7 JUNI 1958
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economischow
–
Stati”Al’osche
Berl
o
chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RiJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANO
,…,,.
WOENSDAG
.7 JUNI 1933
No. 910
NEDERLANDSCH ECONOAJISCH iNSTITUUT.
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Piste, Onder-
Voorzitter; C. B. vwn der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. von Lan3chot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Wairee.
Directeuren.:Prof. Mr. F. de Vriës; Prof. Dr. N. J. Poiak;
Prof. Mr. Dr.
G.
M.
Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN
ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van flasseit; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr.. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polok; jhr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Weideren
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Bchiithuis;
AIr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd Ud: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. B. A. van der Vaik. secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
7 JUNI 1933.
In verband met de maandswisseling was de vraag
naar geld deze berichtsweek iets grooter. Vooral cail-
geld was gezocht, zoodat de rente kon oploopen van
% pOt. tot 2 A 2V2 pOt. Particulier disconto was aan-
vankelijk iets lager, maar omstreeks den ultimo trok
de rente weder aan, mede omdat er in het midden
der week aan enkele buitenlandsche beurzen weder
een zekere zenuwachtigheid ontstond over de nog be-
staande gouddèviezen. Van veel beteekenis was het
echter niet, een lichte aantrekking van de goudprijzen
was het eenige resultaat en nadat aan de behoefte
van de maandswisseling was voldaan, kon de rente voor particulier disconto weder op
1/8
pOt. en de
call rente op 1% pOt. terugloopen. De prolongatie-
rente noteerde de geheele week weder 2 pOt.
* *
*
De weekstaat van De Nederlandsche Bank ver-
toont een daling van den post binnenlandsche nnissels
met
f
239.000 en van de ‘beleeningen met
f
933.000;
het papier op het buitenland is met
f
104.000 ver-
minderd. Het voorschot aan het Rijk blijkt geheel te
zijn afgelost.
De goudvoorraad van de Bank is met
f
2.048.000
gedaald; het zilver met
f
804.000.
Onder de passiva der Bank zijn de bankbiljetten
in omloop vermeerderd met
f
7.1 millioen. De reke-
ning van het Rijk staat thans credit tot een bedrag
van
f
1.2 millioen, tegenover een debetstand van
f
15
millioen op den vorigen weekstaat. De rekening-cou-
rant-saldi van andeien zijn met
f
26.8 millioen ge-
daald.
Het beschikbaar metaalsaldo is met
f
4.2 millioen
toegenomen; het dekkingspercentage is licht gestegen
en bedraagt thans nagenoeg 80 pOt.
* *
*
De vooruitzichten op de wisselmarkt blijven uiterst
verward; wat men in Amerika wil, is nog niet duide-
lijk. Voor een groot deel zijn de oorzaken, die hier op
den Dollarkoers invloed uitoefenen een kwestie van
gevoel. Zoolang men niet eenige zekerheid heeft,
zal deze toestand wel zoo blijven voortduren. Dollars
veranderden niet veel; de tendens was over het alge-
meen wat vaster: 2.06V2-2.11-2.09V2. Ponden, die
op den eersten dag der week flauw openden – 8.25 –
konden zich gaandeweg verbeteren en kwamen op
8.41w om op 8.40% te sluiten. Marken lagen eerst
aangeboden en liepen van 57.90 op 57.40 terug; een
verbetering tot 58.10 volgde, waarna het slot
OP
57.85
kwam. De Duitsche politiek oefende hier natuurlijk
veel invloed uit. Fransche Franken, die flauw open-den – op 9.76V2:. – trokken aan tot 9.78V2, op welk
punt zij bleven hangen. Belga’s vast 34.57-34.64.
Zwitsersche Francs kwamen van 47.93 op 48.03. Pese-
ta’s rond cle 21.25. Lires ca. 12.90. Scandinavië met
het Pood vaster: Kopenhagen 37.45, Oslo 42.50,
Stockholm 43.05. Finsche Marken onveranderd 3.70.
Oanadeesche Dollars 1.85.
Termijnponden waren weder zeer gezocht, vooral
voor buitenlandsche rekening; één- en drie-maands
deden tenslotte 2% resp.
61/2
c. agio. Het disagio van
den Dollar is kleiner geworden, nl. ¼ en c. –
– In goud ging weinig om; baren deden tenslotte
f
1653.50, Eagles 2.52V2, Sovereigns 12.43.
LONDAN, 3 JUNI 1933.
De geldovervloed schijnt op het oogenblik door niets
gestuit te kunnen worden. Ofschoon er in de eerste
helft van de vorige week geen regeeringspaiier ver-viel, had dit toch niet den minsten invloed, integen-
deel geld was overvloediger dan ooit. Na 1 Juni
kwam het War Loan dividend langzamérhand op de
markt en vermeerderde dus den voorraad. De Olearing
Banken hadden a priori op dezen extra-toevloed ge-
rekend en •deze week meer schatkistpromessen geno-
men, zoodat een deel van het dividendgeld op deze
wijze tijdelijk geabsorbeerd wordt.
Disconto wast deze week nog weer zwakker. Prima
hankaccepten noteeren
1/2:
pOt., maar worden voor niet
meer dan % en even daaronder verhandeld. Het kwan-
tum bankaccepten wordt echter steeds kleiner. De
nieuwe schatkistpromessen werden tegen een fractie
over
/32
toegewezen, een noteering, die nog niet ,,dage-
wesen” is. De banken zullen Augustus en September
schatkistpapier nu â
1%
pOt. koopen. Sterling was over
het geheel vast en Dollars zwak. Nadat het verslag
van De Nederlandsche Bank gepubliceerd was, was er
wat aanbod van Guldens, die dan ook tot 8.40-8.42
terugvielen; het aanbod was echter niet groot. Slot
pl.m. 8.40 V2-8.41. Dollars sloten op 4.0116.
De effectenmarkt is zeer gevoelig en reageert sterk
op slechte of vermeend slechte en goede berichten.
Men is een beetje bevreesd, dat de hausse der indus-
trie-aandeelen en goederenprijzen ,,overdoue” is en
men is huiverig voor een herhaling van de inzakking
na Augustus 1932.
De Bank van Engeland heef t de laatste dagen w’eer
een paar posten goud opgenomen; het is rustiger op
de goudmarkt. De aankoopen voor particulieren tot
belangrijke premies is geluwd.
448
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni
1933
VERLAGING VAN TARIEVEN EN MEEST
–
BEGUNSTIGING.
Van 29 Mei tot 2 Juni ji. werd te Londen de ,,Sixt’h
Conference of Institutions for the Scientific Study
of International Relations” gehouden. Deze confe-
reuties vinden plaats onder auspiciën van het te Parijs
ge vestigde Volkenbondbureau voor Ïntellectueele
Samenwerking. Deelnemers zijn de vertegenwoordi-
gers ‘an de in een groot aantal landen gevormde na-
tionale Commissies van Coördinatie van Internatio-
nale Studiën. Wij ‘hebben de Londensche conferentie
bijgewoond namens ‘het véér enkele maanden gevorm-
de Nederlandsche Comité ) en willen te dezer plaatse
met betrekking tot een der behandelde onderwerpen
enkele indrukken van de conferentie weergeven.
Als thema der besprekingen was gekozen de inter-
ventie van den Staat in het economisch leven. Een
groot aantal memoranda was ter voorbereiding dezer
besprekingen door de nationale commissies ingediend.
Zeer veel waardevol materiaal is daarin op overzich-
telijke wijze verwerkt. Bijna elk onderdeel van het
veel omvattend interventionisme van onze dagen is in
een of meer memoranda besproken. Vooral door de
Amerikaansche, En-gelsche, Fransche, Duitsche en Italiaansche commissies is verdienstelijk werk ver-
richt. )
De discussies droegen een wetenschappelijk karak-
ter. De deelnemers traden op als beoefenaren der
wetenschap, niet als vertegenwoordigers van ‘hun land
of van een bepaalde politieke iichting, zoodat een
vrije gedachtenwisseling werd verkregen. Deze was
eensdeels gewijd aan het interventioni-sme ‘binnen de
grenzen van een bepaald land, anderdeels aan de rol,
door de Staten gepeeld met betrekking tot den in-
ternationalen handel, de kapitaalbewegingen en het
geldwezen.
Bij de besprekingen over de laatstbedoelde pro-blemen speelde het vraagstuk van de verlaging der
tolmuren en van de afsëhaffing van andere handels-
belemmeringen uiteraard een groote rol. In de hier-
over gevoerde discussies werd een belangrijk aandeel
genomen door den Voorzitter van de conferentie, Sir
Arthur Salter, ter-wijl wij voorts de namen noemen
van Prof. Herbert von Beckerath (Bonn), Prof. FTau-
ser .(Parijs), Prof. William Rappard (Genève), Prof.
Jacob Viner (Chicago) en Prof. Zimmern (Oxford).
Wat in de eerste plaats de aandacht trok in deze
bijeenkomst van vogels van- zeer onderscheiden weten-
schappelijke pluimage, was de eenstemmigheid met
betrekking tot de onwen-schelijk’heid en de funeste
werking van handelsbelemmeringen in het algemeen.
Niemand gevoelde zich geroepen tot eene verdediging
van het streven naar autarkie; allen waren ‘het erover eens, dat gestreefd moest worden naar een effectieve
mi snelle verlaging van tarieven en naar opheffing
van andere handelsbelemmeringen, als contingenten
en deviezenregelingen.
Ook over de methode van, tariefsverlaging en over
de systemen van economische toenadering tussehen cle
verschillende landen bestond ten opzichte van enkele,
inzonderheid voor ons land belangrijke punten vrijwel
volledige overeenstemming.
De door de conferentie- gevolgde gedachtengang
kwam ongeveer op het volgende neer. Uitgaande van de volstrekte noodzakelijk’heid eener drastische ver-
mindering van de bestaande handelsbelemmeringen,
overwoog men, of dit zou kunnen geschieden langs den
weg van autonome tariefsverlagingen, bilaterale ver-
dragen, verdragen betreffende bepaalde, gesloten
groepen van landen en multilaterale verdragen.
Van eenzijdige autonome tariefsverlaging werden
Dit Comite werd gevormd door
ck
Vereeuigitig voor
Internationaal Recht en door het Nederlancisch Economisch
Enstituut.
In druk zullen deze stukken niet verschijnen. Voor ‘be-
langstellenden houden wij ze gaarne op het Neclerlandsch
Economisch Instituut ter inzage.
INHOUD.
BIz.
VERLAGING VANTARIEVEN EN MEESTBEGIJNSTIGING
dooi’
P,of.JIr. Dr. G. M. Verrijn Stuart ……………..448
De economische ,toestand van Xederlandsch-Indië ge-
durende
1932
door
Mr. D. J. Hvlshof[ Pol ……….451
Is de koolbouw en -handel in West-Friesland ten onder-
gang gedoemd? door
C. Bonnet………………..454
BU]TENLANDSOHE MEDEWERKING:
De schulden van de Donau-landen en de Economische
Wereldconferentie door
Prof. Eleniër flantos •… 455
Zuid-Afrika zonder gouden standaard dc,or
Prof. Dr.
C.
G.
W. Schumann ……………………..457
Boi
KAANKONDIGINGEN:
Franklin D. Roosevelt: Looking Forward. Stuart
Chase:
A.
new deal lbespr. door
Dr. R. M. H. A.
van der Valk …………………………..459
MAANDCIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….
459
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
460-466
Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.
althans op korten termijn geen verwachtingen van
eenige ‘beteekenis gekoesterd. Ook een alomvattend
wereldverdrag, waarbij, al dan niet in étappes, ver-
mindering van handelsbelemmeringen tot een zeker
minimum ‘zou worden voor-geschreven, werd voors-
hands zeer weinig waarschijnlijk geacht. Uitgesloten
is de-ze mogelijkheid natuurlijk niet, en het zou kun-
nen zijn, dat de vermindering der handelsbelemme-
ringen ter Wereldconifereutie een -bruikbaar ruilob-
ject zou blijken tegenover de stabilisatie van het geld-
wezen, of buiten deze Conferentie om een ‘hulpmid-
del zou vormen om tot regeling van ‘de internationale
politieke schulden of van de ontwapening te geraken.
Doch dit alles, boe aantrekkelijk ook, is voorshands
dermate onzeker en speculatief, dat men het t’hans
niet mag betrekken ‘binnen de grenzen van het ter-
stond realiseerhare. Sceptisch stond men tenslotte ook
tegenover de vorming van groote, gesloten, regionale
blokken van Staten met onderling lage of wegge-
vaagde toPbarrières; deze blokken zijn èf voorshands
als utopisch te beschouwen (Pan-Europa) èf zij leiden
eer-der tot een verscherping, dan tot een verzachting
van de economische tegenstellingen in de wereld, een
gevaar, dat b,v. ten aanzien van de te Ottawa geslo-
ten conventies niet denkbeeldig schijnt.
Voor oplossing van de tariefmoeiljkheden langs den
weg van bilaterale onderhandelingen op basis van
reciprociteit en met opheffhg van de algemeene, on-
voorwaardelijke meestbegu nstigi ngsciausu le werd op
de Lon’densche conferentie al evenmin het pleit ge-
voerd. Algemeen werd de waarde erkend van eene niet
op discriminatie berustende ‘behandeling in het inter-
nationale handelsverkeer. rooals deze uit de alge-
meene, on voorwaardelijke meestbegunstiging voort-
vloeit. Niet, dat men geen oog zou hebben voor de tal-
rijke ontduikingen van -de meestbegunstiging, of dat
men het falen van deze clausule ten opzichte van con-
tingenten, deviezenregelingen e.d. zou willen looche-
nen. Niet, dat men de meesrbegunstiging tot een soort
van dogma zou willen maken. Het gaat hier om een
uitermate practische quaestie, die met de principiëele
vragen der handelspolitiek (vrijhandel versus protec-
tie en autark.ie) als zoodanig niets te maken ‘heeft.
De eenige bedoeling bij het verdedigen van ‘de alge-
meen e, onvoorwaardelijke meestbegunisti ging ‘was deze,
dat bij redelijke toepassing daarvan minder kans op
wrjving, complicaties en onzekerheid in het handels-
verkeer ontstaat en dat daiirbij de kans op bevredigen-
de ontwikkeling van het han-delsverkeer
in
de toe-
7 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
449
komst grooter wordt, dan wanneer de Staten zich gaan
verstrikken in een netwerk van op reciprociteit be-
rustende overeenkomsten.
Gewezen werd natuurlijk op de omstandigheid, dat de meestbegunstiging somtijds bepaalde tariefsverla-
gingen heeft verhinderd. Wanneer een Staat, ten op-zichte van andere Staten gebonden aan meestbegun-stigingsverdragen, aan een bepaalde wederpartij een
tariefsverlaging wil toettaan, zonder deze aan anderen
te doen ten goede komen, b.v. omdat de verlaging af-
hankelijk wordt gesteld van een bepaalde wederpresta-
tie en dus op den grondslag der reciprociteit berust,
zoo is dat, zoolang de meestbegunstiging geldt en men
geen kans ziet deze te ontduiken, een niet te verwe-
zenlijken doel; in dit geval zal dus een wederkeerige
tariefsverlaging tustehen twee landen op grond van
de meestbegunstiging onmogelijk gemaakt worden.
Men meende echter ter conferentie, dat, mits zekére
rationeele, behoorlijk geformuleerde uitzonderin-
gen op het algemeen als wenschelijk aanvaarde begin-
sel der onvoorwaardelijke meestbegunstiging worden
toegelaten – waarover zoo aanstonds nader -, vol-
doende ruimte zou worden gelaten om tot een bevre-digenden toestand te geraken, en dat overigens buiten
het kader dezer uitzonderingen bilaterale ,,onder
ousjes” eer schadelijk dan bevorderlijk voor de ont-
wikkeling van den internationalen handel zouden zijn.
Opgemerkt moge in dit verband worden, dat het
standpunt, hetwelk zoo algemeen ter Londênsche con-
ferentie werd aanvaard, hetzelfde
is,
als dat van de
Oommissie-Trip, die in haar ontwerp-programma voor
de aanstaande Wereldconferentie op blz. 30 van den
Engelschen tekst het volgende opmerkt:
,,We consider that, in normal times, the unconditional
and unrestricted most-favoured-nation elause shoulci form
the basis of commercial relations between nations.”
Denzelfden gedachtengang vindt men terug in een
bekende recente uiting van •de Internationale Kamer
van Koophandel, getiteld ,,Projet de Rapport de la
Ohanïbre de Oommerce Internationale
t
in Oonféren-
ce Monétaire et Economique”, in welk door de I.K.K.
aan de Wereldconferentie aan te bieden stuk het vol-
gende te lezen is (blz. 10, le kolom):
,,Bien que des critiques soient formulées par certains
coutre l’appl’ication inconditionnelle de la clause de la na-
tion la plus favorisde dans les circonstances actuelles, il
ne paraf t pas ddsirable d’eucoura.ger les efforts tendant t
ddtruire on t saper ce systSme. De l’avis de la majorité, la
clause .doit denicurer le fondement des relations contrac-
tuelles internationales.”
Nu doet zich echter de inzonderheid voor ons land
belangrijke vraag voor, hoe de algemeene, onvoorwaar-
delijke meestbegunstigingsclausule moet worden toe-
gepast, indien door m:iddel van een z.g. ,,open” ver-
drag, tusschen een aantal landen gesloten, en
waartoe derde Staten kunnen toetreden, gestreefd
wordt naar eene systematische verlaging van de we-
derzijdsche tarieven. Het geval, dat daarbij thans
uiteraard op den voorgrond treedt, is de Oonventie
van Ouchy tusschen Nederland, België en Luxemburg.
Eenerzijds wil men er, gelijk gezegd, door handha-
ving van de meestbegunstiging voor waken, dat niet
bepaalde staten door wederzijdsche concessies tot on-
•deronsjes komen en daarbij mogelijk tegenover der-
den een agressieve houding aannemen. Anderzijds
wordt echter gewezen op de wenschelijkheid om –
bij gebreke eener algemeene verlaging van tarieven en
handelsbelemmeringen – langs den weg van open
verdragen van een niet agressief karakter op basis
van w’ederkeerigheid te geraken tot de wenschelijke partiëele afbraak van tarieven, zonder dat derde Sta-
ten., die tot deze afbraak, wat hen zelf betreft, niet
bereid zijn, uit hoofde eener hun vroeger toegekende ineestbeganstiging in de gelegenheid zouden zijn om
van de voordeelen dor tariefsverlaging bij anderen
te profiteeren zonder wederprestatie van henzelve.
Het is bekend, hoe groot de moeilijkheden zijn, die
zich te dezen aanzien in de practijk voordoen. Zoo
heeft Engeland zich tegen het Verdrag van Oudhy
verzet, waarbij dit land zich, als wij het wel hebben,
kon beroepen op onvoorwaardelijke meestbegunsti-
ging, door België toegekend.’)
Dat de aan de Conventie van. Ouchy ten grondslag
liggende beginselen redelijk zijn en dat dtoepassing
van deze Conventie een stap in de goede richting zou
beteekenen, werd, zij •het na eenige discussie, op de
Londensche conferentie algemeen erkend. Het was
daarbij een bijzonder genoegen om een der meest op
den voorgrond tredende Engelsche deelnemers de zeer
onredelijke houding van zijn eigen land te hooren en-
tiseeren. Anderzijds werden aanvankelijk van enkele
zijden enkele bezwaren gemaakt tegen het slui-
ten van verdragen in den geest van Ouchy. Zoo
meende men van Amerikaansche zijde, dat de vor-
ming van groepen van Staten, die over en weer
tot tariefsverlaging overgaan, de achterdocht der Ver.
Staten zou kunnen vermeerderen en de medewerking
van dat land aan algemeene tariefsverlaging in de
waagschaal zou kunnen stellen, terwijl van Duitsche
zijde
s
rerd opgemerkt, dat tariefsverlaging in étappes,
zooals de Conventie van Ouchy deze beoogt, tenslotte
de instabiliteit der tarieven slechts kon verhoogen in
een tijdperk, waarin de wereld, meer nog dan aan
tariefsverlaging, behoefte gevoelde aan stabiliteit. Na
eenige discussie werd echter de wenscheljkheid aan-
‘aard om tariefsverlaging, vervat in open verdragen tusschen zekere groepen van landen, toe te laten als
nieuwe uitzondering op de algemeene onvoorwaarde-
lijke meestbegun.stigingsclausule, mits de desbetref-
fende verdragen tot het bereiken van tariefsverla-
ging zouden voldoen aan de volgende voorwaarden: deze verdragen mogen niet leiden tot verhooginig
van de tarieven tegenover derde Staten; het moeten
dus zijn verdragen tot interne tariefsverlaging zonder
externe aggressie;
zij moeten leiden tot een ,,substantial and pro-
gressive reduction of customs tariffs between the
signatory powers”;
2)
zij moeten open zijn voor toetreding van andere
Staten, die zich aan de voorwaarden van deze ver-
dragen wenschen te onderwerpen;
dezelfde voordeelen, die een verdrag aan de deel-
nemers biedt, zullen ook worden geboden aan Staten,
,,which, withoat completely adhering to it, imposed
customs duties with rates at least as low as the
reduced tariffs prevaling among the full members
of the group”.
2)
Ook hier bestaat groote overeenstemming met het
vroeger vermelde rapport van de I.K.K., waaruit
wij het volgende aanhalen:
,,Ndanmoins, beaucoup enivisagent in possibilith de modi-
fier oa de limiter lefonctionnemeut de la clause, af.in de
Ten aanzien van Nederland toch gaat het Engelsche
beroep op de ineestbegunstiging niet op, aangezien het
thans geldende verdrag tussehen Engeland en Nederland
een voorwaardelijke meestbegunsbigingsclausulc ‘bevat. Art.
1,
Ze lid van het desbetreffenci tractaat van 27 0e.
tober 1837 luidt als rvolgt (wij wijzen inz:onder.heid op de
door ons gecursiiveerde woorden)
,,Geen douanen-regt of ander bezwaar zal gelegd worden
op eenige goederen, die de voortbrengselen zijn van een der
Rijken bij den invoer ter ree of te land uit dat Rijk in het
ander, honger dan het regt of bezwaar, dat op soortgelijke
goederen gelegd is, wanneer des.elve het voortbrengsel zijn
van of ingevoerd worden uit eenig ander land, en zijne
Majesteit de Koning der Nederla.udeu en Rare Majesteit
de Koningin van het Vereenigd Koningrijk van GrootBrit-
tannie en ierland verbinden en verpligteu zich mits dezen,
geene gunst of voorregt, of vrijstelling in zaken van handel
en scheepvaart aan de onderdanen ‘van eenigen andereu
Staat te zullen iverleenen, die niet .insgelijks en ter zelfder
tijd zal worden uitgestrekt tot de onderdanen van de all-
dere Honge eontracterende partij,
om
niet, in(Uen de gunst
ten behoeve van dien anderen Staat om niet is gegeven
geworden., en tegen cme vergelding of equitaler.t zoo nabij
mogelijk, zoo dIe gunst voorwaardelijk is toegestaan.”
Deze oitaten zijn ontleend aan het rapport, dat Prof.
Rappard van de gevoerde besprekingen opmaakte.
450
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
rendre réa.Iisable la formation de groupements économiquee.
Line iniportante prorportion des Comités Nationaiix de la
Ohambre de Commerce Internationale est favorable t une
expérience hardie en cc eens. Les accorcis multilatéraux qui peuvent être subordounés
t la reconnaissanoe de certaines dérogations t la C1atLSC in-
conditionnelle de la nation la phis favorisée devraient être
ondés sur les ‘principes suivants:
oes rapprochements doivent servir t faciliter les
relations entre les Etats parbicipauts, en dehors de toute
intention agressive envers les pays non participaats et Sans entravej les échauges avec cce pays;
ces rwpprochements doivent rester accessibles t tous
les pays qui se déclarent prêts t assurner les obligations
irnposécs aux Etats participa.nts;
les pays qui remplissent ,,effecbivement” ces obliga-
tions, sans donner ,,forrne.11ement” leur adhésion, doivent
pouvoir bénéficier de tous les avantages accordés aux Etats
qui pas-tici.pent au rapprochemcnt;
le rap’prochement doit étre réalisé air la base d’un
traité t long terme et a’voir, de ee fait,
Un
caractère di,-
rable’
Toch is er een zeker verschil tusschen de beide
redacties, waarop wij even cle aandacht willen vesti-
gen. De redactie van de I.K.K. volgt geheel de grond-
slagen van de Conventie van Ouchy, terwijl de Lon-
deusche redactie een afwijking vertoont ten aanzien
van de uitbreiding van de werking van de hier be-
doelde verdragen tot derde ‘Staten.
Volgens art. 2 van cle Conventie van Ouchy zullen
de tarieven in 5 étappes in totaal verminderd worden
met 50 pOt., met een algemeen minimum van 8 pOt.
voor eindfabrikate.n en 4 pOt. voor halffabrikatexi.
Art. 8 regelt de toetreding van derde Staten en be-
paalt i:n de laatste alinea, dat die Staten, die de be-
palingen van cle Conventie in acht nemen, dezelfde
voorredhten zuilen genieten, als Nederland en België-
Luxemburg elkander toekennen.
Dit beteekent nu, dat een Staat, wiens tarief b.v.
50 pCt. ad
valorem zou beloopen – hetgeen bij spe-
cifieke rechten in dezen tijd van prijsdaling een zeer
gewoon geval is – kan volstaan met een reductie tot
25 pCt. ad
valorem, zoodat een zeer aanzienlijk ver-
schil met bv. het Nederlandsche tarief, waarop de
Conventie van Ouchy kennelijk geïnspireerd is, zou
blij’,’ en bestaan. Niet ten onrechte is dit al’s bezwaar
tegen het systeem van Ouchy aangevoerd. Ook de
Commissie-Trip heeft daarop op blz. 28 van haar
rapport de aandacht gevestigd..
Volgens de Londensche redactie zal een derde, die
niet toetreedt, maar toch van de voordeelen van een
open verdrag ‘,vil profiteeren, minstens zoover omlaag
moeten gaan, als noodig is om het hoogste tarief van een der deelnemende Staten te bereiken, hetgeen dus een verder gaande eisch is, dan die van de Conventie
van Ouchy.
Op zichzelf is dit niet onredelijk. Het ondervangt,
althans tegenover derden, die niet officiëel toetreden,
maar wel feitelijk mee willen doen, •het zooeven ge-
noemde bezwaar, dat thans tegen de Conventie van
Ouchy kan worden aangevoerd. Daar staat echter
tegenover, dat het de mogelijkheid van uitbreiding
van de werking van tariefsverlagingsverdragen be-perkt; immers, van deze mogelijkheid zal te eerder gebruik worden gemaakt, naarmate de daartoe ver-
eischte verlaging van het tarief van den betrokken
Staat geringer is.
Op welke
wijze
zal men nu tot de universeele er-
ketining van de zooeven uiteengezette uitzondering
op de algemeene, onvoorwaardelijke meestbegunsti-
ging, hetzij in den eenen, hetzij in den anderen zin
geredigeerd, moeten geraken? Daarover waren in de I.K.K. de meeningen verdeeld. De meerderheid was
daar geporteerd voor onderhandelingen van de Sta-
ten, die tezamen een tariefsverlagingsverdrag sluiten,
met derde Staten, die tevoren ten opzichte van de
verdragsstaten algemeene, onvoorwaardelijke meest-
begunstiging hadden verkregen. Deze verkregen rech-
ten dienden te worden gerespecteerd, doch bij •het voe-
ren van onderhandelingen met derde Staten zouden
deze ongetwijfeld zelve ‘wel inzien, dat in dit geval
een beroep op de algemeene onvoorwaardelijke meest-begunstiging onredelijk moest worden geacht.
lEen minderheid
in
de I.K.K. dacht daarover anders
en achtte vastlegging van den uitzonderingsregel in
een algemeene conventie gewenscht; in het rapport
der I.1(.K. treft men omtrent dit laatste punt de vol-
gende zinsnede aan:
,,Etant donné, d’autre part, ue cette niéthode risquc
cle se montrer si lente dans la pratique qu’elle constituerait
tin o:bstacle insurmontable au progrés clans cette voie, eer-
tains pensent que la Conférence Monétaire et Economique ferait bien d’envisager Ja couclusion •d’une convention in-
ternationale, par laquelle les contractants accepteraieut
d’interpréter la clause dc la nation la plus favorisée, in-
Séré dan.s les traités de commerce bilatéraux conelus par
clix, en, ce sens qu’eJle no pourrait ‘pas Stre opposée t l’éta-
lylissement d’accords multilatéraux, conelus dans l’esprit
indiqud ci-dessus.”
Op het Londensch congres prevaleerde de laatste
meening. Er is niet veel over gezegd, doch voor zoo-
ver men er wat van gezegd heeft, gingen de wenschen
in de richting van een duidelijke en algemeen bin
clende uitspraak van de Wereldconferentie.
Wij meenen, dat dit laatste standpunt juist is. De
ervaring heeft genoegzaam geleerd, hoe weinig resul-
taat men langs den weg der rechtstreeksche onder-
handelingen van Staat tot Staat bereikt en hoeveel
lcostbare tijd daardoor verloren gaat. Men denke
slechts aan de houding van Engeland ten opzichte van de Conventie van Ouchy.
Tenslotte nog een citaat uit het rapport van de
Commissie-Trip. Deze was met betrekking tot het
toestaan van duurzame uitzonderingen op de meest-
begunistigingaclausule zeer gereserveerd. Men leest
01)
hlz. 30 van haar rapport het volgende:
,Oertain permanent exoeptions to the clause arc aiieady
usual in treaties of commerce (frontier traffic, Customs
linions, etc.). Careful attention ahould, ihowever, be paici to
the question whet1her other permanent exceptions should
be admitted, particularly as regards rights derived from
collective agreements.
A suggestion whioh has ‘been atrongly pressed in various
quarters is that States should admit an exceptiion to the
most-favoicred-nation elause whereby advantages deriveci
from plurilateral agreements should be limited to the con-
tracting States and to sueh States as may voluntarily
grant equivalent advantages. This proposal (whioh has al-
ready ibeeu adopted in certain bilateral treaties) should
certainly be most carefully stuclied. It has been argued,
in support of this proposal, that, in the absence of all
cxception of this kind, the conclusion of collective conven-
tions would encounter insuperable difficulties, since the
application of the clause would, in sueh cireumstances,
place a prelnium on abstention. On the other hand, it has
to be bornein mmd that the cireumstanees of various coun-
tries cbiff er considerably, so that in many cases they could
not adihere to a plurilateral agreement when bhey are
unaware of the concrete cases to which its provisions might
later be applied and of the possible consequences which its
applicatiou might involve for themselves. Moreover, there
would be a. clanger of provoking the foj-mation of mutually
opposed groups of eountries, thus aggravating the very
evils w’hioh it is sought to mitigate. Finally, it has been
emphasised that care must be taken to avoid prejudicing
the rights of tbird parties.
In any case, these exeeptions must be subject to the
conditions that agreementa of this kind rbe open to the
adhesion of all interestecl States and that their aini should
be in harmony with the general interest. Amongst the con-
ditions that inight be considered for this purpose, mention
may he made of a proviso that these agreements shall have
been conciuded under the auspices of the Leagun of Nations
or of organisations dependent on the League. Further,
these agreements must not involve new hindrances to in-
ternational trade
s-d-iis
countries having most-favoured-
nation rights. Finafly, ,,collectivc agreements” can only
be regarded as sueh ‘when they comply with certain condi-
tions, to be determined, as to the number of the partici-
pating States.”
Het is te hopen, dat de Wereldconferentie tot een
pertinente conclusie zal komen in den hierboven aan-
gegeven zin. Het in omvang bescheiden, doch in zijn
7 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
451
aard zoo moedig initiatief van Ouchy. bergt grote
ontwikkelingsmogelijkheden in zich, indien alsnog de
voorwaarden worden geschapen, waaronder het zich
kan ontplooien. Veelal heeft men – en deze fout is
ook hij de Londensche besprekingen nog al eens be-
gaan – het Verdrag van Ouchy een
regionaal
ver-
drag genoemd. Wij achten het, ondanks. de regionale
groepeering der deelnemende Staten, niet juist het als zoodanig te zien. Het is een open verdrag; elke
Staat, waar ook gelegen, kan toetreden. Dit geeft aan
het verdrag, een multilateraal karakter en ontrieemt
er het regionale karakter aan, welk laatste een uitzon-
dering van duurzamen aard op de algemeene onvoor-
vaardelijke meestbegunstiging zeker niet zoo gemak-
kelijk zou rechtvaardigen, als zulks thans ten aanzien
van Ouchy kan geschieden.
Mocht Ouch3r ter wereldconferentie definitief wor-
den om hals gdbracht en mocht het anderzijds niet gelukken om een algemeene tariefsverlaging in de
v
voornaamste landen te erwerven, gepaard aan de
noodige stahiliteit van de geldwaarde, zoo ziet het er
met de toekomst van den wereidhan dcl bedenkelijk
uit. Steeds verder zal men dan naar wederkeerige af-
sluiting streven, steeds verder zal men gaan op den
weg naar autarkie, die niet slechts voor een land als
het onze, maar ook voor alle andere landen een ramp
is van niet te overziene gevolgen. Moge daarom cie
uit zoo verschillende kringen komende uitingen ten
gunste van praktisch uitvoerbare en op rationeelen
grondslag 1)ernstende plannen tot afbraak van tarie-
ven in de komende weken weerklank vinden bij hen,
die te Londen over ‘s wereld’s economisch lot moeten
beslisseu
G. M. V. S.
DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-
INDIË GEDURENDE 1932.
Gedurende het afgeloopen jaar is de ruilvoet
van Nederlandsch-Indië met het huiteniand er niet
beter op geworden, doch nog meer achteruitgegaan.
Dit blijkt al aanstonds uit de ‘indexcijfers. Het index-
cijfer van de waarde der ingevoerde goederen werd
weliswaar belangrijk minder, ‘doch hiermede kon .geen
veibetering in den toestand worden verkregen, om-
dat heteJfde in iets sterkere mate geschiedde met
den idex van de waarde der exportartikelen, zoodat
het resultaat itog iets ten nadeele van indië uitviel.
Men vergelijke de volgende inciexcijfers (met 1.00 als
index voor het basisjaar 1.91.3):
Jii. Febr. Mrt. Apr. Mei Juni
Indexeijfer invaerartikelen-%
104 102 101 98 96 94
uitvoer
56 58 57 53 52 50
Juli Aug. Sept. Oct. Nov. Dec.
invoer
92
92
92 92
90 89
uitvoer
,,
50
51
51 48 . 47
46
iIiertit volgt, dat het percentage van den uitvoer-
index op deninvoerindex in Januari 54 pOt. bedroeg
en. in Decemiber 51K pOt., zoodat de ruilvoet volgens
deze gegevens eenigsains achteruit is .gegaan.
Bij 7e raadpleging van bedoelde cijfers moet even-
vei worden •bedacht, dat zij weliswaar op. de meeste,
maar toch niet op alle belangrijke producten betrek-
king hebben en daarom nimmer een volledig beeld
van den toestand kunnen geven. Deze overweging
is voor het jaar 1932 van
bijzondere
beteekenis, omdat
onder de •indexcijfers van de uitvoerproducten liet
cijfer van het zoo belangrijke artikel petroleum ont-
breekt en de waarde van dat product juist in 1932
zeer sterk is gedaald. Om een volkomen juist inzicht
in ‘den achteruitgang van den ruilvoet te verkrijgen,
zou daarom de gemiddelde waarde van den in- en uit-
voer moeten worden berekend over 1932 en over 1931.
Weliswaar is een vergelijking tusschen beide jaren
niet hetzelfde als een overzicht over den loop der
prijzen in de twaalf maanden van 1932, en zal de
achteruitgang van den ruilvoet er bij de eerstgenoem-
de methode des te scherper bij uitkomen, omdat in
liet gemiddelde van 1931 natuurlijk ook rekening is
gboudeii met: de hoogere prjzen in het begin van dat
ja.r, terwijl bij het maandelijksch overzicht over 1932
slechts werd aangeknoopt bij het laagste punt van
1931, t.w. de prijzen op ultimo 1931; eerstbedoelde
methode heef t echter het voordeel, dat daarin alle
goederen zijn begrepen.
Uit cciie berekening blijkt nu; dat de gemiddelde
Waarde per bruto KG. vanden uitvoer in 1932 was
6,4 cts. en van den invoer 21,4 cts., zoodat het per-
centage van de gemiddelde uitvoer- op die van de ge-
middelde invoerwaarde 29,9 pOt. bedroeg. Voor 1931
vonden wij respectievelijk 9,2 cts., 25,4 cts. en 36,3
0
pOt Volgens deze cijfers was de achteruitgang van
den ruilvoet van 1931 op 1932 dus zeer sterk en veel meer dan vorengemelde maandélijksche indexcijfers van 1932 zouden doen vermoeden. De achteruitgang
van 1930 op 1931 bedroeg veel minder, want voor
1930 vonden wij onderscheidenlijk de cijfers 11,6 cts.,
30,2 cts. en 38,4 pOt. Aldus beschouwd is 1932 wel een
zeer ongunstig jaar geweest.
De gang van zaken in 1932 is zonder twijfel zeer
teleurstellend geweest. Men had immers een gunstiger
verloop van den ruilvoet kunnen verwachten, omdat
in de prijzen van 1932 eerst goed de invloed merk-
baar is geworden van de prijsgeving van den gouden
standaard voor het pond sterling in Septerber 1931
en voor de yen in December 1931. Indien de- prijzen
der exportproducten maar ongeveer gelijk waren ge-
bleven, zou de Neder1andschIndische ruilvoet door
cie daling van de waarde der importgoederen als gevolg
van de depreciatie vaii pond sterling en yen belang-
rijk zijn verbeterd. Geheel, ondenkbaar zou deze gang
van zaken niet zijn geweest, emdat de waardeverminde-
ring van ‘beide vreemde munteenheden aan den mdi-
schen uitvoer en dus ook aan de Indische exportprij-
zen weinig kwaad heef t gedaan, doch zeer gunstig heef t gewerkt door verlaging van verschillende in-
voerwaarden.
J:Tet heeft echter niet zoo mogen zijn. Gedurende
liet jaar 1.032 heeft de algemeene werelddepressie de
exportprijzen per saldo zeer doen afbrokkelen, waar-
– door het voordeel van de door de pond sterling- en
yen-depreciatie verlaagde invoerprijzex, alsmede van
den door de algemeene malaise ook op deze prijzen
uitgeoefenden druk, ruimschoots geneutraliseerd
werd
Uit het verloop van de hoogergenoemde maandé-
lijksche
indexcijfers
blijkt niet onduidelijk, dat de
algemeene
tijdelijke
opleving, welke in de maanden
Juni tot en met Septemher in de geheele wereld heeft
plaats gevonden tengevolge van een grooter vertrou-
wen in de toekomst door ht succes van de conferen-
tie van Lausanne, waar de Europeesche landen het
eens werden over de vrijwel geheele schrapping der
Duitsche oorlogsschuld, zich ook in de prijzen van de
Iridisèhe uitvoerproducten heeft weerspiegeld. Nadat
de indexcijfèrs namelijk in de voorafgaande maanden
zeer sterk waren gedaald, bedroegen zij in de ge-
noemde maanden 50, 50, 51. en 51 en gingen zij du
in
stijgende
lijn.
Deze stijging zou nog markanter geweest zijn,
indien de rubberindices, die in bedoelde maanden
van 4 tot 6 stegen, op zichzelf niet zoo laag ge-
weest waren, dat zij naast de andere, op een veel hooger
niveau gebleven indices, zeer weinig gewicht in de
schaal legden, terwijl zij toch onder de Indische ex-
portproducten een der
belangrijkste’
plaatsen innemen.
Treffend is het daarnaast te constateeren, dat de in-
dexcijfers van den invoer van Juni tot en met Sep-
tember eerst nog naar ‘beneden gingen en vervolgens
op eenzelfde hoogte bleven; zij bedroegen namelijk
94, 92, 92 en 92. Deze verschijnselen vormen een
merkwaardige beestiging van de dikwijls verkondig-
de stelling,’ dat bij een beginnend herstel van het
economisch leven
;
de toestand van Indië, als een in
belangrijke mate grondstoffen-produceerend land,
naar verhouding veel sneller zal verbeteren dan van
industrielanden. Dit is een troost in de tegenwoor-
452
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
dige misère in Indië, zij het ook een vrij schrale
troost.
Aannernende, dat de crisis nog geruimen tijd zal
voortduren, zal men tevreden kunnen zijn, indien de prijzen der exportproducten zich in 1933 zullen sta-
biliseeren. Geheel onredelijk zou eene verwachting in
deze richting niet zijn, omdat men thans al meer en
meer de overtuiging ‘begint te krijgen, dat de crisis
op een dieptepunt is aangeland, waarop geen ver-
dere verergering meer ‘behoeft te worden verwacht,
zoodat men mag hopen op een voorloopige stabilisa-
tie. Mocht dit werkelijk gebeuren, dan kan Indië daar slechts ‘bij winnen, omdat de indexcijfers der invoer-
producten nog verder een dalende tendens zullen ver-
toonen, zoodat •de Indische ruilvoet er dan beter op
zou worden. Wij zullen echter moeten afwachten.
* *
*
Gaan wij thans den stand der handelsbalans van
1931 en 1932 na, dan blijkt het volgende:
1
In millioenen K.G. bruto
iilIioenen_guldens
1
Percentage
van de
Invoer
Uitvoeri
tv0er-I
–
Invoer
IUjtvoerj
invoer-op
de uitvoer-
saldo
j
Uit voer1
saldo
waarde
1931
12.221,718.097,71
5,S76,_lI
565,3
1
747,2
1
181,9
1
7,7
1932
1.725,88.570,76.844,9j
368,9 547,5
178,6
67,4
%
Het trekt de aandacht, dat, terwijl het gewicht van
den invoer sterk is gedaald, dat van den uitvoer krach-tig is gestegen, roodat ‘het uitvoersaldo in gewicht zeer
is toegenomen. Dit is een factor van ‘het grootste ge-
wicht voor de ‘beoordeeling van den economischen
toestand van Nederlaudsch-Indië in 1932, omdat de
inkrimping van den import en uitzetting van den
export den nadeeligen invloed van den achteruitgang
in den ruilvoet in dat jaar bijna geheel heeft geneu-
traliseerd. Immers het ‘blijkt nu, dat het uitvoersaldo
in guldens slechts met 3,6 millioen gulden is achter-
uitgegaan. Dat de Indische gulden in 1932, ondanks
de o,chteruitga.ng van den ruilvoet toch met gemak op
de goudbasis gehandhaafd is kunnen worden, is dan
ook zeker voor een deel te danken aan de in gunstigen
zin gewijzigde verhoudingen van het gewicht van
den in- en uitvoer.
Opgemerkt moge nog worden, dat door dezen gang
van zaken zelfs het percentage, dat de invoerwaarde
deel uitmaakt van den uitvoerwaarde, gedaald is van
15,7
pOt. in 1931 op 67,4 pOt. in 1932. Door vele
economen wordt ‘bedoeld percentage als een graad-
meter van een ingetreden verbetering of verminde-
ring van den toestand aangemerkt en van uit dit
standpunt ‘bezien zou deze toestand er voor Neder-
landsch-Indië dan ook zeer sterk op vooruit zijn ge-
gaan. Naar onze meening zou zulks wellicht voor de
commerciëele verhoudingen moeten worden toege-
geven, doch kan men de handels!beweging niet schei-
den van den overigen economishen toestand. Voor
de economische verhoudingen als geheel is alleen het
uitvoersaldo van beteekenis, omdat hiermede het na-
deelig saldo van de onzichtbare vorderingen en schul-
den op de betalingsbalans moet worden voldaan. Aldus
beschouwd moet men aannemen, dat de economische
toestand, voor zoover deze gebaseerd is op den goe-
derenhandel, iets is achteruitgegaan.
Eene analyse van de invoerzijde van de handels-
balans leidt tot de conclusie, dat de goederen die in het bijzonder betrekking hebben op het Westersche
bedrijfsleven, in zeer sterke mate naar het gewicht
zijn afgenomen. Door den prijsval zijn deze producten
in ‘het algemeen in waarde nog veel meer verminderd
en wel tot
Y4
A Y
6
van de waarde in 1929. Dit duidt er
op, dat vooral het Westersche ‘bedrijfsleven een zwaren
slag heeft gehad. Men zie de volgende cijfers van de
desbetreffende producteugroepen:
In millioenen K.G. bruto
In millioenen guldens
19291 1931
1 11
1929
1
1931
1
1932
Metalen (behalve
goud en zilver)
502,1 199,2 161,- 109,2
37,3
26,7
Rijtuigen, voer-
tuigen, enz..
49,1
19,4
12,6
53,2
16,8
10,4
Machines, werk.
tuigen, enz..
132,2
36,6
23,3 115,-
36,4
23,1
Daarentegen zijn de producten, welke meer spe-
ciaal de inheemsche ‘bevolking betreffen, in gewicht
veel minder afgenomen, terwijl ook de waarde niet
zoo is verminderd. Dit wijst er op, dat deze bevol-
king door de crisis op verre na niet in die mate is
getroffen als het Westersche ‘bedrijfsleven. In het
artikel ,,Voorloopige handelsbalans van Nederlandsch-
Indië in 1932″, voorkomend in het Economische
Weekblad van 17 Februari ji., wordt de stelling, als
zou uit de betrokken cijfers van de handelsbalans
mogen worden afgeleid, dat de economische toestand der inheemsohe ‘bevolking niet noemenswaardig ver-
slechterd is, ‘betwist. Tot staving wordt een beroep gedaan op de omstandigheid, dat in de laatste jaren
een sterk toenemende uitvoer merkbaar is van goud,
dat zoo goed als geheel van de bevolking afkomstig
is. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan het per
postpakket uitgevoerd goud, dat in de jaren 1931 en
1932 respectievelijk 20 en 39 millioen gulden ‘be-droeg. Dit verschijnsel duidt er volgens dat artikel
op, dat de bevolking hare goudreserve aan het in-
teren is en daardoor in staat is meer uit het buiten-
land te koopen dan anders het geval zou zijn. Wij
geven gaarne toe, dat de bewering, dat de ‘bevolking
niet noemenswaard in economische positie achteruit
zou zijn gegaan, zeer zeker te houd zou zijn, doch wijzen
er met nadruk op, dat haar toestand relatief toch zeer
gunstig afsteekt bij dien van het Westersch bedrijfs-
leven. Men zie de volgende groepen van invoerartike-
len, welke speciaal op de bevolking betrekking hebben:
In niillioenen K.G. bruto
In millioenen guldens
1929
1
1931
1
1932
1929
1
1931
1
1932
Aardewerk, por-
selein, enz, •.
79,5
40,6
31,9
12,8
4,7
3,4
Glasenglaswerk
24,5
17,5
13,6
9,9
5,7
3,5
Garens en manu-
facturen ….
162,- 122,6 122,9 270,1 147,8 115,7
Wat de uitvoerproducten betreft, trekt het de aan-
dacht, dat de ergste slag, dien de crisis heeft toege-
bracht, helaas juist de ‘beide in normale tijden voor-naamste artikelen rubber en suiker betreft. ‘Eerstge-
noemd product ‘is metname getroffen door eene prijs-inzinking, welke zonder voorbehoud ruïneus kan wor-
den genoemd en laatstgenoemd artikel door een com-
binatie van ‘gewichtsafname als gevolg van de welbe-
kende drastische inperking van het suikerareaal en
van een sterke, zij het ook in verhouding tot de rubber veel geringere prijsdaling.
In millioenen K.G. bruto
In millioenen guldens
1929
1
1931
1
1932
1929
1
1931
1
1932
Caoutchouc en
getah pertjab
321,6 312,7 254,5 237,3
82,6 34,-
uiker ……..
.2.981,3 1.864,81.887,9 311,6
129,3
99,2
Daarentegen is •het in normale omstandigheden in
belangrijkheid als derde volgend product, nl. de pe-
troleum, een vrij sterke steun gebleven: het gewicht
ging weinig achteruit, de waarde verminderde
,,slechts” met de helft.
In millioenen 1(0. bruto
In millioenen guldens
1929
1
1931
1
1
‘
1
1929
1
1931
1
1932
Aardoliën, aard-
olieproduct., enz.
4.440,5 3.888,9 4.220,1 185,2
1
147,1
1
98,4
Eindelijk geven wij van de hierna volgende voor-
naamste producten de volgende cijfers:
‘
ECONOMISCH-.STATISTISCHE BERICHTEN
453
In millioenen K.G. bruto
In niillioenen guldens
1929
1
1931
1
1932
1929
1
1931
1
1932
Koffie
………83,4
70,1
115,7
69,5
24,2
35,2
Plantaardige
oliën en vetten,
en?. …….. .
595,2
502,7 662,5
133,6
67,9
63,3
Tabak
………75,4
83,3
76,1
83,3
51,1
52,6
Thee
………..82,8
89,8
89,5
86,1
60,0
32,6
n
Cement, ertse,
tin, enz …….
.116,4
81,4
58,2
84,3
40,9
21,4
Daaruit blijkt, dat de uitvoerwaarde der koffie
zich door een sterke stijging van het exportgewicht
in 1932 niet al te slecht heeft gehouden. Van de
rubriek plantaardige oliën en vetten kan hetzelfde
worden gezegd, dank zij de in den laatsten tijd ge-
constateerde groote ontwikkeling van de nog jonge
oliepalmcultuur. Ook met de ‘tabak ging het niet al
te ongunstig. De thee en de rubriek cement, ertsen,
enz., waarvan de ‘tin het allesoverheerschend product
is, hebben het echter leelijk laten liggen.
Gedurende 1932 zijn, evenals in de laatste ‘vooraf-gaande jaren, de oogsten der voedingsgewassen, w.o.
in deeerste plaats de rijst, goed geweest. Mede in ver-
band met voldoende aanvoeren rijst in het ibuitenland
tegen lagen prije heeft zich dan ook gedurende 1932
het verschijnsel voortgezet, dat de klein’handelsprijzen
van de door de Inlandsche bevolking geconsumeerde
iniheemsche producten s’terk naar ibeneden zijn gegaan.
Duidelijk blijkt ‘dit uit de in’dexcijfers van de kosten
van voeding van deze bevolking op Java en Madoera,
waaxbij het cijfer ‘voor 1913 op 100 is gesteld:
Jan. Febr. Mrt. Apr. Mei Juni
Juli Aug. Sept. Oct. Nov. Dec.
85
84 83
81 78 75 .74 72
70
69 69 68
Het indexcijfer in December bedroeg dus 80 pCt. van dat in Januari. Hoewel nog geen volledige aan-
passing aan de daling van de groothandeisprijzen der
uitvoerproducten ‘heeft plaats gevonden, is ‘deze :toch
zeer ver voortgeschreden.
Er dient overigens de aandac’ht op te worden ge-
vestigd, dat een zon sterke daling van de prijzen van
het levensonderhoud, welk onderhoud groo’tendeels
uit rijstvoeding bestaat, in Indië een tweesnijdend
zwaard is. De daling is bepaald noodzakelijk voor hen,
die een inkomen in geld genieten als loontrekkenden
bij vreemde of inheemsche ondernemers, als bea’nrb-
ten in dienst van de Overheid, grondverhilurders aan
onidernerningen, producenten van voor ex’port be-
stemde handeisgewassen, kooplieden, winkeliers, am-
bachtslieden, enz.; deze categorieën van personen heb-
ben immers door de crisis het inkomen sterk zien
verminderen. Doch op den duur kan een voortdurende
prijsverlaging te ‘drukkend worden voor de zeer velen,
die, als grondbezitters, ‘voedingsgewassen, vooral rijst,
telen, en die weliswaar, voor zoover
zij
hun eigen
product consumeeren, geen last van de prijsdaling
he’bben, maar anderzijds toch een deel van ‘hun op-
brengst moeten verkoopen om voor aankoop van han-
delsgoederen uit het buitenland (kleederen, enz.) en
voor ‘belastingbetaling over het noodige geld te kun-
nen beschikken. Wanneer ‘bovendien de voortdurende
prijsdaling van voedingsgewassen mede in de hand
wordt gewerkt door den aanvoer van dergelijke pro-
ducten uit het buitenland, kan er een oogenblik
komen, dat de Overheid moet ingrijpen
om althans de
vreemde artikelen geheel of ten deele en voor korte-
ren of langeren’ tijd te weren en aldus in volledige
ineenstorting van ide rijstmarkt te voorkomen. Zulk
een oogenblik is blijkbaar ‘kort geleden aangbroken.
Op 21 Maart jl. werd, met ingang van den volgenden
dag, een inrvoerverbod van
rijst
in Nederlandsch-Indië
ingesteld voor den tij’d van vier maanden (Indisch
‘StaaWblad’ 1933 No. 116), hetwelk voor zoover noodig
zou kunnen worden verzadht door afgifte van speciale
invoerlicenties. Gedurende dien tijd wordt ‘dus ‘de an-
ders uit Britsch-In’dië, Indo-Ohina, Siam en elders aan-
gevoerde rijst, behoudens in’geval van verleening van
speciale vergunningen, niet meer toegelaten. Het voor
de invoering ‘van dezen maatregel gekozen tijdstip
hangt uit den aard der zaak samen met den pas afge-
loopen rjstoogst, waardoor het aanbod van rijst voor-
loopi’g heel groot is. De nieuwe regeling heef t reeds
dadëlijk tengevolge gehad, dat zich op verschillende
plaatsen• meer of minder belangrijke prijsstijgingen
voordeden.. Dit behoeft ondanks den geringen buiten-
landschen aanvoer van rijst vergeleken hij de ‘totale
inheemsche productie geen verwondering ‘te wekken,
‘omdat rijst als alle noodzakelijke levensbehoeften een
inelastische vraag heeft, zoodat een gering teveel of
tekort dadeljk sterke prijsdaling of prijsstijging ten-
gevolge heeft. Bedoelde prijsstijgingen hebben dade-
lijk tengevolge gehad, dat ‘hier en daar de landrente
veel ‘gemakkelijker ‘dan anders binnenkwam. Elders
evenwel werd veeleer door inheemshen, die een geld-
inkomen ‘hebben, ernstig nadeel van deze prjsver-
•hoogingen ondervonden. De Regeering is doende om
waar noodig door toepassing van een licentiestelsel
de kwade gevolgen te ‘keeren, doch onthoudt zich op
andere plaatsen, waar zulks niet noodig is, van een
dergelijke toepasing. Zoo zijn ter Oostkust van Suma-
tra groote licenties verleend ter
bestrijding
van de
daar ingetreden meerdere duurte. De Regeering zal
ten deze plaatselijk verschillend moeten optreden en
overal moeten trachten het juiste midden te houden.
Wat de indexcijfers van de kosten van voeding van
een Europeesch gezin betreft, kan ook een voortdu-
rende, maar toch naar verhouding niet zoo’n sterke
daling worden geconstateerd.
Het niveau van deze cijfers is nog altijd zeer ver
boven dat van een Inlandsch gezin. Men zie de vol-
gende cijfers:
Jan’. Febr. Mrt, Apr. Mei Juni Juli Aug. Sept. Oct. Nov, Dec.
132 131 128 128 123 122 119 118 118 119 118 114
Het indexcijfer bedroeg in December dus 86 pOt.
van dat van Januari. De daling is door meerdere
oorzaker opgehouden. In de eerste plaats zijn ver-
schillende uit het ‘buitenland betrokken merkartike-
len hoog in prijs gebleven, zooals de voor de ‘bereke-
ning van het indexcijfer in aanmerking gebrachte
maïzena, welke over het geheele jaar denzelfden prijs
bleef behouden; havermout, welke van Januari tot
December tot 94 pOt. daalde, ‘biscuits tot 89 pOt.,
cacâo tot 95 pOt. Doch ook inheemsche merkartike-len vertoonden eene meer of mindere stroeve daling:
het voor ‘het indexcijfer in aanmerking gebrachte
koffiemerk daalde slechts tot 93 pOt., het theemerk
ongeveer in overeenstemming met het gemiddelde
indexcijfer, t.w. 86 pOt. Daarnaast vertoonde de prijs
van brood eene langzame daling tot 92 pOt., echter
niet als gevolg van ‘het prijsverloop der ‘buitenland-
sche grondstof, omdat het Australisch meel tot niet
minder dan 73 pOt. daalde, doch tengevolge van de
hoogblijvende kosten van tobereiding in de steden.
Een andere buitenlandsche grondstof, de Australi-
she boter, vertoonde eigen aardig genoeg slechts een
daling tot 94 pOt. Echter dient in aanmerking te
worden genomen, dat dit product reeds eerder zeer sterk in prijs was adhteruitgegaan: de prijs bedroeg
in Januari 1932 reeds
f
7,20 voor 3 blikken van 1,7
KG. netto, van het bekende merk, ‘blauwe driehoek,
tegen
f
11,25 in 1913; een sterke daling over 1932 is vermoedelijk voorkomen door de Britsche voorkeur-
rechten. Van de inheemsche producten, die geen
merkartikelen zijn, vertoonden de vruchten – in
Indïë zeer veel gegeten – in het prijsverloop eene
groote halsstarrigheid: pisang radja daalde slechts
tot 93% pO’t. en ander fruit (djeroeks Garoet) ‘bleven
zelfs o’p 100 pOt. staan. Overigens vertoonden de an-
dere niet tot ‘de merkartikelen ‘behoorende inheemsche
producten ditmaal een in ht algemeen zeer be’vredi-
gende daling: melk tot 78 pOt., eieren tot 74 pOt.,
rundvleesch tot 83 pOt., suiker tot 83 pOt., aarda’p-
pelen tot 80 pOt., rijst tot 80 pOt.
Mr. D.
J. HULSHOFF POL.
454
ECONOMISCH-STA’DISTISCHE BERICHTEN
7 Juni
1933
IS DE KOOLBOUW EN -HANDEL IN WEST-FRIESLAND
TEN ONDERGANG GEDOEMD?
De heer
C.
Bonnet schrijft ons:
In het nummer van dit weekblad van 5 April ji.,
gaf ik een kort overzicht van de verhoudingen op
tuinbouwgebied in Noord-Holland. In de laatste
weken hebben opnieuw zulke groote veranderingen
in de structuur van den handel plaats gevonden, dat
een nadere. behandeling van dit vraagstuk wellicht
van belang is.
Aan de hand van de gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek hebben wij het volgende
overzicht voor witte en savoye kool en voor roode kool
samengesteld.
1)
Waarde en hoeveelheid van den export wall
witte en savoye kool.
Tot.aant. geëxport. Waarde
Totale
Jaar
wagons v. 10.000 .KG.
per wagon
uitvoerwaarde
1917
6.171 753
4.647.791
1918
2852
1.091
3.112.000
1919
4.674
557
2.601.000
1919120
6.782
489
3.320.000
1920/21
3.369 524
11.765.000
1921/22
2487
700
1.739.000
1922/23
5.687
200
1.136.000
1923/24 4.700
600
2.816.000 1924/25
7.845
406
3.100.000 1925/26
5.426
560
3.033.000
1926/27
5.729
400
2314.000
1927/28
4.585
754
3.458.000
1928/29
7.218
.
776
5.603.000 1929/30
7.673
414
3.177.000 1930/31
4.462
496
2.212.000
1931/32
5.210
254
1.326.000
1932/33
1)
1.657
224
371.000
1)
Zonder de maanden April en Mei.
Waarde en hoeveelheid van den export van
roode kool.
Tot.aaut. geëxport.
Waarde
Totale
Jaar
wagons v. 10.000 .KG.
per wagon
uitvoerwaarde
1917
2.086
1.041
2.172.451
1918
1.242 1.206
1.494000
1919
3.508 513
1.802.129
1919/20
1646
460
1.672.000 1920/21
4.361
449
1.958.000
1921/22
2.184
896
1.958.000 1922/23 4.840
308
1.494.000 1923/24 4.890
597
2.920.000
1924/25
6.038
556
3.359.000
1925/26 5.814
530
3084.000
1926/27
4.707 430
2.026.000
1927128
3.095
1.322
4.093.000
1928/29
4.728
900
4.258.000
1929/30
5.557 583
3.249.000 1930/31
3.048
669
2.042.000 1031/32
3.497
272
953.000
1932/331)
1.210 312
377.000
1)
Zonder de maanden April cii liei.
Uit deze tabellen blijkt, dat wat de totale uitvoer-
waarde betreft,
1928/29
‘het topjaar is. De ‘hoogst
gemiddelde maand-waarde voor roode kool bedraagt
f 30.40
en voor witte en gele kool
f 16.18
en een
jaargemiddelde van
f 13.22
en
f 7.76
per 100 KG.’
2
)
Het is een gebrek in onze statistiek, ‘dat witte en
savoye kool bij elkaar worden genomen. Witte en
Teneinde het sei.zoen.jaar, t.iv. 1 Juni-31 Mei, te ver-
krijgen, zijn niet de gegevens voor een kalenderjaar van
het Centraal Bureau ‘voor de Statistiek genomen, maar
de seizoenjaren samengesteld’. Alleen over 1917 en 1918
was ik verplicht nog kailehderjaren te nemen., daar over
deze jaren nog geen maandgegevens werden verstrekt. Te
betreuren is, dat vroegere opgaven niet ‘bestaa.n, zoodat men slechts de ontwikkeling over 15 jaar kan nagaan.
Deze cijfers wijken ‘vrij aanzienlijk af van ‘de prijzen,
die wekelijks in dit weekblad worden gepubliceerd. Deze
prijzen’, die worden verstrekt door het Centraal Bureau
voor de Tuinibou’wveilingen, zouden steeds lager moeten
zijn dan die ‘van het Centraal Bureau voor cle Statistiek, daar dit laatste Bureau cijfers geeft, waarin de vracht tot
aan de grens, onkosten en ‘handelswin.st begrepen zijn. Hoe-
savoye kool zijn even verschillend, zoowel wat han-
delsobject als product betreft als b.v. witte en roode kool. Een ander gebrek van onze uitvoerstatistiek is
de opgave van den uitvoer per land. Als naar Duitsch-
land uitgevoerd, worden bv. ook opgegeven de goe-
deren, welke in de Duitsche •grensplaatsen naar an-
dere landen (Zwitserland, Tsj echo- Slowakij e, Polen,
Oostenrijk) gereëxpedieerd worden. Vooral door de
mogelijkheid van samenvoeging der wagons, welke
het nieuwe spoorwegtarief geeft, worden vele wagens
voor Duitschiand in het model T aangegeven, welke
in werkelijkheid voor een ander land bestemd zijn.
Statistisch is onze uitvoer naar Duitschiand der-
halve grooter (laatste maanden voor kool beduidend
grooter) dan het in werkelijkheid is.
Uit de tabellen blijkt verder, dat de ontwikkeling
van de prijzen van kool de algemeene wereldconjunc-
tuur volgt. De algemeen g&huldigde meen.in’g in
West-Friesland: ,,Het weer is de koopman”, mag dan
misschien voor korten tijd waar zijn, de groote lijn
wordt er toch zeer zeker niet door gevormd. Sterk
komt dan ook uit, hoe ‘het wel en wee van Langen-
dijk van de geheele wereldconjunctuur afhangt.
De opmerking in het Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht (No.
9
van
26
April
1933),
dat onze
agrarische uitvoer eenzijdig is georiënteerd, is dan
ook niet volkomen van toepassing op Noord-Holland
en zijn producten. De Noord-Hollandsche handel
zendt haar producten naar Duitschiand, Frankrijk,
België, Engeland, Scandinavië, Oostzeelanden, Polen,
Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Oostenrijk, Italië, Zwi t-
serland, Levant, Noord- en Midden-Amerika. On-
danks het groote afzetgebied is de totaalwaarde van den export zeer stejk teruggegaan.
Ook de zienswijze, dat door de moeilijkheden, welke
Duitschland ons bij den invoer van roode, witte en
gele kool in den weg legt, ‘de export naar dit land
sterk is afgenomen, is in zijn algemeenheid niet juist.
De invoer van vroege aardappelen was in
1932
ge-
contingenteerd, terwijl het invoerrecht onveranderd
bleef op Mk.
2.-
per 100 KG. van 15 Febr. tot
31
Aug. Het contingent van 1000 wagons kon niet be-
reikt worden. Eerst met i. Maart jl. werd het invoer-
recht op ‘kool verhoogd; vôSr dien tijd was ‘het, even-
als vori’ge jaren, Mk.
2.-
per 100 KG. van 1 Jan.
tot
31
Mei en Mk.
3.-
per 100′ KG. van 1 Juni tot
31
Dec. Alleen voor wittekool gold reeds Mk.
6.-.
Toch is er vSér 1 Maart zeer weinig, practisch eigen-
lijk niets, naar Duitschland uitgevoerd. Ook de uit-
voer van wittekool zou bij een laag recht nihil ge-
weest zijn, daar de wittekool in Duitschland minder
op’bracht dan hier aan de veilingen betaald moest
worden.
Er wordt mi. ‘dan ook te
–
veel op de politieke han-
delsbelemmeringen den nadruk gelegd. De zuiver
economische belemmeringen zijn aanzienlijk grooter.
De zeer gunstige jaren ‘v66r
1929
zijn oorzaak ge-
veest van een .sterke uitbreiding der cultuur, niet
alleen ‘hier te lande, maar ook in Duitschiand, Tsjecho-
Slowakije en Frankrijk.
Een oververzadigde. eigen markt geeft ontegenzeg-
gelijk uiterst la-ge prijzen; een onverzadigde markt
schept een tekort, dat door aanvoer van buiten aan-
gevuld moet worden. Dit’ even tekort aan eigen pro-
ducten geeft een stimulans op ‘de prijzen. Niet alleen
de theoretisch-economische wetten spreken mede, ook
de psychologische. Dezen winter heeft men toch ge-
zien, dat vrijwel tot ‘het laatste moment, dat nog
Duitsche ‘kool te krijgen was, de
prijzen
in Duitsch-
land laag bleven, terwijl toch inderdaad de zeer hooge
wel de veilingen niet al’s uitsluitend ‘verkoopsinstituut die-
nen aangemerkt te worden, zouden de gegevens van het
Oentaal Bureau der Veilingen inderdaad de meest zuivere
zijn, indien men niet de kool van 5 pond en ‘zwaarder bui-
ten beschouwing liet. Deze grovere sorteeriug toch is de
goedkoopste en vooral ‘bij boogconjunctuur ‘blijft hiervan
de ‘prijs verre ten achter hij de ‘kleinere kool, terwijl de
kwaliteit gelijk is.
7 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
455
invoerrechten en de op het einde geringe voorraden,
het tegendeel zouden mogen verwachten. Nauwelijks
was de eigen kool volkomen geruimd, of men betaalde
liet dubbele. Ditzelfde verschijnsel deed zich ook in
Tsjecho-‘Slowakijev oor, dat door een invoerverbod de
markt tevergeefs trachtte te stimuleeren. Tot op het
laatste oogenblik bracht daar te lande de wittekool
een afbraakprijs op. Een, twee weken later gaf men
het viervoudige voor ‘de IHollandsche kool. Inplaats
van prijsstijging, heeft de belemmering eerder een
prijsdrulkkiiig tot gevolg gehad.
Inderdaad is dezen winter door het uitvallen van
Duitschland als groote afnemer onzer winterstapel-
producten een groot verlies geleden, daar voorgaande
jaren het grootste kwantum aldaar werd onderge-
bracht. Eerder als Duitschland, verhoogden echter
Oostenrijk, Eiigelarid, Scandinavië hun rechten.
Frankrijk contingenteerde en sloot voor een groot
deel van het jaar de grenzen, Zwitserland yerhoogde de invoerrechten en contingenteerde, Polen en Tsje-
cho-Slowakije beperkten den invoer vrijwel geheel.
Het lijkt mij goed, hierop eens de aandacht te ves-
tigen. Inderdaad voelt men de klap, die Duitschland
geeft, ‘het sterkst, maar ook andere landen deelen
klappen uit, al
schijnt
Nederland zich hiertegen niet
te kunnen weren. Onze regeering is over het alge-
meen tot nu toe wel zeer ongelukkig geweest met haar
land- en tuinbouwpolitiek, zoowel nationaal als inter-
nationaal.
Internationaal door het feit, dat zij
vrijwel
niets
ter bescherming van onzen afzet heeft bereikt. De
vraag dringt zich op, of dit niet voor een deel aan haar keuze van voorlichting te danken is. Inplaats
van den handel als adviseur te nemen, is steeds weer
hij voorkeur de tuinderij, met zijn machtige organi-satie, ‘het Centraal Bureau voor de Tuinbouwveilin-
gen in Nederland, haar voorlidhtster geweest. De
meening, dat de Minister in de veronderstelling ver-
keerde, dat de ‘handel door de veilingen gaat, kan
men moeilijk van zich afzetten. De veilingen zijn uit-
sluitend aanvoerinstituut en hebben in hun organisa-
tie een verkoopsysteem, welke eenig is in de wereld.
Export hebben de veilingen niet, zij leggen bet zwaar-
tepunt op den aanvoer en hebben mooi werk verricht
voor de kwaliteitsverbetering. Van den eigenlijken
handel met al zijn finesses en moeilijkheden, kunnen haar leiders dan ook niet ten volle op de hoogte zijn.
Het jongste handelsverdrag met Duitschland toont
dit wel zeer sterk aan. Oriënteering van onze regee-
ring meer naar de ‘handelszijde, minder naar tuin-
derszij’de is een vereischte, wanneer het over ‘handels-
politieke kwesties gaat.
Op nationaal gebied is het onrechtvaardig, dat
tuinders, welke hun kool niet over de veilingen heb-
ben verkocht, tot nu toe geen steun ontvingen. Hier
wordt door regeeringsmaatregelen een coöperatie ge-
•steund, waarvan de bezien is, of zij in al haar gele-
dingen inderdaad volkomen bijdraagt tot onze volks-
welvaart. De dwang der veilingen toch beperkt de
markt. Daar het den tuinders verboden is buiten de
veiling om te verkoopen, kan de thandel bijna uitslui-
tend op de veilingen koopen wat
hij
noodig heeft.
Komt er plotseling een grootere vraag – wat vaak
vooikomt – dan is er te weinig aanbod en wordt er
dus minder geëxporteerd als mogelijk is. Hadden de
tuinders meer vrijheid van verkoopen, dan zou de
markt ruimer en soepeler zijn. Indien de grove tuin-
bouw in Noord-Holland ten ondergang is gedoemd,
dan hebben de tuinders, door ‘hun dwingend veiling-systeem, zelf voor een deel daartoe bijgedragen.
De kracht der
Langendijker koolmarkt was vroeger,
dat ‘het ‘buitenland, zonder geweldige prijsfluctuaties,
ten allen tijde, ieder kwantum direct kon betrekken.
Langendijk regelde de prijzen niet alleen voor hier,
,aar ‘het buitenland richi.e zich met de prijzen zijner
eigen voorraden naar Noord-Holland. De laatste
jaren is hierin een wijziging gekomen. De politiek der
veilingen is oorzaak, dat meer en meer het vertro’u-
wen in de Langendijker markt verloren ging, als
betrouwbaar centrum voor de werkelijke waardeering
der producten. De ruime markt werd aan banden
gelegd en dit stimuleerde voor een deel de productie
over onze grenzen.
Het veilingsysteem zal ook in de toekomst blijken
te zijn, het instituut bij uitnemendheid om die pro-
ducten, welke spoedig aan bederf onderhevig zijn, af
te zetten. Voor stapelproducten, met wisselende
vraag, zal ôf het veilingsysteem zijn starheid moeten
opgeven, ôf de ‘handel ‘en daarmede de productie ver-dwijnt. Veel eerder komt een geregelde termijnhandel
in aanmerking dan een voortbestaan ‘van het huidige
stelsel.
Het jaar 1931/32 gaf voor witte- en savoyekool nog
niet het lage niveau van 1922/23 te zien; voor roode
kool daalde de gemiddelde waarde slechts weini,g
onder die van 1922/23.
Het indexcijfer van andere voedingsstapelartikelen is over het’geheel veel sterker gedaald. Waar men bij
kool geen voorraden van afgeloopen jaren heeft, die
op de markt blij’en drukken, verkrjgt men veel
spoediger een gezonder marktver’houding. Zoo zal de
winter 1933/34 waarschijnlijk een veel geringer totaal-
voorraad geven, dôordat niet alleen hier, •maar ook
in ‘het buitenland, door de ongunstige uitkomsten van
de laatste jaren, de productie sterk is ingekrompen.
Te verwachten is dan ook een veel gunstiger positie
als ‘het afgeloopen jaar, vooropgesteld, .dat door def i-
nitieve ‘sluiting der buitenlandsche grenzen, export
niet volkomen onmogelijk wordt.
Te verwachten is echter, dat men ook in het bui-
tenland tenslotte weer tot meer normaler en gezonder
begrippen zal teru’gkeeren. Teekenend is het feit, dat
bijv. het Marktamt te Weenen, dus als het ware de
Overheid zelf, thans drang op de Oostenrijksohe
regeering uitoefent, tot verlaging der invoerrechten op levensmiddelen. Ook Duitschland, als industrie-
staat, zal de hooge invoerrechten niet vol kunnen
houden. De verliezen, ‘geleden door de dolzinnige pro-
paganda, Duitschland voedt u zelf, nemen zulke pro-
porties aan, dat ook ‘hier de oogen tenslotte open
moeten gaan. Zoo becijfert Dr. Arno Schade in ,,Der
Fruchhandel” het verlies der Duitsche tuin’bouw,
de laatste 4 jaar geleden, op R.M. 2 milliard.
Steeds is de Langen’dijk voor Europa de laatste
reserve voor wintergroenten ‘geweest. Eerst wanneer de voorraden in het ‘buitenland gering werden, kreeg
m:
en
in Noord-Holland een vlotten handel. Is ‘het dan
te verwonderen, dat bij een sterk gedaald wereldprjs-
niveau en na een sterke uitbreiding der agrarische
productie, de toestand
hier
ernstig is geworden?
In het licht van ‘het ‘bovenstaande behoeft echter
geenszins de thans benarde positie een ondergang te
betee’kenen. Uit zuiver econom.isc’he noodzaak zal
vroeg of laat de handel overal weer meer ruim ‘baan
krijgen en reeds thans wordt over de geheelewerel’d
aan’gestuurd op beperking der agrarische voortibren-gin:g. Al mag dan ook de toekomst somber en moei-
lijk schijnen,
hopeloos is ze in geenen deele,
indien
tuin.derij en handel elkaar niet tegenwerken,
maar
trachten de belemmeringen in eigen land zoo gering
mogelijk te doen zijn.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE SCHULDEN VAN DE DONAULANDEN EN DE
ECONOMISCHE WERELDCONFERENTIE.
Prof. Elemér Hantos te Boedapest schrijft ons:
De politieke en economische versnippering van het
Europeesche Donaugebied heeft de afzonderlijke
Donaulanden nog in sterkere mate dan v66r den oor-
log tot debiteurlanden gemaakt. De buitenlandsche
schuld van de ze’s Donaulanden
1),
die einde 1932 op
1)
De zes Dona’ulanden zijn: Oostenrijk, Hongarije, Tsje-
eho-Slowakije, Roemenië, JoegoSlarvië en Bulgarije met een oppervlakte van ongeveer
1
mil’lioeu E. Mi. en een bevolking
van ongeveer 70 miljoen aielen.
456
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
18 milliard Zwitsersche Francs geraamd werd, over-
tref t den omvang van de vôôroorlogsche schulden van
dit gebied aanzienlijk. De verhoogde kapitaalinvoer
was echter niet het gevolg van een natuurlijke ont-
wikkeling in de afzonderlijke landen. Het betreft ten
deele een politieke schuld, restanten uit den oorlog, voor het grootste deel echtei een particuliere schuld
aan het buitenland als gevolg van het wanbeheer der
staatshuishouding, hetwelk voor Midden-Europa na
den oorlog kenschetsend is.
Het wanbeheer kwam daarin tot uiting, dat enkele
staten met behulp van buitenlandsche credieten en
onder bescherming van hooge invoerrechten en andere
den invoer belemmerende bepalingen, hun nationaal
productie-apparaat sterk uitbreidden, teneinde zoo-veel mogelijk goederen in het eigen land te ‘produ-
ceeren.
De Donaustaten zijn in hun kwaliteit van debiteur-
landen ten opzichte van de jaren vôôr den oorlog
ook daarin achteruitgegaan, dat de crediteurstaten
niet meer hun natuurlijke af.zetmarkten vormen. Hon-
garije, Roemenië, Servië, de Boekowina en Oalicië
waren ook v66r den oorlog debiteurlanden, die ech-
ter hun schulden aan Oostenrijk en Duitschiand in
goederen konden voldoen. Thans zijn de belangrijkste
schuldeischerstaten van de Donaulanden de Ver. Sta-
ten, Engeland en Frankrijk, die alle ‘bditen het na-
tuurlijk afzetgebied liggen, naar verhouding slechts
kleine hoeveelheden van de industriëele producten
afnemen en ten aanzien van de Iandbouwproducten
ten deele zelfs met hen concurreeren. Hierbij komt
nog, dat Duitschland, Italië en Polen, de aangrenzen-
de groote markten van de Donaulanden, zelf debiteur-
landen zijn en op uitvoer van hun eigen producten op
grootere schaal zijn aangewezen.
De eenzijdigheid van de onderlinge schuidverhou-
dingen in het Donaugebied bemoeilijkt de voldoening
van de schulden langs natuurlijken weg, waardoor
de debiteurlanden in staat zouden zijn, hun schulden
in den vorm van goederenuitvoer of diensten te vol-
doen. De tegemoetkoming van de crediteurstaten tot het afnemen van een .grooteren goederenuitvoer zou
– bij een voldoende activiteit van de handelsbalans
– aan Oostenrijk zekere voordeelen kunnen bieden;
de agrarische Donaulanden zullen echter door dit
economisch automatisme hun schulden nauwelijks
kunnen aflossen, omdat de tegen sterk gedaalde we-
reldmarktprijzen af te geven landbouwproducten de
transportkosten in de crediteurlan’den niet kunnen
dragen.
Een grootere bereidwilligheid van de crediteursta-
ten, om goederen en diensten te aanvaarden, is stel-
lig het natuurlijkste middel tot betaling van de
schulden; het werd ook reeds ten aanzien van de Duit-
sche herstelbetalingen op verschillende conferenties
aanbevolen, evenwel zonder succes. De crediteurstaten
hebben evenals vroeger hun grenzen gesloten voor den
goederenstroom van hun debiteurstaten, daarbij ech-
ter niet bedacht, dat hun eischen hierdoor vermin-
derden.
Het wereldcredietstelsel is echter niet hieronder
bezweken, doch tengevolge van de plotselinge opzeg-
ging van vele milliarden credieten op korten termijn.
Eerst hierdoor groeide de economische crisis tot een
algemeene vertrouwenscrisis uit, die niet zal eindi-
gen, alvorens de bestaande onzekerheid ten aanzien
van de internationale verplichtingen is weggenomen
en het wereldvertrouwen in dit opzicht is terugge-
keerd. De crisis in de Donaulanden zou echter ook
zonder dit optreden zijn ontstaan, als gevolg van de
icatastrofale prijsdaling van landbouwproducten, van
de talrijke op verkeerde wijze beheerde kapitalen,
evenals van het ‘bovenmatig gebruik van credieten
op korten termijn voor investeeringsdoeleinden. V66r
alles had en heeft echter de ineenstorting van de goe-
derenprijzen op den toestand van de Donaulanden in
hun betrekkingen met het buitenland een nood-
lottigen invloed uitgeoefend, doordat zij den last
van de buitenlandsc’he schulden ondragelijk verhoogde.
Daar de sëhuldenlast van de Donaulanden onna-tuurlijk hoog is, zal ook de afdoening daarvan niet op normale wijze, zonder ingrijpen, kunnen plaats
hebben. Dit heeft de Conferentie van Stresa reeds in-
gezien, toen zij zich met het schuldenvraagstuk van
de Donaustaten bezighield. De Conferentie van Stresa
heeft evenwel ten aanzien van dit vraagstuk van een
optimisme getuigd, dat door de gebeurtenissen niet
werd gerechtvaardigd.
De regeling van de buitenlandsche schulden ge-
schiedt thans in de meeste Donaulanden door middel
van deviezencontrôle, ,,Stillhalte”-overeenkomsten en
transfermoratoria. Zij vormen het bolwerk tegen een
depreciatie ‘van de valuta. Het zijn echter slechts
overgangsmaatregelen, ‘die, indien langeren tijd toe-
gepast, de crisis verscherpen en een hinderpaal vor-
men voor het wederaanknoopen van regelmatige cre-
diettransacties. ‘Oonsolidatie van de schulden op kor-
ten termijn en tegelijkertijd een aanpassing van de
jaarljksche aflossingsquota ‘van de totale schuld aan
de financiëele posities, ‘kortom, het in overeenstem-
ming brengen van den last der buitenla.ndsche schul-
den met de ‘betalings’capaciteit van het betreffende
land ‘is een eerste vereischte.
Het vraagstuk kan op verschillende manieren wor-
den opgelost. Men kan in het algemeen een devaluatie
van ,de schulden op internationalen grondslag, aange-
past aan het veranderde
prijsniveau,
voorstaan of in-
dividueel voor een vergelijk van de debiteuren, die
niet meer ten volle solvent zijn, met hun schuld-
eischers opkomen.
De deskundigen van de Economische Wereldcon-
ferentie schijnen bij de schulden op korten termijn
aan de individueele, ‘bij de schulden op langen termijn
aan de algemeene regeling de voorkeur te geven. Zij
veroordeelen ‘het huidig systeem van ,,Stillhalten”,
dat het gevaar oplevert, de goede en de slechte debi-
teuren over één kam te scheren en daardoor ook het
crediet van de goede debiteuren in discrediet te bren-
ben. Zij eischen een oplossing, welke met de omstan-
digheden van elk speciaal geval rekening houdt. In
ieder geval zouden bij een nieuwe regeling de echte
acceptcredieten van den handel aan geenerlei ge-
dwongen regeling onderworpen mogen zijn, opdat ten
minste het internationale credietverkeer voor den
directen goederenruil weder opleeft. De nieuwe
schuldverplichtingen uit het regelmati’ge goederen-
verkeer zouden dan zijn vrijgesteld van de deviezen-
reglementeering, waaraan de oude schulden nog on-
derworpen zijn.
De omzetting van credieten op korten in credie-
ten op langen termijn zal veelal onder den dwang
van de onmogelijkheid tot voldoening geschieden, ter-
wijl bij de schulden op langen termijn een faire over-
eenstemming daardoor wordt vergemakkelijkt, dat de
aanpassing aan ‘het nieuwe waardeniveau reeds in de
koersen van de Donauleeningen tot uitdrukking komt.
De aanpassing van de schulden op langen termijn
aan het nieuwe waardeniveau, zou zoodanig kunnen
plaats hebben, dat de terugbetalingsmodaliteiten nog
verder worden uitgebreid, opdat de te betalen ter-
mijnen zich bij het gedtalde productie- en handels-
volumen aanpassen. Een meer radikale oplossing van
beteekenis zou de aanpassing aan de prijsdalingen
van de standaardexportgoederen van het debiteuren-
land door verlenging van •het aflossingsplan en
renteverlaging zijn. Indien een zeker evenwicht va’e
de bestaande economische krachten en. van ‘de op-
nieuw geregelde schuldenlasten in een of anderen
vorm is tot stand gekomen, dan kan de economische
kringloop opnieuw beginnen.
Als leidraad voor de oplossing ‘van het schulden-
vraagstuk van de Donaulanden zouden de volgende punten kunnen dienen:
1.
Principiëel moet de contractszekeriieid worden gehand-
haafd. De sëhuldenaren moeten al datgene ter beschikking
7 Juni
1933
E.CONOMISCH-STATISTÎSCHE BERICHTEN
457
van de sohuldeischers stellen, wat zij kunnen missen, zon-der dat hun bestaan wordt ibedreigd.
Wanneer door onvoorziene omstandigheden (kapitaal-verLies, prjsda].ing, stilstand van: den afzet ene.) algeheele
nakoming van de verplichtingen onmogelijk is geworden,
kunnen de betrokkenen overeenkomen, dat de verplichtin-gen aan de veranderde toestanden worden aangepast.
De aanpassing moet in de eerste plaats door verlaging
van de rente geseh!ieden.
Bij schulden op korten termijn door een consolidatie
op langen termijn, bij schulden op langen termijn door een verlenging van den termijn van aflossing.
De volgorde van vereffening is zoodanig, dat de par-
ticuliere schuld den voorrang heeft boven de publieke schuld.
De echte •handelswissel.s zijn aan geen enkele dwang-
regeling onderworpen, opdat ten minste het internationale
credietverkeer voor den directen goederenruil weder op-
leef t.
De industriëele credieten moeten zoo mogeljik in
prioriteitsaandeelen of in obligaties met w’isselenden rente-voet (participating debentures) worden omgewisseld.
S. Het terugkoopen van hun in omloop zijnde obligaties
is den schuldenaren van credieten op langen termijn ge-
oorloofd en deze gang van zaken wordt als regelmatige
method tot aflossing erkend.
9.
Over het tegoed van buitenlanders, in elk geval ech-
ter over de hun toekomende rente, kan tijdens den duur
van de transferbesoherming voor •kapitaalverbruik in het
binnenland, •tot aankoop van huizen, effecten en hypothe-
caire transacties vrij worden beschikt.
15.
Een internationale crediethulp van het geprojecteer-de fonds tot herstel van normale geldver.houdi.ngen of de eveneens geprojecteerde bankinstelling tot wederopleving van thet internationale credietverkeer schijnt onvermijde-
lijk. Deze zal in de eerste plaats dienen voor het doen ont-
dooien van de bevroren credieten.
11.
Indien een uiteindelijke oplossing van het schulden-
vraagstuk – hetgeen weuscheljk is – niet tot stand kan
komen, dan zouden de verplichtingen op grond ‘van aan
welvaartsindex van tijd tot tijd (elke vijf jaren) moeten
worden herzien.
1.
])aar ook de gereduceerde verplichtingen slechts, kun-
nen worden nagekomen, wanneer van de dbiteurlauden
voldoende hoeveelheden goederen op normale voorwaarden
worden gekocht, moeten
ook yoor het vrije verkeer van de
Donaustaten onderling en met hun buurstaten voorzienin-
gen worden getroffen. Een snelle uitwerking van deze maat-
regelen mag echter nauwelijks worden verwacht, daar een
voldoende toeneming van den uitvoer door de steeds grootere
‘verarming ‘van die gebieden schipbreuk lijdt, welke tot de
meer belangrijke afzetgebieden van de Donaulanden be-
liooren.
Indien de Economische Wereldconferentie in staat
is, onder deze omstandigheden den drukkenden last
van de oude schulden te verlichten, dan moet zij er
ook voor zorgen, dat •de enorme schulden niet terug-
keeren, wanneer de financiëele toestand werkelijk
beter wordt. Haar taak bestaat niet alleen in het
weder doen opleven van het internationale crediet,
doch ook in het treffen van maatregelen voor een ver-
standiger gebruik.
ZUID-AFRIKA ZONDER GOUDEN STANDAARD.
Prof. Dr. 0. G. W. Schumaun te Stellenbosch
schrijft ons:
De afgeloopen vier maanden zullen in de toekomst
waarschijnlijk bekend staan als een van de merkwaar-
digste in de Zuid-Afrikaansche economische en poli-
tieke geschiedenis. Twee blijkbaar onmogelijke ge beurtenissen hebben plaats gevonden. Ten eerste is
de gouden standaard opgeheven en ten tweede is een coalitie gevormd tusschen de twee traditioneele poli-
tieke vijanden, nl. de Nationale en de Zuid-Afrikaan-
sche partijen. Het voorbeeld van Engeland is niet
zonder invloed geweest.
Het moet den buitenlander vreemd voorkomen,
dat Zuid-Afrika met zijn groote goudprodu•ctie, met
de gunstige positie’ van de Oentrale Bank en met
zijn gunstige ‘handelsbalans den eerstgenoemden stap
heeft genomen. Het zou ook interessant zijn om na te
gaan, welken invloed de depreciatie van •de valuta op
het economisch leven van Zuid-Afrika gedurende de
laatste vier maanden heeft uitgeoefend. Wij bespre-
ken hiêr slechts enkele aspecten van dit verschijnsel.
In een artikel ,,Goldland ohne Goldw’ihrung” in
de ,,Vossische Zeitung” van 1 Jan. ji. beweert Prof.
Melchior Palyi het volgende:
,,Objekiiv lag kein Musz vor, ja nicht einmal die
Gefahr einer soichen Situation, und wir hahen in
Süd-Afrika den relativ seltenen Fali einer reinpo-
litischen, d.h. ohne wirtschaftlicheu
,,Zwang”
erfoig-
ten Einstellung der Goldwahrung und Preisgabe der
Wiihrungsparitht vor uns.”
Dezelfde gedachte wordt uitgesproken door Dr. L.
Kovacs in ,,Whhrung und Wirtschaft” van Januari
1933. Zijn meening schijnt Vrij algemeen te wezen
in het buitenland. Een eenigszins afwijkend stand-
punt wordt ingenomen door Prof. S. H. Frankel in
,,The Economie J’ournal” van Maart 1933, waarin hij
een interessante en tamelijk uitvoerige uiteenzetting
geeft van den financiëelen toestand in Zuid-Afrika
van 1929 tot 1932. Hij schrijft daar o.a.:
,,It is, in any •case, dear that by the end of 1931,
quite apart from the immediate crisis resulting from
the currency change in Great Britain, South Africa
was faced with the urgent need. of undertaling the
fundamental readjustments necessitated by the f all in
export prices, the decline in the national income,
the increase in the burden of debt, the prevalent
unemployment, and the rigidity of the domestic price
structure.”
Uit zijn verder betoog blijkt, dat Frankel feitelijk
te kennen wil geven, dat de opheffing van den gou-
den standaard niet slechts wenscheljk, maar zelfs
onvermijdelijk was. Na de inti-ede, einde 1932, vân
Mr. Tielman Roos, de vroegere Minister van Justitie,
in de politiek met het uitgesproken doel om de op-
heffing van den gouden standaard te bewerkstelligen
en de daarop gevolgde kapitaalvlucht, volgens den
Minister van Financiën tot een bedrag van £ 2.000.000
tot 3.000.000 in drie dagen, heeft de regeering beslo-
ten om de inwisselbaarheid van papiergeld in goud
op te ‘heffen. Volgens Frankel was er voor de regee-
ring geen andere mogelijke uitweg meer.
Om hierover te kunnen oordeelen, moeten wij de
economische en financiëele positie van Zuid-Afrika
op het einde van 1932 nagaan. En land kan op zuiver
economische , of financiëele gronden ,,gedwongen”
‘orden afstand te doen van den gouden standaard
door goudverlies als gevolg van een ,,internal drain”
of van een ,,external drain” of beide, wat’ indirect
ook kan worden veroorzaakt door te groote uitgifte
van Staatspapiergeld. Hoewel de tekorten van den
Staat en d’e spoorwegen aanzienlijk waren, was er in
Zuid-Afrika geen gevaar voor overheidsinflatie. Wan-neer men de tekorten vergelijkt met die van de meeste
andere landen, zijn deze nog gunstig.
Het is echter de stand van de betalingsbalans, welke
tenslotte den doorslag geeft. Iedereen zal, met Fran-
kel, erkennen, dat ‘wanverhoudingen zijn ontstaan in
het Zuid-Afrikaansche economisch stelsel, evenals dat
in andere landen het geval was. Wij kunnen den dwang
tot depreciatie van de geldeenheid, welke ligt opge-
sloten in de wanverhoudingen hier, slechts ‘beoordee-
lan op gro’nd van onze ‘betalingsbalans. Deze was
einde 1932 juist buitengewoon gunstig,zooals uit de
volgende tabel blijkt (zie bovenaan volgende kolom).
Het markante feit van’ de periode na 1929 is de
buitengewone daling van de zichtbare invoeren, vooral
in 1932, de gunstige handelsbalans en de activiteit
van de betalingsbalans, met uitzondering van 1931.
Het overschot van £ 18.800.000 gedurende 1932 mag
worden beschouwd als een tamelijk nauwkeurige veer-
spiegeling van den uitvoer van kapitaal of van de
,,vlucht voor het Zuid-Afrikaansche Pond”, welke
volgde op de depreciatie van het Engelsche Pond.
De sterke daling van den invoer moet in de eerste
plaats worden- toegeschreven aan de kapitaaivlucht en
cle daarop gevolgde daling van de koopici-acht in Zuid-
Afrika, hoewel hiertoe ook de uitvoerpremies hebben
458
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
De Zuid-Afrikaansche betalingsbalans.
(in millioenen Z.-A. Ponden)
1923 1925 1927 1929 1930
1
)1931
1
)1932
1
)
Zichtbare Uitvoer 81,4 89,4 96,5 97,9 83,4 71,8 69,0
Invoer 57,8 67,9 74,0 83,5 64,6 53
1
0 32
1
7
Ijitvoeroverschot 23,5 21,5 22,4 14,4 18,8 18,8 36,3
Onzichtb.IJitvoer:
Overheidsleening 1,0
3,1
4,9
–
8,6
1,0
2,8
Andere leeningen 2,0
1,1
1,5
0,9
1,4
–
–
Toeristenontv. enz 0,4
–
1,0
1,1
1,0
0,7
0,6
Diversen……..2,3
2,7
2,0
2,1
2,2
1,7
1,1
Totale onzicht-
bare uitvoeren 5,7
6,9
9,4
4
2
1 13,2
3,4
4,5
Onzicbtb. invoeren
Assur.encommiss 5,6
7,2
7,8
8,3
6,6
5,8
3,8
Rentenopenb.schuld5,2
5,2
6,0
5,6
5,8
5,0
3,5
Renten en divid
10,5 10,8 .10,6 10,3
9,5
8,5
8,0
Toeristen enz. .
4,1
3,9
4,0
4,5
4
2
3
4,3
4,3
I)iversen ……1,2
2,7
2,0
4,5
2,0
2,0
2,4
Totale onzicht-
bare invoeren 26,6 29,8 30,5 33,2 28,2 25,6 22,0
Onzichtb,invoereij
minus uitvoeren 20,9 22,9 21,2 29,1 15,0 22,2 17,5
Saldo van de be-
talingsbalans 2,6 -1,4
1,3 _14,7
3,8 _3,4 18,8
) I)e cijfers voor 1930 tot 1932 hebben wij aan Frankei
ontleend en moeten slechts als een schatting worden be-
schouwd.
medegewerkt, alsmede speciale invoerrechten van
12 pOt. op feitelijk allen invoer, zooals ik reeds
vroeger heb uiteengezet.
1)
De buitengewoon actieve
handelsbalans in 1932 is dus verklaai”baar uit de
daling van den invoer, welke gepaard ging met een
bijna constanten uitvoer als gevolg van een stijgende
goudproductie.
De stand van de betalingsbalans wijst dus aller-
minst op een noodzakelijkheid tot opheffing van den
gouden standaard. Ook de ,,Reserwebank” was in een
bijzonder sterke positie. Op 15 December was de goud-
dekking van bankbiljetten plus andere verplichtingen aan derden nog 53.2 pOt., terwijl het wettelijke mini-
mum voor de ,,Reserwebank” toen 40 pOt. bedroeg.
Onlangs is dit percentage verlaagd tot 30. Verder is
op 7 October 1932
:het
lbankdisconto verlaagd van 6
tot 5 pOt. De algemeene bank- en credietsitnatie in
het land blijkt uit de volgende cijfers:
Zuid-Afr,ikaansche .hau,Jelsbanken.
(in £1000).
Wisseis
Deposito’s Verhouding van
Deposito’s
en
minus
voorschotten
voorschott. voorschott. tot denosito’s
31 Dec. 1929 61,065
51,088
9,977
83,9 %
1930 63,799
44,555
19,244
70.0
1931 5,637
43,548
13,089
77,0
30 Juni 1932 54,817
40,797
14,020
74,5
30 Sept. 1932 53,450
39,351
14,099
73,6
31 Dec. 1932 54,360
40,072
14,294
73,7
Na de kapitaalviucht is gebleken, dat vooral in 1932
geen overmatige credietcontractie plaats vond en dat de gouden standaard, objectief beschouwd, blijkbaar
aan geen groot gevaar was blootgesteld.
Aan den anderen kant moet worden erkend, dat
een toestand van spanning in ‘het Zuid-Afrikaansche
economisch stelsel aan het einde van 1932 niet afwe-zig was. De ongekende daling van den invoer getuigt
van een geforceerden toestand, ni. door de kapitaal-
vlucht en door de handeispolitieke maatregelen. Voor-
al de kapitaalmarkt was in een toestand van span-
ning, eensdeels door een schaarschte aan kapitaal en
aan den anderen kant door gebrek aan vertrouwen,
vooral in den landbouw. Het algemeene gevoel van politieke onzekerheid heeft hierin een
bijzonder
‘be-
langrijke rol gespeeld. Het gevaarlijke van den toe-
stand heeft niet alleen gelegen in den economitehen
töestand, maar vooral in een psychologischen toe-
stand. Indien het vertrouwen had kunnen worden
hersteld, wu het kapitaal uit Engeland langzamer-
hand zijn teruggevloeid en zou een groote
stijging
van
1)
Zie mijn artikel -in ,.’Economisch-Statistische Berich-
ten” van 28 September 1932.
den invoer mogelijk geweest zijn, zonder eenig ge-
vaar voor het Zuid-Afrikaansche Pond. Aan den an-
deren kant zou een schok in het vertrouwen op het
Zuid-Afrikaansche Pond de kapitaalviucht opnieuw
hbben doen toenemen.
De schok is gekomen bij de intrede in de politiek
van Mr. Tieleman Roos aan het einde van 1932. Een
speculatie op de mogelijke depreciatie van het Zuid-
Afiikaansche Pond is toen op groote schaal begon-
nen. Papieren geld werd in het binnenland tot aan-
zienlijke bedragen voor goud ingewisseld en terzlf-
dertijd ‘heeft de kapitaalviucht ongekende afmetingen
aangenomen. Indien het juist is, dat in den tijd van
3 dagen £ 2 h 3 millioen het land hebben verlaten,
zouden er
bijzonder
krachtige maatregelen noodig
zijn geweest om een ,,external drain” te voorkomen. De ,,internal drain” kon gemakkelijk worden bestre-
den door de inwisselbaarheid van papieren geld in
gouden munten op te heffen. De Regeering heeft
echter Ibesloten om het gevecht tegen de -handhaving
van den gouden standaard op te geven.
Ten opzichte van de vraag of Zuid-Afrika ,,rein-
politisch” gedwongen is om afstand van den •gouden
standaard te doen, neemt men ‘het volgende stand-punt in.
De economische en financiëele positie van het
land was, zooals tevoren reeds nader uiteengezet, zon-
danig, dat zelfs met de dreigende kapitaalviucht na
de intrede van Mr. Tielman ‘Roos, het Zuid-Afrikaan-
sche Pond nog op pari kon worden gchandhaafd door
de inwisselbaarheid van papiergeld in goud op te
heffen, teneinde een ,,internal drain” te voorkomen,
maar vooral door een uiterst strenge en onmiddellijke
,,Devisenkontrolle”. Hiervoor was echter een sterke
Regeering noodig. Indien de toenmalige regeering dit
zou hebben aangedurfd, zou zij feitelijk zeker, onder
den druk van de Zuid-Afrikaansche Partij, de mijn-
belangen en de boeren tot val zijn gekomen. De
nieuwe Regeering zou dan ongetwijfeld tot de ophef-
fing van den gouden standaard zijn overgegaan. Zui-
ver economisch beschouwd, was een politiek van hand-
having niet onmogelijk; de politieke toestand van
Zuid-Afrika aan het einde van 1932
–
heeft dit echter
practisch feitelijk onmogelijk gemaakt.
De factoren, onder den druk waarvan de Regeering
dien gouden standaard heeft verlaten, waren dus ge-
deeltelijk van politieken, maar ook gedeeltelijk van
financiëelen aard. Indien er geen plotselinge kapitaal-
vlucht had plaats gevonden, dus geen financiëel-eco-
nomische factoren op het Pond hadden ingewerkt en
de Regeering toch had besloten den gouden stan-
daard op te heffen, zou de daad ,,reinpolitisch” ge-
moti.veerd zijn geweest. Het zuiver politiekeelement
was in werkelijkheid ongetwijfeld aanwezig.
Daarnaast echter heeft de kapitaalviucht de hand-
liaving van den gouden standaard uiterst moeilijk ge-
maakt. Een beslist positieve daad van den kant der
Regeering was hiervoor noodig. De kapitaalviucht,
hoewel veroorzaakt door politieke en psychologische
toestanden, zooals.de
onttrekking van gelden op kor-
ten termijn uit Londen in. September 1931, moet
als een finaneiëel-economische factor worden be-
schouwd.
Palyi en Kovacs zijn dus eenzijdig in hun bewerin-
gen, dat alle economische dwang afwezig was. De op-
heffin.g van den gouden standaard in de Ver. Staten,
welke onlangs •heeft plaats gevonden, is een veel zui-
verder geval van een alleen op politieke gronden ge-
motiveerde daad. Ook Frankel is niet heelemaal juist,
als hij beweert, dat de handhaving onder geen enkele
omstandigheid mogelijk was geweest.
Of het in het belang van Zuid-Afrika zou zijn ge-
weest, om den gouden standaard langer te handhaven,
is een geheel andere vraag. Met ‘het oog op de steeds
verdere daling van de wereldprjzen en den toestand
van den Zuid-Afrikaanschen landbouw, de gevaar-
ljke depressiepolitiek in Zuid-Afrika van verhoogde
invoerrechten en uitvoersubsidies, de stijgende te-
7 Juni 1933
ECONOMISCH..STATIST
1
jSCHE BERICHTEN
459
korten van den staat en van de spoorwegen en de
dreigende verdere kapitaaivlucht,
ZOU
de verdere
handhaving van den gouden standaard beslist als een
onverstandige daad te beschouwen zijn geweest, in-
dien dit tenminste ook politiek mogelijk zou zijn ge-
weest.
Na de opheffing van den gouden standaard is de
1.21 pOt. extra invoer’heffin.g opgeheven, terwijl de
uitvoersubsidies op een gewijzigde schaal zijn behou-
den. Het markante feit van de afgeloopen vier mairn-
den is wel de gewéldige hoogconjunctuur in de goud-
mijnaandeelen, wat .zooals bekend, een teeken van de
terugvloeiing van kapitaal uit Engeland met een
daarop volgenden overvloed van fondsen in ‘Zuid-Afri-
ka en de tendens tot een stijging van den invoer is.
Oi 20 Februari is het bankdisconto verlaagd van
5 tot 4 pOt., het laagst ooit bereikte niveau in dit
land. De toeneming van de middelen op korten ter-
mijn blijkt eenigszins uit de volgende cijfers:
Zuid-AJr.ikaansohe Reservebaak (in’ £ 1000)
Bankiers- B’in.neula.udsche Bui’tenlan’clsche
deposito’s
wissels
….
wissels
15
Dec.
1932
. . .
.
4,076
1,200
,6
13
Jan.
1933
. . .
.
3,831 1,178
27
Jan.
‘1933
. . .
.
6,703
1,082
‘
4,2,70
17
”h,
191
1490
1
(7
0.771
Goedereniovoer in Zuticl.Afrjka (in £ 1000).
Dec.,
1931 …….3,723
Dec.
1932 …….2,909
Jan.
1932 …….3,140
Jan.
1933 ……..3,047
i’ebr.
1932 …….2,681
Febr.
1933 …….3,369
Over het geheel genomen is de stemming in Zuid-
Afri:ka veel gunstiger dan enkele maanden geleden.
Door de buitengewone winsten van de goudmijnen zal
de staatskas uit de bestaande mijnbelasting gedurende
1933 een extra-diïkomst ontvangen van ongeveer
£ 5.000.000, waaruit 2elfs de opgehoopte tekorten kun-
nen worden gedekt. Tèn’gevolge van de bescherming
door de daling van den wisselkoers, is er op het oogen-
blijk in ‘de Zuid-Afrikaansche fabrieksnijverheid een
uitgesproken bedrijvigheid. ‘Zelfs de inkomsten van de
spoorwegen beginnen een langzame verbetering aan
te toonen. Met de verdere stijging van’ den invoer
zullen de staatsinkomsten’, evenals de inkomsten der
spoorwegen nog meer verheteren.
Uitgezonderd voor den Zuid-Afrikaanschen land-
bouw, welke nog steeds gebukt gaat onder zware vaste
lasten, gepaard gaande met lage ‘prijzen, is de alge-
meen econonzische toestand, vergeleken met d’ien van
de meeste andere landen, hier gunstig.
BOEKAANKONDIGINGEN;
ii
i4
::::
‘j
Frankli D. Roosevelt: Looling for-
21
April
1933 …. 21,435
815
‘ 17,325
ward.
(‘William Hememann Ltd. Lon-
”
0 ‘
den 1933. Prijs f3.7o).
De invoer van kapitaal en de gcldruimte ‘moeten,
Stuart Chase: A new deal.
(The
mede met het oog op de buitengewoon lage invoer-
MacMillan Oompany. New-York 1932.
cijfers voor 1932, noodzakelijk tot een groote uiiibrei-
Prijs
$ s.-).
ding van dên invoer leiden, alhoewel aanvankelijk
Beide boeken zouden d’enzelfden titel kunnen drs-
misschien langzaam. Teekenen daarvan zijn reeds gen, waflt de strekking van beide is hetzelfde. Zooals
zichtbaar, zooals uit de volgende èijfers moge blijken:
uit het 15de hoofdstuk van het boek van President
Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand’overzicht:
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)
Banken
Olie
Rubber
SCheeP’
Suiker
Tabak
1
Thee
:einiddeIde
1929
158.3
337.5
168.0
432.7 243.0
268.7
402.0
233.5 125.0
398.4
.487.3
443.2
1930 149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2 371.1
110.7
82.6
292.9
361.3
357.2
1931
118.1
211.8
93.4
167.7 64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
1.81.9
241.6 251.4
1932
76.4
178.3 67.1 115.6
37.6
106.4 137.5
27.0
24.9
107.2 137.9 175.9
Januari
,
1931
137,2
220.4
110.9
199._
57.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274._
280.5
:F’ebruari
,,
140.7
239.9
117.5
‘
217.5
69.7
167.5
307.3
80.2 65.6
238.4 307.8
2921
Maart
143.-
248.6
124.3
223.2
78.9
176.7
288.3
81.4
‘63.9
243.3 306.2
•290.7
April
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4
172.4
253.9
58.5
57.5
219.5 299.8
283.4
Mei
.,
132.7
222.5
951.
178.8
76.2
159.6
220._
50.5
54.3
190.9
275.9
251._ Juni
‘
127.5
217.5
89.
165.1 68.7 150.8
208.6
48.4
53.1
1.9.1.3
‘262.4
249.7
Juli
.
126.4
228.8
100.2
168.8 70.6
163.6
218.2
58.5
55.8
208.9
254.2
2629
Augustus
113.2
210.9
88.2′
151.2
65._
147.6
194.7
44.4
48._
178.4
218.4
47._
September
95.3
190.1.
73.6 126.1 60.9
118.9
147.9
31.7
37.3
134._
168.7
220.1
October
89.1
181.3
71.7
125.3
49.2 107.8
140.7
32.6
34.7
122.1
174.7′
222.2
November
93.2
184.2 75.4 135.4
48.9
120.1
133.6
32.9
34.9 125.9 196.3
237.2
December
79.
158.4
61.5
114.2
44.2
‘99.5
113.1
26.3
26.7
106.5
161.3 179.7
Januari
1932
80.5
174.4
63.5 124._ 43.5
107.4 118.9
28.2 27.4
108._
173.7
181.4
Idebruari
82.8
173._
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2 27.7
108.7
179.6
178.1 Maart
811.3
184.7
69._
122.9
41.7
110.9 149.3
24.2
27..
112.7 176.3 182.2
April
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
924
1.18.3
13.7
20.1
96.6
1 11.
154._
Mei
65._
163.9
52.5
‘
93.5
33.5
86.8
117.8
14.2
19.1
84.5
101.9
157.3
juni
59.4
156.1
51.2 88.5 32.3
83.9
118.1
14.1
17.3
87.6
94.7
154.3
Juli
68.3
167.1 63.7
106.1
34.1
92.2
129.1
22.5
21._
105.6
120.1
175.6
Augustus
798
183.5
71.5 126.2
33.2
104.9
.153.5
35.1
26.4
18._
138.4
200.5
8eptember
86._
194.5
78.1
133.4
43.6
123.7 166.4
42.4
31.1
128.8 151.3
201.6
)ctber
83.7
189.3 77.5
127.1
39.4
120.4
147._
34._
28.5
118.7
135.8 187.6
NTovember
81.1
193.1
77.2
124.1
38.2 121.4
145.1
34.7
27._
‘
111.7
136.8
180.3
December
78.9
193.2
76.4
116.1
35._
123.1
146.7
‘
32.8 26.1
104.9
135._
157.3
Januari
1933 84.9 199.3
.
79.8
124.2
31.4
‘
120.6
155.3 33.8
26.3
108.2 147.2
196.3
i’ebruari
82.8
194.2
‘
76.4
118.8
28.5
121.6
146.8
30.1
23.7 103.1
,
141.9
199:6
1aart
82._
190.3
74.6
‘
118:2
28.3 124.5
142.6
.
28.4 22.1
110.3
138.6
187.1
Apr31
80.9
190.6
73.3
120.7
.26._
125.9
144.7
31.9
21.7
111.5
12,7.6
185.1
4ei
88.9
210.2
78.:
138.3′
24.4
141.7
158.4
39…
25.3
124.5 137.9
201._
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1933 f 2.228.869.000 = 100
2
Januari
iOO._
1
Februari
100.9
1
Maart
93._
5
April
91.5
3
Mei
98.6
III.
104.1
8
100.1
8
‘
96.8
12
,,
92.6
10
101.
-,
11.8
101.3
15
98.9
15
96._
’19
92.8
17
1.01.4
25
101.6
22
94.3
.22
95.5
26
;,
.
96.2
24
102.7
29.
.
92.5
‘
’31’
‘
.
108.6
1)
Men zie voor de toelichting
01)
dit overzicht het nummér van E.-S.
B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.
‘
Nadruk’ verboden
460
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
Roosevelt – een verzameling van redevoeringen en
artikelen – blijkt, verstaat hij onder ,,a new deal”,
(de kern van zijn programma) een veranderde opvat-
ting van de plicht en de verantwoordelijkheid van
de regeering ten opzichte van het economisch leven. Stuart Ohase stelt in zijn boek de vraag of de Ver.
Staten gaan in de richting van revolutie, of van het
dictatorschap van het groote zakenleven of van so-
cialisme door middel van een vredige politieke om-
wenteling of van evolutie van het tegenwoordige stel-
sel, met een radicale verandering in de richting van
collectivisme. Hij acht het laatste het beste voor de
Ver. Staten en ontvouwt een plan voor drastische in-
flatie als een’ middel om uit de crisis te geraken.
Dit punt van zijn economisch program is reeds ver-w’ezenlijkt. Verschillende andere punten ervan vinden
wij terug in het boek van President Roosevelt, zooals
de verlaging van tarieven, de contrôle over de uitgifte
van buitenlandsche leeningen en het uitvoeren van
openbare werken. Enkele andere voorstellen van
S.tuart Chase zullen echter wel voor President Roo-
sevelt te radicaal zijn, zooals buy, een drastische her-
verdeeling van, het nationale inkomen door middel
van inkomsten- en successiebelastingen.
Aan den anderen kant is het wel zeker, dat onder
het bewind van President Roosevelt de regeering in
de Vereenigde Staten vel meer invloed op het econo-
misch leven zal verkrijgen dan zij tot dusverre had.
Deze grootere staatsinterventie zal niet alleen een
‘tijdelijk karakter dragen als uitvloeisel van een be-
wuste bestrijding van de crisis, maar in vele gevallen
van ‘bljvenden aard zijn. Hierop wijst reeds een enkele
van de tot dusverre ingediende wetsontwerpen, zooals
de Federal ‘Securities Act, die de bescherming van de
belangen der ‘beleggers ten doel heeft.
Het boek van President Roosevelt geeft een goed
inzicht in de door hem gehuldigde economische prin-
cipes, waarbij hij, naar men zegt, sterk onder invloed
staat van enkele hoogleeraren van de Oolumbia Uni-versity •(de z.g. ,,brain trus’t”), die thans ‘belangrijke
regeeringsposten bekleeden In dit verband willen wij
op twee punten de aandacht vestigen.
In de eerste plaats ontkomt men niet aan d’en in-
druk, dat President Roosevelt veel sympathie gevoelt
voor de onderconsumptie-theorie, waaraan de voor-
standers van hooge bonen voor een belangrijk deel
hun argumenten ontleenen. Zoo is het verklaarbaar, dat President Roosevelt onlangs in een rede een be-roep heeft gedaan op de ondernemers, om de bonen
te verhoogen. Anderzijds moet men ‘bedenken, dat in
een opgaande conjunctuur de bonen bij de algemeene
prijsstijging ten achter ‘blijven. Volgens velen is dit
feit mede een oorzaak van ‘de overspeculatie. Tijdige aanpassing van de bonen aan de veranderde omstan-
digheden, zooweb in een opgaande als in een dalende conjunctuur, zou tot een verzac’hting van de conjunc-
tuurbeweging bijdragen. Het is mogelijk, dat Presi-
dent Roosevelt een aanhanger van deze theorie is.
Dit zou men kunnen afleiden uit ‘het ‘fejjt, dat hij
voortdurend wijst op •de groote gevaren van specula-
tie en overproductie (men leze het hoofdstuk ,,Bank-
ing and Speculation”). Zijn pleidooi voor loonsver-
hooging zou daaraan dan zijn toe te schrijven.
Belangrijker nog achten wij echter zijn denkbeelden
over de Organisatie van ‘het economisch leven, nl. de
,,need for economie planning” (titel van het 2de
hoofdstuk). President Roosevelt verwerpt zoowel het
abs&lute individualisme als de Plan.wirtschaf t. In-
grijpen van de Overheid is echter volgens hem op be-
paalde gebieden geboden, zooabs o.a. bij de credietver-
leen’ing door banken. Wij ‘hopen op dit punt binnen-
kort nader terug te komen, maar willen toch nog
even de opvatting van President Roosevelt verduide-
lijken: Sprekende over de wensehelijkheid van sta’bi-
lisatie in het bedrijfsleven, vervolgt hij (‘blz. 243): ,,It
i.s my ‘hope that interference of government to ‘bring about such a stabibisation can be kept at a minimum, limitin,g itself, perhaps to a wise dissemination of in-
formation.”
Met belangstelling zal men zonder twijfel de econo-
inische politiek in ‘de Vereenigde Staten moeten vol-
gen. De tot dusverre voorgestelde maatregelen doen
een ingrijpende koersveran dering verwachten. De
grootste beteekenis is ‘hieraan uit het oogpunt van
conjunctuurpolitiek toe te kennen. Immers, in-
dien President Roosevelt een grootere stabiliteit in
het
bedrijfsleven
kan bereiken en daardoor de con-
junctuurbewegingen kan verzachten, zal ‘hij de geheel
wereld een w’eldaad bewijzen. ,,Looking Forward”, niet
in het minst naar de resultaten van zijn economisch
beleid. v.d.V.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
6
Juni
1933
voor
tetegrafische
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
disconto
Europa.
*)
Londen
……..
£
12.10
8
8.404
2
Berlijn
*)
100 Mark
59.26
57.90
4
100 Franc
9.747
9.784
24
.
100 Belga 34.59
34.634
34
100 Franc
–
6.93
Parijs
‘) …………
Brussel
*)………..
100
,,
48.-
48.04
2
100 Eronen
–
7.41.
34
100 Schilling
35.-
28.-
5
Züricli
)………..
Praag ………….
Boedapest
………
100 Pengö
43.51
43.75 44
Weenen
)
……….
Lei
1.4880
1.51
7
Leva
1.79
7
1.80
84
Belgrado ……….
Dinar
4.379 3.60
74
Turksch £.
10.93 1.17+
100 Drachme
3.23
1.40+
Luxemburg ……..
100 Lira
13.09
12.91+
100 Peseta
48.-
21.221
6
Escudo
2
.68+
7.65
0
Boekarest
………100
Sofia
………….100
Kopenhagen
) .
.100
100 Kronen
66.67
37.50
3
Istanbul ………..
Madrid ………..
Oslo *) 100
66.67
42.60
34
Lissabon ………..
100
,,
66.67
43.20
3
Athene
…………
Milaan
…………
100 IJsl. Kr.
66.67
38.20
Stockholm
)
…….
100 Zioty
.
27.91
27.90
6
Kovno (Litauen)
• .
100 Lita
24.88
25.-
6
Reickjavick
…….
Riga (Letland)
100 Lat
48.-
48.15
6
Warschau
………
Reval (Estiand),, 100 Esti. Kr.
66.67
66.25
54
100 Finnmrk.
6.264
3.70
5
Tjerwonets
12.80 12.80
Helsingfors
…….
Moskou
………..
(10 Roebel)
Danzig
………..
100 Gulden 48.42
48.65
Amerika.
New.York
*
$
2.4878
2.094
24
.
Canad.
$
2.4878
1.85
Mex. Dollar
1.24
0.62
Buenos Aires ……
.Peso (papier)
1.0568′
0.644
6
La Paz (Bolivia)
3)
Boliviano
0.9080
–
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
0.8075
2
0.194
Montreal
……..
Mexico
………..
Peso (papier)
0.30
0.15
Bogota (Columbia)
3)
Peso
2.42
–
Quito (Ecuador)
Sucre
0.498
–
Valparaiso ………
Sol
0.69
7
0.384
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
1.174
Lima (Peru)
…….
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
–
Gulden
1.-
0.994
Paramaribo
…….
San
José (C. Rica)
Colon
–
–
Guatemala ………
Quetzal
2.484
–
Willemstad (Cura.)
Gulden
1.-
1.01
Managua (Nicar.)
3)
Cordoba
2.484
–
San Salvador
3)
Coloii
1.2440
0.75
Azië.
Rupee
0.91.
0.64
4
Calcutta ………..
Gulden
E.G.
100
0.994
44
Yen
1.24
0.514
4.38
))ollar
0.56
Batavia
………..
Dollar
0.524
Singapore
……..
Straits Doli.
1.4125
0.98
Phil. Peso
1.24
1.09
Teheran
)
(Perzië)
Pahlavi
.
–
9.33
Bangkok ……….
Baht
–
0.77
Kobe
………….
Hongkong ………
Manilla
………..
Afrika.
Shanghai
………
Kaapstad
£
..
..
12.104
8.41
4
Egypt.
£
12.42
8.624
Aststratië.
Alexandrië ………
Melbourne, Sidney
en Bnisbane
£
12.104
6.724
Nieuw Zeeland
,.,
£
12.104
6.75
1)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
*) Not, te Adam. 0v. not, part. opg.
3)
Zichtkoers.
4)
Munteenheid = Rial (= een Kran.)
7
Juni
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
461
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANKDIS CONTO’S.
isc. Wissels.
312 Mei ’33
Ned
Lissabon
•…
6
4
Apr.’32
e1.Binn.Eff.4
12Mei’33
Orsch.
Londen ……
2
30Juni’32
Bk
in
R.C.
4
12 Mei ’33
Madrid ……
6
26 Oct.’32
Athene ……….9
3 Dec.’32
N.-YorkF.R.B.
2j
25Mei’33
Batavia ……….
4jlOMrt.’30
Oslo
……..
322Mei’33
Belgrado
…….. 7j
20Juli’31
Parijs
……
2j
9Oct.’31
Berlijn
……….4
22Sept.’32
Praag
……
.
3.25
Jan.’33
Boekarest……..7
3 Mrt. ’32
Pretoria
….
315Mei ’33
Brussel ………. 3j
13Jan.’32
Rome……..
4
9Jan.’33
Budapest …….. 4j
17Oct.’32
Stockholm
..
3
1 Juni ’33
Calcutta
…….. 3j
16Feb.’33
Tokio
. .. .
4.38
17Aug.’32
Dantzig
……..4
12Juli’32
Weenen……
5
23Mrt.’33
Helsingfors ……6
31 Jan.’33
Warschau….
6
20 Oct. ’32
‘Kopenhagen
….
3
1Juni ’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22 Jan.’31
WISSELKOERSEN.
OPEN MARKT.
1933
1932
Jun
29Mei/
22/27
15120
3OMei/
H
jF
3Juni
Mei Mei
4 Juni
Amsterdam
Partic.disc.
17/6-2
1
18
17/52114
2
1
18-3
211,
–
3
3/
5
_3/
4
1
8
14
31/31
Prolong.
2
2
2
2
1
1-
3
14
211
4
3/
4
Londen
Dageld.
..
141
21
4
1
11
4
1
1
14»I
1
I21
1
/2
12
1
3
142
Partic.disc.
711e
VIi,
_1/
3
7/_1/
‘Ir’°/i
1
1/s
21110116
4114_3/4
Berlyn
Daggeld…
–
43/571
4
1
145
1
12
4
1
145
1
13
511
3
7
411
4
.7
–
MaandeId
–
412-6
413-6
4l26
57
–
–
Part. d,sc.
–
31
8
371
37(
5_1/
4314_5
2118.2!2
Warenw…
–
4/3
41/
3
4
–
1
/3
4
1
J45
1
j3
5
–
We,,,
York
DageId
1)
5/
&/
4
_3/
4
1
1
:
1
/2
–
3/4
2
)
11/3
–
3/4
1
3
/42’j5
Partic.disc.
1
1
3/
4
3/
4
Koers van 2 Juni en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.
Koers van 31
Mei14
Juni.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Ber(In
Parijs
Brussel
Batavia
York)
) )
.)
)
1)
30 Mei
1933
2.088/
4
8.29%
57.70 9.761
34.571
99
8
/8
31
,,
1933
2.07%
8.34% 57.55
9.78
34.6
0
99sf,
1 Juni 1933
2.10
3
/
8
8.41l
58.121
9.79
34.65
995/,
2
1933
2.10%
8.39%
58.10
9.78.
34.62
9/8
3
1933
2.097/
8
8.41% 58.10
9.79k
34.65
993f,
5
1933
–
–
–
–
–
–
Laagste d.w’)
2.06
8.23
57.40
9.76
34.621
99
Hoogste d.wl)
2.11 8.42 58.15
9.791
34.671
99%
Muntpariteit
2.4878
12.1070 59.263
9.747
34.592
100
Data
snd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
30 Mei
1933
47.92
–
7.41
1.51
12.91
21.25
31
,,
1933
47.97%
–
7.41
1.51
12.90
21.221
1 juni 1933
48.03%
–
7.41
1.50
12.91
21.221
2
1933
48.06%
–
7.41
1.51
12.92
21.25
3
1933
48.05
–
7.41
1.50
–
–
5
1933
–
– –
– –
–
Laagste d.wi)
47.87% 28.25
7.371
1.45
12.80
21.10
11oogste d.-,,
,
I)l
48.10
28.50
7.45
1.45
12.97k
21.35
Muntpariteit
48.12%
35.007
7.371 1.488
13.094
48.52
Data
Stock-
Kopen-
Oslo
* 1
1-je!-
Buenos- Mon-
hoin, *)
hagen’)
/
Aires’)
treall)
30 Mei
1933
42.55
37.-
42.10
3.70
–
1.85
31
,,
1933
42.90
37.25
42.30
3.70
64% 1.84
1 Juni 1933
43.25 37.60 42.70
3.70
65
1.84
2
1933
43.15
37.50
42.50 3.70
–
1.85
3
1933
43.20
37.50 42.60
3.70
–
1.85
5
1933-
–
– – –
–
Laagste d.wl)
42.20
36.70
41.75
3.65 64% 1.80
Hoogste d.ivl)
43.45 37.75
42.85
3.75
65
1.90
Muntpariteit
66.671 66.671 66.671 6.266
95%
2.4878
Noteerine te
Amsterdam.
”
Not, te
Rotterdam.
8
Part. ooeave.
–
In ‘t 1se of 2de No. van’ iedere maand komt een ovzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
L(Sperf)
Parij
(3 p. 100
s
fr.)
Berlijn
(3 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(S p. 100 gid.)
30Mei
1933
–
–
–
–
31
,,
1.933
3,99
4,65%
27,75
47,60
1 Juni
1933
3,99
4,67%
27,65 47,65
2
1933
4,00%
4,667/
8
27,70 47,62
3
1933
4,01 4,67
27,75
47,70
5
,,
1933
4,01
4,667/,
27,77 47,70
6 Juni
1932
3,69
3
,
9
I8
23,70
40,56%
Muntpariteit..
4,86 3,905j, 23.81%
408/
16
KOFIRSE/N TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Aioteerings_
eenheden
20
Mei
1933 1933
Z7
Mei
j
29
Meij3juni
I933j
Laagste
l
Hoogstel
3Juni
1933
Alexandrië..
Piast. p. £
97%
97%
97/8
978/
8
973j
Athene
,…
Dr. p.0
590 590 575
600
590
Bangkok….
Sh.p.tical
1f10
1/10 1/10
1/10
i/
1
0+*
Budapest
..
Pen. p. £
19%
19%
1834
2034
19%
Buenos Aires
d. p.$ 415/
4
41%
41%
42%
42
Calcutta
. . . .
5h. p. rup.
1/6
3
1
33
1/6
5
/
6
~
1
1/65/
16
1/6
8
/
32
1/6
5
/,
Constantin..
Piast. p. £
695 695
690
695
695
Hongkong
..
5h.
p.
$
114
11
/
16
1149/
16
114%
1/58/,
11418/
16
Sh. p. yen
1/2
21
/
32
1/2k
1
1
25/
1/27/,
1/285/,,
Kobe
…….
Ijissabou….
Escu.p.,€
110 110
109% 110%
110
Mexico
….
$
per
£
13.50
13.50 14.30
13
14.30
Montevideo
d. per y
,
34 34
–
33
35 34
Montreal
..
$
per £
4.44%
4.50%
4.49
4.52
4.50%
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
4%
4% .
434
5
4%
Shanghai
..
Sh. p. tael
1/38/
8
1/2+
1/2% 1/3%
1/3%
Singapore
..
id. p.
$
2/3
7/
2/3
7
/8
2/3%
2/4
2/37/
8
Valparaiso
1).
$
per £
–
–
–
–
–
Warschau
..
Zi. p. £
30%
30
2981
8
308/
8
30 1/
ij
tu ag.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen
8
)
N.Yorka)
.
Londen
30 Me,
1933..
1882/16
–
30
Mei
1933,…
123/8
31
,,
1933..
191,,
35′,
31
,,
1933….
123110
1 Juni 1933..
187/
347/,
1 Juni 1933….
122/11
2
,,
1933..
1911,
355
/8
2
1933….
122/5
3
1933..
197/,,
35%
3
,,
1933….
122/4
5
1933..
–
34%
5
1933….
–
6 Juni 1932..
–
28
6 Juni 1932….
–
27 Juli
1914..
2416
16
59
27 Juli
1914….
84/10%
1)
In pence p.
oz.stand.
2)
Forelgn
8ilver in Sc. p.oz. line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN
‘
a
RIJKS KAS
–
Vorderingen.
1
23 Mei
1933
31 Mei 1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank ………………
-.
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
t
101.429,36
/
36.564,49
Voorschotten op ultimo April 1933 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en opc.
op de Rijksink. bel
………………
1.674.684,88
,,
1.674.684,88
Voorschotten op ultimo April 1933 a. d.
……
–
gem. verstrekt op aan haar uit te
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
…..
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
1.988.511,22
,,
1.988.511,22
Voorschotten aan Ned.-lndië
………
170.817.331,94
,,167.242.940,21
Id. aan
Suriname …………………
11.760.299,15
,,
11.816.421,99
Id. aan
Curaçao
…………………..
,,
6.396.680,79
,,
6.513.965,81
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl
,,
100.863.420,98
,,
100.762576,57
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
.
….
,,
25.200.179,43
..
,,
26.444.713,80
Vord. op andere Staatsbedrijven
8) ….
,,
14.777.601,14
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld
…
14.219.799,12
leeningen aan gemeenten (saldo)……
39.671.270,62
..
39.596.270,62
Verplichtingen.
.
Voorschot door De Ned. Bank ing.
art. 16 van haar
octrooi
verstrekt
f
10.200.057,48
/
15.000.000,-
Voorschot
door
De
Ned. Bank in
rekg.-crt. verstrekt ……………..
–
,,
6.456.039,36
Schatkistbiljetten in Omloop
………
.257.878.000,-
.
,,257.758.000,-
Schatkistpromessen in Omloop …….
118.650.000,-
,,121.650.000,-
Daggeldleeningen ………………..
–
,,
4.000.000,-
aan
..
1.543.112,50
,,
1.539.166,-
Zilverbons in
Omloop ………………..
Schuld
het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. aan het StaatsbedrijfT.enT.’)
374.112,04
……
..
,,
95.809.362,07
,,
565.473,28
95.121.360,67
198.590,79
233.040,79
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …………
Id. aan diverse
instellingen
1)
……..
…
76.597.033,58
76.596.221,06
8)
In rekg.-crt. met ‘a Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
97 Mei lQ’53
1
‘5
l,,ni
lO’53
v oraeringen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
– –
–
waaronder Muntbiljetten ………..
…..
–
Saldo Javasche Bank……………..
1
983.000,-
–
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
,,
171.841.000,-
1
172.761.000,-
Schatkistpromessen ………………
650.000,-
650.000,-
.
19.575.000,-
Muntbiljetten in omloop ………….
1.752.000,-
1.751.000,-
Schatkistbiljetten …………………..
19.575.000,-
……
Schuld aan het Ned.-Ind Muntfonds.,,
229.000,-
708.000,-
…
Idem aan de Ned.-lnd Postspaarbank.,,
1.360.000,-
1.312.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
4.441.000,-
SIJRINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data Metaal
–
latie
tt,tue,.e
opeischb.
Discont.
6 Mei
1933..
876
1.186
442 730
2.256
29 April
1933..
876 1.257
445
740
2.282
22
1933,.
876
1.029
.
446
743
2.263
15
,,
1933..
864
1.132
497 744
2.262
8
,,
1933..
863
1.202
498 756
2.276
5 Juli
1914..
645
1.100
560 735 396
1)
Sluitp. der activa.
462
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Juni 1933
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 6 Juni 1933.
Activa.
Binnenl.Wis.Hfdbk.
f
42.659.477,11
sèls, Prom., Bijbnk.
1.168.581,16
enz.in
disc Ag.sch.
5.295.308,61
f
49.123.366,88
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……,,
–
Idem eigen portef.
f
73.289.443,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet af gel.
–
,
73.289.443,-
BeleeningenHfdbk.
f
28.312.313,84
mci. vrsch.
–
Bijbuk.
5.712.948,7i
,
in rek..crt. Ag.sch.
42.492.874,18
op onderp.
f
76.518.136,79
Op Effecten ……..
f
75.541.106,96 Op Goederen en Spec.
,,
977.029,83 76.518.136,79
Voorschotten a. h. Rijk …..
………..
–
Munt, Goud ……
f
97.702.045,- Muntmat., Goud .. ,, 737.178.850,02
f
834.880.895,02
Munt, Zilver, enz.
22.474.847,98
Muntmat., Zilver,.
–
857.355.743,-‘)
Belegging’]
5
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds ……………………,,
21.543.961,61
Gebouwenèn Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse tekeningen ……………….
9.756.894,98
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5’32, S. No. 221)
18.331.195,17
f
1:110.918.741,43
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………… ..3.749.272,82
Bijzondere reserve ………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,
8.837.407,39
Bankbiljetten in omloop …………… ..958.950.3 10,-
Bankassignatiën in omloop ……….,, 211.457,68
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
1.216.628,20
saldo’s: ‘ Anderen ,,112.603.272,47 ,,
113.819.900,67
Diverse rekeningen ……….. . ……. ,,350.392,87
f
1.110.918.741,43
Beschikbaar metaalsaldo ….
……..
f
428.278.706,11
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.070.696.765,-
Waarvan in het buitenland 1 3.020.302,58.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschikb. Dek.
Data
Circulatle opeischb. Metaal- kings
Munt
1
Muntmat.
I
schulden
i
saldo’) perc.
6 ‘juni ’33 7.702 737.179 958.950 114.031 428.279 80
29 Mei ’33 98.201 738.728 951.896 139.575 424.054 79
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54
Totaal Schatkist-
I
B 1
Papier
Diverse
Data
bedrag promessen
ee-
op hef
reke-
disconto’s rechtstreeks ningen
buiteni. ningen
2
)
6Juni 1933 49.123
–
76.518 73.289
9.757
29 Mei 1933 49.412
–
77.451 73.393 13.592
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
Sedert den bankstaat van
4
Jan. 1929 op de basis van
21
metaal-
dekking.
2)
Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Beschikt
metaal-
saldo
3Juni’332)
14.020
201.490
34.650
54.564
27Mei ‘332)
151.530
199.310
37.440
56.830
6 Mei 1933
106.226
45.138
206.071
36.271 54.427
29 Apr.1933
107.040
45.638 203.443 36.560
56.676
25 Juli 1914
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
Wissels.
t
,.
–
Dek-
Data
buiten
N.-Ind.
bef aalb.
Dis-
conto’s
1
Belee-
1
ningen
1
”
reke-
ningen’)
kings-
percen-
tage
3Juni’33 2)
8.760
58440
32.910
63
27Mei ‘332)
11.470
55.990 30.560
64
6 Mei 1933
20.591
21.516
62
9.058 1
41.053
29Apr.1933
20.796
9.019
40.691
20.016
64
25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa. 2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf.
I
Bankbilf.
j
OtherSecurif ie,
Data
Metaal
in
in Bankingl Disc.andl
ecu ritjes
circulatie!Departm. J Advances
31 Mei 193 1187:403
1
374.063
72.268
11.250
1
10.949
24 ,,
1933 187’009 369.874
76.1151 11.574 j 11.237
22 Juli 1914 40.164
29.317
33.633
OtherL)eposits1
1
Dek-
Data
1
Gov.
I
Public
Sec.
Depos. BankersIA,”II,ÇI
_1
Reserve1kings-
____________
1
perc.’)
31 Mei ’33
1
72.506
1
33.247
1
77.473
39.536
1
73.3391 48
13
/,
24 ,, ’33
1
70.001
1
15.707
1
99.205
37.252 177.1351 50
19
j,
22Juli ’14 11.005 14.736
42.185
29.2971 52
I)
Verhouding tusSchen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Te goedl Wis-
Waarv.l
Belee-
Renteloos
Data
Goud Zilver in het 1
1
op
het 1
oorschol
buitenl.l
sels
buitenl.I ningen
Iv.d. Staat
26 Mei 33180.951
1
2.468
1
4.8681
1.4191
2.675
1
3.200
19
,
‘33180.929 1.140
2.462
1
4
.
528
1
1.4181
2.629
3.200
23
Juli’
14
1
4
.
104 64
0
–
1
1.5411
8
1
769
_
–
fons v. d) Diver-
Rekg.Courant
Data
I
__
zelfst.
amort. k.
1
sen’
Urcitlatie
Staat
Zetfst.
Parti-
arnort.k.j
culieren
26 Mei’33
6.582
1
2.248
1
83.267
1
284
1.981
118.393
19
,,
‘331
6.582
1
2.253
1
83.367
1
309
i
1.989
117.886
23 Juli ’14j
–
1
–
1
5.912
401
1
–
1
943
1)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Data
Goud
bij bui-
1
tenl. circ.
1
banken’)
1
als goud-
1
dekking
1
geldende
1
wissels
1
en
1
cheques
1
fielee..
ningen
31 Mei
1933
372,3
1
21
1
6
‘
77,0
3.078,4
1
163,7
23
,,
1933
372,3
1
16,9
86,5
2.842,3
1
63,6
30Juli191411.356,9
1
–
–
750,9
1
50,2
Data
1
Effec-
1
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
tea
Act iva
2
)
latie
Crf.
Passiva
31 Mei
1933
1
317,3
1
379,1
3.468,8
1
438,8
1
159,1
23
,,
1933
1
317,1
1
332,6
3.245,6
371,4
1
147,8
30 Juli
1914
1
330,8
1
200,4
1
1.890,9
944,-
1
40,0
‘)
Onbelast.
2)
Wo.
Rentenbankscheine 31, 23Mei 1933, resp.
13,31
mill.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Goud
‘c
Rekg. Crt.
Data
1933
n’
CO
0
31 Mei12671
1
64
1
741
1
62
363
40
3.638
40
1
251
24
,,
1
64
745
1
62
363
40
3.592
51
j
292
FEDERALRESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
1
Dekking
,,Other
In her-
1
In de
Totaal
1
F.
R.
cash”)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
Notes member
1
markt
banks
1
gekocht
24 Mei 1331
3.499,2
1
2.879,1
308,7
312,2
1
42,7
17,,’33
3.467,5
12.786,8
304,0 330,2
1
77,5
Belegd
1
/f
in circui
Totaal
Gestort
Goud-
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in
U. S.
Gov.Sec.
Kapitaal
1
kings-
1
kings-
1
latie
_
si____
__________
1
perc.i)
1
perc.
2
)
24 Mei’331
1.861,7
3.221,412.392,8
1
150,3
1
67,8
1
62,3
17
,,
‘I
1.836,6
3.300,0
2.320,5
150,2
1
67,1
61,6
Verhouding
tota-len
goudvoor-raad
tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding
totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes
or a Bank’s own Federal Reserve
bank
notes.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN
BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Aantal
Dis-
conto’s
Beleg-
1
Reserve
1
Totaal
Waarvan
Data
banken
en
gingen
I
b4/de
r.R.
depo-
time
I
beleen.
_i
banks
1
sito’s
deposifs
17Mei ’33!
8
8.421
1
7.925
1.557
1
15.170
1
4.271
10
,,
‘331
80
8.404
7.914
1
1
.
5
36
1
15.058
1
4.318
Do posten van
De
Ned. Bank, de Javascho Bank
en de Bank of
Eng.
land zijn in duizenden, alle overige posten in millioenen
van de
be.
treffende valuta.
7 Juni 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
463
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
6 juni 1933.
i)e terrnijnniarkt voor t a r we te Chicago heeft in de af-
geloo’pen week slechts matige veranderingen ondergaan,
daalde of steeg wegens berichten over verdere inflatie,
oogsbberichten en in overeenstemming met de effecten-
markt. Vergeleken niet een week geleden was het slot
Y
â
4 dollarcent •hooger.. Op een dag trad eene verlaging in
o.a. flair as nleiding van eene mededeeLing uit Washington, dat volgens de meenilig der regeering de prijsver.hooging te
snel was gegaan. De oogstvooru.itzichten in de Ver. Staten
zijn wat wintertarwe betreft iets gunstiger geworden. Het
gemiddelde der schattingen van verschillende particuliere
oogstexperts bedroeg op 1 Juij i voor wintertanwe 357.000.000
bushels tegen 350 ntillioen op 1 Mei en een officiëele oogst-
ram.ing op dien datum van 337.485.000 bushels. De parti-
culiere experts schatten de opbrengst van zomerta.rwe op
270.000.000 bushels. Er is voor de ontwikkeling der zomer-
tarwe voldoende vocht in clan grond en de vooruitzichten
zijn gunstig. Een groote moeilijkheid in de Ver. Staten is de groote tarwevoorraad, waarvan naar schatting aan het
einde ‘van liet seizoen nog 325
A,
350 iuilJion lushels over
zal zijn en waarmee men geen weg weet.] n afwachting
van de economische conferentie in Londen zullen voor-
loopig geen mliatregelen worden genomen voor den af.zet
van de naar schatting overtollige circa 180 nillioen bushels. De afgevaardigden van de Ver. Statene Canada, Argentinië en Austraiië, die te GenOve bijeen waren geweest om inid-
delen te beramen de tarweprijzen te stabiiiseeren en O.a.
ook productiebeperking ‘hadden aanbevolen, komen te Lon-
dcii weder bijeen.. Australië heeft laten weten, dat het niet
kau medewerken aan beperking van. den uitzaaiL Canada
voelt veel voor dat plan, en de Ver. Staten zullen een
poging wagen daartöe te geraken in het volgende oogat-
jaar. In Canada zijn de vooruitzichten voor zomertarwe
gunstig, de omstandigheden ‘van het weder en de vochtig-
heid in den bodem zijn de beste sedert 1928. Men berekent,
dat de bebouwde oppervlakte iii de prairie-provincies 5.6
,pCt. kleiner zal zijn dcii in het vorigc jaar. Canadeesche
tarwe blijf t gevraagd en gercielc1 komen daarin zaken tot
sta ndL Canadeesche houders willen gaarne verkoopen en
maken er dankbaar .gchruik vnu, (lat hun tarw’e een premie
waard is boven andere soorten. De koersen te Winnipeg
zijn in het begin der week gestegen, doch later trad weder
cciie daling in, zoodat ‘het slot % dollarcent lager was dan
een week geleden. Australische tarwe veranderde nauwe-
lijks in prijs en ook Argentijusche .fluctueerde weinig. De
.terniijnmiu-kt te Buenos Aires sloot 3 centavos per 100 KO.
lager, die te Rosario onveranderd.. De vooruitzichten van
wiutertarwe in Europa blijven guustig. in Oostenrijk klaag.
dc men over koud weder, daar en in Hongarije is men be-
vreesd voor het optreden va.n roest. In Roemenië is het
warmer geworden en de stand van het gewas geeft reden
tot tevredenheid. In Frankrijk ‘zijn de vooruitzichten min-der gunstig dan enkele weken geleden. Het ministerie van
landbouw schat de met tarwe bebouwde oppervlakte op
13.316.000 adres tegen 13.278.000 acres in .het vorige jaar
en den stand van het gewas op 75 tegen 71 een jaar geleden.
Van particuliere zijde wordt de opbrengst .geschat op 341
tot 37 enillioen quarterë. in hetvorige jaar was de officiëele
oogstopbrengst 41.400.000 quarters, doch particuliere schat-
tingeui bedroegen van 44 tot 48 miljoen quarters. De vraag voor r o g g e blijf t slecht en de omzetten lateui
zeer te wenscheu. Platarogge blijf t tot nagenoeg dezelfde
pijzu aangeboden, voor flongaar.so.he en Poolsche wôrden weder iets lagere prijzen gevraagd.
[11
het begin der afgeloopen week was de vraag voor
Pla.ta-m als beperkt en aanbod uitlosseixle booten drukte de
markt. Toen dit aanbod opruimde werd de stemming beter
en ivardn hoogere prijzen te ma-ken, vooral toen nog uit
AANVOEREN
in te
slechts een aangekomen boot Platamais -werd aangeboden
en vee clere aanvoeren gedurende cle volgende tien da-gen zou-
den uitblijven. Onder den invloed van de betere s-teinnung
-voor aangekomen Plata-mais bestond oôk voor de eerst ver
–
‘w’achte partijen goede vraag zonder dat daarvoor echter
-eene prijsverbeter.ihg intrad. Voor latere aflading -waren
de vraagprijzeo gedurende de geheele week vrijwel ouivei-
auiderd, tegen liet einde der -weCk was de twee hand ge-
neigd iets Jager af te geven. De omzetten bleven beperkt.
Aan de Argentijnsche . ‘termijnmarkteu kwamen, slechts
kleine schommelingen voor, te Buenos Aires was het slot
4 centavos, te Bosario 5 ceutavos per 100 :KG-. lager. De
verschepingen tuit Argentinië waren in di vorige week
kleiner dan in de daaraan voorafgaande. Van den. Donau
echter waren zij- aanmerkelijk grooter. De verkoop van
])onaumaïs gaat moeilijk iii verband met de weinig houd-
haan kwaliteit en verkoopers zijn geneigd tot het doen van
pjonecses. Op latere aflading’is ‘het aanbod vanDoriau-
enaïs ruimer geworden en de prijzen voor die -posities zijn
iets gedaald. Geregeld wordt den laatsten tijd. niaïs aan-
geboden uit Italië, dat tengevolge van een -grooten eigen’
oogst de gekochte Donaumais niet nondig heeft cii nu tracht
een gedeelte van de eigen, inaïs te exporteeren. Naar En-
geland zijn daarin vej-scheidea -zaken, gedaan, naar ons
land oOk in mindere mate. De getoonde monsters zijn mooi
van kwaliteit, cle prijzen lbewegpa ieh ‘iets onder die voor
Platamals.
Voor ge r s t bestond in het begin der week goede vraag,
zoodat de prijzen zoowel voor Plata als voor Donaugerst
ongeveer een gulden per last opliepen: Later is cle sten-
nling hij ruimer aanboct weder iets minder vast -geworden,
waardoor de ver.hoogiuug -verloren: gi uig. :oonaugc-r St, welke
lang zeer weinig werd aaiigeboclen, is weder ‘in’ ruimer mate
te koop. De oogstvooruitzichten in Roemenië zijn -gunstig
en men verwacht er op zijn niiuist een goede gemiddelde
opbrengst. Houders van partijen van den vorigen oogst
vinden daarin aanleiding deze nu ter markt te brengen.
In -h a v er ging ‘in de afgc-loope-n week tot ouivcrandcrde
prijzen weinig om. Het s
–
lot aan de termijnmarkt voor haver te Buenos Aires was 5 centavos lager.
SUIKER.
Een ‘vaste -tendens bleef gedurende de afgeloopen w’ok de
su ikermarkten ‘beheerschen,.
In A
in
e r i ‘k a .besto]rd levendige interesse voor ruw-
suiker en de prijzen konden- verbeteren tot ca. 1.49 dc.
c. & fr. voor prompte
Cubasuiker.
De noteeringen 01) dc
N e
Nv
-Y o r
Ik
s ek e termijnmarkt be”vogeu zich in stij-
gende richting. ‘Win stuienii nge-n veroonzaakten ‘tegen liet
einde der week een reactie; het slot was echter ii’eer vast
met de volgende noteeringe-u: Juli 1.52, Sept. 1.55, Oct.
1.59 en Dec. 1.62, terwijl’ cle laatste noteeriug
–
i’oor Spot
Cedtr. 3.50 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens (1cr Ver. ,Staten
bedroegen deze week 89-000 tons, de versmeltingeut 55.000
ton
–
s tegen. 44.600 tons verleden jaar en cle voorraden 304.000
tons tegen 337.600 tons.
De laatste C u ;b a-statistiek is als volgt:
1933
1932
1931
tons
tons
tons
Productie ……(Raming) 2.000.000 2.602.864 3.122.1815
Ontvangsten …………..24.648 15.534 17.428
Totaal sedert 1/1 ……..712.518 1.138.484 1.393.533
Verschepingen -57.957 42.115 38-012
Voorraad 957.258 1.237.914 1.695.768
Omtrent den te velde staaitden bie-toogst hoef t Licht deze
week niets bijzonders te berichten.
De Engel s ch e markt vertoonde eveneens gi’ootere
activiteit en flinke partijen ruwe suiker konden worden
geplaatst tot oploopen-cle prijzen. –
ns van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
,
1
Amsterdam
Totaal
28 Mei-3 Juni
Sedert
Overeenk.
28 Mei-3 Juni
.
Sedert
Overeenk.
1933 1932 1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
68.280 557.700
637.151
–
11.870
6.764
569.570 643.915
9.376
190.817
222.524
103
2.609 940 193.426
223.464
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
355
11.120
10.833
–
25
–
11.145
10.833
Boekweit ……………..
M aïs ……………….
7.970
447.821
576.881.
680
93.345 144.025
541.166
720.906
3.659
134.478
172.981
293
16.526
7.271
151.004 180.252
1.662
–
76.428
98.850
–
–
1.922
2.542 78.350 103.392
3.073
116.223
127.178
–
139.934
177.195
256.157 304.373
Gerst
……………..
Haver
………………
3.300
28.910
43.157
–
50
28.910
43.207
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
1.204 30.089
11.463
150
3.567
6.989 13.656 18.452
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
1.753
25.980 20.822
389
4.582
7.063
30.562 27.885
464
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7
Juni 1933
STATISTISCH OVERZICHT
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
(Loosduinen)
RUND-
TARWE
Manitoba
ROGGE
MAIS
GERST
62163
K.G.
LIJNZAAD
________ ________
VLEESCII
VARKËNS-
VLEESCH
_______
–
No. 2 loco
No. 2 Canada
loco
La Plata
loco
Z. Russische
La Plata
loco
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch) (versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’damlA’dam R’damjA’dam
loco Rotter-
damlA’dam R’damiA’dam KOOL
le soort
KOMMERS
Ie soort
Ie soort 5) Gem.v.3kw.
per 1001<0. per 100 1<0.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 20001<0.
per 20001<0.
per 1960 K.G.
P. 100 St.
S)
P.
®
St. 6)
p. 100 Krop
Rotterdam
Rotterdam
_L
3
___
S’S
6.
Olo
6
.
0
10
6.
6.
0
10
T
°h
T
°h
T
.
0
/s
T
010
/
0
/0
1925
17,20100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
1926
15,9092,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
–
1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8 363,00
78,5
26,47
100,- 23,08 100,- 5,83 100,-
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
‘76,2
419,25
90,6 26,32 99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5
120,2 1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33 74,3
88,-
94,6
48,-
.61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57 61,2
61,-
65,6
37,50
48,4
Jan.1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5 86,25
36,5
207,50
44,9
96,-103,..
56,-
72,3
Febr.
•
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25 44,6
91,-
97,8
64,5
Maart
,,
5,62
5
32,7 4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
90,-
96,8
65,8
April
,,
5,90
34,3 4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8 20,42
77,1
22,42
97,1
7,45
127,8
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei
,,
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75 41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
16,56
62,6
18,75
81,2
4,27
73,2
98,-
105,4
45,-
58,1
Juni
,,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
9,51
41,2
1,27
21,8
101,-
108,6
41-
52,9
Juli
5,42
5
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00 45,6
95,-
102,2
49-
63,2
Aug.
4,915.
28,9
4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
94,-
101 1
54,-
69,7
Sept.
4,775
27,8
4,27
32,7
68,00
29,4 97,00
411
164,25
35,5
84,-
903
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6
—————————
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,82
5
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
———————–
—————————
.
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4,92
5
28,6 4,95 31,9
69,25 29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
–
–
– –
–
–
70,-
75,3
43,”-
55,5
lan.
1932
5,05
29,4
5,076
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
1ebr.
•
5,30
30,8
5,07
5
38,8 74,00 32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,52
5
.32.1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
–
—
–
—
–
–
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
—
–
—
–
—-
–
–
–
–
–
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,225 47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2 20,38
77,0
15,06
—
–
–
—
—
–
—-
–
–
–
–
–
65,3
5,27
90,4
63,-.-
67,7
28,-
36,1
Mei
,
5
1
60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
67,7
26,-
33,5
luni
5,22
5
30,4
4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
juli
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
—
–
–
–
–
—
—
–
—–
–
–
–
—
–
–
–
–
—
—
–
—–
–
–
–
68,8
35,50 45,8
Aug.,,
5,20
30,2
4,075 31,2
.
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
—
–
–
–
–
—
——-
–
–
–
–
—
–
–
–
–
—
——-
–
–
–
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.
5,475 31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
—————–
55,-
59,1
42,50 54,8
Oct.,,
5,25 30,5 3,92
5
30,0 74,50
32,2 79,50
33,7 138,25
29,9
–
—
–
–
–
–
–
——-
–
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90
28,5 3,90
29,8 71,25
30,8
79,00 33,5
135,25
29,2
–
–
—
–
–
–
–
–
——–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
—-
–
—
–
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,725
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6
75,25 31,9
135,00
29,2
53,–
57,0
46,-
59,3
Jan.
1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
-31,9
136,50
29,5
—
—
–
–
–
——-
–
–
–
50,50
54,3
44,75
57,7
Febr,
4,775
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
—
—
–
–
–
——-
–
–
–
—
—
–
–
–
——-
–
–
–
—
—
–
–
–
——-
–
–
–
49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
5,05
29,4
3,825
29,3 73,50
31,7
76,25
32,3 130,50 28,2
–
–
—
–
–
–
——-
–
–
–
46,50
50,0
46,-
59,3
April
5,15
29,9
3,75 28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
–
–
—
–
–
–
——-
–
–
–
–
–
—
–
–
–
——-
–
–
–
58,9
3,27
56,1
49,50
53,2
48,25 62,3
Mei
5,40
31,4
3,775 28,9
70,50 30,5
73,25
31.0
146,75 31,7
14,32
54,1
10,74
–
–
—
–
–
–
——-
–
–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
——
–
–
–
46,5
1,51
25,9
52,25 56,2
49,-
63,2
29
,
5,35
31,1
3,70
28,3 67.00 28,9
75,00
31,8
156,00
33,7
11,36
42,9
10,
43.3
1,63
28,0
53,50
6
57,5
496)
63,2
6 Juni
,,
5,25 30,5
3,65
27,9
70,00
30,2 77,00
326
159,50
34,5 5,77 25,0
1,12 19,2
52,_71
55,9
49,- 7)
63,2
t) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug.1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan.1931 tot
vanaf 26Mei1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No, 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932
het betreffende jaar. 6)27 Mei.
7)
2Juni.
9
)25 Mei.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT
MINERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp
–
gekamde
Australische, Australische,
HUIDEN SALPETER
Middling
1
locoprijzen
1
__________
F.0. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 tim
–
64i66°
$cts. per
Merino 64’s Av.
loco
B’radford
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KO.
R’damjA’dam
Bé
5.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
1
rides
Oomra
Liverpool per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib. Liverpool
Bradford per Ib.
1i
–
“i”
“j”
0
10
Scts.
‘i”
•
$
cto.
0
10
pence
0/
pence
0
10
pence
OJ
o
pence
0
10
f1.
01
“iT”
ii”
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926 17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25 85,9
24,75 83,9 28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84-
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0 7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
–
1932
8,00
74,1
0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.
1931
10,30
95,4
0.85
50,6
6,08′
.40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7 24,63
71,0
10,11
84,3
Febr,
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58 32,7
3,55
38,0
21,75 39,5
12,00
40,7 22,50 64,8
10,21
85,1
Maart
10,30
95,4
0.66
39,3
‘6,07
40,9
10,90
46,9 9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94.0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
10,00
92,6
0.535
31,5
5,375
36,2
9,40
40,4 8,18 27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
,,
j
uni
10,00
92,6
0.34
205
‘
‘4,24
28,5
9,10
39,1
7,54 25,8
3,01
32,2
22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
uli
10,00
92,6
0.24
5
14,3
3,40
5
22,9
9,25
39,8 7,73
26,4
3,35 35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
Aug.,,
10,00 ,
92,6
0.43
25,9
3,94 26,5
7,20
.31,0
5,94 20,3
2,59
27,7
22,25 40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56
33,2
5,50 37,0
6,55
28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00 36,4
11,00
37,3
18,-
519
6,50
54,2
Oct.
9,90
91,7 0.56
33,2 4,19 28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
503
6,65
55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3 6,80 56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71.
42,3
5,31
35,7 6,30
27,1
4,98
17,0
2,99 32,0
16,25
29,5
9,00 30,5
—
–
6,95
57,9
Jan.
1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
‘30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3
4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
31,6
16,25.
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25
60,44
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3 4,625
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40 61,7
April
8,65
80,1
‘
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
,
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25 26,7 7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2 4,25 28,6
5,80 24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25 28,0 8,88
25,6
7,40
61,7
,,
j
uni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6
5,25 22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,
–
25,9
,
7,40 61,7
uli
8,10
75,0
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
.2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8 9,75
28,1
–
–
Aug.
7,80
72,2
0.86
51,2 4,30 28,9
7,35
31,6
5,71
‘19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70 47,5 Sept.
7,75′
71,8
0.86
51,2
4,370
29,4
7,75
33,3 6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6 5,90 49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9 6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68.5
0.86
51,2
4,60
31,0 6,15 26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435
29,8
5,95
25,6 4,73
16.2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4,16,
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
‘11,50
33,
1
6,30
52,6
Febr.
7,20
66,7
0.38 22,6
.
3,97
26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87e
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2.77
29,6
15,25
27,7 7,75
263
10,75
31,0
6,40
53,3
April
.,,
7,25
67,1
0.37
22,0 3,67
24,7
6,65 28.6
5,18
17,7
2,68
‘28,7
15,75
28,6 7,75 26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Mei
7,15
66,2 0.23
5
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
191 3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
11,25
32,4 6,40
533
29
,,
,,
7,10
65,7
0.21
125
2,89
2
) 19,5
7,65
32.9
5,944
20,3
3,31
4
35,4
17,50
2
)
31,8
8,25
5
)
28,0
11,25
6
32,4
1
6,40
53.3
6 Juni
7,15
1
66,2
1
0.21
12,5
2.89
8
)
19,5.
7,70
33,1
1
1 1
6,40
53,3
1) Jaar- en maandgem. atger. op ‘is pence.
3)
26 Mei.
3
)2 Juni.
4
)31 Mei.
5
)25 Mei.
‘6)
2Mei.
7)
23
Mei.
,
7 Juni 1933
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
45
AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
.
METALEN
BOTER
per K
o
KAAS
Edammer
EIEREN Gem. not.
KOPER
Standaard LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
Leeuwar-
Alkmaar
Fabrieks-
Eiermijn
Locoprijzen
Locoprijzen
Londen
locoprijzen
Londen
Foundr 1,0,,N0,
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash Londen
per
der Comm.
Noteering
kaas
Roermond
100 St.
Londen
per Eng. ton
per Eng ton
per
Eng ton
Middlesbrough
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
kI. mlmerk
per Eng, ton
Antwerpen
Eng. ton
. fine
Ounce
ii
‘iE
“
0
10
£
to
£
–
‘j’
£
Sh.
010
sh.
£
01
sh.
0
10
penèe
–
i;
–
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.17/-
100,0 731- 100,0
67/-
100,-
36.3/6
100;-
85/6
100,-‘
32’l
100,0
1,98.
85,7 43,15
77,l
8,15
88,8
58.11-
93,5 31.1/6 85,3
290.17/6
111,1
86/6
118,5
68/8
102,5
34.2/6 94,3
85/-
99,5
28
11
1
89,3
2,03
87,9
43,30 77,3 7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.10/-
78,8
85/-
99,5
26
3
j4
83,3
2,11
91,3
48,05
85,8 7,99 87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8 227.51- 86,8
,’66
1
–
90,4
62/8
93,5
.25.5/6
69,9
85/-.
00,5
26
1
/16
81,1
2,05 88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.17/6
68,8
85/-
99,5
24
7
156
76,2
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72 73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6 142.51-
54,3
67!-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
851- 99,5
1.713/
1
55,4
1,34
58,0
31,30 56,9 5,35 58,3
36.5/-
58,4
12.1/-
33,1
110.1!-
• 42,0
55/-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
130/
41,6
0,94 40,7
22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8 8.121- 23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16-
27,1
118/-
138,0
1271
40,1
1,61
69,7
32,25
57,6 6,63 72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5
116.81-
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
85/-
99,5
13
7
18
43,2
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.56
36,4
117r16
44,7
5816
80,3
50/7
75,5
12.101
34,6
851-
99,5
121.
2
38,9
1,47
63,6 35,00
62,5 4,94
53,8 45.1/6
72,6
13.3:6
36,2
122.1/-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
851- 99,5
13
7
11
41,8
1,35
58,4 31,60
56,4 4,20 45,8
42.1516
68,9
12.10-
34,3
113.41-
43,2
586
.80,3
4916
73,9
11.12/-
32,1
85/-
99,5
13
1
/8
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075
44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.1316
29,5
85/-
99,5
12
15
1
1
40,3
1,29
55,8
33,50
59
1
8
4,30 46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
.106.2/6 40,5
5816
80,3
47/1
70,3
11.10/-
31,8
851- 99,5
12
7
/8
40,1 1,32
57,1
37,75 67,4 4,40 47,9
34.14/-
55,9 12.15/6
35,1.
11.2.5/6
42,9
58/6
80,3
48/9
72,8
12.111- 34,7
85/-
99,5
1311,
41,2
1,30 1,27
563 550
36,00
64,3
4,98
5,775
54,2
32.151- 52,8
11.1916
32,9
114.19,6
43,9
5816
80,3
47/9
71,3
11.1416
32,4
85/-
99,5
1213/
1
39,9 32,25
57,6
62,9
30.3/6
48,6
11.4.-
31,1
111.16/-
42,7
55/6
76,0
46/7
69,5
10.19/-‘
30,3
91/3
106,8
135!
41,4
1,24
53,7 26,25
46,9
6,275
68,4
28.2/6 45,3
10.96
28,8
101.1/6
38,6
461-
63,0
44/8
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
1313/16
43,0
1,17
50,6 24,75
44,2 7,07 77,0
27.19/6
45,1
11.5/-
30,9
102.-)-
39,0
4416
61,0
43/6
64,9 10.15/6
29,6
110/9
129,5
14’J
45,1
1,18 51,1
21,40 38,2
5,32
0
58,0
27.6/6
44,2
10.16/-
29,6
98.1716
37,8
41j6
56,8
43/3
64,6
10.2/6
28,0
122/6
143,3
145/
44,6
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.18!-
37,8
4116
56,8
42/-
62,7
10:6/6
28,5
120/3
140,7
1371
43,2
1,34
58,0 27,75
49,6 3,79 41.3
26.4!-
42,2
10.5/-
28,1
99.2/6
. 37,9
416
56,8
40/-
59,7
10.-!.
27,6
119/6 .
139,9
14
43,6.
0,98 42,4
23,65
42,2
3,425
37,3
24.181-
40,1
9.9/-
25,9
96.61-
36,8
441-
60,3
40/-
59,7
9.111-
26,4
114/-
133,5
13
3
1
4
42,8 0,99
42,9
19,60
35,0
2,775
30,2 23.81-
37,7
8.
1
616.
24,2
84.156
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25, 2
11013
129.0
13
1
1
40,9
0,82 35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
21.61-
34,3
8.-/-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.9/-
26,1
11219
132,0
1251g
39,3
III
48,1
24,25
43,3 3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91- 32,3
44!-
60,3
3716
56,0
8.13/-
23,9
11316
132,7
12
5
1
39,3
0,96
41,6
19,55
34,9
3,125
34,0
19:216
30;8
7.316
19,7
90.1716
34,7
4216
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
116/-
135,7
12
3
/8
38,5
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72
40.6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-/-
38,6
42/-
57,5
36/6
54,5
9.1316
26,7
118/6
1386′
12″/j
39.9
0,84
36,4
19,70
35,2
4,64
505
25.81-
40,9
9.1016
26,1
109.916
41,8
421-
57,5
35/-
52,2
11.21-
30,7
11819.
138:8
13
40,
5
0,82 35,5
25,50
45,5
5.73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
41-
56,2
34/6
51,5 10.8/6
28,8
121/6
142,1
12
1
/
38,9
0,81
35,1
26,50
47,3
6,65
72,4
21.191-
35,4
8.416
22.6
104.7/6
39,9
401-
54,8
34/6
51,5
10.81-
28,7 125/9
141,2
12
5
/is
38,3 0,73
31,6
22,55
40,3 5,125 55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
39/-
53,4
34/6
51,5
10.71-
28,6
12519
147,2
11’12
35,8 0,73
31,6
21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116 38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.19/-
27,5
122/8
143,5
11
11
/1
36,4
0,65
28,1
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71- 20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.15/-
27,0
120/5
140,8
11′
0
/1
37,2
0,53
22,9
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-/6
32,3
7.10!-
20,6
104.1813
40,1
1431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
/10
38,7
0,54
23,4
18,55
38,9
2,070
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.17/-
42,0
431-
58,9′
3516
53,0
10.816
28,8
12011′
140,4
12
1
/16
39,9
0,52
22,5
21,80
38.9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
36/6
54,5 10.13
1
–
29,4
12316
144,4
13114
41,2
0,50e)
21,6
22,50
3
)
40,2
2,50
27,2
25.56
40,7
8.15 –
24,0
136.14′-
51,9
41/6
56,8
371-
552
11.216
30,8
12313
144,2′
13
1
/
40,7
0,50
7
)
21,6
23,-
7
)1
41,1
1,
2,45 26,7
26.11/6
42,8
9.8/-
25,8
1
148.121-
56,8
4116
56,8
37/-
55;2
11.916
31,7
122(6
143,3
135/1e
41,4
5 Sept. 1932 79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2. van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415K.G.Hongaarsche
415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada.
5)
De jaargemiddeldén zijn berekend uit de gemiddelde prijzen van April, Mei en Juni van
AN GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
‘
KOLONIALE PRODUCTEN
Vb
‘
UREHOUT
S T E E
E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
Standaard
SUIKER
THEE
Zweder/
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra Ned.-lnd.
f.rn.s.
Ribbd Smoked
e’
Lcoprjzen
per
iard
van 4.672 M
5
.
per
per
‘
per 1000 stuks
per 1000 stuks
50 K.G. c.i.f.
Nederland Rotterdam
per
Is K.G.
I5
,
etS
d
loco
R’dam/A’dam
per 100 K.G.
.Java_
en Suma-
trathee
p.
1
12 KG.
per Ib.
f
U/
f
Of,
f
0/
sh.
0/
f
0
/o
ets.
0
10
Sh.
01
0
f1.
0
10
ets.
‘
01
0
159,75
100 15,50
100,-
19,-
100,.
42/6
100,-
35,87
5
100,0′
61,375 ‘100,0
2111,625
100,0 18,75 100,0
84,5
.
100,0
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
’34,-
94,8 55,375
90,2
2/-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
‘ 32,62
5
90,9 46,875
76,4
1/6,375
51,6
19,I2
102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,875
88,9 49,625
80,9
-(10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
‘
27,370
76,3 50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25′
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60
,
51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22/5
52,8
15,370
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
69,00 43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
‘
6,320
33,7
28,25
33,4
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
26/4
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
‘ 8,20 437
66,25
78,4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22(2
52,2
18,125
50,7
26,25
42,8
-13,875
10,9
.8,20
43,7
53
62,7
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5′
22/6
‘ 52,9
18,62
5
51,9 25,50
41,5
–
-13,75
10,5
8,30 .
44,3
45
53,3
125,00
78,2
10,50 67,7
21,-
110,5
2217
53,1
17,50
48,8
24,75 ‘
.40,3
-/3,125′
8,8
9,576
45,7
43
‘
.
50,9
125,00
78,2
,
10,50
67,7
21,-‘
110,5
2110
49,4
15,371
42,9
25
40,7
-13,125
8,8
8,50 45,3
40,25
47,6
110,00
68,9
10.50
67,7
21,-
110;5
22/4 52
1
6
14,120
39,4
25,75
42,0 -13,125
8,8
8,57
1
,
45,7
,
39,50
46,7 110,00
68,9
.
10,50
67,7
21,-
110,5
26(5
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-3
8,4
8,711
‘ 48,6
38,25
45,3,
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
24/8
58,0
14,122
39,4
25,50 41,5′
-12,5 7,0 7,90
42,1
38,50
‘
45,6
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,- 22/7
53,1
13,370
37,3 23,75′
38,7
-12,375
6,7
7,52
5
40,1
37,50
‘44,4
100,00
62,6
10,50
67.7
19,-
100,-
21/0
49,4
13,25
36,9
23
37,5 -12,375
6,7
7,55
40,3
37,75
44,7 100.00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,- 21/2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-/2,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
18/3
42,9
12,75
35,5
23
‘37,5
-12,25
‘
6,3
6,75
36,0
35
41,4′
82,50
51.6
10,-
64,5
18,75
98,7 17/9
41,8
13,12
1
36,6
23
,
37,5 -12,125 6,0
7,35 39,2
32
37,9
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05 37,6
30
35,5
70,00
43,8
9,75 –
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1.
23
37,5′ -11,625
4,6′
6,25 33,3
31
36,7
70,00
43,8
.
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23′
37,5
-1,5
4,2
5,90
31
1
5
‘
29,25
‘34,6
70,00
43,8
8,50
54,8
‘
15,
–
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-/1,5
4,2
562
5
30,0
.
.30,25
.
35,7
70,00
43,8
8,50
54,8
15
,
–
78.9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
‘
39,1
-i1,375 3,9
6,30′
33,6
28,50
33,7
67,50 42,3 8,50
54,8
15,
–
78,9
20/1
47,3
12,375
34,5
24
‘
39,1 -11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
63,00
39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
7
48,4
12,375
34,5
‘
24
39,1
–
1
1,75
4,9
6,575
35,1
22,75 26,9 60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
21/2
49,8
12,75
35,5
25,25 41,1
–
12,125
6,0
6,525
34,8
23,75
28,1
63,50
39,7
58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
26,50 43,2
-/1,75
4,9
6,325
33,7
28,50
33,7
63,50
39,7
‘
.
9,50
61,3′
14,25
75,0
17
1
6
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
–
1
1,75
4,9
5,87
5
31,3
,
,
30,75
‘36,4
65,00
40,7
64,5”
13,75
72,4
17
1
4
40,8
11,75
32,8
24
39,1′
-/1,75
4.9
5,50
29;3
.
28,25
33,4
70,00 43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
16/6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37
5
28,7
25
29,6 70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4 15/9
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7
–
1
1,6
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,375
28,9
23,50 38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25′
31,1
70,00 43,8 9,75
62.6
12,75
67,1
15/5
36,3
‘
9,50
26,5
23,50
38,3
–
1
1,625
4,6 6.07
5
32,4
27,50
32,5
70,00 43,8
9,50
.
613
12,50
65,8 .1616 38,8
9,50
.26,5
23
37,5
–
1
2,
. .
5,6′
,
6,02
1
‘
32,1
‘
26
,5
0′
‘31,4
70,00
43.8
,
‘
16/9
39,4
10,125
28,2
.
23
37,5
-/2,25
6,3
6,-
32,0
26.757)
31,7
70,00 43.8
‘
10,37
5
28,9
23
‘
37,5
–
12,5
7,0
6,50
34,7
4.8.
Alle Pondennoteerjng vanaf
21 Sept. ’31 zijn op goudbasis omgerekend; de Doliarnoteering’ vanaf 20 April ’33 zijn in verhouding van de depreciatie
‘an den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
–
‘ –
466
ECONOIVIISCH-STATISTISCEE -BERICHTEN
7 Juni 1933
Ook de termijnmarkt te L o n di e n was vast; de notee-
rrn’gen luidden aan het einde der week als volgt: Aug.
Sh. 6/1, Dec. Sh. 6/5% en Mrt. 8h. 6/8, ruwsuiker basis
96 pCt. cif. –
De Zichtbare Voorraden bedragen volgens Ozarnikow:
1933
1932
1931
tons
tons
tons
Duitschland 1/5 ……….920.000 1.323.000 1.513.000
TsjechoS1owaki
j
e 1/5 :.. .
375.000
526.000
644.000
Frankrijk 1/5 …………506.000
523.000
660.000
Nederland 115 ………..232.000
222.000
261.000
België 1/4 ……………164.000
153.000
169.000
Hongarije 1/5 …………76.000
66.000
98.000
Polen 1/5 ……………336.000
320.000
438.000
U.K. 1/5 Geïmp. Suiker.
370.000
165.000
195.000
115 Binneni
…..73.000
5.000
36.000
Europa…. 3.052.000 3.303.000 4.014.000
VS. Alle havens 29/4 465.000 661.000 603.000
Cuibaansohe haven’s 29/4 . 1.037.000 1.308.000 1.709.000
Cuba binnenland 29/4 1.865.000 1.990.000 2.250.000
Java 1/4 ……………..2.490.000 163Z.000
713.000
Totaal …. 3.909.000 8.894.000 9.289.000
Waarvan geblokkeerd …..2.070.000 3.247.000 2.810.000
Op J a v a kon de N.I.V.A..S. ca. 18.000 tons Superieur
en ruim 1000 tons bruine suiker, gedeeltelijk afgekeurde
suiker, verkoopen.,
De verschepingen van Java gedurende het tijdvak 1 Apr.il/
31 Maart bedroegen:
1932/33
1931/32
1930/31
Metr. ton’s Metr. ton’s Long ton’s
Bewesten Suez ……..337.500
135.000
4.900
Britsch-Indië ……….426.000
512.000
1.019.400
Japan, Formosa ete
81.900
130.000
284.200
Singapore en Penang .
124.100
149.000
159.800
China, Austra.lië etc
362.200
617.000
638.600
1.331.700
1.543.000 2.106.900
H i e r te 1 and e volgde cle markt schoor’oetend de stij-
ging in het buitenland. De noteeringen op de A m s te r-
d a m s c h e termijnmarkt trokken geleidelijk aan, totdat
Dec. tot
f
6
5
A
verhandeld werd, waartoe verkoopers in de markt bleven. De noteering voor Aug. was
f
6% tot
f
61/4
en voor Maart
f
6% tot
f
618. De omzet bedroeg 7550 tons.
KOFFIE.
Het artikel verkeert nog steeds in dezelfde kalme
–
stem-
ming. De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos liepen
.bij verschillende afladers nog een fractie terug en bleven
hij andere onveranderd.
De gisteren bekend geworden statistiek van Brazilië
bracht alleen cijfers betreffende de verschepingen van Rio.
Tengevolge van werkstaking der ha.venarbeidsrs te Santos
eijn in de vorige week uit deze -haven slechts 5000 balen
verscheept naar Europa en 2000 balen naar de Vereenigcle
Staten. Het cijfer der ‘verkoopen van ‘Santos werd ditmaal
niet ontvangen. Verscheept werden in de vorige week van
Rio naar Europa 53.000 balen tegen 35.000 balen in de
week daarvOOr en naar de Vreen’igde Staten 21.000 balen
tegen 37.000 balen.
Als vernietil in dé vorige week worden opgegeven ‘13.000
balen te Rio en 237.000 ‘balen te Santos, tezamen. 250.000
.balenj
Over de plannen van Brwzilië met den volgenden oogst,
waarover in het vorig Overzicht ‘is gesproken, werd dit-
maal geen nieuws meer ontvangen en het is hier nog on-
bekend, hoe de Braiziliaansche planters, die, zooals te dezer
plaatse reeds is medegedeeld, ‘bij uitvoering van die plannen
40 % van hun oogst tot ,,acrifice prices” aan het Nationale
Koffie Departement .zulln hebben af te staan, op dit voor
–
uitzicht reageeren. In ‘het laatste Overzicht is reeds met
cijfers aangetoond, dat de prijs, dien de Braziliaansche
importeur, dus ook de Braziliaansche planter, op het oogen-
blik na aftrek van alle kosten en uitvoerrechten voor zijn
product ontvangt, belangrijk lager is dan ooit, dus ook lager
dan in 1903, toen de koffiep.rijzen gedaald waren tot 15%
NecI: ets. voor alhier op ceel liggende Superior Santos. Een
der mer:kwaard’igste gevolgen van den tegenwoordigen toe-
stand is, dat van ‘de maatregelen van Brazilië ook ditmaal
wederom, zooa.ls trouwens steeds het geval .is geweest, de andere ‘koffie-produceerende landen in ruime mate hebben
geprofiteerd. ]lmazilië, dat clooreengenomen ongeveer % ge-
deelte van de wereidopbrengst levert, geeft bij de prijsvor-
ming den toon aan en nu de prijzen van het Braziliaansche
product tegenwoordig ongeveer
.
9 %j Ned. et. per %’ KG.
inhouden voor de verschillende uitvoerrechten, diie het land
op koffie hef t, maken de andere producenten – dat zijn
die van de zoogenaamde ,,milds” – thans feitelijk ook on-
geveer 9% ct. meer dan zij maken zouden, wanneer de
groote producent d.ie hooge uitvoerrechte, welke voor het
grootste gedeelte worden aangewend tot betaling van de
koff ie, die vernietigd wordt, niet berekende. Dat onge-
wassohen Robusta koffie, die op spoedige aflading nu aan-
geboden ‘wordt voor 14% 2 16% ct. en dat gewasschen
Robusta, waarvoor op a.flad’ing
20%,
ct. gevraagd wordt,
dan zouden zijn gedaald tot op een basis, waarop de cu’l-
tuur niet zou kunnen, worden voortgezet, is duidelijk. Ook
de verschillende Afrikaansche soorten en de meeste Zuid-
en Cen’traal-Amerikaansche koffie’s zouden dan reeds op
een niveau zijn aangeland, dat ongetwijfeld ruïueus moet
worden genoemd. Het schijnt het noodlot van Brazilië te
zijn,
dat zijn leiders nooit .ku’nnen inzien, dat de door ‘hen
gevolgde koffie-politiek voor ihet land zelf op den langen
duur,op een ramp moet uitloopen en daarentegen voor zijn
concurrenten steeds een door dezen niet genoeg te waar-
deeren voordeel heeft opgeleverd.
De kost- en vracht-aanbiedingen van Santos zijn op ‘het
oogen-blik, pnder aftrek van het op ca. 15 dollaroen.ts ge-
schatte voordeel van cle bijlevering der bekende bonus van
10 %, voor gewoon goed beschreven Super’ior Santos op
prompte verscheping ,ongeveer $ 9.75 h, 9.95 per cwt. en
voor dito Prime ongeveer $ 10.- 2 10.20. Voor Rio type
New-York 7 met beschrijving, prozapte verscheping, komen
de offertes, op dezelfde wijze berekend, uit op ongeveer
$ 8.35 2 8.45. Bij den d011arkoers van, heden staan deze
aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen in goud-
dollars:
Santos Superior – $ 8.25 2 8.45
Prime
– ,,
8.50 2 8.65
Rio 7
– 7.10 2 7.20,
wat gedeeltelijk onveranderd en gedeeltelijk 0.10 gouddollar
lager is dan verleden week. De ‘prijzen in cle eerste hand in Nederlandsch-Ind’ië zijn
voor de ongewassehen Robusta-soorten iets lager, doch voor
gewasschen Robusta ongeveer 1 ct. liooger. De noteeringen
zijn thans aan te nemen op:. Pa’lemban.g Robusta,’ Juni/Juli
.
.erscheping, 14% ct.;
Benkoelen Robusta, Juni/Juli verscheping, 14
5
/
8
ct.; Mand-
heling Robusta, Juni/Juli versoheping, 16% ct.; W.I.B.
faq. Robusta, Juni/Juli verscheping, 20%; ct., alles per
% K.G. cif, uitgeleverd ‘gewicht, netto contant.
De noteer.ingeu aan de Rotterdamsche termijnmarkt lie-
pen % ct. terug. Juni ‘noteert than’s 17 ct. en alle verdere
maanden 1518 ct. per % K.G. De offici’eeie loco-noteering van Su’perior Santos werd
vei-laagd van 24 ct. op 23 ct. per % K.G. en van Robusta van 23 ct. op 22% ct.
De slotnotieringen te New-York waren:
Gemengd contract
Santos contract
(basis Rio No. 7)
(ba’sis Saintos No. 4)
‘Sept Dec. Mr-t. Mei Sept. Dec.. ,Mrt. Mei
6 Juni . . . . $ 5.55 5.39 5.34 5.31
7.86 7.67 7.55 7.50
29 Mei ……
– 5.58 5.47 541 5.41
7.88 7.70 7.61 7.57
22 Mei – . . . ,. 5.35 5.27 5.21-.- 7.66 7.54 7.44-.-
15 Mei ……5.50 5.45 5:42 -.- 7.80 7.69 7.62-.-
Rotterdam, 7 Juni 1933.
IJZER
De onizet op de exportmarkt ‘van ruwijzer is nog altijd
zeer gering. Voor Lux 3 ontmoet men verschillende notee-
ringen, en ‘wel van 34% sh. en 37 sh,. goud t ob. Antwerpen.
Op de binnenlandsche markten valt echter een kleine op-
leving te constateeren. In België is de prijs van Lux 3 met
10 B. Fra. tot 295-.305 B. Frs. gestegen. In Frankrijk is
tengevolge van de toenemende ‘vraag naar staal, alle aan-
dacht gevestigd op de fabricage van Thomasijzer, die gedeel-
telijk ten ‘koste van gieterij-ijser plaats heeft. Vau dit laat-
ste zijn echter nog te groote voorraden aanwezig dan dat de
hier en daar iets uitgebreide vraag veel invloed op -het prijs-
peil uitoefent. De minimum-noteering voor cle Fra.nsche
markt is 195 frs. basis Longwy voor P.L. No. 3. In’ Enge-
land gaat het na een korte luwte in de vraag weer iets
‘beter. Wat betreft de exportmarkt, koesteren de Cleveland-
producenten goede verwachtingen omtrent den verkoop in Scandinavië en vooral Denemarken in verband met de pas
gesloten liandelsovereenkomsten. Het prijsniveau ‘is onge-
wijzigd 0216 franco Tees en 59/9 franco Falkirk.’ Op de staalmarkt vol’harden de producenten in hun vaste
houding. Ondanks de aangekondigde inwerkingtreding van
de ‘verkoopkantoren van het Irka op 1 Juni ji., waarbij de
prijs van .stafijser tot 60/- goud fob. Antwerpen verhoogd
is geworden, ‘houden verbruik en handel zich afzijdig.
Stafijzer noteert momenteel 57/6 goud feb. Antwerpen.