Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 956

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 25 1934

55 APRIL
1934

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EcOnomisch~Statstsche,

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDËDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVÉ VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

19E
JAAROANG

WOENSDAG 2
NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.

Curatoren: Mr. 0. Vissering, Voorzitter Ir. A. Plate,

Onder-Voorzitter; Mr. ‘K. P. van der Mandela, Penning-

meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van

Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;

Ch. J. 1. M. Walter; 0. i. P. Zaalberg.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. 17.
VoS

Lennep; Mr. K. P. van- der Mandelé;
Prof.
Dr. N.

Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regoat; Dr. E. van Welderen

Baron Ren gers; Prof. Mr; H. R. Ribbius; Jan Schilthuis,

Prof. Mr. P. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
ii!. Verrjn Stuart.

Redacteur-Secretaris: Dr. H. JIJ. H. A. van der Valk.

Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Kr. 35000. Postrekening 8408.

– Advertenties f0,50 per regel. Plaatsing bij abonnenien –

volgens tarief. Administraievan abonnementen en advei.

tenties: Nijgh c4 van Ditinar N.V., Uitgevers, Rotterdam.

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chèque- en giro-rekening No

145192.

Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p.
in

JTederla?d f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jar. Losse nummers 50 ‘cents. EconomischStatistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht grati en een reductie

op de verdre publicaties.

Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

INHOUD.

..

Blz.

DE IISiPÂSSË VOOR DE RUBBER
door
J. F. Hacoû …….
346

ilandelstermen door
Mr. H. Craandijk …………….
347

Steenkoo1prob1emn door
Dr. A. de Graa/7 ………….
349

De beteekenis van China voor de v1ietuigindustrie

door
Drs. Tjoa Soe. Tjong …………………….
350

De Rijksmiddelen over Maart
1934 …………………352
ONTVANGEN BOEKEN .• ……………………………
354

MAANDOIJFERS:

Giro-kantoor der Gemeente Amstei-dain. ………..
354

Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank
.
………..
354

Overzicht ‘van den stand der Rijksmiddelen ……..
354

STATISTIEKEN – …………………………….
355-356
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten.

M.B. De prijsstatistiek is in het ,,Economiech-Statjstjsch

Kwartaalbericht” opgenomen; –

*

Op de valutamarkt heef t de rust, welke nu reeds

eenige weken aanhield, plaats gemaakt voor nieuwe

fluctuaties: Op infiatieverwachtingen in Amerika

zakte ‘de Dollar Zaterdag ji. tot 1.45% in. Het be-

richt, dat de Verenigde Staten bij voortgezette

ca1ing inderdaad goud naar Europa zouden versche-

pen, deed ‘den kers ‘Maandagmorgen ‘weer tot 1.46%

herstellen. Ponden konden zich aan ‘de gedecideerd

flauwe stemming voor Dollars’ niet geheel- onttrek-

ken en zakten in tot 7.53. Volgéns Cityherichten zoü

de flauwetendens voor het Pqnd zelfs ‘door de Engel-

sche autoriteiten in de hand -zijn gewerkt, om den

stijgenden Pond-Dollar koers te ‘drukken.

Zeer’ sterk aan’geboden lagen Marken. Zij bereikten

gisteren na geleidelijke afbrokkeling een koers van

57.75.

De as. transferconferentie werpt haar schaduw

reeds voOruit. De daling van register-, crediet- en

effectensperrijaarken ze’tte zich de vorige week in ver-

sneld tempo voort. Geruchten circuleerden daarbij,

als zou het opmerkelijk hardnekkig aanbod speciaal

komen van dezelfde zijde, welke vroeger de markt

meermalen steunde.

Belga’s konden zich, na de -week op 34.50 te zijn

gesloten, iot ^ 34.57 herstellen.’ Parijs bleeg, na even

9.74 genoteerd te hebben, tamelijk stabiel op 9.75.

Lires daalden van 12.65 tt 12.55.

Het agio voor .drie-maands Pon-den.en- Dollars liep

terug, resp. van 2% tot-2, en van
%
tot pan.

Gouden baren liepen verder terüg op
f
1648,—. Sove-

reigns 12.15. Eagles 2.48. Marken-bankpapÏer 56.50.

5 APRIL
1934

.

No. 956

-.

24 APRIL1934.

Over de week, die achter ons ligt, valt van de geld-

markt niet veel te vermelden. Het ‘was stil en er ging

weinig om. Men heeft zich op •de maandswisseling
voorbereid: wissels worden niet gezocht, waard’oor

het disconto op ongeveer 2 pOt. bleef. Oall was, zoo-

als vanzelf spreekt, ruimer, en wrd op 1 pOt. aan-

geboden. Prolongatie noteerde tenslotte 1
3
/4
pOt., na

in.den loop der week op 1% pOt. vastgesteld te zijn

geweest.

346

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April 1934

DE IMPASSE VOOR DE RUBBER.

Reeds gedurende meer dan een jaar worden bespre-
kingen gevoerd om tot een restrictie van den rubber-
uitvoer te komen, onderhandelingen omtrent welker
verloop de deelnemers een geheimzinoigheid betrach-
ten, welke de glansperiode der geheime diplomatie
tot eer en groote voldoening zouden strekken. De
rubberprijs, door de speculatie uiterst gevoelig ge-
worden, huppelt dan ook, met stijgende tendens, lus-
tig op en neer in verband met hetgeen uitlekt of

rondgestrooid wordt.
De prijs is dus weliswaar sedert Januari
1933
on-

geveer verdubbeld, doch tevens is wederom de basis
verloren, welke voor de rubbercultuur door een evert-
wicht tusschen consumptie en productie, resp. uit-
voer de mogelijkheid van een gezond herstel schiep. ‘)
Door den dwang der omstandigheden waren de
ii let-economisch werkende, resp. ni et-kapitaaikrach-
tige producen ten geleidelijk genoodzaakt tot stopzet-
ting van den tap; in dit opzicht dus door directen
dwang, anderzijds echter ook, doordat andere inkom-
stenbronnen met meer succes konden worden aange-
boord, slonk de overproductie, welke sedert
1929
aan-

wezig was, en de voorraden geregeld deed toenemen;
er kwam een evenwicht tusscheu productie en het
door cle crisis afgenomen verbruik. Een enkel cijfer

ter illustratie:

Productie, rcsp.

Overschot
„1 11
de
Jaar

uitvoer

Coitsu itiptie productie na aftrek
van ruwe rubbor
in
long toiis va n dc coi.isumptic
1929 …….858.201

779.828

78.373
1930 …….819.291

699.490

119.801
1931

…….793.728

665.333

128.395
1932 …….700.867

654.652

46.215
1933 …….834.477

806.442

28.035

Teiwijl dus het teveel van het aanbod gedurende

de jaren
1929
tot en met
1931
toenam van
78.000
tot

128.000
ton, nemen wij in
1932
een afneming waar

tot
46.000
ton, waartoe vooral de sterke prijsdaling
heeft gedwongen. Van deze vermindering van het

surplus met
82.000
ton kwam
56.000
voor rekening

van de hevolkings- en wilde rubber en de small

holdings op Malakka.

In Februari
1933
overtreft dan voor het eerst na
jaren het verbruik de productie, resp. uitvoer, doch

nadat geleidelijk na Maart cle prijzen gaan oploopen, volgt de productie deze beweging en terwijl voor een
verbetering der positie allereerst een
afname
der

voorraden noodig zou zijn geweest, geeft
1933 nog

een
toeneming
met ruim
28.000
ton, hoewel aan •het
einde van het derde kwartaal de consumptie cle pro-tluctic met ruim 20.000 ton overtrof. Dat het surplus
zoo klein is geweest is uitsluitend te danken aan de
sterk toegenomen consumptie, daar de productie, on-
(Lanks het oorspronkelijk langzaam reageeren toch
nog een vermeerdering met bijna
134.000
ton te zien

heeft gegeven.
In begin
1933
hingen nog ais dreigende wolken
een groote voorraad en een steeds toenemende poten-
tiëele productie-mogelijkheid (tijdelijk verlaten tui-

nen
cii
tapbaar wordend areaal) boven de markt, die

een prijsstijging verhinderden.
Met offers van producenten zou dus een evenwicht
verkregen zijn, waarbij het voortbrengen van ruhber
slechts nog voor weinigen, in hoofdzaak de nog tap-
pende bevolkingsplanters en hun hulpkrachten en de
met hen gelijk te stellen groepen, bron van inkom-
sten was; voor de overgroote groep producenten
stond het vraagstuk zoo, dat het een kleiner offer
beteekende den tap geheel of ten deele – gewoon of
verzwaard – voôrt te zetten dan indien zij hem zou-
den staken. Ongetwijfeld een ongezonden toestand,
doch een bedrijfsrisico, dat zich nagenoeg overal, in

1)
In het 1 November 1933-nummer van dit weekblad
heb ik er al op gewezen, dat de prijsverhoogiug, welke
ingetredcn is doordat restrictie-gcruchteui en -onderhan-
delingen de rust der mutarkt verstoorden, eelt ougutistige
uitwerking op cle verhoudi lig productie-consuuutptie heeft.

afwachting van den terugkeer eener verhoogde con-
sumptie, uitte.
De uitschakeling had toen dus plaats gehad en een
toenemende consumptie zou om te beginnen uit den grooten voorraad, daarna, via langzaam oploopende prijzen, door hervatting van den tap kunnen worden
bevredigd zonder gevaar voor een duurzame over-
drijving hij de prijszettirig en daardoor voor een
nieuwe ernstige ontwrichting der verhoudingen.
De inflatie-hausse in de Vereenigde Staten, de op-
leving in de automobiel-industrie daar en liet begin
van een algemeen prijsherstel oefenden echter reeds
voortijdig eenigeu invloed op dcii rubherprijs. Toen
daarop bovendien wederom bleek, dat, en thans doel-
bewust en actief, opnieuw gestreefd werd naar een
hervatting der besprekingen tussehen Engelsche en
Nederlandsehe belanghebbenden over beperking, be-
gon •de
prijsstijging
grootere afmetingen aan te iie-
men. Een deel der producenten had de hoop op een
restrietie nooit opgegeven en aangemoedigd door het
directe resultaat der theerestrictie werd de verwacn-
ting versterkt, dat een internationale beperkingsre-
geliug de rubber ook voor de grootproducenten weer
tot een rendabel bedrijf zou kunnen maken. liet feit, dat mcii zich rond de conferentietafel had
gcschaard, werd openbaar en de speculatie zag hier
haar kans. Terwijl het resultaat in de eerste plaats zou hebben
gelegen in een snel ingrijpen, een verdere verbetering
van de statistische positie en een voor het aanplan-
ten van rubber onaantrekkelijk prijsniveau ontstond
geleidelijk, mede door de geheimzinnigheid, een aan-zienlijke prijsstijging. Het snelle
ingrijpen
toch stuit-
te, vanzelfsprekend, op groote bezwaren – de belan-
gen zijn te zeer uiteenloopend – en zoodoende duren
de onderhandelingen over de restrictic nog steeds
voort.
Van dit
uitblijven
eener regeling was het voor-
naamste gevolg, dat de producenten hun vrijheid ian
handelen hehielden en de
prijs
overgelaten werd aan
een vrije markt.
liet is alleszins
begrijpelijk,
dat bij een toegeno-

men consumptie en de mogelijkheid eener productie-
regeling het artikel aan belangstelling won, terwijl
geleidelijk aan ,,men” met de verwachte gebeurtenis
vertrouwd raakte en de gevolgen van tevoren reeds
verdisconteerde in den prijs, doch juist dit was het
funeste.
Elke fractie stijging in
prijs
opende hier of daar
de mogelijkheid van hervatting van den tap en voor-
al toen liet hoogere prijsniveau een duurzaam karak-
ter begon te krijgen, begonnen de producenten, die
de bron immers bij de hand hebben, steeds sterker
te reageeren.
Van ondernemingszijde hervatte men den tap, zoo-
wel op Malakka, Ceylon als in Nederlandseh-hndië
steeds meer, hetgeen niet alleen in de productieeijfers,
doch ook in de oppervlakte van het aangetapte
areaal; tot uiting is gekomen en deze hervatting kon
te eerder geschieden, omdat men in den benarden tijd
der laagste
prijzen
de kosten zeer aanzienlijk had
kunnen reduceeren.
Vergelijken wij bv. de gezamenlijice produeties over

de twee eerste maanden der voornaamste onderne-
mungsproducenten, dan krijgen wij het volgende beeld
(de cijfers zijn in long tons, afgerond):

1931

1932

1933

1934
Malakka …………….39.600 42.200 38.500 42.000

Ceylon ………………12.90&

9.000

9.70e 15.500
Nederlandsch-Indië …….25.000 26.800 25.900 30.000

Totaal ……77.500 78.000 74.100 87.500

Ook het buiten tap zijnde areaal toont, zooals ge-
zegd, een niet-onbelangrijke afneming; in Neder-
landsch-hndië bv. liep het terug van
19,4
pOt. van
het tapbare areaal in Januari
1933
tot
14,9
pOt. in
Januari
1934,
of niet rond
18.000
H.A.
Nog scherper reageerden de bevolkingsrubber en
de small holdings op Malakka; de volgende cijfers

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

347

geveii hier een inzicht voor le laatste kwartalen der
jaren.
1931

1932

193:1
Small holttiiigs ……53.200 50.500 58.500
Bevolkingsrubber …
20.100 20.100 38.000

Totaal ……
73.300 70.600 96.500

Dat onder dergelijke omstandigheden de wereld-
voorraad, ondanks een sterke toeneming van het ver-
bruik, grooter geworden is, laat zich begrijpen; per
uit. 1933 werd deze op 690.000 ton geraamd, terwijl
de vakmedewerker van het Algemeen Handelsblad
voor de eerste drie maanden van 1934 een nieuwe
vermeerdering met ruim 20.000 ton taxeert.
En nog steeds is de definitieve oplossing van het

vraagstuk niet bereikt.
Daarmede is de rubbercultuur in een merkwaar-
dige situatie gekomen: een voor talrijke producenten
vinst1atende prijs, ontstaan door de verwachting
eener beperking, leidt tot een vergrooting van de
voortbreriging, welke door het verbruik onvoldoende
wordt gemotiveerd, en daardoor tot een vermeerde-
ring der toch reeds te groote voorraden.
Niet alleen voor den Inlander vormt de prijs een
stimulans tot opvoering der productie, ook voor tal-
rijke ondernemingen is het wederom mogelijk met

winst te werken.
Echter, men moet zich wel ernstig afvragen, of hier niet reeds overdreven is, want zelfs afgezier
van de kans, dat een nauwlettende bestudeering van
het vraagstuk tenslotte tot een opgeven der plannen
zal leiden, is het toch wel dubieus of onder de be-
staande verhoudingen de thans genoteerde prijs aan
den eenen kant niet te hoog is, doch tevens of aan
den anderen kant diezelfde
prijs
wel in staat zal zijn
bij een ongetwijfeld noodzakelijk omvangrijke beper-
king de kosten goed te maken; wordt er beperkt dan
zal dit op aanzienlijke schaal moeten gebeuren ten-
einde ook den voorraad tot een lager cijfer terug te
brengen en daarvan zal de kostprijs den zeer nadee-
ligen invloed ondervinden.
Voorloopig heef t de ,,rnbber restri ctie bij geruchte”,
hoewel zij ‘tijdelijk aan de producenten ,,iucht” heeft
verschaft, breeder gezien, weinig goeds uitgericht en
gevreesd moet worden, (lat haar invoering van alge-
meen standpunt bezien tot onjuistheden zal leiden
zonder dat het grootste gedeelte (1cr producenten er in de nabije en verdere toekomst voordeelen van zal

genieten.
Dus in het geval, dat de restrictie van kracht zou
worden, mag sterk betwijfeld worden of deze ten-
slotte ten bate der verschillende groepen van produ-
centen zal zijn, terwijl in het tegenovergestelde geval
opnieuw den zoo teleurstelienden weg naar een
aanpassing op een sterk verlaagd prijsniveau bewan-

‘deld zal moeten worden.
Waar blijft de beslissing, die in elk geval minder
‘gevaarlijk is dan cle bestaande onzekerheid met haar
ongunstige gevolgen? J. F. ii.

HANDELSTERMEN.

Een witte, raaf is tegenwoordig de internationale
samenwerking. De gedachten worden bijna evenzeer
als de handeisgoederen aan de landsgrenzen tegenge-
houden en internationaal denken wordt steeds moei-
lijker omdat de stof, waarover de gedachten zich kun-
nen uitstrekken, steeds meer geriationaliseerd wordt.
Wij mogen daarom de Internationale Kamer van
Koophandel gelukkig prijzen, dat zij getrouw haar
beginselen blijft nastreven. Zij is het dan ook, die
nu en dan een witte, raaf laat vliegen.
Zij
heeft in
de nu reeds vele jaren van haar ‘bestaan een hechte
basis gelegd en sterke banden gesmeed en zij blijft het
zakenleven van tal van landen de gelegenheid bieden
tot handreiking ovei alle ‘barrières heen.
Terwijl ‘bekend is, hoe zij op het gebied der han-
delsaihitrage een blijvend instituut heeft geschapen,
dat zich handhaaft en ontwikkelt, is er thans aan-
leiding iets naders te vernielden aangaande het werk

dezer Kamer met ‘betrekking tot (ie 1[andelstermeii.
In herinnéring mag woidcn gebracht, dint (le I.K.K.
reeds in het begin van haar leven aandacht heeft
geschonken aan de terminologie, welke in koopover-
eenkomsten wordt gebruikt. Onder de z.g. koopclau-
sules zijn er, die sedert lang in elk land afzonderlijk
en in den internationalen handel hurgerrecht verkre-
gen. Men bezigt korte uitdrukkingen, enkele letters of afkortingen (c.i.f., f.o.b.) om een bepaald begrip
aan te duiden op het gebied van den koop. Derge-
lijke korte aanduidingen hebben uit den aard der
zaak alleen waarde, wanneer beide partijen er een
gelijke
beteekenis aan hechten. Want als de verkoo-
per verwacht, dat zijn mede-contractant de goederen
met een wagon zal afhalen, terwijl de kooper denkt,
dat de ander voor de wagon zal zorgen, dan heeft
het geen zin, als er over en iveer wordt bevestigd,
dat men f.o.r. heeft verkocht en gekocht.

Wil men in deze materie opbouwend werk doen,
dan kan het doel tweeledig
zijn:
vooreerst 1beschrij
ving van opvattingen, die in elk land gelden – zoo-
als er ook ,,customs of the port” ‘bestaan – voorts
un.ificatie, het geven vaii gelijke hcteekenis aan ge-
lijke termen van internationaal verkeer.

De. laatste
mogelijkheid
ontmoet de meeste bezwa-
ren. Al heeft (le I.K.K. dezeii weg niet uit liet oog
verloren, zij achtte het in den aanvang verstandiger
den weg te kiezen van de codificatie der handelster-
men. Zij heeft het resultaat dier codificatie neerge-
legd in een uitgave – velen vermoedelijk bekend –
waarin voor tal van landen een korte omschrijving
is opgenomen van de meest
gebruikelijke
handelster-
men. Deze uitgave heeft stellig veel nut gesticht: zij
werkte verhelderend en was practisch bij liet .raad-
plegen. Ook in de rechtszaal heeft zij in meer dan
een procerlure voorlichting kunnen verschaffen.

Nu heeft onlangs de Duitsche Organisatie van de
I.K.K. het voorstel gedaan om een stap verder te
gaan. In den boezem der Duitsche organisatie was
het initiatief ten deze uitgegaan van de Aligemeine
Elektrizitiitsgesellschaft. Geïnspireerd door de in de
Vereenigde Staten ‘bestaande ,,Americau Foreign
Trade Definitions”, heeft de A.E.G. een ontwerp
samengesteld, dat vervolgens aan ‘liet oordeel van
vertegenwoordigende lichamen uit den handel werd
onderworpen. Daarna heeft een speciale commissie
van de Duitsche Organisatie der I.K.K. zich ermedc bezig gehouden en tenslotte is een aldus voorbereid
voorstel hij de Kamer te Parijs ingediend en door
haar, ter kennis gebracht van de nationale organisa-
ties der aangesloten landen.

Om het gestelde doel te bereiken, hebben de ont-
werpers zich eenige beperking opgelegd. Teneinde dit
duidelijk te maken, is een kleine uitweiding noodig.
Wanneer bijvoorbeeld bij een koop van goederen de
clausule c.i.f. wordt gebezigd, heet het, dat die goe-
deren op ,,c.i.f. conditiesu worden verhandeld. Ter-
wijl men strikt genomen niets anders uitdrukt, dan dat kosten, assurantie en vracht voor rekening van
verkooper ‘zijn, is cle strekking van die woorden of
van hun afkorting c.i.f. veel wijder. Door die enkele
aanduiding verwijst men naar het geheel van rechten en verplichtingen, dat volgens gebruik belichaamd is
in een c.i.f. ‘contract. Dat dit zoo is, blijkt, wanneer
men eens de zoogenaamde c.i.f. condities van een
bepaalden tak van handel naslaat, hetzij voor koffie,
zuidvrüchten of olie. Men vindt dan een type-con-
tract, – soms met verschillende nuances – dat tal
van onderwerpen regelt: de verscheping en voor-
schriften omtrent den tijd daarvan, de documenten,
de verzekering, de kennisgeving van verscheping, de aa,nsprakeljkheid voor conditie en qualiteit en de be-
handeling van reclames dienaangaande; ook hijv. om-
trent de betaling tegen documenten.

Zoo is bijvoorbeeld een vast ‘beginsel van c.i.f.-
condities, dat de kooper den koopprijs moet betalen
tegen overhandiging der documenten, indien deze
documenten, op zichzelf beschouwd, ‘in orde zijn. En

348

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April 1934

in aansluiting hieraan, dat de kooper eerst de docu-
menten moet opnemen en pas daarna over de quali-
teit der ontvangen goederen kan reclameeren.
Dit alles nu laat zich volstrekt niet terstond lezen
uit de letters c.i.f.: kosten, assurantie, vracht, ligt
dus niet opgesloten in de c.i.f.
clausule,
maar volgt

uit de c.i.f.
condities,
waarin partijen belanden, wan-
neer zij een koopovereenkonist onder gebruikmaking
van de clausule aangaan.
Gaat men er dus van uit, dat de koopers en ver-
koopers, die de c.i.f. clausule toepassen, terecht
komen in een volledig type-contract, dan wordt dui-
delijk, dat zij ook binnentreden in het toepasselijke
nationale contractenrecht. Dit recht beheerscht vra-
gen als van risico, levering en eigendomsovergang en
kan voor elk land verschillend zijn. Wel kan men er
van uitgaan, dat het nationale recht de vrijheid van
overeenkomst voorop stelt, ‘zoodat de meeste wets-
voorschriften in zake koop als aanvullend recht zijn
aan te merken. Niettemin kan de toepassing van elk
nationaal recht op een koopovereenkomst telkens ver-
schillend uitvallen.

Dit nu is de oorzaak, dat een internationale rege-
ling van een c.i.f., f.o.b., f.a.s.
contract,
d.i. dus het
gevolg in den ruimsten zin van de gebruikmaking
van een clausule, moeilijkheden ontmoet. Wil men in
de verscheidenheid der nationale rechtsvoorschriften
eenheid brengen, dan betreedt men het gebied van
wet en tractaat. Wat het tractaat aangaat, dit kan
clan zijn een tractaat, ‘dat een universeele, zelfstan-
dige regeling geeft, of wel een tractaat, dat rechts-conflicten oplost. Eenige jaren geleden is er inder-daad van Genève uit een poging gedaan om te on-
derzoeken of men niet deze materie aldus kan rege-
len, dat op geschillen uit internationale koopover-
eenkomsten, hetzij het recht van het land van den
verkooper, hetzij, dat van den kooper toepasselijk zou
zijn. De antwoorden op deze enquête stelden in het
licht, dat dit alternatief even goed naar de eene als
naar de andere zijde ‘kan worden opgelost. Er is voor
het één evenveel te zeggen als voor het ander en
daarom zal men, naar mijn nieening, langs dezen weg
alleen iets kunnen tot stand ‘brengen, wanneer de
knoop ter wille van de te bereiken zekerheid wordt
doorgehakt.

De overweging nu van de hiervoor besproken con-
sequenties, heeft de ontwerpers van het Duitsche
voorstel ertoe gebracht, voorop te stellen, dat men
niet
alle
contractueele ‘verhoudingen moest trachten
te regelen, maar alleen die punten, welke
voor het bepalen van den koopprijs
esseutiëel zijn. Dit is de
bovenbedoelde beperking, door de samenstellers nood-
zakelijk geacht.

Natuurlijk ligt in dit criterium reeds aanstonds
een aangrijpingspunt voor critiek. Immers, van elk
contractsonderdeel kan gezegd worden, dat het in-
vloed heeft op den koopprijs, elke verdeeling van
risico’s, elke toekenning van rechten of oplegging
van verplichtingen, brengt voor- of nadeelen, die in
den koopprijs een waardeering kunnen vinden.
Zoodanige critiek moet evenwel niet te luid spre-
ken, want dan zou het ‘betere dè vijand van het goede
worden. Is er werkelijk iets te bereiken,
zij
het op
beperkter schaal, dan is dat reeds winst.

Deze overweging heeft de Commissie-Haudelster-
men van de Nederiandsche Organisatie
1
) dan ook
laten gelden, toen zij het Duitsche ontwerp in stu-
die nam. Zij ‘had tot taak na te gaan of.de
Duitsche
voorstellen een bruikbare ‘basis voor overeenstemming
zouden vormen en of men zich met den inhoud dier
voorstellen, van Nederlandsch standpunt bezien, kon
vereenigen.
Wanneer men rechtsregels ‘op papier zet, kan dit

1)
Deze Commissie bestaat uit: Mi’. H. Craandijk, voor-
zitter, Mr. Th.
A.
Fruin, Mr. K. Jansma, Mr. M. H. de
Jong en de heeren
A.
Merens en Jan Sehilthuis, leden,
terwijl het secretariaat wordt waargenomen door Mr. J. G.
Koopmans, secretaris der Nederlandsche Organisatie.

zijn het schep.pen van nieuwe rechtsnormen, zooals:
,,alle vervoer van brood is verboden. . . .” en voorts:
,,vervoer van ‘brood is toegestaan, indien. . . .” enz.
Daarentegen kan men ook zich ‘bepalen
bij
het ‘be-
schrijven van rechtsnormen, die reeds in het rechts-
leven gelden. In het algemeen zal zulk geschreven
recht de voorkeur verdienen, dat vorm geeft aan
reeds bestaande’ gebruiken en gewoonten. Dit is de
reden waarom de genoemde commissie niet gestreefd
heeft naar het doorhakken van knoopen, om daar-
door een snellen, eenvoudigen regel te formuleeren, die wellicht practisch voordeel zou bieden. Zij heeft
integendeel ‘gemeend te moeten aanleggen den maat-
staf, of de omschrijvingen der clausules weergaven
de in de practijk daaromtrent geaccepteerde opvat-
tingen.

Slechts in een enkel geval (de betaling der invoer-
rechten door een van beide contractanten), waarom-
trent geen eenheid van opvatting in het handeisver-
keer bleek te bestaan, ‘heeft de Commissie een keus gedaan in de richting, welke haar als practijk-oplos-
sing het meest wenschelijk voorkwam.

Bij sommige koopclausules toch werd in de krin-
gen van belanghebbenden verschillend geoordeeld over
de vraag of invoer- en andere douanerechten door
den verkooper moeten worden ‘betaald, dan wel voor
rekening van den kooper komen. (Wie bedenkt, wat in het internationale verkeer tegenwoordig ,,invoer-
en andere douanerechten” beteekenen, zal dit deel
eener koopovereenkomst niet onbelangrijk vinden!).
In de definities,
destijds
voor Nederland vastgesteld
en neergelegd in Digest 43 en Brochure 68 der Ka-
mer, huldigde men het beginsel, dat rechten, die ge-
durende het vervoer naar de door eenige clausule
aangeduide plaats worden geheven, komen voor ver-
koopers rekening, terwijl die rechten door den kooper
moeten worden ‘betaald, wanneer zij na aankomst al-daar zijn te voldoen. Zoo b.v.
bij
free delivered Ant-
werpen zijn rechten, geheven op uit Nederland af-
komstige goederen aan’ de Belgische grens, voor ver-
koopers rekening. Toch heeft de toepassing van zulk
een principiëel wel juiste verdeeling der kosten, in
de toepassing bezwaren. En wel, omdat het van toe-
vallige omstandigheden kan afhangen, waar de rech-
ten worden geheven; dit is niet
altijd
aan de grens
en dikwijls verschillend naar gelang van het eindpunt
van het transport. Beter bruikbaar scheen dus ‘het
systeem, dat deze rechten bij clausules, waar twijfel mogelijk is, zullen zijn voor koopers rekening, ten-
zij de conditie ,,verzollt”, ,,dedouané” wordt gemaakt.

Het rapport der Commissie gaat elke clausule van
het ontwerp afzonderlijk na. Het is hier niet de plaats
om de details daarvan te ‘bespreken. Een indruk van
de ‘behandelde stof geeft evenwel een opsomming van
de verschillende handelstermen, nl. ex works; f.o.r.;
free/franco; f.a.s.; f.o.’b.; c.i.f.; c. & f.; ex ship;
franco quaifex quai; freight paid to; free delivered;
en enkele variaties.

Wat van algemeene strekking is, zijn de beschou-
%vingen der commissie met betrekking tot de
c.i.f.
clausule.
Ook hiervoor ha’dden ‘de Duitsche ontwerpers
eenige korte omschrijvingen gegeven, die op zichzelf
zeker wel juist waren. Dat de Nederlandsche Han-
deisstermencommissie niettemin in haar rapport in
overweging geeft, dit onderdeel van het Duitsche
project niet te volgen, heeft een andere oorzaak.
In 1928 zijn op het Congres der International Law Association te Warschau regelen voor het c.i.f.-con-
tract aangenomen. Zij waren door het ,,c.i.f. contracts
committee” dier vereenigin.g, door zeer wel overwogen,
gedegen arbeid van juristen en vertegenwoordigers
van het zakenleven van verschillende landen voorbe-reid. De Warsaw-Rules, later genaamd Warsaw-Ox-ford Rules, geven een zeer goed opgezette, duideljkd
regeling van het c.i.f. contract.

De Internationale Kamer van Koophandel heeft
aan deze voorbereiding ook deel gehad en haar mede-
werking is belichaaxnd in de verklaring, dat zij deze

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

349

Rules voor den internationalen handel aanbevelens-
waardig achtte.
Ligt het nu niet voor de hand, dat deze zelfde
Kamer, bij de verdere ontwikkeling van haar han-
delstermen-arbeid, van dit gereedliggend stuk werk
gebruik maakt? De Duitsche ontwerpers hebben daar
anders over gedacht. Zij hebben genoemde Rules ter
zijde gelaten en ook voor de c.i.f. clausule een over-
eenkomstig resumé geschreven als voor de andere
door hen behandelde koopclausules. Mogelijk is dit te
verklaren door een geneigdheid tot systematiek, om
uniformiteit te betrachten in alle onderdeelen van
het ontwerp. Men zou dus van een sterke bevoorrechting
der c.i.f. regeling kunnen spreken, als men de Rules
tusschen de andere simpele definities een plaats gaf.
Toch doen dergelijke overwegingen niet af aan de
wenschelijkheid om te behouden, wat nu eenmaal ge-
regeld is en wat goed geregeld is. Het zou een stap
terug zijn om deze, op een breede internationale basis vastgelegde, Rules ter zijde te laten.
De Nederlandsche Commissie heeft deze laatste op-
vatting krachtig in haar rapport naar voren gebracht.
Zij is van oordeel, dat aan het resultaat der W. 0.
Rules behoort te worden vastgehouden en daarop
te worden voortgebouwd. Er is bezwaar tegen om
thans over de c.i.f. clausule weer nieuwe definities in
het leven te roepen en eveneens bezwaar, dat de
I.K.K. den arbeid, waaraan ook zij haar fiat heeft
gehecht, zou verloochenen. De Commissie meende
daarom, dat het ontwerp in dit opzicht behoort te
worden gewijzigd en dat daarin, wat c.i.f. betreft,
een eenvoudige verwijzing naar de meergenoemde
Rules moet worden opgenomen. Daaraan kan dus ook
de c. & f. clausule aansluiten, die zich geheel aan
c.i.f. aanpast, wanneer men de i. weglaat.
Deze en andere algemeene opmerkingen samen met
eenige critiek op speciale onderdeelen doen volstrekt
niet te kort aan het waardeerend oordeel waar het
Duitsche ontwerp aanspraak op heeft. Langs dezen weg is inderdaad een goed resultaat te bereiken. Er
heeft zich, internationaal bezien, in den loop der
jaren wel
degelijk
een zekere communis opinio op het
gebied der meest voorkomende koopelausules gevormd.
liet is een goed werk, dit vast te leggen en het in
bruikbaren vorm aan het handeisverkeer aan te bieden.
Binnenkort zal te Parijs het internationale han-
delstermencomité samenkomen om den voorbereiden-
den arbeid der nationale commissies te voltooien.
Rest de vraag, welk gebruik van dezen arbeid zal worden gemaakt m.a.w. welk practisch nut dit alles
heeft. Wie deze vraag overweegt, denkt aan de reeds
tal van jaren in zwang zijnde contracten in allerlei
takken van handel, standaardcontracten voor granen,
oliën, vetten, Indische producten,
plaatselijke
condi-tiën voor allerhande andere artikelen. Zij zijn samen-
gesteld door de vereenigingen van handelaren op elk
gebied en hebben hun bruikbaarheid bewezen. Het
heeft nimmer in de bedoeling van de I.K.K. – zoo
min als van de International Law Association voor
wat het c.i.f. contract betreft – gelegen om deze
standaardcontracten en conditiën te verdringen, ge-
steld al, dat een poging daartoe ook maar eenige kans
van slagen zou hebben.
Het is hiermede, als met het arbitrage instituut der
I.K.K. Ook op dit gebied bestaan de vaste scheids-
gerechten der vereenigingen en een reeds zeer ont-wikkelde arbitrale rechtspraak. Toch heeft de arbi-
trage van de I.K.K. reeds in talrijke gevallen toe-
passing gevonden.
Evenzoo op het gebied der nu in voorbereiding
zijnde koopdefinities der Kamer. Zij
zullen
in de eer-ste plaats bruikbaar zijn voor koopovereenkomsten
van verschillenden aard, die buiten de werkingssfeer
der standaardcontracten vallen. Maar verder zal deze
documentatie der handelstermen verhelderend werken,
zal zij inzicht verschaffen in de verdeeling van rech-
ten en verplichtingen en de eenheid van opvatting
over de landsgrenzen heen bevorderen.
Mr. H. CRAANDIJK.

STEENKOOLPROBLEMEN.

• Dr. A. de Graaff schrijft ons:

De drang naar Organisatie en coördinatie, die in
den laatsten tijd in het economisch leven tot uiting
komt, heeft ook weerklank gevonden in verschillende
bij den steenkolenhandel betrokken kringen. Meer
dan bij eenige andere poging in deze richting (behou-
dens dan het vervoerwezen) heeft de Staat belang
bij een dergelijk streven en het tot stand komen van
een bevredigende regeling. De Staatsmijneu toch, de belangrijkste Nederlandsche producenten van kolen,
lijden in feite reeds vele jaren verliezen en blijken
niet in staat de rente van het daarin gestoken kapi-
taal te verdienen. In den ioop der jaren is het tekort,
dat de Nederlandsche Staat dientengevolge op deze
kapitaaisverschaffing aan de Staatsmijnen heeft ge-
leden, tot vele millioenen aangegroeid
1).
Om meer dan
een reden is de continueering van een •dergelijken
toestand hoogst ongewenscht en dienen maatregelen
te worden overwogen om hieraan een einde te maken.

In de eerste plaats is de financiëele toestand van
het Rijk van dien aard, dat verwacht mag worden,
dat alles in het werk zal worden gesteld om althans
de verliezen op de overheidsbedrijven te verminderen.

Het is toch een gebiedende eisch van financiëel
beleid, dat in dezen tijd, nu de publieke taak van de
overheid reeds zoo zware eischen aan de draagkracht
van het land stelt, de private ondernemingen deze
lasten niet zonder uitersten noodzaak verzwaren.

Te meer klemt dit, omdat de politiek, die thans
gevoerd wordt, een belangrijk grooter verlies voor
het komende jaar mag doen verwachten. Immers in
tegenstelling tot het tegenwoordig algemeen geldend
streven trachten de
mijnen
(daarbij samenwerkeud
met de Duitsche producenten) zich door strijd een
monopoliepositie op de Nederlandsche markt te ver-
verven. Begin 1933 heeft men getracht zulks met be-
hulp van den detailhandel te verwezenlijken, een stre-
ven, dat dra onhoudbaar bleek. Deze methode kan
voorshands niet het gewenschte succes bewerkstelligen.

Aan het einde van het jaar heeft men een nieuwe
werkwijze toegepast, die zich reeds eenigen
tijd
te-
voren had aangekondigd, nl. een drastische prijsver-
laging voor huisbrandkolen. Hiermede bracht men
een geheel nieuwe element in den steenkolenhandel,
wiens prijzen zich altoos gekenmerkt hebben door een
grooten regelmaat, doordat deze zich baseerde op een
jaarlijkschen richtprijs en een daarmede met den tijd
van het jaar samenhangend verschil vertoonden.

Deze prijsverlaging droeg onmiskenbaar een ele-ment van
strijd
in zich. Immers eenerzijds was de
buitenlandsche concurrentie op dat moment niet ab-
normaal sterk en waren ook de aanvoeren niet groot,
terwijl er geen teekenen aanwezig waren, dat zich
hierin verandering zou voordoen. A.nderzijds kon het
evenmin de bedoeling zijn door middel van deze prijs

verlaging den afzet van Nederlandsche en Duitsche
huisbrandkolen te stimuleeren. Zij geschiedde op een
tijdstip, waarin het grootste gedeelte van den detail-
verkoop en den verkoop aan den detailhandel reeds
is geschied en de bestellingen, welke daarna nog
komen slechts betrekking hebben op kleine aanvul-
lingen, waarvoor deze producenten om quantiteitsrede-
nen toch altijd den voorkeur verdienen. Zou de prijs-
verlaging dus ten doel gehad hebben den afzet van
Nederlandsche en Duitsche kolen te stimuleeren, dan
zou deze veel vroeger gekomen zijn.

Moeilijk kan men dan ook in dezen maatregel iets
anders zien dan een poging om den onafhankelijken
detailhandel een zwaren slag toe te brengen. Een
aanleiding daartoe was aanwezig, nl. het feit, dat de
onafhankelijke detailhandel een onoverkomenlijke of
althans zeer lastige hinderpaal vormt voor de Ne-

i) Blijkens het jaarverslag
1932
levert de berekening
van rente op rente over
1902
ttm.
1932
een tekort van
ruim
f
17
miljoen op. De rente is hierbij gerekend tegen
een zeer matigen rentevoet, waartegen geen enkele par-
ticuliere onderneming kapitaal zou kunnen verschaffen.

350

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April
1934

lorlaudscli-i)ui tsche corubi natie oni zich op onze markt
een mon.ppoliepositie te ‘verschaffen clöor mi(idei van
liet beheerschen van het distributie-apparaat.
Een tot het toebrengen van zulk een slag geschikt
moment was het eveneens. In dien tijd van het jaar
pleegt de detailhandel zijn maximum voorraad te
hebben. Door deze prijsreductie onderging deze voor-
raad een groote waardevermindering, zij het dan ook,
dat deze zich niet in een verlies omzette, doordat de
cletailprijzen zich niet of niet voldoende cailpasten bij
(le verlaagde groothaudelsprijzen. De verwarring,
welke werd gesticht, was dan ook op ‘dit moment het

grootst.

Intusschen maakte men op deze wijze den invoer-
handel incidenteel gedeeltelijk
onmogelijk.
Het prijs-

niveau hier te lande kwam daardoor te liggen onder
iie prjsniveaux der naar Nederland exporteerende
landen, zoodat dit de vooruitzichten voor het nieuwe
nar niet aantrekkelijk maakte.

Toch rijst de vraag of men hiermede wel op den
juisten weg is. Want met reden mag betwijfeld wor-
den of deze politiek tot tastbare resultaten kan ‘oe-
ren. Men moet niet vergeten, dat dc Nederlandsche
mijnen het door de prijsverlaging gederfde geld lie-
zwaarlijk kunnen niissen. De firianciëele u.itkoinstèn
in het
bedrijf
staan een zoo belangrijke ‘prjsvcr1a-
ging niet toe, omdat die moet leiden tot een bijna
even aanzienlijke inkomsten-vermindering, waar dc
prijsverhoogirig voor industriekolen, waarin men een
compensatie meende te kunnen vinden, zonder resul-
taat bleef. Het is daarom waarschijnlijk, dat vroeg
of laat de prijzen weder omhoog zullen moeten, waar-
mede dan tevens de gelegenheid tot invoer weer in-
teressant wordt. Op deze wijze zal men zich geen
monopolie-positie kunnen verschaffen, noch een rus-
tigen toestand in den steenkolenhandel kunnen ver-
krijgen. Men kan zoo wel den importeur vernietigen,
maar niet den import zelf, want zoodra er een wijzi-
ging zal komen in de verhouding der prijsniveaux,
zullen anderen den invoer ter hand nemen. Inciden-
teel bereikt me:n wellicht een kleine vermindering, al
zal deze beperkt zijn, omdat buitenlan’cischc produc-
tiegehieden in de verwachting der toch eerlang nood-
zakelijk zijnde prijsstijging mögcljk
tijdelijk
bereid

zullen zijn tegen
gelijke
prijzen te leveren
0111
niet
van dc markt verdrongen te worden; op den langen
iluur echter bereikt men niets.

Dat inkomstenvermindcri ng vati clezen maatregel
het gevolg moet zijn is dan ook niet twijfelachtig. De
gebieden, waar men andere kolen kan verdringen zijn
beperkt en de grootere afzet maakt het prijsverlies
niet goed. Daarnaast is de vraag naar steenkolen.
zeer weinig elastisch, zoodat ook uit anderen hoofde
de prijsverlaging geen nieuwe vraag zal doen ont-
staan. Daarom zal de vermeerderde omzet niet op-
wegen tegen het verlies, dat op den bestaanden omzet
wordt geleden en zal men dus langs dezen weg nim-
mer tot gunstiger bedrijfsresultaten kunnen, komen.
Alles pleit er daarom voor te trachten dit te bereiken langs den weg der ordenling in plaats van met strijd. Slechts langs dezen weg is het mogelijk, dat iie mij-nen een zoo groot mogelijk deel van den Nederland-
schen afzet tot zich trekken en daarnaast hiervoor

een winstlatenden prijs maken.

Ook in ander opzicht moet een dergelijke oplossing
van de moeilijkheden voor de
mijnen
interessant zijn.
Eerstens kan dit een zeer gunlstige oplossing zijn in
plaats van de contingenteeringsmïatiegelén, die door
de mijnen gevraagd zijn en waarvoor geen enkele
reden is, daar de invoer geensins overmatig is. Dat
een regeling zeker en met succes in de plaats van

een contingenteering kan komen, is
duidelijk,
van-

neer men bedenkt, dat de werkverruiming die door
contingenteerin’g zou ontstaan als, gevolg van het
niet meer in deze hoeveelheden aan de markt komen van andere dan Duitsche kolen gering is, omdat deze
hoeveelheid tegenover het Nederlandsche verbruik en
de Nederlandsche productie betrekkelijk klein is, nl.

ongeveer 15 pOt. cii de invoeren, de laatste jaren
steeds zijn verminderd. liet voordeel der contiugen-
teering, zooals de mijnen (lat zagen, was ‘dan ook niet
gelegen in de afzetverruiming, maar vooral in de
mogelijkheid tot prijsregeling. Deze zou bij een on-
derlinge regeling evenzoo en wellicht beter bestaan
dan ‘bij een contingenteering, die toch altoos nog
eigenaardige moeilijkheden met zich zou brengen.
Daarbij heeft een regeling boven con tingenteering
dit voor, dat
terwijl
men hij de laatste afhankelijk
zou zijn van anderen en hetgeen zij – zij het dan bin-
nen de gestelde grenzen – aanvoeren, men thans de
grootte van den invoer in eigen hand heeft en kan
regelen door middel van een vergoeding voor niet-
ingevoerde hoeveelheden.

In de tweede plaats zou een dergelijke regeling ook
aanbeveling verdienen vanuit internationaal stand-
punt. Nederland neemt daarbij een uitzonderlijke
positie in.; zijn productie is in de crisisjaren nog
belangrijk: uitgebreid, terwijl iii denzelfden tijd de
productie der andere steenkolenprod uceerende landen
belangrijk is gedaald (met ongeveer 25 pOt.). Zou Nederland moeten toetreden tot een internationale
regeling, dan lijdt het geen twijfel, dat (leze landen
op een belangrijke produetieheperki ng van Nderl and
zullen aandringen. Onder clie omstandigheden kan
het voordeel bieden, dat men terzake van de binnen-
laridsche markt tot een regeling is gekomen.

Tenslotte kan nog worden opgemerkt, dat (le kansen
van welslagen, zoo de Nederlandsche en Duitsche
producenten het daarover eens zijn, niet gering zijn.

Verschillende der hij den handel betrokken krin-
gen gaveh reeds uiting aan hun wenschen om tot een ordening te geraken, zij het dan ook, dat hun
voorstellen niet voor verwezenlijking vatbaar waren.
Het lijdt dus geen twijfel, dat zoo in die richting
voorstellen gedaan worden, deze welwillend zullen
word en ontvangen.

DE BETEEKENIS VAN CHINA VOOR DE VLIEGTUIG.

INDUSTRIE.

In een vorig artikel
1)
hebben wij er reeds op ge-
wezen, van hoeveel beteekenis het vliegwezen in
China kan worden met het oog op de groote uitge-
strektheden van het land en (le zeer onvoldoende ver-
hindingsmiddelen. Het heeft daarom wellicht zijn nut
om wat dieper in te gaan op de vraag, hoe het lucht-
vaartverkeer in China zich heeft ontwikkeld.

De geschiedenis vaii de Chineesche burgerlijke
luchtvaart is zeer jong; zij gaat niet verder terug dan
het jaar 1919, toen overeenkomsten werden gesloten
door het Gouvernement met Handley Page Co. voor
de levering van zes en met de Vickers Vimy Co. voor
de levering van 145 vliegtuigen. Veel is echter hier-
van niet terechtgekomen door de burgeroorlogen.
Eerst tien jaren lateu kon er sprake zijn van een
geregelden dienst, met name doo.r de China National
Aviation Corporation (C.N.A.C.), voor zoover betreft
het binnenlandsche verkeer en de Eurasia Aviation
Ccctporation (Eurasia), vat meer de verbinding met het buitenlatid (Europa) aangaat.

C.N.A.C.:
In 1929 bestonden twee lijnen, ul.:
• 1.
Sh4nghai—Chengtu,
van het Ministery of Corn-
munications, uitgerust met Stinson landvliegtuigen.
Deze lijn .ging in werkelijkheid echter niet verder..
clan Nankitig. In elk geval was er een dagelijksche
luchtverbinding tusschen China’s voornaamste haven
eti zijn hoofdstad.

2.
Shanghai—Hankow,
van de oude C.N.A.C., toen deze nog onder het Ministry of ltailways ressorteerde.
Deze beschikte evenwel niet over eenige uitrusting.
Daartoe verd met de China Airways Federal Inc.

‘) Zie E.-S. B. van
14
Maart ji.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3Fl 1

IJ. S.A., een Amerikaansehe maatschappij, opgerich t
ouder cle
z.g.
China Trade Act van
1922,
een over-
eenkomst gesloten en liet was dus de China Airwa s,
die in feite den dagelijkscheu dienst onderhield door
middel van Loening Amphibions tegen een door het
Ministry of Railvays te betalen vergoeding van U.S.
$ 1,50 voor elke gevlogen mijl.
In 1930 volgde een al.geheele reorganisatie door
ontbinding van bovengenoemde twee maatschappijen
en oprichting van de huidige C.N.A.C., staande on-
der het Ministerie van Verkeer. Zeven Loening Am-
phibions met een kruissnelheicl van 90 mijl per uur,
werden in dienst gesteld, zoomede vijf Stinson land-
vliegtuigen met een kruissnelheid van 105 mijl per
uur. De bemanning bestond uit zeven Amerikaansche
piloten en een Duitsche, voorts vijf Chineesche co-
piloten, terwijl sedertdien de volgende lijnen werden
geëxploiteerd:

Shanghai—llankow. llankow—Ch ungk ing. Chung –
king—Chengtu, Shanghai—Pe i ping en Shanghai-
Cantori.

liet is de trein tot nu toe niet gelukt om Shanghai met de metropolis van Zuid-China, met name Cnn-
ton, te verbinden; cle vliegmachine heeft thans deze
taak voibracht en daarmede ook de verbinding tus-
schen Canton in het Zuiden en Peiping heelemaal in
het Noorden.

De boven gereleveerde reorganisatie der C.N.A.C.
in 1930 kon plaats hebben door liet sluiten van een
overeenkomst tussehen het Ministry of Communica-
tions en de meer genoemde China Airways Federal
Inc. Het gaat daarbij om de volgende hoofdpunten.
Beide partijen komen overeen gezamenlijk op te
richten de C.N.A.C. als een
Chineesche
N.V., dus
werkende onder de wetten van de Chineesche Repu-
bliek. In het maatschappelijk kapitaal ad Chin.
$ 10.000.000 neemt de Regeering deel voor 55 pCt.,
cle China Airways voor 45 pCt., zoodat eerstgenoemde
de meerderheid van stemmen bezit. Daartoe brengt
de Regeering in haar heele investeering in cle
Shanghai—Chengtu lijn (Shanghai—Chengtu Av ja-
tion Bureau) en clie in dc oude C.N.A.C., welke ge-
waardeerd wordt op totaal Chineesche $
712.203,27 en
waarvoor Zij ontvangt 712 aandeelen tegen pan
waarde ad $ 1000 elk.

De inbreng van de China Airways bestaat uit haar
belegging in dc Shanghai—Jlankow lijn ter waarde
van $ 1.723.437,12, waaronder vliegtuigen, motoren,
radio-uitrusting en gereedschappen ad $ 1.053.808,88.
iliertegenover krijgt zij in ontvangst 1723 aandeelen
eveneens a pan.

De Regeering krijgt bovendien 1502 aandeelen toe-
gewezen, als volgt te betalen: 25 pCt. hij ratificatie
der overeenkomst door de Regeering, 25 pCt. op
1 Dec. 1930 (de overeenkomst werd gesloten op 8 Juli
1930), 25 pCt. op 1 Juni 1931 en de rest op 1 Dec.
1931. liet totale aandeelenbezit van de Regeering be-
staat dus uit 2214 aandeelen.

Behalve de bovengenoemde 1723 aandeelen ont-
vangt de China Airways nog 90 aandeelen, eveneens
in contanten te betalen bij ratificatie der overeen-
komt, in totaal dus 1813 aandeelen; m.a.w. de (nieu-
we) C.N.A.C. werkt met een geplaatst kapitaal van
iets meer dan 40 pCt. van het statutair kapitaal, de
meerderheid waarvan zich bevindt in handen van de
Regeering. Ook in het bestuur heeft Zij de meerder-
heid; oorspronkelijk bestaande uit vijf leden, waarvan
drie benoemd door de Regeering en twee door China
Airways, telt de Board of Directors thans zeven
leden, vier van de Regeening en drie van China Air-
ways. Voorts worden de President en een van de twee
vice-Presidents van den Board benoemd van regee-
ringswege; ambtshalve is dan de President ook Man.-
Dir. van de company en Chairman van den Board.
hij is voorzitter van alle vergaderingen, hetgeen na-
tuttrljk van belang is in gevallen waarbij de stemmen
staken.

liet is van belang te weten, hoe deze ,,machtsver-
deeling” verder wordt voltrokken; zij gaat namelijk
nog door tot in de onder den Board rcssorteerende
departementen: a) Business Dept.,
b)
Financial Dept.
en
c)
Operations Dept.

De Manager nu van het Business en Financial
Dept. wordt benoemd door de Regeering en van het
Operations Dept. slechts de Assistant-Man. Daaren-
tegen benoemt China Airways de Manager van laatst-
genoemde afdeelinig en de Ass.-Manager der overige.
Tenslotte wordt de staf van alle afdeelingen be-
noemd door den Chairman van den Board op aanbe-

veling van den manager van het betrokken departe-
ment.

Eet is o.i. onjuist om hierbij te denken als zou
het zuiver en alleen gaan om den machtsfactor. In
de practijk komt het weliswaar neer op Chineesche
chairmen en managers van de business en financial
departments en een niet-Chinees als hoofd van cle
afdeeling Operations, doch dit is mede een logisch
gevolg van den heelen opzet der samenwerking, waar-
bij de eene partij de grootste behoefte heeft anti een
technische outilleering, iets waarin juist (le tweede
l)artij zoo prachtig kan voorzien en dit ook als doel
beschouwt. Op technisch terrein zien wij dan ook in
het algemeen, dat niet alleen de leider ,,foreign” is,
maar ook vrijwel de heele staf, zoowel als (Ie eigenlijke
machinerieën zelf, dus in de eerste plaats cle piloten
en monteurs en voorts de vliegtuigen en motoren.
Aan den anderen kant is op administratief gebied het
Chineesche element meer predomineerend en dit is
niets vreemd, ook al indien men realiseert, dat ge-
werkt moet worden in een land en niet een overheid, welke Chineesch zijn. Utiliteitsoverwegingen spelen
hierbij dus mede een rol, terwijl, gezien de tot -dus-
verre opgedane ervaring, er geen enkele reden bestaat
om anders de coöperatie tot stand te brengen: er
heerscht een aangename sfeer van samenwerking.

De maatschappij kent bovendien een Supervisory
Council van twee leden, waarvan een benoemd door
de Regeering en het andere lid door China Airways.

Het is begrijpelijk, dat, zoodra China beschikt over
de benoodigde technische ervaring, ook op dit ter-
rein het Chineesche element de eerste plaats zal in-
nemen en het is dan ook een der contractueele ver-
plichtingen van China Airways om het zoo spoedig
mogelijk daarheen te leiden, d.w.z. gelegenheid te
geven aan Chineezen om zich te bekwamen in cle
aviatiek, zij het als piloten, mecaniciens, radio-tele-
grafisten, of anderszins. Die gelegenheid tot techni-
sche training dient niet alleen in China opengesteld te worden, doch ook in Amerika. Mei gaat nog ver-
der, ook in de uitrusting moet gestreefd worden naar
het uiteindelijk doelpunt van een Chineesch fabri-
kaat; tot zoolang zal natuurlijk het Amerikaansche
product (de Amenikaansche Wright motoren) de
voorkeur verdienen.
1)

Welke speciale concessies bezit nu de C.N.A.C.
Op de Regeering rust natuurlijk de plicht om be-
scherming te verleenen aan haar bezit. Tegen een
zekere vergoeding kan door haar worden gebruik ge-
maakt van de luchthavens en landingsterreinen langs
de eerder genoemde routes aanwezig. Bovendien ge-
niet de maatschappij vrijdom van belasting zoolang
de overeenkomst duurt, inclusief invoerrecht, doch
dit laatste is facultatief gesteld; er is evefiwel over-
eengekomen, dat in geval invoerrecht mocht, worden
geheven, dit niet hooger zal mogen bedragen dan
5 pOt.

Als noodzakelijk sluitstuk op dit geheel chent ver-
meld te worden het luchtpost-monopolie van de
C.N.A.C., haar toegekend bij speciale overeenkomst
met het Directorate General of Posts, voor de door
haar geëxploiteerde lijnen.

1)
inzake cle beslechting van eventueele geschillen volgt
men cle usantiëele methode vahi arbitrage, terwijl de Re-
geering het recht heeft om na expiratie van de Overeen-
komst (deze is voorloopig gesteld op 10 jaar) het eigendom
van de coinpany in zijti geheel over te nemen.

352

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April 1934

Toen nu verleden jaar de aandeelen van de China
Airways in handen kwamen van de Pacific American
Airways Inc., werd een verdere stoot gegeven aan
de plannen om de Chineesche lijnen ook via Bangkok
in contact te brengen met het Europeesche luchtver-
keersnet, terwijl verbinding met Amerika zou worden
bereikt via Manila. In dit systeem is dus geïnteres-
seerd een der groote, zoo niet de grootste lucht-
transport organisaties van de wereld, bekend als het
Pan American Airways System, de technische advi-
seur waarvan niemand minder is dan Kolonel Lind-
bergh. Dit concern exploiteert 26.000 mijlen aan
luchtwegen, vliegt per jaar ongeveer zes millioen mij-
len tusschen Amerika en tientallen landen en kolo-
nies in Centraal- en Zuid-Amerika. Deze maatschap-
pij bezit voor Amerika het monopolie inzake het
luchtpost-vervoer, en geniet voorts een subsidie van
het Gouvernement van U.S. $ 2.— per mijl. Zij
wenscht haar ,,systeem” ook tot China uit te breiden
en daartoe heeft zij sedert eind verleden jaar een
overeenkomst gesloten met de C.N.A.C. en het Mi-
nistry of Comnaunications voor de exploitatie van de
lijn Shanghai—Canton, welke route dus een deel zal
uitmaken van de lijn Hongkong—Manilla—Amerika.
Genoemde exploitatie geschiedt onder een sub-
contract met de C.N.A.C., geheel voor eigen rekening
van de Pacific American Airways; deze geniet daar-
bij echter dezelfde rechten als die, welke zijn bedon-
gen door de China Airways voor de andere routes,
en waarvoor zij een vergoeding aan de C.N.A.C. ver-schuldigd is van 20 pCt. der opbrengst aan luchtpost.
Bovendien bezit de C.N.A.C. het recht om overal in China, behalve in Shanghai, als booking-agent voor
passagiers op te treden, waarvoor zij zal ontvangen
10 pCt. van de passage-gelden.

Eurasia.
Niet minder interessant is de wijze, waarop de
Deutsche Luft Hansa A. G. haar belegging in China
heeft geregeld. Het grondbeginsel
blijft
gelijk, nl.
langs den weg van coöperatie; afwijkingen zijn slechts
op te merken, voor wat betreft haar uitvoering en
de oplossing, welke is gevonden voor het financie-
ringsprobleem.
Grondslag voor deze samenwerking vormt de over-
eenkomst van 21 Febr. 1930 tusschen het Ministry
of Communications en de Luft Hansa, waarbij de
Eurasia Aviation Corp. werd opgericht met een
maatschappelijk kapitaal van Chineesche $ 3.000.000
(sedert eind verléden jaar verhoogd tot 5.1 millioen),
verdeeld in 3000 aandeelen van $ 1000 elk, waarvan
voor rekening van de Regeering en de rest voor
de Luft Hansa. Ook hier gaat het om een maatschap-
pij, welke onderworpen is aan de wetten van de
Chineesche Republiek, terwijl haar Regeering de
meerderheid van stemmen bezit.
Het
bedrijfskapitaal
wordt verkregen door binnen
drie maanden na teekening van het contract 300 aan-
deelen te doen volstorten, 200 aandeelen van wege
de Regeering en 100 door de andere partij. Dit kapi-
taal wordt dus zuiver aangewend om de loopende
bedrijfskosten te betalen. Het vaste kapitaal wordt
geheel voorgeschoten door de Luft Hansa, waaruit
derhalve zullen worden bekostigd de aanschaf fing
van de noodige vliegtuigen, reserve-motoren, e.d.,
zoomede de aanleg en inrichting van landingsterrei-
nen, hangars, enz. Dit bedrag is beperkt tot $900.000;
wat betreft de aanwending valt de normale voor-
waarde op te merken, dat waar mogelijk de voorkeur
moet worden gegeven aan Chineesch materiaal.
De aldus verkregen activa worden eigendom der
zaak, welke op haar beurt 900 aandeelen ter beschik-
king stelt, % ten behoeve van de Regeering en
Y
3
van
de Luft Hansa. Ook de Eurasia werkt dus met een
geplaatst en gestort kapitaal van 40 pCt.
1)

– 1)
Ten’ einde den invloed dr koersscliommelingen uit te
sluiten, wordt de exchange gefixed op basis van
2 Gold-
mark
= 1
Chineesche Dollar, waarbij wij de opmerking
zouden willen maken of er dan nog sprake kan zijn van

Voor het verkregen voorschot teekent het verkeers-ministerie een schuldbekentenis, met als extra-onder-
pand de verkregen aandeelen, welke daartoe bij een
Chineesche bankinstelling worden gedeponeerd met
behoud van het stemrecht voor de Regeering. Al naar
gelang de aflossing, komt telkens een deel van het
aandeelen-depôt
vrij;
binnen
vijf
jaar moet het totale
voorschot zijn aangezuiverd, terwijl Zij het recht heeft
om binnen genoende periode door een aflossing in-
eens een einde te maken aan het crediet. De rente
is evenwel
jaarlijks
betaalbaar en bedraagt 7 pCt.
‘s jaars.
Evenals bij de C.N.A.C. behoudt de Overheid ook
hier in het bestuur de meerderheid door de bepalin’g,
dat van de negen leden zes zullen worden benoemd
van regeeringswege en bovendien nog de president
en een van de twee vice-presidenten. De president is tegelijkertijd voorzitter van het bestuur en directeur-
generaal van de maatschappij. De verdere uitbouw in
de verschillende departementen geschiedt op gelijke
wijze
als bij de C.N.A.C., zoodat kortheidshalve daar-naar kan worden verwezen.
Het spreekt vanzelf, dat ook de Eurasia beschermd
wordt door een luchtpostmonopolie, evenwel niet
voor het verkeer binnen de gienzen van China (hier-toe heeft zij zelfs niet een bepaald recht), maar voor
de door haar te volgen routes, te weten:
van Shanghai over Nanking, Tientsin, Peiping

en Manchouli over Aziatisch-Ruslan’d naar Europa,
van Shanghai over Nanking, Tientsin, Peiping
en Urga over Aziatisch-Rusland naar Europa,
van Shanghai over Nanking, Kansu en Sinkian& over Aziatisch-Rusland naar Europa.
De Shanghai—Manchouli lijn fungeerde echter in
verband met de Japansche invasie in Manchuria
slechts kort, waardoor het zoo zeer begeerde doel om Shanghai met Berlijn te kunnen verbinden niet direct
kon worden bereikt. Een beter lot is de Noord-Weste-
lijke lijn beschoren, waarbij Sian een belangrijk kruis-
punt zal vormen.
Een wekeljksche dienst wordt thans onderhouden•
tusschen Shanghai—Lanchow via Nanking, Loyang
en Sian, en een twee-wekeljksche tusschen Peiping
en Loyang. Binnenkort kan worden verwacht de ope-
ning van de lijn Sian—Canton via Hsiangyang, Han-
kow en Changsha, waarbij een moeilijkheid is geweest
het gebruik moeten maken van het militaire landings-
terrein in Soukôwling (Kwangtung). De lijn Lan-
chow naar Urumtchi via Suchow, Hami moest tel-
kens worden onderbroken wegens de troebelen in
Sinkiang; de bedoeling is deze door te trekken tot
Tchukucha.k aan de Russische grens, waardoor ver-
binding kan worden verkregen met de Sovjet lijnen
en langs dien weg met het groote Europeesche ver-
keersnet.

In het algemeen moet echter worden erkend, dat de Eurasia een veel moeilijker te bewerken gebied
heeft te bestrjken dan de C.N.A.C. met haar in poli-
tieken, zoowel als in economischen zin meer ontwik-
kelde Yangtse vallei.
Het groote belang van de Eurasia is, zoodra ver-
binding kan worden verkregen direct met
Berlijn;
de
‘afstand Shanghai—Berlijn hoopt men dan in zes, bij nachtdienst zelfs in vier dagen af te leggen.
In bedrijf zijn thans vier all-metal 4-persoons Jun-
kers en drie’ andere van hetzelfde fabrikaat, doch ge-
•schikt voor zes passagiers en met een kruissnelheid
van 130
mijl
per uur. De piloten, zes in totaal, zijn
alle Duitschers; de eo-piloten zijn Chineesch.

Shanghai, Februari
1934.

Drs. TJOA
Sos
TJ0NG.

2
,Goldmark” voor het geval de ])uitsche staat eens geen
Goudmarken ter beschikking mocht stellen. De Chineesche
Regeering heeft zich hierbij op het standpunt gesteld, dat
eerder op de bedoeling van de clausule zal worden gelet
dan op de juridische juistheid van den gebruikten term,
hetgeen valt toe te juichen als een bewijs van Haar oprech-
ten wensch om het verworven crediet naar juisten maat-
staf te waardeeren.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

353

DE RIJKSMIDDELEN OVER MAART 1934.

Het middelenoverricht over de maand Maart ji.
brengt opnieuw een teleurstelling, al mag gelukkig
eenige verbetering worden geconstateerd bij de zeer
ongunstige maandopbrengst van Februari 1934.
Deze teleurstelling heeft niet zoozeer betrekking
op de onder Afdeeling 1 van den staat samengebrach-
te directe belastingen. Bij het nieuwe systeem van
verantwoording kan het voorkomen, dat de verschil-
len tusschen twee opvolgende maanden niet belang-
rijk zijn en ook thans is dit het geval. 0p ultimo
Maart was voor rekening van het loopende begroo-
tingsjaar op kohier gebracht
f
38.659.300 tegen

f
43.763.900 op 31 Maart 1933 (in het overzicht per
ultimo Februari bedroegen deze cijfers respectievelijk

f
35.990.600 en
f
40.724.500). De teruggang bedroeg
derhalve in totaal
f
5.104.600 (op ultimo Februari ji.

f
4.733.900). De stand der grondbelasting voor den
dienst 1934 is
f
21.900 gunstiger en die van de Ver-
dedigingsbelasting 1 (die het vorig jaar nog ten bate
van het Leeningfonds kwam)
f
6.100. De verminde-
ring zit dus uitsluitend in de inkomstenbelasting en
de vermogensbelasting, die een nadeelig verschil in
zuiver kohierbedrag te zien geven van onderscheiden-
lijk
f
5.115.800 en
f
16.900. Voor de inkomstenbe-
lasting beteekent dit een daling met ongeveer 20 pOt.
Aangeteekend zij
hierbij,
dat
bij
laatstgenoemde be-
lasting in de zoo juist ‘verstreken maand
f
544.700
op kohier is gebracht. Daar evenwel een ‘bedrag van

f
148.600 aan kwade posten is afgeschreven, is de toe-
neming van het zuiver bedrag slechts
f
396.100. Het is derhalve gewenscht nog eeni’ge middelenoverzichten
af te wachten, die
belangrijker
verschillen te zien
geven, om omtrent den loop van de hierbesproken
middelen een meer gefundeerd oordeel, te kunnen uit-
sprekeli.

De opbrengst der ,,Overige middelen”, die in Af-
deelin’g II volgens de ‘tot dusver
gebruikelijke
metho-
de zijn verantwoord, bedroeg in Maart jl.
f
26.045.200

of
f
120.600 minder dan in dezelfde maand van het
vorige jaar. Erger is, dat het nadeelig verschil ten
opzichte van de raming niet minder dan
f
6.164.600
bedraagt. Bovendien moet hierbij worden bedacht, dat
in den middelenstaat twee middelen voorkomen, die
het vorig jaar nog niet werden geheven, t.w. de om-
zetbelasting en •de couponbelasting. Laat men, om
een zuivere vergelijking te krijgen, deze belastingen
buiten beschouwing, dan blijkt, dat de resteerende
bronnen van inkomsten ditmaal
f
3.517.000 minder
hebben opgeleverd •dan in Maart 1933; daarentegen
zijn zij maar
f
2.236.100 bij de ‘gemiddelde maand-raming ten achter gebleven. Vooral de invoerrechten,
dc suikeraccijns en de
tabaksaccijns
liepen sterk in
opbrengst terug.

• De totaal-opbrengst over het eerste kwartaal van
het jaar béliep
f
73.947.500 tegen
f
76.811.100 in de
eerste drie maanden van 1933. De teruggang bedroeg
derhalve
f
2.863.600. Veel ongunstiger staat het er
met de raming voor; het tekort is niet minder dan

f
22.681.900. Indien ook hier de beide nieuwe mid-
delenposten buiten de
vergelijking
worden gehouden,

wordéxi de hierboven bedoelde nadeelige verschillen
respectievelijk
f
12.512.700 en
f
10.356.000.

De dividend- en tantièmebelasting gaf een verras-
sin’g, doordat zij een surplus van
f
195.600 verschaf-
te. Aan dit meevallertje mag niet te veel beteekenis
worden gehecht, daar de
belangrijke
opbrengsten eerst
in het midden van het jaar moeten worden verwacht.
Wellicht moet de stijging aan het ‘binnenkomen van
voorloopi’ge aanslagen worden toegeschreven.

De invoerrechten liepen terug met
f
1.616.000. Het
trekt echter de aandacht, dat de ontvangsten

f
1.710.100 hooger waren dan die van Februari ji.
Op zichzelf beschouwd was een ontvangst van

f
6.001.000 dan ook niet laag. Dat de vergelijking
met het vorig jaar ongunstig uitvalt moet worden
toegeschreven aan de omstandigheid, dat in Maart
1933 belangrijke bedragen werden geïnd aan nagevor-
‘derde opcenten. Ook gaven November en December
1933 ruime baten wegens geforceerden invoer v66r de
invoering der omzetbelasting. Tenslotte werken de
toenemende contingenteeringsmaatregelen belemme-
rend. Gerekend over ‘drie maanden kwam in het loo-
pende jaar
f
5.213.400 minder binnen •dan in 1933.
Het statistiekrecht vertoonde ditmaal een teruggan’g
van
f
11.700.

De
accijnzen
gaven een onderling verschillend
beeld te zien. Het zout gaf
f
19.700 méér, waarbij
moet worden bedacht, dat den laatsten tijd lage op-
brengsten werden ontvangen. Ook de geslachtaccijns
nam toe (met
f
139.400), ‘dank zij ‘de hoogere vee-
prijzen en het groote aantal slachtingen door de’
werkzaamheden van de Orisis-Rundveecentrale;
bovendien waren de inkomsten in het begin van 1933
buitengewoon laag. De
wijnaccijns
accresseerde met

f
21.000; ook hier waren de opbrengsten van begin
1933 zeer nadeelig in verband met de vrijmaking van
wijn v66r de verhooging der opcenten.’ Bij den gedis-
tilleerdaccijns is een vermindering te constateeren
van
f
256.100 door verminderd gebruik. Hetzelfde
moet worden aangenomen bij den bieraccijns, die met

f
415.100 daalde; dat het verschil zoo groot is, is
mede hieraan toe te schrijven, dat Maart 1933 door
toevallige oorzaken (het maken van voorraden in
verband met de nieuwe opcentenheffing) extra hooge
ontvangsten in de schatkist bracht. Teleurstellend
was de suikeraccijns, die
f
857.200 in opbrengst te-
rugliep, al was ook in vergelijking met Februari jl.
een toeneming van
f
939.300 te constateeren. Deze
accijns heeft in de laatste maanden wisselvallige in-
komsten opgeleverd. De vrees is niet ougewettigd,
dat. de in het vorige jaar November ingevoerde hef-
fing ‘ten bate van het Lau’dbouw-Orisisfonds een on-
gunstigen invloed heeft uitgeoefend, deels doordat
vSSr dien datum belangrijke voorraden zijn opge-
slagen, deels door verminderd gebruik. De tabaks-
accijns verschafte niet meer dan
f
1.387.700, hetgeen
een teruggang beteekent van
f
940.700. Misschien is
hierin voor een deel een wisselwerking te zien met
eenige vorige maanden, toen een vermeerdering van
invoer viel waar te nemen met het oog op de ver-
wachte verhooging van den
accijns
en de opbrengst

AANVOEREN
in tons
van
1000
KG.

Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal

Artikelen
15121 April
Sedert
Overeenk. 15121 April
Sedert
Overeenk.
1934
1 933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1 Jan. 1934
tijdvak 1933

30.941
387.541
354.129
19.009
10.950
406.550 365.079
10.494 143.961
132.377 500
11.057 1.160
155.018
133.537
‘ –
6.749 9.076


25
6.749 9.101
30.532 329.915
344.177
1.585
74.49
74.337
404.404
418.514

Tarwe

………………

21.338
129.089
96.943 3.770
18.744
9.730
147.833 106.673

Rogge

……………….
Boekweit ………………

3.960
49.053 61.129
300 950 1.428
50.003 62.557

Male ………………..
Gerat

………………

20.892

88.501
93.723
3.450 99.677 129.334

188.178
223.057
Haver

……………….

1.301
35.541
21.387

25

35.566
21.387
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

…………….
625
5.489
7.092
70
785 2.735 6.274
9.827
Tarwemeel

…………….
Andere meelsoorten
1.620
18.353 15.313

2.183 3.468
20.536
18.781

354

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April 1934

dientengevolge boven het normale uitkwam. Als re-
actie hierop is thans een slapte in het tahakshedrijf
ingetreden.
De omzetbelasting kan blijkbaar nog steeds niet op
volle kracht werken. De middelenstaat vermeldt de
oorzaken, die dit verschijnsel verklaren. Een der be-
langrijkste redenen is wel, dat deze belasting, zooals
de meeste heffingen, een krediettermijn kent, welke
zelfs vrij lang,
tw.
3
maanden, kan zijn. De opbrengst

bedroeg ditmaal
f 3.227.400,
bij een maandraming

van
f 0.791.700.
Ook de couponbelasting geeft nog
slechts geringe baten, ditmaal
f 169.000
(maand-

raming
f 533.300);
de betreffende wet is eerst op

25
Februari
1934
in werking getreden en de op-
brengst beperkt zich tot dusver in hoofdzaak tot
zegels voor buitenlandsche coupons. De belasting op
gouden en zilveren werken bracht
f 16.700
minder op.

De zegelrechten verschaften
f 580.700
méér, doch

de ontvangsten van Maart
1933
waren abnormaal

laag. Van de stijging komt een bedrag van
f 166.200
op rekening van de heursbelasting. De registratie-
rechten gaven daarentegen iets minder (teruggang
f 10.800),
doch overtroffen de maandraming met
f125.600.
De successierechten daalden met
f 376.100;
dank zij de ruime ontvangsten van ,Tanuari ji. bleef
de totale opbrengst over het le kwartaal slechts
f 136.000
bij die van de maanden Januari tfm. Maart

1933
tea achter. Tenslotte moet worden vastgesteld,
dat de loocisgelden met
f 27.100
vooruitgingen. Over
liet ie kwartaal bedroeg de stijging
f 89.000.
Dit

wijst althans op eenige opleving in het havenbedrijf.

ONTVANGEN BOEKEN.

Der Oedanice der wirtsehafilichen Entwickiung bei
Schunipeter und seine A’ufnahme ‘in der ökono-
mischen Theorie
door Dr. Rudolf Hug. (Heidel-
berg
1933;
Weiss’sche Universitatsbuchhandlung.
Prijs R.M.
4.80).

i)eze studie geeft een kort overzicht van het theoretisch
systeem van den ook in ons land bekenden hoogleeraar;
gevolgd door de verdere ontwikkeling van dit systeem en
zijn gedachte in deii loop der jaren. Verder geeft de schrij-
ver een eigen critiek, zoowel op de theorie van Schumpeter
als op diens critici, waarmede getracht wordt de veel be-
streden theoretische opvattingen over ondernemerscombi-
natie, additioneele credietverleening enz. ja de algemeene
leer van de economie in te schakelen.

De positie der gemeenten in het huidige staatsbestel
door
S.
Rodrigues de Miranda, oud-wethouder
van Amsterdam. (Amsterdam
1933; N.V.
De
Arbeiderspers. Prijs
f0,25).

Rede, uitgesproken voor de Vereeniging van sociaal-
democratische raads- en statenleden op 3 December 1033.

MAANDCIJFERS.

GIRO- KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM

Januari 1934
ij

Januari 1933

Giro’s
(eenzijdige ver-
In
1
Aantal
ILiHi
I

n
1
Aantal
melding)
millioeneni
oeneni

Girobetalingen aan:
gemeente-instellingen
f

12.6
36.665
f

15.9
38.443
particulieren …….
,,

21.5 184.984
,,

22.2
200.697

Geldovvzet.
,,

5.7
8.064
,,

4.9
8.330
,,

7.8
32.055
,,

8.1
33.192
Ontvangsten ………

Part.i-ekeninghouclers
42._’
48.76921
,,

29.6′
51.388′
Betalingen………..

Gelden voor ij aar vast
hebben gedeponeerd
,,

10.6
4.412
2
e

,,

10.3 4.1 142
1)
Gemiddeld saldo te goed.
1)
Einde
der maand.

CIIRO-OMZET BiJ DE NEDERLANDSORE BANK

i?cbruari 1934.

Februari 1933.

Posten

Bedrag

Posten

Bedrag

Rek.houders 51.924
f1.384.205.000I
42.458 fl.572.24O.000
Door H.-bank


plaatselijk

40.154
1
1.188.586.00 31.069 ,, 1.315.913.000
Voldoening
Rijksbelast.

866 ,,

7.701.000

917 ,,

10.048.000

OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)

Afdeeling 1
Kohieren
voor den dienst
1934
)

Dir. belastingen.
wo
Bedragen,
welke zijn

Benaming der
e

an

terugg
ders dan

Un
‘-.-
middelen
Totaal
bedrag
geven of
.

Zuiver
bedrag
_
JG

5″
wegens be-
taling op de
kohieren af-
geschreven
.z
o

Grondbelast. a)
9.351.391

9.351.391
9.329.528
Inkomst.bel. b)
21.259.761
610.722
20.649.040 25.764.808
Vermogensbel. c)
5.641.458 45.485 5.595.972 5.612.835
Verdedig.bel. 1
3.102.361 39.458
3.062.9031

3.056.776

Totalen..
39.354.971 695.665
38.
659.30
6
1
43
.
763
.
947

>’ hooidsom + 20 opcenten op de tioofclsom der ge-
bouwde eigendommen.
b) floofdsom + 20 opeenten. c) Hooidsom + 55 opcenten.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 213 gedeelte van het met
1 Mei 1934 aanvangende belastiugdienstjaar 193411935 en
1/3 gedeelte van het belastingdienstjaar 1933/1934.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 213 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934 en 1/3 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193211933.

Afdeeling
II.
Overige middelen.

Benaming der middelen

Maart
1934
Sedert

1934

)Vereen-

periode
1933

Divid.- en tantièmebel.

)
608.728
1.592.842 1.505.041
Rechten ôp den invoer

)
6.000.971
14.666.310 19.879.742
151.643
428.108 464.433
199.463
515.974
596.879
Accijns op zout

………..
Accijns op geslacht

.
..
.
643.247 1.787.704 1.563.102
Accijns op wijn

)
555.756 716.159 638.154

Statistiekrecht

…………

Accijns op ‘t gedistili.

)
2.810.950
7.496.216 8.180.904
Accijns op bier

)
665.270
2.151.480
3.273.480
Accijns op suiker

)

.
..
4.448.967 11.733.823 17.688.254
Accijns op tabak

)

– . . .
1.387.740
6.866.482 7.272.490
Bel, op gouden en zilverw.
37.500 142.118
156.573
Omzetbelasting
3)
.3.227.427
9.181.616

Couponbelasting
4)
.
160.035
467.489
– Recht, en boeten v.zegel)
5
1.383.256
6

4.397.498 3.716.680
Recht. en boet. v. registr.
958.888 2.751.261
2.775.948
Recht. en boet. v. succes-

lijden

en

v.

schenking
2.444.911
8.047.730 8.183.752
sie, v. overgang bij over-

Opbrengst d. loodsgelden
353.4291
1.004.676 915.672

Totalen.
. . .
26.045.181
73.947.486
76.811.104
) floofdsom en opcenten, ook wat betreft de outvang.
sten over het vorige jaar, bedoeld in kolom 3.
3)
De omstandigheid, dat de opbrengst van de on,zetbe-
lasting belangrijk beneden de raming is gebleven, is te
verklaren uit de volgende oorzaken:
a.:
de eerste maanden van 1934 ondervinden den terug-
slag v. d. grooten invoer in de laatste maanden van 1933.
er zijn bij handelaars groote oude voorraden, die zon-der omzetbelasting kunnen worden afgeleverd;
een belangrijk deel der belasting wordt voldaan in
den vorm van een aanslag, die per maand of per kwar.
taal, achteraf wordt vastgesteld;
(1.
de gebr. zegels zijn voor een deel op crediet ontvangen.
4)
Ofschoon de raming van dit middel over een vol jaar
is berekend, trad de vet tot heffing van deze belasting
eerst op 25 Februari 1034 in werking.
5)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f
268.218.
(Beursbel.)
°) Id.
f
1.005.302.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting ……….818.615

2.416.3521
2.098.056
Rijwielbelasting

26.758

56.5181

58.588

Totaal ………..845.373

2.472.870

2.156.644
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

l

Dienst
193311934
1 Zuiver bedrag der ko.
Zuiver bedrag der jhieren voor den dienst kohieren tot en met
1932/33
tot en met de-
de maand Jan. 1934 1 zelfde maand van 1933

Gemeente.f.belast.. . 57.795.521 69.341.378
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.

22.063.680


Opc. verm. t. get. v. 50

5.243.659

5.298.892
Tij d. opc. o. d. verm.b.

3.146.195

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

355

STATISTIEKEN.

BANKDISCONTO’S.
DiscWissels
24195ept.’33
Ned
Lissabon

•…
54
8Dec.’33

I
B,l.J3in..Eff.3
19Sept.’33
Londen ……2
3OJnni’32

Vrsch. in R.C.
3
198ept.’33
Madrid ……6
26
Oct.’32
Athene ……….
7

14Oct.
1
33
N.-York]i’.R.B. 11
1 Feb.’34
Batavia ……….

44l6Atsg.’33
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

………
7 9
Febr. ’34
Parijs

……3

8Feb.’34
Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……
3425
Jan.’33
Boekarest ……..

8

5Apr.’33
Pretoria

….
3415
Mei’33
Brussel ……….
3413
Jan.’32
Rome……..3

11Dec.’33
Budapest ……..
44
17Oct. ’32 Stockholm

..
24
1 Dec.’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

. .. .
3.65

2 Jtili ’33
Dantzig

……..
3

6 Mei ’33
Weenen……5
2SMrt.’33
Helsingfors ……
44
20Dec.’33
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
24

1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1934

1 A

16121

9114

3
~
17
2

pr.

Apr.

April

A

1933

18/22
April

1932

18(23
April

1914

20/24
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
2
21/
16

115116_2
I
5
18.2
1
18
1
12-1
1
3
116_h14
31
181,6
Prolong.
111
4

1
1
14-14
2
1
1
132
1
14
1
314-1
2
1
14-
1
14
Londen
Daggeld.
.
3
1-1
3
4

1
3
14

1
3
14-1 1
!4-1
111
4
211
3

1
3
14-2
Partic.dlsc.
15
116-1
15
116
1

1
511..I
15
1

1
1
12
5
18
21/
4

411
4
_3/
4

Berlijn

Daggeld…
4.511
4

4511
4

4-5I14
4
1
j5
3
14
431_51J,
5
1
14-6’1

Maandeld
413-53f4
411
3
.531
4

451
3
_531
4

4113_5314
4
1
17-6’13
514-6’17

Part, disc.
3
18
3
7
19
3719
3718
371
8

5
2
1
!s-‘I,
Warenw.
.
.
411
4.11
4

4.11
4

4.11
4

4_11
4

5.11
4

lVew
York
Daggeld
1)
.
1
1
1 1
1-2
3
1
4
2
1
1
3-4
1
3
j4

2j,
Partic.dlsc.
3/
3/ 3/
lJ_3/
3/
4
.7/
5

111
4


1)
Koers van 20April en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavia
York)
•)
5) 5)
S)
1)

17 April 1934
1.473%
7.62 58.17
9.744
34.514

100
,
12

18

,,

1934
1.475
1
,
7.58%
58.13
9.744 34.504
100.
2

19

,,

1934
1.475/8

7.58% 58.10
9.75
34.51
100%
20

1934
1.47
7.58
57.974
9.754
34.51
100%
21

1934
1.46
7.55%
57.88
9.754
34.50
100%
23

,,

1934
1.465/
7.54%
57.724
9.75
34.574
1004
Laagste d.wl)
1.454
7.53,l5
57.70
9.734
34.45
100
Hoogste d.wl)
1.48
7.62%
58.274 9.754
34.58
10051
5

Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100

ata
ZWit-
serlan
Weenen
PraaR
Boeka-
Milaan
Madrid
)
i)
rest’)

17 April 1934
47.80

6.17
1.474
12.621
20.20
18

,,

1934
47.80

6.17
1.48
12.59
20.19
19

1934
47.839

6.17
1.474 12.59
20.19
20

1934
47.83

6.16 1.474
12.56
20.194
21

1934
47.84

6.16
1.474
– –
23

1934
47.844
6.15
1.45
12.55
20.21
Laagste d.wi)
47.75

6.10
1.40
12.50
20.10
Hoogste d.wi)
47.85
28.-
6.20
1.50
12.674
20.324
Muntpariteit-
.48.12%
1

35.007
7.3711.488
13.094
48.52

D ata
Stock

Kopen

SO

ffel

Buenos

Mon-
holm
S)

hagen5)
Aires’)
Ireal’)

17 April 1934
39.30 34.05 38.30
3.36
37,%
1.48
18

,,

1934
39.10
33.85 38.10
3.36
379
1.4811
8

19-
-,,

1934
39.10
33.85
38.10
3.36
.

36
1.48i1
’20

,,

1934
39.10 33.85 38.10
3.34
36V
,
1.4711
8

21

1934
39.-
33:75
38.-
3.33
36%
1.4611
3

23

– …..
1934
18.95. 33.75
37.95. 3.34
.37
1,47%
Laagste d.w’)
38.60
33.45
37.60 3.30
36
1.46
Hoogste dw’)
39.50;
34.25
38.50 3.40
38
1.48%
Muntpariteit
166.671
66.671
66.671
6.266 953%

2.4878 •) Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In
‘t
lste
Qf2deNo. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN
TE NEW YORK. (Cable).

0
D
a
Londen
Parijs
.

Berlijn
Amsterdam
($ per £)
($ p. 100 fr.)
* p. 100 Mk.)
($
p. 100 gld.)

1934

5,15s1
9

6,60%
39,46
67,76
18

1934
5,13%
6,60
39,41
67,74
19

1934
5,1451
6,62%
39,56 67,92
20

1934
5,17%
6,86% 39,75 68,45
21

,

1934
.
5,16k
6,68%
39,75
68,55
23

,,

194
5;1
5
i,
6,66%
39,49
68,30

24 April

1933-
3,88%
4383%
25,60
44,60
-Muntpariteit,,.
4,86
3,9051
23.81%
4081
15

KOERS2N TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
7
Apr.
1934
1
14
Apr. 1
1934

1
Laagste]Hoogstel

16121
Apr.
’34
121
Apr.
1934

Alexandrië.,
Piast. P. £
9734
97%
9751
8

9751
8
97
Athene

•…
Dr.
p.
537 535
535
537
535
Bangkok.

Sh.
p. tical
1110
1
1,
111011,
1/101/,
1110
,
1
8

1110
,
1
9

Budapest

,,
Pen.
p.4.

174
17% 17%
17%
1734
Buenos Aires d. p.$
26jij
lo

2691,
5

26
26’i
2611,
Calcutta
. . . .
Sli.
p.
rup.
16
3
33

116
3
1
1/6
1
1
16

1161/
8

1/6
3
1
s
,
Constantin..
Piast. p. £
635
635
630
635 630
hongkong
..
Sh. p.
$
1
1
6’1
9

1,61,,
1/5;
1/64
116
Sli. p..yen
1/2’1
8

1/2s1,
1121/,
1
1
2%
1/2i1
1
,
Lissabon,.,,
Escu.p.,,c
110
110
10934
110%
110
Mexico

•…
$per,
184
18%
18 19
18%
Montevideo
.
d.perC
21
20%
20
21%
20%
Montreal

..
$
per £
5.16%
5.14% 5.11%
5.15
5.13%

Kobe

…….

Riod.Janeiro
d. per Mii.
431,
6

4a1,
431,
431
1

471
16

Shanghai

•.
5h. p. tael
1101
1

1/4%
1
1
1
3%
1/4%
114
Singapore
..
id. p.
$
214
5
/
33

214
8
1
32

21411
24%
2/4
5
/
52

Valparaiso
1).
$
per £

– – – –
Warschau
..
ZI.
p. £
27sf,
27%
2671
8

2751
8

27′,
1)90
lig.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
3)
Londenl)
N.Yorkl)
Londen
17 April 1934,.
19%
45
v,
17 April 1934,.,.
134184
18

,,

1934..
20sj,
45%
18

,,

1934..,.
135,4
19

,,

1934..
1971
s

45i,
19

,,

1934….
13513
20

,,

1934..
197/
s

45%
20

,,

1934,,,,
135j24
21

,,

1934..
191′,,
45
21

,,

1934…,
13518
23

,,

1934..
1971,
44%
23

,,

1934.,..
13574
24 April1933..
20i/,
37%
24 April1933….
118/2
27 Juli

1914,.
24’si
le

59
27 Juli

1914,.,.
84
1
10%
1)
in pence p. oz,stand.
3)
Forelgn
silver
In
$c. p.oz.
line.
3)
in ah. p.oz.tine

STAND VAN
‘e
RIJKS KAS
Voroeringen.
I

7April 1934
1

14April1934
Saldo van’s Rijks Schatkist
bij
De Ne-
1

11.710.121.83
t

17.229.670,37
Saldo
b.
d.
Bank voor Ned. Gemeenten
,,

974.612,42
614.708,54
Voorsch.
op uit.
Mrt. resp. Febr,1934a.

derlandsche

Bank……………….

de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,

1.403.870,72
,,

7.981.020,44
Voorschotten aan Ned.-lndië
………
267.474.513,74
,,268.206.935,86
Id. aan

Suriname …………………

11.488.148.06
,,

11.492.057,11,
Id. aan

Curaçao
………………….
4.604.492,92
,,

4.510.760,92
Kasvord. weg. credietverst. a/h. bultenl
.,
105.483.967,67
.,
106,460.404,64
Saldoderpostrek,v. Rijkscomptabelen

…..

,,

36,583.603,31

..

39.421.628,97
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)

…..



,,

11.099.262,41
Vord. op andere Staatsbedrijven ‘)…….12.797.769,27
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo) ……
45.073.432,15
,,

45.123.432,15
Verplicht Ing en
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar

octrooi

verstrekt


Schatklstbiljetten In omloop ………
.
f455.983.000,-
,,455.983.000,-
Schatklstpromessen in omloop …. …
37.370.000,-
Zilverbons in omloop
…………….
,.

1.358.241,-
Schuld op uit. Mrt. resp. Febr. ’34 aan de gem. weg. a. h. uit te keeren hoofda. d.
pers. bel., aand, 1. d. hoofds. d. grondb.

…..37.370.000,-
…..1.360.652,-

e.
d. gem. fondsb, alsm. opc. op die


Schuld
aan
het
Alg.
Burg.
Pensioenf.’)
6.346.636,32
112.338.785.27
,,

6.534.789,58
bel, en
op de verm. bel………………….

Id.

Staatsbedr. der P.T.

T.’)
a.
h.

en

…..
Id,
aan andere Staatsbedrijven
1)

108.542.039,61

Id. aan diverse
Instellingen’) ……..


92.372.475,20

93.892.353,83
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1 Id Snril
I01d 1 ‘)l Anril IO2.6

Saldo Javasche Ban)(………………

Betaalmiddelen in ‘s Lands kas


waaronder Muntbiljetten
………..
..


Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell.
f268.207.000,-
Schatklstpromessen ………. . …….
..
,,

1.000.000,-
Schatkistbiljetten
…………………
…10.705.000,-
Muntbiljetten in omloop
………….
…….

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds,
,,
4.793.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,
1.774.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……10.155.000,-

CURA9A0SCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Circu

/
Voor-
schotten
Dts

IDtverse
Diverse

Data
Metaal
laffe

/
aan de
conto’s
1
TkC
reke-
nin
g
en’
_________________
1
kolonie
Inhh1t

1
Maart

1934
4.510 4.564
62
120 521
60
1 Februari 1934
4.660 4.802
117 116
580
81
1 Januari

1934
4.801
4.918
105
117
610
125
1 December 1933
4.800
4.901
76 117
623 124

1 Maart

1933
4.710 4.909
6
151
709
72
‘)Slultp. der activa.
1)
SIultp.
der
passiva.

f
70.461.000,-

,,270.697.000,-
1,000.000,-
10.705.000,-

1.614.000,- 1.855.000.-
7.116.000,-

356

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.25 April 1934

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 April 1934.

Activa.
Binnenl. Wis

Ifffdbk.
f

22.977.686,87
se1s,Prorn.,

Bijbnk.

183.066,71
enz.in
disc.t Ag.sch.

5.015.350,77

f
28.176.104,35
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.154.475,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


1.154.475,-
Beleeningen
f
Hfdbk.
f
100.647.839,251)
Cl
s
:
e
r
:
l


B
i
jbnk.
,,

3.736.079,23

op onerp:(
Ag.sch.
,,

42.243.726,20

f
146.627.644,68

Op Effecten

……f
143.172.735,45
1
)
Op Goederen en Spec.
,,

3.454.909,23
146.627.644,681)
Voorschotten a. h. Rijk …… ……….

• Munt, Goud ……
f
106.716.535,-
Muntmat., Goud
•.
,,
679.690.245,96

f

786.406.780,96
Munt, Zilver, enz.

,,

25.688.162,95
Muntmat. Zilver..

Belegging
115
kapitaal, reserves en pen.
812.094,943,91
2
)

sioenfonds

……………………
,,
21.201.699,97
Gebouwen en Meub. der Bank ………
,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
11.083.697,93
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,
18.331.195,17

f
1.043.669.761,01

Passiva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
3.749.272,82
Bijzondere

reserve

………………
,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,
8.747.703,08
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
900.313.260,-
Bankassignatiën in omloop

………..
,,
204.830,35
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
22.939.778,08
saldo’s:

‘1,, Anderen
,,

77.646.457,66 100.586.235,74
Diverse rekeningen ………………
,,
5.068.459,02

f
1.043.669.761,01

Beschikbaar metaalsaldo

…………f
412.665.932,66
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.03.1.664.831,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No

99)
……..
f
76.424.425,-
Waarvan

in

het buitenland

…………………….
..6.567.252,47

Voornaamste iosten in duizenden guldens.

Goud

.
1
1 Andere
t Beschikb.
1 Dek-
Data
ICirculatiel
opeischbi
Metaal-
Ikings
Munt

Munt mat
.1
1
schuldenl
saldo
1
perc.

23 April’34
1067171
679.690
900.3131100.791
412.666
1

81
16

,,

’34
1067161
679.690
904.0161
94.775
412.853
1

81

25 Juli

’14
65.703!

96.410

310.437!

6.198
43.521
54
1

Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
Papier
Diverse
Data
1

bedrag
promessen
1

ningen
het
b
°
ftenl.
reke-
ldisconto’slrechtstreeksl
ningen
1)

23 April 19341
28.176
1


146.628
1.154 11.084
16

,,

19341
27.808
1


1147.393
1.154
9.068

25 Juli

1914!

67.947

61.686 20.188
509
‘)unaerue acuva.

JAVASCHE BANK.
Andere
Beschtkl
Data
.Qoud
Zilver
Circulatie
opchb.
metaal-
schul
eis
den
saldo

21 Apr.’34
2
)
1.890
187.900
31.570
57.102
14

,,

1342)
144.920
192.050
29.220
56.412

17 Mrti934
116.0021

32.940 .192.124 27.433 61.120
10

,,

1934
115.981

1

33.824 194.720
26.903 61.156

25Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842


Wissels.
D
Dek-

Data
buiten
Dis-
Belee-
rek
iverse
e-
kings-
N.-Ind.
conto’s
ningen
ningen’)
percen-
betaalb.
lage

21 Apr.’34
1
)
210
7720
10.510
66
14

,,

1342)
240
79.060
10.730
65

17 Mrt.1934
‘250
11.712
68
9.1451

49.242
10

,,

1934
242
9.252.1

50.165
10.953
68

25 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44

1) Sluitpost activa.
2)
Cilfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilf.
Other Securif les
Data
Metaal
1

in
in Bankingl
)ic.
and
1
circulatie

1 Departm.
1
Advances Securities

18 Apr. 1934
1 192.076 1 373.894

77.277 5.375

1

11.195
11

,,.

1934
1192.161
1 377.146 1

74.024 5.434

9.939

22 Juli

1914
40.164 29.317
. 33.633

1
Other Deposits
.
1 1
1

Dek-
Data
1

00v.
Sec.
Public
Depos.
.

Other

1
Bankers
Reserve’
kings-
Accountsl
1
oerc.’)

18 Apr.’34
1 79.499
1

14.384
103.388 1 38.809
1 78.1831
49,9
11

,,

’34
1 84.004
1

15.857
1103.862 1

37.009
1 75.0151
47,8

22 Juli ’14
11.005 14.736
.
42.185
29.297.52
‘) vernouuing iusscnen xeserve en ueposlis.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
Te goed
in h t

Wis

Waarv.I

op
het
1
Belee-

.
Renteloos
voorschot
buit:nl.
sels
buitenl.I

ningen
v.
d. Staat

13 Apr.’34I74.978
522
14 1
6.3681
1.0551
3.060 3.200
6

,,

‘34174.807
499
14 1
6.336)
1.0551
3.069 3.200

23 Juli’14
4.104
640

1.541!
8

769

fons
v.
d.
Diver-
Rekg.Courant
Data
zelfs t.
amort. k.
sen
1)
Circulatle
••
1
zelfs.
1
Part
i-
Staat
1
1
lamort.k.l culieren

l3Apr.’341
5.996
1

2.327
1

81.631

1.3
1

1.595
13.323
6

,,

‘341
5.996
1

2.445
1

82.311 .
214
1.607
112.531

23
Juli’1
4



5.912
‘kol
1- –
1943
‘)
ounpusi activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
.
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

14 April 1934
226,4
36,3
5,7
2.906,1
63,0
7

,,

1934
230,7
44,7
10,0
2.951,6
70,8

30 Juli

1914
1.356,9


750,9

50,2

Data
Effec-
1
Diverse
-Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
lat ie
Crt.
Passiva

14 April 1934
1

339,2
1

514,6
3.428,7
460,0
147,3
7

,,

1934
1

358,5
535,1
3475,0
502,1
156,0

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
unueiasi. ‘; wo. iNATIONALE BANK VAN BELdE.

Data

Goud
.
UI
Rékg. Crt.

.5
..;
1934
‘5
,
2

0

c0
3

3
ci
.0
ei

19 Apr.
12.701
65
1 722
1

39
347
40
3:460
100
345
12

,,
!

65
722 .1
38
347
40 3.489
106

310

FEDERAL
RESERVE
BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
1

Goud-
In
her-

1
1n de
Totaal
1

certifi-
cash

2)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
caten
1)
,nember
markt
banks

1
gekocht

4Apr.’34
4.343,3
I

4.309,6
1

215,2
47,5

1
26,0
28 Mrt.’34
4.314,1
4.281,2
220,9
52,6

:1
29,4

Belegd
F.
R.
Notes
1 1

ÇJ”’
1

Gestort
1
Goud-
Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in

.
5,
Gov.Sec.
in circu-I

.
Kapitaal)
kings-
1

kings-
latie
1
1
perc.3)

1

perc.
4)
___________
4Apr.’34
2.431,8 1 3.032,0 1
3.656,8 1
146,3

1
68,2
1


28
Mrt.’34

2.431,9 2.997,0
3.656,8
.145,6
68,2
‘) LJCLC
CCI1IIICdLCU welurli uuur UtOÇIIUIKIbLddII UC ACCCIVC SaahtncLL
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Dis-
1

Il
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
1

Beleg-d1
1

depo-
1

time
Ileenin.
en
beleen.
1

gingen
1

banks
sifo’s
1 1
deposits

28 Mrt.’341
9
1

8.161
1

9311
12.572

1
17.626
1

4.419
21

,,

’34
9
• 8.196
9323
12.576

1
17.645
4.420
a pubwn van jou nau. nans ua davascna flanK an uw flanK ci nng. land zijn In duizenden, alla overige Doston In millioenen van de be.
treffende valuta.

Econom isch~`Stat’istisch

Kwartaalber
*icht

Uitgave van het Nederlandsch Economisch Instituut

(Bijvoegsel van het Weekblad ,,Economisch.Statistische Berichten”)

No. XIII

WOENSDAG, 25 APRIL 1934

INLEIDING.

De teekeneii, van herstel, waarop wij reeds bij liet
verschijnen van ons vorig Kwartaalbericht konden
wijzen, zijn in de achter ons liggende maanden dui-
delijker aan het licht getreden. Inzonderheid kan iii
de landen, welke den gouden standaard hebben ver-
laten, van cnn merkbare verbetering worden gespro-
ken; van deze iaiiden maakt vooral Groot-Brittannië
een zeer bevredigenden indruk, mede door den gun-
stigen toestand, waarin daai te laicle de Staatsfiiian-
ciëu verkeeren blijkens •de onlangs ingediende be-
grooting.

Ook in de goudianden is echter de economische toe-
stand in enkele opzichten (men denke aan de ver-
mindering der werkloosheid en aan den in verschil-
lende landen verbeterden toestand ter kapitaalmarkt)
thans minder slecht dan een jaar geleden, al kan hier
nog geenszins van een bepaalde opleving worden ge-
sproken.

Het feit, dat in de afgeloopen maanden groote
monetaire storingen zijn uitgebleven en dat de inter-
nationale verhoudingen door de (voorloopige?) stabi-
lisatie van den Dollar aanmerkelijk rustiger zijn ge-
worden, heeft in nieer dan één opzicht gunstige ge-
volgen gehad. Vooreérst heeft het groothandeisprijs-
uiveau geen groote schokken meer vertoond, en
voorts heeft de -betere toestand van de markt voor
lang crecliet een aantal conversietransacties mogelijk
gemaakt, welke het budget der Overheid in de betrok-
ken landen (Engeland, Nederland, Ver. Staten, enz.)
zeer merkbaar hebben ontlast.

Toch ware het zeker verkeerd om bij de merkbare
opleving, die zich in een aantal landen voordoet, het oog te sluiten voor de gfoote moeilijkheden, die nog
zijn te verwachten. Inzonderheid dient in dit verband
te worden gewezen op het in verhouding tot klein-
.handelsprijzen en levenskosten nog steeds bijzonder
lage niveau der groothandeisprijzen. Het écart, liet-
welk zich hier voordoet, toont, dat zich liet nood-
zakelijk aanpassingsproces in zeer vele landen nog
lahg niet heeft voltrokken. Vooral voor de goudian-
den, wier levenskosten immers in verhouding tot
landen met gedepreciëerde valuta op een peil liggen,
hetwelk een ernstig obstakel vormt in den interna-
tionalen concurrentiestrijd, doet zich deze moeilijk

heid zeer pijnlijk gevoelen, en de situatie wordt te
nijpender, nu door een aantal steunmaatregelen het
niveau van de kosten van levensonderhoud
stijt
in
plaats van daalt.

Bedenkelijk is voorts, dat de wereldprijzen der
voornaamste agrarische producten, met name die van
tarwe en suiker,
hij
voortduring een

tendens tot
daling vertoonen. Zooals later in dit Kwartaalbericht
nog zal worden uiteëngezet, doet zich hier het streven
naar autarkie bij de invoerlanden van agrarisch.e
producten nog steeds sterk gevoelen. Al zijn er, in-zonderheid blijkens de grootere geneigdheid tot het
afsluiten van handeisverdragen op basis van recipro-
citeit, in den laatsten tijd meer teekenen, dat men
zich bewust wordt van de oude waarheid, dat een

land, hetwelk zijn invoer belemmert, daarmede tevens
zijn tiitvberhedrijveu te grönde richt (om van. (Ie
behoorlijke afdoening zijner bui tenlandsche verplich-
tingen nu maar niet te spreken!), toch zijn wij nog
zeer ver verwijderd van ccii phase van herstel in
grooten stijl
van het verstoorde wereldverkeer. De
achteruitgang van den handel moge, evenzeer als cle daling van het gemiddeld goudpeil der groothandels-
prijzen, voor het oogenblik eeuigszins stagneeren,
daarmede is de achterstand, ontstaan uit het verder-
felijk autarkisch streveti in de wereld, nog lang n.iet
inehaald.

Een element van onzekerheid in het conjunctuur-verloop der naaste toekomst vormt voorts de kunst-
inatigheici, •die het herstelproces in enkele landen
heeft gekenmerkt. Wij hebben daarop reeds vroeger gewezen en het is er inmiddels niet beter op geivor-
den. Vooral in Duitschiand en cle Vereenigde Staten
heeft zich zulks doen gelden. In. eerstgenoemd land

INHOUD

Blz

inleiding
………………………………….357

i)e

loop

(Ier

prijzel…….
………………………
358


r
ereIdlI)roductie

……………………
………..
‘351)

Productie van

vocdi ngs-
lol

gei.iiitniidchluti……….
3(10

Productie van itietmu len cii andere grondstoffen
……..361

Voortaadstatistiek van grothandeisprijzen

…………
1

.lndustriëele

productie …………………… …….
362

Geld-

en

kapitaalmarkt

…………………………..
3

Deviezeninarki……………………………….
365

Lijnen betreffende de en junettiur in Nederland

……..
5

Crisiswetgeving in Nederland

………………….
369

Crisiswetgeving in de Vereenigde Staten

…………
373

ilet prijsverloop van grootliandeisprijzemi gedurende liet

eerste kwartaal van

1934

…………………
377

Statisti.cli overzicht iaim grootiiandcisjirijzii

………..

De economische toestand van

Neclerlandsclt-lm.mcliti ………………………….
181)

Duitsehiand

……………………………….399

Frankrijk

…………………………………
392

Groot-Brittannië …………………………..392

Vereengde Staten ……………………….
……393
België, Zweden en Zwitserland ………………..
397

Couj unctuurgegevens betreffende Nederland, Neder-

landsch-Indië, Duitsclmlamicl, Groot-Brittannië, Vereenig-

de Staten, Frankrijk, België, Zweden en Zwitserland
398

358

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25
April 1934

trekt de groote vermindering van de werkloosheid en
de toeneming der productie nog steeds de aandacht;
wanneer men echter overweegt, dat dit proces eener-‘
zijds gepaard gaat met een bedenkelijk verval van
Duitschland’s exportkracht, waardoor ook de betaling
der schulden in het gedrang komt, en anderzijds met groote stijging van de vlottencïe schuld, een weelde, welke het met niet nagekomen schulden reeds zwaar belaste Duitschiand zich zeer zeker kwalijk kan ver-
oorloven, zoo schijnt het resultaat van de Duitsche
experimenten voorshands verre van onverdeeld
gunstig.

Van den omvang der in de Vereenigde Staten ge-
troffen maatregelen geven wij hieronder een uitvoe-
rig overzicht; bedenkelijk schijnt in dat land laatste-
lijk inzonderheid het streven om de effectenbeurs zoo
drastisch aan banden te leggen, dat de geheele toe-komstige ontwikkeling der kapitaalmaikt, waarvan
men het toch op den duur zal moeten hebben, er door
in gevaar wordt •gebracht. Typeerend is voorts, dat
zoowel in Duitschland als in de Vereenigde Staten de
emissiemarkt
vrijwel
geheel in beslag wordt genomen
door de uitgifte van Overheidspapier, hoofdzakelijk
verband houdende met den steun, welken de Overheid
aan het bedrijfsleven verleent. De Overheid vervult
op groote schaal de rol van credietbemiddelaar en de
eniissiebedrijvigheid voor particuliere rekening is nog steeds zeer gering.

Ondanks teekenen van verbetering blijf t’ derhalve
de toestand nog vol dnzekerheid.

Wat •den toestand in ons eigen land betreft, zoo
zal uit de hierna volgende beschouwingen
blijken,
dat
deze, evenals in het laatste kwartaal, iets minder on-
gunstig was dan in de dienovereenkoinstige periode

van 1933.

De werkloosheid is minder omvangrijk, de toestand
ter kapitaalmarkt is niet onaanzienlijk verbeterd en
bij de analyse van de uitvoerwaarde
blijkt
deze, ge-
corrigeerd op seizoensinvloeden, voor het eerst eenigs-
zins te zijn gestegen. In hoeverre deze laatste verbe-
tering duurzaam zal blijken, moet worden afgewacht.
De beide andere factoren passen in het algemeen
beeld, hetwelk hierboven werd gegeven. Van werke-
lijke opleving kan voorshands volstrekt niet worden
gesproken.

DE LOOP DER !R
1
JZEN.

Groot handelprijzen.

De beweging van de inclices van groothandelsprijzen
geeft voor de eerste maanden van 1934 een vrij stabiel
.beeld te zien. Dit geldt zoowel voor enkele belang-
rijke landen, die den gouden standaard hebben los-
gelaten (Engeland, de Ver. Staten), als voor enkele
landen’ met den gouden standaard (Nederland,
Duitschlaud, Italié en Zwitserland). Groote schom-
melingen, zoowel naar boven als naar beneden, zoo-
als in de achter ons liggende jaren herhaaldelijk van
kwartaal tot kwartaal plaatsvonden, behooren op het
oogenblik tot de uitzonderingen.
De prijzen op de wereldmarkt van de verschillende groothandelsartikelen (‘goudprjzen) ontwikkelen zich
nog steeds niet uniform. In het eerste kwartaal van
dit jaar hebben de gemiddelde prijzen van grondstof-
fen zich Vrij stabiel gehouden. De
prijzen
van de

beide producten van onzen grondstoffenindex, steen-
koln en copra, die het laatste kwartaal van 1933 een
la’.tgterecord registreerden, hebben in Maart een
nieuw laagtepunt bereikt. De prijzen van koper, lood
en zink staan nog steeds op een niveau, dat slechts
weinig boven de laagst bereikte noteeringen ligt.
De prijzen van tarwe en rogge bewegen zich ook
nog verder in dalende richting. Daarentegen zijn de
prijzen van koloniale producten, met uitzondering van
die van suiker gestegen. Over het geheel is de loop
der goudprijzen dus nog steeds zeer onbevredigend.

Prijzen, van agrarische en industriëele producten.

Zooals reeds meermalen opgemerkt is, weerspiege-
len de
prijzen
op de binnenlandsche markten in ver-schillende landen niet meer de wereldmarktprijzen.
Dit geldt inzonderheid voor ‘de prijzen van agrarische
producten, die vooral in de meeste vroege.re invoer-
landen krachtig worden gesteund. Deze politiek heeft
in zooverre haar uitwerking niet gemist, dat hierdoor
de wanverhouding tusschen de prijzen van agrarische
producten en fabrikaten is verminderd. Wij willen
zulks nader toelichten voor een (vroeger) graanim-
porteerend en een graanexporteerend land, t.w.
Duitschland en de Ver. Staten.
In Duitschland heeft het verschijnsel van de z.g.

18 September 1931
=
100
1913=100
1914= 100
1913= 100

Indexc. ,,The Economist”
.
.’

Data
.
,,,…

. .
Zweden
2
)
.
5
.
n
,
‘.
.

.)
21
Totaal
Grond-
Grond.

index
stoffen stoffen
.
.
.


‘n

n
z =
,

pafer$
.
E
N

0

30 Dec. ’31
108.9
117.1
94.4
96.1
93.4 96.9
94.6
85
109.9

(76.5)
119
83.1
103
131.0
105
110.0
114.1
27 Jan. ’32
108.3
115.7
93.8
93.5
93.6 95.8 91.6
84
108.5

(77.6) 118
80.8
101
130.0
93
108.4 120.5
29 Juni’32
97.4 99.3
80.5
86.4 91.5 89.5
88.1 78
107.5

(75.0) 113
74.7
95
127.8
84
104.0 110.6
21 Sept.’32
106.0
117.4
89.6
90.5 89.7 91.2
87.1
76
109.4

(72.6)
119
77.0
95
132.4
83
104.5
126:5
14Dec. ’32
102.2
112.1
78.2
85.1
87.9
91.4
85.0
77
106.7

(71.2) 119
75.4
92

125.6
78
100.0 139.5
11 Jan. ’33
1018
109.7
80.3
83.1
87.1
90.7
83.8
75 104.1

(70.9)
117
75.3
91
123.5
77
99.8 139.8
8Febr.’33
100.0
105.2 77.2 80.2 88.1
89.8 83.2
74
103.6

(70.4)
124
74.6
90
122.2
77
99.3
135.7
8 Mrt. ’33
99.2
105.1


87.2 88.0
84.1
72
103.6

(70.2) 123
73.5
90 122.5
75
100.6 134.0
5Apr.’33
98.2
102.9
82.0
81.5 87.0
86.2 83.2
71
103.9 (69.2)
122
72.2
91

124.8
74
102.1 133.1
17 Mei ’33
103.1
112.5 104.5
87.9
86.1
86.0 84.8
72
104.6 (67.2)
123
72.3
92
129.2
74
104.5 133.6
14Juni’33
105.5
115.0
110.6
92.1
87.0
86.9
85.4
73
104.6 (67.5)
123
73.1
91
132.3
75
105.6
135.7
12Juli ’33
109.1
119.9 129.2
99.8
90.2
86.5 86.1
73
105.9

(67.7)
125
72.9
92
133.7
74
110.1
137.6
9 Aug.’33
107.6 118.6
122.1 101.9
88.6 86.4
86.7
73
106.6

(67.1)
126
72.2
91
134.6
73
108.4 136.0
23 Aug.’33
107.9 118.4 118.2
102.8
88.8
86.3
86.6
75
108.0

(65.0) 128
71.5
91
136.1
72
107.6 137.8
6Sept.’33
108.6 118.4 118.2
102.8
88.8 86.3 86.6
75
108.0 (65.0)
128
71.5
91
136.1
72
107.6
137.8
4Oct. ’33
107.2 114.8 119.4
103.1
87.2
84.9 87.8

108.3(65.0)
127
70.5
91
132.8
71
106.1
136.3
1Nov.’33
105.9
114.4 114.0
104.1
86.5 84.3
88.3
76
108.9

(66.6)
128
69.9
91
130.0
71
107.3
135.0
13 Dec. ’33
105.3
114.8 117.0
104.4
87.2
84.5
88.4
77
109.3

(68.3)
129
69.8
91.
132.0
70
107.8 132.6
3Jan.’34
105.9 113.9 119.8
104.4
88.1
84.9 88.4


31 Jan. ’34
108.8 118.0 124.8 105.6
87.2
84.4
88.5
79
111.3

(67.9) 130
69.8
92
133.8

110.3
132.6
14Febr.’34
109.3 119.9 128.6
106.8
87.0
84.5
88.4

28Febi.
3
34
109.1 121.3
18.0
107.9


86.1
84.1.
.
88.0
80 111.2

(64.8)
131
69.6
91
133.5

112.6
134.1
14 Mrt.’34
109.0′
122.5 129.8
108.2
85.6
84.0
88.1

28 Mrt.’34
108.3
121.4 127.5
107.3
85.9 84.2
88.1
79
129
68.9
91
11Apr.’34
108.4
120.2
128.6
106.6
1
)
86.3
1
)
84.1
1
)
88.1
1
)

1)
Deze cijfers
hebben
betrekking
op 4
Apr. ’34.
2)

Maandgemiddelden.
Cijfers
tusschen
haakjes
goudpariteit.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

359

prijsschaar zich reeds verscherpt bij het intreden van
de crisis in 1929. Tot het begin van 1933 werd de
wanverhouding tusschen de prijzen van landbouw-
producten en fabrikaten in Duitschiand steeds grooter.
De regeering heeft toen ingegrepen en door allerlei
maatregelen, vooral door het vaststellen van z.g.
rechtvaardige prijzen, zijn de agrarische
prijzen
in
Duitschiand sedertdien met ongeveer 20 pOt. geste-
gen; ‘de prijzen van fabrikaten stegen in diezelfde
periode slechts met 2,5 pOt. De spanning tusschen
deze
prijzen
is •dus eenigszins verlicht, hetgeen de
volgende grafiek duidelijk laat zien (1913 = 100).

DUITSCHLAND

1925 19261927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1834

In de Ver. Staten is de ontwikkeling ongeveer ana-
loog geweest. Ook daar
zijn
de prijzen van landbouw-
producten sedert het einde van 1929 veel sterker ge-
daald dan die van fabrikaten. Ook daar had in het
begin van 1933 ‘de wanverhouding buitengewone af-
metingen aangenomen. In tegenstelling met Duitsch-land heeft men daar mede met behulp van monetaire
maatregelen deze wanvei’houding trachten te ierbete-
ren. Zooals uit ondeistaande grafiek
blijkt,
was in
het midden van 1933 de marge tusschen •de prijzen
van laneibouwprodtcten en ‘die van fabrikaten sterk
gekrompen. Daarna zijn echter de landbouwprijzen
weder gaan dalen, welke beweging gepaard ging met
een prijsstijging van fabrikaten, die ten deele een
gevolg is van de maatregelen, die President Roose-
velt op het ‘gebied van de bonen en andere arbeids-
roo
rv
aa
r
den heeft getroffen (basis van de prijzen in
de grafiek is 1926 = 100).

Kosten van levensonderhoud.

De kosten van levensonderhoud toonen niet overal
hetzelfde beeld. In de meeste landen heeft zich een stijging ‘der levenskosten voorgedaan, die zich niet
alleen openbaarde in de meeste niet-goudianden, maar
zich eveneens tot ‘de goudianden uitstrekte. Uit een
onderzoek van het Statistisch Reichsamt te Berlijn
blijkt namelijk, dat in alle goudianden de kosten van
levensonderhoud zijn gestegen. Daarentegen heeft in de enkele niet-gou’dlanden, als Finland, Noorwegen,
Zweden, Egypte en Britsch-In’dië geen stijging plaats-
gevonden. De volgende tabel geeft hiervan met be-
trekking tot een aantal landen een overzicht.
Deze tabel geeft aanleiding tot drie opmerkingen:
lo. De stijging is het grootst in die landen, wier
munt het meest gedepreciëerd is (Japan, Ver. Staten
en Denemarken).
2o. In de goudianden is de
stijging
voor een ‘belang-
rijk deel veroorzaakt ‘doör de piijsstijging van voe-
dingsmi’ddelen (vooral in Duitschland en België). Dit
is voornamelijk toe te schrijven aan de steunmaat-

.

:î’
en

Levensonderhoud

es
,

-i

(1)

Voedingsmiddelen

es

co

(l

Kleeding

es

(1)

Denemark.
Juli’32
+

6,1
Juli

’32
+

9,5
Jj

’32
+
10,8
Japan
.
..
+
14,2
+
10,1
Juni

,,
+ 23,0
Duitschl.
. .
Mrt. ’33
+

3,7
Mrt. ’33
.i-

7,5
Mei

’33
+

2,1
Zweden

. .
,,

,,
±

0
,,

,,
±

0,8
Juni
+

1,2
Gr.-Britt..
.
April
±

4,4
April
+

8,8
,
+

1,4
Ver. Staten
v.
Amerika
,,

,,
+

8,0
+
15,9
April
+
27,6
Oostenrijk
+

1,9
Febr.

,,
+

1,0
Nov.
±

0′
België


.
Mei
f

4,0
Juni ’32
+

8,8
Dec.
±
0

+

0,8
Mrt. ’33

0,9
Oct.
±
0
Canada. ..
.
Juni
t-

1,7
Febr.,,
-f.

9,9
April
+

5,6
Zwitser!……

Nederland
,,
4-

1,5
Mrt.

,,
+

4,8

-‘
Polen

.
..
.
Aug.

,,
+

‘1,4
Aug.
+

2,2
Dec.

’33
±
0
Frankrijk
3e kw.,,
+

1,9
3e kw.
+

3,4
le
kw.,,
-4-

1,0
Italië

.
..
.
Nov.
+

0,2
Nov.

Tsjecho-
Slowakije
Dec.
±

0
Dec.
±
0
Dec.,,
±
0

regelen, die in deze goudlanden ten behoeve van den
landbouw zijn genomen.

3o. In de landen, waar de stijging het grootst was (Japan, Ver. Staten en Denemarken) zijn de prijzen
van kleeding sterker gestegen dan die van voedings-
middelen.
Het bedenkelijke van deze situatie voor de goud-
landen is, dat door de verhooging van de kosten van
levensonderhoud de concurrentiemogelijkheden met de
nietgoudlanden nog meer verminderen. Alleen bij
drastische verlaging van de kosten van levensonder-
houd kunnen de goudianden op den duur den voor-
sprong inhalen, dien de niet-goudlanden op de wereld-
markt ,hebben.
Productie en voorraden.

Wereldproducte.

De nog steeds uiterst lage prijzen van granen op
de wereldmarkt zijn hoofdzakelijk een gevolg van de
onvoldoende aanpassing van de productie in de
exportlanden aan ‘de gedaal’de behoefte van de invoer-
landen. De groote bezwaren, die .verbonden
zijn
aan
de vermindering van de met graan te bebouwen
oppervlakte in landen als de Ver. Staten en Argen-
tinië hebben er toe geleid, dat de wereldproductie van
voedingsmiddelen, in de periode van 1929 t/m. 1932
ongeveer op peil was gebleven. Daarentegen was de
productie van grondstoffen en mineralen in genoem-de priode zeer sterk gedaald.
Hierin is in het afgeloopen jaar een ingrijpende
wijziging gekomen. De wereldproduetie van granen
is namelijk niet onbelangrijk gedaald, terwijl de we-
reidproductie van grondstoffen als gevolg van de in
vele landen toegenomen industriëele
bedrijvigheid
is
gestegen. De ‘grafiek bovenaan blz. 360, ontleend aan het Maartbericht van de Fed. Res. Bank te New-York,
laat zulks
duidelijk
zien. Deze grafiek, geteekend ‘op
een lo’garitmische schaal, toont ‘de ‘beweging van een
indexcijfer van wereldoogsten en een van de wereld-
productie van metalen en mineralen; hieruit is een
algemeene productie-index berekend.
Deze algemeene productie-index is in 1933 t.o.v.
1932 nog gedaald met 1! pOt.; ten opzichte van 1929 met 17 pOt. De verdere daling, in 1933 van den alge-
meenen productie-index – volledigheidshalve wijzen
wij erop, dat de gegevens nog voorloopig zijn – is
geheel toe te
schrijven
aan de daling van het index-
cijfer der wereldoogsten met 5 pOt. Dit indexcijfer
omvat katoen, wol, rubber, zijde, tabak en verder
voedingsmiddelen. Deze laatste hebben echter de
daling veroorzaakt. De productie-index van metalen
en mineralen steeg t.o.v. 1932 met 11 pOt. Daar dit
in’dexcijfer van 1929 tot 1932 met 44 pOt. was ge-

160

11*0

120

100

80
70

PER CENT
200

loL

8C

6C

4C

1865 1875

f885

1895

1905

1915

J95

1935

1910-15
AvERAGE-l0O
PER
CENT

CR0PS..”


Tj’TA
8ASIC PRODUCTION
L

0

MINERALS
&
METALS

7
_
_

360

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

daald, is dus in 1933 ongeveer ecu zevende van cle
daling ingehaald.

Productie van voedings- en genotmiddelen.

Op
het gebied van den verbouw van
tarwe
zijn
twee verschijnselen waar te nemen,
t.w.
een uitbrei-
ding der productie in de meeste invoerlandeii en een
vermindering van de productie in de uitvoerlauden.
Daar de voorraden nog steeds zeer aanzienlijk zijn
en Argentinië bovendien in den laatsten tijd drin-
gend heeft aângeboden op een zich nog steeds ver-
engende wereldmarkt, hebben de tarweprijzen in het
afgeloopen kwartaal wederom een nieuw laagteniveau
bereikt. De lage prijzen op de wereldmarkt hebben
voor de stijging van het verbruik – afgezien van het
verschijnsel van een inelastische vraag – geen hetee-
kenis meer. Niet alleen bevinden de prijzen in de
invoerlanden zich op een veel hooger niveau dan dat
van de wereldmarkt, maar ook in verschillende uit-
voerlanden worden de tarweprijzen door uitvoerpre-
mies, gegarandeerde prijzen euz. kunstmatig hoog-
gehouden.
Tengevolgc van de verminderde productie van de
uitvoerlan’den, met uitzondering van Rusland, zullen
volgens •(Ie statistieken van het Internationaal Land-
bouw Instituut de voor export beschikbare hoeveel-
heden tarwe dit oogstjaar afnemen. Zooals te ver-
wachten was, is cle productie van de invoerianden dit
jaar weder toegenomen, zoodat cle wereldmarkt zich
opnieuw veruauwcl heeft.

Productie, handelsbeweging en voorradeil van tarwe.
(In niillioen quiutalen)

8..
8.
8- ,0
0
0,
2oo
‘s
‘.n
.-.x
8.
0)
o
‘0
,
•08.
0)0
2
0n

o,

_–



1926_27
924
249
652
272
291
223
68
1927_28
983
217
690 293
306.
220
86,
1928_29
1069
220
769
300
391
251 140
1929_30
942
189
608 334 306
170 136
1930-31
1020
269
730 290 378
224
154
1931_32
1009

702 307
377
217 160
1932_33
1015
202 645 370 358
172 186
1933_34 960
277 576 384 297
142
4
) 155

8)
Behalve China, Perzië, Turkije en irak
2)
Canada,
Ver. Staten, Argentinië, Australië, Britsch-Indië, Bulga-
rije, Hongarije, Roemenië, Joego-Slavië, Polen, Lithauen,
Algiers, Marokko, Tunis, ‘Chili en Uruguay.
8)
Voorraden in de uitvoerlanden plus stoomende partijen.
4)
De’ waar-
schijnlijk door de invoerlanden benoodigde hoeveelheden.

De verminderde invoer van tarwe van de Europee-
sche invoerlanden in dit oogstjaar, die mede een ge-volg is van gunstige ‘weersgesteldheden blijkt uit de
volgende tabel: ‘

Netto tarwe-invoeen in Europa. (In millioen quintalen.)

1927_
1928_
1929
1930_
1931_
1932
1933_
28
29
30
31
32
33 34

le halfj.
89,4 86,9 75,0
85,8
80,0
58,8 52,5
2e

Iialfj.
89,3
92,0
65,1
86,8 61,6
1)

50,0
eh. jaar
1.78,7
178,9
140,1
8201
,
167,8 166,8
120,4
1
)102,0
1)
Voorloopig.

Het nog steeds toenemende streven naar zelfge-
noegzaamheid op agrarisch gebied in de Europeesche
landen manifesteert zich ook bij de
suiker.
Volgens
de laatste schatting van Licht zal de met bieten te
bebouwen oppervlakte in Europa met uitzondering
van Rusland in 1934/’35, vergeleken met het vorig
oogstjaar, met 7 pCt. toenemen. De grootste uit-
breiding verwacht men iii Duitschland; voor Neder-
land wordt een vermindering van cle met bieten te
bebouwen oppervlakten aangenomen in verband niet
een verlaging va.n het totale steunhedrag.
Wat de rietsuiker betreft, baart op het oogenhlik
cle productie van de Philippij.uen groote zorg.
Op
de
Londensche Suikerconferentie, die begin Maart is
gehouden, is het vraagstuk van den afzet van de
Philippijnsche suiker op de wereldmarkt besproken.
De suikerproductie van de Philippijnen is zoo sterk gestegen, dat deze, mede in verband niet de contin-
genteeringsplanuert van cle Ver. Staten daar niet
meer, zooals tot dusverre geschiedde, geheel kan ivor-
den afgezet.

Op
de
koffiemarkt
is de toestand nog steeds zeer
ongunstig, hetgeen voornamelijk een gevolg is van
den grooten oogst van dit jaar.

Kof (1e-oogsten in de wereld.
1)

Van 1 Juli

1 Brazilië
1
De wereld Braz. prod. in
0
/0
tot 30 Juni

in niillioen(

1
v/d wereldprod.

1929130

.
..
.
29.074 40.132
72.5
l30 31

.
..
.
18552
27.858
59.4
1931132


-.

27.933
38.508
72.5
1932133

.
..

16.500 28.143
58.6
1933134


..
.
29.880
40.285
74.4

i) Ontleend aan
.Departemento
laciona1
do Café te Rio
de ,hineiio.

De stijging van cle voorraden is niet alleen een
gevolg van den grootereil oogst, maar ook van het
feit, dat de vernietiging van koffie in het begin van
dit jaar niet nieet- op zoo groot,e schaal heeft plaats-
gevonden als in 1933.

In tegenstelling met de nog steeds hoogst onbe-
vredigende toestanden op de suiker- en koffiemarkt
is de positie van het genotmiddel
thee
in den laatsten
tijd verder verbeterd, hoewel de prijzen zich in de
laatste weken eeuigszins in dalende richting heivogen.
De uitvoer van ‘de bij de restrictie aangesloten landen
toonde over de eerste tien maanden van het eerste
restrictiejaar het volgende beeld:

Thee-uitvoer

uit de restrictie-

Toegestaan voor de

landen 4prilfJanuari (10 mud.) periode 1April1933

1933

1932

—31 Maart 1934
(in 1000 KG.)

Ned.-Indië …51.577

65.024

66.931

Britsch-Indië 143751

170.180

1.47.511

Ceylon ……77.122

96.967

96.975

Totaal ….272.450

332.171

311.417

Ned.-Indië, en Ceylon hebben de hun toegewezen
hoeveelheden nog lang niet geëxporteerd. Britsch-
Indië daarentegen heeft het quotum bijna bereikt
Het is te vreezen, dat dit land eenige moeilijkheden
zal bereiden voör de juiste uitvoering van de inter-
nationale thee-overeenkomst.

543
624 630
603
568 525

568 568
570
570
571.
571
59
560 556 549
545
536
525 523
!23
!330
24
53
.

534
.

54.1
550

11.1
6.0 5.0
17.4 20.7
20.8

20.7
21.0 20.9 21.0 21.6 .216 21,5 21.1
20.4 20.0
19.7
19.5
19.5 19.5
19.7
20.4
21.0
21.1
21.0 21.0
21.2 20.9

3.3
3.2 3.8 4.4 6.7 8.5
8.8 8.9
8.3
8.3 8.4
8.6 8.9 8.4
8.1
7.8
7.9 7.2
7.8 9.0 8.9
8.6 8.5 8.8
8.9
8.4
7.9
7.5
7.3
6.4
7.8
8.4
8.3

7.7
7.6-

13
12
15
16
25
31
33
33 31
31
33
33
.
33 33 30 29
29
26
29
3.1
33
32 32
3.!
33
31
29
28
27
24
29
31
31

28 28

9.6
8

10.9
8

18.4
8

18.8
25.!
29.3 34.3
28.4

34.4 34.2 34.3 33.4
30.7
29.1

29.!
28.8 28.4

27.1
25.4
24.7
23.7
20.9 20.9 20.3 20.2 21.3
22.5
22.6

50 53 89 83
118
131

14(;
146
146
142
131
126

126
123
121

115
/08
105
101
89 89
86
86
91
96
96

187.3
191.3
213.0 220.5
260.4
261.6 244.7
285.8 260.8

248.3
240.4 213.3
171.2
182.1
182.2
183.9
202.7
219.1
239.0
263.8 285.8
295.5
292.1
275.6 262.4 257.4
244.8
234.4
235.1
235.3 248.3 254,5 269.8

275.1 265.8
251.5

31.5 57.4 64.7
88.2 69.6
68.5 89.4
64.2 75.2
83.4 80.2
75.9 71.7 73.6
72.0
75.4 92.5 79.0
61.1
61.7
64.2

83.9
98.6 95.9 96.8
114.2 115.3
119.1
106.0
96.!
89.2
94.0 75.2

81.1 77.8
69.8
40.5 47.3 50.0 72.9
72.9
76.1 74.1
68.6

79.0
76.5 74.5
66.2 61.0 55.6 51.0 53.0 62.2
66.1
65.7
74.!

80.4
77.6
72.2
65.3
59.4
57.3 57.5 60.3 64.5
64.6 62.6 66.6

72.8
69.8

5.635
8.225
7.037
7.024 7.234
9.731
10.709
10.807
10.240

10.742 10.613 10.243
9.462
8.849
8.281
7.682 7.546
8.239
9.552
10.778
10.807

10.832
10.365
9.866 9.362
8.661
8.038
7.510
7.088
7.871
9.253
10.842
10.240

9.764 9.033 8.546

26 35
28
28 28
32
48
4.9
42

48 48
46
42
40
37

84 81 34
39
44 44
45 43
4′
39 36
33 31 29
32
38
46
42

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

381

Productie van metalen en andere grondstoffen.

De beperking van de productie van
tin,
heeft tot
dusverre nog steeds bevredigende gevolgen gehad voor
de vermindering van de voorraden, die nog aanhou-dend dalen. Belangrijk is, dat de producenten in den
Congo, Portugal en ludo-China zich hij ‘de restrictie-
overeenkomst hebben aangesloten. Daarmede :is aan
cle vrees voor ongelimiteerde uitbreiding van de pro-
ductie van enkele outsiders een einde gekomen. Op
welke voorwaarden zulks is geschied, is niet bekend,
maar het is zeker, dat de outsiders vergeleken met
enkele jaren geleden, hun positie zullen hebben ver-
beterd. De vorming van een bufferpool, die ten doel
heeft sterke schommelingen in de productie te voor-
komen, is door het Internationaal Tin Comité aan-
bevolen.

lloewel de positie van.
koper
in den laatsten tijd
iets verbeterd is, bewegen cle prijzen zich nog steeds
even boven het laagst bereikte peil, hetgeen mede
een gevolg is van de groote voorraden. Volgens schat-
tingen is echter liet verbruik in 1933 grooter geweest

dan de productie, waardoor de voorraden zijn ver-
in i uclerci.

Van groote beteekenis kan •de enkele weken ge-
leden in cle Ver. Staten tot stand gekomen kopercode
worden. De code voorziet in een reglerneneering’van
de productie ‘en in een blokkage van de $urplus-
VOOrraden.

Indien het economisch herstel in de Ver. Staten
aanhoudt, zullen cle aanzienlijke Icopervoorraden snel
verminderen, hetgeen natuurlijk de wereldmarktpos i-
tie sterk zal verbeteren. Belangrijk voor de wereld-
markt is, dat de geblokk-eercle voorraden mcl geëx-
porteerd mogen worden.

ilet goed met het meest verzekerde dehiet in de
wereld is nog steeds het
goud,
dat immers in de lan-
tIen met gouden standaard tot vasten prijs en in de
iiiet-goudlanden tot dien overeenkomstig agio in on-
beperkte hoeveelheden afzet kan vinden. De produc-
tie van goud is in 1933 iets lager geweest clan in het
recordjaar 1932, zooals blijkt uit het volgend over-
zicht, ontleend aan de publicatie van cle Union Cor-
pc.ration.

VOORRAADSTATISTIEK VAN GROOTHANDELSARTIKELÈN.
1)

TIN
2
)
LOOD’)
ZINK
RUBBER4)
PETRO-
LEUM
STEEN-
KOLEN
SUIKERS)
KOFFIEG)
THEE

TARWE
9
)I
KATOEN
10)

A’ereld
Kartel
Wereld

Vereen.

1
Staten
Europa
Wereld
I’
Wereld7
h
Londe lAmster.! Wereld IWereld
I
JE

I
In
1000
tons
° ‘
1
ii
l’-I
3!

,I

1
l-I.I

dam
1
in
1000
long-
in
1000
tons
1
in milI.
barrels
in milI.

1
in milI.
in
milI.
13J

__

in milI
in
fl100
kstv
Pl

_________________________
in milI.
in 1000131
tons
tons.

J
tons
balen
lbs.
4’Kg

1
qtrs.
balen

19251 17.1

ii

1926 15.8

11

1927 15.6

11
1928 24.9 15

1929 32.4 18

334.5 41

1930 46.6 80 90.5

479.9 69

1931 59.2

42 148.3

623.6 90

1932 55.9

47 177.0

148.6 811.8 92

1933 29.1 25 210.5

128.7 608.4 92

Jan.
’32 60.4 52 156.4

189.3 646.6 99
Febr.

59.6

51 161.9

191.2 634.9 97
Maart

60.2 51 165.7

182.4 614.9 94
April

60.5 52 165.3

177.5 614.7 94
Mei

59.4 51 169.1

174.4 621.8 95
Juni

58.2 50 176.8

173.8 585.2 89
Juli

59.8

51 176.8

167.8 572.4 87
Aug.

56.7 48 173.4 163.2 589.0 90
Sept.

56.3 48 169.9

160.5 594.8 91
Oct.

56.1

48 167.1

154.6 598.7 91
Nov.

56.2 48 175.1

153.8 602.5 92
Dec.

55.9 48 177.0

148.6 611.8 93

Jan.
’33 54.3

46 188.6

148.9 651.7
4
)

81
Febr.

52.7 45 194.7

152.2 642.9 80
Maart

51.7 44 198.7

150.0 642.2 80
April

49.9

48 201.9

151.3 626.1 78
Mei

48.9 42 202.2 148.2 625.0 78
Juni

46.6 40 198.3

141.9 623.6 77
Juli

44.9

38 180.6

131.8 616.9 77
Aug.

40.0 34 170.1

128.1 602.6, 75
Sept.

35.9

31 175.1

125.5 616.7 77
Oct.

33.8 29 184.1

129.2 622.1 77
Nov.

31.7

27 197.5

130.8 636.6 79
Dec.

29.1

25 210.5

128.7 650.8 81
Jan.
1
34 28.4 24 214.8 134.2 650.1 81
Febr.

27.6

652.0 81
Maart

24.4

De cijfers hebben betrekking op liet einde van de maand
(jaar) of het begin van de daarop volgende maand.
De visible supply volgens W. H. Gartsen (vroeger Ricard
en Freiwald). Het wereldverbruik bedroeg in
1932 ruim
117.000
ton.

Voorraden in de Ver. Staten en Engeland.
Wijnand&Keppler’s Rubberber4cht. In Februari
1934
zijn
de wereldvoorraadcij Iers gewijzigd. ])e gewijzigde cij Iers gaan
niet verder terug dan Januari
1933. De wereidvoorraden
van vôdr 1933 rijn dus niet te vergelijken met die vanaf 1933
Zichtbare voorraden volgens Ozarnikow.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
) Niet inbegrepen debinnenl.voorr.inBrazilië. SedertJuni
niet inbegrepen de gouvernementsvoorraden van Sao Paulo.
Zonder Rio.

Statistiek van George Broomhall. Zichtbare voorraden
in de £weede hand in de Ver. Staten en Canada, en in de
voornaamste havens van Groot.Brittannië, in Europa, Ar.
gentinië en Australi6 en stoomende partijen.
Liverpool Cotton Association. De cijfers hebben betrek-
king op de voorraden in Engeland, op het Continent, in le
Ver. Staten, te Alexandrië, te i3ombay en in den Orint.

362

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

Goudproductie van het Britsche Rijk (In 1000 ounces fijn).

1927
1
1928
1929
1

1930
1

1931
1

1932
1933
1
)

Unie van. Z.
Arika.
..
.
10,122
10,354
10,412
10,716 10,878
11,559
11,029
Canada

.
..
.
1,853
1,891
1,928
2,102 2,694 3,044
2,945
Australië
689
632 585
622
784
995
1,140
Rhodesië.
..
.
582
577
562 555
541
580 645 384
376
364 329 330
329 335
Br. West Afr.
172 158
208
242
268 293
332
Verdere Rijk
39
46
50
55
61
95
107

Britsche Rijk
13,841 14,034
14,109
14,621
15,556 16,895 16,533

Indië

……..

Wereldtotaal
19,180
19,399 19,586
20,836
22,330
24,141
24,000
01
0
Br.Rijkv/h totaal
.
..
.
72,2 72,3
72,0
70,2 69,7
70,0
68,9
0
/0
Z.-Afr. v/h
totaal
.
..
.
52,81
53,41 53,21 51,41
48,7
47,91
46,0
1)
Raming.

De oppotting van goud heeft zich ook in het afge-
loopen jaar weder voortgezet. Met het oog op de vrees
voor enkele goudvaluta’s is Londen in 1933 sterk als
internationaal oppottingscentrum op den voorgrond
getreden.

Het zilvervraagstuk heeft in Maart wederom in
het centrum van de belangstelling gestaan in verband
met het Amerikaansche •wetsontwerp om zilver in betaling aan te nemen voor uitgevoèrde landbouw-
producten. Hoewel dit ontwerp nog niet tot wet is
verhevei;’ is het niettemin gebleken, dat het zilver-
probleem in de Ver. Staten nog steeds een ondërdeel
van de regeeringspolitiek vormt.’ Bovendien moet men
niet vergeten, dat de zilverovereenkomst een van de weinig tastbare resultaten van de Wereidconferentie
is geweest, terwijl de Ver. Staten zich bereid hebben
verklaard een deel •der betaling van de oorlo-gsschul-
den in zilver te accepteeren. Tot dusverre is op deze
wijze ruim 20 millioen ounces betaald. Hieronder
laten wij een overzicht volgen van de wereidproductie van zilver:

Wereld zilverproductie (In millioen ounces fijn).

Mexico
Ver.

Staten
Canada
Overige

landen
Totaal

1912
1)

.
.
75
64
32
60 231
1919

. ..
66 57
16
41 180
1920

.
..
.
67
55
13
39
174
1921

.
..
.
64
53 13
41
171
1922

.
..
.
81
56
19
54
210
1923

.

91
73
18
64
246
1924

.
..
.
91
65
20
63
239 1925


.
93
66
20
66
245
1926

.
..
.
98
63
22
71
254
1927

.
..
.
105
60
23 66
254
1928

.
..
.
109
58
22
68
257
1929

.
..
.
109
61
23
68 261
1930

.
..
.
105
51
26 66
248
1931

.
..
.
86
31 21
58
196 1932

.
..
.
69
24
18
54
165 33
2)

.
69
22
15 57
163

1)
Recordjaar voor den oorlog.
2)
Raming.

De prijs van
rubber
is in Maart gestegen tot een
niveau, dat sedert April 1931 niet meer is voorgeko-
men. Deze
prijsstijging
is alleen te verklaren uit de
verwachtingen- van een a.s. restrictie-overeenkomst.
Immers de wereldvoorra-den zijn reeds sedert Aug.
1933 weer
stijgende
(de
stijging
van Dec. tot Febr.
is
intusschen zeer gering, nl. ruim 1.000 tons). Het is echter te verwachten, dat de jongste prijsstijging
weer een vermeerderde productie tengevolge zal heb-
ben, vooral van bevolkingsrubber. Deze heeft ni. in
1933 het meest tot de geweldige productie bijgedra-
gen, een productie, die nog geen 3.000 ton kleiner
was ‘dan de recordproductie in 1929 (833.491 ton in
1933 -tegen 835.797). Voor de eerste twee maanden
van 1934 overtreft de productie die van de overeen-
komstige periode van 1929

reeds met 20000 ton!

Wordt over de restrictiemaatregelen niet spoedig
beslist en
blijft
‘door de onzekerheid de prijsstijging
gehandhaafd, dan valt .dit jaar met een recordproduc-
tie te rekenen, die waarschijnlijk vooral -door de
bevolkingsrubber in Ned.-Indië teweeggebracht zal
worden. In welke mate de bevolkingsrubber van
Ned.-In-dië het vorig jaar de overhand heeft gehad,
moge uit het volgend staatje (ontleend aan het 17e
verslag over de bevolkingsrubber) ‘blijken:

Werelduitvoer in
ol
o
van le halfjaar 1929.

1932
1933

lehalfj.
2ehalfj.
lehalfj.
2ehalfj.

N.-Indië ondern
107.6
95.3
102.2
118.8
N.-Indië bevolk
48.3
66
70.9 143.8
Malakka ondern
102.2
93.8
96.7
98.7
Malakka bevolk
81.9 86.4
96.8 112.3
61.4
61.7
76.2
81
Ceylon

………
Overigelanden.
59.8
62.3 67.2
91.1

Industriëele productie.

De verbetering van de industriëele productie in
verschillende landen, die reeds eenigen tijd was waar
te nemen, houdt nog steeds onverminderd aan. Dit
is inzonderheid het geval in Japan, waar de industrie
door ‘de huidige wereldcrisis slechts weinig is terug-
geloopen in 1930 en 1931 om daarna weder sterk te stijgen en voorts in Engeland, Duitschland, Zweden en nog enkele andere landen. Ook in de Ver. Staten,
waar de opleving, die na het loslaten van den gouden
standaard inzette, in het najaar door een terugslag
werd gevolgd, is het herstel weder in vollen gang.
Daarentegen is de toestand in de landen van het
goudblok nog weinig rooskleurig. Dit geldt inzon-
derheid voor Frankrijk en Zwitserland, twee landen,
die tot dusverre de minst krachtige maatregelen heb-
ben genomen om het prijs- en kostenniveau bij .dat
van de wereldmarkt aan te passen.

Indexcijfers van de industriëele bedrijvigheid 1928 = 100.

Duitsch- Enge-
Frank-
Stn
Canada
Japan

1929

….
100.4
106.0
109.4 107.2
108.1
111.4
1930

….
90.1


97.9
110.2
86.5
91.7 105.6
1931
73.6
88.8

97.6
73.0
76.7
100.7
1932

….
61.2

88.4
75.6
57.7
62.8
107.9
1933

….
68.6
93.1
84.6
69.3
65.2
128.4

Jan. 1933
62.9
78.7 58.6
52.8
117.2
Februari’
64.6
89.9
81.1 56.8 51.7 115.0
Maart
64.9
J
82.7 54.1
53.1
129.9
April
65.5
84.3 59.5
55.3 126.4
Mei
67.9
90.7 85.8
70.3 ,
61.7
130.6
Juni
69.5
87.4 82.9 67.7
119.9
Juli
70.6
88.2
90.1 70.1
126.9
Aug.
….
70.7
90.8
87.4
82.0
76.0 130.4
Sept …..
70.5
86.6
75.7 76.6 129.8
Oct.

….
70.8

..

85.0
69.4
74.2
137.6
71.9
98.6 84.3
65.8
71.2
138.7
.. ..

72.8

83.5
,
67.6
72.2
138.1
ov……
Dec……

Jan.

1934
77.8
83.5
70.3 71.7
Februari
83.5
73.0
71.3

In vorige Kwartaalberichten hebben wij reeds ge-
wezen op het verschil in conjunctuurpolitiek in En-
geland eenerzijds en die van de Ver. Staten en
Duitschland anderzijds. In laatstgenoemde landen is
‘de opleving
bijna
‘geheel een gevolg van het ingrijpen
van -de Overheid in het economisch leven en het
vertoont in zooverre een min’ of meer kunstmatig
karakter. In Engeland daarentegen heeft ,de conjunc-
tuurver-betering, wat -de binnenlandsche verhoudingen
in het economisch leven betreft, veel natuurljker en
dientengevolge ook regelmatiger plaatsgevonden.
Het onnatuurljke in de Duitsche conjunctuurpoli-
tiek ligt wel hierin, dat volgens de officiëele cijfers
de industriëele productie sterk is toegenomen, waar-

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

363

door de werkloosheid zeer aanzienlijk is gedaald, maar
dat de financiëele positie van het land steeds ern-
stiger wordt. Duitschland ondervindt moeilijkheden
bij de afbetaling van de reeds sterk verminderde ver-
plichtingen aan het buitenland. Hoewel o.a. het In-
stitut für Konjunkturforschung erop wijst, dat de
binnenlandsche markt het eigenlijke steunpunt van
het herstel vormt – de waarde van den uitvoer -is in
Januari en Februari 9 pOt. lager dan in dezelfde
periode van 1933 -, zoo behoeft dit nog geen reden
te zijn voor een land om zijn verplichtingen niet na
te komen. Indien Duitschland daartoe niet in staat
is, dan moet dit erop wijzen, •dat het herstel niet reëel is. Doch wat is •dan de werkelijke beteekenis van een
vermindering van d& werkloosheid met 2.6 millioen in
één jaar
tijds
(van 6 tot 3.4 millioen) en een stijging
van de productie, zoowel van kapitaal- als van ver-
bruiks’goederen? Immers een werkelijk herstel onder-
mijnt niet, maar, verhoogt juist de financiëele kracht
van een land.
Daarom ontkomt meli niet aan den indruk, dat alle
steunmaatregelen, die de regeering in den laatsten
tijd heeft genomen (agrarische steun, arbeidsdienst,
staatshulp in het bouwbedrijf, huwelijksleeuingen
enz.) de innerlijke positie van het land moet hebben verzwakt. Het principe van ,,rechtvaardige” prijzen,
sociale voorzieningen enz. moge ethisch gezien, zijn
toe te juichen, de economische wetmatigheid laat
zich nu eenmaal niet dwingen. Indien het rentabili-
teitsprincipe naar de tweede plaats wordt geschoven,
zeggen fraaie statistieken over stijging van de pro-
•ductie, vermindering van werkloosheid ons niet veel. Een goed kompas om in de -gegeven omstandigheden
den toestand te beoordeelen, vormt nog steeds de
ontwikkeling van den buitenlandschen handel. Dat
Duitschiand niet in staat is zijn positie op de wereld-
markt te handhaven, zegt voldoende. Om deze reden
moet dan ook het herstel van het economisch leven
in Duitschiand, zooals dat uit de officiëele statistie-
ken blijkt, voorshands sceptisch worden beschouwd.
De ontwikkeling van de conjunctuur in de Ver.
Staten valt eveneens moeilijk te beoordeelen, omdat
ook hier het, element van kunstmatigheid een groote
rol speelt. Toch is de toestand hier gezonder dan in
Duitschiand. Dit is o.a. in de laatste maanden dui-
delijk gebleken. De, (tijdelijke?) stabilisatie van den
Dollar heeft o.a. den toestand op de kapitaalmarkt
sterk verbeterd. Zooals wij reeds meermalen hebben
opgemerkt, moet end duurzame opleving tenslotte
door middel van de kapitaalmarkt tot stand komen.
Daarom wekt het verwondering, .dat de regeering de
aan-deelenmarkt wederom heeft verontrust door de in-
diening van de beurswet. De Sècurities Act, die het
vorige jaar aangenomen is, is immers al niet bevor-
derhjk gebleken voor nieuwe emissies.

Hoe dit ook zij, de index van de industriëele pro-
ductie
(bevrijd
van seizoensschommelingen), is in de
eerste maanden van dit jaar opnieuw gestegen, zoo-
als uit onderstaande grafiek blijkt.

INDU6TIEELE
PRODUCTIE

AANvAL
TEWERIj..

5ETAALDE_100NMM

f.

j929

13O

19’1

1932

1933 1934

In -deze grafiek zijn tevens weergegeven de ndices
van -het aantal arbeiders, dat in de industrie werk-
zaam is, en van de betaald.e loonsommen. Dit laatste
bedrag is thans hooger dan het sedert einde 1931 is
geweest. Opmerkelijk is het parallellisme tussehen de
indices van-
e
de industriëele bedrijvigheid en het aan-
tal tewerkgestelden in de crisisjaren. Dit parallellis-
me was verbroken in 1929 en in den zomer van 1933.
Dit moet erop wijzen, dat in die perioden de pro-
ductie van kapitaal-intensieve bedrijven sterk is toe-
genomen. Immers alleen een sterke uitbreiding van
de productie van kapitaal-intensieve bedrijven kan
de algemeene productie vermeerderen zonder een
gelijktijdige stijging van de werkgelegenheid teweeg
te brengen.
Verder laat -deze grafiek- -duidelijk zien, dat in de
crisis de betaalde loonsommen veel sterker gedaald
zijn dan het aantal tewerkgestelden. Dit is vanzelf-
sprekend een gevolg van de gedaalde bonen. On-
danks de loonstijging sedert het midden van het vorig
jaar boopen de beide
lijnen
thans
vrijwel
evenwijdig.
Dat de betaalde loonsommen op het oogenblik iets
langzamer stijgen dan het aantal tewerkgestelden, is
waarschijnlijk toe te schrijven aan de vermindering
van de werktijden in ‘de fabrieken.

Geld. en kapitaalmarkt.

In de afgeloopen maanden hebben vooral twee
verschijnselen op de internationale ‘geld- en kapi-
taalmarkt gedomineerd t.w. -de groo-te goudstroom
naar de Ver. Staten en enkele belangrijke conversie-
transacties.
Op 30 Januari werd de nieuwe muntwet -door
President Roosevelt geteekend, en den volgenden dag
werd de goudwaar.de van den Dollar op 59.06 pOt.
van zijn vroegere waarde gefixeerd. Dit veroorzaakte
een dusdanige vraag naar Dollars, dat gedurende de
geheele maand Februari en ook nog in Maart goud
afvloeide naar New-York. In deze twee maanden
werd in. de Ver. Staten voor een bedra-g van
$
660
millioen aan goud ingevoerd, dat is meer dan de
geheele goudvoorraa-d van De Nederhrndsche Bank.
Een van de gevolgen van dezen goudtoevloed ua,r
New-York is, dat de ougelijkmatige verdeeling van
den wereldgou’dvoorraad hierdoor weer is toegeno-
men, voor zoover althans -dit goud niet afkomstig
was uit landen, -die reeds een teveel aan goud hadden.
– Door dezen goudstroom naar de Ver. Staten trad
op ‘de geidmarkt van eenige landen een verstijving
in, die hier en daar met een lichte verhooging van
de -geidrente gepaard ging, ja zelfs in Frankrijk tot
een verhooging van het bankdisconto leidde.

In de afgeloopen maanden is op -de kapitaalmarkt
der verschillende landen een merkbare verbetering
ingetreden, hetgeen tot enkele zeer
belangrijke
con-
yersietransacties aanleiding heeft gegeven. In Fe-
bruari converteerde Italië een 5 pOt. leening van
61 milliard Lire in een van 3.5 pOt. Half Februari
volgde -de bekende conversie van de Ned.-Indische 5
en 6 pOt. Dollarleeningen in een 4 pOt. Gulden-leening onder garantie van -den Nederlandschen
Staat. Daarop volgde begin April de uitgifte van de
3 pOt. fundeeringsieening van £ 150 millioen in En-
geland en -in de Ver. Staten de conversie van een
deel van ‘de – 4Y4 pOt. Oorlogsieen-ing 1918 in een
3Y4 pOt. leening met 10-12-jarigen looptijd. Ten-
slotte converteerde de Nederlandsche regeering op
12 April enkele leeningen, met verschillende rente-
types groot totaal
f
900 millioen in een 4 pOt.
leening.

Opmerkelijk is, dat de toestand van de staatsfinan-
ciën in de genoemde landen alleen, wat Engeland
betreft, gezond is te noemen. In dit land heeft het
afgeloopen -begrootingsjaar zelfs een overschot opge-
leverd. In Nederland is weliswaar het evenwicht in
de begrooting op papier tot stand gekomen, maar
nog niet ‘geheel verzekerd, terwijl de begrooting van

120

IOC

80

60

40

20

364

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25
April 1934

Ned.-Indië nog
alt
ijd een. tekort heeft. In de Ver.
Staten is de hegrooting nog lang niet in evenwicht
cii hetzelfde geldt
eveneens
voor het Italiaansche
en Fransche budget.
• Al neemt de Overheid in vrijwel alle landen op het
oogeublik zonder twijfel een min of meer monopolis-
tische positie op de kapitaalmarkt in, zoo is deze
factor alleen toch niet voldoende om het succes• van
deze conversies te verklaren. Dit ligt, wat Engeland
en de Ver. Staten betreft, voor een belangrijk deel
in den monetairen en eeonomischen toestand, die
aanzienlijk is verbeterd. In Nederland en Ned.-Indië
stelt de regeering alle pogingen in het werk om tot
een verlaging van het kostenpeil te geraken en het-
zelfde geldt ook voor ItaUë. Dit zijn factoren, die
het vertrouwen bij het publiek vergrooten of doen
terugkeeren.

Opmerkelijk is echter, .dat de toestand in. de lan-
den, die den gouden standaard handhaven, zeer ver-
schillend is. In de goudianden, waar het kosten- en
prijspeil door verschillende maatregelen omlaag
wordt gebracht, is cle toestand beter dan in die lan-
den, welke hebben nagelaten. de consequenties te aan-
vaarden van hun monetaire politiek. ilet is in dit verband niet oninteressant dit verschijnsel even
nader toe te lichten. In de onderstaande grafiek is
de koersontwikkeling van obligaties sedert 1929
weergegeven voor de belangrijkste goudianden met
uitzondering van Nederland.

Koersoiitwikkeliiig van obligaties (basis 1924/’26
=
)00)

FRANI
~ZVV
1TSERLA
_MD

BELGIË

‘.1
ITALIE

1

929

950

J931

1952

1935

95′.

In die goudlanden, waar het vertrouwen merkbaar
is hersteld (België en Italië), zijn de koersen van
obligaties in den laatsten tijd niet onbelangrijk ge-stegen. Weliswaar is de aanpassing in deze landen
nog lang niet voldoende

hetzelfde geldt trouwens
voor Nederland

maar in elk geval is hier een
streven merkbaar naar verlaging van het kosten- en
prijspeil. Ditzelfde geldt niet voor Frankrijk (waar
het vertrouwen ook zwaar geschokt is door de Sta-
wiaky-affaire) en Zwitserland, twee goudlanden,
waar de moeilijkheden den laatsten tijd nog sterker zijn toegenomen. Dit
blijkt
o.a. ook hieruit, dat de Fran-
sche regeering eind Maart een jaarcrediet van
f
100
millioen in Nederland heeft opgenomen tegen een
rente van 4 pOt.
Vergelijkt
men daarmede de rente van de tezelfder tijd door de Nederlandsche regee-.
ring uitgegeven jaarbiljetten (2¼ pOt.)
),
dan blijkt
vei zeer dui.deljk, welke belangrijke factor het ver-trouwen voor den rentestand van een land speelt.
In tegenstelling met de goudianden bewegen de

1)
Zie
E.-S. B. van 28 Mart ji., bla., 265.

obligatiekoersen in de iriet-goudianden zich vrijwel
uniform naar boven. Weliswaar werd de koersstij-
ging in het eene land meer, in het andere land min-der soms tijdelijk onderbroken, maar de algemeene
tendens is gunstig. De rentestand is in die landen
dan ook dalende.

Koersontvikkeling. van obligaties (basis
1924/’26 =
100).


ZWED

GELAN D

/DENEMARI
v1’v
t

rY
/

/
.î.J
«VEn
STATEN

1.

Ter wille van de overzichtelijkheid hebben wij ons
tot de vier genoemde landen moeten beperken. Voor-
zooverre gegevens beschikbaar zijn, toonen déze voor
de niet-goudlanden van eenige beteekenis alle hetzelfde
beeld (Australië, Canada, Zui.d-Afrika).

Het kenmerkende van de huidige situatie is, dat
de gelijktijdige verlaging van den rentestand in ver-
schillende landen niet met elkaar in verband staat.
1-let vroeger vaak waarneembare verschijnsel, dat de
dalende rentestand in een belangrijk centrum door
middel van kapitaalexport gevolgd werd door een
verlaging van de kapitaalrente elders, vindt niet meer
plaats. De autarkische tendens, die in de handels-
politiek op het oogenblik zoo’n groote rol speelt, uit
zich ook op de internationale kapitaalmarkten. Welis-
waar geldt deze factor npg niet absoluut, maar de
Londensche kapitaalmarkt h.v. is, ondanks de ruimte aan middelen, nog bijna uitsluitend beschikbaar voor
de Dominions.

Buitenlandsche Emissies
in
millioenen (luldens.

Ver.
Staten
Bittann
Neder-
land’)
Zwitser-
land
T
0 aa

le kwart. 1929
838
547
55
31
1.471
Ze
622
317
14
12
965
3e

164
132
25
10
331
4e

331
145
14

490

le kwart. 1930
804
402
65
14
1.285
2e
1.245
423
141
74
1.883
3e

451
110
22 23
606
4e

354
382
15
36
787

le kwart.
1931
385 292
8 12
697
2e

159
228
20
38
445
3e

126
36
8

170
4e

0.2
0.9


1

ie kwart.
.1932
2
57

36 95
2e

-.
127


127
3e

,,

,,
54.6
1
4
14 74
4e

10.4
74 124
20 228

le kwart. 1933

33

19
52
2e


6..


66
3e


172


172
4e


40


40

le kwart. 1934

2)
38

3
41
1)
Buitenland en koloniën.
2)
Jan. en Febr.

175

lôr

)70

140

120

lol)

80

_______
60 1929

1930

1931

1932

1933

1934

25 April
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

365
Ir

Deviezenmarkt.

De rust op de internationale deviezenmarkt is in
de afgeloopen maanden eenigszinv teruggekeerd in
verband met ‘de (tijdelijke?) stabilisatie van den Dol-
lar. Deze -heeft een periode van onzekerheid afgeslo-
ten, die, naar men mag hopen, niet weer zal terug-
keeren. Of hierop te rekenen valt, i.s echter lang niet
zeker. In de eerste plaats staat het nog niet vast,
dat de Dollar op het huidige niveau definitief zal
worden gestabiliseerd. Bovendien is ook de toekomst
van de goudvaluta’s nog niet zonder zorgen. Zoolang
de regeeringen in Frankrijk en Zwitserland geen
drastische maatregelen nemen om den toestand te ver-
beteren door afdoende deflationistische maatregelen, kan ook het vertrouwen niet worden hersteld.
Dat men overigens op monetair gebied nog elk
oogeublik voor verrassingen komt te staan, bewijst
het experiment in Tsjecho-Slowakije, waar de regee-
ring de goudwaarde van den Kroon met 116 heeft ver-
laa.gd
onder handhaving -van den gouden standaard.
Bijzondere moeilijkheden doen zich thans ook voor
met betrekking tot Duitschland, dat zich niet in staat
heeft verklaard in -dezelfde mate als tot dusverre
deviezeh beschikbaar te stellen voor de betaling van
den dienst der buitenlandsche schulden. En zulks on-
danks het feit, dat volgens de berekening van het Sta-
tistisch Reichsamt te Berlijn de omvang der buiten-
landsche schulden, vooral tengevolge van de depre-
cia-tie van den Dollar van 1 Sept. 1932 tot 1 Sept.
1933 gedaald is van R.M. 19 milliard tot R.M. 14.8
milliard. Zooals wij hierboven reeds uiteengezet hebben,
is de onbehagelijke situatie, waarin Duitschlan-d is
komen te -verkeeren, mede een gevolg van de verwaar-
loozing van zijn uitvoer en de eenzijdige en kunstma-
tige bevordering van het binnenlandsche bedrijfsleven.
In -de onderstaande grafiek zijn de koersfluctuaties
van ‘enkele belangrijke papierenvaluta’s ten opzichte
van den Gulden weergegeven. Opmerkelijk is, dat
sedert het midden van 1933 in het z.g. Sterlingblok
een zeer aanzienlijke parallelliteit is op te merken.
In de laatste maanden is •de gelijke beweging van
Pond Sterling (met aanhang), Yen en Dollar zeer
duidelijk waar te nemen. –

‘ou.An
POND STERLING

•’
s_/,
NOPENRAGSN
t__I
t

r


–,

YEN

S-

1931

193Z

1933

1934

LIJNEN BETREFFENDE DE CONJUNCTUUR IN
NEDERLAND.

(Samengesteld in overleg met het Centraal Bureau
voor de Statistiek ie ‘s-Gravenhage.)
Inleiding.

De achter ons liggende
driemaandelijksche
periode
heeft in de economische constellatie van ons land een
gering herstel gebracht. – Schakelt men de seizoens-
bewegingen uit, dan
blijken
‘de meeste in-dices der
conjunctuur gedurende de laatste maanden een ten-
dens tot verbetering in te houden.
Boverdien wijzen de van seizoensinvloeden bevrjde
cijfers van de waarde van den uitvoer op eenige ver-
-betering. Het is niet na te -gaan, of hier toevallige fac- –
toren èen rol hebben gespeeld, of ‘dat inderdaad de ,,bottom” ook op dit -gebied is bereikt. In elk geval zou het zeer belangrijk zijn, indien tenslotte aan de
sedert enkele jaren dalende uitvoerwaarde een einde
is gekomen.
Waar ook in ons land het
ingrijpen
der Regeering
in het economisch leven zich voortdurend verder
gaat uitstrekken; dient men bij beoordeeling van de economische situatie de gevolgen van dat ingrijpen
zoo goed mogelijk in het oog te houden. De verschil-
lende, door de Regeering getroffen, maatregelen heb-
ben immers ten doel een verderen achteruit-gang op het betrokken terrein tegen te gaan, en zoo mogelijk
verbetering in den bestaanden toestand te brengen.
Nu vanaf 1 Januari 1934 voor diverse goederen -de
-lage invoercontingenten zijn afgekondigd, op grond
van de gewijzigde Orisis-invoerwet, bestaat -de moge-
lijkheid, dat drastische beperking van den invoer van
bepaalde goederen de binnenlan-dsche productie daar-
van heeft -bevorderd. Wij weten niet, in hoeverre zulks
het geval is geweest, ‘daar het tot nu toe onbekend
is, welke extra-contingenten boven het minimum zijn
toegekend, gelijk de wet toestaat. De verschillende
contingenteeringsmaatregelen worden echter meestal
afgekQndigd op aandringen van Nederlandsche in-
dustrieën, die zich door buitenlandsche concurrentie
benadeeld gevoelen, en het is -dus zeker aan te nemen, dat verschillende bedrijfstakken baat hebben gevonden
bij de sc-herpere en meer uitgebreide contingentee-ring, die sedert enkele maanden van kracht is.
Zoo zal ook de doorwerking van de monopolierech-
ten, die inmiddels verschillende malen werden ver-
hoogd, de- binnenlandsche prijzen van diverse crisis-
producten,hebben doen stijgen en daarmede het in-
dexcijfer -der groothandelsprjzen hebben beïnvloed.
Bij de behandeling van -de verschillende gegevens
zullen wij trachten na te gaan, in hoeverre de resul-
taten van dit regeeringsingrjpen te onderscheiden
zijn van de uitwerking der Vrije economische krachten.

lndustriëele bedrijvigheid.
Het percentage werkloozen onder de vakvereeni-
girtgsleden, dat in ons land wordt geregistreerd, is in
den aanvang van 1934 iets geringer geweest -dan in
het begin van het vorige jaar. Volgens de laatst gepu-
bliceerde definitieve
cijfers van het Centraal Bureau
voor de Statistiek over Januari was het indexcijfer
toen 33.6 tegen 37.9 in Januari 1933. Zon-der meer
kunnen deze
cijfers
niet vergeleken worden, omdat
Januari 1934 volgde op een zeer koude December-
maand met abnormaal groote werkloosheid in die be-
drijven, waar vorst het werk onmogelijk maakt, zooals
het bouwbedrijf, terwijl Januari 1933 daarentegen
zeer koud was.
1)

De voorloopige cijfers der werkloosheid, die tot be-
gin Maart bekend zijn, doen intusschen zien, dat de
werkloosheid kleiner is dan in het begin van 1933.
Uit bijgaande grafiek der industriëele bedrijvigheid,
waarin de seizoensschommelin-gen zijn geëlimineerd,
kan men zien, dat de bedrijvigheid vanaf het midden
van 1933 tot Januari (latere definitieve gegevens
zijn nog niet bekend) practisch weinig is veranderd.
1)
Neemt men het gemiddelde van December en Januari,
dan wordt het percentage der werkloosheid in
1932j’33:
34.8;
in
1933/’34
is het iets geringer, nl.
34.0.

368

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25
April 1934

Een vergelijking van de indexcijfers der werkloos-heid in het bouwbedrijf met het bedrag der gehouden
aan-bestedingen leidt tot het resultaat, -dat de iets
grootere bedrijvigheid parallel gaat met een grooter
bedrag der aanbestedingen. De vergrooting van dit
bedrag komt echter geheel voor rekening van de aan-
bestedingen van rijk, gemeenten en andere publiek-
rechtelijke lichamen (spoorwegen), de aanbestedin-gen
door particulieren waren in Januari 1934 zelfs be-
langrijk lager dan een jaar geleden
(f
2,6 tegen
3,2
millioen). Het totaal bedroeg in Januari 1934 echter

f
7,1 millioen tegen
f
5,8 millioen in Jan. 1933. In hoe-
verre hierbij bewuste werkverruiming van overheids-
wege een rol speelt, valt uit de
cijfers
niet na te gaan.
De verbetering van den toestand in de textielindus-
trie, waar het percentage der werkloosheid in Januari
1933 tot ’34 was gestegen en nadien daalde, komt over-
een met-dezelfde tendens in andere landen. Het resul-
taat der contingenteeringen valt niet nauwkeurig vast
te stellen; zoo steeg het werkloosheidspercentage weer
tegen het einde van het jaar, nadat het eenige maan-
den op ruim 23 was blijven staan; het bedroeg in
Januari 1934 weer 27,1.
Opmerkelijk is echter het verschil in de beweging
der werkloosheid in de katoen- en de wolindustrie in
het afgeloopen jaar. Terwijl de werkloosheid in de
wolindustrie zeer sterk daalde, is de -daling van
de werkloosheid in de katoenindustrie ook niet on-
aanzienlijk geweest, maar toch veel geringer. In
December en Januari is •de werkloosheid in beide be-
drijfstakken intussehen weer gestegen. Een en ander
wordt bevestigd door de onderstaande gegevens:

Werkloosheidspercentages.

1933

1934

Jan. Mei Juli Oct. Dec. Jan.
Wolindustrie ………
27.8 27.3 12.5 – 3.5 9.3 12.3
liatoenindustrie ……
38.6 31.2 32.8 31.1 29.7 33.9

In metaalindustrie en scheepsbouw is de bedrijvig-
heid geleidelijk een weinig toegenomen, zonder dat
hier van een bepaald overheidsingrijpen sprake was.
De verbetering, overigens zeer gering, in de voedings-en genotmiddelenindustrie komt geheel voor rekening
van de tabaksnijverhei-d. Niettegenstaande de ver-
hoogde belastingen is het verbruik van sigaren, siga-
retten en tabak in den loop van 1933 flink gestegen,
hetgeen, behalve met de
prijsdaling
-dezer artikelen,
(die grooter -dan de belastingverhooging is geweest, zoodat •de kleinhan-delsprijzen in het algemeen ver-
minderden) in verband staat met de verwachting van
belastingverhooging, die tot groote extra aanschaf-
fingen heeft geleid.

Ongunstig zijn de cijfers voor het verkeerswezen
en vooral voor -de steenkolenmijnen, waar de werk-
loosheid in Januari 1934 tot 14,6 püt. was gestegen
tegenover 4,5 pCt. in het begin van 1933. De uitbrei-
ding van het aantal werklooze mijnwerkers gaat ech-
ter niet gepaard met productievermindering, zoodat
100

dit verschijnsel hier goed-deels voor rekening van rationalisatie en mechanisatie der productie komt.
Ofschoon in ons land voor andere
bedrijfstakken
ge-
gevens daaromtrent ontbreken, daar geen maandelijk-
sche preductiecijfers worden gepubliceerd, blijkt uit
de gegevens van Duitschland, dat daar de ver-groo-
ting der productiviteit in verschillende bedrijfstakken
nog steeds voortgaat. De productie stijgt er sneller
dan het aantal manuren. Wanneer zulks in ons land
ook het geval zou zijn, is dus een deel der werkloos-
heid tot andere dan directe crisisoorzaken terug te
voeren.

Ook in den Landbouw maakt zich hetzelfde ver-
schijnsel -bemerkbaar. Na-dat de Minister van Sociale
Zaken tot een proef besloten had in een drietal ge-
ineenten, waarbij voor nieuw aangestelde landarbei-
ders door de regeering een derde deel van het loon
vrnr haar rekening wordt genomen, bleek uit mede-
deelingen van de betrokkenen, dat de werkloosheid op
het platteland voor een deel het gevolg is van de
vervanging van paardetrekkracht door mechanische
trekkracht, terwijl de tractoren en andere landbouw-
machines ook veel handenarbeid overbodig maken. De
werkloosheidscijfers in -den landbouw omvatten een te
gering deel van de geheele landarbeidersbevolking om
daaruit besliste gevolgtrekkingen te maken, maar
toch wijst het belangrijk gestegen indexcijfer der
werkloosheid in -de groep landbouw en veenderij (Jan.
1934 57,8 tegen 51 in Jan. 1933) niet op verbetering.
De regeeringsmaatregelen, die hier zeer vaak in de
richting van productiebeperking gaan, kunnen op -dit gebied zelfs vergrooting der werkloosheid in de hand
hebben gewerkt. –
De pogingen der regeering om de werkloozenuit-
keerin-gen te verlagen, in Twente reeds doorgevoerd
en thans in bespreking met de gemeentebesturen der
groote steden, zullen de consumptie eer doen afne-
men. Daartegenover staat, dat een verdere loonsver-
laging de verminderde exportmogelijkheden kan ver-beteren, terwijl de consumptiekracht van een deel van
onze werkloozen zal worden opgevoerd door de werk-
verruiming, waarvoor
f
60 millioen -beschikbaar is
gesteld. Hierbij zullen bonen worden uitbetaald, die
beneden de bonen in het vrije
bedrijf
liggen. Tegen-
over verschijnselen, die wijzen op een vergrooting van
de loonsom staan andere factoren, die een verminde-
rin-g teweeg zullen brengen.
In ons land schijnen voorshands factoren, die tot
voldoende stimu-leering der bedrijvigheid zou-den lei-
den, te ontbreken en wij dienen ons dus voorloopig
op een laag niveau -der bedrijvigheid in te stellen.
Door prijs- en loonsverlaging eenerzijds en steun-
maatregelen anderzijds is er een zekere stabiliteit op het huidige lage niveau bereikt. De krachten, noodig
voor een herleving, moeten intussehen niet van de
zijde der Overheid, doch van het particuliere bedrijfs-leven komen. Hiervan is -de regeering zich overigens
volkomen bewust, getuige de Memorie van Toelich-ting tot de indiening van het Werkfonds.

Oc5IRIKEYKINbEXCYFR3

}NDU
TRILLLE
EDRVCI-
ID
N
NED
PL.AND

t
II

II
II
tI

t
t Ht

_t

1
±1!

t 1
I

11111
1
_
1
t
j _____
94

973

I92

933

25 April
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH. KWARTAALBERICHT

367

Handelsbeweging.

De totaalcijfers van •den Nederlandschen buiten-
landschen handel waren in het eerste kwartaal van
1934
lager dan in eeuig voorafgaand kwartaal. Wij
laten hier de cijfers van de waarde van in- en uit-
voer volgen, per kwartaal vanaf begin
1933,
in mii-
lioenen Guldens, den in- en uitvoer van muntmate-
riaal buiten beschouwing gelaten.

Waarde in
1933
1934
miii.
Guldens
le kw.
2e kw. 3é kw.
4e kw.
le kw
luvoer

…………..
279,5
283,3

320,8
325,3
276,3
Uitvoer

………….
177,4
178,1

191,9 178,3 167,8
Percent. ‘inyoer door
uitvoer gedekt
63,4 62,9

59,5
55,0
60,7

Doordat de waarde van den invoer belangrijk lager
was dan in het, laatste kwartaal van
1933,
steeg het
percentage van den invoer, .dat door den uitvoer was gedekt, weer boven de 60. De gereduceerde invoer is
evenwel waarschijnlijk de reactie op den extra groo-
ten invoer in het derde en vierde kwartaal van het
vorige jaar, toen men vele goederen insloeg vôôr het
in werking treden van de omzetbelasting. De nog steeds aanhoudende daling van de absolute
uitvoerwaarde blijkt ook zeer duidelijk’ uit onder-
staande grafiek.

_e-

,go

/

..-.-.’.,.

/
/
WAAPOC
‘Pi’IXt4
NECCBL. UIT VOLR

MILL. G10

Intusschen geven de absolute waardecijfers geen
juist ‘beeld van het conjuuctureele verloop van onzen
uitvoer, omdat zich daarbij een seizoensschommelin’g
voordoet, waardoor de waarde van den export in het
eerste kwartaal steeds lager is dan het jaargemid-
delde. Elimineert men •deze schommeling, dan wordt

de
01)
deze wijze gecorrigeerde exportwaarde:

1933

1934
le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. le kw.
(in millioenen guldens)
192

186

177

171

181

De onafgebroken daling van de
gecorrigeerde
waarde heeft ‘dus voor het eerst in het af’geloopen
kwartaal plaats gemaakt voor een geringe stijging;
conjunctureel ligt •de waarde tusschen die in het
tweede en derde kwartaal van
1933
‘in.
Het feit van een
conjv,nctureele
verbetering van de
waaide van onzen uitvoer in het eerste kwartaal van
1934 is,
na de onafgebroken daling in de laatste
jaren, buitengewoon belangrijk. Het staat natuurlijk
nog niet vast, of deze verbetering zal aanhouden. Er kunnen immers toevallige factoren een rol gespeeld
hebben, terwijl het ook mogelijk is, dat de aard van
de seizoensschommelingen •door structureele verschui-
vingen in den uitvoer als gevolg van de buitenland-
sche handelspolitiek veranderd is.
-Intusschen moet men niet uit het oog verliezen,

dat de toestand in verschillende landen is verbeterd,
en :dat ons land verschillende handeisverdragen heeft
afgesloten, ‘welke een stimuleering van onzen uitvoer
beoogen. Om al deze redenen behoort het tot staan
komen van de daling van onze uitvoerwaarde niet tot
de onmogelijkheden, mits zich althans geen nieuwe
moeilijkheden op internationaal monetair en handels-
politiek gebied voordoen.
Bij bestudeering van de gedetailleerde
cijfers
blijkt, dat de uitvoer van verschillende artikelen, waaronder
zeer belangrijke, èn wat hoeveelheid èn wat waarde
per ton betreft, in het eerste kwartaal gunstiger is
geweest dân ‘in de overeenkomstige periode van
1933.
Daartegenover staat weder een ongunstig verloop bij
andere artikelen, zoodat het eindtotaal lager is.
Bezien wij allereerst den export van
agrarische
producten, dan vinden wij de volgende cijfers:

Uitvoer in ton

Prijs per ton
1933

1934

1933

1934
le kwartaal

le kwartaal
Boter ………….6.454

8.325

f
626

f705
Kaas …………..15.953

13.184

,, 468 , ,, 470
Eieren …………15.880

16.891

,, 474

,, 413
Gecond. melk ……40.644 38.583

,, 138

,, 165
Bacon en spek . . . 18.853 11.373

,, 368

,, 464
Margarine ………3.201

2.671

,, 319

,, 250
Witte kooi ………12.192 16.001

23

,, 49
Roode kool ……..7.314 13.009

35

,, 45
Kieiaardappelen .

39.349 36.546

,, 105

,, 164
Pootaardappelen . . 15.997 34.671

,, 231

,, 383
Uien …………..40.897 51.093

,, 315

,, 273

Van deze agrarische producten, waarvan wij in
totaal in het afgeloopen kwartaal ca.
f
62 millioen
uitvoerden of
37
püt. van de totale uitvoerwaarde, is
de situatie derhalve in verschillende opzichten iets
verbeterd. Vooral de prijsstijging van verschillende
producten vormt een zeer gunstig verschijnsel. Wat de hoeveelheid betreft, liep de export van kaas
vrij belangrijk terug, evenals die van margarine; dit
laatste zal wel gedeeltelijk in verband staan met de
verplaatsing van een deel ‘der
bedrijven
naar het bui-
tenland. Zeer belangrijk was de achteruitgang bij
bacon en spek (ruim
45
pOt.); daarentegen verbeterde
de prijs vrij aanzienlijk. De totaalcijfers voor gecon-
denseerde melk vertoonen eenige daling, die even-
wel ruimschoots gecompenseerd wordt door de flinke
stijging van ‘den
prijs.
Ook ‘bij de eieren is de situatie
nog weinig hoopvol; de prijs van dit artikel is zeer
sterk ‘gedaald, hetgeen door de geringe stijging van
het uitgevoerde quantum niet wordt goedgemaakt.
De verbeterde exportpositie van roode en witte kool,
ook van sluitkool, sommige soorten erwten en boonen
en van verschillende zaden, zal voor den tuinbouw
verlichting brengen.
Ten aanzien van den uitvoer van
indiisfriëele
grondstoffen is de situatie, wat betreft de uitgevoer
de hoeveelheden, niet ongunstig. De export van steen-
kool, cokes en briketten nam, wat de hoeveelheid be-
treft, iets toe in
vergelijking
met het eerste kwartaal
van
1933,
de prijzen, waren echter lager. Ongunstig
was de export van kunstmest, behalve superfosfaat.
De uitvoer van verschillende industriefabrikaten
geven wij in de volgende tabel.

Uitvoer in tonnen

Waarde per ton
1933

1934

1933

1934
le kwartaal

le kwartaal
Radio-artikelen … 1.489

1.303

f7.150

f6.180
Gioeilampen …….4,81)

3,41)

,, 415

,, 4299
Katoënen weefsels
2)

2.068

1.583

,, 1.882

,, 1.756
Kunstzijden garens

2.021

2.207

,, 1.975

,, 1.980
Krantenpapier . . . . 4.068

3.071

,, 750

697
Stroocarton …….50.259 72.839

43

,,

41
Arbeidswerktuigen . 1.114

1.014

,,
085

,,
970
Fijn aardewerk . .. 1.303′ 1.113

,, 363

,, 286
1)
In millioenen stuks.
2)
In de cijfers’ van 1933 is de export van tricot inbegrepen. In 1934 wordt deze post
afzonderlijk opgegeven en bedraagt voor het eerste kwar-
taal 36 ton met een waarde van
f
102.000, welk bedrag
wij bij de kwartaalcijfers van 1934 hebben opgeteld.
2)
Per
1000 stuks.

368

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTÂALBERICHT

25 April 1934

Over het algmen waxen de uitevoerde hoeveel,
heden industrieproducten geringer dan verleden jaar
in het eerste kwartaal, terwijl ook de prijzen op ee
lager niveau zijn gekomen. De niet-agrarische produc-
ten vormen meer lan 60 pOt. van dn Nederind-
schen uitvoer, en moeten onbeschermd den fellen con-
currentiestrijd voeren, in afwijking van den uitvoer
der agrarische producten, die in verschillende vormen
uit het Landbouwcrisisfonds wordt gesteund. Hierbij
zal de toekomstige ontwikkeling afhangen van de mo-
gelijkheid om producten van de beste qiialiteit tegen
concurreerende prijzen te kudnen leveren. Zonder
verlies is zulks slechts bereikbaar bij verlaging der
productiekosten. Wij weten niet, in hoeverre de Ne-
derlandsche industrie in dit opzicht resultaten heeft
bereikt; het is echter niet uitgesloten, dat de over
het algemeen gedaalde waardecijfers per ton van den
uitvoer door de .industrie zijn ingehaald door middel
van kostprijsverlaging. Nu bij de contingeuteering
van •den invoer van katoenen weefsels in Neder-
landsch-Indië aan Nederland een. belangrijk contin-
gent is toegekend, zijn de vooruitzichten voor den
export dier producten iets gunstiger geworden. De
cijfers over het eerste kwartaal toonen anders weer
zeer duidelijk de ongunstige exportpositie van de Ne-derlandsche textielindustrie.

Scheepvaart.

Zoowel het zeescheepvaartverkeer als het verkeer
langs de rivieren en kanalen handhaafde zich in de
afgeloopen drie maanden van November tot Januari
(d&laatst gepubliceerde gegevens), in denzelfden 6m-
vang als in •de – voorafgaande driemaandélijksche
peribde van 1933. Hierbij komt, dat Decembei wegens
ijsstremmidg zeer lage
cijfers
oor het verkeer langs
de binnenwateren tooht.’
De tbestnd van onze koopvaardijvloot wordt be-
licht door de nevènstande tabel, waarvan de gegevens
dds :’doôr de Ned. Réèdersvereeniging zijn verstrèkt.
Zoowel het aantal schépen in de vaart als de ton-
dage daarvan ging anaf begin 1934 Vrij snel achter-
uit. De dmvang van de varènde toiinage ligt even-
uel thâns op een iets ^hooger niveau dan in het begin
van 1933. Wel is hèt percentage dei opgelègde sChepen
niet zoo ongunstig als begin 1933, maar zulks is het
gevolg van den voortdurenden sloop en verk6op van
sèhepén. Vcior zoover verkoop plaatsvindt, wordt
dientenevolge de concurrentie op de vi’achtenmarkt
verscherpt, daar de hier opgelegde schepen dan door
andere landen in de vaart worden gebrâcht. Zoo heeft
Rusland het laatste jaar verschillende Nederlandsche schepen gekocht, en bestaat het gevaar, dat deze zul-
len dienen ter vervanging van verledén jaar door de
Sovjets van ons gecharterde schepen.

Totaal koop-

Opgelegd

In de vaart
Begin v. vaardijvloot
1)

de maand Aan-n
1000
Aan- in]
0001
percen-
Aan- in 1000
u
tal

B.R.T. tal
1
B.R.TJ tage

tal
1
B.R.T.

Jan.

’32
510 2.315
167
782
33,7
343
1.534
Jan.

’33
478 2.163
165
782
36,3
313
1.381
Febr.

,,
478
2.145
f61
753
35,1
317
1.392
Maart

,,
473
2.118
157
725
34,2
316
1.394
April
470
2.106
159 736
34,9
311
1.370
Mei
468
2.096
169
722
34,4
299
1.375
Juni
465
2 078
145 603
29,
320
1.476
Juli
463
2.071
1s1
560
27,1
332
1.511
Aug.

,,
457
2.026
104 427
21,6
349
1.561
Sept.

,,
448
2.002
103
423
20,1
341
1.541
Oct.

,;
445
1.998
101
407
20,4
344
1.591
Nov.
440
1.995 102
412
21,0
334
1.541
Dec.
438
1.986
99
409
20,6
333 1.525
Jan.

’34
432
1.977
96
338
17,1
328 1.574 Febr.

,,

428
1.974
83
301
.15,2
339
1.625
Mrt.

,,
424
1.963
88
342
17,4
332 1.586
April

,,
419 1.943
99
411
21,1
315 1.491
1)
De schepen, die omgebouwd worden, zijn niet vermeld
andere ,,opgelegd”
of
,,in de vaart”.

Monetaire factoren.

De monetaire ‘indices der laatste maanden toonen
een beter beeld. De omzetsnelheid van de saldi bij den
Postchèque- en Girodienst is laatstelijk gestegen
1),
het-
geen op eenige verleven-diging van zaken wijst. Ook
de omzetsnelheid van de gelden
bij
De Nedenlandsche
Bank is gestegen. Voor een belangrijk deel zal dit
zijn toe te
schrijven
aan goudafvloeiin-gen, waardoor
stillig.gende saldi zijn verdwenen. Sinds December
zijn de rekening-courant-saldi van particulieren bij
De Nederl. Bank verminderd van
f
229 millioen tot

f
96 millioen. Door belegging van bankgeiden in te
converteeren Overheidsobli’gaties is voorts vermeer-
dering van geldomzetten ingetreden, hetgeen ook
blijkt uit een stijging van het particulier disconto.

Op de kapitaalmarkt was de bedrijvigheid in de
laatste maanden groot in verband met de conversies,
eerst van de Nederlandsch-Indische Dollarleeningen,
daarna van de Nederlandsche Staatsleeningen. Het
gr.00te succes, dat aan deze conversies ten deel is ge-
vallen, opent zeer gunstige perspectieven voor een
verdere verlaging van de kapitaalrente in Nederland.
De aandeelenkoersen zijn de laatste maanden iets
gestegen. Het feit, •dat de bedrijvigheid in verschil-
lende landen toenemende is, terwijl zij in ons land in
ieder geval niet vermindert, gepaard aan eenzwakke
ten.dens to prijsstijging, geeft blijkbaar iets meer ver-
trouwen in de toekomst.

1)
Zie nevenstaande tabel.

1923

– 1924

1925

1926

19Z7

1928

1
1969

1030

031

1952.

1933

1954

25
April
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

389

Tabel 1.

Postchèque- en Girodienst.

Jaar

1
Jan.
1
Febr.
1
Maart
1
April j Mei
1
Juni
1
Juli
1
Aug.
1
Sept.
1
Oct.
1
Nov.
1
Dec.

4.13 3.82
4.20
4.01
4.58 4.44 4.02 3.92 4.13
4.20
4.69 4.64

1928 ……….
4.47 4.67
4.67
.
4.28 5.10
4.62
4.75
4.57
4.35 4.75 5.23
4.20

1927 ………..

1929 ……….
4.64
4.57
4.26 4.30
5.09
4.29
5.03 4.67 4.81 5.48
4.93 .4.53

1930 ……….
4.87 4.54
4.56
4.38
5.12
4.72
4.75
4.35 4.19 4.56
4.58 4.34

4.49
4.12
4.23
4.16 4.59
4.54 4.14
3.83
3.84
3.71 3.67
3.44

1932 ……….
3.38
3.38
3.12 3.29
3.21
2.88
3.05 2.87
2.88
3.01
3.25
3.02

1931 ………..

1933 ……….
3.06
2.92
2.87 2.67
3.26
2.87
3.18
3.01
2.89
3.09
3.22
2.93

1934 ……….
3.22
2.95
2.92

CRISISWETGEVING IN NEDERLAND.

Wij vervolgen hieronder ons driemaandelijksch
overzicht van de voornaamste crisismaatregelen, die
door onze regeering in de achter ons liggende periode
zijn getroffen, of die zich in voorbereiding bevinden.

HANDELSPOLITIEKE MAATREGELEN IN
ENGEREN ZIN.
Crisis’invoerwet.
(Wet van
23
Dec.
1931,
Stbl. No.
535,
gewijzigd bij de wet van 17 Nov.
‘1933,
Stbl.
No.
596).

Bij de verlenging der contingenteeringen na 1 Januari
1934 zijn in vele gevallen de contingenten vastgesteld op
grond van de gewijzigde Crisis-invoerwet. De contingenten
werden daarbij zeer laag gesteld, terwijl de regeering de
bevoegdheid heeft om boven deze minimum contingenten
bijzondere invoercontingenten vast te stellen.
De contingenten zijn ongewijzigd verlengd voor de vol-
gende goederen:
Roggebloe?n
en roggemeel.
100 pOt. van de waarde der
basisjaren 1930 en 1931, tot einde 1934. (Stcrt. 12/13.1.34.
No. 9). Bij Kon. Besluit van 29 Maart 1934 is deze con-
tingenteering tot 1 April .1935 verlengd. Basisjaren 1931
en 1932 (Stcrt. No. 63).

Overhemden en zakdoeken,
de eerste 100 pCt., de tweede
90 pCt. van de waarde in 1930 en 1931.ingevoerd, tot ult.
1934. (Zelfde Stcrt. als roggebloem).
Gort.
100 pCt. van de hoeveelheid in 1931 en 1932 in-
gevoerd, t/nl. 31 Januari 1935, (Stcrt. 31.1.34, No. 22).
Brood
en alle deeg.
100 pCt. hoeveelheid, ingevoerd van
1 Nov. 1930.-1 Nov. 1932, t/m. 31 Oct. 1934. (Stcrt. 20.2.34, No. 36).

Draadnagels, spijkers en draadkrammen
tot 1 Maart
1935, 50 pOt. van de hoeveelheid in 1931 en 1932 inge-
voerd;
getrokken ijzerdraad
80 pOt. van de hoeveelheid in
dezelfde jaren en
prikkeldraad en puntdraad’ 100
pCt. van
die hoeveelheid. (Stcrt. 28.2.34. No. 42).
Schoeisel en leest klaar schoenwerk; schoeisel van leer
50 pot. van de hoeveelheid in 1929, 1930, en 1931;
uit
rubber en leestklaar schoenwerk
100 pCt. van de hoeveel-
heid in 1930 en 1931. Tot 1 Oct. 1934. (Stcrt. 20.2.34,
No. 36).

Ten aanzien van de v6lgende goederen zijn lage con-
tingenten bij de jongste verlenging der contingenteering
ingevoerd:
Verpakkingsglas,
met uitzondering van bemand glas-
werk,
tot 1 Jan. 1935, 40 pCt. van de ingevoerde hoeveel-
heid in 1931 en 1932. (Stcrt. 29.1.34, No. 20).

Vleesch, levende schapen en slacht paarden
20 pCt. van
de hoeveelheid in 1931 en 1932 ingevoerd;
rund- en kalfs

vleesch
hetzelfde percentage van de hoeveelheid in 1929,
1930 en 1931 ingevoerd. Deze contingenteering geldt t/m.
15 Januari 1935. (Stcrt. 22.1.34, No. 15). Volgens het in-
gediende wetsontwerp (Gedr. Stukken Tweede Kamer 1933
-34, No. 318) wordt de invoer van vleesch gemonopoli-
seerd en mag deze slechts door de Crisis-Rundveecentrale
geschieden.

Huishoudelijk glaswerk.
De contingenteering is bij.. Kon.
Besluit van 26 Januari 1934 (Ned. Stcrt. No. 21) verlengd
tot 1 Febr. 1935, terwijl de contingenten zijn verlaagd
tot 40 pOt., vroeger 85 pCt. Basisjaren 1931 en 1932.
Onderkleeding,
met uitzondering van gebreide- en tri-
cotgoederen, corsetten en bustehouders. Bij Kon. Besluit
van 26 Januari 1934 (Ned. Stcrt. No. 21) verlengd tot
1 Febr. 1935. De contingenten bedragen 50 pOt. van de w’aarde en 50 pCt. van de hoeveelheid, ingevoerd in de
jaren 1931 en 1932.
Tricot goederen.
Bij Kon. Besluit van. 26 Januari 1934

(Ned. Stcrt. No. 21) verlengd tot 1 Febr. 1935, met als
contingenten 30 pot., van de waarde en 45 pCt. van de
hoeveelheid van de jaren 1929, 1930 en 1931. Vroeger
75 pOt. van de waarde.

Bovenkleeding voor mannen, en jongens
30 pOt. van de
waarde, maar niet meer dan 20 pCt. vaiï de hoeveelheid;
voor vrouwen en meisjes
15 pCt. van de waarde en 20 pot.
van de hoeveelheid. Basisjaren 1929, 1930 en 1931;
boven-
kleeding van
weefsels
met rub bar
40 pCt. van de waarde en 70 pot. van de hoeveelheid in de jaren 1930 en 1931.
Geldig tot 1 Febr. 1935. (Stcrt. 31.1.34, No. 22). Deze con-
tingenteering slaat niet op gebreide en tricotgoederen.

Porcelein, aardewerk en tegels. Porcelein
45 pOt. van
de waarde, 70 pCt. van de hoeveelheid, ingevoerd in de
jaren 1928, 1929 en 1930;
fijn aardewerk
35 pCt. van de
waarde, 50 pCt. van de hoeveelheid, ingevoerd in 1929 en
1930;
sanitair aardewerk
15 pCt. van het gewicht, inge-
voerd in 1928, 1929 en 1930;
muur- en wandtegels
30 pOt.
van het gewicht, in dezelfde jaren ingevoerd. Geldig tot
1 Febr. 1935. (Stcrt. 31.1.34, No. 22).

Wollen en half wollen stoffen
tfm. 31 Jan. 1935 30 pOt.
van de waarde en 50 pOt. van de hoeveelheid in de basis-
jaren 1929, 1930 en 1931. (Stort. 31.1.34, No. 22).
Rijwielbanden
60 pCt. yan het aantal in 1929, 1930 en
1931, vroeger .100 pOt. (Stort. 30.1.34, No. 21).
,
Tot 1 Sept.
1934.

Meubelen van hout
50 pot. van de waarde en 60 pOt.
van de hoeveelheid,
meubelen van rotan of riet
30 pOt.
van de waarde ‘of 45 pOt. van de hoeveelheid: Basisjaren
1931′ en 102 (Stcr,t. 28.2.34, No. 42)’ t/m. 28 Febr. 1935.
Pluche, fluweel, trijp, enz.
30 pOt. van de waarde en
35 pOt. van de hoeveelheid van 1931 en 1932. Duur t/in.
28 Febr. 1935. (Stcrt. 28-2-34, No. 42).

Tafel-‘ en ‘servetgoed,’ handdoeken en ander huishoud-
goed, beddelakens en sloopen,
duur tfm. 28 Febr. 1935 tot
50 pOt. van de hoeveelheid, in de jaren 1929, 1930 en 1931
30. pOt. van de waarde of 50 pOt. van de hoeveelheid, in
ingevoerd. (Stcrt. 28.2.34, No. 42).

Katoenen manufactit-en,
tfm. 31 Aug. 1934.
Geverf de,
bedrukte en bont geweven goederen
30, pOt. van de waarde
cii 55 pOt. van de hoeveelheid in 1929, 1930, en 1931 ge-durende 6 maanden ingevoerd;
gebleekte
30 pOt. van de
waarde en 60 pOt. van de hoeveelheid in 1931 en 1932;
ongebleekte’
30 pot. van de waarde en 35 pOt. van de
hoeveélheid in 1931 en 1932 ingevoerd, alles gedurende 6 maanden.” (Stcrt. 28.2.34, No. 42). Tenslotte is ook de
invôer vaii
bladzink
bij besluit in dezelfde Staatscourant
be’erkt en wel tot 70 pOt. van de hoeveelheid, in 1931
in 1932 ingevoerd, terwijl het contingent voorheen 80 pOt.
bedroëg. Deze contingenteering geldt t/.m 28 Febr. 1935.

tofzuigers:
Bij Kon. Besluit’van 29 Maart (Ned. Stcrt. van 3. April 1934 No. 63) voor een jaar verlengd t/m. 31
Maart 1935:
electrische stofzuigers, stofzuigermotoren en stofzuiger-
slangen tot 80 pOt. van de ,hoeyeelheid in de jaren 1930,
1931 en 1932; andere onderdeelen van stofzuigers tot
50 pOt. van de hoeveelheid in de jaren 1930, 1931 en 1932

Omtrent de contingenten, die boven het minimum wor-
den toegestaan, zijn nÉg geen gegevens bekend. Deze wor-
dcii soms geregeld in de handelsverdragen met bepaalde
landen, doch zijn in die gevallen meestal geheim. Het Ori-
sis-Invoerbureau regelt de verstrekking dier extra-ver-
gunningen volgens zekere voorschriften, door’ de regeering
verstrekt. –

‘De volgende contingenteeringen zijn vanaf 1 Jan. 1934
nieuw afgekondigd.
– Kunstzijden menu facturen uit zuivere kunstzijde
20 pot.
van de waarde en 30. püt. van de hoeveelheid, gemiddeld

370

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April
1934

in 1931 en 1932 ingevoerd. Hetzelfde percentage geldt ook
voor
wee fzels uit kunstzijde met andere
stoffen
dan zijde
en
wol.
Duur der contingenteering t/m. 31 Dec. 19.34.
(Stcrt. 22.1.34, No. 15).
Weefsels van vlas, hennep en half linnen,
tpn. 31 Dec.
1934 gecoutingenteerd op 50 pCt. van de waarde en 65
pCt. van de hoeveelheid, gemiddeld in 1930, 1931 en 1932
ingevoerd. (Stcrt. 29.1.34, No. 20).
Kunstmeststoffen.
Bij Kon. Besluit van 12 Februari
1934, Ned. Stcrt. No. 30, is van 1 Januari 1934 tfm. 30
Juni 1934, de invoer beperkt van kalksalpeter, kalk-
ammonsalpeter en ander ammoniumnitraat, leunasalpeter
en zwave]zure ammoniak tot 100 pCt. van de hoeveelheid,
ingevoerd in het eerste halfjaar 1933.
Petten en baret ten
tfm; 31 Jan. 1935 gecontingenteerd
op 45 pCt. van de waarde en 50 pct. van de hoeveelheid,
in 1931 en 1932 ingevoerd. (Stcrt. 28.2.34, No. 42).
Rijst.
Bij K. B. van 9 April is voor den duur van 1 jaar
de invoer van gepelde, van gebroken en van gemalen rijst
gecontingenteerd op 60 pCt. van de hoeveelheid, die ge-middeld in 1932 is ingevoerd, die van rijstvoedernieel op
100 pCt. van de gemiddelde hoeveelheid in 1932 en 1933
ingevoerd. (Ned. Stert. van 13 April 1934, No. 71).
Lucifers:
Bij Kon. Besluit van 29 Maart 1934 (Ned.
Stert. van 3 April 1934 No. 63) is voor den dui.r van
3 maanden, eindigend 31 Mei 1934, de invoer van lucifers
beperkt tot 30 pCt. van de hoeveelheid, gemiddeld per
3 maanden in de jaren 1932 en 1933 ingevoerd.
$alpeter:
Bij Kon. Besluit van 11 April 1934 (Ned.
Stcrt. van
13114
April 1934 No. 71) is voor den duur
van 12 maanden, eindigend 31 Maart 1935, de invoer ge-
contingenteerd van chilisalpeter (zoowel natuurlijke als
synthetische z.g. natronsalpeter) tot 100 pCt. van de hoe-
veelheid uit de jaren 1932 en 1933.
Badkuipen en closetreserooirs:
Bij Kon. ]3esluit van 13
April 1934 (Ned. Stert. van 16 April 1934 No. 72) is voor
een tijdvak van 8 maanden, aanvangend 1 April 1934, de
invoer gecontingenteerd van geëmailleerde gegoten badkui-
pen en closetreservoirs tot 50 pCt. van de gemiddelde hoe-
veelheid per 8 maanden in het jaar 1932.
Cement:
Bij Kon. Besluit van 13 April 1934 (Ned.
Stcrt. van 16 April 1934 No. 72) is voor den duur van
12 maanden, aanvangend 1 April 1934, de invoer gecon-
tingenteerd van cement van alle soorten tot 50 pCt van
de hoeveelheid, gemiddeld in de jaren 1931 en 1932 inge-
voerd.

II. Instelling,
afschaffing,
verhooging of verlaging
van invoerrechten op korten termijn.
(Gedr. Stuk-
ken, Tweede Kamer, No.
341).

Den 15den Maart 1934 is een wetsontwerp ingediend,
volgens hetwelk de regeering de bevoegdheid zal krijgen
om wijzigingen in het tarief van invoerrechten bij K. B.
af te kondigen en daarna sanctie van deze besluiten door
het Parlement te vragen. Het aanhangige ontwerp is o.m.
gemotiveerd op fiscale gronden en voorts met een beroep
op de noodzakelijkheid om ook op dit terrein bij onder-
handelingen met het buitenland snelwerkende maatregelen
te kunnen invoeren. Bovendien acht de regeering dezen
maatregel noodig om een Nederlandsche industrie, die
door buitenlandsche maatregelen op tarief- en ander ge-
bied zich plotseling van haar afzetgebied in het buiten-
land beroofd ziet, op de binnenlandsche markt afdoende
te kunnen beschermen. Indien een der Kamers de bekrach-
tiging van de bij K. B. afgekondigde tarief wijziging wei-
gert, welke bekrachtiging onverwijld na afkondiging door
de regeering moet worden aangevraagd, wordt die wijzi-
ging onverwijld ingetrokken. Dit wetsontwerp werd, nadat
aan de ontworpen regeliug een eindtermijn was toege-
voegd (1 Jan. 1937) en de bevoegdheden der Regeering
door een Nota van Wijziging eenigszins nader waren ge-
preciseerd, op 18 April jl. door de Tweede Kamer aan-
genomen.

LANDBOUW.

T.
Landbouwcrisiswet 1933.
(Wet van
5
Mei
1933,

Stbl. No.
261).

Het crisis-arbitragereglement is bij Min. Besch. gewij-
zigd en opnieuw vastgesteld in de Ned. Stcrt. van 19 Febr.
1934, No. 35, als Crisis-Arbitragereglement 1934.
Bij Kon. Besluit van 11 April 1934, Stbld. No. 144, is
een gewijzigd Crisis.organisatiebesluit 1933 afgekondigd.

II.
Granen en zetmeel.

Bij Min. Besch. van 18 Jan. 1934, afgekondigd in de
Ned. Stcrt. van dienzelfden datum, No. 13, is het De-
naturatie-Reglement afgekondigd, waarbij wordt voor-
geschreven, welke granen kunnen worden gedenatureerd

en op welke wijze dit dient te geschieden, alles onder
toezicht van de ,,Nederlandsche Graancentrale”.
Bij Min. Besch. van 13 Maart, afgekondigd in de Ned.
Stcrt. van dien datum, No. 51, is het reglement voor Java-
mais vastgesteld. Hierbij krijgt de Ned. Graancentrale de
bevoegdheid een reductie te verleeucu op het monopolierecht
voor mais van Java en Madoera afkomstig, wanneer deze
van goede qualiteit is en voor ten minste
f
2,50 per 100
KG. f.o.b. Java is gekocht. Het monopolieiecht op mais
bedraagt
f
1,50 per 100 KG. Een soortgelijke beschikking
is voor Celebes-maïs getroffen en afgekondigd in de Ned. Stert. van 23 Maart 1934 No. 59.
Op 15 Maart 1934 is een nieuwe lijst van prijsverschil-
len vastgesteld voor granen en meelsoorten, waarop bij
invoer monopolierechten worden geheven, ter vervangiug
van de lijsten van prijsverschillen 3,4 en 5.
Rijst.
Bij Ministerieele Beschikking is voor een hoeveelheid
van 15.000 ton, die vanaf 1 April 1934 in den loop van
dit jaar in Nederland wordt ingevoerd, voor ongepelde rijst uit Ned.-Indië afkomstig vrijstelling verleend van
het monopolierecht vau
f 1.—
per 100 KG.

Richtprijs van tarwe.

in een schrijven aan de besturen der diverse landbouw-organisaties heeft de Minister medegedeeld, dat de richt-
prijs van tarwe verlaagd wordt tot
f 11.—
per 100 KG.
(vroeger
f
12.—).

iSteunverleening ten behoeve van rogge.
(Crisis-
steunbesehikking
1934 IV. –
Beschikking van
6
Maart
1934
(Ned. Stert. No.
46).
Hierbij is bepaald, dat aan verbouwers van rogge (oogst
1933), die niet in de steungelden hebben gedeeld, verleend
krachtens de wet van 5 Mei 1933 (Stbld. No. 259), omdat
zij de rogge niet vöôr 2 October 1933 hebben geleverd, uitkeering kan worden gedaan uit het Landbouwcrisis-
fonds over na 2 October 1933 geleverde hoeveelheden rogge,
en wel op een basis van
f
0.50 pci- 100 KG.

Crisis-Steunbeschikking Griendcultuur 1934 1.
(Ned. Stcrt.
19/20
Jan.
1934,
No.
14).

Voor producten van de griendcultuur wordt een bedrag
van
f
20.000 als steun toegewezen. Steun wordt verstrekt
aan erkende bewerkers, d.z. Nederlanders, die als zoodanig
door den Regeeringscommissaris voor deze cultuur zijn
erkend. Bij beschikking II, (Ned. Stcrt. 19 Febr. 1934,
No. 35) geldt eenzelfde regeling voor de rietcultuur. (Cri.
sis-Steunbeschikking 1934 II).

Steunverleening ten behoeve van telers van
bladriet.
(Orisissteunbeschikking
1934 III –
Beschikking van
15
Maart
1934,
Ned. Stert.
No. 54).

Hierbij is bepaald, dat aan Nederlanders, die vÔÔr
1 Maart 1934 als rietteler zijn erkend door de Stichting
Nederi. Griend- en Rietcentrale, gevestigd te Werkendam,

f
12.50 per H.A. kan worden uitbetaald voor het snijden
en schoonmaken van rietvelden, oogst 1933f’34. Bij dezelfde
Beschikking is bovengenoemde Stichting, onder goedkeu-
ring van Statuten en Huishoudelijk Reglement, aangewe-
zen als crisisorganisatie.

Steunverleening aan verbouwers van fabrieks-
aardappelen uithoofde
van regenschade.
(Be-
schikking van
3
Maart
1934,
Ned. Stcrt. No
45).

Hierbij is bepaald, dat uit het Landbouwcrisisfonds aan
verbouwers van fabrieksaardappelen, die ten kantore van
het Regeeringsbureau voor de aardappelmeelindustrie als
gerechtigde tot het verbouwen van fabrieksaardappelen staan ingeschreven, uit hoofde van de door hen over de
oogst 1932 geleden regenschade, steun zal worden verleend,
tot een bedrag van
f
0.25 per H.L. h 360 H.L. per H.A.,
in totaal voor een oppervlakte van 850 H.A.

Vergoeding
bij
uitvoer van consumptie-aardap-
pelen.
(Beschikking van
7
Maart
1934,
Ned.
Stcrt. No.
47).

Deze beschikking bepaalt dat, ten behoeve van de ver-
bouwers, aan bij de Nederl. Aardappelcentrale aangesloten
exporteurs, bij uitvoer van consumptie-aardappelen uit
het Landbouwcrisisfonds kan worden vergoed een bedrag
van ten hoogste
f
0.30 per 100 KG., tot een maximum
van
f 10.000.
Uitvoer moet plaats vinden na 1 December
1933, doch vbbr 1 Juli 1934 en naar landen buiten Europa.

25
April
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

371

Steun gedenatureerde consumptieaardappelen.
(Orisisaardappelsteunreglement
1934 1. –
Be-
schikking van
7
April
1934,
Ned. Stort. No.
67).

Volgens deze beschikking wordt steun verleend aan de
hij Gewestelijke Aardappelorganisaties aangesloten en als
zoodanig erkende telers vait consumptie-aardappelen, oogst
1933, welke door denatureering ongeschikt zijn gemaakt
voor nmenschelijke consumptie.

Vlassteun.
(Ned. Stort. van
9
April
1934.
No.
67).
Orisis-Steunbeschikking
1934 VII.

Rij Ministerieele J3eschikking van bovenstaauden datum
is bepaald, dat dc steun voor den vlasbouw iii 1934 zal
voiden verleend door bemiddeling van den Nederlandschen
te ‘s-Gravenhage. De erkende vlastelers moe-
ten bij deze Crisis-Organisatie aangesloten zijn. Dezelfde Stcrt. bevat de goedgekeurde statuten en reglementen der
lascentrai. J)e steun bedraagt f50.— per H.A. voor
het telen valt vlas, f 50.— voor het repelen en
f
125.-
voor de verwerking tot vlaslint, alles Per H.A.

Cichorei.
(Kon. Besluit van 11 April
1934,
Stbld. No.
142).

Rij dit K. B. is eichorei verklaard tot crisisproduct.
TUINBOUW

1. Crisis-T uinbouwbeschi lking
1933
(wijz. III en
IV). (Ned. Stcrt. van
12
Febr.
1934,
No.
30
en
20
Mrt.
1934,
No.
56).

Bij Min. Besch. van 12 Febr, is de vijfde wijziging der
nionopolierechten bij den invoer van groenten en fruit
afgekondigd. De splitsing van verpakte appelen en peren in kisten en die in vaten, die bij beschikking van 15 Dec.
1933 was ingevoerd, wordt weei opgeheven, en het mono-
polierecht voor alle appelen en peren op f0,02 per KG.
bruto gebracht. Tevens wordt het monooliereeht op bana-
nou op
f
0,025 per KG. netto vastgesteld. Bij Min. Beseh.
van 20 Maart 1934 is het monopolierecht ook voor manda-
rijnen op f 0,02 per KG. gesteld, voor citroenen op
f
0,01
(vroeger voor beide
f
0,02).

Crisis-Tuinbouwbestuit
1934 1
en Beschili,’Icing
1934 1 A.
(Teeltbeperking). (Stbl.. No.
87
van
28
Febr.
1934
en Ned. Stcrt. van
15
Maart
1934,
No.
53).

Bij het tuinbouwbesluit wordt bepaald, dat de tuinbouw
in 1934 slechts is toegestaan aan aangeslotenen bij een
door den Minister aan te wijzen erisisorganisatie. Het
telen van sla in druivenkassen wordt verboden en in an-
dere kassen slechts eenmaal per jaar toegestaan. De teelt
van andere tuinbouwgewassen mag slechts op een deel van de in 1933 bebouwde oppervlakte geschieden. De Min. Be-
schikking bevat de uitvoeringsbepalingen, om, voorschrif-
ten omtrent de hoeveelheid sla, die per raam mag worden
geteeld, benevens het percentage der teeltbeperking. Bij
bedrijven van 0-2 H.A. mag 95 pCt. van de vroegere
oppervlakte worden beplant, bij grootere bedrijven gelei-
delijk minder, tot 40 pCt. bij bedrijven boven de 25 H.A.

Crisistuinbouwbeschikking
1934 1
B.
(Ned. Stort.
van
18
April
1934,
No.
74).

Aanvulling van de Beschikking 1934 1 A, waarbij de
Stichting Nederlandsche Groenten- en Fruitcentrale te
‘s’Gravenhage als de crisisorganisatie wordt aangewezen
en de afzet van tuinbouwgewassen in hoeveelheden boven
10 KG. wordt voorbehouden aan de door deze Stichting
erkende veilingen van aardappelen, groenten en fruit.
Tevens wordt mm iigegeveu aan welke personen en onder
welke voorwaarden ontheffing van deze bepaling kan wor-
den verleend, zulks ter beoordeeling van genoemde Stich-
ting.

Crisistv,inbouwbesluit
1934 11.
(Uitvoer). (Stbl.
No.
90
van
6
Maart
1934).

Hierbij wordt de uitvoer van fruit en groenten slechts
toegestaan aan de Nederlandsche Groenten- en Fruitcen-
trale, die van aardappelen aan de Nederi. Aardappelcen-
trale, beiden te ‘s-Gravenhage. Voor den uitvoer van kom-
kommers, augurken, tuinwortelen, tomaten en aardappelen
naar België geldt dit besluit vanaf 1 Febr. 1934, voor
kropsla naar Duitschland van 1 April tot 1 Juni 1934. Bij
K. B. van 7 April 1934, Stbl. No. 138, is bepaald, dat tot
1 Febr. 1935 ook de uitvoer van aardbeien en sla naar
België slechts door deze Centrale mag geschieden.

Crisissteunbeschilcking
1934 V
(Ned. Stort. 5
Maart
1934,
No.
45).
Een bedrag van
f
3.563.185 w’ordt beschikbaar gesteld
voor uitkeering aati de verbouwers van tuinbouwgewassen.
i)e steun is vastgesteld per artikel, naar de hoeveelheid
geleverde goedaren in bepaalde perioden. –

VEETEELT.

Crisis Rundvetbesluit
1933.
(Stbl. van
19
Jan.
1934,
No. 11).
Omigesmolten rundvet wordt tot ciisisproduct verklaard.
1)e invoer ervan is tot 1 Jan. 1935 slechts toegestaan aan
de Stichting Crisis-Zuivel-Centrale. Bij Min. Besch. van 16 Febr., afgekondigd in de Ned. Stcrt. valt 16/17 Febr.,
No. 34, is het monopolierecht bij invoer van ongesmolten
ruimdvet op f0,20 pem’ KG. netto vastgesteld.

Restitutie bij uitvoer van rundvieesch.

De bedragen zijn vastgesteld bij Beschikking van 24
Maart 1934, Ned. Stort. No. 60. Uitvoer iiS. 15 October
1933, doch vOOr 15 October 1934.

PLUIMVEETEELT.

Crisispluinsveebeschikking
1933
(Wijziging II).
(Ned. Stort. van
9110
Maart
1934,
No.
49).
Bij deze wijziging is, volgens ministeriëele beschikking,
de toeslag op eieren verminderd. Bovendien geldt de toe-
slag van 1 Februari-1 Mei 1934, de pei-iode der grootste
l)Ioductie, per 1000 eiel-en, terwijl gedurende de periode
van 1 Mei-1 Juli 1934 dezelfde toeslag per 100 eieren
wordt gegeven, zoodat deze dan tienmaal zoo groot wordt.
De bedragen zijn f0,05 voor broedeieren, afkomstig van
een fokker; f 0,35 voor die afkomstig uit een vermeerde-
ringsbedrijf en f0,75 voor andere broedeieren. Alle be-
dragen per 1000, later pei- 100 stuks.

Crisis-Restitutiebeschikkin gen,
1934,
T, II
en III.
De eerste Min. Besch. van ii Jan. 1934, afgekondigd in
de Ned. Stort, van dien datum, No. 8, regelt de vergoeding
voor eieren bij export. De exporteurs moeten aangesloten
zijn bij de ,,Stichting voor Export van Eieren en Pluim-
vee” te Apeldoorn. Restitutie wordt verleend vanaf 21
Augustus 1933 t/m. 31 Maart 1934. De tweede beschikking
(Ned. Stort. zelfde datum) regelt de restitutie op gelijke
wijze voor slachtgevogelte, dat uitgevoerd is en de derde
beschikking (Ned. Stort. 19/20 Jan. 1934, No. 14), voor
eierproducten. Bij de beschikkingen van 28 Maart 1934 is
de termijn verlengd tfm. 30 April 1934.

Eieren in broecimachines.
(Beschikkingen van
21
Maart
1934,
Ned. Stcrt. No.
57
en van 6
April
1934,
Ned. Stort. No. 66).

Vanaf resp. 19 April en 3 Mei 1934 is het, aan erkende
kuikenbroedei-s, verboden eendeneieren en kippeneieren in
broedniachines uit te laten broeden.

SCHAAL- EN SCHELPDIEREN.

Crisis-Garnalenbesluit
1934 1.
(K. B. van
24
Maart
1934,
Stbl. No.
122).
Bij K. B. is vastgesteld, dat het drogen van garnalen
alleen mag geschieden door personen aangesloten bij een
Crisis-Organisatie. Als zbodanig is bij Ministerieele Be-
schikking van 11 April 1934 (Ned. Stort, No. 71 van 13114
April 1934), de Nederlandsche Garnaleneentrale te Apel-
doorn aangewezen. De erkende garnalenvisschers kunnen
garnalen afleveren aan erkende garnalendroers, en deze
verkoopen hun product aan de Garnaleneentrale. De Gar-
nalencentrale levert gedroogde garnalen voor de kippen-en eendenhouderj, als regel geschieden de verkoopen op
openbare veilingen. Brengt het product niet voldoende op,
dan kan de Centrale de aangeboden partijen aanhouden.

VEENKOLONIN.

Turf
is bij Kon. Besluit van 11 April 1934, Stbld. No.
143, verklaard tot crisisproduct.

WERKVERSCHAFFING.
I. Crediet voor Werkverruiming.
(Gedrukte Stuk-
• ken Tweede Kamer,
1933—’34,
No.
339).

Dit wetsontwerp bevat een credietaanvraag ter grootte
van
f
60 millioen voor de uitvoering van verschillende
openbare werken. In de Memorie van Toelichting worden
de volgende werken genoemd: Versnelling van de scheep-
vaartverbinding Amsterdam—Boven Rijn, Maasverbete-

372

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25
April
1934

ring, nieuwe haven te Terneuzen, scheepvaartvérbinding
Groningen—Zuiderzee en IJsselmeer, veerhavens bij Hans-
weert en Walsoorden, een af wateringskanaal voor de Gel-
dersche Vallei en verder verschillende wegverbeteringen.
Versnelling van de droogmaking der Zuiderzee en van den
bruggenbouw zal niet ten laste van dit crediet komen,
maar uit de betrokken begrootingen worden bestreden.
Met het oog op het loonvraagstuk in ons land zal de
hoogte der bonen bij de uitvoering van deze werken in
overleg met organisaties van werkgevers en werknemers
worden bepaald. Het feit, dat de uit te voeren werken
onder verschillende ministeries zullen ressorteeren, is oor-
zaak geweest, dat een algemeen crediet is aangevraagd ten
laste van den kapitaaldienst van hoofdstuk VIIB. Een
commissie, onder leiding van den Minister-President,
waarin de ministers van Waterstaat, Economische Zaken,
Sociale Zaken, Binnenlandsche Zaken en Financiën ver-
tegenwoordigd zullen zijn, zal de uitvoering voorbereiden.
De geheele leiding zal in handen worden gelegd van den
heer C. J. P. Zaalberg.

II.
Tewerkstelling van landarbeiders met regeerings-
steun.

De Minister van Sociale Zaken heeft, in overleg met de
gemeentebesturen van Broek op Langendijk (N.-H.), Heine-
kenszand (Zeeland) en het Bildt (Friesland), besloten tot
een proef gedurende vier maanden met tewerkstelling van werkbooze landarbeiders in het particuliere boerenbedrijf,
waarbij de regeering een derde van het loon voor haar
rekening neemt, de werkgever dus slechts twee derden
heeft te dragen. Hierbij moeten beslist werklooze arbei-
ders in het bedrijf worden aangenomen behalve het perso-
neel, dat reeds in dienst was.

WERKLOO ZENSTEUN.

Verlaging werkloozensteun in Twente.

Bij schrijven van den Minister van Sociale Zaken van
16 Maart aan de betrokken gemeentebesturen is een ver-
laging van den werkloozensteun in Twente ingevoerd, die
2 April van kracht is geworden. De verlaging bedraagt
ca. 1234 pCt. voor textielarbeiders en 13-15 pCt. voor
metaal- en bouwvakarbeiders. Zoowel grondsteun als kin.
dertoeslag zijn verlaagd. Daar echter van het steunbedrag
evenals vroeger twee derden wordt afgetrokken van het-
geen de kinderen verdienen, neemt het bedrag, dat wordt uitgekeerd, bij gezinnen, waarvan de kinderen inkomsten
hebben, zeer Elnel af.
Daartegenover wordt de huurtoeslag reeds bij een weke-
lijksche huur van
f
3.— gegeven, tegenover een minimum
van
f
3,50 bij de vroegere regeling.
Vo’gens mededeeling van den Minister van Sociale Za-
ken op 20 April in de Tweede Kamer bij de behandeling
van de interpellatie-Kupers staat hiertegenover verhoo-
ging der uitkeering aan groote gezinnen.

VERMINDERING VAN VASTE LASTEN.

Obligaties zonder trustverband.
(Gedrukte Stukken
Tweede Kamer, Zitting
1933-1934
No.
355).

Ingediend is een wetsontwerp volgens hetwelk de debi-
teur, met machtiging van den president van den recht-
bank, een vergadering van houders van zijn, niet onder
trustverband staande, schuldbrieven aan toonder tot een
nominaal bedrag van minstens f 100.000 bijeen kan roe-pen, teneinde tot een verlaging van zijn lasten te kunnen
komen. In eerste vergadering zullen dan, wanneer de helft
van het nominale bedrag vertegenwoordigd is, met 34. der uitgebrachte stemmen besluiten genomen kunnen worden,
die alle houders binden, mits deze besluiten door den
president van den rechtbank worden bekrachtigd. Is in
eerste vergadering niet de helft van het nominale bedrag
vertegenwoordigd, dan zullen dezelfde besluiten met de-
zelfde meerderheid genomen kunnen worden in een tweede
vergadering, ongeacht het vertegenwoordigd nominaal
kapitaal.

MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE
SCHATKIST.

I.
Crisisinkomstenbelasting.
(Gedrukte Stukken

Tweede Kamer
1933134,
No.
305).
Dit wetsontwerp stelt een crisisinkomstenbelasting voor,
die drukken zal op allen, wier inkomen minder dan 10
pCt. is gedaald in vergelijking met dat, waarop de aan-
slag in het belastingjaar 1931—’32 berustte. Indien het
verschil minder dan 10 pCt. bedraagt zal daarvan 10 pCt.
als crisisinkomstenbelasting moeten worden betaald.

,,Leeningwet 1934″
(Wet van
29
Maart
1934,
Stbl.
No.
128).

Bij deze vet wordt de regeering geinachtigd tot het slui-
ten van een of meer leeningen tot een bedrag van
f
900
millioen ter aflossing van de 5 pCt. leening 1932, de 434
pCt. leeningen 1916, 1917 en 1918 en de 4 pCt. leening
van 1916. De rentevoet der nieuwe leening wordt niet ver-
meld, maar is later op 4 pOt. gesteld. Bij inschrijving is
voor het volle bedrag ingeteekend.

Nederlandsch-Indische Conversie Leeningwet
1931.
(Stbl. No.
274).

Deze wet is gewijzigd, welke wijziging in Stbl. 1934,
No. 75, is afgekondigd. Dientengevolge zijn de Indische
Dollarleeningen, die nog uitstonden, ten bedrage van
122,5 millioen voor zoover zij niet werden ingeruild, ver-
vroegd afgelost. De aflossing geschiedde tegen
f
2,45 per
Dollar, de inruiling tegen f2,50. De middelen zijn ver-
schaft door een nieuwe Guldensleening tegen 4 pCt. rente met garantie van den Nederlandschen Staat.

STEUN AAN GEMEENTEN.
Onderstand aan gemeenten, die buiten staiit zijn in
de kosten harer huishouding behoorlijk te voorzien.
Gedrukte Stukken Tweede Kamer,
1933-1934,
No.
351).

De Regeering stelt voor art. 18 van de begrooting van
Binnenlandsche Zaken (Vde Hoofdstuk), voor 1933 te ver-
hoogen van
f
575.000 tot f 5.250.000. De uitkeeringen aan
noodlijdende gemeenten zijn in het afgeboopen jaar zoo
hoog geweest, dat met het toegestane bedrag niet in de
behoeften kan worden voorzien.

DIVERSE MAATREGELEN.

Commissie van onderzoek Crisismaatregelen.
(Kon.
Besluit van
19
Januari
1934,
Ned. Stcrt. No.
24).

• De taak van deze Commissie wordt als volgt omschre-
ven: ,,een onderzoek in te stellen omtrent onderwerpen,
verband houdende met crisismaatregelen, waaromtrent
Onze Minister van Economische Zaken oordeelt, dat het
algemeen belang een onderzoek vordert.”

BANK- EN GELDWEZEN.

Wijziging van de Bankwet 1919.
(Stbl. No.
553
van
1918,
laatsteli.jk gewijzigd bij de wet van
27
Mei
1932
1
Stbl. No.
221).
Gedr. Stukken Tweede
Kamer
1933—’34,
No.
347.

Volgens dit ontwerp zal artikel 13 van de wet worden
gewijzigd in dier voege, dat De Nederlandsche Bank, die
tot nu toe het recht had om, behalve haar reserves, één
vijfde deel van haar kapitaal in effecten te beleggen, in
het vervolg haar geheele kapitaal op deze wijze rendabel
kan maken. De Memorie van Toelichting motiveert deze
wijziging met de noodzakelijkheid om de rentabiliteit der
Bank eenigszins te kunnen verhoogen, nu deze door liqui-
datie van de buitenlandsche wisselportefeuille zoozeer is
gedaald.
Artikel 24 zal in dier voege gewijzigd worden, dat de leiding zal moeten bestaan uit ten minste één directeur,
in plaats van ten minste twee directeuren, gelijk thans
het geval is.

Credietverleening Middenstand.
(Gedrukte Stuk-
ken Tweede Kamer
1933—’34,
No.
333).

Hier wordt een nieuw artikel, 86a, voorgesteld, een me-
nioriepost bevattende, op art. VIIB van de begrooting
1934. De minister van Financiën deelt in de Memorie van
Toelichting mede, dat het crediet op maximaal
f
2 millioen
is begroot. Het zal door tusschenkomst van de Nederland-
sche Middenstandsbank worden verstrekt aan midden-
standers, wier bedrijf gezond is, doch die door de crisis in
moeilijkheden zijn geraakt.

111. Ersquete naar geblolc keerde buit enlandsche vor-
derin gen.

Het Ministerie van Economische Zaken heeft een en-
quête ingesteld naar den omvang van gebbokkeerde vorde-
ringen van Nederlanders in het buitenland, welke op
15 April is afgesloten. Daartoe zijn alle betrokkenen in
staat gesteld vragenlijsten in te vullen. Na bewerking van
het resultaat dier enquête zal men een volledig overzicht
hebben van die vorderingen, op grond waarvan het moge-
lijk zal zijn, eventueel tot toepassing van de Clearingwet
(Wet van 25 Juli 1932, Stbl. No. 375) over te gaan. Daar-toe zal een clearingsbureau worden gesticht.

1933134
1934/35 Gewone uitgaveis
2
)
3.046
3.28
Nooduitgaven, reeds bekend
6.357
723
Nooduitgaven, alsnog aan te vragen
1.166
2.000
Totaal ….
:10.569
5.061
Geschatte

inkomsten

…………..
3.260
3.975
Begrootingstekort

…………….
7.309 1.086

Bela.stingjaar

Index md. bedrijvigheid

1929

……..

118
1930

……..

110
1931

……..

87
1932

……..

70 1933

……..

67
1934
(geraamd)

81
1935

98

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

373

CRISISWETGEVING IN DE VEREENIGDE STATEN.

Een overzioht van de Crisiswetgeving, die in de win terzitting van het Amerikaansche Congres tot
stand is gekomen, op dezelfde wijze als het Congres in de voorjaarszitting van 1933 zeer belangrijke en-
siswetten heeft aangenomen, ) dient dit keer te be-
ginnen met de begrootingsnota, door president Roo-
sevelt op 4 Januari 1934 bij het Congres ingediend,
en sindsdien door dit lichaam goedgekeurd. De uit-gaven, die op de begrooting voorkomen, staan ni. in
het jaar 1 Juli 1933-30 Juni 1934 voor 70 pCt. in
het teeken der crisismaatregele.n, terwijl deze maat-regelen ook voor het dienstjaar 1934/35 nog belang:
rijke uitgaven zullen veroorzaken.

Begrooting.

De eindcijfers der Amerikaansche begrooting
geven de volgende totalen te zien, in millioen Dollars.

ter grootte van $ 7.7 milliard, ongeveer tweemaal
zoo •hoog als i Engeland, waar zij £ 900 millioen be-
dragen, maar daartegenover staat een nationaal in-
komen in de Ver. Staten van naar schatting $45
milliard tegen rond 13 milliard in Engeland of $ 15
milliard. Zeker wanneer de vermeerdering der schuld
hiermede ophoudt, bestaat er geen enkele reden om
de credietwaardigheid der Amerikaansche republiek
te wantrouwen.

Het merkwaardige in deze presidentiëele raming
ligt wel hierin, dat de inkomsten zijn berekend in de
veronderstelling, dat de industriëele bedrijvigheid
in 1934 en 1935 flink zal toenemen. Men heeft voor
de begrooting der inkomsten •de volgende indices der
inclustriëele
bedrijvigheid
aangenomen, op basis van
die van den Federal Reserve Board, waarbij het ge-
niid’delde van de periode 1923-1925 op 100 is ge-
steld:

De crisisuitgaven van het loopende jaar zullen der-
halve geheel door leeningen worden gedekt, die van
het jaar 1934135 voor een deel.

De president hoopt,
dat de begrooting voor het jaar 1935/36 in evenwidht
zal zijn en eventueele cnisisuitgaven, die dan nog
noodig mochten blijken, uit de gewone inkomsten
kunnen worden bestreden.
De Amerikaansche staatsschuld zal derhalve in
den loop van deze jaren met ongeveer $10 milliard
stijgen, waardoor de totale schuld op 30 Juni 1935
$ 31,8 milliard zal bedragen. In den loop van dit
begrootingsjaar zal voor financieHng nog $ 6 mil-
hard noodig zijn, waarbij komt een bedrag van $4

milliard, dat in de eerstvolgende maanden zal moe-
ten worden afgelost, daar vroeger de financiering
van de behoeften van •de schatkist met behulp van
kortloopende promessen is geschied.
Met het oog op verschillende ongunstige symptomen

voc,r de emissie van groce cbligatieleeningen, in (le eerste plaats wel de onzekerheid ten aanzien van de
toekomstige waarde van den Dollar, zal de financie-
ring ook verder met behulp van schatkistpromessen
gesdhieden, die echter een looptijd van ongeveer 2 jaar krijgen. Op deze wijze heeft men de gelegen-
heid om in den ioop van een paar jaar deze groote
bedragen op gunstige momenten tot obligatieleenin-
gen te consolideeren.

Indien de inkomsten en uitgaven gedurende de
komende jaren aan de verwachtingen beantwoorden,
kan’ men niet zeggen, dat door deze grootscheepsche
leeningspolitiek het Amerikaansche staatscrediet
wordt geschokt. Engeland, met een bevolking van
minder dan een derde der Ver. Staten, heeft een
staatsschuld van ruim £6 milliard, hetgeen met bijna
$ 30 milliard overeenkomt.

Wanneer de staatsschuld der Ver. Staten tot ruim
$ 31 milliard aangroeit, blijft zij dus, in vergelijking
met Engeland nog altijd bescheiden. Wel zijn de
schulden van staten en gemeenten in de Ver. Staten,

Zie Economisch-Statistisch Kwartaalbericht No:
10,
van
19 Juli 1933.
De gewone uitgaven en inkomsten toonen voor de
laatste jaren en voor
1935
het volgend beeld (in millioenen
Dollars)

Jaar eindigende

Overschot (+)
30
Juni

Inkomsten Uitgaven of tekort (._)
1930
………..
4.178

3.440

+

738
1,931
………..

3.317

3.780

– 463
1932
………..
2.121

4.594

—2.473
1933
………..
2.238

3.568

—1.330
1934
………..
3.260

3.046

+

214
1935
…………
3.975

3.238

+

737

Juist in verband met deze optimistische verwach-tingen omtrent den groei der industriëele bedrijvig-
heid, neemt de Amerikaansche president dan ook aan,
dat er na 1935
vrijwel
geen crisisbestnijding meer
noodig zal zijn.
Bij de beoordeeling van •de finauciëele situatie
mag ook niet uit het oog worden verloren, dat de
crisisuitgaven voor een groot deel door bezittingen
worden gedekt. Laat men nog de waarde der Open-
bare werken, waaraan ca. $3 milliard zal worden be-
steed, buiten beschouwing, dan staan in ieder geval
tegenover de ca. $ 4 mihliard, die de Reconstruction Finance Corporation in den vorm van credieten ver-
strekt, onderpanden en preferente ahindeelen van
banken, waarop die leeningen worden gegeven. De
Refico zal dan ook in [het begrootingsjaar 1935, vol-gens de tegenwoondige raming, bijna $ 500 mihlioen
meer aan terugbetahingen op vroeger verstrekte ere-
dieten ontvangen •dan zij aan nieuwe credieten zal
uitgeven. Ook de deelneming in het kapitaal van de
Federal Land Banks en van de Federal Deposit In-
sunance Corponation, waaromtrent wij de bijzonder-
heden in het Kwartaalbericht van Juli 1933 publi-
ceerden, zijn niet als eigenlijke uitgaven te beschou-
ven, ofschoon zij als zoodanig op de begrootingen
voorkomen. De totale waarde der ondenpanden wordt
in •de toelichting op de hegrooting als $ 3,6 milliard
aangegeven.
Men dient •deze begrootingen dan ook als crisis-hiquidatie-begrootingen te beschouwen, waarbij de
staat .dat deel der cnisisvenhiezen voor haan rekening
neemt, dat niet door het particuliere bedrijfsleven
kan worden opgebracht, zooals de verliezen der ban-
ken en die op landelijke hypotheken. Door middel
van de waardedaling van den Dollar, die in een al-
gemeene
prijsstijging
tot uiting komt, worden deze
verliezen over de geheele bevolking omgeslagen.
Voorwaarde voor het slagen van deze liquidatie is,
dat de prijsstijging en •de gevolgen van uitvoering
van openbare werken op belangrijke schaal het ge-
heele economisch leven tot voldoende activiteit sti-muleenen. De presidentiëele boodschap, waarmede
deze begnooting werd aangeboden, eindigt met de
volgende hoopvolle verklaring:

,,If we maintain the course 1 have outlined, we can
confidently look forward to cumulative beneficial forces
represented by increased volume of business, more general
profit, greater employment, a diminution of relief expen-
ditures, larger governmental receipts and repayments, and
greater human happiness.”

374

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

Gouciwet. (The Gold Reserve Act of 1934).
.[n de toelichtende nota op dit wetsontwerp, dat
15 Januari is ingediend, verklaarde de president,
dat hij welis.waar het recht had de daarbij voorge-
stelde maatregelen bij ordonnantie te treffen, maar
dat hij in dit geval, wegens het groote belang van
de zaak, de nadrukkelijke sanctie van het Congres
werischte te ontvangen, die dan ook werd verleend.
liet principe van de wet komt hierop neer, dat al
hct goud der Federal Reserve en andere banken, als-
mede het goud, dat i.n handen van particulieren is,
eigendom van de schatkist wordt. Deze betaalt voor
het goud hetzelfde bedrag in papieren Dollars als
waarvoor het in Gouddollars is gekocht, hetgeen na-
tuurlijk tea aanzien van cle ban kn gemakkelijk is
vast te telie.n. Daar nagenoeg al het in de Ver. Sta-
ten aanwezige goud afkomstig is uit den tijd van
v6Ar de depreciatie van dcii Dollar, terwijl hij deze
wet de goudwaarde van den Dollar
01)
59,06 pOt. van
de vroegere gomcdswaarmle werd vastgesteld, maakt de
schatkist op deze wijze ccii winst van nagenoeg 40
pCt. vart dc tegen woord ige waarde van de goudvoor-
raden. Nauwkeurig is het bedrag van de winst niet
terstond vast te stellen, oniclat een klein deel van
den goudvoorraad na April 1933 tegen hoogere Dol-
larprijzen is gevormd. Op een hoeveelheid goud van ruim $4 milliard vroegere Dollars bedraagt de boek-
winst nagenoeg $ 2,8 milliarci. Daar hiervan $ 2 mii-
hard voor het stahilisatiefoncis wordt gebruikt, blijft
er nog een winst van $800 millioen over, clie vermoe-
delijk als reserve wordt bewaard. Op cle begrooting
komt deze winst niet voor.

Deze boekwinst op goud komt cle sdhatkist ten
goede. Het stabilisatiefonds van $2 milliard zal
OP
sbortgeiijke wijze als het Engelsche fonds van dien
aard gebruikt worcle om den Dollar tea aanzien van
buitenlandsche valuta op een constant niveau te hou-
den, en wei door aankoopen en verkoopeu van Dollars
en vreemde valuta.

Deze gou’dwet moge, van juridisch standpunt be-
zien, zeer ingrijpend zijn (de Commercial Chron
ide
spreekt van ,,diefstal op groote schaal” en van ,,on-
dermijning van de moreele integriteit der natie”),
economisch is de uitwerking veel geringer. De Dol-
lar was reeds gedaald tot nagenoeg het punt, waarop
hij thans voorloopig gestabiliseerd is. Zelfs als de
president van zijn bevoegdhitl gebruik zal maken om
de goudswaarde na eènigen tijd nog verder te ver-
lage:n wat de wet laat de mogelijkheid open om
de goudswaarde tussche.n de 50 en 60 pOt. vami de
vroegere vast te stellen – dan zou dit nog slechts
een geringe •depreciatie heteekenen in vergelijking
met de waardedaling, die voor deze devaluatie op de
vrije markt tot stand is gekomen.

De schepping van een stabllisatiefonds lied even
goed door middel van de Fecleral Reserve Banken
kunnen geschieden. Het daarin vastgelegde bedrag is
niet verlören: integendeel heeft liet Britsche stabili-
satiefonds, volgens officiëele mededeelingen, met
winst gewerkt. De goudreserve der banken was zoo
groot, dat men ongetwijfeld een bedrag van 2 mil-
hard voor dat doel had kunnen gebruiken, ook zon-

der deze goudwet.

De economische beteekenis van deze wet ligt dan
ook niet in de stabilisatie tusschen betrekkelijk wijde
grenzen zelf, evenmin in •de confiscatie van het goud
door de schatkist en zelfs niet in de iorming van een
stabilisatiefonds, maar veel meër in de gevolgen voor
het Federal Reserve System. Want door deze wet
heeft het Federal Reserve System een flink deel van
zijn invloed op den economischen gang van zaken
verloren. Wanneer men dan ook de uitingen nagaat
van vooraanstaande financi&rs, die zich op ,,hearings” voor een Senaatscommissie over dit wetsontwerp heb-
ben uitgelaten, dcii treft men haast geen enkelen
aan, die zich principiëel tegen cle voorgestelde maat-
regelen verzette. Dat er gedevalueerd moest worden,
dat er een stabilisatiefond’s tot stand kwam, werd na-

genoeg algemeen niet instemming begroet. Enkele der
meest conservatieve financiers hebben zich tegen de
volkomen oninwisselhaarheid van bankbiljetten in gouden munt ver1laard. Hierin schuilt echter geen
element, dat zich tegen de devaluatie zelf richt, want
cle oninwisselbaarheid der bankbiljetten tegen goud
voor binnenlandsch gebruik komt voor in bijna alle
landen, welker valuta niet gèdepreciëerd of gedeva-
lueerd is. Ter betaling van uitvoer blijft de moge-
lijkheid van inwissehing van Dollars tegen goudbaren
of ‘goudvaluta bestaan, doch deze is afhankelijk van
de toestemming der betrokken regeeringsorganea.

liet groote meeningsverschil kwam slechts aan het
licht bij de vraag, of de overdracht van al het goud
der Federal Reserve Banken aan de schatkist de
juiste methode was, en of liet valuta-stabilisatiefonds
onder het beheer van het Ministerie van Financiën
dian wel ondler dat van dle Federal Reserve Board be-
hoorde te staan. Op beide punten heeft de regeering
een volkomen overwinning behaald en zijn de oor-

S)
ronkehijke bepalingen. aangendineii.

De overdracht van het goud aan de regeering be-
ti’ekent natuurlijk, dat (le Federal Reserve Banken
geen winst maken op haar goudvoorraden, maar dat cle
geheele winst aan de schatkist toevalt. Overigens
wordt hierdoor do activiteit van de Federal Reserve
Banken niet bemoeilijkt, daar zij in plaats van het
goud goudcertificaten
krijgen,
op basis waarvan zij

evenveel biljetten in circulatie mogen brengen als bij
de aanwezigheid van goud het geval zou zijn geweest.

liet beheer vart het stahihisatiefonds door de schat-
kist heeft echter wèl invloed op de activiteit der Fe-
deral Reserve Banken, daar haar de manipulaties tot
het op koers houden van den Dollar uit handen zijn
genomen. Bovendien zullen zij thans voor alle trans-
acties met et buitenland onder contrôle van de
schatkist komen te staan, daar voor iedere valuta-
transactie de toestemming van het stabilisatiefonds
wordt vereischt. Voordien financierden de Federal
Reserve Banken voor een belangrijk deel den Amen-
kaanschen export van stapelproducten, zooals tarwe
en katoen, waarbij zij credieten verstrekten op par-
tijen, die naar liet buitenland werden verzonden.
Door de instelling van het stabilisatiefonds neemt
iedere zelfstandige activiteit der Federal Reserve
Banken in dit opzicht een einde. Technisch zullen
zij deze financiering voortzetten, maar ter uitvoering
van de instructies van het stahilisatiefonds.

Ook op het gebied, dat cle Federal Reserve Ban-
ken tot nu toe onomstreden beheerschten en waarop
zij haar invloed konden doen gelden, op dat der bin-
nenlandsche credietverstrekking, is aan haar macht
een einde gemaakt, doordat het stabihisatiefonds de
bevoegdheid heeft gekregen ook staatsobligaties te koopen en te verkoopen. De actie tot credietverrui-

ming of credietheperking berustte op de wettelijke
bepaling, dat de aangesloten leden-banlçen tegen’over
de uitstaande eredieten een zeker percentage aan re-
serve-deposito’s bij de Federal Reserve Banken moes-
ten bezitten. Door aankoop en verkoop van staats-
obligaties e.a. papieren in de vrije markt, welke pa-
pieren grootendeels uit de portefeuilles der banken
afkomstig waren of daaraan w’erden toegevoegd, kon
het Federal Reserve System dus in het eerste geval
cle kasmniddelen der leden-banken doen toenemen, in
het laatste geval doen afnemen, tengevolge waarvan ook de reserves der leden-banken bij de Federal Re-
serve Banken vermeerderden of verminderden. Op
deze wijze was het mogelijk invloed uit te oefenen op de credietverleening door de leden-banken. De Board meende zulks tenminste, al heeft Owen Young in zijn
verhoor voor de Senaatscommissie toegegeven, dat
deze politiek gedurende het laatste jaar geen succes
heeft gehad, omdat de credietpotentiahiteit ongebruikt
bleef bestaan en de banken niet tot het maximum der
mogelijke credietverleening overgingen, ofschoon
haar reserves groot genoeg waren.

Het is juist de opvatting dër Amenikaansche Re-

25
April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

375

geering, dat de Federal Reserve Banken in dit op-
zicht hebben gefaald, dat zij tegen liet begin der er1-
sis de credietverleening niet spoedig genoeg hebben
ingekrompen, gelijk Owen Young toegeeft, en dat zij
tot de in het laatste jaar gewenschte credietexpansie
niet hebben kunnen of willen medewerken.
In ieder geval echter is haar thans deze manoeu-
vreeringsmogelijkheid grootendeels ontnomen, daarge-
laten of de vroegere manoeuvres gunstige of ongun-
stige resultaten hebben opgeleverd. Want het spreekt
vanzelf, dat de macht van het Federal Reserve Sy-
stem bestond in de overheerschende positie op de
markt bij de aan- en verkoopen van groote pakketten
staatspapieren. Nu er naast de Federal Reserve Ban-
ken een nieuw orgaan met een reusachtige kapitaal-
macht is tot stand gékomen, dat geheel onafhanke-lijk van die banken kan optreden, is iedere vrijheid
van
?nanoeuvreeren
door cle Fecleral Reserve Banken
iei’dwenen. Zouden zij b.v. op een bepaald oogenbiik
staatsobligaties verkoopen, en worden deze door het
stabilisatiefonds opgekocht, dan kan •dit laatste, vol-
gens de nieuwe bepalingen, deze papieren weer aan
de Federal Reserve Banken teruggeven, die daarop
100 pOt. van cle nominale waarde als voorschot
moe-
ten
verstrekken.
De machtige Organisatie der Federal Reserve Ban-ken is derhalve met één slag in haar belangrijkste be-
voegdheden beknot. De leiding inzake cle geheele mo-
netaire politiek is van het Federal Reserve System
naar het Ministerie van Financiën overgebracht. De critiek op de goudwet heeft zich dan ook in de
Ver. Staten hoofdzakelijk tegen deze consequenties
van de voorstellen gericht, echter zonder tot resultaat
te leiden. Banken en bankiers staan er in •het alge-
meen in een dergelijk kwaden reuk, dat de groote
massa deze machtsbesnoeiiimg der banken door de Re-
geering toejuichte. Alle voorgestelde amendementen,
die ten doel hadden de macht der Federal Reserve
Banken te behouden, zijn verworpen. Van een fede-
raal ‘bankstelsel in particuliere handen is men in de
Ver. Staten plotseling tot een centraal baukstelsel
onder voogdij der Regeering overgegaan.

Contrôle op de beurzen in de Vereev,igde Staten.

Den 9den Februari zond president Roosevelt een
speciale boodschap aan het Congres, waarin hij om
maatregelen verzocht ,,orn zooveel mogelijk het ge-bruik der beurzen voor zuiver speculatieve operaties te beperken”. Den volgenden dag werd door senator
Fleteher, den president van het finamiciëele comité
van den Senaat, een dergelijk wetsontwerp ingediend.
Het ontwerp omvat 31 afdeeliugen, waarin verschil-
lende zeer ingrijpende contrôlemaatregelen op beurs-
transacties worden voorgesteld. De omvang van het
ontwerp is van dien aard, dat hier slechts een be-
spreking der algemeene grondslagen
mogelijk
is, ter-
wijl het bovendien in verschillende opzichten tijdens
de behandeling geamendeerd schijnt te worden, een
reden te meer, om zich bij deze beschouwingen tot de
leidende beginselen te beperken.
Deze beginselen vindt men neergelegd in een knap
rapport van de commissie voor de reguleering der
effectenbeurzen, dat einde Januari aan president
Roosevelt werd aangeboden. De basis voor contrôle-
mogelijkheid ziet het rapport in een stelsel van ver-
gunningen voor beurzen, om van de post en telegraaf-
diensten gebruik te maken. Een
dergelijke
vergun-
ning wordt slechts aan die beurzen gegeven, die zich
verplichten zich aan regeeringscontrôle te onder-
werpen.

Het wetsontwerp is geheel op deze leest geschoeid.
Er zijn verschillende voorwaarden voor verkrijging
der vergunning in het ontwerp vermeld, terwijl daar-
naast bepalingen zijn te vinden, waarbij de beurzen
zich verplichten mede te werken aan de uitvoering
van eventueele verdere maatregelen, die de regeering
in de toekomst noodig zou achten. Deze laatste – for-
muleering is opzettelijk zoo gekozen, op advies van

de hovenvermelde commissie. Deze wees er terecht op,
dat men niet kan voorzien, welke misstanden zich in de toekomst in het beurswezen zouden ontwikkelen.
Daarorn diende de controleerende organen ruime be-
voegdheden te krijgen, om hun werkzaamheden uit
te strekken tot punten, die men thans nog niet als
gevaarlijke elementen beschouwt.
De eerste voorwaarde, waaraan de beurzen moeten
voldoen, bestaat hierin, dat alle beursleden eeti ver-gunning (license) van het heursbestuur moeten heb-
ben, waarin zij zich op hun beurt verplichten zich aan
de wettelijke voorschriften te höuden, contrôle te aan-
vaarden op al hun transacties, zoowel door het beurs-
bestuur als door de.n Regeeringscootroleur op het
beurswezen, en hovendiën alle verlangde gegevens,
periodieke zoowel als bijzondere, op aativrage te zul-
len verstrekken.

Op deze wijze bereikt men, dat, via de beursbestu-
ren zelf, alle beursbezoekers aan de regeeriiigscontrôlc
zijn onderworpen.
Bovendien zullen makelaars en comm issi orcatrs in
het vervolg alleen bij leden-banken van het ‘Federal
Reserve Systeem leenihgen op prolongatie mogen op-
nemeii, terwijl er een limiet ain het bedrag wordt
gesteld, dat zij mogen opnemen. Er wordt ten, hoog-
ste 40 pOt. op de waarde der effecten aan leeni ng
verstrekt of 80 pOt. van den laagsten koers geduren-
(le de laatste 3 jaar. ) iierdodr kan men op effecten,
die betrekkelijk weinig in koers fluctueerden, tot een
hooger percentage een prolongatieleening sluiten clan
op effecten, die aan groote koeisschornmelingen on.-
derhevig zijn. Effecten van klanten mogen zij uit-
sluitend met toestemming dier Iclanten heleenen.
De volgende transacties zijn verboden: gefingeerde
verkoopen (washed sales), door welke de indruk
wordt gewekt d.t er in een fonds veel omgaat en de
koers wordt beïnvloed, en alle daermede gelijk te stel-
len transacties. Het vespreiden van valsche geruch-
ten door beursleden, die op deze wijze de koers van
fondsen beïnvloeden en daaruit voordeel trekken, het-
zij voor effecten van hen zelf, hetzij voor die van
klanten is strafbaar gesteld, en eveneens is het ver-
boden te betalen voor de verspreiding vuil dergelijke
geruchten door anderen.
De
mogelijkheid
van het vormen van pools voor
het ophouden van de koersen in een dalende markt
is niet geheel uitgesloten. De commissie merkte reeds
op, dat een emissie-syndicaat
feitelijk
ook als pool
werkt. Zou men
dergelijke
syndicaten verbieden clan
wordt het vrijwel onmogelijk belangrijke bedragen
aan emissies tegen een vaste koers uit te geven. Men heeft daarom deze oplossing aanvaard, dat pools toe-
gestaan worden met voorkennis van het heursbestuur. Er moet precies worden opgegeven, welke effecten in
de pool worden opgenomen, benevens alle andere
details der operaties. Het is verboden om alle be-
schikbare aandeelen in een pool onder te brengen
(cornerixxg the supply of a security). In dit verband
dient ook te worden genoemd de bepaling, dat maat-
schappijen slechts eigen aandeelen mogen opkoopen,
wanneer daaromtrent alle mededeelingen aan het
beursbestuur worden verstrekt. Het bestuur der New-
Yorksche beurs heeft hieraan reeds uitvoering ge-
geven tijdens de behandeling van de wet in het Con-
gres, dus nog geheel onverplicht, en een lijst van aan-
deelen gepubliceerd van maatschappijen, die door
deze zelf
zijn
opgekocht. De eerste publicatie over
Februari bevat gegevens omtrent 800 maatschappijen,
waarvan 295 eigen aandeelen blijken te hebben op-
gekocht.
Personen, die deze bepalingen overtreden, zijn aan-
sprakelijk voor eventueele schade aan koopers van
aandeelen toegebracht, afgezien van boete en andere
straffen, die op overtreding zijn vastgesteld. De straf-
fen voor personen bedragen een maximum boete van $ 25.000 of een gevangenisstraf van 10 jaar, die voor
een beurs een boete van maximaal $ 500.000. –
1)
Deze bepalingen zijn door amendementen verzacht.

376

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

Beursmakelaars mogen geen deel nemen aan emis-
sie-transacties. Omtrent alle ter heurze genoteerde
fondsen moeten steeds de meest volledige gegevens,
wat de financiëele toestand der maatschappijen be-
treft, worden bijgehouden. Deze gegevens moeten
driemaandelijks, halfjaarlijks en jaarlijks worden ge-
corn pleteerd.
lIet probleem der ‘baissespeculatie is op dezelfde
wijze geregeld als dat van de pools. De commissie
waarschuwde er voor baissespeculaties te verbieden,
De beursbestu ren kunnen evenwel bepaalde regels
voorschrijven voor haissetransacties, waaraan de leden
zich moeten onderwerpen. Stop loss orders zijn ver-
boden. In bijzondere gevallen (emergency cases) kan
iedere haissetransactie
tijdelijk
worden verboden.
Directeuren en employé’s mogeu niet in aandeelen

van hun eigen maatschappijen speculeeren, evenmin als groote aandeelhouders dier maatschappijen. Alle
dergelijke transacties van koop en verkoop van aan-
deden door de betrokkenen moeten bekend worden
gemaakt, terwijl winsten op deze transacties door de
maatschappij opgevorderd kunnen worden. In het
algemeen heeft deze afdeeling van het wetsontwerp
ten doel de winstmogelijkheid tengevolge van ,,inside
information” op te heffen, doordat deze inlichtingen
zoo spoedig mogelijk bekend worden gemaakt, terwijl het eveneens bekend wordt, wanneer de betrokken in-
siders bepaalde aandeelen koopen of verkoopen, zoo-
dat het publiek ten spoedigste van de verwachtingen
der insiders op de hoogte komt.
De commissie had geen oplossing voorgesteld voor
den effectenhandel op niet-officiëele beurzen. In de
wet is evenwel een algemeene bepaling opgenomen,
luidende, dat deze transacties slechts mogen geschie-
den in overeenstemming met voorschriften, die de organen der beurscontrôle zullen uitgeven. Dit be-
treft ,,ovei-the-counter operations”.

Tenslotte wordt voorgesteld den datum van inwer-kirigtreding der wet op 1 October 1934 te bepalen.

Zooals de commissie in haar rapport had voorop-
gesteld, was het de bedoelingden effectenhandel niet
te belemmeren, voor zoover deze noodzakelijk is ten-
einde liquiditeit van fondsen te handhaven. De beur-
zen dienen echter een zoo getrouw mogelijke weer-spiegeling te zijn van den werkelijken gang van het
economisch leven. Buitensporige speculatie moet wor-
den voorkomen. Slechts diegenen worden ‘getroffen, die van de beurzen gebruik hebben gemaakt om, met
behulp van ,,inside information” of met ongeoorloof-
de middelen, zooals valsche geruchten, in korten tijd
huitensporige winsten te maken. De Amerikaansche
regeering is van meening, dat deze winsten geen
noodzakelijk onderdeel van het economisch leven uit-
maken, ja, zelfs den normalen ontwikkelingsgang
groote schade kunnen berokkenen. Het is de bedoe-
ling om den bona fide belegger zooveel mogelijk tegen
wilde koersschommelingen te beschermen. Wanneer
evenwel personen zich met beurstransacties inlaten
uitsluitend met speculatieve bedoelingen, zal natuur-
lijk steeds een risico blijven bestaan. Het wetsontwerp
wil dit risico volstrekt niet wegnemen, het wil alleen
de mogelijkheid van dergelijke speculatie vermin-
deren
1)

Wet tot stichting van regionale indi,tstrie-crediet-
ban lien.

Volgens het door den president op 19 Maart inge-
diende wetsontwerp zullen er 12 regionale crediet-
banken worden opgericht, één in het gebied van

iedere Federal Reserve Bank. Deze industriecrediet-

i) Ongeveer een week geleden is, zoowel door het Huis
van Afgevaardigden als dooi’ den Senaat een rapport over
de wet op de beurscontrôle ingediend. Het Huis van Af-
gevaardigden wil de regeling van en het toezicht op de
wet opdragen aan de Federal Trade Commission. De
Senaat heeft het voorstel van Senator Glass overgenomen,
dat beoogt een onafhankelijk lichaam, dat met de uitvoe-
ring van deze wet zal worden belast, op te richten.

banken krijgen tot taak de vei’strekking van credieten aan kleinere industrie- en handelsonderuemin’gen. Zij
zullen geen credieten mogen verstrekken voor een
termijn van langer dan vijf jaar.

Het kapitaal dier credietbanken wordt door de
betrokken Federal Reserve Bank verschaft en is ge-
lijk aan het bedrag, dat deze Federal Reserve Bank
in het kapitaalfonds der Deposit Insurance Corpo-
ration ‘dient te storten. Echter worden de deposito’s op deze regionale credietbanken niet door den staat
gegarandeerd.

De regionale credietbanken zullen filialen mogen hebben in het Federal Reserve district, en zijn in dit
opzicht dus bevoordeel’d boven andere banken, waar-
bij filiaalvorming verboden is. Zij mogen, met toe-
stemming van de betrokken Federal Reserve Bank
aandeelen en obligaties uitgeven, die niet onderwor-
pen zijn aan de Securities Act van 1933, volgens
welker bepalingen de emittenten verantwoordelijk
zijn en blijven voor de inlichtingen, ‘die bij de kapi-
taalemissie worden verstrekt.
Hierdoor wenscht de regeering de credietexpansie
te vergrooten, die door de Federal Reserve Banken
en de leden-banken van het Federal Reserve systeem
niet krachtig genoeg wordt doorgevoerd. Bovendien
moet men hierin een bewijs zien, dat ‘de regeering
bij de NIRA er niet naar streeft de groote industrie
te bevoordeelen en de monopolievorming in de hand te werken, maar dat zij de grootste waarde hecht aan
het voortbestaan en den bloei van kleinere, onafhan-
kelijke bedrijven, die het terrein van credietverleening
door deze nieuwe banken zullen vormen.
Senator G-lass heeft, als tegenhanger van dit regee-
ringswetsontwerp op de regionale creclietbanken, een
wetsvoorstel ingediehd, waarbij het verstrekken van
industriëele credieten voor ten hoogste 5 jaar aan de
Federal Reserve Banken zelf wordt opgedragen. Het
wetsvoorstel is ingediend in den vorm van een amen-
dement op afd. 13 van de Federal Reserve Act. Al
bijzonderheid dient nog te worden vermeld, dat een
bank, die haar vorderingen op industriëele onderne-
mingen op grond van deze wet aan een Federal Re-
serve Bank overdoet, voor 20 pOt. van het verlies op
die vorderingen aansprakelijk blijft.
De surplus reserves van Federal Reserve Banken
worden volgens ‘dit wetsvoorstel voor financiering
der k1eiueie industrie beschikbaar ‘gesteld.

Belastingwetgeving.

Nadat door ‘de Senaatscommissie onder leiding van
Ferdinand Peoora bij het onderzoek naar de trans-
acties van particuliere banken aan het licht was ge-
bracht, dat vooraanstaande personen misbruik maak-
ten van de belastiugwetgeving in de Ver. Staten, die
toestond om verliezen op effecten af ,te trekken van
de inkomsten, heeft •het Congres diverse wijzigingen
der helastingwetgeving behandeld, die dergelijke prac-
tijken onmogelijk tracht te maken.
Het Huis van ‘Afgevaardigden heeft maatregelen
aangenomen, waardoor de belastingopbrengst met
$ 258 millioen zou worden verhoogd, de Senaat heeft
hierin nog wijzigingen aangebracht, zoodat het totaal
van de meerdere belastingopbren’gst tot $ 330 mii-
lioen zal stijgen. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om
hetgeen de Amerikanen ,,loophoie-closing provisions’
noemen.
In de toelichting maakt het Banking Cominittee
erop opmerkzaam, ‘dat uit het onderzoek van de Se-
naatscommissie is gebleken, dat noch J. P. Morgan,
noch een van zijn compagnons in de hankiersfirma, in
1932 eenilge inkomstenbelasting hebben betaald. De wet tracht deze practijken onmogelijk te maken.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

377

HET PRIJSVERLOOP VAN GROOT-

HANDELSARTIKELEN GEDURENDE HET
EERSTE KWARTAAL VAN
1934.
TARWE.

Gedurende de eerste drie maanden van dit jaar
bleef groot aanbod bestaan van overzeesche tarwe,
welk aanbod •de prijzen bleef drukken. Verbetering in.
de stemming aan de tarwemarkt kwam eenige malen
voor, doch was meestal niet van langen duur en spoe-dig volgde dan weder eene inzinking, welke het prijs-
niveau vaak lager deed dalen dan het geweest was.
In de
Vereenigde Staten
ondervond de markt steun
van infiationistische maatregelen en in Januari en
begin Februari stegen de koersen aan de termijn-
markt te Chicago matig. Ook slechte oogstberichten
over de wintertarwe droegen het hunne bij tot de ver
betering. Niettegenstaande de depreciatie van den
Dollar tot op 60 pCt. van •de goudwaarde, konden
de prijzen in de Ver. Staten niet blijvend verbeteren.
Einde Februari trad eene verlaging in en in Maart
bleven de prijzen nagenoeg onveranderd. Aan het
einde van het nu afgeloopen kwartaal was de notee-
ring te Chicago voor den Mei-termijn slechts twee
Dollarcents hooger dan op 2 Januari.
De pogingen van de regeering der U.S.A. om den
uitzaai van wintertarwe te verminderen, zijn vrijwel
mislukt, de bebouwde oppervlakte wordt geschat op
41.002.000 acres of 4 pOt. kleiner dan in het vorige
jaar en 7.2 pOt. kleiner dan het gemiddelde van
1929/’31. De vooruitzichten van den wintertarwe-
oogst zijn zeer verbeterd, nadat klachten over droogte
hebben opgehouden en in voldoende mate regen en sneeuw zijn gevallen. De gemiddelde schatting van
de opbrengst van wintertarwe door particuliere
experts bedroeg op 31 Maart ongeveer 500 millioen
bushels tegen een opbrengst in het vorige jaar, toen
de oogst slecht was, van 351 millioen bushels. Plan-
nen om den uitzaai van zomertarwe te verminderen
geven ook weinig hoop op succes. Volgens door het Ministerie van Landbouw der U.S.A. gepubliceerde cijfers zouden de boeren van plan zijn 971 pOt. van
de oppervlakte van het vorige jaar met zomertarwe
te bebouwen.

In
Canada
hebben de prijzen meestal onder den
invloed van die in de Ver. Staten gestaan, hoewel
Canada aangewezen is op export. De koersen aan de
termijnmarkt te Winnipeg sloten op 31 Maart bijna
3 Dollarcents hooger dan bij den aanvang van het jaar. Geregeld is Canada met tarwe aan de markt,
doch het aanbod is niet dringend en koopers, die
deze harde tarwe noodig hebben bij de. meelfabricage
om ze te mengen met zachte soorten, moeten voor
de Manitoba-tarwe een belangrijke premie betalen. De
Canadeesche regeering heeft om de markt te steunen
veel tarwe opgekocht, men schat, dat cle, regeering
180 millioen bushels bezit van de nog voor uitvoer
beschikbare 225 millioen bushels.

Ook in Canada wil men beperking van tarwe-uit-
zaai en zich houden aan de door de tarweconferentie
van het vorige jaar voor uitvoer toegestane hoeveel-
heid. Men zal dit trachten te bereiken door, wan-
neer zulks in verband met de uitkomsten van den
volgenden oogst noodig blijkt, permissies voor het ver-
voeren van tarwe af te geven tot het totaal van de
voor uitvoer toegestane hoeveelheid en hetgeen noodig
is voor eigen verbruik. Gerekend wordt met een be-
perking van de productie door het uitbreiden van den verbouw van voergranen ten koste van tarwe en door
de vermeerdering van het aantal sprinkhanen, welke
veel schade zullen teweegbrengen.

De uitkomsten van den tarwe-oogst in
Australië
zijn
dit jaar niet zoo •goed geweest als in het vorige. De

opbrengst wordt door de regeering geschat op 160
millioen bushels, door particulierén op 150 millioen
bushels tegen ruim 200 millioen bushels in het vorige
jaar. De uitvoeren uit Australië zijn deze drie maan-
den beperkt geweest en zullen naar alle waarschi.jn-

lijkheid binnen de overeengekomen hoeveelheid blij-
veh. In het Verre Oosten, waar Australië
altijd
veel
tarwe verkoopt, ondervindt het sterk de concurrentie
van Rusland, Argentinië en de Vereenigde Staten. De
regeering van het laatste land subsidieert den uitvoer
van groote hoeveelheden witte tarwe, welke aan de
Pacifickust liggen en hoofdzakelijk naar het Verre
Oosten en Ierland verkocht worden. Voor het vol-
gende seizoen wordt inkrimping van den uitzaai van
tarwe in Australië verwacht, daar de prijzen voor
tarwe slecht zijn en de schapenteelt door de hooge
wolprijzen meer rendement belooft.

In het begin van dit jaar kwam dringend aanbod
van tarwe uit Duitschiand en Hongarije, later zijn de
aanbiedingen uit Duitschiand opgehouden, •doch ver-
meerderden het aanbod en de verschepingen uit
Ar-
gentinië.,
waar de oogst goede uitkomsten had gehad
met een geschatte opbrengst van 32 millioen quarters,
waarvan 11Y2 millioen voor eigen gebruik noodig
zullen zijn.

De voor uitvoer uit Argentinië overeengekomen
hoeveelheid bedraagt ongeveer 14 millioen quartêrs,
waarvan in 1933 reeds een gedeelte is verscheept, liet
overblijvende zou verschepingen in het eerste half-
jaar 1934 van 300.000 quarters per week veroorloven,
doch ‘gedurende verscheidene weken zijn 500.000 quar-
ters en meer verscheept. Men zégt, dat later minder
verscheept zal worden, wanneer er op ruime schaal
maïs ter verlading zal zijn. De groote Argentijnsche verschepingen veroorzaakten eene gevoelige daling
der prijzen voor deze en andere zachte tarwe. De in
Argentinië geldende minimumprijzen bleven voor
tarwe gehandhaafd en de koersen aan de termijn-
markten stegen in den regel slechts weinig daarboven.

ROGGE.

De Nederlandsche regeering bleef verkooper van
Duitsche rogge, waarvan zij 80.000 tons in compensa-
tie had gekocht. De vraag voor deze rogge was be-
vredigend en tot allengs
stijgende
prijzen werden
flinke hoeveelheden in de Nederlandsche consumptie verkocht voor v’oederdoeleinden. In het begin van dit jaar heeft de Nederlandsche regeering verdere 50.000
tons Duitsche rogge in compensatie gekocht en deze

1

ten verkoop aangeboden. De vraag was intusschen
minder geworden en de verkoop ging niet gemakke-
lijk. Hoewel reeds de eerste verkoopen hadden plaats
gevonden tot eenigszins verlaagde prijzen, moesten
weldra verdere verlagingen worden toegestaan om
koopers te trekken. In concurrentie met de rogge der
Nederlandsche regeering wordt Hongaarsche rogge
aangeboden, de prijzen, daarvoor waren nagenoeg ge-
lijk aan die voor Duitsche rogge en daalden ook in
de tweede helft van het afgeloopen kwartaal. Plata-
rogge veranderde weinig in prijs en vond matigen
aftrek voor de bakkerij.

378

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 April 1934

STATISTISCH OVERZICHT

URANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

80KG
La
GERST
64
1
65KG
(Loosduinels)
RUND-

Plata
74 K.G. Bahia
La Plata La Plata
La Plata
BLOEM-

KASKOM-

SALADE
(versch)
VLEESCH
(
e sch)
Rottetdaml
Rdadai
AO(
eW
lr)
:

_
Oiö
1925
17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0.
236,00
100,0
462,50


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9




1927
14,75
85,8

12,475
95,4
-176,00
76,0237,00100,4
362,50
78,4-

“-
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
583
100,0
93,-
100,- 77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,67
5

56,3
.6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
-.356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,-
94,6
48,-
61,9

1932
5,22
5

30,4 4,62
5
35,4 77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57
61,2
61,-
65,6 37,50
48,4
1933
5,015
29,2
‘-
3,54
27,1
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0
14,47
54,7
9,96 43,2
1,86
31,9
52,-
55,9
49,50 63,9

Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25
30,8

114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
1ebr.


5,30
30,8
.
5,075
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart

,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April

5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
20,38
77,0
15,06
65,3
5,27

————-

90,4

67,7
28,-
36,1
Mei

5,60
32,6
5,30 40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
63,–
67,7
26,-
33,5
Juni

5,22
5

30,4
4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
-..
5,76
25,0,
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
)uL

4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
00,25
42,5
129,75
28,1

100,0 —————————

68,8
35,50
45,8
Aug.,,
5,2030,2-4,075
31,2 77,50

33,5
98,25
41,6

133,00
28
,8
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,47′
31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5 150,75
32,6
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.

5,25
30,5
3,92
5

30,0 74,50
32,2
79,50 33,7
138,25
29,9


– – –

51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,9028,5
3,90
29,8
71,25
30,879,0033,5.135,25
29
,2-





53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,72
5
27,5.3,8029,1
66,25
28,675253
1
,9 135,00
29,2-





53,-
57,0
46,-
59,3

Jan.

1933
4,95
28,8
.

3,75 28,7
73,00.
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5

50,50
54,3 44,75 57,7
Febr.,,
.

4,77
5
27,8. 3,70

.
28,3
71,00
30,7 74,75 31,7
130,25
28,2



—-








49,25 53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
.3,825
29,3
73,50
31,7 76,25 32,3
130,50
28,2
46,50
50,0 46,

59,3
April

,,
5,15
29,9
‘3,75
28,7
72,75
31,4 71,25
30,2
.129,50
28,0
14,62
55,2
13,59

—–








58,9
3,27
56,1
49,50 53,2
48,25 62,3
Mei

5,40 31,4

.

3,775

.
28,9
70,50 30,5 73,25
31,0
146,75
31,7
14:32
54,1
10,74














46,5
1,51
25,9
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni

5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

.
.5,56
















24,1 0,81
13.9
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
33,9
3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
.
49,25 53,0 48,50
62,6
Aug.,,
5,3030,8
:3,55
27,2
61,2526,567,7528,7161,
50

34,9
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.,
4,9528,8′
3,475 26,6
61,00
26,365,2527,6
159,00
34,4
‘50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.

4,40 25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30.5
-‘









—-







56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

. .,,
4,55.
26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
59,50
64,0
54,375

70,2
Dec.

.
-,
4,57 26,6
3,30
25,3 73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4 60,75
65,3
53,50
69.0
Jan.1934
4,7527,6-3,10
23,7
65,25.
28,2
58,00
24,6 144,25

31,2


—-











—-








62,50
67,2
53,75
69,4
Febr.
3,40
19,8
2,775
21,2
•65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8

.


.
– –
63-
67,7
53,50
69,0
Maart:
,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75..
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5

– –



















61,75
66,4
50,50
65,2
3 April

3,20
18,6

2,70
20,7
71,00
30,7
57,50
,
24,3
132,00
28,5


10,23
















44,3
7,2!
123,7
64,-
6

68,8 49,50
6
)
63.9
9

,,

,

,,
.
3,20
18.6
2,65
.20,3
70.50
30.5
57,25 24,3
135,00
29,2
13,-
49,1
10,21
44,2
5,13 88,0
64,-
7

68,8
49,_7)

63,2 6

3,25
18,9.
2,70
20,7
7,100
30,7
57.00
24,2
135,00
29,2
25,-
94,4
10,60
45,9
4,60
78,9
62,_s
66,7
49,-
8)

63,2
3

1
3,20
1
18,6
2,70 20,7
70,00
30,2
55,50 23,5
136,50
29,5
‘)
men zie voor ae toelichting op dezen Staat de, nos. van 8,15 Aug.
1928,
25 Febr. 1931 en 15 Febr.
1933.
‘) Tot-Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan.
1931
tot
16 Dec.1929 to,t 26
Mei1930
74(5 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei
1930
tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct.
1933
No. 2 Canada. ) Tot
Canada.Van 19 Sept.’32 tot 24 Juli ’33
62163
K
.
G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April. Mei en luni van het betreffende


MINERALEN.
.

TEXTIELGOEDEREN


DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
.
BENZINE

.

KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-

KALK-
Hollandsche
bunkerkolen,
Mid.
Contin.
rode
Gulf exp.

_________

gekamde
US
ra
lS
Australische,
HUIDEN
SALPETER

onezeefd f.o.b.

S.
.

64166°
8cts. per
Middling
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
.No. 1
1erino.

V
d
CrossbredColo-
niat Carded,
Gaaf, open
kop
GId. per
100
KG.
R damjA’dam
per
1000
K.G.
g. 1
per

arre
b

us
gallon
New-York
-.
rides
Oi
Liverpool

~
%F
oco
erlb
or
P
50’s
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
.

,
100,0
$
1.68
%
100,0
$cts.
14,86
6/
100,-
$ cts.
23.25
°
o
100,0
pence
29,27
°lo
100,-
pence

9,35
0/0
100,-
.
pence
55,00
Oj
100,0
pence
29,50
0
10
100,0
f1.
34,70
100,0
f1.
12,-
1
10
100,0
1926
17,90 165,7
1.89
112,5
13,65.
91,9
17,55
75,5′
16,24
55.5
6,30-
67,4 47,25 85,9
24,75
83,9
28,46 82,0

11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,

17,50
75.3
‘16,78
57,3.-
7,27

77,8
48,50
88.2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10

93,5

1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51.
80,4
.

51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,!
11,48
95,7

1929
11,40 105,6
1.23

73,2′
l0,–
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55

58.3
12,-
41,0
3,92.
41,9
26,75


48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33
25.0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81.

48,2
450
30,3
6,45
27,7
5,21
17.8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,90
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
.
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
Jan.

1932
8,25
76,3-
0.71
42,3
5,25
35,3
-6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5 7,10 59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51.
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5′
11,75
33,9 7,25 60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
-6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7

April

,,
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9 5,08
17,4
3,08

33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9 0.86 51.2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75′
28,6

8,25
28,0 8,88 25,6
7,40
61,7
Juni

,,
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6 5,25
22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40
61,7
Juli

,,
8,10
75,0
0.86
51,2 4,25 28,6
5,80 24.9

4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1


Aug.,,
7,80
72,2 0.86
51,2 4,30 28,9
7,35
31,6′
5,71
19,5
3,33
35,6

15,75
28,6
8,25
28,0

34,6
5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8 0.86 51,2
4,375
29.4
7,75
33,3 6,37
-21,8
3,64
38,9.
16,75
30,5 8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86 51,2
4,45 29,9
6,50


28.0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6 8.50
28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68.5′
0.86 51,2
4,60
31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28,0

34,6 6,10
50,8
Dec.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435
29,8
5,95 25,6
4,73
16.2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05
65,3
0.53 31,5 4,16 28,0

6,15
26,5′
5,13.
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6 8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20 66,7
038
22,6
3,97
26,7′
6,10
26,2
‘4,98
17,0

2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart

,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,875

26,1
.

6,40
27,5
4,97
‘17,0
2.77 29,6
15,25
21,7
7,75 26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37 22,0
3,67
24,7
6,65 28.6

5,18
17,7
2,68

28,7
15,75
28,6 7,75


26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
5

.14,0
2,95
19,9
.

7,30

31,4,
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9

8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
533
Juni
7,15
66,2
.0.25
6

15,2
.3,02
20,3

7,85
33,8
5,85′
20,0
3,25
‘34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
Juli

.,,
7,05
65,3
0.41
24,4 3,33 22,4
7,60
32,7.
5,76
19,7
3,20
34,2-
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1′
6,40
53,3
Aug.
6,95
64,4
0.37

22,0
3,37 22,7
6,90
29,7.
5,39
18,4 2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.

-n
6,85
63,4

0.52
.31,0
3,50
23,6
6,60


28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3 4,04 27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48 26,5 20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.

,,
6,75
62,5

0.66
39,3
3,72

25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6 23,75,
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
49,6
Dec.

,,

6,95
64,4
0.67


39,9
3,75 25,2
6,50


28,0
4,89.
16,7
2,38
25,5
25,00 45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.

1934
6,65
61,6
0.66
39,3 3,74 25,2
-7,10
30,5.
5,47
18,7
2,59
27,7

27,00
49,1
14,75
50,0

37,5 6,15
51,3
Febr.,,
6,30
58,3
06
1

38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68 28,7
.

23,75 43,2
12,75
43,2

37,5 6,20
51.7
Maart

,,
.25
57;9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
‘5;50
18,8
2,76-
29,5
23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
3April

,,

6.30 58,3
0.63
37,5 2,84
2

19,1

7,30


314
5,48
5
18,7”
2,50
5

26,7
23,25
2
)
42,3

11,752)

39,8
12,-
10

34,6 6,30 52,6
9
6,30
.
58,3
0.62 36,9
2,73
3

18,4-
-7,15
30,8
5,516
18,8,
2,53G
27.1
23,25
8
)
42,3
11,50
8
)
39,0
6,30 52,6
6


6,30
58,3
0.62
36.9
2,73
4

18,4


6,95
29.9-
5,327
18,2
2,557
27,3
23,00
5)

.41,8
11,
50
9)

39.0

6,30
52,6

‘»
3

,
‘6,25
57,9
0.62
36,9

6,85

29,5
.
.



6,30 52,6
1)
Jaar- en maandgem.afger.op'(apence.
2)
5Apr.
3
)13 Apr.
4
)’20 Apr.
5)4
Apr. 6)11 Apr.
7
)18 Apr.
8
)12 Apr.
9
)19 Apr.
20)
10Apr.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

379

VANGROOTHANDELSPRIJZEN’)

.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

p
K 0
KAAS Edammer EIEREN
KOPER
LOOD
TIN.
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash
per K.G.
Leeuwar- Heffing
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen locoprijzen
Foundry
(LuxIlI) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
Londen per
derComm Crisis
Zuivel
kaas
Roermond
Londen Londen
perEng. ton
Lonuen per
Eng. ton
No. 3 f.o.b.
Middlesb.
ng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Ounce
Noteering
Centr.

ki. mlmerk
p. 100 st
per Eng. ton
perEng.ton
Antwerpen Eng.ton
line
per 50 K.G.



ii:

0
10

ii:


ii:


ii;

fi.
oi

%
1

:-
-;-

sh.


£
0/
0

sh.
O/
o

prnce
Oj
1925
231
IOOO

56.-
100,0
9,18
100,0 62.1
6
100,0
36.816
100,0
261.17
1

100,0 731-
100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
32’i
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8

58.11

93,5
31.116
85,3
290.176
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
281 89,3
1927
2,03 87,9

43,30 77,3
7,96
86,7

55.141-
89,7
24.4

66,4 290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101- 78,8
E/-
99,5
263
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99
87,0

63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
261,
1e

81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3

75.14-
121,9
23.51- 63,8
203.156
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.171
68,8
851-
99,5
24
7
1
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
687
6,72 73,2

54.13-
88,0
18.116
49,6
142.51-
543
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
85!-

99,5
17
1
16
55,4
1931
1,34
58,0

31,30 56,9
5,35
58,3

36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9 11.10 6 31,9
92!6
108,2
l3le
41,6
1932
0,94 40,7

22,70
40,5
4.14
45,1
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
18
40.1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35,6
7.176
21,6
131.18.

50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124/7:11
4

145,8
12
3
/9
38.5

Jan.

’32
1,16
50,2

25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
1

37,8
41 6
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
01
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0

27,75
49,6
3,79
41.3 26.41- 42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
416
56,8 401.
59,7
10.-!-
27,6 119/6
139,9
14
43,6
Mrt.

,,
0.98
42,4

23,65
42,2 3,42
5

37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9
96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
1314
42.P
Apr.
0.99
42,9

19,60
35,0
2,77
6
30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451
61,6
3716
56,0
9.21
25.2
11013
129.0
13
1
1
40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.6l-
34,3
8.-I-

22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91
26,1
11219
132,0
121
39,3
Juni
1

11
48,1

24,25
43,3
3,08 33,5
20.126
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
‘8
39,3
Juli

,,
0:96
41,6
0.45
19,55
34,9
3,12
5

34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716 34,7
4216
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161- 135,7
12
1
19
38,5
Aug.

,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0 3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6

101.-!-.

38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
1
1
1
e
39,9
Sept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
2581-
40,9
9.1016
26,1
109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.21-
.
30,7
11819
138,8
13
40,5
.

Oct.

,,
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5 5.73 62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116
142,1 12
1
1i
38,9
Nov.

,,
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65 72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12519
147,2
12
5
11e
38,3
Dec.

,,
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3 5,12
5

55,7
19.1216
.31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10,7f-
28,6
12519
147,2
11’1
35,8

Jan.

’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.1(6
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5
12218

.
143,5
II”hs
36,4
Febr.
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8 4,35 47,4
20.31-
32,5
7.7/-.
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.151-
27,0 120f5
140,8
1
1/16
37,2
Mrt.

,,
0,53
22,9
099
19.40
34,6 2,80
30,5
20-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431- 58,9
34j7
51,6
10.11
28,6
12015
140,8
12/16
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1;-
18,55
33,1
2,07
5

22,6
20.11/6
33,1
7.1216
20,9
109.171
42,0
431
58,9
356
53,0
10.816
28,8
12011
140,4

1213116

39,9
Mei
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6f6
37,6
8.6′-.
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
.

3616
54,5
10.131-
29,4
123(6
144,4
1314
41,2
Juni

,,
0,52
22,5
1.-
23,50 42,0
2,50
272
2571-
40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55.2
11.12,6
32,1
122134
143,0
13ij4 41,2
Juli
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60 28,3
25.16e– 41,6
9.2/-
25,0
148.16
56,5
4116
56,8
351-
52,2 12.11-
33,3
1231104
144,9
12
7
116
38,7
Aug.

,,
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,57
6

38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-.
56,2
351
52,2
11.71
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept. ,,
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.17j6
53,8
396
54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
111j
16

37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1j-
35,5
7.141-
21,1
145.51- 55,5
3916 54,1
3416
51,5
10.13f-
29,4
13111
153,3
11
7
/
37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90 20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.196
27,6
12815*
150,1
12
1
/4
38,1
D ec.

,,
0,60
26,0
1
,-
20,40
36,4
5,47
5

59,6
21
.
1
f-
33,9
7. 1 2f-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9. 19J-
27,5
126121
147,6
I2
9
1,
39,1

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.7!-
34,4
771-
20,2
148.31-
56,8
3916 54,1
36/-
53,7
9.12′-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,,
0,47
20,3
1,-
21 55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
741-
19,8
140.131- 53,7
3916 54,1 3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
12
1
12
38,9
M rt.,,
0,44
1 9,0
1
,
1 9,90
35,5
2,71
29,5
20.3!-
32,5
7.316
19,7
1 44.1516
55,3
4016
55,5
3619
54,9
9.21-
25,2
1 36f8
139,8
1 2
5
j
393
3 Apr.,,
0,43
9

18,6
1,-
17,5012

31,3 2,75 30,0
20.8!-
32$
75f-
19,9
149.9(6
57,1
41(6
56,8
3619
54,9
9.76
25,9
135/2
158,1
12/
39.3
9
0,43’°
18,6
1,-
17,

13

30,4 2,75 30,0
21-16
33,9
7.316
19,7
52.-,-
58,0
4116
56,8
3619
54,9
9.716
25,9
13414 157,1
I
9
/
39,1
16
0,41″
17,7
1,-
l7,.-.’
30,4
2,80 30,5
20.1516
33,5
7.516
20,0
49.1 6
56,9
4116
56,8
3619
54,9
9.716
25,9
1341104
57,7
12314

39.7
23

,,

.
2,70
29,4
20141-
33,3
7.516
20,0
151.151-
58,0
4116
56,8
3619
549
9.81-
26,0
1357
158,6
12
1
1
2

38,9

26 Sept. 1932
79
K.G.
La PIata
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan.
1928 .Western
;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
Anierican
No. 2.
van
5fl.
1928
Malting:
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
America”
No.
2. van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid.Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
jaar.
6)
7 April.
7)
14
Apr.
S)
21
Apr.
9)
5 Aur.
10)
12
Apr.
11)

19 Apr.
12) 6
Apr.
13)

13 Apr.
14)
20 Apr.
.
.
.
.
.

BOUWMATERIALEN

.
KOLONIALE. PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE


INDEXCIJFER

KoIo
basis 7″ f.o.b.
Zweden!
.
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-lnd.
t.ni.s.
Robusta
Locoprijzen
Standaard
Ribbed Smoked

Witte kristal-
suiker
loco
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Finland
perstandaard
per

per
per
50 K.G.
c.i.f.
per
100
K.G.
Rotterdam
Sheets
loco
Londe R’damfA’dam
Java-en Suma-
Grond-
stoffen nlale
pro-
van 4.672 M. per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
1;

K.G.
per lb.
per
100
K.G.
tratheep.’hKG.
docten


Ç.
f
01
f
01
jj
.

i)
f
ü
s
.

cts.
01
Sh.
Ot
o

f1.
°lo
Cts.
0
10
1925
159,75 100 15,50
100,-
19,-
100,-
42/6
100,-

35,87°
100,0 61,375 100,0
2/11,625

100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
1950
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2j_
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
86.0 102.6
1927
160,50 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68j-
160,0
32,624
90,9 46.875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
91,9
87.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,0
49,625
80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,376

76,3
50,75 .82,7 -110,25
28,8
13,-
69,3
69,25 82,0
81.9
.85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-/5,875
16,5
9,60
51,2
60,75 71,8 68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,376
42,9
25 40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42.50
50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6.32
5

33,7
28,25
33,4 36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-.
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9 21,10


34,2
-/2,25
6,3
5,52
5

29,5

32,75
38,7
35.2
34.7

lan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6.
23
37,5 -12,125 6,0
7,35
392
32
37,9 38.5
39.1
Pebr.
,,
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05
37
1
6
30
35,5
38.3 38.3
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23

.
37,5
-11,625
4,6
6,25′
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
.1,5
4,2 5,00
31,5 29,25 34,6
36.2
38.0
Mei

,,
70,00 43,8
8,50 54,8
15,

78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50

.
38,3

11,5
4,2
5,625
30,0
30,25 35,7
352
38.1
Juni
70,00
43,8
8,50 54,8

15
,-
78,9
20
1
6 48,2
12,375
34,5
24
39,1
.
1
1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33.7
34.2 38.7
Juli
67,50
47,3
8,50 54,8
15,

78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24

.
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.
63,00
39,4 8,50
54,8.
15,-
78,9
2017
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.8
37.4
Sept.
60,00
37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1

12,125
6,0
6,52
5
34,8 23,75
28,1
37.8 38.5
,,
Oct.

,,
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,37
5

34,5
26,50
43,2
-11,75..
4,9 6,325
33,7
.
28,50
33,7
36.2 38.7
Nov.
63,50
39,7
9,50 61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
.
24,50
39,9
J1,75
4,9
5,87′
31,3 30,75
36,4
35.3
37.2
Dec.

,,
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
11,75′
4,9 5,50
29,3 28,25
33,4
34.0
35.7

Jan.

’33
70,00 43,8 9,25
59,7
13,50
711
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1

11,625
4,6
5,375
28,7
25 29,6
33.2
34.1
Febr.
,.
70,00 43,8 9,25
59,7
13,-
684
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00 43,8
9,50
61,3
.
12,25
64,5
16/3
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-11,5 4,2
6,-
32,0
26.25
31,1
.

32.4 34.9
Apr.

»
70,00
43,8.
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5
23,50
38,3

11,625


4,6
6;07
6

32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei
70,00
43,8 9,50 61.3
12,50
65,8
1616
38.8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
-12,375 6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
65,1
13,-
68,4 17/8
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6
-12,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2
37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50 67,7
13,-
68.4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75

.
33,8
-12.625
7,4
5,27
5

28,
1

35,25
41,7
38.5
35.8
Sept.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9 8,25 23,0
19,75
32,2 -12,5 7.0
5,376
28,7
36,75
43,5
36.7
34.8
Oct.

,,
80,00
50,1
10.50
67,7
12,50
65,8
12/7
29,6
7,625
21,3
17,75
28,8

1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
Nov.

75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,

22,3
16,25

26,5

1
2,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9
36.4
32.7
Dec.

,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11/5
26,9
7,975

22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3

Ian.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10
30,2
7,45
20,8
1

16,50
26,9

/2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
F
eb..
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8 14/5 33,9 7,25
20,2
17,25
.
28.1
-/3
8,4
4,975

26,5
46,75 55,3
35.9 35.8
Mrt.,,
80,00
50,1
.
14/1
33,1
7,-
-19,5
17,75
28,9
-/3,25
9,1
4,52°
24,1
45,50
53,8
35.8
35.2
3 Apr.,
80.00
50,1
.
1418
34,5
6,50
18.1
18
29,3
-13,3125
9,3
4.50
24,0
43
,
752)
31,8
35.8
35.1
9
i

80,00
/
50,1
1


.

1

14(2

1

33,3
i

6,62
5
i
18,5
1.
18
29,3
-/3,375
1

1
9,5
4,25
1

1
22,7
1
44,759)
i

53,0
36.0
1
34.3
116

:

:1
80,00 1
50,1
1 1

1
1

1415

1
341
1

6,50
18,1
18
29,3

13,625
10,2
4,25
22.7
i
35.8 34.5
1
23

»
1

80,00
1
50,1
1
1
i

14
1
1
33,1
1

6,50
18,1

1
18

.

1,29,3
1


1
3.75

1
10,5
1

4,12
5

1
22,0
1

/

.
1

35.8

1
34.4
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudba.Is’omgerekend; de Doilarnoteeringen vanaf 20AprIl ’33 zijn In verhouding Ven de depreciatie
van den Dollar
t.o.v.
dan Gulden verlaagd.


11

380

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

MAIS.

In het begin van dit jaar vonden nog groote ver-
schepingen plaats van Platamaïs van den ouden oogst
en was het aanbod drukkend in verhouding tot de
vraag. De prijzen daalden eeuigszins in het einde van
Januari en begin Februari, terwijl ook voor Plata.
mais van den nieuwen oogst in verband met gunstige oogstvooruitzichten lagere prijzen werden gevraagd.

De voorraden van den ouden oogst in Argentinië
zijn sneller geslonken •dan men vermoedde; de ver-
schepiugen zijn verminderd tot zij van kleinen om-
vang werden en het daardoor ontstaande verminderde
aanbod van stoomende partijen deed de
prijzen
aan-
merkelijk stijgen. Engeland was geregeld kooper tot
hoogere prijzen dan in ons land waren te maken en
de consumptie in dat land was grooter dan tevoren.

1932

Ook voor Platamaïs van den nieuwen oogst stegen de prijzen, daar voortdurende regen het binnenhalen ver-
traagde en dientengevolge in Maart slechts weinig
nieuwe mais verscheept kon worden. Sedert zijn de
weersomstandigheden verbeterd en zijn de versche-
pingen toegenomen. Voor de laat gezaaide mais was
intusschen de regen gunstig geweest en de stemming
in Argentinië verflauwde met driiïgend aanbod voor
spoedige en latere verscheping. De eerste partijen
doen een premie boven de latere en afladers haasten
zich deze premie door snelle verlading te incasseeren.
Onder den invloed van de gemakkelijkere stemming
voor nieuwe Platamaïs, zijn ook de prijzen voor stoo-
mende oude maïs weder eenigszins gedaald. De prij-zen aan de Argentijnsche termijumarkten zijn in ver-
band met de weersomstandigheden en oogstvooruit-
zichten gestegen en later gedaald en zijn nu nog iets
hooger dan de vastgestelde minimumpri.jzen. Donau-
maïs werd gedurende den winter weinig verladen. De
kwaliteit is dit jaar slecht en vele
partijen
kwamen
min of meer beschadigd binnen. Vandaar dat de prij-
zen voor Donaumaïs belangrijk lager waren dan die
voor Platamaïs. Nu ruimer aanbod van Platamais
bestaat en ook de aanvoeren van Donaumaïs in de
afscheephavens zijn toegenomen, zijn ‘de prijzen voor
Donaumaïs vooral in ladende en latere posities ge-
daald. Volgens de laatste berichten is de kwaliteit
verbeterd door warm, zonnig weder in Roemenië, dat
de boeren de gelegenheid gaf hunne partijen te drogen.
Russische mais wordt geregeld aangevoerd in beperk-
te hoeveelheden en is mede met de andere soorten
lager te koop dan eenige weken geleden. In Zuid-
Afrika zijn •de vooruitzichten voor mais gunstig. In
tegenstelling met het vorige jaar, mag nu in de
zomer- en najaarsmaan’den met uitvoeren uit Zuid-
Afrika gerekend worden. In Javamaïs kwamen op
basis van reductie op de monopolieheffing slechts
kleine zaken tot stand.

GERST.

In de prijzen voor gerst is in het. afgeloopen kwar-
taal slechts weinig verandering gekomen. De groote
voorraden Russische en Donaugerst konden allengs

worden geruimd door het uitblijven van nieuwe aan-
qoeren van beteekenis uit die landen. Begin Januari
iwam Platagerst van den nieuwen oogst aan de
markt, waarin flinke zaken tot stand zijn gekomen.
Die gerst is van goede kwaliteit en zwaar natuurge-
wicht en wordt gaarne gekocht. De verschepingen waren ruim en het aanbod van dien aard, dat prijs-
verhoogingen slechts zelden voorkwamen en dan nog
van tijdelijken aard waren. Na heropening der scheep-
vaart op den Donau is het aanbod van Donaugerst

iets grooter geworden, ook voor die gerstsoort kwam
weinig prijsverandering voor.

LIJNZAAD.

De prijzen, die begin Januari
f
149 per last waren,
zijn sindsdien onafgebroken gedaald, tot zij tenslotte begin Maart den laagsten prijs van
f
130 per last be-
reikten. Deze verlaging van de
prijzen
is hoofdzake-lijk teweeggebracht doordat de Argentijnsche regee-
ring de Peso gekoppeld heeft aan het En’gelsche
Pond, hetwelk gedurende dien
tijd
vrij regelmatig ge-
daald is en doordat de ‘geheele deviezen-afgifte onder
contrôle der Argentijnsche regeering is gebracht. De
totale export van
Lijnzaad
van den ouden oogst is groo-
ter geweest dan men met het oog op de officiëele Ar-
gentijnsche schattingen had kunnen gelooven. Ver-
volgens zijn in dien tijd ook zeer gunstige berichten
gekomen omtrent den Bri’tsch-Indischen oogst, die tot
gevolg hadden, dat met de mogelijkheid rekening ‘ge-
houden werd met een uitermate grooten oogst in dat
land. Opmerkelijk is, dat het verbruik van Lijnzaad
niet noemenswaard is afgenomen en dat niettegen-
staande het feit, dat het artikel beschouwd werd als
de duurste grondstof op ‘de markt. Integendeel, ter-
wijl Britsch-Indië in het tijdvak 1 Jan.-31 Maart
1933 18.200 tous exporteerde, was dit cijfer in 1934
over hetzelfde tijdvak 44.200 tons. Argentinië expor-
teerde in dezelfde tijdvakken resp. 557.300 en 573.000
tons.

am

De vrij belangrijke premie, die nog in het begin
van het jaar betaald werd voor stoomende en dicht-
bijzijnde posities tegenover de verder
verwijderde
is
langzamerhand volkomen verdwenen en inplaats daar-
van is door de ruime en groote aankomsten een druk
op de dichtbijzijude posities ontstaan.
De officiëele schattingen van ‘den oogst in Argen-
tinië geven een cijfer van 1.340.000 tons. De berichten
uit Britsch-Indië zijn successievelijk iets minder gun-
stig geworden en instede van den recordoogst, dien
men verwacht had, wordt het exportsurplus geschat
op ca. 250.000 tons. Bij de uitermate slechte en kleine oogsten, die in Noord-Amerika en Canada binnen zijn gekomen, zou men •dus mogen aannemen, dat •de be-
hoeften van Noord-Amerika bij ‘de klaarblijkelijk iets beter geworden omstandigheden in dat land niet min-
der zullen zijn dan het vorig jaar. Uit de versche-
pingscijfers blijkt, dat Britsch-Indië in den ioop van het afgeloopen seizoen een belangrijke hoeveelhei’d Lijnzaad naar Noord-Amerika verscheept heeft. Het is aan te nemen, dat voor het binnenkomen van ‘den
nieuwen oogst in Noord-Amerika en Canada in Sep-
tember de vraag voor Noord-Amerikaansche rekening
goed zal
blijven.
Een groote moeilijkheid, die een oor-
deel over de ontwikkeling in de naaste toekomst
belemmert, is ‘de voortdurende inmenging van regee-ringswege in vrijwel alle landen ter wereld. Deze ge-
dwongen inmenging leidt tot contingenteeringen en
tot het heffen van invoerrechten, die den goederenruil
zeer belemmeren en dus verdere moeilijkheden bij den afzet tot ‘gevolg zullen hebben.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

381

BOTER.

Het wereidnaarktpeil van den boterprijs, hetwelk
in de Leeuwarder Oommissienoteering grootendeels
tot uiting komt, onderging sinds den aanvang van
dit kwartaal een ernstige daling tengevolge van de
verhoudingen op de Engelsche markt. De koloniale
aanvoeren, welke bij het voortschrijden van het nieu-
we seizoen 1933f’34 ongekende afmetingen aannamen,
konden niet anders •dan tegen nieuwe sterke prijs-
verlagingen in Engeland ondergebracht worden. Hoe-
wel de groote omvang dezer aanvoeren reeds het
vorig kwartaal zijn invloed op de prijzen der Nieuw-
Zeelandsche en Australische boters uitoefenden, ver-
mochten de prijzen der versche boters van het Euro-peesche continent, mede tengevolge van de houding
van Denemarken, zich vrij goed te handhaven. Doch
na de jaarswisseling voerde dit land een soort steun-
politiek in, welke tengevolge had, dat in Engeland de prijzen der versche boter zich te sneller aan dat
zeer lage peil der koloniale boter moesten aanpassen.
Begin Februari trad er in Engeland, waar •de boter-
consumptie een recordhoogte bereikte, een evenwicht
op het lager
prijsniveau
in en volgde eenige prijs-
verbetering. Dit herstel ging echter voor onze export-
iiiitrkt teloor, aangezien in dien tijd de aan het Pond
gebonden valuta’s in benedenwaartsche richting fluc-
tueerden. Voor de koloniale boters bleef de markt
gedurende de rest van het kwartaal
Vrij
vast; de con-
sumptie in Engeland moet zich wel zeer sterk hebben
uitgebreid. In Australische en vooral in Nieuw-Zee-
landsche producentenkringen, welke vooralsnog hoe-
genaamd niets van vrijwillige of niet vrijwillige
quota’s willen weten, ziet men in dezen gang van
zaken alle heil en worden de resultaten voor de posi-
tie van het dominiale koelhuisproduct op de Engel-
sche markt met deze
lage-prijzen
manoeuvre hooger
aangeslagen dan van welke reclamecampagne van den
Empire Marketing Board ook.

pen

waarschijnlijk echter meer door de geringe productie
dan door een toenemende vraag veroorzaakt is. In
Maart was de stemming gedrukt, alhoewel •de prijzen
plus heffing wat lager waren dan sinds geruimen
tijd.
Boter in tons.

Invoer

1

Uitvoer

1931
1193211933119341
1931
1
1932
1
1933
1
1934

le
halfj.
1.233
3.792
310

18.007
8.400
17.283

Ze

,,
2.798
437
347

14.951 11.977
11.090

le
kwart.
813
3.165
114
32
6.936
3.824
6.454 6.325
2e
kwart.
419
627 196

11.073
4.577
10.829
3e
kwart.
812
196 125

8.656
4.151
6.287

4e
kwart.
1.987
241
232

6.295
7.826 4.803

423 1.252
15
12
2.278
1.060 1.905
1.753
Febr.

•.
260
1.806
58
8
1.819
853
1.916
1.703
Jan……

Maart ..
130 307
41
13
2.839
1.911
2.63S 2.870
Aprîl
94
266
128
3.473 1.600
2.407
Mei

….
152
110
21
4.132
1.881
4.047
Juni ….
173
251 47
3.468
1.096
4.375
Juli
.
….
368
74
24
2.914
1.128
2.952
Aug. ….
360
90
36
2.977
1.436 1.695
32 64
2.765
1.587 1.641
Oct.

….
442

. .

54
81
2.793 2.074
1.907
Sept
……84

Nov. ….
663
.
112
75
1.653
2.496
1.459
Dec.

….
..882
75
66
1.849
3.256
1.437

KAAS.

In •den aanvang van het kwartaal was de stem-
ming in den kaashandel goed, alhoewel de algemeene
situatie, vooral in verband met de exportbelemme-
ringen, •geen prjsverbetering bleek te kunnen ver

dragen. Sinds de tweede helft van Januari werd de
markt wederom lusteloos, waartoe de geringe vraag
uit Duitschiand, zoomede de grooter wordende onze-
kerheid over eenige uitvoermogelijkheid naar Frank-
rijk aanleiding gaf. Door het wègvallen hiervan blijft
de handel weg en is men gedwongen, de producten nog meer in het binnenland onder te brengen. Toen
daarna de aanvoeren hare gewone seizoensuitbreiding begonnen te vertoonen, hetgeen begin Maart het geval
was, daalden de
prijzen
tot een niveau, dat men zelfs
in de voorliggende crisisjaren pas in den zomer ge-
kend heeft.

Voor het oogenblik baarde de zwakke marktpositie
van de Deeusche boter groote moeilijkheden aan onzen
uitvoer naar België. Hoewel er daar te lande sinds
Februari aan een zeer
behoorlijke
vraag was te vol-
doen, moesten ongewoon groote prijsconcessies gedaan
worden om het regelmatige debiet te kunnen blijven
bedienen.
Naar Frankrijk
was de boterhandel dit kwartaal
erg wisselvallig in verband met de uiterst onregel-
matige verdeeling der invoerbewijzen. Half Maart
kwam de contingenteeringsovereenkoinst met dit land
tot stand, welke op den boterexport voor dit kwartaal
geen invloed van beteekenis meer kon uitoefenen.
Voor Duitschland leverde het, met name in de
tweede helft van het kwartaal, tengevolge van de
daar van officiëele zijde gewenschte minimilmprjzen,
eenige moeite op om het evenredig aandeel in het
contingent geplaatst te krijgen.
De statistische positie onzer botermarkt was in deze
berichtsperiode in het algemeen nog niet verontrus-
tend, ofschoon er in Februari in verband met •de
moeilijkhéden t.a.v. de
zuidelijke
markten, een oogen-
blik van bezorgdheid onder de exporteurs sprake was.
De binnenlandsche markt was in het algemeen
kalm; het hoterverbruik hier te lande is in 1933 op
een heel wat lager niveau gekomen. Deze teruggang
zette zich ook in Januari van dit jaar voort. In
Februari werd de handel vat levendiger, hetgeen

Kaas in tons.

Invoer

Uitvoer

1931 p1932 1933 1

934 1931

1932 1933 1934

le
halfj

274 239 162 – 41.364 36.603 30.989
2e

,,

336 249 205 – 45.027 40.535 32.923 –
le
kwart
148 128

90 108 18.934 16.302 15.953 13.184
2e
kwart
127 lii

72 – 22.430 20.301 15.036 –
3e
kwart
158 109

95 – 24.170 22.161 17.855 –
4e
kwart
179 140 110

20.856 18.374 15.067 –
Jan……..
50

37

27

31

6.741 5.883 4.910 4.426
Febr.

41

44

26 39 5.845 5.457 5.232 3956
Maart

57

47

37 39 6.348 4.962 5.811 4.802
April
..

46

37

25

6.988 6.397 4.438
hei

36

38

25

6.815 6.299 5.064
Juni

45

36

22

8.627 7.605 5.534
Juli

48

33

31

8.916 6.733 5.700
Aug …..
.54

39

22

7.716 7.325 6.402
Sept……
56

37

42

7.538 8.183 5.753
Oct. ….
.
63

51

34

8.058 7.804 5.529
Nov
…..
.
57

45

43

7.229 5465 5.314
Dec……
59

44

33

5.569 5.105 4.224

382

‘ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

EIEREN.
Uitvoer van Eieren in schaal iii tons.

Versche eieren
.
Kalk-
eieren en
Waarvan naar
Koelhuis-
01)
andre
Jaar
Totale
uitvoer
eieren
wijze ge-
conser’.
Duitsch-
.,
(root-
land
Britannie
eieren

1920
. .
..
433

441

30
1923
..
. .
13.522

11.383
107
1.374
1925
. . .
43.864 31.492
11.826
1.359
3.129
1926
.
..
.
53.598
38.632
14.571
2.258 2.940
1927

….
63.904
45.593
16.580
3.880 2.714
1928 ….
66.762 46.782
17.716 6.032
2.829
1929

.
71.827
52.329
16.977
6.872
2.886
1930 ….
76.073 50.888
21.260
6.595
2.285
1931

•..
77.958
52.687 22.117 6.586
1.655
1932 •…
75.020
62.667
10.223
3.964
1.076
1933 ….
53.503
41.842
7.566
2.663 810
le kw.’31
20.113
13.094
6.481 320
54

11

’32..
18.776
16.489
1.832
671
334
’33..
15.880
14.053
1.318
18
32
’34.
.
16.891 13.901
1.443
235
254

Ie
halij.
’31
47.675
32.056
13.396
334
547 32
48.374
40.904 6.065
700
334
’33
31.325
24.374
4.211
134
32

le
halfj. ‘3
30.283
20.631
8.721 6.252
»1.108
’32
26.646
21.763
4.158 3.264
742
’33 22.178
17.468
3.355 2.529
778
4e kw.’31
9.623 7.759
1.290 5.973
1.049
’32
7.257
6.587
413
3.142
C89
’33
7.408
6.935
207
2.270
770

twee zijden zijn hierover reeds onderhandelingen ge-
voerd, nl. ‘van Russisôhe en van Engelche zijde. In
hoeverre deze tot eenig resultaat hebben geleid, is
niet bekend.
De werel’dvoorraad van geraffineerd koper op het
einde van 1933 vertoont ‘een beduidenden achteruit-
gang ten opzichte’van het jaar 1932 en wel:

640.000 short tons in 1933,
788.000

,,

,, 1932,
dus een reductie van 148.000 shôrt tons.
De productie van koper voor 1933 bedroeg rond
1.200.000 sh. tons; hiervan waren slechts 336.000 sh.
tons voor reken’ing van Amerika. Het zwaartepunt
van •de koperproductie ligt dus grootendeels buiten
Amerika.

LOOD.

Ofschoon de Loodpool in Maart 1932 uit elkaar is gevallen, kan men toch niet spreken van een sterken
prijsval van ‘dit materiaal. De noteering voor lood
schommelt steeds tusschen £ 11.-.- en £ 12.-.-.
De productie van lood neemt in den laatsten tijd
toe. Dit houdt natuurlijk ook verband niet een groo-
tere vraag naar dit materiaal; vooral in Engeland is het verbruik beduidend gestegen, hetgeen voor een
niet gering deel verband houdt met de plannen van
de En’gelsche Regeering om verschillende woning-
complexen geheel te vernieuwen, waarbij een groote
vraag naar boden pijpen en hladbood ontstaat. De
meerdere vraag wordt echter opgevangen door een
grootere productie. Tot de landen, die in ‘den laatsten
tijd, wat de productie van lood betreft, groote vor-
deringen hebben gemaakt, behooren Joego-Slavië en
Australië.

KOPER.

De Kopercode in Amerika is eindelijk aangenomen.
In verband hiermede, vertoonen de n.oteeringen van
de laatste twee weken een neiging tot stijgen, of-
schoon •de prijs van eind December 1933, ni. £ 36.10.-
voor electrolytisch koper hij een koers van
f
8.15
voor het Pond, nog niet is bereikt.
Indien wij goed georiënteerd zijn, zal de toepassing
van de Kopercode voor Amerika vèrstrekkende conse-
quenties voor ‘de industrie met zich brengen:
lo. Het zal alleen mogelijk zijn koper te verkoopen aan bonafide verbruikers; er komt dus een soort ver-
bod voor hen, die koper uitsluitend voor speculatieve
doeleinden hebben ge- en verkocht.
2o. De totale productie wordt verdeeld over een
aantal van cle grootste koperproducenten in verhou-
ding tot hun afzet.

1

SMI

3o. De prijs zal vermoedelijk op 10 ‘dollarcents per
ib. worden vastgesteld.
Indien de productie in Amerika grif wordt opge-
nonien, zullen ‘de Amerikaansche koperproducenten er
natuurlijk niet veel voor voelen tegen een lageren
prijs naar het Continent te verschepen; alles hangt dus geheel af van de ontwikkeling der industriëele
bedrijvigheid in Amerika. Daarnaast ‘doet Amerika
alle
mogelijke
moeite om een deel van den grooten
voorraad op één of andere wijze kwijt te raken. Van

1

_-_-:

1)e mogelijkheid bestaat, dat de vraag in Duitsch-
land voor lood sterk zal afnemen, indien ‘de Duitsche
Regeering het importverbod van koper ook uitbreidt
tot ‘dat van lood. De algemeene indruk was, dat het
importverbod van koper meer de strekkin’g had om
pressie uit te oefenen op Amerika in verband met de
schuldenregeling. Het is echter mogelijk, ‘dat men een
dergelijke pressie door- importverboci van lood ook op
de Engelsche Regeerin’g zou willen uitoefenen.

TIN.

Niett’egenstaande de erhoo’gde expotquota, welke
met ingang van het nieuwe jaar aan de bij het res-
trictie-schema aangesloten landen werden toegewezen,
waardoor dus de tinproductie dezer landen werd op-
gevoerd, bleef de daling der zichtbare voorraden ook
in het afgeloopen kwartaal bestendigd.
Daar intussohen ‘de consumptie niet is toegenomen, moet dit verschijnsel wel daaraan worden toegeschre-
ven, dat het altijd ongeveer 2 â 3 maanden duurt,
voordat het geproduceerde tinerts als verhandelbaar
tin beschikbaar is.
De totale zichtbare tinvoorraden, welke eind De-
cember 1933 ‘nog 29.135 tons bedroegen, daalden met 4.721 tons (vorige kwartaal met 6.724 tons) tot 24.414
tons per eind Maart, zoodat deze voorraden thans
aangeland zijn op een peil, hetwelk niet ver meer -van
het normale verwijderd is.
Als ‘gevolg van de gestadige verbetering in de sta-
tistische positie van het metaal, steeg de tinprjs te
Londen in het afgeloopen kwartaal met rond £ 11.
Op ein’d December vorig jaar bedroeg de cashprijs

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

383
£ 227%,
daalde in de eerste helft van Januari tot
ongeveer £
224
om daarna echter spoedig weder te
stijgen. Begin Maart kwam hij boven de £ 230, het
kwartaal sloot op £ 238%. De cashprijs bewoog zich
hierbij voortdurend boven den 3 maand sprijs.

Een üverzicht van de exporten der vijf bij het res-
trictie-schema aangesloten landen volgt hieronder:

1933 1934
Januari
Fbruari
to
i I.s
..

tom
tons
Ned.-Ind6J

………………
14.181
1.363
1.447
Xîalakka

………………..
.

23.760
2.968
2.481
Bolivia

………………….
14725
1.336
1.430
Nigeria

……………….
.

3.651
319
:334
Siam

…………………….
10.324
946
576

66.641

6.932

6L26

intusschen hebben Judo-China, Porti.igal en cu
Belgische Congo zi}, ook bij de internationale res-
trictie aangesloten.

IJZER.

Op de Westeuropeesche exportmarkt van ruwijzer
is het nog altijd treurig gesteld. De exportprijs van
Lux 3, die aan het einde van 1933 nog 36 gouden
Shillings fob. Antwerpen bedroeg, is in den loop van
het eerste kwartaal van 4934 gedaald tot 3419 in
goud. Nu moet, zooals in het vorige Kwartaalover-
zicht reeds werd opgemerkt, aan deze noteering niet
al te veel waarde worden gehecht, daar de verkoop
op de overzeesche markten, waarvoor deze noteering
speciaal geldt, van zeer geringe beteekenis is. Zij
toont echter, dat de moeilijkheden, •die den handel in
den weg gelegd worden op de wereldmarkt, nog altijd
zeer groot zijn. Dit geldt speciaal voor Engeland en
tot op zekere hoogte ook voor de Scandinavische lan-
den, waar het Lux 3 gieterj-ijzer •zoo goed als geen afzet meer vindt.
‘Tel
is de vraag in eenige Zuid-,
Oost- en Midden-Europeesche landen toegenomen, als
ook aan de Oostkust van de Ver. Staten van Noord-
Amerika. De concurrentie tusschen de Fransche, Ne-
derlandsche, Britsch-Iudische en ook Duitsche pro-ducenten is echter nog altijd zeer groot.
Reeds in het vorige Kwartaaloverzicht werd ge-
meld, dat verschillènde Engelsche producenten zich
van de exportmarkt hadden teruggetrokken. Het
meeste Engelsche gieterij-ijzer (voornamelijk Oleve-
land-ijzer), dat geëxporteerd werd in het eerste kwar-
taal van 1934, zal wel, vooral na de prijsverhooging in Februari, ruwijzer geweest zijn, dat op oude con-
tracten geleverd werd. Hoe laag de prijzen varen,
waartegen Oleveland No. 3 op de exportmarkt werd
verkocht, doet de netto verkoopsprijs voor het eerste
kwartaal voor Cleveland No. 3, welke ten dienste
van de berekening der bonen van de werklieden bij
de hoogovens wordt vastgesteld, vermoeden. Deze
ging weliswaar omhoog, ni. met 1/7 tot 53/11, maar is niettemin zeer laag, vergeleken bij de prijzen, die
op de binnenlandsche markt gemaakt worden. Laatst-
genoemde zijn op de helft van het kwartaal met
5 sh. verhoogd, zoodat thans voor Cleveland No. 3
de v•oigend’noteeringen gelden: 6716 franco Middies-
brough, 6916 ftanco elders N.O. kust, 67/3 franco
Falkirk (Oost-Schotland) en 7013 franco Glasgow.
Genoemde verhooging vloeide in de eerste plaats
voort uit het feit, dat de productiekosten omhoog
gingen, vooral tengevolge van de stijging van den
cokesprjs. Ook de ertsprjs is . de laatste maanden
met
1/-
gestegen. De productie. van Cleveland gie-

terij-ijzer wordt binnen zeer nauwe perken geh6uden.
Van de 28 . thans werkende hoogovens in het Cleve-
land-district, maken er slechts 4 ‘giete.rij-ijzer; de pro-
ductie van 2 dezer wordt op de markt verkocht. On-
dirnks het feit, dat er van de Engelsche, Schotsche en
Britsch-Indische producenten weinig of geen concur-rentie te duchten is, daar voor de verschillende zônes
prijsovereenkomsten zijn gemaakt, en ondanks het
feit, dat er een tariefmuur om Engeland is gezet van
33% pOt. ad
val. op ruwijzer en staal, kan men blijk-
baar de zoozeer beperkte productie niet uitbreiden
zonder de prjspositie in gevaar te brengen.
De vraag naar gieterij-ijzer op •de Engelsche markt
heef t tengevolge van de genoemde prjsverhooging
geen ongunstigen in1oed ondergaan. Wel is de vraag
in den loop van Februari aanmerkelijk geslonken,
doch in Maart is er een aanzienlijke opleving te be-
speuren geweest. De positie is thans zoo, dat de pro-
ducenten voor prompte levering geen ijzer meer kun-
nen afleveren en slechts voor langen termijn orders
kunnen boeken. De ‘gieterijen in Schotland en aan
de Tees hebben zich zelfs eeuigen tijd genoodzaakt
gezien Midlaud-ijzer te koopen, daar zij geen Oleve-
land-product meer konden krijgen. Thans woldt, naar
men beweert, in Schotland eèn met. Cleveland-ijzer
concurreerende ruwijzersoort vnn hoog P-gehalte ge-
maakt.

De vraag naar gieterj-ijzer op de Engelsche markt
komt voornamelijk van de gieterjen voor licht werk,
doch ook de machine-fabrikanten en de gieterjen, die
in het algemeen zwaar gietwerk fabriceeren, komen
meer en meer aân de markt. Gunstiger berichten
komen thans van de Olyde, van de Tees en ook uit
Lancashire, waar de fabrikanten van weefgetouwen
beter met, werk bëzet zijn dan zij in langen tijd ge-
veest zijn. Een groot deel van deze machines als ook
van de stalen fabrikaten (buizen, spoorwegmateriaal)
zijn voor het buitenland bestemd, meer in het bijzon-
der voor Rusland en China.

De verschepingen van ruwijzer van de Tees stonden
in het eerste kwartaal van 1934 op een vrij hoog peil.
Zij bedroegen in Januari 13.300 ton, in Februari
11.500 ton en in Maart 15.000 ton. Hiervan werden
geëxporteerd in Januari 4.000 ton, in Februari
slechts 1.200 ton en in Maart bijna 5.000 ton. Onder
het geëxporteerde tonnage zitten flinke partijeu hema-
tiet. Zoo ging de laatste maand naar Italië 1250 ton
hematiet, naar Scandinavië 765 ton, naar Denemar-
ken ruim 900 ton en naar Duitschland 550 ton. Het grootste deel van de productie van hematiet van de
Oostkust wordt echter verkocht in Sheffield en om-
geving en in Zuid-Wales.
Na de prjsverhooging voor hematiet op de hellt’
van Februari met 51- zijn de producenten overgegaan
hun prijsovereenkomst uit te breiden tot een afspraak
omtrent gedifferentiëerde zôneprijzen voor de ver-
schillende Engelsche districten. Den verkoop in
Sheffield en Zuid-Wales hebben de producenten ech-
ter voor zichzelf gereserveerd. De prijs van hematiet
mixed nrs. aan de N. 0.-kust (Middlesbrough en om-
geving) bedraagt thans 6716 franco gieterj. Voor de
exportmarkt bestaat geen afspraak. De export-notee-
ringen, welke na half Februari werden vermeld,
schomnmelden van 611- tot 651- fob. Middlesbrough.
Thans wordt algemeen 6216 genoteerd, hetgeen dus
een verhooging zou. beteekenen van 2/6 op den ouden
prijs voor mixed nrs. De handel is echter geheel en
al vrij voor den verkoop op de exportmarkt..

384

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

De eigenlijke producenten van gieterij-ijzer in
Frankrijk ondervinden sterk de concurrentie van de
staalfabrikanten, die tijdelijk tot de vervaardiging
van gieterij-ijzer zijn overgegaan, teneinde ondanks de
inkrimping van de productie van ruwijzer voor de
staalbereiding, hun bedrijf aan den gang te kunnen
houden.
Tengevolge van deze concurrentie is de prijs van
P. L. No. 3 in den loop van het eerste kwartaal tot
Frs. 190.- basis Longwy gedaald. Op de Belgische
markt is de prijs in den loop van het eerste kwartaal
iets gestegen, nl. van 280 frs. tot 2901295 Frs. fob.
grens.
Blijkbaar
is met de staalproducenten voor den
afzet op deze markt een overeenkomst gesloten. Zoo-
als men weet, zijn de gieterj-ijzerproducenten van
Frankrijk, wat betreft den afzet op de Belgische
markt, vereenigd in het z.g. Comptoir Belge. De prijs
van Fransch hematiet in Noord-Frankrijk is op 1
Januari 1934 verlaagd van 365 Frs. tot 3601365 Frs.
franco Nord.
De verkoop van ruwijzer op de Duitsche markt is
in het eerste kwartaal nog toegenomen, volgens de
laatste berichten echter is het tempo van de uitbrei-
ding van den verkoop langzamer geworden. Hoewel
de voorraden volgens de mededeelingen van het Roh-
eisen-Verband de laatste maand sterk verminderd
zijn, is de toestand nog lang niet schitterend te noe-
men. De importen, hoewel wat de hoeveelheid betreft
gering, oefenen een storenden invloed op •de markt
uit. Het Roheisen-Verband verkoopt tegen de oude
prijzen en voorwaarden.
Het hieronder volgende overzichtje van de produc-
tie van ruwijzer in de West-Europeesche landen geeft
voor
gemakkelijke
vergelijking met de productie in de
laatste maanden de maandgemiddelden van 1932 en
1933. Men ziet hieruit, dat de productie in West-
Europa in 1933 zoowel als in de maanden Januari
en Februari van dit jaar aanmerkelijk is gestegen.
Bij de cijfers van Februari moet men rekening hou-
den met het feit, •dat deze maand slechts 28 dagen
heeft. Men ziet, dat België en Luxemburg een uitzon-
dering maken op de algemeene toeneming van de
ruwijzerproductie in West-Europa. De Belgisiihe en
Luxeinburgsche productie van ruwijzer, welke geheel
en al afhankelijk is van de staalproductie en dus weer
voor een groot deel van den verkoop van stalen pro-
ducten op de exportmarkt, is in de beide eerste maan-
den van dit jaar, vergeleken bij het gemiddelde van
1933, achteruitgegaan. Dit is het gevolg van den ver-
minderden afzet van de staalproducten op de Belgi-
sche binnenlandsche markt en op de exportmarkt.

Productie ruwijzer (in
1000
m.t.).

maandgemiddelde

1934

1932 1933

Jan.

Febr.
Frankrijk ……………
462

527

526

474 Saar

……………….
112

133

141

138
Duitschiand ………….
328

439

543

550
Engelaud ……………
303

349

448

421
België

………………
232

229

223

211
Luxemburg ………….
163

157

153

145

Totaal West-Europa ……
1600 1834

2034

1939

Vereenigde Staten …….
735 1119

1235

1284

Thans zijn ook de uitvoercijfers van ruwijzer der
West-Europeesche landen bekend voor het jaar 1933.
Het blijkt, dat de uitvoer van Frankrijk
mcl.
Saarge-
bied en Engeland nog aanmerkelijk is ingekrompen.
Daarentegen is de Duitsche uitvoer sterk gestegen, al
heeft hij nog bij lange na niet het peil van 1931 be-
reikt. De Nederlandsche uitvoer nam met ruim 11
pOt. toe.
Uitvoer ruwijzer (in metr. tonnen).
1932
1933
Frankrijk

(mci.

Saai’)

………….
195.675 168.093
Engeland

…………………….
122.990 109.714
Duitschiand

…………………..
69.942
108.993 Nederland
1)

…………………..
212.237
238.807 België/Luxemburg

……………..
32.261
37.592
Vereenigde Statén

……………..
2.324 2.754
1)

Statistiek

van

den

in-,

uit-

en
doorvoer
van het
Centraal Bureau voor de Statistiek.

PETROLEUM.

De wereldproductie van petroleum heeft volgens
voorloopige cijfers in het afgeloopen jaar 1.417.42
millioen barrels bedragen tegen 1.297.45 millioen bar-
rels in 1932 en 1.356.47 millioen vaten in 1931. Be-
schouwt men de
cijfers
der
afzonderlijke
productie-
landen, dan vindt men, dat van de productievermeer-
dering ad 120 millioen barrels niet minder dan ruim 113 millioen barrels op rekening van de Ver. Staten
komen, en daarmede is wel de vraag beantwoord, wie
de hoofdschuldige aan den tegen het einde van 1933 en in het begin van 1934 weder ongunstiger gewor-
den toestand der internationale petroleumindustrie
is. De cijfers der landen, die elk meer dan 10 millioen
barrels hebben voortgebracht, luiden als volgt:

duizend barrels
Land

1932

1933
Ver. Staten ………
785.159

898.874
Rusland …………
149.719

148.902
Venezuela ……….
119.597

120.883
Roemenië ………..
50.491

50.971
Perzië ………….
45.122

49.581
Ned.-Indië ……….
39.584

38.513 )
Mexico ………….
32.802

33.905
Argentinië ………
13.167

13.955
Peru ……………
9.899

13.923
Columbia ………..
16.385

13.157

) Volgens voorloopige of ficiëele cijfers beliep de produc-
tie van Nederl.-Indië in
1933 5.526.979
ton tegen
5.093.164
in 1932;
zij was dus
8
pCt. hooger, en niet lager dan die
van
1932
zal blijken te zijn.

De productie van de Ver. Staten bleef zich in de
eerste drie maanden van het loopende jaar boven die
van het eerste kwartaal van 1933 bewegen; bovendien
dient met een niet onbelangrijke winning van ,,hot
oil” rekening te worden gehouden. Ook de benzine-
productie beloopt veel meer dan de toegestane hoe-
veelheid (pl.m. 7 pOt. meer), en dit alles is voldoende
om de prijzen sterk te drukken.
Deze pogingen zijn slechts één van meerdere fac-
toren, die op de situatie der internationale petroleum-
industrie van beslissenden invloed in 1934 zullen zijn.
Tot deze andere behoort o.a. het vraagstuk der
Meso-
potaamsche olie,
die in den loop van dit jaar voor het
eerst naar Europa zal worden verscheept en vooral
een concurrent voor de Roemeensche en voor de Rus-
sische olie zal worden, al dient te worden bijgevoegd,
dat, waar deze petroleum geheel en al door de groote
petroleumconcerns en de Fransche regeering wordt
gecontroleerd, de strijd zich vermoedelijk in iets min-
der scherpe vormen zal voltrekken dan indien ook
deze olie in handen van tal van concurreerende on-
dernemingen en onderneminkjes ware.

De Russische olie, waarvan de uitvoer in het jaar
1933 met ongeveer een derde is vèrminderd, zal wel-
iswaar een groote concurrent der andere concerns blijven, maar, mocht de productie niet nog sterker
stijgen dan in de eerste twee maanden van 1934 het
geval is geweest, toch niet zoo sterk op de markten
drukken, als nog enkele jaren geleden. Het met de
industrialisatie van het land toenemende binnenland-
sche verbruik en het feit, dat deze olie nu toch een
afzetgebied heeft gevonden en dit niet meer moet
,,veroveren”, draagt daartoe bij. De Roemeensche pro-
ductie en uitvoer blijven zich op een hoog peil bewe-
gen en, waar de exportprijzen der Anierikaansche pro-
ducten ook door de Dollardepreciatie daalden, moes-
ten de exportnoteeringen voor het Roemeensche pro-
duct eveneens worden verlaagd.
Het verbruik in •de meeste Europeesche landen
heeft zich in het afgeloopen jaar niet ongunstig ont-
wikkeld en is in het nieuwe nog steeds stijgende. Dat
niettegenstaande dit feit b.v. in Engeland enkele
weken geleden de
prijzen
van benzine met 1 d. per
gallon werden verlaagd, geschiedde misschien om con-
currenten, die zich op de Britsche markt wenschten
te vestigen, af te schrikken, maar waarschijnlijk ook
onder invloed der .A.merikaansche prijsdaling. Natuur-
lijk zijn door dezen stap de kansen, dat de Britsche

I91

192U

1921

1932

1933

1934

24

SCIS DEQ

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCiJ KWARTAALBERICHT

385

regeering de hooge benzinelasting (8 d. per Imp. gali.)
zal verlagen, vrijwel nihil geworden. In Groot-Brit-
tannië schenkt men in den laatsten tijd ook vermeer-
derde aandacht aan de productie van synthetische olie
maar ook aan de nasporingen in eigen bodem.

In
Duitschiand
verwacht men van de afschaffing
van sommige op het bezit van automobielen druk-
kende belastingen en wegenhouw een opleving van het
automobielvervoer, en dienovereenkomstig een ver-
meerderden afzet van automobielen en benzine. In
Frankrijk,
waar de inonopolie-plannen nu voot- goed
van de baan schijnen te ‘zijn, zal •dit jaar •de Irak-olie
voor het eerst in een gedeelte der raffinaderijen wor-
den verwerkt.
Eenige aandacht verdient, ook met het oog op het
onmiddellijke belang van Nederlandsch-Indië, de
Ja-
pansche
petroleumpolitiek. Waar de middelen der re-
geering blijkbaar onvoldoende zijn, om het plan, groote
voorraden voor oorlogsdoeleinden aan te leggen, uit
te voeren, zullen de petroleummaatsehappijen worden
verplicht, dergelijke voorraden in een door de regee-
ring te bepalen hoéveelheid aan te houden. In
Ned.-
Indië
zelve hebben Koninklijke, Standard Oil Co.
(N.J.) en Standard Oil Co. of California gemeen-
schappelijk stappen gedaan, om op Nieuw-Guinea een
groote concessie te verkrijgen. De regeering heeft er-
kend, dat een onderneming als de Koninklijke tegen-
over z.g. ,,concesie-jagers” client te worden bevoor-
recht.

KATOEN.

Prijzen van Amerikaansche katoen hebben in het
afgeloopen kwartaal al heel weinig gefluctueërd. De
prijs in. Rotterdam, die op 1 Januari 20% cent per
half kilo bedroeg, is half Januari tot 22 cent geste-
gen en na dien tijd heeft tot ult. Maart dit niveau
zich met kleine fluctuaties goed kunnen handhaven.
Wel is de prijs in Amerika in Dollars ruim 1
1
%

cent hooger dan in December, doch in goud is dit
gedeeltelijk gecompenseerd door de daling van den
Dollar-koers.

Men neemt in de Vereenigde Staten allerlei maat-
regelen om den prijs op te voeren en deze hebben
niet alle evenveel succes. Wel schijnt men in elk
geval voor een beperking van den aanplant te zorgen
en men krijgt den indruk, dat .de regelingen, die
hiervbor. worden getroffen, tenslotte het gevolg zul-
len hebben, dat de oogst kleiner wordt dan in de beide
vorige jaren. Het verbruik in de meeste landen blijft
zich goed handhaven, terwijl in de Vereenigde Staten
het verbruik grooter is dan verleden jaar, zoodat men
bij een kleineren oogst in het a.s. najaar op den duur
waarschijnlijk wel hoogere prijzen voor ruwe katoen
zal zien.

WOL.

De eerste dagen van het nieuwe jaar brachten een
bijna stormachtige vraag, zoowel op •de overzeesche
markten, als naar reeds in Europa beschikbare wol
en hâlffabrikaten, uit angst voor een vroegtijdig op-

raken der productie van dit jaar. Medio Januari
werd de stemming iets rustiger, waarsdhijnljk hoofd-
zakelijk om financiëele redenen, daar in de voor-
naamste wolverwerkingsgebieden, tengevolge van de
hoogere prijzen en het sterke indekken de middelen
van industrie en handel rijkelijk waren aangesproken.
Sedertdien was de omvang van den omzet normaal
en heeft eerst weer in Maart iets in grootte toegeno-
men.

;.IlL

w

4,

1.01

90

Gedurende de eerste veertien dagen van Januari
bewogen de prijzen zich dagelijks sprongsgewijze naar
boven, zij liepen daarna tot eind Februari pl.m.
15 pOt. terug, van welk percentage echter 5 pOt. op rekening van de in deze periode ingetreden ponden-
depreciatie moet worden geschreven. Sedert ultimo Februari valt weer een langzaam vaster worden der
prijzen waar te nemu.
De omvang van den omzet was over het algemeen
goed en tegen het einde van het kwartaal zelfs bui-
tengewoon groot.

HOUT.

Van de vrij optimistische stemming, die er bij de houtimporteurs in het begin van het jaar heerschte,
is niet veel overgebleven. De vraag uit het binnen-land blijft ver beneden de verwachting en wanneer hierin niet spoedig een verandering ten gunste valt
te bespeuren, zou er wel eens een flink kwantum on-
verkocht kunnen aankomen.
Het gaat in de bouwerj nog steeds niet naar
wensch, hetgeen wel het duidelijkst blijkt, als men de
lijst van faillissementen onder het oog krijgt, waar-
van een abnormaal hoog percentage onder de bouw-
vakken voorkomt.
Toch blijven de prijzen vrij stabiel, omdat er van
het buitenland geen lagere offertes komen. Zweden en
Finland hebben een zeer behoorlijk gedeelte van hun
jaarlijksche producties verkocht en kunnen zich de
weelde veroorloven de kat eens uit den boom te kijken.
Vroege specificaties zijn in het geheel niet meer te krijgen, zoodat van dien kant geen gevaar te duch-
ten is.

HOUT. F. POP STANDA1.90

1929

ge

120

1950

J
1931

1932

1933

1034

Wat de prijzen aangaat, is er over het algemeen
afgesloten tot basis
7″
£ 10.-f-
t
£ 10.10/- per std.
f.o.b. goede Zveedsche en Finsche havens, terwijl de
vrachten nog altijd laag zijn, nl.
f
13.—
è. f 14.—
per
std. resp. van Finland en Zweden. De reeders hebben
nu ook nog concurrentie van de kleine motorschepen,
die partijen van 80-125 stds. direct naar het binnen-
land brengen, waardoor de kosten van overladen etc.
in lichters en binnenschepen worden vermeden. Op het oogenblik wordt er zoo goed als niets afge-sloten, daar het voor de hand ligt, dat niemand er aan
cenkt nu al voor het najaar te koopen. Er zijn even-
vel reeds eerder contracten gemaakt voor herfst-par-
tijen, doch alleen van de bekende goede merken.
Engeland en Duitschland zijn nog in de markt,
zoodat de’ exporteurs hun aandacht aan die landen
kunnen wijden waar nog behoorlijke prijzen te maken

386

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

zijn. Als dus de importeurs zich niet al te ongerust
maken, zullen de- prijzen zich ook hier wel kunnen
handhaven. Er zijn echter altijd enkele minder sterke
broeders, die er maar al te spoedig toe overgaan
lagere prijzen te accepteeren om den afzet te forcee-
ren en die zouden heel gemakkelijk roet in het eten
kunnen gooien.
RUBBER.

Tot tweemaal toe waren commentaren, clie aan
daden van Dr. Colijn werden vastgeknoopt, oorzaak
van een optimistischere houding der rubbermarkt.
Den eerstêd keer, toen Dr. Colijn naar Londen kwam
en aldar ‘ook met het Britsche Ministerie van Kolo-
niën besprekingen hield, en den tveeden keer, toen
hij in een redevoering de kansen van een tot stand-
koming der restrictie met eenig vertrouwen schetste.
Het vraagstuk •der restrictie bleef nog steeds in het middelpunt der belangstelling staan, al kan niet ge-
zegd worden, dat daaromtrent veel nieuws bekend
werd.
In twee vergaderingen der belanghebbenden werden
door het bestuur der Internationale Vereeniging voor
de Rubbercultuur strikt geheim gehouden mededee-
lingen gedaan, en waar na de tweede vergadering ook
Seen communiqué, aan de pers werd verstrekt, heeft
het weinig zin, gissingen te doen omtrent het al dan
niet aldaar medegedeelde. Slechts zooveel kan met vrij
groote zekerheid worden gezegd, dat uo’g steeds de
moeilijkheden niet overwonnen zijn, die waarschijn-
lijk ook met het aandeel verband houden, hetwelk cle
Nederlandsche regeering voor de inlandsche produc-
tie wenscht te doen reserveeren. Waar voor ‘geheel
Nederlandsch-Indië een bepaald cijfer met de Engl-sche producenten werd overeengekomen, moet elke
verhooging van het aandeel der hevolkingsrubber op
kosten geschieden van dat der ondernemingsrubber.
Een punt, ‘dat hoogstens gedurende enkele dagen
moeilijkheden, schijnt te hebben opgeleverd, maar toch
van principiëel belang was, was -de van Amerikaan-
sche zijde gestelde eisch, eveneens in de restrictie-commissie te worden vertegenwoordigd, gezien de
omstandigheid dat de Ver. Staten hot grootste ver-
hruikslan-d zijn en ook tijdens de’Londensche Econo-
m’ische Wereldeonferentie werd afgesproken, dat pro-
ductieregelingen niet zouden geschieden, zonder dat de betrokken verbruikers ook hun stem kunnen doen
gelden.
De rubberprjs heeft in ‘de verslagperiode verder
aangetrokken, al bleven de hoogste noteeringen- niet
gehandhaafd. Dit is zeker opmerkelijk, want de statis-
tische positie van het product is gedurende de afge-loopen maanden niet verbeterd, en nog steeds over-
treft de productie het (vergeleken met het vorige
jaar) sterk gestegen verbruik. De rubbervoorraden in
de vier voornaamste centra beliepen einde Februari
595.000 ton tegen 593.000 einde Januari.

De groote hoop der rubberindustrie, naast de tot
standkoming- der restrictie, is echter ook het toene-
mend automobielverkeer, en vooral de aanschaffing
van nieuwe -auto’s in de Ver. Staten, en in kleineren
omvang, in diverse Europeesche landen. Men schat
dat gedurende ‘de eerste -drie maanden van 1934 de
.&merikaansche autoproductie ongeveer 700.000 wa-
gens zal beloopen of het dubbele van verleden jaar.
Ook in dit overzicht verdient een nieuwe techni-
sche vinding .de aandacht. Kort geleden werd te
‘s-Gravenhage opgericht de Rubber-Latex-Poeder Cie.
waarvan ‘de naam reeds aanduidt om welk pro-
cédé het daarbij gaat.

De uitvoer van rubber uit Ne’derlandsch-Indië heeft
in

-de vier kwartalen van 1933 beloopen: 52.219,
76.419, 93.602 en 100.304 ton. De productie van Ma-
lakka bereikte op de ondernemingen boven de 100
acres in het afgeloopen

jaar 240.728 long tons tegen
240.100 in 1932, terwijl op •de small holdings 209.500 tegen 174.000 tons werden geoogst. Ceylon exporteer-
‘de 62.618 tegen 49.478 long toris. In Ned.-Indië was
einde Januari 1934 14.9 pOt. van het totale tapbare
rubberareaal buiten tap (einde December 14.3 pCt.;
einde Januari 1933 15.9 pCt.).

KOFFIE.

In -den loop vnu het eerste kwartaal steeg ‘de notee-
ring van loco Rohusta van 16 ct. op 18 ct. per
34′
K.G.
en die van loco Superior Santos van 17 ct. op 1934 ct. De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië stegen tot in -de eerste helft van Februari voor goed beschre-
ven Superior Santos van 6.45 tot 8.25 gouddollar per
ewt. om
daarna geleidelijk terug te vallen, totdat zij
aan het einde van het kwartaal op 7.50 gouddollar
kwamen. Denzelfden loop nam ‘de prijs van Rio type
New York 7 met
beschrijving.
‘rot de eerste helft van
Februari steeg deze van 6.— goud dollar per cwt. tot
7.45, doch daarna liep hij wederom teru’g tot 7.-
gouddollar per cwt., alles prompte verscheping.

De cifprjs op prompte verscheping van Neder-
landsch-Indië steeg voor R-obusta W.I.B. f.a.q. van
14% ct. tot 1734 ct. en’daalde daarna tot 17 ct.; die
van ongewasschen Palemhang Robusta steeg van 12
ct. tot 14% et. en liep ‘daarna terug tot 13% ct.
De noteeringen aan de Rotterdamsche’termijnmarkt
liepen tot half Maart met kleine schommelingen ca.
3 ct. op om daarna wederom ca. 1 ct. in te zakken.
De rijzing is niet alleen te danken aan de omstan-
digheid, ‘dat men algemeen tot het inzicht was geko-
men, dat de prijzen tegen het einde van het vorige
jaar gevallen waren op eeti basis, die ongetwijfeld zeer laag moet worden genoemd, doch ook aan de
verwachting, dat het Brazilië tenslotte toch gelukken
zal de positie van het artikel te verbeteren -door on-
verminderde handhaving van het systeem van vernie-
tiging ‘op groote schaal van een -deel zijner overtol-
lige voorraden. 1-let feit, ‘dat de volgende oogst waar-
schijnlijk ‘geen groote zal worden, maakt de kansen
voor Brazilië in dit opzicht ongetwijfeld gunstiger.
Toen het echter bleek, dat de vernietiging in dit
jaar tot ru toe slechts van zeer bescheiden omvang
was geweeat (557.000 balen in de eerste drie maanden
tegen ongeveer 14 milhioer balen in het geheele jaar
1933) ‘begonnen ‘de prijzen weder iets terug te loopen.
Een telegrafisch bericht van het Braziliaansche Kof-
fie-Departement, dat maatregelen getroffen zijn om
zoo spoedig mogelijk 4 millioen balen Sautos koffie en 1Y21 millioen balen van de andere staten te ver-
bran’den, kon hierin voorloopig geen verbetering bren-
gen. De handel bleef in zijn afwachtende houding vol-
harden, wat hem niet moeilijk viel, aangezien het
verbruik zich bijna overal in Januari en Februari
goed heeft voorzien.

THEE.

Groote verschillen zijn er gedurende’ het eerste
kwartaal van’ 1934 in ‘de veilin-gprjzen van thee niet
geweest. Zij ‘bewogen zich op een niveau van onge-
veer 45% ets, per ILKG. De hoogste prijzen werden
behaald in ‘de veiling van 22 Februari, maar dit
niveau ‘kon zich niet handhaven, hetgeen v66r de

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

387

Paasehvacantie en indiening van het Engelsche bud-
get wel meer het geval is geweest. Toch bleef de koop-
lust groot, behalve voor superieure thee, waardoor
dé prijsverschillen tusschei ordinaire en superieure
thee hoe langer hoe geringer werden. De verkoopen
in de Amsterdamsche veilingen leverden aanmerke-lijk betere resultaten op dan die te Londen. De prij-
zen van Sumatrathee liepen iets sterker terug clan
de prijzen van Javathee.

Java-thee
Su Illatra-thee
11/1

……….
‘14%

ets.
43

cts. 2511

……….
47%
43%
8/2

…….
46%
45
22/2

……….
47%

,,
45% 8/3

……….
47%
44
2213

……….
45

,,
42%

T-let veiling-aanbod te Amsterdam liep gedurende
het eerste kwartaal als gevolg der restrictie belang-
rijk achteruit, nl. 65.624 kisten in 1934 tegen 100.456
kisten in 1933. Ook in Londen liep het totale aanbod
terug, zij het ook in minder sterke mate: 1934:
900.942 kisten tegen in 1933: 1.036.863 kisten.

«ThEE.CT
5
.
0
9P

70
00

50-

4L

1929

1930

1931

1932

1933

1934

De voorraden bij het Thee-Etablissement te Amster-
dam bedroegen per ult. Maart jl. 69.799 kisten
teged 95.927 kisten per uit. Maart 1933. Totaal wer-den aldaar aangevoerd gedurende het eerste kwartaal
58.562 kisten en afgeleveTd 63.995 kisten tegen resp.
102.502 kisten en 70.812 kisten in het vorige jaar.
Volgens •de gegevens van het Centraal Bureau voor
de Statistiek bedroeg de aanvoer in Nederland ge-
durende Januari en Februari 2.788 ton (vorig jaar
3.840 ton), de invoer tot verbruik 1.439 ton (vorig
jaar 971 ton) en de uitvoer 1.045 ton (vorig jaar
734 ton). Deze
cijfers
geven gelukkig een verbetering
te zien ten opzichte van het vorige jaar.
Blijkens publicatie van de Vereeniging voor de
Thee-cultuur in -Nederlandsch-Indië beliepen de uit-
voeren der voornaamste productielanden in 1933 in
totaal 393.259.000 KG. of 8.6 pOt. minder dan in
1932 (430.375.000 KG.). De uitgevoerde hoeveelheden
van Ned.-In-dië, Britsch-Indië en Ceylon waren als
gevolg der restrictie gezamenlijk 9 pCt. lager dan in
het jaar 1932 (de restrictie trad eerst van 1 April
1933 af in werking). Daarentegen exporteerden de
-niet aan de restrictie deelnemende landen China en
Formosa 11 pCt. méér dan in het voorafgaande jaar,

teiwijl
Japan
vrijwel
evenveel uitvoerde.
De Londensche voorraad-cijfers bedroegen, volgens
cijfers der Tea Brokers Association, per ulto Februari
265.831 ton tegen 292.072ton in 1932.
De totale Engelsche voorraden, gepubliceerd door
de Board of Trade, bedroegen 286.717 (310.795) ton (van 1000 lbs.) op ulto. Februari. Het binnenlandsch verbruik van thee in Engeland bedroeg in Januari I.I. 41.114 ton en in Februari 32.601 ton (37.095).
De verhooging der detailprijzen begint blijkbaar
haren invloed op het verbruik uit te oefenen.

SUIKER.

De verschillen-de ongunstige factoren, welke iht
laatste Kwartaaloverzicht werden opgesomd, zooals
politieke onzekeiheid in Europa, onzekerheid omtrent
Roosevelts welslagen en onzekerheid omtrent de hoe-
groothéid van den Cuba-oogst tengevolge van de bin-
nenlandsche verwarring, bestaan nog steeds. De in-

v.lo8d die deze factoren op .suiker hadden is eveneens
onveranderd. Slechts in het begin van het jaar werd
er in Amerika wat stemming gemaakt voor het arti.
kel, waarmede de invoercontingenteeringsplannen in
verband stonden. ilierdoor werd een tijdelijke op-
leving veroorzaakt. Toen echter duidelijk werd, dat
dit quotaplan nog geruimen
tijd
op zich kon laten
wachten, verviel de markt weder in de lustelooze
stemming van voorheen.
Een voornaam punt
bij
•dit quotaplan vormt de
positie van de Philippijnsche suiker, die-vrij van
rechten in de Ver. Staten kon worden ingevoerd en
waarvan de geheele oogst daarheen verscheept werd.
De productie werd in de laatste jaren aanmerkelijk
uitgebreid, zoodat de laatste oogst op 1.290.000 tons
geraamd wordt.
Bij
de voor het quotaplan geuoemde
voorloopige cijfers komen de Philippijnen met
925.893 tons vrijen invoer per jaar voor. De groote
vraag is nu, ivat zal dan met het surplus van 1e
Philippijnen gebeuren, waarvan slechts ca. 100.000
tons op de eilanden zelf geconsumeerd kan worden?
De noteeringen te New-York waren op den eersten
dag van het jaar 3.20 voor Spot Centrifugals, 1.26
voor Maart en 1.37 voor Juli. Tegen het midden van
Februari waren deze eenigszins fluctueerend opgeloo-
pen tot 3.60 voor Spot, 1.65 voor Maart, 1.72 voor
Juli en 1.81 voor December, terwijl in hetzelfde tijd-
perk de Dollarkoers van 1.60 gedaald was tot 1.50.
Met geringe schommelingen •daaldem suikerprjzen
daarna weer tot 3.42 voor Spot, 1.56 voor Juli en
1.66 voor December; intusschen onderging in ver-
band met de voorloopige stabilisatiemaatregelen de
Dollarkoers geen belangrijke wijziging meer.

Ook in Engeland was de betere stemming, die in
het begin van het jaar baan begon te breken, niet
van langen duur. De termijnnoteerin-gen te Londen
luidden begin Januari Sh. 515 voor December. Mid-den Februari waren deze noteeringen 8 d. hooger en
het einde der verslagperiode bracht Sh. 4110 voor
Mei, Sh. 5/1% voor Augustus en Sh. 5/4% voor

December.

Amsterdam gaf een ietwat ander beeld te zien. Bij
opening noteerde Mei
f
5½, Augustus
f
5% en De-

cember
f
5%, tegen einde Januari was Mei
f
4%,

Augustus
f
5.— en December
f
5%, daarna herstelde
zich de markt en bereikten de noteringen een iets
hooger niveau dan begin Januari. Hierop volgde een
langzaam afbrokkelen en luidden de resp. rioteeringen
einde Maart als volgt
f
43/s,
f
4% en
f
4
v
18, hetgeen

dus een flinken achteruitgang beteekent. Opmerkelijk
was het feit, dat de nogal belangrijke aandieningen
op Maarttermijn zoo goed als alle werden opgenomen
dan wel omgezet in latere termijnen. Verder ken-
merkte onze markt zich door een uiterst afwachtende
houding.
De uitzaai voor de komende bietoogst heeft thans
plaats en raamt F.O.Licht dezen 7.5 pCt. grooter
voor Europa zonder Rusland.

De toestand in Cuba is na -de omwenteling nog
lang niet geordend. Stakingen en kleine onlusten vol-
gen elkaar op. Omtrent het resultaat van den tegen-
woordigen oogst valt dan ook nog niets met zekerheid
te zeggen.
Op Java worden thans 29.000 H.A. voor oogst 1935
beplant tegen 35.000 H.A. voor oogst 1934.
De prijs van de N.I.V.A.S. voor witte Javasuiker,
bestemd voor de Westkust van Britsch-Indië, schom-
melde tusschen
f4.—
en
f
4.15; voor -de Oostkust is

388

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

de prijs
f
0.10 hooger. De totale verkoopen sedert
1 Januari bedragen ca. 300.000 tons.
Het is een feit, dat men thans niet recht weet
hoe een uitweg gevonden moet worden, die tot ver-
betering van •den wereldsuikerprijs kan leiden. De
kort geleden te Londen plaats gehad hebbende -Sui-kerconferentie heeft ten minste geen resultaat opge-
leverd. Hoe langer hoe duidelijker blijkt, dat de
staatshulp voor de suikerindustrie in de meeste lan-
den een onoverkomelijke hinderpaal is voor een blij-
vend herstel. Het schijnt thans vast te staan, dat in
de tot nu toe gevoerde politiek der suikerlanden voor-
loopig geen verandering komt en dat alle landen suiker
willen blijven produceeren, al gaat dat ten koste van
de staatskas en van den binnenlandschen consument.
Britsch-Indië zal zelfs, dank zij groote protectie,
misschien reeds in 1935 geheel selfsupporting zijn,
terwijl het vroeger ongeveer één millioen tons per
jaar importeerde. Door dit alles is de wereldmarkt in
een impasse geraakt.
In Nederland gaan wel hoe langer hoe meer stem-
men op, die een einde wenschen te maken aan de voor
het land zoo dure steunpolitiek ten opzichte van de
bietsuikercultuur en men kan slechts hopen, dat hier
en ook in andere landen tenslotte weer geluisterd zal
worden naar de gezonde economische wetten.

STEENKOLEN.

In het laatste Kwartaaloverzicht van 1933 werd
een opleving gemeld in Wales. Deze was echter slechts
van korten duur en in het begin van Januari was de
stemming bepaald flauw.

Het rapport van de Coal Reorganisation Comrnis-
sion werd in Wales niet ernstig genomen, men achtte
de daarin gegeven adviezen waardeloos. Juist •deze

pogingen van producent-exporteur combinaties en de
gevolgen van de Coal Mines Act – quota en mini-
mumprijs – zouden oorzaak geweest zijn van het ver-
lies van zooveel exportzaken.

Men is er in Wales van overtuigd, dat vele buiten-
landsche afnemers afkeerig werden, omdat zij moes-
ten koopen tegen vastgestelde minimumprijzen en dat
b.v. de Italiaansch-Poolsche overeenkomst slechts tot
stand kon komen omdat de Italianen weigerden tegen
voorgeschreven prijzen in Engeland te koopen. In den
loop van Januari kwamen er wel aanvragen, som-
mige mijnen boekten zelfs méér orders dan gewoon-
lijk in Januari, maar contracten van langeren duur
kwamen niet tot stand.

Een storm van verontwaardiging stak op tengevolge
van het feit, .dat er een lading Poolsche kolen in
Engeland ingevoerd werd. Als gevolg van de Coal Mines Act zouden de Engelsche mijnen deze soort
kolen niet hebben kunnen leveren. Anderen beweer-
den echter, dat de lading Poolsche kolen slechts als
propaganda moest worden beschouwd tegen de gebre-
ken van de Coal Mines Act, waarop men met een
daad de aandacht wilde vestigen, nu protesten niets
geholpen hadden.

lOO

In ieder geval boekte Polen het succes en ook op
andere markten moest Engeland ervaren, dat Poolsche
kolen het in den strijd wonnen.
Ierland nam in Februari verdere maatregelen tegen
Engelsche kolen met de ,,Control of Imports Bill”,
waardoor de import van Engelsche kolen, waarop
reeds 51- invoerrecht geheven wordt, verder aan ban-
den wordt gelegd. De Ieren moeten daardoor méér

vreemde kolen invoeren en
zij
onderhandelen reeds
met Amerika, tot op heden echter zonder succes, daar
de importeurs de groote ladingen van Amerika niet
kunnen verwerken. Zij zijn op aanvoer van kleinere
hoeveelheden per keer ingericht.
Onder den drang der omstandigheden kwam men
in Engeland met voorstellen tot wijziging van de
Coal Mines Act. Het voorstel om exportkolen Vrij te
laten wordt algemeen toegejuicht, een stap in de
goede richting. Omtrent de minimum-prijzen zouden
de verschillende kolenproductiecentra via een Cen-
tralen Raad moeten onderhandelen. Dit zal weer vele
bezwaren en meeningsverschillen veroorzaken, welke
ook vroeger reeds bekend waren. Onder de oude mi-
nimumprijsregeling moesten b.v. Welsh stukkolen
1916 opbrengen, terwijl stukkolen uit het Newcastle
district op 1416 genoteerd stonden. Deze verhouding
was onbillijk, waardoor Wales zaken verloor. De Cen-
trale Raad kan echter niet zonder meer tot prijsver-
hooging resp.
prijsverlaging
besluiten en Newcastle
zal b.v. strijden tot behoud van het prijsverschil, om-
dat daardoor juist meerdere zaken geboekt werden.
Men hoopt, dat dit zal leiden tot vrijheid van pro-
ductie en
prijs
voor exportkolen.
De onderhandelingen waren in Maart nog steeds
gaande. Voor het binnenland wil men ‘de quota basee-
ren op de productiecijfers van 1931-1932 en 1933,
waartegen algemeen bezwaar gemaakt wordt. Men
dringt aan op een spoedige definitieve pri.jsregeling
met zooveel mogelijk productie-vrijheid. De buiten-
landsche koopers hebben inmiddels een afwachtende
houding aangenomen, ‘daar zij
prijsverlagingen
ver-
wachten, zoodat er geen bijzondere orders geboekt
worden.

In Westfalen liep de productie een weinig terug,
zooals tegen het einde van het seizoen
altijd
gecon-
stateerd wordt wegens verminderde vraag naar huis-
brandkolen. In het binnenland werden meer zaken
gedaan door opleving in de ijzerindustrie, woning-
bouw en Rijkswegenbouw. De lage waterstand van
den Rijn veroorzaakte moeilijkheden en hoogere
vrachten.

Begin Januari kwam er tusschen Duitschland en Nederland een overeenkomst tot stand, waarbij bij
voorbaat ‘geregeld werd, dat Duitschiand behalve bun-
kerkolen 4.2 millioen kolen naar Nederland mag leve-
ren, wanneer kolen hier gecontingenteerd zouden wor-den. Zouden er meer ‘dan 4.2 millioen ton noodig zijn,
dan krijgt Duitschland een deel van het meerdere
quantuna toegewezen. Duitschland staat den invoer
van 100.000 ton Hollandsche kolen per maand toe,
zonder eenige beperking. Zou het Duitsche kolenver-
bruik meer dan 8.000.000 ton bedragen, dan krijgt
Nederland een grooter quantum toegewezen.
De overeenkomst loopt ein’d 1934 af.

De Nederlandsche mijnen kondigden opnieuw ont-
slagen aan tegen 1 April. Opmerkelijk is, dat dit
ontslag geen verband houdt met productiebeperking,
maar met ‘de verbeterde werkwijze.

In Polen liep de productie terug wegens vermin-
derde vraag. De prijs der Poolsche stukkolen zakte
tot 12/- fob. Danzi’g/Gdynia, sommige mijnen noteer-
den zelfs 11/9 tot 1116 fob.

Zoowel in Engeland als in Duitschland en in
Polen is men onzeker omtrent de vooruitzichten in
het nieuwe kolenjaar, hetwelk 1 April aanvangt. En-
geland zou een opleving kunnen verwachten, althans
groote activiteit kunnen ontplooien, wanneer de Coal
Mines Act gunstig gewijzigd wordt. In Duitschiand
is men optimistischer gestemd nu alles meewerkt aan
het economisch herstel van den Staat. Polen moet
exporteeren en weet, dat het met Duitschiand en
Engeland moet concurreeren. Exportpremies en lage
spoorvrachten moeten daarbij helpen en de consu-
ment profiteert van den
strijd
•der producenten.
Waarom dan geen internationale samenwerking ge-
zocht, productie- en pri.jsregeling en verdeeling der
markten?

25 April 1934

ECONOMISCH.STATISTISCH KWARTAALBERICHT

DEECONOMISCHE TOESTAND VAN NEDERLANDSCH.
INDIË, DUITSCHLAND, FRANKRIJK, GROOT-BRIT-
TANNIË, VER. STATEN, BELGIË; ZWEDEN EN
ZWITSERLAND.

(Samengesteld in overleg met het Centraal Bureau
voor dè Statistiek te ‘s-Gravenhage).

Nederlandsch-Indië.

De conjunctuurgegevens van Nederlandsch-Indië,
die op dit oogenblik tot einde 1933 gaan, wijzen op
een zekere stabiliteit van het economisch leven
op een laag niveau. Het wil ons voorkomen, dat. het
vierde kwartaal van het vorige jaar de eerste drie-

maandelijksche periode gedurende de crisisjaren is geweest, waarin niet meer van een gestadigen ach-
teruitgang van den economischen toestand kan worden
gesproken.

Uit bijgaande grafiek der conjuBctuurlijnen blijkt;
dat de waarde van in- en uitvoer gedurende het vierde
kwartaal van 1933 een
duidelijke
stijging vertoonde. De waarde van •den uitvoer bedroeg vôor de periode
Oct-Dec. 1933 gemiddeld’f 42.8 millioen per maand
tegenover een maandgemiddelde voor 1933 van
f
40.9
miljoen. Van een lichte verbetering kan worden ge-
sproken bij den uitvoer van copra en aardolie uit de
Buitengeweten, terwijl de uitvoer van bevolkings-
rubber sterk steeg. De rubberexport overtrof, wat de
hoeveelheid betreft, het gemiddelde van alle vooraf-
gaande jaren. Vanaf het midden van 1933 is de
export van bevolkingsrubber grooter .geweest dan het
niveau van vroegere jaren. De totale uitvoer hiervan
bedroeg in 1933 ruim 159 millioen KG. tegenover
een export van ondernemingsrubber van ruim 180 millioen. In 1932 waren de verhoudingen: 82 mil-

Conjunctuurlijnen betreffende Nederlandsch-Indi. i)

Hoeveelheid uitgevoerde suiker, index-
cijfers, waarvan 12-maands gemiddelde
Vanaf 1930 wordt suiker zonder residu
opgegeven

Hoeveelheid uitgevoerd tin en tinerts in
1000 ton per maand. (Tinerts omge-
rekend op tin, tegen 72
0
/0)

1
100

4


t..’
t.

L–..

S

::
;;;
:

100

.

in

29

looi

(..
.

1925

19

IY30′

. 1931

I932

‘1933

193’1:

Gemiddelde waarde van den ja- en uit-
voer per ‘ton. (indexcijfers)

Waarde van den maandelijkschen in- en uitvoer in millioenen guldens

……… Invoer

Uitvoer

Hoeveelheid uitgevoerde aardoliepro-
ducten en copra per maand. (index-
cijfers)

Aardolie

—.—.—; Copra

Hoeveelheid uitgevoerde koffie, index-
cijfers, waarvan 12-maands gemiddelde

Hoeveelheid uitgevoerde rubber, index-
– cijfers, waarvan 12-maands gemiddelde
Ondernemingsrubber

……… Bevolkiagarubber

Clearingverkeer der Javasche Bank,
maandgemiddelde in millioenen gul-
dens

1)
Bij het gebruik van 12-maands ge.
middelden zijn voor het laatste, jaar
tevens’ de absolute maandcijfers ge-
teekend:

390

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

lioen bevolkingsrubber en 160 millioen KG. plantage-
rubber. Van een verhouding van ruim 50 pOt. ten
opzichte van plantagerubber in 1932 is de bevolkings-
rubber in 1933 dus tot bijna 90 pOt. gestegen.
Daarentegen geven koffie en suiker ongunstige
cijfers voor ‘den export te zien, terwijl ook de uitoer
van thee tengevolge der restrictie is gedaald. Door
deze verschuiving in den uitvoer is het aandeel van
Java in den totalen export kleiner geworden; de ach-
teruitgang in 1933 komt bijna geheel voor rekening
van Java, hetgeen uit de volgende cijfers blijkt:

Waarde van den uitvoer in millioen Gulden.

Java

Buitengewosten
1932
…………..
285,5 (49,4 %)

292,3 (50,6 %)
1933
…………..
211,9 (43,1 ,, )

279,0 (56,9

Achteruitgang . …. .
73,6

13,3

Ook bij ‘den invoer kan men tegen het einde van
1933 een vermeerdering waarnemen. De hoeveelheid
ingevoerde manufacturen, ijzer en machines nam toe.
Wat de laatste soorten goederen ‘betreft, was zulks
vooral bij den invoer in de Buitengewesten het geval.
Viel er bij de prijzen der ingevoerde goederen in
den loop van 1933 een vrij regelinatige kleine daling
te constateeren, de prijsbeweging ‘der exportgoederen
was veel onreglmatiger. Een
belangrijke
stijging in
den zomer van 1933 werd door de daarop volgende
daling geheel teniet gedaan, en eerst tegen het einde
des jaars kon men weer van een geringe prijsstijging
der exportgoederen spreken. De componenten van
deze beweging hebben wij weergegeven in de prijs-
beweging van verschillende groepen goederen in on-
derstaande tabel:

Waarde per ton der ingevoerde goederen.

1930

1931

1932

1933
Eetwaren ……..
f
259,-
f
169,60
f
143,60
f 123,10
Garens en manufacturen ,,
1381,- ,, 1208,- ,, 941,- ,, 813,-
IJzer en
ijzerlegeeringen

onb.

onb.

,, 147,60 ,, 119,70
htachinerieën ……
936,- ,, 992,- ,, 990,– ,, 757,-

Waarde per ton der uitgevoerde goederen.

Rubber ………..
f
612,-
f
275,-
f
137,-
f
108,-
.
Koffie …………
.569,- ,, 345,- ,, 304,- ,, 355,-
Copra ………… ..
196,- ,, 135,- ,, 88,20 ,, 88,-
Suiker ……….. ..
109,90 ,, 80,20 64,70 ,, 53,10
Thee …………. ..
960,- ,, 873,- ,, 414,- ,, 363,-
Aardoliën ……… ..
44,20 ,, 41,70 ,, 24,60 ,, 23,60

Het resultaat van deze beweging is, dat het index-
cijfer van de prijzen der uitvoerproducten in 1933 gedaald is van 52 tot 43 (1913 = 100) of met ruim
17 pOt. Het
in’dexcijfer
voor de prijzen van inge-
voerde goederen bedroeg, op dezelfde basis, in 1932 en 1933 respectievelijk 95 en 82, is derhalve in 1933
met 14 pOt. gedaald, zoodat de prijsverhouding tus-
schen ingevoerde en uitgevoerde, producten weder
ongunstig is geweest.
De contingenteering van verschillende katoenen
weefsels, •die vanaf Maart 1934 van kracht is, en
waarbij aan Nederland een belangrijk aandeel in den
invoer van Indië is toegewezen, heeft natuurlijk de
strekking in ieder geval verdere prijsdaling van deze
belangrijke posten van den Indischen invoer tegen te
houden, terwijl prijsstijging hier niet buitengesloten
moet worden geacht.
De financiëele toestand van Nederlandsch-Indië is
verbeterd door de couversie der Dollarleenin’gen in
Guldensleeningen tegen lageren rentevoet en langeren
aflossingstermijn, hetgeen den druk op de begrooting
heeft verlicht. Het tekort ‘op den gewonen dienst is,
mede door vermindering van salarissen en pensioenen,
voor 1934 dientengevolge verminderd, ofschoon nog niet verdwenen. Indien de middelen niet ruimer gaan
vloeien, hetgeen slechts mogelijk zal zijn, wanneer de geringe opleving in den export een grooteren omvang
zou aannemen, zal men tot nog sterkere bezuinigingen
in het staatsapparaat moeten overgaan om op den
duur het begrootingsevenwicht te herstellen.

Voortzetting van het deflatieproces in Indië ‘blijkt
uit de gestadige vermindering van ‘de clearings bij de
Javasche Bank, die aan het eind van het jaar tot een
laagtepunt van iets boven de
f
100 millioen waren

gedaald. Ook ten aanzien van het Inlandsche crediet-
wezen overheerscht dezelfde tendens; de uitstaande
leensommen nemen nog voôrtdurend af.
Ten aanzien van de naaste toekomst zal veel af-
hangen van hetgeen men weet te bereiken voor den
export van diverse producten.. De overeenkomst met
Nederland om het maïssurplus over te nemen heeft
den prijs van dit artikel doen stijgen. Nu Ned.-In-
dische
rijst
zonder monopolieheffing in Nederland
kan worden ingevoerd, bestaat de mogelijkheid van
prijsstijging ook bij dit bevolkingsproduct. De onder-
handelingen met Japan en andere landen betreffende
de plaatsing van grootere hoeveelheden Java-suiker
zijn nog gaande. Tenslotte is er ten opzichte van de
rubberrestrictie nog geen beslissing gevallen.

Duitschiand.

De industriëele bedrijvigheid in Duitschland is in
het afgeloopen kwartaal belangrijk verbeterd, gelijk
uit bijgaande grafiek, benevens uit de meer gedetail-
leerde gegevens van den conjunctuurstaat blijkt. Daar
deze gegevens alle van seizoensinvloeden bevrijd zijn,
dient men er rekening mede te houden, dat de minder
koude maanden Januari en Februari een geringere
dan de normale seizoensfluctuatie veroorzaakten. De
gewone seizoenscorrectie geeft dan cijfers, die gun-
sti’ger zijn
dan met den werkelijken toestand overeen-
komt. Het is derhalve niet zeker, of de uit de cijfers
blijkende verbetering geheel door conjunctuurinvloe-
den is veroorzaakt, dan wel of hierin ten deele de
geringe seizoensschommeling in ‘dezen zachteren win-
ter een rol speelt.

Het indexcijfer der productiemiddelenindustrie van
het Duitsche Institut für Konjunkturforschung bleef
sterker stijgen dan dat van de industrie der verbruiks-
goederen, waardoor de drie door ons in de grafiek
weergegeven
lijnen
der productie-indices dichter bij
elkaar zijn gekomen. Deze verbetering blijft haar
oorzaak vinden in de situatie in de ijzer- en staalin-
dustrie, die nog steeds gestimuleerd wordt door de
uitvoering van verschillende openbare werken in
werkverschaffing. Wat den woning- en fabrieksbouw
betreft, is de toestand wel belangrijk beter dan in het
zeer slechte eerste kwartaal van 1933, maar de bedrij-
vigheid bedroeg in Februari toch slechts 25,6 pOt.
van de hoogste bedrijvigheid (Febr. 1933 6,8 pOt.),
terwijl ook het aantal begonnen woningen en het aan-
tal industriegebouwen, waarbij met den bouw werd begonnen, in Januari van dit jaar niet boven de ge-
middel’de
cijfers
van 1932 lag. Slechts in den Tief-
bau, het terrein der werkverschaffing, was ‘de bedrij-
vigheid in Februari hooger dan in ieder der voor-
gaande jaren vanaf 1929. Niet in alle takken der
productiemid•delenin’dustrie is de ontwikkeling zoo
gunstig. Het indexcijfer voor de machine-industrie is
in Januari 1934 gevoelig lager dan in December 1933.

Het verloop van het aantal ‘werkloozen is met dit
beeld in overeenstemming
1);
de seizoenschommeling is
dezen winter minder groot geweest dan in voorgaande
jaren, en men rekent, volgens ‘de officiëele mededee-
lingen, op een verdere vermindering van hot aantal
werkloozen gedurende de komende maanden van ca.
700.000, terwijl het verschil tusschen zomer-‘ en win-
terwerklooshei’d normaliter 1 millioen bedroeg. Tee-
kent men den trend in de grafiek van het aantal werk-
loozen, ‘dan
blijkt
deze het maximum in 1932 te heb-
ben bereikt, daarna snel te zijn gedaald in 1933, en
in 1934, wanneer de regeeringsverwachtingen juist blijken te zijn, weer flauwer te gaan loopen en naar

1)
Hierbij is geen rekening gehouden met de afvoering
van werkloozen van de lijsten om politieke redenen, en
evenmin met de uitschakeling van geheele groepen (Hui-
selijke diensten) uit de geregistreerde werkloozen.

25April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

391

het horizontale te neigen. Daaruit kan worden gecon-
cludeerd, dat de werkverschaffingsmaatregelei nage-
noeg het maximum van hun effect hebben bereikt.
Verdere verbetering is slechts mogelijk tengevolge
van opleving in de particuliere industrie, waarbij in
het oog moet worden gehouden, dat werkverschaffin-
gen van tijdelijken aard zijn en op den duur dus, na
het ophouden daarvan, het aantal werkloozen weer toe
zal nemen.

Wat de omzetten in den kleinhandel betreft, die als
indices van het verbruik kunnen dienen, nemen de
omzetten in de kleinere winkels iets toe, die in de
warenhuizen en filiaalzaken af. Van een duidelijk
uitgesproken consumptievermeerdering kan dan ook
nog niet worden gesproken, gelijk uit het laatste
kwartaalbericht van het lust. f. K. blijkt. ) Het
door ons reeds vroeger vermelde verschijnsel ‘van ver-
grooting der voorraden in den handel heeft verderen voortgang gemaakt. Nu de
prijzen
stabiel
blijven
of
neiging tot
stijgen
vertoonen, ‘is er minder gevaar
verbonden aan het op peil brengen en aanhouden van
voorraden. De door de regeering aangekondigde ,,Ar-
heitsschlacht” in het komende voorjaar, waarvan een
groote stiniulans voor het verbruik zou uitgaan, heeft
er misschien toe bijgedragen, dat de handel tijdig zijn
voorraden heeft aangevuld.

De politiek van het verstrekken van leeningen bij
huwelijk zal worden voortgezet. In ht begrootings-

1)
Wel constateert het Wochenbericht van het Inst. f.
Kouj. forschung van
11
April stijging van de omzetten,
maar
zulks
geldt alleen voor de kleinere winkels, en dan
nog maar gedeeltelijk. De groote zaken vertoonen alle een
achteruitgang.

jaar 1934f’35 zullen 250.000 van zulke leeningen wor-
den gegeven, tegenover 191.000 in het afgeloopen
jaar. Opgemerkt dient echter te worden, dat het’aan-
tal gesloten huwelijken, dat in den loop van 1933
voortdurend steeg, in Januari 1934 een scherpe i’ï:
zinking vertoont. Tot nu toe profiteert echter de in-
dustrie van ,,Haurat und Beklei’dung” van deze lee-
ningen.

De
moeilijkheden,
waarop wij in het vorig Kwar-
taalovèrzicht wezen en die betrekking hadden op
de financiëele zijde van het werkverschaff’ingsvraag-
stuk, zijn in de laatste maanden ,zoo sterk toegenomen,
dat zij meer en meer in het centrum der belangstel-
ling zijn gekomen. De Minister van Financiën, Von
Schwerin Krossig, heeft op zeer openhartige wijze uiteengezet, dat de financiering geschiedt door op-
tering van toekomstige reserves, daar de huidige
reserves nagenoeg uitgeput zijiï, en wel tot een be-
drag van nagenoeg 1 milliard ,Mark per jaar. Met dit bedrag zal dus ‘de vlottende schuld toenemen, indien
onverhoopt de schattingen van de ijakomsten in latere
jaren te optimistisch
blijken
te zijn. Voorloopig is
van consolidatie dezer vlottende schuld geen sprake,
daar de kapitaalmarkt daartoe geen middelen beschik-
baar kan stellen, gelijk o.a. ‘de Deutsche Oekonomist
opmerkt. De Duitsche regeering heeft maatregelen
getroffen om voorloopig de inleggelden der spaar-
banken voor deze financierin.geu te ‘gebruiken. Hier-
door wordt het lot der kleine spaarders nauw verbon-
den met het resultaat der economische proefnemingen.

De buitenlandsche handelsbalans van Duitschland
was in Januari en Februari voor het eerst sedert be-
gin 1930 passief. De invoer was in waarde iets ge-

Conjunctuurgegeveus betreffende Duitschland.

Aantal werklooze arbeiders
(in millioenen)

Waarde van den in- en uitvoer
in millioenen RM. per maand

………
Invoer
Uitvoer

Aantal beladen goeclerenwagens op de
Rijkaspoorwegen

(in duizenden per arbeidsdag)

Indexcijfers van

………
Kosten van levensonderhoud

G’rootltandelsprijzen

60

_
11
.
……..
L
_

IQLC

….

110

_…
I
..

.
..’..
…………….
.

1918

1
92.9

1930

1931

1932

9933

1934

Indexcijfers der einissies

(12.maandsgelniddelden)

In 1933 en 1934 maandindex.

cijfers mcl. Steuergutscheine
Indexcijfers der industrieele productie
(seizoensfluctuaties uitgeschakeld)

Totale productie

………
Productie van verbruiksgoe-
deren

o

0
Productie v. kapitaalgoederen

392

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

stegen, terwijl de daling van de waarde van den uit-
voer toenam. Van Duitsche zijde wordt betoogd, dat
dit een zeer ernstige situatie schept in verband met
den uiterst lagen stand van de ‘goud- en deviezenreserve
der Rijksbank. Verdere vermindering der betalingen
op grond der Stilihalte-overeenkomst is in voorberei-
ding, evenals de toewijzing van deviezen voor den in-
voer. Dr. Schacht heeft reeds op de bijeenkomst der
schuldeischerslanden te B azel medegedeeld, dat
Duitschland niet tot betalen in staat is. De vrees voor
verminderde deviezentoewijzing heeft, volgens het In-
stitut für Konjunkturforschung, tot aankoop van bui-
tenlandsche grondstoffen op grootere schaal geleid,
en voorloopig dus de passiviteit van de handelsbalans
vergroot. Het Institut meent, dat thans b.v. de
grondstofvoorraden voor de textielindustrie de be-
hoefte voor 4 á 5 maanden dekken en de recordhoogte
van 1927 opnieuw hebben bereikt. Dit mag, intus-
schen, misschien
tijdelijk
‘de handelsbalans ongunstig
hebben beïnvloed, aan den anderen kant wordt thans
ook van Duitsche zijde de principiëele fout der autar-
kische politiek erkend, hierin gelegen, dat Duitsch-
land geen rekening heeft gehouden met de noodzake-
lijkheid van den invoer van buitenlandsche grond-
stoffen voor
zijn
eigen industrie. Blijft de industriëele
bedrijvigheid stijgen, dan zal ook de behoefte aan
grondstoffen blijven toenemen, waarbij komt, dat deze
grootendeels in waarde stijgen. Door de handelscon-
f lieten op grond van het streven naar autarkie, waar-
van thans de contingentenoorlog met
Frankrijk
een
nieuw voorbeeld is, ondervindt de Duitsche uitvoer
echter blijvende schade. Waar Duitschland voor be-vordering van zijn uitvoer gedwongen zal zijn con-
cessies te doen ten aanzien van den import van bui-
tenlandsche proudcten, zien
wij
in deze situatie de
kern van een prineipiëel conflict, dat wel eens vèr-
gaande consequenties kon hebben voor de geheele op
autarkie gerichte binnenlandsche economische poli-
tiek.
Door de organisatie van het geheele bedrijfsleven
in 12 groepen, welke ieder een door de regeering aan-
gestelden ,,leider” aan het hoofd hebben, wordt de
regeling der prijsverhoudingen, die tot nu toe hoofd-
zakelijk voor landbouwproducten gold, op alle goe-
deren overgebracht. Het is de bedoeling hierbij het
prijsniveau constant te houden, zoodat men in de toe-
komst geen analyse der prijsbeweging meer kan
maken, omdat deze niet meer door de vroegere econo-
mische factoren wordt beheerscht, maar door regee-
ringsvoorschriften.
De kapitaalbeweging blijft onveranderd op het lage
niveau staan; van de emissies zijn een belangrijk deel Steuergutscheine, die feitelijk papieren met zeer kor-
ten looptijd zijn.
i)
De actie der Duitsche regeering
tegen verhooging der dividenden is niet bevorderlijk
voor een verruiming van het aanbod op de kapitaal-
markt. De rente voor daggeld is vanaf Januari voor
het eerst onder de 5 pOt. gedaald, de discontorente
bleef onveranderd op 3,88 pOt. gehandhaafd.

Frankrijk.

Het indexcijfer der industriëele pr&ductie in
Frankrijk bleef in Januari en Februari op hetzelfde
niveau als in December en stond toen lager dan in de
vorige maanden. Het is echter guiastiger dan aan het
begin van 1933, hetgeen ook uit de productiecijfers
van steenkool, ijzer en staal blijkt. Ook de cijfers der
textielindustrie wijzen op een kleinen achteruitgang
sinds den herfst van 1933, maar zijn gunstiger dan in
het begin van 1933. De productie van automobielen
ontwikkelt zich zeer geleidelijk in opwaartsche
richting.
De verscherpte contingenteering vanaf begin 1934
heeft den invoer doen verminderen. Deze maatrege-
len zijn thans nog slechts tegen Duitschland gericht,

1)
Thans zijn deze Steuergutscheine, wegens ht ontbre-
ken van gegevens, niet meer van de overige emissies te
splitsen.

terwijl het handelsconf liet met Engeland als bijgelegd
moet worden beschouwd. De mogelijkheid bestaat, – dat
na bij’leggin’g van aen han’delsstrijd met Duitschland
ook de invoer weer zal toenemen. De uitvoer in
Januari en Februari heeft zich op het lage niveau
kunnen handhaven, dat ongeveer met dat van begin
1933 overeenkomt.
Het aantal kapitaalenaissies bleef voortdurend zeer laag, en bestond grootendeels uit obligaties, door den
staat of overheidslichamen uitgegeven. Ondanks de
ruimte op de gel’dmarkt steeg echter het particulier
disconto, terwijl de Fransche staat ook de rente van
schatkistpromessen en dergelijke papieren begin
Maart van 3 tot 3 ‘ pOt. heeft verhoogd. Het drei-
gende begrootingstekort ondermijnde het vertrouwen
der geldschieters. Wel heeft de regeering Doumergue
machtiging gekregen om bezuinigingen op ‘de uit-
gaven tot een totaal van 4 milliard Frs. voor de
begrooting 1934f’35 door te voeren, maar de uitvoe-
ring van deze maatregelen zal ng vele moeilijkheden
opleveren. De ongunstige financiëele toestand is kor-
telings aan het licht getreden, toen de Fransche staat
in Nederland een leening van 100 millioen Gulden
afsloot, waarvoor drie-maandspromessen werden afge-
geven, die ‘driemaal verlengd konden worden. Het in-
dexcijfer zoowel van aandeelen als van obligaties is
tot Februari belangrijk gedaald.
De beweging van groot- en kieinhandelsprjzen was
de laatste maanden zeer gering en bleef in gelijke
richting gaan, z-oodat in de prijsverhou’dingeji weinig
verandering is gekomen. Van een duidelijke deflatie-
beweging, die noodig zou
zijn
in verband met de
handhaving van de goudwaarde van den Franc, kan echter niet worden gesproken, zoodat
Frankrijk
bij
zijn export ten volle het nadeel van de ‘depreciatie in
andere landen ondervindt.

Groot-Brittannië.
De
geleidelijke
verbetering van den economischen
toestand in GrootBrittannië hield ook in het eerste
kwartaal van 1934 aan, en er zijn teekenen, die op een
verdergaande verbetering wijzen. Als een dier teeke-
nen beschouwen wij de snel gestegen consumptie
van ijzer en staal gedurende •de laatste maanden, die
uit onze grafische voorsteling
blijkt,
en voorts de be-
langrijke stijging van de clearings der Londensche
banken. Ook het indexcijfer der bouwbedrjvigheid
van de Engelsche ,,Economist” wijst in dezelfde rich-
ting; het steeg in Januari 1934 tot 203, en bedroeg
in Februari 193 tegen een gemiddelde van 173 in
1933 en 132Y2,in 1932.

Door deze factoren is het algemeene
indexcijfer
van
,,The Economist”, in onze ‘grafiek opgenomen, in
Januari en Februari hooger dan in de voorafgaande
maanden. Ook de industriëele bedrijvigheid verbeterde
iets, ofschoon niet zoo sterk, terwijl het aantal werk-
loozen, na een korte seizoensstijging in Januari, op-
nieuw daalde. De trend in de lijn der werkloozen
maakt het waarschijnlijk, dat het aantal daarvan bin-
nenkort tot beneden de 2 millioen zal zijn gedaald.
Het aantal werklooze mannen ligt reeds eenigen tijd
onder deze grens.

De toegenomen bedrijvigheid komt ook in de stij-
ging van den invoer van grondstoffen tot uiting. De
export, gecorrigeerd op seizoensfluctuaties, bleef in
het begin van het jaar op hetzelfde niveau als in
December staan. De hoeveelheid uitgevoerde katoenen
stoffen, ijzer, staal en steenkool handhaven zich
goed op het peil van de tweede helft van 1933.
De productie van ijzer en staal was in het begin
van dit jaar ongeveer anderhalf maal zoo groot als
in het begin van 1933, terwijl de steenkoolproductie
ongeveer 10 pOt. grooter was.
Het aantal ‘werkloozen bedroeg in Februari jl.
2.343.000, tegen 2.915.000 in Februari 1933.
Het indexcijfer ‘der ‘groothandelsprijzen bleef nei-ging tot stijging vertoonen, welke stijging echter niet

geldt voor de kosten van levensonderhoud. Het laat-

ECONOMISCH-STATISTISCHV KWARTAALBERICHT

ste indexcijfer, ‘dat vanaf Augustus 1933 boven de 81
was gekomen en tiisschen 81 en 82 schommelde, daal-
de in Februari weër tot 80. Over het a1emeen is het
Britsche prijsniveau echter zeer stabiel; de waarge-
nomen prijsschommelingen zijn beperkt van omvang.
De grootere vraag naar geld, die in de gestegen
clearingbedragen tot uiting komt, maakte het moge-
lijk, dat de rente een weinig boven het zeer lage
niveau van verleden jaar steeg. Dit geldt zoowel voor callrente als voor het ‘disconto.

De omvang der emissies is in Engeland gedurende
1933 voortdurend naar verhouding beter geweest dan
in andere landen. Het bedrag aan binnenlandsche
emis’sies daalde tot slechts ongeveer de helft van het
gemiddelde in 1929. Ook in 1934
schijnt
zich tot nu

•tbe het niveau der emissies hierop te handhaven. Dit
wijst erop, dat de rentabiliteit van verschillende on-
dernemingen ook in’ de crisis een zoodanige is ge-
weest, dat de geldschieters nog vertrouwen hadden in
een belegging. Nu de prijzen ge1ei’delijk stijgen, zon-
der dat de kosten van levensonderhoud en de bonen
omhoog ‘gaan, mag ‘men verwachten, dat de vooruit Jichten ten aanzien der rentabiliteit van liet bedrijfs-
leven verbeteren, hetgeen dan tot een verdere, gelei-
delijke uitbreiding der productie zal leiden.

Vereenigde Staten.

Het eerste kwartaal van 1934 heeft in het algemeen
in het teeken van geleidelijk terugkeerend vertrou-
wen gestaan, waardoor een aarzelende en eenigszins

Conjunctuurlijnen
Aantal verzekerde werkl6ozen in millioenen

Indexcijfer der groothandeisprijzen

Verbruik van ijzer en staal
(Indexcijfërs)

Katoenverbruik (Indexcijfers)

Index der scheepvaartbeweging

Waarde van den

……… Invoer

iJitvoer

— — — — ,Invôer van grondstoffen

(Indexcijfers)

Clearingsverke’erder Londenschebanken,
inde*cijfers, waarvan 12-maands ge-
– .middelde.

IQ

ILO

H7


…….
I
..
.
…..
.

t


/

V


%
l

lol

09
_

Algemeene Conjunctuurindex
(The Economist)

……… Bedrijvigheidsindex in de con-
sumptiegoecleren – industrieën

Index der algemeene ,indus-
trieele bedrijvigheid

Waarde van de

– Binnenlandsche emissies

………. Buiténlandsche, wo. koloni-
ale en die der Dominions

(In millioen £), waarvan 6-maands ge-
middelde

394

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April 1934

onregelmatige verbetering van de industriëele bedrij-
vigheid kan worden verklaard. De leiding berustte
hier bij de automobielnijverheid, die zich vanaf De-
cember 1933 van de inzinking in het najaar heeft
hersteld en een snel toenemende productie doet zien.

Het bestuur van de National Automobile Ohamber of
Oommerce berichtte begin Maart, dat er in haar fabrie-
ken (behalve Ford, die niêt bij deze Organisatie
iS

aangesloten), 183.000 man werkten, een grooter aan-
tal dan siids September 1929 het geval is geweest.
Wel is de pröductie geringer dan in het topjaar 1929,
maar tengevolge van den sterk verkorten arbeidsdag is het a’aiital arbeiders grooter dan toen. Bedroeg de
automobielproductie in 1932 nog slechts 1,38 mii-
lioen stuks tegenover een, maximale productie van 5,3 millioen in 1929, in 1933 is het aantal vervaar-
digde auto’s tot 1,96 millioen gestegen en men rekent
met de mogelijkheid, dat 1934 een productie van 3-
3Y millioen wagens zal geven.
De definitieve
cijfers
betreffende de automobiel-
productie zijn tot Februari bekend. De onderstaande
grafiek toont, dat de productie in de eerste twee
maanden van dit jaar ongeveer even groot was als

in 1931.

-.

1

1933

De bedrijvigheid in de ijzer- en staalindustrie werd
door de grootere productie van automobielen gesti-
muleerd, waarbij nog bestellingen van de spoorwegen
zijn gekomen, welker financiëele toestand verbeterde
en ‘die bovendien van de Reconstruction Finance
Corp. nieuwe bedragen ter leen kregen voor bestel-
ling van materiaal. IDe staalindustrie, die in Novem-
ber op 26,5 pOt. van haar capaciteit werkte, was in
Maart 1934 tot nagenoeg 47 pOt. bezet.
Toch vertoonen de in’dices van de ijzer- en staainij-
verheid en de aanbestedingen in Januari weer een
lichte inzinking. Er heerscht over het algemeen, na
den terugsiag in den zomer van het vorige jaar, een
zekere bezorgdheid in de Ver. Staten voor nieuwe
onverwachte wendingen, die de opgaande lijn kun-
nen onderbreken.

Er waren in het afgeloopen kwartaal verschillende
oorzaken voor een dergelijke bezorgdheid. Een
oogenbiik dreigde er een groote staking in de auto-
mobielindustrie, juist in dien tak van
bedrijf,
vanwaar
de sterkste impuls tot opleving uitging. Door het
ingrijpen van president Roosevelt is de staking voor-
komen. Een tweeden factor van onzekerheid vormde de
ingediende wet, die een contrôle op -beurstransacties
wil instellen, welk wetsontwerp onder de crisis-wet-
gevin’g in de Ver. Staten elders in dit bericht is be-

sproken. Waar er ook sprake was van een soortgelijke
contrôle op de goederenbeurzen, had dit een zekere
terughoudendheid bij den handel tot gevolg, terwijl de
effectenkoersen uiterst gevoelig
blijken
te zijn voor
geruchten, dat ‘de contrôlemaatregelen op de beurzen
strenger of minder streng zullen uitvallen.
De gunstige grondtoon der verwaôhtingen wordt
gerechtvaardigd ‘door de gegevens omtrent indus-
triëele winsten in 1933. Deze bedroegen volgens het
April-overzicht van de National Oity-Bank of New-
York, voor 1925 ondernemingen $ 1045 millioen tegen-
over $151 miljoen in 1932.
De onzekerheid omtrent de verdere economische
ontwikkeling wordt weerspiegeld in den aliengs op-
levenden
strijd
om en tegen de diverse maatregelen
op economisch gebied; die tijdens het bewind van
president Roosevelt zijn ingevoerd. De president heeft
zelf verklaard, dat de Recovery-Act geen tijdelijke wet
is, maar dat zij gehandhaafd zal moeten blijven in den
een of anderen vorm, omdat -dc regeering de algemeene
leiding van het economisch leven in handen moet
blijven houden. De regeering is er zelf van overtuigd,
dat men den loop ‘der ontwikkeling niet vrij mag
laten, thans niet en voor een lange toekomst nog niet,
omdat zulks onvermijdelijk tot een nieuwe algemeene
ineenstorting zou voeren.
Van andere zijde wordt er steeds feiler geageerd
tegen de reeds ingevoerde en voorgestelde maatrege-len. De critiek op de beurscontrôleplannen is niet van
de lucht; ‘de president van de New-Yorksche beurs,
Whitney, heeft ook het gewijzigde contrôle-ontwerp
onaannemelijk verklaard, en er gaan stemmen op, om
dit ontwerp voprioopig geheël te laten rusten, daar
van Ide zijde van •de beurzen zelf wel maatregelen
tegen speculatie genomen zullen worden uit vrees
voor regeeringsingrijpen.
Het voornaamste strijdpunt is echter de National
Recovery Administration onder generaal Johnson.
Deze zet de organisatie van codes of fair competition
voort, waarvan reeds honderden door den president
bekrachtigd zijn. Er bestaat van verschillende zijden
verzet tegen deze code-politiek. De werkgevers zijn
van meening, dat de regeering te veel in de kaart ‘der
vakvereenigingen speelt, terwijl de arbeidersleiders en
verschillende afgevaardigden erover klagen, ‘dat de
codes aan de betrokken industrie een monopolie heb-
ben gegeven, waardoor deze zoowel de belangen der
verbruikers als die der arbeiders verwaarloozen kan.
Inderdaad heeft de Federal Trade Oommission een
klacht ingediend over de staalcode en erop gewezen, dat hierdoor een monopolie der groote trusts was ge-
schapen, waardoor deze de prijzen naar willekeur
konden opvoeren.
Senator Wagner heeft nu een wetsvoorstel inge-
diend, waarin duidelijk wordt uiteengezet, dat de
arbeiders het recht hebben zich te organiseeren in
de vakvereenigingen van de American Federation of
Labor, terwijl ook de positie van de General Labor
Board, een onderdeel van de N.R.A.-organisatie,
wordt versterkt. Deze board zou het recht van arbi-
trage
krijgen
in alle dreigende arbeidsconflicten, ter-wijl hij ook de bevoegdheid zou hebben om overtre-dingen der codes, wat betreft arbeidsvoorwaarden in
den ruimsten zin, terstond naar ‘de justitie door te
geven.
Van arbeiderszijde wordt ook opnieuw propaganda gemaakt voor verdere verkorting van de arbeidsweek
tot 30 uur, terwijl de regeering eveneens in deze rich-
ting wil sturen, zij het op gematigder wijze. Nu in
April de werkverschaffing bij de Oivil Works Ad-
ministration een einde neemt, bestaat het gevaar, dat
de meer dan 3 millioen personen, die
bij
deze werken
arbeid hadden gevonden, opnieuw tot de werkloozen
zullen gaan behooren. Als eenigen uitweg ziet men een
,,spread over” van de arbeiders over de diverse in-
dustrieën met behulp van verdere verkorting van den
arbeidstijd. Van werkgeverszijde wordt verzet gevoerd
tegen deze voorstellen, terwijl ‘de regeering de oplos-
sing aan de hand heeft gedaan van een 30-urige

AUTOMOBIELPRODUCTIE
………
1929′

1931
700 IN 1000 WAGENS

——1930——1932

60C

500

400

300

20C

100

0


JAM. IEBR.MREAPR. MEI JUNI JULI
AUG.rPtOCT WOV.DEC.

25 April. 1934


ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

395

arbeidsweek, waarop echter uitzonderingen zouden
worden toegestaan voor die groepen van bedrijven,
die de hoogere kosten niet ktinnen dragen. Het be-
hoeft geen betoog, ‘dat een dergelijke, regeling, met
ongelijken arbeidstijd en ongeveer hetzelfde loon voor
diverse industrieën, een nieuwe bron van arbeidscon-
flicten belöoft te worden.,
• De verbruikers hebben reeds geprotesteerd tegen de
prijsverhoogingen, die het gevolg waren van de codes.
Thans
zijn
er ook vertegenwoordigers der consumen-
ten in ‘de regelende organen opgenomen, zoodat in-
derdaad verdere prijsverhooging bij een eventu’eele
verkorting van de werkweek tot 30 uur niet zonder
verzet’ zal kunnen worden doorgevoerd. Bovendien
ziet de regeering zeer wel in, dat ‘behoud van de
koopkracht der bevolking de basis der consumptie is,
zoodat prijsstijging het verbruik zal doen afnemen ‘en
daarmede den grondslag der bedrijvigheid ondermijnt.
Het is juist de ‘bedoeling van de nieuwe economischê
organen in de Ver. Staten om het economisch leven

in zoodanige banen te leiden,’ dat met al deze tegen-
strijdige factoren rekening wordt gehouden: de ,,cut throat competition” moet dooi een ,,organized corn-
petition” worden vervangen. De wijze, waarop ‘dit doel
wordt benaderd, blijft echter verborgen; de regeering bestudeert de uitwerking ‘der getroffen regelingen en
beslist aan de hand daarvan op welke wijze verder
moet worden gegaan.

De landbouwende bevolking schijnt over het alge-
meen flinken steun te hebben ontvangen tengevolge
der verhoogde prijzen en verlaging der:ltentelasten
door overneming van landhypotheken .dr de van
staatswege opgerichte hypotheekbanken. Thans zullen
echter de voorschriften op het gebied van productie-
beperking (voor katoen ‘dit jaar 40 pOt.), drastisch
worden doorgevoerd. De uitwerking ‘daarvan op de
inkomsten ‘der plattelandsbevolking zal eerst over een
half jaar of langer
blijken.
Men schrijft den toegeno-
men omzet in verschillende kleinhandelszaken ‘ thans
voor een belangrijk deel aan de vergr,00te koopkracht

iJonjunctuurlijnen betreffende de Vereenigde Staten.

Bank dbits
in
uilliardeti dollars

– Emissies van nieuw kapi-

taal door vennodtschappen

Idem door publiekrechtelijke
lichamen(Staten en gemeenten)

•••••••• (Beide inoving average in mii-

lioenen dollars)

Indexcijfrs der aancieelen-

koersen’, schaal 1016 tiaal zoô

groot als van de emisies

Indexcijfers der aanbeste-

dingen
(gecorrigeerd op seizoensfluctuaties)

……… Indexcijfers der huishuren

1-

toe
….

IQ

73-

s


.io

wi

I4. ,

195

1344

:[ndexcijfers der

Industrieele ‘productie

IJzer en Staalindustrie

Automobielen

Textielindiistrie

(gecorrigeercl op seizoensluctuaties)

Endexcijïers der
Omzetten van warenhuizen
(gecorrigeerd op seizoens-
fi
uctuLtiés)

Groothandeisprijzen

tJitbetaalde bonen

Indexcijïers van den

……… Invoer (waarde)

‘Uitvoer (waarde)

– – – Vervoerde wagonlaclingen,

-‘ ‘(gecor rigeerd
op
seizoensfl uctuaties)

1ILLI0EN_D00.LAR
BOIJ

700:

6O0

500C

‘.00C

G E L 0 C 1 RI
ULATIE

GOUOV ORRAAD

MILLIOEN OOLLAfl
.000

:100

800

5009

000

396

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

25 April
ï94

der landbouwende bevolking toe.
In het algemeen bleef de prijsstijging voortgaan
op geleidelijke wijze. De verschillende organen der
Agricultural Adjustment Administration (A.A.A.)
waken tegen ongemotiveerde pri.jsverhoogingen van de
zijde der producenten.
Wat de geld- en kapitaalmarkt betreft, valt het op,
dat de emissies van vennootschappen nog steeds op
een buitengewoon laag peil blijven staan,
terwijl
er
van emissies ten behoeve van het buitenland nog in
het geheel geen sprake is.
In de 6missie-cijfers (zie den conjunctuurstaat) zijn
echter niet de
cijfers
omtrent verschillende schatkist-
promessen opgenomen, die reeds in 1933 het voor-
naamste déel der •beschikbare gelden tot zich trokken.
Het totaal dezer kortloopende emissies . bedroeg in
1933 ruim $ 10 milliard, waarbij men echter in het
oog dient, te houden, dat verschillende bedragen aan
driemaands promessen, die na afloop van den termijn
werden geprolongeerd, of opnieuw uitgegeven, meer-dere malen in het totaal voorkomen. De groote uitgif-
ten van deze papieren ter financiering van het her-
stelprogramma werden in de eerste maanden van 1934
voortgezet, maar bleven beneden de verwachting. De
laatste emissie van drie-maands schatkistpromessen
ten bedrage van $ 100 millioen werd geplaatst tegen
een rente van 0,43 pOt.
Volgens het overzicht van de Guarantee .Trust C
y
.
of New-York vermoedt men, dat de regeering de win-
sten op goud, ten bedrage van ca. $ 800 millioen, ge-
bruikt als basis voor de financiering van het herstel-
programma.
De beschuldigingen, dat de codes de groote bedrij-
ven en trusts ten koste van de kleinere bevoordeel’den,
heeft ertoe bijgedragen, dat de regeering speciale
regionale banken wil stichten ter financiering van klei-
nere ondernemingen. Het desbetreffende wetsontwerp
is bij de ctisiswetgeving ‘der Ver. Staten besproken.
De Rec. Finance Corp. heeft nadien medege-
deeld, dat ook zij credieten aan kleinere ‘bedrijven
verstrekt en de president heeft deze organisatie ge-
machtigd dit ook verder te
blijven
doen, wanneer
zulke ondernemingen nergens, ook niet bij de te
stichten regionale banken, •de noodige credieten zou-den kunnen verkrijgen.
De geringe vraag naar credieten van de industrie
en het feit; dat de regeering tot nu toe minder gelden
heeft opgenomen dan men verwachtte, hebben een
dusdanig groote geldruimte geschapen, dat de rente-stand tot een nieuw dieptepunt is gedaald.
Bij toenemende bedrijvigheid, gepaard aan stijgen-
de prijzen, is het a priori duidelijk, dat de geldcir-
culatie in omvang of in snelheid dan wel in beide
opzichten moet stijgen. Nu blijkt de hoeveelheid char-
taal geld in circulatie in de Ver. Staten gedurende
het laatste jaar’ nagenoeg. onveranderd te
zijn
geble-
ven. Uit de onderstaande grafiek, waarvan de ge-
gevens ontleend zijn aan het Federal Reserve Bulle-tin, blijkt zulks zeer duidelijk.

1909

1930

193’1

1932

1933

193

Toch is het wel aan te nemen, dat laatstelijk een

vergrooting van de
werkelijke
circulatie heeft plats
gevonden, omdat voor de bankcnisis een deel va et
bankpapier was op’gepot, terwijl ‘de depreciatie van
den Dollar aan dit oppotten vermoedelijk een einde
zal hebben gemaakt. Of dit
werkelijk
het goval is
geweest, en zoo ja, hoe groot de uitbreiding der wer-

kelijke
geldcrculatie
heeft bedragen, kan pien, bij
gebrek aan gegevens omtrent de opgepotte bankbil-
jetten, die later in omloop zijn gebracht, qiet bepa-
len.

In ieder geval is de geldcirculatie einde 1931 met
ruim 1 milliard Dollar gestegen en sindsdien op dit
verhoogde niveau gebleven.
De cijfers omtrent de bankomzetten, die in de Ver.
Staten maandelijks worden gepubliceerd en betrek-
king hebben op de debiteeringen van de leden-banken
van het Federal Reserve stelsel, werpen meer licht
op het vraagstuk, gelijk uit de onderstaande cijfers

blijkt:

Bankomzetten Net demand
in milliard

deposits jn
1933

Dollars millioen Dollars Verhouding
Januari ………..
24,466

11,233

2,18
Februari ……….
22,437 ,

9,996

2,24
Maart ……. . ….
22,062

9,745

.

2,26
April ………….
22,624

10,348

2,19
Mei ……. . …….
25,486

10,918

2,33
Juni ………….
29,712

10,741

2,77
Juli …………..
31,232

10,475

2,98
Augustus ……….
25,451

10,427

2,44
September ………
24,555

10,505

2,34
October ………..
26,307

10,653

2,47
November ………
24,131

10,751

2,24
December ………
26,301

10,952

2,40
Januari
1934 . …. 27,221

11,118

2,45

Na een inzinking
tijdens
en direct na de bank-
crisis en een zeer kleinen achteruitgang in 3uli en
Augustus tengevolge van de wet, die den banken rente-
vergoeding voor direct opvraagbare deposito’s ver-
bood, zijn de deposito’s weer ‘geleidelijk gestegen tot
het niveau van begin 1933. De bankomzetten ‘geven duidelijk .het verloop der conjunctuur weer, bedroe-
gen in Juli ruim 140 pOt. van het bedrag in Maart,
om daarna sterk te dalen tot November. De opnieuw
ingetreden toeneming der bedrijvigheid in December
en Januari ging met een hernieuwde stijging der
bankdebits gepaard.
Ten aanzien van de buitenlandsche politiek verkeert
men in. volslagen onzekerheid omtrent de plannen
der re’geering. Hoort men aan de eene zijde ver-klaringen over verlaging der invoerrechten, over
de noodzakelijkheid om buitenlandsche goederen af
te nemen, teneinde het buitenland in staat te stellen
Amerikaansche goederen te betalen, aan de andere
zijde zal thans de president worden gemachtigd om
handeisverdragen op den voet van wederkeerigheid af
te sluiten, waarbij hij – indien het betrokken land
niet voldoende van Amerika betrekt of moeilijkheden
aan den Arnerikaanschen export in den weg legt – de.
tarieven met 50 pOt. mag verhoogen en contingentee-
ringen mag afkondigen, welke bevoegdheden tot nu
toe aan het Congres toekwamen. Daarenboven heeft
de president voorgeschreven, dat Amerikaansche pro-
ducten, die in het binnenland gesteund werden, bij
uitvoer slechts met Amerikaansche schepen vervoerd
zullen mogen worden. Ook bij de economische betrek-
kingen met het buitenland ziet men dus hetzelfde, wat
wij
bij
het binnenlandsche economische beleid hebben
aangetoond: een experimenteeren met verschillende
middelen, waarbij getracht wordt met de meest uit-
eenloopende belangen rekening te houden.

25 April 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

397

België.

De algemeene economische toestand iii België gaf
einde 1933 en begin 1934 nog geen verbetering te
zien. De productie-indices bleven over het algemeen
op hetzelfde niveau als einde 1932, terwijl ook het
percentage der werkloozen in vergelijking met een
Jaar geleden nagenoeg geen verandering vertoont. Het
aantal bouwvergunningen in de groote steden was
zeer belangrijk lager dan in (le overeenkomstige
matnden van het vorige jaar.
Wat den handel betreft, blijken de omzetcijfers voor
kleeding, die slechts tot einde November volledig be-
kenci zijn, lager te liggen dan in 1932. Ook de bui-
tenlandsche handel, zoowel invoer als uitvoer, be-weegt zich nog in dalende lijn, waarvan misschien
gezegd kan worden, dat het dieptepunt ongeveer
schijnt te zijn bereikt. Het aantal beladen wagons is
in 1933 niet meer met vorige jaren te vergelijken, om-
dat vroeger alleen de aan de spoorwegen toebehooren-
de wagons werden geteld, in 1933 ook de aan parti-
culieren toebehoorende wagons, die ter belading wor-
den aangeboden. Niettegenstaande er dus andere
wagons hij werden geteld, was het aantal wagonladin-
gen in 1933 even groot als iii 193. in .Tanuari 1934 is echter een iets grooter aantal beladen als eei.jaar
vroeger, hetgeen er eveneens op schijnt te wijzen, dat
de inzinking thans ongeveer ten einde is.
Het verloop (ier prijzen is niet gunstig te noemen.
Doordat •de groothandeisprijzen bleven dalen, terwijl
(le kosten van levensopderhoud, gebaseerd op de klein-
handeisprijzen, vanaf het midden van 1933 stegen,
kwamen de producenten in een voortdurend ongunsti-ger positie.
Na eenige opleving in de emissiebedrijvigheici in
het begin van 1933 was de uitgifte van nieuw kapi-
taal in latere maanden zeer laag, terwijl op de obliga-
tiemarkt hoofdzakelijk de staat als credietnemer op-
trad. De ruimte op de geldmarkt blijkt voldoende uit den gestadigen achteruitgang van het disconto.
Ook in België streeft men thans naar een aanpas-
sing aan een lager kostenpeil. In den laatsten tijd
staat het vraagstuk van een verlaging van de kapi-
taalrente in het middelpunt der belangstelling; hier
en daar is in dit opzicht reeds iets bereikt. De nood-
zakelijkheid tot kostprijsverlaging door verlaging van
bonen en/of opvoering van de arbeidsprestatie (tex-
tielindustrie in Verviers) heeft in den laatsten tijd
reeds herhaaldelijk tot moeilijkheden en onrust aan –
leiding gegeven.

Zweden.

De conjunctuurgegevens van Zweden, die gedeel-
telijk nog slechts tot einde 1933 bekend zijn, wijzen
op een duidelijk merkbare verbetering in den econo-
mischen toestand van dat land. De algemeene produc-
tie-index bedroeg aan het eind van het jaar 99 tegen-
over bijna 84 eind 1932, terwijl de productie van giet-
ijzer en staal die van eind 1932 en begin 1933 met
rond 50 pOt. overtrof. Dientengevolge vertoont het
werkloosheidspercentage een duidelijke vermindering
van bijna 20 pOt. in vergelijking met het begin van 1933.
Vooral de uitvoer van ijzererts en cellulose nam
belangrijk toe; de vermeerdering van den uitvoer van
hout en papier was minder uitgesproken, ofschoon
ook hierbij een verbetering intrad. Dientengevolge
zijn zoowel de
cijfers
der vervoerde wagonladingen
als de in- en uitgeklaarde schepen gestegen.
De toegenomen bedrijvigheid maakte zich nog niet
bemerkbaar bij de emissie van aandeelen. Wel zijn
de geëmitteerde obligaties flink gestegen, zoowel de
nieuw uitgegeven obligaties als de geconverteerde. De
betere stemming komt aan het licht in het gestegen
cijfer van ‘de omzetten aan de Stockholmsche beurs en in de gestegen aaudeelenkoersen. De belangrijke
conversies wijzen op een daling van den rentevoet,
die ook in het lagere disconto van de Rijksbank weer-
klank heeft gevonden.

Een onverdeeld gunstig teeken voor •de toekomst is
de geleidelijke stijging van het indexci.jfer der groot-
handelsprijzen, terwijl de kosten van levensonderhoud
(kleinhandelsprijzen) eerder dalen dan stijgen. De
verhouding wordt dus gunstiger voor de producenten.
Waar de prijsstijging zich ook tot grondstoffen uit-strekt, die Zweden in zulk een
belangrijke
mate ex-
porteert in den vorm van hout, ijzererts, enz. zijn de
voordeelen daarvan grooter dan de nadeelen voor de
verwerkende industrie in Zweden. Ook het indexcijfer
van cle prijzen van fabrikaten is stijgende.

Zwitserland.

De economische toestand in Zwitserland bleef in
het afgeloopen kwartaal stabiel op het lage niveau
van het vorige jaar. In sommige opzichten viel er
een lichte verbetering te bespeuren, terwijl andere
gegevens daarentegen op verderen achteruitgang
wijzen.

Het aantal bij de arbeidsbeurzen geregistreerde
geheel-werkloozen was in Februari 1934 ca. 5 pOt.
of 5000 minder dan in Februari 1933, terwijl ook de
productie van electrische stroom is gestegen en de
invoer van steenkool een weinig grooter is dan in de
overeenkomstige maanden van het vorige jaar. Daar-
entegen bleef de invoer van ruwe katoen nagenoeg
gelijk, terwijl de productie van horloges nog steeds
achteruitging. Wel is de waarde van den invoer van
katoen in Januari en Februari 1934 gestegen, maar de prijsstijging van ‘dit product op de wereldmarkt
(18 pOt.) overtreft •de waardevernieerdering van den
invoer (12 pOt.).
Zoowel de totale waarde van den uitvoer als die
van zuivelproducten en machines verminderden begin
Februari opnieuw, nadat de tweede helft van 1933 iets gunstiger voor den uitvoet van machines was geweest.
De emissies geven aan het begin van 1934 een
toeneming te zien, •die reeds in het vierde kwartaal
van het vorige jaar inzette. Het zijn nagenoeg alle
binnenlandsche emissies. Van de 151 millioen Zwit-sersche Frs. werden slechts bijna 6 millioen Frs. voor
het buitenland geëmitteerd. Het overige bedrag kan
als volgt worden verdeeld:

Publiekrechtelijke organen (Bond en Spoor-
wegeil, kantons en gemeenten) ……111 millioen Frs.
Pandbrieven ……………………20
Electriciteitsbedrijveu ……………..
14
145
millioen

De emissies voor industriëele en. financiëele doel-
einden, behalve voor electrische bedrijven, bleven be-
neden de 200.000 Frs. Van een verlevendiging der
industriëele kapitaalemissies kan dus nog in het ge-
heel niet worden gesproken.

Niettegenstaande •de landbouwsubsidies wordt
de toestand voor de boeren voortdurend ongunsti-
onderging ‘gedurende de laatste maanden, waarover de
gegevens bekend zijn, geen verandering van beteekenis.
De financiëele situatie geeft in Zwitserland reden
tot bezorgdheid. Doordat men, bij behoud van de
goudwaarde van den Franc, geen krachtige deflatie-
politiek heeft gevoerd, kon de inheemsche industrie
en landbouv slechts beschermd worden door verhoo-
ging van invoerrechten en ‘door subsidies. Tengevolge
van den verminderden invoer ging de opbrengst ‘der
invoerrechten echter achteruit, zoodat de schatkist
daarvan ‘geen voordeel heeft. De diverse subsidies
hebben in 1933 een bedrag van 215 millioen Frs. ver-
eischt. In Februari en Maart 1934 werd een bedrag
van 30 millioen Frs. aan subsidies uitgekeerd, zoodat
op deze wijze het totaal dit jaar nog hooger wordt
dan in 1933.
Niettegenstaande de landbouwsubsidies wordt de
toestand voor de boeren voortdurend ongunstiger. De
uitvoer is zoözeer achteruitgegaan, dat het over-
vloedige aanbod op de binnenlandsehe markt slechts
tegen sterk gedaalde prijzen afzet vindt. De subsi-
dies zouden dan ook voortdurend verhoogd moeten
worden, waartegen de regeering natuurlijk bezwaren
heeft.

398

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLAND.
*)

25 April 1934

=
Productie en Handel.

Productie.
Invoer
1)
Uitvoer
1)

.-
Aanbe-
••

E
J,-
stedingen
1)
_

bi
in
miii.
AAA
1000
8.
.

.
in
miii.
.
in miii. K.G.
in
miii.
in
1000
in
miii.
in
1000
in
miii.
X
10.000
n
1fl
in
in in in
1000
0fl8
R.T.
mi

.
g

.
gid.
gid.
tons
gid.
tons
gid.
stuks
ons ons
gid.
tns tons
tons
gld.

1925
593 101
9.55
0.36

205
121
2.56
4.12
0.62
151
164
52
631
24
3954

81
237
1.280
7.7
6.6
36.5 54
1926
737 148
1133
0.39

203
125
3.04
4.69 0.67
146 193
52
899
28
3254
100
444
1.744
7.9
7.0
35.9
58

.1927
791 172
11.07
0.48
7,5
212
139
3.28 5.32
0.59
158
210
58
751
99
318e
173
579 2.158
7.7
8.1
38.8 54
1928
910 173
13.35
0.57
5,6
224
157
4.02
6.38 0.59
166
225
67
849
27
573 336 633
2.431
7.4
7.7
43.8
58

1929
965 172
14.84
0.68
5,9
229
161
4.27 6.87 0.62
166
228
72
895
27
503
875
717
2.271
6.0 8.0
45.9
63

1930
1.018 187
15.42 0.29
7,8
202
146
3.36
6.52
0.67
143
222
62
929
23
412
908 743
1.992
5.7
7.8
45.0
59

1931
1.075 108
12.66
0.16 14,7
158
128
1.95
4.67 0.54
109
230
45
941
17
243 706
791
1.588
4.5
7.2
39.4
49
1932 1.063

49
7.44 0.10 25,3
108
101
1.57
3.15
0.37
71
204
28
764
12
163
530
686
1.380
1.3
6.4
35.0
38 1933
1.048

32
9.08
0.12 26,8
101
112 1.42
3.42
0.47
61
189 25
704
13
194
564
683
1.356 0.9
5.3
31.3
40

J.’32
1.035
7.58
0.11 25,3
96
87
1.12
3.07
0.48
63
171
25
799
11
158
486
696
1.345
1.1
6.7
46.4
33

Aug.
1.043! 40
5.88
0.20 25,7
95
89
1.02 2.62 0.37
67
191
27
723
11
139 587
615
1.199
1.0
7.3
47.3
28

Sept.
1.069J
9.31
0.18 25,6
102
89
1.41
2.59
0.30
77
191
26
747
12
214
659 709
1.347
1.1
8.1
29.6
25
Oct. 1.108′
5.59
0.10 25,4
117
98
1.16
3.34
0.24
82
233
33
825
14
188
707
898 1.662
1.4 7.8
22.4
35
Nov.
1.114

39
6.02 0.09 26,9
106 102
1.34
2.67
0.17
70
184
28
769
13
210
684 738
1.369
1.2 5.5
19.9
36

Dec.
1.154J 8.78
0.12 29,5
107
121
1.23 3.11
0.16
70
201
30
883
14
206
839 681
1.359
1.4
5.1
20.6
37

J.’33
1.088
5.84
0.12 35,3
95
121
2.29 2.43
0.15
58
180
25
646
12
227
694 588
1.189
1.0
4.9
24.8
37

Feb.
957

32
10.04
0.03 31,7
86
120 0.78
2.43
0.23
55
190
23
540
11
180
478
629
1.245
1.0
5.2
27.1
31
Mrt.
1.137
10.56
0.18 27,2
99
108
1.21
3.27 0.31
65
241
28
795
13
197
316 803
1.572
1.2 5.8
28.9 34
Apr.
994
9.19
0.19 24,2
90
106
1.14 3.13
0.31 54
185
23
723
11
181
276 662
1.345 0.8
4.4
26.3
36
Mei
1.089

3213.34
0.18 25,_
97
111
1.26
3.36 0.71
61
192
25
751
13
179
361 699
1.387 0.9
5.1
35.6
36
Juni
1.028 11.58
0.15 23,7
97
109
1.47
3.36 0.66
63
170
24
763
14
164 504
656
1.305 0.9
5.5
39.0
84
Juli
1.045
8.55
0.11 23,8
104
117
1.48
3.49
0.62
56
173
22
778
12
181
497
616
1.246
1.0 5,7
39.5 48
Aug.
1.071

41
8.07
0.02 24,4
106 113
1.22
3.50 0.65
62
217
24
804
13
189
534 752
1.541
1.0
6.4
41.3 44
Sept.
1.040
5.26
0.13 94,4
111
110
1.44 3.33 0.52
74
208
28
771
13
204
590 689
1.334
0.9
5.8
36.6
37

Oct. 1.058
10.10
0.18 24,6
109
105
1.45
3.68
0.41
63
199
26
753
13
196
844
674
1.326 0.9
5.5
26.2
46
Nov.
1.047

41
5.38
0.06 25,7
109
109
1.42
4.27 0.29
63
191
26
688
14
206
899
799
1.554
1.0 5.3
30.4
46
Dec.
1.020J
11.09
0.06 31,9
108
112
1.82
4.73
0.81
52
116
23
531
11
224
780
631 1.231
1.1
4.2
20.4
55
,J.’3411.0701
7.15
0.08 31,4
100
119
2.05
4.96
0.92
56
202
22
645
13
184
630 655
1.297
0.9
4.4
32.7
44
Feb.
974
6.93
0.17
82
116
1.10
2.49 0.18
51
207 20
643
13
132
359
750 1.488
0.8 4.0
31.6
31
Mrt.
94
61
236
23
807
15
166
314
802 1.590
1.0
4.8
34.5
33

Kapitaalmarkt

Geidmarkt
Prijzen
Verkeer’)

=

Effectenbeurs
Spaar.
.
Indexcijfers van
Scheepv.
Emissies banken
=
verkeer
bn
Koersen
5
..

IITI
IH
h
I
UllUiIfl
r=
i
IId
0.
00.
N
0
55
<..

.
.-
c
Z=
Co
1924-
1Oct.’23
In
In
In millioenen guldens
In pCt.
1929
-3OSpt.
10.000.000
millioenen
100
’24=100
M.
guldens

1925
– –


25
18
15
10
5
20
304
191
2,88
3,081
155


5.00
4.24
13.6 6.31
342 1926




39
36
16
23
6
83
299
209 2,92
2,88
145

95,1 5.22
6.10
13.6
6.23
312
1927




41
4
13
28
8
33
321
225 3,83
3,76
148

94,9 5.95
4.80
13.5
6.23
296
1928

– –

55
4
30
25
.28
27
332
242 4,16 4,18
149
95,8
6.14
5.03
14.5
6.42
266
1929 158 168
433
125 38
7
27 11
24
14
343
257
4,89 4,82
142

95,1
6.02
4.12
15.0
6.79
236
1930
149 126 265
83
50
5
29
21
2
48
367
292
2,17
2,06
117
79
91,1 5.95
4.00
14.6
6.62
255
1931 118
94
168
50
28
40 24
4
1
27
429
302
1,56
1,42
97 67
85,5 5.17
3.85
13.7
6.37 284
1932
76
67
116
25
37
23 35
2 0
37
490 294
1,18
0,85 79
51
79,7
4.42
3.16
11.6
6.09
378
1933
84 79
138
23
30
19
29
1
0
30
516
307
1,28
1,08
74 50
78,9
4.62
3.15
10.1v
6.06 382

J.’33
85 80
124
26
120.5
205.4 111.2
9.3

111.2
503
300
1,00
0,37
75
48

4.30
2.98
11.1 5.57
384
Feb.
83 76
119
24 12.3

12.3


12.3
522
304
1,00 0,37 74
47

4.10
2.75
8.6
5.55 356
Mrt.
82
75
118
22
1.4

1.4


1.4
522
305
1,11
0,69 72
46 78,1
4.65
3.00
10.0 5.97
480
Apr.
81
73
121
22
11.8
1.1
11.8

0.5
11.3
519
304
1,00
0,62
71
47

3.97 2.87 10.3
5.94
325
Mei
89 78
138
25
0.3

.0.3

0.2
0.1
519
303 1,69 2,07
72
48

4.95 3.16
9.6
5.80
405
Juni
90
84
149
29
0.8

0.8

0.8

519
303
2,06
2,19
73
47 77,8
4.88 3.14
.
9.8
6.27
389
Juli
92 88
151
28
518
304
2,64
3,53
73
49

4.93 3.35
11.4
6.11 333
Aug.
89
85
150
26
0.2

0.2


0.2
521
306
1,08 1,21 73
51

4.72
3.61
11.7
5.94
333
Sept.
86
82
147
22
7.0
4.9
7
.
0
1
– –
7.0 521 306
1,00 0,77
75
55
79,0
4.65
3.40
10.0
5.95 417
Oct.
79 78
139
19202.9
5.1
202.9


202.9
518 305
1,00
0,50
75 55

4.92 3.23
10.1
6.35 388
Nov.
76 73
145
16
4.4
2.2
4.4












0.5
3.9
518
305
1,00
0,47
76
54

4.76 3.20
9.2
5.93
435
Dec.
76 80
153
18
0.4
3.8
0.4


0.4
516
307
1,00
0,50
77
55
80,7
4.57
3.10 10.0v 7.22
338

J.’34
79 85
159
19
6.0
1.4
6.0


6.0
518
312
1,00
0,50
79 55

4.72 3.24
9.7v 5.86
377
Feb.
81
89
159
19
1.9306
1.9


1.9
521 1,00
0,75
80
55

4.23
3.08
7.8v 5.75
388
Mrt.
80
87
157
20
1,23
79

*) De
jaarcijfers
zijn
berekend
uit de gemiddelde
maandcijfers,
excl.
spaarbanken
(Decembercijfers).
1)
Centraal
Bureau
voor
de

Statistiek. 2)
Vanaf
Jan.
’32
voorloopig.
2)

De cijfers
van
1925-1927
hebben
betrekking
op
Juni.
4)
Bruto
gewicht
1000
K.G.
5)

Bank
voor
Handel
en Scheepvaart te Rotterdam
(Nadruk
verboden).
8)

Directie
van
den
Landbouw. Nieuwe
reeks, begonnen
Juli 1929.
7)

Bureau
van
Statistiek
der
Oemeente
Amsterdam.
v
=
voorlooplg.

25 April 1934

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLANDSCH.INDIË.
*)

399

Productie van
1)
Buitenlandsche Rande!
1)
_______________________________

invoer
Uitvoer

a
.
.
a
u

a

.d
.-
n..:

E

.
.
.
ø
.c
t-.
n
•,
•-

0.

o.

.
_
IQ
n
..

0
0 >
) .
•o.n
.

.c
-.
.

.=
0
.
.
0
•O
E
U)

;
-.;;-
in –
in 1000 1(0.
mtII.
In millioen. K.G.
l
.

miii.
In millioen. K.G.
miii.
gid. gid.
gid.

1925
70.0
150.1-

-190.04.25.8-29.3-
80.1 1926 74.5
123.4



132.1
234.4
– –
166.8
5.1
6.2

31.4

57.6
1927
75.2
117.4



137.0
630.3
10.5
8.1
193.9
5.5 7.2

25.4

61.8
1928
83.6
234.8

_
– –

131.7
801.4
12.9
10.7
255.0
5.8
9.7
2.8
36.7 231.3
48.1 1929
_

.-

88.1
279.7
– –

60.3 120.3
842.7
13.6 12.4
248.0
6.9
7.0
2.7
37.8
299.4
32.2
1930
12.794
5.341
3.136
849
3.581 69.5
236.0







—-



7.0
12.4
52.3 100.3
830.3
13.4
9.9
185.0
6.0 5.2
2.9
31.3
35610
30.8
1931
13.901
6.059 3.817
776
4.387 45.7
183.2

3.1 10.2
50.7
67.6 675.5
15.0
9.8 129.5 6.6 5.8 2.3
30.0 286.8
21.9
1932
12.728
5.979
4.884
688
6.091 32.9
143.4
13.0
1.9
10.2
35.3 48.2
714.0
13.3
6.8
125.2
6.5
9.6
1.4
39.9
328:2
15.3
1933
14.232 5.389 4.207
532
7.318 26.7
138.6
13.7 2.1 10.9
29.6
40.9
707.0
15.0 13.3
96.0
6.0
6.0
1.2
40.5 366.7
14.2

J.’32
11.930
5.351
16.205
742
6.229 28.5
111.0
12.3
1.4
9.0
24.4 42.5
734.8
13.7
5.1
107.2
6.4
14.6
1.0
43.1
389.8
14.0
Aug.
10.951
5.270















14.252
797
7.585 31.8
135.7
13.8
1.5
9.7
31.2
42.9 705.5
11.6 6.7
105.8
6.0
17.
0.5
37.5
333.6
11.1
Sept.
11.411
4.962


—–







5.606
717
7.653 26.7
123.6
11.7
1.8 9.7
32.0 46.2
799.1
11.9
7.6 129.8
5.1
19.0
1.3
45.9 342.2
19.5
Oct.
12.236
6.144
















—–











1.850
574
7.919 27.6
133.9
12.7
1.8
9.5
35.3
42.
665.2
12.1
9.4
143.7
6.1
9.9
1.3
44.1
263.9
15.0
Nov.
13.055 6.912
958 404
7.545 29.2
144.4
17.1
1.6
11.1
41.6
43.0 717.1
11.9 9.3
147.5
7.0
6.7
1.2
38.8 345.5
13.8
Dec.
13.176 6.515
924
371
6.094 30.3
158.4
16.1
1.7
11.8
39.6
43.3
699.5
13.5
8.9
142.8
7.8
6.4
1.4
44.2
329.6
13.0

J.
1
33
12.619
5.999
477
486
5.598 28.9
162.5
21.5
1.8
13.0
35.9 37.8
595.1
12.1
6.5
47.5 6.1
3.4
1.4
41.3
350.2
8.9
Feb.
13.249
6.593
465 572
5.922 26.4
148.9
13.6
1.7
10.7
40.3
37.8
620.5
11.8
5.6
85.3
7.0
3.0
1.3
35.3 328.7
11.4
Mrt.
13.573
6.000
595 638
6.248 26.9
167.9
11.7
1.8
10.8
53.7
49.2 754.1
13.7
6.1
129.0
12.7
3.9
1.3
38.2
384.0
22.3
Apr.
13.086 5.769
1.208 816
5.944 25.8
174.3
12.0
1.7
9.1
60.8 38.7
670.0
13.2
7.5
86.6
5.8
4.3
1.3
35.1
393.6
12.9
Mei
14.172
6.476
2.972
561
5.795 24.9
125.6
12.7
1.7
10.5
23.8 40.9 729.0
16.2
12.7
107.7
7.0
5.3
1.3
40.2 400.3
16.0
Juni
14.288
4.875
5.895
497
6.632123.2

114.3
11.3 2.1
8.8
19.7
40.2
748.7
15.4 15.3
97.5
5.0
7.4
1.5
39.2
413.7
17.0
Juli
15.029
4.555
13.245 526
7.546 24.4
115.5
11.5
1.9
10.5
21.6
39.7
679.7
17.2
17.9
99.0
3.9
9.0
1.4
51.5
319.8
15.3
Aug.
13.565
4.657
14.331
579
9.326 25.4
118.0
12.7
1.9
9.9
20.7 37.0
650.0
14.8
16.5
84.4
4.2
8.3
0.9
37.0 328.3
11.6
Sept.
13.940
4.786 6.878
641
9.762 25.6
121.4
12.0
2.6
10.7
20.6
41.4
733.2
15.1
16.8
99.8
4.5
7.5
1.0
36.8
348.2
15.8
Oct.
15.338 5.195 2.499
521
8.694 26.2
134.7
13.6
2.4
10.3
18.6
43.2
784.0
16.2
16.9
120.6
5.1
7.7
0.9
40.2 383.5
17.0
Nov.
15.795
4.948
1.111
416
8.162 29.3
134.9
15.9
3.1
13.2
20.1
40.1
708.1
16.7 17.8
97.4
5.1
6.0
1.1
52.3
344.3
10.8
Dec.
16.153
4.819
811
335
8.181 32.9
145.9
16.2
3.0
13.7 19.1
45.0 811.6
18.1
19.5
97.1
5.6
6.4
1.4
39.2
405.5
12.1

Jan.
.
.
54.9

Effectenbeurs
Geidmarkt
1)
Kapitaal-

Prijzen
1)
Verkeer’)
markt
Ontv. van
Indexcijfers van Indexcijrers van
…..
.
Aandeelen
4)
bS
.
8
gpis.
________
Grooth.-
Kleinh.-
Scheeps-

o
.’
.
2
prijzen
prijzen
.
vrachten
,.•
– – –
_______

.
)
,
:’….

.
.
. II
u
0
n
2
<”
(.1
.
big
.
oE.


1924=
100 –
Inmiluloenen
guldens
i9i3=
ioo


235
]miui

1925
397-


34.7
11.5
172 146 169
152
166
104.0108.0-

1926
334
81
333
– –

22.4
12.1
165
137
170 148
163
103.8 109.6
– –
1927 317
106
349
1.2


20.9
9.4
160
130
166 147
161
103.0
106.7
6.1
1.6
1928
100
314 100 318 0.4


11.1
30.5
155 125
160 148
161
102.9
103.6
6.4
1.4
1929
234 398
487 443
99
305
111
306
1.0
1.8

4.1
61.9
155
123
162
145
161
97.7
100.3
6.5
1.4
1930
111
293
361
357 100
270
59
231
5.6
2.9

0.9 115.2
146
88
156 143 163
90.1
100.5
5.5 2.6
1931
52 182
242
251
96
243
48
198
9.6 6.6

1.6
102.1
115
66
134
133
146
85.9
97.9
4.4
2.4
1932
27
107
138 176
92
221
49
155
6.1 13.0
86

104.4
95
52
107
116
123
80.4
86.1
3.4
2.1
1933
43
113
136
211
94 199
43
134 5.3
– –
82 43
93
105 105
66.9
87.3
2.6
1.9

J.’32
23 106
120 176
92
221
50
158
5.7
13.3
85

0.8
92
50
104
115 119
78.3
84.9
4.2

2.1
Aug.
35 118
138 201
96
219
48
142 6.1
14.0
82


92
51
103
115
118
78.3
87.4
39

2.1
Sept.
42
129
151
202
98
219
49
151
5.6
14.8
80
– –
91
51
102 114 118
78.3 87.4
3.6

2.1
Oct.
34
119
136
188
98
217
49
151
5.2
15.0
77

103.6
90 48
102 114
119
78.3
87.4
3.4

2.1
Nov.
35
112
137


——–






180
98
211
49
142
5.3
15.2
75
– –
88 47
103
113 118
77.5 87.4
2.9

2.0 Dec.
33
105




——-





—-




135
157
98
207
45
146
5.4
15.2
73


87 46
101
111 114
72.3
87.3
2.8

2.1

J.’33
34
108
147
196
99
205
44
135
5.3
15.9
69
– –
86 45 98
110
113
71.4 87.3
2.5
2.2
Feb.
30
103
142
200
96
206
43 136
5.6
16.1
72


86
45
97
109 111
66.4 87.3
2.3
1.9
Mrt.
28
110
139
187
95
208
42
138
5.3
16.1
71



85
44
95
107
108
64.8
87.3
2.3 2.0
Apr.
32
112
128
185
97
208
42
123
5.5
16.1
68

83
44
96 106 108
64.7 87.3
2.4
1.8
Mei
39 125
138
201
93
203
43
143
5.5
16.0
65
– –

81
45
95
106 106
68.1 87.3
2.6
1.9
Juni
48
141
155
230
93
201
45
140 5.5
15.9
62

82 48
93 106 106
68.1
87.3
3.3
1.9
Juli
53 137 155
241
92
201 45
153
5.4
15.9
59


82 48
93
105
105
68.1
87.3
3.1 1.9
Aug.
55
128 145
234
95
196
45
133
5.3
15.8
57


81
45 92 104
103
68.1
87.3
3.0
1.8
Sept.
50 109
132
213
95
194
44
133
5.1 15.7
56
– –
80
41
90
103
102
68.1
87.3
2.7
1.8
Oct.
48
97
120
220
94
190
42
129
5.0
15.5
55
– –
80
40
90 103 101
67.0 87.3
2.5
1.9
Nov.
48
87 108
215
91
188
40
129
4.9
15.3
54


79
39
89
101
100
64.6 87.3
2.3
1.8
Dec.
49
97
123
215
93
188
39
116
– –
78
40 90
99
100
63.5 87.3
2.3 2.2

J.
1
34
52
100
130
230
191
38
43
90 99 99
1

63.5
82.3
2.2
Feb.
53
107
136
240
89 99 98
Mrt.
55
104
136
243

‘)
De
jaarcijfers
zijn berekend
uit de
gemIddelde
maandcijfers.
1)

Centraal
Kantoor voor
de
Statistiek.
2)
Tot
1930,
suiker
van
aiie soorter,
vanaf
1930, alle
fabr.
suiker,
excl.
residu.
)
Tot
1930,
alleen
buitengewesten,
vanaf
1930, Java,
Madoera
en buitengewesten.
4)

Bank
voor
Handel
en Scheepvaart.
)
Jaargem.
resp.
1
925j’26,
1926127,

enz.
6)
Hierin
is
niet
begrepen
de achterstand
van de
desabanken
in de
Buitengewesten.

400

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.
*)

25 April 1934

Productie
1),
Handel en Verkeer

Datum

1926
1927
1928 1929 1930
1931
1932 1933

Juli’32
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.

Jan.’33
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
Juli
5
)
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.

Jan.’34
Febr.
Mrt.

Productie.index van
Buitenlandsche handel
_..
,o+…
Scheepvaart-
verk. v. d. be-

._.i
..i..
.

Invoer
Uitvoer
‘7
langr.havens
g

t
.

.
E
Totaal
Grond-
stoffen
Fabri- katen
Grond. Fabri-
Totaal

stoffen

katen
.2
-o
ce
0

Gemiddelde
van
1928

100
in millioenen R.M.
in.R.T.
0
:

80,8
78,7
81,5
96,5 82,7
76,7 60,7
82,8
833
412
114
868
228
596
1+

353.190
3.183

101,1
100,4 101,4
102,0
111,3 112,6 79,7 108,5
1.186
599
212
900
217
644

286 3.389
3.374
.417,6
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
1.167
602 204 1.023 229 740
144
3.678
3.653 428,3
100,4
104,0
94,8
108,3
113,8
112,5 100,9
92,4
1.121
600
189
1.124
244
819
+

33.637
3.598 445,5
90,1
88,7 92,3 94,7
82,5 80,5
83,1
90,0
868 459
150
1.003
204
753
+
137
3.673
3.644 380,3
73,6
65,4
85,7
78,7
51,6 57,5 59,5
87,7 561
290
102
800
151
615
+
239
3.366
3.331
319,8
61,2
50,2
77,7
69,0 33,4
40,0
38,2 80,0
389 201
61
478
86
374
+

89
2.943 2.909
240,8
68,9
58,5
84,6 73,2
44,7
53,1
41,9
90,6
350 202
56
406
75
315
+

563.015
2.999 242,9
60,0 49,4 76,0
63,7
29,5
34,8 37,4 .
72,3
366
179
56
431
79
339
+

65
3.067
3.014 253,1 58,5
47,5
74,9
62,9
27,0
32,7
38,6
74,7
331
174
50
428
79
334
+

97
3.076 3.058
253,0
60,3 49,3
76,7
66,5 28,2
31,9
41,9
80,7 360
194 55
444
81
340
+

842.882
2.918
249,4
61,0
49,4
78,5
73,3 33,2
42,4
37,4
88,7 398
207
58
482
87
371
+
84
3.200
3.163
258,3
62,4
51,4
78,9
80,0
38,5
47,9
36,2
89,7
393
215
59
475
82
371
+

822.924
3.014
230,0
62,1
51,4
78,2 76,9
36,3
41,2 39,4
86,6
423 232
60
491
84
387
+

68
3.128 3.025
246,4

62,9
53,1
77,6
72,7
40,3
44,1
31,0
83,7
368 214
51
390
75
299
+
23
2.712
2.708
208,4
64,6 55,0
78,9 73,5
37,5
40,8
34,2
82,1 347
200
52
374
74
284
+

262.483
2.468 201,5
64,9
55,0
79,8 68,3
42,5
45,8 35,4 83,2
362 200
56
426
76
337
+

642.931
2.843 229,6
65,5
54,3
82,3
68,6
38,8
48,8 39,4
84,2
321
177 55

1

382
69
302
+

61
2.741
2.693
221,1
67,9
56,8
84,5 70,0
41,6
54,3 38,9
83,1
333
190 54
422
76
333
+

89
3.106
3.127
231,7
69,5 57,8
87,1
71,4 43,7 58,7
42,9 90,0
357 212
58
384
72
299
+

283.201
3.240
246,1
70,6
58,6
88,7 70,3
44,0 52,2 45,6
94,7
360
218
58
385
76
298
+

253.344
3.288 260,0
70,7
59,0
88,3 69,5
47,5
55,3
47,6 96,6
347
210
54
413
78
320
+

663.437
3.489 262,8
71,0
59,7
88,0
72,3
45,3
51,3
49,1 97,3
337
201
58
432
77
336
+

953.048
3.144 260,3
71,9
61,9
86,8
75,7
49,3
58,3
43,9
97,2
347
195
60
445
83
343
+

983.165
3.037
258,3
73,1
64,4
86,1
81,8
52,7
63,8
42,9
96,6
351
195
54
394
74
303
+

433.071
3.038
259,5
74,5
66,1
87,0
83,9
53,3
64,2
52,4
98,1 374
208
60
424
74
331
+

502.941
2.903 275,7

77,8
71,7
87,8
82,9
54,3 66,3 41,9 99,5
381
225
56
350
78
259

3E
2
2.808
239,1
81,8
60,8 72,4
378 238
57
343
71
260

35
2.637 2.694

Kapitaalmarkt
2)
Effectenbeurs Emissies
2)
Geldmarkt
2)
Prijzen
0
,
0
Iiidexcijfer van

0.0
00)
00
.•
.-.
,
0
•±;’
0

0
0
0
)0

0)
0
0)01
0
0
0’4)
0
.
0
.Oo


00
Q .0
0 0
2U.0
0
.001
..
0 0

i’

o.’.._
000
.
0

1924-1926 = 100
in millipeneoRM.
imill.

li4l
1000
– – –
loo
1= tooi
1

1926 ..
109 118 121
97
121
113
500
368
133
82
418 310
189
3.089
5,31
4,91
6,57
134
141
1.003

1927 ..
158 162
163
130 174
155
479a 361a
118
120
359 358
121a
4.693
6,05
5,47
7,82
138 148
475

1928 ..
148
159
128
101
174 142
477b
355b
122
112
365 321
156h
6.990
6,74 6,54
8,22
140
152
665

1929 ..
134 153 120
85 168 123
253
224
29 82
171
174
78e
9.016
7,68
6,87 8,97
137
154 821
1.915
1930 ..
109
130
111
73
139
94
388
290
98
46
342
224
164 10.400
5,06
4,43
6,14
125 147
945
3.139
1931 ..
194 165
29
53
140
136
57
9.722 8,37
6,78
8,71
111
136
1.13314.573
1932 ..
81
81

13
68
37
44
9.917 6,23
4,95
6,73
97
121
717
5 580
1933 .
.
67.3
56.2
74.4
46.7
68.0
74.4 126 126

8
118
39
87
10.808
5,11
3,88
5,78
93
119
326
4.733

Juli’32
49.9
53.5
52.8
30.1
51.8
51.6
35 35

5 31
32
3
9.717
6,07
4,58
6,51
96 122
629
5.392
Aug.
52.2
52.9
52.7













31.2



——









55.7 53.3
89 89

9
80 26
83
9.734
6,01
4,50
6,52
95
120
499
5.224
Sept.
59.0
53.7
59.9
35.7
63.3
60.5
42
42

5
37
40
2
9.730
5,99 4,25
6,27
95
120
480
5.108
Oct.
57.2
53.1
58.0
35.2 59.4
58.8
37 37

7
30
33
5
9.759
5,09 3,88
5,79
94 119
459
5.109
Nov.
58.2
52.9
58.9
35.6
59.6 59.5
73
73

9
64 32
42
9.783
5,01
3,88
5,79
94
119
449
5.355
Dec.
61.8 53.6
67.1
38.9
62.9
62.1
266 268

10
256
40
226
9.917
5,04 3,88
5,79
92 118 521
5.773

Jan.’33
64.6
57.1 70.5
39.8
66.3
66.9
133
133

19
115
51
82
10.228
5,06 3,88
5,79
91
117
.
539
6.014
Febr.
64.8 57.3 72.2
40.2 65.5 67.9
105 105

12
94
38
67
10.365
5,09
3,88
5,79
91
117
475 6.001
Maart
70.3 58.3
77.7
44.5
72.5
76.3
142
142

6
136
44
98
10.396 5,12 3,88
5,79
91
117
467
5.599
April
72.8 60.3 80.3 46.7
75.8
81.1
112 112

4
108
31 81
10.459
5,21
3,88
5,79
91
117
373
5.331
Mei
73.3
59.0 81.8
51.2
75.1
81.7 124
124

8
117
27 97
10.47.8
5,12
3,88
5,79
92 118
394
5.039
Juni
71.6
57.0
81.3
52.0
70.7
80.0
115 115

6
108 30 85
10.467
5,11
3,88
5,79
93 119
264 4.857
Juli
5)
68.5
55.9 78.4
50.9
67.0
77.0
130
129

3
126
36 93
10.490
5,04 3,88
5,79
94 139
262
4.464
Aug.
66.2
55.2
74.1
49.6 65.9
75.3
134
134

12
123
38
96
10.545
5,11
3,88
5,79
94 118
255
4.124
Sept.
62.5 53.3
67.7
46.7
63.7
70.3
121 121

9
111
39 82
10.561
5,16 3,88
5,79
95′
119
218
3.849
Oct.
62.1
52.5
66.7
45.5
61.8
70.2
134
134

5
129
41
93
10.618
5,12 3,88
5,79
96
120
250 3.745
Nov.
64.0 53.2
67.7
45.8
63.3
72.0
129 129

5
124
50 79
10.684
5,05
3,88 5,74
96
120 221
3.715
Dec.
67.4
55.1 73.8
47.3
68.7
74.6
115
115

2
112
36 78
10.808 5,14 3,88
5,69 96
‘121
197
4.059

Jan.’34
70.2
56.6
76.0 49.5
71.9
77.3
128
128

10
118 57
71
11.269 4,78 3,88
5,18
96
121
270
3.773
Febr.
73.9 58.9 81.2
52.3
75,5
82.2
141 141
18
123
52
89 11.601
4,85
3,88
5,06
96
121
225
3.374
e1rt.
.
3,88
96
121
2.799v

)
De jaarcijfers zijn berekend uit de gemiddelde maandcijfers.
1)
Ontleend aan het .Institut für Konjunkturforschung”.
2)
Ontleend aan ,Wirtschaft und Statistik”.
3)
Vanaf
1
Oct. 1932
mci
.,,Steuergut-
scheine”.
4)
De cijfers hebben betrekking op het einde van de maand, resp. van het jaar.
5)
Vanaf Juli 1933 gedeeltelijk voorloopig. a) waar-
van 5, b) 1, c) 2, buiteni. cm. in Duitschland. v. =voorloopig.

5 April 1934

CONJUNCTUURGEVENS BETREFFENDE GROOT-BRITTANNIË. )

401

Productie, Handel en Verkeer.

Productie-index’) van
Buitenlandsche handel
Scheepvaartverkeer

____

.
Invoer
0
Uitvoer
.
Indexcijt. v.
..
>
0
.
N
:’

Cd
.
‘-
=
•-
,.

,J .-

m
. . .
V)

2

.
.-
:
+

Gemiddelde van 1924

100
1000
Mii . £
0000 ton8
1924 =00IMiII.

1925..

91

;•
85,4
90,2
69,7
106,0
¶o
123,6

1338
1 10,3
35,5 26,7
64,4 51,4
45,9
463
519
95
ï
8,65

1926..

75,3 46,1
33,4
43,4 52,0
113,8
81,6
106,7

1.506
103,6
32,7
.26,3
54,3
44,8
49,3
534 392
111
98
7,12

1927.. 108,1 94,6
09,8
111,0
103,6 122,0
97,6
120,5
159
1.166
101,7
29,3 26,9
59,1
47,0
42,6
501
529
107
95
9,15

1928.. 102,5 89,6
90,5
104,0 90,6
114,9
101,2
107,8
214
1.290 99,8
27,9
26,51
60,3
48,3
( 39,5
504
537
97
87
8,88

1929.. 110,6 96,8
103,7
118,4
105,9
1 16,1
102,8
108,4
225
1.263 101,9
28,3 27,9
60,8
47,8
41,1
522
573
107
84
8,92

1930. .

98,5 91,8
84,8
90,5
. 91,7
115,7
91,3
84,1
193
1.991 87,1
20,9
25,6 47,5
36,6
39,6
531
549
77
65
8,29

1931..

84,3 83,0
51,4
63,8
37,7 106,5
81,7
81,5
216 2.717 71,9
14,5
21,8 32,4
24,2
39,5 502 486
61
67
7,54

1932. .

84,9 79,4
48,9
64,8
20,4
98,2
89,3
890
287
2.828
58,6
13,7
13,1
30,4
23,0 28,2
495 462
58 64
6,23

1933..

90.4 78,5
56,5
86,3
21,4
109,2
89,1
94,0
332 2.567
56,6
15,1
12,6
30,6
23,4 26,0
504 464
62
61
6,23

li

’32’
.
(
271
2.921
51,9
10,8
11,4
29,3 22,4
22,6
533
501
_
56
5,47

2g.

77,8 69,3
44,5
61,4
17,3
92,0
81,8
733)
219
2.947
53,3
11,7 13,1
28,6
21,7 24,7
544
468
45
59
5,73

Sept. J
t
270
2.925
54,3
1.1,2
12,:1
26,2
19,8
28,1
521
500
55 64
6,14

Oct.

(
300
2.810
60,8
11,9
13,5
30,4
22,7 30,4
518
456
61
63
6,38
Nov.

! 87,283,9
45,3 67,0
16,5
99,3
90,1
8793
313
2.849
61,5
13,7
13,2
31,1
22,5
30,4
462
457
58 65
6,55

Dec.

J
262
2.776
60,6
15,6 12,7
32,4
23,6 28,2
481
447
62
67
6,122

Jan. ’33’
t
281
2.955
54,1
15,1
11,5
29,2
22,1
24,9 440
440
60
64
6,02
2

Febr.

88,0 85,5
48,7
75,1
18,4
87,3
88,0
95,7
257 2.915
49,1
13,2
10,5
27,9
21,4
21,2
403 409
61 63
6,33

Mrt.

J

315
2.821
56,3
14,1
12,8
32,6
25,4
23,7
476 443

60
6,45

April ‘
(
245
2.738
51,2
13,0
11,4
26,4
20,5
24,8
464
420

58
5,77

Mei

88,8 73,0
55,3 83,7
21,0
1159
94,1
89,7 340
2.626
57,3
14,5 12,6
30,8
23,5
26,5
524
478
64
59
6,16

Juni
J
1
317
2.498
53,8
14,0 12,2
28,5
21,7
25,3
531
485
64
61
5,60

Juli

‘1
1′
362
2.508
53,7
14,9 12,0
29,8
22,8 23,9
549
482
64
61
5,85

Aug.

87,9 71,1
58
2
4
87,2
22,1
110,1
84,4
91,3
340
2.459
56,8
16,4
13,0
31,0
23,9
25,8
565
512
61
60
5,55

Sept. J

384
2.375
57,8
14,5
13,1
32,2
24,6
25,6
558 516
61
56
6,13

Oct.
(
404
2.335
61,8
15,0 14,2
34,1
26,1 27,7
543
476
64
61
6,43

Nov.

96,9
84,4 63,4
99,1
24,2
123,3
90,0
99,3 406
2.309
63,7 17,0 14,5
34,4
25,7
29,3
498 478
60 64
6,87

Dec.

J
373
2.263
63,2
18,9 13,6
30,4
22,6
32,8
491
424
64 70
7,10
2

Jan.’34
(
2.407
64,7
21,3
13,9
31,6 24,2
33,1
481
449
68
64,
6.682

Febr.

!
2.343
57,4
18,2
13,2
30,1
22,7
27,3
425
414
64
64

Mrt.

J
,
33,1

Kapitaalmarkt


Prijzen


Geidmarkt
:e
Effectenbeurs
3
)
Emiasie84)
..
Indexcijfers
v.
Koersen van
grooth.prijzen
7
)
>
E
0)

Datum
dr:gf:nds-
Vaste rente-

k

0,
0)
o

:

dIIi
I
UH!-q



.
Londensche Banken6


1924 = 100
Mi1l.g

MilI.
01
0

o/
1

1924= 100
/0
01

109
98,31101,81
18,3
11,0
4,8
2,5
2.983
1.662
856 226

3,47
4,15
95,9
100,4 93,5
100
100,6
413
114
96,4 103,8
21,1
11,7
4,4 5,0
2.946
1.665 892 216

4,01
4,49
89,1 93,1
87,0
98
100,7
370
124
96,9 103,2
26,2
14,7 7,3
4,2
3.068
1.713
928 218

3,71
4,24
85,1
91,4
81,8
96
100,6
381
142
99,2 100,8
30,2
18,3
7,1
4,8
3.276
1.766
948
237

3,56 4,16 84,4
91,6
80,7
94
99,7 385.
139
96,3 104,3
21,1
13,3
4,5
3,3
3.328
1.800
991
229

4,58
5,31
82,2
87,4
79,4
94 99,3
345
1929………
112
99,4 100,7
19,6 10,6
5,8 3,2
3.232
1.801
963 264

2,36 2,62 72,0
76,2
69,7
90
98,2
369

1925………
1926……….

98,7 101,8
7,4 3,5
3,1
0,8
2.651 1.760
957
270

2,92
3,53 62,7
67,0
60,3
84
97,0
389

1927 ……….
192S………

. 03
112,4
90,3
9,4
7,0
2,4

2.319
1.791
843 308

1,64
1,94 61,1
66,5
58,4
82
95,3
415

1930………
1931 ………87

1933……..
124,3
80,7
11,1
7,9 2,5
0,7
2.310
1.953
759
354

0,66
0,71
60,7
62,2
60,0
80 94
367
1932………84

Juli

1932
83

.

121,7
82,7
3,3
3,2
0,1

2.992
1.804 836
317
0,67
0,98 58,8 64,9
55,7
81
951
413
Augustus
86
120,2
83,9




2.192
1.851
816 374
0,71
0,72
59,9
64,5
57,6
81
951
383
September
90 121,5 82,7

– –


2.072
1.865
803 392
0,65
0,69
61,4 64,6
59,7
82
951
435
October
90 126,8
79,0
19,7
11,8
7,9

2.398
1.893
795
390
0,71
0,84 60,8 63,6
59,3
82
95
383
November
92
122,9
81,8
10,8
10,3
0,3 0,2
2.281
1.898
785
391
0,69 0,77
60,8 64,0
59,1
82
941
439
December
91
122,7
81,9
4,3
4,0
0,3

2.435
1.983
773 408
0,75 0,93
60,8
64,8
58,7
81
941
355

.Januari 1933
95
122,3
82,2
8,3
7,9
0,3
0,1
2.250
1.983
764 431
0,75
0,92
60,3
64.1
58,4
81
941
395
Februari
96
123,6
81,3
7,2
4,9
1,8
0,5
2.268
1.957
766 386
0,75
0,88 59,5
62,8 57,8
80
94
411
Maart
92
122,4
82,1
13,5
12,3
1,2

2.574
1.925
766 348
0,58 0,68
58,7
61,4 57,4
79
94
486
April
93
125,3
80,2
8,3
7,3

1,-
2.039
1.930
764
338
0,63
0,66
58,5
60,6 57,3
78
94
336
Mei
96
123,1
81,5
14,6
9,3
5,0
0,3
2.253 1.944
775
346
0,58
0,53
59,7
61,4
58,8
78
94
398
Juni
101
123,1
81,5
17,5
16,0
1,1
0,4
2.070
1.978
775
352
0,58
0,48
61,2
62,3 60,6
79
94
381
Juli
108
121,6
82,5
6,0
5,2 0,3 0,5
2.465
1.973
768
362
0,58
0,51
61,5
61,0
61,8
80 94
330
Augustus
.106
124,3
80,7
21,2
1,3
15,6
4,311)

2.142
1.966
758 359
0,62
0,40
61,7
62,3
61,3
81
94
302
September
110
126,2
79,3
7,1
6,7
0,2 0,2
2.332
1.958 750
355
0,63
0,42
62,0
63,1
61,4
81
94
351
October
115
126,3
79,3
10,0
6,8 3,0
0,2
2.491
1.951
747
343
0,75
0,72 61,8
62,4
61,4
81
94
351
November
114
126,4
79,4
12,8
12,2
0,5 0,1
2.498
1.928
737
317
0,75
1,07
61,9
62,5
61,5
82
94
335
December
113
127,5
78,4
6,4
5,1
0,9
0,4
2.234
1.941
736
311
0,75
1,22
61,9 61,9
61,8
81
94
331

Januari

1934
118
129,6 77,4
10,9
8,7 1,8
0,4
2.848
1.920
735
284
0,90 0,98 63,0
62,8
63,1
81
.94
366
Februari
116
128,8
77,7
7,0
5,3
1,4
0,3
2.845
1.867 742
250
0,88
0,94
63,4
62,5
63,9 80
94
Maart
112
2

130,8
76,6
7,1
4 1
1
0,88
0,94
1
94
S) Alle jaarcijfers
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
maandcijfers.
1)

Productie-index
van
de London
and
Cambridge
Economie Service,
met
uitzondering van
dien
van kunstzijde,
welke
aan de
Board
of
Trade is ontleend.
2)
4 wekelijksche
gemidd.
na 1931,
dus
13 cijfers
per
jaar.
7.10
behoort bij Nov.
6,68 bij
Dec.
3)

London and
Cambridge
Economie Service.
4)
Volgens
Midland
Bank
Ltd.
0)
London
Banker’s
Clearing-House
Returns.

6)
Wekelijksche
gemlddelden.
7)
Board
of Trade.
8)
Ministry
of Labour.
5)

London
and
Cambridge Economie
Service.
0)
Société
des

Nations.

1))

Leening Australische
regeering.

402

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE
.
STATEN.
)

25 April 1934

Productie
1),
Handel en Verkeer

Productie-index van
Buitenlandsche handel

!

nn


:

E

-i.
f

•n

Datum
Invoer
__________________
Uitvoer

z’

.

:
Totaa1
l?tI
Totaal
j
off.

Gemiddelde van1923-1925

100
100
19231925

1925
. . . .
104
105 99
99
104 116
106
104
107
122 103

996
100.9 352
146
409
154
57
1926 . . . .
108 108 108
110 105 116 113 104
108
129.
106
1092
101.4
104.3
369
149
401
163
32
1927
. . . .
106
106
107 99 122
120
104
113
86
129 103 122
98.8
102.0 249
133
405
165
56
928
….
lii
112 106
96
122
144
119 107
110
135
103
107
97.2
101.8
341
122 427
188
86
1929
….
119
119
115
102
137
135

,130
115 135 117 106
115
101.1
107.7
367
130
4378)

211
70
1930
….


96
95
99
89
122
100
94
91
85
92 92 87
87.8
87.4
255 84 320
158
65
1931. . ..
81
80
84
72 115
96 59 94 60
63
75
88 74.4
66.0
174
54
202
93
28
1932
….
84
63
71
58 106
78
31
83 35.
28
57
81
62.4
45.3
110
30
134
52
24
1933
….
77 76
72 63
122
90 55
98
48 26 58
102
66.2 47.5
121 35
140
51
19

Juli

’32
58
57
64
48
104
89 25
69
33
27
51
63
.58.3
39.6
79
20
107
47
27
Aug.
60 59 65
50
104
68.
23 90 23 30
51
82
58.8
40.1
91
22
109 46
18
Sept.
66
65
70 58
104
64
28
104
24
30
54
99
60.3
42.1 98 27
132
46 34
Oct.
66 65 74 67
104
68
31
99
17
29
57
96
61.1
43.5
105 27
153
49
48
Nov.
65
64
75
66 106 73
31
92
31
27 57 95
61.2
41.8
104
28
139
47
34
Dec.
66
64
77
66
96 67
28
91
60
28
58
93
60.6 40.9
97
29
132
45
35

Jan. ’33
65
64 73
57
107
59 30
87
48
22
56
88
59.4
39.2
96 27
121
44
25
Februari
63 81 79
63
110
54
31
83
33
19
54
87
59.4
40.0
84
21
102
42
18
Maart
60
56
81 51
122
41
2
76
27
14
50 86
56.6
36.9
95
24
108 47
13
April
66
66
72 55
108
65 35 85 44
14
53
91
57.7
38.6
68
21
105
48
17
Mei
78
78
78
57
134
94
49
108
51
16
56
113
60.6
42.0
107
25
114
46
7
Juni
92 93 84
64
134
115
72
133
66
18
60
139
64.8
46.2
122
34
120
46

2
Juli
100
101
90
76
132 143 100 130
70
21
65
135
70.1
49.9
143
46
144
53
Aug.
91 91
91 75
134
111
80
114v
61
24
61
120
73.3 55.7
155
51
132
50
-23
Sept.
84
84
87 65
Ï25
103
68
99v
56
30 60
103
74.3
57.6
147
48
160
54
13
Oct.
77
76
81
61
120
90
61
91v
46
37 58
95 73.9
57.4
151
47
194
61 43
Nov.
73
71
81
65
116
97
47
89v
32
48
60 89 72.4
53.6
129
37
184
62
55
Dec.
75
73
85
66
119
108
61
78v
47
58 62
77
71.8
53.1
133
36
193
64
60

Jan. ’34
78
77
88 67
120
.

56
87v
58
49
84
71.8
52.9
129
38
172
61
43
Februari
81v 79v
91v
74v
118v
64
91v
73,
45v

Kapitaalmarkt

Effectenbeurs
Emissies
4)
Geidmarkt
Prijzen
Indexcijfer van
Binnen- er’ buiteni.
Binnenlandsche

0
bl
.,.
.
.
.
J,

co
ij
.
.

•A
:’
e
.

.

1926
=
100
miii.

in millioenen dollars
in
°f
1926= 100
1923

$

.,
ioo

1925
90
88
90
95
95.3

517
76
96
421
427
300
127
90
4.20
6
)
34
31-41

104
110.103.S
1926
100
100 100
100
97.0
3.292
526
91
91
435
433
313
120
94
4.506)

3J-1
31-41

100 100
103.8
1927
118
118
119 116
98.9
4.432
649
179
123
526 519
388
131
130
4.06
*4
4-41

95
.99
101.6 1928
150 154 129
149
98.7
6.440
676 155
247 429
566 446
120 110
6.04
4Fi
4_5

97
106
100.4
1929
190 189
147
235
95.8
3.990
848
117
494 354
786
667
119
63
7.61
3f556+
95
105
100.0 1930
150
141
125
215
98.3
1.894
585
55
125
460 500 374
126
84
2.94
1_3
21-5

86 88
96.2
1931
94
87
72 148
96.1
587
258
76
26
232
238
129
109
19
1.74
13
2-31

73
65
86.7
1932 49 46 26
79
81.1
347
99
45
2
97
96 27
69
2
2.05
li
2

65
48
77.7
1933
64 67
38 78
84.0
845
59
28
10
49
59
13
46

1.16
1
.

1

68
52
74.8
Juli’32
36
36
16
55
75.1
242
104
50
1
103
104
63
41

2.08
g
24

65
48
77.0
Aug.
53
52
29
84
84.3
332.
62
111
2
60 60 26 34
2
2.00
1
2-21

65
49
76.8
Sept.
58
56 35
.

91
87.0
380
93
4


93
73
7
66
20
2.00
24

65 49
76.6
Oct.
50 48
28
81
85.2
325
98 24
2
96
94
49
45
4
1.35
1_2

64
47
76.1
Nov.
48
45
26
78
83.1
338
44
31 2
42
44
11
33
..-.
.1.00
1_

64 47 75.6
Dec.
47
45 26 80
82.2
347 124
35
4
120
124
10
114
.-
1.00
11-1

83
44
.
75.1
Jan.’33 49 46
28 82
84.1
359
65
45
3
62
65
22 43

1.00
1_

61
43
73.7
Febr.
45
43
27
73
82.5
360
20
.37

20
20
1
19

1.00
-4
11-1

60
41
72.1
Mrt.
43 42 26 67
76.7
311
.

16
3

3
13 16
3
13

3.32
IJ-31
IJ-41

60 43
71.8
Apr.
48
49
26
64
75.4
322 25
20
1
24 25
17
.8

1.37
-112-31
60 45 71.5
Mei
.63
65
38 79
82.0
529
44
16
3

41
44
4
40

1.00
1
2.21

63
50
72.1
Juni
75
77
44 97
86.8
.
780 110
112
9

101
110
12
98

LOO
4.2

65 53
72.8
Juli
80
84 53
98
89.6
916
117
45
53
64
117
53
64

100
4

69
60
75.2
Aug.
75 79
49
87
89.9
91
7

46
7

14
32
46
14
32

0.98
14
4

70 58
76.9
Sept.
75
91
47
80
87.9
897
64
30
9

55 64
9
551
0.75
44

71
57
77.9
Oct.
70 76
40
75
86.5
776
59
1
3

56
59
3
56

0.75
4

.

71
56
78.0
Nov.
69 77 38 70
82.6
789
88
2 6

82
88
6
82

0.75
4

71
57
77.8
Dec.
70 79
40 67
83.6
845.
57
18 16
41
57
16
41

0.94
114

71
56
77.3

Jan.’34
76
84 46
73
88.3
903
49
42
6

42
48
6
42

1.00
44

72
59
77.5
Feb.
88 79
8
1

78 78 13
65

.
74
78.3
Mrt.
85
.
96
.
.
S

78.5
5)
De
jaarcijfers
zijn berekend
uit de
maandelijksche
gemiddelden.
1)
De
indexcijters
betreffende
de productie,
de wagonladingen,
het
katoenverbruik,
het
aantal
tewerkgestelden
en de betaalde
bonen
zijn
ontleend
aan
het
Federal
Reserve
Bulletin.
De index
van
de industrieele
productie
is samengesteld
uit
de gegevens
van 58 industrie6n
n.l.
50 van
fabrikaten
en 8 van
miheralen.
Gemiddelde
van Maart-Dec.
3)

Einde
v.
h. jaar
(resp.
maand).

Ontleend
aan the Commercial
and Financial
Chronlcle.
Hieronder
zijn

niet opgenomen
de leenfrgen
van de
Reconstruction
Finance
.Corporation
en
die van verdere,
herstel-
oYganisaties
aan Staten
en
Gemeenten. Stock
exchange
cali
loans.
6)
Renewal
rate. 7)
Bureau.of
Labor
Statistics.
8)

Volgens ,Survey
of Current
business”
435.
v) =
voorloopig.

25 April 1934

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE FRANKRIJK.
5)

403

Industrie, Handel en Verkee

r
.
Prijzen
Geld- en Kapitaalmarkt

In- en uitvoer
Schepen
.
Kapitaal
indexcijfer
s
5
o.
2
-.
2
ss
.9
o.

J
emissies
Koersenvan
_.
,.
O.
2-


– –
°
<
°
1928
in
per
iuIi°
mi

f rs.
.

1913-100
O
in 1000 tons
i98- 100
in

miii. frs.
1000
=100

1000 tOns
._.-
.5
1914
tons
netto
=100

1925 •.
85.0 3.925
709
622
5.4 91.9

3.713 3.883
339 3.667
3.069

11,2

400
307

205


1926 ..
99.2
4.283
786 718
5.3
98.0
4.969
4.937
327
3.678
3.148

11,7
141.1
505
401

227


1927 •.
86.6
4.316
775 696
6.6
89:9
86
4.416
4.600
438
4.088 3.493

47,3
130.4 514 616
338
275

1928 ..
100.0
4.280
832 792
8.1
100.0
100
4.470
4.342
402
4.366
3.868
63,3
15,3
131.0
519 876
543
415.
81,0 2.98
1929 •.
109.4
4.482
864 808
7.6
92.9
108
4.852 4.178
335
4.833
4.099
65,1
10,1
127.3
556
1.259
693
525.
85,0 3.46
1930 ..
110.2
4.490
836
787
7.6 85.9
105
4.376
3.570
334 5.057
4.229
65,4
13,6
112.5
581
1.823
364
444
.95,8
2.32
1931 ..
97:6
4.167
683
652
5.2
71.7
89
3.517
2.536
303
4.806
4.022
53,9
74,8
101.9
569
1.362
174
305
96,9
1.57
1932 ..
75.6
3.856
461 470
4.0 60.6
70
2.485
1.641
203
4.387
3.699
47,3
306,4
86.8
526
511
108
247
88,6
1.28
1933
. .
84.6
3.905
527
544
4.6
74.5
77
2.369
1.536
4.501
3.752
45,2
307,2
80.9
520 300
79
235
81.3
1.83

Juli’32
72.4
3.729 455
465
4.0 58.6
67
2.389
1.428
177
5.164
4.115
44,0
296,4
87.3
211
105
235
87,4
1.-
Aug.
73.2
3.802 456
473
3.8
59.6
67
2.274
1.424
176
4.686
3.928
43,4 298,8
84.3
517
328
73
243
88,6
1.06
Sept.
74.0
3.831 445 455
4.0 64.6
66
2.228
1.626
179
4.714 4.498
47,3
296,4
83.9
197
52
245
89,5
1.06
Oct.
74:8
4.009
457 468
4.2
67.7
66
2.424
1.703
224
4.932
3.978
50,4
264,5
83.7 588
291 231
89,1
1.06
Nov.
76.4
4.085
458
469
4.1
69.7
68
2.538
1.729
209
4.061
3.559
51,5
292,6
83.9
516
621 34
235
.88,9
1.13 Dec.
77.2
4.196
488
509
4.2
71.7
75
2.695
1.699
221
4.083
3.374
48,8
306,7
83.9
177
85
247
87,8
1.06

Jan.’33
78.7
3.996
488 504
4.9
70.7
79
2.550
1.509
196
3.645 2.964
43,0
352,0
83.5
459
54
239
86,4
1.34
Febr.
81.1
3.900
452 495
4.5
71.7
83
2.655
1.541
217
3.856
3.187
46,3
368,9
82.0
523
238
71
229
85,3
2.04
daart
82.7
4.106
525 586
5.0
69.7
84
2.605
1.518
229
4.402 3.634
47,6
356,5
79.2
71
38
215
81,9
.2.13
April
84.3
3.728
516 554
4.8
68.7
84
2.427
1.502
226 4.309 3.589
45,1
345,3
78.6
896
61
218
81,5 2.06
hei
85.8
3.877 555 592
5.1
71.7
80
2.465
1.479
249
4.765
4.127
45,4
314,2
77.8
516
215
146
238
78,5
1.92
Juni
87.4
3.830
551
585
4.7 75.8
79
2.404
1.428
238 4.974
4.155
44,5
289,1
81.8
87 63
251
79,5
1.75
Juli
88.2
3.745
570
581
4.5 77.8
75
2.221
1.471
249
4.724
4.064
42,7 269,8
81.4
23421,2
253
80,0
1.69
Aug.
87.4 3.810
564 565
3.9
78.8
71
2.150
1.440 224
4.653 3.948
42,4
265,9
80.6
516
383
45
251
80,2
1.52
Sept.
86.6 3.872
538 550
4.1
78.8
71
2.132
1.585
216
5.144
4.413
46,0
251,7
80.6
596
33
246
81,4
1.38
Oct. 85.0
3.987
537 527
4.7
77.8
72 2.230
1.662 227
4.895 3.955
49,3
261.5
80.6
142
106
233
81,1
1.55
Nov.
84.3
3.951 509 488
4.7 76.8 72
2.2.89
1.683
4.377 3.198
47,6
286.9
81.8
526
114
53
226
79,6
2.16

Dec.
83.5
4.051 522
498
4.8 75.8
73
2.299
1.616
4.417 3.793
42,9 344.9
82.6
162
62
224 79,9
2.39

Jan.’34
83.5
4.325
526
517
4.9 76.8 74
2.303
1.513
3.752
3.089
42,1
367.2
82.2
95
84
212
78,7
2.31
Febr.
.83.5
3.922
474 478
4.7
.
76.8 74
2.063
1.512
3.865
2.996 44,1 383.9
81.2
946
28
210
78,7
2:75
hlaart
1
1

.
.
1 1
80.0
34
5
1
194
5)
De jaarcijfers zijn berekend uit de maandelijksche gemiddelden.
1)
Bulletin mensuel de statistique (Volkenbond).
2)
Vierteljahrshefte zur
Konjunkturforschung.
3)
Bulletin de Stat. Gén. de la France. Omgerekend op
1928 = 100.

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE BELGIË. )

Productie, Handel en Verkeer
Kapitaal-
en Geldmarkt
Prijzen

Productie-index
1)

.

Buiteni. handel
.

.
Emissies
Koersen
van4)

0
“I
.
.

.

Datum o’

w
.t
.5o

.

.
0
.

.5

-‘
O
biD

lV.’I4
=
lOO

100

.-
±
.-
– –

‘-
n.

_______
Millioen.

1927=

1000
________
Millioen.
_______
1Jan.
1928
1923-1925= 100
>(1000
*

frs.S)
lOO
ton
Frs.
=
100
goud

1925

. .
..
99
99.9 94.4
94.1
102.3

2.3
1106
.
900

1683
5.45


67.2
1926

.

..
118:4
109.0
130.6
110.8 124.7

2.0
1028
852

1899 6.28


80.2
1927


..
.
130.6 118.8 145.2
127.7 124.4

2.4
2429
2224
100
1958 361
23
4.05
7.17
123.2
100.0
1928

….
137.7
120.3 156.8
135.4
131.7
973
1.7
2668
2572
122
1967
857
1
104 112
4.05
7.33
121.5103.1
1929

.
..
.
138.5
118.1
165.0
128.2
137.1
1082
1.8
2952
2647
144
2027

958
12
111′
101
4.30
7.28
123.9
110.0 1930


..
.
116.7 118.1
131.5 108.7 83.3
950
5.3
2577
2172
142
1955
631
147
1

22
116
67
2.78 6.72
108.4 112.8
1931

.
..
.
105.2 115.3
110.4 99.8
68.8
1014
14.2 1978
1927
132
1866
556
1l5
345
119
50
2.32
5.99
90.2
101.3
1932

.

86.9 92.8
94.9
90.7
55.6
935
23.3
1364
1238
115
1639
454
32
380
110 35
3.12 4.86 77.2
91.5
1933


.
92.1
108.9
96.7
84.6
52.5
898
20.1 1233
1173
1703
454
55
322.
112 35
2.42 4.46
72.3 90.7

Juli

1932
66.2
45.2
70.5
81.6 45.3
962
24.0
1121
1068
94
1619
408
15
215 110
30
3.17
4.77
74.1
.
79.0
Augustus
69.1
27.9
87.9 84.5
54.7
923
23.5
1147
1049
8.1
1669
438
11
315
106
31
3.12 4.72 75.9
88.9
Septemb.
88.3
86.6
91.9 92.5
61.4
920
23.1 1242 1145
110
1506
461
39
946
108
37
3.00
4.52
77.0
91.7
October ..
91.2
107.0
93.5
83.4
63.8
900
20.4
1457
1321
131
1724
504
17

—-





5

600

110
37
3.00 5.06 76.6
93.4
November
99.2
117.0
105.7
88.9
60.6
864
20.6
1367
1198
111
1649
510
24 34
111
35
3.00
4.65
75.9.94.9
December
97.8
117.4
100.1
,90.5
60.0
804
2.3

1598
1234
125
1777
495
84
103
110
34
2.94
4.97 75.4
.

93
.9
Jan. 1933
93.5
110

.7
.99.0
85.

6
50.5
781
24.8
1271
1147
113
1685 441
23
15
112
37
2.89 5.32
75.3
92.9
Februari
91.0
109.9
102.6 75.8
43.8
831
26.6 .1176
1110
’95
1544
416
14
752
113 35
2.78
4.61
74.6
93.5
Maart

. .
94.3
114.9
1’05.5
79.2
44.3
1130
24.1
1339
1261 125
1683
482

35
8
113
32
2.62 4.30
73.5
91.4
Apiil
….
92.3
109.6 100.6 81.7
47.4
997
22.6
1161
1020
132
1664
423
213

1
112
31
2.50
4.65 72.2
90.2
Mei

….
98.0
106.5 109.4
91.6
51.0
1067 18.7
1314
127,1
120
1704
455
101
6
112 34
2.41
4.40
72.3
88.3
Juni

..
.
92.9
104.0
97.5
.91.0
9.8
1.100
17.3
1259
1223 108
1684
430
30
207
111
36 2.31

4.43
73.1
88.4
Ju1


.
90.3
104.1
91.9
.88.6
50.5
947
1,5.3
1166 1086
88
1760
435
158
5
111
38
2.31
4.52
72.9
88.5
Augustus
85.4
1,01.4
00.8 75.4
54.4
913
17.1
:1286

1121 82
1845
451
6
230
112 38
2.31
4.15 72.2 89.5
Septemb.
87.9
103.5
88.9 82.9
56.4
889
16.8
1200
1206
96
1618
467
10
112
38
2.27 4.21
71.5 91.0
October
..
89.0
107.0
88.1
83.6
59.9 864
16.0
1251
1204
128
1828
509
10
2
112 35
2.21
4.26
70.5
91.4
November
96.1
117.7 94.5 90.3
60.3
665
19.0
1221
1243
107
1732
487
23
1042
5

111
34
2.12
4.20
69.8
91.4
December
94.9 116.9
91.6
90.1 61.1
596 23.5
1145
1154
1690
452
34

109 35
2.25
4.44 69.8 91.4

Jan. 1934
114.7
95.1
.
520v
1229
1191
1702
445
31
5
111
33
2.14
4.43 69.8 90.5
Februari
1167
1130
200
115
32
2.05
,
69.6
Maart

.
1
1
1
1
.
.
.301
2.071
,
88.9
S)
De jaarcijfers zijn bërekend uit de maandelijksche ‘gemiddelden.
Voor zoover niet anders vermeld zijn de gegevens ontleend aan het Bull. d’lnformation et de Doctimentation van de Banque Nationale de
Belgique. Met het oog op de stabilisatie van den Franc zijn de prijzen door ons herleïd op basis
1927.= 100.
1)
Ontleend aan het Bulletin de l’lnstitut des Sciences économique (Leuven).
5)
in Brussel, Antwerpen, Gent en Luik.
3)
Zonder goud en zilver. Voor
1925
en
1926
in millioenen guldens.
4)
Begin van de maand.
5)
Waarvan 600 milI. Fr. Francs.
6)
Zonder emissies particuliere maatschappijen.
7)
Vanaf 1 Jan.
1933
mcl. particuliere wagons.

404

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE ZWEDEN.
)

25
April
1934

Productie,
Handel en Verkeer
Kapitaalmarkt
Geld-
P
r
ij
z
e n
.narkt
Productie
Buitenlandsche handel
Vervoer
Emissies
.=
.

.
Indexcijfers van
van Obli-
gaties

,
x
2.
1
i
Uitvoer van
1

,
1
.,
.

1

:
,
0
•O
)
.•a
c’1-.=
•e

N
I

2


1


cd
a
Ic/)
‘<.9
E
5

._
,

-o:
g
nU
1
,_
°’

1
___ ___
oy

1928=
loo
Tn
_____

ton
_200
0
bd

24=
han-
jjp
.
‘fl 1000 ton
iiii
Kronen
T

toi

t
fl1000
M3.
Miii.
_!i::
miii. Kr.
1913= 100
j’l4
=ioo

••
11:0
121

113
733
99

32
436

•1′
16
10,71

788 113,6
5,20
161
154 166 176
1926
89,4

39
44

12,2 124

118
634
109

34
389
831
1824
13
12,2
8,8
965
124,9
4,50
149 142
154
172
1927
92,3

35
44

12,0
132

135
893
121

34
456
838
2101 22
20,6
14,2
1494
146,0
4,15
146 138 149
169
1928
100,0

33
51

10,6
142

131
424
111

33
473
831
2096
31
28,5
21,5
2094
170,4
4,01
148 144
149 173
1929
105,8

41
61

10,7 149

151
908
149

40
530
916
2386
23
19,4
23,8
1923
154,4
4,74
140
135 142
169
1930 101,9

38 53

12,2
139

129
782
137

36
435
831
2342
21
73,3
63,2
2256
131,8
3,72
122
117
123
164
1931
89,4

32
46

17,2
119

94
375
130

40
305 748
2197
28
45,7 44,3 2232
79,4 4,09
111
107
111
158
1932
83,7

22 45

22,8
96

79
185
107

39
309
641
2028
11
38,7
22,0
862
57,3
4,39
109 109 110
156
1933
86,8

27 53

23,4
91

90
239
160

43
384
691
2173
8
56,1
44,4
784
64,8
3,17
107 107 109 153

J. ’32
71,2

18
36

19,7 83

75
243
116

37
408
558
2279
7
626
57,6
4,00
108
109 109
156
Aug.
77,9

18
40

20,4
95

74
204
91

35
354
611
2496
10
i9,i
!,

6,4 736
65,7
4,00
108 109 108

Sep.
81,7

20
44

21,0
99

85
217
136

30
330
663
2110
9
J
J
738
65,5 3,50
110 110
111
Oct.
79,8

20 42

22,4
103

90
235
156

38
373 839
2258
10
693
62,7
3,50
110 112
111
156
Nov.
81,7

23 45

24,5
109

93
21.9
173

43
469 832
2098
4
}73;1

66,0
672
60,7
3,50
109
112
111

Dec.
83,7

25 48

31,5
101

108
185
245

46
461
591
2201
7
5
606
57,3 3,50
108 110
110

J.

’33
83,7

22
37

29,1
81

68
102
134

36
183
543
1791
5
707
53,6
3,50
106 107
107 154
Feb.
85,6

21
50

27,8
75

59
186
60

39
76
561
1581
13
63,2
30,7
654
50,0 3,50
106
107 106

Mrt.
85,6

28
54

29,0
90

61
199
31

42
82
705
1716
5
5
J
594
52,4 3,50
105
107
106

Apr.
80,8

26
44

25,9
90

68
203
102

42
125
613
1728
9
730
58,5 3,50
105
106 106
153
Mei
83,7

28 53

22,3
90

86
221 168

40
405
632
2159
8
t29,6
27,4
881
65,8
3,50
106
107
106

Juni
81,7

23 43

21,4
80

94
211 176

35
663
610 2385
7
f
J
790
64,2
3
106 107
107

Juli
83,7

25 49

19,8
80

99
249 202

47
677
668
2680
8

644
64,1
3
108 108
110
153 Aug.
87,5

28 63

20,0
92

104
260 208

47
502 722
2550
5
159,5
,47,9
639
64,5
108 105
110

Sep.
86,5

24
56

19,6
98

117
329
215

49
541
739
2491
4
5
J
857
64,4
3
109 106 113

Oct.
89,4

28 80

20,2
108

JOS
264
196

45
460 908
2374
11

1088
64,9
3
109 106 113
154
Nov.
96,2

35
75

22,3
109

113
369
207

47
489 843
2402
15
>81,2
>85,9
885
64,2
3
110 107
114

Dec.
97,1

37
56

27,1
98

108
270
222

46
403 694
2219
8
J
J
946
64,8
2,50
110
107 114

J.

’34
99,0

36
56

24,1
98

89
210
160

44
112
685 2057
7
1476 71,7
2,50
112 108 115
153
Feb.
100,0

38
64
90

66
244
77

37
71
10
1710
75,6
2,50
112
1’10
115

Mrt.
1
2,50
*)
De gegevens over
de

aFzonderlijke
jaren
(1925-1933)
hebben
betrekking
op
rnaandgemiddelden. Gegevens
ontleend
aan Komniersiella
Meddelanden.

CONJUNCTUURGEGEVENS
BETREFFENDE
ZWITSERLAND.
*)

)

Productie, ilandel en Verkeer
Kapitaalmarkt
Geldmarkt

Prijzen

.
h
Btiitenlandsche
handel

Spoorw.
.E
E missies
Indexcijfers van.
0

8
‘=
Datum
0
0
=
0
a._
o

ii
8
o.

II
Et
.0•
i:
.2
00
==”
u

o


. . .

1
I
.


.jduiz
mmi
inmilI.Frs.
ç
=.



1925..

257,9

11,1
220
169
228
2,8
11,1
15,2
8.486
1.344
– –
31

2,27
11,0163

168
1926..
253 195,4

14,1
20.1
153
226
2,5
11,0
13,7
8.666
1.375

37
25

2,52
10,9
148

162
1927.
.
279
227,7
312 11,8
214
169
254
3,0
12,9
15,0
9.422
1.403
787,9
53
26

3,27
10,9
142

160
1928. .
304
254,9
413
8,4
229
178
257
2,7
11,8 19,2
9.982
1.561
843,4
36 27
S.
3,33
10,1
145

161
1929.
.
311
209,8
423
8,1
232
175
289
2,7
12,9
1.9,0
10.546
1.579
564,1
72
18
9
3,31
10,2
141

161
1930.
.
313
132,8
401
12,9
222
147
262
2,6
16,6
18,6
10.659
1.519
564,4
51 82
25
2,01
10,0
126
4)_
158
1931.
.
311
62,8
308
24,2
188
112
257 2,2
8,5
12,6
10.356
1.483
523,3
54
80
8
1,44
7,9
110
138
150
1932.
.
307
29,0
221
54,4
147
67
267
2,0
5,2
7,2
9.739
1.273
308,5
40
53
12
1,52
7,7
96
120
138
1933.
.
324
30,8
238
60,4
133
71
264
2,2
4,6
7,5
9.704
1.233
326,5
23
52

1,50
7,9
91
113
131
Juli ’32
302
22,3
306
45,4
132
59
351
1,4
5,0
8,9
10.300 1.306
312,0
5
26

1,50
7,3
94
116 138
Aug..
306
23,1
512
47,1
134
60
325
1,3
4,7
7,0
10.250 1.354 285,7
T
14

1,50
6,7 95
117 137
Sept. .
324
33,0
147
49,5
134
63
258
1,5 6,1
7,2
8.916
1.335
394,7
165
21
29
1,50
7,2
95
116
136
Oct. .
.
312
40,3
95
58,1
144
68
272
2,2 6,0
7,3
11.100
1.443
273,2
2
59

1,50k
7,7 95 118
136
Nov…
320 45,5
103
68,3
153
66
262
3,3
4,8 6,6
8.135
1.332
330,1
55
13 41
1,50
7,7 94 122 135
Dec..
.
324
28,4
222
81,9
159
68
240
2,9
4,1
6,9
9.311
1.173
267,6
25
5

1,50
8,7 92
120
134
Jan.1933
318
21,1
349
101,1
113
63
210
2,3 4,9
6,4 9.645
950 358,7
8
73
– 1
1,50
8,3
91
114 133
Febr.
289
30,5 500
96,3
121
72
244 2,0
3,5
7,3
8.230
1.002
303,9
33
51

1,50
7,2 90
110
133
Mrt..
.
308
27,3 224
71,8
142
71
223 2,0
3,7
8,0 9.724
1.286
308,3
8
252

1,50
7,3
90
109 132
April
302
24,1
128
60,9
125
69
190
2,2
5,5 6,8
9.854
1.093
273,3
0,1
34

1,50
7,0
91
112
131
Mei
. .
318
27,6
90
57,2
157
74
230
2,0 5,2 6,8
9.135
1.205
470,5



1,50
7,8 92 112 130
Juni
309
25,4
141
53,9
137
68
336
2,2
5,1
7,8
9.805
1.340
418,5
1
51

1,50
8,0
91
110
131
Juli ..
318
29,9
290
50,0
128
69
316 2,0
3,9
7,1
10.300
1.357
440,9
4
150

1,50
8,3
92 109
131
Aug ..
351
29,1
586
50,2
123
65
321
1.7
4,0
7,3
9.850
1.278 263,1
0,2
4

1,50
8,1
01
111
131
Sept. .
348
35,4
121
49,1
136
71
292
1,5
4,4
7,3
0.100
1.374
273,0
90
3

1,50
8,1
91
114
131
Oct. .
.
337
51,6
90
56.4
145
78
275
2,0
4,6
7,6
13.000
1.443
236,1
9
55

1.50
8,1
91
] 16
131
Nov.. .
335
41,3
91
71,7 140
79
251
2,9 4,5
9,5
8.050
1.293
284,1
SO
67

1,50
8,1
91
117 131
Dec.. .
357
t

26,4′
234
i

95,0
1521
76′
275
1

3,3

4,1
i

8,1
i

9.915j1.1831287,1i
29

1
1

1
– 1
1,50′
8,51
91′
117
1131
Ii

Jan.19341
352
1

19,91
1

99,11
1121
571
243
2,4
3,2
6,4
9.465I1.070308,2l
51
240
6
1
1,501
8,71
92
1

116
1131
II

Febr.
1
1

28,41
1

91,21
1131

661
217
t

2,7
1

3,0
1

6,7
1
1
314,21
100

1
4

1
-1
1,501
91
1

115
1
131
Illtrrt…l
1
1 1
1
128
1
77
1
1
1
1
1 1
1 1
I’,°l
i
1
)
De
gegevens
over
de
afzonderlijke
jaren
(1925-1933)
hebben
betrekking
op
maandgemiddelden.
‘)
Gegevens
ontleend aan:
Monatsbe-
richte Schweizerische
Nationalbank.
2)

Zonder
centrales,
die stroom
voor
de spoorwegen produceeren
en
de eigen
centrales
van
industrieële
bedrijven.
3)
Ingeschreven
bij de
arbeidsbeurzen.
4)

Wordt
slechts
sedert
Jan. 1932
berekend.

Auteur