verant-
woord is wordt niet gevraagd: Polen moet exportee-
ren, waarbij alle verdere overwegingen án :het niet
verzinken. Frankrijk is’ e’en flinke afnemer van Pool-
sche kolen geworden, zooals ‘ook ‘Italië, waar 1,6 mil-
Heen
rboii
Poolsche kolen ‘over een periode van 4 jaar
geleverd moeten worden in ruil voor ‘twee passagier-
schepen, die Italië voor Polen mag bouwen. De Mid-
deliandsche Zee bunkerhavens zijn ook geregelde ‘af-
nemers van P’oolshe kolen, en ‘ook Griekenland. In
dit land, dat geografisch het gunsti’g.st ligt voor Rus-
sisohe en Turksche kolen, wordt een vinnigen strijd
gestreden ‘tussehen Engeland, Du’i’tschl’and, Polen,
Turkije en Rusland, waarbij rich vorig jaar ‘ook nog
Nederland kwam voegen.
De lersche Vrijstaat bleef een groot gedeelte van
zijn ‘kolen u’it Polen betrekken, doch sinds Januari
1935 is daar een algeheel invoerverbod van andere
dan Engeische kolen.
Einde 1934 werd een overeenkomst ‘tussohen Polen
en Engeland ‘gesloten om tot een kwantitatieve
marktverdeeling en een p’rjsverbetierin’g te komen.
Wat de resultaten van ‘deze overeenkomst zullen zijn
zal de toekomst loeren. Het zal voor Polen noodzaak ‘blijven afze-tgebieden ‘te vinden, evengoed ‘als voor
Engeland, en uiteraard zullen deze landen elkaar dik-
wijl’s moeten bec’oncurreeren. Indien het mogelijk’
ware een algemeene internationale overeenkoms’t tus-
schen de verschillende kolenpro’duceerende landen te
sluiten, zou de zaak er veel beter voorstaan. Intus-
sch’en kwam nog als welkom ‘bericht voor den Pool-
sch’en ‘export het in Januari 1935
–
te Warsöh’au ge-
sloten accoord tusschen Noorwegen en Polen, waar-
bij Noorwegen zich verplichtte tegenover verlaging
van Poolsche invoerrchten op Noorsche producten,
o.a. ha’ring, jaarlijks 200.000
bon
kolen van Polen te
betrekken.
Fra.nlcri,jk.
Het kolenverhruik ‘in
Frankrijk
daalde in 1934 met
800.000 ‘ton en ‘bedroeg 71,8 millioen ton. Vooral de
laatste maanden van het jaar nam het verbruik af.
Het ook ‘in Frankrijk, evenals in alle andere landen
gevoelde streven de eigen productie te vergrooteil
werd met succes bekroond; ‘de productie ‘steeg met
circa 750.000 ton tot 48,7 millioen ‘ton. Vanzelfspre-
kend, gezien het verminderde verbruik, vertoont ook
het importcijfer een teruggang, en wel van 1,3 mil-
lioen ton tot 20,5 millioen ton totalen invoer. Di’t is
‘toch altijd nog een contingent van 68,5 pOt. gerekend
naar de basisp’eriode 1928-’30. De groo’te concurren-
tie tussdh’en de ‘invoeren’de landen, Engeland, Duitsch-
land, België, Nederland en Polen deed de gemiddelde
prijs per ingevoerde ton ‘dalen van Frs. 104,- in
1933 tot Frs. 100,- in 1934 (Frs. 144,50 in 1930!).
Deze
prijsdaling
liet niet na haar ‘invloed te doen
gelden op ‘de Fransche kolen en per 1 April 1934
werden ‘de huisbrandkolen met 10 â 11 pOt. verlaagd.
Het aantal mijnwerkers daalde van 244.000 ‘tot 230.000.
Het grootste ‘deel van ‘de ontslagenen waren vreem-
del’in’gen. Aan ‘de arbeidsloonen werd in 1934 niet ge-
tornd.
De export heeft zich in het afgeloopen jaar een
weinig verbeterd, nl. van 2,87 in 1933 tot 2,92 mil-
li’oen ton (3,04 in 1932). De ‘afnemers waren:
Duitschiand
……….
1,30
millioen ton België en Luxemburg
.
0,45
Zwitserland
………
0,77
Italië
…………….
0,31 andere
landen
……..
0,09
2,92
millioen ton
België.
Het kolenverbruik in 1934 bedroeg 25,6 millioen
ton, ‘of 1,1 m’illi’oen ‘ton meer ‘dan ,in 1933. De pro-
ductie steeg eveneens met 1,1 milhioen ton ‘tot 26,4
millioen ‘ton. De voorraden liepen iets terug en wel
van 3,8 tot 3,6 millioen ‘ton pér ‘eind December 1934.
27 Maart 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
281
Het aantal mijnwerkers liep ‘terug van 134.400 in
1933 tot 122.356 per eind 1934 ‘door ‘ontslagen, voor-
al van ‘buitenlandsche mijnwrkers. Tengevolge van
rationaliseeri’ng werd de gemiddelde dagelijksche pro-
ductie per man opgevoerd van 660 tot 760 kilo (ver-
gelijk Polen). Dat de vermindering van ‘de arbeids-
krachten haar oorzaak vindt in de ration’aliseering
van de bedrijven en niet in overmati.gen invoer be-
wijzen de i’nv’oercijfers, die in 1934 een invoer van
4,5 millioen ton aantoonen, di. tegenover 1933 een
teruggang van 738.000 ton.
In October 1934 begonnen de onderhandelingen,
‘die zouden leiden ‘tot opheffing van het bestaande
Comptoir ‘de Oh’arbons Iudu.striels en oprichting van
het Office National des Oharhons, ‘begin Januari
1935. Dit Office omvat alle producenten en heeft tot
taak ‘de toewijzing van de productie per mijn, het
vaststellen van •de verkoopsprijzen, en het onder •de
leden verdeelen ‘ van de leveranties aan de groote
kolenverbruikers. Voor den invoer treedt het office
slechts adviseerendop.
(Slot volgt.)
ROTTERDAM’S BALANS OVER 1934.
Rotterdam’s haven verde’digend versaagt Vcrmey niet. Zijn voortreffelijke algemeen oriënteerende ar-
tikelen in dit weekblad vormen een welkome grond-
slag voor een nadere beschouwing over ‘de uitkom-
sten van 1934 aan de hand van het kortelings ver-
schenen jaarverslag van de K.amer van Koophandel en Fabrieken voor die stad, alsmede van haar statis-
tiek over ‘dit jaar.
In de ‘eerste plaats ‘geldt dan de bëlangstelli.ng de
graan-aanvoeren, waarover dezer dagen ook is ge-
debatteerd in ‘s lands vergaderzalen. Mini’ster Steen-
herghe heeft zich in de Eerste Kamer de moeite ge-
troost tot 1928 en 1929 terug te gaan om aan te
tonen, ‘dat ‘de achteruitgang der invoeren over onze
haven niet catastrophaal is (Hand. le K., bl. 480).
Het is altijd ‘gevaarlijk om een ‘bewijs te willen leve-
ren door enkele jaren en bepaalde onderdelen’ van
een ontwikkeling uit het verband te lichten. Ik geef
daarom allereerst een overzicht van ‘de werkzaamheid
der drijvende graa’nelevatoren, omvattende practisch
het gehele graanvervoer in ‘de Ro’tterdamse ‘haven,
sedert 1928. Verwerkt zijn in:
1928 ……4.449.842 ton
1932 ……4.546.852 ton 1929 ……3.690.379
.,
1933 ……3.709.349
1930 ……4.453.160 ,,
1934 ……3.269.837
1931 ……4.601.478
Als wij afzien van het voor ‘de graanhandel onze-
kere en verwarcle jaar 1929, valt tot en met 1932
een opmerkelijke ‘standvastigheid in ‘de aanvoeren op
te merken: de zeerederij, het havenbedrijf, de expe-
ditie, ‘het credi’etwezen en ‘de handel in al hun gele-
‘dingen waren ‘gestabiliseerd.
‘0])
4,5 milli’oen ton’s
graanoverlading ‘door elevatoren en toen éénm’aal, in
1929, 20 pOt. ‘daarvan ‘afging, was dat jaar uitzou-
‘derlij.k slecht. Door ‘andere meevallers ‘haalde ‘intussen
de haven in ‘datzelfde jaar het zeer hoge, slechts in
1927 overtroffen, ‘totaa’lcijfer van 38,5 millioen tons
zeevervoer. Men kon ‘toen ‘dus een sto’otje ‘lijden. In
1933 beleefden wij echter in een algemeen slechte
tijd een terugval tot ‘hetzelfde lage peil, welke achter-
uitigang in 1934 in
bijna
hetzelfde tempo is voort-
gezet en in 1935 nog ‘doorgaat, n’aar ‘de indrukken
van het bedrijf zelfs in versnelde mate voortgang
neemt. Analyseren wij thans de cijfers uit 1932, 1933
en 1934a)
.
Invoer
Ten doorvoer inkomend
(in tons van 1000 kg)
1932
1933
1934
1932
1933
1934
Tai’wo .
70.000 633.000 423.000 862.000 887.000
söo
Mais .. 1.223.000 913.000 727.000 219.000 140.000 131.000
Rogge . 171.000 143.000 125.000 359.000 288.000 329.000
Gerst . 337.000 415.000 286.000 139.000 92.000 89.000
Ravr . 103.000 78.000 35.000 99.000 48.000 78.000
i) in de hierna, volgende cijfers is zoowel voor 1933 als
voor 1934 Pernis bij Rotterdam inbegrepen.
Deze cijfers geven wellicht de indruk, ‘dat het
althans met ‘d’e ‘doorvoer nog niet zo’o slecht ‘is ge-
gaan. Di’t zou echter een onjuiste conclusie zijn, ‘om-
dat, hetgeen uit ‘de enkele vervo’ercijf’ers natuurlijk
niet kan ‘blijken, ‘de in Nederland ‘gevestigde handels-
huizen, voor wie vroeger de ‘graanh’andel op West-
Duitsland één ‘d’er belangrijkste pijlers van hun be-
drijven was, ‘de laatste jaren ‘goeddeels zijn uitge-
schakel’d. Het ‘doorgevoerde ‘graan is voor het groot-
ste gedeelte Duits, Oost-Elbisch ‘graan, dat buiten
bemoeienis van ‘de Nederlandse handel over zee en
langs ‘de
Rijn
naa’r West-Duitsland wordt vervoerd
en waaraan hier ‘dus betrekkelijk weini’g te ‘doen en
te verdienen valt. Etkele jaren geleden vormde dit
Duitse graan een vrij ‘onbeduidend ‘deel van de door-
voeren over ‘onze haven. Veelzeggen’d is, ‘dat het
tra’ns-atlantische product maï’s, vanouds een zéér be-
lan’grjk ‘artikel voor onze handel, thans naar ver-
houding voor ‘doorvoer ‘het slechtste figuur ‘slaat.
Onder ‘deze ‘omstan’di,g’heden moet de ‘graanhan.’del
te Rotterdam ‘des te meer waarde hechten aan het
behoud van ‘die tweede ‘belangrijke pijler, ‘de afzet op
de ‘binnenlandse markt. Ongelukki’gerwij’s wordt nu
juist de nationale •basis van onze handel ernstig ‘be-
dreigd door inkrimping van ‘de invoeren. Die van
ta’rwe is van 1932 op 1934 gedaald met ‘ongeveer
35 pOt., van maïs met 40 pOt., van rogge met 25
pOt., van ‘gerst met 15 pOt., van haver met 65 pOt.
Deze inzinking valt samen met en werkt in de hand
het verval van de internationale markt,
slechts ge-
maskeerd ‘door ‘het leven’di’ge Duits-Duitse zee-Rijn-
vervoer van graan. Daarom is ‘de toestand van de
Rotterdamse’ graanhan’del cata’strophaal en bevinden
wij ons te midden van ‘deconfitures en liqui’d’aties.
Moge verschuiving van onze hodembedrijven naar
graanbouw ten ‘dele ‘onvermijdelijk zijn,
onze regering
bepei-ke deze omzetting dan ook tot dat onvernsij-
delijke.
Vervolgens onze
fr’uitm’arkt,
‘tweede ‘drijfkurk van het internationale marktwezen:
Invoer
Doorvoer
(in tons
van 1000kg).
Zuid-
Andere
‘
Zuid-
Andere
vruchten vruchten
vruchten vruchten
1930
………
‘108.000
32.00ö
‘
117.000
37. 1931
………
107.000
41.000
117.000
58.000
1932
………
100.000 35.000 103.000
29.000
1933
………
92.000 28.000
97.000 27.000
1934
………
74.000
26.000 101.000
26.000
Men ziet hieruit, dat de ‘doorvoer lijdt ‘onder de
‘slechte ‘toestand in Duitsland en het lopende ‘seizoen
zal deze ‘gang van zaken wel niet ‘doen verbeteren.
Voor de invoeren werd de toestand ten aanzien van
dit uiteraard wisselvallige artike’l naar mijn ‘gevoe-
len recht ernsti’g in ‘het ja’ar 1933, ‘toen de crisishef-
fingen werden ingevoerd. Ook ‘hier wankelt de on-
‘derbouw voor een intern’ationale markt, gelijk ver-
gdljkin’g met het ‘concurrerende Antwerpen uitwijst:
Rotterdam
Antwerpen
Aanvoer van
(1932123
1.195.000 kisten
1.077.000 kisten
Spaanse sinaasap.(1933134
‘
613.000
889.000
Aanvoer van
(1932133
1.730.000
,, 1)
580.000
Amerik. appelen
(1933134
1.915.000 1.450.000
i) En vat op drie kisten omgerekend.
Voor geconserveerd frui’t ‘en voor groente is. ‘de toe-
stand even treurig. Gelukkig ‘blijkt meer en meer,
‘dat minister Steenberghe aan de nood tegemoet wil
komen ‘door (seizoen-) verlagingen van de monopolie-
winsten. Uit de cijfers ‘blijkt, ‘dat er periculum in
mora was en zeker ‘is al ‘het nod’irge op dit gebied nog
lang niet verricht.
De aanvoeren van
koffie
te Rotterdam zijn vooral
tegen he’t einde ‘des jaars bedenkelijk igaan afnemen.
De jaarcijf’érl maken nog een vrij goed figuur, doch
in .het vierdê kwartaal ‘daalden ‘d’e aanvoeren volgens
282
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
opgaven van vakzijde van 215.000 balen in 1933 tot
114.000 balen in 1934. Vooral cle Braziliaanse koffie
gaf aanleiding tot bezorgdheid.
In andere takken van
vervoer
waren de cijfers in
1934 gunstiger. In de eerste plaats moet worden ge-‘
dacht aan de zeer grote invoeren van
oliezaden,
èn alst
gevolg van de droogte in Europa èn door de verlaag-
de aanvoer van traan, èn, wat ons land betreft, in
verband met de contingentering en belasting van vee-j
koeken. De invoer van veevoeder over de ‘haven is
dan ook ‘gedaald, zoodat tegenover het voordeeF
weder een nadeel staat. Het zeer onrcgelrna’tige ver-
loop dezer invoeren laat nadere analyse in dit bestek;
niet toe. De
ha.nclel
in olieza’den had een onhevredi-
gend verloop. Aan ‘de glans van dit goud behoeven wij:
ons ‘dus niet te vergapen.
Op zichzelf verheugend is de toegenomen aanvoer
van stookolie, benzine
en
gasolie,
doch ieder weet,’
dat dit vervoer zeer afzijdig staat van de algemene
1
gang van zaken in de haven •en naar verhouding
weinig werk verschaft. De veel geringere aanvoeren
van het oude Rotterd.aznse handeJsartikel terpentijn,
tonen daarnaast een ‘in ‘absolute
cijfers
kleie ach-
teruitgang, welke echter voor Rotterdam als markt
een verdere inzinking van belang betekent.
De aanvoer van
erts
was weder beter. Volgens
een van vakzij’de verstrekte staat werden in Rotter-
‘dam en Vlaardin,gen aangevoerd 5,5 millioen tons, hetgeen intussen nog ver af is van de 13,3 mililioen
tons in 1929, terwijl Ern’den in beide jaren onder-
sche’i’denlijk 2,5 en 2,3 millioen tons zag overladen.
Nieuwe zaken werden hier trouwens niet veel afge-
sloten: ook dit jaar wer’d hoofdzakelijk geleverd op
jaren oude contracten. Wij ‘Leren ‘dus ‘op het ver-
leden en men vraagt zich af, wat na afloop ‘dier
trac’ten zal geschieden.
De afvoeren van
steenkool
stegen, vooral door ‘de
grote leveringen van Duitsland aan Italië. Ook aan
deze toeneming kan voor de’ welvaart van Nederland
dus ‘betrekkelijk weinig waard’e worden gehecht. Een
kleine moeilijkheid van niet-commercieel karakter;
een enkele beschermende maatregel ‘en wij derven
ook ‘deze ‘doorvoeren.
De ‘aanvoeren v’an
h,out
toonden tenslotte opnieuw
enorme en weder hogere cijfers. Voor d’e handel
waren ‘de uitkomsten – mede door de devaluatie
in Engeland en Scandinavië – echter ‘desastreus en
de aanvoeren waren ‘dan ook uit commercieel oog-
punt veel
te
groot. Ook hier is dus ‘omslag te ver-
wachten.
‘Ondanks de grotere
verlceerscijfers –
welke trou-
wens over bijna ‘de gehele wereld vallen op te mer-
ken, met uitzondering v’oor ‘de mees’te Franse en vera
schil’len’de Amerikaanse, Engelse en Austral’iische ‘ha
vens – is ‘de balans over 1934 voor Rotterdam ah
economisch ‘geheel dus zeer somber. Nu zou ik het
mij kunnen begrijpen als ‘deze ‘of gene lezer schrijver
‘dezes zou verdenken van een neiging tot het onnodig
opzoeken van scha’duwzij’den. Aangezien een eenvoul
dige ontkenning niet zou baten, moet tenslotte worden
gewezen op ‘de stand van cle volgende welvaarts
meters:
het aantal in ‘dienst v’an ide bij de Scheepvaart
Vereeni’ging Zuid aangesloten werkgevers in de
hav’en gewerkte taken is verder
gedaald, vooral in
het vierde kwartaal (met 7 pCt.);
op ‘d’e R’otterdam’se spaarbanken bedroeg het
verschil tussen inlagen en •terugbetalingen ‘ongeveer:
1928 … . + fl.240.000,—
1932 . … + f
2
.
400
.
000,-
1929 . . . . +
2.150,000,—
1933 . . . . +
400.000,-
1930 . . . . +
5.100.000,—
1934 . . . . – ,, 1.000.000,-
1931 . . . . +
80.000,-
Het sleh’tst was ‘het ‘tweede kwartaal, ide tweede
helft de’s jaars was wat ‘beter, ‘doch na de grote ader-
lating in .de eerste helft toch niet bijzonder hemoe-
cli’gen’d;
het belastbaar inkomen van Rotterdam was in
1933/’34 i’n vergelijking met 1930/’31 gedaald met
35,5 pOt. tegenover in het gehele rijk met 27,5 pOt.
het aantal op de ‘abei’ds’beurs ingeschreven werk-
loze werkzoekenden bedroeg op 31 December:
1928 …. ..11.112
1932 ……46.924
1929 ……10.073
1933 ……47.670
1930
.
…..19.267
1934 ……51.289 1931 ……32.773
In ‘de ‘geest van ‘deze cijfers moeten alle Rotterdam-
se statistieken worden geïnterpreteerd ‘door heni die
zich stelt •op ‘de bodem van de werkelijkheid. Ook in
het belang van ide landbouw zelf
zij
‘daarom ernstig
gewaarschuwd tegen prijsopidrijving ‘door te ‘hoge
heffingen, welke zou uitgaan boven ‘cle wegshinkende
koopkracht ‘der
‘stedelijke
consumenten. L.
AANTEEKENINGEN.
Sterke uitbreiding van de internationale bewape-
ningsindustrie.
De werel’dhan’del in vuurwapenen, munitie en
ander oorlogstuig is volgen’s ‘de berekeningen van
hot ,,Institut fü’r Konjunklurforsohung” te Berlijn
in het afgei’oo’pen jaar met ongeveer 12 pct. geste-
gen, namelijk van 224 millioen in 1933 tot ruim
251 millioen R.M. in 1934. In diezelfde periode is de
ge’heele werel’d’han’del daarentegen met 4 pOt. afgeno-
men. De vraag naar oorlogsmateriaal was klaarblijke-lijk zoo ‘groot, ‘d’at zij ondanks alle handelsbelemme-
ringen nog is ‘toegenomen.
Bij ‘de industrieën voor oorlogsmatèria’al ‘blijkt een
duidelijke arbeidsver’deeling te bestaan: Italië, Bel-
gië, Zweden en TsjechoSIlowakije ‘hebben in de eerste
plaats den uitvoer van vuurwapens en munitie ver-
hoogd. ‘Groot-Brittannië, Frankrijk en de Ver. ‘Sta-
ten hebben daarentegen verleden jaar iets minder
vuurwapen’s en munitie dan in 1933 uitgevoerd; ‘deze
landen waren echter ‘in staat ‘den uitvoer van modern
oorlogsmateriaal – waarvan het luchtwapen als pro-totype ‘kan ‘gelden – te vermeerderen. Zoo bedraagt
bv. ‘de uitv’oer van ‘de Ver. Staten aan vliegtuigen
(mcl.
motoren, ‘on’derdeelen en valschermen) thans
meer dan het ‘dubbele van 1928, ‘het jaar van ‘de ‘hoog-
conjunctuur (198: R.M. 15,4 miulioen; 1934: R.M.
42,1 milliioeii).
Wereidhandel in oorlogsrnateriaal
(in millioenen
R.M.).
Totaal
oorlogsrnateriaal
1932
1933
1934)
Werelduitvoer
……………..
238
224
251
waarvan uit:
Groot-Brittannië
………….
82
79
72
Ver.
Staten
………………
’38
40 50
Frankrijk
……………….
69
47 45
Tsj.-Slowakije
……………
7
14 37
Zweden
…………………
14
11
13
Italië
…………………..
8
13 11
België
…………………..
10
9
11
)
Voorloopig.
De nieuwe’ wapens schijnen
klaarblijkelijk
een
voortdurend stijgend aandeel van den ‘geheelen we-
rel’d’handel •in oorl’ogsm’ateriaal uit ‘te maken. In ver-
:gelijkinjg met ‘de jaren vSSr ‘den oorlog ‘is ‘de uitv’oer
van vuurwapens en munitie bijna tot de ‘helft ge-
daald; de uitvoer van vliegtuigen is echter ongeveer
verachtvoudig’d. In 1928 bedroeg het aandeel van de
vliegtuigen volgens ‘de berekeningen van het Insti’tut
für Konjunkturforschung nog niet eens een vijMe
van ‘den uitvoer van oorlogsmateriaal; ‘gedurende ‘het
laatste jaar was hun aandeel reeds ruim een ‘derde.
De bovenigebruikte cijfers voor ‘den uitvoer he’bben
‘betrekking •op ‘de waarde, wel’ke met behulp van ge-
middelde koersen uit de afzonderlijke valuta’s in
Rijkamark werden ‘omgerekend. In verban’d met de
koersschommelin’gen en de prijsveranderingen is het
echter ‘doelmatig naast de waardecijfers ook z.g.
cijfers van de hoeveel’heid,’te berekenen. Deze •toonen
aan, ‘hoe de werel’dh’an’del in ‘oorlogsmateriaal naar
27 Maart 1985
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
283
de hoeveelheid zich heeft ontwikkeld. Sedert 1932
bestaan er voldoende gegevens om dergelijke cijfers
van de hoeveelheid te berekenen.
Wereidhandel in oorlogsmateriaal
naar de hoeveelheid
1933 = 100.
1932
1933
1934)
Wereld totaal ………………
100
100
120
Groot-Brittannië ………….
115
lOO
96
Ver. Staten ……………..
67
100
127
Frakrjk ……………….
108
100
92
Tsj.-Slowakije
……………
78
100
305
Italië
…………………..
97
100
130
België …………………..
102
100
117
Japan
2
)
…………………
27
100
163
Voo
rloopig.
2)
Alleen ontplofbar.e stoffen.
De internationale handel •in ooriogsmateriaal is
van 1933 tot 1934 naar de hoeveelheid met een vijfde
gestegen. Daarentegen is b.v. de industrieele wereld-
productie slec’hts met 9 pOt., de omvang van den
geheelen wereiduitvoer sledhts met 1 pOt. gestegen.
De internationale handel in oorlogsmateriaal is dus
het afgel’oopen jaar .twintigm’aal zoo snel gestegen a’is
het ‘volume van den totalen wereldhan’del.
Juist in •de ‘laatste jaren hebben de landen, die in
‘hoofdzaak oorlo’g’sma’teria’al ‘inv’oerden, er naar ge-
‘streefd, zelf en wel in versneld tempo ooriogsindus-
trieën op te richten. Een gestadig ‘kleiner gedeeFte
van de internationale productie ‘van oorl’ogsmateriaa’l
komt derhalve in den wereldhandel tot uitdrukking. Deze tendens blijkt zeer duidelijk bij Sovjet-Rus-
land. Dit ‘land moest in 1928 nog 57 pOt. van de
niernv in dienst genomen vliegtuigen uit het buiten-
‘land betrekken. In 1930 was dit percentage reeds tot
31 pOt. gedaald, terwijl Sovjet-Rusland than’s in
eigen behoefte aan vliegtuigen voorziet.
De internationale handel in
ooriogsinateriaal,
bo-
vendien ‘statistisch ‘slechts onvoldoende te vatten, is
dus telken jare minder geschikt, om als symptoom
voor de ontwikkeling van den omzet van de ‘inter-
nationale oorlogsindustrie ‘te dienen. De ooriogsin-
dustrieën moeten dus veel meer bloeien dan de in-
ternationale wapenhandel vermag aan te toonen. De
ontwikkeling van ‘de uitgaven voor bewapening be-
vesti’gt dit vermoeden.
De totale uitgaven ‘voor bewapening in ‘de wereld
ontwikkelden zich als volgt:
Jaar’)
R.M. Milliarden
1913 = 100
1913 , ……………
rd. 10
100
1929
…….. . ……
15,0 -17,1
150-171
1930
……………
16,0 -17,2
160-172
1931
……………
16,2 -17,7
162-177
1932
……………
15,9 -17,4
159-1.74
1933
……………
15,4 -17,1
,
154-171.
1934
……………
20,5 -25,9
205-259
1935
2)
………….
24,0 -31,0
240-310
d)
Boekjaar Juli/Juni omgerekend op kalenderjaar.
Op grond van de reeds bekende ramingen.
In ‘het afgeloopen jaar is du’s in totaal ron’d een
derde meer voor bewapening uitgegeven idan ten
tijde van de hoogconjunctuur in 1929. In het loo-
pende jaar zullen de uitgaven zelfs de helft meer
bedragen dan ‘in. 1929. Men kan zonder overdrijving zeggen, dat de wereld dit jaar ‘driemaal zooveel voor
arbeid en kaitaalgebruik voor bewapening zal uit-
geven als aan den vooravond van den wereldoorlog.
In Rusland ‘stegen de uitgaven voor bewapening
van 1.417 ‘millioen Roebel in 1933 tot 6.500 millioen
Roebel in 1935. ‘In ‘andere ‘landen zijn de- uitgaven
over het alge’meen minder ‘gestegen dan ‘in Rusland, zooals uit de volgende tabel ‘blijkt:
Uitgaven voor bewapening in belangrijke landen
1933-’35.
Kalender-, resp. begrootingsjaar
Land
Valuta
1933
1934
1935
Gr.-l3rittannië
miii. £
107,69
113,71
124,3
Italië …………..e
–
4.416
4.564 Turkije
,, Turksche
£
40,2
40,7
53,3
Ver. Staten ‘) .
,,
479,7
612,8
792,5
Japan ……….Yen
852
037
1.022
) Begrootiugsjaar vanaf
1
Juli.
Inzonderheid dienen in dit verband n’o.g te worden
vermeld de uitgaven voor bewapening van Frankrijk,
welker toeneming eigen’lij’k niet uit de staatsbegroo-
tung
blijkt.
De ‘op de begrootin’g uitgetrokken cijfers
zijn, volgens ‘genoemd Instituut, niet juist, daar
steeds additioneele cred’ieten werden aangevraagd
buiten de begrootin’g van defensie om. Op ‘de be-
grooting over 1935 wordt Frs. 11,3 milliard vermeld
(tegen Frs. 11.8 milliard in 1933),
terwijl
de •oppos’i.-
tie in de Fransche Kamer de uitgaven voor bewape-
ning op rond Frs. 15 milliard becijfert en an’dere
berekeningen zelfs een’ bedrag van Frs. 17,5 mil-
hard noemen.
Een berekening van de uitgaven voor bewapening
vergeleken met het volksinkomen ‘leidt ‘tot het vol-
gende resultaat.
1913
1933
1934
Duitschland
……
4,4
pCt.
–
1,8
pOt.
Frankrijk
……..
5,0
8,1 pCt.
)
–
Groot-Brittannië
..
3,1
,,
2,9
,,
3,0
,,
d.
Ruslan……..
4,8
–
9,0
Japan
………..
7,1
,,
7,7
8,4
1)
1932.
Ook hieruit blijkt dus, dat een steeds grooter deel van het nationale ‘inkomen ‘in verschillende landen
voor bewapeningsdoeieinden wordt uitgegeven.
Maatregelen tegen de monopolievorming van•
groot-fihiaalbedrijven in de Vereenigde Staten.
In onze nummers van 23 en 30 Januari is een over-
zicht gegeven van de werkzaamheden en de conclusies
van de Federal Trade Oommission betreffende de
– ‘groot-filiaalbedrijven in de Ver. Staten. Aan het slot
werden ‘de conclusies en aanbevelingen van de Federal
‘Trade Oommission ‘inzake wetgeving aangekondigd,
welke vergezeld zouden gaan van een besprekin’g der
wettelijke maatregelen, ‘die op grond der bestaande
federale statuten zouden kunnen worden genomen.
Deze zijn inmiddels ‘gepubliceerd.
De Federal Trade Oommission stelt 3 wijzigingen
voor in de Olay’ton-Act en 1 in de Federal Tra’de
Oommission Act. Deze beoogen ‘alleen de rechtsbe-
voegdheid van de commissie ‘ten aanzien van monopu-
listische en unfaire handelspraktijken, voor zoover
het den handel tusschen verschillende staten betreft,
uit te breiden. Er wordt bepaald, ‘dat een handels-
onderneming niet direct of indirect ‘de geheele
0fl-
derneming of het geheel of de meerderheid van ‘het
stemgerechtigde aandeelenkapitaal of ‘de •activa van
een ‘andere handelsonderneming, waarmede zij con-
curreert, mag verwerven. Ook het verkrijgen van een
deel van het aandeelenkapitaal of van enkele activa
is verboden, indien ‘daarvan het resultaat zou zijn,
dat de concurrentie zou verminderen of de handel in
eenige streek ‘zou worden ‘beperkt of ook een monopo-
lie in de een of andere h’andelsbranche zou kunnen
worden ‘geschapen.
Zou een onderneming trachten door fusie of an-
derszins, ‘direct of ‘indirect de geheele onderneming
of de meerderheid van het stemgerechtigde aandee-
lenkapitaal of het ‘geheel of het grootste deel van de activ’a van 2 of meer han’delsondernemingen, die in
onderlinge concurrentie zijn, ‘te verwerven, dan zal
ook d’at onwettig zijn.
Het doel van de voorgestelde
wijzigingen
van sec-
tie 2 van ‘de Oiayton Act is hét element van gelijk-
heid tusschen de koopeis te bevorderen en de verkoo-
pers ervan te weerhouden hun prijzen onbepaald te
discrimineeren. Prjsversch’illen
zijn
alleen gerecht-
vaardigd tengevolge van
werkelijke
kostenverschillen.
Onder de voorgestelde wijzigingen gullen de bereken-
de prijzen redelijk met kostenverschillen moeten sa-
menhangen en mogen’ zij niet zoo groot zijn, dat ze
een unfaire of onrechtvaardige discriminatie veroor-
zaken.
Het doel van de voorgestelde wijziging van Sectie 7
van de Oiayton Act is o.a. om den gestad’igen groei
1
93′
1
93′
1
93′
1
933
193*
Iod,*
150
140
130
120
110
*00
90
md,,
150
*40
30
120
110
00
90
284
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
naar monopolie tegen te gaan. De uitschakeling van
concurrentie tusscheri oncernemingen, teweeggehracht
•door den koop van ,activa, is niet onwettig, -tenzij de
betrokken ondernemingen den handel in ‘den heelen
bedrijfstak -bovenmatig beperken. De concurrentie
tusschen in’divi-dueeie eenheden moet evenwel blijven
bestaan.
De voorgestelde wijziging van sectie 11 geeft de
Oommissie -de macht om een afstaan van physiek
eigen-dom te bevelen in gevallen, waarin dat eigen-
dom verragen is door een schending van sectie 1.
W
7
aar verkrijging van kapitaal en activa zuivere in-
vesteering -ten doel heeft, is het niet onwettig ver-
kiaard. Bij vele van deze onderzoekingen heeft de
commissie ettelijke unfaire methoden van concurren-
tie en ettelijke bedriegelijke handelingen en praktij-
ken gevonden, die, ofschoon voorkomend in handel
tusschen de staten,
eerlijke
concurrenten in dezen
handel werkzaam, ernstig treffen. De jurisdictie over
deze handelingen en
praktijken
van de commissie of
van ‘eenig ‘ander lichaam onder sectie 5 is twijfelach-
ti.g. De voorgestelde wijziging breidt haar uit. Boven-
dien is onder de tegenwoord’ige wet in
rechterlijke
be-
slissingen ui-tgemaakt, dat ‘de commissie haar juris-
dictie kan verliezen over een geval van ‘bedriegeljke
of unfaire praktijken, indien ,het zou blijken, dat alle
concurrenten -in ‘de -industrie ‘dezelfde unfaire methode
toepas’sn, hoezeer het publiek ook tegen ‘genoemde
unfaire en ‘bedriegeljke handelingen bescherming noo-
d’ig zal hebben. Door de
wijziging
van ‘deze sectie zal
de commissie ook ‘hier kunnen ingrijpen.
Wisselkoersen en prijzen.
In het tijdschrift ,,In’dex”, een uitgave van de
,,Svenska Handelsbanken”, publiceert Prof. J. B.
Oondl’iffe een ‘inteTessant artikel over wisselkoersen
en prijzen, waarbij hij een vergelijking maakt tus-
achen ‘de prijsverh-ou-din’gen ten opzichte van de wis-
selkoersen van Engel-and en de Vereeni’gde Staten
eenerzijds, en Engeland en Frankrijk anderzijds.
Het artikel begint met een uiteenzetting van de
z.g. koopkr.achtpari’teitstheorie, welke door Prof. Cas-
sel naar voren is gebracht ter verklaring van den loop van -den wisselkoers tus’sohen twee landen, waarvan
een, of beide, ‘den gouden standaard verlaten hebben. Volgens deze theorie zal de wisselkoers zich bewe-
gen in verhouding van de koopkracht van het geld
in beide landen, m.a.w., de wisselkoers is de uitdruk-
king van ‘de koopkracht van de valuta van het eene
land ‘in het andere land. Dus de prijsin-clex van een
bepaalde groep ‘artikelen in een land zal een aan den
wisselkoers van het geld van dat la’iid tegengestelde beweging moeten vertoonen. Hiervoor i’s echter een
essentieel vereischte, ‘d’at er een betrekkelijke vrijheid
bestaat in het internationale han’de’lsverkeer. Waar
di-t lang niet altijd het geval is, zullen verschillende
wrijvin’gsverschijnseien zich voordoen.
Deze wrjvin-gsverschijnselen zijn in de laatste jaren
d’oor kwantitatieve beperkingen van ‘den invoer (con-
tin-genteerin’gen) meer en meer -op den voorgrond ge-
treden en vormen een van de
moeilijkste
problemen
van. -dezen tijd.
De kwantitatieve ‘beperkingen van den handel en
de in,-atabilitei-t van jde wisselkoersen, waarmede zij
verband houden, hebben het fijne mechanisme van
internationale hande’l’svergelijkingen geheel verstoord.
De moeilijkheid om ‘de koopkrachtpariteitstheorie ‘te
gebruiken -ter verklaring van ‘de ingewikkelde ver-
houdingen op ‘de wereldmarkt blijkt ui-t de pogingen,
om de theoretische koopkrachtp’aritei’ten te meten door
vergelijking van de recen’t’e bewegingen van de wis-
selkoersen me-t ‘de beschikbare ‘indices van prijzen.
Prof. Pigou heeft er op gewezen, ‘det, indien ‘de z.g.
k’oopkrachtparitei-tsana’ly’se wordt gebruilçt’om t-te be-
wijzen, da-t ‘de oorzaak van een moneta’irei verstoring
volledig heeft uitgewerkt, er geen prjs’indi’ces ge-
–
bruikt moeten worden, die ‘op igroothandelsprijzen zijn
‘gebaseerd. Di’t is -natuurlijk n’iet ‘d’oorv’oerbaar. Doch
het ‘i’s wel mogelijk prijsindices ‘te -gebruiken, waar de
groo’thandelsartikelen een geringere rol spelen (bijv.
kleinhan-de!lsprjzen).
Prof. Oon’dliffe illustreert -de juistheid van dit
argument, ‘da-t prijzen, zooals die in ‘de kosten van
levensonderhoud zijn opgenomen, zich veel moeilijker
aanpassen dan prijzen van internationaal verhandel-
hare goederen, aan de ‘hand van ‘de gegevens over
Amerika, Enge] an-d en Frankrijk.
Daarbij beschouwde .hij in, de eerste plaats den wis-
selkoers tusscheu Engeland en Amerika, waarbij’ hij
-de verhouding, z’o’oa’ls ‘die gemiddeld in 1929 was, op
100 stel-de.
Verhoudingen van w’isselkoersen (omgekeerd) en van
prijzen
tussehen Engeland en de Vereenigde Staten
(1930-1934)
(gemiddelde van
1929 = 100).
Wij zien hierbij, da-t de koers van ‘den Dollar in
Engeland me-t een sprong ‘stijgt van 100 op 144, ten-
gevolge van de devaluatie van het Pon’d, in ‘het najaar
van 1931. Na een kortstondige daling tot 132, wordt
zelfs
bijna
150 bereikt. Vervolgens springt ‘de curve
weer naar beneden, wanneer Amerika, in het voorjaar
van 1933 ook ‘devalueert, en -bereikt zij het punt 95,
waarna een langzame
‘stijging
naar 100 zich ver-
toont.
In verband hiermede teeken’t Con’dliffe de curves
van ‘de
verhouding
-der prijzen ‘in ‘de Vereenigde Sta-
– ten en Engel-and, zooals deze sedert 1929 verliepen,
en wel voor wat betreft de groothandeisprijzen, de
kosten van levensonderhoud, ea -de
prijzen
der inter-
‘hationaa’l verhandelde goederen.
Deze lijnen zouden volgen-s ‘de koopkraoh’tpariteits-
theorie de curve van den wisselkoers moeten volgen,
want ze toonen aan hoe ‘de koopkram’htsverhou’d’ingen
van Dollar en Pond zich gewijzigd hebben. Wij zien
nu ‘dat dit ‘slechts heel ‘matig het geval is geweest.
Het ‘best heeft zich -de prjsverhoud’ing van -de inter-
nartionaaLverhan-delde goederen aangepast, maar niet-
temin blijft ze nog beduidend van het wisselkoers-
verloop afwijken. –
Bij -de devaluatie van Engeland bereikt ze slechts
een hoogte van 118, en wanneer ‘de ‘lijn van -den wis-
selkoers bijna 150 bereik’t, komt ze niet honger dan
136. Die afwijkingen zijn nog duidelijker hij de lijn
van de -groobhan’delsprjzen, en zijn het grootst hij de
curve van -de kosten vnu levensonderhoud.
Het merkwaardige is echter, -dat, wanneer Amerika
‘ook -devalueer-t, deze ‘lijnen plotseling weer naar elkaar.
toekomen, -en het evenwicht z’ich weer voor een groot
deel -herstelt.
De -tweede grafiek toont aan, dat na de depreciatie van het Pond de pri.jsbewegin-gen zeer merkwaardig
zijn geweest. De kosten van levensonderhoud in En-
– ‘geland zijn in verhouding tot -die in Frankrijk ge-
-da-al-d en -de prijzen van grondstoffen en- voedingsmi’d-
‘delen zijn,’ ‘hoewel alle voor -den ‘internationalen han-
‘del van belang, minder gevoelig voor. ‘de beweging
van ‘den wisselkoers geweest, ‘dan ‘de
in’dexcijiers
van
‘d’e groothan-delsprijzen. De kwantitatieve beperkingen,
aan -den agrari-sohen handel in -den weg gelegd, heb-
ben -de prij’sverhou’dingen verstoord. De En,gelsche
-”
27 ‘Maart 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
285
Verhoudingen van, wisselkoersen (omgekeerd) en van prijzen
tussehen
Engeiand,
en Frankrijk
(1930-1934)
«1
(gemiddelde van
1929 = 100).
t,,!,,
170
i6o
150
140
130
120
1
•
10
00
90
So
930
1
93
’93’
1
933
1
939
Wisselkoers.
Groothandeisprijzen.
– – – – Internationaal verhandelde goederen.
–
Kosten van levensondenhoud.
‘index van deze goederen is in het le kwartaal van
1934, vergeleken bij het 3e kwartaal van, 1931, bijna
niet veranderd, ‘terwijl ‘de Fra’nsche index bijna 13
pCt. viel en de wisselkoers bijna driemaal zooveel’
daalde.
Doch n’iet alleen is ‘dit verloop te zien bij deze
groepen, maar ook hijv. de rentevoet voor ‘leenin’gen
op langen
termijn
toont eenzelfde beeld. Uit
zijn
stu-
die blijkt wel voldoende duidelijk, ‘dat ‘de verstoring
van het evenwicht door verschillende wrijvin’gsver-
schij’nselen, ‘dusdanige vormen aangenomen heeft, dt
wij ze niet op ‘den achtergrond kunnen ‘schuiven. De
vraag is echter, of de aanpassing die wij zien tu’s-
schen Ergelan’d en Amerika, ‘in het voorjaar van
1933, het gevolg ‘is van ‘de devaluatie van den Dollar,
‘of dat ze veroorzaakt wordt door ‘de reflatiep’olitiek
in de Vei-eeuig.de ‘Staten, die er op gericht ‘is, het
prijsniveau ‘daar te lande omhoog te ‘brengen. Hier-
op vestigt Oondliffe onze aandacht met een enkel
zinnetje, maar hij ‘twijfelt era’an of het econoniisch
evenwicht zich kan herstellen ‘door een ‘dergelijke
refl’atiepolitiek. Veeleer acht ‘hij ‘het herstel van het
evenwicht ‘tusschen prijzen en wisselkoers het gevolg
va’n.de devaluatie van ‘den Dollar.
Een herstel kan bereikt worden ‘op verschillendé
manieren: 1.’ Door ‘de wisselkoersen stabiel te houden, en tege
lijkertijd vrij-handel toe te passen. Het ‘gevolg hiervan
is een ‘in’stabiel b’innenlan’dsch prijsniveau.
2. Door he’t hin’nenland’seh prijsniveau te han’clha-
ven, ‘door middel van con’ti,gen’teeringen, met als -ge-
velg ins’ta’b’iele wirselkoersen. ,
De onder 1. ‘genoemde ‘stabiele wisselkoers kan be-
reikt vorclen ‘door een defla-tie in ‘de ‘gou’dlan’den, of
door een reflatie door ‘de ‘an’d’ere ‘landen. Co’n’dliffe
geeft een beschrijving van deze .m’o,gelijkheden, zonder
een bepaald standpun’t ten opzichte hiervan te kie-
zen. Uit ‘den toon van het geheel ‘blijk-t, ‘da’t hij een
devaluatie van ‘de go’ud’l’anden den besten weg vindt,
,voornamelijk ‘omdat herstel van het economisch even-
wicht ‘door middel van ‘devaluatie minder wrijvin’gs-
weerstand zal ondervinden, ‘ dan
belangrijke
prijsver-
lagingen, welke op politieke moeilijkheden zullen af-
stuiten.
Hierbij ‘dient ‘opgemerkt ‘te worden, dat hij deze
mogelijkheid slechts zie’t als een ‘over-g.an’gs’toes tand,
om ‘daarna te komen tot herstel ‘van ‘den i’riternatio-
nalen gouden «standaard, op een lager niveau dan
voorheen.
Hij ziet daarbij wel ‘degelijk het ‘gevaar win ‘den
overgang.stoes’tand,’ nl. ‘dat er een ‘dop recia’tie-wedloop
zal- -kunnen .on’tstaan, hetgeen opnieuw. ‘tot een ver-
s’Vorin’gvan het evenwicht zou leiden. Dat evenwel,
door -stabiele wisselkoersen een herstel mogelijk wordt,
wil ‘hij aa’ntoonen door ‘te wijzen op den handel tus-
schen de S’terl’ingl’anden on’derlin’g welke wisseilkoer-
sen ten opichte van elkaar hebben, die maanden ach-
ter elkaar ‘stabiel zijn geweest.
Hierop is ook gewezen in ‘het jaarlijksohe rapport
van de ,,Bank for International Settlements”, terwijl
wij h’iérbij tevens releveeren de opheffing van het
embargo -op ‘huitenlandsche leeninig-en ,in Engeland,
binnen het Sterlingebied. ‘ . A.
INGEZONDEN STUKKEN.
DE ECONOMISCHE BETEEKENIS ONZER
NATIONALE HAVENS.
De heer Z. W. Dekkers’ Jr. ‘schrijft ons:
–
De heer C. Vermey ‘stelt in zijn laatste artikel in
uw ‘tijdschrift -de vraag, hoe wij het beste onze krach-
ten kunnen ooördineeren, en geeft als antwoord daar-
‘op aan ‘de Regeerin’g ‘den raad om een practisoh “ge-
school’den functionaris aan te ‘stellen, wien als per-
manente ‘taak worde opgedragen het contact met het
bedrijfsleven te onderhouden.
Het ‘dunkt mij, dat ‘deze -schakel reeds is gevormd
door ‘de Kamers van Koophandel, en ‘dat een fnnc-
ti’on-aris niet meer en niet ‘beter zal kunnen ‘hande-
len ‘dan ‘de Kamers reeds doen.
Wanneer ik mij beperk tot het
bedrijfsleven
in
de Rotterdamsche haven, ‘daar ook het artikel van
den heer Verm’ey zich ‘beperkt tot do economische
beteekeni’s van onze havens, ‘dan is onze Kamer van
Koophandel ‘de ‘georganiseerde instantie, ‘die over ‘dë
h’avenbel-angen en ‘alles wat ‘daarmede samenhangt,
van econ’oalische voorlichting kan ‘dienen, en ik be-
twijfel zeer ‘sterk ‘of d’e ‘door den heer Vermey ge-
dachte functionaris een ‘beter inzicht in ‘de econo-
mische belangen zal kunnen verkrijgen ‘dan de Kamer.
Ik ‘geloof veeleer, dat
hij
op zijn hoogst ‘dubbel werk
zal kunnen ‘doen, en ‘dan ‘kunnen wij on’s ‘de kosten
beter besparen, ‘want welke reden zou er voor ‘de
regeerin’g kunnen zijn om -aan de meenin-g van d’en functi’on’ari’s meer’ waar-de ‘te ‘hechten, ‘dan aan ‘de
van ernst’i’ge -studie getui’gen’de beschouwingen van de Kamer van Koophandel.
Er ‘is bovendien nog een -an’dere ‘omstandigheid,
waarop wel -dient te worden ‘gewezen om teleurstel-
lingen ‘te voorkomen, want een eerste moeilijkheid,
waarop -de functionaris zou stuiten, is gelegen in ‘het
feit, ‘dat voor de behartiging van commercieele be-
langen onze ‘bedrijven ‘in ‘de ‘haven onderling onvol-
doen’de zijn ‘georganiseerd. Door betere samenwer-
king ‘tusscheu ‘de direct belanghebbenden, en
–
door
gezamenlijk offers te brengen, indien bepaalde belan-
gen, of ‘de concurrentie met ‘buitenland sche’ haven’s ‘daardoor worden gediend, zullen wij meer voor onze
haven kannen bereiken ‘dan nu geschiedt in een
‘on’derlingen concurrentiestrijd, ‘die wel ‘offers vergt,
doch waarbij ‘de vraag of het havenbelang daarbij
eenige baat heeft, buiten ‘beschouwing blijft.
Er worden -in den laatsten ‘tijd erns’tige pogingen
in ‘het werk ‘gesteld ‘om daarin verbetering te bren-
gen, en ‘daarom ‘dient te worden ‘afgewacht of er een
einde zal komen aan -de nuttelooze versnippering van
krachten, ‘die het gevolg is van -de onvoldoende samen-
leving, ‘om plaats te maken voor een co-ordina-tie van
krachten -onderling. ‘ – –
Wat ‘de heer Ver-mey v-öorstelt -om ‘to-t een 000rdi:
natie van krachten op breederen ‘grondslag te komeu, zal, ook’ afgescheiden van ‘de vraag; waar de schakel
tussehen Regeering en ‘bedrijfsleven moe-t worden ge-‘
zocht, slechts met kans op succe’s ‘in werking kunnen
‘treden,’ nadat ‘het ‘bedrijfsleven zichzelf ‘heeft -georga-
niseerd, ten’aij men zich ‘den d’oor den heer Verrney
bed-oelden functionaris’tevens -denkt als eei uitv-loei-‘
cel
v
an –de in’ ‘wording zijnde
-or-deningswet. Doch dat
170
.150
140
1
30
•
,•0•
,
110
loo
286
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart 1935
is, geloof ik, niet zijn bedoeling, en het is te hopen,
dat het zoover ook niet zal behoeven te komen.
Tegenover ‘de Regeering zal men met verzoeken en
voorstellen slechts dan sterk staan, indien daarbij
kan worden aangetoond, ‘dat de ‘belanghebbenden het
onder elkaar eens zijn. Het is te wenschen, dat zij
spoedig ‘tot eensgezindheid zullen geraken, opdat aan de levensbelangen van onze haven door de Regeering
de aandacht worde gegeven, die noo’di’g is, om deze
t
voor ondergang te ‘behoeden. Want er dreigt gevaar,:
en ‘indien het niet wordt gekeerd, z•oo zullen de get
volgen ervan zich niet tot ‘de havens beperken, doch
in ‘alle deelen van
het
land worden gevoeld. Daar-
over bestaat geen verschil van meening.
Naschrift. Het
is
steeds een voorrecht met
een tegenstander ‘als den heer Dekkers den degen te
mogen kruisen. Helaas moet ‘het duel ditmaal v’an
korten duur zijn. Niemand ‘kan grooter waardeering
hebben ‘dan ik voor den arbeid ‘der Kamers van Koop-
handea ‘te Amsterdam en Rotterdam.
Zij
bestrijken
echter elk voor zich een geheel eigen terri’toir en
zelfs een zoo deskundig en actief instituut ‘als de’
Kamer van Koophandel te Rotterdam heeft niet kun-
nen verhinderen dat, om ‘het bekende voorbeeld te
citeeren, de zech’aven Dordrecht onder de auspiciën der Land.sregeering ‘tot stand kwam. De •heer Dek-kers heeft blijkbaar niet voldoende aanigevoeld, wat
•de toepassing eener consequente nationale ‘havenpo’li-
tiek impliceert. Een ‘kleine commissie van deskundi-
gen, die
voortdurend
contact
heeft
met de Regeering
en eenzelfde contact ‘bewaren
kan
met de Kamers van
Koophandel zou, ‘i’k herhaal, baanbrekend werk kun-
nen verrichten. Het tweede punt, dat ‘de heer Dek-
kers aanroert, ‘houdt geenerlei verband ‘met en staat.
volkomen los van het ‘door mij in mijn artikelenserie
betoogde. Het lijkt even nutteloos als onvruchtbaar
over deze kwestie te ‘dezer plaatse te debatteeren..
C. VERMEY.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN
FEBRUARI
1935.
Prov. en Gemeeniel. Leeniiigen
1
) ..
f11.622.350,-
zijnde:
Nederland Prov. Noord-Holland
f
8.500.000 3 % obi.
h
…………..fS.308.750
Gem. Hengelo
f
2.000.000
2)
4 % obl.
A
99
5
/s % ……, 1.992.500
Gem. Hoogeveen
f
1.000.000
4 % obl. á 99%1 % ‘) ..,,
18.500
Gem. Leeuwarden
f
l.336.000) 3341 % obl.
a
97V21 %
……………,, 1.302.600
Diversen
5).
Kerkelijke Leeningen
6)
47.200,-
Tederla?ed ……………..
f47.200
Totaal. . .
f 11.669.550,-
1
) Couversie: Gein. Amsterdam
f
19.820.000 4 % obi. 1.
100 % ter gedeeltelijke conversie van twee 4% % leeniugen,
tezamen bedragende f22.967.000. Recht van voorkeur
f
9.694.000 4 % obl. 1929″ en
f
9.745.000 434′ % obi.
1930, eveneelis te.r conversie resteerende f3.528.000 4%1 %
obi. 1930, destijds oridersbands geplaatst;
f
138.000 voor
eerste aflossing wordt in portefeuille gehouden.
Conversie: Geni. Enschede f4.900.000 4 % obl. 3.99% %.
Waarvan
f
1.060.000 ondersbands tegen emissiekoers
geplaatst.
Van het provenu van deze leening is
f
976.500 voor
conversie afgetrokken. Waarvan
f
600.000 op emissievoorwaardea geplaatst.
) Conversie C.V. Amsterdamsche iluidenelub G. A.
f
100.000 5 % obl. 3. 100 %.
6) 1)e Kerkelijke Leeningen zijn als volgt onderver-
deeld:
Rente- Emissie-
Guldens
voet
koers
pCt.
pOt.
Oer.
Kerk
v.
‘s-Gravenhage-
West (waarvan conversie van
leening
5
%
oblig.
1927
f41.300)
………………..
88.500
4 100
Ver. v.
Schoolondrw.
op
Geref.
Grondslag tc Winsehoten (con-
versie)
…………………120.000
4%
100
Emissies in
1935.
Nieuw kapitaal:
Obligatiën
Aandeelen
Totaal
Conversies:,
(In Guldens.)
Jan.
6.892.240,-
–
6.892.240,-
77.148.500,-
Febr.
11.669,500,-
–
11.669.500,-
26.457.800,-
18.561.740,-
–
18.561.740,- 103.606.300,-
PRODUOTIE DER STEENKOLEN-,
BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN
(Gegevena verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.
I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Febr.
Jan./Feb.
Jan./Feb.
1935
1935
1934
Prod. Steenkolen in tonnen
938.418 1.962.168
2.044.341
Aantal normale werkdagen
.
22
1
)
46
50
Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
Netto-productie in tonnen..
9.549
2
)
20.340 . 25.049
Aantal normale werkdagen
12
26
34
Zoutmijnen. (Kon: Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)
1
Industriezout
……(
)
5.972
12.253
} }
5.9883)
Afvalzout ……….
Aantal normale werkdagen
24
50
26
3
)
Gezameni.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-
mijnen
kolenmijn
,
Zoutmijnen
j
10.1884)5)
k’
94796
)
74
266
1
Mrt. 1935
……………
1 Mrt.
1934
……………
…………..
f
10.6934)?)
k21. 7836)
–
1)
Staatsmijnen in
Limburg; 19 Domaniale mijn en Oranje-Nassaumijn
III; 18 Laura ën Vereeniging, Willem-Sophia; Oranje-Nassaumijnen
1,
II en 1V.
2
)
6.948 ton ruwe
kool, 2.601 ton
bruinkooibriketten.
3)
Alleen
Januari.
4) Bovengronds.
5)
mci.
1.942 arbeiders in de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds.
7)
mci. 2.017 arbeiders in de nevenbedrijven.
AJiNVOtEREN
in tons
van
1000 KG.
–
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
17-23
Mrt.
Sedert
Overeenk.
17-23
Mrt.
Sedert
Overeenk.
1935
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934 1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
2
3.539
227.333 264.168
–
2.827
16.929
230.160
281.097
Tarwe
.-…………….
4.
181
49.348
97.919
–
281
8.500 49.629
106.419
Rogge
……………….
6.290
4.130
–
-.
–
6.290 4.130
Boekweit ………………177 MaIs ……………….
192.102
227.630 31.590
68.273
223.692
295.903
13.250
88.475 69.454
–
9.680 9.301
98.155 78.755
4.432
30.562 38.123
–
1.460
650
32.022
38.773
12.
.781
4.175
18.703
54.841
1.306 145.818
82.680
164.521 137.521
Gerst
……………..
Haver
……………..
1.400
4.050 27.829
–
– –
4.050 27.829
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
1)
………….
179
4.572. 3.699
155
1.365
613
5.937
4.312
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
•
150
8.431:
13.899
–
–
882 1.640
9.313′
15.539
1)
Rectificatie aanvoer
te Rotterdam
10_16’Mrt.
1935: 711.
27 Maart 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
287
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
N d
D
Wissels.
24192ept.’33
Lissabon
…. 5
13Dec.’34
J18c
1IkBel.BEff.3
198ept.’33
Londen ……
Z3OJuni’32
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Madrid ……54 6
Nov.’34
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
14
1 Feb.’34
Batavia ……….
34
1Nov.’34
Oslo
……..
3422Mei’3
3
Belgrado
……..
5
1 Febr. ’35
Parijs
……2431
Mes ’34
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
…… 3425
Jan.’33
Boekarest ……..
44 15Dec.’34
Pretoria
…. 3415
Mei’33
Brussel ……….
24
28Aug.’34
Rome …….. 34
25Mrt.’35
Budapest ……..
44 17Oct.’32
Stockholm
.. 24
1Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
…. 3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
4
21Sept.’34
Weenen ……
4 23 Febr.’35
Helsingfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau…. 5 26
Oct. ’33
Kopenhagen
….
24
1 Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1935
23M t
18123
11116
419
r.
Mrt.
Mrt.
Mrt.
1934
19/24
Mrt.
1933
20!25
Mrt.
1914
20/24
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
9
h6
Vis
0116
9
1i6
13116-319
11
3
_81
4
3
1
18..
3
118
Prolong.
I
1
1
1 1
t
2
1
(4-
8
14
Londen
DageId.
. . I12-1
1
12-I
1
12-1
1
I4-1
3
/4-1
1
14.1
1
8
14-2
Partic.disc.
9
116’18
‘116
–
’18
/is-/s
112.9116
7
18_
11
116
1
12.
5
18
4
1
14_
8
1
Berlijn
Daggeld…
31124
311
3
.4
331
4
.4
33(
4
_41(
9
41-5
1
1
4
1
15-513
–
Maandetd
311
2
_31
4
3119.314
314-’18
351..31
4
41/
4
.53(
4
49(
4
.53(
4
–
Part, disc.
3318
3
8
18
318
3
1
1e
37(
9
37/9
21/
9
ij
s
Varenw. ..
4-114
4_11
4
4_11
4
4.11
4
4.11
4
4_1/
–
New York
Daggeld
1)
t t
1 1 1
3_1/
18(
4
-21!
!
Partic.disc.
51
39
5199
5
(16
116
11
3
211
4
3115
–
1)
Koers van 22 Mrt. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
8) 8) 8) 8)
1)
19 Maart1935
1.47
6.97k
59.37
9.734 34.674
100k
20
,,
1935 1.48
9
/
8
7.09
59.40
9.754
34.30
10034
21
,,
1935
1.4734
7.02
59.37
9.75
34.50
10034
22
,,
1935 1.48
7.0634
59.38
9.754
34.10
1003
23
,,
1935
1.47851
59
7.0634
59.38
9.754
33.60
10034
25
,,
1935 1.48
7.07
59.40
9.754
33.30
10034
Laagste d.wl)
1.47
6.97k
59.30
9.734
33.30
Hoogste d.wl)
1.4834
7.09
59.424
9.754
34.674
10034
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Da a
Zwif-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
rest
1)
8*) 8$)
19Maart1935
47.83
–
6.174
1.48
12.28
20.20
20
1935
47.85
–
6.18
1.48
12.29
20.19
21
1935
47.84
–
6.18
1.48
12.29
20.19
22
,,
1935
47.83
–
6.18
1.48
12.264
20.19
23
,,
1935
47.87
–
6.18 1.48
– –
25
,,
1935
47.86%
–
6.18
1.48
12.16
20.20
Laagste d.w’)
47.7734
–
6.15
1.45
12.20
20.10
Hoogste d.w’)
47.90
28.-
6.20
1.50 12.35
20.25
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371
,
1.4881
13.094 48.52
Data
Stock-
Kopen-
Oslo
*
Hel- Buenos-
Mon-
holm
,1
hagen*)
.
fof1
Aires’)
treal’)
19Maart1935
36.-
31.10 35.05
3.10
3634
1.46
20
1935
36.60
31.70
35.65
3.14
3634
1
.
46
J.
21
1935
36.25
31.40 35.30
3.10
3734
1.46
22
1935
36.474 31.60
35.55
3.10
3734
1.4634
23
1935
36.50 31.60
35.55
3.10
3751,
1.463,.
25
1935
36.40 31.60
35.55
3.124
3734
1.47
Laagste d.w
1
)
35.70 30.75
34.75
3.05
3634
1.4534
Hoogste d.w’)
36.70 31.80 35.75 3.174
38
1.4734
Muntpariteit
66.671
66.671 66.671
6.266
95a,
2.4878
1 Noteerine te
Amsterdam.
)
Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
ooeave.
– In ‘t 1se of 2de No. va.n’iedere maand koml een ovzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D t
a a
Londen ($
per £)
Parijs
($ p. IOOfr.)
Berlijn
($
P.
100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)
19 Maart
1935
4,78
5
/
8
6,5934
40,25
67,62
20
,,
1935
4,76i
6,5934
40,23
67,66
21
,,
1935
4,7681
8
6,5934
40,21
67,66
22
,,
1935
4,77
6,59
71
8
40,18
67,64
23
,,
1935
4,77
,
1
8
(;,5934
40,17 67,59
25
,,
1935
4,7834 6,5934
40,17
67,58
26 Maart
1934
5,1034
8,5834
39,72
63,36
Muntpariteit..
4,86
3,90′,
23.8134
40s1
KOIOR.SEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen Nofeerings-
eenheden
9
Mrt.
1935
16Mrt.
1935
18/23
Mrt.
1935
Laagste
l
Hoogstel
123
Mrt.
1935
Alexandrië..
Piast.p..
9734
9734
97’/8
975;
9734
Athene
….
Dr. p.
£
497 503 499 500 500
Bangkok….
Sh.p.tical
11101/
8
111091
8
111091
9
111011,
1110
9
/8
Budapest
..
Pen. p.
£
1634
1634
1681,
16’18
1651,
BuenosAires’ p.pesop.
5
c
18.85
18.95
18.80
19.00 18.85
Çalcutta ….
8h. p. rup.
1
1
1
611
8
1169/
8
116
8
1
89
1
1
65
1
32
116’i
Constantin..
Piast.
p. £
580 593 585 590
590
Hongkong
..
Sh.
p. $
2j0t1,
0
210i1
1
111151
9
2:081
8
210
Kobe
…….
Sh.
p.
yen
11211
8
11291
8
1/2
1129/
9
11211
59
Lissabon.,.
Escu.p.
11011
110
109%
11034
110
Mexico
….
$per,
1734
1734
1634
1734
1734
Montevideo 2)
d.perc
1934
1934
19
1934
19y
Montreal
..
$
per
£
4.8134
4.83%
4.7934
4.8334
4.8034
Riod.Janeir03
d.
per
Mii.
334
311
9
3
3
8
1,
6
31
116
Shanghai
..
Sh.
p.
tael
1/791
59
1/7i,
11671
8
11751
8
117s,
Singapore ..
id. p. $
2/4
3
/
39
214
213
15
1
32
214i,
214i
1
,
Valparaisod).
$per
115
115
115 115 115
Warschau
..
Zi. p. £
25
2534
241e
2551
8
255,
9) Offic. not. 15
laten. eem.
not., welke
imoorteurs
hebben
te
betalen.
22 Febr. 16.92, II Mrt.’ 1.91. ‘)O’ffic. not. vinaf 9 Mrt. 41
5
/8; II Mrt. 41
1
/2;
12 Mrt. 41
3
/3; 14 Mrt. 41
1
1; 15 Mrt. 40
3
/4; 16 Mrt.
403f;
18 Mrt. 41; 19 Mrt. 40’/8; 20 Mrt. 41; 22 Mrt.
40
7
j.
3)
Id. 22 Dec.
41/4;
S Mrt. 4
1
j2; 9 Mrt. 43/
4
;
11 Mrt. 411
4.
4) 90 dg. Vanaf 28Aug. laatste export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.Yorks)
Londen
19Maart1935, 2781
9
587
19Maart1935,,.,
147124
20
,,
1935..
271/
5
58
7
18
20
,,
1935….
14516
21
,,
1935..
27i
5834
21
,,
1935….
1461104
22
,,
1935..
2751
56
59
22
,,
1935.,..
146,54
23
,,
1935..
27
51
8
59
23
,,
1935.,..
146/1
25
,,
1935,.
277/
9
60
25
,,
1935….
145174
26 Maart1934.
.
20
4551
8
26 Maart1934.,..
13615
27 Juli
1914..
24
,
al
l#
59
27 Juli
1914….
84110%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign
silver in
$c. p.oz.
line.
8)
in sh.
p.oz.fine
STAND VAN ‘.
RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
15Maart 19351
22Maart
1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
/
49.124.772,47
f
56.408.265,52
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
•
2.029.212,38
340.774,66
Voorsch.
op
uit. Febr. (resp. Jan.) ’35 a.d.
gemeenten verstrekt opa. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
derlandsche
Bank……………….
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
,,l32.940.lIi,13
133.620.564,58
Id. aan Suriname ………………… ..
,,
14.237.224,68
Id. aan
Curaçao ………………….
..,,
1.843.565,-
•
1.836.593,79
Kasvord. weg. credietverst. a(h. buitenl
….14.150.550,88
,,116.843.450,62
,,
117.005.048,24
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldo der
v.
Rjkscomptabe1en
postrek.
–
28.310.027,47
–
,
25.334.005,39
,,
Vord.
op
het Alg.Burg. Pensioenfondsi)
–
–
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
,,
36.811.452,08
n
37.794.389,36
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,
28.534.314,32
,,
28.334.146,32
Ve rli
c
h tin ee n.
voorscnos uoor ue Nea. lianlc lngev.
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f392.291.000,- f392.291.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
52.920.000,-
,,
52.920.000,-
1.257.345,-
,,
1.255.756,-
Schuld
op
uit. Febr.(resp.Jan.)’3saan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
…
.
Zilverbons in omloop
………………..
5.456,001,21
,,
5.456.001,21
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,
4.693.676,51
,
4.694.524,82
bel. en
op
de verm. bel………………
1)
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.
,,
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
104.266.055,27
–
,
103.563.552,98
–
Id. aan diverse instellingen’)
……..
..
118.364.304,76
•
118.328.308,76
8)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
9
IR Mrf 105Ç
1
90 Mrt 9035
Saldo Javasche Bank
…………….
t
3.977.000,-
f
6.052.000,-
–
Verplichtingen:
e. a.
Voorschot’s Rijks kas
Rijksinstell
Schatkistpromessen
………………
133.041.000,-
750.000,-
•
133.621.000,-
750.000,-
Betaaimiddelen in ‘sLands kas……..57.986.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
12.035.000,-
–
,,
12.035.000,-
–
Muntbiljetten in omloop
……………..
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
….
,,
2.566.000,-
..
2.566.000,-
idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,
1.031.000,-
1.166.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
•
– –
CURAÇAOSCHE
BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens.
Circu-
Voor-
sdzottenl
1
Dis-
Diverse Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
1
conto’s
reke-
ningen’
reke-
kolonie
1
ningen2
1
Februari 1935
4.503
4.583
156 77
613
176
1
Januari
1935
4.541
4.650
142
77
679
199
1
December 1934
4.460
4.538
131
74
629
170
1
November1934
4.517 4.567
58
74
663
158
1
Februari
1934
4.660 4.802
117
116
580
81
1) Siultp. der aCtiva.
T)
Sluitp. der
puilva.
288
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart. 1935
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
1
R000E
MAiS
OERST
64/65 K.G.
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND- VLEESCH
VARKENS-
Plata loco
1
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
L. Plata
Ie kwal.
gewoon
ie kwal.
(versch)
VLEESCH
Rotterdam!1
Amsterdam
R’damjA’dam R’damjA’dam
loco Rotter-
dam!A’dam
loco
R’dam/A’dam
l-5 pond
per lOO KO. per lOO KO.
Broek op
1-5 pond
per 100 KIl
Gem.v.3kw.
(versch)
per
loo
KIl
per lOO K.G.
1
per 100 K.O.
per 2000 KIl
per 20001<0.
per 1960 K.G.
Broek op
Langendijk
Broek
p
per 100 KO.
Rotterdam
2)
1
3)
Langendijk Langendijk
Rotterdam
fl 010
11.
0
10
II.
0
10
n.,
1
1
10
f1.
1
10
1
10
f
.
0
10
0
10
%
1
0
10
1925
17,20
100,0 13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
,462,50
100,0
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,473
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,473
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
;96,8
363,00
78,5 4,55
100,0
13,25
100,0
17,23
100,0
93,-
100,-
77,50 100,-
1929 12,25
71,2
10,87
6
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4
11,76
88,9 9,10
52,8
96,40
103,7
93,125
120,2 1930
9,67
5
56,3 6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,5
108,-
116,1
72,90
94,1
l931
5,55
32,3 4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
6,96
40,4
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
3
30,4
4,625
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84 10,7
61,-
65,6
37,50 48,4
1933
5,02
5
29,2 3,55
27,2 68,50
29,6
70,00
30,0
148.00
32,0
0,82
18,0
2,30
17,4
2,60
15,1
52,-
55,9
49,50 63,9
1934
3,675
21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
3,23
71,0
1,89
14,3
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65 60,2
b
an.
1933
4,95
28,8
‘
3,75 28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
0,67
14,7
3,38
25,5
3,02
17,5
50,50
54,3
44,75
57,7
ebr.
4,775
27,8 3,70 28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
0,60
13,2
2,06
15,5
2,51
14,6
49,25
53,0
58,1
Maart
5,05
29,4
3,825
29,3
73,50
31,7
76,25 32,3
130,50
28,2
0,61
13,4 1,29
9,7
3,11 18,0
46,50
50,0
59,4
April
5,15 29,9
3,75
28,7
72,75 31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50
30,5
73,25 31,0
146,75
31,7
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
–
5,2530,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
51,2555,1
48,-
61,9
Juli
•
5,825
33,9
3,85 29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
49,25
53,0
4850
62,6
Aug.
5,3030,8
3,55
27,2 61,25
26,5.67,3528,7161,50
34,9
———————–
49,-‘
52,7
4925
63,5
Sept.
4,95
28,8 3,475
26,6 61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
———————-
———————–
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9 60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5 56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55
26,5
2,95
22,6 74,50 32,2 60,00
25,4
147,25
31,8
1,26
27,7
2,23
16,8
59,50 64,0
54,375 70,2
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3 73,50 31,7 59,25
.25,1
154,50
33,4
0,97 21,3
2,56
19,3 1,76 10,2
60,75
65,3
53,50
69,0
Jan.
1934
4,75
27,6
3,10 23,7
65,25 28,2 58,00
24,6
144,25
31,2
3,65
80,2 2,30
17,4
3,08
17,9
62,50 67,2 53,75
69,4
rebr.,,
3,40
19,8
2,775
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8
3,97
87,3
1,63
—
–
–
–
—-
–
–
—
–
—
—
–
12,3
3,12
18,1
63,,-
67,7
53,50 69,0
Maart
,,
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6 58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6
1,23
—
–
–
–
–
—
–
—
—
–
—
–
9,3 4,24
24,6
61,75
66,4 50,50
65,2
April
3,20
18,6
2,70
6
20,7
70,50
30,5 56,75
24,0
136,50
29,5
-‘-
—-
—
–
–
–
—
—
–
—
–
63,50
68,3
49,125
63,4
Mei
3,32
5
19,2
2,875
21,9
62,00 26,8
63,00
26,7 154,50
33,4
—-
—-
–
—
—
–
—
–
—-
—-
–
—
—
–
—
–
65,75
70,7 47,50
61,3
Juni
3,675
21,4 3,17
5
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7 156,50
33,8
—
–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
—
–
–
–
–
—
–
–
—
–
—
–
63,25
68,0
43,75
56,5
Juli
3.80
22,1
3,30 25,3
71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7 44,625
57,6
Aug.
4,375
25,4 4,275
32,7 83,25
36,0 93,50
39,6
159,25
34,4 63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.
,,
4,-
23,3
4,15
31,7
17,25
33,4
93,25
39,5
145,50
31,5 63,55
68,3 42,625
55,0
Oct.
,,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2 60,70
65,3 42,125
54,4
Nov.
3,50
20,3
3,45 26,4 71,25
30,8 89,25 37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
17,0
53,75
57,8
44,50
57,4
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
1,26
27,7
————–
2,03
————–
— —————
—-
–
—
—
—
–
—
–
–
–
—
–
—
—
–
–
–
–
—
–
–
–
—
–
—
—
–
–
—
—
15,3 1,73
10,0
53,15
57,2 44,65
57,6
Jan.
1935
3,30
19,2
3,525
27.0
74,25
32,1
89.25
378
137,25
29,7
1,13
24,8
2,59
–
–
—
–
–
—
—
–
–
–
–
—
–
19,5
2,89
16,8
53,625
57,7
45,62
58,9
3,20
18,6
3,375 25,8
68,00
29,4
71,25
30.2
124,25
26.9
0,91
20,0
2,14
16,2
4,26
24,7
51,90
55,8
47,55
61,4
4 Maart
,,
3,10
18,0
3,25 24,9
68,00
29,4
64,00
27,1
122,00
26,4
0,80
17,6
2,-
15,1
5,15 29,9
52,-S)
55,9 49,50
6
)
63,9 3,10
18,0
3,-
22,9
67,00
28,9
62,00 26,3
119,00
25,7
0,78
17,1
2,32
17,5
5,90
34,2
52,-S)
55,9
50,-
6
)
64,5
18
,,
3,25
18,9
3,10
23,7
68,00
29,4
65,50 27,8
119,50
25,8
0,90
19,8
3,10
23,4
9,28 53,9
52,-7)
55,9
53,_7)
68,4
25
3,40
19,8
2,95
22,6
67,50
29,2
64,00
27,1
121,50
26,3
50,_8)
53,8 51,50
3
)
66,5
1) Men zIe voor de toelichting op aezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard WlnterNo.2. van Jan. 1931 to
16 Dec.1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
To
Canada. Van 19 Sept.’32 tot 24Juli’33 621631<0. Z.-Russ. 5)2 Mrt. 6)8 Mrt.
7
)16 Mrt.
8)
22 Mrt.
8)7
Mrt.
50)
14 Mrt.
11
)21 Mrt.
12)
1 Mrt.
13)
15 Mrt.
MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE
11
KATOEN
WOL
.
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp
_____________ __________ __________
gekamde
Australische, Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middllng
locoprijzen
.
F.0.
F.
1
Sakella-
G.
F.
No.
1
Oomra
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 tlm 33.9°
Bé
S.
g.
$cts. per
Merino, 64’s Av.
loco
Bradford
CrossbredColo-
fiat Carded,
Gaaf, open kop
Old. per
lOO KO.
R damjA’dam
1000 K.G.
per
per barrel
U.S.
gallon New-York
1
rides
Liverpool
per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
Ib.
Liverpool
Bradford per
Ib.
1C
j
$ ds.
Ç
pe
pence
01
pence pence
iÇ
1E
11
–
ii:
–
–
‘i;
–
1925 10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2 20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9 8,60
37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8 0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20 57,4 0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
Jan.
1933
7,05 65,3 0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
2150
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20 66,7 0.38
22,6
3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25 28,0
10:38
29,9 6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38
22,6
3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67 24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53.3
juni
–
7,15 66,2
0.255
15,2
302
20,3
7,85 33,8 5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
juli
,,
7,05 65,3
0.41
24,4
333
22,4 7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75 37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
,,
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52 31,0
3,50 23,6
6,60
28,4 4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13 44,1
5,85
48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40
27,5 4,55
15,5
2,48
26,5
20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75 25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Pn
1934
6,65
61,6
0.66 39,3 3,74 25,2
7,10
30,5 5,47
18,7
2,59
27,7
2700
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5
6,15 51,3
6,30
58,3
0.64
38,2
3,25
21,9
7,50
,
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
2375
43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
l2,50
36,0 6,25
52,1
April
–
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30 52,6
juni
–
6.15 56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
.
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52,6
Aug.
.
–
6,15
56,9
.
0.62
36,9
2,68
18,9.
1 8,
4
.1,85
.
.34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33.9 5,80
48,3
Sept.
6,00
55,6 0.62
36,9
274
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85 48,8
Oct.
6,00
55,6 0.62
36,9
260
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50
.
28,8
12,50
36,0 5,90 49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75 29,7
12,-
34,6 5,95
49,6
Dec.
•
6,05 56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
.32,4
6,05 50,4
Jan.
1935
6,05
56,0
0.621
37,2
2,975
20,0 7,55
32,5 5,38
18,4
2,99 32,0
14,75
26,8
8,25
.
28,0
10,75
31,0
6,15
51,3 Febr.
6,05
56,0
0.625
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5 7,75 26,3
10,50
30,3 6,20
51,7
4 Maart
,,
5,90
54,6
0.62
36,9
2,58
2
)
17,4
7,40
31.8
5,076)
17.3
3_S)
32.1
13.25
3
)
24.I
75fl3)
254
lfl.2510
205
S695 ‘691
580
537
062 369 258
3
)
174
665
286 478
7
)
163
274
1
)
293
1350
0
)
245 750
9
)
254
–
– –
625
521
I8
,,
5,90
54,6
0.62
36,9 2,80
4
)
18,8
6,30
27,1 4,66
8
) 15,9 2,64
8
) 28,2
13,7510)
25,0
7,50
10
)
25,4
6,25
52,1
25
,,
5,90
54,6
0.62
36,9 2,805)
18,8
6,75
29,0
6,25
52,1
1)
jaar- en maandgem. afger.
d’j
8
pence.
2)2
Mrt.
3)
9 Mrt.
4)
1
6
Mrt. 5)23 Mrt.
6)
6 Mrt. 7)13 Mrt.
8
)20
Mrt.
0)14
Mrt.
10)21
Mrt.
11)
5 Mrt.
12)
12 Mrt.
12)
19 Mrt.
14)7 Mrt.
7
aart195
ECOIOMISCH-STATIS-1SCËË BERICHTEN
28
AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
–
-.
BOTER?
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
-.
TIN IJZER
Cleveland
GIETJ:
: ZINK
GOUD
ZILVER
per
G.
Ileffïng
Csis
Alkmaar
Fabrleks-
Cern. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Leeu
war-
Locoprjzen
Locoprijzen .
. Foundry
IJZER
(Lux.III) p.
Locoprijzen
Londen.
cash
Londen
cash
Londen per
derCorm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng, ton
No. 3 f:o:b.
Mlddlesb.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Standard
Noteer ng
Centr.
. kI. m/merk
p. 100 St.
per Eng, ton per Eng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce
per5OK.G.
–
IE
–
j”
i”
01,
II.
o/e
9
0
10
‘ï”
010
‘
£
Îi
E
•”i’
£
0/0
ah.
0/s
pence
o/
o
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
731-.
100,0
671-
100,-
36.316
100-
8516
100,-
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.17/6
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,
851-
99,5
28
11
!i
89,3
1927
2,03 87,9
–
43,30
77,3
7,96.
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28101-
78,8 851-
99,5
261’4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.1/-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
62/8
-93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
1
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6 24.1716
68,8
851-
99,5
247/1e
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59(6 88,8
16J71-
46,6
85/-
99,5
1713/i
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35
58,3 36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47(6 70,9
11.10/6
31,9
9216
108,2
1331
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1 22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
37/-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
1
40,1
1933
0,61
26,4 0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
35!-
52,2
10.1216
29,4
124(7/4
145,8
12(
38,5
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
33/7
50,1
8.91-
23,4
13773/
4
161,0
1311
40,7
lan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75 38,8
427
46,7
19171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27…
122/8
143,5
11U/15
36,4
1?ebr. ,,
0,65
28,1
0,91
20,60 36,8
435
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2 104.7/6
39,9
431-
58,9
341- 50,7
9.151-
27,0
12015
140,8
11
5
1i
37,2
Mii.
,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-f6
32,3 7.101- 20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
127116
38,7
Apr.
,,
0,54 23,4
1,-
.18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
43/-
58,9
35/6
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
l2
10
/
39,9
Mei
,,
0,52 22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4
12316
144,4
13114
41,2
luni
0,52
22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
27,2
25.71-
40,8
941-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122/34
143,0
1311
4
41,2
uIl
,,
00
23,8
1,-
18,50
330
2,60
28,3
25.161-
41,6
9.2/-.
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
.52,2
12.1/-
33,3
1231104
144,9
12
7
/i8
38,7
Aug. •
0,63 27,3
1,-
18,90
338
3,575
38,9
245
1
–
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351- 52,2
11,7f- 31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept.
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16(6
36,8
7.16f-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
1
ef
37,2
Oct.
•
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.51-
55,5
3916
54,1
3416
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
11
7
18
$7,0
Nov. »
0,65
28,1
0,90
2080
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8 34(6 51,5
9.1916
27,6
12815*
150,1
12
1
14
38,1
Dec. •
0,60 26,0
-1,-
20:40
36,4
5,475
59,6 21,11- 33,9
7.121-
20,9
153.8/-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
126124
147,6
12
0
/i6
39,1
Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.7/-
34,4
7.71-
20,2 148.31-
56,8
3916.
54,1
361-
53,7
9121-
26,5
12916
151,5
12/4
39,7
Feb.,
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
36/5
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
12
1
/s
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
–
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.15(6
55,3
4016
55,5
.
3513
52,6 9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
(
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416 19,8
150.1016
57,5 41/6
.56,8
34/2
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
/16
38,7
Mei,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
2041-
32,5
6.1616
18,7 144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9 9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
/1
37,5
Junl,
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,748
29,9
19.1816 32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184
161,1.
12
5
14
38,1
Juli •
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2 8.61-
22,9
137111
161,4
1231
39,7
Aug.,
0,43
18.6
1,-
20,90
37,3
3,32
5
36,2
17.61-
27,9 6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
32/6 48,5
8.7/6
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
t,-
18,125
32,4
3,31
36,1
16.10/-
26,6
6.516
17,2
137171-
52,6
3916
54,1
3216
48,5 7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
1
40,9
Oct,
»
0,43
18,6
1,-
17,371
31,0
13,95 43,0
1631-
26,0 6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916
54,1
3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.,
0,47
20,3
1,-
17,-
30,4
4,52
5
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139,81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139164
163,2
14
7
1
46,3.
Dec.,
0,54 23,4
0,95
15,12
5
27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
34/1
50,9
7.416
20,0
140164
164,4
14
11
(1
45,7
Jan.’35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
1
34,0
16191-
27,3
6.51-
17,2 138.111-
52,9
39(6
54,1
34(6 51,5
7.6(6
20,4 141/10*
165,9
14/4
45,9
Feb.,
0,52
22,5
0,95
14,375
25,7 3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
135.81-
52,1
3916
54,1
3416
.51,5
–
7.316
19,8
14218
166,9
141
1
1
1
6
46,1
4 Mrt,,
0,42
9
)
18,2
–
t,-
13,50
12
24,1
3,05
33,2
16.316 26,1
5.1916
16.4
125.216
47,8
3716
51,4
3416
51,5
6.131-
18,4
148110
174,1
15
711
48,1
11
,,
»
0,37
10
16,0
1,-
13,50
6
)
24,1
2,75
30,0
16.2/-
25,9
6.-f6
16,5
123.14!-
47,2
37/6
51,4
33/6
50,0
6.12/6
18,3
148/4
173,5
15
1
/
2
48,2
18
,,
,
0,3411
I47
1,-
15,50
13
27,7
2,65
28,9
16.51-
26,2
6.716
17,5
123,51-
47,1
38/-
52,1
3316
50,0 7.11-
19,5
146/11
171,8
l57/
49,4 25
,,
»
1,10
12,50
8
)
22,3 2,50
27,2
17.1(6
27,5
7.2/6
19,6
125-1-
47,7
38/-
52,1
33/6
50,0
7.13/-
21,1
145/74
170,3
163,
50;4
6Sept. 1932 79 K.O. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
5)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2. van an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No, 2, van 9 Febr, 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid.Russlsche. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
BOUWMATERIALEN
,
.
KOLONIALE PRODUCTEN
‘
VURENHOUT
‘
STEENEN
CACAO
COPRA.
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
•
INDEXCUFER
basis 7″ f.o.b.
Zwedenl
blnnenmuur
buitenmuur
.
G.F. Accra Ned.-lnd.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Aft: N.-I. tiieev.
KolOrn’
Finland per
f.m,s.
100 K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker loco
A’dam gem. pr.
Grond-
nlale per standaard per
per
so K.G. c.l.f.
per
loco Londen
R’dam!A’dam
Java- en Suma-
stoffen
van 4.672 M
8
.
per 1000 stuks per 1000 stuks Nederland
Amsterdam
per ‘!o K.G.
per ib.
per 100 K.G.
trathee
. 1/, 1(0.
pro-
ducten
f
01
f
°/o
ah.
010
f
0
/0
cts.
%
Sh.
0
10
f1.
“Ç’
cts.
1
1
0
‘
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,- 35,87
5
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75 100,0
84,5
100,0
100,0
100.0
1926 153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2/2.
–
67,4.
17,50
93,3
94,25
111,5
98.0
102.8
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68f-
.160,0
32,62′
90,9
46,875 76,4
116,375
51,6
.19,12′
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
1928 151,50
94,8
.12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
.134,9
31,876
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
91.4
1929
146,00
91;4
14,-
90,3
21.25
111,8
45110
107,9
27,37′
76,3 50,75
. 82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
–
1930
141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34111
82,2 22,62
6
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66,0 84.8
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
6
42,9
25
40,7
-13
8,4.
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46,6
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
‘64,5’
12,75 67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,526
29,5
32,75
38,7
35.2 34.7
1934
76,50 47,9
8,50
54,8
1050′
55,3
1316
31,8
.6,90
19,2 16,80
27,4
-13,875
10,9
4,075
21,7
40
47,3 34.4
32.1
lan.
’33
70,00 43,8 9,25
59,7
13,50
711
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6
33.2
34.1
Pebr. »
70,00 43,8 9,25
59,7
13,-
68:4
1519-
-.37,1.
-10,62
5
.29,6-.
23,75-
38,7
-11,5
4,2
‘5,60
29,9
26,75
31,7
32,1
34.4
Mrt.
»
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9.
.23,50
38,3
-/1,5
.
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9-
Apr.
,,
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
9,50
26,5
. 23,50
38,3
-1
1
,625
4,6
6,07
6
32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei
,,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
.
9,50
26,5
23
37,5
–
1
2
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2
‘
35.0
Juni
,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-12,375
6,7 6,35
33,9
31
36,7
31.2
37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475 26,4
22,50 36,6
-12,625
7,4
5,92
6
31,6
33,50
39,6
38.2 37,4
Aug.
:
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75 24,4
20,75 33,8
-1
2,625
7,4
5;27′
28,1
35,25
41,7 36.5
35.6
Sept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-/2,5
7,0
5,37′
28,7
36,75
43,5
86.7
34.6
Oct.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
‘1217
29,6
‘7,62
5
21,3
17,75
28,8 -12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5 33.4
Nov.
•
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
.29,4
.8,-
22,3
16,25
26,5
-/2,75
7,7
4,65
.
24,8
40,50
47,9
36.4 32.7
Dec.
,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8.
11/5
26.9
7,97′
22,2
16
–
26,1
-/2,875 .8,1
4,75
.
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45
20,8
16,50
.
26,9
-12,875
8,1
4,95.
–
26,4
45,50
53,8
36.9
.83.8
Feb.
»
80,00
50,1
10,50
677
12,50
65,8
14(5
33,9
7,25
20,2
17,25 28,1
–
13
8,4
4,976
26,5
46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14fl
33,
1
7,-
19,5
17,75
28,9
-/3,25
”
9,1
4,526
24
1
1′
45,50 53,8
35.7
–
35,0
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
‘
28,9
.
-13,625
–
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei
,,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
-14
‘
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.8 77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
1514
36,1
.7,-
19,5
17
27,7
-14
.
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5 34.5
33.8
J
uni
»
i,
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6,
13
1
11
32,7
6,92′
19,3 16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,976
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
ug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12110
30,2
‘
6,87
5
19,2
16,50
26,9
-/4,5
.
12,6
3,975
21,2
39,75 47,0
33.9 31.4
Sept..
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46,1
12/5
29,2
6,65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,725
19,9
32,25 39,6
33.1
29.5
Oct,,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
11
1
7
27,3
6,70
18,7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,525
18,8
32,75 38,8 32.7 21.8
Nov,,
73,00
45,7
7,-
45,2
–
8,75
46,1
1213
28,8
6,62′
18,5
116′
26,1
-13,875
.
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12/8
29,8
7,17.’
20,0
16
26,1
.
.
-13,875
,
.10,9
3,37′
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6
jn.’35
66,00
41,3
,
7,25
46,8
8,50
44,7
14
1
1
33,
1
‘8,77’
24,5
16
.26,1
-(3,875
‘
10,9
3
,5
0
18,7
33,75
‘
39,9
32.9
29,5
reb.,
66,00
41,3
6,75
43,5 8,25
43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32,4
28.9
4Mrt.
•
59,00
36,9
.
‘
.
13/5″)
‘31,6
9,125
25,4
15
–
24,4
-/3,5625
‘10,0
3,375
18,0 29,50
14
)
34,9
31.2
28,1
II
,,
,
59,00
36,9
‘
13/312)
31,2
8,50
23,7
14,50
23,6
-/3,375
9,5
3,50
‘
18,7
28,5010)
33,7
30,5 27.2
IS
,
,
59,00
36,9
–
13/1″)
‘30,8
8,-
22,3
-14,50
23,6
13,0625
‘
8,6
3,625V
19,3
30,5
27.3
25
,
,
59,00
36,9
,
8,62
5
24,0
14,50
23,6
‘
–
1
3,0625
8,6
3,75 20,0
31.2
27.2
I.B. Alle Pondenfloteering.n vanaf 215ept.
1
31 zijn op gou’dbasis omgerekend; daDollarnoteeringen vanaf.20 April ’33’zijn In verhouding van de depreclatle
en dan Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
290
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
27 Maart’ 1935
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 25 Maart
1935.
Activa.
Binnenl.Wis-Illfdbk.
f
18.005.558,55
sels,Prom.,
Bijbnk. ,,
118.588,03
enz.in
disc.Ag.sch.
,,
3.034.038,64
21.158.185,22
Papier o. h. Buiteni. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
376.500,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
,,
–
376.500,-
Beleeningen
ncl. ‘
vrsch.
Hfdbk.
f
88.190.626,061)
in rek.-crt.
Bijbnk. ,,
4.095.273,27
op onderp.
Ag.sch. ,,
40.382.531,62
(132.668.430,95
Op Effecten
.
…..
f
128.603.625,591)
Op Goederen en Spec. ,,
4.064.805,36
132.668.430,95′
Voorschotten a. h. Rijk …………….
Munt, Goud
……f
102.586.705,- Muntmat., Goud
.. ,,
710.026.546,96
f
812.613.251,96
Munt, Zilver, enz.
,,
21.637.970,70
Muntmat., Zilver..
–
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
834.251.222,6611)
sioenfonds
…………………….,,
37.968.191,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
6.063.047,33
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37
f
1.054.452.069,47
Paulva.
Kapitaal …..
…………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere
reserve
………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
9.255.329,89
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
847.768.560,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
82.139,53
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
41.997.496.42
saldo’s:
t, Anderen
;,120.603.761,97
,,
162.601.258,39
Diverse rekeningen ………………
,,
5.936.866,74
1.054.452.069,47
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
430.131.597,74
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank: gerechtigd is ,, 1.075.328.990,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..,,
–
‘) Waarvan aan Nederlandsch-Indlf
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
73.789.100,-1
2)
Waarvan In het buitenland …………………….
51.762.015,67
Voornaamste posten in duizenden Lyuldens.
aoua
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data
_
ICirculatle1′
s
‘P
ch
e
ulden
lschb.I
Metaal-
_
lkings
Munt
1
Munt
mat.
!saldo
1
perc.
25 Maart’35
102587!
710.027
847.7691162.683
1
430.132
83
18
,,
’35
102586!
710.027
t
853.3841156.150
430.208
1 83
25Juli’14_
65.703J
96.410
310.4371
6.198 43.521
54
1
Totaal
Schat Kist-
1
Belee-
1
Papier
1
Diverse
Data
1
bedrag
i
promessen
1
flj
het
b
°
u’
1
fenl.
1
reke-
–
Idisconto’slrechtstreeksl
1
ningen
1
)
25 Maart1935!
21.158
1
1132.668
1
376
1
6.063
18
,,
1935!
22.729
–
1130.523
1
376
1
5.964
25 Juli
19141
67.947
1
–
1
61.686
1
20.188
1
509
! ‘JLIUCI UC UCUVU.
JAVASCHE BANK.
Data
1
Goud
1
Zilver
1
Circulatle
opelschb.
metaal-
1
schulden
saldo
23 Mrt.’35
2
)
145.120
173.270
41.810
59.088″
16
,,
1
35
2
)
144.910 176.120
37.590
59.426
23 Feb.1935
117.493
1
28.014
173.994
42.440
58.933
16
,,
1935
117.495
1
27.645
176.774
37.559
59.407
25 Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842
Wissels.
1
Diverse
Dek-
Data
buiten
1
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-Ind.
t
conto’s
ningen
nlngen’)
percen-
_____________
betaaib.
tage
23 Mrt.’35
5
)
.1.330
6li00
11.870
67′
16
‘
‘355)
1.210
68.760
11.780
68
23 Feb.1935
615
10.586
07
10.6371
52.897
16
,,
1935 676
10.671
51.291 10.384
68
25Juli1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cilfers
telegrafisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilj.
1
Bankbilf.
1,
OtherSecurities
Data
Metaal
in
__
in Bankingl
Disc,
and
circulatie
1Departm.
Seur1t1eS
1Advances
20Maart1935
193.058
377.959 174.564
1
5.433
f246,5
13
,,
1935
193.005
378.920
1
73.6ö1
___
5.7
0
6
‘1O.9Ï0
22 Juli
1914
40.164 29.317
1
33.633.
1
OtherDeposits
1
Dek-
Data
Oov.
Sec.
Public
Depos.
1
Other Bankers
t Reserve’
kings
–
Accountsl
1
perc.
1
)
20 Mrt.’35
85.951
1
14.854 105.259
1
40.573
75.099
t6,7
13
,,
’35
84.771
1
.447
108.373
1
40.400
74.085
47,1
22
Juli
’14
11.005
1
14.736
42.185 29.297
52
.,
vczlluuuz.Ig LUASCIICII IAC5C[VC tfl uepusIts.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
goed
Wis
Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver
in h
t
buite
e
n,.
–
sels
op het
nin
g
en
1
voorschot
Iv.
_
buitenl.
d. Staat
15 Mrt.’35
82.568
t
7701
iOl
4.6431
.1.007
i200
8
,,
’35
82.620
1
756!
10 1
4.7181
949
4.356
3.200
23 Juli’14
4.104
1
64
01
–
1
1
.
541
j
8
_769
Bons v.
d.
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sen’) Circulatle
1
1Zelfst.
1
arti-
Staat
amort.k.
_
_
Iamort.k.lculleren
15 Mrt.’35
5.833
1
2.377
82.193
1
657
1
3.112
11,6.176
8
‘3e
5.833
1
2.282
83.008
1
626
1
3.114
115.604
23 Juli’14
–
1
–
5.912
401
J
–
1
943
‘)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
beviezen Andere
Data
Goud
bij bal-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
15 Maart1935
1
80,5 21,6
4,4
3.476,8
64,0
7
,,
1935
1
80,2
21,4
1
4,5
3.665,8
63,2
30
Juli
1914 11.356,9
–
1
–
750,9 50,2
Data
Effec-
1
Diverse
1
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
1
ActivaS)
1
lat
le
Crt.
Passiva
15 Maart1935
1
433,7
1
588,1
1
3.402,6
1
926,5
206,9
1935
1
434,9
1
583,9
1
3.489,3
1
897,4
308,2
30 Juli
1914
1
330,8
1
200,4
1.890,9
944,-
40,0
NATIONALE BANK
VANBELGI.(inBeIga’s).
Goud
.
Rekg.Crt.
Data
.
…
,
,.
1935 .
21 Mrt.
2.3291
95
818
1
269 340
40
3.671
29
182
14
,,
12.4861
94
678 224
340
40
3.641
39
173
FEDERAL RÉSERVE
BANKS.
Goudvoorraad
‘
Wissels
Data
,,Ot
‘
her
Gd-
In
her-
1
In de
‘:
d
t
r
aaa
ou
certifi-
1
ca5′
2)
disc.
v.
d.
1
open
1
caten
1)
member
1
markt
banks
1
gekocht
6 Mrt.’351
5.572,0
1
5.556,1 247,3
6,1
1
5,5
27
Feb.’
35
1
5.558,8
_5.543,0
257,0
6,5
1
5,5
Belegd
1
F. R.
Notes
1
t
Gestort
1
Ooud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in
ii. s.
Gov.Sec.11n
circu-1
_
. __
.
__
Kapitaal1
kings-
1kings-
latie
t
1
perc.
3
)
1
perc.
4)
6 Mrt.’351
2.430,5
1
3.160,0
1
4.880,0
1
147,0
1
72,4
1
-‘
27
Feb.’
3
51
2.430,3
1
3.138,8 14.898,2
5i’o
1
72,4
—
‘j ueze certiiicaten weruen uoorue ncnaegust aan ue teeserve oanen gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd..
2) ,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
S) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opei&chbare
schulden: F. R. Notes en netto depoaito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmatoriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Dis-
1
1
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
leening.
conto’s
en
Beleg-
gingen
de
R.
1
t
depo-
1
sito’s
1
time
beleen.
1
banks
1
de
p
osits
27 Feb.’
‘
351
1
1
7.598
110.723
13.454
t
19.643
1
4.449
20
,,
l
–
1
7.550
1
10
.
665
1
3.496
1
19.693
14..447
U pueten Van MU flUC. OUflR, cc daVasona non. en ce nana OT ang-
land zijn In duizenden, alle overige posten in mililoenen van do be-
treffende valuta.