Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 938

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 20 1933

920 DECEMBER 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

FAconomisc hStatjstjsche

BeriCh
‘ten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEH5, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANG

WOENSDAG 20 DECEMBER
1933

i9938

NEDERLANDSCII ECONOMI$CH INSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. Â. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning-
nieester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. R. Mees; E. D. van Walree; Ch.. J. I. M.
Welter; C. J. P. Zaaiberg.

ECONOMISCII-S’J’ATIS’PISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Pro f.Mr. D. van Bl.om; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep;
M
r. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regont; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Sehilthuis
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart.
Reclacteur-Seeretaris: Dr. 11. M. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de iioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Adivertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. AdmInistratie van abonnemente’n. en adioer-
tenties: Nijgh t van Ditnia.r N.V., Uitgevers, Rotterdam,
4msterdain, ‘s- Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekeiving No.
145102.

BERICHT.

In verband met de a.s. feestdagen zal het volgend
nummer op Vrijdag 29 December verschijnen.

20 DECEMBER 1933.

äe’r meerdere aanbod van wissels bleef in de eerste
dagen dezer berichtsweek nog aanhouden. De bekend-
making van de vorming van een bankierssyndicaat
tot overneming van
f
95 millioen driejarige schat-
kisthil)etten bracht echter verschillende geldgevers in
de markt die, aannemende, dat de gebruikelijke maan-
delijksche inschrijving op schatkistpapier daardoor
voor deze maand overbodig zou worden, er nu reeds
toe overgingen om, als vervanging van hun per
2 Januari vervallend schatkistpapier, gewoon bank-
accept aan te koopen. Het aanbod van geld nam daar-
door zoo toe, dat de kleine verhooging in het parti-
culier disconto van de vorige week geheel verdween
en wissels weder gemakkelijk voor
%
pOt. plaatsing
vonden. Cailgeld en prolongatierente bleven onver-
anderd.

De naderende feestdagen schijnen al reeds hun in-vloed op cle wisselmarkt te doen gevoelen: de stem-ming is rustig en het aantal zaken niet groot. Hoewel
men te dien opzichte niet gerust is, heeft men deze
week van een verder naar beneden drukken van den
Dollar weinig kunnen merken. De goudprijs bleef
onveranderd (34.01); gisteren werd hij echter tot
34.06 verhoogd. Dollars tegen Ponden werden in het
begin der, week zeer gezocht, waardoor de koers op
5.02 kwam; geleidelijk aan kwam er meer aanbod en
liep de koers op 5.16 terug, slot 5.15. Hier zijn de
Dollars van 1.59 tot 1.62’% opgeloopen, om daarna tot
op 1.5734 terug te gaan. Ponden veranderden uitein-
delijk maar weinig; van 8.11 stegen zij tot 8.18, om
tenslotte weder op 8.11 terug te komen. Fransche
Francs zijn vast gebleven: 9.74-9.7434-9.74V4. £/Fr. Fi-s. sloten op 83.35. Marken bleven gezocht: 59.30-

?59.3714_59.34. Register en Creditsperrmarken lagen
eerder weder wat vaster. In scrips is hier nog bijna
geen handel; er schijnt een fractie boven de 50 pOt.
te maken te zijn. Er is vraag van Duitsche
zijde,
waar
men moeite schijnt te hebben de toezeggingen aan de
exporteurs door gebrek aan materiaal gestand te doen.
Belga’s schommelden tusschen de 34.55 en 34.60, slot
34.59. Zwitsersche Francs ongeveer 48.11. Lires 13.06
en Peseta’s ongeveer 20.326. Kopenhagen noteerde
36.20, Oslo 40.75 en Stockholm 41.82l4. Canadeesche
Dollars 1.59. Vanaf 11 December 1.1. is in Argentinië
de wijze van noteeren van wissels veranderd; er zal
voortaan genoteerd worden in, Argentijnsehe papieren
Pesos per 100 buitenlandsche eenheden, behalve voor
Ponden Sterling, die in pap. Pesos per Pond zullen
worden genoteerd. Argentijnsche Pesos hier 38-40.
Door de nieuwe bepalingen in Argentinië is het
mogelijk geworden om de tot nu toe geblokkeerde
Pesos Vrij te gebruiken. Deze Pesos kunnen nu door
de Vrije markt – zonder toestemming van de con-trôle-commissie – naar het buitenland worden ge-
remitteerd, hetgeen dus neerkomt op een officiëele
erkenning van deze markt. Voor remises door tus-
schenkomst van de officiëele markt is nog steeds toe-
stemming noodig. Men heeft dus thans in Argentinië
twee officiëel erkende wisselmarkten: de officiëele,
welke door de contrôle-commissie wordt nagegaan, en
waarop alle wissels, welke voortvloeien uit Argentijn-
sche exporten, moeten worden gerealiseerd. (Bij de
vaststelling van den koers neemt de Commissie als
basis aan Fr. Frs. 12.38 per gouden Peso). De vreemde
valuta, die op deze wijze wordt verkregen, wordt, na-
dat eerst de regeering haar behoeften heeft gedekt,
aan de banken bij •inschrjving aangeboden. Op de
Vrije markt worden de wissels verhandeld, die uit alle
andere bronnen dan uit Argentijnschen uitvoer voort-
komen,, zonder eenige restrictie. Om een beeld te geven
van het verschil op beide markten zij hier vermeld,
dat op 14 December I.I. op de officiëele markt het
Pond 16.22 pap. Pesos noteerde, terwijl op de vrije
markt voor 21.— pap. Pesos afgedaan werd.

Op de termijnmarkt waren Ponden op één en drie
maanden een fractie lager: ni.
1%
en
fie
c. onder con-
tant. Termijndollars bleven onveranderd.

Op de goudmarkt bleven baren levering Amsterdam
ca.
f
1651,25, levering Londen ca.
f
1652,25. Eagles
deden 2.5034, Sovereigns 12.3234k

LONDEN, 18 DECEMBER 1933.
De geldmarkt heeft haar vervroegde voorzieningen
‘voor het einde van het jaar ook in de afgeloopen week
voortgezet door verdere gelden op te nemen tot de
,eerste dagen van Januari. Als onmiddellijk gevolg is
de hoeveelheid dagtransacties ingekrompen en over-
treft het aanbod daar op het oogenhlik de vraag.
Op de discontomarkt werkt de houding vn de
Clearing Banken, die voor het oogenhlik hare aan-
koopen van wissels zeer beperkt hebben en in enkele
gevallen zelfs stopgezet hebben, verder door. De hoe-
veelheid der nieuwe wissels en schatkistbiletten, die
in handen blijven van de discontohuizen, is dus be-
langrijk grooter; de koersen zijn dan nu ook opgeloo-
-pen tot 134 pOt. voor bankaccepten, terwijl de nieuwe
schatkistpromessen tot plm. 1132 toegewezen zijn en
verhandeld worden tot
1/as-1/io.
Heden
,
werden
eenige posten schatkistpapier afgedaan tot 1’/s pOt.

986

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE

VOOR DE RIJNVAART.

VERSLAG VAN DE NOVEMBER-ZITTING 1933.

De Centrale Commissie voor de Rijuvaart heeft van 14
tot 22 November 1933 haar najaarszitting te Straatsburg
gehouden onder voorzitterschap van den heer Jean Gout,
buitengewoon gezant.
])e Commissie onderzocht iii deze zitiug de opmerkin-
geh der Regeeringen nopens de ontwerp-overeenkomst be-
treffende een algemeene vermindering van het laadver-
;

mogen dei Rijnschepen, welk ontwerp de Commissie in de,
buitengewone zitting van Juli 1933 had uitgewerkt. Ver
schillende wijzigingen werden in dit ontwerp aangebracht
Voorts heeft de Commissie, met bekrachtiging van haar
vroeger besluit over de noodzakelijkheid om bepaalde spoor-
wegtarieven te wijzigen, teneinde te voorkomen, dat d
bepalingen inzake de ,,afijking” de crisis op scheepvaart-
gebied zouden verscherpen, tevens den wensch uitgespro-ken, dat de belanghebbende Regeeringen de bevoegde ad
iiiinistraties zouden uitnoodigen om onderling tot over-
eenstemming te komen inzake de ten uitvoerlegging van
,

bovengenoemd besluit. Een volledige overeenstemming kon
echter nog niet bereikt worden, daar eenige Delegaties zich voorbehouden hebben eerst haar Regeeringen A&
raadplegen. Eventueel zal een buitengewone zitting belegd worden om over deze kwestie te beraadslagen. De Commissie heeft zitting gehouden als rechtbank voor
hooger beroep en vonnis gewezen in drie rechtsgedingen
betrekking hebbende op de Rijnvaart.
Voorts heeft de Commissie de volgende besluiten ge-
nomen:

Ontwerpen voor den bouw van bruggen
voor gewoon verkeer bij Neuwied, Krefeld en Duisburg.

10. De Centrale Commissie stelt vast, dat tegen de ont-
werpen voor den bouw van bruggen voor gewoon verkeer
over den Rijn bij Neuwied, Krefeld en Duisburg met het
oog op de scheepvaart en de vlotvaart, geen bezwaar be
staat.
2o. De maatregelen, welke de Duitsche Regeering zich
voorstelt te nemen in het belang van de scheepvaart, tij-
dens de uitvoering der werkzaamheden, worden afdoende
geoordeeld.
Noot van het Secretariaat:
Deze bepalingen zijn de vol-,
gende:
Bepalingen betreffende de brug bij Neuwied:
10. Zoolang zich steigers in den rechter rivierarm be-
vinden, moet de linker rivierarm geheel vrij van steigers
zijn. Eerst nadat uit den rechter rivierarni alle steigers
verwijderd zijn, kan met het monteeren in den linker
rivierarm w’orden begonnen. In de steigers in den linker,
rivierarin moet een doorvaartopening van tenminste 100 M.
wijdte met een doorvaarthoogte worden vrijgehouden van
tenminste 7.60 M. boven den hoogsten waterstand, waar-
bij de scheepvaart en vlotvaart nog kunnen worden uitge-
oefend. Van 1 November tot 1 Maart moeten de steigers’
uit den rivier verwijderd zijn.
2o. Bij mist moeten zoodanige maatregelen getroffen
worden, dat opeenhoopingen van vaartuigen in de nabij-
heid van de bouwplaats worden vermeden.
Bepaling betreffende de brug bij Krefeld:
Als de hoofdoverspanning van de brug niet zonder stei-
gers wordt gemonteerd, moet een doorvaartopening van
tenminste 100 M. vijdte met een doorvaarthoogte van
tenminste 7.60 M. Vrij gehouden worden voor de scheep-
vaart.
Bepaling betreffende de brug bij Duisburg: Gedurende de werkzaamheden in het middelste gedeelte
der brug (derde houwperiode) moeten in de rechter over-
spanning twee doorvaartopeningen vrij van steigers blij-
ven; van de doorvaartopening aan de rechter zijde, be-
stemd voor de afgaande scheepvaart, moet de vijdte ten-
minste 80 M. bedragen, van de andere, bestemd voor de
opgaande scheepvaart tenminste 60 M.
Bepalingen betreffende de drie bruggen:
lo. De dragende deelen der steigers moeten tegen aan-
varingen beschermd worden door niet met de steigers in
verbinding staande remmingwerken, waarvan de onder-
deelen door de bevoegde administratie moeten goedgekeurd
worden.
2o. Boven en beneden de plaats waar de brug wordt ge-
bouwd moeten op beide oevers borden met het opschrift
,,Achtung Brückenbau” worden geplaatst.
3o. In het geval, dat de scheepvaart door de steigers
wordt belemmerd, moeten boven en beneden de plaats waar

INHOUD.

BIz.

Mededeelingen van de Centrale Commissie voor de Rijn-
vaart’ ……………………………………
986

MEERJARTO SCHATKISTPAPIER door
C. A. Klaasse
•…
987

De crisis in de Nederlandsche zuivelindustrie door
H.
J.

Frieterna

………………………………
889

Wering van buitenlaudsehe arbeidskrachten door
Dr.
Ir. B.

Bötger ………………………………
991

l’ropagancla voor het Australische product in Neder-
landsch Oost-Indië door
Jhr. Dr. J. C. Mollerus
992

Codes en code-condensors door
Dr. ir. C. B. Barto
….
993

De Rijksmiddelen over November 1933 …………..
994

BUITENLANDSOHE MEDEWERKIEC,:

Schatting van de werlclsuikerproductie in 1933/’34.
Wereldverbruik,

in-

en uitvoer van suiker in
1932/33 door Dr. Ostav Mj/cusch ……………
995

AANTEEKENINGEN:

Tarwemaatregelen in uitvoerlanden…………..
997

Contingenteering van bladzink ………………
998

De omvang van de kapitaalvlucht uit Nederland ..
999

INCEZON DEN STUKKEN:

Oorzaken. en bestrijding van de crisis door
A. Stoop
999

MAANDOIJFERS:

Overzicht der Rijksmiddelen

………………..
1000

STATISTIEKEN

…………………………1000-1004
Geldkoerseii.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

de brug gebouwd wordt, waarschuwposten opgesteld worden.
4o. Bovendien moeten sleepbooten ter beschikking vor
den gesteld om, voor zoovel- noodig, vlotten, zeilsehepen,
alleen varende schepen en van sleeptreinen losgeworpen
aken, gratis vooi-bij de bouwplaats te sleepen. Deze sleep-
booten moeten zich op geringen afstand van de bouw-
plaats bevinden. (Bovendien voor de brug bij Neuwied:
het gebruik van een sleepboot is verplicht voor de alleen
varende schepen; voor vlotten is het gebruik van tvee
sleepbooten, ten voor en ten achter, verplicht gesteld.)
5o. De bekendmakingen voor de scheepvaart, welke
tijdens de uitvoering der werkzaamheden den sleep- en waar-
schuwingsdienst regelen en cle bepalingen bevatten, welke
gevolgd moeten worden voor het besturen van schepen en
vlotten en bestemd zijn om gepubliceerd te worden, moeten
tijdig aan de bevoegde autoriteiten van de belanghebbende
havens der in de Centrale Commissie vertegenwoordigde
Staten worden medegedeeld.

Werken betreffende het afvlakken der
beloopen tusschen Kehi en G
-reffern.

De Commissie heeft op 26 Juli per briefwisseling het
volgende besluit genomen:
,,De Commissie keurt de uitvoering goed van het ont-wel-p betreffende het afvlakken der steile beloopen aan
den rechteroevet- op het Rijnvak tusschen Kehl en Gref-
lam, ingediend door de Delegatie van het Rijk en de
I)uitsche Oeverstateu”.

Verbetering van den Rijn tussehen
Straatsburg en Bazel.

Blijkens mededeel ing van den Fransehen Commissaris is de stand der verken hij Kembs als volgt:
10. De stuw is geheel voltooid, met uitzondering der toe-
gangswegen op de beide oevers en het laten zinken der
blokken ter beschutting tegen uitschuring beneden de
drempels. ])e oeverbekleediugen beneden de stuw moeten
nog afgewerkt worden. ])e oeverbekleedingen boven de
stuw evenals de afwateringskanalen zijn voltooid. De in-
richtingen voor waterafvoer zijn in dienst gesteld.
2o. Het kanaal is voltooid.
3o. De sluizen zijn voltooid.
40. De krachteentrale is voltooid. De laatste turbinen-
groep is op 20 September in dienst gesteld. De electrische
installaties zijn eveneens voltooid.
De opstuwing heeft op 6 Mei 1933 den stand van 244 +
N.N. bereikt. Op 29 Juli liet men den waterstand zakken
om een inspectie der werken mogelijk te maken; geleide-

20 December
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

987

lijk werd de stand van +
239
N.N. bereikt. Na
21 Sep-
tember is de opstuwing hervat.
Blijkens de niededeelingen van dcii Zwitserscheu Corn-
ahissaris betreffende de normalisatieiverken tussehen
istein en StraatsburgfKehl zijn deze werken in de drie
bouwafdeelinger krachtig voortgezet en is men zelfs be-
langrijk vooruit
01)
het werkplan. Sedert het in dienst
nenien van baggerwerktuigeu ôp liet vak tusschen Sas-
bach en Ottenheim, waar neerzetting plaats heeft, strek-
ken de werken zich uit over bijna alle vakken tusschen
Straatsburg en Istein. De tweede phase der werken, zijnde
de afdekking der kribben en cle aanleg van strekdammen,
kon eveneens gedurende den geheelen duur van het laag-
water krachtig voortgezet worden. Er werd vastgesteld, dat op het riviervak, waar de eerste bouwperiode geëin-
cligd is, de as van het vaarwater iii liet algemeen de in
het ontwerp bedoelde richting heeft aangenomen. 01
)

sommige vakken zijn de bereikte breedte en diepte reeds
bevredigend te noemen.

Stroombevaring
1934.
De Commissie heeft besloten in den loop van
Juli 1934
ccii stroonibevariug tusschen Keulen en Mannheim te doen
houden.

Aanmeidbureaux.
Naar aanleiding van een door eenige belanghebbenden
aan cle Centrale Commissie gedane vraag, heeft de Corn-
missie liet volgende besluit genomen:
De Commissie neemt nota van cle door de Duitsche
Delegatie afgelegde verklaringen en is van meeiiil.ig, dat
cle door de particuliere schippersvereenigingen opgerichte
as nrneldbureaux niet in strijd zijn met artikel
1
van de
Akte van Slannheim, daar cle schippers niet verplicht zijn van deze bureaux gebruik te niaken.

R ij nv aart politie regie in e n t.
(Herziening).
De Commissie draagt een nautisch comité
01)
In cle
volgi:de zitting een eerste rapport nopens de herziening
Vn ii
het Rijnvaartpolitiereglement uit te brengen.

Rijn vaartpo 1 itie reglement.
(‘laggeu van politievaartuigen).
De tweede zin van § 5, No.
11
van liet Rijnvaartpolitie
reglement is als volgt gewijzigd:
.,Dit moet geschieden, wanneer
01)
liet schip van rIco
ambtenaar van liet toezicht bij dag een vlag getoond
wordt, welke
01)
Fransch Staatsgebied uit driehoekige
blauw-wit-mode, op Duitsch Staatsgebied uit driehoe-
kige zwart-wit-roode, op Nederlandsch Staatsgebied uit
driehoekige rood-wit-blauwe velden bestaat, en bij nacht
aan stuurboord eene naar voren zichtbare lantaarn niet
rood licht heen en weer gezwaaid wordt.
Deze wijziging treedt in werking niet ingang ‘ahl
t Januari
1934.

Reglement betreffende het vervoer van
bijtende en giftige stoffen op den Rijn.
De Commissie heeft besloten een comité te belasten met liet onderzoek van liet door de Ned. Regeering ingediende
voorstel nopens de wijziging van het reglement betreffen-
de liet vervoer van bijtende en giftige stoffen
01)
den Rijn.

1)atuni der volgende zitting.
11Iet begin der volgende gewone zitting is bepaald
0
1
)

Dinsdag
17
April te 16 uur
30.

MEERJARIG SCHATK!STPAPIER.

Nog voordat het aanhangige wetsontwerp, waarbij
de regeering gemachtigd wordt tot de uitgifte van
schatkistbil;jetten met langer looptijd dan één jaar,
is aangenomen, is reeds de eerste post driejaars-bil-
jetten, een kleine
f 100
millioen groot, ondergebracht
bij een consortium van bankiers. Deze uitgifte ge-
schiedde derhalve onder voorbehoud van de goedkeu-
ring van het genoemde ontwerp.
In dit verband zij in herinnering gebracht, dat de
financiering van de vlottende schuld door schatkist-
biljetten geregéld werd bij de Wet van 4 April 1870,
sindsdien gewijzigd in 1918 en 1922. De voornaamste
kenmerken van de in die wet vervatte regeling zijn
eenerzijds, dat de maximumlooptijd van het schatkist-
papier wordt bepaald op twaalf maanden, terwijl an-
derzijds is vastgesteld, dat de emissie niet mag plaats
vinden tegen lageren dan den parikoers. Het aanhan-

gige ontwerp wil beide essentialia der bestaande rege-
ling doen vervallen, het wil den looptijd op ten hoogste
5 jaren bepalen, terwijl de uitgifte ook beneden pan
zal worden toegelaten.
Hoewel volgens de vorengenoemde wet van 1870 de
uitgifte van langer dan een jaar loopend schatkist-
papier niet toelaatbaar was, heeft toch wel degelijk
af en toe de uitgifte van langer loopende biljetten
plaats gevonden. Daartoe moest dan echter telkens bij
een speciale vet de gelegenheid worden geopend. Dit
gebeurde b.v. door de Wet van 31 Juli 1920 strekken-
de tot goedkeuring van het credietverdrag tussehen
Nederland en Duitschiand. Die wet bepaalde, dat ter
voorziening in de kasbehoeften voortvloeiende uit de
ten uitvoerlegging van dit verdrag, schatkistbiljetten
en promessen mogen worden uitgegeven tot een maxi-
mum bedrag van
f
200 millioen. In afwijking met de
Wet van 1870 werd bepaald, dat de looptijd ten hoog-
ste tien jaar mocht zijn, terwijl de regeering zich ge-
machtigd zag de biljetten beneden pari uit te geven.
Vervolgens stelde de Wet van 24 December 1921 in-
zake de verlenging van door Nederland en Frankrijk
verleende voorschotten de gelegenheid open om ter
voorziening in de hiermee samenhangende kasbehoef-
te schatkistbiljetten met een maximum looptijd van
vijf jaren uit te geven.

Voor speciale gevallen kenden wij dus reeds de Jan-
ger-dan-één-jaar-loopende biljetten. En nog niet zoo
lang geleden heeft de regeering die uitzonderingswet-
ten aangegrepen om weer dat lange papier uit te
geven. Toen in September 1931 de val van het Pond
allerwege op financiëel gebied groote onrust uit-
lokte, trad ook ten onzent, mede als gevolg van den
snel toenemenden bankbiljettenomloop – uitvloeisel
van opvraging van deposito’s en spaargelden – een
verkrapping van de geidmarkt in, die De Nederland-
sche Bank noopte tot verhooging van haar rentetarie-
ven, terwijl zoowel de disconteeringen als de belee-
ningen – tezamen met meer dan
f 100
millioen –
toenamen. Dat onder die omstandigheden een om-
vangrijke vlottende schuld met korten looptijd niet
ivenscheljk werd geacht, is begrijpelijk. Anderzijds maakte hetzelfde wantrouwen op financiëel terrein,
dat de geldmarict zoo sterlc beïnvloedde, de obligatie-
markt voor de uitgifte van langloopende leeningen op
dat moment ten eenen male ongeschikt, zoodat men
gedreven werd naar den tusschenweg: de drie- tot
vijfjarige schatkistbiljetten. Voor het eerst werd de
inschrijving op langer schatkistpapier dan het nor-
male jaarspapier opengesteld in October voor de uit-
gifte dus, waarop de storting per 1 November moest plaats vinden. Toegewezen werden toen ruim
f
8
millioen 3-jarige biljetten,
.f
% millioen 4-jarige en

f
1,2 millioen 5-jarige: op de uitgifte per 1 Decem-
ber d.a.v. werden
f
5Y2 millioen 3-jarige biljetten toe-
gewezen, op de 4-jarige werd niets toegewezen, op de
5-jarige ruim
f
2 millioen. Bij de inschrijvingen per
1 Jan. 1932 en 1 Febr. d.a.v. werd de gelegenheid
om 3-, 4- en 5-jarige biljetten te verkrijgen eveneens
opengesteld, doch toewijzing vond niet plaats. Sedert-
dien werd de inschrijving op langer papier dan jaars-
biljetten niet meer opengesteld. Deze uitgiften von-
den plaats onder de vigueur van de wet van 31 Juli
1920, waarbij het bekende Duitsche crediet werd ver-
leend.
* *
*
Volgens de Memorie van Toelichting bij het onder-
havige ontwerp is de bedoeling om gebruik te maken
van de constellatie van de geldmarkt, die doet ver-
wachten, dat omvangrijke bedragen, die niet beschik-
baar zijn voor vaste belegging, toch wel voor langeren
térmijn dan één jaar emplooi zoeken. Deze gelegen-
heid wordt dan tevens aangegrepen om het bezwaar
van uitgifte beneden pari weg te nemen, omdat im-
mers die beperking noodeloos de bepaling van het
meest ivenscheljke rentetype in den weg staat. In-
derdaad staan op het oogenblik zeer omvangrijke be-

988

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

dragen ter beschikking van onze depositobanken, die
zij wel voor wat larigeren termijn willen uitzetten,
hoewel door den aard en herkomst der gelden, zij deze
niet kunnen aanwenden voor belegging in obligatiën’
met zulk een langen looptijd, dat het koersrisico bij
eventueelen verkoop een factor van te groote beteekenis
gaat worden.
Men kan natuurlijk terecht de vraag stellen, of
zelfs dit driejarig papier eigenlijk wel thuis hoort
in de portefeuille van banken, welker verplichtingen grootendeels dagelijks opzegbaar zijn en welker ter-
mijudeposito’s toch op zijn langst voor een jaar zijn
gegeven. Daarbij bedenke men echter, dat eenerzijds de eigen kapitalen en open mitsgaders stille reserves
voldoende speelruimte laten voor belegging op langen
termijn, omdat bij de meeste instellingen de illiquide
investeeringen het bedrag van het eigen vermogen bij
lange na niet bereiken. Anderzijds moet niet uit het
oog worden, ve±loren, dat ook dit papier elk oogeublik
door heleening liquide te maken is, zoodat dan alleen
het daarbij benoodigde surplus als illiquide is te be-
schouwen.

Dat er dus, zooals de Memorie het stelt, thans geld
voor deze belegging beschikbaar is mag men wel aan-
nemen. Hiermee is dan ook voor deze uitgiften een
geheel andere ,,arbeidssfeer” geschapen dan voor die
welke eind 1931 plaats vonden. De bovenvermelde cij-
fers, vooral die omtrent de niet-toewijzing bij de eerste
ernissies in 1932, bewezen reeds, dat de animo toen
niet overmatig groot was. Maar toen moest men het
dan ook van een heel ander publiek hebben! De ban-
ken deden alles om haar liquiditeiten tot het uiterste
te conserveeren en zelfs op te voeren; de geidmarkt
deed in ruime mate een beroep op de centrale bank.

Het valt niet moeilijk te
begrijpen,
dat bij zulk een
situatie de banken geen afzetgebied vormen voor
schatkistpapier, laat staan dus papier met langeu
looptijd. Men moest het toen dus hebben van andere beleggers, beleggers, die anders hun geld in gewone
langloopende obligatiën investeerden en nu vanwege
het gevaar op koersdalingen van beteekenis dat niet wrilden. Om dezelfde reden hebben in dien tijd im-mers bijna alle kapitaalbehoevende gemeenten vijf-
jarige leeningen uitgegeven! De emissies van lang-
loopende schatkistbiljetten richtten zich toènmaals dus
tot de kapitaalmarkt, thans daarentegen tot de geld-
markt.

Dat de regeering van de geschetste constellatie ter
geldmarkt gebruik maakt om den gemiddelden loop-
tijd van de vlottende schuld wat te verlengen en daar-
voor een wat hoogeren rentelast over heeft, is ook wel
begrijpelijk. ‘) Hoewel de nieuwe biljetten met de rest
van de vlottende schuld dit gemeen hebben, dat men
voor de aflossing aangewezen is op de mogelijkheid
om nieuw geld op te nemen – in tegenstelling dus
met de geconsolideerde schuld, die zich uit de ,,ge-wone middelen” amortiseert – vormen zij toch juist
door hun langeren duur een minder doorloopende la-
tente bedreiging van de kaspositie onder weinig ge-
equilibreerde omstandigheden, zooals die zich in de
laatste jaren hebben voorgedaan. Zoodat het zeker te
motiveeren is voor dat langere geld, al blijft de schuld
ook vlottend, – de regeering heeft in de M. v. A. uit-
drukkelijk gezegd, dat zij de langloopende biljetten als
zoodanig beschouwt, en dat haar streven tot consoli-
datie er niet door verzwakt zal worden – een wat
hoogere rente te betalen. Ook de meeste andere regee-
ringen kennen naast de zeer kortloopende schatkist-
financiering en de geconsolideerde schuld den tus-

1)
De gemiddelde looptijd is trouwens in de laatste jaren
reeds verlengd, doordat de verhouding tusschen schatkist-
prornessen en jaarsbiljetten sterk ten gunste der laatsteü
is gewijzigd; terwijl begin Januari
1932
van
f 480
mil-
lioen schatkistpapier slechts
f 175
millioen jaarsbiljetten
waren, zijn thans van
f 470
millioen niet minder dan
f 335
millioen jaarsbiljetten. Men kan dus de uitgifte der lan-
gere biljetten beschouwen als een voortzetting van een
reeds ingezette politiek.

schenvorm der drie- tot vijfjarige biljetten, en met
reden.

Men vraagt zich intusschen af of de rente, welke
voor de nieuwe 3-jarige biljetten wordt betaald, niet wat aan den hoogen kant is. Het driejaarspapier, dat
eind 1931 werd uitgegeven, droeg een rente van
4 pCt.; de 1 November-emissie werd toegewezen op
een koers, die een reëele rente van rond 5 pOt. hetee-
kende, terwijl toen het jaarspapier juist 31% pOt. op-
bracht; de 1 December-uitgifte rendeerde voor het
driejaarspapier 41% pOt., voor het jaarspapier 3 pOt.
Op het oogenblik worden jaarsbiljetten verhandeld
tegen
11/2
pOt., de 31%I pOt. staatsleening 1911 noteert
95 pOt. Of bij die cijferverhouding een intrest van
31% pOt. netto voor driejaarsbiljetten niet wat aan
den hoogen kant is, is een open vraag.
De voorwaarden zouden dan ook wellicht wat gun-
stiger uitgevallen zijn, wanneer men het papier bij
openbare uitgifte had aangeboden, zooals trouwens
steeds het schatkistpapier elke maand wordt geplaatst.
Waarom men dit keer van die gewoonte is afgeweken
is niet duidelijk. Er heerscht dan ook eenige verwon-
dering en ontsternming in kringen, die regelmatig
op schatkistemissies inschreven, die dus steds de kas-
financiering van het Rijk steunden, doch niet in de
gelegenheid werden gesteld aan deze uitgifte te par-
ticipeeren.

Het gerucht heeft de ronde gedaan, dat De Neder-
landsche Bank bij deze transactie, hetzij als bemidde-
laar of zelfs als initiatiefneemster zou zijn opgetre-
den. Erg waarschijnlijk klinkt dit niet, omdat er wei-
nig aanleiding voor schijnt te zijn. Mocht het toch het
geval zijn, dan zou men de verklaring in deze rich-
ting kunnen zoeken, dat de centrale bank met welge-
valle.n transacties tusschen de banken en gelduemers
b.v. de regeering zou zien, waardoor de banken een
wat hooger rendement op een deel van haar beschik-
bare middelen kunnen maken dan de uiterst lage
rente, die op prolongatie- en discontomarkt in nor-
male objecten te behalen valt. Immers reeds geruimen
tijd lang hebben de banken ter wille van den gaven
gulden, waarvoor de centrale bank op de bres staat,
zich geheel of bijna geheel onthouden van transac-
ties met huitenlandsche geldnemers, waar zij lucratie-.
ver emplooi voor haar liquiditeiten konden vinden. Wanneer zich nu een gelegenheid voor een contra-
prestatie voordoet, dan zou dat wellicht De Neder-
landsche Bank niet onaangenaam zijn daaraan mee te
werken.

In dit verband zij gereleveerd, dat de onderhavige
transactie, waarschijnlijk slechts voor een deel van
haar totale bedrag, tengevolge heeft, dat emplooi ge-
vonden wordt voor een deel van de circa
f
200 mii-
lioen ,,werkelooze middelen”, die de banken bij de
centrale bank hebben staan. Ik merkte reeds op, dat
het niet de bedoeling is de vlottende schuld door deze
transacties te verhoogen. Per 1 Jan. as. zal dan ook
geen schatkistemissie worden aangekondigd (er ver-
vallen dan rond
f
65 millioen papier, de overige
f
30
it
f
35 millioen zijn noodig voor verdere kashehoef-ten). Waren nu de banken de eenige houders van het
uitstaande schatkistpapier, dan heteekende dus op
den duur deze transactie slechts een vervanging van
korter papier in haar portefeuille door dit lange.
Maar er is ook schatkistpnpier in andere handen!
Zoodat wel degelijk de transactie voor de bij het con-
sortium betrokken banken kan meebrengen, dat een
deel van haar tot nu toe rentelooze liquiditeiten ren-
tegevend wordt gemaakt.
In elk geval is er dus een zeer belangrijke verhoo-
ging van het rendement op die portie, die tot ver-
vanging van bestaand bezit aan kort schatkistpapier
strekt (omzetting van driemaandspapier in dit drie-
jaars vermenigvuldigt het rendement ongeveer tien
maal, omzetting van jaarpapier ruim twee maal).
Voor het restant zien de andere geidgevers hun bezit
aan schatkistpapier uit de nieuwe emissie afgelost en
zij kunnen dit toevoegen aan het surplus op de geld-

20 December 1933

ECONOMISCH-STATIS’JISCHE BERICHTEN

989

markt om den overvloed nog te vergrooten en de rente
nog verder te drukken. Of dat billijk is tegenover die
andere geldgevers, die tot nu toe toch ook de schat-
kistpapierrnarkt steunden, lijkt kwestieus. En van-
neer na aanvaarding van het betreffende wetsont-
w’erp straks meerdere soortgelijke emissies volgen,
dan lijkt het oolc wenschelijk om het oude en beproef-
de systeem van inschrijving weer te volgen. Dat ligt
wellicht ook in de bedoeling, misschien is zelfs de
zesmaandsblokkade, waartoe het ban kconsortium zich
dit keer heeft moeten verplichten, opgezet om voor-loopig de markt voor dit soort papier .vrij te houden
voor de nieuwe emissies.
C. A. KLAASSE

DE CRISIS IN DE NEDERLANDSCHE
ZUIVELINDUSTRIE.

Verschillende oorzaken hebben gedurende de laat-ste jaren op het gebied van de Nederlandsche zuivel-
industrie doen ontstaan een reeks problemen, waar-
van de belangrijkste zijn: le. hoe voorkomt men een
volledige ruïneering van onzen boerenstand, voor
zoover deze zijn bestaan vindt in de melkveehouderij
en 2e. wat moet er worden gedaan, nu de exportmo.
gelijkheid van boter en kaas zéé gering is geworden,
dat de Nederlandsche melkproduceut zit met een sur-
plus, dat letterlijk onverkoopbaar is.
De realiteit van het eerste vraagstuk blijkt vol-
doende uit de volgende gegevens, welke betrekking
hebben op de prijzen, die door de coöperatieve zuivel-
fabrieken in Friesland per 100 KG. melk zijn uitbe-
taald aan hare leden. Deze bedroegen, bij een gemid-deld vetgehalte van

in het boekjaar
1925/
1
26
…….
f 10.22

3.39 %

19261
1
27 ………8.18

3.35

1927/’28

…….., 8.27

3.37

1928/’29

………9.18

3.40

1929/’30 ………8.49

3.48

1930/’31

………6.70

3.45

1931/’32

………4.88

3.44

in de boekjaren 1911/’14 ………5.28

3.16

Gedurende de laatste weken, voordat de Orisiszuivel-
wet haar invloed begon uit te oefenen, kon door die-
zelfde fabrieken nauwelijks
2
cent per kilogram volle
melk worden uitbetaald. Toen bedroeg de wereld-
marktprjs voor 100 KG. prima versche boter onge.
veer
f 80,—,
terwijl gedurende het eerste, tweede en
derde kwartaal van dit jaar de Kopenhaagsche Notee-
ring per 100 KG. boter niet hooger is geweest dan

f
63,—,
f
56,— en
f
64,—. Het zou van zeer weinig
werkelijkheidszin getuigen, wanneer aangenomen werd
dat, bij een veel grootere mate van rationalisatie, de
Nederlandsche zuivelproducent in staat zou zijn tegen
deze prijzen loonend te produceeren. Typeerend voor cle verhoudingen is het feit, dat destijds een boer een
emmer volle melk bracht naar een café, waar hij een
kop koffie nam en voor het verlaten van dit café
toch nog zijn portemonnaie moest openen, omdat de
waarde van een emmer melk niet meer bedroeg dan
den prijs van een kop koffie exclusief de gebruikelijke
fooi.
Zooals bekend, komt, ontdaan van details, de
C.Z.W. hierop neer, dat zij de binnenlandsche boter-

consumcnten verplicht een accijns te betalen, welke
thans
f 1,—
per KG. bedraagt. De opbrengst van
deze accijns wordt, tezamen met die, welke op andere
spijsvetten worden geheven, gestort in het Orisis-Zui-
velfonds, hetwelk, na aftrek der onkosten, wordt uit-
gekeerd over het – tot boter, kaas en andere zui-
velproducten – verwerkte melkvet. Op deze wijze
krijgt dus ook de kaasprodueent een toeslag op de
door hem verwerkte melk, welke, doordat de produc-
tieverhouding der verschillende zuivelproducten uit-
sluitend afhankelijk is van de betrekkelijke rentabi-
liteit, in een billijke verhouding staat tot den toe-
slag, dien de boterproducent ontvangt. Tevens werd
de margarineproducenten de verplichting opgelegd

om, behalve dat de margarine aan een accijns werd
onderworpen, in hun product boter te mengen.
Aangezien de accijns, welke op -boter wordt ge-heven, bij uitvoer van boter wordt gerestitueerd en
de invoer van boter in ons land is beperkt, heeft dus

de
C.Z.W.
tot gevolg, dat het binnenlandsch boter
prijspeil thans
f 1.00
per KG. hooger is dan het we-
reldmarktprjspeil, dat momenteel
f 0.60
per KG.
bedraagt. 1-let zou dus, behoudens overwegingen,
waarop wij terugkomen, gewenscht zijn, dat de Ne-
derlandsche zuivelberei der
zijn
geheele hoterproduc-
tie in het binnenland kon plaatsen. Voor de andere
zuivelproducten zou dit niet noodig zijn, omdat alleen
voor boter de hinnenlandsche
prijzen
hooger
zijn
dan
die, welke in het buitenland kunnen worden be-
dongen. Intusschen kan worden vastgesteld, dat het
hinnenlandsch verbruik van melk, boter en kaas niet
zoodanig kan worden opgevoerd, dat, zonder een zéér
ingrijpende productiebeperking, hierdoor de Neder-
landsche zuivelproducent onafhankelijk van het bui-
tenland zou kunnen worden gemaakt.
Bij de beoordeeling van de vraag, hoe het staat met
de exportmogelijkheid van onze zuivelproducten, moet
onderscheid worden gemaakt tusschen de positie van de Nederlandsche boter en die van de Nederlandsche kaas op de wereldmarkt.
1)
Dit verschil blijkt in de
eerste plaats, wanneer men zich afvraagt in hoeverre
het verbruik van beide producten afhankelijk is van
de groothandelsprijzen. Nu is, zooals bekend, de vraag
naar boter in het algemeen vrij sterk elastisch. Af-
gezien van belangrijke veranderingen in de koop-
kracht van de bevolking schijnt het boterverbruik hij
een daling van den detailprijs
t
25 pOt. toe te nemen
in ongeveer dezelfde verhouding. Aangezien het ver-

schil tusschen de groothandelsprijzen en de detail-
prijzen betrekkelijk gering is, vindt dus een daling
van de groothandelsprijzen, bij overigens gelijkblij-
vende omstandigheden, spoedig een tegenwicht in de
toegenomen consumptie. Bij kaas is echter de vraag
lang niet zoo sterk afhankelijk van de detailprijzen,
waarbij komt, dat in het algemeen de detailprijzen
zeer veel hooger zijn dan de prijzen, welke de produ-cent realiseert. 1-let spreekt vanzelf, dat de consump.
tie voor beide artikelen veel minder sterk toeneemt
bij terugloopende groothandelsprijzen in het produc-tiegebied, wanneer in het betreffende consumptiege
bied hooge invoerrechten worden geheven. Het is dan
ook in menig afzetgebied voor Nederlandsche kaas
voorgekomen, dat de dietailprjzen practisch onmerk-
baar werden beïnvloed door een daling van 50 pOt.
van de prijzen, welke de producent realiseerde, de
traagheidsfactor van de aanpassing van kleinhandels-
prijzen hierbij in aanmerking genomen.
De invloed, welke prijsdalingen hebben op de
marktpositie van boter en kaas is dus voor beide arti-
kelen niet dezelfde. Dit geldt zoowel voor de artike-
len in het algemeen als voor Nederlandsche boter en
kaas in het bijzonder. Immers zoodra de Nederland-
sche boter betrekkelijk weinig goedkooper is dan bv.
Deensche boter, zal de vraag naar Nederlandsche
boter spoedig toenemen ten koste van de Deenscht.
boter.
2)
Een aanzienlijke prijsdaling van Nederland-
sche kaas in verhouding tot b.v. Zwitsersche kaas zal echter slechts na verloop van betrekkelijk langen tijd
een zeer geringe verschuiving in de consumptievei.
houding veroorzaken.

Uit het bovenstaande leid ik af, dat voortduren-
de reclame op groote schaal voor Nederlandsche
kaas in het buitenland, gecombineerd met een uit-

) Wat de andere melkproducten betreft, volstaan wij in
dit verband met de opmerking, dat de beteekenis van de
helangrijke industrie van gecondenseerde melk feitelijk
staat en valt met de houding, welke Engeland aanneemt
tav. den invoer van dit artikel.
2)
Door de eigenaardige marktverhoudiiigen aldaar heeft
dit verschijnsel in Engeland een belangrijk minder groots
beteekenis dan elders.

990

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

voerverhod van kaas van minderwaardige kwaliteit, jaren geleden uitermate doeltreffend zou zijn geble-
ken, onder de huidige omstandigheden veel mindei
effect zou sorteeren, doch, zoodra de invoerhelemme
ringen in het buitenland weei- in beteekenis afne
men, volstrekt geboden zal blijken te zijn.

Uit het bovenstaande volgt mi. verder nog dat,
wanneer in een belangrijk afzetgebied de invoer van
Nederlandsche kaas wordt beperkt, het vrijwel onmo-
gelijk is te trachten, door vergoeding van de vraag
naar Ned erlandsche kaas elders, binnen afzien baren
tijd een compensatie te vinden, zelfs al zouden de prij
zen tot een zeer laag peil dalen. liet zou dus waar-
schijnlijk voor den Nederlandsehen kaasp rod neen t
beter
zijn,
wanneer hij in een dergelijk geval.trachtte
door een productiebeperking de prijzen elders op peil
te houden. De onderlinge concurrentie belet echter
cnn dergelijke productiebeperking, clie pas wordt toe-
gepast, wanneer de kaaswaarde van de melk lager is
dan de boter-waarde. Het is dezen zomer herhaaldelijk
voorgekomen dat, niettegenstaande de zéér lage boter–
prijzen, de waarde van de afgeroomde melk negatief
is geweest en dat het dus voordeeliger is gebleken om
de melk te ontroomen, van de room boter te maken en
de afgeroomde melk naar de boerderij terug te zenden,
waar ze als veevoeder een weinig gewenschte bestem-
ming vond.

Hoewel het begrijpelijk is, dat b.v. in China het
gebruik van boter per hoofd van de bevolking prac
tisch nihil is, is het toch merkwaardig, dat in 1928
Groot-Brittannië 68 pCt. en Duitsnhland 28 pCt. in-
voerde van al de boter, welke in het internationaal
verkeer werd gebracht. De totaalinvoer van de be-

langrijkste invoerlanden bedroeg
namelijk
in dat jaar
448.489 ton, waarvan Engeland 302.195 ton ei
Duitschiand
126.553
ton invoerde. Hieruit
blijkt
du,
dat in de andere landen betrekkelijk zeer weinig boter
kon worden ingevoerd. Invoerlariden van eenige be-
teekenis waren bv. België, Frankrijk, Zwitserland,
Oostenrjic, Tsjecho-Slovakije en Nederi. Oost-Indië.
Nu hebben verschillende belangrijke boterimportee-
rende landen door contiiagenteering of door het hef-
fen van prohibitieve rechten den boterinvoer geheel
of gedeeltelijk onmogelijk gemaakt. Dit is vooral een
gevolg geweest van de steeds lagei-e prijzen, waardoor
de behoefte van de inheemsche producenten aan be-scherming voortdurend toenam, waardoor de met de
prijsverlaging gepaard gaande consumptietoeneming
onmogelijk werd gemaakt, omdat in het betreffende
gebied de prijze.n weinig daalden. Op de vrije wereld-
mark-t daarentegen daalden de prijzen, mede hier-door, nog weer verder, waardoor in een steeds toe-
nemend aantal landen de invoer-belemmeringen voort-
durend in heteekenis toenamen. Momenteel heeft dit
alles hespottelijke wanverhoudingen veroorzaakt. Al-
leen in Engeland, waar het verbruikersbelang bleef
overheersehen, werd de invoer aanvankelijk in het ge-
heel niet bemoeilijkt, wat tot gevolg heeft gehad, dat
de consumptie daar sterk toenam. In 1932 voerde
Engeland in 413.604 ton boter, over-eenkomende met
80 pOt. van den invoer van de
belangrijkste
invoer-
landen samen. De totale boterinvoer van Duitschiand
is in 1933 beperkt tot 55.000 ton.
Intusscheri is niet alleen het Pond gedeprecieerd,
wat beteekent dat, in goud uitgedrukt, de koopkracht
van den Engelschen consument in het buitenland met
een derde gedeelte is afgenomen, echter is Engeland
tevens in Ottawa ertoe overgegaan den invoer van
de niet-Britsehe boter aan een preferentieel invoer-
recht van 15/- per cwt. te onderwerpen, wat gezien de enorme heteekenis van de koloniale boter bp de
Engelsche markt, voor ons land en vooral voor
de Deensche boter buitengewoon nadeelig is. Het is
trouwens een feit, dat de prijzen van de koloniale
boter van de waardedaling van het Pond en de in-
voering van het pr-eferentieel tarief weinig of geen
merkbaren invloed hebben ondervonden en dat deze

schokken geheel
zijn
opgevangen door Denemarken,

ons land eir enkele Baltische landen. In Engeland is, vooral door de toenemende aanvoe-
ren van koloniale boter, onze hoterpositie steeds moei-
lijker geworden. Zelfs hebben wij, hoewel Engeland steeds meer boter invoerde, onzen boter-export naar
Engeland niet eens, in absolute cijfers uitgedrukt,
kunnen handhaven. In 1900, toen de totaal-uitvoer
van Nederlandsehe boter 22.7 millioen KG. bruto be-
droeg, verzonden wij 13.1 millioen KG. bruto naar
Engeland. In 1913, toen de totale productie ongeveer
70 millioen K.G. netto bedroeg en de totaal-uitvoer
35.6 millioen KG. bruto, nam Engeland hiervan 8
millioen KG. bruto, tegenover België 8.6 millioen en
Duitschland 19.1 millioen KG. bruto. In de periode
1927 t/m. 1929, toen in ons land gemiddeld per jaar
85.7 millioen KG. netto werd geproduceerd en de
totaal-uitvoer- gemiddeld 47.4 millioen KG. bruto be
droeg, nam Duitsehland 36.4 millioen en Engeland
slechts 10.9 millioen KG. bruto. In 1932 bedroeg de
totale boteruitvoer van ons land slechts 20.4 millioen KG. bruto, waarvan Duitschland 9.9 millioen en En-
geland 2.3 millioen KG. bruto nam.
In ons land is, meer dan dit in Denemarken het
geval is, de melk-productie helaas in sterke mate on-
derhevig aan seizoeniuvloeden, welke verband houden
met de natuur en met de wensch van de veefokkers
om de geboorte der kalveren vooral te doen plaats
vinden in de eerste maanden .van het jaar. Vooral
t.a.v. een artikel als boter maakt dit de positie
van onze exportbedrjveu gedurende de wintermaan-
den moeilijk. Men moet daarom bewondering hebben
voor het feit, dat verschillende exporteurs erin zijn
geslaagd, zoowel ‘s winters als ‘s zomers boter te ex-
porteeren naar- Engeland, Duitschiand en België en
daarvoor dikwijls hoogere
prijzen
maken dan voor de
beste Deensche boter worden bedongen.
Neemt het hinnenlandsch verbruik in ons land, in
verhouding tot den export van boter toe, wat dooi
het mengen van boter in de mar-garine inderdaad een
feit is, dan wordt de verhouding tusschen het kwan-
tum boter, dat ‘s zomers en dat ‘s winters voor- export
in aanmerking komt, nog moeilijker-. Aangezien het
practisch onmogelijk zou blijken gedurende de zomer-
maanden het overschot uit te voeren, heeft de over-
heid, ingevolge de C.Z.W., gedurende den zomer van
dit jaar en van verleden jaar belangrijke hoeveelhe-
den boter in de koelhuizen doen opslaan. Ten einde
dit kwantum binnen redelijke grenzen te houden
heeft de C.Z.C. in de zomermaanden van dit jaar een
groote partij boter- uit de markt genomen en in Enge-
land verkocht. Hoewel de omstandigheden in dien tijd
toevallig vrij gunstig waren en hij deze verkoopen
voor-nl ook de overweging een rol speelde, dat bij een
eventueele invoer-contingenteering door Engeland ons
contingent daardoor zou kunnen worden ver-groot,
moet mi. dit centralisatieverschijnsel den betrokke-
nen de oude waarheid hebben duidelijk gemaakt, dat
men in Engeland beter een handel kan opbouwen dan
een verkoop kan forceeren. Intusschen is de invoer•
beperking gelukkig nog niet een feit geworden.
Men heeft tijdelijk het mengper-centage boter in de
inar-garine, waar-van het maximum door de C.Z.W. is
gesteld op 50 pOt., verhoogd van 25 pOt. tot 40 pOt.
Behalve het pr-incipiëele bezwaar, dat hierdoor de
scheiding tusschen natuurboter en margarine nog
vager werd en de positie van den boter-producent nog
meer werd teruggebracht tot leverancier van grond-
stof van de margarine-industrie, kleefde aan dezen
maatregel nog een belangrijk financiëel nadeel. Ten-
gevolge van het als vaststaand aangenomen beginsel,
dat de kostprijs van de mélange steeds een vast be-
drag behoort te zijn, zoodat hij verhooging van het
percentage boter de heffing op de in de mélange aan-
wezige margar-ine wordt verlaagd, heeft namelijk deze

15 pOt. boter, welke méér in de margarine is gegaan,
voor den boer niet meer- opgebracht dan 26 cent per

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

99!

KG-. Een verhooging van het mengpercentage tot 50
pCt. zou nog betreurenswaardiger gevolgen hebben
gehad, tenzij men bovenbedoeld uitgangspunt inzake
een vasten kostprijs zou herzien. Het ligt dus ook
voor de hand, dat met alle kracht wordt getreefd
naar een meer bevredigende oplossing.
In tegenstelling tot boter heeft kaas de eigenschap. dat voorraadvorming niet steeds uit den hooze is. In-
tegendeel is het voor sommige streken noodzakelijk
geen jonge, doch oude kaas in te voeren, omdat te
jonge kaas niet tegen de hooge temperaturen bestand
is, terwijl in andere gebieden voor oude kaas eelt
hoogeren prijs is te maken, omdat men deze soort
meer waardeert. Het is dus gewoonte gedurende den tijd van de groote productie zgn. ,,exportkaas” uit de
markt te nemen, waardoor stabiliteit in het aanbod
wordt bevorderd. Tevens is het kaasverbruik in de
zomermaanden niet onbelangrijk grooter dan in de
riutermaanden
Uit het bovenstaande mag niet worden afgeleid, dat
de kaaspositie in ons land gunstiger is dan de boter-
positie. In de eerste plaats hebben de belangrijkste exportianden, met name Duitschland en Frankrijk,
den invoer van Nederlandsche kaas zeer sterk beperkt
en in de tweede plaats maakte de zeer weinig elasti-
sche vraag naar Nederlandsche kaas het onmogelijk
elders een compensatie hiervoor te vinden. Het uit de
markt nemen van een
aanzienlijke
hoeveelheid kaas en
deze elders, zij het ook tegen zeer lage prijzen, te ver-
koopen, als gedaan is t.a.v. boter, zou volstrekt onmo-
gelijk blijken te zijn.
lIet gevolg is dan ook geweest dat de kaasprijzen,
met name in de periode van de grootste productie,
dikwijls tot beneden het nulpunt zijn gedaald. Aan-
gcnomen mag worden, dat in het volgend voorjaar dit
weer het geval zal worden. In de afgeloopen zomer-
maanden heeft de C.Z.O. de beperking ian de kaas-
productie krachtig gesteund door een toeslag te ver-
leenen op de teruggave van ondermelk aan de boerde-
rijen. Hierdoor nam echter de boterproductie weer toe.
In 1927 t.m. 1929 bedroeg de kaasproductie in ons
land gemiddeld per jaar 130.9 millioen KG-. netto, de
uitvoer 95.1 millioen KG. bruto, waarvan 42.5 mii-lioen KG. bruto stond op naam van Duitschland. In
1932 bedroeg de kaasproductie slechts 119.5 millioen KG. netto, de uitvoer slechts 77.1 millioen KG. bruto.
De cijfers van 1933 zullen nog kleiner blijken te zijn.
De Nederlandsche zuivelindustrie maakt uitermate
moeilijke jaren door, terwijl de naaste toekomst be-
klemmend lijkt. Groote ontspanning zou ontstaan,
zoodra de belangrijkste zuivelproducteninvoerende
landen zich de onschatbare economische en cultureele
waarden van een onbelemmerd internationaal ruilver-keer weer zouden realiseeren, terwijl de gedachte, dat
elders, met name in de Engelsche koloniën, de lage
prijzen zullen
moeten
leiden tot een aanmerkelijke
productiebeperkiug, den naar een perspectief hunke-
tanden onderzoeker eenig houvast zal kunnen bieden.
Helaas zijn noch voor het eerste, noch voor het laatste
momenteel nog weinig aanwijzingen.
Leeuwarden.

H. J. FRIETEMA.

WERING VAN BUITENLANDSCHE ARBEIDSKRACHTEN

Het door de Regeeriug bij de Staten Generaal aan-
hangig gemaakte wetsontwerp tot regeling van het
verrichten van arbeid in loondienst door vreemdelin-
gen is een crisisproduct en als zoodanig past het on-getwijfeld in dTe serie van maatregelen, die door de
Regeering worden genomen om hier te lande de werk-loosheid te
bestrijden.
Dat de Regeering het ontwerp
ook als een zuivere crisismaatregel beschouwt, blijkt
wel uit den schroom, waarmede het is ingediend. Ter-
wijl toch in een groot aantal landen reeds sedert ge-ruimen tijd speciale wettelijke of andere regelingen
der Overheid met betrekking tot de toelating of het
verrichten van arbeid door vreemdelingen bestaan
(Duitschiand (1923), Engeland (1920), Frankrijk
(1926), België (1930), Zwitserland (1931), Italië
(1923), Denemarken (1926), Zweden (1927), Noof-
wegen (1927), komt Nederland daarmede eerst als de nood zoo hoog is gestegen dat men zoowel om feite-
lijke als om psychologische motieven niet langer
wachten kan.

In geen enkel land in Europa kan een Nederlander arbeid verrichten, zonder in het bezit te zijn van een
vergunning van het bevoegde overheidsorgaan. Op
zichzelf behoeft dit natuurlijk nog geen reden voor
ons te zijn om ook onze grenzen voor vreemdelingen
te sluiten. Maar wanneer daarbij komt, dat door de
economische of politieke omstandigheden, er bij tal
van buitenlanders een neiging ontstaat om hun toe-
vlucht te zoeken in het eenige land, dat nog voor hen openstaat, en in dat land zelf reeds een werkloosheid
heerscht als nooit te voren, dan kan men begrijpen,
dat maatregelen worden beraamd om te voorkomen,
dat vreemdelingen te werk worden gesteld, terwijl
eigen landgenooten aan den werkloozensteun zijn
prijsgegeven. Onder die omstandigheden kan men,
naar het mij wil voorkomen het thans ingediende
wetsontwerp aanvaarden, hoezeer men het ook prin-
cipieel blijft betreuren, dat zoodanige maatregelen
noodig zijn.
Is er dus voldoende motief voor de voorgestelde re-
geling, verbljdend is tevens, dat de Regeering de
maatregelen slechts wil toepassen voor arbeid in loon-
dienst en dus den arbeid, die vreemdelingen voor
eigen rekening als ondernemer verrichten, niet
wenscht te beperken. Dit lijkt mij juist gezien, im-
mers elke werkzaamheid, die door een buitenlandsche
ondernemer wordt aangevat, zal ons voordeel bren-
gen; de meening, dat hij daardoor Nederlanders het brood uit den mond zou nemen, berust (evenals dat
bij de verdeeling van het werk voor werktijdverkor-
ting het geval is) in het algemeen op het economisch
onjuiste uitgangspunt, dat er slechts een bepaalde
hoeveelheid werk in ons land zou zijn. Wanneer bo-
vendien, zooals door het hüidige wetsontwerp moge-
lijk is, bepaald wordt, dat de buitenlandsche onder-
nemer voor het overgroote deel slechts Nederlandsche
arbeidskrachten te werk mag stellen, is er geen en-
kele reden, hem het welkom vreemdeling te onthou-
den. (Ik schitkel hier de om politieke redenen onge-
weuschte vreemdelingen natuurlijk geheel uit.)
Het weren van vreemdelingen in loondienst is
echter niet geheel zonder gevaar, vooral niet wan-
neer, zooals in Nederland, de eigen arbeiders gewoon
zijn te arbeiden voor een belooning, die hooger is dan
in vrijwel alle andere landen. Daardoor toch zou de
mogelijkheid kunnen bestaan, dat dit hooge loonpeil
kunstmatig gehandhaafd
blijft,
omdat de concurren-
tie, die de vreemdeling met betrekking tot de bonen,
zou kunnen uitoefenen, is uitgeschakeld. Blijkens
de Mem. van Toelichting heeft de Regeering dit be-
zwaar ook wel gevoeld, doch meent zij, dat het bij het
stelsel, dat zij voor de regeling wenscht toe te pas-
sen, niet zal bestaan.
Ook ik geloof niet, dat de handhaving van den hoo-
gen loonstandaard in het algemeen afhankelijk is van het al of niet toelaten van vreemdelingen, ook al om-
dat er dan toch een groote inconsequentie zou be-staan in het feit, dat Nederland het eenige land is,
dat momenteel de grenzen nog open heeft en ondanks
dat toch nog oowat het hoogste loonpeil heeft van
geheel Europa. Intuschen neemt dit niet weg, dat
het bezwaar voor bepaalde werkzaamheden zou kun-
nen bestaan en te dien opzichte kan de door de Re-
geering voorgestelde regeling ongetwijfeld moeilijk-
heden voorkomen.

De Regeering wil een zoodanige regeling, dat het
internationale personenverkeer niet wordt belemmerd
en dat Nederlandsche bedrijven en ondernemingen
niet worden bemoeilijkt bij het in dienst nemen van
vreemde arbeidskrachten, die voor een goeden gang
van, het bedrijf noodig zijn, terwijl zij verder de mo-
gelijkhéid wenscht open te houden de regeling be-

992

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

roeps- of bedrijfsgewijze toe te passen. Op grond daar-
van geeft de Regeering de voorkeur aan een vergun-
ningstelsel, boven een regeling der toelating (pas-
visa) van de vestiging of van het verblijf van vreem-

delingen.
Bij een vergunningstelsel kan men voorschrijven,
dat de arbeider een vergunning noodig heeft om ar-
beid in Nederland te mogen verrichten, of dat een
werkgever hier te lande een vergunning behoeft om
vreemde arbeidskrachten in dienst te nemen. De Re-
geering geeft de voorkeur aan het laatste stelsel;
zij

motiveert echter niet met name, waarom dit haar
beter schijnt dan het verleenen van vergunning aan
de arbeiders zelf, tenzij men de mededeeling, dat de
voorgestelde regeling met weinig administratieven
omslag en met geringe kosten kan worden uitgevoerd
als motief wil doen gelden.
Het gekozen stelsel heeft het bezwaar, dat het den werkgever weer een nieuwen last bezorgt; overigens
lijkt het mij beter dan het vergunningstelsel voor den

arbeider
persoonlijk,
omdat het gemakkelijker tot be-

paalde werkzaamheden en een bepaalden tijdsduur be-

perkt kan worden.
Verheugend is de mededeeling, dat de Regeering
het bedrijfsleven zoo weinig mogelijk last wenscht te
veroorzaken en dan ook slechts van plan is een ver-
bodsbepaling uit te vaardigen, indien de noodzakelijk-
heid daarvan voor een bepaald beroep of bedrijf i

gebleken.
Daarbij wordt tevens medegedeeld, dat, indien de
omstandigheden daartoe aanleiding geven, het be-
drijfsleven kan blijven beschikken over buitenlandschc
technici en vakkundige arbeiders.
Ook mag men zich er over verheugen, dat de rege-
ling niet zal leiden tot nieuwe commissies of organen;
de uitvoering zal berusten bij den Rijksdienst voor
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling.

Tenslotte zij nog vermeld, dat de mogelijkheid is
opengelaten, overeenkomsten af te sluiten met andere
landen, waardoor voor de onderdanen van die landen
een gunstige behandeling wordt gewaarborgd voor
zoover ook omgekeerd Nederlanders aldaar een gun-
stige behandeling genieten. Een actieve handelspoli-
tiek op de arbeidsmarkt, die zich goed aansluit bij de huidige richting der handelspolitiek in het algemeen.
B.
BÖLGER.

PROPAGANDA VOOR HET AUSTRALISCHE PRODUCT

IN NEDERLANDSCH OOST-INDIË.

Met groote geestdrift wordt door de Vereeniging
Nederlandsch Fabrikaat gestreden voor het gebruik
van het ,,eigen” product. De daarvoor gebezigde
methodes zijn velerlei en worden door tal van terzake
volkomen bevoegden als juist aangeprezen, terwijl
natuurlijk daarnaast de onbarmhartige kritiek niet
achterwege blijft. Een der propagandamiddelen voor
het pousseeren van het ,,eigen” product is nog altijd
de ,,show-boat”. Bij mijn reis door N. 0.-Indië tus-
schen April en Juli van dit jaar had ik nog eens
weer gelegenheid het gebruik van een dergelijk ten-
toonstellingsschip van nabij gade te slaan en met
eigen oogen te zien, dat de beteekenis ver kan liggen
onder wat men er dikwijls uit beleefdheidsoverwe-
gingen van moet vertellen.
Onder de hoede der Australische regeering en met
medewerken der K.1.M. werd het moderne mailschip
,,Nieuw Holland” tot tentoonstellingsschip ingericht
en van Adelaïde, via Melbourne, Sydney en Brisbane
naar Makassar gezonden om van daaruit de belang-
rijkste steden van onzen Archipel aan te doen, zoomede
Singapore en Penang. De regeeringen van N. 0.-In-dië en de Straits Settlements hadden hunne instem-
ming met het plan betuigd. Een uitgebreide propa-
ganda voor dit bezoek werd door de geheele Oost ge-
maakt, de K.P.M. deed uitermate haar best. Het
initiatief van de ,,Victorian Chamber of MauufactD-
res” was succesvol. Iii het fraai uitgevoerde officieele

handboek werden natuurlijk welgemeende en vrien-
delijke woorden geuit. In een 44-tal afdeelingen wer-
den de Australische handelsartikelen uitgestald.
Naast allerhande mode-artikelen, geconserveerd
vleesch, reukwerk en boter, vond men er ham, sajet, schoeisel, kruidenierswaren, wijnen, borstels, toilet-
artikelen, euz. Mr. Oscar Seppelt, President van de
,,Associated Chamhers of Manufactures of Austra-
lia”, schreef over deze zending in het officieele hand-

boek: ,,Binnen ons eigen land kunnen wij maatrege-len nemen tot zelfverdediging om er voor te zorgen,
dat onze eigen menschen in de gelegenheid zullen
worden gesteld om in de behoeften van ons eigen
volk te voorzien; maar als wij buiten onze landsgren-
zen gaan, zullen wij ons moeten aangorden om den
strijd te aanvaarden met de ijverigste en onderne-
mendste handeislieden van alle landen. Onze uitrus-
ting moet derhalve de allerbeste zijn. Een flinke ver-
kooper zal er in slagen bijna al de gewone hinderpa-
len uit den weg te ruimen, teneinde in aanraking te
komen met een gewilligen en betrouwbaren kooper:
maar de kooper is op zijn beurt afhankelijk van dan
gewilligen verbruiker in zijn eigen omgeving. Hoe
vriendelijker het publiek gestemd is voor de te koop
gestelde waren, des te beter zal de afzet zijn.”
Voorts dient aandacht besteed te worden aan een
gedeelte van de Verklaring van den Eersten Mi-
nister van Australië, opgenomen in ,,The Argus”
van Woensdag 12 April 1933, welke luidt: ,,Ik zal
altijd gaarne bereid zijn mijn steun te verleenen aan
iedere poging tot verlevendiging van onzen handel
en tot het vinden van nieuwe afzetgebieden voor onze
uitvoerproducten. In het verleden was Groot-Brit-
tannië de voornaamste markt voor de meeste grdnd-
stoffen en manufacturen uit Australië, maar het
spreekt vanzelf, dat de hoeveelheid producten, die
door deze markt kan worden geabsorbeerd, beperkt
is. Het opsporen van nieuwe overzeesche markten is
een zeer ernstig vraagstuk voor onze exporteurs. Een
groote stap voorwaarts werd in deze richting gedaan
op de Rijks Economische Conferentie te Ottawa en
in de overeenkomst gesloten tusschen het Vereenigd
Koninkrijk en Australië werden voorkeurstarieven
opgenomen, toepasselijk op specifieke producten uit
Australië, die naar Kroonkolonies en protectoraten
worden uitgevoerd – concessies ontegenzeggelijk van
groote waarde voor Australische ex’orteurs naar
deze markten. De oostelijke landen bieden een natuur-
lijke markt voor een aantal secundaire producten uit

Australië.”
* *
*

Alvorens over deze officieele mededeelingen een
enkel woord te zeggen, eerst nog enkele opmerkingen
over de ,,show-boat” zelve. Een passagiersboot als de
,,Nieuw Holland”, die inwendig omgebouwd moet
worden tot tentoonstellingsschip, kan slechts een be-
perkte ruimte bieden voor stands. Men dient voorts rekening te houden met de eischen van het publiek,
en zeer in het bijzonder met dat gedeelte van het
publiek, hetwelk voor den exposant van het meeste
belang is: de handeisnienschen. Aan die eischen wordt
niet altijd beantwoord, waarvan het gevolg was, dat tal

van exposanten in Singapore aan land gingen om zaken
te doen. Rustig onderhandelen bleek meer dan eens
onmogelijk, een bezwaar meestal inhaerent aan een
dergelijke wijze van exposeeren. Daarbij heeft een
dergelijke wijze van reclame-maken het nadeel, dat
deze expositie een tweeslachtig karakter heeft. Eener-
zijds is het een ,,handels”-schip, anderzijds een ,,toon”-

schip.
Zij,
die het eerst aangeduide karakter het be-
langrijkste achten, hebben weinig of geen interesse
voor het publiek, hetwelk alleen komt om te ,,kij-
ken”. De aan boord der ,,Nieuw Holland” zijnde han-

delsvertegenwoordigers kregen dan ook een te kort
oponthoud in de verschillende plaatsen om deze
expositie volkomen aan haar doel te doen heant-

woorden. En tenslotte de beteekenis der tentoonge-
stelde goederen. Gaf de ,,show-boat” – om dezen

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

993

naam maar te gebruiken – voldoende nieuwigheden?
Ik meen, dat zulks niet het geval was. Met enkele
Secretarissen van Handeisvereenigingen in Indië had
ik daarover een diepgaande bespreking en in die
kringen stond men op het standpunt, dat nieuwe
artikelen
niet
gebracht werden en dat men dan ook
hoogstens is kunnen komen tot het verlevenaigen
van de bestaande betrekkingen. Immers, Australiche
producten zijn reeds in beduidende mate op onze
Indische markt te vinden. De boter, vruchten, enz.,
om er slechts enkele te noemen, zijn op dusdanige
wijze in Indië geïntroduceerd, dat daarvoor geen bij-zondere reclame meer noodig is. Men zou zich daar-
om kunnen afvragen: heeft deze Australische demon-
stratie geen beteekenis? Ongetwijfeld. Het daarvoor
gebruikte hulpmiddel, de boot, heeft mi. vele, in
menig opzicht onoverkomelijke practische bezwaren,
maar de groote beteekenis schuilt mi. in den ten uit-
voer gelegden wil van Australische zijde om N. 0.-
Indië als afzetgebied te willen behouden. In dat op-
zicht moet deze expositie ons iets leeren. Mijn in-
druk is, dat onzerzijds veel te weinig aandacht is be-
steed aan een oordeelkundig bewerken van het afzet-
gebied ginds en dat misschien al te veel waarde is
gehecht aan het productieprobleem ten onzent. Japan,
Duitschiand, Zwitserland, Engeland en Australië
krijgen hoe langer hoe meer vasten voet op het ge-
bied, waar wij jaren achtereen een eerste plaats in-
namen. Misschien is het ons wel te gemakkelijk ge-
gaan en ervaren wij thans, dat alleen met ongekende
energie een deel van het verloren terrein, nog te her-
overen zal zijn. Ik hoop gelegenheid te
krijgen
in het
bijzonder daarover nog eens het een en ander mede
te deelen.

* *
*

Tenslotte een enkele opmerking over de bovenaan-
gehaalde officieele mededeelingen, naar aanleiding
van het uitzenden van de Australische ,,show-boat”.
Blijkens een door het Institut für Konjunkturfor-
schuiig van 13 Juli 1932 gepubliceerde tabel, over-
genomen in dit tijdschrift van 3 Augustus 1932, ging
41,5 pOt. van den uitvoer van Engeland naar de
andere deelen van zijn wereldrijk, die op hun beurt
31,3 pOt. van hun uitvoer in Engeland afzetten en
bovendien nog 12 pOt. in elkaars gebieden. In 1929
was het percentage van Engeland’s uitvoer naar de
Dominions met 12 pOt. gestegen, terwijl het percen-
tage van den afzet van de Dominions in Engeland
met 25 pOt. is gedaald. Daarna hadden vele en be-langrijke wijzigingen plaats. Ottawa verleende aan
Engeland voor den tijd van vijf jaren vrijstelling van
het 10 pOt. tarief voor een groote reeks van producten
uit het Britsch imperium, terwijl het moederland zich
bereid verklaarde nieuwe invoerrechten te heffen op
vele artikelen uit vreemde landen. Daarna kwam de
val van het Pond en tenslotte het mislukken der
Economische Wereldconferentie. Bijeengenomen is het resultaat niet anders geweest, dan dat de Engel-
sche handelsbeweging ingekrompen is. Ons land –
men denke slechts aan de
cijfers
van den uitvoer on-
zer tuinbouwproducten naar Engeland – is in een
uiterst ongunstige positie gekomen, maar ook N. 0.-
Indië wordt door Ottawa ernstig geschaad op de En-
gelsche markt. Beschouwt men nu de opmerkingen
van den Eersten Minister van Australië nader, dan
wordt Ottawa geprezen, maar
tegelijkertijd
verkon-
digd, dat nieuwe afzetgebieden voor Australische
producten gezocht moeten worden.. . . o.a. in onze.
Oost. Is het feitelijk niet zoo, dat o.a. door Ottawa
Australië ons met de ,,show-boat” is komen bezoe-
ken? Ik meen, dat men deze zijde van het experiment
niet uit het oog mag verliezen.
Jhr. Dr. J. 0.
MOLLERU5.

CODES EN CODE-CONDENSORS.

(Bezuiniging op tele gramkosten.)

Zooals bekend ondersteld mag worden, worden
met 1 Jan. a.s. bij het telegrafeeren in code de code-
woorden met hoogstens 10 letters van de z.g. A-cate-
orie, afgeschaft, waardoor alleen overblijven de code-
woorden met hoogsten 5 letters van de B-categorie.
A-woorden zijn onderworpen aan eenige beperkende
bepalingen, terwijl B-woorden in hun samenstelling
geheel worden vrijgelaten.
Tot nu toe worden de B-woorden, ondanks dit ge-
mak, weinig gebruikt en de voornaamste reden hier-
voor is, dat ze in den regel tot duurdere telegram-men aanleiding geven. Een B-woord van 5 letters
moet in buiten-Europeesch verkeer % van het tarief
opbrengen van een A-woord, dat 10 letters mag
tellen.
Het splitsen van een lO-letterwoord van de A-cate-
gorie in twee 5-letterwoorden, die tot de B-categorie
worden gerekend, zou dus in het algemeen een schade-
post opleveren.
De bovengenoemde bepaling, die in December ji.
werd afgekondigd door het Congres van de Wereld-
Telegraafunie te Madrid, heeft heel wat strijd in
den boezem van dat congres veroorzaakt en daarbui-
ten vele pennen in beweging gebracht. Hoewel tege-
lijkertijd het tarief voor een B-woord werd verlaagd
van 66,7 tot 60 pOt. van den
prijs,
die thans voor
een A-woord verschuldigd is, achtten de veel telegra-
feerende huizen zich benadeeld en zijn gewoonlijk
nog van die meening.
Bij gebruik van cijfercodes en condensors kan dat
vermeende nadeel in een
voordeel
worden omgezet,
zoo men bij het codeeren en decodeeren de juiste
methode toepast. De mate van besparing, die alsdan
kan worden geboekt, kan men aantreffen in een tabel,
welke in mijn boek over dat onderwerp voorkomt
(Economie en Techniek van codes en code-coudensors,
pag. 132 en 133).

Tegelijkertijd kunnen andere, soms diep ingrij-
pende, besparingen worden verkregen door een wei-
nig studie te maken van de beginselen, die den
grondslag vormen of beter
kunnen
vormen van be-
– hoorlijk ingerichte codes. Daar hierover geen moderne
werken of gemakkelijk te bereiken bronnen bestaan,
kan ik alleen naar mijn boek verwijzen, dat deze
materie behandelt naast verschillende andere onder-
werpen, die voor het telegrafeerend publiek van be-
iang zijn.

E. L. Bentley,
de bekende code-constructeur, zegt
ervan: ,,For economy a good figure code cannot be
beaten. To the uninitiated the amount of information
which can be conveyed in a word or two by a figure
code borders on the miraculous.”
• Men denke vooral niet, dat het maken van een
eigen code alleen voor zeer groote zaken van belang
is. Hoe kleiner het bestek is, waarbinnen z.g. phrases,
d.z. volzinnen, uitdrukkingen e.d. gekozen worden,
hoe grooter de economie van een goed ingerichte let-
ter- of cijfercode kan zijn.

Naast een of meer algemeene codes om met wille-
keurige andere huizen zoo goed mogelijk te corres-
pondeeren, dient elke zaak, die jaarlijks zooveel ver-
telegrafeert, dat besparing op die onkosten welkom
moet zijn, haar privé- of privaatcode te hebben. Af-
tchriften ervan moeten dan worden toegezonden aan
die relaties, waarmede het telegrafisch verkeer het
drukst is.
Wat condensors betreft, die alleen dienen om ge-
tallen in woorden en woorden in getallen om te zet-
ten, zijn de tot nu toe meest gebruikte in staat om een woord van 10 letters om te zetten in een getal
van 12 cijfers of omgekeerd, waarbij gewoonlijk
2 cijfers worden afgezonderd voor contrôle-doel-
einden.

Aangetoond kan worden, dat het bereikbare maxi-
num niet een getal van 12, maar een van 14 cijfers
is. Daar elk lO-letterwoord in twee 5-letterwoorden

994

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

en ieder getal van 14 cijfers in twee andere van
7 cijfers kan worden gesplitst, blijft de waarde van
zoo’n 14-cijferscode ook na 1 Jan. 1934 behouden, al
zal men dan liever spreken van een 7-cijfercode.
Zoo’n

7-cijfercode kan ook rechtstreeks bij gebruik van uit-
sluitend 5-letterwoorden worden samengesteld. In dat
geval is er zelfs nog een aanzienlijk surplus aan
materiaal, dat op voordeelige wijze voor allerlei doel-
einden kan worden benut.
De periode, die wij thans beleven, eischt bezuini-
ging op elk gebied. Voor den consument zijn hier
eenige bronnen van besparing aangegeven. Wil dat
zeggen, dat de producent daar vijandig tegenover zal
gaan staan? Volstrekt niet. De practijk heeft bewe-

zen, dat
goedkooper
telegrafeeren meestal ook betee-

kent
meer
telegrafeeren, gewoonlijk ook ten voordeele
van den producent.
De eerste kabel-tarieven waren verbazend hoog
tengevolge van de enorme kosten, die kabels maken
en leggen met zich mede brachten. Vergeleken met
de onkosten van toen om een Vrij eenvoudig telegram
over te krijgen, zijn die van heden werkelijk gering

te noemen.
Afgezien van de crisisjaren, ziet men in de ge-
schiedenis van de kabel-telegrafie, dat terwijl de ta-
rieven voortdurend worden verlaagd, de kabel-maat-
schappijen in bloei toenemen en het kabelnet steeds

wordt uitgebreid.
Het invoeren van een betere code-techniek moge
ook thans aan beide partijen ten goede komen.
Dr.
Ir.
C.
B. BARTO.

DE RIJKSMIDDELEN OVER NOVEMBER 1933.

Elf maanden van het jaar zijn nu verstreken en
het is langzamerhand mogelijk de balans op te maken
van wat de onderscheidene middelen in 1933 voor
‘s Rijks schatkist hebben opgebracht. Het beeld, dat de
middelenstaat te zien geeft, is intusschen nog belang-rijk verbeterd door de uitkomsten der maand Novem-
ber. De gewone middelen verschaften
f
37.153.300

tegen
f
32.995.700 in November 1932 en vertoonen
mitsdien een vooruitgang van
f
4.157.600. De totale

opbrengst overtrof voorts de gemiddelde maandra-

ming met een bedrag van
f
5.304.100.
Uiteraard hebben de nieuwe middelenposten, die
het vorig jaar nog niet in den staat voorkwamen, ook
nu weer een belangrijken invloed uitgeoefend. Laat
men deze nieuwe heffingen buiten beschouwing, dan
blijkt, dat de overige middelen maar
f
1.506.600 meer

hebben opgeleverd dan in dezelfde maand van het
vorige jaar, welke stijging is veroorzaakt door de in-

voerrechten, die met
f
2.783.000 opliepen. Ten op-
zichte van de raming daalt het voordeelig verschil

tot
f
4.553.100.
Dank zij het gunstig resultaat der afgeloopen maand
is de opbrengst over de reeds verstreken maanden

nog slechts
f
15.051.500 bij die van hetzelfde tijdvak
van 1932 ten achter gebleven (over het le halfjaar
bedroeg de teruggang nog
f
20.369.200). De raming
werd over de eerste elf maanden zelfs overtroffen

(met
f
1.564.300). Indien ook hier de nieuwe heffin-
gen buiten de vergelijking worden gehouden, wordt
de verhouding voor 1933 echter veel ongunstiger. De
opbrengst der overige middelen is nl.
f
38.726.300 min-

der dan die over de maanden Januari t/m. Novem-ber 1932, terwijl ten opzichte van de raming thans
een nadeelig verschil blijkt te bestaan (van

f
1.210.500).

In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorige jaar vertoonen de dividend- en tantième-
belasting, de invoerrechten, het statistiekrecht, de
wijn-, de gedistilleerd- en de suikeraccijns, de belas-
ting op gouden en zilveren werken, de registratierech-
ten en de loodsgelden een hooger
opbrengstcijfer.
De
overige middelen brachten minder op. Gerekend over
elf maanden is het loopende jaar alleen in het voor-
deel voor wat betreft de grondbelasting, den accijns

op suiker, de registratierechten en de loodsgelden (de nieuwe heffingen niet mede gerekend).
De grondhelasting liep ditmaal eenigsains in op-
brengst terug (daling f1.900). Daar de vorige maan-
den echter doorgaans gunstig waren, komen de ont-
vangsten der eerste elf maanden nog
f
151.700 uit
boveji die van dezelfde periode van 1932. Het voor
1933 geraamde
ophrengstcijfer
zal voor dit middel
wel ongeveer worden gehaald.
Met de inkomstenbelasting staat het er minder goed
voor. De inkomsten daalden ditmaal met
f
1.619.000
tot een opbrengst van
f
5.881.300. De gemiddelde maandraming werd met
f
1.714.600 overtroffen, doch
voor de maand November is dit niets bijzonders. De
teruggang over elf maanden
(f
15.709.500) komt
grootendeels op rekening van het belastingjaar 1932/
1933, hoewel het nieuwe belastingjaar ook reeds

f
3.728.100 minder opleverde (bij een totale-ont-
vangst van
f
13.561.400). Hiertegenover staat, dat in
de verstrekcn maanden reeds
f
3.918.200 meer bin-
nenkwam, dan het geheele voor 1933 geraamde bedrag,
waarbij nog.moet worden bedacht, dat December in
den regel ook ruime baten oplevert.
Bij de vermogeusbelasting bedroeg de daling in de
afgeloopen maand slechts
f
91.000, waardoor de ach-
terstand over elf maanden steeg tot
f
1.796.700. Daar-
entegen werd 11/12 der raming met
f
468.600 over.

troffen. Ook bij dit middel zal de jaarraming wel
worden verkregen.
De dividend- en tantièmebelasting gaf nog een
meevaller van
f
170.200 boven de ontvangsten van
November 1932. Een opbrengst van
f
791.300 is voor
genoemde maand Vrij hoog; vermoedelijk is er eenige
achterstand ingehaald. Tot dusver werd in het loo-
pende jaar
f
3.965.100 minder geboekt. Aan het ge-
heele voor 1933 geraamde opbrengstcijfer ontbreekt
nog
.f
554.600. Het is niet waarschijnlijk, dat deze
som in de laatste maand van het jaar nog zal binnen-
komen.
De invoerrechten gaven een stijging te zien van
f2.783.000, waardoor de voor dit middel zeer belang-
rijke ontvangst van
f
8.325.200 aan ‘s Rijks middelen
ten goede kwam. Men mag veilig aannemen, dat de
nieuwe omzetbelasting stimuleerend op den invoer
heeft gewerkt. Gerekend over elf maanden, is het
loopende jaar nog f 6.171.700 bij het vorige ten ach-
ter; daarentegen ontstond ten opzichte van de raming
thans een voordeelig verschil (van
f
660.600). De op-
centen op de invoerrechten leveren nog steeds onver-
wacht hooge baten; ditmaal kwam
f
1.456.700 binnen
bij een maandraming van
f
875.000. In elf maanden
werd
f
14.540.100 ontvangen, terwijl gerekend is op
een totale jaarontvangst van
f
10.500.000. Tenslotte
moge worden opgemerkt, dat het statistiekrecht dit-
maal vrijwel evenveel opbracht als in dezelfde maand
van 1932.

De accijnzen vertoonden een onderling verschillend
beeld. Het zout verschafte f 47.400 minder, terwijl
de geslachtaccijns decresseerde met
f
119.500. De
accijns, verschuldigd wegens de geforceerde afslach-
ting van een deel van den rundveestapel, is nog niet
in de schatkist gevloeid. Bovendien moet worden be-
dacht, dat de inkomsten van November 1932 vrij hoog
waren. Vergeleken met de maandopbrengsten van de
vorige maanden van 1933, maakt November een min-
der slecht figuur. De wijnaccijns gaf een klein sur-
plus (van
f
2.900). De stijging van den gedistilleerd-
accijns is slechts schijnbaar, daar November ditmaal
een crediettermijn méér telde. Feitelijk loopt de
accijns terug. Ook de bieraccijns heeft van de malaise
te lijden (teruggang f145.700). De opcenten op den
bieraccijns bleven
f
31.400 bij de verwachting ten
achter. Dat de suikeraccijns een toeneming van

f
961.800 aanwees, is te danken aan de omstandig-
heid, dat in verband met de op 16 October jl. in wer-
king getreden crisisheffing v66r dien datum meer
suiker dan gewoonlijk in het vrije verkeer is gebracht;
de deswege verschuldigde
accijns
is eerst thans ont-.

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

995

vangen. Ook de opcenten op dezen accijns gaven rui-
me baten (rond
f 200.000
boven de maandraming).

Met den tabaksaccijns gaat het nog steeds naar be-
.tieden; een ontvangst van
f 1.514.000
beteekent een

laagterecord sedert Juli
1928.
De belasting op gouden en zilveren werken gaf
weer een kleine opleving te zien (van
f 8.100).
Daar-

entegen daalden de zegelrechten met
f 269.500,
het-

geen niet aan de beursbelasting is te wijten, daar deze
laatste juist met een klein bedag toenam. De regis-
tratierechten leverden
f 137.100
meer op wegens
meerdere overgangen van vast goed. De opbrengst van
dit recht is waarschijnlijk ook gestegen tengevolge
van de laatste wetswijziging, waarbij maatregelen zijn
genomen om ontduiking tegen te gaan. In dit ver-
band moge nog worden opgemerkt, dat zoowel bij de
zegel- als bij de registratierechten de voor
1933
ge-

raamde opbrengst reeds in elf maanden is verkregen. De successierechten daalden met
f 186.800,
waar-

door de achterstand over de afgeloopen maanden steeg

tot
f 3.049.500.
De domeinen gaven
f 21.200
minder.

Daarentegen brachten de loodsgelden
f 25.700
méér

in de schatkist. Hoevel de teruggang bij dit middel, vergeleken met een paar jaar geleden, nog groot is,
stemt het althans tot tevredenheid, dat wij, mede ge-
zien de opbrengsten van de meeste vorige maanden
van dit jaar, blijkbaar over het laagste punt heen zijn.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

SCHATTING VAN DE WERELDSUIKERPRODUCTIE

VOOR HET OOGSTJAAR 1933/’34. WERELD VERBRUIK,
IN- EN UITVOER VAN SUIKER IN
19321’33.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen schrijft ons:
Zooals omstreeks dezen tijd gebruikelijk, verschijnt
ook thans mijn eerste schatting van de wereidsuiker-

productie, die
26.092.000
ton bedraagt tegenover een

productie van
26.331.000
ton in
1932/’33
en
27.208.000

ton in de campagne
1931f 32.

Europa zonder Sovjet-Rusland heeft hierin een
aandeel van
5.935.000
ton of
23
pCt. (tegen
5.608.000

ton of
21
pOt. verleden jaar). Daar de campagne
reeds ver gevorderd is, zijn bijna geen verrassingen
meer te verwachten. Het is echter altijd nog moge-
lijk, dat het eindresultaat nog iets van deze schatting

afwijkt.
Voor Sovjet-Rusland zijn 1.000.000 ton als voor-
loopige productie aangenomen. Deze schatting baseert
zich op de laatste Russische berichten, waarvan de
juistheid helaas niet te controlccren is.

Zou de opbrengst van de productie van geheel
Europa en van de wereld met cle schatting overeen-
komen, dan bedraagt het aandeel van Europa in de

wereldproductie
27
pOt., in
vergelijking
met
24
pOt.

in het vorig jaar. Daar eenerzijds in de Europeesche
uitvoerlanden de overmatige voorraden door produc-
tieheperking opgeruimd zijn en anderzijds het stre-
ven van de tot dusver öp uitvoer aangewezen landen
aanhoudt om zich in de suikervoorziening door het
buitenland onafhankelijk te maken, is in Europa, na
de jaren der beperking (sedert
1930/’31,
toen in Euro-

pa
10.627.000
ton suiker geproduceerd werden) een
neiging tot productie-uitbreiding op te merken, welke
overigens ook in de volgende campagne
(1934/’35)

nog zal aanhouden.

De Vereenigde Staten toonen voor de overzeesche

landen een aanzienlijke stijging der bietsuikerproduc-
tie aan (van
1.363.000
tot
1.600.000
ton); in alle

overige. niet-Europeesche gebieden is de bietsuiker-
productie van weinig beteekenis.

Volgens onze schatting, bedraagt het aandeel van
de bietsuikerindustrie in de totale wereldsuikerpro-
ductie
33
pOt.
(8.667.000
ton) tegen
30
pOt.
(7.906.000

ton) verleden jaar.
Terwijl de opbrengst van de bietsuikerproductie

voor
1933/’34
tamelijk zeker is, kunnen van de riet-

suikerlanden, waarvan vele nog in het geheel niet
met de campagne zijn begonnen, nog groote. verras-
si.ngen worden verwacht. In het bijzonder geldt dit
voor Cuba. Geschat zijn
1.700.000
ton (tegen
2.053.000

ton verleden jaar) hetgeen ongeveer het midden is
tusschen de hoogstmogelijke productie
(2.000.000
ton)

en 1.400.000
ton, waartoe de Cubanen zich volgens
de Internationale Suikerovereenkomst zouden moe-
ten beperken, voorzoover zij niet door toekenning van
een invoercontingent in de Ver. Staten een hooger
quantum naar dit afzetgebied zouden kunnen expor.
teeren, als het in de vrije concurrentie mogelijk

zoude zijn.
Er dient echter nadrukkelijk op te worden gewe-
zen, dat de vorengenoemde twee polen,
2.000.000
en

1.400.000
ton in geen geval de absolute uiterste gren-
zen zijn, daar het riet op Cuba toereikend zou zijn
om, als het in zijn geheel verwerkt zou kunnen wor den, -een suikerproductie van
234
millioen ton of
misschien nog iets meer te leveren. Anderzijds is het
heel goed mogelijk, dat de economische en politieke
verhoudingen op dit eiland zoo worden, dat, onver-
schillig of een oogstbeperking vastgesteld wordt of niet, toch niet meer dan
1.400.000
ton suiker gepro-
duceerd kunnen worden.
Java toont verreweg de grootste daling van de
suikerproductie, waar deze van
2.759.000
ton tot

1.510.000
ton verminderd is. Voor Java is de suiker-
productie van
1933
in de campagne
1933/34
inge-
deeld, omdat het campagnejaar, zooals ook in de
Internationale Suikerovereenkomst is vastgelegd, van
1 April tot
31
Maart loopt en de in den tijd van
April
1933
tot November
1933
geproduceerde suiker
daarom vanzelf in het campagnejaar
1933/’34
valt.
Daar echter op Java zelfs cle oogst
1933
als
1932/33
is aangeduid, waarbij
1932
het jaar der aanplanting

en
1933
dat der oogst aangeeft, zal in de volgende
tabel, welke betrekking heeft op de wereldsuiker-
productie, tot uitdrukking komen, hoe de toestand ,

als de productie van Java in
1933
bij de wereldcam-

pagne
1932/’33
en de vermoedelijke productie van

Java in
1934
bij de wereldeanipagne
1933/’34
geteld
wordt. Het spreekt vanzelf, dat bij het verbruik en
den uitvoer de suikerbeweging in den tijd van 1 April
1932
tot
31
Maart
1933
alleen bij de wereldcampagne

1932/’33
resp. die van 1 April
1933
tot
31
Maart
1934
alleen bij de wereldcamnpagne
1933/’34
geteld kan
worden.
Ondanks de ingrijpende beperking der productie
op Java en een vermoedelijke productieteruggang op
Cuba, is bij de rietsuikerproductie slechts een daling
van 1.000.000 ton te verwachten, daar in een aantal
andere landen, waar de productie sterk beschermd
wordt, zooals Portorico, Britsch-Indië, de Philip-
pijnen en Queensland, een groote productie kan wor-
den verwacht.

Wat de totale suikerbeweging in de afgeloopeu
campagne
1932/’33
betreft, is het statitisch aanwijs-

bare verbruik van
26302.000
ton (tegen
26.100.000

in 1931/’32)
ongeveer gelijk aan de productie
1932/’33

met
26.331:000
ton (tegen
27.208.000
ton in
1931/’32);
daar er echter naast het statistisch aanwijsbare ver-
bruik ook nog
150.000
tot
200.000
ton suiker jaarlijks
verdwijnen, zonder dat men nauwkeurig kan vast-
stellen, wat er mede gebeurt, kan voor
1932/’33
met

een zekere vermindering der overmatige voorraden
worden gerekend. Op het oogenblik toonen de statis-
tisch aanwijsbare voorraden zelfs een teruggang van
ongeveer 1.000.000 ton, terwijl de teruggang zich
eerst in een tijd ging vertoonen, welke al buiten de
raming van de wereldeampagne
1932/’33
ligt. Als de

productie van Java in
1933
bij de campagne
1932/’33
geteld wordt, dan verkrijgt men ongetwijfeld een
overschot van het verbruik boven de productie van

rond
1.200.000
ton.
• Tegenover het campagnejaar
1931/32
toont het

vereldverbruik
193.2/’33
een stijging van rond
200.000

996

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December
1933

Wereklsuilcerverbruilc. In-
en

Uitvoer van ,Suiker*).
Verbruik
Invoer
Uitvoer
1932/
1931/ 1932/
1931/
1932/ 1931/
’33
’32 ’33
’32 ’33 ’32
in 1.000
metrieke
tons ruwsuikerwaarde.
Europa:
Duitschiand 1.503
1.497
22
20
14
119
Tsj.-Slowakije 399
396


280
505
Oostenrijk.

172
200
19
18
– –
Hongarije
.

88
93
– –
5
57
Zwitserland

172 183
166
178,
1.
1
Frankrijk.

1.052 1.018
402
387
302
307
België.. . ..

226
232
121
71
139
58
Nederland.

333 325 125
179 35
38
Groot.Britt.2.110
2.184 2.226
2.223
380
281
Polen …..315
332


108
242
Sovj..Rusl.

960″)
1.500″)
8
46
61
129
Denemarken 195
197 9 63
1
1
Zweden …

260
265
35
99

.


Italië …..319
336
5
5
8 9
Spanje….

296 315

– – –
Overig Eur.

779
807
458

.
538
14
21

TotaalEur.c). 9.179
9.880 3.596
3.827.1.348
1.768

Azië:
China en
Hongkong 570a)b) 605b)
350″)»)

383b)
_b)
_b)

Br.-Indië.. 5.162″)
4.229
477 650
44)
43
Japan en
Formosa
(mci.
Saipan en Korea)

913a)b)

967b)
uSa)»)
43h) 168
5
)b)
175b)

Java……399
402
– –
1.405 1.629 PhilippijnenCi)
75)

52

2
1.090v)

945
Overig Azië

468a)b) 493b)
424a)b)
484b)
14a)b)
34b)

Totaal Azië.. 7.587

6.748 1.366

1.562 2.721

2.826

Afrika:
Egypte….

150
9
‘)
108
– –
30
1
Uniev. Zuid-
Afrika ..

169 173
1
4
163 145
Mauritius..

10″)
10″)
– –
240″)
155″)
Overig Afrika 367a)b)
381b)
331″)’))
3431))
165v)»)
148»)

Totaal Afrika.

696
672
332
347
598

.
449

Amerika:
Ver. Staten 5.992

5.935
Hawaï

20
20
Portorico en
2.887

2.899
38 56
Maagden.
eilanden.

50
50
Cuba») ….

lOOa)
150″)


2.600a)

2.681
Canada en
New.
Foundiland 436v)»)
436»)
386a)b)

402»)
7v)»)
sb)

Britsch W.
Indiëen
Guyana»)

44″)
44″)
3″)
5)
420)
368
Fransch W.-
Indiëb)..

5 5
– –
91″) 92
Dominikaan-
sche Re.
publiek en
Haïti») ..

28
28
– –
363″)
459
Mexico….

211
189


90
15
Midden.
Amerikab)

52″)
53a)
1′)
1″)
10v)
14″)
Argentiniëe)

350)

345
1
4
1
4
Brazilië …

840″)
840v)
– –
50″)
40
Perue) ..
. .

60″) 60


320
339
Overig Zuid-
Amerïkaa)b)233
228146
149
32 25

Tot. Amerika 8.421
8.383
3.424

3.460
4.022
4.098

Australië: Australië
(Vasteland) 339
333


200v)’)
222»)
Overig Austr.

80v)») 84»)

76a)b)
80b) 117a)»)
136»)

Totaal Australië4l9
417
76 80
317
358
Wereld…..26.302

26.100
8.794

9.276 9.006

9.499

*) Zonder de donkeiv suiker der primitieve molens in Azië
en Zuid.Amerika.
a) Geschat; b) Kalenderjaar 1933, resp. 1932;
C)
Met de
Aziatische gebieden van Sovjet.Rusland en Turkije;
(1)
Zonder de op de Philippijnen verbruikte Museovadensuiker;
e) Suiker tel quel; Kalenderjaar 1932, resp. 1931.

Raming van cle werel,clsuikerprocluctie*).

Raming’

Productie
A. Bieten:

1933/’34 1932/’33 1931/’32
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde
a.
Europa:
Duitschland ……………..
1.375
1.088 1.596
Dantzig …………………
26
22
22
Tsjechoslowakije ………….
514
634
814
Oostenrijk……………….
175
165 163
Hongarije

……………….
120 103 125
Frankrijk

……………….
915
1.022
874
België

………………….
245
265 205
Nederland……………….
280
240
172
Polen …………………..
355 417
493
Denemarken……………..
230
192
,
122
Zweden

…………………
289
235 144
Italië …………………..
294
319
363
Spanje ………………….
275
260 402
Joegoslavië ………………
70
85
83
Roemenië ……………….
140
53
.

48
Bulgarije ………………..
30
29
26
Zwitserland

………………
9
7
6
Groot-Brittannië ………….
470
373
284
lersche Vrjstaat ………….
28
27 6
Finland …………………
7
6
.

4
Letland …………………
31
27
10
Littauen

………………..
9
18
7,
Turkije (Europ.)

………….
45
18 16
Azoren…. ………………
3
.

Europa zonder Sovjet.Rusland
5.935 5.608 5.988
Sovjet.Rusland …………..
1.000′)
810
1.689

Europa met Sovjet.Rusland
6.935 6.418
7.677

b.
Amerika:
Vereenigde Staten …………
1.600 1.363 1.175
Canada

…………………
58
67
54
Argentinië ……………….
1
4

Uruguay ………………..
1
1 _
.
1

Totaal Amerika …………
1.660 1.435
1.230

c.
Azië:,
Japan (Hokkaido) …………
29
27
.

27
Korea

………………….


2
Mandsjoerje ……………..
7
5

Turkije (Anatolië) …………
28
12
10
Perzië

………………….
2
3

Totaal Azië…………….
66
47
39

cl.
Australië:
Victoria (Maffra) ………….
6
6
6
Bietsuilcerp’roductie ………..
8.667
7.906
8.952

B. Riet:
a.
Europa:
Spanje ………………….
19
19 21
b.
Amerika:
Louisiana en Florida ………..
207
240
166
Portorico …………………
870
750 900
Hawaï …………………’
940 933 933
Maagdeneilanden………….
5
5
4
Cuba

…………………..
1.700′)
2.053 2.678
Trinidad

………………..
120 123
99
Barbados

……………….
95
98
85
Jamaica

………………..
60
56
64
Overig Britsch.West.Indië (Au.
tigua,

St.

Kitts,

St.

Lucia,
St. Vincent)

……………
53
58 46
Martinique en Guadeloupe
90 96
91
Dominikaansche Republiek en
Haïtï

…………………
427 –
451
457
Mexico ………………….
215
190
262
Midden.Amerika

(Guatemala,
Costa.Rïca, Honduras, Nica-
ragua, San Salvador, Panama)
52
56 66
Britsch-Guyana …………..
140
151
128
Nederland.sch.Guyana ……..
20
19
25
Argentinië’)

……………..
320 348
346
Brazffië …………………
975
925
975
Peru’)

………………….
410 ‘
420
409
Overig Zuid-Amerika (Venezue.
la, Columbia, Ecuador, Boli-
via, Paraguay) ………….
91
85
_92

Totaal Amerika …………
6.790
7.057
7.826

*) Excl. de donkere suiker uit de primitieve molens in Azië
en Zuid-Amerika.
2)
Willekeurig gekozen cijfer, daar geen gegevens voor een
schatting bestaan;
2)
Suiker tel quel;

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

997

c. Azië:

Britsch-Indië …………….5.000

4.727

3.521

Java
3
) ………………….
1.510

2.759

3.004

Japan en Formosa…………790

797

1.154

Philippijnen ……………..1.350

1.164

999
Overig Azië (China, Jndo-China,
Siam) ……… . ………..

270

270

263

Totaal Azië ………….. ..8.920

9.717

8.941
cl. Afrika:

Egypte …………………150

171

147

Mauritius ……………….240

251

167

Réuriion ………………..60

54

43

Unie van Zuid-Afrika ………345

326

296
Mozambique …………….. .

95

94

71
Overig Afrika (Angola, Madeira,
Madagascar, Cenya, Uganda,
Somaliland, Belgische-Congo,

Kaap Verdi) ……………66

58

56

Totaal Afrika …………..956

954

780
e.
Australië:
Queensland en Nieuw.Zuid-

Wales ………………..620

539

615

Fidji …………………..120

139

73

Totaal Australjë …………

740

678

688
Rietsuikerproductie ……….17.425 18.425 18.256
Wereldsuikerproductie ……..26.092 26.331 27.208
Met inbegrip van de productie
van Java 1934 in de Campagne
1933/’34 enz. is de productie,
als volgt ……………..25.162 25.082 26.963

8)
De oogst 1934 zal 580.000 metrieke tons ruwsuiker
waarde bedragen.

ton; vanneer men echter de twee landen, waar zich
het verbruik nog op geheel andere grondslagen ont-
wikkelt als in alle overige deden der wereld, nl. in
Sovjet-Rusland en Britsch-Indië, uitsluit, verkrijgt
men voor alle overige landen een teruggang van het
verbruik van ongeveer 200.000 ton, waarbij evenwel
moet worden bpgemerkt, dat de verbruikscijfers in
1932/’33 nog niet definitief zijn en misschien nog een kleine wijziging – en wel vermoedelijk eerder
naar boven dan naar beneden – zullen ondergaan.
In ieder geval is in de wereld in het algemeen een kleine daling van het suikerverbruik waar te nemen; toch is bij suiker de teruggang lang niet zoo belang-
rijk als hij ardere artikelen, omdat suiker voor de
voeding bijzonder belangrijk is en de prijs, ondanks
de stijging tengevôlge van overmatige belastingen,
toch nog in vergelijking tot andere voedingsmiddelen,
laag is.
De in- en uitvoer toont in de campagne 1932/’33
een nieuwen teruggang, daar de invoer van 9.276.000 ton tot 8.794.000 ton en de uitvoer van 9.499.000 ton tot 9.006.000 ton daalde. Sedert 1928/’29 daalt de in-
en uitvoer van suiker voortdurend, hetgen toe te
schrijven is aan het streven van de invoerlanden naar
zelfverzorging. Daarbij komen nog de beschermings-
maatregelen, waardoor nog alleen voor rond 4Y2 mii-lioen ton een werkelijk Vrije markt over is. Een einde
van deze beweging, die zich hoofdzakelijk op kosten
der groote uitvoerlanden voltrekt, is voorloopig nog
niet te zien.
(Nadruk verboden)

AANTEEKENINGEN.
Tarwemaatregelen in uitvoerlanden.

Reeds sedert verscheiden jaren zijn zoowel in tarwe
invoerende als in uitvoerende landen maatregelen ge-nornen om het landbouwbedrijf looneud te maken en
den verbouwer een prijs voor zijn tarwe te bezorgen,
welke ten minste gelijk zou zijn aan zijne productie-
kosten. In de Vereenigde Staten heeft de regeering
den Farrnboard opgericht, die de tarwe opkocht met
het doel de prijzen te steunen en de gekochte voor-
raden van de hand te doen, wanneer de wereldprjzeri
weder zouden zijn gekomen op een peil, dat als nor-
maal en loonend te beschouwen zou zijn. In Canada
outstond de actie van de ,,wheatpool” van de boeren,
die de tarwe achterhield in de hoop, dat het daardoor
ontstaande verminderde aanbod de prijzen zou doen
stijgen.

Beide pogingen zijn mislukt en met enorme ver-
liezen hebben de Farmboard en de Wheatpool hun-
ne tarweposities moeten likwideeren. Vermeerderde
uitzaai en goede oogsten in de uitvoerlanden evenals
in invoerlanden en het weder verschijnen van Rusland
op de markt als exporteur deden de prijzen gedurig
dalen. De meeste invoerende landen hebben den in-
voer .van buitenlandsche tarwe bemoeilijkt door hooge
invoerrechten en voorschriften omtrent het te ver-
malen percentage tarwe van den eigen oogst en daar-
door den prijs daarvan doen stijgen tot ver boven de waarde op de wereldmarkt. De boeren konden daar-
door hun tarwe verkoopen zonder hij den verbouw
te gronde te gaan. Natuurlijk verminderde door die
maatregelen de vraag voor buitenlandsche tarwe en
bleven in de uitvoerlanden groote voorraden onver-kocht, die de markt drukten en een steeds scherpere concurrentie dier uitvoerlanden onderling deed ont-
staan.

Ten tijde der Economische Conferentie in Lon-
den zijn afgevaardigden van de Vereenigde Staten,

Canada, Argentinië en Australië samengekomen ten-
einde maatregelen te bespreken om aan die concurrentie
een einde te maken. Voor de vier genoemde landen
zijn hoeveelheden vastgesteld, welke elk land tot het

einde van dit seizoen, dat tot 31 Juli 1934 loopt, mag
uitvoeren. Daarna is met de Europeesche uitvoerlan-
den overleg gepleegd. Rusland en Hongarije zijn niet
met de hen toegewezen hoeveelheden tevreden en
hebben hun wenschen kenbaar gemaakt in de onlangs

weder bijeengekomen tarweconferentie, waarbij ook invoerlanden waren vertegenwoordigd. Subcommis-
sies zijn benoemd, welke op de op 22 Januari weder
bijeen te komen conferentie verslag zullen uitbrengeii
over den toestand en voorstellen zullen doen over te
nemen maatregelen. De tarwe uitvoerlanden waren
van meening, dat niet alleen de uit te voeren hoe-
veelheden moesten worden vastgesteld, doch dat ook
tot productiebeperking behoorde te worden overge-
gaan.

De Vereenigde Staten hebben, teneinde tot beper-
king van den uitzaai van wintertarwe te komen, een
accijns op in het land zelf gebruikte tarwe ingesteld,

waarvan de opbrengst zou dienen tot schadeloosstel-
ling van die boeren, die een gedeelte van hun grond
onbebouwd lieten. Volgens een onlangs gepubliceerde
particuliere schatting zou de met wintertarwe in de
Vereenigde Staten bebouwde oppervlakte 39.854.000

acres bedragen tegen een officiëele raming in het
vorige jaar van 39.908.000 acres. Hieruit zou geene
inkrimping van eeuige beteekenis blijken.

De lage prijzen, welke op de wereldmarkt voor
tarwe bedongen kunnen worden, hebben in verschil-
lende uitvoer-landen tot nieuwe maatregelen geleid.
Duitschland, dat tarwe naar omringende landen uit-
voert, werkt met ,,Einfuhrscheine”, waarvan de waar-
de door vraag en aanbod wordt bepaald. Om de waar-
de daarvan te verhoogen, treedt de Duitsche regee-
ring zelf als kooper der ,,Einfuhrscheine” op.
Frankrijk geeft een subsidie op uit te voeren tarwe,
doch die premie is thans niet voldoende om uit-
voer mogelijk te maken. In Hongarije doet men de
uitvoerzaken als compensatie tegen den invoer van
industrieproclucten. In de Vereenigde Staten lag aan
de Pacifickust een groote voorraad tarve, waarvoor
een markt in het buitenland gezocht werd en de regee-
ring is er toe overgegaan den uitvoer daarvan te sub-
sidiëeren. Verkocht wordt naar het Verre Oosten en

naar Europa tot de op de wereldmarkt geldende prij-
zen en het verschil tussehen die prijzen en de in de Vereenigde Staten geldende wordt bijgepast uit het
door den accijns gevormde fonds. Argentinië is ge-
volgd met het vaststellen van minimumprijzen, welke hooger waren dan tevoren. Om daardoor prijsverhoo-

998

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

ging in het buitenland te voorkomen, is de waarde
van den Peso verlaagd door de deviezen-contrôlecom-
missie, aan welke de Argentijnsche afladers hunne
buitenlandsche deviezen moeten afgeven tegen een

vast te stellen koers. Het resultaat van deze maat-regelen is, dat de prijzen in Hollandsch geld lager
zijn dan véér het in werking treden dier maat-

regelen.
De Argentijnsche regeling is zeker niet zonder
uitwerking gebleven op plannen van de Australische
regeering, die een wet heeft ingediend, waarbij
£ 3.000.000 zal worden uitgekeerd als hulp aan de

tarwe verbouwende boeren. Het geld zal worden ge-
vonden door een belasting op meel tot Juni 1934 en
door verhooging der invoerrechten op verschillende
artikelen. Ook in Canada gaan stemmen op om de
boeren te helpen en een beteren prijs voor hun tarwe
te bezorgen zonder daardoor de concurrentie in het buitenland moeilijker te maken. In een vergadering
van afgevaardigden uit den landbouw in Alberta
werd een resolutie aangenomen, waarin men zich

accoord verklaarde met de besluiten van de Londen-
sche tarweconferentie en de wenschelijkheid bepleitte
van de oprichting van een nationaal bureau voor den
verkoop van tarwe. Ook werd gedwongen inkrimping
van den uitzaai bepleit met vergoeding voor de boe-
ren. Deze zou moeten worden gevonden in een accijns
op de in Canada zelf gebruikte tarwe of door het
vaststellen van prijzen zooals de voornaamste concur-
renten doen. Met het laatste is blijkbaar ook Argen-
tinië bedoeld. De handel is het met deze plannen in
het geheel niet eens, omdat het daarvan uitschake-
ling van den
vrijen
handel vreest. De Canadeesche
regeering overweegt wat zij zal moeten doen om
aan de moeilijkheden tegemoet te komen. Zij zou het
liefst den graanhandel ongemoeid laten en zich hou-
den aan de ter tarweconferentie gemaakte afspraken.
De door de regeering tot steun van de markt gedane
inkoopen, welke op ruim 200 millioen bushels worden
geschat, wil zij ook gaarne zoo spoedig mogelijk op-
ruimen. In verschillende andere uitvoerlanden be-
staat evenals in Canada de neiging den uitvoer van
tarwe te limiteeren overeenkomstig de afspraken van
de tarweconferentie. Van Rusland bestaat daarom-
trent geen aanwijzing en in Argentinië bestaat er bij
velen oppositie tegen eenige beperking van den uit-
zaai of van den uitvoer. Deze oppositie in Argentinië
tegen de afspraken van de Londensche tarweconfe-rentie is wel te begrijpen. Volgens een dezer dagen verschenen rapport van de Argentijnsche regeering
wordt de tarwe-opbrengst daar geschat op 32 millioen
quarters, waarvan 12 millioen quarters voor eigen ge-
bruik noodig zullen zijn en dus 20 millioen quarters
voor uitvoer beschikbaar blijven. Het aan Argentinië
voor uitvoer toegestane quantum bedraagt tusscheu
1 Augustus 1933 en 31 Juli 1934 14 millioen quarters
waarvan in de afgeloopen maanden reeds een gedeelte
verscheept werd. Naar schatting zouden dan tusschen
1 Januari en 31 Juli 1934 slechts 936 millioen quar-
ters mogen worden uitgevoerd. In verhouding tot het
exportsurplus is deze voor uitvoer toegelaten hoe-
veelheid klein. Australië staat er anders voor. De
tarwe-ophrengst wordt daar geschat op 150 millioen
bushels, waarvan voor uitvoer 100 bushels beschikbaar
zullen zijn. Dat is lager dan het aan Australië voor
uitvoer toegestane kwantum.

Op de internationale graanmarkt zijn op het oogeu-
blik de omzetten zeer beperkt. Koopers maken weinig
haast en teren voor een gedeelte op de groote in
Europeesche havens liggende en de stoomende voor-
raden. Verkoopers zijn niet dringend aan de markt
en wachten veelal af wat er nu in de naaste toekomst
zal worden besloten. Wanneer het plan der beperking
van de uitvoeren doorgaat, behoeven zij hunne ver-
koopen niet te forceeren en kunnen de verschepingen
der vastgestelde hoeveelheden over het seizoen ver-
deeld worden.

Contingenteering van bladzink.

Twee dagen voordat het wetsôntwerp tot regeling
van den invoer van bladzink in de Tweede Kamer
werd behandeld, heeft de Minister van Economische
Zaken den termijn voor contingenteering verlengd.
Wij beseffen ten volle, dat de Kamer in dezen ti3d
met werkzaamheden is overladen, maar wij vragen ons toch af, of de sanctie van de Kamer op de con-
ti:ngenteeringsbesluiten van den Minister van Eco-
nomische Zaken op deze wijze geen wassen neus
wordt. Stel dat het wetsontwerp was verworpen,
waartoe o.i. alle aanleiding bestond, dan had men
dus op den afloop van den tweeden termijn moeten
wachten, alvorens deze maatregel ongedaan was ge-
maakt.

Dank zij de critiek van den heer J. Schilthuis op
dozen contingenteeringsmaatregel, heeft de Minister
aandacht moeten schenken aan de bezwaren, die in
ons blad tegen dezen maatregel zijn gerezen. De ver-
dediging van dit ontwerp door den Minister was
echter bepaald zwak te noemen. Men oordeele slechts
over de volgende passage:

,,1-let werk van de Regeet-ing was bij deze contingentee-
ring niet gemakkelijk door de internationale syndieaats.
verhoudingen. Wij hebben dan ook wel
eenigerinate ge-
dubiëerd,
maar tenslotte heeft den doorslag gegeven deze
overweging, dat uit de cijfers niet alleen, maar vooral
ook uit hetgeen op het gebied van de internationale ver-
houdingen plaats vond, niet zekerheid viel af te leiden,
dat een overmatige i i.ivoc r
dreigde.”
(Wij eui-siveeren).

Hieruit blijkt dus, dat de Crisisinvoerwet een nieu-
we interpretatie heeft gekregen. Tot dusverre werd
gecontingenteerd op grond van hetgeen
heeft
plaats
gevonden, voortaan wordt de Crisisinvoerwet dus ook
gebruikt voor feiten, die nog
zullen
plaats vinden.
Het trekt voorts de aandacht, dat de uitvoer van
bladzink in de eerste zes maanden van 1933 ongeveer

20 pCt. grooter was dan in dezelfde periode van 1931.
De invoer daarentegen was lager dan in 1931. Daar-
om is de volgende passage uit de rede van den Minis-
ter ons volkomen onduidelijk.

,,Het was in het laatste jaar gebleken, dat met inspan.
ning van alle krachten onze bladzinkfabrikanten zich in
.Duitschland en België hadden kunnen weren met een
offensief. Evengoed als men ons aanviel, zoo vielen onze
bladzinkfabrikanten de buitenlanders aan; die strijd was al ongelijk, doordat het buitenland niet een invoerrecht, zij het een niet hoog invoerrecht, werkte, terwijl bij ons
het bladziuk volkoitien onbeschermd was. Die ongelijke
strijd is van Duitsche zijde echter veder ongelijk ge-
maakt, dooi-dat incH is gaan wenken met de deviezenbe-
palingen. Daarmede lieef t men den concurrentiesti-ijd van
liet Nedet-landsche bladzink in Duitschland ernstig ten
nadeele van Nederland verande id.”

De cijfers wijzen juist in een andere richting. Bo-
vendien is het argument van de Duitsche dumping
met goedkoope registermarken hier niet op zijn plaats.
Wil de regeering hiertegen optreden, dan zou zij
den geheelen invoer uit Duitschland moeten contin-
genteeren, maar niet één willekeurige groep gaan
beschermen.

Bovendien heeft de Minister op het in ons blad
gesignaleerde feit van het uitkoopen van een fabriek
te Utrecht het volgende medegedeeld:

,,Zonder dat de Regeering er in gekend is, heeft men
na de contingenteering een syndicaat gevoi-ind, waarbij
ook cle handel betrokken is. Ik zal het ervan laten afhan-
gen,
01)
welke wijze wij met dat syndicaat tot een akkoord
kunnen komen, voordat ik beslis in de vraag, of de con-
tingenteering kan worden gehandhaafd. Het is geen stich-
teude gebeurtenis, dat een van de bedrijven is stilgelegd,
is uitgekocht geworden. Wij maken geen eontingenteering,
0fl
groote pensioenen toe te kennen aan menschen, die
niets uitvoeren. Dat is allei-minst de bedoeling van de
contingenteering!’

De Minister geeft dus hier toe, dat de binnenland-
sche producenten van de contingenteering misbruik
hebben gemaakt. De stijging van de prijzen – een

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

999

tweede nadeelig gevolg van de contingenteering

is

hiermede tevens verklaard. Deze geheele maatregel wekt daarom een zeer onaangenamen indruk en het
ware te wenschen, indien de Kamer het voorbeeld van
den heer Schilthuis zou volgen en voortaan meer aan-
dacht zou besteden aan de door de regeering gevolgde
contingenteeringspolitiek. v. d. V.

De omvang van de kapitaaivlucht uit Nederland.

In de Memorie van Antwoord betreffende de be-
grooting van Financiën deelt de Minister cijfers mede
over den omvahg van de kapitaaivlucht uit Neder-

land sedert het belastingjaar 1923/’24. Het betreft
hier de voor de vermogeusbelasting in aanmerking
komende personen. Het betreffende staatje laten wij
hieronder volgen:

Belas–
Gevestigc1
Vertrokken
Saldo

ting-
Aantal
________

VgenAantal
vermogen
,ertrokk.

Saldo
jaar
personen
iii.
gici.
personen
(in nijl!.
gid.
Gevest.
+

1923124
517
65
582
79

14
1924125
539
55
548
58

3
1925126 511
65
593
75

TO
1926127
639
80
669
97

1.7
1927 28
664
89.6
103
21.7
+
67.9
192829
706
.79
421
57.5
+2i•5
192930
735
.

86.2
622
70.2
+ 16
:1930131
858
90.8
465
68.7
+
22.1
1931132
900
89.5
598
89.8

0.3
1932133
795
55.6
460
68.6

13

In de laatste kolom, die
door
ons is bijgevoegd, is
het verschil tusschen de uitgevoerde vermogens en de
ingevoerde vermogens opgenomen. Het is natuurlijk
hieruit niet na te gaan, of vermogens, die eerst zijn
uitgevoerd, later weer naar Nederland zijn terugge-
bracht. Weliswaar is de kapitaaivlucht, indien men
hieronder alles wil samenvatten, aanzienlijk, daar
staat echter tegenover, dat groote vermogëns naar
Nederland zijn gekomen. Per saldo is er meer kapi-
taal binnengekomen dan uitgegaan.

INGEZONDEN STUKKEN.

OORZAKEN EN BESTRIJDING VAN DE CRISIS.

De heer
A.
Stoop schrijft ons:

Mijn vaste opinie is, dat deze crisis
van niets anders
het gevolg is, dan van een negecren der natuurwet
.1)
van
vraag en aanbod
en dat ze
geen steek te maken

heeft met
de nsuntstelscis, zooais die voor weinige jaren nog
waren
in de verschillende landen, dus vOOrdat
door het verlaten

1)
Natuurwet; omdat aan iedereen aangeboren is de ver

dediging zijner voorwaarden van bestaan.

van het
goud
de waarde-vastheid van het ruilmiddel heeft
geleden.
Vanaf
het
verschijnen der eerste machines, laten
wij
aannemen vanaf 1800, heeft iedere arbeidsparende ma-
chine
de productie vergroot en haar product zooveel goed-
kooper gemaakt, dat het verbruik evenredig toe kon ne-
men (compensatie-theorie). Dit verschijnsel heeft zich vele
jaren lang in matig tempo doen gelden en men is aan
deze compensatie zoodanig gewend geraakt, dat men ze
heeft geaccepteerd als een vaste wet. Dit verliep goed,
totdat een verzadigingspunt was bereikt en een toename
van productie niet meer glad kon worden opgenomen door
een toegenomen verbruik.
Nu heeft het ongeluk gewild, dat deze verzadiging samen
is gevallen met uitvindingen en ontdekkingen van zoo-
danigen omvang, dat de productie zeer snel kon opgevoerd
worden en feitelijk opgevoerd werd en dièntengevolge zich
van vele artikelen enorme voorraden ophoopten. Tegelijk.
maakte de landbouw zeer groote vorderingen in
machinal
bewerking en
verhoogiog
vhn de productiviteit van den
bodem door
kunstineststoffen.
En tot overmaat van ramp
ging dit alles samen met
de verarmende gevolgen
van den
grootsten oorlog, dien de wereld ooit heeft gekend.
Het noodzakelijke gevolg was eene ophooping van over-
groote voorraden op elk gebied, landbou wvoortb rengselen,
mineralen en industrieproductcn.
Noch de handel, nockxle Regeeringen hebben,aan deze over-
productie voldoende aandacht geschonken en tijdig maat-
regelen getroffen om ze binnen behoorlijke perken te hou-
den en onder de natuurvet van
vraag
en
aanbod
bleven de
gevolgen niet uit en de prijzen vielen aanmerkelijk bene-
den de prijzen, waarvoor de producten geniaakt konden
worden.
Door douane-maatregelen, door contiugentecriugen, door
inoratoria en wat niet al hebben de staten hunne indus-
trieën willen helpen, doch daardoor zijn verkeersbelemnie-
ringen ontstaan, die de zaken slechts verergerden en o.a.
scheepvaart en spoorwegea deels lam legden.
De prijzen van nagenoeg alle artikelen zijn ongeveer
60 pCt. gevallen, een grens gesteld door de ellendige toe-
standen van de producenten, en deze bijna evengroote prij-
zenval voor alle mogelijke artikelen heeft aan vele econo-
men de gedachte geïnspireerd, dat de waarde van het geld,
waarmee alle prijzen gemeten worden, zooveel
was geste-
gen. Een bewijs voor het
onjuiste dezer redeneering vind
ik
in de prijzen
van het
aluminium,
die gedurende de ge-
heele crisis nagenoeg op vbörerisis

niveau gebleven zijn.
In zake aluminimum
toch hebben de producenten zich
voortdurend met elkaar verstaan en heeft daardoor geen
storende productie-opdrijving plaats gevonden. Thee, nik-kel en tin leveren bewijzen voor mijn sustenu, dat produc-
tic-regeli ng
.
voldoende is om verliesgevende prijzen te voor

komen of die w’eder te doen verdwijnen. Ik ineen, dat uit
het bovenstaande volgt, dat het ruilmiddel absoluut niets
te maken heeft met de oorzaken van de crisis. Wel is een
gevolg van de crisis de groote werkloosheid. Alleen een uitrangeeren van machines en verkorting van ,het aantal
werkuren kan mi. remedie brengen.
Ik vertroniv door het bovenstaande te hebben bijgedra-
gen tot versterking van het standpunt onzer Regeering
inzake behoud voor Nederland van het goud als garant van
een zoo vast iiiogelijke waarde onzer niunt, en wil daar
alleen nog
aan toevoegen, dat men met eene mnntverzwak-
king alleen tijdelijk
een betere exportmogelijkheid bereiken
kan, die
weer teniet kan worden gedaan door een even-

AANVOEREN in
tona
van i000
KG.

Artikelen

Rotterdam


.

Amsterdam
Totaal

10116
Dec.
Sedert
Overeenk.
10/16
Dec.
Sedert
Overeenk.
1933
1932
1933
1jan.
1933
tijdvak
1932 1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932

27.229 1.495.352 432.223

23.685
8.060 1.519.037 1.440.293
Tarwe

—————–
10.632
397.775 82.419
:~
4
462
8.935
4.010
406.710 486.429
Rogge

———–




70
21.862
25.843

25
244
.

21.887 26.087
Boekweit
——————
Maïs

——————
17.492
994.265 383.321
11.251
206.245
332.347
1.200.510
1.715.668
489.888
.462.377
600
49.381
34.304
539.269
496.681.
120.563
196.420

3808
4.437
124.371
200.857
523
182.025
290.085 2.768 209.278 379.110
.
391.303 669.195

Gerst

……………..1.305
Haver

………………..

Lijnkoek

…………..
148.200
87.514

?OO
50
148.400 87.564
Lijozaad

………………
1
.1.096
18.316
23.592

5.654
13.391
23.970
36.983
Tarwemeel

………….77
Andere meelsoorten

-.
308
50.295
43.829
1


8.197
12.932
58.492
56.761

1000

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20
December1933

redige verhooging van het invoerrecht naar het betrokken
laad.
0
1
)
de Regeeringen rust mi. de plicht om internationaal
en met de hulp van een lichaam als de
Volkenbond
die
maatregelen te beramen en door te voeren, die het meest
practisch zijn om voor overproductie in de toekomst te
behoeden, want de wet van vraag en aanbod kan niemand
zich straffeloos veroorloven te negeeren.

MAANDCIJFERS.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op

4 December 1933 voor
tetegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
j

Pari
Koers
Bank-
disconto

Evropa.
%
Londen
)
£
12.10
8

8.21*
Berlijn

) ……….
100 Mark
59.26
59.28
4
Parijs

) ………..
100 Franc
0.747
9.72*
2*
100 Belga
34.59 34.54
3
100 Franc

6.91
Ztirich *)
100

,,
48.-
48.14
2
100 Kronen

7.38
*
100 Schilling
35.-
27.62*
5
100 Pengö
43.51
43.-
41

Praag …………..

100 Lei
1.4880
1.48
6

Weenen

)
………..

100 Leva
1.79
7

1.80
8
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
*
Turksch
£
10.93
1.17*
100 Drachme
3.23
1.40
7
100 Lira

..

13.09
13.09*
*

Brussel

)

……….

Milaan

…………
100 Peseta

..

48.-
20.25
6

Luxemburg

………
………

Escudo
2
.68*
0.0
7
*
6
Kopenhagen
)
100 Kronen
66.67
36.75 2*

Boedapest

……….
Boekarest

……….

Oslo) …………
66.67 41.35 2*

Sofia

…………..

66.67 42.45
31

Istanbul ………..

Reickjavick

……
IJ sl. Kr.

..

66.67
37.10

Athene

…………

Zloty
27.91
27.95
5

Madrid

………..
Lissabon ………..

Kovno (Litnuen)
100 Lita
24.88
24.87*

Riga (Letland)

.100

100 Lat
48.-
48.-
6-5

Stockliolni

)

…….100

Warschau

………100

Reval (Estland)

.100

100 Esti. Kr.
66.67
45.-
5
Fitinmrk.
6
.
2
6* 3.6
2
*
5
Tjerwonets
12.80
12.80
Helsingfors

…….100
Moskou

………..
(10 Roebel)
Danzig

………..
100 Gulden
48.42
48.40
3
A
merika..
New-York
*)
$
2.4878
1.60*
2
Canad.
$
2.4878
1.61
Mcx. Dollar
1.24
0.44
Buenos Aires ……..
Peso (papier)
1.0568
1

0.53
La Paz (]3olivia)
3)
Boliviano
0.9080

Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
0.8075
2

0.14
Peso (papier)
0.30 0.15
6-5
Bogota (Columbia)
3)

Peso
2.42
1.05

Mexico

………..

Quito (Ecuador)
Sucre
0.49
8

0.26
Sol
0.69
7

0.35

Montreal

………

Montevideo (IJnug.)
Peso
2.5725
1.17*

Lima (Peru)

…….

Caracas (Venezuela)
]3olivar
0.4795
0.40

Valparaiso ………

Gulden
1.-
0.
9
9*
San

José (C. Rica)
Colon
– –
Quetzal
2
.48*
1.60

Paramaribo

…….

Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01
Guatemala ………

Managua (Nicar.)
3)

Cordoba
2
.48*

San Salvador
3)
Colon
1.2440
0.49
Azië.
Rupee
0.91
0.61*
31
Gulden I.G.
100
1
.
00
*
41
Yen
1.24
040
3.65
Dollar
0.54
Dollar

Straits Doll.
1.4125
0.96

Calcutta ………..

Phil. Peso
1.24
0.771

Batavia

………..
Kobe

………….

Teheran
4)
(Perzië)
Pahiavi

9.85

Hongkong ………
Shanghai

………
Singapore

……….
Itanilla

………..

Bangkok ……….
Baht

0.76*
Afrika.
Kaapstad

..

£
12
.
1
0*
8.22 31
Alexandnië ……..
Egypt.
£
12.42
8.43
Australië.
klelbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
1
2
.10*
6.57*
Nieuw Zeeland
£
12
.1
0* 6.60
‘)Goudpeso.
2)
Milreis Goud.

*) Not, te A’dam. 0v. not, part. opg.
3)
Zichtkoers.
4)
Munteenheid = Rial (= een Kran.)

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.

(In Guldens)

Nov
1933

Sedert

1933

Overeen-
komstige
periode 1932

Directe belastingen.
367.927
5.385.407
5.233.667
Personeele belasting’)


202.194
Grondbelasting ………..

Inkomstenbelasting

.
5.881.274
53.918.210
69.627.758
Vermogensbelasting
.
1.116.750
9.635.258 11.431.942
Dividend-en tantièmebel
791.331
9.945.411 13.910.528

8.325.236
70.327.242
76.493.959
Ope. op rechten op d.
mv.
)
1.456.684
14.540.111

Statistiekrecht

……….
181.7.99
1.827.656 1.947.305

4ccijnzen
147.204
1.876.075
2.034.083 496.368 6.063.285 6.128.303 41.609
1.186.796 1.899.190

Invoerrechten

…………

2.845.611
27.375.416 29.217.305
811.546
9.457.970 10.503.270
Opc.opaccijnsopBier
2
)

…..

118.618
1.007.026

Zout

…………………

5.393.455
49.387.857 48.236.127

Geslacht

…………….
Wijn

…………………

Opa. op .cc
.
op
Suiker
2)

1.075.677
8.127.655

Gedistilleerd

……….
Bier

………………..

1.514.016
20.359.455
24.246.617

Suiker

…………….

Bel.op gouden
en
zilverw.

89.141
639.270
652.791
Tabak

……………..

Indirecte belastingen.
8
1.188.145
4
.13.7 15.123
5
15.500.330
Zegelrechten ……….
Registratierechten

.
914.243 10.008.049
9.414.086
3.582.711
29.788.104 32.837.598

Domein., wegen
en
vaart
434.715 3.439.728
3.705.198

Successierechten

…….

11.115
631.609 629.564
Sta.atsloterij

………….
368.094 3.262.815 3.099.696
tood.sgelden

………….

Totaal-Generaal. .
37.153.269
351.905.528
366.957.011
1)
Met ingang v. h. belastingjaar
1931
wordt de personeele bel, ge-
heven ten bate v. d. gem., zoocat de in dezen staat vermelde bedragen
uitsluitend vroegere belastingjaren betreffen.
2)
Wegens de wijzigingen,
tijdens de behandeling aangebracht in het ontwerp dat geleid heeft tot de wet van
24
Dec.
1932,
Stbl. No.
634,
worden de opcenten op de
invoerrechten en de opcenten op den bieraccijns lager geraamd dan
geschiedde in de toelichting bij de Middelenwet, en worden nieuw
ingevoegd de opcenten op den suikeraccijns.
3)
Hieronder begrepen
f268.074
wegens zegelrecht enz. (Beursbel.).
4
) f3.125.019.
5)
f3.021.098.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.

Verdedigingsbelasting

.
959.841
8.378.040
11.750.684

Opcent
en:
229.349 3.383.587
4.173.992
Personeele belasting
.
– –
32.992
Grondbelasting ……….

Inkomstenbelasting ..
1.172.904 10.804.843
13.759.374
Vermogensbelasting

.
612.265
5.201.705 6.291.016
Dividend-
en
tantième-
261.139
3.281.981
.4.500.474
Accijns op Wijn
41.658 940.896 956.330
Gedistilleerd
284.561
2.737.542
2.921.780
Suiker
537.822 4.919.709 2.721.689

belasting

…………

Ta.ba.ksacc. op sigaretten
323.981
5.423.855
4.910.942
Zegelrecht
v.
buitl. eff.

32.955 766.298

1.021.125
Invoerr. Zuidvruchten
47.492
1.103.848
692.648
Opc. in”oerr.op Zuidvr.

14.247
331.154

Totaal….
4.518.214
47.363.459
53.823.046

HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS

773.970
12.824.646 12.249.324
Wegenbelasting

……….
Rijwielbelasting
18.550
7.243.058 6.979.088

Totaal

………..
792.520
20.067.704
19.228.412

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”
Cemeentefondsbelasting
Tijd. opc. Gemeentef.bel
Opcenten Vermogensbel
Tijd. ope. Vermogensbcl

6.570.834 2.241.137 546.336
296.735

57.986.868 5.860.518
4.660.489
748.395

69.832.646

5.365.956

9.655.042 69.256.270 75.198.602
Totaal

………..

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, IN.
KOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1933.

,ens jaren
D’
Grond- Inkomsten-
Vermogens-
belasting
belasting belasting

1930131

459.707
75.090
1931132
22.344 1.421.635
239.950
1932133
719.059
38.475.452
6.773.751
1933/34 ……
13.561.416
2.546.467

Totalen

.
-_
4.644.004

5.385.407

1

53.918.210 9.635.258

20 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1001

STATISTI
BANKDISC(
N d (Disc. Wissels.
2419Sept.’33
Bk

BeI.Binn.Eff.
3 198ept.’33
IVrSch.inli.C.
3 19Sept ’33
Athene

……….
7

14Oct.’33
Batavia ……….
4416A.v.g.’33
Belgrado

……..
74 20Jnti ‘3/
Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Boekarest……..
6

5 Apr. ’33
Brussel ……….
3413 Jan.’32
Budapest ……..
44 17Oct. ’32
Calcutta

……..
34 16
Feb.’33
Dantzig

……..
3

6
Mei ’33
Helsingfors ……
5

4 Sept.’33
Kopenhagen

….
241Dec. ’33

OPEN MARKT.

1933
1932
1914

16 Dec,
ec.
1116
419
27Nov.!
12(17

H

20124
Dec.
Dec.
2 Dec.
Dec.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
3
/8.
1
12
1
15_l
1
115
3
18
112
3
18.
1
12
1
14.
1
12
1-2
3
1
j8-
3
1w
Prolong.
I
1 1
1
1
1
2
1
14-
1
14
Londen
DageId.
. .
121
1
12.1
1
12-1
1-1
117-1
3
1
155
1
3
14-2
Partic.disc.
131
I
6_114
11/5114
11
I16
1
1e
1
1
J16-
1
18
718-1318

5146
4l4-’14
Berlijn
Daggeld…
431_511
4
1
Is

518
4
1
145112
4
5
19-6
4
1
18.5
1
14
7-8V2

Maandijeld
4’i2-6
4
1
12-6
4
1
1-6
4
1
12-6
4
1
/,-5’12
6-7

Part, disc.
371
s

31
2

3
1
1
9

371
4

371
4

7
2
1
J,-
1
11
Warenw. ..
4-
1
12
4.
1
I2
4-
1
I2
4-
1
1
4..
1
14
7
Ne,o York
DageId
1)
1 1
314-1 3/
4

1_11
4

l’!4-2’I,
Partic.disc.
718
/,
1
14.718 5/
4
_714

1
2
311

1)
Koers van 15 Dec. en daaraan voorafgaande weken Om. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NE])ERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
*.l
S)

•)
S
) )
1)

12 Dec.

1933
1.59
8.12,4 59.32
9.744
34.56
100″
8

13

,,

1933
1.61% 8.17 59.37
9.744
34.594
100
5
/
8
14

,,

1933
1.60%
8.133,
59.324
9.744
34.59
1005/,
15

,,

1933
1.5771
8

8.121,
59.34
9.744
34.57
10031,
16

1933
1.59% 8.14%
59.36
9.744
34.57.
10011
8

18

1933
1.5771
8

8.11%
59.33 9.744 34.59
10051
8

Laagsté d.wi)
1.57
8.11
59.274
9.734 34.524
100
Hoogste d.ii
,1
)1
1.63
8.18%
59.40
9.75
34.60
10011
9

Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100

Data
serland

Pruag
Bo:ka-
Milaan Madrid

12 Dec.

1933
48.14

7.38
1.48
13.09
20.30
13

,,

1933
48.15

7.38
1.48
13.07
20.324
14

,,

1933
48.16

7.38
1.48
13.04
20.334
15

1933
48.13

7.38
1.48
13.04
20.35
16

1933
48.14

7.38
1.48


18

1933
48.11%

7.38
1.48
13.084
20.35
Laagste d.wl)
48.07

7.35
1.45
12.974
20.20
Hoogste d.wl)
48.20
28.-
7.40
1.524 13.124 20.45
l41untpariteit
48.12%
35.007
7.371
1.488 13.094
48.52

Data
Stork-
Kopen.j
Oslo’)
Hel-
sin
Buenos-
Bon- hnlm ‘)
hiij,’en’
fnr,)
Aires)
treal’)

12 Dec.

1933
42.-
36.35
41.90
3.574
42
1.61
13

1933
42.15
36.50
41.10
3.60
42
1.62′
14

1933
41.95 36.30 40.85
3.60
42 1.62
15

,,

1933
41.974
36.30 40.85
3.574
42%
1.59
16

.,

1933
42.-
36.45
40.95
3.60
42
1.60
18

,,

1933
41.90
36.25
40.80
3.574
39
1.59
Laagste d.w’)
41.60
36..-
40.50 3.524
38
1.57
Hoogste d.w’)
42.30
36.60 41.25 3.65
42%
1.65
Muutpariteit
1
66.671
66.671 66.671
6.266
95
3
/
4

2.4878
*)
Noteering le Amsteroam.
**)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
lii ‘t Iste of 2de No. VnU iedere maand komt eer, overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

D a a Londen
(3
per
£1
I’ar,js
(Op.
IOOfr.)
berlijn
(S p. 100
Mk.)
Amsterdam
(917.100

1,!.)

12 Dec.

1933
5,05%
6,04%
37,-
62,10
13

,,

1933
5,04
6,01
36,80 61,39
14

,,

1933
5,11%
6,14
,
5
37,45
63,17
15

,,

1933
5,11’1
8

6,13
37,35 62,95
16

,,

1933
5,12’1,
6,14
37,44 63,10
18

1933 5,14%
6,18%
37,70 63,60

3,3171,
3,9051,
23,79%
40,1534
19 Dec.

19321
.

Muntpariteit..
4,86
3,90s1
8

23.81%
405/,,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
een heden 12 Dec..
1

1933
1 9Dec.
1

1933
1

11116
Dec.
1933
1Laagstelliroogstel

1
16Dec.
1933

Alexandrië..
Piast.
p.£
97
,
1
2

9734
97’1,
9751,
9731
Athene

….
Dr.
p.
585
582%
560 600
582%
Bangkok….
5h.
p.tical
1/10
1110
3
18
1110114

1110318

111011
4

Budapest

..
Pen.
p

P.
18′..9
18%
18,
1
t
15%
18%
Buenos Aires
d.
p.$
35
1<
35%
3551
8

3571
6

3771
8

Calcutta
. . . .
5h.
P
rup.
115
63
/
64

116
1
1
37

116
116’1,
116
3
1
44

Constantin..
Piast.
p. £
685 680
675
680 678
Hongkong
..
Sh.
p. $ 1151
8

115
3
116
1149/
4
11511
8

115
3
116
Kobe

……
Sh.
p.
yen
1
1
29
13
2

112
1532

11271
8

1/2%
112
15
,
33

Lissabon.,..
Escu. p. £
110 110
109%
110%
10971
8

Mexico

….
$per.E
18.50
18
17%
18%
17%
Montevideo
.
d.per
35%
35%
35si

35
3518
Montreal

..
$
per
£
5.09%
5.08%
5.02
5.13
5.08%
Rio
d. Janeiro
d. per Mii.

..

411
8

411,
4
1
18
4119
4
,
1
8

Shanghai

. .
Sh.
p.
taci
113% 1/31
11,,
113%
114
113%
Singapore
. .
id.
p. $
214
3
1
33

214
3
1
32

2/3
15
1
14

21431,
214
1
1
32

Valparaiso
1).
$
per
£

– – –

Warschau
..
ZI.
p.
29
7
1
16

291,
28%
29s,,
29
1
)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York
2
)
Londeit
12 Dec.
1933..
18%
42%
12 Dec.

1933….
126144
13

,,
1933..
1851,,
42%
13

,,

1933….
12611
14

,,
1933..
1851,
43%
14

,,

1933….
126/].
15

,,
1933..
18
11
1
16

43%
15

,,

1933….
12617
16

,,
1933..
1851,
43%
16

,,

1933….
12614
18

,,
1933..
1851
8

4351,
18

,,

1933….
12619
19 Dec.
1932..
17
25%
19 Dec.

1932….
123/14
27 Juli
1914..
24141,
6

59
27

Juli

1914….
84110%
1)
in pence p.oz.stand.
3)
Foreign Silver in
$c. p.oz.
fine.
3)
insh. p.oz.fine
STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS
Vorderingen.

1 7 Dec. 1933 / 15 Dec. 1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank………………./

4.036.517,72

f

7.520.971,90
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

,,

28.714,67

,,

14.871,51
Voorsch.
op
uit. Nov. (resp. Oct.)
’33
aan
de gem. verst,
op v.
haar d. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.

Voorsch. opult.Nov. (resp. Oct.) ’33 aan
de geul. verstrekt op aan haar uit te

op de Rijksink. bel ………………
…1.150.006,37

,,

1.149.970,29

keeren hoofds.derpers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

1.008.825,56

Kasvord. weg. credietverst. a/h. buiteni

., 100.996.357,77

,, 102.246.080,21

Voorschotten aan Ned.-Indi0 ……. ….234.482.180,87

,,234.556.944,84
Id. aan Suriname …………………
…..13.263.919,35

,,

13.268.235,35

Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

,,

39.400.937,30

41.947.199,81

Id. aan

Curaçao …………. . ……..
…..4914.434,75

,,

4.932.205,89

Vord. op het Alg. Burg. Pensioenfonds’)

Vord. op andere Staatsbedrijven 1)

…….18.479.636,92

,,

18.036.331,52
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo) … …44.681.409,82

.,

49.334.409,82
Verplichtingen

Voorschot door De r’4ed. Flank ingev.
art. 16 vat, haar octrooi

verstrekt


Schatkistbiljetten in omloop ………
.f335.524.000,-

t 335.524.000,-

Schuld op uIt. Nov. (resp. Oct.) ’33 a/d

Schatkistproi,iessen in omloop …….
..l37.040.000,-

,, l36.990.000.-
Zilverhons in omloop …………….
..1.409.639,-

,,

1.405.270,50

gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds.d.
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dte
bel, en op de verm. bel.

……….

…1.242.156,03


Schuld aan het Alg. Eturg. Peimsioenf.’)

648.658.01

,,

231.246,40
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’) …..103.571.963.98

107.222.567,38
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………65.300,70

65.300,70
Id. aan diverse instellingen’) ……..
…27..
.4213.999,S0

28.860.120.95
11 In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

Vorderingen:
Saldo Javasclme Bane ……………..
./

2.181.000,-

f

4.794.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas

73.266.000,-
waaronder Muntbilletten

74.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell

,234.392.000,-

,234.764.000,-
Schatkistproniessen ………… .. ….
…..l.000.000.-

,,

1.000.000,-
Schatkistbiljetten .. ………………
…20.365.000,-

,,

20.365.000,-

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.

2189.000,-

,,

2.170.000,-
Muntbiljetten in Omloop
………….
….
1.142.000.-

1.142.000,-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,

1.926.000,-

2.189.000,-
Voorschot van de javasche Bank

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Voor

Circu- s

Dis-
Dieerse Diverse
Data

,tfetaal

lalie

aan de

conto’s

relce-

reke- kolonie

ningen’ ningeni

1 November 1933 5.100

5.266

1.86

117

611

158
1 October

1933 5.113

5.314

135

132

658

134
1 September1933 5.113

5.405

213

132

645

109
1 Augustus 1933 5.123

5.380

154

131

654

93

1 November 1932 4.744

5.048

141

172

675

96
1)
SIultp. deractiva.
t)
Sluttp.
der passiva.

EKEN.
)NTO’S.
Lissabon •… 5411 De.’33
Londen ……2 30Jwni’32
Madrid. …… 6 26Oct.’32
N.-YorkF.R.B. 2 19Oct.’33
Oslo …….. 3422Mei’33
Parijs ……24 90ct.’31
Praag ……
.
425 Jan.’33
Pretoria …. 34 15Mei’33
Rome……..3 11 Dec.’33
Stockholm .. 24
1Dec.
’33
Tokio •… 3.65 2 J121i’33
Weenen……5 23Mrt.’33
Warschau…. 5 26 Oct. ’33
Zwits.Nat.Bk. 2 22Jan.’31

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEÉSCH

TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
OERST
64165 K.G.
L1JNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN
ROODE
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
No. 2 loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
le kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 KO.
ie kwal.
1-5 pond
(versch) (versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’damlA’dam
R’damlA’dam
loco Rotter-
damjA’dam R’damiA’dam
per 100 KO.
Broek op
per 100 KG.
Gem.v.3kw.
1001(0..
per
per lOO KG.
per 100K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.O.
Broek op
Langendijk
Broek op
Rotterdam
4)
Langendijk
Langendijk
Rotterdam

f1.
OJ
f1.
0
10
n.
0
10
fi.
1
10
f1.
0
10
7
0
10

7 7
-.
’10
f
1925
17,20
100,0 13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4


1928
13.47
5

78,3
13,15 100.6
226,00 97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
4,55
100,0
13,25 100,0
17,23
100,0
93,
100,- 77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10 52,8 96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,67
5

56,3 6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,5
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
6,96
40,4
88,
94,6
48,-
619
1932
5,225
30,4
4,62
5

35,4
77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07
60,9
1,84
10,7
61, 65,6 37,50 48,4
Jan.

1931
6,525 37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
3,40
74,8
1,92
14,5 5,61
32,5
96,
103,2
56,-
72,3
Febr.

,,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
3,01
66,2
2,24
16,9
6,24
36,2 91,
97,8

64,5
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3 4,72
103,8
3,25
24,5
11,25
65,1
90,
96,8

65,8
April

,,
5,90 34,3 4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,
104,3
47,-
60,6
Mei

,,
6,15
35,8 4,975 38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,
105,4
45,-
58,1
juni

,,
5,75 33,4
5,05 38,6
86,75
37,5
116,50
49,4 191,50
41,4


101,
108,6
41,-
52,9
Juli
5,425 31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00 45,6
95,
102,2
49,-
63,2
Aug.

,,
4,975
28,9
4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
94,
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775 27,8
4,27
32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5

————————–

84, 90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475 34,2 68,50
29,6
94,75
40:1
160,25
34,6

————————-
————————

75,
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825
33,9 5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,52
33,4 5,04
38,1

72,
77,4
48,-
61,9
Dec.

,,
,Dec.

1932
4,925 28,6
4,95
37,9 69,25
29,9
111.25
47,1
145,75
31,5
1,47
32,3 5,39
40,7
2,40
13,9
70,
75,3
43,
55,5
5,05 29,4 5,075
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,49
32,8 8,69
65,6

1,87 10,8
70,
75,3
40,-
51,6
Febr.


5,30
30,8
5,07
5

38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,28
28,1

8,98

67,8
1,29
7,5 68,
73,1
34,-
43,9
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,68
36,9
12,26
92,6
1,78 10,3
67,
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5

47,6 88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2

63, 67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6
5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2



– –

67,7
26,-
33,5
luni

,,
5,225 30,4 4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
67,
72,0
34,-
43,9
luL
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1

—–









—–








68,8 35,50 45,8
Aug.
5,20
30,2
4,07
5

31,2 77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8




























62, 66,7
40,50 52,2
Sept.
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6




















55,
59,1
42,50
54,8
Oct.

,,
5,25 30,5
3,92
5

30,0 74,50
32,2 79,50
33,7
138,25
29,9 51,
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90 28,5
3,90
29,8 71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
1,06
23,3
4,10 31,0

53,
57,0
46,-
59,3
Dec.,.
4,725
27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2 0.84
18,5
3,99
30,1
3,02
17,5
53,
57,0
46,-
59,3
Jan.

1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
0.67
14,7
3,38
25,5
3,02
17,5

50,50
54,3
44,75
57,7
Febr.,,
4,775
27,8 3,70 28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2 0,60
13,2
2,06
15,5
2,51
14,6
49,25
53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,82
5

29,3
73,50
31,7 76,25 32,3
130,50
28,2
0,61
13,4 1,29



—–



9,7
3,11
18,0
46,50 50,0
46,


59,3
April

,,
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4 71,25 30,2
129,50
28,0



—–







—–



49,50 53,2
48,25 62,3
Mei
5,40 31,4
3,775 28,9
t

70,50 30,5
73,25 31,0
146,75
31,7



——-



52,25
56,2
49,-
63,2
Juni

,,
5.25
30,5
3,55
27,2
1
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3













——




51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
33,9
3,85
29,4
1
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1
49,25 53,0
48,50 62,6
Aug.
5,30
30,8 3,55
27,2
1

61,25 26,5
67,75
28,7 161,50
34,9
49, 52,7
49,25 63,5
Sept.

,,
4,95
28,8
3,475

26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4





—-











—-






50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40 25,6
3,-
22,9
60,25 26,0
63,50
27,0
141,25
30,5





—-

—-







—-

—-


1

56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55 26,5 2,95
22,6

74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
1,26
27,7 2,23





—-

—-


16,8

1
59,50
64,0 54,375
70,2
4 Dec.
4,60
26,7
3,20
24,5
1

82,00
35,4
60,00
25,4
158,00
34,2
0,97 21,3

————-

2,22




—-

—-


16,8
1,201
7,0

58,-S)
62,4
54,_S)
69,7

4,60
26,7
3,35
25,6
1

75,00 32,4
60,00
25,4
155,50
33,6


2,65
20,0
1,651
10,7
61,_6)
65,6
54,- 61
69,7
18
4,55 26,5
3,35
25,6
1

70,00
30,2
59,00
25,0
155,00
33,5
– –
2,80
21,1
2,221
12,9
61,-7)
65,6
53,50
7
)
69.0
1) Men zie voor de toelicHting op oezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933. ) Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tol
vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931
K.O. Zuid-Russische.
5)
2 Dec. 6)8 Dec.
7
)16 Dec.
8)
7 Dec.
6
)14 Dec.
10)
1 Dec. 111 15 Dec.

Ml N ERALEN
TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
.
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-

Hollandsche
bunkerkolen,
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf ex
6416P
gekainde
Australische, Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
GId. per
Middlin
F. G. F.
__________

ongezeefd f.o.b.
R’damjA’dam
t!m 33.9°

s.
g.
$cts. per
locoprijzen
Sakella- o.
F. No.
1
Oomra
Merino, 64’s Av.
loco
Bradford
nial Carded,
kop
100
KG.

per
1000
K.G.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
per Ib.
rides
Liverpool Liverpool per Ib.
Av.
loco
Bradford per Ib.
57-61 pnd.
netto

1925

ii


10,80
100,0
1.68

i

-.-
100,0
14,86
0
10
100,-
8 ds.
2325

100,0
pence
29,27
Ofo
100,-
pence
9,35
O/
100,-
pence
.
55,00
100,0
pence
29,50
i
100,0
1E
34,70
100,0
iE
12,-
i
100,0
1926 17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4 47,25 85,9 24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2 26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50

93,6 30,50
103,4
47,58 1371
11,48
95,7
1929 11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9 25,25 85,6 32,25
929
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33
25,0
3,08 33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,01)
74,1
0.81
48,2 4,50 30,3 6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.

1931
10,30
95,4 0.85
50,6
6,08
40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
bIl
84,3
Febr.,,
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart

,,
10,30
95,4 0.66 39,3 6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
April

,,
10,15
94,0
0.53
31,5
5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4 24,50 44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
Mei

,,
10,00
92,6
0.535
31,5
5,37 36,2 9,40 40,4 8,18 27,9
3,01
32,2 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75 62,7
10,21
85,1
juni
10,00
92,6
0.34
205
4,24 28,5 9,10
39,1
7,54 25,8
3,01
32,2 22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli
10,00
92,6
0.240
14
:
3

3,40
5

22,9
9,25
39,8
7,73
26,4 3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4 20,25
58,4
8,26 68,8
Aug.,,
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94 26,5 7,20
31,0
5,94 20,3 2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
1875
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56
33,2 5,50 37,0
6,55
28,2
5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
IS:-

51,9
6,50 54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56 33,2
4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65 55,4
Nov.,,
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5,72
19,5
3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.
9,90 91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32.0
16,25
29,5
9,00 30,5


6,95
57,9

P
n.

1932
8,25 76,3
0.71
42,3 5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0 9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
ebr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5 9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40
61,7
April

,,
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7 7,40 61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2
4,25 28,6 5,80
-24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88 25,6
7,40 61,7
juni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6 5,25 22,6 4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,
25,9 7,40 61,7
Juli
8,10
75,0
0.86
51,2
4,25 28,6
5,80 24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1


Aug.
7,80
72,2 0.86 51,2
4,30 28,9
7,35 31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25 28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75
71,8
0.86 51,2
4,375
29,4
7,75
33,3 6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90 49,2
Oct.
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8,50 28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68.5
0.86
51,2 4,60 31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6
6,10 50,8
Dec.
7,25
67,1
0.74
5

44,3
4,435

29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7

P
n

1933
7,05
65,3 0.53 31,5 4.16 28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50 33,
1

6,30
526
r.,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
533
Maart
7,25
67,1
038
22,6
3,87e
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77 29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75 26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19.1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40 53,3
Juni
7,15
66,2
0.25
5

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2 20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3

Aug.

6,95 64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91
311
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52
31,0 3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
272
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.65 38,7
4,04
27,2 6,40 27,5 4,55
15,5
2,48
26,5 20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
1

49,2
Nov.
6,75
6,25
0.59

35,1
3,72 25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
1

49,6
4 Dec.
7,00
64,8
0.61
36,3
3,78
2
)
25,4
6,55
28,2
4,815
16,4
2,395 25,6
23,507)
42,7 12,757)
43,2
6,-
1

50,0
II

6,90
63,9
0.59
35,1
3,70
3
)
24,9
6,45
27,7 4,826
16,5
2,418
25,8
24,75
8
)
45,0
13,00
8
)
44,1
6,-
50,0
18

6,90
63,9
0.59
35,1
3,70
4
)
24,9
6,35
27,3
6.-
1

50,0
1)
Jaar- en maanagem. atger. op
Lj
pence. 2)1 Dec. 8)8 Dec.
4)5
Dec.
5
)6 Dec.
6
)13 Dec.
7)
7 Dec.
8
)14 Dec.

ZUIVEL EN EIEREN
.

.

METALEN

BOTER
BOTER
p.K.G.
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Leeuwar- Heffing
Crisis
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Eiermijn
Standaard
Locoprijzen Locoprijzen
Londen
locoprilzen
Londen
per
Foindry
No. 3 f.o.b.

IJZER
111) P.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derComm.
Noteering
Zuivel-
Centr.
kaas
ki. mjmerk
Roermond
j:

100 St.
londen
per Eng. ton

per Eng ton
Eng ton
.

Middlesb.
Eng. ton
per
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng. ton
per ounce
line
Standard
Ounce



ii:

i
0
10

It


ii:

-;;-
,.
u,
T


r

010
ï
010
Sh.
010
sh.
i
%
sh.
O/
ne nce
Oj
1925
2,31

1
i000

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816 100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100-
36.316 100,-
8516
100,-
2
1
18
100,0
1926
1,98

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5.
28″/16
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7 55.141- 89,7
24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-

100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
14
83,3
1928
2,11
1

91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
/1
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203. 1516
.
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
247116

76,2
1930
1,66
71,9

3845
68,7
6,72
73,2
54.131- 88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851

99,5
17.
13
1i
55,4
1931
1,34
58,0

3130
56,9
5,35
58,3 36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
4716
70,9.
11.1016
31,9
9216
108,2
137/
41,6
1932
0,94 40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16-
27,1
1181-
138,0
12
7
/
40,1
Jan.

’31
1,61
69,7

32,25
57,6
6,63
72,2
45.716 73,1
14.-16
38,5
116.81-
44,4
60/6
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
85/-
99,5
13
7
18
43,2
Febr. ,,
1,66
71,9

33,80 60,4
6,21
67,6
45.1/6
72,6
13.56
36,4
17
r(
6

44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
12112
38,9
Mrt.

,,
1,47
63,6
-.
35,00
62,5
4,94
53,8
45.1/6
72,6
13.3/6 36,2
122.1/-
46,6
586
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
85/-
99,5
13
7
/16
41,8
Apr.

,,
1,35
58,4

31,60
56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.10/-
34,3
113.4/-
43,2
586
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
85/-
99,5.
13
1
/8
40,9
Mei

,,
1,26
54,5

30,85
55,1
4,07
5

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6 104.171- 40,0
58/6
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
851-
99,5
12
1
5/16
40,3
Juni
1,29
55,8

33,50
59,8
4,30 46,8
36.616
58,5
11.11/6
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.101-
31,8
851-
99,5
12
7
!
40,1
Juli
1,32 57,1

37,75
-67,4
4,40 47,9
34.141-
55,9
12.1516
35,1.
112.516
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12.111-
34,7
851-
99,5
13
1
/
41,2
Aug.
1,30
56,3

36,00
64,3 4,98 54,2
32.151- 52,8
11.1916
32,9
114.1916
43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.1416
32,4
851-
99,5
1213118
39,9
i
Sept.
1,27
55,0

32,25
57,6
5,775

62,9
30.316
48,6
11.41-
31,1
111.161-
42,7
5516
76,0
4617
69,5
10.19!-
30,3
9113
106,8
I35/
j

41,4
Oct.
1,24
53,7

26,25
46,9
6,27
5

68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
4418
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
1313116
43,0
Nov.
1,17
50,6

24,75
44,2
707
77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29,6
11019
129,5
141/
2

45,1
Dec.

,,
1,18
51,1

21,40
38,2
5:32
5

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
4116
56,8
4313
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
14
5
118
44,6
Jan.

’32
116
50,2

25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
41(6
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
13
7
18
43,2
Febr. ,,
134
58,0

.27,75
49,6 3,79 41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
416
56,8
401-
59,7
10.-/-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
0,98
42,4

23,65
42,2
3,425
37,3
24.18/

40,1
9.91-
25,9
96.61-
36,8
44/-
60,3
401-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
13
3
14
42,8
Apr.

,,
0,99
42,9

19,60
35,0
2,77
5

30,2
23.8/-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.2-
25,2
110/3
129.0
13114

40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4 21.61-
34,3
8.4-

22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0 9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
/
39,3
Juni

,,
1,11
48,1

24,25 43,3 3,08
33,5
20.1216
33,2 7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56.0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
Juli
0,96
41,6
0,45
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42/6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
/
38,5
Aug.
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.4/6
35,8
7.17/6
21,6
101.-)-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
1
/1
39,9
Sept.
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2 4,64
50,5
25.81-
40,9
9.1016 26,1
109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.21-
30,7
11819
138,8
13
40,5
Oct.
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.5/6
35,9
8.71-
22,9
105.1316,
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116 142,1
12
1
/i
38,9
Nov.

,,
0,81
35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4 21.191- 35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12519
147,2
1251
38,3
Dec.

,,
0,73 31,6
0,85
22,55
40,3
5,12
5

55,7
19.12/6
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6
125/9
147,2
11
1
12
35,8
Jan.

’33
0,73
31,6 0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.17/-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191- 27,5
12218
143,5
11 lllie
36,4
Febr.
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4 20.31- 32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7 9.151- 27,0
12015
140,8
115116
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2;80 30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
34/7
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
116
38,7
Apr.

.,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
43/-
58.9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
1
118
39,9
Mei

,,
0,52 22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716,
49,2
4116
56,8
3616
54.5 10.131-
29,4
12316
144,4
1311
4

41,2
Juni

,,
0.52
22,5
1,-
23,50
42,0
2,50 27.2
25.71-
40,8
9.41-
25,3
151.10/-
57,9
421-
57,5
371-
55.2
11.12/6
32,1
122/3
143,0
1311
4

41,2
Juli

,,
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.16/-
41,6
921-
25,0
148.116

<
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11- 33,3
123/101
144,9
12
7
116
38,7
Aug.

,,
0,63 27,3
1

18,90
33,8 3,574
38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6 145.31-

.
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.71-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept. ,,
0,66 28,6
0:95

18,40

1
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8 7.161-
21,4
140.17/6,
53,8
39
1
6
54,1
1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
1
5/16
37,2
Oct.

,,
0,68 29,4
0,90
19,45
I

34,7
I
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.5/-
55,5
39/6
54,1
I 34/6
51,5
10.13!-
29,4
131/1
153,3
11
7
18
37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1

1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1 150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.l96
27,6
128/54
/150,1
12
1
/4
38,1
4 Dec.
0,60
9
)
26,0
1,-
20,50
10
j
36,6
1
5,75
62,6
20.616
32,7
7.916
20,5
154.1516
59,1
411-
56,2
i
361-
53,7
i0.-/-
27,6
12418
145,8
125/
39,3
II
0,62
5
)
26,8
1,-
20,25
6
/
36,2
5,75
62,6
20.6/-
32,7
7.13/6
2l,l
153-!-
58,4
40/6
55,5
I
361-
53,7
9.1716
27,3
1271-
148,5
12
1
/
38,9
18

,,
1,-
20,25
11
/
35,2
/
5,30
57,7
21.1916
35,4
7.14/-
21,1
153.21-
58,5
406
55,5
1
361-
53,7
10.-!-
127,6
12619

1148,2
12
1
13
38,9
10 sept. lJ9
19
K.U. La I’Iata. ) lot Jan. 1929 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2. van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 K.G. Hongaarsche
5
.merican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada. Van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163

.
BOUWMATERIALEN
.

.KOLONIALEPRODUCTEN

VURENHOUT
S T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
basis 7″ t.o.b.
Zwedenl
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Afi. N.-I. theev.
KoIo
Finland
per
f.m.s.
Locoprijzen
Sheets
suiker loco A’dam gem. pr.
Grond-
nlale
per standaard
van 4.672 M
3
.
per

per per
1000
stuks per
1000
stuks
50 K.G. c.i.f.
Nederland
per
lOO
K.G.
Amsterdam
Rotterdam per

!2
K.G.
loco
Londen
ib.
per
R’dam!A’dam
per
100
K.G.
Java- en Suma-
tratheep.I/,KG.
stoffen
pro-
ducten

-;–
f
O/
1
o!
o

3h.
f
015
Ct5.
%
Sh.
0,
0

61.
O(
ds.
°
!o
1925 159,75
lOO
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,675

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926 153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
948
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93.3
94,25
111,5
96.0 102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
1
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625 80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110
107,9
27,371

76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2 22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5
42,9
25
40,7
-l3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
Jan.

’31
125.00
78,2
10,-
645
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6

/4,25

11
,9
8,20
437
66,25
78,4
53.9
57.4
Febr.
125,00
78,2
10,-
645
21,-
110,5
22
1
2 52,2
18,125
50,7
26,25
42,8

13,875
10.9
8,20
43,7
53
62,7
53.3 50.4
Mrt.
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22
1
6
52,9
18,625
51,9 25,50
41,5
-13,75
10,5
8,30 44,3
45
53,3
52.9 48.0
Apr.

,,
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2217
53,1
17,50
48,8 24,75 40,3

/3,125 8,8
8,571
45,7
43
50,9
50.7 47.5
Mei
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49,4
15,375
42,9
25
40,7

13,125
8,8
8,50
45,3
40,25
47,6
48.3 45.5
Juni
110,00
68,9
10,50
67.7
21,-
110,5
22/4
52,6
14,125
39,4 25,75
42,0

/3,125 8,8
8,57
5

45,7
39,50
46.7
45.6 46.8
Juli
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-/3
8,4 8,77
5

48,6
38,25
45,3
46.6 50.0
Aug.
100,00
62,6
10,50 67,7
21,-
110,5
24/8
58,0
14,125
39,4 25,50
41,5

1
2,5 7,0 7,90
42,1
38,50
45,6 44.7
46.8
Sept.
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22
1
7
53,1 13,37
1

37,3
23,75
38,7

12,375
6,7
7,525
40,1
37,50
44,4
43.3
44.1
Oct.,,
1
0
0
,00
62,6
10,50
67.7
19,-

100
,-
21
1
0 49,4
13,25
36,9
23
37,5

1
2,375
6,7 7,55 40,3
37,75
44,7
41.9 43.0
Nov.
100.00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2112
49,8
13,75
38,3
23
37,5

12,25
6,3 7,15
38,1
37
43,8
42.6 42.3
Dec.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
18
1
3
42,9
12,75
35,5
23
37,5

1
2,25 6,3
6,75
36,0
35
41,4
40.0 39.5
Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5

12,l25
6,0 7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-/2
5,6
7,05 37,6
30
35,5
38.3 38.3
Mrt.

,,
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5

11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0 39.7
Apr.

,,
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5 -11,5 4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
36.2 38.0
Mei

,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48.2
13,25
36,9
23,50
38,3 -11,5 4,2 5,62
5

30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni

,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1

11,375
3,9 6,30 33,6
28,50
33,7
34.2 38.7
Juli
67,50
42,3 8,50
54,8
15,-
78,9
2011
.
47,3
12,375
34,5
24
9,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-/1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Sept. ,,
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5 25,25
41,1

12,125
6,0 6,52
5

34,8
23,75
28,1
37.8
38.5
Oct.

,,
63,50
39,7

58 1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5 26,50
43,2
-/1,75
4,9 6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2 38.7
Nov.

,,
63,50
39,7
9,50
61:3

14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
-11,75
4,9
5.87′
31,3
30,75
36,4
35.3 31.2
Dec.

,,
65,00 40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-/1,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4
34.0 35.7
Jan.

’33
70,00 43,8 9,25
59,7
13,50
711
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1

11,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68:4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00
43,8
9,50 61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
11,5
4,2
6.-
32,0 26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.

M e i
70,00 43,8
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5
23,50 38,3

11,625
4,6
6,07
5

32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
70,00
43,8 9,50 61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
-12,375
6.7
6.35
33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli
75,00 46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6

12,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2 37.4
Aug.
75,00
46,9
10.50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75 24,4
20,75
33,8

12,625
7,4
5,275
28,1
35,25 41,7
36.5
.35.6
80,00
50,1

1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
8,25 23,0
19,75
2,2

1
2,5
7,0
5,375

28,7
36,75 43,5 36.7
34.6
Oct.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8

1

12/7 29,6
7,62
5

21,3
17,75
28,8
1

-/2.625
7,4 4,90
26,1

1
42,25 50,0 36.5
33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8

1
12/6
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
1

-/2,75
7,7
4,65
248
1
40,50 47,9
36.1
32.7
4Dec.
75,00
46,9
I
11
1
3
26,5
8,-
22,3
16
6,1
/


1
2,9375
8,2 4,75
253
1

31,75
8
)
37,6
36.9 30.4
II

,,
75,00
46.9
1
11
1
1
26,1
8,-
22,3
16
26,1

1
-‘2,875
8.1
4.75
25,3
I
1

36.5
90.3
18
75,00
46,9
1
1119
27,6
8,

22,3
16
26,1

1
-12,8125
79
4,75
25,3
38.8 29.2
I.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Doilarnoteeringen vanaf 20April
1
33 zijn in verhouding van de depreclatle
an den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

1004

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 December 1933

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 18 December 1933.

Activa.
Binneni.
Wis-1
Hfdbk.
f

26.265.613,25
sels, Prom., Bijbnk.

573.925,96
enz.in
disc.(Ag.sch. ,,

4.360.975,37

f
31.200.514,58
Papier o. h. ‘Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.402.500,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet af gel.
,,


1.402.500,-
Beleeningen
•Hfdbk.
f

97.062.144,281)
ncl. vrsch.
B
ek.-crt.
4.184.104,43
in
r
g.sch.
A
ijbnk.
40.578.333,18
op onderp.
f
141.824.581,89

Op Effecten
……f
140.253.463,94
1
)
Op Goederen en Spec. ,,

1.571.1 17,95
141.824.581,891)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,

Munt, Goud ……
f
107.311.505,- Muntmat., Goud

,, 813.219.650,76

f

920.531.155,76
Munt, Zilver, enz.

27.098.156,54
Muntmat., Zilver..

,


11
947.629.312,302)
Belegging
115
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
21.531.552,02
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
11.007.893,86
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5i’32, S. No. 221) ,,
18.331.195,17

f
1.177.927.549,82

Passiva.
Kapitaal ………………..
. …….

f 20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.749.272,82
Bijzondere

reserve

……………….,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.820.960,74
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
898.120.295,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,
52.837,83
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f

11.174.076,47
saldo’s:

1, Anderen,,228.798.610,27
239.972.686,74
Diverse

rekeningen ……………….,
2.211.496,69

f
1.177.927.549,82

Beschikbaar metaalsaldo

………….f

492.890.900,05
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.232.227.250,-
2)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
76.424.425,-
2)

Waarvan

in

het buitenland

…………………….
..15.732.788,53

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
1

Circulatle
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.

18 Dec. ’33 107312
813.220 898.120 240.026
492.891
83
11

,,

’33 107211
813.015
908.401
228.788
492.703
83

25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
54

Totaal
Schatkist-
,
ee-

e
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ningen

het
reke-

discontos
rechtstreeks
buitenl.
ningen
1
)

18 Dec.

1933
31.201

141.825
1.403
11.008
11

,,

1933
31.292

141.472
1.438
10.802

25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
‘)Onder de activa.

JAVASCHEBANK.

Andere
!ieschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

16Dec.’33 2)

14’J440
189.490
28.490 57.648
9

1332)

145.260 190.030
27.800
58.128

18 Nov.1933

102.418
1
36.043 188.050 21.427 54.670
11

,,

1933

100.918

1
37.420 190.880
19.873
54.037

25 Juli1914

22.057
31.9Ö7
110.172 12.634 4.842

Wissels.
,,.
Dek-

a a buiten
Dis-
Belee-
kings-
N..ind.
conto’s
ningen
fin en’)
percen-
betaalb.
tage

16 Dec.’33
2
)
470
7110
13.960
67
9

1332)
750
71.720
13.170
67

18Nov.1933
234 9.178 53.439
11.652
66
11

,,

1933
351
9.268
.54.363
11.434
66

25 Juli1914
1

6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

.

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilj. 1 OtherSecurities
Data

Metaal
1

in

in Bankingl Disc.and
1
Securities
1
circulatie
1
Departm. 1 Advances1

6 Dec. 1933 191.775 374.881 180.437
75.757

8.496 1 13.658
29 Nov.1933 1191.818 370.202

8.570

13.756

22 Juli 1914 40.164

29.317

33.633

OtherDeposits 1

1 Dek-
Data

00v.

Public
Sec.

Depos. Ban kers
1__
Other
1
Reservel
_
kings-
___________

Accountsl
1perc.’)

6 Dec.’33 78.017

6.896 115.873

36.414 76.894 48,3
29Nov.’33 70.941 13.637 106.910 36.494
81.6161
51,9

22 Juli ’14 11.005 14.736

42.185

29.2971. 52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.

ITe goedl Wis-
Waarv.I
Belee- l?
eteb00s

Data

Goud Zilverl in het 1

op het 1
voorschot
1 buitenl.I
sels

buitenl.I
ningen
Iv.d. Staat

1
Dec.’33
24Nov.’33

23 Juli’14

7
77822

4.104

7411 7711

640
1

37
38
1

4.718

1

5.305

1
1
.
541
_

1.2151 1.2131

81

2.903
2.814

769

1

3.200
3.200

Bons
P.
d.
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sen’)

C

,

irculatie
Staat
Zelfst.
Parti-
amort.k.
amort.k.I
culieren

1Dec.’33

6.186
2.665
1

82.108
1

162
1
2.256
13.112
24 Nov.’33

6.186
1

2.305
1

80.368
1

696
1

2.259
115.016

23 Juli’14


1


1

5.912

1

401

1


1

943
1)
Sluitpost actiya
4
UJTSCHE
RIJKSBANK.

Data
Goud
bij bui-

1

tenl. circ.
1
banken’)
1

als goud-
1
dekking
geldende
1

wissels
en
cheques

Belee-
nin gen

7 Dec.

1933
1
397,8
1
52,6
5,8
1
2.957,6
75,9
30 Nov. 1933
1
405,4
1
50,8
t

3,2
3.001,3
162,9

3
0Juli
1914
1
1
.
356
,
9
1

1


750,9 50,2

Data
Effec-
1

Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
1

ten

1
Activa’) latie
Crt.
Passiva
.1

7 Dec. 1933 1 208,7 1
511,1
1
3.459
1 414,3 1 246,4
30 Nov. 1933 1 319,4 t 570,4 1
3.541,7
1
477,8
1 247,4

30 Juli 1914 1
330,8
1
200,4
1
1.890,9
1

1

40,0
1) Onbelast. ‘)W.o. Rentenbankscheine 7 Dec., 30Nov. 1933, resp. 41,28
miii.
NATIONALEBANKVAN BELGIË.

Goud

.

Rekg.Crt.
Data

‘933
0

0
(3
0

7 Dec.
k721
726
67 771 1

1 40 3.432 167 410
30 Nov.

1
68 775 j 59 3
5
5

40 3.453 191 365

FEDERALRESERVE BANKS.

Goudvoorraad

Wissels

t Dekking

,,Other

in her- 1

in de
Data
Totaal i

F. i.

cash”
2)

disc. v. d.

open
embcr

markt
bedrag
1
Notes

m

banks
i
gekocht

22 Nov.’33 3.575,8 1 2.666,3

227,1

112,2 1

20,3
15’33 3.577,2 12.668,4

225,8

111,4 _15,2

houd-
Algem.
1
Belegd
1

Totaal
1
Gestort

Dek-

Dek-
Data

in U.S.
in circu-I

Kapitaall kings-

kings-
Oov.Sec.

‘_____1perc.’) _perc.
2
)

22 Nov.’331 2.431,1 1 2.970,2 1 2.867,7 1 145,2 1 61,2

65,1

15 ,, ‘331
2.431,6
1 2.973,0 12.872,5 1
145,1
1

61,1
j

65,1
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F. R. Notes en netto deposlto. 2) Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaai en wettig betaalmiddel tegenover idem.
,.Other Cash” does notinciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED., RES. STELSEL.

Dis- 1

Totaal 1 Waarvan Data

Aantal conto’s
1
Beleg-1bilde
banken

en

1
gingen

r.
R.

depo-

time

beleen. 1

banks

sito’s

deposits

15 Nov.’331

21 I 8.557

8.124

1.925 1 16.061 1 4.472
8 ,, ’33j 21 8.593
j
8.126 1.878 1 16.025 4.495
De posten van De Ned. Bank, de Javasche
Bank
en de Bank of Eng.
land zijn In duizenden, alle overige posten in millioenen van do be.
treffende valuta. ‘

Auteur