Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 903

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 19 1933

19 APRIL 1983

AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.

EconomischpoStatistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RiJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANG

WOENSDAG 19 APRIL 1933

No. 903
1

NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder.
Voorzitter; C. II.
va’n der Leeuw, Penningmee8ter; Mr. W.
M. van Lanschot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. va.n Wairee.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof: Mr. Dr.
G.
Af.
Verrijn Stuart, Directeur-Seoreta’ris.
ECONOMISCH-S 7’ATIBTJSCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Bas8eit; Jhr. Air. L. R. van
Lennep; Mr. K.
P. van
der Mand.ele; Prof. Dr.
N. J.
Polak; Air. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Air. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd Ud: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart. ledacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van, der Valk.
Secretariaat: Pieter de Boochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
9 AE’RIL 19:3.

In den toestand van de geldmarkt kwam geen ver-
andering van beteekenis. De prolongatierente no-
teerde weder ‘1 .pÇt.; cailgeld bleef
01) Y2
pOt. aarige-
boden en ‘particulier disconto werd voor
7
f1e
pOt. ver-
handelci. Alleen voor schatkistbiljetten was er meer
vraag, zoodat lange looptijden voor
15/ic
pOt. werden
afgedaan.

De Minister van Financiën stelt de inschrijving
open op schatkistpapier op. Donderdag 20 dezer. Aan-
geiboden worden drie- en zes-maands prornessen en
jaarbiljetten tot een totaal bedrag van
f
85 millioen.
* *
*
• Blijkens den weekstaat van De Nederlandsche Bank namen de posten binnenlandsche wissels en ‘beleenin-
gen respectievelijk toe niet
f
322.000 en
f
419.000. De
buitenlandsche wisselportefeuille bleef op gelijke
hoogte; de diverse rekeningen onder de activa der
Bank klommen me-t
f
180.000.
• i)e goudvoorraad blijkt met
f
489.000 te zijn ver-
meerderd, terwijl de voorraad zilver met
f
330.00,0
daalde.. Onder de passiva der Bank liep de biljettencir-culatie niet
f
5,9 millioen terug. De saldi in reken i ng-
courant stegen daarentegen met
f
6,8 millioen, welke
toeneming voor •het overgroote deel voor rekening
kwam van het tegoed van ‘s Rijks schatkist. Het be-
schikbaar metaalsaldo daalde met
f
183.000: het dek-
kingspercentage bleef onveranderd op nagenoeg
83 pOt. staan.
* *
*
Hoewel deze berichtsperiode slechts over enkele
dagen loopt, valt van de wisselmarkt toch nog wel
het een en ander te vermelden: De Dollarkoers onder-
von.d den nadeeligen invloed van de schijnbaar steeds
grooter wordende kans voor inflatie in Amerika,
terwijl het feit, dat het voor particuliere banken tot
nog toe niet mogelijk is geweest goud van de Federal
Reserve Bank te betrekkn – de courantenberichten
doen eerder het tegengestelde vermoeden “-‘– – ongun-.
stig werkte. ‘Velen vinden het dan ook raadzaam zich
van, hun Dollarbezit te ontdbén. De Arnerikaansche
wisselnoteeringen, die in devacantiedagen hier ‘be-
kend werden,’ gaven. een beeld van groote verwarring,
zöödst t6ey de wisselh’an4el hiér: gisteren weder aan-ving het geruimen tijdduiirde, 6er men eenigen vasten

grond onder de voeten had. De koers is de eerste
dagen op ongeveer 2.4775 blijven hangen. Donderdag kwam er ‘s middags, even na de opening van de Ame-
rikaansche ‘beurzen, groot aanbod, dat de koers tot 2.46 deed inzakken; gisteren bleef het aanbod aan-
houden en sloot de koers op 2.4440. Het Pond, dat op
8.46 de week opende, liep aanvankelijk tot 8.4334
terug, waarop gisteren een herstel tot 8.52l’ volgde.
De Dollarno’teering in Londen kwam van 3.4134 op
3.4834-. Marken konden zich verder iets verbeteren:
58.15-58.75, slot wederem lager 58.45. Door een ver-
zachting van de deviezen-voorschriften in Oostenrijk
is het nu mogelijk alle Shillingen, benoodigd voor be-
talingen in het land zelf – maar geen overdrachten
van de eene buitenlandsche rekening op de andere –
in, de z.g. ,,Privat-clearing” aan te koopen tegen de
officiëel vastgestelde koersen, waarop een premie
wordt uitgekeerd, welke premie voorloopig tweemaal
per week wordt vastgesteld. De Shilling komt dan op
ongeveer 26 cen’t De Fransche Franc handhaafde
zich voor de feestdagen boven de 9.75; gisteren liep de koers op 9.74 terug. De Dollar, die in
Parijs
voor
de feestdagen nog ‘25.37 noteerde, viel gisteren •op
25.10 rterug.
Belga’s 34.56-34.52. Zwitsersche Francs
bleven op ongever hetzelfde niveau: 47.86. Lires
hooger: 12.68-12.71. Ook Peseta’s vast: 21-21.10.
T.T. Batavia 100. Oanadeesche Dollars 2.05.

Ponden op één- en drie-maanden veranderden
slechts weinig; het agio is nu
34
resp.
34
c. Dollars

op termijn waren natuurlijk zeer aangeboden en het was heel moeilijk wat ondergebracht te
krijgen; •
de

laatst bekende no’teeringen luidden 125 resp. 350
punten onder contant. –

Door de feestdagen waren de omzetten op de goud-
markt beperkt. Gouden baren deden f1.649, Eagles
2.5034 en Sovereigns 12.20.

LONDEN, 17 APRIL 1933.

De geldmarkt was ook deze week overvloedig voor-
zien van op korten termijn ‘beschikbaar geld. Op Za-
terciag was het zelfs uiterst moeilijk’om saldi over de
Pâaschdagen te plaatsen. De weekstaat van de Bank
geeft belangrijke wijzigingen in de
cijfers
aan, waar-
van de verkoop van een groot bedrag aan ,,securities”
van het bahking department wel de voornaamste is.
Hiermede hield eene vermindering in de totale saldi
der clearing banken verband, hetwelk nog niet tot
uitdrukking kwam in de markt. Integendeel de ban-
ken waren vrij groote koopers van kort papier, waar-
“oor hier en daar prijzen van
34
en % pOt, genoemd
werden. Disconto was dientengevolge zeer flauw tegen Donderdag, op welken dag ditmaal op de nieuwe schat-
kistpromessen moest vïorden ingeschreven; De toewij-
zitig geschiedde dan ook tot pim.
7
/16
pOt.
;
De noteering voor -drie-maands bankaccepten is
al15
pOt. met geringen omzet. Op de deviezenmarkt was het stil tot zich plotseling
Dond erd agn amiddag geprononceerde zwakte in de
iDollarnoteering openbaarde. Het was toen echter
rjwel onmogelijk om te handelen. De n’oteering
stelde zich op 3.45.

318

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

DE BETEEKENIS VAN DE GRAANPRIJZEN VOOR HET

ONTSTAAN EN HET VOORTDUREN DER CRISIS.

1.
inleiding.

Van alle industrieën in de wereld is de landbouw-
industrie verreweg de grootste, en van deze industrie
is de graanproductie, waaronder ook rijst is te reke-
nen, weder de eigenlijke kern. De granen toch zijn het hoofdprdduct voor de voeding van den mensh,
hetzij direct in den vorm van brood, macaroni, enz.,
dan wel indirect door hun gebruik als dierlijk voed-
sel. Het is dan ook niet te verwonderen,- dat de graan-
prijzen een sterken invloed uitoefenen op de prijzen
van tal van overige producten. Zoo bestaat door de
varkensfokkerij zeer duidelijk verband tusschen mais-
prijzen en vetprijzen, niettegenstaande vetten toch ook
uit tal van oliehoudende zaden, walvisschen enz. wor-
den gewonnen, uit bronnen dus die met de granen
geenerlei direct verband houden.
Dat inderdaad de graanoogsten een groote rol in
het economisch leven moeten spelen, ilijkt o.a. uit
de opbrengsten. Deze waren in de vijf v66roorlogsche
jaren van de orde van
f
30 milliard per jaar, in de
,,’boom”-jarea van de orde van
f
50 milliard, en op
heden van
f
20 milliard, indien men de prijzen in
de axporthavens der verschillende landen als basis
neemt.
In de volgende regelen is getracht de lbeteekenis
van den loop der graanprijzen en der graanproduc-
tiC, in het bijzonder ook wat betreft de heerschende crisis, uiteen te zetten. Daartoe zullen achtereenvol-
gens besproken worden:
le. de loop der productie en der prijzen van de
granen vbbr en na den oolog, en de invloeden, die
daarop hebben ingewerkt;
2o. de economische gevolgen van de opbrengst der graanoogsten en •de beteekenis daarvan voor cle we-
relderisis;
3o. de vooruitzichten voor den landbouw. en de
voorwaarden voor een oplossing der crisis.
§ 1. De loop der productie en der prijzen van de
granen v66r en na den oorlog, en de invloeden
die daarop hebben ingewerlt.

In de nevenstaande tabellen vindt men de produc-
tiecijfers der hoofdproductielanden en de inarktprij-
zen te Rotterdam en ‘te Chicago van de verschillende
graansoorten, beginnende met de vbbroorlogsche
jaren 1909/’13 en daarna over de tijdvakken 19211′ 24
en 1925/’29, en tenslote over de jaren 1930, 1931 en
1932.
De
opbrengst
der lJ.R.’S.S. (Union des R6puhlique9
Soc i.alistes Soviétiques) is buiten beschouwing gela-
ten om redenen uiteengezet in de Appendix.
Voor een gemakkelijker vergelijking zijn productie
en prijzen ook uitgedrukt in percenten, waarbij de
gemiddelde vbôroorlogsche cijfers – 100 zijn gesteld.
Voor torwe zijn alle jaren afzonderlijk vermeld, omdat tarwe het leidende graan is, in dien zin, dat
do prijzen der andere granen slechts in zeer zeldzame
gevallen even boven den tarweprijs stijgen, maar in
den regel zeer belangrijk daar beneden blijven. De
volgende ‘beschouwingen zullen zich dan ook in hoofd
zaak tot de tarwe bepalen.
Wat de prijzen van deze graansoort betreft, blijkt
dan, dat, wanneer men den geniiddelden Rotterdam-
schen loco-prijs (zie Appendix) van 1909/’13 = 100
stelt, deze prijs in de jaren 1919 en 1920 tot 285 is
gestegen. De productiestatistieken dezer beide laatst-
genoemde jaren ontbreken; wij moeten ons ter ver-
klaring dezer exorbitante prijzen, tevreden stellen met onderstellingen, die overigens een zoo groote
mate van waarschijnlijkheid hebben, dat geen tegen-
spraak is te vreezen.
Na den wapenstilstand toch in November 1918
heerschte in groote deelen van Europa feitelijk hon-
gersnood, en de graaxcvoorraden waren overal tot een
minimum gereduceerd. Bovendien was de productie

INHOUD:

Blz.
DE BETEEKENIS
VAN DE
CRAANPRIJZEN
VOOR HET ONT-
STAAN EN HET VOORTDUREN DER CRISIS 1
door
Dr. F.
G
. lVaf
Ier………………………………….318

De toekomstige deviezenpolitiek en de positie der circu-
latiebanken door
Dr. E. Verviers ………………323
De mogelijkheid eener industriebank in verband met
Nederland’s industriëele toekomst door
Mr. Dr. B. K.
S’panjaard ………………………………..326

De positie van den Nederlandschen Gulden door
Mr. J. W.
Beyen
met Naschrift door
Mr. D. J. Rulehoff Pol. – – – 328

AANTEEKENINOEN:

De vooruitzichten in de internationale tinindustrie
330

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
331-336
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

op de eigenlijke gevechtsterreinen in het Westen en
in het Oosten voorloopig onmogelijk, en was de vbbr
den oorlog zoo -belangrijke Russische export tdt vol-
komen stilstand gekomen. Europa trachtte tot eiken
prijs het hierdoor ontstane tekort aan te vullen, en
het is dus volkomen begrijpelijk, dat de markt te Rot.
terdana een prijsstijging vertoonde van 100 tot 285.
Er komt echter een sterke prijsval, zoodra in
de eerste dringende behoeften is
oorzien en gelijk-
tijdig de graanbouw zoowel als het vervoer zich weder
eenigszins in de vroegere banen gaan bewegen. Maar
toch bleef de prijs te Rolterdam in de periode 19217’24
gemiddeld op 139 pOt. van die der basisjaren 1909f’13.
Dit is begrijpelijk wanneer men de productiecijfers
beziet. Daaruit blijkt dat Europa in dat tijd-
perk niet minder dan 25 pOt, onder de vbôroorlog-
sche productie bleef, waardoor een sterke vraag ont-
stond, en waarin voorzien moest worden, en ook in-
derdaad voorzien is door een vermeerderde productie
buiten Europa. Deze vermeerderde buiten-E uropee-
sche productie had de stimulans van hoogere prijzen noodig, omdat nieuwe minder gunstig gelegen gron-
den in cultuur moesten worden genomen, terwijl
bovendien de productiekosten waren gestegen. Uit tabel II blijkt, dat zoowel de U.S.A. als Argen-
tinië, Canada en Australië hun tarsveproductie sterk
opvoerden, en daardoor de wereldproductie op bijna
geheel hetzelfde peil bleef als in de periode 1909l’13.
t)

In het volgende tijdvak 192’5/’29 neemt de productie
in Europa voortdurend toe, en is in 1.929 nog slechts
11 pOt. beneden 1909/’13, terwijl gelijktijdig in alle
exportianden, uitgezonderd de U.S.A., de productie
blijft
stijgen,
met het gevolg, dat de wereldproductie
in dit tijdvak gemiddeld 965 millioen quintalen be-
draagt, tegen 872 millioen quintalen in het tijdvak
1921/24, dus 10 pOt. meer.
Nu is ‘het merkwaardig, dat, terwijl deze hoogere
productie een prijsdaling zou doen verwachten, juist
het omgekeerde plaats vond. De
prijzen
stegen zeer
aanmerkelijk: te Rotterdim van
f
12,90 in de vorige
periode, tot
f
14,1, of anders uitgedrukt van 139
pOt. tot op 159 pOt. van het vbéroorlogsche peil.
De verklaring van deze anomalie is te zoeken in
het kunstmatig hooghouden der
prijzen
door de
Wheatpool in Canada en de Farm Board in de U.S.A.,
beide instituten, die op reusacirtige schaal tarwe op-
kochten. Het zou te ver voeren dit alles in bijzonder-
heden uiteen te zetten, alleen zij er op gewezen, dat
reeds in 1927f’28 een prijsdaling verwacht had kun-
nen worden, omdat de voorraad tarwe in de U.S.A.
en Canada van 21.1 millioen quintalen op 1: Augus-
tus 1927 was gestegen tot 31 millioen cinintalen op
1 Augustus 1928.

1)
De bevolkingstoeueming in aanmerking genomen zou
eigenlijk een hooger productiecijfer noodïg zijn geweest om
in de behoefte te voorzien. Deze toeneming toch was in
Europa, Noord- en Zuid.Amerika in de periode
191-1924
5
pCt.; van
1924
tot
1030 7
pOt. In de U.S.A. steeg de
-bevolking ‘van
96
millioen in
1913
tot
112.
millioen in
1924,
dus met rond
16
pOt. Vermoedelijk is er een compensatie
geweest door een veimindering van het gebruik, waar-
schijnlijk een gevolg der hooge prijzen.

19
April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

319

.- Dat zooweldeCanadeesche Vhetpoo1 a1sde U.S.A.
cijfers te 1ag zijn, o.a. omdat de Farm Board aan
Farm Board groote voorraden moesten opnemen om
haar operaties weinig publiciteit heeft gegeven,

en
cen prijsval te voorkomen, blijkt uit de onderstaande
het constateeren van groote voorrtden niet in haar
opgaven der

zoogenaanicle,

zwhtbare

voorraden

in
behtng was.
Oanacla en cle U.S.A., volgens de officiëele statistiek,
Deze toestand werd natuurlijk op den duur onhouci-

01)
1 Augustus van elk jaar, dat is dus op het tijd-
baar, en evenals bij tal van andere-

trtikelen (koffie,
stip, dat cle nieuwe oogst onmiddellijk voor de deur
koper,
enz.)
kwam het tenslotte tot een uitbarsting.
staat:
Tot September 1030 heeft de Farm Board nog ge-
Zichtbare voorraden tars’e in Oanacla en U.S.A.
trachteenigen steun to verleenen, maar toen bleek dat
1

Augustus

1927

.

:1.1

millioeti

(jUilitaleli
1.030
een nog veel grooteren wereldoogst zou brengen
1

,,

1928

.

31.0

.,

,,
dan het gemiddelde der vorige jaren, heeft iien de
1

1929

: .

66.6

.,

..
prijzen li ii vrijen ioop moeten laten, zonder dat even-

«

193()

..

.

;
3••’

,,


ve1 de Farm Board-voorraclen geheel iverdeii geliqui-
:,,

193 t

.

100.1

,,

,,
cleerd.

Er

is

toen

een prijsdali ng

i
igetreden,

waar-

i.Jet

is

zeer

vaarscliijnlijk,

dat

vooral

de laatste
van de geschiedenis der. laatste 1.30 jaren de weer-

‘.[‘abel

1.

Productie van

Granen.
III
lIIjlliUC]lefl
(luifitalen
(
1
quiiital
_

100 ](Ü.

Prijzen


ELI
101
CIn1CIL
Ver.
Aiustra-
.Britseh

Overige
Totiil
Prijs in Old.

Prijs in
Dol-
tinië
Staten
ljë
:l:ndië

lntideii
per
100 KO.

larcents per
loco Rolter- 1bushel loco

dam

Chicago

51
aïs.
010
0/0
/o
0/0
0/
O/
0I
010

Cern

19091’13
158 100 49
100

4
689
100
2
21
100
131
.100
1054
100
7.17
.100
63 100
192.1/’24
119
75
52
106

3
720
104
2
91
lOO
137
104
1054
loo
9.37
131
75
119
1925 ’29
146
92

73
149

2
699
102
2
22
.105
158
120
1098
104
10.12
14.1
92
146
1930

……..
156
90
95
1.94
11
532
77
0
16
76
185
11.1
969
02
6.84
95
83
132 159
100
72
147

.1
652
96
0
17
81
203
155
1104
105
4.22
59
53
84
185
117
1
739
107
. .
3.86
54
32
51
0
erst.
(‘ciii

009/ 13
1’ll
lOO
1
10
100
40 100
1
12
00
ii
100
326
lOO
7.51 100
46 00

1931

……….
1932

……….

1921/’24
11
133
70
2
16
160
39
99
1
30
94
51
100
272
83
.10.13
135
61
132

11

1925/129
:160
84
4
24
240
58
145
1
25 78
54
106
326
00
.10.78
144
71.
154 178
93
3
29
290
73
=157
.

.
22
69
52
102
357
109
5.59
74 36
78
1930

.
……….
1931


141)
.78
5
1)
10
41
107
24
75 75
147
III
95
5.36
71
29
63
1932

……….
70
89
7
17
170
65
1.62
5.04
67
36
78
logge.
(7cm.

1909 ’13
256
100
1
1
9
11)0
267 100
7.82
100
57
100
1021)’24
192
75
4
5
18
200
216
81
12.00
153
88
.154
I9229
221
SO
1
3
14
loo
240
90
12.26
157
101
175
241
94
1
6
iS
200
.
266
100
6.22
80
61
107
193
.
………
77
2
.1
S
89
5
2 13
80
4.55
58 39 68
1.930

………

239
.
:197
93
3
2
TO
lii
4.62
59
36
63
1932

………
1
taver.
Cern.

1909’13
293100
S
100

54
100
166
:100
2
10
100
533
LOO
7.68
:100
39
1 Ô0
1921/
1
24 237
S]
S
100

73
135
185
111
3
S
80
513
96
10.35
1.35
47
120 1925/
1
29
930
273
24
93
86
.10
7
:125
87
64
Go
]iS
120
191 197
115
118
2
3
S
9
80 90
548
ojo
1.03
100 10.46
56
136
72 59
40
151
102
241
82
10
125
5!
94
162
97
2
20 466
87
5.32
69
28
72
193
.
……….
193v ……….
264
90
:12
150
61.
1131180
ioo
4.55
59
21
54

Tabel II.
Productie
van
Tarwe.
Tii
itiilli,,enei,
,1uiiitalei,.
(1
quintal

.100
KO.)

.
Prijzen

Prijs
in Old.
Prijs in
Dol-
i’nro

.
1
Argen-
CCnldi
Ver.
Austra-
ilritseli-
Overige
Tot…d
tijd))
Stateit
ii))
indië
landen
per
100 KO.
larcents per
loco Rolter-
bushel loco
dam
Chicago

0
/0
I
I

0,o
°
/o 0
1
1
0
°
/o
Oh
0/1,
0/0
/o
0/o

Gern

1909/13
413 100
40
100
54
100 188 100
25
100
96
100
49
100
865
100
9.25
100
107
100
1914
‘IS
statisticken)
2.6.26
253
1920
.
26.46
256

Cern.

1919/20
.
26.36
285
254
237

329
52
82
222
35
68
56
544
14.69
.149
276
53
109
236
30
100
45
852
12.62
134

1919
………(geen

343
67
129
217
34
101
61
952
11.57
119
1922

………

288
52
71
235
45
OS
53
842
12.72
131

1.921…………

1923
.

………

Cern.

1921/24
309
75
56
140
98
181
227
121
36
144
92 96
54
110
872
101
12.90
139 133
124

194

………

377.
52
118
184
31
90
.
59
911
.1.7.20
172
1925

……….
739
.
60
=113
226
44 88
58
.
928
.1.5.90
156
1926

………
1927

………
354
.
77
130..
239
32
.
91 66
..
989
14.75
141
1928

………
381

95
154
249
43
79
.65
1066
13.47
132
1929

………39-
1
44 83
220
34
87
71
.933
:12.25
123

Cern.

1..5/’29
369
89 66
165
120
222 224
119
37
148
87
91
64
131
965
111
14.71
159
145
135

397
96 64
1.60
108
200
235
125
58
232
106
110
60
122
1025
119
9.67
.104
96
90
1930

………
1031

……..408
99
60
150 88 163
245
130
52
208
94
98
56
:114
1003
116
5.55
60
66
62
98 63
157 117
.217
198
1-05
1932-…
.
….40t
54
21.6
92
96

.

5.22
56
53
49

320

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

gade niet kent. Van
f
14.71 in 1925/29 daalde de
prijs in 1931
0
1)
f
5.55; in 1932 op
f
5.22, en was in
Februari 1933
f
4.77.

Het is aan geen twijfel onderhevig, dat deze
geweldige prijsval het gevolg is van een productie
grooter dan het gebruik, en liet voorhanden zijn van
groote voorraden, liet onderstaande extract uit tahel ii spreekt voor zichzelf.

Verhoudingscijfers:
1909113 = 100.
Wereldtarwe-

Tarweprijs loco
productie

Rotterdam

1909/13
………..
100

100
1919/’20 . ….
statistieken ontbreken

285

:1921/24
………..
101

139

1925/129
…………
111

159

• 1930
……………
119

104

1931
……………
116

60
:1932
.

…………..

114

59

:I)c prijsval moest komen, toen Europa zijn productie
weder tot het vroegere peil opvoerde, en de buiten
Europa gelegen landen hun na den oorlog reeds sterk
uifgezette productie nog verder vergrootten, maar het
prijsverschil zou veel en. veel kleiner zijn geweest,
wanneer niet de Wheatpool en Far.m Board hunne
omineuze politiek van prijsregeling hadden toegepast.
Men heeft de
prijsdaling
ook aan, andere oorzaken
willen toeschrijve’n, zooals daling der productiekosten
door mechanische inrichtingen, verandering van de ‘aarde van het geld, enz. maar deze invloeden zijn,
zoo ‘zij al iets tot den prijsval hebben bijgedragen, in
ieder geval van ondergeschikte beteekenis.
Trouwens een crisis als thans is niets nieuws, wij
hebben die ook beleefd in de jaren 1890/1896. Om-
streeks 1890 ‘verscheen Argentinië als tarwe-expor-
teur op de wereldmarkt, met liet gevolg, dat de prij-
zen daalden tot een niveau geheel onbekend zoolang.
de tarweprijsstatisrtiek bestond, die al dateert van 1800.
De bekende Broomhail’s grafische statistiek geeft
een overzicht van de ,,Oash Wheat”-prijzen te Chica-
go. De onderstaande gegevens zijn daaraan ontleend:
Tarwoprijs in dollarcent per busliel.
1844
…………….
99
(laagste prijs tussehen
1800 en 1877)
1887-1891
gemiddld ……
89
1892
……………
81
1893
……………
69
Broonha1l geeft als kort coinnen-
1894
……………
59

taar
1893f94:
Superahundance.
1895
……………
65

Financial crisis.
1896
……………
67
1.893-1896
gemiddeld…….
65
1897-1906

.,

84
1907-1913

,

104
De toenmalige crisis in cle graanprijzen is door ge-
heel dezelfde oorzaken ontstaan, én had dezelfde ge-
volgen als de huidige. Toch is er quantitatief een
groot :verschil. Immers de gemiddelde prijs ‘der
periode 1887/’91 was 89 cents, terwijl 1894 den laag-
sten prijs ‘bracht, namelijk 59 cents, een daling dus van
30. cents, o:f 34 pOt., terwijl de val van 1025/20 ‘tot
1032 is geweest van 145 cent op 53 cent, verschil 92
cent, of 64 pOt. Het vroegere laagterecord zoowel als
de relatieve daling zijn dus in de hu’idige crisis met
stukken geslagen.

Dit quantitatieve verschil tusschen 1.890 en 1.032 is
volkomen in overeenstemming met de oorzaken, die
tot den prjsval voerden, in 1.890/1896 toch, éin land
dat met een nieuwe productie op de markt komt, thans drie continenten, waar het evenwicht in de
voort’brenging door den oorlog grondig is verstoord,
welke verstoring nog is verergerd, doordat aan de
prijzen niet hun vrije loop is gelaten, maar deze
tijdelijk kunstmatig zijn opgevoerd.
Over de.productie en prijzen van maIs, gerst, rogge
en haver kunnen wij kort zijn. Evenals van tarve is
de productie dier granen in Europa in de jaren 1021/
’24 met 20 A 30 pOt. afgenomen, en dit tekort is door
een vermeerderde ‘buiten-Europeesche productie vrij-wel aangevuld. De productie is echter in Europa min-
der snel opgevoerd dan bij de tarwe, en de totale
weteldproductie is slechts in enkele gevallen iets
boven de v66roorlogsche gestegen.

Er zouden o’er het verloop van de productie der

overige granen nog wel enkele interessante opmer-
kingen zijn te maken, maar deze blijven hier achter-wege, omdat zij met het doel van deze ‘beschouwing
geen direct verband houden.

De prijzen van maïs, rogge en haver hebben in het algemeen den loop der tarweprijzen op meer of min-
der verren afstand gevolgd. Voor gerst trad op een
zelcer moment een betrekkelijke schaarschte in, die
gedurende korter tijd den prijs zelfs even ‘boven den
tarweprijs deed komen.
Resumeerende is tot nu toe gebleken:
lo. dat de oorlog een geweldige evenwichtsversto-
ring heeft gebracht in de wereldgraanpr’oductie, in
hel; ‘bijzonder omdat de Europeesche tarweproductie
aanvankelijk 25 pOt. beneden cle v66roorlogsche bleef;
2o. dat dientengevolge de prijzen sterk omhoog lie-
pen, hetgeen een productievermeercler,ing, in hoofd-
zaak in de U.S.A., Argentinië, Canada en Australië
tengevolge had; /

3o. dat Europa langzamerhand haar oude plaats
onder cle producenteu weder ging innemen;

4o. dat evenwel de overzeesche ‘tarweproductio niet
inicromp, integendeel nog steeg;
5o. dat dit mede veroorzaakt werd doordat gedu-
rende meerdere jaren de prijzen kunstmatig werden
hoog gehouden door manipulaties van Wheatpool en Farm Board;
6o. dat tenslotte de kunstmatige pi-ijzen niet icon-
den worden gehandhaafd, en toen een prijsdaling is
ingetreden tot een laagtepeil, dat in de laatste 1.30
jaren niet is voorgekomen;

7o. dat in 1800f 06 een soortgelijke crisis heeft ge-
heerscht door ‘het optreden ‘van Argentinië als graan-
exporteur.

§ 2.
De economische gevolgen van de opbrengst
der graanoogsten en de beteeirenis daarvan
VOO?’
de wereldcrisis.

Teneinde de beteekenis der graanprodiictie in het
juiste licht te stellen, zou liet wenschelijk rijn van
elk land te weten welk bedrag door den eigenljken
producent, den landbouwer, voor zijn graan, werd ont-
vangen. Uit den aard der zaak zouden alleen gemid-
delde waarden lcunnen wordeo gegeven, maar ook dit
is in de ‘meeste gevallen niet wel uitvoerbaar. De
eene ‘boerderij toch kan’ ‘b.v. door haar ligging op kleinen afstand van een meelmolen, een gunstiger
prijs ontvangen ‘dan de andere, wier oogst alleen door
een groot spoor- en watertransport op de plaats ‘var
bestemming kan komen, waarbij daLi bovendien in
vele gevallen één of meer handelaren hun tusschen-
Icomst moeten,,verlee]ien. Men denlce verderaan de
complicaties, geschapen cl oor ,i nvoerrechten, côntin –
genteer.in.gen, maalgeboden, enz. De ‘vraag, wat de
lancl’bouwer ontvangt, is clan ook in vele gevallen door
het ontbrelcen van gegevens niet voor beantwoording
vatbaar en zou in tal van andere gevallen een zon-
danig uitgebreid onderzoek vereischen, dat hiervan
is afgezien.
Om echter te doen zien van welke orde cle cijfers
der wereldgraanproductie zijn, zullen wij voor de over-
zeesche landen uitgaan van cie
prijzen,
die in de
groote exporthavens ‘van de La Pla’tarivier, New-York,
Montreal, en in die van Australië, in den loop van een
jaar werden bedongen. Men komt dan tot een ‘be-
naderde wraarde van den .geheelen overzeeschen oogtt,
omdat in de exportlanden ook de ‘binnenlandsche prij-
zen tenslotte worden bepaald door, of juister gezegd een functie zijn van den bij export te bedingen prijs.
De
prijzen
voor Britsch-Indië volgen ook in groote
lijnen de wereldmarkt, en hetzelfde is het geval met
cie overige kleine productiegehieden.
Voor Europa is de oplossing minder eenvoudig,
aangezien bv. de Donau-landen
uitvoerlanden
zijn, en
hun prijs in het binnenland dus evenls hij de over-
zeesche landen afhankelijic is van den prijs, die hij
export
kan worden ‘bedongen, ‘behoudens even’tueel
verschil in de zeevracht. Daarentegen zullen de Euro-

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

321

peesche landen, clie aangewezen zijn
01)
invoer
(Enge-

land, Nederland, enz.) een
bin.nenlandschen
prijs heb-

ben, clie een functie is van den prijs in hun
import.-

havens,
dus bv. voor Nederland van den Rotterdam-
schen marktprijs.

Waar evenwel ons doel niet is een nauwkeurige be-
cijfering, maar slechts de orde der cijfers vast te
stellen, nemen wij als basis zoowel voor Europa als
voor de overzeesche landen., ‘dcci Rotterdamschen loco-
prijs, en voor rijst den prijs cif. Londen, verminderd
met de zeevracht en de overladings- en andere kosten
te Rotterdam, die wij over de periode 1925J’29 gemid-

deld op
f
115 per 100 KG. ramen.

Uitgaande van de gemiddelde Rotterdamsche prij-
zen, -verminderd met
f
1.15, en van het gemiddelde
van de oogsten der jarén 1925r29, blijkt uit onder-
staande berekening, dat de wereldoogst in dat tijdvaic
per jaar een opbrêngst heeft geleverd van pl.m.
f 47

in i 11 ja id.

tVei’eld-

Gemiddelde
productie
1
{otterdnnlsclle
1925/29
1oCO)rijzen
Gemiddeld
1925/29
per jaar
mninus

f
1.15
Waarde:
in

iii 11fl
oemi en
iii

gil ide is
in miii
i
oenen
qui ii tal en
per
mi
inn te al
guldens

Tarwe

. .
965
13.56
13.085
Maïs


1.098
8.97
9.849
Gerst

– .
326
0.63
3.139
Rogge

. .
240
11.11.
2.666
Haver

. .
548
9.31.
5.102
‘Rijst

..
.
855
15.65
13.381

Waarde:
f 47.222 miii

Het zij opnieuw gezegd, dat ‘bovenstaanci totaalbe-
cirag een benaderde waarde is, die met een onbekende som moet verminderd worden. om
tot de zuivere op-
brengst van den landbouwer te komen.

Met veel grooter nauwkeurigheid kan echter be-
rekenci worden het
verschil
tusschen de ontvangsten’
der landbouwers in 1925f’29 en b.v. het jaar 1932. De
onkosten toch, die ontstaan
sia.dat
de landbouwer zijn
graan aan een naastbijliggend spoorwegstation of
inlaadpiaats, of per as aan ccii handelaar heeft ge-
leverd, (overlaadkosten, spoor”rachten, enz.) mag
men, zon.der groote fout aannemen, dat onveranderd
zijn gebleven, met uitzondering der zeevrachten.
in de hier volgende becijfering is met deze verlaging
rekening gehouden door de Rotterdamsche prijzen van
1.925129 ‘te verminderen met
.f
1.15 en die van 1932
met
f
0.85. Na deren aftrek verkrijgt men den
prijs in de exporthavens der verschillende landen.
Aannemende, dat de overige kosten in de verschil-
lende landen
dezelfde
zijn gebleven, is ‘het verschil
tussehen. de opbrengsten in 1925/’29 en 1932 dus ge-
heel gedragen door den laudbouwer.

In- onderstaan.den staat is dit verschil wederom be-
rekend over de gemiddelde productie der jaren
1925f 29.
Wereld-
”erschii productie
tnsschen
1925/29
prijzen
Gemiddeld
1925/29
Verschil
per jaar
en
1932
in
in millioeneri
iii

.
ni iii 10e nen
quintalen
guldens
guldens

Tarwe
. .
965
9.19 8.868

Maïs

. . .

1.093
5.96
6.544

Gerst

. .
326
5.44
1.773
Rogge

..
240
7.34
1.762
Haver

. .
548
6.16,
3.376
Rijst

. .
8.55 8.50
7.267

Verschil:
f 29.590 miii.

Een verbijsterend cijfer, groo”ter b.v. dan de geza-
men ljke j aarlijksehe Staatsuitgaven van’ Engeland,
Frankrijk, Duitsehland, Italië en de Vereenigde
Staten.
Nog meer ontstellend i1 deze teruggang wanneer
men bedenkt, dat alle andere landhouwproducten, wier

‘prijs van de granen afhankelijk is, ‘een dergelijke
daling hebben ondergaan. Het behoeft wel geen betoog, dat een dergelijk ver-
schil, waar ongetelde millioenen mensehen bij be-
trokken zijn, een geweldige verstorJng van het econo-
misch evenwicht heteekent, des te grooter omdat het
evenwicht in de ,,boom”-jaren reeds zoo sterk ‘er-
broken was, maar in omgekeerde richting.- Het is dan
ook duidelijk, dat de invloed van deze prijsverlaging
de vraag naar industriëele producten sterk moet ver-
minderen, terwijl juist in de .,boom”-periode deze
vraag abnormaal hoog was geweest. Deze abnormale
‘vraag toch is zeker voor een zeer groot deel door de
hooge inkomsten der landbouwers ges4imulee±d, zoo-
als thans het gemis van vraag samenhangt ‘met de
phenomen ale prijsverlaging van alle landbouwvoort-‘brengselen, in de eerste plaats van het toonaangeven-
de product, de granen.

De heteelce’nis van den prijsval zal nog meer duide-
lijk worden, wanneer de gevolgen voor de groote
graanexpor teerende overzeesche en Europeesche lan-
den meer in
bijzonderheden
zullen worden bezien. De
invloed van de ‘prijzen manifesteert zich in die landen
zoowel in het binnenland als bij den export. In Cana-
da, Argentinië en Australië, allè landen met grooten
export in verhouding tot hun binnenlandsch ge’bruilc;
is natuurlijk de waarde van den export van overwe-
gende heteekenis voor hun welvaart, terwijl bij de
U.S.A. met relatief kleinen export, de invloed vooral
in het binnenland tot uiting zal komen, en Europa
een bijzondere p1aats inneemt.
Bepalen wij ons allereerst tot den export, daji
vindt men in onderstaanden staat de ‘hoeveelheden en
de waarden der uitvoeren van de verschillende lan-
den in de periode 1925f’29 en in ‘1931. Onder uitvoer
is steeds verstaan het excedent van den uitvoer ‘boven den invoer, en voor de prijzen zijn wederom genomen
de Rotterdamsche prijzen, verminderd met de zee-
vrachten en de kosten te Rotterdam, die wij voor de
eerste periode hebben geschat op
f
1.47 per 100 KG.
voor aanvoer uit A7gentinië en Australië en op
f
0.83
uit U.S.A. en Canada; en voor 1931, respectievelijk
op fl.08 en f 0.69.

Uitvoercijfers.

Tabel III

1925/’29
1931

QOG,)
VC

==
QG)

=

C)Ct

=
VCfl
==
Cfl)
2
,=
e

.Argentinii’
Tarwe

………….
44
582
37
165
55
476
97
304
2
19 2
8
.iaïs

……………

1


11
1
3
Gerst ……………
logge

…………..
4
36
6
21.
.lTaver

………….

1124
501
623

Cam’i admu:
82
1138
60
292
0 0
0
7
70
5
23 23
1
4
‘aver

………….2
I’E
1.9
1
4
.

2

1250
323 927

Tarwe

………….

Ver. Staten

Mais

……………0
(l
erst …………….

w

Tare

…………
583 29
141

ilogge

………….2

46
1
3
60
2 9
57
0 0

MaIs

……………5
Gerst
……………6

19
0
0
logge

………….5
Haver

………….2

.
612
765
153

Australië:

.


26
344

42
188
0
0
0
0
0
0
1
4

Tarwe

………….
‘.liaïs

…………….

0
0
0
0
Gerst ……………
logge

…………..
0
‘O
0

0
i
i.avei:

………….

152
344
192

322

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

Omtrent deze cijfers zij het volgende opgemerkt.
Een mi ndere eX)OrtopbreflgSt vati
•f 600
in1lioen
is
voor .Argenti nië van overwegende beteekenis, wan-
neer men bedenkt, dat dit land slechts 11.6 millioen
inwoners telt. Dat de valuta, die in
1925
geheel op
goudbasis kon worden gebracirt, al spoedig na den
prijsval van liet graan begon te waukelen, is volkomen
begrijpelijk, temeer omdat de granen in hun val lijn-
zaad-
en vleeschprijzen meeslepten. Dat de koop-
kracht voor ‘bui teniancische iuclu.strieproducten sterk verminderde, behoeft nauwelijks vermelding.
Oanada is, voor zoover cle granen betreft, in nog
heviger mate getroffen daar de expnrtwaarde daalde
met
f 900
niillioen. Dat van daar hevige klach ten
komen over buitengewoon ougunstige economische
toestanden en cle Canadeesche dollar
15 â 17
pOt.
cleprecieercle, is volkomen begrijpelijk, vooral va’n-
neer men ook hier rekenig houdt met het aantal
inwoners, dat in
1931 1.0.300.000
bedroeg.
Dat in Australië, met
6.5
milhioen inwoners, bijna
onmi ciclellijk na den prijsval der granen, een alge-
meene débâcle in trad, is bekend, en vooral duidelijk
wani neer men rekening houd t met het feit, dat de
stijging van den uitvoer van gemiddeld
26
millioen
cointalen in
1925r29
tot
42
miliioeu (luintaleti in
1.931,
een gevolg is van het feit dat de bebouwde
oppervlakte ecu uitbreiding heeft ondergaan, dus:
hoogcre procluctiekosten, maar dat cle opbrengst per

‘Iui
ntaal is gedaald van
f 1.3.24 op f 4.47,
zoocla t waar-
schijnlijk deze meerdere uitvoer niet alleen geen
winst, maar integendeel verlies heeft opgeleverd.
De uitvoer van de U.S.A ..is eveneens met,
.f 600
niiilioen teruggeloopen, mair cle beteekenis van dit
cijfer voor een land met
122
millioen inwoners, is
li
natuurlijk betrekkelijk ‘gen g. Daarentegen is cle in-
vloed der
prijsverlaging
in liet binnenland zeer be-
langrijk, zooals straks zal blijken. Wat Europa als geheel betreft, is de gedaalde graan-
Prijs een voordeel geweest, doordat het importbedrag
kleiner werd, maar claaren tegen een groot nadeel voor
cle in Europa op export aangewezen landen, i ci h d
oof
zaak dus de Donau-landen. De invloed van de prijs-
daling is verder moeilijk na te gaan, omdat de meeste
landei, Nederland incluis, afweermaatregelen heb-
ben genomen tegen den import van granen tegen lage
prijzen.
Thans nog iets over dc beteekenis der prijsdaling voor de U.S.A., het land, waar liet ‘binnenlandsehe
gebruik vele malen grooter is dan de export.
De vraag zou kunnen gesteld worden : Staan niet tegenover de geringere ontvangsten van den land-
bouw, cle geringere kosten voor voeding van de ge-heele bevolking? Wordt cle dal ing der graanprijzen
hierdoor niet gecompenseerd? Zonder twijfel nioet
deze vraag tot op zekere hoogte bevestigend worden
beantwoord, maar toch is, zooals zal blijken, deze corn-
pensati e volkomer on toerei ken cl om de gevolgen,
voortvloeiende uit de mindere inkomsten der farmers,
te neutrali seeren.

in de eerste plaats toch is te bedenken, dat op de
prijzen van
1.931132.
cle graanbouw met zeer aanzien-
lijke verliezen heeft gewerkt, zooals in liet derde
gedeelte van dit opstel nader zal worden uiteengezet.
Dit verlies moet in de eerste plaats in ‘mindering
worden gebracht van het voordeel, dat, de rest der
bevolicing genoten heeft door de lagere voedselpnijzen.
In cle tweede plaats is het echter waarschijnlijk,
dat, afgezien van de directe verliezen, oolc het n:ithlij-
ven van winsten voor den landbouw, een groote des-
organisatie in cle vraag naar industrieproducten heeft
doen ontstaan, e.n daardoor een groote outreddering
i:n tal van :industriëele bedrijven heeft teweeggebracht,
niet de belcencie sneeuwbalwerki ng, en tenslotte werk-
looslieid en verliesgevende explo i tdnti es tengevolge
heeft gehad. Zonder twijfel is b.v. de zoo sterk ver-
minderde vraag naar auto’s voor een deel op rekening te stellen van de verminderde vraag der landbouwers.
Dat in de ,,boom”-jaren tal van niet levensvatbare

cid utni eën werden opgericht, en vele andere boven-
matig uitgebreid, heeft natuu rlijlc medegewerlct om
cie crisis te verseherpen.
liet is cia.n ook zeker, dat liet voordeel der lage
voedingsmidclelenprijzen, verre wordt overtroffen door
de ïnclustriëele ontreddering, in hoofdzaalc veroor-
zaak t door cle verliesgevende land’bouwexploitaties.
Wat cle prijsval in liet bijzonder voor cle U.S.A.
beteekent, blijict uit cle volgende tabel. Daarin is
wederom berekend het bedrag, dat cle landbouwers in
1932
voor hun granen iii incler hebben ontvangen dan
in
1,925129.
Voor deze berekening was liet nato urlijk
aangewezen liet verschil (er Ohi.cago-marktnoteerin-
gen te gebruiken, en om cle vergelijking gemakkelijk
te maken, wederoyn cle gemiddelde oogst
1025129
als
i’asis te nemen, hetgeen met te meer gerus’theid kon
geselneclen, omdat cle oogst 1. Augustus
1931-
tot
1, Augustus
1932
niet veel afwijkt van liet gemiddelde
cijfer over
1925129.
.0e jaarprocluctie is vernield in ‘bushels

1
bushel tunve
=
27.1875 .KG.
1

,.

mais
=
25.375
gerst
=
21.75
.1

,,

rogge
=
25.375
1

..

lui
ver
=

15.4

Pi’ijsverscli ii Gemiddelde
tusseheti
jaarproductie
1.925129

cii
Ver. Staten
1932
te
Minder
1925120 Chicago
opbrengst
in nuilioenen

in
dollarcenteit
in

inilliociten
bushels
per bushel
dol lars

323
92
757
Maïs

..
.
2.752
60
1.651
(lerst

. .
267
35
93
logge

. .
55 65
,
35
la ver

. .
.1.240
28
347

Minder opbrengst: $
2.SS3 miii

Zooals reeds vroeger uiteengezet, wordt de prijs van bijna alle overige land’bouwprodueten door de
graaitprijeeu heheerseht, hetgeen door cle cijfers van liet Department of Agricolture vorclt bevestigd. Vol-
gens deze bedroeg de opbrengst der landbouwprodue-
tea in
1929 $ 11.05
mill.iard, tegen $
5.24
milliard in
1931.
t)

Gegeven bovenstaande cijfers is het mi. niet be-
twi st,baa,r, dat cie lancibon wkrach cle hoofcloorzaak is
van de ongekende depressie, die over cle wereld is
gekomen, en liet aanhouden der lage prijzen cle oor-
zaak is van den langen duo r dezer depressie.
Men zou tegen deze voorstelling van zaken kunnen
aanvoeren, dat cle eerste beursdebâcle in October
1029
begonnen is, toen van een prijsdaling der granen nog
geen sprake was, en dat deze daling dus in ieder ge-
val ook andere oorzaken moet hebben. Dit is incier-
daad liet geval, want over cie geheele wereld hadi zich

1)
Onder cle iandbouw’pioducten, clie geen verband ‘hou-
den niet de graanprijzen, is cle katoen voor cle U.S.A. hoogst
belangrijk.
Zij
is liet tweede artikel, waarin door cie heil-
boze man ipulaties van dcii Farni .l3oard ccii ongekende
prijsval heeft plaats gehad. Evenais’bij gratien, kocht dc
Fariti J3oarcl retisachtige hoeveelheden katoen out de prijzen
hoog te houden, niet liet gevolg, lat, toen in het najaar
van
1932
niet liet lyi’ntienhaleii van den oogst zou worden
begonnen, cle voorraad was gestegen tot
12.911.000
balen,
dat is hij tot een jaarprodnctie.
l.I.ier volgen nog eenige cijfers, clie de beteekenis van deze
cultuur voor U.S.A., ook als exportartikel, doen zien

Gemiddelde
jaarproductie

van katoen

Waarde in

Export in
iii balen

mii] ioen ei

in ii] i 0e ne ii

i’miii
500
Iba.

dollars

dollars

925(29 . . 15.240.000

1.432

822
1930/31

. .

13.756.000

715

359
1931132

. ., 16.629.000

532

280

De mindere opbrengst van dien oogst 1931/32,
vergeleken
met de gemiddelde oogsten
192.5129, is
dus
$900
millioen.

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

323

een wilde speculatie in beurswaarcien ontwikkeld, die
eindelijk topzwaar werd en ineeiistortte. Maar zoo-als ‘bekend, loopt cle beurs de toekomst vooruit, en
het lijdt geen twijfel, dat ingewijden de voorweten-
schap hadden, dat een ineenstorting der graanprij-

ze.n
01)
korten ‘termijn te wachten was, en de Farm
Boarci dcii toestand niet langer zou kunnen be-

heerschen.

Dat inderdaad na October 192f) de prijzen spoecli.g
daalden, blijkt uit de volgende cijfers:

Prijzen per 100 1G., loco Rotterdam.

Tarwe
Maïs
Juli

1929

……..
f 12.80 f 10.92
November

1929

…..
11.77
,.

8.70
Juli

1930

………
.,

9.55
,,

7.88
November 1930

……
7.25
..

4.72

Tarwe was dus in November 1930 reeds. gedaald

tot
Op
56 pOt. van den prijs van Juli 1929, en mais

tot 01)
43
pOt. In Febrnar.i 1931 was de tarweprijs

gedaald tot op
f
5.77, en is sedert dien nog verder
gevallen. De prijsdaling zou echter veel snell2r heb-
ben ingezet wanneer niet. de Farm Board voortdurend

had gein terven iëerd.
Resumeerende kan uit het lovenstaande gccon-

cl u cieerd word en
lo. dat dc graanproduceriteii over de geheele wereld
in 1932 een mindere opbrengst hebben gehad van circa [29 milliard, vergeleken met het gemiddelde
der opbrengsten der ,,’boom”-jaren 1925129;

2o. dat de hooge prijzen in cle ,,booin”-periode niet
door een normale werking van vraag eTn aanbod zijn tot stand gekomen. maar dat de acties van cle Wheat-
pool en cle ‘Fecleral Farin Board cie prijzen hebben op-
gczet en hoog gehouden, zoonis o.a. blijkt uit het feit,
dat cle tarwevoorraden reeds van 1927 op 1928 een
sterke toeneming vertoonden, welke stijging in cle
volgende jaren in nog sneller tempo voortging, zon-
der (lat een prijsverlaging intracl;
3o. dat deze hooge opbrengst der granen zeker een
machtige factor is geweest in liet ‘totstandkomen der
,,hoom”-periode in het algemeen
4o. dat in ieder geval cle lage graanprijzen, met als
gevolg lage prijzen van bijna alle andere landbouw-
producten, de oorzaak zijn van den langen duo r der

(lcprcssie;
5o. dat dus voor een werkelijke opleving, een der
hoofdvoorwaarden zal zijn een veabctering in de

graanpr.ijzen.

(Slot volgt.).

.1′. G.
WAI.LER.:

A.ppe,duc

De productiecijfers in dit opstel zijn ontleend aan de.
publicaties van het Institut International cle 1
1
Agrieiilture

te Rome.
Wanneer gesproken wordt van bv. de oogst
1931
dan
is daarmede op het Noordelijk halfrond bedoeld cle ieriode t Augustus
1931
tot
31. Juli 1.932
1
en op het Zuidelijk half-
rond de. periode 1. Januari
1931
tot
31
December van dat-
zelfde jaar.
Dc iii tvoercij Iers loopen over deze] fd e periodes.
Tarmve,neel is omgerekend in ta rwe door vernienigvul cli-
ging, niet den factor 1/
ilij de procluctiecijfers der verschillende granen iii .liiro1)a
is geen rekening gehouden niet de productie in Europeesch
en Aziatisch Sovjet.Rusland, maar wel met cle productie
van cle deden van het vroegere Rus’la.ncl : Ratland, Letland,
Litauan, Polen en een deel van Roemeii6. De productie
dezer laatste landen vOOr
1914
heeft men afgeleid uit cle
Tsaristische statistieken.
De statistici zijn omtrent de productiestatistiek der
U.R.S.S. (Union (les Républiques Socialittes Sovidticlues) ietmva.t sceptisch gestemd, en waar deze pro:lnctie op cle
ivereldprijzen alleen een invloed heeft voor zoover er een
exeedent uitvoer of een excedent invoer aanwezig is, ineen-
den wij de productiecijfers van U.R.S.S. niet in cle statis-
tiek te moeten opnamen.
De cijfers van invoer en uitvoer d aarentegen zijn mccl
betrouwbaar, •zoowol voor het Tsaristische tijdperk
1909/13
als voor de jaren
1921
en ‘volgende onder Soviet regime,

en wij hebben daarom een exceclent uitvoer als Europeesche
productievermeerdering, en een excedcnt invoer als rode-
tievermindcrin’g in rekening gebracht, hetgeen vooral voor
den uitvoer geen onjuistheid van eenig belang oplevert,
dtndat deze in ieder geval voor verreweg het grootste ge-
deelte in Europa is geplaatst.
Voor dc tarwe volgen hier de details:
Prodiimctie tenue Emo’opa.
In millioenen qnintalen.
(t quintaal = 100

Productie Europa
inbegrepen de

Verminderen Verineerdercn
de ex-Russische

met Invoer niet Uitvoer
gebieden

in U. R. S. S. uit U. R. S. S. Estiand enz.

Totaal

1909/13

370

43

413
1921

331

2

329
1922

283

7

276
1.92%

340

3

343
1924

286

2

288
1925

378

1

377 1926

329

10

339 1927

346

8

354

1928

383

2

381
1929

394

394

1930 .

372

25

397
1931

390

18

408

Wat de prijzen betreft, zijn voor Rotteidani sinds
1925
de gegevens gebruikt van deEcononiischStatistisehe iie
o
,jc’hteii. Van ‘vOOr dien tijd heb ik betrou mvbare opgaven
van particulieren ontvangen, dic ik hij deze hartelijk dank
zeg voor ho nne mcd ewerki ng.
De prijzeil te Rotterdam zijn gereduceerd op goud waarde
o dejaren dat de•guldcn gedeprecieerd was.
Je 1021
was
deze depreciatie
19
pot., later slechts enkele perceumten,
sedert
1925
nihil.
Bij voorkeur heb ik van cle Rotterdamsche prijzen ge-
bruik gemaakt, omdat de markt daar steeds geheel vrij
is geweest, cmi de gelddcpreciatie slechts korten tijd bela ng.
rijk was. De Liverpool inarktcijfers bv. zouden veel meer
correcties hebben nood ig gemaakt.
De dollarprijzen te Chicago voor taruve zijn aan cle gra-
fische tabel van Brom hall ontleend; voor de overige
granen aan gegevens van het 1,nstit.,it international de
1 ‘A gr i etil to me en iii t die van t u rticu Ii eren.

DE TOEKOMSTIGE DEVIEZENPOLITIEK EN DE

POSITIE DER CIRCULATIEBANKEN.

Het is van algemeene ‘bdkendheid, dat sedert de
laatste twintig jaar de invloed der circulatie-bank

01) het
b’ircnenlarmdsch
credietverkeer is afgenomen .in
dezelfde evenredigheid als die van de particuliere
banken is toegenomen. Dientengevolge is het ‘zwaarte-
punt der functie van cle centrale banic vanzelf ver-
plaatst naar liet huitenlandsch ‘credietvericeer. Hier
ligt trouwens ook hai-e meest rechtstreeksche ep meest
essentiëele taak: reguleering der wisselkoersen en be-
houd der gouclwaarcle van de nationale geld-eenheid
in het internationaal verkeer. En ofschoon haar het
andere wapen uit cle hand gevallen is, Ican zij zich
uiteraard op (it gebied nog met nuttig effect doen
gelden, omdat zij hier te doen heeft met een kleiner
en gevoeliger crecliet-volumen en zij hier ‘bovendie
meer de ‘vrije band heeft (z.g. opeu-marlct-politiek).
Een op dit gebied in de laatste jaren niet vrucht toe-
gepaste practijlc was het aanhouden van een deel harer
middelen in vreemd geld., in den vorm van wissels
op liet buitenland, saldi bij buiteniaricische ‘banicen en
vreemde bankbiljetten; een en ander ‘bekend onder
den naam goudwisselstelsel of deviezenpolitiek; met
als onmislcenbare voordeelen: bezuiniging op goud-
dekking, hepdrki ng van goudverplaatsingen, rente-

en koerswinst, e.d.
Door den val van liet pond sterling, het meest in
aanmerking komend vreemd geld voor deviezen_poli-tiek, heef t deze vanzelf sprekend een zeer gevoeligen
knak gekregen; zoodat velen ‘zich ernstig bezorgd
maken om hare toekomst. ) in verband niet de finan-

) In ons land heeft o.a. Prof. Dr. G. M. Terrijn Stuart
zich herhaalde malen, wij herinneren ons na. zijne ver-
handeling in een der bank-nummers van het E[andelsblad
uitgesproken vSOr het behoud eener voorzichtige devie’zen-
politiek; bij welke opvatting wij ons gaarne aansluiten.

324

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

ciëele evoluties, welke achter den rug liggen en met
de vermoedelijk nog te wachten staande verdere evo-
lues op financiëel gebied, vragen wij ons nu af, of
de deviezen-politiek misschien ook gaat worden over-
genomen of voortgezet door de particuliere banken?
Deze hebben in het b.innenlandsch verkeer dc centrale
bank reeds min of meer van hare plaats gedrongen. Is er nu geen kans dat zij ditzelfde voortaan ook in
het buitenlandsch credietverkeer gaan doen?

Ten aanzien dezer vraag zij er aan herinnerd, dat
de cleviezenpolitiek nooit een monopolie van de cen-trale bank geweest is, evenmin als deze ooit een mo-
nopolie inzake -biunenlandsche crecliet-dis tributie of
geld-creatie gehad heeft. Alle groote banken houden
immers eene rekening ,,vree-mcl geld”, en de manipu-
laties met deze rekening hebben precies dezelfde
strekking en uitwerking als de goudwissel-politiek
(ter centrale bank. liet belang der banken brengt na-
melijk mee te verkoopen als het vreemd geld duur,
en te koopen als het goedkoop is. Zoodat de centrale
-bank in zoover steeds een medespeler voor eigen reke-
ning gevonden heeft in het particulier bankwezen,
voor zoover dit ‘buitenlandsche relaties onderhoudt.
t)

Zeer waarschijnlijk
was
zelfs het totaal-bedrag aan
vreemd geld, dat in de laatste jaren door de parti-
culiere ‘banken gehouden w’erd, genaiddelcl wel groo-
ter dan dat van de centrale bank. Immers de uit de
aarverslagen lbekend geworden valuta-verliezen •der
banken, zullen, bij elkaar opgeteld, het niet onaan-
zienlijk verlies van De Nederlandsche Bank wel over-
treffen. Tegenover deze verliezen staat echter, zooals
uit de verslagen van De Nederlandsche Bank blijkt,
dat door elkaar genomen de buitenlandsche porte-
feuille- aan rente
en koerswinst
het best rendeerend
deel harer uitzettingen vertegenwoordigd heeft. Zoo-
dat de deviezen-politiek, of om een minder gewichtig
woord te gebruiken, de handel in vreemd geld wel
een riskant bedrijf blijkt te zijn, doch iii elk geval een
zoowel met goede als kwade risico’s.

Zouden nu in de naaste toekomst, onder invloed
der ondervonden decepties, de centrale banken zich
uit principe gaan onthouden van goudwissel-politiek,
of deze althans aanmerkelijk gaan ‘beperken – en dit
laatste lijkt ons niet uitgesloten – dan blij
••ft voortaan
de deviezen-politiek aan de particuliere ‘banken over-
gelaten, in nog meerdere mate dan dit reeds het ge-
val was. Want het lijdt geen twijfel, of deze zullen
haar wèl doorzetten. De handel in vreemde valuta’s
hangt nu eenmaal noodzakelijk samen met het inter-
nationaal goederen- en kapitaal-verkeer. En als de
centrale banken, die geleid worden
doôr het openbaar
belang van stabiele wisselkoersen,
zich van dit opera-
tie-terrein gaan terugtrekken, dan zullen de particu-
liere banken, om
de winst,
zich daarop des te ijveriger
gaan bewegen. Voor particulieren toch is het risico
geen afschrikmiddel. Een schip assureeren breng t
ook risico mee, en toch zullen er, zoolaug schepen
over den oceaan varen, wel liefhebbers gevonden wor-
den om die te assureeren. Het koopen van beurs-aan-
deden is heel wat riskanter dan ht koopen van
vreemde valuta’s, want cle bezitters van ponden heb-
ben ,,sleciats” 30 pOt. verloren en die van aandeelen
tot 90 pOt. Toch zullen in de naaste toekomst de koo-
pers van aandeelen weer wel op groote schaal op-
dagen. Zoo zullen er in de toekomst wel volop parti-
culieren te vindeii zijn, die risico’s in vreemde valuta

durven aan te gaan.
Onder invloed van deze lang niet buitengesloten
evolutie, zou dan 66k op liet terrein van het buiten-
landsch crediet-verkeer, de beteekenis der centrale
banken in, de schaduw gesteld worden -door de parti-
culiere -banken, zooals ten aanzien van het binnen-

‘) ‘Uiteraard geldt dit slechts voor clie bedragen, welke
de banken voor eigen rekening aanhouden; die welke zij
voor cliënten houden, worden omgezet volgens de behoef-
ten dier cliënten en kunnen onder omstandigheden ten aan-
zien van de wisselkoersen precies de omgekeerde uitwer-
king hebben van de goudwissel-politiek.

landsch crediet-verkeer in ‘het verleden reeds gebeurd
is.
En dan zou
ook, als geheel genomen,
de functie
van cie centrale bank in dë volÏcshuishoudcng steeds
moer van afnen’cnde beteekenis gaan worden.
Eene
tendens die overigens al sedert een twintigtal jaren
onmiskenbaar te bespeuren valt.
De vraag of dit al dan niet uit natuurlijke oorzaken
voortkomt, zullen wij hier buiten bespreking laten,
omdat wij dan raken aan strijdvragen van gelcltheore-
tischen aard, die de meeningen der economisten nog
altijd verdeeld schijnen te houden en die overigens
cle economische wetenschap waarlijk niet van hare
.tterkste zijde doen kennen. Wij wijzen slechts op de
ovidentie der feiten, waarover onmogelijk te twisten
valt.

Evenals er verliefden zijn, die sterker overtuigd
worden van cle liefde der wederpartij, naarmate deze
duidelijker blijken geeft van het tegendeel, schijnen
or ook economisten te zijn, die aan de centrale banken
in de toekomst een grootere rol toedenken, naarmate
cle feiten ‘haar een meer bescheiden rol opleggen. Zoo
konden wij dezer -dagen uit de Festgabe zu Werner
Sombart’s 70 Geburtstag (Schmoller’s Jahrbucli 1933)
kennis nemen v-an een artikel:
,,Die Diskontpolitik
in der 7cctpito2istisc hen Wirtschaftsverfassung”,
van
cle hand van Prof. Al-b. von Mühlenfels.
Deze schrijver ziet de centrale bank nog altijd als
ecu instituut, dat niet slechts de oneffenheden der
internationale betalingsbalans kan helpen nivelleeren,

doch dat ook in staat is conjunetnursehommelingen
te matigen.
t)
En hij accentueert dit door de voorstel-
ling te wekken, dat van het essentiëel machtsmiddel
der centrale bank, de disconto-politiek, economisch
vormgevende kracht uitgaat; en verder door met
Sombart te coneludeeren: ,,Die allmï.hliche Ver-
wirkliehung des Zieles der Beeinflussungslehre, Ah-
schwiich cl.ng d er Konj unkturschwankungen, -bedeutet
cme wesen-tliche Aenderung der Wirtschaftsordnung.
Sie nimnit den spekulativen Elementen ihre Grund-
lage und

veriindert danait den W-irtschaftsstil und
ie bcraubt den Kapitalismus eines der wesentlich-
sten Kennzeichen seiner ,,Hoch-epoehe” und trëgt
dazci bei,ihn in sein Spiitstadium hinüberzuführen.”
In het licht der ervaring van de laatste twintig jaar,
mogen wij ons -bij het vernemen van -dergelijke ont-
boezemingen toch wel afvragen, hoe wij ‘t nu eigenlijk
hebben.

-‘
In den gedachtengang van deuzelfden schrijver be-
weegt de ontwikkeling der centrale bank zich -in de

1)
Mcii versta ons ii jet verkeerd en leze hieruit niet, dat de centrale bank onler geen enkele omstandigheid op
con-
junctuurschommelingen invloed zou kunnen uitoefenen.
Dergelijke stelliug zou de hee-le bank-theorie, zooals die bij
ons te land o,a. door Pierson tot ontw’ikkeling gebracht is,
omi’erwerpen. Ons -bezwaar tegen die ‘theorie geldt meer
de verkeerde interpretatie die men er aan geeft, dan de
theorie zelf. De interpretatie nI. da.t door diseonto.,politiek
onder elke omstandigheid
de conjunctuur kan worden be.
heerscht, zooals veelal gemeend wordt, en zooals de geci-
teerde Duitsche auteur nog blijkt te meenen. Pierson’s leer
waarschuwt alleen en voldoeude tegen deze onjuiste opvat-
ting
;
waarschijnlijk als uitvloeisel van de toen nog alge-
meen en ook nu nog bijna al-gemeen gehuldigde wijze vau
economisch denken, waarbij het economische wordt opge-
vat als ecuc zelfstandige los van het geestelijk leven staan.
cle realiteit. Het economische an-sich bestaat echter alleen
in onze gedachten en men mag er enkel mee opereeren
als wetenschappelijke methode,
wat genoemde school ook
niet zonder vrucht gedaan heeft. Zoo heeft het inderdaad
alletl zin om bijv. de dliscoutopolitiek eens te beschouwen,
alsof het economische op zichzelf bestond
en. onafhankelijk
-werkzaam ware.
Doch dit doet het nu eenmaal niet. En
dit wordt meest over het hoofd gezien, wat bij verklaring
der feitelijke verschijnselen van onze dagen al tot heel wat
verkeerde toepassingen eener op zichzelf niet onjuiste
banktheorie geleid heeft. Het echt Nederlandsche misver-
standi omtrent de -beteekenis eener valuta-depreciatie be-
rust mi. daarop. Zie over de
betrekkelijke
beteekeuis der
disconto-politiek en over de
geestelijke sfeer die ho-er eigen-
lijk behoort te onvringen,
enkele opmerkingen verder op
in dit artikel. –

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

325

richting van privatwirtschaftlich naar gemeinwirt-
schaftlieh; naar ,.centralistische leiding van het
economisch proces”. ,,Die gestaltiing der Dinge in
der Kriegs- und Nachkriegszeit het den planwirt-
scha ftlichen G eclanicen im Rahmen der 1) i skontpolitilc
eineu starken Aritrieh gegeben.” (!) De schrijver wil
ons blijkbaar telkens meevoeren in de lucht of naar
de maan, waar trouwens het meerencieel der geld-
theorieën zich afspelen. Keeren wij echter naar de
aarde terug, dan zien wij precies het omgekeerde
plaats grijpen
van wat hier w’ordt aangekondigd.
De centralistische leiding van het economisch pro-
vee is de
oorspron1celije
gedachte, welke aan cle mo-
dciiie circulatiebank ten grondslag ligt. Ze is een
soort planwi rtsehafts-gedachte van vrijhandelaars;
zoowat de eenige trouwens waaraan deze zich hebben overgegeven. Het economisch proces kon volgens hen
in vrijheid, haast automatisch, verloopen; doch een
iii i nimum van centrale lei cli ng was daarbij gewenscht
en noodig en deze taak hadden zij aan de circulatie-
bank toegedacht. De ervaring van een dikke halve
eeuw heeft hen overigens in het gelijk gesteld; al-
thans in een aantal landen. Doch daar begint op een
gegeven oogenblik, wat men kan samenvatten als eene
,,sociale beweging” door te breken en van
deze soort
centralistisehe leiding blijft nagenoeg niets meer
over; in gedn enkel land ter wereld. De centrale ban-
ken verliezen haar overwicht op het hinnenlandsche
creclietverkeer en zelfs op het bu itenlandsche; tegen
co nj unctuurschommelingen en geldwaa rde-verande-
ringen blijken zij geheel onmachtig. Zelfs blijkt het
ineerendeel niet opgewassen tegen hare eigenlijke
taak: de goudwaarde der nationale geldeenheid in het
internationaal verkeer te bewaren. Zij kunnen ede
ernstige inflatie niet tegenhouden en aan eene def
le-
tie geen einde maken. In plaats van te leiden, volgen
zij. De nieuwe gedirigeerde economie heeft de oude
iei.nimucc-dircetie vanwege de centrale bank schaak-
mat gezet. De oude bank-politiek bleek te staan of te
vallen met het organisatorisch principe (vrijhandel),
dat haar in het leven riep. Zidaar in het kort de
nuchtere onweersprekelijke feiten.

Of nu in eene verdere toekomst de centrale ban-
ken de vroegere centralistische leiding weer zullen
herkrijgen, is moeilijk te zeggen. Doch het is niet
moeilijk te te voorspellen, dat in de
naaste
toekomst
de afnemeude invloed van de centrale banken in ver-
sneld tempo zal voortgaan. In het bovenstaande wezen
wij op eene mogelijke ontwikkelingslijn ten aanzien
van het bui tenlandsch crediet-verkeer. Met zeer groote
waarschijnlijkheid, zoo niet met zekerheid, mogen wij dezelfde ontwikkeling in nog sterker mate verwachten
ten aanzien van het
binnenlandsch
crediet-verkeer.

Het is duidelijk, dat over de geheele wereld tijdens de na-oorlogsche moeilijkheden de particuliere ban-ken door de centrale banken zijn teleurgesteld; even-
als op hunne beurt de credietnemers zich in de ban-
ken teleurgesteld voelen, (en ibeide ook omgekeerd!).
De hoop om op de circulatie-bank te kunnen steunen,
zoodra de nood aan den man zou komen, is ijdel ge

blekén. Met duizendtallen per jaar hebben particuliere
bank-instellingen hare betalingen moeten staken, en
de eirculatie-bapken hebben gelaten moeten aanzien,
dat zelfs haar eigen correspondenten failleerden; om-
dat het, afgezien van de wenschelijkheid, eenvoudig
onmogelijk was afdoende te helpen. Doch nu ligt het
toch voor de hand, dat de bestaande bank-ins tellingen,
en allen die zich als bankier willen vestigen, door de
ervaring wijs geworden, hunne zaken voortaan wel

zoo zullen arrangeeren, dat ze
in nog mindere mate

dan vroeger op
de centrale bank zijn aangewezen. Evenals trouwens de particulieren, die ook door er-
varing wijzer geworden zijn, het wel zoo zullen aan-
leggen, dat zij eveneens in nog mindere mate dan
vroeger van hun bankiers afhankelijk zijn.
Ergo zal in de naaste toekomst de beteekenis, zoo-
wel van het particulier bankwezen als van de circula-

tie-bank, voor
het binnenlandsch crediet-verkeer eene

geheel andere en heel vat geringere gaan worden dan
v66r den oorlog. En waar bovendien cle particuliere
financiën als zoodanig in beteekenis verminderen,
naarmate de publieke financiën, onder invloed van
cle toenemende overheids-economie, in heteeken is win-
nen, moet, onder den drang der omstandigheden, cle
rol der circulatie-bank zich meer en meer gaan be-
perken tot de verzorging van het openbaar crediet.

Of dit alles ook wenschelijk moet worden geacht,
is cene heel andere vraag. Wanneer men de gediri-
geerde economie zelf niet gewenscht acht, zal men
vanzelf cle geringere beteekenis der particuliere f i-
nanciën, de verminderde invloed van het bankwezen als zoodanig en van de circolatie-bank in het bijzon-
der, mede betreuren. Doch het is absurd om de hui-
dige politieke en sociale tendenties te aanvaarden en
tegelijkertijd van cle monetaire politiek der circulatie-
banken nog den vroegeren invloed op de geidwaarde
– zoo t.a.v. de goederen als tav. vreemde valuta’s –
te verwachten. De eersten stellen meteen een einde
aan de oude bankpolitiek, want de geld-creatie luis-
tert dan nog slechts naar electorale cii syndicalisti-
sehe invloeden.

1-let leek ons niet overbodig
01)
deze ontwikkelings-
lijnen nog eens de aandacht te vestigen, omdat in de
leëken-wereld cle oorsprong der huidige mneilijkheclen
nog dikwijls gezocht wordt in monetaire factoren en
omdat nog te veel ijdele hoop g&bouwd wordt op strikt
monetaire maatregelen ter verbetering van den toe-
stand. ‘) Hoe voorzichtig de voorbereidingscommissie
voor cle as. Economische Wereldconferentie zich te
dezen aanzien ook uitlaat, en van hoeveel voorwaar-den zij het ,,herstel van den vrijen gouden standaard”
ook afhankelijk maakt, is toch te vreezen
j
dat men de
voorwaarden zal vergeten en dat deze kwestie in het
iniddenpunt der discussie zal komen. Zonder gron-dige politieke en sociale hervorming moet een der-
gelijke maatregel echter noodzakelijk zonder effect
blijven, omdat de eerste eisch, welke aan een vrije
gouden standaard gesteld mag worden, toch wel deze
is, dat men hem door ede juiste bankpolitiek ook kan
handhaven. Bij de gegeven constellatie is hij echter
geheel aan het toeval overgeleverd, zoodat het nut
eener stabilisatie, die meer dan waarschijnlijk toch
slechts van tijdeljken aard zal zijn, moeilijk te ont-
dekken valt. Bovendien is er gevaar, dat men meent, met stabilisatie al heel wat te hebban gedaan, terwijl
deze toch enkel zin heeft als slotparagraaf van een
geheel hervormingsprogram. Want op de door de
voorbereidingscommissie bedoelde, maar niet d u de-
lijk uitgewerkte
voorwaarden
komt alles aan. Te
weten: verandering van politieke en sociale menta-
liteit.
Dr.
EMILE VER VIERS.

1)
Men versta vooral dit niet verkcerd. De oorsprong
eener zware crisis kan nooit in het economische liggen,
omdat dit slechts reflex van geestelijk leven is; slechts de
symptomen eener crisis hebben een economisch karakter.
Nog mindcr kan dus de oorzaak liggen
in
een mechanisch
ding als het monetair stelsel. Toch is dit geen onverschil-
lige zaak. Als een slecht schip in een zwaren storm ver-
gaat, ligt de oorzaak zeker in den storm; doch een goed
schip had misschien nog thuis kunnen komen. Den storm
zelf kan men echter met het beste schip niet bezweren.
Zoo is ook het beste mnntstelsel n.it in staat om eend
crisis te bezweren of er uit te helpen, wei om den toe-
stand wat dragelijker te maken. Dat de monetaire factor
een rol van dcii tweeden rang spaelt, blijkt wel uit de Ame-
rikaansche bankrimoeilijkheden,
die van zuiver monetairen
aard zijn,
omdat men daar te kampen heeft met een geld-
stelsel, dat onder andere omstandigheden (stabiliteit en
vrijhandel) goed, doch onder deze omstandigheden al een
bijzonder ongelukkig stelsel is. Daarom is de op handhaving
of herstel van dele gouden standaard gestelde hoop onder
deze omstandigheden cciie ijclele hoop.

326

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

DE MOGELIJKHEID EENER INDUSTRIEBANK IN VER-
BAND MET NEDERLAND’S INDUSTRIËELE TOEKOMST

Het vraagstik der verhouding tusschen Banken en
industrie in Nederland ls als gevolg van het conjunc-
tuurverloop in een nieuw, om niet te zeggen acuut
stadium geraakt. De veranderingen, welke gedurende
den laatsten tijd hier hebben plaats gegrepen, betref-
f en, naast een zekere urgentie, vooral ook het aspect,
waaronder Neclerlan ci’s .i nd ustriëele toekomst moet
worden beschouwd. immers als feit dient wel te wor-
den aanvaard, dat ons land (en niet alleen ons land,
maar geheel Vest-Europa) een deel zijner indus-
triëele export blijvend heeft verloren. Zelfs indien
de hancielspolitieke horizon mocht opkiaren (en zelfs
de grootste optimist zal dit onder de huidige poli-
tieke en economische constellaties wel niet h bout
portant als paaschei der Economische Wereldconfe-
rentie verwachten), blijft als permanente factor het
verschijnsel bestaan eener toenemende industriali-
satie van de ,,koioniale” wereld, van het Verre Oosten
bovenal, een verschijnsel, reeds lang aanwezig en
waarvan wereldoorlog en .industriëele expansie de
ontwikkeling bijzonder hebben versneld. ‘)

Wanneer dus, tengevolge eener waarschijnlijk blij-
vende exportvermincteri og van groote takken onzer
industrie, deze takken van volkswcivaart in hunne
ontwikkeling worden geremd en geschaad, is het
noodzakelijk, ze niet te doen dood’bloeden, doch om
mogelijkheden te scheppen, ze to doen aanpassen aan
gewijzigde omstandigheden. Daarnaast dienen nieu we
industriëeie mogelijkheden in Nederland grondig
te worden bestudeerd en, indien deze technisch, finan-
ciëel en comrnerciëel uitvoerbaar zijn, te worden benut.

Techniek noch intensiteit, richting noch omvang der
behoeften staan stil. Ook op lager welvaartspeil, zoo-
als Dr. Oolijn ons heeft geprofeteerd, blijft de waar-
heid bestaan, dat immer dient te worden gestreefd
naar een welvaartsoptimum. Stilstand is achteruit-
gang – deze waarheid ope.nbaart zich thans op mee-
doogenlooze wijze – en ,,de klok achte.ruitzettcn”, di.
industr.iëele afbraak, beteekent voor een volk, dat (de laatste beroepstellingen. zijn daar, om zulks te
bewijzen.) overwegend bij iizdustrie, handel en verkeer
is betrokken, onherroepelijk part i ëele ondergang.
Q uant.itat.ieve en quali tati eve behoeften vermeerdering
in cle economisch meest mogelijke en meest nuttige
verhouding zij en. blijve ook thans onafwijbare plicht.

Er bestaat economische en oneconomische concur-
rentie. Dezo laatste – een in ons land welhaast chro-
nische kwaal – is dezulke, waarbij producent noch
consument zijn gebaat; waarbij de eerste tengevolge
van prijs- en markthederf te gronde gaat en de tweede
tengevolge van oorzakelijken samenhang met wel en
wee van den eersten (en van kwaliteitsvermindering
van het product) in zijn welvaartsstreven geschaad,
vaak blijvend benadeeld wordt. Te erger, aangezien
heden ten dage door de onelasticiteit der productie-
kosten (bonen, sociale lasten) en cle deels patholo-
gische, deels natuurlijke insnoering van den afzet,
desperado-concurrentie aan de orde van den dag is. Kartelleering, horizontale en verticale concentratie,
prijsafspraken e.d. zijn, mits binnen redelijke (= eco-
nomische) grenzen gehouden, niet te onderschatten
hulpmiddelen. Ook op dit terrein is arbeid voor-
handen, welke tot nu toe, waar ‘de nood nog niet
drong en tengevolge van den hyper-ind ivi du al i sti –
sohen geest, ons volk eigen, te zeer is verwaarloosd.

Waar eendeels alle teekenen erop wijzen, dat be-
langrijke structureele veranderingen in onze nationale
industrieën onafwendbaar zijn en waar anderdeels,
ter verdediging van onze welvaart en als noodwendig
postulaat onzer nog steeds voortscrijdende bevol-
kingsvermeerdering op behoud, resp. uitbouw dezer
industrieën den grootst mogelijken nadruk dient te

1)
Werner Somhart. Wandlungen des Kaipital ismus. in Schriften des 17ereins fOr Sozialpolitik. (?ifiinchen
1929)
p. 23 vv.

worden gelegd, rijst de vraag, hoe deze zaken het
best zijn te verwezenlijken.

Hier nu dient een Industriebank in te grijpen, en
twee vragen rijzen vervolgens: Waarom een indus-
triebanic? Hoe dient haar opzet, inrichting en werk-
wijze te zijn?

Eeh persoonlijk woord ga hieraan vooraf. Wij heb-
ben tot voor korten tijd tegenover de idee eener in-
dustri.ebank afwijzend gestaan, zulks op gronden, te
anderer plaatse uiteengezet. ) Deze gronden hebben
oo
r
ons tot op heden hun waarde behouden, maar
wij meenen mogelijkheden te onderlcennen, welke de
elders geschetste bezwaren goeddeels neutraliseeren,
zoodat o.i. een industriehank een acceptabel en weo-
scheljk lichitam kan worden.

Een industriebank wordt noodzakelijk, nu de tijd is
gekomen, waarop takken van leven skrachtige in dus-
trio zich in onze maanzieke economische samenleving
niet meer of niet meer voldoende kunnen helpen. Zij moeten in leven worden. gehouden met kunstrnatige
voeding van directen stëntssteun en met het zuur-
stofapparaat der contingen teering: met kunstmatig
voedsel in den vorm van kasvoorschotten en met
ku.nstmatige ademhaling eener verruimde (sit ven ja
verbo) binnenlanclsche markt. liet spreekt wel van-
zelf, en de Regeering heeft het nog onlangs herhaald,
(lat aan directe stetinverleening een grens is. Zoo clob-
beren wij tusschen ‘Scylia en Oharybdis (en ons land
waarlijk niet alleen,!). Handelspolitisch schenden wij, consequent doorgaande, onzen (off iciëelen!) vrijhan-deisneus en daarmede ons aangezicht, ondarilcs Oslo,
ondanks Ouchy. En onze berooide schatkist is niet
uitermate geschikt., geledigd te worden in het vat der Danalden, dat de noodlijdende Nederlandsche indus-trie voor haar heeft opgesteld, suhs. heeft moeten op-
stellen. De grootbanken (en zij zijn de eenige parti-
culiere lichamen:, ‘die voor directe steunactie, geschëi-
den dan wel vereend, in aanmerking komen) hebben
heden ten dage andere zorgen: bovenal de zorg van
haar liquiditeit, en hetmotto: Wie zich aan cle Danat
spiegelt, spiegelt zich zacht, zal menigen grootban-kier, thans nog meer. dan anders, als een axioma in
de oorn klinken. Ook zullen dle groothanken beden-
ken, dat menige industriëele onderneming .,onder hen
staat”, en deze wijze van steunverleening is voor de bank, noch voor de betroldken onderneming aange-
naam. Dit neemt niet weg, het wordt er zelfs door
geaccentueerd, dat thans meer dan ooit is vereischt
planmatig ingrijpen
(niet te verwarren met Plan-
wirtschaft), hetwelk o.i. dien t, te geschieden snel,
efficiënt, soepel en vanuit een centraal punt.
1-let particulier initiatief dient op korten termijn in te grijpen. Particuliere hednijfsgestie waarborgt
de hier wel zeer noodige snelheid, vrijheid van han-
delen en objectiviteit. Nu kan men aanvoeren: het
geldt hier een overheidsbelang bij uitnemendheid, en
(fat is niet onjuist; maar dat is überhaupt een bloei-
ende industrie, dito handel en verkeer, dito landbouw
en veeteelt, en wanneer deze overweging een -reden is,
staatsingrjpen verkieselijker te achten, leidt zij, con-
seciuent ‘doorgedacht, tot ‘den socialistisc’hen staat.
!doch: het is naar onze vaste overtuiging niet de
principieele vraag, wat
staatsbelang
is, lie als maat-
staf dient te worden aangelegd; daatoe dient slechts
cl suppiementaire vraag, wat
staatseisch
is. De Staat
onthoude zich van alle particuliere belangen; hij
trede slechts daar op, waar belangenstrijd den rechts-
staat zoude aantasten. Dit is hier zeer stellig niet het
geval. Mitdien kunnen wij ons ten volle vereenigen
met het betoog van Dr. van der Valic, waar hij een
publiekrechtelijke i nciu stri ebank uit den booze
acht.
3)
Dit echter als bezwaar aan te voeren tegen

9)
Theoretische beschouwingen betreffende de crediet- en
lapitaalvoorzieniug door banken aan de industrie. ‘Delft
1931, ‘pp. 71, 74 ‘vv.
3,)
Dr. H. M. H. A. van der Valk, Financioring van de
industrie iii Limburg, in Economisch-Statistische Berich-
ten
15
Februari
1933, p. 119 v.

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

327

het ,.voorstel-Celissen” lijkt ons te eeneumale on-
juist, omdat in cle figuur, welke Prof. Gelissen zich
denkt, van een publiekrechtelijk bedrijf geen sprake
is; immers cle industriebank zal ,,samen moeten ver-
ken met de bestaande banken”, zij moet ,,zeer zeker
commerciëel geleid worden” (dus geen bureaucratisch
lichaam), overwogen client te worden, ,,hoe zij na de
financiering eener industrie in de periode van het
grootste ris:ico, haar taak aan onze gewone banken zou
kunnen overdragen”.
4)
Een principiëel bezwaar valt
er o.i. tegen het voorstei-Geli.ssen niet aan te voeren.
Wel mag worden afgevraagd, of nu juist de gemeen-
ten de meest geschikte lichamen zijn, aan een (dit
volgt dan vanzelfsprekend)
gewestelij1c e
in dustriebank
deel te nemen; nimmer mag het een reden tot deel-
name in een inclustriebank zijn, het risico op een roo-
danige bank af te wentelen, voorzoover het betreft
het ondersteunen van ,,werkioozen, die anders geheel of tea cieele werk zouden kunnen vinden en het over
nemen van de stroppen van slecht gaande of stilge-
legde bedrijven voor wat betreft de kapitaals- en on-
derhouclslasten der ten behoeve dezer bedrijven (door
de gemeenten) aangelegde werken”
4)
Daargelaten,
dat overwegingen als deze niet steeds van commer-
ciöelen aard zullen zijn, is de taak eener inciustriebank
rijder, zoowel in principiëelen als in regionaleri zin.
• Intusscheu is het de groote vraag, of, onder erken-
ning der urgentie van oprichting in een of anderen
vorm eener indu stri ebank, het particulier initiatief
onder de huidige omstandig-heden w’el tot het ver-
werkelijken van een dergelijk project alleenlijk in
staat is. Waarom deze vraag in ontkennenden zin
dient te worden beantwoord, hebben wij hierboven
reeds uiteengeaet. Vervolgens dient onder de oogen
te worden gezien, liet gevaar van het bestaan van
meerdere industri.ebanken, die op publiekrechtelijken
dan wel privaatrechtelijken leest lijn geschoeid; ook
in de landatreken der groote rivieren zou plaats zijn,
ond er aan voering van gelijksoorti gen argumenten als
door Prof
.. Gelissen aangevoerd, voor een industrie-
bank. l:l.e.t concurrentiegevaar ligt hier voor de hand,
en concurrentie is een verschijnsel, dat op ons Idem
terri toir voor ee.n. inciustriehank welke zich wensclit
te baseeren op regelen van goed koopmanschap, al-
thans in den beginne onaanvaardbaar is. Het elkaar
onderii.eden in gunstige voorwaarden en tarieven zal
iii tloopen op een algemeene- d&bâcle, en dit is wel de
hoofdreden., waarom steun van cle zijde van den staat
in de practijk onontbeerlijk zal zijn.
Het probleem van i ndustriëele steun verleeni ng, van
toevoeging van een geneesmiddel in het defensie:f en
van een tonicum in liet offensief, – dit probleem
kan en mag niet incidenteel worden behandeld. (Zulks
geldt in gelijke mate en met, even, hetzij andere, kiem-
monde argumenten, voor den landbouw, doch ‘dit doet
hier niet ter zake). ‘Waar het een vraagstuk geldt,
slechts geschikt voor particulier beheer, doch dat,
mits het als eenheid wordt behandeld en gecentrali-
seerd wordt opgezet, voor daadwerkelijken staatssteun
in aanmerking icomt, zal, indien cle staat in een of
anderen vorm interesseerend en garandeerend in-
grijpt, actieve deelname van de ‘zijde der grootbanken
in het bereik der practische mogelijkheden liggen.

De ,,Nederlan’dsche Industriebank NV.” worde op-gericht vôôr alles als monopolistisch bedrijf. Wij zijn
het dientengevolge volstrekt oneens met het denlcbeeld
van Dr. v. d. Valk, waar hij formatie bepleit ‘van par-
ticipati cm aatschappijen (financieri ngsmaatschapp ijen)
als dochterondernemingen van grootbanken.
5)
De
grootbank moet er dan tevens toezicht op houden, dat
cle clochterbank slechts lange credietén verleent aan
die ondernemingen, welke wat hun korte crediet-

.4)
Prof. Dr. ir. H. Gelissen,

Vorste1 tot inclustriefiiian.
ciering
in
Limburg (overciruk uit de Limburger Kooi-ier
van 17 December
1932),
passim..
5)
l)r. H. M. H. .A.van der Valk, De ‘betrekkingen tus-
schen banken en industrie in België, Haarlem
1932, p.
‘202 vv.

zaken betreft, cliënten der moederbuilc zijn. Afge-
zien van de vraag, of deze contrôle wel doorvoerbaar
is en in . de practijk zal worden toegepast (eenige
mepsis is hier wel geoorloofd) wordt het boven ge-
schetst concurrentiegevaar n i et onderdru kt, ‘doch door
een andere deur – welke toegang geeft tot liet kan-
toor voor kort l’oopende credietzaken – binnenge-
haalcl. De Gründerperioden zijn daar, om dit gevaar
als essentiëel te moeten beschouwen. Een verder he-
zwaar is, dat zulke dochtermaatschappijen geen ‘zelf-
standige industriëele politieic kunnen voeren; zij zijn
beperkt in hun Iceuze
r
daar zij onder dictatuur staan,
missen die objectiviteit, welke voor een industriebank
i’evenskw’estie is en staan ‘bloot aan het gevaar, strop-
penbank te worden.

Intusschen ‘valt liet niet te ontkennen, dat een mo-nopolistische industrieban’k gevaren met zich mede-
brengt, bovenal ‘het gevaar ‘van machtsmisbruik (b.v.
hooge tarieven). De korte duur van het octrooi en de
puhliciteitsgevolgen van eventueel machtsmisbruik
zijn echter remmende factoren. Althans i.n den aan-
vang ‘harer werkzaamheden, lijlct ons het gevaar ‘van
het ontbreken grooter dan het gevaar van het bestaan
van een monopolie.

Zoo i’orde de monopolistisc’he positie der Neder-
landsche in’dustri ebanic wetteiijlc gesancti onneerd.
Een ‘betrelckelijlc Icorten tijd van liet octiooi (bv. 5
jaar) is gewenscht, teneinde zich aan mogelijke ge-
wijzigde omstandigheden (en wij leven economisch
snel) beter te lcunnen aanpassen.. De ‘deelname van
dien Staat bhve heperlct tot b.v. een rente en (of)
dividenclgarantie voor den ‘(1uur van liet octrooi ; hij
ontvange een zeker winstaandeel, hij benoeme een ver-
tëgenivoorcliger in liet college van Commissarissen.
Het spreekt wel viinzelf, dat deze .industriehanic
een zelcere economische, technische, commerciëele en
caiculatorische outillage van iioode ‘heeft, maar ‘de’ze
behoeft geen exorbitant hooge kosten met zic, m
h ede
te brengen; Ii cham en als het Econ omisch-Technolo-
gisch Instituut van de provincie Limburg en het Ne-
cl erlan dl sch Eco.norn i sch Inituut icu nn en in h are
”oorbereidenc1e werkzaamheden (en incidenteel ook
later) met vrucht worc1en ingeschalceid. Inse’hakei ing
van een gewestelijlc lichaam als het eerstgenoemde

heeft het voordeel eener gewestelijk-deslcundige voor-
lichting (waaraan Prof. Gelissen terecht waarde
hecht) en laat ‘behouden blijven liet voordeel eener
gecentraliseerde, geoctrooiee.rde instelling. Indien noodig kunnen in belangrijke of veelbelovende in-
dustriecentra later filialen’ worden gesticht.

Het kapitaal der industrieban’k zij niet te klei”,
doch ook niet te groot; het verdient de voorkeur op
betreickelijk bescheiden schaal te beginnen en in het,
klein resultaten te bereiken, teneinde ‘daarna, tijd en
omstandigheden dienend, tot uitbreiding over te gaan..

Rare passieve banlczaken dienen zich – hierin be-
staat wel communis opinio – in liet algemeen aan
te sluiten bij het ‘bijzondere karakter harer affaires;
deze gedragslijn is conditio sine qua non voor haar
bestaansmogeljkheid e:ii ‘voor daadwerkelijk initiatief
van de zijde’der grootbanken, zonder hetweik, dit zi,j
nogmaals n.a,drui kkeiijk betoogd, een i,ndu strieba.nk,
ontsproten aan liet particulier initiatief, practisch on-
mogelijk en dus onaanvaardbaar moet worden geacht.

Bovenstaande regelen bedoelen niet meer te zijn
dan een schets, vrij van uitweicling-en, welice de hoofd-
zaken niet dan zijdelings raken, en van theoretisdie
uiteenzettingen. T-Toe verleidelijk het ook zijn moge,
hierop nader in te gaan, het is momenteel het be-
langrijkst, dat cle principiëele vraag tot klaarheid
i’orde gebracht, op wellce wijze de inciustrialisatie in
ons land systematisch te pousseeren is. De urgentie
hiervan staat o.i. vast.
Mogen de betrokhcen instanties zich ervan’ door-
drongen weten dat, zon ergens en ooit, ‘hier en thans
van toepassing is de spreuk Aux grands maux les
grands r’emèdes!

B. K. SPANJAARD.

328

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April 1933

1
DE POSITIE VAN DEN NEDERLANDSCHEN GULDEN.

Mr. J. W. Beyexi schrijft ons:

In het artikel van den heer Hulshoff Pol over de
positie van den Indischen gulden, opgenomen in de
E.-S. B. van 15 Maart jl., komen enkele opmerkingen
voor in verband met de positie van den Nederland
schei gulden, die mi. niet juist zijn en daarom niet
onweersproken mogen blijven.

De heer I-Iulshoff Pol meent, dat de stijging van
het dekkingspercentage van De Nederlandsche Bank, van om en nabij 55 pOt. per medio 1931 tot ongeveer 84 pOt. in Februari 1933, voor het grootste deel heeft
plaats gevonden door toevloeiing van geld uit het
buitenland, waarvoor een veilige belegging werd ge-
zocht. De heer Hulshoff Pol meent in verband hier-
mede, dat de aanwezigheid van dat vreemde geld een
ernstig gevaar oplevert voor de waardevastheid van
den Nederlandschen gulden, aangezien deze gelden
hij opkomend wantrouwen overhaast zouden kunnen
worden weggetrokken.

Ik meen, dat hier een misverstand in het spel is.
Blijkens de in het Maandschrif t van het Centraal Bu-
reau voor de Statis’tiek per 31 Januari 1933 opge-
nemen cijfers (zie pag. 78),
verminderden
in 1931
de schulden op korten termijn aan het buitenland met

f
240 illioen; daartegenover verminderde het netto
tegoed
met
f
651 millioen. De toeneming van den goudvoorraad in 1931 niet f461 millioen moet dus
verklaard worden uit het feit, dat een liquidatie van
Nederland’s vlottend tegoed in het buitenland heeft
plaats gevonden, die het bedrag van het in dat jaar
weggevlôeide buitenlandsch tegoed verre te boven
ging.

Ten aanzien van de vlottende schuldenpositie van
Nederland tegenover het buitenland per 31 Dec. 1931
deelt hetzelfde maandschrift op blz. 86 mede, dat
tegenover vorderingen op korten termijn tot een be-

drag van
f
743 millioen, schulden tot een bedrag van

f
400 millioeii staan, hetgeen, zelfs indien men de

f
3 â f400 millioen in Centraal Europa vastzitten-
de bedragen aftrekt, er op zou wijzen, dat Nederland,
wat ‘betreft zijn schulden op korten termijn aan het
buitenland, in een gunstige liquide positie verkeert.
Naast vorderingen op korten termijn staat natuur-
lijk buitenlandsch bezit aan Nederlandsche effecten,
vat onder omstandigheden, bij een vlucht uit den
Nederlandsohen gulden, tot opvraging van goud kan
lêiden. Het is zeer moeilijk te zeggen hoe groot liet
buitenlansch bezit aan Nederlandsche effecten is,
maar in ieder geval is van een eenigszins belangrijke
toeneming sedert 1931 geen sprake. Zoo goed als het
onjuist is, de stijging van het dekkingspercentage
van De Nederlandsche Bank toe te schrijven aan toe-
‘loeiing van buitenlandsch geld, zoo goed lijkt het,
blijkens de ervaring (ook onlangs weder opgedaan iii
de dagen van onrust na de sluiting der banken in
Amerika), sterke overdrijving, de aanwezigheid van
vreemd geld in Nederland als een
ernstig
gevaar
voor de waardevastheid van den Nederlandsclien gul-
den te noemen. Bij den toen ,,opkornendeu storm” is
eerder van een vlucht in het goud door Nederlanders, dan van een vlucht uit Nederland door ‘buitenlanders
gebleken.

N a s c li r i f t. Van de door de Redactie gboclen
gelegenheid om den heer Beyen te beantwoorden,
maak ik gaarne gebruik.
Ik kan mij met de zienswijze van cleii heer Beyen,
gebaseerd
01)
cle door Mr. Dr. J. 0. Witteveen i.n het
Maandschrift van het Centraal Bureau voor cle Sta-tistielc van 31 Januari jl. gepubliceerde Nederland-
sche betalingsbalans van 1931, niet vereenigen. Afge-
zien van het feit, dat de cijfers van deze ‘balans altijd
met reserve bekeken moeten worden en dat in de aan
de balans toegevoegde slotbeschouw ing wordt opge-
merkt, dat zulks met name geldt ten aanzien van de
(door den heer Beyen gebruilcte) gegevens inzake de
operaties
,
op korten termijn der kapitaalbeweging (blz:

86) ‘), is het onjuist te meenen, dat de netto-vermin-
deririg van het Vlottendi tegoed in het buitenland in
1031 ad
f
651 geheel of grootendeels een goudhewe-
ging naar Nederland toe heeft veroorzaakt. Allereerst
moet van dit bedrag worden afgetrokken
f
7 millioen,

zijnde de daartegenover staande vermeerdlering van
dat tegoed (post 39 der betalingsbalans). Dan zit in
bedoelde vermindering een groot bedrag aan Still-
halte-credieten, dat de heer Beyen zelf heeft geschat
op
f
300
it
400 millioen, zoodat ik het wel mag stel-
len op f350 millioen; het restant ad f294 millioen
client nog te worden verminderd met cle afname van

het vlottend tdgoed aan De NederlancJsche Bank ad
j 172,4 millioen, waarvan
f
133,2 werd omgezet in
geëarmarkt goud in het buitenland, doch
eerst in 1932
werd ingevoerd in Nederland, terwijl de overige
f
39,2

millioen zoo ongeveer het verlies der Nederlandsehe
Bank wegens valutadepreciatie uitmaakt.
2
5
Van het
restant van
f
121,6 millioen moeten dan nog bedragen worden afgetrokken voor verliezen, door andere instel-
lingen dan De Nederlandsche Bank en door particulie-
re personen geleden wegens buitenlandsche valuta-
clepreciatie, alsmede voor bevroren bedragen uit hoof-
de van ‘buitenlandsche maatregelen inzake deviezen-
contrôle. Hiermede zijn ongetwijfeld groote bedragen
gemoeid en wanneer men daarvoor de helft van laatst-
bedoeld overschot uittrekt, zal men veeleer aan den
te lagen dan aan den te hoogen kant zijn. Ik wil ech-
ter met genoegen hiervoor voor alle zekerheid slechts

f
30millioen bestemmen, zoodat
f
90 millioen komt op
goud, aangevoerd als gevolg van teruggetrokken ere-
clieten. Dat is waarlijk geen
bijzonder
hoog bedrag, ver-
gelelcen bij de totale stijging in 1931 van den goudvoor-
raad in Nederland ad
f
494 millioen (vgl. posten 3 en
18 der betalingsbalans): het maaict er slechts pl.m.
1.8 püt. van uit.
In mijn artikel besprak ik weliswaar niet
deze
stij-
ging van dien goudvoorraad, maar die van De Neder-
landsche Bank zelf. Daardoor worden de berekeningen
vat anders, doch de conclusie blijft dezelfde. De goud-
dekking van De Nederlandsche Bank bestaat mede uit
geëarmarlcte goudvoorraden in liet buitenland, die
niet naar Nederland zijn overgebracht, doch daarvan
zijn weer afgetrokken de door De Nederlandsche Bank
hier te lande ten behoeve van het ‘buitenland ge-
earm.arlctc gouclvoorraden. De toe- of afneming dezer
voorraden in 1931, die de Nederlandsche grens niet
hebben gepasseerd, zijn te berekenen aan de hand van
de toelichting op post 3 van de ietalingsbalans. De
buitenlandsche geëarniarkte goudvoorraad is toege-
genomen met

f 146.833.000 –
f
4.952.000 =

f
141.881.000, terwijl de ‘binnenlandsche goudvoor-raad door earrnarken ten behoeve van het buitenland
is verminderd met
f
15.309.000. Per saldo is derhalve
over 1931 de goudvoorraad van De Nederlandsche Banic
toegenomen niet een goudbedrag van f 126.572.000,
dat de Nederlandsche grenzen niet passeerde. De
totale toeneming van den goudvoorraad dsr Bank in
1.031 was pl.m.
f
461 millioen, zooclat haar binnen-
landsehe goudvoorraad steeg met f 334Y2 millioen.
Overweegt men, dat de totale binneulancische goud-
voorraad van Nederland iii dat jaar steeg met f494
millioen, dan komt daarva.ii een bedrag van
f
159i4
millioen voor rekening van de andere instellingen
dan De Nederiandsche Bank. De toeneming van den
goudvoorraad van De Nederlandsehe Bank (in bin-
nen- en ‘buitenland) èn cle andere instellingen hier
te lande was dus f461 millioen +
f
159h millioen =
ongeveer f 620 niillioen. Daarvan komt dus op reke-
ning van cle terugtrekking der huitenlandsche vlot-
tende saldi
f
141.881.000
+
f
90.000.000 =

f
231.881.000, dus ongeveer 37 pOt. ik vestig er nog-
maals de aandacht op, dat bij deze berekening de

f
90.000.000 waarschijnlijk zéér ruim zijn genomen.

) I)eze cijfers zijn immers ontleend aan opgaven van
slechts
24
bankinstellingen.
2)
Alleen aan de koersclepreciatie van het Pond Sterling
verloor i)e Neci. Bank een kleine
f
29 millioen.

19 April
1983

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

329

Derhalve.blijft omstreeks 63 pOt, over, waarvoor een
andere verklaring dan de terugtrekking van buiten-
fandsche vlottende saldi moet worden gezocht.

Het gedeelte, dat niet
01)
rekening komt van de
terugtrekking van de huitenlandsche saldi dus
82 pOt. van de totale toeneming van den binnenland-
schen goudvoorraad volgens de betalingshaias, of, al
men wil, 63 pOt. van den goudvoorraad van De Ne-
derlandsche Bank tezamen met dien van de andere Ne-
derlandsche instellingen – is eigenlijk nog grooter.
Immers het staat wel vast, dat de economische toe-
stand van Nederland in 1931 achteruit is gegaan –
de betalingsbalans geeft duidelijk deze tendens aan
-, terwijl Nederland bovendien nog in dat jaar groote credieten aan Ned.-Indië heeft moeten geven om het
economisch leven daar op te houden. Dientengevolge
zou, indien geen andere factoren in het spel geweest
waren, de goudvoorraad moeten zijn afgenomen. Dit
nkdeelig saldo is meer dan gecompenseerd door eene
toeneming door een andere oorzaak. Deze oorzaak
kan geen andere geweest zijn dan de toevloeiing van
gelden uit het buitenland wegens kapitalvlucht.

Nu is het wel zonderling, dat dit binnenkomen van
buitenlandsch geld niet in de betalingsbalans tot
uiting komt in een sterke stijging van de schuld op
korten termijn. Integendeel blijkt uit post 38 van deze
balans eene vermindering van
f
240 millioen, welke
door eene vermeerdering van
f 11
millioen blijkens
post 32 gecompenseerd wordt tot
f
229 millioen.
Evenwel kunnen hiervoor de volgende redenen ter
verklaring worden opgegeven:

Een groot bedrag aan buitenlandsch geld staat
niet als zoodanig aangegeven, omdat het door tus-schenpersonen of instellingen hier te lande is aan-
geboden. Dit is te meer het geval, waar verschillende
landen eene deviezencontrôle uitoefenen en de kapi-
taalvlucht uit die landen dus slechts langs slinksche,
indirecte wegen kan plaats vinden. Ook zullen ver-
schillende andere bankinstellingen dan de 24, uit wier
opgaven de betrokken posten van de betalingsbalans
zijn samengesteld, vreemde gelden bij een of meer
van die 24 banken hebben gedeponeerd, welke gelden
dafi nartuurlijW als zuiver Nederlandsche geboekt
staan.

Door omzetting van buitenlandsche gelden in
beleggingswaarden, b.v. in effecten, is het debetsaldo
aan het buitenland sterk gedrukt, terwijl het geld
toch nog in Nederland gebleven is.

Blijkens de slotbeschouwing op de betalings-
balans 1931 zijn de debetsaldi aan het buitenland ge-
reduceerd door de in dat jaar veelvuldig
plaats
ge-
vonden depreciatie van buitenlandsche munteenhe-
den. Het Ibetreft hier natuurlijk debetsaldi, welke in
vreemde valuta luidden.
Uit het verslag van De Nederlandsche Bank over
1931-1932 (blz. 21/22) blijkt, dat omstreeks eind 1931
en begin 1932 ,,door ondeskundige en tendentieuze
berichten in eenigo buitenlandsche bladen twijfel ge-
wekt werd aan de handhaving door Nederland van
den gouden standaard”. Van midden December 1931
tot het einde des jaars verloor de Bank daardoor
pl.m.
f
25 millioen aan goud. Het spreekt vanzelf,
dat de creditsaldi aan het buitenland hierdoor, zij
het ‘tijdelijk, voor een deel zijn verminderd.

Wat Nederland’s liquide positie op ultimo 1031
1)etref t, betwijfel ik, of het daarmede zoo gunstig ge-
steld is. Het vlottend ‘tegoed in het buitenland van de
24 bankinstellingen Ibedroeg
f
743 millioen. De heer
Beyen is wel zoo vriendelijk er 3 A 400 millioen van
• af te trekken voor de Stillhalte-schulden, doch dit
behoeft niet, omdat, naâr ik ineen, uit de wijze van
opstelling van de betalingsbalans kan worden afge-
leid, dat: deze bevroren saldi al niet meer tot het
vlottend tegoed worden gerekend. Dit tegoed nu be-
stiiat uit rekening-courant-saldi voor
f
188 millioen,
buitenlandsche wissels voor f 159 millioen en ,,an-
dere vorderingen” voor
f
396 millioen. Nu kunnen
zeker de beide eerstgenoemde posten
in normale om-

standigheden
als liquide woiden aangemerkt, niftar is
dit ook aan te nemen voor de derde categorie? Waar-
schijnlijk zullen deze vorderingen minder liquide zijfl
dan cle beide eerstgenoemde. Doch geheel afgezien
hiervan meen ik, dat zelfs rekening-courant-saldi,
buitenlandsche wissels en andere vorderingen, onver-
schillig welke, in het buitenland onder de huidige
omstandigheden van twijfelachtige liquiditeit zijn.
Niet voor niets heeft De Nederlandsche Bank het
noodig gevonden haar buitenlandsche wissels groo-
teudeels om te zetten in goud en dat goud nog in
1932 over te brengen naar Nederland! Tot bedoel-
de conclusie kom ik te eerder, nu het bedrag aan
vlottende bui’tenlandsche schuld per ultimo 1931 ad

f
400 millioen m.i. voor de huidige omstandigheden
veel te laag is. Immers ook ten aanzien van dit be-
drag geldt, dat veel buitenlandsch geld hier te lande
als Nederlandsch geld te boek staat (zie hiervoren de
‘toelichting sub 1 ad post 38), terwijl voorts juist op
31 December 1931 het creditbedrag relatief laag moet
zijn geweest in verband met den omstreeks dien tijd
in het buitenland bestaanden twijfel aan de waarde-
vastheid van den Nederlandscheii gulden en de daar-
uit resulteerende terugtrekking van gelden (zie toe-
lichting sub 4 ad post 38 hierboven).
Wat meer in het
bijzonder
het jaar 1932 betreft, is
bekend, dat vooral in de eerste helft van dat jaar een
sterke kapitaaivlucht uit Duitschland naar Neder-
land heeft plaats gevonden. Nu wordt daarnevens wel
verklaard, dat Duitschiand in de laatste jaren zeer
veel credieten op korten termijn zou hebben terug-
betaald, hieromtrent deelt de ster-correspondent van
de N.R.C., die eveneens de kapitaalviucht memoreert,
in het nummer van 22 Januari jl. (Ochtendblad)
mede, dat het zeer wel denkbaar is, dat een niet onbe-hingrjk gedeelte van deze betalingen in guldens is ge-
schied, ook al zijn zij niet naar Nederland gegaan.
Voor zoover evenwel deze betalingen weer naar andere
landen zijn gegaan, kan de goudvoorraad hier te laude
natuurlijk niet – althans niet blijvend – zijn geste-
gen. Afgezien hiervan komen deze terugbetalingen van
korte credieten, voor zoover Nederland betreft, mij
wat apocrief voor, waar de Stillhalte-ove±eenkomst
is blijven bestaan.
Summa summarum kan ik geen reden vinden mijne
opvaVting, dat de toeneming van den goudvoorraad
voor het grootste deel het gevolg is van kapitaal-vlucht uit het buitenland, te herzien. En ik meen,
dat deze factor van zooveel belang is vbor ons land,
dat de aanwezigheid van deze gelden een ernstig ge-
vaar oplevert voor de waardevastheid van den gulden. Deze opvatting wordt m.i. gestaafd door enkele symp-
tomen, die zich de laatste jaren hebben voorgedaan.
Zooals ik hierboven reeds mededeelde, heeft om-
streeks het einde van 1931 en het begin van 1932 een
belangrijke goudonttrekking plaats gehad door ,,on-
deskundige en tendentieuze berichten in eenige bui-
tenlandsche bladen”. Deze toestand duurde van 14
December 1931 tot 15 Februari 1932 en had tenge-
volge, dat De Nederlandsche Bank in totaal
f47.877.000 aan goud verloor. Nu zullen bedoelde
berichten waarschijnlijk mede in verband hebbdn ge-
staan met de prjsgeving van den gouden standaard
door Japan op 13 December. Het is echter een veeg
teeken, dat een dergelijke gebeurtenis, waarvan Neder-
land niet het minste nadeel ondervond – noch recht-
streeks, noch indirect door Nederlandsch-Ïndië, omdat
dit gewest van de daling van den yen belangrijk meer
v66r- dan nadeel heeft gehad -, tot een zoodanige
drainage van goud aanleiding heeft kunnen geven.
Een ander ongunstig symptoom is geweest de weer-
slag van het uitbreken van de Amerikaansche bank-
crisis in Februari/Maart jl., toen van 27 Februari
—14 Maart voor niet minder dan
f
71. millioen aan
goud aan De Nederlandsche Bank werd onttrok-
ken. De heer Beyen merkt op, dat in 4ie dagen
veeleer Nederlanders in het goud dan biiitenlan-
clers

uit Nederland vluchtten. Van andere zijde
• (N.R.O. 15 Maart ji., Ochtendblad) worden als

330

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19
April
1933

oorzaken aangegeven een in verband met de Amen-
kaansche gebeurtenissen in min of meer geforceerd
tempo plaats gevonden overmaking van gelden wegens
plaatsing van Frausch en Belgisch scliatkistpapidr
op de Nedenlandsche markt en een omzetting door
Engeland van guldens in francs met als einddoel om

voor deze laatste valuta
op
haar beurt goud in de
plaats te nemen. De medewerking aan de goud-op-

vraging van Nederlandsche zijde zal dan wel terug
zijn te brengen tot eers’tgenoemden factor. Wat hiet-
van zij, indien onder die omstandigheden niet alleen

buitenlanders, maar ook Nederlanders door eene
angstpsychose bevangen worden, acht ik dit voor de
waardevastheid van den gulden eer een grooter dart
een kleiner gevaar. Als namelijk Nederlanders er
ooic nog een schepje bovenop doen, wordt de situatie

er waarlijk niet beter op.
IIULSn0FF POL.

AANTEEKENINGEN.

De vooruitzichten in de internationale tinindustrie.

liet kw’antaalhenicht van de Amsterdamsche Bank
bevat ditmaal een belangwekkende beschouwing over

,,Tin en de ereidcnisis
” van cle hand van Ir. A.

G-uyot van der .liam.
in clii artikel wordt uitvoerige aandacht geschon-
ken aan cle totstaridkomi:ng van liet internationale

Tinlcartel, w n
aarover in
os
blad reeds meerdere malen

is geschreven. De schrijver wijst verder op cle goede
politiek van dit Kartel, maar erkent, dat de toestand

nog niet geheel bevredigend is..1n dit verband

schrijft hij
Dcv raag of de productie en het verbruik van tin thans
ongeveer in even wicht zijn, mag dus wel bevestigend wor-
den beantwoord De kwestie is echter, dat niet clii even-wicht alleen ile situatie nog niet is gered. Een zichtbare
voorraad en ii ei tea 53.000 ton overeenkoniencic niet een
verbruik van 0 ît 63 itiaaucl
Op
het tegenwoordige peil,
itioet nog te groot worden geacht, ook al neemt uien in
aaninerkitig. dat ci rea 21.000 ton (loor de .1 nternationale
Tinpool geblokkeerd icijn De productie zal derhalve nog
langen tijd en met een flink bedrag onder cle eousumptic moeten blijven, vOOr dat de tinpositie volkomen gezond
kan word e
1:1
genoemd.
in alle geval moet ivonleti toegegeven, dat het Tnter-
nationale ‘Dia Conntd niet het thans geldende restrietie-
pia ii 01) den goedeti weg is: .Dat clii bevredigend resnitaa t
kou worden bereikt, is ongetwijfeld te danken aan de lo,yale
samen werking der deel nemers van het kartel en aan den steun der beti:okken regeeringen De taak van liet Coniitd
om voortdurend te waken tegen overschrijding van de toe-
gewezeli illota, is – zeker niet geilakkelijk. JEcit scherpe
:011
trôle blijft een gel ii ccle n cle ei sch, daar er ii og deel ei uiet t –
de landen zijii, waar iiieer dan cle toegestane quota wordt
uitgevoerd. peciaa1 Bolivia is hier cle schuldige. –Aat:i het
ei tule van 1932 had dit land zijn quotum voor dat jaar
niet 1.453 ton overschreden. De oorzaak hiervan zal wel
nioeten worden toegeschreven aan de ongercuge-Ide toesta ii-
den aldaar, mede i,.i verband niet het Gran C’haco-coiiflict
niet I’araguay. De Boliviaansehe regeerilig heeft echter
beloofd, het surplus zoo spoedig uiogelijk weg te werken.
II iderclaacl is in liet loopeiidle jaar een verbetering in clii
opziieht te constateeren. 1Eet Jloliviaansehe exporteijfer was
n
althas in .Jantiari bijua 170 ton lager clan het toegesta iie
q notum. In Februari heeft 130liVia, zijn quotn in ach ter trede
met 115 ton. oveisch ed en.

s,rat
cle toekomst van cle tinindustrie betreft, laat
cle schnijve zich zeer voorzichtig uit.
liet gewijzigde 13yrne-plan blijft, bijzondere omstandig-
heden natuurlijk voorbeboudei:i, van kracht tot 1 JIAli 1933.
i)e toegestane niaanclehijksche exportquota tot aan clezen
datum zijn voor Britseh Malakka 2.030, Bolivia 1.224.
Nederl.-lmlië 1.282, Nigeria 317 en Sia.m 833 ton, in totaal
dus 5.092 ton. Gedurende het eerste halfjaar zullen der-
halve door de 5 bij cle restrictie betrokken landeti circa 34.000 ton worden geüxporteercl. De proluctie der niet
deelnemende landen mag voor deze periode op 7.500 ton
word-en geschat, zooclat tot 1 Juli a.s. ongeveer 41.500 tbn
ti Ii
op de na rkt -zal zijn gebracht. Aan neniende, dat het
wereldverbruik voor de eerste zes inaatiden van dit jaar
50.000 toil zal bedragen, zullen dus de zichtbare voorraden
aan liet einde van 1 nni as. tot ciie; 47.500 ton zijn ver-
ininderd. Onder deze voorraden zal zich dan nog cle ge-

blokkeerde hoeveelheid van circa 21.000 ton bevinden, daar
volgeiis een bepaling van het gewijzigde Byrne-plan de
Internationale Titipool, ook al zou cle tinp-rijs iiitusschdn
de limite van £ 165.— bcreikcn, niet mag verkoopen, al-
vorens cle huidige quota weder tot 40 pCt. i’ami cle als basis
der icstrictie aaugeiiomen proditetiecijfers van 1929 zijn verhoogd. Dit nu zou eerst op 1 J tili as. kunnen geschie-
dcii. De ‘ vrije zichtbare voorraden zullen dus op genoemulen
datti-ni circa 26.500 toui bedragen. hiervan is dan nog circa
8.000 ton .zeilciicle, zooclat -direct ter beschikking van con-
sutnemiten circa 18.500 ton zoti staan, een hoeveelheid vol-
cloeiide i’ooi- de behoefte i’aii 2 Ii. 23. maanden. Een toe-
stamid, -vergelijkbaar met dien in cle jaren 1921-1922 tijdens
liet bestaan van cle ;Bamidoeng-pool, zou claarnied-e bereikt

Er zijn echter -tuvee factoren, welice het aspect geheel
-ktinricn wijzigen, eeistens het opduiken van voorheen oii-
zichtbare- voorraden en ten tweede het tegenvallen der consumptie. Wat den eersten factor betreft, kaii niet de
t’-er-nielding worden volstaan. Op den tweeden factor client evenwel na-der te worden ingegaan.

De grootste verbruikster van tin is cle blikindustrie met
55
id
60 pCi. van het totaalcijfer. In verhotucling tot andere
takken van -de metaalindustrie is de hlikfabttica.ge niet zoo
zwaar door de huidige wereldciisis getroffen.
Een tweede voorname verbruikster t’aui tin is de auto-
iuiobiehiiudustrie. Voor elke auto-mobiel is 3 Ii 4 KB. tin
benoodigcl.
l-i:i cle jaren 1927-1931 bedroeg het tin-verbruik der
Ver. Staten -steedis -ongeveer 45 pCt. der wereldcoiisurnptie.
Ternioedclijk zal dit percentage in 1932 wel een vijftal
punten lager zijn.

Doch zelfs niet een verhoudingscijfer van 40 pOt. blijft
dat land toch verreweg de aanzienlijkste verbruiker van
tin, liet is dus duidelijk, da-t een herstel van -het Anieri-
kaansche -beclrijfs- en zakenleven een carclinaal belang voor
dcii tinnuijnbouw is. Leek het nog tot in Januari van clii jaa-r, alsof het diepste plint der depressie achter den rug
was, thans (begin Maart) is dc toestand aan de overzijde
van tIen Atlantischen Oceaan door cle moeilijkheden in het
bankwezen weder vcrsoinberd.
Een nog diepere cloorwerking van cle huuchige economutische
crisis vormt ongetwijfeld de meest erustige kans voor het
tegenvallen der tiiconsnni-ptie in de naaste toekomst. Heii
tweede gevaar schuilt in cle grootere toepassing van snr

roga-ten voor tin. Dit gevaar, dat opgecloemd is in the jaren
dci- enorm hooge tinprijnen, is vroeger door cle tinprodn-
centen -wel eenigsziris onderschat. Beweerd- werd, dat tin
steeds in kleine hoeveelheden voor talrijke doeleinden wordt
gebruikt en dat het dus voor the verbruikers weialg uit-
maakt of cle pl-ijs van het metaal honderd pond hooger of
lager is. Hierbij wordt echter vergeten, that bijv. tien land
als de Ver. Staten, dat zelf geen tin produceert, er steeds –
naar streven zal, en des te meer in deze tijden van atitar-
kie, out den tininvoer tot het strikt noodige te heperken en
me veel niogelijk cle toepassing van in het land zelve
voortgohrachte su rrogatcn
te
bevorderen.
liet is voor de tinindustrie een heuglijk feit, dat het In-
ternationaal Tin Comité heeft ingezien, dat het verbruik
van liet metaal nioest worden gestimuleerd door propa-
ganda en wetenschappelijk onderzoek. In de vergacheri uig van 21 Augustus 1931 te ‘s-Gra-v-eiihage werd, ter uitvoe-
ring van de ‘hierboven vermelde taak, het internationaal
Comité voor Tinonderzoek (,,Ïnternational Tin Research
Oonunittee”) ingesteld, liet door dit onderzoekingsconiité
uitgewerkte p]an is me-t 1 Januari 1932 in werking ge-
treden en -zal voor 5 jaren gelden. Per jaar kan over een
bedrag van J28.000 worden -beschikt. Wat cle resultaten
ztilleuu zijn, moet nog worden afgewacht.
Hoe het prijsverloop van cle tinniarkt in the toekomst zal
zijn, is uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk, te voorspel-
len, te meer daar de notcering te Londen thans ook door
tIen koers van het Pond wordt -beïnvloed. Zoolang het
kartel -blijft bestaan, en tint is voorhoopig tot 12 Augustus
1934, zal vermoedelijk cle tiuprijs -geen sterke stijging -vér-
toonen. De gepoolcic voorraden van het metaal zullen even-
ceiis temperend werken. Vanneer door ccii onverwachte
gunstige ommekeer in de conjunctuur, cle vraag naar tin
utinzicahijk zou toenemen en cle geblokkeerde voorraden-
reeds vOOr -bovcn-geuoemden datum waren opgeruiiuicl, clan
aoL natuurlijk het kartel een niachtfpositie verkrijgen. Il:Let
is ondenkbaar, dat het kartel deze machtspositie zou mis-
bruikn door opdrijving va’n clan tin1uijs. Eerstens zouden
cle betrokken regeeringen ongetwijfeld hare goedkeim ri lig
aan een dergelijke politiek onthouden. Ten tweede zullen
dle leidende persoonlijk-heden van het kartel de lessen der
economische geschiedenis sedert cle behincli-gi-ng van tIen o–ereldoorlog wel ter harte nemen. Zoowel dc producenten

58.45

9.74. 34.50

99

58.80

9.75e 34.60 100
59.263 9.747 34.592 100

Praag
1)
Boeka-
rest
1)
I
Milaan
a)
I
Madrid

7.371

1.48
12.68
21.02.
7.38
1.48
12.69
21.021
7.37k
1.48
12.68
21.02

7.35
1.42k
1l2.62
20.85
7.40
1.52.
12.75
1
21.10
7.371
1.488
13.0941
48.52

Data

Stock- Kopen-
,’wlm ‘)lhagen’)

11April 1933 44.90′ 37.70

Oslo’)

Discont. Div. reke- ningen’)

76$ 1 2.241
766

2.265
770

2.229
776

2.293
784

2.259

735

396

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

331

als dc consumenten hebben belang hij een stabielen tin-
prijS op
ClSfl
dusdanig iiivcaii, dat aan tien tiIilTiijiibOiiW
redelijke winsten zijti gewaarborgd hoe hoog dit niveau
moet zijn, kan eerst niet voldoende nauwkeurigheid uvor-
dcii bepaald, als cle huidige werelderi.sis achter den rug is.
liii dit opzicht is voor het tiiikartel nog een taak ii, de
toekomst weggelegd en het is derhalve te wenschen, dat
(i it kartel niet wordt o,, tbonderi, alvorens het einddoel
een ec-ouoii,isch gezonde positie van de tin-iidustrie, vol-
ledig is bereikt.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

OPEN TulA:I1IKT.

1933
1932
1931
1914

pri
ISA

I
10115
318
27Mrt./
11/16
13(18
20/24
April April
1 April
April
April
Juli

Amsterdam
Partic.disc.

5/
1151
i’
2
_5/
14-I
1
/4
1/1-
9
11
3
1
18-116
Prolong.

1 1
1 1
115-
3
14
2I14-j4
Londen
Dageld.
. .
1
14’I
1
14..1
I121
1
12-1
1-2
1
/2
13
1
17
1
3
14-2
Partic.disc.
5
18-
11
11
8
/16-
11
116
5
101
I16’/8
2
3
116_
1
12
2I,-‘°13’
4114114

Berlijn
Daggeld…

4I8-5112
411
7
_57
1

5

4
1
12-6
5
1
/_6
1
/2 4314-6112

Maandeld

412-514
4
1
12_534
411
3
_531
4

5_1/


Part, disc.

3I8
3
7
18
3
718
5
1
/
4
18
2
1
/,-
1
J2
Warenw. –
.

4_L
41(
4

4.1/
4

4i
51/
4

t’Jew York
Daggeld
1)

2
3
/4-3
2
3
/4-3
3
3
2
1
12-
3
/4
P12-2
1
/4
l’j42
1
!2
Partic.disc.

5/5.1114
1
1
/3294
2114
1
1
14_2
J314

1)
Koers van 13 Apr. en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a a
New
Londen
Berlijn
I

I

Parij.s
BrussellBatavia
York’)
•)
*)
a
)
)
7)

ii April 1933
2.479/
8.44%
58.671

4.56
1J9
12

1933
2.473
8.44


58.75
9.75-
34.55
100
13

11933
2.47
8.44%
58.65
9.75
34.54
.100
iii.

111:13






.15

1933


17

1933


Laagste d.w’)
2.4620
8.42
IET.00gste cl.w
1
)
2.4775
8.46
Stuntpariteit 12.4878
12.1070

Data
stad
Weenen

II. April 1933
47.88

12

11933
47.87′,

13

,,

1933
47.86

14

11.933


15

1933


17

1933
– –
:Iaagste (In”)
47.80

Ïloogste d.w’)
47.924
35.25
Muntpariteit I
48.121 35.007

lie!-
Buenos-

Mon-

f
ç)

Aires’)

treal’)

3.74
1
65

2.05,
12

1933
44.65
37.60
43.15
3.74
65
2.06
13

1933
44.85
37.70
43.30
3.74
65
2.06
14

.,

1933

– – – – –
115

.

1933

17

1

1933
– – – –


Laagste d.w’)
44.35
37.35
42.90
3.70

3.03
iloogste d.wi)
44.85 37.85
43.50 3.771
65
2.07
31untpariteit
1
66.671 66.671 66.671
6.266
95%
2.4878

‘) Noteering te Anisierclani. “) Not, te Rotterdam.
i)
Part, opgave.
Iii ‘t iste ol, 2dc No. van iedere niaand komt
een. overzicht
voor s’a,l een aantal niet wekelijks opgenome.I
wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

IgOEIISEN TE LONDEN.

Plaatsen en Noteerings- 1 Apr. 8Apr.
1
10115
Apr.
1933 15
Apr.
Landen

eenheden

1933

1933
ILoagste
l
Hoogste
l
1933

Alezaudrië. .IPiast.
p.C?
97
1
4 1 97)4 I 97′,, 1
97″s
1 974
Athene

….
‘IDr.
p.
Y,

6024
605 590
620
605
Ihangknk
…. Sh. p.
tictd

1 10
T
5
,
9

1/10%
1/1 O
1110
r’s
1111
Budapest

. .

Pen.
p.
P.

1
9
II
93
18%
20%
19%
Buenos Aires
1

cl. 0$

4118
41
40%
4184
41
Calcutta
….Sli.
P•
rtip.

1
6
5
1
1/61i
10

11/6
51
32

1
63
/32
116
‘/
11

Constantin
. .
L’iast.
p. £

710
710 705
710
705
hongkong

.

511. p. $

1
1
37
/8
1134
113% 114%
1./3
13
1,
Kobe

……5h.
i’

yen

1
3
II

2′ 5/,
5

11/2%
1

/8

1/27,9
Lissaboi,
.

. . Escn. p. £

110 110
1.09/4
110%
110
Mexico

$
per
£

1.2.-
12.50
1.2.-
13.-
12.50
llo,itevidca,

d.perX

33
33 32 34
33
jontreal

. ,

$
per
£

4.13
4.12%
4.110
4.12
1
1
4.12
Rio cl.
Janeiro
cl.
per
Al ii.

52/
8

55/,
5
i1
55/
8

53
18
Shanghai

. . 511.
P•
tael

1,87/,,
1,8
1/2
1/3i
6

1/25/
8

Singapore

.

id.
p. $

2/38/
4

23
2
%
2/3si,
237′
8

2/3%
Talp.Lr.siso1)t

$
rel
.
£


– –


Warschau

, .

Zl. 1
)
– £

305/
30’/,
30
30)4
305/
4

1)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen
1
) N.yorkz)
Londeii
11

April 1933..1715/,

28
II

April
1
9
….
….121/4
12

1933..

175/
8

27sj
8

119

1933 ….1121/8
3

1933..

18

28%
.13

1933,

121/6
14

1933.,


14

1933.

IS

1933..

18

28%
15

1933.
, . –

1216
17

1933..

285/,
17

,,

1933,,..


IS
April1932..

1611/,,

28%
18April 1932
09/9
27

Juli

1914.
.

24
”t,,

59
27 Juli

1914
– . . –

8410%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver
in
$c. p.oz.
line.
3)
in sh.
p.
oz.fine

STAND VAN

8
RIJKS KAS

Vorderingen.
1
31 Maart 1933
/

7
April 1933

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-

t

6.745.911,73
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

789.005,70 944.342,33
Voorschotten
op
uit. Februari 1933 aan
de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-

derlandsclie

Bank………………….

adm. te heffen gem. lok, bel, en
opc.
op
de Rijksink. bel ………………
1.767.695.56
,,

1.767.695,56
Voorschotten aan Ned.-Indië ………
147.334.665,27
,,
153.121.248,77
Id.

aan

Suriname …………………
13.959.592,68
,,

13.962.448,68
Id.

aan

Curaçao ………………….
6.971.271,80
,,

6.985.797,80
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buileni.

…..

102.283.705,83
,,
102.135.340,87
Saldo der postrek.v. Rijkscomptabelen

….

,,

25.050.698,50

..

,,

28.394.893,95
Vord.
op
hetAlg. Burg. Pensioen fonds’)

….


16.500.651,55

,,

16.565.651,55
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)
…………
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
40.791.414,84
.39.685.554,84
Ve
r
Pl
1
eb t
1
n ge n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art.
16 van haar octrooi verstrekt
……..
f

7.759.361,16

Schuld a/d Bank
v.
Ned. Gemeenten
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
306.558.000,-
f302.580.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
55.920.000,-

73.860.000,-
Zilverbons in omloop
…………….
…1.578.905,-

,,

1.572.415,50
Schuld
op
uIt. Februari

1933 aan

de
gemeenten, wegens aan haar uit te
keeren hooI dsom der pers. belasting,
aand. in de hoofds. der grondbel. en
der gem. fondsbel., alsmede
opc. op
die belastingen en
op
de vermogens-
belasting …………………..


,,

722.881,58
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,

10.665.818,06
15.945.905,69
Id. aaii het Staatsbedrijf d. P., T.enT.i)

…722.881,58

.,100.869.910,97
,,101.465.253,78
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
…..
167.207,68
,,

167.207,68
Id. aan diverse instellingen’) ……..
……
69.6
…80.456,43
72.930.618,35
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD. 1 April 1933
1

8 April 1933
Vorderingen:
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas


waaronder Muntbiljetten ………..

Saldo Javasche Bank……………..
1.146.000,-
f


Verplichtingen:

.-

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinsteil
,,151.272.000,-

.

f153.27l.000,-
Schatkistpromessen
………………
…..1.250.000,-
1.250.000,-
Schatkistbiljetten

……

………….
19
….555.000,-
19.575.000,-
1.754.000,-
,,

1.754.000,-
Schuld san het Ned.-lnd Muntfonds.
784.000,-
,,

905.000,-
Muntbiljetten

in

omloop
……….
……

Idem aan de Ned.-Ind Postspaarbank.
944.000,-
2.006.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

1.486.000,-

SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste Vosteu in
duizenden guldens.

Data
Data
Metaal
Ci
rc
a-
latie

opeischb.
schulden
11 April

1933
3,41%
3,947/
1
,
23,74
1

40,43%
25 Maart 1933..
875
1.037
468
12

,,

1933
3,41 7/
.

3
,
913
!,,
23,77
40,47
13

1933
.
3,44%
3,97k
23,81 40,57
18

1933..
876
1.076 468
14

1933




ii

1933..l
874 1.090
447
15

,,

.11933
3,48 3,95
23,95
40,60
4

,,

1933,.
876 1.184 45$
17

,,

1933
3,46
3,95′,

23,94
40,55
25 Febr.

1933.
.
887
1.146
438

18 April

19321
3,787/
8

3,945/,
23,76 40,51%
5

Juli

1914,.
645
1.1.00
560
Muntpariteit.
.1
4,86
3,905i
1

23.81%
1

0
8
116
1
1
SIuitp. der activa.

332

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19
April
1933

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 18 April 1933.

Activa.
Binneni. Wis-1 Jifdbk.

f

31.418.195,09
sels, Prom.,’ Bijbnk.

630.554,35
enz.in disc.

Ag.sch.

5.785.504,36 37.834.253,80
Papier o. h. Buitejil. in diionto

……

Idem eigen portef.

f

73.214.710,-
Af: Verkoclitmaar voor de bk.nog niet afgel.


73.214.710,-
Beleemngen
mcl. vrsch.
jîfclbk.
f

25.201.447,91

in

rek.-crt.
ilijbik.

3.752.380,02

op

oitderp.
Ag.sch.

43.175.425-

f

72.129.252,93

Op Effecten

……f

71.194.382,09
OpGoederenen Spec. .,

934.870,84
72.129.252,93
Voorschotten a. li. Rijk …………….

Munt, Goud
……f

98.200.005,-
Muntniat., Goud ..

858.025.543,08

f

956.225.548,08
Munt, Zilver, enz.

21.788.814.40
Muntmat. Zilver..

Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
978.014.362,48
1
)

sioenfonds

……………………,,
20.180.704,74
Gebouwen en Meub. der ]3ank ……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ……………….
13.170.624,51
Staatd. Nederi. (Wetv. 2715, ’32, S.No. 221) ,,
19.331.195,17

f
1.218.875.103,63

Pasia.
Kapitaal
.

………………………f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………

..
3.000.000,-
Bijzondere

reserve

………………

..
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.457.926,89
Bankbiljetten in omloop …………..,,
965.750.180,-
Bankassignati6n in omloop

……….,,
124.471,38
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

14.308.756,37
saldo’s:

Anderen

,,196.738.546,44

,,
211.047.302,81
Diverse

rékeningen ………………

,,
5.495.222,55

f
1.218.875.103,63

Beschikbaar metaalsaldo

…………f

507.234.524,12
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan, waartoe de )3auk gerechtigd is ,, 1.268.086.310,-
1
)
Waarvan in het buitenland
f

3.020.302,58.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

1
Goud
1
1
Andere
1
Beschikb.)
Dek-
Data
ICirculatielopeischb.I
Metaal- ikings
1
Munt
1
Muntmat.I
1
schuldenl
saldo’)
1
perc.

18April ‘331
98.2001
858.026
1

965.7501211.172
1
507.235
1

83
10

,,

‘331
98.2001
857.536
1

971.637I204.428
507.418
1

83

25
Juli’
14
!
65.7031
96.410
1

310.437
6.198
43.521
54
Totaal
1
1
Schatkist-

Belee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
1
promessen
om
gen
op
het
reke-
1
disconto’slrechtstreeksl
buiten!.
ningen
2
)

18 April 1933!
37.834
1


1

72.129 73.215
13.171
10

,,

1933;
37.511
1


1

71.710
73.215 12.990

25 Juli

19141

67.947
1


1

61.686 20.188
509
‘)Seclert den bankstaat van 4 Jan. 1929 op de basis van
215
metaal-
dekking.
2)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Andere
1
Beschtkl
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
I
1
metaal-
schulden
1

saldo

15 Apr.’33
2
)1
1.360
210.790
1

33.610
60.600
8

,,

1
33
2)!
158.890
212.160
1

32.310
61.102

18 Mrt.1933
206.999)
34.546 61.434
112.037
t
46.016
11

,,

1933
112.036
1
46.124 210.467
1

32.582
60.940

2
5
Juli
1914
1
22.057
1
31.907 110.172 12.634 4.842

Wissels.
1
Diver se
Dek-
Data
i

buiten
1

Dis-
Belee-
reke-
kings-
1

N.-Ind.
1

conto’s
ningen
ningen’)

percen-
______________
1

betaalb.

1
lage

15Apr.’33
2
)
20.450
530
24.890
65
8

,,

‘332)
19.740
55.270
25.310
65

18 Mrt.1933
18.952
24.680
65
9.280

35.544
11

,,

1933
18.505
9.278
i

33.328 27.645

1
65

25 Juli1914
6.395
7.259.1

75.541
2.228
1
44
1)
Sluitpost activa.
.2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilf.
1

OtherSecurities
Data
Metaal in
un Bankingl
Disc.and
‘Seci:rities
clrculafle.I
Departm.
1
Advances
1

5 April 1933
1177.360
371.669
1

64.863
11.649
15.517
29 Maart1933
1172.688
1
367.112
79.727 11.770
J

17.211
22 Juli

1914
1

40.164
1

29.317
1

33.633

Data
1
Gov.
Sec.
1

Public

1

1
_Depos.

_

urneriJeposlrs
1
Other
Bankers IA.ccountsl

1
1 Reserve
I

Dek-
kings-
perc.
1)

5April’33

82.980
1

14.083

109.599

1

65.6911 41
29 Mrt. ’33

57.738
1

21.244

92.838

34.966

80.5771 54
22 Juli ’14

11.005

14.736
1

42.185

29
.
29
71 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver!
‘Te goedl
in het
Wis-
sels
Waan’.!
I
op het Belee- Iv.d.
1’entoos
voorschot
buiten!.
buiten!.1
ningen
Staat

7Apr.’33
80.412 11.3831
2.353
1

5
.
490
1
1.9701
2.709
1
3.200
31 Mrt.’33
80.409 11.4401
2.406
1

5.3231

1.9711
2.714
1
3.200
23Juli’14
4.104
_
G
4
Oj

1
1
.5411
8!
769
_

Bonsv.d.l
Diver-
t
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen
1)
Circulatie

I
Staat
Zelfst.
Pont-
amort.k.I
culieren

7 Apr.’33
6.608

2.291
1

85.360

1
193
1

2.026 116.768
31 Mrt.’33
6.621

3.117
86.090

1
107
1

2.128 116.850
23Juli
1
14
– –


5.912
401j

043
1)
Siuttpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Data
Goud
bij bui-

l
ten!. circ.
1
banken
1
)

als goud-
1
dekking
1
geldende
1

wissels
en
cheques

Belee-
ningen

7 April 1933
1
645,8
1
65,0
1

109
1
6
1
2.831,1
200,2
31 Mrt.

1933
1
738,6
1
64,0
1

97,0
2.762,5
210,3
30Juli1914
_
1.356,9
_


750,9
50,2

Data
1

Effec
1

Diverse
1

Circu-
Rekg.-
Diverse
t

ten

1
Activa
2
) 1

latie
Crt.
Passiva

7 April 1933

318,3

567,7 1 3.432,5

321,9

404,2
31 Mrt. 1933

401,3

689,7

3.519,7

442,9

601,4
30 Juli 1914

330,8

200,4

1.890,9

944,_

40,0
1) Onbelast.
2)
Wo. Rentenbankscheine 7 April, 31 Maart 1933, resp.
20; 14 miii.

NATIONALE BANK VAN BELG1

r

Goud
8
Rekg. Crt.

1933
5
a
n

.0
0
13
April
2671
1

61
1
790
1

54
1
363
1

40
1
3.637
1

44
1
288
6

,,
2671
62
794
58
363
40
3.639
70
269

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel
Totaal
1
Dekking
1
In her-

1
disc.
v.
d.
1

In de
open
bedrag
F.
R.
Notes
Zilver
etc.
member
t
_markt
bonks
1
gekocht

29 Mrt.’33l
3.236,8
1

2.616,0
2052
,
545,1

1
310,2
22

__’33!
3.192,3
_2.563,4
178,9
670,9
1
352,3

Data
Belegd
1
In
U. S.
,
Ttaal
0

tort
1
Goud-
1

Dek-
Algem.
Dek-
Gov.Sec.
1
__
in circu-
KitaalI
kings-
kings-
latle
si__
________
1
perc.l)
perc.i)

29 Mrt.’3311.838,4
1
3.747,6
2.203,2
149,6 54,3
57,8
22

«

‘3311.864,4 3.916,3
2.154,8
149,8 52,5
55,5
-,

vr,,uuuILje U)LUICfl gounvoorraan Legei,oVer opeiscnoare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
t

.

ir,e
1
Totaal
1
Waarvan
Data
_
Aantal
banken
conto’s
_en
1

Beleg-

R
de
1

gingen
t

tim
beleen.
depo-

1
1

banks
1
sito’s
1
deposits

1
Mrt.’33l
488
1
9.627
1

8.196
11.599 15.971
1

5.288
22
Feb.’33!

130.
j
9.865

1

8.392
11.814

1
16.933
15.499
De
posten van
De
Ned.
Bank, de Javasche Bank
en de Bank
of Eng.
land zijn in duizenden, alle
overige posten in millioenen van de be-
treffende valuta.

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

333

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
18 April 1933.

Nadat op 10 April de officiëele schatting van de op-
brengst van wintertarve in cle Ver. Staten was gepu-
bliceerd; was de stemming aan cle t a r w e-markt den vol-
genden dag vast als gevolg van cle zeer lage rarnilig, welke
nog aanmerkelijk lager was dhn het gemiddelde der kort
tevoren bekend gemaakte ramingen door particuliere ex-
perts. Groote zaken in tarwe kwamen op 11 April tot
stand, vooral in Plata
en
Manitoba tarwe. In Australisehe
tarwe waren in cle voorafgaande week flinke zaken gedaan
cii claûrvoor was cle vraag minder levendig, ook voor het
Verre Oosten. De termijnmarkt te Chicago steeg verder
naar aanleiding van de regeeringscijfers en
01)
verwachting
van inflatie van den Dollar, daalde later toen de voorraden
bij de boeren in de Ver. Staten grooter bleken te zijn dan
verwacht werd. Deze voorraden werden den 1 April geschat
op 178.340.000 bushels of 24.4 pct. van den oogst. Tegen
liet einde der week trad weder eeneverhoogiug in en het
slot was 2 dollareents per 60 lbs. hooger clan een week
geleden. De vooruitzichten van wintertarwe in de Ver. Sta-
ten blijven ongunstig en jnen meent, dat de toestand nog slechter geworden is sedert het laatste regeeringsrapport
werd opgemaakt. In navolging van Chicago, zijn ook te
Winnipeg de prijzen aan de termijnmarkt gestegen. De
vaste stemming is er getenipercl door cle schatting’ van de
Canadeesche regeering van cle tarwevoorraclen op 31 Maart,
welke voorraden 31.2.820.000 bushels bedroegen tegen
243.300.000 bushcls en jaar geleden. Gebaseerd op deze
cijfers en rekenende dat aan het begin van het nu loopen-
de seizoen een overschot van 130.948.000 bushels aanwe-zig was, komt men onder aftrek van nog uit te voeren hoe-
veelheden op een waarschijnlijk overschot aan het einde
van dit seizoen van ongeveer 156.000.000 busliels. De markt
te Winnipeg sloot 1 dollarcents per 60 lbs. hooger clan
een week geleden. Ook

in Argentinië zijn in het begin der
week tengevolge van cle vermeerderde vraag de prijzen aan
de tcrmijnniarkten gestegen. Toen later de vraag Juwde
en koopers weinig belangstelling toonden bij het naderen
(Ier feestdagen, is een groot gedeelte der ‘prijsverhetering
in Argentinië weder verloren gegaan. De koers aan de
termijnmarkt te Buenos Aires sloot 4 eentavos per 100 KG.
hooger, te Rosario 5 centavos hooger dan een week ge-
leden. Dc kleinere verschepingeii van tarwe in de vorige
week hadden weinig invloed op. de stemming. 1)e berichten
over wintertarwe in Europa blijven gunstig. Vooral in
I)uitschland is dat het geval. In Frankrijk is eenige regen
gevallen, doch lang niet genoeg en men ‘verlangt er naar
overvloedige en spoedige regen. )Iet den uitzaai van zomer-
tarve •is men zoo goed als gereed gekomen. Berichten over
u’intertarwe in Rusland zijn over het algemeen gunstig,
(Inch bijzonderheden ovev de bebouwde oppervlakte ont-
breken. J)e uitzaai van zomertarve vordert langzaam en is
ten achter ‘bij het zaaiplan, gedeeltelijk tengevolge valt
sc’haarsohte aan zaaigraan. De in Duitschiand op 15 Maart hij dc boeren nog aanwezige voorraad tarwe vorclt geschat
op 6.800.000 quarters tegen 3.500.000 quarters op 15 Maart
van hct vorige jaar. Iii cle stemming aan de r o g ge-markt is in de nfgeloo-
peii week weder weinig verandering gekomen en prijzen
zijn vrijwel onveranderd gebleven met geregeld aanbod van
:Platarogge. Algemeen wordt geklaagd over onvoldoende
vraag naar buitenlandsche rogge in landen, welke in andei:e
jaren geregeld koopers zijn. Argentinië heeft een grooten
roggc-oogst, doch voerde tot nog toe slechts 269.000 quar-
ters uit tegen 701.000 quarters in dezelfde periode van het
vorige seizoen. Andere landen zijn nauwelijks met rogge
aan de markt. Argentinië is het goedkoopst. In Duitsch-
land worden de op 15 Maart nog :bij de boeren aanwezige

rog.gevoorraden geschat op 10.400.000 quarters tegen
5.600.000 quarters op denzelfden tijd van het vorige jaar.
Nadat einde der voorafgaande week eenige ‘booten met
m af s waren aangekomen, is de stemming minder vast ge-
worden. Hoewel de aangeboden hoeveelheden niet over-
dadig groot waren, was de vraag niet voldoende om de
prijzen op peil te houden en’ trad eenige verlaging in. Toen
de aangekomen partijen geruimd waren, is in de afgeloopen
week geene verbetering gevolgd en zijn de prijzen vrijwel eiken dag onveranderd gebleven. Het aanbod uit stoemen-
de ‘booten is ‘beperkt en de disponibele voorraden zijn
allengs belangrijk geslonken, doch de vraag blijft bij voort-
during teleurstellend. Dc Donau blijft dringend aan de
markt niet ladende mais en verdere termijnen, docb koo-
pers toonen weinig belangstelling. Aflaclers hebben hunne
vraagprijzen in het begin der week iets verhoogd en er is
nu zoo goed als geen verschil in waarde tusschen aange-
komen, spoedig verwachte en ladende mais. De verschepin-
gen vaii den Donau waren de vorige week grooter. Ook
die uit Argentinië zijn toegenomen, hoewel zij nog niet
groot waren tengevolge van regen. Voor stoomencie Plata-
mais zijn de prijzen vrijwel onveranderd gebleven. Voor
booten, welke nog in April zullen uitgaan of pas eijn ver-
trokken, heeft een kleine prijsverlaging plaats gevonden. Ook voor Platamaïs ter verlading ‘gedurende. cle zomer-
maanden is de prijs iets verlaagd. De omzetten zijn be-
perkt, koopers gevoelen er weinig voor op afladin.g te koo-
pen, hoewel de prijs laag ‘is, daar de consumptto weinig
koopt en de vraag ook in de eer.ste maa’nen niet groot
hèloof t
te
worden. Het slot aan cle termijnmarkt te Buenos
Aires was 6 centavos per 100 T(G. lager, te Rosari’o 10 een-
tavos ‘lager dan een week geleden.
De stemming voor Plata-g e r s t is in het midden der
afgeloopen week iets vaster geweest met goede vraag voor
spoedig ‘verwachte en stoomende partijen. Later viel de
vraag niet mee en ondervonden .honders moeite lhun binnen-
komende partijen te verkoopen, voor welke de prijsver-
beterin.g weder verloren ging. Latere •posities bleven iets
honger in prijs dan in het ‘begin der week. Voor Donau-
gerst waren de vraa.gprijzen onveranderd zonder belang-
stelling.
In h a v e r ging zeer weinig om tegen onveranderde prij-
zen. De termijnmarkt te Buenos Aires sloot onvpranderd.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten ‘hadden gedurende de
afgeloopen week een onregelmatig aanzien.
In A m e r i k a was aanvankelijk de stemming

iveifelend
tengevolge van het uitblijven ‘van eenige officiëele beves-
tiging van het bericht, dat verdere 600.000 tons Cnbasuiker
geblokkeerd zouden worden. Buwsuiker uit de Philippijnen
en Porto Rico werd tot 3.05 dc. tot 3.- dc. verhandeld,
terwijl deze week ook vecr Cubasuiker afgedaan werd.
De N e w-Y o r k s e Ii c termijnmarkt brokkelde ietwat
af. Tengevolge van het feit, dat President Roosevelt maat-
regelen met een inflationistisch karakter ‘bestudeert., gaf
de laatste beursdag. Donderdag, een scherp herstel te zien.
De noteeningen luidden als volgt: Mei 1.14. Juli 1.20, Sept.
1.23, Oct. 1.24 en Dec. 1.26, terwijl de laatste noteering
voor Spot Centr. 3.05 was.

De laatste C ii b a-statistiek is als volgt:
1933

1932

1931
tons

toos

tons
Productie ….. (Raming) 2.000.000 2.602.86

3.122.186
Ontvangsten …………..57.717

46.789

66.614
Totaal sedert 1/1 ,.,.,,

515.184

916.819 1.174.898
Verseliepingen ………..54.285

93.053

34.130
Voorraad

……………983.949

1.353.160

1.689.790

In E n ge 1 a n d was de markt uiterst rustig en oninte-

AANVOEREN in
tong van 1000
KG.

Rotterdam
1

Amsierdom
Totaal
Artikelen
9/15
April
Sedert
Overeenk.
9115
April
Sedert
Overeenk.
1933 1932
1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932
1933
1Jan.
1933
tijdvak
1932

25.800 342.879 349.710
1.845
10.434

2.950 353.313
352.660
7.366 125.989 122.618
110
1.110 640
127.099
123.258
Tarwe

……………..
Rogge

……………….
103
9.076 6.218
‘-
25

9.101
6.218
Boekweit ……………….
Maïs

……………….
13.9 21
308.852
397.251
3.695
73.107 108.168
381.959 505.419
6.142 90.986
120.470

9.730 6.582 100.716 127.052
3.901
60.217 71.339
75
1.323 1.292
61.540
72.631
4.592
89.855 90.290
1.975
122.855
143.974
212.710 234.264

Gerst

……………….
kl aver

……………….

Lijnkoek

…………..

307
19.122
31.928


50
19.122
31.978
Lijnzaad

…………….

179
.
6.929
8.254

2638

3.501 9.567.
11.755
Tarwemeel

……………
Andere meelsoorten •…
1.794
14.819
16.175
25
2.598 5.106
17.417
21.281

334

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19 April. 1933

STATISTISCH OVERZICH1

GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
(Loeui)
________
RUND-
VLEESCH
VARKENS-

BLOEM-

KASKOM-
.
Manitoba
No. 2
lOCO
No. 2 Canada
La Plata
62/63 K.G.
Z. Russische
La Plata
(versch)
VLEESCH

Rotterdam!
Amsterdam
loco R’dam!A’dam
Inco
R’dam!A’dam
loco Rotter-
damfA’dam loco
R’damiA’dam KOOL

100 st. 5)

KOMMERS
SALADE
le soort 5)
Gem.v.3 kw.
(verscil)
per 100 KO.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Ie soort
le soort
P. 100 st. 5)
P. 100 Krop
per 100 KO.
Rotterdam
4)
Rotterdam

6.
0
10
6.
0
;0
6.
°lo
R.
O/
ii.
010
f
0
10
f
0/0
f
0
1
t
0
10
t
0/ 1925
17,20 100,0 13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,9092,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9




1927
14,7585,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4



—-
.


1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5 26,47

100,- 23,08
100,-
5.83
100,-

93,-
100,-

77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4 3,57 61,2
63,-
65,6 37,50
48,4

Jan.1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
96,-103,2
56,-
72,3
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
4-4,6
-.
91,
97,8

64,5
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3 90,
96,8

65,8
April
5.90 34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,90
49,6
197,75
42,8
20,42
77,1


——

22,42
97,1
7,45
127,8
97,
104,3
47,-
60,6
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
16,56
62,6
18,75
81,2
4,27
73,2
98,
105,4
45,-
58,1
luni
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
.

9,51
41,2
1,27

—-

21,8
lol,-
108,6
41-
52,9
juli
5,42
5
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6

65,3 —

102,2
49-
63,2
Aug.
4975
28,9
.

4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
.

——————–

—–

94,-
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775
27.8
4,27
5

32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
84,-

—-

90,3
50,-
64.5
Oct.
5,-
29,1 4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6

—————————

75;-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4,925
28,6 4,95
37,9
.

69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5






70,-
75,3
43,
55,5

Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,–
43,9
Maart
5,52
5

32.1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0

















67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
20,38
77,0
15,06



















5,27
90,4
63,
.
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6
5,30 40,5 78,00 33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6

67,7
26,-
33,5
Juni
5
1
225
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
5,76
25,0
1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
Juli
4,90 28,5
4,-
30,6
78,75
34,0.
100,25
42,5
129,75
28,1

























—-















—-



—-

68,8
35,50
45,8
Aug.,,
5,20
30,2
4,07
5
31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8




—-















—-











62,-
.66,7
40,50
52,2
Sept.
5,475
31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.
5,25 30,5 3,92
5
30,0 74,50 32,2
79,50
33,7
138,25.
29,9
































51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90 28,5 3,90 29,8 71,25
30,8
79,00
33,5
135,24
29,2
















53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,725
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6 75,25
31,9
135,00
29,2


—-











53,–
57,0
46,-
59,3

Jan.

1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5






















—-

























—-

50,50
54,3
44,75
57,7
Febr.
4,775 27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2






























49,25
53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,825
.29,3
73,50 31,7 76,25 32,3
130,50
28,2


-.
– –

46,50
50,0
46,-
59,3
3 April
4,85 28,2
3,75 28,7
71,00
30,7
71,00
30,1
125,50
27,1
13,67
51,7

——————-

17,06














73,9
4,89
85,6
47,-S

50,5
48,-
6
)
61,9
10

,,

,,
5,-
29,1
3,70
28,3
71,00
30,7
71,00
30,1
128,-
27,7
14,75
55,7
14,125
61,2 3,56
61,1
50,_7

53,8
48,-
7
)
61,9
18

,,

,,
5,25
30,5
3,70
28,3
74,00
32,0
70,00 29,6
129,00
27,9
‘) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Feor. 1931 en 15 Febr. 1933.
)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tol
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 Anierican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1935
het betreffende jaar.
6)
7 Apr. 7)14 April. –

Vervolg STATISTISCH OVERZICH1

MINERALEN
TEXTIELGOEDER’EN
DIVERSEN


STEENKOLEN Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL VOL
gekamde


KOE-
KALK-


Hollandsche
bunkerkolen,
Mid. Contin.
Gulf ex
P


__________ _________

gekamde

Australische,
Australiscire,
HUIDEN SALPETER
Crude

ongezeefd f.o.b.
33
tIm
33.9°
64;66°
$cts. per
Middling
locoprijzen

F. G.
F.

Sakella-
o. F.
No.
i
Merino, 645 Av.
CrossbredColo.
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old, per
100
KG.
R damjA’dam
1000
K.G.
per

.
g.

per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides

Oomra

Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
SO’s
Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

f1.
0J
$
0J
$cts.
0/
$
cts.
0J
pence
°fo
pence
0
/0
pence
0
10
pence
Öf0

1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7 1.89
112,5 13,65
91,0
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25 85,9
24,75 83,9 28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8 40.43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7

1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
3

67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
.25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
1

59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04,.
1

33.9
8,60
37,0 7,33
25.0
3,08 33,0 21,50
39,3
12,00
40,7
8,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21 17,8
3,11
33,3
36,00

29,1
8,50 28,8
11,15
1

32,1
6,15
51,3

Jan.

1931
10,30
95,4 0.85
50,6 6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
.
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
Febr.
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14 41,3
10,95
47.1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
Maart
10,30
95,4 0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
.
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8
1
68

29,7
3,31
35,4 24,50 44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
10,00
92,6
0.53
5
31,5
5,375

36,2 9,40 40,4
8,18
27,9
3,01
32,2 23,50 42,7
13,00
44,1
21,75 62,7
10,21
85,1
luni
10,00
92,6
0.34
20,5
4,24
28,5 9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2 22,00 40,0

12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
10,00
92,6
0.245
14,3
3,40
5

22,9 9,25

39,8
7,73
26,4 3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
Aug.,,
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94 26,5 7,20
31,0
5,94 20,3 2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
.
40,7
18,75.
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
0.56
10,00
92,6
33,2
5,50
37,0 6,55
28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00 36,4
11,00
37,3
18,-
539
6,50 54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2 4,19 28,2 6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5.
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3 6,65
55,4
Nov.,,
9,90
91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5.72
19,5
3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
.48,3
6,80
56,7
Dec.
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7 6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95
57,9

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25
35,3
6,65 28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart
8
1
35
77,3
0.71
42,3
4,625
31,1
6,90
29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,.
29,5 7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34 29,2
6,25 26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0 9,00
30,5 9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25 28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0 8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6 5,25 22,6 4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
Juli

8,10
75,0
0.86
51,2
4,25 28,6
5,80 24,9 4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,
1



Aug.,,
7,80
72,2 0.86
51
,
2
4,30
28,9 7,35
31,6
5,71
19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51:2 1
4,375
29,4 7,75 33,3 6,37
23,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
-‘39,6
5,90 49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86 51,2
445
29,9 6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6 8.50 28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40 68,5
0.86
51,2

j
4
:
60

31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28,0
12,-
34,6
6,10 50,8
Dec.
7,25
67,1
0.74
5
44,3
4,435

29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7 8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
0.53

1
31,5 4.16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
1

6,30
52,6
Febr.,,
7,20
1

66,7
0.38
22,6 3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
I

6,40 53,3
Maart

7,25
67,1
038
22,6
5

26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2.77
29,6
15,25
27,7
7,75
26.3
10,75
31,0
I

6,40
53,3
3 April
7,25
67,1
0.38
22,6
1
3
,
NT
2

26,1
6,40
27.5
5,05
4

17,3
2,60
4

27,8
15,506)
28,2
7,756j
26,3
I

6,40 53,3
10

,,

,,
7,25
67,1
0.38
22,6 3,875
3

26,1
6,60
28,4

17,8
2,675 28,6
I

6,40
53,3
18

,,
7,15
66,2
0.38
7
)
,22,6
6,70
7
) 28,8
5,2151

1

6.40 53,3
‘)Jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence.
2)
7 Apr.
9
)13 Apr.
4)5
Apr. 5)12 April.
6)
6April.
7
)17 April.

19 April 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

335

.

GROOTHANDELSPRIJZEN’)

:

ZUIVEL EN EIEREN
.

METALEN

BOTER
perK.G.
KAAS
Edammer
EIEREN
rn

Ge. not.
KOPER
Standaard
LOOD
.
TIN
iJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER

Leeuwar-
Alkmaar
Fabrieks-

Eiermijn
Locoprijzen Locoprijzen Londen
locoprijzen
Lonaen per
Foundry No. 3
f.o.b.
Lux III) P
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash Londen
per
der Comm.
Noteering
kaas
ki. ni/merk
Roermond
P 100 st. Londen
per Eng. ton per Eng. ton
Eng. ton Middlesbrough
perEng.ton
ng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng.ton
per ounce
fine
Standard
.
Otnce

f1.
Oi
o

II.
°Jo
II.
O(
£
Oj
£
O!o
£
Oj
5h.
OJ
sh.
°fo
£
°Io
sh.
O/
pence
Oj
2,31 100,0
56,-
100,0
9I8
100,0
62.1j6
100,0
36.816
100,0
261.17!-
100,0
73/-
100,0
67/-
100,-
36.3(6
lOO,-
8516
lOO,-
32hl
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.1/6
85,3
290.1716
III,I
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
85/-
.
99,5 28
11
116
89,3 2,03
87,9
43,30 77,3
7,96
86,7
55.14/-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
73(-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85f-
99,5
2&’
3
1
83,3
2,11
91,3
48,05 85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8 227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.5/6 69,9
851-
99,5 26
1
11
81,1
2.05 88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
75.14/-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016

1
96,6
68/9
102,6
24.17/6
68,8
85/-
99,5
24711
76,2
1,66
71,9
3845
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
85/-
99,5
17
1
118
55,4
1,34
58,0
3130
56,9
5,35
58,3

36.5
1

58,4
1211-
33,1
110.11-
42,0
551-

1
753
47/6
70,9
11.1016
31,9
92/6
108,2
133le
41,6
0,94 40,7
22,70
40,5 4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12(-
23,6
97.2/-
37,1
421-
55,2 9.161-
27,1
118/-
138,0
.

12
7
18
40,1
1,61
69,7
32,25 57,6
6,63
72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5
11681-
44,4
6016
82,9
51/6
76,9
12.1816
35,7
85/-
99,5
13
1
18
43,2
1,66
71,9
33,80 60,4
6,21
67,6
43.116
72,6
13.516
36,4
1174-16
44,7
5816
80,3
50/7
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
12
1
12
38,9
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72
1
6
13.316
36,2
122.11-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
85/-
99,5
1371
41,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
85/-
99,5
13
1
18
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.17/-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.1316
29,5
851-
99,5
12
15
116
40,3
I,29
55,8
33,50
59,8
4,30 40,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
47/1
70,3
I1.lOf-
31,8
851-
995
12
1;
40,1
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
.

34.141-
55,9 12.15/6
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
48/9
72,8
1211-

34,7
85f-
995
13
1
1,
41,2
1,30
56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
32.15!-
52,8
11.1916
32,9
114.196
43,9
5816
80,3
47/9
71,3 11.14/6 32,4
851-
99,5
12
13
110
39,9
1,27
55,0
32,25
57,6
5,775

62,9
30316
48,6
11.41- 31,1
111.161- 42,7
5516
76,0
46/7
69,5
10.19j-
30,3
9113
106,8
13
5
116
41,4
12A
53,7
26,25
46
1
9
6,275
68,4 28.2/6
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
46-
63,0
44/8
66,7
10.7/6
28,7
106/3
124,3
13
13
116
43,0
1,17
50,6
24,75
44,2 7,07
77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
43/6
64,9
10.15/6
29,6
110/9
129,5
14
1
1
45,1
1,18
51,1
21,40
38,2
5,32
5

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41j6
56,8
4313
64,6
10.2/6
28,0
122/6
143,3
141
44,6
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
41,6
56,8
42f-
62,7
10.616
28,5
120/3
140,7
13
7
1s
43,2
1,34
58,0
27,75
49,6 3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.2/6
37,9
4116
56,8
401-
59,7
10.-!-
27,6
11916

139,9
14.
43,6
0.98
42
1
4
23,65
42,2
3,42
5

37,3
24.181-
40,1
9.91- 25,9 96.61-
36,8
441-
60,3
40f-

59,7
9.11/-
26,4
114I-
133,5
1
3
3
14
42,8
0,99 42,9
19,60
35,0
2,775 30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
45J-
6I,6
37/6
56,0
9.21-
25,2
110/3
129,0
I3j
40,9
0,82
35,5
19,65 35,1
2,88 31,4
21.6!-
34,3
8.-J-
22,0
89.1316
34,2
44!-
60,3
3716
56,0
99f-
26,1
112/9
132,0
1251
3,3
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
I1316 132,7
12
5
j
39,3
0,96 41,6
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42,6

58,2
37/-
55,2
8.6/6
23,0
1161-
135,7
12
1
38,5
0,76
32,9
I7,90 32,0 3,72
40,6 22.416
35,8
7.1716
21,6
10l.-J-
38,6
42J-
57,5
36/6
54,5
9.13/6
26,7
1 1816
138,6
12
13
11
39,9
0,84
36,4
19,70
35,2
464
50,5
25.8/-
40,9
9.10/6
26,1
109.9(6
41,8
421-
57,5
35!-
52,2
11.2/-
30,7
118(9 138,8
13
40,5
0,82
35,5
25,50
45,5 5,73
62,4
22.516
35,9
8.7/-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816

28,8
12116
142,1
12
1
1,
38,9
0,8l
35,1
26,50
47,3 6,65
72,4
21.19J-
35,4
8.416
22,6
104.7/6
39,9
4
0f

54,8
3416
51,5
10.8J-
28,7
125/9
147,2
I2Iis
38,3
0,73
31,6
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.10/6 38,4
391-
53,4
34/6
51,5
10.7/-
28,6
125/9
147,2
111
35,8
0,73
31,6
21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.1/6
38,1
40/6
55,5
3416
51,5
9.19/-
27,5
12218
143,5
1I”(
36,4
.0,65
0,53
28,1
22,9
20,60
19,40
36,8 34,6
2,80
S
47;4
30,5
20.31-
20.-/6
32,5 32,3
7.71-
7.10J-
20,2 20,6
104.716
104.I813
39,9
40,1
43/-
58,9
34!-
50,7
9. 15/- 27,0
12015
140,8
11
1
6/
37,2
0,52
6

22,5
17,75
6

31,7
2,15
23,4
19.91-
31,3
7.416 19,8
104.816
40,0
43
!

4216
58,9 58,2
3417
3516
51,6 53,0
10.71-
9.18/-
28,6
27,5
12015
120(4 140,8
140,7
12
1
/in
1171
38,7
36,9 0,537
22,9
18,50v
33,0 2,10
22.9
20.1416
33,4
7.1016
20,6
109.41-
41,7
4216
58,2
58,2
1
3516
53,0
1111-
29,2
120/111141,4
12
3
18
38,5
i
2,02
5

22,1
20.81-
32,9
7.14!-
21,1
110.816
42,2
4216
3516
53,0
10.616
28,5
120/9k 141,3
12
9
116
39,11
6Sept.
1932
79 K.G.
La Plata.
5)

Tot Jan.
1928 Western;
vanaf Jan.
1928 tot 16 Dec. 1929 American
No.
2. van
16
Dec. 1929
tot 26
Mei
1930
7415 K.G.
Hongaarsche
415 K.G.
Zuld.Russlsche.
Van 23
Mei-tO
Sept. 1932
No.
3 Canada.
5) De
jaargemiddelden
zijn bereken1
uit
de
gemiddelde
prijzen
van
April,
Mei
en

Juni
van

‘AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
.

KOLONIALE PRODUCTE’J

VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
S T
E E N E
N
CACAO
COPRA KOFFIE
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
THEE
Zwedenj
binnenmuur

buitenmuur
O.F. Accra
per
Ned.-lnd. f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Ribbed Smoked
Witte kristal-
loco
suiker
Afi. N.-I. theev.
Finland
per standaard
per

per
50 K.G.
eLf.
per
100
K.G.
Amsterdam Rotterdam
loc’li1en
R’damlA’dam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
van 4.672 M3.
per
1000
stuks

per
1000
stuka Nederland per
iJs
K.G.
per Ib.
.
per
100
K.G.
tratheep.11
1
K0.

f
‘Jo
f
0
10
t

.
0
10
zh
0(

f
01
cts.
010
Sh.
01
f1.
01
0

cts.
01
0

159,75 100
15,50
100,-
19,-
100,-
42/6
100,-
35,87
6

100,0
61,375
100.0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5


100,0
153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5 160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46.875
76,4
116,375
51,6
19,12
0

102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
.84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27,376
76,3
50,75
82,7
-1
1
0,25 28,8
13,-
69,3 60,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,62
5

63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22/5
52,8
15,37
0

42,9
25
40,7
-13
8,4
8.-
42,7
42,50
50,3
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
26/4
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,125
50,7
26,25 42,8
-13,875
109
8,20
43,7
53
62,7
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
‘18,62
0

51,9 25,50 41,5 -13,75
10,5
8.30
44,3
45 53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22/7
53,1
17,50
48,8 24,75 40,3
-13,125
8,8
8,575
45,7
43 50,9
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49,4
15,37
0

42,9′
25
40,7 -13,125
8.8
8,50 45,3
40,25
47,6
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
22(4
52,6
14,125
39,4 25,75
42,0
-13,125
8,8
8,570
45,7
39,50
46.7
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
26(5
62,2
15,-
418
27
44,0 -13
8,4
8,77′
48,6
38,25
45,3
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
24/8
58,0
14,125
39,4 25,50
41,5
-12,5
7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22(7
53,1
13,375
37,3
23,75 38,7
-(2,375
6,7
7,52
5

40,1
37,50 44,4
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21(0
49,4
13,25
36,9
23.
37,5
-12,375
6,7
7,55 40,3 37,75
44,7
100,00 82,50
62,6 51,6
10,50
10,-
67,7
64,5
19,-
18,50
. 100,-
97,4
21(2
18(3
49,8
42,9
13,75 12,75
38,3
23 23
37,5 -12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
35,5 37,5
-/2,25
6,3
6,75 36,0 35 41,4
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,125
36,6
23
37,5
-J2,125 6,0
7,35 39,2
32
‘37,9
82,50 70,00
51,6 43,8
’10,-
9,75 64,5 62,6
18,75
18.-
98,7
94,7
1811
21(9
42,6 51.2
14,50
14,75
40,4
41,1
23 23
37,5
-j2
5,6
7,05 37,6
30
35,5
70,00
43,8 9,75 62,6
18,-
94,7
20/6
48,2
14,-
39,0
23
37,5
37.5
-11,625
-11,5
4,6
4,2
6,25 5,90 33,3 31,5
31
29,25
36,7 34,6
70,00
70,00
43,8 43,8 8,50 8,50 54,8 54,8
15,

15,-
78,9 78,9
20(6
20
1
6
48.2 48,2
13,25 12,37
5

36,9 34,5 23,50
24
38,3
39,1
-(1,5
4,2
5
1
625
30,0
30,25
35,7
67,50
42,3

8,50 54,8
15,-
78,9
2011
47,3
.
12,375
34,5
24
39,1
-11,375

1
1,375 3,9 3,9
6,30
6,70 33,6
35,7.
28,50 23,75
33,7
28,1
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
7
48,4
12,37
6

34,5
24
39,1
-1
1
,
7
5
4,9
6,57
5

35,1
22,75


26,9
60,00 63,50
37,6
39,7
8,75

56,5
58,1′
15,-
14,50
78,9
76,3
21/2
18/8
49,8 43,9
12,75
12,375
35,5 34,5 25,25 26,50
41,1
43,2
-/2
1
125
-(1,75
6,0
4,9
6,525 6,325
34,8 33,7
23,75
28,1
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
17/6
41,2
12,12
5

33,8
24,50
39,9
-11,75
4,9
5,87
6

31,3
28,50 30,75
33,7 36,4
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
17/4
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25

.
33,4
70,00
43,8
9,25
59,7 .13,50
71,1
1616
38,8
11,45
31,9
24
39,1
-/1,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
1

10,625
29,6
23,75
38,1
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
‘ 70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
16
1
3
38,2
10,375
28,9

23,50
38,3
-/1,5
4,2
6,-
32,0
26,25
.31,1
70,00 70,00
43,8
43,8

‘1
14
1
8
1515
34,1
36,3
9,62
5

9.12
5

26,8 25,4
23,50 23,50
38,3
383
-1
1
,375

1
1.375
3,9
.3,9

6,-
6,-
32,0
32,0.
‘27,50
4
)
32,5 70,00
43,8
1
1

9,25
25,8
23,50
38,3 -11,75
4,9
6,125
32,7
N.B. Alle
Pondennoteeringen
vanaf
21Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend

33e:

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19
April
193

ressant. i)e termijnmarkt te Londen sloot % d. tot 1 d.
lager (fan de opening.
Wij laten hieronder volgen de gegevens van de U.K.
Boarci of Trade Statistiek over Maart:
Maart

Oct.,lMrt.

1933

1932

193233 1931/32
tons

tons

tons

tons

Import Bietsuiker ….3.739 16.547

14.482

71.699
Rietsuiker . . 137.622 158.801 1.159.020 965.997
Totaal…. 141.361 175.348 1.173.502 1.037.696

Maart

Oct.fMrt. ° 1933 1932 1932/33
1931132
Vrijgemaakt v. Consumptie 200.045 204.170 950.768 997.873
Export Geraffineerd 2.256 12.023 166.188 92.296

•Dë N.I.V.A.S. raamt den ditjarigeu J a v a-oogst op
1.052.396 totis Superieur, 10.500 tons Sup. Stroopsuiker,
265.534 ton. Bruine Suiker, 29.720 tons Melasse Suiker,
dus totaal 1.358.150 tons.
i)c verkoopcn van de N.I.V.A.S. beliepen ca. 4000 toiis.
1-1 i e r te 1 and e was de markt eveneens kalm. De
noteeringen op de A m st e r dam s c h e termijnmarkt
sloten
f ‘t
lager dan het vorige slot.
De
omzet bedroeg
2350 tons.

KOFFIE.
De markt was in de afgeloopen week enkele cla.geu ge-
sloten en stond ook overigens onder den invloed van de
feestdagen. De stemming was zeer kalm en de afzet uiterst
beperkt. [ii de kost- en vrachtaanbieclingen van Brazilië
kwam dooreengenomen feitelijk geen verandering en ook
de cif-offerten van de ongewassehen Sumatra Robtista-11 bleven zoo goed als ongewijzigd. Alleen gewassc.hen
Robusta was iets hooger.
De gisteren bekend geworden statistiek van Brazilië
wijst uit, dat de verschepingen zoowel als de verkoopen van Santos in de vorige week belangrijk grooter zijn ge-
weest dan iin de week daarvôôr, toen zij zeer klein waren. Verscheept werden van Santos naar Europa 105.000 balen
tegen 38.000 balen in de week daarvOOr en naar dc Ver.
eenigde Staten 100.000 balen tegen 63.000 balen. Verkocht
wrdeii door Santos naar E.uropa. 95.000 balen tegen 47.000
balen en naar de Vereenigde Staten 102.000 •balen tegen
63.000 balen. Van Rio werden verscheept naar Europa
24.000 balen tegen 20.000 balen en naar de Vereenigde
Staten 18.000 balen tegen 15.000 balen.
Als vernietigd in de vorige week w’orden opgegeven
14.000 balen te Rio, 4000 balen te Santos en 8000 balen te
Victoria, tezamen 26.000 balen. Een officieel bericht van
den NaMionalen Koffie-Raad in Brazilië luidt, dat van den
aanvang in 1931 tot 31 Maart I.I. vernietigd zijn: 5.234.000
balen te Santos, 1.501.000 balen te Rio, 615.000 balen te
Vietoria, 7.994.000 balen in Sao Paulo en 465.000 balen op
verschillende andere plaatsen, tezamen 15.809.000 balen
tegen 13.578.000 balen, welke tot 31 Januari I.I. waren
vernietigd. In de maanden Februari en Maart zouden dus
bijeën vernietigd zijn 2.231.000 balen. Dezë mededeeling
wijst er op, dat
de
1.971.000 balen, welke in Februari alleen
reeds uit de statistiek van den Staat Sao Paulo zijn ver-
dwenen, niet geheel vernietigd kunnen zijn. wtt trouwens
al in het Overzicht van 4 April werd aangenomen. Zooals
vroeger door het Valorisatie-ComitO en da,arua door het
Verdedigings-Instituut en door den Nationalen Koffieraad,
1:
wordt de wereld thans cl&or het Nationale Kotfie-Departe-
ment van Brazilië bewerkt met cijfers, die door niemand
te coritroleeren zijn, doch die van tijd tot tijd in hooge
miste fantastisch lijken. Intussehen zijn gisteren en heden
verschillende telegrammen uit Braziljë ontvangen, die svel.
licht eenige aa.nw’ijzin,.g bevatten aangaande hetdoel, w’aar-
mede in Februari een mo grobte hoeveelheid Santos koffie
uit de Braziliaansche statistiek is verwijderd. l3edoelde
telegrammen melden, dat het KoffieLDepartemn.t besloten
heeft, teneinde den afzet van het Braziliaansche product
1 te bevorderen, met ingang op 18 dezer, voortaan 10 %
premie in natura te geven over de hbeveelheid koffie, door
1.
iederen afscheper geëxporteerd (om cle premie te kunnen
ontvangen moeten de exporteurs op den 5n van elke maand
de bijzonderheden betreffende hun uitvoer in de vorige
maand inleveren). De premie mag niet ter plaatse verhan-
deld worden, doch moet in de maand van levering geëxpor-
teerd worden met betaling van alle belastingen, en uitvoer.
reéhteii. Voor de prenlie zal voor Sè.ntos de laagste soort
zijn type 6 en voor lie andere havens type 7. Hetis niet
onmogelijk, dat de koffie, die in Febuari spoorloos uit de
statistiek is verdwenen, eenvoudigi bij voorbaat is ge-
schrapt, omdat zij door het Koffie-i)ëpartement is bestemd
voor bovenbedoélde premie-levering. l.r is dan echter reden
1 om zich af. te vragen, w’Larom vooruit werd afgeschreven

een hoeveelheid, waarschijnlijk veel grooter dan voor de
premie-levering gedurende een geheel jaar noodig zal zijn.
Wat de Braziliaansche Regeering met den geheelen
maatregel meent te kunnen bereiken is niet duidelijk. In-
dien het plan
,
mocht worden uitgevoerd ds het vaarschijn.
lijk, dat de exportprijzen van de door cle afschepeis be-
taalde zoowel als van de door hen gratis ontvangen koffie
tengevolge van onderlinge concurrentie in de af scheep-
havens er juist zOO ver door zullen worden gedrukt als het
voordeel van de niet.beta.ling der 10 % . zal toelaten, zoodat
alleen de buitenlandsche verbruiker er eenige haat van zal
hebbep. Hoe de uitvoer van ht product er door zou kunnen
toenemen is niet in te zien en daarom is ook dit plan,
evenals dc vele vroegëre, grootendeels nooit uitgevoerde
projecten, door den. koffiehandel voorloopig schouderop-
halend ontvangen. In elk geval meent men het te moetn
opvatten als een nieuw bewijs van den wanhopigen toe-
stand in het groote productieland, alwaar de leiders niet
weten, hoe het vraagstuk van dc overproductie tot oplos-
sing is te brengen.
De kost. en vrachtaan.bied’ingen van. Saistos zijn op het
oogeablik voor gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping ongeveer $ 9.50
k
9.80 per cwt. en
voor dito Prime ongeveer $ 9.80 l. 10.-, terw’ijl zij voor
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping. zijn $ 8.30 f 8.40.
Dis prijzeii in de eerste hand in Neder.landsch-Indië zijn
op het oogenblik aan te nemen op:
Palembang Robusta, April/Mei veischeping, 17 ct.; Ben-
koelen Robusta, April/Mei verscheping, 17% ct.; Mand-
heling Robusta, April/Mei veischeping, 183% et.; W.I.B.
faq. Robusta. April/Mei verscheping, 22
3
% ct., alles per
3%
K.G. cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
bleven onveranderd. April noteert 19, Mei 183%, September
17, December 17 en Maart 1934 – 16
7
/
s
ct. per
3%
K.G.
Do officieele loco-noteeri4g van Superior Santos werd
verlacigd van 27 ct. op 263% ct.. per
3%
P. G.; die van Ro-busta bleef op
233%
ct. gehandhaafd.
De slotnoteeringen te New-York waren

Gemengd contract

Santos-contract
(basis Rio
,
No. 7)

(basis Santos No. 4)
Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. 18 April .. – $ 5.32 5.02 4.97 4.88

7.69 7.28 7.18 7.11
10 April …..5.42 5.16 5.08 5.-

8.01 7.38 7.26 7.18
3 April .. .

5.34 499 4.92-.- 7.71 7.16 7.07 7.01
97 Maart ..,, 5.30 4.98 4.91 -.- 7.64 7.13 7.04

Rotterdam, 19 April 1933.

STEENKOLEN.

Van de kolenmarkt valt niet veel nieuws te melden. De
vraag blijft zeer beperkt.
in Duitschland is in afwachting van de zomerrabatten
voor huisbrand, die van 1 Mei af zullen gelden, de belang-
stelling voor deze soorten tot op het minimum gedaald,
terwijl voor industriekolen geen verandering te constatee-
ren i’ait.
Gedurende de afgeloopen w’eek is in Engeland op som-
mige: mijnen wat regelmatiger gewerkt in het vooruitzicht
van de Paaschvacantie. De onderhandelingen tusschen En-
geland en DuitschIand over het invoercontingent van En-
gelsche kolen in Duitschland en de invoerrechten voor
diverse Duitsehe artikelen in Kngeland zijn beëindigd. Hoe.
svel men aan beide kanten niet heeft kunnen bereiken wat
men wilde, wordt het magere resultaat toch nog Vrij gun-
stig beoordeeld. Het invoercontingent Voor Engelsche kolen
w’erd een weinig vergroot.
In België zijn de prijzen voor kolen in deze maand vrij
aanzienlijk verlaagd.

De prijzen zijn:

Northumberlancl Ongezeefde ………….
f
7.10
Durham Ongezeefde ………………….7.50
Cardiff 2/3 large 1/3 smalis ……………8.75
Schotsehe Gezee(de (Prime Lothians) ……7.50
Yorkshire gewasschen Singles …………. 6.25
Westfaalsche Vetförder …………….. ,, 8.25
Vlamstukken 1 …………. … 9.-
Smeenootjes ………….:.

8.75
.Gasvlamförder …………….,
Gietcokès

…………………
Holandshe Eierbriketten ……………112-
alles per ton van 1.000 KG. franco statio Ro..
tterdam
1
flAm-
sterdam. Ongëzeefde bunker.kolen f.o.h. Rotterdam/Amster-
dam
f
7.15. Markt flauw.

18 April 1933.

Auteur