Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 932

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 8 1933

8 NOVEMBER 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ecönomisch!~„,’
,
$tati*sti*sche

Beri*chten
,

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, 1JVERHEID, FINÂNCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR
DE MEDEDEELINGEN VAN DE
CENTRALE
COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANG

WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933

No. 932

VËDERLANDSCII ECONOMISCH INSTiTUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. R. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. van Lanschot; E. D. ‘van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak; Prof. Mr. Dr. G. IT. Verrijn Stuart, ,9irecteur-Secrctar’is.

ECONOMISCH-STATISTISC ME BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof.
Mr.
D. van Blom; J. van II asselt; Jhr. Mr. L. H. van
Tennep;
Mr.
K. P. van der Mandela; Prof. Dr. •N. J
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis
1

Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Jhr. Dr. G. fit. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: Dr. II. IT. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de I’Ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie Dan abonnementen en adver

tenties: Nijgh
d
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro.reke’niing No
145192.

A bbnnementsprijs voor het weekblad franco P. P. ir. Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— pe’
jaar.. Losse nummers 50 cents. Economjsch-5tatistjs0
.K-wartaalbericht.
f
1—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een redvcti’
op de verdere publicaties.
• ‘Aahqetekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

S NOVEMBER 1933.

Ook deze week bleef cle geidmarkt weder zeer ruim.

Zêlfs de Novemberrnaands*issëling, die jaren

lang

en van de moeilijkste van het jaar was, wat betreft

de vraag naar geld, bracht niet de minste verlevendi-

ging. In de noteeringen kwam dan ook gee verande-

ring. Overigens waren die geheel nominaal. Caligeld

bv. was vrijwel geen enkelen dag te plaatsen.
* *

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank

blijkt de post binnenlandsche wissels te zijn
gedaald

met f
204.000; de beleeningen namen daarentegen

met
f
54.000 toe. De post papier op het buitenland

bleef op gelijke hoogte, terwijl de diveise rekeningen

aan de’activa der Bank met
f’
72.000 stegen.

De goudvoorraad der Bank blijkt met,
f
2,8 mii-

lioen te
zijn
vermeerderd; de voorraad zilver daalde

met
f
581.000.

Onder de passiva der Bank geeft de bankbiljetten-

circulatie een vermindering te zien van
f
10 mii-

lioen. De saldi in rekening-courant stegen met
f
12

millioen tengevolge van een toèneming der saldi van

anderen groot
f
2634 millioen en een daling van het

tegoed van ‘s
Rijks
schatkist .groot
f
14,3 millioen.

Het beschikbaar metaalsaldo blijkt met
f
1,4 millioen

te zijn vermedrderd; het ‘dekkingspercentage bedraagt

nagenoeg 83 pOt., evenals de vorige week.
* *,
*

Ook de achter ons liggende week heeft nog geen

oplossing gebracht van de vele problemen, die zich

op de wisselmarkt voordoen. De Amerikaansche maat-

regelen blijven nog steeds onbegrijpelijk. Men heeft

zich afgevraagd wat er zou geschieden, wanneer de

$hf noteering boven cle vroegere pariteit ca. 4.86 34

zou komen; zou men deze pariteit trachten te hand-
haven en zoo het Pond Sterling aan den
Dollar
bin-

den? Gisteren is de
$If
koers op 4.9234 gekomen, zon-

der dat

althans voor zoover valt waar te neien

van hooger hand is ingegrepen, zoodat men zich in

n

.ngeland voorloopig alleen nog tot een steu door

middel van den Franschen Franc schijnt te hpalen.

Uiteindelijk is het Pond Sterling maar weinig ver-

anderd; de week opende op een koers van 7.84, terwijl

de laatstgenoemde koers 7.86 was. Doch de schomme-

lingen waren zoo groot

meermalen 1 h 2 pOt. in

enkele uren

dat het de grootste moeite kostte

zaken te doen. De laagste koers was ongeveer 7.70, de

hoogste ca. 7.90. Ook de Dollarkoers was vanzelfspre-

kend zeer onberekeubaar; geopend op en. 1.64, liep

cle koers op en. 1.59 terug om gisteren den geheelen

‘dag op ongeveer 1.5934 te blijven hangen; slot iets

hdoger op 1.60
v
18. Marken veranderden maar weinig;

zij liepen wat terug: 59.14-59.12. Fransch Francs

bleven zich rond de 9.7034 bewegen.. Ponden tegen

‘Fransche Francs nteerden 80.80-79.50-81.—. Bel-

ga’s rond de 34.5734. Zwitsersche Francs trokken aan

48.– 48.05. Lires nog steeds en. 13.06, Peseta’s

20.7234. De Scandinavische koersen vertdondeu na-

tuurlijk ook zeeu groote fluctuaties: slot Kopenhagen

35.10, Oslo. 39.50, Stockholm 40.50. Firmsche Marken

3.4734. Oenadeesche Dollars 1.59. Yen 47. T. T. Indië
p 10034 te krijgen.

Ponden-levering over één maand noteerden rond

pan, op drie maanden deden 34 c. agio. Ddllars op’

deze termijnen noteeren onder pan, al.Ys en 1 punt.

Op de goudmarkt ging niet veel
om.
De. hoogst on-

zekere Pondenkoers maakte het natuurlijk hoogst. be-

waanljk om in Londen te markt te gaan. Baren

,’aren tenslotte op
f
1648.50 aangeboden. Eagles no-
teerden 2.50
5
/s, Sovereigns 12.21.

LONDEN, 6 NOVEMBER
1933.

Gedurende verleden week bleef disconto vast,. de

groote banken weigerden onder
7/
pOt. te koopen,

zoodat een disconto van ‘
5
fio-1 ‘pOt. verwacht kan

wonden. Daggeld noteerde ongeveer 34 pOt.

Op de effectenbeurs is de stemming nog altijd iets
gedrukt wegens den slechten afloop van de oorlogs-

schuld-discussie, ook de toestand in Amerika en de

onzekerheid van den Dollar hebben hun invloed.

Staatsfondsen en de betere soorten industrieeleu ble-
ven echter grootendeels onveranderd. De buitenland-

sche wisselmarkt bleef afwisselend met Dollars zwak.

Sltkosen: Guldézis 7.86, Dollars 4:90.
– – –

860

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

DE VEETEELT EN HAAR PROBLEMEN.

(Het vraagstuk van de rationalisatie van
de veeteelt
in verband met den vorm van steunverleening.)

Het is een merkwaardig feit, dat in de laatste jar’n
tal van economische vraagstukken worden behandld
en maatregelen worden genomen zonder dat men zich
de moeite getroost om zelfs maar op beperkte schaal
een analyse te maken van de verhoudingen en mge-
lijkheden in den desbetreffenden bedrijfstak.
Zoo heeft het mij ten zeerste verbaasd, dat bij hèt
vele, dat er over de beperking van den rundveestapel
werd geschreven, mij niet één artikel bekend werd,
waarin eens de productie-verhoudingen van de vee-teelt werden nagegaan en met ernstigen wil gezocht
werd naar mogelijke andere oplossingen om de vee-
teelt op een rendabele basis te brengen. Zoo besloot
dan ook de Ned. Regeering tot een belangrijke be-
perking van het productie-apparaat met daaraan ver-
bonden kapitaalsvernietiging en beperking van ar-
heidsgebied zonder dat er op afdoende wijze is komén
vast te staan, dat er inderdaad geen enkelen anderén
weg meer openstaat.
De veestapel heeft als productie-apparaat twee zij-
den: eenerzijds is hij producent vaii vleesch, ander-
zijds van melk. Nu is het zeer merkwaardig, zooils
Dr. F. E. Posthuma kortgeleden te Utrecht opmerk-
te, dat het niet duidelijk is geworden, vat de bedoe-
ling is van hen, die den rundveestapel gedwongen
willen inkrimpen. Terecht vervolgde hij: ,,Willen zij
dit in verband met het melkvraagstuk of in verband
met het vleeschvraagstuk? En zij, die dan de verant-

woordelijkheid op zich willen nemen om den boer een
gedeelte van zij.ia productiekapitaal gedwongen te ont-
nemen, een verantwoordelijkheid, die ik niet wensch
te aanvaarden, moeten eerst goed duidelijk maken,
wat het doel van hun streven is.”
Inderdaad is dat vrij raadselachtig. Wel zou de
steeds dalende rundvieesch-uitvoer in de richting van
het vleeschvraagstuk kunnen wijzen, maar deze daling
is toch weer gecompenseerd door den verminderden invoer sedert de contingenteering daarvan. Ook blij-
ken er vrij positieve aanwijzingen te zijn, dat het dit-
maal niet om. deze kwestie gaat.
Het is de bedoeling, zoo kunnen wij lezen, het af-
geslachte vee op een bepaalde wijze in de consumptie
te brengen. Hieruit trekt men al spoedig de conclu-
sie, dat het hier dus niet gaat om het vleeschvraag-
stuk, want het is
duidelijk,
dat de distributie op deze
wijze het gebruik van op andere wijze gekocht vleesch
moet tegenhouden. Men dient zich dus wel te reali-
seeren dat het, gezien de maatschappelijke klassen,
waarvoor het artikel ter beschikking zal worden ge-
steld, hoogstens om een zeer beperkte uitbreiding der
consumptie zal gaan. Wij willen dan ook gaarne de
vraag eens onder de oogen zien, of, indien men de
consumptie wil uitbreiden, dit niet op andere wijze
met meer succes kan geschieden.
Men is dus geneigd te denken, dat wij hier met het
inelkvraagstuk te doen hebben. Maar deze meening
zal men dadelijk laten varen, indien men verneemt,
dat onze zoozeer gedrukte boteruitvoer weder is toe-
genomen en het dubbele van het vorige jaar is gewor-
den. (Jan.-Sept. 1932 12.551 ton, idem 1933 23.570
ton), terwijl ook de verdere vooruitzichten gunstig
zijn.

Dientengevolge zal er, naar door verschillende
schrijvers werd
becijferd,
op de huidige basis dit jaar
een tekort aan boter ontstaan, in, verband waarmedé
men het mengingspercentage van de margarine reeds
terugbracht van 40 op 25 pOt.
1)
Evenmin behoeft er

i) In het jongste nummer van het orgaan van den F.N.Z.
wordt er de aandacht op gevestigd, dat er op tal van
plaatsen in het buitenland eeti toenemende vraag naar
boter bestaat in verba.nd met bestaande tekorten. Opmer-
kelijk is zeker de vcdgende passage:
,,Inmicldels is onze markt iiiet zoodanig van versche
boter voorzien, dat aan al deze aanvragen voldaan.
zou

INHOUD.

Blz.

DE VEE’EELT EN HAAR PROBLEMEN door
Dr. A. de Oraaff 860

Dollar en Pond door
C. A. Klaasse ………………864

Alweer paradoxen door
Prof. Dr. N. J. Polk ………867

De gouden standaard door
Dr. G. C. A. van Dorp 887

Moet Indië van den gouden standaard af? door
Mr. W.

J. L. van .E ………………………………867

Korrektie van munt en voorstelling door
Prof. G. Gong.

grijp……………………………………..868

Moet Indië van den gouden standaard af? door
Mr. D.

J. Hszlshoff Poll …………………………….868

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

J)e vooruitzichten van den graaiiuitvoer van Sovjet-

Rusland door
Prof. B. l3rutzkvs …………….869

AANTEEKENINOEN:

Stijging van het tekort p cle Rijksbegrooting over 1933 871

MAANDCIJFERS:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….
870

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
87 1-876

Geidkoerse,,. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel

vrees te bestaau, dat er na de maatregelen, welke de
Crisiszuivel Centrale dezen zomer ter beperking van
de kaasproductie heeft genomen, gevaar bestaat voor
een kaasoverschot. Daarnevens kan worden aangetee-
kend, dat de uitvoer van andere melkproducten Vrij-
wel
gelijk
is gebleven. Uit een en ander kan men
slechts één conclusie trekken, nl. deze, dat het melk-
vraagstuk hier wel zeer bezwaarlijk aan de orde kan
zijn.

Wij willen dit punt voorbijgaan; gedane zaken
nemen geen keer. Reeds is men bezig de uitvoerings-
bepalingen voor dezen maatregel samen te stellen en
gedeeltelijk is men met de uitvoering reeds begonnen.
Laten wij daarom de zaak van een andere zijde bezien.

* *
*

Onmiskenbaar heeft de beperking van den veesta-
pel ten doel den veehouder betere financiëele uitkom-
sten te bezorgen. Men moet dezen maatregel niet af-
zonderlijk bezien, maar als onderdeel van het com-
plex van maatregelen. Hiertoe behooren ook de ver-
schillende heffingen, welke de consument als accijn-
zen hij het verbruik van veeteeltproducten moet be-
talen.

De Regeering is hier dus gegaan in de richting van
prjsverhooging en beperking van het productie-appa-
raat, welke laatste door de hoogere prijzen moest wor-
den gefinancierd. Tenslotte verwacht de Regeering,
dat er uiteindelijk ook een natuurlijke prijsstijging
zal komen, welke dan een rendabele veeteelt mogelijk
zal maken. Immers zou men deze verwachting niet
hebben, zoo ware het ongemotiveerd om een deel van
het productie-apparaat te vernietigen.
Om de veehouders betere inkomsten te geven, ston-
den twee wegen open, waarvan men mogelijk mag ver-

kunnen worden zonder de binnenla’ndsche botervoorziening
in de war te sturen. Het zal daarom in de eerste plaats
noodig zijn, dat uren het mengpercentage in de margarine
verlaagt, opdat er weer boter voor export disponi bel
komt.”
(Cursiveering van ons). Wij willen geenszins vol-
houden, dat deze export zoô zal blijven, te meer niet, waar
een deel van den export min
of
meer kunstmatig was.
Maar de vooruitzichten zijn
01)
dit moment gunstiger en
wanneer dan de betreffende organisatie om opheffing dezer maatregelen verzocht, zoo ware het toch wel buitengewoon
vreemd, wanneer men op
datzelfde moment,
dat een tekort
dreigt,..den veestapel beperkt.

8 November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

881

onderstellen, dat de tweede nI. kostenverlaging de
Regeering niet voldoende duidelijk voor oogen heeft
gestaan, of althans, dat zij deze niet voldoende heeft
overwogen. Zij koos de eerste, d.w.z. zij verhoogde de
cletailprijzen en gaf het geld aan de boeren. Zij nam dus den weg van productiebeperking en prijsopdrij-
ving en meent, dat het evenwicht in de veeteelt
slechts bereikbaar is bij hoogen prijs. Ongetwijfeld
heeft dit systeem bezwaren. Allereerst en in sterke
mate voor den consument, die gedwongen wordt een
hoogen prijs te betalen. Deze tendens is in sterke
mate in
strijd
met de beweging voor verlaging van de
kosten van levensonderhoud en de loonsverlaging.
Bovendien werken de hooge prijzen zêer remmend op
het verbruik. Overmaat van consequentie is er der-
halve niet. Niet alleen voor den consument, maar ook voor den producent heeft de productiebeperking bezwaren. Wij

vermeidden als voorbeeld de kapitaalsvernietiging.
Een sprekend voorbeeld hiervan is het bericht, dat
dezer dagen in de dagbladpers circuleerde en waarbij
de redenen werden aangegeven, waarom in Fries-
land zooveel vee werd aangeboden. Deze redenen wa-
ren om.: a. de boeren beschikken over weinig mid-
delen en vinden het zeer aangenaam een deel van hun
bezit te gelde te kunnen maken;
b.
er is momenteel
weinig wintervoer voorradig, terwijl men liever zoo

min mogelijk hijkoopt. In beide gevallen vindt er
erastige kapitaalsvernietiging plaats. Maar er is nog
meer, dat ongetwijfeld zeer belangrijk is. Beperking der productie van den veestapel leidt tot verhooging
van den kostprijs en derhalve verzwakking van ons
concurrentievermogen. Wanneer de boer per stal
eenige koeien afstoot, zoo blijft zijn stal- en weide-
ruimte dezelfde en zullen dus ook die kosten gelijk
blijven of wel per beest omgeslagen stijgen. Voor de
arbeidskrachten staat de zaak evenzoo; de twee moge-
lijkheden zijn hier:

a. de boer houdt dezelfde krachten, de productie-
kosten stijgen;

5. de boer slaagt er in een of meer krachten weg te
doen, er ontstaat meer werkloosheid.
Zoo kan men slechts constateeren, dat de beper-
king van den rundveestapel het concurrentievermo-
gen van de veeteelt niet ten goede komt. Telt men
nu hierbij, dat de consument door het betalen van veel hoogere prijzen de dupe wordt, zoo kan men
slechts concludeeren, dat een maatregel, die zoovele
nadeelen met zich brengt slechts in de uiterste om-
standigheden als geen ander middel meer aanwezig
is, mag worden toegepast.
Nu kan men het evenwicht
0
1) twee manieren her-
stellen. De Regeering koos den weg der prjsverbete-
ring, maar ook mogelijk is de weg der kostenverla-ging, zoodat men op een lager niveau tot een even-
vicht komt. Het is deze mogelijkheid, die wij aan een
nader onderzoek willen onderwerpen.

Of deze weg succes zal hebben, zal wel vôor een groot gedeelte afhangen van de vraag, hoe groot de
kostenverlaging zal zijn en of deze zoo belangrijk zal
zijn, dat de kostprijs hierdoor onder den verkoop-
prijs kan dalen.

Dit laatste nu is practisch afhankelijk van de mate
van rationaliteit en het gaat er dus maar om, hoeveel
verbeteringen, die tot kostenverlaging aanleiding
kunnen geven, aangebracht kunnen worden.
,,Het is wel bekend,” aldus de heer Van Riems-
dijk’), ,,dat het een tijd lang ,,bon tpn” is geweest,
zooals de heer Van den Broek
2)
dit opmerkte, om
geen kwaad van den Ned. Landbouw te zeggen, doch
daarmede wordt niet bereikt, dat waar mogelijk naar
nieuwe wegen wordt gezocht.”

Prijsvraag van de afd. ‘s-Gravenhage der Hol!. Mij;
van Landbouw, pag.
98.
•Boekbesprekingen, Landbouwkundig Tijdschrift, Jan.
1932.

,,En uit het voorgaande,” zoo voegt hij er aan toe,
,,zal wel gebleken zijn, dat er bijna op elk terrein nog
valt te verbeteren en dat men vooral niet moet schro-
men om nieuwe wegen in te slaan, wanneer blijkt,
dat de oude methode niet meer is te handhaven of
althans mindere uitkomsten doet verwachten.”
Zoo dit ergens geldt, dan is het voor de veeteelt.
Aan de rationaliseering van onze veeteelt ontbreekt
hog veel, zeer veel, misschien zou men zelfs mogen
zeggen, nog alles. ‘) De veeteelt hier te lande wordt
in de groote meerderheid der gebieden, met groote
verspilling gedreven. Het zij mij verguud dit met
een aantal voorbeelden toe te lichten.

Ik wil beginnen dit toe te lichten met een tweetal
voorbeelden, die gelden voor den geheelen veestapel,

onverschillig of deze als vleesch- of als melkprodu-
cent gebruikt wordt, ni. le. de weide, 2e. de voeding.

De weide.

In zijn zeer goede studie, welke als antwoord dien-
de op de
prijsvraag
van de afd. ‘s-Gravenhage der
Hollandsche Mij. voor Landbouw en welke vraag
luidde: ,,Welke wegen dient de Ned. Landbouw in te slaan om zich zoo snel mogelijk aan te passen aan de
gewijzigde toestanden?” vestigt de heer Van Riems-
dijk er de aandacht op, dat het blijvend grasland de grootste oppervlakte van den cultuurgrond beslaat,
terwijl bovendien de omvang van dit grasland nog
steeds toeneemt.
2)

grasland …………
1.310.000
houwland ………..800.000
bouwgrond ……….115.000

Nu is het wel zeer merkwaardig, dat hoewel de
beteekenis van het grasland steeds toeneemt, de op-
brengst gedurende 50 jaar absoluut niet voorullgaat,
zulks in tegenstelling tot vele landbouwproducteu, die in deze zeer lange periode wel vooruitgegaan zijn. De
heer Van Riemsdijk wijst er dan op, dat men eerst
de laatste jaren meer aandacht is gaan besteden aan
de verpleging van het grasland en voorts ,,dat hier
nog vele vraagstukken op een oplossing wachten en
dat de achterstand in den eersten tijd niet is in te
halen.” Hij licht dat uitvoerig toe, er op wijzend, dat
in vele streken weinig kunstmest wordt gebruikt, ter-
vijl een meerdere aanwending daarvan zeker loonend
zou zijn.
3)
Het moet den niet-landbouwman vreemd
aandoen daarbij te lezen, dat de bewaring van .stal-
mest, die hier te lande verre van ideaal is, het meest
achterlijk is in de gebieden der melkveehouders.
Niet alleen is de verzorging van het grasland te
duur; de schrijver stelt tevens de vraag of het gras-
land wel rationeel gebruikt wordt, hetgeen hij even-
zeer ontknt. Hij wil en naar mijn meening volkomen
terecht, breken met het systeem van beweiding in
groote weiden en deze deelen in kleine stukken, welke
men afzonderlijk laat afgrazen. Daardoor kan een
kleiner gedeelte van het grasland voor weide worden
bestemd en behoeft de boer dus minder wintervoer
aan te koopen. Hier te lande is de hoeveelheid voer,
welke wordt gekocht, nog altijd zeer belangrijk en
bijv. veel grooter, dan in Denemarken, waar men te
dien aanzien veel rationeeler werkt.

.Hierbij zij direct aangeteekend, dat dit overigens van geval tot geval sterk wisselt.
Pag.
52.
De schrijver vermeldt, dat de oppervlakte grasland in de laatste
50
jaar met ongeveer
180.000
H.A.
is toegenomen. Toen in de laatste jaren de akkerbouwge-
wassen zoozeer in prijs daalden, verminderde de akker-
bouw-oppervlakte met
30.000
H.A.
in
enkele jaren tijds.
Ongetwijfeld zal de beteekenis van de veeteelt nog moeten
toenemen, omdat van nature de akkerbouwgewassen beter
gedijen in de tropische zones, terwijl de gematigde zones
voor de veeteelt het gunstigst zijn.
Het is opmerkelijk, dat in de andere ingezonden
antwoorden op deze prijsvraag,
01)
hetzelfde euvel wordt
gewezen. Hieruit blijkt wel, dat men hier met algemeen
bekende en erke.nde mistanden te maken heeft. Men zie
vooral de desbetreffende passage in het antwoord van den
heer A. Terpstra (pag.
137-139).

862

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

De heer Van Riemsdijk besluit zijn. betoog als

volgt (pag. 56):

,,lJit het voorgaande blijkt, dat de boei zelf, door ratid-
neele bemesting door een doelmatige mestbewaring, door
een juiste methode van bewerking, door vroeg te maaien,
door zich bij het winnen van de winterprovisie zooveel
mogelijk van het weer onafhankelijk te maken, in staat is
‘eol meer en veel voedzamer hooi en kuilgras te oogsten
dan hij tot heden deed, en dat met weinig meer kosten’. Misschien zal het hem meer arbeid kosten, maar dit zal
hij er dau voor over moeten hebben, vooral omdat hij daar-
door in staat zal zijn veel op zijn rekening voor kracht-
voer te sparen.”

Ziehier dus een eerste onderdeel van de veeteelt,
hetwelk rationeeler en goedkooper zal kunnen geschie-
den en waar veel geld verspild wordt door een groo-ten achterstand, ook vergeleken bij andere landen.

De voeding.

Degene, die meent, dat in dezen tijd van lage pro-
cluctieprijzen wel alles aangewend zal worden, om
althans de voeding zoo goedkoop mogelijk te doen

geschieden, vergist zich deerlijk.
De Directeur van de Ver. voor Melkcontrôle in
Zuid-Holland, W. II. Padmos, schreef in een brochu-
re ): ,,I

Iet blijkt, dat de meeste b.oeren niet het

flauwste begrip hebben van de wijze, waarop melkvee
moet worden gevoed, en dat zeer velen zelfs niet we-
ten, of althans bij benadering niet kunnen zeggen,
hoeveel voer hun dieren per koe en per dag ont-
vangén.” Is het dan nog een wonder, dat in de meeste
gevallen de voeding niet juist en daarenboven bijna
altijd te duur is. Daardoor wordt per jaar veel te
veel ,aan voeder uitgegeven.
Daarnevens kwam Dr. Kooy tot de conclusie, dat
vrij algemeen te veel gevoederd wordt en hij schatte
dit op 10 pOt. Dit beteekent, dat alleen reeds door
het te veel voederen jaarlijks
f
50 millioen te veel

wordt betaald. Tezamen met het bedrag, dat wegens
te dure of minder nuttige voeding wordt uitgegeven,
vormt dat in totaal een bedrag van
f
60 millioen,

dat volslagen nutteloos wordt verspild.
• Ook de Regeering erkende de groote beteekenis van
een meer rationeele veevoeding. Zij nam in de hegroo-
ting een nieuwen post op ,,ten einde pogingen om een
rationeelere veevoeding ingang te doen vinden, krach-
tig te kunnen steunen, aangezien hierbij een groot
ei3onomisch belang is betrokken.”
Tenslotte kan er nog op gewezen worden, dat ook
op het gebied van een meer economische verwerking
van het voedsel nog niets geschied is. Dat dit alles

anders kan, bewijst Deneiarken, waar veel zuiniger
en per oereenheid veel goedkooper wordt gevoederci.

Het vee.

Om de productiequaliteiten van ons vee te heoor-
deelen, nemen wij als voorbeeld de melkproductie Hoe moet men nu de rationaliteit van de melkpro-
ductie heoordeelen? De eenige juiste weg is daarbij
een vergelijking van de melkopbrengsten van de vér-
schillende dieren onderling. Vertoonen deze opbreng-
sten slechts weinig verschillen (is de spreiding rond
het gemiddelde derhalve klein), zoodat als het ware
het gemiddelde ook representatief is voor de op-
brengst, in dien zin, dat het een veel voorkomend
cijfer is, zoo kan men .van een groote mate van ratio-
naliteit spreken. Immers het blijkt dan, dat het pro-
ductievermogen is opgevoerd tot een niveau, dat
slechts weinig verbetering toestaat. Zijn deze verschil-

len echter groot, zoo
blijkt
dat de rationaliteit min-

der is, omdat de opbrengsten van een groot deel bij
lange na niet dat zijn, wat zij konden zijn en dus
reeds â priori blijkt, dat zeer groote verbeteringen

ook practisch nog mogelijk zijn.

1)
Geciteerd in brochure No. 72 van de Ned. Ver, voor
den Vrijhandel over Autaride op blz.
1.5.
Ook Van Riems-
dijk vermeldt deze uitlating.

• Nu wordt de geniddelde opbrengst per koe ge-
schat op 3400KG. melk met een vetgehalte van 3.20
pOt. Dit getal is echter geenszins representatief in
den bovenbedoelden zin, want het is het gemiddelde

uit een groep cijfers met een zeer wijde spreiding. De
gebruikelijke opbrengst per koe (dat zijn dus de dicht
bezette klassen) wisselt van 1500 tot 6000 KG. melk (een verschil van 400 pOt.) met een vetgehalte wis-
selend van 2.40 tot 3.60 pOt. (een verschil van 50 pOt.). De hierboven genoemde cijfers blijven nog
verre onder de topprestaties. Melkopbrengsten, die
boven de 8000 KG. uitgaan en vetgehalten van meer
dan 4.50 pOt. zijn geenszins schaarsch.
Hoe weinig het gemiddelde cijfer als representatief
mag gelden, mag blijken uit de cijfers van enkele
groote groepen. Zoo bedraagt de gemiddelde op-
brengst van het in het Ned. Rundvee Stamboek inge-
schreven vee 4569 KG. melk met 3.45 pOt. vetgehalte,
dat is 1169 KG. of pim. 33 pOt. meer melk met een
0.25 pOt. grooter vetgehalte of ongeveer 10 pOt.
meer.

Daarentegen komt de gemiddelde opbrengst van de
provincie Utrecht niet veel boven de 2900 KG. en
blijft dus ver beneden het gemiddelde. Juist dit voor-
beeld is een gelukkig bewijs van de groote achterlijk-
heid, welke op dit gebied bestaat. Immers men mag
aannemen, dat het vee van hen, die aangesloten zijn
bij de boekhoudbureaux, tot het puikje behoort en in
productie-vermogen verre boven de rest uitsteekt.
Tanneer
dan dit
cijfer
van de beste bedrijven in een
oud zuivelgebied zoover achterblijft
bij
het gemiddel-
de en evenzeer bij bedrijven in minder gunstig ge-
legen gebieden
1),
zoo is dit een alarmeerénd bewijs
voor den achterstand, welke geleidelijk over een deel
van onze veeteelt is gekomen.
2)

* *
*

Men doet goed zich de gevolgen van deze zeer grod-
te verschillen wel te realiseeren. De kosten, welke het
vee voor den boer medebrengt, wisselen slechts weinig
en dientengevolge zullen de kosten per liter melk
snel dalen, indien de productie toeneemt; wij krijgen
bijna even belangrijke verschillen in de opbrengsten
per koe en den
kostprijs
der melk. Daardoor is het
mogelijk; dat bij een zeifden melkprijs de eene produ-
cent gröote winsten maakt, de andere groote verlie-zen lijdt. Dergelijke verschillen mogen in een ])rO-
ductie-apparaat niet voorkomen. Het is allereerst
onze taak de opbrehgsten van de laagste groepen te
verhoogen. ,,Al die dieren, die bijv. 3000 liter per
jaar of minder opleveren zijn het voer niet waard”,
aldus de heer Roosenschoon in zijn antwoord op de
vermelde’ prijsvraag (blz. 213).
Het gaat hier om kwesties van ongekenden om-
vang. Op hoeveel de irrationaliteit van den Neder-
landschen veestapel ons komt te staan wordt duide-
lijk, wanneer men bedenkt, dat, indien de gemiddelde
Nederlandsche koe evenveel produceerde als de ge-
middelde Stamboekkoe van het N.R.S., een geenszins
onbillijke en zeker te verwezenlijken eisch (waardoor
nog zeer groote verschillen zouden blijven bestaan),
de opbrengst jaarlijks
f 70
millioen grooter zou zijn.
Men ziet dus, dat er in de veeteelt zeer groote ver-
beteringen – ook op korten termijn – mogelijk zijn,
verbeteringen, welke dergelijke resultaten te veeg
kunnen brengen, dat de steunregeling grootendeels
en wellicht zelfs geheel overbodig is. Het zal een

Van Riemsdijk, pag. 61.
Dit lijkt ons een geschikt punt om er de aandacht
op te vestigen, dat zoowel de qualiteit van het vee als de
iationaliteit in het veehoudei-sbedrijf naar gelang der pro-vincies zeer sterk wisselt. Over het algemeen zijn de min-
der gunstige gebieden (wat betreft ligging of grondquali-
teit) er het best aan toe en is de achterljkheid het grootst
in de oude veeteeltgebieden en de gebieden rondom de
groote steden, waar de melkcontrôle over het algemeen
het minst *toepassing vindt. Ook spelen leeftijd en geaard. heid der boeren hiei’bij een belangrijke rol.

8 November 1933

ECONOMISCH’.STATISTISCHE BERICHTEN

863

ieder duidelijk zijn, dat een zeer helanrijke verla-
ging van den kostprijs mogelijk is.
Het is nu van groot belang om te weten, wat er
op dit punt zal gebeuren.. Daartoe moet men aller-
eerst weten, hoe cle boeren daartegenover staan. Hij,
die zou meenen, dat de landbouwers wel alle moeite
zullen inspannen om dezen achterstand in te halen,
zal helaas moeten ervaren, dat het meerendeel deze
opvatting niet huldigt.
Van Riemsdijk geeft daarvan een typisch voor-
beeld (blz. 8):

,,Zoo
schreef een Zuid-ilollandsche boer bij een bespre-
king van de Crisis-zuivelwet in ,,de Melkveehouder”, dat
hij bij
zijn
uitgaven aan krachtvoer en bij een gemiddelde
pioductie van 70 melkkoeien van 3000 liter per jaar –
een kwantum, waarmede hij zeer tevreden bleek – zeker
door een richtprijs van 5 cent per liter .niet was gehol-
pen. Dat hij zijn bedrijf door verhooging van de meikgif t
en door rationalere voeding nog kan verbeteren valt hem blijkbaar niet in.”

Dit citaat is een typeerend beeld, zoowel voor de
mentaliteit van zeer velen onzer boeren als voor die
van de Regeering, die dit alles maar sanctioneert,
zonder een moment een ruggegraat te toonen, die de
achterljkheid zal doorbreken. Het gaat niet aan dit
alleen den boeren te verwijten, want wij -zijn hieraan
allen schuldig, omdat wij te veel zijn teruggedeinsd
voor de groote moeilijkheden, welke pogingen tot
verbetering medebrengen, terwijl het mede een uit-
vloeisel is van het democratisch regeeringssysteem. Tenslotte en zulks zeker niet in de laatste plaats ligt de schuld bij de schrijvers over den Ned. landbouw,
die zich hebben uitgeput in lofuitingen, zonder maar
een enkel -moment critisch te zijn, waardoor zij ver-
keerde denkbeelden hebben gevestigd zoowel – hij het
Nederlandsche volk als bij de boeren zelf.
Wanneer wij ons korte onderzoek naar de produc-
tieverhoudingen besluiten met de conclusie, dat
een
belangrijke verlaging der productiekosten binnen kor-
ten tijd over de geheele linie tot stand gebracht kan
worden
– hetzij dan dat meer opbrengst wordt ver-
kregen bij gelijke kosten, hetzij dat men lagere kosten
heeft bij gelijke opbrengst – zoo is daarmede de
kwestie nog niet opgelost. Want al kunnen wij goed-
koop produceeren, men moet er ook verzekerd van
zijn, dat het product tegen dezen lageren prijs te
plaatsen is. Nu behoeft men daaromtrent geen vrees
te koesteren. De oogenschijnljke onverkoopbaarheid
van de laatste maanden is slechts inhaerent aan het
prijsniveau. Juist, waar voor vleesch- en melkproduc-
ten zoovele vervangingsartikelen bestaan, mag men
aannemen, dat het verbruik bij een lagen prijs – zeer
zal toenemen, zoozeer zelfs, dat er eerder voor een
tekort dan voor een teveel moet worden gevreesd. Bij

verschillende andere consumptie-artikelen, welke
door den landbouw worden voortgebracht is dit reeds
duidelijk naar voren gekomen. Wanneer de regeering
den veestapel had willen verminderen, dor deze ‘ge-
deeltelijk te consumeeren, zoo had zij zulks met meer
succes kunnen doen door de vleeschprijzen laag te
houden, dan met de thans, gevolgde methode, om de

prijzen te verhoogen en ‘een deel onder bijzondere
voorwaarden ter beschikking te stellen
1)
Evenzoo
kan men er van verzekerd zijn, dat, zoo men de boter–
prijzen maar op een dragelijk” niveau’ plaatste, – de
vraag naar boter voor b’innen1andche consumptie
sterk zou toenemen., Dit zou een veêl j’uistere methode
zijn, dan de strijd tegen en de beperking van ‘de be-

1)
Bovendien zijn de consequenties van .dezen daad ‘niet
te overzien, doordat de prijzen van – allé soorten levens-
middelen nauw samenhangen en het publiek, vooral ondér de huidige omstandigheden, spoedig andere artikelen gaat
koopen. Om zulks te verhinderen, ‘moet men dan weer an-
dere artikelen gaan belasten. Men zie de plannen voor
heffing op paardenvleesch, terwijl straks ook wild aan de
orde zal komen.. ‘

‘,vegingsvrjheid van de margarine-industrie. Door de hooge boterprijzen werkt men het margarineverbruik
juist in de hand. –

– Wij sluiten ons dan,00k geheel aan bij het betoog
van den heer Roosenschoon (pag. 128):

– ,,Met nadruk zij er nogmaals op gewezen, dat pr’ijsver-
‘hoo gingen slechts dc moeilijkheden verplaatsen, maar niet
oplossen jIet voordeel van hoogere prijzen in het binnen-
land gaat verloren, doordat de consumptie naar evenre-
digheid achteruit loopt, zoodat het onverkoopbare over-
schot nog grootcr wordt en nog zwaarder op den cuport
drukt. Een land als het onze, dat een ‘groot deel van zijn
landbouwproducten moet uitvoeren, kan zich de weelde
van hooge prijzen niet veroorloven, maar moet het zoeken
in verlaging van de productiekosten per eenheid. Hoe min-
der men de prijzen verhoogt, des te gemakkelijker zal er
een evenwicht komen tusschen. productie en consumptie,
en des te sneller zal de crisis overwonnen zijn.
Het vastieggen der prijzen op een ‘willekeurig hoog
niveau verlengt den invloed der crisisomstancligheden met een noodeloos langen tijd. Onder erkenning van den plicht
der Regeering om de noodlijdende boeren en tuinders een bestaansminimum te verzekeren, dient daarnaast reeds nu
begonnen te worden ?net het volgen van een landbouw-
politiek, die tot resultaat moet hebben: hooga opbreng-
sten van k-waliteits’producten met minimale kosten”
* *
*
Het ‘zal een iedereen
duidelijk
zijn, dat de thans
– genomen maatregelen niet tot verbetering kunnen
leiden. Wat daarmede ook bereikt zal worden, de oor-‘zaak van de huidige moeilijkheden tasten zij niet aan.
Dat de veeteelt ‘thans niet rendeert, vindt grooten-
deels niet haar oorzaak in de wereldomstandigheden,
maar in den geweldigen achterstand van dezen tak
van bedrijf. De crisis heeft daarmede slechts in zoo-
verre te maken, dat deze de verhoudingen verscherpt
en de achterlijkheid aan het licht heeft gebracht.
Hiert’een worden e.chter in de crisiswetten -geen
maatregelen genomen. Daarom kan men slechts con-
cludeeren, dat het geld, dat met de steunregeling ge-
moeid ii, oneconomisch besteed is. Op deze wijze
keert de welstand in de veeteelt nimmer terug. Het
sj’wculeereu op hoogere
prijzen
en het trachten deze
door kunstgrepen te verkrijgen is economisch onjuist.
Want de praktijk bewijst, dat het mogelijk is te pro-
duceeren tegen prijzen, die belangrijk beneden het
gemiddelde liggen en onze concurrenten doen het ook.
Daarom heeft men geen kans, dat er een zeer helag-
rijke prijsstijging zal komen en is het gevolg van het
hooghouden van de prijzen slechts, dat wij ons zelf
• uitschakelen.

Er staat álechts één weg open om de veeteelt
weder gezond te maken en dat is een drastische sa-
nering van de productieverhoudingen. Zoo komen
wij vanzelf, tot datgene, wat de regeeririg
wel
had
moeten doen in plaats van een beperking van den
veestapel en het heffen van accijnzen. Het had niet
moeten zijn, dat milli’oeuen worden uitgegeven voor
steun en
f
10.000 beschikbaar wordt gesteld voor ver-
beteringen. Veeleer had men het omgekeerde moeten
cloert. Zoo noodig had men honderden landbouwtech-
nici moeten.
aanstellen
om ‘den hoeren te leer-en, wat
‘en hoe zij voederen moeten.. Dit had geld gekost, maar
dle baten hadden niet lang op zich laten wachten en
‘zouden de kosten verre overschreden hebben. Thans
verdwijnen de millioenen in een hodemloozen put;
dân zduden” zij nuttig effect hebben opgelêverd.
‘Het ‘is’ volkomen juist, ‘dat men in het landbouw-
bedrijf met: tiendi.iizenden bedri,jfileiders te maken
heeft- en. dat het daaroni nit gemakkelijk is verbe-
.terinÜen doorgevoerd te krijgen. Maâr men diene dan
vel ‘te ‘bednken, dat wij’ niet alleen ‘ter wereld zijn
om gemakkeljk-prôblemen op te lossen en dat de oi-
lossing van moeilijke problemen hei.isch niet uit zich-
-zelf komt’Doôr die’.moëiljkheden uit den weg te
treden, maken, wij den toestand ,steeds erger en zal

het steeds bezwaarlijker en pijnljker worden om den
achterstand te herstellen. .
Dr.
A. DE GRAAFF.

864

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

DOLLAR EN POND.

Sedert President Roosevelt in zijn jongste radio-
rede van Zondag 22 October de nieuwe politiek van
goudaan-en-verkoop wereldkundig maakte is op de
valutamarkt weer de aandacht geconcentreerd op het
koersverloop van den Dollar. Maar ook de ontwikke-
ling van den Pondenkoers had daarbij de volle aan-
dacht, omdat immers sedert zeer geruimeil tijd er
een zekere correlatie of objectiever uitgedrukt een

zekere congruentie tusschen het koersverloop van
deze beide deviezen is. De frappante congruentie da-
teert van medio Augustus (tusschen half Juli en half
Augustus steeg de dollarnoteering met rond 10 pOt.,
terwijl de pondenkoers in dat tijdvak met ongeveer
1 pOt. terugliep, aldus een langzaam dalende bewe-
ging voortzettend), toen een tijdvak van krachtige
koersdaling aanbrak tot 3 October, waarna een niet onbelangrijk herstel volgde, totdat ongeveer medio
October opnieuw een reactie volgde. In het genoeni-de tijdvak van half Augustus tot 3 October daalde de

dollarnoteering van
f
1,86% tot
f
1,584, derhalve

met rond 15 pOt., terwijl de pondennoteering terug-

liep van
f
8,17 K tot
f
7,614, hetgeen dus een daling
met rond 7 pOt. beteekent. Deze flauwe tendens
kwam voor beide valuta’s op precies denzeifden dag,
t.w. 3 October, tot staan, waarna een stijging volgde
die voortduurde tot om en nabij 22 October, den

datum der bovenaangehaalde radiorede. De hoogste
officiëele noteering te Amsterdam voor Dollars werd

geregistreerd op 19 October met
f
1,76, voor het

Pond op 24 October met
f
7,98. Het koersverloop

sedertdien was min of meer wisselvallig.
Door welke factoren werd deze koersbeweging be

invloed, is er bij die congruente beweging sprake
van causaal verband, wat moet men voor de toekomst
verwachten, ziedaar de vragen, welke zich
bij
de be-

schouwing der vorenstaande cijfers opdringen.

Gecompliceerde redenen voor de koersdaling van
het Pond in Augustus en September.

Wat het Pond betreft, moet dan voorop gesteld
worden, dat een koersdaling in de tweede helft van
Augustus en in September allerminst als een onge-
woon verschijnsel is te beschouwen. Van oudsher zijn
immers de eerste vier, vijf maanden van het jaar een
tijdvak van vaste stemming van het sterlingdevies,
terwijl daarna een dalende tendens intreedt, die zich
zoo ongeveer half Augustus begint te accentueeren
tot eind September toe. De beweging van den goud-
voorraad der Bank of England gaf bijna steeds een
duidelijke indicatie van deze tendens, al waren er

natuurlijk vaak krachten aan het werk, die den in-
vloed van de herfstfinanciering compenseerden of
zelfs overcompenseerden. 1928 en 1929, de beide laatste
jaren v66r de crisis, die nog als min of meer normaal zijn te beschouwen, geven inderdaad een goudbewe-
ging die met de klassieke stelling: eerste halfjaar
meer vraag naar Ponden, tweede halfjaar meer aan-
bod strookt: in de eerste zes maanden 1928 steeg de
goudvoorraad van de Bank of England met rnim £ 16
millioen, van eind Augustus tot ultimo December
liep deze voorraad weer terug met, 22 millioen; in de
eerste vijf maanden 1929 steeg de goudvoorraad met
10 millioen, daarna daalde hij tot de jaarswisseling
weer met 10 millioen. Nu moet men wel bedenken,
dat een deel van die herfstbetalingen samenhing
met Londen’s positie als internationale credietmarkt,
en dat maar een deel betaling van seizoensimporten
vertegenwoordigde. Juist de credietoperaties zijn nu
in de laatste jaren sterk ingekrompen. Maar deson-
danks is het omschreven verschijnsel voldoende aan-

leiding voor een koersdaling.
Temeer kan zulk een tijdelijke belasting van de
betalingsbalans den koers drukken, wanneer toch reeds
normaliter deze balans een passief saldo toont. En
dit laatste is immers in Engeland het geval. Volgens
de cijfers van den Board of Trade sloot de betalings-

balans – de ,,loopende posten”, zonder rekening te
houden dus met de kapitaalbewegingen – over 1931
met een nadeelig saldo van £ 104 millioen, terwijl in
1932 nog een passief saldo van £ 59 millioen te regis-treeren viel.
Over het loopende jaar zijn de betreffende cijfers
natuurlijk nog niet bekend, maar aan de hand van
hetgeen men van de ontwikkeling der handelsbalans-
cijfers weet, is toch wel een prognose te maken. In
de eerste acht maanden van het loopende jaar was
het invoersaldo 27 millioen geringer dan in het voor-
gaande; houdt men dien maatstaf voor het heele jaar
aan, dan zou er dus een vooruitgang zijn met rond 40
millioen. Alle overige betalingsbalansfactoren als on-
veranderd aanneinend zou er dan van het passieve
saldo nog 19 millioen overblijven. Men moet intus-
schen ongetwijfeld rekening houden met een verderen
teruggang van de ,,onzichtbare uitvoeren”. Misschien
een kleine verdere daling van de netto-inkomsten uit
scheepvaart, maar in de eerste plaats van de ont-
vangsten uit overzeesche beleggingen. Die inkomsten
schat men in cle cijferopstelling over 1932 reeds op
£ 140 millioen tegen £ 220 millioen in 1930. Maar
mede in verband met het transferinoratorium in
Duitschland en soortgelijke maatregelen in verschil-
lende Zuid-Amerikaansche landen, waar de Engel-
sche belegger steeds een graag geziene gast was, is te verwachten, dat over het loopende jaar weer een 10 â
15 millioen in mindering van dezen post is gekomen,
zeker wanneer men den intrest uit korte credieten
meerekent. Men zou dan dus tot een betalingsbalans-
deficit komen ad 30 tot 35 millioen. Daarbij moet
men dan weer bedenken, dat de oorlogslastenbetaling
dit jaar veel minder heeft gekost. De betaling per
15 Juni van $ 10 millioen in zilver kostte Engeland
slechts £ 1,6 millioen tegen een normalen halfjaarster-
mijn van £ 19 millioen. Erg groot is onder die om-
standigheden dus het passieve saldo wel niet meer,
maar een labiele munt heeft niet veel noodig!
Intusschen waren ook v6r Augustus diezelfde ver-
houdingen in de betalingsbalans daar – al is dan ook
zooals boven gezegd de voorjaarstermijn gunstiger –
terwijl toen, in de eerste helft van het jaar, het Pond
toch herhaaldelijk van een vaste stemming blijk gaf,
althans de stijging van den goudvoorraad van de
Bank of England (van begin Jan. tot eind Juni met
£ 70 millioen) een indicatie was van een sterk actieve
betalingsbalans.
In die periode werd dan ook de marktverhouding
voor Sterling niet alleen bepaald door de ,,loopende
posten” van de betalingsbalans, maar de kapitaals-
beweging was een factor van overheerschende betee-
kenis. Engelsch kapitaal, dat meer en meer verwacht-
te, dat ook in de gebieden, waar het in andere dan de
sterlingvaluta geïnvesteerd was muutdepreciatie zou
intreden, repatrieerde, terwijl uitheemsche kapitaal-
bezitters, waaronder niet in de laatste plaats Amen-
kaansche door diezelfde verwachting ,,vluchtten” in
het Pond. Toen echter Amerika den gouden standaard
had verlaten.. de voornaamste overgebleven goudlan-
den na het mislukken van de Londensche conferentie
unaniem hun wil tot handhaving van den gouden
standaard hadden doen blijken, verviel de aanleiding

tot die kapitaalbewegingen. Zoodat eerst toen de ,,loo-
pende posten” van de betalingsbalans hun normalen
invloed op den sterlingkoers herkregen! En waar die
posten zooals boven uiteengezet een tekort vertoonen

was die invloed een koersdaling.

Oorzaken van de koers fluctuaties van het Pond in

October.
Vee] minder gecompliceerd is de aanleiding tot de
koersstijging na begin October geweest. Hier staan
de loopende posten van de betalingsbalans bijna ge-
heel buiten. Trouwens elke zoo plotselinge koersbewe-
ging moet andere oorzaken hebben omdat immers
de ,,loopende posten” maar zeer geleidelijk wijziging

in vraag-en-aanbodsverhouding kunnen brengen. Deze

S November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

865

koersstijging is een direct psychologisch uitvloeisel geweest van de gelijktijdige opwaartsche beweging
van den Dollar. Ook de speculatie – die hij de voor-
afgaande dalende tendens, getuige de betrekkelijk stabiele termijnnoteering van Ponden, geen factor
van groote beteekenis is geweest in tegenstelling tot
de marktpositie van den Dollar – heeft zich daarbij niet onbetuigd gelaten. En een, niet eens omvang-
rijke, kapitaalverschuiving deed de rest.
Van toen af is dan ook het congruente koersver-
loop met den Dollar geen toeval geweest, er was een
samenhang, hoofdzakelijk van psychologischen aard.
Men wist, dat Engeland. de Dollardepreciatie ongaar-
ne zag en dat men van meening was, dat het Pond die daling althans tot op zekere hoogte moest vol-
gen. Dit vermoeden was al voldoende om een zekere
correlatie te leggen. Of ook van actieven invloed is
sprake geweest in dier voege dat het Exchange Fund
op de wisselmarkt opereerde is niet te zeggen, in elk
geval heeft het tot de daling na 22 October
zijn
pas-

sieve medewerking verleend door niet zijn nivellee-
ringstaak te vervullen. Of in dit tijdvak dan wel in
de voorgaande periode van daling medio Augustus
tot begin October het fonds ooit zoover is gegaan om
door aankoop van goud en/of deviezen den Ponden-
koers te drukken, dan wel of het zijn activiteit heeft
beperkt tot het tegenhouden van koersstijging, daar-
omtrent tast men in het duister; vast staat slechts
dat de activiteit van het fonds een voortdurende ver-
troebeling van de markt beteekent, en dat van eenig
natuurlijk koersverloop geen sprake meer is.

Kapitaalv lucht, de voornaamste reden van de
daling van den Dollarkoers.
De koersbeweging van den Dollar geeft heel wat minder aanleiding tot commentaar en analyse. Van
den aanvang af hebben de loopende posten van de
Amerikaansche betalingsbalans buiten het koersver-
val van den Do]lar gestaan. Weliswaar is – vooral
in de laatste maanden en ondanks de depreciatie. van
de munt – het exportoverschot sterk teruggeloopen,
toch mag men nog aannemen, dat de betalingsbalans
– zonder kapitaalsposten dan – een overschot geeft.
Wel is ook dat overschot sterk teruggeloopen; zoo was
b.v. in de eerste acht maanden van dit jaar het uit.
voeroverschot rond 60 millioen kleiner dan verleden
jaar; de oorlogsschulden die verleden jaar nog rond
100 millioen in het laatje brachten leveren nu bijna
niets op. En het hangt nu voornamelijk van den zwaar-
sten onzichtbaren passiefpost: toeristenverkeer af hoe
het saldo van de ,,loopende posten” eruit zal zien. In-
tusschen is het niet waarschijnlijk, dat hier de ver-
klaring voor de koersdaling in het bovenaangehaalde
tijdvak kan liggen, te meer omdat juist in het tijdvak
waarom het hier gaat het normale verloop eerder een surplus aan vraag naar Dollars zou hebben gebracht; immers de reden, die in den herfst het Pond aan druk
onderhevig doet zijn, beteekent een omgekeerde ten-
dens voor den Dollar. .En die verklaring hoeft men
daar ook niet te zoeken, omdat immers de kapitaal-
beweging een meer dan voldoende verklaring: geeft.
Van den aanvang af is de kapitaalvlucht – zoowel
door Amerikaansche beleggers zelve als door buiten-
landsche, die eerst hun Dollarsaldi terugtrokken en
daarna hun Dollarfondsen ten deele spuiden – de
voornaamste aanleiding tot de Dollardaling geweest.
En voor die kapitaalviucht hoeft men de verklaring
ook niet ver te zoeken. Voor het wakker houden van
de vrees voor verdere depreciatie van de munt heeft
de Amerikaansche regeering wel gezorgd. Dat begon
immers al met het motief, dat voor de stopzetting van
den gouduitvoer werd gegeven: de wensch om het
prijsniveau omhoog te schroeven.
Duidelijker
bewijs

van een niet door den nood opgedwongen, maar doel-
bewusten muntsnoei kan al niet verlangd worden.
Ook de oplevingen, die af en toe op de Dollarmarkt
optraden, waren grootendeels geïnspireerd door uit-
latingen van de regeering. Zoo b.v. de
stijging
tus-

schen half Juli en half Augustus, die te beschouwen
is als een uitvloeisel van de N.R.A.-campagne. Im-
mers toen deze campagne begon, heeft president Roo-
sevelt zich uitgelaten in dezen zin, dat hem het koers-
verloop van den Dollar voorloopig minder interes-
seerde; hij had nu immers andere
pijlen
op zijn boog.

Toen daarna echter bleek, dat ook deze oplossing niet
al. te voorspoedig verliep, veranderde de financiëele
legerleiding weer het front, waaraan men in het half-
jaar, dat sedert het tweede goudembargo is verloopen
in de V. S. wel langzamerhand gewend moet zijn ge-
taakt.

– Daarop volgde dan ook prompt medio Augus-
tus een köersdaling, die vooral te beschouwen is als
een reactie op de voorafgaande hausse. Dat is dus de
verklaring voor de aanvankelijk sterke koersdaling
in het tijdvak, dat
wij
in den aanvang voor de analyse
afbakenden. Het waren in de eerste plaats ook ver
koopen van Dollarbonds door buitenlanders, die de
cjtling veroorzaakten; uit Nederland b.v. heeft de
arbitrage toen omvangrijke bedragen verkoop te ver-
werken gehad. Aan den anderen kant was er een
vrijwel onbeperkte kapitaalexportmogelijkheid voor
de Amerikanen zelf. Effectieve maatregelen tegen de
kapitaalviucht heeft de regeering niet genomen, het-
geen niet behoeft te verwonderen, omdat zij immers
de depreciatie van de munt met welgevallen zag.
Oorzaken van de sterke fluctuaties van den Dollar-
koers in October.

Intusschen heeft natuurlijk ook de speculatie zich
niet onbetuigd gelaten, hetgeen vooral is gebleken uit
de stijging na 3 October, die op 16 Oct. zich zoo
plotseling accentueerde. Zulk een sprongsgewijze be-
weging, die in één enkelen dag, zelfs in enkele uren
den koers met meer dan 5 pOt. omhoog werkt, is bijna
steeds een
bewijs
voor speculatieve operaties in casu
voor contraminedekking. Deze volte face van de spe-
culatie was toe te schrijven aan de zooveelste front-
verandering van de regeering, die intusschen ook al-
weer allerminst duidelijk was. En die tenslotte heele-
maal geen frontverandering bleek te zijn. Uit de in
de V. S. langzamerhand traditioneel geworden ,,goed-
ingelichte bronnen” was nl. het bericht gekomen, dat
president Roosevelt stabilisatieplannen overwoog.

Eenige weken lang hing een verklaring zijnerzijds
over dit onderwerp ,,boven de markt”, hetgeen de
kapitaalbeweging, die tevoren den koers van den Dol-
lar had gedrukt, deed stoppen, en de normaal loopen-
de posten der betalingsbalans hun invloed op het
koersverloop weer hergaf. Welke invloed, zooals hier-
boven •uiteengezet, een langzame stijging
was; daar-
na volgden toen de spanning door het uitblijven der
verklaring was verhoogd de contraminedekkingen,
die vooral op Maandag 16 October den koers bij spron-
gen omhoog deden gaan.
Toen kwam echter op 22. October de lang verbeide
radiorede van President Roosevelt, die allesbehalve
stabilisatieplannen bevatte, doch veeleer den wensch
der regeering onderstreepte om voor alles den Dollar te
gebruiken als wapen in den strijd om de verhooging
van het prijsniveau. Zoodat dus opnieuw een reactie volgde, die althans
aanvankelijk,
wat de drijvende
kracht betreft, weer geheel
gelijk
te stellen is aan
vorige koersbewegingen: zij was een uitvloeisel van
het psychologisch effect der verklaringen van de re-
geering Dit ondanks het feit dat de regeering sedert
die laatste verklaring niet meer aangewezen is op de
uitwerking harer uitlatingen op het marktverloop.
Zij kan thans de koersen direct beïnvloeden zooals de
Engelsche regeering dat al sedert Juni 1932, toen
het Exchange Equalisation Fund werd geïnaugureerd,
doet. Immers president Roosevelt heeft op 22 Octo-
ber .aangekondigd, dat door bemiddeling van de Re-
fico de regeering goud zal aan- en verkoopen. Aan-
vankelijk beperkte men zich tot aankoop van in de
Ver. Staten voortgebracht goud, waarvan de prijs

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

werd vastgesteld boven de pariteit van den wereldprij.

Al heel spoedig werd inmiddels meegedeeld dat meii
ook buiten Amerika tot aankoop zou overgaan, op
kleine schaal is dit al geschied, maar noemenswaard
zijn deze transacties nog niet geweest, niet te verge-
lijken bijv. met den omvang der activiteit van het
Engelsche koersfonds. Welk resultaat mag men van

deze goudpolitiek verwachten?
De Amerikaansche goudpotitiek.
Zoolang de aankoopen tot het inheemsche goud
beperkt waren kon nauwelijks eenig effect worden
verwacht; immers het is wel erg naïef om een prijs-
stijging te verwachten alleen door een verhooging
van den goudprijs. Het is wel opvallend, dat juist een
regeering, die zoo moedwillig liet goud onttroonde
door deze politiek blijk geeft zulk een grooten invloed

aan datzelfde goud toe te kennen.
Het geval wordt natuurlijk anders, wanneer men
ook goud van elders afkomstig gaat koopen. Het staat

wel vast dat men aldus – en waarschijnlijk reeds
met betrekkelijk weinig omvangrijke bedragen – den
dollarkoers sterk omlaag kan forceeren. Maar het

effect daarvan op het prijsniveau is ook weer kwes-
tieus. 1-Jet voorbeeld van het bijna constant gebleven
Engelsche prijspeil ondanks een depreciatie van rond
een derde, is langzamerhand klassiek geworden, als bewijs voor de stelling, dat wanneer de muntwaarde van een land, dat voor een groot aantal stapelartikd-len, hetzij als vrager of als aanbieder, op de wereld-
markt een domineerende positie inneemt daalt, er
groote kans is dat de wereldprijs (in stabiele munt
uitgedrukt) omlaag gaat en de prijs in gedeprecieer-
de munt ongewijzigd blijft. De ,,Economist” heeft
zeer terecht in een beschouwing over president Roo-
sevelt’s radiorede daarop nog eens gewezen. De ,,Sta-
tist” daarentegen blijkt minder pessimistisch, dit blad
wijst op den mogelijken psychologischen invloed op de
prijzen. En het heeft daarbij het prijsverloop van een
groot aantal stapelproducten in de eerste maanden
van de dollardepreciatie aan zijn zijde. Toen het blad
cle hoop uitsprak, dat ook dit keer dezelfde invloed
niet zou uitblijven, heeft het echter over het hoofd
gezien, dat een zuiver psychologische reactie –

voorloopig zonder materieelen ondergrond – wel één
keer de prijzen kan beïnvloeden, maar dat wanneer
sedertdien de desillusie is gevolgd en het kaarten-
huis in elkaar is gezakt, eenzelfde basislooze stimu-
lans wellicht nauwelijks of geen effect sorteert.

En indien er al tijdelijk resultaat is, dan moet men

toch rekening houden met een groote kans, dat een reactie dat resultaat geheel of ten deele weer onge-
daan maakt, omdat immers, zoolang de prijsstijging
alleen secundair gevolg is van den wisselkoers en
niet door uitzetting van de circulatie van binnenuit
hechter is gemaakt, elk oogenblik een reactie kan in-
treden doordat 5f de wisselkoers terugloopt 5f het

wereldprjsniveau inzakt. –
Daarbij komt nog, dat men niet eens weet, wat
eigenlijk de bedoeling det egeering met den nieuwen
maatregel is: alleen maar stijgingen van den koers
tegen te gaan zooals die sedert 3 October plaats vond,
derhalve den dollar remmen in zijn natuurlijke neiging

tot stijging – een soortgelijke actie dus als van het
Engelsche nivelleeringsfonds – dan wel of men den
koers verder wil drukken• beneden het laagterecord
van tot nu toe op 3 October. Dit laatste is nu bijna
n
bereikt, en het is de vraag- of me verder wil gaan.

Van de reactie der goederenp,rijzen op de tot nu to
,behaalde.” daling zal in deze• veel afhangen;

toonen

die geen duidelijken invloed, dan zal men waarschijn
lijk weer het front verleggen. Houdt men, nog steeds
vast aan den wensch om het prijspeil op te voeren, dan
zal men tenslotte tot ‘de erkenning moeten komen, dat
het eenige afdoeiade middel is: inflatie, derhalve aan-
passing van de circulatie aan de reeds voltooide de-preciatie van den wisselkoers. Daarbij zou men dan
van rigoureuze middelen gebruik moeten maken, niet

van lapmiddelen zonder eenige reëele beteekenis als
renteverlaging enz., maar: dekking van begrootings-
tekort door biljetten, opkoopen van voorraden door
de regeering, dan wel credietverleening op groote
schaal op die onverkochte voorraden, enz.

Verschillen tusschen de positie van het Pond en
van den Dollar.
En wat zal nu de toekomst voor de beide munten
brengen? Wanneer men die vraag stelt, dan moet men
zich terdege rekenschap ervan geven, dat de beant-
woording niet afhangt van objectief vaststaande en
meetbare factoren, maar dat het koersverloop van
beide valuta’s reeds sedert zeer geruimen tijd bijna
geheel afhankelijk is van doelbewuste machinatie
door de. regeering.
Wat het sterlingdevies betreft mag men vaststellen
dat de inzichten der regeering op het punt der stabi-
lisatie principieel
gewijzigd
zijn. Chamberlain heeft

immers uitdrukkelijk verklaard, dat terugkeer tot het goud uiteindelijk doel is. Maar wanneer? En op welk
peil? Engeland moet op die vraag volkomen eerlijk
antwoorden, dat op het oogenblik daarvan nog niets

gezegd kan worden. Want de toestand van de beta-
lingsbalans duidt nog geen stabilisatie. Wanneer de
oorlogsschulden als een blijvende last zouden moeten
worden beschouwd, dan is er jaarlijks nog een vrij be-
langrijk surplus aanbod van ponden boven vraag, zoo-
dat er voor stabilisatie nog geen plaats is. Wordt er
omtrent die schuld een regeling getroffen, dan kan
men over stabilisatie gaan denken, maar zelfs dan is
de vraag op welk peil niet makkelijk te beantwoorden.
Pas sedert en mede als gevolg van de depreciatie is
de handelsbalans in de laatste jaren een aanmerkelijk
gunstiger beeld gaan vormen. Men kan vrijwel zeker
aannemen, dat Engeland zich niet kan permitteeren
véér de stabilisatie den koers van de valuta belang-
rijk te doen stijgen, zooals dat véér het weder invoe-ren van den gouden standaard in 1925 het geval was. De pondenval was immers het gevolg van zwakte; de
im- en exportverhoudingen waren de chronische aan-
leiding tot den koersval, die slechts door de acute

kapitaalafvloeiïng werd verhaast.
In Amerika staat de zaak er heel anders voor.
Wanneer de regeering in de Ver. Staten spreekt over
langzaam tasten naar het natuurlijke peil van den
dollar, dan is dat niets anders dan hypocrisie, want
dat natuurlijke peil was en is nog de oude goudpari-
teit, misschien zelfs nog wel een kleinigheid hooger.
Op dat peil zijn de loopende posten van de betalings-balans niet alleen in evenwicht geweest, maar er was
zelfs een overschot. Wanneer nu inmiddels in Ame-rika een inflatie van beteekenis had plaatsgevonden,
waardoor het algemeene prijsniveau belangrijk geste-
gen was, inclusief het niveau der bonen, dan zou de
toestand veranderd zijn. Maar de prijsstijging is –
voor zoover daarvan nog wat over •is – alleen voor
stapelartikelen van beteekenis, en die prijzen zijn
voor het verloop der wisselkoersen niet primair, doch
secuudair. Natuurlijk hebben de N.R.A.-codes wel den
kostprijs, ook van vele uitvoerproducten verhoogd, maar toch mag men aannemen, dat ook na een zeer
krachtige stijging van den dollarkoers nog de in- en
uitv.oer
y
erhoudingen van dien aard blijven, dat uit
hoofde van de loopende posten der betalingsbalans de
stabiliteit van den dollar verzekerd kan
blijven.
In

dat opzicht is de situatie van, pond en dollar zeer
sterk v,erschilld. Zoowel het tijdstip als de hoogte
der stabilisatie van den dollar ligt geheel in handen
van de Amerikaansche regeering. Zelfs wanneer
straks de regeering mocht besluiten door inflatie het
prijsniveau op te voeren, dan nog zou, zelfs hij een
stijging van eeuige tientallen procenten, de dollar-
koers onveranderd kunnen blijven, misschien zelfs
wat omhoog kunnen gaan, bij een eventueele stabili-
satie heeft men ook dan nog een vrij groote bewe-
gingsvrijheid, wat van Engeland zeker niet gezegd

kan worden. C. A. KLAASSE

8 November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

867

ALWEER PARADOXEN.

Prof. Dr. N. J. Polak schrijft ons:
De heer Jan Schilthuis verplicht mij, mijn para-
doxen van 11 October nog met enkele aan te vullen.
Hij verwondert zich, dat ik voor mijn luchtig
stukje met diep-ernstigen ondergrond de E.S.B. heb
gekozen en vreest van de combinatie van
mijn
luch-
tigen toon en de reputatie der E.S.B. verbreiding van
holle leuzen. Mijn boutade had te ernstigen onder-
grond voor het Stuiversbiad of de Lach. Zij had weer’
een te politieken ondergrond, om haar zonder gevaar
voor transpositie in holle leuzen te plaatsen in alom
haastig gelezen bladen of in partijkranten. De onder-grond was slechts te peilen door goede verstaanders,
zooais juist de lezers der E.S.B. zijn. Moet ik van
den heer Schilthuis nu begrijpen, dat een goed ver-
staander een aantal lange artikelen noodig heeft? Dit
ware alweer een paradox.
Over het ,,afmaken” van de democratie zal ik niet
veel zeggen. Ik vermoed, dat de heer Schilthuis en ik het volkomen eens zijn, dat de democratie, in den zin
van volksinvloed op de regeering, tegen de veelvuldige
aanvallen client te worden verdedigd. Wat .,,afge-
maakt” moet worden is de ruim verbreide gewoonte
om demagogie democratie te noemen. De verwarring
tusschen beide is zoo algemeen, dat ik mocht schrij-
ven: democraten noemen
wij….
enz. In ons spraak-gebruik vinden wij toch deze paradox:
wij
beteekent
niet altijd
jij plus ik,
maar ook de groote meerderheid
van
men,
vaak zelfs zonder jou en mij. Evenals
je
ook
men
kan beteekenen, exclusief jou.
Ik had, zegt de heer Schilthuis, moeten wachten
op de daden der regeering, die in de door mij ge-
wenschte richting zullen gaan. Dit lijkt mij al zeer
paradoxaal. Kan men, als de Regeering in de Milli-
oenennota aankondigt temporiseering van den wegen-
bouw, verwachten, dat zij in de Memorie van Ant-
woord versnelde uitvoering van werken, waaronder
ook aanleg van wegen, zal in uitzicht stellen? Kan
men in een week, waarin heffing op heffing voor het
Laudbouwcrisisfoncls wordt opgelegd, maatregelen
verwachten tot verlaging van de kosten van het
levensonderhoud en van de productiekosten en lasten van het bedrijfsleven?
Over den landbouwsteun is de heer Schilthuis al
even kort als ik was. Discussie is daardoor uitgeslo-
ten. Alleen over het streven om een belaugrijken be-
drijfstak voor wissen ondergang te behoeden wil ik
even opmerken, dat ook
mij
dat streven sympathiek
is. Mits men niet verder gaat dan dat behoeden voor
ondergang en men niet tevens den ondergang van an-
dere belangrijke bedrijfstalcken bevordert. Voor tal
van bedrijfstakken acht men den ondergang nog niet
nabij, zoolang de sterkste ondernemingen nog genoeg
weerstand bezitten om de verliezen te dragen en cle
zaak slepende te houden. Bij cle agrarische bedrijven,
waar de kostrijsverschillen veel grooter kunnen zijn
clan in de industrie, tracht men de zwakke broeders
voor verliezen te vrjwareu, waardoor den sterkeren,
die nog weerstand genoeg hadden om het nog een
poosje ,,uit te zingen”, extra baten toevallen. Getui-
gen de stijgende grondprijzen.
De kwijnende industrie brengt steun op voor hoe-
ren, die tot hooge prijzen grond koopen. Dit zij mijn
slotparadox.

DE GOUDEN STANDAARD.

Dr. G. C. A. van Dorp schrijft ons:
De beer Hulshoff Pol zou een management van de
waarde van het goud door onderlinge afspraak van
cle centrale banken, als door mij aangegeven (reeds
vroeger door Prof.
Verrijn
Stuart aanbevolen als
management within the gold) aannemelijk achten,
maar moeilijk bereikbaar, gezien ook nu weder de on-
mogelijkheid om op de Economische Conferentie te
Londen tot resultaten te komen. Zijn evenwel de
slechte resultaten der Economische Conferentie niet

voor een groot deel daaraan te wijten, dat het goud-
blok voor een dergelijke mogelijkheid geen oog heeft?
Zou op een dergelijke basis met Cassel en met de
Engelsche regeering geen samenwerking te krijgen
zijn? Engeland heeft steeds te kennen gegeven
gaarne tot het goud terug te komen, mits het spel
juist gespeeld wordt. D.w.z. mits het goud een waar-
devast geld waarborgde. De Ver. Staten zijn van het
goud afgegaan, nadat zij in het voorjaar 193.2 ge-
tracht hebben onder vasthouden aan den gouden stan-
daard de deflatie te stuiten. Zij zijn toen niet ge
slaagd. Twee oorzaken hebben in het bijzonder dat
slechte gevolg gehad. In de eerste plaats was hun
eigen bankwet daartoe ongeschikt. Deze veroorloofde
o.a. niet aan hun centrale banken papieren geld als
wettig betaalmiddel uit te geven zooals de Engelsche
Bank en De Nederlandsche Bank dat recht hebben.
De andere oorzaak was deze, dat de andere goudlan-
den, waaronder ook Nederland, eene andere bank-
politiek volgden, waardoor het goud naar deze af-
stroomde. Wij hebben dus de fout in dezen ook bij
ons zelf te zoeken.

MOET INDIË VAN DEN GOUDEN STANDAARD AF?

Mr. W. J. L. van Es schrijft ons:
Sterk krijg ik den indruk, dât de heer H. P. de
argumenten van zijn opponenten niet begrepen heeft,
ondanks zijn goede bedoeling. Wat mij betreft, moet
ik zijn omschrijving van muntcorrectie als ,,aanpas-
sing van de geldsituatie aan de goederenpositie”, ver-
werpen. Deze omschrijving is alleen juist, wanneer
men de
gemiddelde
en
blijvende
goeclerenprijsdaling
in hoofdzaak uit overproductie verklaart (wat dan ook
de heer H. P. voor alle en ook koloniale producten
volhoudt). Dit wordt afdoend weersproken door de
synchrone prijsdaling van zilver al van vSSr 1925.
Mij in het bijzonder dicht hij stellingen toe, die ik
niet voorstond. Ik ben niet zoo ,,geba•rbariseerd” als
hij denkt. Juist lang genoeg in het Verre Oosten om
van goudwaan bevrijd te worden, ben ik al tweemaal
langer in Nederland terug.

Nimmer repte ik van ,,nutteloozen bovenbouw”.
Men kan de vzers der klok niet terugzetten en
geen slagschip van. £ 3 millioen in baar betalen.
Bimetallisme stelde ik voor de toekomst voor (en
clan nog alleen, zoolang men ,,metallisch” denkt),
niet voor het nabije heden, waarvoor ik het, als on-
mogelijk, verwierp, zoolang onze standaard niet van
zijn fouten ontdaan was.
Een zilveren standaard, zooais hij dien denkt, be-pleitte ik nooit. Ik heb bepleit afschaffing der ,,nut-
telooze ininimumdekking”. (Crisis en Monetair Stel-
sel blz. 104).
Bij
Miynarski: ,,The functioning of the
gold standard” vindt hij daarvoor de noodige argu-
menten, en tevens, dat de noodzakelijke hervorming
afstuit op ,,populair vooroordeel”, dat nu niet be-
paald op straat behoeft te worden gezocht. Ook in
sommige wetenschappelijke kringen, ziet men nog
steeds niet in, dat, in dn zoogenaamden gouden
standaard, twee tegenstrjdige functies aan deii mo-
netairen goudvoorraad waren opgedragen. De ,,ste-
riele” functie van minimumdekking had als een soort
blinde darm, reeds in 1928, 80 pCt. van den mone-tairen voorraad opgeslokt. De overige 20 pCt., be-
stemd voor ,,overdekking”, d.w.z. voor de ,,vrucht-
bare” functie van wisselkoersreserve, waren in han-
den van twee groote crediteurstaten. Debiteurstaten
hadden dus geen reserve toen zij, bij het uitbreken van de korte-golf-,,crisis” van 1929 terug moesten vallen op goud-reserves, bij gebreke van winst
01)
export. Daardoor een snelle rjzing van goud, die ver-
dere verwarring en blijvende ,,depressie” bracht.
Daar populair vooroordeel, ook ter Conferentie,
wel eens de noodzakelijke hervorming zou kunnen
tegenhouden, bepleitte ik bij voorbaat andere mid-
delen, w.o. voor
dadelijk
en
tijdelijk
gebruik, even-.tueel een managed currency, gebaseerd op indexcijfer

868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

van zilver in goud, welke currency door goud zou
nioeten worden verdedigd, juist om het zilver niet in beroering te brengen. (Or. en Mon. St. blz. 90). (Zooals Engeland zijn huidige currency met goud

verdedigt).
Onder zulke omstandigheden mogen wij, ,,rebus sic
stantibus”, verwachten, dat de ouderwetsche zilveren
standaard, voortbestaand in Azië, stabieler zal blij-
ven, dan. ten huidigen dage de gouden, of dan de
goederenindex, waarbij in dit tijdsgewricht groote
storingen te verwachten blijven. Dat theoretische zil-
verpeil is op die wijze verdedigbaar, hetzij men een

correctie tot 30, dan wel tot 50 pOt. van het huidige
goudpeil noodig acht. Deze standaard sluit ,,inflatie”
uit. Maar ik ben geen ,,Prinzipienreiter”, en kan mij

met elke andere behoorlijke oplossing (ook een zorg-
vuldig gekozen goederen-index) vereenigen.

KORREKTIE VAN MUNT EN VOORSTELLING.

Prof. G. Gonggrijp schrijft ons:

Ik wil geen plaatsruimte vragen voor een dupliek
tegen mr. E[ulshoff Pol, ook niet voor een bespreking
van die punten, waar hij naar mijn meening de plank
geheel missiaat. Maar de heer TiuIshoff Pol schuift
zijn tegenstanders meen ingen in de schoenen, die de
hunne niet zijn. Ik voor mij moet daarom de
voorstelling korrigeren, als zou ik voorstander zijn
van Mlynarski’s devaluatie, vaii de ene dag op de
andere tot stand gebracht. Ik ben voorstander van
een werkelike muntkorrektie, en daarvoor is nodig,
dat men een tijd lang op een papieren valuta vaart
(blz. 758, kolom 1). Ik heb slechts er op gewezen, dat
men desnoods de wettelike devaluatie plotseling zou
kunnen doorvoeren, indien men vreest, dat voor ons
de bezwaren en gevaren van een papieren valuta te
groot zijn. Wij geven dan, zoals ik schreef, de moge-
likheid van een juiste muntkorrektie prakties gespro-
ken op, een prijs, die ik niet zou willen betalen, al-
vorens aannemelik gemaakt ware, dat b.v. door onze
grote geldmarkt met zijn internationale betekenis een
papieren valuta, ook als overgangsmaatregel, te ge-

vaarlik is. Met ,,muntkorrektie op goudbasis” werd dus bedoeld een korrektie, ondernomen met de uit-
gesproken bedoeling om de geldeenheid weer aan
het goud te koppelen, zodra er tekenen van een her-

vonden evenwicht zijn.

MOET INDIË VAN DEN GOUDEN STANDAARD AF?

Mr. D. J. Hulshoff Pol schrijft ons:

.In tegenstelling tot dr. van Dorp meen ik, dat het
niet alleen de goudlanden zijn, die geen oog hebben
voor een management within the gold, maar ook de
andere landen: een dergelijke politiek van waarde-vast goud doet wel bpgeld in theoretisch-economi-sche kringen, doch in het algemeen niet in de krin-
gen der practici, die de macht in handen hebben.
Zelfs voor de nationale geldpolitiek moeten laatstge-
noemden hiervan niet veel hebben. De positie van
Engeland is overigens zwak, omdat dit land thans
zoo sterk van de Ver. Staten afhangt en President
Roosevelt weliswaar verklaart aan te sturen op een
dollar, die voor generaties waardevast zal zijn (dit is
natuurlijk een stukje demagogie), doch intusscheu
bezig is het daarvoor juiste peil van den dollar te
,,zoekeu”, d.i. den koers flink naar beneden te drukken.
Dat ik volgens Prof. Gonggrjp en Mr. van Es
mijn critici zou hebben misverstaan, ligt, voor zoover
zulks inderdaad het geval is, grootendeels aan ondui-
delijkheid hunnerzijds. Zoo is eerstgenoemde heer op
blz. 757, le kolom en 758, 2e kolom zoo weinig dui-
delijk omtrent de vraag of hij nu dadeljke muntcor-
rectie wil dan wel niet, dat ik het eerste meende te
kunnen aannemen. Hiertoe had ik te meer aanlei-
ding, omdat, indien Prof. G. had bedacht, dat er zoo-
iets als een inuntwet bestaat, die onmiddellijke cor-

rectie eenvoudig onmogelijk maakt, alle bespiegelin-
gen inzake een dadelijke correctie zonder meer achter-
wege zou hebben gelaten. Mi. vertoont Prof. Gong-
grijp een ontstellend gebrek aan werkelijkheidszin,
want hoe hij kan meenen met zijn ,,correctie” de sui-
ker-, rubber-, tin- en andere Indische industrieën te zullen redden of zelfs krachtig te kunnen helpen, is
mij ecu raadsel, omdat het toch zonneklaar moet zijn,
dat zij lijden aan het euvel van een teveel aan product.
Het bezwaar van Mr. van Es tegen mijn omschrij-
ving van muntcorrectie kon ik niet deelen, omdat deze
correctie nu eenmaal gegrond is op de overweging
van een tekort aan goud en dus ten doel heeft de
geldsituatie beter aan de goederenpositie aan te passen.

Dat al v66r 1925 een synchrone prijsdaling van

zilver met de goederen plaats heeft gehad, is nog zoo zeker niet. Uit de indexcijfers op blz. 65 van Mr. van
Es’ boek blijkt, dat in de zilverwereld het cijfer van
de goederen steeg van 101 in 1922 op 122 in 1925 en
van goud van 71 op 76. In 1929 zijn de cijfers 135
en 100. Alleen ten aanzien van een 18-tal grondstof-
fen bedoeld op blz. 73, komt het beter uit. Wat de ,,nuttelooze bovenbouw” betreft, ben ik tot
die interpretatie van de zienswijze van den heer van
Es gekomen door het begin van de 5e alinea van zijn
artikel in het nummer van 4 October jl.: ,,Bij zilver
bestaat geen storende bovenbouw. Crediet-inflatie of

deflatie speelt hierbij geen rol”. Mijn interpretatie
dus rectificeerende door in aanmerking te nemen, dat
Mr. van Es geen ,,nuttelooze minimuindekking” wil
doch overheveling van deze dekking naar de wissel-
koersreserve, blijf ik volhouden, dat dé kans op in-
flatie groot is, omdat bij opneming van het zilver in
liet geldstelsel (en dit moet tenslotte toch principieel
de bedoeling zijn van den heer van Es), dat zilver
hiede in de wisselkoers:reserve wordt opgenomen en
vandaar wegens het verband tusschen het internatio-
nale wisselverkeer en de binnenlandsche (papieren)

geldcircuiatie het prijsniveau mede zal beïnvloeden.
Nu zegt de heer van Es, dat hij bimetallisme eerst
voor de toekomst voorstelt en voorloopig een over-
gangsmaatregel wil, b.v. als bedoeld op blz. 90 van
zijn boek (niemand zou die tijdelijke maatregel daar
ter plaatse zoeken: een bewijs te meer van de groote on-
overzichtelijkheid van zijn boek); bedoelde maatregel
bestaat dan hierin, dat een managed currency wordt
aangenomen, gebaseerd op indexcij
•fer van zilver in

goud te verdedigen door goud alléén. Hiertegenover
merk ik op, dat de opvattingen van den heer van Es niet
moeten worden beoordeeld naar overgangsmaatrege-
len, die niemand in beginsel iets kunnen schelen,
maar naar het principieele stelsel, dat hij beoogt, en
dat kan, zooals ik in mijn vorig artikel opmerkte, in
wezen niet anders dan een bimetallisme zijn (tenzij,
wat ik wel niet denk, de heer van Es het zilver als
monometallisme voorstaat). En het overgangsstelsel
moet wel, uitgaande van de opvattiiigen va:n den
heer van Es, dat er al jaren een tekort aan goud is
en dat zulks ook in de toekomst te verwachten is, als
heel erg gebrekkig gekwalificeerd worden, want al
spoedig zal zich weer een gebrek aan goud voordoen,
dat het stelsel zal doen vastloopeu. Aan ,,rebus sic stantibus” heeft niemand wat, als ook voor de toe-
komst een tekort aan goud zal moeten worden ver-
wacht, zoodat een correctie tot 30 of 50 püt. van het huidige goudpeil slechts tijdelijk soulage zou geven.

De opmerkingen van Mr. van Es over een goede-ren-index of liet z.g. in de toekonist niet-metallisch denken, behoeven in dit verband niet te worden be-
antwoord, omdat in die omstandigheden de zilver-
en goudkwestie toch geheel van de baan zou zijn en
thans behandelen wij juist alleen en uitsluitend de
vraag, of het goud alleen moet worden gehandhaafd
dan wel het zilver er hij genomen mpet.worden.

8
.
November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

869

..
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE VOORUITZICHTEN VAN DEN GRAANUIT VOER
VAN SOVJET-RUSLAND.

Prof. B. Brutzkus te Berlijn schrijft ons:

Door de omstandigheden, waarin de Russische
huishouding thans verkeert, is de uitvoer van graan
niet gerechtvaardigd. Slechts een dictatorische regee-
ring, die geen rekening houdt met de behoeften an
de volksmassa’s, kon den aanzienljkn uitvoer van
graan in de ja.ren 1930/’31 en 1931J’32 tot stand t,
brengen; dit moest echter noodzakelijkerwijze katas-
tiophale gevolgen hebben. Betreft het hier wellicht
slechts een ogunstigen toestand van vôorbijgaanden.
aard? :
Om deze . vraag te kunijen beantwoorden, moet
men er zich een beeld van vormen, hoe het tot de
huidige ôngunstige verhouding tusschen de behoefté
aan en de voorziening van graan is gekomen. De
huidigé ongunstige situatie is ontstaaü, doordat de
bevolking van Ruslâid thans 15 pOt. giooter is dan
v66r den oorlog, terwijl de met graan bebouwde op-
pervlakte van vôôr den oorlog
nauwelijks
werd be-
reikt. Bovendien zijn de oogsten per eenheid be-
bouwde oppérvlakte gedaald. Dientengevolge zijn de
graanoverschotten in Rusland verdwenen.

De onvoldoende met giaan. bebouwde oppervlakte
is .ten deele een gevolg van het feit, dat de graan-
bouw ii de” centrale dichtbevolkte gebieden door de
enorme, uitbreiding – vtn andere cultures beperkt’
ied. Dit houdt verband met de industrialisatiepoli
:

tiek. De z.g. •technische cultures, zooals vlas, suiker-
bietefl, katoen, enz., die industriëele grondstoffen
levereii, worden door de Sovjet-regeering, vergeleken
niet de graancultuur, beschermd. Als gevolg van deze
pplitiek bedroeg de bebouwde oppervlakte van de
technische

cultures in 1932 15,1 millioen- H.A.; zij
was driemaal zoo -groot als vôôr den oorlog; dit had
een overeenkomstige vermindering van de met graan
bebouwde oppervlakte, inzonderheid in de dichtbe-
volkte gebieden, tengevolge.

Ten opzichte van de ontginning van nieuwe land’
bouwgebieden door de’ kolonisatie van’ de boeren, zoo-
als zulks vôér den oorlog op groote schaal geschied-
de, -staat de Sovjet-regeer.ing -over het algemeen af-
wijzend. Zij zou olatginning van nieiwe gebieden in
het kader van de staatsbèdrijven, inzonderheid van
de, staatsgraanbedrijven (Sernosovehosy), willen door-
voeren. Op deze wijze was. de .Sovjet-regeering in
staat, de sedert de katastrophe van 1921/’22 braak-
liggende akkers in het Zuid-Oosten van. Europeesch-
Rusland in de laatste jaren in cultuur ‘te”brengen.
Een ontginning van geheel nieuwe gebieden

is haar
echter slecht§ in zeer beperkte mate gelukt. ‘De DAit-
sche agrarische deskundige in Moskou Dr. Otto
Schiller, berekent,, dat ouder het Vijfjarenplan nan
welijks 4 millioen H.A. ‘nieuwe. grond werd ont-
gonnen.
1) .

De verminderde oogstopbrengsten hangen nauw
samen met de vernieling van de gröote bedrijven; de
groote boerenhofsteden en met den chaos, velken de
gdivongen collectivisatie ‘in den landbouw heeft ge-
sticht. .

Het is nauwelijks: te verwachten, dat,,in: de .tôe
komst:’ het graan weder de,

r-
andere cultures zal ve
dringen. Wel:,heeft men de ontwikkeling van:de tech-
nische cultures te ‘ver doorgevoerd.
Zij
béhoeven’ een
nauwlettende ver’orging, eh da ‘zij déze in :’deïi
socialistischen landbouw niet krijgen, ‘zijn d’i’esisl-
taten fataal: De oogtenper eenheid bebouwde opper-
vlakte van. de technische :cultures bereiken nau*eljks
de helft van die van vééi- deû o’orlog, hoewel zij ook
destijds vrij a
laag nren. De Sovjet-regering is ten-
slotte tot de .overtiiging gekomen, dat het geen zin
meer heeft, de ontginning van de technische cultu-

‘) Dr. Otto Schiller. ,,Dic Krise der sozialistischen Land-
t’ii:tschaft der Sowjetunion”. Berlijn 1933, S. 13.

res uit te breiden; zij streeft thans uitsluitend naar
een betere verzorging daarvan. Toch zal Rusland in
het teeken van de intensiveering van den landbouw
en de industrialisatie
blijven.
Tot een inkrimping
van de bebouwde oppervlakte der technisché cul-
tures zal het dus niet komen.

Het grootste onheil heeft de gedwongen. collec-
-tivisatie op het gebied van de veeteelt gesticht. Vo1-
gens berekeningen van competente onderzoekers zou
de omvang van den veestapel zelfs met de helft zijn
gedaald.
1).

Wil Rusland in staat zijn geregeld een groöten
graanuitvoer, zooals v66r den oorlog bestond, te’ ônt-
wikkelen, dan moet ‘de Russische graanhuishoüding
allereerst den grooten achtêrstand van ‘de laâtsté 20
jaren weder inhalen, d.w.z.

de ongunstige verhou-
ding tusschen de bevolking en de bebouwde ‘opper-
vlakte herstellen en in de tweede plaats moet zij zich
eveneens in overeenstemming ‘met den verderèn gr’oei
der bevolking ontwikkelen. Een toeneming van de
met graan bebouwde oppervlakte in het tempo van
véér den oorlog zou dus thans reeds lang’ niet vol-
doende zijn.

De uitbreiding van de met graan bebouwde hpper-vlakte, van Rusland stuit echter reeds op, natuurlijke
grenzen. ‘Terwijl men v66r den oorlog in de groote
vlakten van de Ver. Staten een regenval van’ 380 mM.
als grens voor den graanbouw beschouwde, strekte
de kolonisatiedrang van den Russischen boer zich uit
tot gebieden met een regenval van 250 mM. De kolo-
nisatie van Europeesch Rusland is reeds lang v66r
den oorlog tot staan gekomen. Een geringe uitbrei-
ding van de bebouwde oppervlakte heeft echter nog
wel plaats gehad.

In Aziatisch Rusland bestaan nog zekere kolonisa-
tiemogelijkheden. Doch de ontwikkeling van de kolo-
ninitiebeweging v66r den oorlog toont duidelijk, dat
ook hier. de beste gronden over het ‘algemeen reeds
bezet waren. De enorme Kirgiezen-steppe (Kasak-
stan), het grootste nog overgebleven kolonisatiege-
bied, kenmerkt zich in hooge mate door een vaste-
landsklimaat, waardoor de graanbouw hier met een
groot risico gepaard gaat. De graanoverschotgebie-
.den van Aziatisch Rusland liggen ook zeer ver van
de binnenlandsche ,markten van Europeesch Rusland
en van dê uitvoerhavens verwijderd. Om deze reden
moest het graan in hoofdzaak op ‘de in de laatste
jaren sterk uitgebreide markten van Siberië en Tur,

kestan worden aangevoerd. Wij mogen, niet verwach-
teti, dat do6r snelle uitbreiding van de met graan
bebouwde’ oppervlakten in Aziatisch Rusland een
aanzienlijke graanuitvoer in de toekomst mogelijk
wordt.

D.e nog zeer geringe Russische oogsten kuunén,
zooals vanzelf spreekt, w,or,den opgevoerd. Dit ‘is ech-
ter een langzaam proces,. waartegenover een stijging
van, de bevolking staat. Men dient er rekening mede
te houden, dat een voortschrijdende ontwikkeling van
de Russische volkshuishouding tot een betere voed-
selvoorziening van de bevolking zal leiden; dan moet
ook het graanverbruik (inzonderheid het voerg’raan
voor de behoeften van den veeteelt) per hoofd der
bevolking toenemen.
De Sovjet-regeering steunde haar optimistiôhe
verwachtingen omtrent den snellen vooruitgang
vnu
den Russ’ischen graanbouw op de socialisatie van ‘den
landbouw. Derhalve moeten wij de waarde van den
•nieuwen bedrjfsvorm hier in het’ kort bespreken.
Van beslissende beteekenis is hét vraagstuk van de
collectiviseering van den hoerenlandbouw, want dit
deel ‘omvat ruim 90 pOt. van de totale met graan
bebouwde oppervlakte van de Sovjet-Unie.

‘De Russische boerenwaren op het collectieve leven
door hun verleden geenszins voorbereid. Nooit en
nergens heeft een Russische ,,Umteilungsgemeinde”

1)
Dr. Schiller tap. blz. 27.

Schommelingen
in het aandeelen’indexcijfer.
2
Januari
1933
f
2.228.869.000
=
100.
‘2
Januari

100._
1
Maart

93.-
3
Mei

98.6
5
Juli

114.5
6
Septemi
11

104.1
8

,,

96.8
10

101..-
12

109.1
13
18

,,

101.3
15

96.-
17

101.4
19

112.3
20
25

101.6
22

,,

95.5 24

102.7 28

110.2 27
1
Februari
100.9
29

92.5
31

108.6
2
Augustus
107.8
4
‘October
8

100.1
5
April

91.5
7
Juni

107.7
9

108.1
11
15

98.9
12

,,

92.6
14

109.2
18

106.4
18
22

.’

94.3
19

92.8
21

108.7
23

106.5
25
26

96.2
28

113.9
30

107.5

Men zie voor de toelichting op
dit overzicht het nummer
van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.

106.3 104.6
103.1
101.1
99.5
99.7
98.3 98.9

Nadrnk verboden.

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

S November 1933

een gemeenschappelijke huishouding gevoerd, en
slechts door de strengste dwanginiddelen konden de
Russische boeren in collectieve bedrijven ‘worden
bijeengebracht. Dienovereenkomstig is ook de toekomst
van de collectieve bedrijven zeer onzeker. Zij zijn
eigenlijk geen echte coöperatieve vereenigingen. De
leden ontvangen wel geen bepaald loon en zijn op,
de opbrengsten van het bedrijf aangewezen; indien
deze slecht uitvallen, moeten de leden verhongeren.
De keuze van het bestuur heeft echter volgens de
aanwijzingen van de communistische partij plaats en
de meest belangrijke vraagstukken van het interne
leven van de collectieve bedrijven worden door be-
sluiten van de centrale regeering opgelost. Het be-
stuur heeft in hoofdzaak tot taak de bevelen der
regeering strikt op te volgen, inzonderheid wat be-
treft de tijdige aflevering van het graan. De be-
stuursleden zijn meer ambtenaren dan vertegenwoor-
digers van de belangen der leden. Het is derhalve
geen wonder, dat het grootste deel der boeren de col-
lectivisatie als een ,,tweede ljfeigenschap” gevoelt.

De taak, die de collectieve bedrijven zullen moeten
vervullen, is veel te gecompliceerd; hun leiders, die
op een laag cultureel peil staan; zijn hiertegen niet
opgewassen. Op deze wijze heerscht er in de collec-
tieve bedrijven groote wanorde. Nooit groeide er
op de Russische akkers zooveel onkruid, als na de
collectivisatie. Daarbij is de bevolking door de boven-
matige belastingen zoo ontmoedigd, dat zij een aan-
zienlijk deel van het. graan ongeoogst op de akkers
laat staan, een
verschijnsel,
dat tevoren nimmer
werd opgemerkt. Tenslotte kwam het tot diefstallen
op groote schaal van het niet gedorschte graan van
de velden, want op deze wijze hoopten de leden zich
nog v66r het betalen van de belastingen van het
allernoodigste te voorzien. Teneinde in de collectieve
bedrijven eenige orde te scheppen, zag de regeering

zich tenslotte genoodzaakt haar toevlucht te nemen

tot een strengen terreur. Deze nieuwe terreurgolf getuigt van de onhoudbare toestanden, die in den
gecollectiviseerden landbouw heerschen.

‘De andere maatregel, waarvan de Sovjet-regeering
een aanzienlijken vooruitgang van den Russischen
landbouw verwacht, is de mechanisatie. In 1932 werk-
ten in den Russischen landbouw ongeveer 150.000
tractoren. De positieve beteekenis van dit feit wordt
echter daardoor waardeloos, dat terzelfder tijd een

enorme vernietiging van de levende inventaris heeft
plaats gehad. Het aantal werkpaarden is sedert de
collectivisatie ongeveer met de helft verminderd, en
op deze wijze heeft, ondanks de verbreiding van de
tractoren, niet een vooruitgang, doch een achteruit-gang van de trekkracht in den Russischen landbouw
met ongeveer een derde plaats gevonden.
Beteekent de mechanisatie van den landbouw mis-
schien echter een
belangrijke
vooruitgang van de
kwaliteit van de werkzaamheden in den landbouw?
Gebleken is, dat de overijlde mechanisatie van den
Russischen landbouw ook in dit opzicht geheel en al
zonder resultaat is gebleven. ‘Dit feit komt het dui-
delijkst aan het licht in de enorme voor 100 pOt.
gemechaniseerde graanfabrieken. In deze bedrijven
zouden
eigenlijk
optimale voorwaarden voor het ge-
bruik van de tractoren moeten worden geschapen. En
toch bedroegen de gemiddelde oogsten van haar be-
langrijkste gewas, de zomertarwe, per H.A. in 1929
500 KG., 1930 640 KG., 1931 340 KG.
1
); zij waren
30 pOt. lager dan de gemiddelde oogsten van de
zomertarwe van, het land.

Wij mogen dus constateeren, dat de mechanisatie
van den landbouw op den onrijpen Russischen bodem
niet tot opvoering van de oogsten heeft geleid. En dit verwondert ons in geen enkel opzicht, want de
toeneming van de oogsten kan slechts door middel

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. 1)

Banken
Elt.r:_
1
C
r
l

Industrie
zijde
Mijnbouw’
Olie
Rubber
Sch_

Suiker
Tabak
Thee

(,einidde1de
1929
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0
233.5
125.0
398.4 487.3 443.2
1930 149.4
257.7
125.6
264.9 87.4
177.2
371.1
110.7
., 82.6
292.9
361.3 357.2
1931 118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
181.9
241.6
251.4
1932
76.4
178.3
67.1
115.6
37.6
106.4 137.5
27.0
24.9
107.2 137.9
175.9
Januari

1932
80.5
174.4
63.5 124._
43.5
107.4 118.9
28.2 27.4
108.-
173.7
181.4
Februari
82.8
173._
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2
27.7
108.7.
179.6
178.1
Maart
81.3
184.7
69.-
122.9
41.7
110.9 149.3
24.2
27.- 112.7′
176.3 182.2
April
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
92.4
118.3
13.7
20.1
96.6
111.-
154._
Mei
65.-
163.9
52.5 93.5
33.5
86.8
117.8
14.2
19.1
84.5
101.9
157.3
Juni
59.4
156.1
51.2
88.5
32.3
83.9
118.1
.

14.1
17.3
87.6 94.7
154.3
Juli


68.3
167.1
63.7
106.1 34.1
92.2
129.1
22.5
21._
105.6
120.1
175.6
Augustus
79 8
183.5
71.5
126.2
33.2
104.9 153.5
35.1
26.4
118._ 138.4
200.5
September
86_
194.5
78.1
133.4
43.6
123.7 166.4
42.4
31.1
128,8 151.3
201.6
October
83.7
189.3
77.5
127.1
39.4
120.4
147..-
34._,
28.5
118.7
135.8
187.6
November


81.1
193.1
77.2
124.1
38.2
121.4
145.1
34.7
27._
111.7
136.8
180.3
December
78.9
‘193.2
76.4
116.1
35._
123.1
146.7
32.8
26.1
104.9
135._
157.3
Januari

1933
84.9
199.3
79.8
124.2
31.4
120.6
155.3
33.8
26.3
108.2 147.2 196.3
Februari

.

82.8
1941
76.4
118.8
28.5
121.6 146.8
30.1
23.1
103.1
141.9
199.6
Maart
.82..:.
190.3
74.6
118.2
28.3
124.5
142.6

28.4 22.1
110.3
138.6
187.1


,”’.
April
80.9

190.6
73.3
120.7

26…:
125.9
144.7
31.9
21.7
111.5
127.6
185:1
Mei

‘ –

,;
88;9
210.2
78…
138.3
24.4
141.7
158.4
39….
25.3
124.5 137.9
201.L
Juni
90.4
220.9
84.-
149.1
27.9
155.1
174.2

47.8
28.6
140.7
154.6
229.5
Juli:

‘ ‘

,;
91.8
219.6
88.-
151._
29.4
150.4 179.1
53.2
28.3
137.4
154.5
241.2 Augustus
89.4
212.2
84.9
150..-
,

24.6
151.9
172.4
54.6
25.6
128.3
,
145.1

233.7
September
86.
205.1 81.5. 147.2
,
’24._
155.5
178.4
.

‘50.2 22.1
109.2 132.4
212.5
October
,

,

.
,

79.2″
197.3
77.8
13
,
8.8
23.2
156.2 170.7
.

48.1
18.7
97.4
119.9
219.9

8 November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

871

van een stelsel van landbouwpolitieke maatregelen
worden bereikt, echter niet door toepassing van een
enkelen maatregel. Het ontbreken van een staf ge-
,choolde arbeiders voor de bediening van deze -ge-
conpliceerde machines heeft ook tengevolge, dat zij
spoedig versleten zijn, en haar rentabiliteit daardoor
van twijfelachtige waarde wordt.
Wij
komen dus tot
de conclusiè, dat de collectivisatie van den Russi-
schen landbouw niet tot een betere organisatie, doch
tot een desorganisatie van den landbouw heeft ge-
leid.
Door de mechanisatie kunnen deze gebreken
geenszins worden verzacht. Men mag dus niet ver-wachten, dat, dank zij de invoering van nieuwe be-
clri.jfsvormen, spoedig een verbetering van den Rus-
sischen graanbouw en dientengevolge dus een stij-
ging van den graanuitvoer zal plaats vinden.
De Russische graanuitvoer schijnt vSSr den oorlog zijn grootste ontwikkeling te hebben bereikt. De oor-log en de revolutie hebben alle grondslagen voor den
Russischen graanuitvoer ineens vernield. Thans, nu
de groei der bevolking de ontwikkeling van den
graanbouw verre heeft overtroffen, is het verzuim
niet weder goed te maken. Indien wij aannemen, dat
het vraagstuk van de sociale organisatie van den
Russischen landbouw in gunstigen zin is opgelost,
hetzij door een juisten uitbouw van de socialistische
vormen of door terugkeer tot het particuliere initia-
tief (ondanks de sterke socialistische tendenzen van
de regeering zijn bepaalde teekenen voor een derge-
lijke ontwikkeling aanwezig), ook bij dergelijke ver-
onderstellingen zal in dezen stand van zaken geen
verandering komen. Met dictatorische maatregelen is
hier niet veel te bereiken. De industrialisatie van
het land, waarvan toch ondanks al haar gebreken
veel zal overblijven, is voor een grooten graanuitvoer
niet gunstig. Rusland schijnt zijn overwicht op de
wereldgraanmarkt ten gunste van de overzeesche lan-
den voor altijd te hebben verloren. Sedert de revolu-tie heeft de graanexport opgehouden een belangrijke
schakel te vormen tusschen de Russische huishou-
ding en het buitenland. Dit contact met de buiten-
wereld moet thans op andere wijze worden hersteld.

1)
Die Staatsbetriebe zum XV. Jahrestag des Oktobers,
1932, S. 105
(russisch).

AANTEEKENINGEN.

Stijging van het tekort op de Rijksbegrooting over
1933.
Zooals bekend, is het tekort over de begrooting van
1933 geraamd op
f
54.420.254. De uitgaven waren
namelijk geraamd op
f
572.643.737 en de inkomsten
op f
518.223.483. (Zie den algemeenen verzamelstaat
in de Millioenennota. E.-S. B. van 20 September 1933).
Volgens de Memorie van Antwoord op het eerste
hoofdstuk der Rijksbegrooting zal dit tekort volgens
raming, door stijging van de uitgaven en verminde-ring van de inkomsten tot
f
79,5 millioen toenemen.
Wij lezen daarover in de M. v. A. het volgende:
,,Ten aanzien van de vraag hoeveel na 31 Decem-ber 1930 is ingeteerd door tekorten op den gewonen
en den Crisisdienst, moge de Regeering naar het
hier volgende staatje verwijzen:

Gewone dienst.

Crisisdienst.

1931 ………f45.599.667,-

f24.949.828,24

1932 ………..77.304.711,99

,, 66.584.800,-

1933 …. … ….79.500.000,-

,, 86.605.000,-
Hierbij zij opgemerkt, dat de tekorten van 1932
nog als voorloopig zijn te beschouwen, terwijl, gelijk
gevraagd, voor den dienst 1933 eene raming is ge-
maakt. Ten aanzien van dien laatsten dienst zij het
volgende opgemerkt.
De uitgaven werden geraamd op
f
572.643.737.
Door een salariskorting zal dit bedrag met een (ge-
raamd) bedrag van
f
11.500.000 verminderen. Res-
teert
f
561.143.737. Suppietoir is op het oogenblik

f
1.098.067 aangevraagd, totaal derhalvef 562.241.804.
Voor zoover op dit oogenblik bekend, zal nog met

f
7.400.000
zijn
te rekenen, waaronder pl.m.

f
3.500.000 méér voor steun aan noodlijdende ge-
meenten, en pl.m.
f
3.400.000 méér voor uitkeering
aan het Gemeentefonds. Het totaal der uitgaven
wordt hierdoor pl.m.
f
569.500.000.
De middelen zijn geraamd op
f
518.223.483. Dit
cijfer moet worden verminderd met
f
13.200.000, in
vérband met niet tot stand gekomen of niet tot het
volle bedrag verwezenlijkte nieuwe heffingen.
Het totaal der raming van de middelen voor 1933
moet -dus nader worden gesteld op
f
505.023.483. De
opbrengst kan volgens de thans bekende gegevens
(Zie vervolg op pag. 872, bovenaan.)

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
6
November
1933
voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers

Europa.
.
Londen
S)

£
12.10
8

7.87*
Berlijn
5)

Mark 59.26
59.11
4
Parijs
5)

Franc
9.747
9.70*
2*
Belga
34.59
34.59
3
Franc

6.92
Brussel

)

………
100

Zürich
5)
……….

.100

,,
48.-
48.05
2
Luxemburg

……..100
.100
Kronen

7.36
31
Praag ………….100
Weenen

)
……….
100
Schilling
35.-
27.75
5
Pengö
43.51
43.-
4
Lei
1.4880
1.49
7
Leva
1.79
7

1.80
8
Belgrado ……….
Dinar
4.379 4.36
71
Turksch
£
10.93
1.17*
Drachme 3.23
1.40
7
Lira
13.09
13.06
31

.100

Peseta
48.-
20.73
6

Istanbul ………..

Lissabon ……….
2
.63*
0.07*
6

Athene

………..100
Milaan

………..100

Kopenhagen
5)

100 Kronen

66.67
35.30
3

Boedapest

………100

Oslo
) …………
100
66.67
39.65
*

Boekarest

………100
Sofia

………….100

100
66.67
40.70
3
Stockholm

)
……..
Reickjavick

…….100

.100

1J51. Kr.
66.67
35.55
Madrid

………..100

Warschau
.
……..
.100 Zloty
27.91
27.85
5
Kovno (Litauen)

E
.scudo

100 Lita
24.88
25.-
7
Riga (Letland)
100 Lat

..

48.-
47.75
6-51
Reval (Estland)
100 Estl. Kr.
66.67
43.75
5
Finnmrk.
6.26*

3.471 Tjerwonets
12.80 12.60
Helsinglors

…….100
Moskou

………..
(10
Roebel)
Danzig

………..
100 Gulden
48.42 48.30
3
Amerika.
New-York *)
$
2.4878
1.60*
2
Montreal

……..
Canad.
$
2.4878
1.60
Mexico

……….
Mex. Dollar
..
1.24
0.46*
Buenos Aires ……
..
1.0568′
0.6
3
*
La Paz (Bolivia)
3)

Boliviano
0.9080

Rio de Janeiro

..Peso (papier)

Ivlilreis (pap.)
0.8075′
0.13*
Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.30
0.15
6-7
Bogota (Columbia)
3)

Peso
2.42
1.08*
Quito (Ecuador)
Sucre
0.49
8

0.28
Sol
0.69
7

0.3
4
*
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.17*
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795 0.36
Gulden

..

1.-
San

José (C. Rica)
Colon

Lima (Peru)

……..

Cuaternala ……..
Quetzal
2
.48*
1.60

Paramaribo

……..

Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01
llanagua (Nicar.)
3)

Cordoba

..

2.48*

San Salvador
3)
Colon
1.2440 0.55
Azië.
Calcutta ………..
Rupee 0.91
0.59 31
Batavia

……….
Gulden 1.61.
100
1
.0
0
*
41
Yen
1.24
°•*
3.65
..

Dollar 0.571 Dollar
0.52
Straits Doli.
1.4125
0.9
2
*
Phil. Peso
1.24
0.81
reheran
4)
(Perzië)
Pahlavi

9.90.
Bangkok ……….
Baht

0.73

Kobe

………….
aongkong ………

1ani1la

………..

Afrika.

Shanghai

………
Singapore

………

.

£
12
.10* 7.88*
*
Alexandrie ……..
Egypt.
£
12.42
8.07*
Australië.

Kaapstad

………….

{elbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
12
.
1
0*
6.30
Nieuw Zeeland ..,
£
12.10*
6.32*
‘)Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
S
) Not, te A’dam. (iv. not, part. opg.
3) Zichtkoers.
4)
Munteenheid = Rial ( een Kran.)

872

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

S
November 1938

p’orden bëgroot op
f
490 millioen, of
j
15 millioen
lager dan de laatstbecloelde raming, zoodat het na-
deelig saldo naar de thans bekende gegevens op pim.

f
79.500.000 moet worden gesteld.
Ten einde een vergelijking gemakkelijk te maken
met het, in de Millioenennota genoemde tekort van

,f
38.120.254, zij er op gewezen, dat laatsthedoeld te-
kort vooreerst moet worden verhoogd met de tegoed-
schrijving uit het reservefonds ad
f
18 millioen. Voorts is.het in de Millioenennota genoemde bedrag
het tekort’ zooals het uit de hegrooting is afgeleid,
terwijl in werkelijkheid valt rekening te houden met
de hierboven toegelichte overschrijding der uitgaven
met
f
1.098.067 +
f
7.400.000 en met een
bij
de ra-
ming achterblijven der middelen met
f
15 millioen.
1-let totaal dezer bedragen levert het bovenvermeld
tekort van
f
79,5
millioen.”

OPEN MAHK’r.

1933
932
1931
1914

4Nov.
30Oct.11
23
1
28
16121
~
31~Oct.t 2/7
20/24
4Nov.
Oct. Oct.
ov.
Nov.
Juli

An,sterdam
Partic.disc.
18-1I2
419_13
18
1
12
I1618
114_113
2-
7
18
3
1
18.
3
116
Prolong.
1
1
1 1
1
2.11
2

21/
4
31
4

Londen
Daggeld.
. .
13I
1
121 I21
‘:21
1
141
4-5
131
4
-2
Partic.disc
1
‘I1eI
71-1
13
136.
1
5116 3
4
71
3

11
/16.
13
/1
5
1
12.
3
14
41/
4314

Berlijn
Daggeld…
4
1
12.5
1
12
411
2
.6
411
4
.551
3

411
4
_531
5

431_571
8.911
4


Maand8eld
411
2
.6
4
113

6
412-6 413-6
41/3_51/3

8-10

Part, disc.
3718
371
s

3’7/
3
7
18
318
8
2
1
1
1
12
Viarenw.
. .
4-‘b
4.11
3

4_11
4.11
3

4_11
4

811
3


Ne,o York
Daggeld
1)
31
4

31
4

31
4

314
1″
1
14
2
1
1
3
.314
1
8
/4’2
1
13
Partic.disc.
1/3


1/
3

2/
3

1
1
3

l/
4.
1
3


1)
Koers van 3 Nov. en daaraan vooratgaan e weken
tjm.
V ijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bal avla
York
,)
•)
•J
.

S
,)
S)

1)

31 Oct.

1933
1.64k
7.844
59.15
9.70*

34.571
100
1 Nov. 1933
1.621/
8

7.7884
59.15
9
.
7
0*
34.58
10084
2.

,,

1933 1.60
7.72
59.16
9.70*

34.59
1004
3

,,

1933 1.60
7.754
59.16
9.70*

34.58
10084
4

,,

1933
1.5984
7.75
59.16
9.70*

34.60
1OO
6

,,

1933
1.6018
7.8784
59.11
9.70*

34.59
10084
Laagste
d.w
1
)
1.59
7.70
59.10
9.70
34.55
9984
Hoogste d.w’)
1.6584
7.90
59.22*
9.7
1
*
34.62*
100
3
1
8

Muutpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100

Data
srnd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan Madrid

31
Oct.

1933
48.01

7.36 1.50
13.05
20.75
1 Nov. 1933
48.04

7.36 1.50
13.04*

20.76
2

,,

1933
48.07
.


7.36 1.50
13.06*

20.75
3

,,

1933
48.06

7.36*
1.49
13.06
20.75
4

1933
48.05

7.36
1.49
– –
6

1933
48.05

7.37 1.49
13.06
20.73
Laagste d.w’)
47.99

7.32*
1.45
13.-
20.65
Hoogste
d.w
1
)
48.10
28.-
7.40 1.52*
13.11
20.85
Muutpariteit
1 48.12%
35.007
7.3711.488
13.094 48.52

o
ta
Stock- Kopen-
Oslo
S)
Buenos-
Man-
holm
*,)
hagen5,)
for
f1)
Aires’)
treal
1)

31 Oct.

1933
40.60
35.05 39.45
3.45
64
1.61
1 Nov. 1933
40.15 34.80
39.15
3.42*

64
1.60
2

,,

1933
39.90 34.50 38.80
3.40
64
1.5884
3

,,

1933
39.90 34.60
38.90
3.4
2
*
65
1.60
4
.

,,

1933
40.

34.65 38.95
3.42*
65


1.5984
6′

.,

1933
40.70 34.30
39.65
64
1.60
Laagste
d.wl)
39.45
34.15 38.45
3.35
’64
1.57
Hoogste d.w’)
41.70 35.50
39.75
3.52*

65
1.64
Muutpariteit
66.671
66.671 66.671
6.266′
953%

2.4878
5)
Noteering te Anisterdâm.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)’
Part, opgave.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable);’

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
(3
P.
100 Ir.)
Berlijn
(3 p. 100 Mk.)
Amsterdam
1
($
p. 100 gid.)

3,1 Oct.

1933
4,77 5,92%
36,15
61,07
‘1

Nov.

1933
4,80’1
6,02%
3,70
62,10
2

,,

1933
4,84%
6,0811
37,05
62,70
3

,,

1933
4,84
6,07
37,-
62,60
4

,,

1933 4,86%
6,06%
37,02%
62,51
6

,,

1933
4,89% 6,06%
31,02
62,50

7
‘Nov.

1932
3,31’I
6

3,92
,
1
8

23,73
40,19%
Muntpariteit.,
4,86

,
3,9051
23.81%
4081,

KOERSEN TE LONI)EN.

Plaatsen en
Landen
Not eerings- eenheden
21
Oct.
1933
28Oct.
1933′
30
Oct.14Nov.I933
LaagstelHoogsie
4Nov.
1933

Alexandrië,
.
l’iast.
p.0

97%
97L.,
7’81’
•18
9784
Athene

,,,.
Dr.
p.
565 560 530
580
560
Bangkok,,,.
Sh.p.tical
1,10
T
1
W

1/10
T
5
S

1110T
1.110
T
8
9
11106,
Budapest

..
Pen.
p.
j
5
.
1884
18%
17
19%’
18
Buenos Aires
d.
1.$

43 V
4

433%
433%
45
44%
Calcutta
. . ..
Sh. p. rup.
116
1
1
116
115
31
1
33

11611,
116
1
1
32

Constantin..
Plast.
p. £
660
660 645 655 650
Hongkong
. .
5h. p.
$
11511
9

115
1
116
1/471
8

115’/
15%
Sh. p. yen
1
271
9

1/215/
16

1122/
s

11291,
6

11271,
9

Lissabon…

Escu.
p. £
106%
105
1024
105%
103s1
Mexico

….
$per
16
1684
16
17.50 17.25
Montevideo
.
d. per £
36
36
35%
3784
363%
Montreal

.,
$
per £
4.674
4.791
4.83
4.89
4.86%

Kobe

…….

Rio d. Janeiro
d. per Mii.
451
9

481
4%
4%
4
1
18
Shanghai

. ,
Sh. p. tael
1/351,
6

1
1
1
3i1
113
‘j
.
114

.
1
1
39
116
Singapore
,.
id. p.
$
214
3
1
33

214
3
1
33

2/4
2148,
6

214
3
1
93

Valparaiso
1)
$
per £





Warschau
..
Zi.
p. £
2831
8

28%
27%
28
2771
8

‘)JIJ
ag.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS ,
Londen’)
N.Yorkl)
.
Londen
31

Oct.

1933..
18′.,
39’i
31

Oct.

1933….
13017
1 Nov. 1933..

40
1

Nov.

1933….

2

,,

1933,.
1801,
0

4071
s

2

1933…,
1331′
3

,,

1933..
1884
40)4
3

,,

1933….
13312 4

,,

1933,,
1891,
0

403%
4

1933.,,,
13214k
6

,,

1933..
1884
41%
6

1933….
131110
7
Nov.
1932..
1884
2781
8

7
Nov.
1932….
124
1
9
*
27
Juli

1914..
24
18
1,
6

59
27

Juli

1914,…
8410%
1)in pence p.oz.stand.
1)
Eorelgnsilver
in$c.p.oz.
fine.
3
)Insh.p.oz.fine

STAND VAN”8
RIJKS KAS
Vorderingen.

I
23 Oct. 1933′
1

31 Oct. 1933

Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank
……
.

……..
f
31.325.303,08
1

18.045.150,15
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

317.128,32
,,

133.534,20
Voorschotten op ultimo Sept.1933 aan

.

de gem. verst, op v. haar d. de Rijks-
adm. te heffen gem. Ink. bel, en opc.

Voorschotten op ultinio Sept. 1933 aan
1.555.539,18
,,

1.555.539,18

de gem. verstrekt op aan haar uit te

op de Rijksink. bel………………….

keerenhootds.derpers.bel., aand. in
de hoolds. der grondbel. endergem.
fondsbel,, alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,

2.372.691,25
2.372.691,25
212.505.679,61
,,2l2.831.975,28
Id. aan

Suriname
…………………

12.673.959.84
,,

12.685.164,45
Id, aan

Curaçao
………………….
5.407.445,56
,,

5.415.191,56

Voorschotten aan Ned.-Indi

………..

Kasvord, weg. credietverst. a’h, buitenl
., 102.989.591,43
,,

97.108.652,18
Saldo der postrek. v.
Rijkscomptabelen
,,

39.267.467,34


…..

,,
35.979.977,28
11.231.320,17
,,

9.355.120,17
Vord. op andere Staatsbedrijven
1) ……..
Vcrstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
44.997.570,34
,.

45.027.570,34
Verplichtingen.

Schatkistbiljetten In omloop ………
f
333.556.000,.,-
f333.556.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….

191.220.000,-
,,190.020.000,-
Zilverbons in

Omloop …………….
1.433.070,50
,,

1.427.501,-
Schuld op ultimo Sept. 1933aan de gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d. pers.

..

bel., aand. i. d. hooids. d. grondb. e.d,

.

…..

gem. fondsb. alsm. opc. op die bel, en


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
12.931.481,72
,,

12.959.04,5,41
op de verm, bel………………………..

Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.’)
,,104.l93.244,78
102.830.63,85
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ….
………
20.300,70
,,

20.300,70
Id. aan

diverse

Instellingen’)
…….
….
117.1 39.0I0,35 117.972.833,01
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
1
30 Oct. 1933

1

7
Nov. 1933
Vorderingen:
Saldo Javasche Bank
.
…………….
f

2.129.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas

waajonder Muntbiljetten ………..

.

Verplichtingen:
……

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
,,
212.827.000,-
Schatkistpromessen ………………
1.000.000,-
Schatkistbiljetten
……

………….
20.365.000,-

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,

9.238.000,-

..
Muntbiljetten in Omloop ……………1.141.000,-

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,
1.362.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten in
duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu

latie
Andere
opeischb.
schulden

1
I
Disconl.
Div. reke-

1
nlngenl)

30
Sept.

1933..
706
1

1.332
407
718
2.362
23

,,

1933..
708′
j

1.025
427

1
716
2.311
16

,,

1933,.
709
1

1.057
423
1

715
2.297
9

1933..
707
1

1.186
569
1

713
2.298
2

1933,.
707
1

1.269
567
716 2.300

5 Juli

1914..
645
1.100 560
735
396
L)
Sluitp. der activa.

1

477.000,-

227.771.000,-
1.000.000,-
20.365.000,-
1.142.000,-
1.638.000,-
1.552.000,-

8 November
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

873

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Ba1’ns op 6 November 1933.

Activa.
Binnen!. Wis- Hfdbk.
f
24.569.708,01
.,J
sels,Prom Bijbnk.
,,

571.371,20
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

4.151.899,73
f

29.292.978,94
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……
,,


Idem eigen portef.
f

1.572.500,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
»

1.572.500,-
Beleeningen
mci. vrsch.1 Hfdbk.
f
98.865.748,851)

in rek.-cr9 Bijbnk.
,,
4.224.706,76

op onderp. Ag.sch.
,,
40.305.757,65

f
143.396.213,26

Op Effecten

……
f
142.153.413,71
1)
Op Goederen en Spec.
.

1.242.799,55

143.396.213,261)
Voorschotten a. h. Rijk
…………….

..

Munt, Goud ……
f
111.859.955,-
Muntmat., Goud
..
784.356.956,69

f

896.216.911,69
Munt, Zilver, enz.
,,

26.013.891,91
Muntmat. Zilver..


,;
922.230.803,60
2
)
Belegging
1
1
5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………
,,

21.444.177,52
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………

10.485.170,58
Staatd. Nederi. (Wetv. 275’32, S. No. 221)
,,

18.331.195,17

f
1.151.753.039,07

Passiva.
Kapitaal ………………………..
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

3.749.272,82.
Bijzondere reserve ………………
,,

5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

8.800.560,48
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

919.179.520,-
Bankassignatiën in omloop ………. ..

35.508,73
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
2.744.386,58
saldo’s: l Anderen
,,
190.264.551,83

193.008.938,41
Diverse rekeningen ………………
,,

1.979.238,63

f
1.151.753.039,07

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
477.860.991,77
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.194.652.475,-
Waarvan aan Nederlandscti-lndië (Wet van 15 Maart
1933, Staatsblad
No. 99) ………
f
76.424.425,-
Waarvan in het buitenland ………………………
3.123.745,47

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
1
Andere
fieschjkb,
Data

1
ICirculotiel
opeischb.I
Metaal-
[
D-
ek-
.
ngs
Munt
1
Muntmat.I
1
schuldenl
saldo
perc

6 Nov. ‘3311118601
784.357
919.1801193,044
1
477.861
83
30 Oct.

‘3311118601
781.484
929
.
259
1
180.904

1476.393
1

83

25 Juli

’14J 65.7031
96.410

310.4371
6.198
43.521
1
54

Totaal
Schatidst-
1
Belee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
L
isconto’s
~

promessen
1
I1l
gen
het
bitenl.
reke-
rechistreeksl
ningen
1)

6 Nov.
19331
29.293
1


1143.396
1.573
10.485
30 Oct.

19331
29.497
1

__
1143.342
1.572
10.412

25 Juli

19141
67.947
1


1

61.686 20.188
.

509
1)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
1

Zilver

1

Circulatle
opeischb.
schulden
1
metaal-
saldo

4Nov.’33
2
)
139.290 189.350
22.640
54.494
28Oct.
1332)
139.190
187.490
26.540
53.578

7 Oct. 1933
97929

38.708
193.091
20.885
51.047
30 Spt. 1933
97.929

39.136
191.204
22.606
51.540

25 Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

1
Diverse


Data

1
biI

îten

1
Dis-
1
Belee-

reke-

klflgS-
N.-Ind.

conto’s
1
ningen
1
,lingen’)
1
oercen-
betaalb..

1

lage

4Nov.’33
2
)
360
730
11.280
66
28 Oct.
‘332)
350
75.590
11.730
65

7 Oct.1933
279 13.306
64
9.266

54.456
30
Spt.
1933
280 9.239

56.612
12.503
63

25 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44
1)
Slultpost activa.
)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

November 1933.
Hoewel in Engeland geregeld zaken worden gedaan in
Manitoba en Australische tarwe en het continent Plata-
tarwe koopt uit stoomencie booten en dispoumbel in Euro-
peesche havens, zijn de omzetten in de afgeloopen week
niet groot geweest. Wat Canadeesche tarwe betreft, zijn
koopers bang voor de gevolgen van maatregelen in de
Ver. Staten op financiëel gebied, welke vrij zeker ook in Canada van invloed zouden zijn. Australische tarwe is in
prijs gestegen nu het seizoen op zijn eind loopt en wordt
11
,
1
Europa weinig gekocht behalve in Engeland. Argen-
ttnië is iiiet dringend aan cle markt en vindt meer koo-
pers dan gewoonlijk buiten Europa en vooral in Zuid-
Amerika nu de Ver. Staten daar niet concurreeren. Groo-
tere zaken zijn in de afgeloopen week gedaan in Europee-
sche tarwesoorten; Russische, Hongarsche en Duitsche
vonden geregeld koopers toen de prijzen, weinig veran-
derden en voor overzeesche tarwe hoogere prijzen werden
gevraagd. In Argentinië stegen de koersen aan de ter-
mijnmarkten geregeld, doch tegen het einde der week trad
weder eene verlaging in. Het slot te Buenos Aires was
8 centavos per 100 KG. hooger, te Rosario 10 centavos
hooger dan een week geleden. Te Winuipeg waren de fluc-
tuaties niet groot en bewoog de markt zich minder van
Chicago afhankelijk dan gewoonlijk. Het slot te Winnipeg
was
%
dollarcents per 60 lbs. hooger dan een week ge-
leden. Op verschillende dagen werd de markt gesteund
door aankoopen voor rekening van de regeering. Het laat-
ste geschiedde ook te Chicago, waar herhaaldelijk regee-
ringsaankoopen plaats vonden. De prijzen aan de termijn-
markt te Chicago zijn, nadat zij in het begin der week
daalden, later gestegen, om tenslotte weder te dalen. Het slot te Chicago was 2% dollarcents per 60 lbs. lager dan
een week geleden. De ontevredenheid der boeren in de Ver..
Staten is groot; aan den eiscij om voor la.iidbouwproduc-ten minimumprijzen vast te stellen heeft men geen gevolg
willen geven. Er is in cle V. S. een begin gemaakt niet
den verkoop van de aan de Westkust liggende 35 millioen
bushels tarwe, welke met regeeringssubsidie uitgevoerd
zullen worden, door den verkoop van eene partij naar het
Verre Oosten. Vooral in China is de vraag verbeterd en
men toont er meer belangstelling voor Australische en
Argentijnsehe tarwe. Het Australische ministerie van
halL-
del schatte onlangs de opbrengst van tarwe op 1651175
millioen bushels. Het Landbouwinstituut te Rome ontving
een schatting van de Australische regeering van 180 md-
lioen bushels. Particulieren meeneu echter, dat de op-
brengst niet grooter zal zijn dan 160 millioen bushels.
De stemming aan de r o g g e-niarkt bleef in de afgeloo-
pen week lusteloos en de prijzen der dringend aangeboden
Europeesche soo/ten zijn nog iets verder gedaitld: Polen
heeft weder rogge naar Noord-Amerika verkocht.
De vraag voor aangekomen en spoedig verwachte ni af s
was in de afgeloopen w’eek algemeen. Daar in deze posities
s1ehts weinig werd aangeboden, konden houders hunne
vraagprijzen geregeld verhoogen, -welke verhoogiugen
gil
1
door de consumptie werden betaald. Van den Donau wordt
voor spoedige verlading weinig aangeboden, per December
en latere aflading worden geregeld Donau- en ook Rus-
sische maïs aangeboden. i)e verbetering van de stemming moet alleen gezocht worden in kleine aanvoeren en flinke
vraag in België en Nederland. De koersen in Argentinië
gaven daartoe w’einig aanleiding; Buenos Aires sloot 12
centavos Per 100 KG. hooger, Rosario 15 centavos hooger
dan een week geleden.

SUIKER.
Na de bewogenheid der laatste weken verviel de suiker-
markt in een loonie stemming.
Vooral in A m e r’i k a is men nogal onder den indruk van den toestand op Cuba. Er valt niet bij benadering te voorspellen, hoeveel dc a.s. oogst zal bedragen. Terwijl
Cuba, volgens velen, cle internationale. overeenkomst
wenscht op te zeggen, is men van meeni ng, dat de oogst zeer klein zal uitvallen, in verband met den deplorabelen
toestand der velden, transportnmoeilijkheden, w’erksta.kiu-
gen, enz.
.
De stemming in A in e r i k a was dan ook vijfelend, de
omzetten in ruwsuiker bleven binnen beperkte grenzen.
1)e N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt was onregelmatig
niet kleine schommelingen. De slotnoteeringen luidden 1 S
2 punten hoogei dan het vorige slot, als volgt: Dec. 1.31,
Jan. 1.31, Mrt. 1.35 en Mei 1.41, terwijl de laatste’ notee-
ring voor Spot Centr. 3.30 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens derSta-
ten bedroegen deze week 54.000. tons, de versmeltingen

874

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1933

GRANEN EN ZADEN
TtJINBOTJWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN
BLOEM
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Manitoba
No. 2 loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
64/65 1(0.
La Plata
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 KO.
le soort
(versch) (verscb)
Rotterdam! Amsterdam
‘dam!A’dam
R’dam!A’dam
loco Rotter-
dam!A’dam
R’damlAdam
per 100 KG.
Broek op
p. 100 st
Groote-
Gem.v.3kw.
per 100 KG.
per 100 KO.

per 100 K.O.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
per 000 K.G.
per 1960 K.O.
Broek op
Langendijk Langendijk
broek 5)
Rotterdam
Rotterdam

_.L

4)

fi.
O!o
fi.
O
O
fi.

ii;

f1.
0
10
f1.
T iE
T
7
110
T
f
ui
1925
17,20

100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
I5,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
,4
360,50
77,9


:

1927
1928
14,75
13,47
5

85,8
78,3
12,47
5

13,15
95,4
100.6
176,00
226,00
76,0
97,7
237,00
fl8,50
100,4
96,8
362,50 363,00 78,4 78,5
4,5
100,0 13,25 100,0
1480
100,0
93,
lOO,-

77,50

100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 7,38
162,4
11,78
88,9
17,23 116,4
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 2,05
45,1
2,14
16,2 14,22
96,1 108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
181,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
7,54 50,9
88,
94,6
48,-
619
1932
5,22
5

30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32,8
8,07 60,9
9,92 67,0
6l,
65,6
37,50
48,4
lan.

1931
6,526
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9 3,40
74,8
1,92
14,5
96,
103,2
56,-
72,3
lebr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8 85,75
36,3 206,25
44,6
3,01
66,2 2,24
16,9
91,
97,8

64,5
Maart
5,62
5

32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
4,72
103,8
.
3,25
24,5
90,
96,8

65,8
April
5,90
34,3
4,42
6

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97
r
104,3
47,-
60,6
Mei
,.
6,15
35,8
4,975

38,0
95,75 41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,
105,4
45,-
58,1
luni
,,
5,75
33,4 5,05 38,6
86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
101,
108,6
41,-
52,9
)uli
5,425
31,5 4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
.
95,
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975
28,9 4,02
5

30,8
74,50
32,2
11950
50,6
185,50
40,1

94
k

101,1
54,-
69,7
Sept.
.
4,775
27,8
4,276
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
12,21
82,5
84,
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6

S
4,38 29,6
75,
80,6
49,-
63,2
Nov.
5$&
33,9
5,476 41,9
81,00
35,0
114,58
48,5
169,75
36,7
1,52
33,4 5,04
38,1
6,04
40,8
72,
71,4
48,-
61,9
Dec.
,,
4,925
28,6 4,95
37,9 69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,47
32,3 5,39
40,7 70,
75,3
43,

55,5
Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
6

38,8 71,25 30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
l,49
32,8 8,69

———————–

65,6

——————————

70,
75,3
40,-
51,6
Febr.

5,30
30,8
5,07
5

38,8 74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,28
28,2
8,98 67,8

——————————

68,
73,1
34,-
43,9
Maart

5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,68
36,9
12,26
92,6
67,
72,0
32,-
41,3
April

5,65
32,7
6,22
5

47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7

28,-
36,1
Mei

5,60
32,6
5,30
40,5 78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2

67,7
26,-
33,5
luni
5,22
5

30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
.
















.
67,
72,0
34,-
43,9
juL

:;
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1













68,8
35,50
45,8
Aug
.
5,20
30,2
4,07
5

31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133.00
28,8
62,
66,7
40,50 52,2
Sept .,,
5,47f,
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
9,78
66,1
55,
59,1
42,50
54,8
Oct .,,
5,25
30,5
3,92
5

30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
9,81
66,3
51,
54,8
44,-
56,8
Nov.

.,,
4,90
28,5 3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
1,06
23.3
4,10 31,0
10,18
68,8
53,
57,0
46,-
59,3
Dec .,,
4,725
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6
75,25 31,9
135,00
29,2
0.84
18,5
3,99
30,1
53, 57,0
46,-
59,3
lan.

1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
0.67
14,7
3,38











25,5
50,50
54,3
44,75 57,7
1ebr .,,
4,775
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,33
28,2
0,60
13,2
2,06
15,5
49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
5,05
29,4
3,825
29,3
73,50
31,7
76,25 32,3
130,50
28,2
0,61
13,4
1,29

——



—–
——




9,7
46,50
50,0
46,-
59,3
April

,,
5,15
29,9
3,75
28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
.
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7
52,25
56,2
49,
63,2
,,
Juni

,,
5,25
30,5
3.55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3 51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
5

33,9 3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
381

49,25 53,0 48,50
62,6
Aug.
5,30
30,8
3.55
27,2
6l,25
1

26,5
67,75
28,7 161,50
34,9









—-


49,
52,7
49,25
63,5
Sept.


4,95
28,8
3,476

26,6
6l,00
26,3 65,25 27,6
159,00
34,4









—-


9,28
62,7
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.

4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
1

26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
.









—-


_
4,30
29,1
56,25
60,5
54,25
70,0 30


,,
4,40
25,6
2,95
22,6
62,50
1

27,0
59,00
25,0
144,50
31.2
6,12
41,4
60,_6)
64,5 54,50
6
)
70,3
6 Nov.
4,50
26,2 2,85
21,8
70,50
1

30,5
59,00
25,0
145,50
31,5
l,25
27,5
2,17
l6,4
1
60,-
7
)
64,51
54,_7)

69,7
1)
Men zie voor
de toelichting
op cezen
staat de nos.
van
8, 15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.

3)

Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No. 2.
van Jan.
1931 to
vanaf 26 Mei
1930 tot
23 Mei 1932 74
K.G. Zuid-Russische

van 23 Mei
1932
tot 2
Oct. 1933
No.
2 Canada.
4)
Tot
Jan.
1928 Malting;
van Jan.
1928
tot 9 Febr.
1931
K.G. Zuid-Russische.
5)
De
jaren 1928
en 1929
Broek
op Ungendijk.
6)
27 Oct.
7)
4 Nov.
8)
26
Oct.
0)
2 Nov.
10)
3 Nov.

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Weattaalsche!
PETROLEUM
1
BENZINE
.

KATOEN
___________ _________ _________
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
:
Hollandsche
bunkerkolen,
Mid. Contin.
Cr’ide Gulf exp.
Australische, Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open SALPETER
Gld.er
_____________ __________
F.
F. G.
onezeetd f.o.b.
33 tjm 33.90
64166°
$cts. per
Middling
locoprijzen
Sakella-
G. F. No.
1
Oomra
Merino, 64’s Av.
loco
Bradford
nial Carded,
kop
lOO

G.
R dam!A’dam
per
1000
K.G.

s.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
per Ib.
ride
LiverpoI
Liverpool
per Ib.
Av.
loco
Bradford per Ib.
57-61 pnd.
netto

f1.
0
10

j

rnii;

$cts.
°k
8
cts.
:i-

pence
O(

jie
Olo
pence
0
10
pence
0,10

II.
°!o
f1.
0
10
1925
10,80
100,0
1.68 1.89
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27

100,-
9,35

100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
112,5 13,65
91,9
17,55
,75,5
16,24
55,5
6,30
67,4 47,25
85,9 24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2 26,50 89,8 40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
.58,3
12,-
41,0
3,92
41,9 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9 8,60
37,0
7,33
25.0 3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7 18,65 53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4.50 30,3 6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
lan.

1931
10,30
95,4
0.85
50,6
6,08
40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
Iebr.
10,30
95,4 0.85
50,6 6,14
41,3
10,95
.47,1
9,58
32,7
3.55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart
10.30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1 10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25 .44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
ei
10,00
92,6
0.53
5

31,5
5,379

36,2
9,40
40,4
8,18
27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
uni
10,00
92,6
0.34
20,5 4,24
28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2 22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
uli
A
10,00
92,6
0.249
14,3
3,40
5

22,9
9,25
39,8
7,73
26,4
3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
g.,,
10,00
92,6
0.43
25,9 3,94 26,5
7,20
31,0
5,94
20,3
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
Sept.
10,00
92,6
0.56
33,2
5,50
37,0
6,55
28,2
5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2 4,19 28,2
6,30
.27,1
5,82
19,9
2,85 30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5.72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3 6,80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0

..2,99
32,0
16,25
29,5
9,00 30,5
– –
6,95
57,9
1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36.2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
O
n.
br.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5
33,1
6,90
-29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
.
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25.
29,5
7,40
61,7
ru

,,
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33.0
16,50
30,0 9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
8,30 76,9
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
juni
8,25 76,3
0.86
51,2
4,25 28,6
5,25 22,6
4,44
152
2.55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40 61,7
juli
8,10
75,0
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1


Aug.
,,
7,80 72,2
0.86
51,2
4,30 28,9
7,35
31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6 5,70
47,5
Sept.
,,
7,75 71,8
0.86
51,2
4,375

29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
.
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90 49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86
51,2 4,45
29,9
6,50
28.0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8.50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68.5
0.86
51,2 4,60
31,0
6,15
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10 50,8
,,
Dec.,,
7,25
67,1
0.74
5

44,3
4,435

29,8
5,95
25.6
4,73
16.2
2,80 30,0

15,25
27,7
.

8,00
27.1
11,50
33,1
6,20 51,7
‘Jan.

1933
7,05 65,3
0.53
31,5
4,16 28,0
6,15
26.5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7 0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25
28,0
10.38
29,9
6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
038
22,6 3,878
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2.77 29,6
15,25
27,7 7,75 26.3
10,75
31,0
6,40
53,3
,,
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28.6
5,18
17,7
2,68 28,7
15.75
28,6 7,75
26,3
11.25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
9

14,0
2,95
19.9
7,30

31,4
5,60
191
3,07 32,8
17,00
30,9 8,25

2,O
12,25
35,3
6,40
533
,,
Juni


7,15
66,2
0.25
9

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8 5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6 9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli

7,05
65,3
0.41
24.4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3.20
34,2
20,75
37,7
9.75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

6.95
1

64,4
1

0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91


31,1
20,75
37,7
9.75
33.1
14,75
42,5
5.80
1

48,3
Sept.


6.85
t

63,4
1

0.52 31,0
3,50
23.6
6.60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2 21,50
39,1
10,50
35,6
15,13.
44,1
5,85
1

48,8
Oct.


6,60
1

61,1
1

0.65
38,7
404
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
1

49,2
30

,,
6,70
1

62.0
0.62 36,9
36
2
)
26,7
6.40
27,5
4,54411

15,5
2,534)1

27,1
21,50
6
)
39.1
11,00
6
)
37,3
14,50
9
) 41,8
5,90 49.2
6
6,60
1

61,1
t

0.60
35,7
3,84
3
)
25,9
6,10
26,2
4,61
5
)
15,7
2,465)
26,3
22,00
7
)
40,0
11,00
7
)
37,3 5,95
i

49,6

S
)
Jaar- en maandgem.
afger. op
!e pence.
2)
27Oct.
8)3
Nov.
4
)
25 Oct.
9
)1
Nov.
6)
26 Oct.
7)
2
Nov.
9
)
17 Oct.
9
)19 Oct.

8
November 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

876

ZmVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
per

.

.
BOTER
p.K.G.
KAAS
Edammer
EIEREN
em. no

KOPER
LOOD
.
TIN
IJZER
Cleveland GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER

Leeuwar-
Heffin
j5j5
Alkmaar
EIermlIn
an aar
Locoprijzen
Loco rizen
loco rFzen
Loncîef per
Foundr
ib

ITZER

(Lux III) p.
..
Locoprijzen Londen
cash
Londen
cas
Londen per
derCornm.
Zuivel-
Fabrieks-
kaas
Roermond Londen
Lodn
per Eng. ton
Eng. ton
No
3 1 Middlesb.

Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
oteering
Centr.
Id. mjmerk
100 st.
per Eng. ton
,
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce

.11.
0
10
II.
fi.
Ole
f1.
DIo
°lo
£
0
10
£
,

0
0
Sh.
°!
sh.
/
o

£
0
10
sh.
0
10
pence
°Jo
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116 100,0
36.816
100,0
261.171-”
100,0
73/-
100,0
67/-
100,-
36.316
100

8516
100,-
32
1
J
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15 88,8
58.11-
93,5
31.1/6
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94, 851-
99,5
28Uji
89,3
1927
2,03
S7,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-1

110,8

73!-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85/-
99,5
26
3
j
83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7.99 87,0
63.161- 102,8 21.11-
57,8
227.51- 86,8
66/-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85f-

99,5
26
1
116
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14J-
121,9
23.5
1

63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
85f-

99,5
24116
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.13j-
88,0
18.116
49,6
142.5/-.
54,3
67!-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
l7
13
1i6
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11-
42,0
55!-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13318
41,6
1932
0,94 40,7

22,70
40,5 4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
42!-
57,5
37/-
55,2
9.16-
27,1

1181-
138,0
127j
40,1
Jan.

1
31
1,61
69,7

32,25 57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14.-j6
38,5
116.81-1
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
85/-
99,5
13
7
1
43,2
Febr.
1,66
71,9

33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.56
36,4
117.-161
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
12
1
12
38,9
Mrt.
1,47
63,6

35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.11-
46,6
586
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
851-
99,5
13
1
/
41,8
Apr.

,,
1,35
58,4

31,60 56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
586
80,3
4916
73,9
11.121 32,1
85/
99,5
1
3
1
1
40,9
Mei
1,26
54,5

30,85
55,1
4,07
6

44,4
39.616
63,4
11.10(6
31,6
104.17j-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.1316
29,5
85f-

99,5
12
1
1
40,3
Juni
1,29
55,8

33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3 11.10/- 31,8
85f-

99,5
12
7
18
40,1
Juli
1,32 57,1

37,75 67,4
4,40
47,9
34141-
55,9
12.1516 35,1
112.5164
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12.11/-
34,7
85/-
99,5
1311,
41,2
Aug.
Sept.
1,30
1,27
56,3

36,00 64,3
4,98
5,775

54,2
32.151-
52,8
11.19,6
11.4,-
32,9
114.196
43,9
5816
80,3
47(9
71,3
11.1416 10.191-
32,4 85/.. 99,5
106,8
12
1
8116
39,9
,,
Oct.
1,24
55,0 53,7


32,25 26,25 57,6 46,9
6,27
5

62,9 68,4
30.316
28.2
1
6
48,6
45,3 10.9.6
31,1
28,8
111.16/-
101.116
42,7
38,6
5516
461-
76,0
63,0
4617
4418
69,5
66,7
10.716
30,3
28,7

10613
9113
124,3
13116

1313/
41,4
43,0
Nov.
1,17
50,6

24,75 44,2
7,07
77,0
27.1916
45,1 11.51-
30,9
102.-J-
1

39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29,6

11019
129,5
14
1
1
2

45,1
Dec.
Jan.

’52
1,18
1,16
51,1
50,2


21,40
25,75 38,2
46,0
5,32
6

4,71
58,0 51,3
27.616 27.1416
44,2
44,7
10.161-
10.141-
29,6
29,4
98.1716
98.181-
37,8
37,8
41j6
4116
56,8
56,8
4313
421-
64,6
62,7
10.216 10.616
28,0

12216
28,5 12013
143,3 140,7
14
5
118
13719
44,6 43,2
Febr. ,,
1,34
58,0

27,75
49,6 3.79
413
26.41- 42,2
10.51-
28,1
992/6
37,9
416
56,8
401
59,7
10.1
27,6

11916
139,9
14
43,6
Mrt.
0.98
42,4

23,65
42,2
3,42
5

37,3
24.18j-
40,1
9.91-
25,9 96.61-
1

36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.1 1/-
26,4

1
14/-

133,5
01
4
42,8
Apr.
0,99
42,9

19,60
35,0
2,776
30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
45/-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2

11013
129.0
13
1
/
40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88 31,4 21.61-
34,3
8.-!-
22,0
89.1316
34,2
44!-

60,3
3716
56,0
9.91-
26,1

11219
132,0
12
518
39,3
Juni
1,11
48,1

24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9

113/6
132,7
12
5
18
39,3
0,96 41,6
0.45
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
4216
58,2
37f
55,2
8.6/6
23,0

116/
135,7
123/8

38,5
Aug

,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0 3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101-1-
1

38,6
42!-
57,5
36/6
54,5
9.13/6
26,7

118/6
138,6
I2flijj5

39,9
Sept.
0,84 36,4
0,65
19,70
35,2 4,64 50,5
25.8!-
40,9
9.1016
26,1 100.916
1

41,8
42!-

57,5
35/-
52.2
11.21-
30,7

11819
138,8
13
40,5
Oct.
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.5(6
35,9
8.7/-
22,9
1O5.I3J6
40,4
41!-
56,2
34/6
51,5
10.8/6
28,8

121/6
142,1
12
1
1,
38,9
Nov.

,,
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6
104.716
1

39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7

12519
147,2
12
5
118
38,3
Dec.

,.
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.10161
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6 12519
147,2
11
1
1
35,8
Jan.

’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.17/-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.191
27,5 12218
143,5
11111
1
6
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.7/6
1

39,9
43/-
58,9
341- 50,7
9.15/-
27,0 12015
140,8
11
1
6116
37,2
Mrt.

,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-16
32,3
7.10!-
20,6
I04.I8J3
40,1
43/-
58,9
3417

51,6
I0.71
28,6

12015
140,8
12
7
116
38,7
Apr.
0,54
23,4
1,-
18,55 33,1
2,0fl
22,6
20.11/6
33,1
7.12j6
20,9
I09.l7f-
.
42,0
43/-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8

12011
140,4
1211
39,9
Mei

,
0,52
22.5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37.6
8.61-
22,9
I38.17I6
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4

12316
144,4
13
1
14
41,2
]uni
0,52 22.5
1,-
23.50
42,0
2,50
272
25.71-
40,8
9.4/-
25,3
151.10/-‘
57,9
42/-
57,5
371-
55.2
11.1216
32,1

122134
143,0
1311
4

41,2
Juli
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.16j-
41,6
9.21-
25,0
148.116
t

56,5
4116
56,8
35/
52,2 12.1/ 33,3

1231104
144,9
12
7
116
38,7
Aug.

,,
Sept.
0,63 0,66
27,3
28,6
1,-
18,90
33,8
3,574
38,9
24.51-
39,1
36,8
8.4(6
7.16/-
22,6
145.3/-
55,4
411-
3916
56,2
54,1
351-
3416
52,2
51,5
11.71-
10.1816

31,4

125110

30,2

130111
147,2
153,1
12
11151
1
6
37,4 37,2
,,
Oct.

,,
0,68
29,4
0,95 0,90
18,40
19,45
32,9
34,7
3,91
4,68 42,6 51,0
22.1616
22.1!-
35,5
7.14/-
21,4
21,1
140.17/6
145.5/-
53,8 55,5
39/6
54,1
34/6 51,5
10.131-
29,4

13111
153,3
11
1
/
37,0
30 Oct.
0.70
8
)
30,3
090
21.25
6
)
37,9
5,05
55,0
21.1116
34,7
7.14/6
21,2
146.8/6
55,9
3916
54,1
341-
50,7
10.916
29,0

131(24 153,5
11
1
/16
36,8
6
Nov.
0,70)
30,3
0,90
21,50
10

38,4
5,40 58,8
20.1016
33,1
1

7.1016
20,7
143.171-
54,9
3816
52,7
34/-
50,7
9.18.6
27,4 1131110
1154,2
11
13116
36,8
26 Sept. 1932
79
K.O.
La Plata.
)
Tot
Jan.
1928 Western
;
vanaf
Jan. 1928
tot
Ib
Dec.
1929 American
No. 2.
van 16
Dec.
1929 tot
26 Mei
1930
7415 K.G.
Ilongaarsche
American
No. 2,
van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G. Zuid.Russische.
Van
23 Mei-19
Sept.
1932
No. 3 Canada.
Van
19 Sept.
1932
tot 24
Juli
1933 62163

r-
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENI-IOUT

STEENEN
CACAO
COPRA KOFFIE SUIKER
THEE
INDEXCUFER

Kolo-
Zweder(
blnnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-lnd.
L?en
Ribbed Smoked
e9j
Finland
per

per
5

Krc.i.f.
per
100
K.G.
Rotteniam
Ioco
St
ien

R’dam!A’dam
Java- en Suma
Grond-
niale
d
per
n
5
472 M.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
‘I

K.G.
per
%.
per
100
K.G.
trathee
p.
‘1
KG.
sto en
den

f
°Io
f
0
1e
1
ole
ah.
O/
f
01
0

Cts.
OJ
5h.
°lo f1.
01
cts.
°lo
1925
159,75
100
15,50

100,-
19,-
100,-
42/6
100,-
35,8fl
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75

101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,395 90,2
2/-
67,4
17,50
93.3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,6V
90,9
40,875
76,4 1/6,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1 1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
3l,87
88,9
49,625 80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27.37
76,3
50,75
82,7
-(10,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0 81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62
5

63,1
32
52,1
-/5.875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8 66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9 25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.6 46.6
1932
69,00 43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,326
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
Jan.

’31
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
53.9 57.4
Febr.
,,
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22(2.
52,2
18,12
5

50,7
26,25
42,8
-13,875
10.9
8,20
43,7
53
62,7
53.3 50.4
Mrt.

,,
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,62
5

51,9
25,50
41,5
-13,75
10,5
830
44,3
45
53,3
52.9
48.0
Apr.

,,
125,
00

78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22
1
7
53,1
17,50
48,8
24,75
40,3
-1
3
,
12
5
8,8
8,57e
45,7
43 50,9
50.1 47.5
Mei
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110.5
2110
49,4
15,37
42,9
25
40,7
-13,125
8,8 8,50
45,3
40,25
47,6
48.3 45.5
Juni

,,
110,00
68,9
10.50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,12
5

39,4
25,75
42,0
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
39,50
46.7
45.6 46.8
Juli


110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
26
1
5
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-/3
8,4 8,77
5

48,6
38,25
45,3
46.6 50.0
Aug.

100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,12′
39,4
25,50
41,5 -12,5
7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
44.1 48.8
Sept.
,,
100,00
62,6
10,50
67,7
.19,
100,-
2217
53,1
13,37
5

37,3
23,75
38,7
-12,375
6,7
7,52
5

40,1
37,50
44,4
43.3
44.1
Oct.

100,00

62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/0 49,4
13,25
36,9
23 37,5
-/2,375
6,7 7,55
40,3
37,75
44,7
41.9
43.0
Nov.

100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/2
49,8
13,75
38,3
23 37,5 -12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6
42.3
Dec.
82,50 51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5
.12,25
6,3
6,75
36,0
35
41,4
40.0 39.5
Jan.

’32
82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
17
1
9
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5

1
2,125
6,0 7,35
39,2 32 37,9 36.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23 37,5
-12
5,6 7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.

,,
70,00 43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
21/9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-(1,625
4,6 6,25
33,3
31
36,7
37.0 39.7 Apr.

,,
70,00 43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
20/6
48,2
14,-
39,0 23
37,5 -11,5
4,2
5,90 31,5
29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-(1,5
4,2
5,62
5

30,0
30,25
35,7

352

38.1
Juni

70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
6
48,2
12,37
5

34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
34.2
38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,37
5

34,5
24
39,1
-11,375
3$
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.,,
63,00
39,4 8,50 54,8
15,-
78,9
– 20/7
48,4
12,37
5

34,5
24

,
39,1
-/1,75
4,9 6,57e
35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Si

,,
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5 25,25
41,1

1
2,125
6,0
6,52
5

34,8
23,75
28,1
37.6 38.5
Oct.

,,
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
18
1
8
43,9
12,37
5

34,5
26,50
43,2
-(1,75
4,9 6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2 38.7
Nov.

63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,12
5

33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3 37.2
Dec.

65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50 29,3
28,25
33,4
34.0
35.7
Jan.

’33
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
‘391

1
1,625

4,6
‘5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
15/9
37,1
10,62
5

29,6_
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
16
1
3
38,2
10,37
6

28,9
23,50
38,3

1
1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.

,
70,00
43,8
975
62,6

12,75
67,1
15/5
36,3
9,50
26,5′
23,50
38,3

-/1,625
4,6
6,07 32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei

,,
70,00
43,8
9,50 61.3
12,50
65,8
1616
38.8
9,50
26,5
23 37,5
-12
5,6 6,02e
32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni

,,
72,50
45,4
-10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6′
10,-
27.9
22,50
36,6
-12,375
-6,7
6,35
33,9
31
36,7
31.2
31.5
Juli

75,00
46.9
10,25 66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6

1
2
,
625

7,4
5,92
5

31,6
33,50 39,6
38.2 37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68.4
16/5
38,6 8,75
24,Ç
20,75
33,8
-(2,625
7,4
5,27
5

28,1
35,25
41,7
36.5 35.6
Sept.

80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9 8,25
23,0
19,75
32,2
-/2,5

,
7,0
5,376

28,7
36,75 43,5
36.7 34.6
Oct.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5

21,3.
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
1

42,25
50,0
36.5
33.4
30 Oct.
80,00 –
50,1
1216
29,4
8,-
22,3
17
27,7
-125625 -7,2
4,87
5

260
43,759)
51$
36.4
33.7
6 Nov.
80,00
50,1
12
1
8
29,8
8,12
5

22,6:
17
27,7

1
2,5625
7,2
4,75
25,3
44
,25
7
)
52,4
1

35.9

1
33.6
0.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21 Sept.’31
zIjn op
goudbacis
omgerekend;
de Doliarnoteeringen
vanaf
20April’33
zijn
In verhouding
van
de depreciatlo
,an
den Dollar
t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.

876

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 November 1Ö33

54.000 tous tegen 50.300 tons en de voorraden 222.000
tous tegen 161.000 tons verleden jaar.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt (in tons)
1033 1032 1931
Productie ……(Raming) 1.994.528 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten ………….25.581 16.071 28.706
Totaal sedert 111 ………1.066.386 1.530.087 1.949.010
Verschepingen ………..54.165 39.672 77.054
Voorraad …………….551.523

755.917 1.002.424
1

In E n g e 1 a n d ging, behalve een inkoop van een’
Hinken post van door den storm beschadigde Cubasuiker
met rai actie, zoo goed als niets in ruwsuiker om.
Op J a v a heeft de N.I.V.A.S. deze week ca. 35.000 tons
afgedaan.
In navolging van Londen was o u z e m a r k t aan den
flauwen kant. De noteeringen op de A m s te r d a m s c h e
termijnmarkt daalden met
f
; het slot gaf het volgende
– te zien: Dec.
f
4%, Mrt.
f
47s, Mei f5.- en Juni
f5.-.
KOFFIE.
Sedert het vorig Overzicht bleef de markt in kalme
stemming verkeeren. In Robusta-soorten werd het een en
ander omgezet, als gevolg van den tariefstrijd tusschen
]3razilië en Frankrijk, waardoor de import van Braziel-
koffie in Frankrijk bijna onmogelijk is geworden. Dit land
is daardoor voor het oogeublik aangewezen op andere
soorten, o.a. ook op Robusta, waarnaar in de afgeloopen
week veel vraag bestond. De kost- en vrachtaanbiedingen
van Brazilië waren iets hooger, doch komen, door den
lageren dollarkoers, in Nederlandsch geld omgerekend, vrij.
wel onveranderd uit tegen een week geleden.
Uit de heden bekend gemaakte weekstatistiek van Bra-
zilië is gebleken, dat in de vorige week van Santos naar
Europa verscheept zijn 66.000 balen tegen 124.000 balen
in de week daarvôôr en naar de Vereenigde Staten 173.000 balen tegen 50.000 balen. Verscheept werden van Rio naar
Europa 30.000 balen tegen 31.000 balen en naar de Ver-
eenigde Staten 19.000 balen tegen 9000 balen. Als verkocht
door Santos worden opgegeven naar Europa 67.000 balen
tegen 111.000 balen en naar de Vereenigde Staten 146.000
balen tegen 85.000 balen.
Opgaven omtrent de vernietigde hoeveelheid werden dit-
maal niet ontvangen.
Een officieel telegram uit Rio heeft bericht, dat de in
de binnenlandsche pakhuizen van den Staat Rio terug-
gehouden voorraden op 31 October bedroegen 65.000 balen
tegen 89.000 balen op 30 September, hetgeen dus ccii ver-
mindering aantoont van 24.000 balen in de maand October.
‘De uitklaringen van Nederlandsch-Indië in de maand
September hebben bedragen: naar Nederland 32.053 picols,
naar de Vereenigde Staten 2.540 picols, naar Scandinavië
15.222 picols, naar Frankrijk 27.225 picols, naar overig
Europa 29.559 .picols, totaal 106.599 picols tegen 243.710
picols in September 1932. Van 1 Januari tot 30 September
bedroegn de uitklaringen dit jaar 677.303 picols tegen
1.179.171 picols verleden jaar.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië zijn op
het oogenblik, onder aftrek van het op ca. 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering der bekende bonus
van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping ongeveer $ 9.35 1 9.60 per cwt. en
voor dito Prime ongeveer $ 9.60
á
9.90, terwijl zij voor
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen $ 8.05 á 8.10. Bij den dollarkoers van heden
staan deze aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen
in göuddollars:

De prijzen in de eerste’ hand in Nederlandsch-Indië zijn
voor de ougewassehen Robusta-soorten- -34 t- 1 •ct.- hooger,
terwijl die voor de gewasschen soorten onveranderd zijn
gebleven. Op het oogenblik zijn de prijzen aan te nemen op:
Palembang Robusta, November-verscheping, 11% ct.;
Benkoelen Robusta, November-verscheping 12 ct.; Mand-
heling Robusta, November-verscheping,13
1
% .
ct.;. W.I.B.
f.a.q. Robusta, Noveiuber-yerschepi.ng,. 14
3
/
4
…ct., alles per
34
K.G., cii, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De termijnmarkt alhier was ongeveer
/8
t. hooger op
de stijging det waarde van de goedkoope Centraal-Ame-
rikaansche, Java Robusta en andere bijsoorten, nu tenge-
volge van den tariefoorlog tussehen Brazilië en Frankrijk
de Braziliaansche aanvoer in Frankrijk extra wordt be-
last. Aangezien de noteeringen aan onze termijnmarkt voor
de levering van Braziel-koff ie te laag staan, moeten zij de,
prjsrijzing der andere soorten volgen. De noteeringen zijn
thans voor November 10%, December 111/, Maart 11%,
Mei
1134
en September 11% ct.
De of ficieele loco-noteeringen bleven onveranderd 18 ct.
per
34
K.G. voor Superior Santos en 17 ct. voor Robusta.
De slotnoteeringen te New-York waren:

Gemengd contract

Santos contract –

(basis Rio No. 7)

(basis Saijtos No. 4)
Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept.
6 November $ 5.84 5.95 6.02 6.12 8.21 8.32 8.33 8.57
30 October ,,, 5.82 5.90 5.96 6.08 8.20 8.24 8.26 8.48
23 October – ,, 5.43 5.53 5.59 5.70

7.84 7.93 7.96 8.17
16 October – ,,5.30 5.42 5.52 5.68

7.65 7.77 7.81 8.08

De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
])uuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in October
de aanvoer geweest is als volgt (in balen):

1933

1.932

1931
in Europa ……………836.000

778.000

739.000
Ver. Staten van Amerika 869.000

873.000

972.000

Totaal…. 1.705.000 1.651.000 1.711.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende de eei-ste tien maanden van het jaar bedroegen
18.909.000 balen tegen 17.628.000 balen in 1932 en 21.293.000
balen in 1931.
De Afleveringen in October ivaren (in balen)

1933

1932

1931
in Europa ……………961.000

890.000

.913.000
Ver. Staten van Amerika 962.000

975.000

890.000

Totaal…. 1.923.000 1.86000 1.803.000
De Afleveringen inEuropa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste tien maanden van het jaar waren
18.556.000 balen tegen 18.566.000 balen in 1932 en
19.905.000 balen in 1931.
Vanaf 1 juli tot 31.Octoberwaren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen 7.241.000 balen tegen
5.399.000 balen in 1932 en 7.133.000 balen in 1931, terwijl
de Afleveringen bedroegen 7.239.000 balen tegen 6.828.000
balen in 1932 en 7.037.000 balen in 1931.
De zichtbare voorraad was
01)
1
November in Europa
2.030.000 balen tegen 2.155.000 balen op 1 October. In
Amerika bedroeg hij 1.058.000 balen tegen. 1.151.000 balen
op 1 October. In Europa en in Amerika tezamen was de
voorraad dus op 1 November 3.088.000 balen tegen 3.306.000
balen op 1 ‘October. Hij bedroeg op 1 November 1932 –
3.116.000 balen enop 1 November 1931 – 3.907.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 November 7.241.000
balen tegen 7.109.000 balen op 1 October en 6.302.000 balen

Santos Superior – $ 6.05 t 6.20

verleden” jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
11

– ,,
6.20 Ii. 6.40

raden in het binnenland van Brazilië, waarvan de cijfers
Rio 7

– ,, 5.20 t 5.25

van 1 November en 1 October nog niet bekend zijn, doch
wat, in vergelijking met een week geleden, onveranderd

die op 1 November 1932 bedroegen 22.818.000 balen).
t 0.10 gouddollar per cwt. hooger is.

Rotterdam, 6 November 1933.
AANVOEREN in tons van 1000 KG

Artikelen

Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal

29
Oct.14 Nov.
Sedert
Overeenk.
129
Oct.14 Nov.
Sedert
Overeenk.
1933
1932 1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932
1933
IJan.
1933
tijdvak
1932

29l8
L366.l10
1.246.145

23.685
7.800
L389.795
1253.945
Tarwe

……………..
4.106 348.057 419.677

6.669
2.403
354.726
422.080
Rogge

………………
Boekweit ………………
297
19.025
21.686

25
244
19.050
21.930
17.219
891.151 1.121.712
5.045 177.588
283.084
1.068.739 1.404.796
17.103
420.002 424.938

40J04
28.022
460.106
452.960
498
115.320
188.273

3.808
3.691
119.128
17L964

Maïs ………………..

507
170.490
248.191

198.502 340.691
368.992
588.882

Gerst

……………..
Haver

……………….

5.380
113.030
79.261

.

200
50
113.230
79.311

Lijnzaad

……………..
Lijnkoek

……………
604
16.128
21.870
89
5.512
11.482
21.840
33.352
Tarwemeel

……………
Andere meelsoorten ….
2.197
45.927 38.432
17
7.829 11.106
.53.756
49.538

8 November 1933

877

DE TWENTSCHE BANKN.V.

GEVESTIGD TÉ AMSTERDAM

Maandstaat op 31 October 1933
DEBET

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt.
op aandeelen B

waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
.
f
409.500,-

Deelnemingen in diverse ondernemingen
,.
2.576.155,59

Effecten van Aandeelhouders ten eigen gebruike
,,
24.483.800,-

Kassa en de Nederlandsche Bank

……………………
..
25.406.298,47

Wissels

en

Coupons

………………………………
.
..
20.128.371,38

Nedori. Schatkistbilletten en -Promessen
,.
41.231.322,06

Daggeidieeningen. ………………………. ………..
4.375.000,-

Bankiers in Binnen- en Buitenland
,,
8.007.660,61

Eigen

Effecten

en

Syndicaten ………………………..
,.
6.63.369,74

Effecten van het Zieken- en Pensioenfonds
,,
3.180.427,27

Prolongatiën

gegeven ……………………………….
,,
9:972.315,—.

Debiteuren

……………………………………..
f125.916.186,81

af:

loopende

Promessen ………………. …………….
,, 10.023.000,-

115.893.186,81
Gebouwen

… . …………………………………

,,
8.000.000,-

Totaal……
f
270.299.406,93

CREDIT

Kapitaal…………………………………………

Reservefonds……………………………………..

Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg

voor 90 pOt. storting op aandeelen B …………….
f

409.50(1,-

in- Leen-Depot ………………………………..

Zieken- en Pensioenfonds …………………………….

Deposito’s .

.

Saldo te ontvangen en te leveren Effecten ……………..

Crediteuren ………………… ……………………..
f
107.904.367,42

in vreemde valuta

……………… . ………
,,

9.371.306,97

Te betalen Wissels ………………………………. …

-. . Geaccetee

– door derden…………………………..

Diverse Rekeningen………………………………..

f
40.000.000,-
15.000.000,-

24.483.800,-

6.548.968,51
61.694.791,53

1.125.779,57

117.275.674,39

935.142.33

350.218,20

2885.032,40

Totaal ……
f
270.299.406,93

8 NOVEMBER
1933

18e
JAAR GANG No. 93

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V.

AMSTERDAM

.

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATA VIA
AMOY, AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOEROEAN,

PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TELOK BETONG, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN

NEDERLANDS C HE

WERKGEVER

Wekelijksch Orgaan v/h.Verbond

van Nederlandsche Werkgevers

VERANTWOORDELIJKE REDACTIE:

Mr. P. W. J. H. CORT .VAN DER

LINDEN EN Mr. A. N. MOLENAAR

ABONNEMENTS-

PRIJS VOOR

NIET LEDEN .
.

f6.— PER JAAR

Vraagt proefexemplaren bij het

Secretariaat: Kneuterdijk 8,

Telefoon No. 117510- Den Haag

Nijgh & Van Ditmar

NV.

UITGEVERS

ROTTERDAM

Wijnhaven
No. 113

TeleF. 27840 (vier lijnen)

Belast zich met het

verzorgen, van uit-

gaven en tijdschrif-

ten
OlD
elk gebied

Heeft U reeds de volmacht voor de Postgiro

ingevuld? Zij, die Uw steun behoeven

zullen er U dankbaar voor ziin.

Eenmaal invullen is voldoende. De maan-

delijksche betaling geschiedt dan auto-

matisch. Doe het nog heden.

Adverteeren

geeft succes

VERSCHENEN:

Gedachten

over

Rationalisatie

Mensch en

i——-

—–
.
iviaatscnappij

Aanteekenboek voor Rijksbelastingen

(Vermogens-, Verdedigings-, Rijks-

inkomsten- en Personeele Belasting)
lie verbeterde druk

.

Prijs f1.-

Alom
verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & van Ditmar N.V.

Uitgevers, Rotterdam

door

Ir. K. F. MALLÉE

met een voorwoord van

Prof .Dr.J.G.Ch.Volmer

P R Ii S:

f 0.50

Bij den Boekhandel

verkrijgbaar

NIJGH
&
VAN DITMAR N.V.

ROTTERDAM

NIJGFI & VAN DITMAR NV., DRUKKERS. ROTTERDAM

Auteur