3 SEPT13JMBER 1931
AUTEURSRECHT VO ORBEHOUDEIV.
Economisch-Statistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
RIJN
VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E JAARGANG
WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1931
No. 821
21 SEPTEMBER 1931
De toestand van de geidmarkt is in de afgeloopen
week in werkelijkheid niet veranderd. Toch liep de
prolongatienoteering in enkele dagen op van 1 tot
3 pOt. Dooi’ de geweldige inzinking van •de effecten-Leurs der laatste dagen, waardoor talrijke posten pro-
longatie ongeclekt kwamen, werd het vertrouwen van
gelcigevers sterk geschokt, zoodat het aanbod van geld
vrijwel verdween. Reeds Donderdag werd 114 pOt. genoteerd. Vrijdag kon geen noteering tot stand ko-
men en Zaterdag moest het beursbestuur ingrijpen
om te voorkomen, dat te hoog genoteerd zou worden.
Men sprak aanvankelijk van 5 pOt. Het is niet te
verwonderen, dat de berichten uit Engeland van he-
deutnorgen de spanning tot het uiterste deden oploo-
pen.
De ?nededeeling van. de Engelsche regeering, dat
de afgifte van goud werd stopgezet en dat de Lon-
densche beurs gesloten zou blijven., gepaard aan een
verhoo ging van het banlcdisconto met 1141 pCt. op
6 pCi., veroorzaakte een alg eheele on.tredderi’n.g op
de geld- en wisselmarkt
en deed vrees ontstaan, dat
ook hier te lande het vertrouwen nog verder zou wij-
ken. In den loop van den ochtend kwamen berichten
in van sluiting van ongeveer alle Europeesche beur-zen. Na een langdurige beraadslaging bij De Neder-landsche Bank, wellicht ook onder invloed van een,
later gebleken onju ste, mededeeling over een gedeel-
telijke sluiting van cie Parijsche beurs,
deed de be-
sturen van de Amsterdanische en Rotterdamsche beur-
zen er om ruim 1 uur toe overgaan om, onder goed-
keuring van den Minister van Financiën., ook deze
beurzen, althans voor heden., gesloten te houden. In-
dien men af mag gann op de moeite, die het kostte
om transacties in geld of vreemde valuta tot stand te
brengen, dan zou er van zaken doen toch weinig ge-
komen zijn..
Eerst laat begon er eenige handel i.n Dol-
lars en Franken te ontstaan en voor particulier dis-
conto of cail geld werd in het geheel geen koers ge-
noemd. Onder deze omstandigheden waagt men zich
niet aan een taxatie voor de inschrijving op schat-
lcistpapier, waartoe de Minister van Financiën de ge-
legenheid heeft opengesteld op as. Woensdag 23 Sep-
tember. Aangeboden worden drie- en zesmaands pro-
messen en 3 pOt. jaarbiljetten tot een totaal bedrag
van f80 millioen.
* *
*
De binnenlandsche uitzettingen van De Nederland-
sche Bank geven een belangrijke toeneming te zien.
IDe post binnenlancische wissels steeg met fl7,7 m.il-lioen en de beleeningen vermeerderden met ruim
f
22
millioen. Ook de post buiteulancische wissels vertoont
een toeneming en wel van’ ruim
f3
millioen; cle post
diverse rekeningen onder cle activa der bank daalde
daarentegen met
f
1,7 millioen.
D0 goudvoorraad vermeerderde in den loop van
deze week met een bedrag van ruim
f
38,4 millioen.
De voorraad zilveren munt liep echter met
f
350.000
terug. Per saldo bedroeg de toeneming van den post
munt en muntmateriaal dus
f
38,1 millioen.
De biljettencirculatie geeft een vermeerdering te
zien van f44,5 mi.11ioen. Ook de rekening-courant-
saldi zijn gestegen en wel met bijna
f
35,3 millioen
in totaal. Hiervan komt voor rekening van het Rijk
ruim
f
28,4 millioen en van ,,anderen”
f
6,8 millioen.
1-let beschikbaar metaalsaldo is met
f
6,3 millioen
toegenomen; het dekkingsperceutage is bijna 62 pOt.
• •
*
Wat te schrijven over de wisselmarkt nu het Pond
Sterling, tot nu toe een der hechtste steunpilaren,
zijn gouden basis heeft prijsgegeven. 1-let volkomen
onverwachte bericht heeft natuurlijk een ontredde-
ring van de koersen tengevolge gehad.
Men wist niet
meer, waar zich aan ie houden en alle ?n.O gelijke no-
teeringen werden genoemd, zonder dat een zaak ge-
daan werd.
Tenslotte kwamen enkele transacties in
Ponden tot stand op koersen liggende tusschen de
1.0.50 en 11.—. Ter beurze waren gisteren kabel-Dol-
lars aangeboden op 2.48
5
[ia,
op welken prijs een en-
kele post werd afgesloten. Toen het aanbod bleef aan-
houden, liep cle noteering tot 2.4780 terug. De Dol-
larkoers in Londen vertoonde natuurlijk eveneens
groote schommelingen; het slot was 4.20. Marken lie-
pen tot op ca. 57.75 terug. Fransche Francs not
ee
1
den ca. 0.72 (Ponden tegen Fransche Francs 105).
In termijn Ponden eis Dollars werden natuurlijk
geen zaken gedaan.
LONDEN, 21 SEPTEMBER 1931.
De gelclmarkt heeft een moeilijke week achter den
rug, daar door de voortdurende
belangrijke
onttrek-
kingen van goud (f 4 â 5 millioen) ditmaal door Ne-
clerland, geld schaarsch werd.
Disconto was dientengevolge eis door het ongun-
stiger worden van den Dollarkoers zeer vast en no-
teerde Zaterdag 4116 pOt. Zaterdag liep dan ook reeds
het gerucht – sedertdien werkelijkheid geworden –
dat de Bank van Engeland het disconto zoude verhoo-gen en daarmede niet tot Donderdag zoude wachten.
De opening van de effectenbeurs op Zaterdag, na 14 jaar op Zaterdagen gesloten te zijn geweest, kon
niet ongunstiger gekozen zijn. De nerveuze stemming,
die in New-York en Amsterdam reeds sedert eeuige
dagen tot paniekachtige real.isaties had aanleiding ge-geven, sloeg op Zaterdag ook op Londen over.
De zaken van de vorige week worden echter over-
schaduwd door de besluiten, die gedurende het week-
einde genomen zijn, om den verkoop van baar goud
door de Bank van Engeland tot een vastgestelden prijs
tijdelijk stop te zetten.
De buitenlandsche noteeringen voor het Pond-pa-t
pier moeten dus nu een natuurlijk niveau, gebaseerd
op de betalingbalans en vraag en aanbod zoeken.
Heden waren natuurlijk de noteeringen vrijwel alle
nominaal zonder werkelijken omzet. Er werden prjzed
genoemd van 4.20 voor Dollars, 10.20 voor Guldens,
108 voor Francs en 1.8.— voor Marken. Discontotrans-
acties werden tegen 5141 14 afgesloten.
844
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
SALARISKORTING – CONJUNCTUUR-
BELASTING.
‘
L’histoire se répète. Toen acht jaren geleden de
periode der vette jaren voorbij waren en de Staat op
de magere niet was voorbereid, heeft hij als een der
middelen ‘om tot sluitende rekeningen te komen de
bekende korting op de salarissen der ambtenaren toe-
gepast. Die korting was ten aanzien van de meeste
salarissen economisch gerechtvaardigd: de in 1920,
een jaar van buitengewone duurte en van eveneens
buitengewone schaarschte aan arbeidskrachten vast-
gestelde schalen bleken eenige jaren later voor tal
van functies veel te hoog. Het Rijk noteerde ‘boven de
markt; de daling van de kosten van levensonderhoud
en de vermindering van de bedrijvigheid in het econo-
misch leven hadden op die markt het ngezond hooge
peil voor een normaler doen wijken.
Al was de salariskorting, die in 1923/24 plaats
vond, economisch gerechtvaardigd, toch heeft zij het
rechtsgevoel van velen geschokt. De ruwe korting
over de geheele linie zonder onderzoek, welke bezol-
digin wel, welke niet boven de markt noteerde, was
daarvan een ondergeschikte oorzaak; later is deze
onbilljkheid door het ,,gladstrijken van enkele plooi-
en” ten deele weggenomen. De intrekking van het
befaamde art. 40, een maatregel, die ethisch en juri-
disch moeilijk door den beugel kon, vrat dieper in het
rechtsgevoel der massa. Maar het sterkste verzet wek-
te de motiveering der salariskorting. De regeering
paste die niet toe, omdat zij het peil der traktemen-
ten te hoog achtte, maar omdat zij een tekort op dc
begrooting had te dekken, hetgeen algemeen de vraag
deed opkomen, of dat tekort dan juist door •de amb-
tenaren en niet door de geheele bevolking moest wor-
den gedragen.
De fout van deze motiveering heb ik toentertijd in dit weekblad’) in het licht gesteld. Het eenige motief
voor verlaging van traktementen kan zijn, dat die
traktementen zich bevinden boven het peil, waarop
het noodige aantal tot den te verrichten arbeid be-
kwame personen kan worden verkregen of behouden.
Liggen de salarissen boven dat peil, dan is er reden
tot verlaging, onverschillig, of de begrooting een
overschot dan wel een tekort aanwijst, zijn de salaris-
sen niet te hoog, dan moet de dekking van een tekort
elders worden gezocht. Al kunnen de salarissen wel
invloed hebben op het slot van de begrooting, dit laat-
ste behoort de salarissen niet te beïnvloeden.
Ook thans motiveert de Regeering de voorgestelde
salariskorting door in het licht te stellen, dat ,,een
aanzienlijke beperking der uitgaven volstrekt geboden.
is”. De overwegingen, dat een groot deel der bevol-
king in inkomsten is achteruitgegaan en dat het in-
dexeijfer met 7 5. 8 pOt. is gedaald, acht de Regeering
op zichzelf geen redenen tot salariskorting, al hebben
die overwegingen de korting ,,wel redelijk doen ach-
ten”. Dat de Regeering het peil der salarissen niet te
hoog acht, maar de korting alleen invoert om een
tekort te dekken, blijkt duidelijk uit eenige der ,,mi-
tigaties”. De pensioensgrondslag en de kindertoesla-
gen blij•’en buiten de korting, de korting geldt slechts
voor drie jaar en komt na verloop daarvan automa-
tisch te vervallen, indien intusschen geen nieuwe
regeling tot stand komt. De Regeering acht dus het
tegenwoordig peil der salarissen het juiste, maar legt
den ambtenaren een belasting op van 5 pOt, met
degressie in de lagere regionen en met differen-
tieering naar den burgerlijken staat.
Deze maatregel, op zulk een wijze gemotiveerd,
moet strijden met een ieders rechtsgevoel. Verlaging
van salarissen, die te hoog zijn, zou bij velen toejui-
ching vinden; korting op salarissen, waarvan men
duidelijk te kennen geeft, dat men ze niet te hoog
acht, komt neer op het afwentelen van de last der
tekorten van de schouders der geheele bevolking op
) Zie
E.-S. B.
van
3
Oct.
1923 bij. 855.
INHOUD.
Blz.
SALARISKORTING – CONJUNOTUURBELASTING
door
Prof.
Dr. N. J. Polak…………………………….
844
Onze Tarief wet op het hellend vlak door
Prof. Mr. Dr.
G. M. Verrijn Staart …………………………
845
Slavernij en pandelingschap door
Th. Ligthart ……..
b47
De bandelspolitieke gevolgen van het uiteenvallen van
het Stikstofkartel door
Dr. M. W. Holtrop……….
848
Kleinhandeisprijzen van suiker, koffie, rj8t en haver.
mout
door
Dr. R. van Genechten ………………
850
De Rijksmiddelen
…. …. ……- …………….
851
BUITENLANDSOIIE SIEDEWERKING:
Die ekonomiese ontwikkeling van die Unie van Suid-
Afrika vanaf
1909
door
Dr. C.
G. W. Schnmann
853
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van scheepsvrachten …………….
854
INGEZONDEN STUKKEN:
Het acceptcrediet en zijn consequenties door
Mr. H.
R. van Taal ingen
met naschrift van
Mr. M. J. C. Vrij
855
MAANDOIJFERS:
Ernissies in Augustus
1931
………………….
855
Overzicht der Rijksmiddelen . … …- ………..
856
STATISTIEKEN EN OVERZIOHTEN …………….
857-862
Geidkoersen.
–
Wisselkoersen. – Bankstaten.
–
Goederenhandel.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. vat,, Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regoat; Dr. E. van Weldvren
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
die van een bepaalde categorie, welke men gemakkelijk
in de hand heeft.
Intusschen doen de daling van het index-cijfer en
an de inkomsten van verschillende andere landge-
nooten de korting in het oog der Regeering redelijk achten. De heffing is dus een conjunctuurbelasting,
geheven van de rijksambtenaren, die zich te midden
van de economische stormen veilig voelen binnen het
rijksgebouw en zelfs nog profiteeren van de koopjes,
die de ontwrichte maatschappij hun biedt. Het denk-
beeld van zulk een conjunctuurbelasting is niet on-
aardig, maar dient zij dan niet geheven te worden
van allen, die een gebouw bewonen, dat vooralsnog
tegen den storm bestand is? Geldt die redelijkheid
niet evengoed voor hen, die zich in het beschutte be-
drijf veiligheid hebben verzekerd, voor hen, die krach-
tens langdurige contracten nog steeds hooge huren
of renten innen, voor hen, die zich binnen de dikke
muren van de gemeentediensten en -bedrijven hebben
verschanst? Vooral voor de laatste, want het bedrag,
dat de Regeering met de korting op de traktementen
der Rijksambtenaren denkt te besparen, is
vrijwel
ge-
lijk aan het bedrag, dat zij zal hebben hij te passen
voor het Gemeentefonds, hetwelk de gemeenten in
staat stelt, zonder dringende financiëele moeilijkhe-
den het hooge, vaak boven Rijkspeil liggend gemeen-telijk bezoldigingsniveau te handhaven.
Een matige con j unctuurbelastin g, maar dan alge-
meen geheven, komt mij in de tegenwoordige omstan-
digheden niet verwerpelijk voor. Zeker, beter ware
liet, geen nieuwe belastingen te heffen, maar op de
uitgaven te bezuinigen. De ervaring leert, dat het
laatste niet plotseling kan geschieden en de tijd
dringt. In den tijd, noodig voor het overwegen en door-
voeren der bezuinigingen, is een tijdelijke conjunc-
tuurbelasting gerechtvaardigd. De thans voorgestelde
korting op de salarissen is slechts formeel bezuiniging
op de uitgaven, materieel is zij blijkens uitwerking en
h
23 September
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
845
toelichting een conj u.iictuurbelasting, geheven Van en-
kelen. Uitbreiding van dat denkbeeld leidt vanzelf
tot een algemeene conj unctuurbelasting.
ik weersta de verleiding om zulk een conjunctuur-belasting op theoretische gronden te rechtvaardigen.
De argumenten van dien aard blijven in petto. Ik
moge slechts een parallel trekken met de indertijd
algemeen als in beginsel rechtvaardig beschouwde
oorlogswinstbelasting. Een deel der bevolking gaat
plotseling, door een ommekeer in de economische ver-
houdingen, hij onverauderde arbeidsprestaties, voor-
uit in welstand, vergeleken bij andere deden der be-
volking. Niettegenstaande de daling van de kosten
van het levensonderhoud daalt het reëel inkomen van velen, clie hun bedrijfswinsten sterker dan de levens-
kosten zien dalen, die door loonsverlaging of werk-
loosheid worden getroffen, die hun pacht- of huurin-
komsten zien verminderen, die door dividenciveria-
ging en conversie minder rente uit hun effectenbezit
trekken. Daarentegen bezorgt die daling van de
levenskosten, tegelijk een gevolg en •een oorzaak van
de verarming der zooeven bedoelden, een verhooging
van het reëele inkomen voor al diegenen, wier nomi-
naal geldinkomen gelijk blijft of slechts in geringe
mate daalt. In navolging van de voormalige oorlogswinstbelas-
ting en op den grondslag van de cijfers, die in de
voornemens der Regeeri.ng ten aanzien van de sala-
riskortingen zijn verwerkt, zou men tot een belasting
kunnen komen in dezen zin:
Aan de belasting worden onderworpen zij, wier
zuiver inkomen, berekeild voor de heffing van cle
inkomstenbelasting 1931/32, 1932133 en 1933/34, hoo-
ger, gelijk of minder dan 5 pOt. lager is dan het ge-
middelde van het inkomen, berekend voor de heffing
der inkomstenbelasting 1928129, 1929/30. 1930/31.
Voor zoover men aannemelijk maakt, dat het inkomen
is vermeerderd of voor daling bchoed door bevorde-ring, verandering van werkkring, vermeerdering van
arbeidsprestatie, besparing, schenking of erfenis
wordt •de belasting niet geheven.
De belasting bedraagt voor hen, wier inkomen is
vergroot of gelijk gebleven, 2 pOt, van het volle
zuiver inkomen. Voor ieder kwart procent, waarmede
het inkomen is verminderd, wordt de belasting
ifi
pOt. lager dan 2 pOt. Men vindt zoodoende de vol-
gende cijfers:
1
Bij vernLindleriug
vail
Bedraagt cle
De volle vermindering
int inkomen niet belasting
van vrij inkomen be-
(iii %)
(in %)
draagt
dus
(in °fo)
0
2 2
‘4
1,9
2,15
1,8 2,3
‘4
1,7
2,45
1.
1,6
2,6
2
1,2
3,2
3
0,8
3,8
4
0,4
4,4 4%
0,3
4,55
4%
0,2
4,7
4%
0,1
4,85
5
0 5
De •degressie, door de Regeering bij de salariskor-
ting voorgesteld, kan ook hier worden toegepast. Het volgens het bovenstaande te heffen belastingpercen-
tage kan dus slechts voor de helft worden toegepast
op de eerste
f 1000
zuiver inkomen van ongehuwden
en de eerste
f
2000 van gehuwden.
De last van het tekort wordt zoodoende, uit dezelf-de overwegingen, die de Regeering doet gelden, •over
veel meer ruggen verdeeld en derhalve voor iederen
rug afzonderlijk minder zwaar. Men overwege ernstig
deze gedachte, die niets anders is dan de veralgemee-
ning van het voornemen der Regeering ten aanzien
van de salarissen der rijksambtenaren.
P.
ONZE TARIEFWET OP HET HELLEND VLAK.
Van de middelen om het gat in den Gewonen
Dienst der lomende jaren te stoppen door verster-
king van inkomsten acht de Regeering een verhooging
van liet tarief van invoerrechten met 25 pOt. ,,het
minst schadelijk”. Het wil ons voorkomen, dat het
niet al te ongunstige oordee], dat de Regeeriug zelve
over haar eigen ontwerp velt, niet kan worden onder-
schreven.
Laat ons voorop stellen, dat wij in de huidige om-
standigheden eene opvoering der verteringsbelastin-
gen in beginsel juist achten. In een tijd, waarin v66r
alles moet worden gewaakt, dat de producti cve krach-
ten in onze volksgemèensc’hap door den fiscus niet
meer dan noodig worden getroffen, en waarin ander-
zijds versterking van middelen onvermijdelijk is ge-
worden, is een verteringsbelasting inderdaad – om
den term der Regeering te gebruiken – ,,het minst
schadelijk”. Onze bezwaren tegen het Regeeringsont-werp tot verhooging der invoerrechten gaan echter in
andere richting; deze verhooging, die in de Millioe-
nennota
1)
als ,,fiscaal” wordt aangediend, is dat maar
ten deele, nl. voor zoover zij betreft den invoer van
goederen, die hier niet worden vervaardigd en waar-
van ons land ook geen aanverwante artikelen voort-
brengt, maar voor. de andere goederen zal de aanvaar-
di ng van het Regeeringsvoorstel een verhooging van
cle bestaande bescherming, die reeds van het 8 pOt.
tarief uitging, met zich brengen.
Over de vraag, in hoeverre ons tarief al dan niet
een beschermend karakter draagt, zijn de rneeuingen van ouds verdeeld. Veel verbreid is de opvatting, dat ons tarief fiscaal is, omdat het als zoodanig door den
wetgever zou zijn
bedoeld.
Dit standpunt is niet houd-
baar. Zoowel in het tarief van 1862 (men denke aan
het daar gemaakte onderscheid tusschen grondstof-
fen, halffabri,katen en eindproducten, waarvan de
eersten vrij waren, terwijl de tweede groep in het al-
gemeen met 2 â 3 en de laatste met 5 pOt. werd be-
last), als in het Tarief-Oolijri (men denke bijv. aan
art: 43 der huidige Tariefwet), zijn protectionistische
nevenbedoelingen zeer duidelijk aan te wijzen.
Het doet er echter tenslotte niet veel toe, wat de
wetgever bedoelt, beslissend in •dezen is het feitelijk
effect van zijne maatregelen in het economisch leven.
Dit effect nu is in die gevallen, waarin goederen
aan invoerrecht onderhevig zijn, die hier te lande
accijnsvrij worden geproduceerd, en veelal ook bij
de z.g. compenseerende invoerrechten op met accijns
belaste goederen ontwijfelbaar .een zekere mate van
bescherming. Hoe zeer dit in de praktijk wordt be-
sefd, is wel zeer duidelijk tot uiting gekomen
bij
de
behandeling van het Klompenwetje, krachtens het-
welk men met zuiver protectionistische bedoelingen
het z.g. fiscale 8 pOt. tarief ook op klompen van toe-
passing verklaarde. Ons tarief is dus in zijn geheel
genomen zeker niet zuiver fiscaal, maar een mengel-
moes van fiscaliteit en gematigde proteetie.
• De vraag is nu of het geoorloofd mag worden ge-
acht de grenzen van deze gematigde protectie te ver-
schuiven. Het is duidelijk, dat deze vraag met een vol-
mondig neen moet worden beantwoord door hen, die
de vrijhandelspolitiek van ons land in beginsel wen-
schen te zien gehandhaafd en bij aanvragen van steun
aan bepaalde bedrijfstakken hun oordeel van geval
tot geval wenschen te bepalen, daarbij strevende naar het zoeken van dien vorm van steun, die voor het aan
de orde gestelde geval de meest geëigende schijnt en
tegen de daarvoor te brengen offers behoorlijk op-
weegt.
S
–
Niet steeds is deze op”attitg in vrjhandelsgeziude
kringen hier te lande met de uiterste consequentie
doorgevoerd. Toen Pierson, aan wiens voorkeur voor
vrjhandel niemand kan twijfelen, in 1900 om fiscale
1)
Zie Ec..Stat. Ber. van
16
September jl. blz.
828, le
kolom.
846
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
redenen een ontwerp indiende tot verhooging van het
tarief tot 6 pOt., na aanvankelijk zelfs een nog ver-
dere verhooging te hebben overwogen, zat hij blijkbaar
een weinig verlegen met de toelichting tot dezen
maatregel; eenerzijds moest hij erkennen, dat ,,éénige
bescherming uit invoerrechten, die zich niet tot uit-
heemsche producten bepalen, noodzakelijk zal vol-
gen”. Maar hij stelde daartegenover, dat ,,de wetge-
ver, die zich bij de regeling der invoerrechten op het
standpunt van den vrijen handel plaatst, het tarief
zoo zal inrichten, dat de bescherming, die er uit voort-
vloeit, zoo gering mogelijk is”. Tenslotte èoncludeerde
Pi.erson in de Toelichting tot zijn Ontwerp: ,,Wan-
neer het tarief zijn algemeen karakter behoudt en de verhooging •der invoerrechten binnen enge grenzen
wordt beperkt, kan ook door hem, die aan de nuttige
werking van het beschermend stelsel niet gelooft, in
die verhooging berust worden. Doch alleen onder die
twee voorwaarden. Het zal niet noodig zijn op te mer-
ken, dat elke poging, om aan het tarief een ander
karakter te geven, dan het bezit, bij den ondergetee-
kende principiëele bestrijding zou vinden”.
Het is duidelijk, dat men aan dit standpunt niet
veel heeft. Wat zijn ,,enge” en wat zijn ,,ruime” gren-
ze.tt?. Op die vraag is een rationeel antwoord niet te
geven.
Zeker is het evenwel, dat men v66r des oorlog een
verdubbeling van het bestaande tarief algemeen als
rondweg protectionistisch zou hebben afgewezen. Het
moge waar zijn, dat Minister Harte van Teklenburg
met zijn niet slechts als fiscaal, maar ook als be-
schermend aangediende tariefwetsontwerp van 1904
nog een stapje verder ging, door een tarief van in
het algemeen 12 pOt, voor te stellen,
1)
evenals Mi-
nister Kolkman zulks deed in zijn wetsvoorstel van
1911, de heftige bestrijding, die deze ontwerpen hier
te lande terecht hebben gevonden, zou zich zeer zeker
ook hebben voorgedaan, als niet een tarief van 12
pOt., doch van ,,slechts” 10 pOt, zou zijn voorgesteld.
En toch, in den na-oorlogstijd zien wij, hoe in twee
étappes dit laatste voltrokken dreigt te worden, wan-
neer het thans aanhangige wetsontwerp wordt aan-
genomen: in 1924 van 5 naar 8 pOt., in 1.931 van 8
naar 10 pOt.! Het is teekenend voor de verwording
der denkbeelden in dezen verwarden tijd, dat eene
zoo drastische verhooging •der tarieven zich in het
oog van groote groepen der bevolking onder het mom
van fiscaliteit laat rechtvaardigen.
Wanneer thans niet tijdig wordt front gemaakt
tegen het streven der Regeering, zoo zal ons land deze
depressie verlaten met een 10 pOt, tarief om wellicht
in de volgende baisse weder tot een verdere verhoo-ging over te gaan!
In de Memorie van Toelichting wordt de verhoo-
ging van het tarief als volgt gemotiveerd:
,,Het minst schadelijk schijnt deze versterking (der
middelen) te kannen worden aangebracht in het tarief
van invoerrechten. Reeds de omstandigheid, dat de meeste der in ons tarief opgenomen artikelen •door
een waarderecht worden getroffen, waarvan de betee-
keuis automatisch is gedaald bij de verlaging, welke
de prijzen hebben ondergaan, leidt tot deze conclusie.
Daarnaast staat het feit, da-t dit waarderecht als regel
niet hooger is dan 8 pOt. Eene verhooging van dit
cijfer tot 1-0 pOt, is mogelijk, zonder dat het ten en-
zent geldende normale invoerrecht zal ophouden tot
de laagste te behooren, die in eenig land geheven
worden.”
Het argument van de gedaalde beteekenis der in-
voerrechten in verband met de prijsdaling der goede-
ren geldt inderdaad voor den fiscus, maar aan de han-
delspolitieke bezwaren tegen het ontwerp doet het
1) Volgens de Mcm. van Toel. tot dit oi.itwerp moest het
tarief niet slechts dienstbaar worden gemaakt aan fiscale
belangen, maar ,,tevens aan de ontwikkeling onzer nijver.
heid en nuitsdien aan bevordering van den nationalen
arbeid”.
niet het minste af. Immers, de
verhouding
tusschen
het recht en. cie waarde der goederen wordt in de ge-
vallen van cciie
ad vo,lorens
heffing gewijzigd, terwijl
deze verhouding, die bij de specifieke rechten reeds
automatisch was veranderd, door een toeslag van 25
pOt. nog verder wordt verschoven.
Het bedenkelijke van het geval is, dat deze tot ‘er
clere belemmering van den unternationalen handel
voerende maatregel wordt voorgesteld in een tijd,
waarin men juist de talrijke protectiemaatregelen en
cle hooge tariefmuren algemeen als een der oorzaken
van cle langdurige economische ontwrichting be-
schouwt. Meer en meer breekt het besef zich baan,
dat hooge tariefmuren de noodige soepelheid aan het
economisch leven ontnemen. Hoe meer echter door
de economi.sten op het gevaar van verstarring wordt
gewezen, des te meer meenen -de staatslieden dezen
mccl in den vincl te kunnen slaan. Vooral van cle Ne-
derlandsche Regeerin.g stelt deze houding teleur na
hetgeen zij in December jl. te Oslo heeft helpen tot
stand brengen
1)
De bescherming, die van cle tariefsverhooging moet
uitgaan, is er bovendien cciie van de slechtste soort;
men overziet hare gevolgen niet en hanteert een mid-
del, dat tot onverwachte en ongewenschte co.nsecjuen-
ties zal kunnen voeren. Het is, na al vat wij in den
1oop der jaren over invoerrechten als vorm van be-
scherming in de kolommen van dit weekblad hebben
in het midden gebracht, overbodig om thans een en
ander nog nader toe te lichten en te gaan uiteenzet-
ten, waarin de nadeelen van eene algemeene protec-
tie bestaan, vergeleken hij vormen van steun, waarbij
offer en nuttig effect tegen elkander afgewogen kun-
nen worden.
* -S
*
Is het ontwerp dus in den huidigen vorm hoogst be-
cienkelijk, zoo rijst de vraag, wat er dan wel zou moe-
ten geschieden.
ilet komt ons voor, dat er verschillende wegen zijn om de fout van het Regeeringsontwerp te ontgaan of
in haar gevolgen althans zoo,veel doenlijk te verzach-
ten. De eerste mogelijkheid, die zich hier voordoet, zou
zijn om de heffing van een tijdelijk extra invoerrecht
te beperken tot de hier te lande niet of althans niet
in belangrijke mate voortgebrachte luxegoederen en
tot de verhruiksgoederen, die niet in •de groep der
eerste leven-shenoodigdheden vallen. Er zou derhalve
cciie keuze gedaan moeten worden uit de talrijke,
thans met unvoerrecht getroffen goederen. Uiteraard
zal dat aan de schatkist minder opleveren, doch dit
offer van enkele millioenen mag op ichzelf geen be-
zwaar zijn
–
tegen het afwenden van een economisch
volkomen foutieven maatregel. Zulks eene heffing zou
een tijdelijk karakter moeten hebben om twee redenen:
vooreerst mag zij niet anders zijn dan een crisismaat-
regel en dient zij dus te verdwijnen, zoodra de toe-
stand weder verbetert. En bovendien: een duurzaam
recht op verbruiksgoederen zou in tal van gevallen
evenzeer tot protectie leiden, als het huidig Regee-
ringsontwerp dat -doet; de ervaring, in •dit opzicht in
Eng1and opgedaan met de z.g. McKenna Duties, is
leerzaam.
Mocht de voorbereiding van zulk een heffing zoo
veel tijd kosten, dat -daar-door het uiteindelijk begroo-
tingsevenwicht te zeer in gevaar zou worden -gebracht,
zoo zou bij wijze van
pis aller
een andere weg gevolgd
kunnen worden, en wel doordat aan het huidig wets-
ontwerp een bepaling wordt toegevoegd om den tijds-
duur ervan te beperken tot 3 jaar, evenals zulks door
de Regeering is voorgesteld ten aanzien van de kor-
ting van de salarissen der ambtenaren en t.a.v. de
benzinebelasting. Het is daarbij onverschillig, of men
de heffing in den vorm van tijdelijke opceuten giet,
1)
Zie over de Conventie van Oslo Ee.-Stat. Ber.
1931,
blz.
41,
v.v. en 78,
v.v.
23 September
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
847
dan wel of men de rechten zelf
tijdelijk verhoogt
1
). Bij
zulk een maatregel van betrekkelijk korten duur we-
ten de belanghebbeïiden tenminste, dat zij ‘hun bedrijf
niet kunnen inrichten achter een duurzaam tot 10
pOt. verhoogden tariefmuur, hetgeen zij, als het Re-
geen ngsontwerp doorgaat, wèl zullen kunnen doen.
De ervaring toch leert, dat het verlagen van een voor
onbepaalden tijd ingevoerd tarief nu eenmaal steeds
op groote tegenkanting stuit; als cle Regeering niet
voor een lange tijdsperiocie met ons tarief omhoog wil
– en wij nemen aan, dat Zij met dit door Haarzelf
als ,,fiscaal” aangeduide ontwerp een dergelijke be-
doeling inderdaad niet camoufleert zoo maakt Zij
zich haar taak in de toekomst gemakkelijk door aan
(ie tariefsverhooging een tijdelijk karakter te ver-
leenen.
Het is vermoedelijk een ijdele hoop, dat de Regee-
rErig nog zou willen, komen met een voorstel tot hef-
fing van tijdelijke invoerrechten in den hierboven aan-
gegeven zin. Maar niet ijdel schijnt ons de wensch, dat
aan het wetsontwerp alsnog een ‘tijdelijke strekking
zal worden gegeven. De daartoe noodige verandering
kan bij Nota van Wijziging door •de Regeering of bij
amendement in. de Tweede Kamer worden aange-
bracht, zonder dat men dit ontwerp, gelet op ‘de tijds-
omstandigheden, in verband w’aarmede het werd in-
gediend, zou denatureeren. Met zulk eene wijziging
zou onze volkshuishou.di’ng ten zcerste zijn gediend.
G. M. V. S.
SLAVERNIJ EN PANDELINGSCHÂP.
1 u September 1930 bracht een internationale com-
missie van onderzoek een rapport uit over de slavernij
en gedwongen arbeid in Li’beria. Dit rapport bracht
ongcwen.schtc toestanden aan het licht en het was zM
bcschamend voor de aan het bewind zijnde Regeering van de negerrepubliek, dat deze zich genoodzaakt zag
af te treden. Door uittreksels, die in. de bladen ver-
schenen, is de inhoud van het rapport gedeeltelijk be-
kend geworden en er stak in de beschaafde wereld een
storm van verontwaardiging
0])
tegen liet land, waar
nog zulke oude, onmenschelijke gebruiken als slavernij
en verpanden van vrouwen en kinderen bestonden Ik
geloof niet mis te tasten, als ik aanneem, dat men
veelal dacht, dat men ‘hier met een uitzonderingsgeval
te doen had en dat zooiets wreeds als slavernij nergens
ter wereld meer voorkomt, behalve dan in een land
als Liberia en onder volslagen wilden.
In twee opzichten vergist men zich. als men zoo
denkt, want .slavernij is volstrekt niet over de heele
wereld uitgeroeid. Er zijn vele laridstreken, waar ze
bestaat
en
voor het oogen’hiik onmisbaar is, en slaver-
nij is niet zoo wreed, als men geneigd is af te leiden uit de uitwassën van het systeem, die zoo nu en dan
ter oore komen ‘an een publiek, dat onder geheel ai’i-
dcve omstandigheden leeft en zich dus moeilijk een
voorstelling van meer primitieve toestanden maken
kan.
Het bovengenoemde rapport zegt over de slavernij
in Liberia ‘woord dijk het volgende:
• The Cornniission finds that a.lthov,çjh classic sla.very
carryin.q the idea of slave mo.rlr.ets and slave. dealers
no io’nger exists as such in the Republic of Liberia,’
slavery as defined by the 1926 a.n,ti-slavery convention
do es e..xist
in
zo far as inter- and int,ra-tri bal dom estic
slaven., exists. Pawninq is also reeogn.ized in the social
economy of the Republic.
In de grondwet van de Republiek Liberia staat in
artikel 1 par. 4:
1)
Terecht wordt in het ‘Eloofdartikel van. de N. Rott.
Courant van Vrijdagavond 18 September ji. de vraag ge-
steld, waarom niet een voorstel tot heffing van opcenteti
werd gedaan. Het blad is overigens in tegenstelling tot de
opvatting welke hierboven door ons werd uiteengezet, in het algemeen tegen de verhooging van invoerrechten en ‘bepleit
een proportioneele belasting van de lagere inkomens, cmie
heffing, waarvoor wij in deren tijd minder gevoelen dan
voor ‘erteringsbelastiiigen.
There shci,ll be no slavery within, this Republic; nor
shali an’y crtazenn, of this Republic. or any person resi-
dent therein, deal iv., slaves either within or without
this Republic, directly or indirectly.
Uit deze bepaling kan men afleiden, dat de Ho-
geering geen slavernij wenscht, doch .dat ze er zich
van hewust is, ‘dat het niet overbodig is tegenover het
geregeerde. volk dit kenbaar te maken. Het is .dan ook
een feit, dat de bevolking nog niet gestegen is tot een graad van beschav:ing, die haar in staat stelt een der-
gelijke bepaling te begrijpen, en zij heeft tegen sla-vernij niet alleen geen bezwaren, doch ze acht haar
volkomen billijk en ‘voor de ontwikkeling van land en
volk noodzakelijk. We constateeren h’ier het bekende
feit, dat ‘liet begrip van goed en lcwaad wisselt met de
tijden.
Siavernij is een economisch systeem, dat wij in
Europa al heel lang te boven zijn, maar dat in som-
mige streken van de wereld nog zeer moei’lijic gemist
kan worden.; men. lan ‘liet daar stellig niet zonder
groote schade zoowel voor de slaven als s’oor de slaven-
bezitters plotseling afschaffen.
Liheiia
ik neem dit land als voorbeeld, omdat
ik ‘de toestanden daar icen en allerminst om in het bijzonder de toestanden daar te critiseeren – is een
land van ca. 94.000 KM
2
. met een bevolking van
hoogstens 1.000.000 zielen. Grond is er in overvloed,
zoodat pacht een begrip is, dat alleen bestaat in
streken, die bijzonder gunstig gelegen zijn bijv. dicht-
bij de kust,. aan bevaarbare rivieren of aan een hoof d-
weg, – verder heeft grond geen waarde. Wat heeft
men aan grond, die men, niet l)ewerken Ican, omdat de
arbeidskrachten ontbreken? Niets! – De grond is dus
waardeloos, maar de arbeid heeft er groote waarde,
temeer, omdat in vele streken ook geen dierlijke ar-
beidskracht aanwezig is, daar de tse-tse-vlieg paarden
en veestapel pleegt uit te rooien.
Men moet nog bedenken, dat de bewoners van Libe-
na en omliggende landen voor het meerendeel indo-
lent zijn, wat zijn vericlaring vindt in het warme kli-
maat en in de overvloedig’heid, waarmede de natuur
het ‘volk ‘van voedingsmiddelen voorziet. Men behoeft
er niet hard te werken en de arbeid is er dan ook
niet geliefd.
Desniettemin bevinden zich in elIc vollc moer ener-
gieke geesten, die haken naar een hoogeren levens-
standaard en die voor het hereilcen daarvan moeite
over hebben. Wat kunnen ze echter in een land als
Liheria met hun energie ‘beginnen? Ze kunnen nooit
meer tot stand brengen ‘dan ze met eigen kracht lcun-
non voortbrengen en dat is weinig, omdat men niet
alleen in de hoeveelheid maar ook in de soort arbeid
beperkt is.
Deze energieken zuilen in den ouden tijd getracht
hebben arbeidskrachten te veroveren, en het is waar-
schijnlijk ‘dat de eerste slaven altijd veroverd werden
in oorlogen met nahurige stammen. Zoo is een sla-
venstand’ ontstaan. en zij, die meer dan een stukje één-
mans-grond willen ‘bewerken zijn gedwongen van sla-
veuarheid gebruik te maken, waar andere arbeid ont-
breekt.
Op slavernij is dus het economisch systeem gebouwd
in dergelijke dun-bevolkte landen., men heeft de nood-
zaalc van. slavernij ondervonden en men ‘kan niet in-
zien, dat er iets ‘zondigs steekt ‘in het bezit van men-
sche. Daarom is het een onmogeljlchei’d dit systeem
met een ‘enkele pennestreek af te schaffen, want
daarmee bereikt men zelden, wat men bereiken wil.
Als thans een eigenaar op zijn boerderij werkt met
20′ slaven, zal hij door goede arbeidsverdeeling meer
op kunnen brengen dan de 21 mannen zouden kunnen
doen, als ze elk voor zich werkten. Worden deze 20
slaven dus losgelaten dan zal de productie van het
land dalen, wat een verarming beteekent. Hierop zal
nien antwoorden: dat’ door de vrijlating van die 20
slaven de som van levensgeluk van die 21 menschen
848
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
zal stijgen en dat daarmede de afschaffing van de
slavernij voldoende is gemotiveerd.
Dit is echter onjuist! – Men maakt een slaaf niet
gelukkig door hem vrij te laten. Waar moet hij heen?
Waar moet hij een bestaan vinden? Misschien kan hij
blijven werken bij zijn ouden baas op dezelfde condi-
ties, waarop hij werkte, maar wat is er dan veranderd?
Niets dan dat de belangstelling van den baas voor
zijn arbeider wel eens kleiner zou kunnen •zijn dan die
van den eigenaar voor zijn slaaf. In de omgeving werk
zoeken als vrij man gaat niet, omdat men een slaaf
niet in cle gemeenschap op zal willen nemen, zichzelf
vestigen zal eveneens bezwaren hebben, omdat hij clan
gronden moet zoeken buiten het stamgebied, waarin
hij geleefd heeft en meestal zal de energi.e en de ken-
nis onthrelcen, die noodig zijn om te gaan pionieren
in de wildernis.
Afschaffing van slavernij is wenschelijk. Niet om-
dat slavernij op zichzelf z66 vreeselijk is, maar om-
dat de uitwassen verschrikkelijk kunnen zijn. Verder
zal het verlangen naar vrijheid ij de slaven groeien
naarmate eenige ‘beschaving tot hen doordringt, en
wat velen nu nog niet verlangen zullen ze in de toe-
komst eischen. Men moet echter om misère te voor-
komen afschaffing rustig voorbereiden, en niet dwin-
gend optreden. Allereerst zal men stukken grond ter
beschikking moeten houden van vrijgelaten slaven,
zoodat deze mensdhen een uitweg hebben als ze plot-
seling de leiding van hun eigenaar moeten missen,
daarna moet men veel overlaten aan de normale ont-
wikkeling van de inlandsche maatschappij, die sterk
den invloed zal ondervinden van toename van ver-keer, van de opening van het land, waardoor vraag
naar betaalden arbeid zal ontstaan en bovenal van
de opening van de gesloten productenhuishouding
voor •het geld.
Het valt den Westerling’ moeilijk de slavernij als
een noodzakelijk stadium in de economische ontwik-
keling van een volk te erkennen. Toch is dit noodig,
en het is een domheid een hard oordeel uit te spre-
ken over toestanden, die elders bestaan en die
wij
ont-
groeid zijn.
Er zijn in Liberia stammen, die zichzelf voor arbeid
tegoed vinden en die .dus slaven moeten vangen in na-
burig gebied. Typisch is bijv. dat de G’ola’s, die in het Noordwesten van het land leven de Kpelle’s beschou-
wen als voor hen gchoren slaven. Aan een dergelijke
opvatting, die wij natuurlijk afkeurenswaardig vin-
den, zal een eind gemaakt moeten worden, maar –
alvorens haar te treffen met onze verachting mogen
we wel bedenken, dat de hoogbeschaafde Atheners, die
voor ons in zoovele opzichten een voorbeeld zijn, niet
anders dachten.
Men maakt een onderscheid tusschen lijfeigenen en
slaven. Tot de eerste soort behooren kinderen van
slaven, geboren in het huis van den meester, hun af-
stammelingen en zij, die zichzelf als lijfeigene aan
iemand hchben overgeleverd of die als kind als zoo-
danig zijn weggegeven. Slaven zijn meestal ‘krijgsge-
vangenen of misdadigers, die bij wijze van straf tot
slaaf zijn gemaakt. Lijfeigenen kunnen niet worden vrijgekocht, noch kunnen ze zichzelf vrijkoopen, ze
zijn echter niet verhandelbaar, slaven kunnen worden
verkocht, zoodat voor hen de kans bestaat langs dezen
weg de vrijheid te erlangen.
Over het algemeen worden lijfeigenen en slaven
goed ‘behandeld, zoodat de onsympathieke zijde van de
siavernij niet in het oog springt, – anders is dit
gesteld met het pandelingschap, dat vaak op de hard-
ste
wijze
toepassing vindt.
Een pandeling is geen slaaf, doch een vrije, op wien
pand recht wordt uitgeoefend met de bevoegdheid over
zijn of haar arbeidskracht te ‘beschikken tot de schuld,
die de basis van het pandelingsehap vormt, zal ‘zijn
afgelost. De voorwaarden, waarop
een
persoon iii pand
gegeven wordt, kunnen verschillend zijn, zoo kan bijv.
de verridhte arbeid een extra bate voor den schuld-
eischer vormen of deze kan dienen als rente of in
den zachtsten vorm als aflossing op de schuld. De schuldenaar kan verder zichzelf in pand geven, of
iemand over wien hij macht heeft bijv. zijn vrouw of
zijn lcind. Gaat de debiteur zelf een verbintenis aan,
waarbij hij zich verpandt met de bedoling
zijn
schuld
in te verdienen, dan kan men met de regeling vrede
hebben, zoodra hij echter vrouw of kind aan zijn credi-
teur overlevert, wekt de overeenkomst een sterk ge-
voel van verzet. Het is moeilijk uit te maken onder
welken vorm het pan delingschap in Liberia het meest
voorlcomt, daarvoor zou een statistiek noodig zijn, die
11iet op te maken valt; de indruk, die een oppervlak-
kig onderzoelc oplevert, is echter ongunstig. In den
regel schijnen door den pandgever nabestaanden ver-
pand te worden onder de hardste voorwaarden, zoo-
dat de door de’ panden ‘bewezen diensten een extra
bate voor den pandnemer vormen. Het komt veelvul-
dig voor, dat de schuldenaar niet bij machte is zijn
schuld te voldoen, waardoor de pandeling voor zijn
leven aan den crediteur gebonden blijft. De pand-
nemer heeft bij het welzijn van zijn pand geen over-
vegend belang, want bij overlijden blijft de schuld
bestaan en moet de debiteur voor een nieuwen pand
zorgen, in dit opzicht is een pand er dus slechter aan
toe dan een slaaf of een lijfeigene.
Nu in Liberia orde begint te heerschen en oorlogen
tusscheu stammen zeldzamer worden, komen er weinig
nieuwe slaven bij en waar lijfeigenen onverhandelbaar zijn, bestaat er bij sommige groote boeren een neiging
zich pandelingen te verschaffen, die als arbeiders op
hun boerderij kunnen dienen. Daartoe ‘leggen ze zich
toe op ‘het uitleenbedrijf, dat hun gelegenheid geeft
panden te eischen. Op deze wijze beleggen ze overge-
spaarde kapitalen in pandelingen en het is ‘begrijpe-
lijk, dat van de zijde van deze leenbedrijven hevig
verzet komt tegen de plannen om meer krachtdadig
tegen slavernij en pandelingschap te gaan optreden.
De strijd tegen het pandelingschap is niet gemak-
kelijk, omdat het een instelling is, die diep wortelt
in de zeden van het volk. Verbodsbepalingen helpen
weinig, omdat de slechtoffers niet licht zullen klagen,
daar ze.de
onrechtvaardigheid aan hen begaan niet als
zoodanig voelen. Ook hier zal vermoedelijk alleen ope-
ning van het land voor invloeden van buiten verbete-ring kunnen brengen, en men zal goed doen zich niet
de illusie te maken, dat die verbetering vlug zal gaan.
De geschiedenis van het pandeiingschap i.n Neder-
landsch-Indiö leert ons anders!
TH. LIGTHAnT.
DE HANDELSPOLITIEKE GEVOLGEN VAN HET
UITEENVALLEN VAN HET STIKSTOFKARTEL.
Do sombere verwachtingen, ‘die wij in een vroeger
artikel over het Internationale Stikstofkartel
t)
uit-
spraken t.a.v. de gevolgen van een eventueele misluk-king van de onderhandelingen over de verlenging van
dit Kartel, zijn helaas maar al te zeer in vervulling
gegaan. De ineenstorting van het Kartel en de daar-
mee gepaard gaande
prijsdaling
op de wereldmarkt
hebben een golf van protectionistische maatregelen over
Europa doen gaan en niet zonder ongerustheid moet
men ‘zich afvragen, hoe de Nederlandsche stikstofin-
dustrie uit de branding te voorschijn zal komen.
V66r Mei ‘van dit jaar liet de handelspolitieke toe-
stand op het gebied der stikstofindustrie weinig te
wenschen over. In bijna alle Europeesche landen was
de invoer van stikstofmeststoffen vrij of hoogstens
onderworpen aan een laag fiscaal invoerrecht. Een
uitzondering vormden slechts Polen en Tsjecho-Slo-
wakije, overigens geen van beide ‘belangrijke afzet-
gebieden, welke landen op zwavelzure ammoniak een
invoerrecht liieven van resp. 16 Zloty en 21.60 Kro-
nen, waarvan het eerstgenoemde als prohibitief mocht
worden beschouwd. Ook buiten Europa was de toestand
zeer bevredigend ‘en waren de belangrijkste markten
1)
Zie
Econ.-Stwt.
Ber. No. 802 d.d. 13 Mei ji.’
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
849
vrij, in het bijzonder sedert de Ver. Staten in Juni
1930 liet bestaande invorrecht van $ 5,— per short
ton op zwavelzure ammoniak hadden afgeschaft.
De eerste verandering in dezen gunstigen toestand
kwam reeds v66r het beëindigen der onderhandelin-
gen over cie verlenging van het Stikstofkartel tot
stand, door het decreet der Fransche regeering van
S Mei 1931, waarbij de invoer van stikstofhouclende meststoffen aan een regime van invoerlicenties werd
onderworpen, welke lieenties slechts dan verleend zou-
den worden, indien cle Fransche industrie de betrok-
ken meatstof niet in voldoende mate zou voortbren-
gen. Reeds sedert enkele jaren had de Fransche in-
dustrie op beschermende rechten aangedrongen, waar-
bij vooral de onontbeerlijkheicl van een eigen stikstof-
industrie uit een oogpunt van nationale verdediging
(namelijk voor de vervaardiging van salpeterzuur en
ontploffingsmiddelen) een sterk iargunient in handen
der producenten had gevormd. Niettemin waren de
landbouwbelangen er tot dusverre in geslaagd de in-stelling van invoerrechten te verhinderen. Door haar
toetreding tot het Stikstofkartel had de Fransche in-
dustrie intusschen toch, op grond van het in liet Kar-
tel geldende beginsel van ,,cle nationale markt voor
den nationalen producent” een feitelijke bescherming
van haar afzetgebied verkregen. Het w’as deze reeds
bestaande toes’tand, die door dan maatregel der Fran-
sche regeering thans een wettelijken grondslag kreeg.
Vandaar dan ook, dat de Fransche producenten zich
bij de nog volgende Kartelonderhandelingen op het
standpunt stelden, dat cle genomen maatregel geens-zins beschouwd mocht worden als een onvriendelijke
daad tegenover de medeleden van het Kartel. Integen-
deel moest ideze maatregel als een ondersteuning van
de kartelpolitiek worden opgevat en werd den overi-
gen landen aanbevolen tot gelijke maatregelen over
te gaan, waardoor aan de inbreuken op cie nationale
markten van de zijde der wederzijdsche outsiders een
einde zou kunnen worden gemaakt.
Intussehen was toch door dit Fransche initiatief de eerste stap op het verkeerde pad gezet en werd thans
ook in overige productielanden de aandrang tot be-
scherming steeds sterker. De eerste reactie kwam spoe-
dig in den vorm vau de noodverordening van den
Duitschen Rijkspresident van 5 Juni, waardoor de
mogelijkheid van instelling van invoerrechten op stik-
stofmeststoffen werd geopend. Op 13 Juli daaraanvol-
gend werd van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en
werden bij regeeringsverordening prohibi ti eve invoer-
rechten ingesteld op alle stikstofhoudende meststof-
fon. Voor de belangrijkste meststoffen, waaronder wa-
velzure ammoniak, chilisalpeter en kalksalpeter, werd•
liet invoerrecht gesteld op 12 R.M. per 100 KO. Het
was de plotselinge instelling vaC deze invoerrechten,
die de directe aanleiding tot liet afbreken der kartel-
onderhandelingen vormde.
Na Duitschland volgden daarop al spoedig ook de
meeste overige kartelleden met beschermende maat-
regelen.
Polen vaardigde
01)
22 Juli een invoerverbod van
alle stikstofmeststoffen uit, nadat het reeds eerder,
nl. in April, zijn invoerrechten op de voornaamste stikstofhoudende meststoffen tot 25 Zloty per 100
KG. had verhoogd.
Tsjecho-‘Slowakije volgde op 6 Augustus met de in-
stelling van invoerlicenties voor alle stikstofhouden-
de producten, terwijl tenslotte Italië met ingang van
21 Augustus een prohibitief invoërrecht van 55 Lire
per 100 KG. instelde op chilisalpeter, kalksalpeter en
zwavelzure ammoniak, terwijl andere stilcstofhouden-de producten zelfs nog hooger belast werden. Den Mi-
nister van Financiën werd de bevoegdheid gegeven
om voor den landbouw noodzalcelijke hoeveelheden der
genoemde producten van het nieuwe invoerrecht Vrij
te stellen, van welke bevoegdheid onmiddellijk gebruik
werd gemaakt voor een hoeveelheid van 60.000 ton
chilisalpeter.
in tussc.lien was cle bescherming, waarvan Duitseli-
land zich door cie instelling der invoerrechten had
verzekerd, nog gee.nszi is effectief. in de door Duitsch-
land met België en Frankrijk gesloten handelsverdra-gen was namelijic wecierzijds de vrijheid van invoer-
recirten op zwavelzure ammoniak vastgelegd, terwijl bovendien in lie t BelgischfD uitsche handeisverdrag
een bepaling was opgenomen, die de belemmering van
het onderling handeisverkeer door de instelling van
invoerlicenties verbood. Van deze bepalingen profi-
teerden mede de landen, die met Duitschiand een han-
delsverdrag op voet van meestbegunstiging hadden ge-
–
sloten, zooals Nederland.
De toestand was dus deze, dat, ondanks cie ingestel-
de invoerrechten, Nederland, Frankrijk en België vrij
zwavelzure ammoniaic in Duitschiand konden blij-
ven invoeren, terwijl Du.itschland niet bij machte was
daaraan, door instelling van invoerlicenties een einde
te maken.
De eenige mogelijkheid voor de Duitsche industrie
om uit deze impasse te geralcen en de bescherming van
de binnenlandsche markt effectief te maken, was ge-
legen in een wijziging van het Belgisch-Duitsche han-
delsverdrag en onmiddellijk na liet beëindigen der be-
sprelcingen te Luzern werden lierover, blijicbaar zoo-
ivel tusschen de wederzijdsche regeeringen als tus-
schen de producenten, besprekingen geopend. De Bel-
gische industrie, die in de laatste jaren haar produc-
tiecapaciteit ver boven de afzetmogelijkheden had uit-
gebreid, verkeerde hierbij in cie gelukkige positie, dat
zij niet alleen haar eigen belangen, doch ook die der
,,meest begunstigde naties” als onderhand elingsobject
in handen had en daardoor veel meer kon aanbieden
dan zij zelf had te offeren.
Nemen wij anderzijds in aanmerking, welk een
enorm Duitsch belang hier op het spel stond, nl. de
bescherming tegen een machtige Belgische en Neder-
landsche concurrentie van een nationale markt ter
grootte van ca. 275.000 â 300.000 ton stikstof (inclu-
sief kooksovenammoniak), dan is het duidelijk, dt
deze onderhandelingen wel tot een gunstig resultaat
moesten voeren. Een algemeen accoord werd dan ook
bereikt, waarbij de Belgische producenten zich blijk-
baar tegen een groote schadevergoeding in geldelijken
of anderen vorm tot een zeer belangrijke beperking
hunner stifstofproductie verbonden en waarbij de
regeeringen elkander van de uit het handelsverdrag
voortvloeiende verplichtingen on tsloegen.
Het resultaat was, dat Duitschiand bij verordening
van 17 Aug. den invoer van alle stikstofmeststoffen
van de verleenig eener invoerlicentie afhanicelijk
maakte, dat wil praktisch zeggen, dezen invoer ver-
bood.
Bij Koninklijk Besluit van gelijken datum werd
daarop ook in België tot denzelfden maatregel over-
gegaan.
De invoer van stikstofmoststoffeu is daardoor in
alle Europeesche productielanden, met uitzondering
slechts van Nederland, Engeland en Noorwegen( welk
laatste land echter geen binnenlandsche markt heeft),
onmogelijk geworden.
Het resultaat van de BelgischfDuitsche onderhan-
delingen geeft wel een sprekend voorbeeld van de ge-
ringe beteekenis, die de meestbegunstigingsclausule i.n vele gevallen voor de ,,meestbegunstigde• nati&’
heeft.
Ondanks de zeer groote belangen van de Nederland-
sche industrie, welke hier op het spel stonden, kon de
Nederlandsche regeeing in geen enkel opzicht deze
belangen verdedigen en moest lijdelijk afwachten, tot
velk resultaat cle onderhandelingen tusschen twee
vreemde regeer i ngen zouden voeren.
De afsluiting van zoovele Europeesche grenzen,
heeft voor de Nederlandsche stikstofindustrie niet
alleen een belangrijk verlies aan potentiëel afzetge-
bied, deels zelfs van het meest nabijgelegen afzetge-
bied, gebracht, doch heeft haar bovendien blootgesteld
850
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIHTEN
23 September 1931
aan een buitenlandsche concurrentie, die in alle op-
zichten de karakteristieken van het veel-omstreden
,,clumping”-begrip vertoont.
Dat de ineenstorting van het Stikstofkartel bij cle
gegeven statistische positie op de wereldstikstofmarkt
tot een scherpen prijsoorlog aanleiding moest geven,
was duidelijk.
Eveneens was te verwachten, dat de prijsdaling bui-tengewone afmetingen zou aannemen, dit laatste voor-
al in verband met de groote kapitaalintensiviteit der
stikstofindustrie, welke medehreng’t, dat de variabele
productiekosten slechts een betrekkelijk gering deel
uitmaken van de totale kosten, zoodat de opbrengst
zeer ver beneden den kostprijs kan dalen, alvorens tot
sluiten van fabrieken wordt overgegaan.
Op het gebied der ammoniakstikstof trad dan ook
inderdaad een catastrofale
prijsdaling
in. De export-
prijzen van zwavelzure ammoniak bereikten al spoe-
dig een niveau, dat 30 tot 40 pOt. lager was dan i.n het
voorafgaande jaar.
De prijzen van nitraatsti.kstof daarentegen volgden
deze beweging niet in gelijke mate en de, door de hou-
ding van Chili bij de karteloncl.erhandelingen in het
leven geroepen, verwachting, dat ook tussehen chilisal-
peter en kaiksalpeter een prijsstrijd zou uitbreken,
werd niet bewaarheid.
De strijd op de ammoniakmarkt bracht reeds spoe-
dig teekening in de positie der onderscheidene pro-
ducentengroepen. Polen, Frankrijk en Italië bleken
niet bereid de lage exportprijzen te volgen en trokken
zich na korten tijd op hun bianenlandsche markt
terug. Ook België verdween, ingevolge het met
Duitschland gemaakte accoord, dat reeds tot stilleg-
ging van eenige Belgische fabrieken heeft geleid, van cle exportinarkt en zoo leidden de omstandigheden er
tenslotte toe, dat de aanvankelijk algemeene Europee-
sche stikstofstrijd zich binnen zeer korten tijd tot een
uitsluitenden strijd, tusschen de DuitschfEngelsch/
Noorsche groep (welke bij het uiteenvallen van het
Kartel bestaan bleef) eenerzijds en de Nederlandsche
producenten anderzijds, ontwikkelde.
In het licht van deze ontwikkeling •baart het geen
verwondering, dat reeds vanaf het eerste oogenblik
de Nederlandsche markt het voornaamste strijdgebied
vormde. Onmiddellijk na de definitieve beëindiging
van de karteloriderhandelingen werd Nederland van-uit 1)uitschland overstroomd met zwavelzure ammo-
niak, welke niet alleen werd aangeboden tegen prij-
zen, welke minder dan de helft bedroegen van die
van het vorige seizoen, maar die, merkwaardig ge-
noeg, bovendien zeer belangrijk beneden de pariteit
der
01)
de exportmarkten geldende prijzen lagen. De
bedoeling om op deze wijze in het bijzonder de Ne-
r]erlandsche producenten te tref
.fen, sprak daaruit wel
zeer duidelijk.
Het gevolg van deze prijspolitiek is geweest, dat de
groothan d eisprijzen voor zwavelzure ammoniak hier
te lan cie, in vergelijking met het vorige seizoen, ge-
daald zijn met ca.
f 5,—
per 100 EG., .dat is met ca.
55
pOt., terwijl in Duitschiand de prijsverlaging niet meer bedragen heeft dan
f 0,75
per 100 EG., dat is
ca. 8 pOt. Terwijl in ons land voor levering
in
het as. voorjaar vap een wagon zwavelzure ammoniak een
prijs wordt genoteerd van minder dan
f 5,—
per 100
geldt daarvoor in Duitschland een noteering van
f 1.0,—
per 100 EG.
Het is duidelijk, dat de Nederlandsche stikstofin-
dustrie, .die zich eerst in den allerlaatsten tijd zoo snel
heeft ontwikkeld en die daardoor nog bijna geheel is ingericht op de productie van zwavelzure ammoniak
en nog weinig nitraatstikstof voortbrengt, door de ge-schetste omstandigheden in een zeer moeilijke positie
is gekonlen, welke intn.sschen met alle kracht door
haar verdedigd wordt.
M. W. HOLTROP.
KLEINHANDELSPRJJZEN VAN SUIKER, KOFFIE, RIJST
EN HAVERMOUT.
Als nummer 6 van de ,,Verslagen en niededeelingen
van cie afdeeli.ng Handel en Nijverheid van het De-
partement van Arbeid, Handel ei) Nijverheid”, is ver-
schenen het derde deel van het rapport, door de Pro-
fessoren
Polalc
en
Kaa.g
aan den Minister uitgebracht,
omtrent de aanpassing van de prijzen in den klein-
handel. Hierbij worden bovengenoemde artikelen aan
een onderzoek onderworpen. Voor
suiker
komén cle
prae-adviseurs tot het resultaat, dat de bruto-winst
voor den clétailhandel ongeveer met één cent per EG.
is toegenomen. Uit Ide berekeningen van prae-advi-
seurs blijkt, dat de winst in den kleinhandel voor dit
artikel, bedraagt S â 12 pOt.
Het onderzoek voor
koffie
bood den prae-adviseurs
bijzondere moeilijkheden, omdat hier verschillende
kwaliteiten met elkaar vermengd worden gébruilt en
dilcwijls een prijsverlaging geschiedt in den vorm van
kwali teitsverbetering. Daarom hebben prae-ad vi senrs
een 1-tal verkochte mélanges genomen, die u’it ver-
schillende soorten bestaan en vergelijken deze met een
gemiddelde, berekend uit dc ..oothandelsprijzen van
cle soorten, w’aaruit zij lestaan, waarbij rekening is
gehouden met het gewichtsverlies tengevolge van het
branden. De aanpassing, zooals zij op deze manier be-
rekend wordt, is ook, naar het steëds zeer milde oor-
deel van prae-adviseurs, volkomen onbevredigend.
Vooral •bij de verpakte hof f ie is zulks het geval, al
heeft ook hier een soort prijsverlaging plaats in den
vorm van kwaliteitsverbetering, wat dan soms weer
tengevolge heeft, dat de vroegere kwalite:it onder een
ander merk in den handel wordt gebracht. De ver-
schillen tusschen grooth a
ndels_
en kleinhand elsprijzen
nemen clan ook in zeer sterke mate toe. Terwijl een
normaal verschil per pond koffie schijnt te zijn onge-
veer 35 A 40 cent – wat toch nog een ruime vergoe-
ding mag heeten op een prijs van ruim een gulden –
“oor het branden, uitwegen, verpakken en het aan den
man brengen van dit artikel, is den laatsten tijd het
verschil 50 h 60 cent op een prijs van nauwelijks
j 1.— (zoowel prijzen als winsten zijn voor de goed-
koopere soorten geringer). Vinst: pl.m.
50
pOt.
Voor het artikel
rijst
komen de prae-adviseurs tot
de conclusie, dat er vrijwel geen prijsaanpassing plaats
vndt. Dit schijnt mede het gevolg te zijn van het feit,
dat het puibliek leeft in de suggestie, dat goede rijst
een bepaalden prijs moet kosten, wat ook wel ten-
gevolge heeft, dat dezelfde
rijst
voor
U.i
teen loop en cle
prijzen wordt verkocht. Voor zoover er dan al eenige
aanpassing plaats vindt, gebeurt het in den vorm van
kwaliteits verbetering.
Voor
havermout
moesten vni. twee kwaliteiten wor-
den onderzocht: verpakte soorten, die doorgaans van
Arnerikaansche oorsprong zijn en los verkochte, vnl.
uit Duitschland ingevoerd. De eerste soorten zijn aan-
zieuljk duurder, maar hebben een lagere vochtigheids-
graad en daardoor een hooger absorptievermogen. De
duurdere soort kost meer dan het dubbele, terwijl er I.X. maal zooveel grondstoffen in verwerkt zijn. De aanpassing voor verpakte havermout is vrijwel nihil
geweest, terwijl de los verkochte havermout een –
hoewel bevredigende – nogal vertraagde aanpassing
heeft te zien gegeven. De marge der Jcleinhandelsprij-
zen van verpakte havermout is gestegen tot ongeveer
57
cent op een prijs der grondstoffen van 131’i cent.
:Dit is dus ongeveer 450 pOt. van den prijs der grond-
stoffen, als vergoeding voor verpakking, uitweging en
verkoop. De winstmarge voor onverpakte havermout bedraagt, op dezelfde manier berekend, ongeveer 6 ‘/
cent per EG.
De prae-adviseurs vervolgen hun onderzoek met
een samenvatting, waarin zij verschillende factoren
aangeven, die een aanpassing van klein- en groothan-
delsprjzen kunnen vertragen. Zij wijzen daarbij in
het bijzonder op de psychologie van het koopend pu-bliek, dat dikwijls
prijsverlagingen
tegenhoudt, door-
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
851
dat het meent, dat verlaging van prijs verslechtering
van kwaliteit zou heteekenen. Speciaal vermelden zij
ook nog, dat een aantal productiekosten onaangetast
is gebleven bij de algemeene prijsdaling, waarbij zij
speciaal erop wijzen, dat sommige electrische centrales
prijshandhavers bij u itnemendheid zijn. Het gebrek
aan aanpassingsverniogen van de klein- hij de groot-
handolsprijzen wordt, naar prae-adviseurs in hun slot-
alinea zeggen, in tal van beschouwingen overschat.
Dit kan inderdaad liet geval zijn, maar hun eigen
prae-advies heeft toch wel uitgewezen, dat eraan deze
aanpassing nog heel wat mankeert en niet alleen dit,
maar liet heeft er tevens nog weer eens het licht op
laten vallen, hoe groot de z..g. normale winstmarge
van den kleinhanciel in het algemeen is. Wanneer wij
dit resultaat in verband brengen met het rapport, dat
is uitgebracht over cle toestanden in het winkeliersbe-
drijf, waaruit blijkt, dat over het algemeen de toe-
stand van deze bedrijven dikwijls verre van schitte-rend is ondanks de hooge winstmarges, die wij hier
constateeren, dan dringt zich toch wel de conclusie
op, dat rationaliseering van de laatste ‘stadia van het
producti?proces dringend vereischt is, wil niet een
groot deel van de voordeelen der rationaliseering, die
wij in de vroegere stadia hebben bereikt, verloren
gaan. In het artikel van Mr. Cohen de Boer in het
nummer van dit tijdschrift van 2 September jI. wordt
gewezen op de geweldige verbetering van den toestand
van de arbeiders in Indië in een onderneming, waar
de goederenverdeeling werd geratiorialiseerd. Het
komt
mij
voor, dat West-Europa zelf aan rationalisa-tie van zijn clétailhandel ook in zeer sterke mate be-
hoef t.ig is. De rapporten ‘van de Heeren
Polah
en
Kao.g
hebben mij daar meer dan ooit van overtuigd.
VAN GENECHTEN.
DE RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van cle opbrengst der Rijksmiddelen over de
maand Augustus 1931; afzonderlijk en vereenigd met
die der vorige maanden, in vergelijking gebracht met
de raming van dat jaar en cle opbrengst over dezelfde
tijclvakken van 1930.
De gewone middelen brachten in cle afgeloopen
maand
f
29.782.900
01)
tegen
f
37.980.900 in Augustus
1930 en vertoone.n mitsdien een achteruitgang van
f8.198.000. De totale opbrengst bleef voorts een be-
cirag van
f
0.375.100 bij cle raming ten achter.
De nieuwe financiëele regeling tusschen Rijk en ge-
meenten maakt het evenwel noodig, dat op deze cij-
fers eenige correctie wordt toegepast. Van de grond-
belasting komt nl., te beginnen met het belastingjaar
1.931., slechts een vierde aan het Rijk ten goede, ter-
wijl de overige drie vierden aan de gemeenten worden
uitgekeerd. Verder wordt de personeele belasting, te
beginnen met hetzelf cle belastingjaar geheel ten bate
van de gemeenten geïnd. Het is dus voor het krijgen
van een zuivere vergelijking, nôodzakelijk, dat de
beide genoemde belastingen buiten beschouwing blij-
ven. in dat geval blijkt, dat de vergelijking voor het
loopende jaar veel gunstiger uitvalt. Immers, de
overige middelen hebben in Augustus 1931.
.f
2.594.900
minder opgebracht dan in dezelfde maand van het
vorige jaar. Wat cle rarning betreft wordt de verge-
lijking slechts weinig gunstiger; het nadeelig verschil
bedraagt nu nl.
f
9.006.600.
De totaal-opbrengst over de eerste acht maanden
van 1931 bedroeg
f
209.391.900, di.
f
40.110.300 min-
der dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. Ook
cle raming werd niet bereikt (nadeelig verschil
[1.3.872.300). Ook deze
cijfers
ondergaan intusschen
een belangrijke wijziging, indien de grondbelasting
en cle personeele belasting niet worden medegerekend.
i)e overige middelen hebben nl. in acht maanden
f
16.157.700 minder opgeleverd dan in het vorige jaar
en zijn
f
21.684.100 hij de verwachting ten achter ge-
bleven.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
1930 vertoonen alleen de dividend- en tan.tièmebelas-
ting, de zoutaccijns, de rechten en boeten van zegel,
de rechten en boeten van successie, van overgang bij
overlijden en van schenking en de domeinen, wegen
en vaarten een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen
brachten minder op de grondbelasting, de personeele
belasting, de inkomstenbelasting, de vermogensbelas-
ting, de rechten op den invoer, het statistiekrecht, de
geslacht-, de wijn-, de gedistilleerd-, de bier-, de sui-
ker- en ‘cle tabaksaccijns, de belasting op gouden en
zilveren werken, de rechten en boeten van registratie en de loodsgelden. Ï)e daling gaat dus door over vrij-
wel de geheele linie; slechts een enlcel middel heeft
zich tot dusver weten te handhaven. De grondbelast.ing gaf in de afgeloopen maand nog
een bate van
f
307.900 of.
f
935.300 minder dan in
Augustus 1930. Gerekend ovs•r acht maanden bedraagt
de teruggang
f
10.546.600. De reden voor deze daling
is gelegen in het hierboven reeds gememoreerde feit,
dat van het belastingjaar 1931 nog slechts een vierde
deel aan het Rijk ten goede komt. Dank zij de om-
standigheid, dat cle ontvangsten in de eerste maan-
den van het jaar bijna uitsluitend op oude dienstjaren
betrekking hadden, werd de raming in het tijdvak
Januari t/m. Augustus belangrijk overschreden (met
f
4.125.200); liet spreekt echter vanzelf, dat aan dit
cijfer niet veel beteelcenis mag worden. gehecht.
De oude dienstjaren der personeele belasting (van
het belastingjaar 1931 af, wordt dit middel geheel ten
vo’ordeele van de gemeenten gebracht) verschaften in de afgeloopen maand nog
f
156.900. Het vorige jaar
kwam
f
4.824.600 ‘binnen. Gerekend over acht maan-
den viel een vermindering in opbrengst te consta’tee-
ren van f13.406.000; daarentegeu werd de raming
overtroffen met f 3.686.600, doch hierbij geldt het-
zelfde als bij de grondbelasting; in de eerste maanden
van het jaar leverden de oude dienstjaren nog belang-
rijke baten. Onder de totaal-opbrengst van de eerste
acht maanden is een bedrag van
f
1.262.500 begrepen
aan aandeelen in de lcwade posten over vorige heas-
tingjaren van het Leeningfonds 1,914, van de provin-
ciën en van de gemeenten.
1)e inkomstenbelasting bracht in de afgeloopen
maand vrijwel evenveel op als in Augustus 1930
(slechts
f
62.300 minder). De raming werd bij lange na niet gehaald (nadeelig verschil
f
3.861.400), doch
voor het midden des jaars is dit een normaal ver-
schijnsel. Gerekend over acht maanden werd
f
1.718.400 minder ontvangen dan in het vorige jaar;
daarentegen werd de raming met een bijna even groot bedrag overschreden
(f
1.777.400). Bij vergelijking
der ontvangsten over de eerste acht maanden van
1.930 en 1931 blijkt, dat de ontvangen bedragen als
volgt over de verschillende dienstjaren kunnen wor-
den verdeeld:
Jan.
t/in.
Aug.
1930
Jan.
t!m.
Aug.
:1931.
192711928
………
f
254.300
–
1928f 1929
………..
1.032.900
f
219.200
1929/:I 930
………
..
55.931.000
,,
‘ 1.173.400
19
3
0
11931
………
2.944.300
53.275.100
1931/1932
–
3.776.400
f60.162.500
f 58.444.100
–
Aangeteekebd zij hierbij, .dat in het opbrengstcijfer
van ‘liet belastingj.aar 19314932 een bedrag van
[1.128.200 voorkomt wegens aandeelen in de kwade
posten over vorige belastingjaren van het Leening-
fonds, van de provinciën en van de gemeenten. Hier-
aan is het toe te schrijven, dat, terwijl het nieuwe
belastingja•ar in het vorige jaar nog slechts
f
2.944.300
had opgebracht, ditmaal reeds
f
3.776.400 kon worden
geboekt. Het is echter duidelijk, dat het bedrag der
kwade posten in mindering moet worden gebracht.
Doch ook indien men hiermede rekening houdt, moet
worden vastgesteld, dat de inkomstenbelasting tot
dusver nog vrij goed op peil is gebleven. De gevolgen
852
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
van de huidige crisis zullen zich ongetwijfeld eerst
ii de toekomst sterker doen gevoelen.
De vermoge.usbelasting liep terug niet j
57.400,
waardoor het tekort over acht maanden, vergeleken met het vorige jaar, klom tot
f 207.600.
Voor wat cle raming betreft, werd over acht maanden een voorsprong
verkregen van
f 126.200,
doch dit
cijfer
is zeer ge-
flatteerd, daar cle nieuwe boekingsmethode, om de
kwade posten onder de inkomsten van het loopencie
belastiugjaar te boeken, ook hier de ontvangsten gun-stig heeft beïnvloed. Voor de vermogensbelasting be-
draagt het totaal aan kwade posten over acht maanden
f 116.100.
De dividend- en tantièmebelasting hield
zich in de afgeloopen maand goed; boven de inkomst
van Augustus
1930
kon zelfs nog een surplus van
f 73.300
worden geboekt. Door de over liet algemeen
ongunstige resultaten der eerste maanden van het jaar, bleef de ontvangst der maanden Januari t/m.
Augustus
f 393.300
achter bij die van hetzelfde tijd-
vak van
1930,
hetgeen intusschen, alles in aanmerking
genomen, niet onbevredigend mag worden genoemd.
Dat de raming over acht maanden met
f 1.313.700
werd
overschreden, beteekent n:iet veel; immers in het inid-
den des jaars vallen de maanden, waarin het grootste
deel van dit middel wordt ontvangen. Intusschen kan de verwachting voor de komende maanden niet hoog
gespannen zijn. –
De invoerrechten brachten in de afgeloopen maand
f 4.961.300 op,
ongeveer evenveel als in de voorafgaan-
de maanden. Vergeleken met het vorige jaar beteekent
dit een daling met
f466.800.
Ook de rami ng werd
niet bereikt (opbrengst
f 872.000
lager). De vermin-
derde waarde van den invoer komt hierin duidelijk
uit. Ook de cijfers over de eerste acht maanden zijn
verre van gunstig. Het loopencie jaar verschafte tot
dusver
f 4.208.800
minder dan het vorige en
f 5.452.400
minder dan liet evenredig deel der raming.
De vermindering van den geheelen in- en uitvoer, zoo-
wel in hoeveelheid als in waarde, wordt ook duidelijk
gedemonstreerd door het statistiekrecht, dat in de af-
geloopen maand met
f 81.800
daalde en
f 111.300
minder dan de gemiddelde maandraming opleverde.
Gerekend over acht maanden l:edroeg het decres
f 634.800
en bleven de ontvangsten
f 128.600
bij de
raming ten achter. –
De accijnzen vertoonden bijna alle een lager op-
brengstcijfer. Alleen do zoutaccijns maakte hierop een
gunstige uitzondering en gaf een surplus van
f 21.900
lieven de ontvangst van Augustus
1930.
Toch kon de
teruggang in de eerste zeven maanden van het jaar
lii erdoor niet geheel worden gecompenseerd; verge-
leken met het tijdvak Januari tfm. Augustus
1930
gaven de eerste acht maanden van dit jaar nog een da-
ling te zien van
f 21.800. De geslachtaccijna ging op-
nieuw naar beneden, ditmaal met het niet onaanzienlijk
bedrag van
f 157.500.
De groote invoer van Deensch
versch (gekoeld) vleesch heeft op dit middel een on-gunstigen invloed. Daarnaast vormen het verminder-
de verbruik van rundvleesch en de lage veeprijzen
factoren van beteekenis; de invoer van -buitenlandsch
vieesch loopt in den laatsten tijd zelfs terug. Gere-
kend over acht maande:n kwam reeds
f 1.831.200
min-
der binnen. De wijnaccijns leverde
f 12.100
minder
op, doch de eerste en tweede maand van het kwartaal
zijn voor dit middel van weinig belang. Het gedistil-
leerd wees een verlaging aan van
f 210.700,
waardoor
de stijging van de vorige maand weer bijna geheel
werd teniet gedaan. Het effect van de verhooging
van het tarief wordt blijkbaar ten deele opgeheven
door het verminderd verbruik. Overigens maakt deze
accijns op den middelenstaat geen kwaad figuur. De
bieraccijns bracht
f 230.200
minder in de schatkist;
blijkbaar heeft de malaise op liet verbruik van dit
genotmiddel een ongunsti gen invloed uitgeoefend.
De suikeraccijns gaf een daling te zien van
f 924.400
en dit niettegenstaande de maand Augustus ditmaal
een vervaldatum van den crediettermijn meer telde
dan in
1930.
Aan den anderen kant moet in aanmer-
king worden genomen, diat dle ontvangst in Augustus
1930 abnormaal hoog was, in verband met de inwer-
kingtredling der wet tot heffing van een compensee-
rond invoerrecht. Aan tabaksaccijns werd in de afge-loopen maand
f 110.100
minder ontvangeu en ook
de ramirig werd niet gehaald (ontvangst
f 111.600
lager). Dank zij de ruime recettes in de voorafgaande
maanden, maakt het opbrengstcijfer der eerste acht
maanden een beteren indruk. De tabaksaccijns is het
eenige middel, waarvan de onvangsten over genoemd
tijdvak van
1931
zoowel de opbrengst van het vorige
jaar als de raming hebben overschreden (met resp.
f 850.100′
en
f 126.400).
Het meerdere verbruik van
sigaretten en van de duurdere sigaren is de aanwijs-bare oorzaak voor dit gunstig resultaat. Eene verge-
lijking van de opbrengsten der accijnzen over de eer-
•ste acht maanden van
1931
en
1.930
en met de raming geeft de volgende uitkomst:
Opbr.
3m. 193
Opbr. S
In.
1931 RaniiugS m. 1931
Zout …….f
1.441.600
f
1.413.800
f
1.533.300
Geslacht ….
7.709.600
5.878.400
., 8.200.000
Wijn ……..1.410.400
1.278.400
1.733.300
Gedistilleerd
,, 23.748.800
,, 24.499.100
24.666.700
Bier ………
10.176.100
8.857.400
,10.933.300
suiker …….
34.593.000
33.392.600
,, 35.600.000
Taba.k …….
19.209.700
,, 20.059.800
,, 19.333.300
De belasting op gouden en zilveren werken leverde
f 15.400
minder op; over acht maanden bedroeg de
daling
f 146.500.
De zegelrechten vertoonden ditmaal een vermeer-
dering met
f259.100,
welke niet op rekening komt
van de beursbelasting, daar dit onderdeel juist met
f 1.58.800
terugliep. Toch valt over den loop van dit
middel over het algemeen niet te roemen; gerekend
over acht maanden werd
f 362.600
minder geïnd clan
in het vorige jaar, terwijl in vergelijking met de
raming op een deficit valt te wijzen van
f 1.387.900.
Niettemin neutraliseert de opbrengst van het effec-
tenzegel bij dit middel eenigszins de vermindering der
andere rechten. Veel slechter staat het ervoor met do
registratierechten, die in de afgeloopen maand slechts
f 973.900
opbrachten. Men moet tot Juni
1911 terug-
gaan om een dergelijke poovere maandopbrengst to
vinden. Vergeleken met Augustus
1930
beliep de ach-
teruitgang
f 642.900;
in vergelijking met de raming
zelfs
f 1.242.800.
Door •dezen geduchten tegenvaller bleven de ontvangsten over acht maanden
1
7.424.000
beneden die van het vorige jaar en
f
1.599.200
bene-
den de raming.
De successierechten, onberekenbaar als altijd, gaven
ditmaal een klein surplus (van
f 44.000);
over acht
maanden is zelfs een toeneming te constateeren van
f 2.213.600.
Dacrentegen bleven de ontvangsten
f 1.893.300
bij de verwachting ten achter. Voor
1931
is echter
f 6.000.000
meer geraamd dan. voor
1930.
Daar voor de betaling van deze rechten acht h negen
maanden uitstel wordt verleend, kan de crisis, met
name de sterice daling der effectenkoersen, nog niet
van invloed zijn geweest.
De domeinen verschaften
f 139.300
meer door toe-
vallige omstandigheden, doch do loodsgelden brach-
ten
f 101.000
minder op. Over acht maanden wed aan
laatstgenoemd middel
f 399.700
minder geboekt. Tot
dusver werd
f 649.800
minder dan de raming ont-
vangen.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds
1914″
daal-
den van
f4.340.700 tot
f 3.447.900.
Gerekend over
acht maanden liepen de ontvangsten in totaal terug
met
f 12.526.800.
De tabaksaccijns op sigaretten
bracht tot dusver
f 456.800 op.
Voor het ,,Wegenfonds” kwam in de afgeloopen
maand
f 3.891.000
binnen tegen
f 3.327.000
in Augus-
tus
1930.
Van eerstgenoemd bedrag komt
f 643.700
op rekening van de wegenbelasting, terwijl de rest of
f 3.247.300
door de rijwielbelasting wordt bijgedra-
gen. In de eerste acht maanden kwam aan het Wegen-
23 September
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
853
fonds ten goede
f
16.289.100, waarvan
f
9.545.400 we-
genbelasting en
f
6.743.800 rijwielbelasting. In het
vorige jaar bedroegen de beide laatstgenoemde op-
brengsteijfers resp.
f
8.819.500 en
f
6.626.100.
De inkomsten van het ,,Gemeentefonds” bedroegen
in de afgeloopen maand
f
1.745.900 gemeentefonds-
belasting en f138.400 opcenten vermogensbelast.ing;
over Juni, Juli en Augustus bedroegen de totaal-op-
brengsten dezer belastingen ondersehei denlijk
•f 2.484.100 en
f
202.400.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DIE EKONOMIESE ONTWIKKELING VAN DIE UNIE
VAN SUID-AFRIKA VANAF 1909.
Dr. 0. 0. W. Schumann te Stellenbosch schrijft
ons:
Op 31 Mei 1931 •het die Unie van Suid-Afrika sy
meerderj arigheid bereik. Een-en-twintig jaar gelede
ht die enkele staatkundige eenheid uit die vier vroere
kolonies tot stand gekom. Dit is dus miskien die ge-
paste tyd om ‘n blik in die verlede te werp en die
ekonomiese ontwikkeling van Suid-Afrika sedert Unie
in breë trekke te skets.
Die staatkundige geskiedenis en probleme, die
ontwikkeling tot ‘n selfstandige vrygewes binne die
Britse Gemenebes van Nasies, die motiewe wat gelei
het tot die vorming van ‘n Unie, die vraagstuk van
rasse-teenstelliiige of samewerking, nl. tussen Afri-
kaans-sprekendes en Engels-sprekendes en weer tus-
sen blankes en nie-blankes, die strewe na ‘n cie kul-
tuurontwikkeling en die vooruitgang van die Afri-
kaanse taal – dit alles, hoe belangrik ook in die
lands- en volksontwikkeling, bly hier buite :besprelcirig.
Om die algemene ekonomiese toestand van Suid-
Afrika in 1931 te vergelyk met die aan die end van 1909 is alreeds moeilik; om egter die veranderinge,
beide Strukturwandlungen en Konj unkturwandlun-
gen, wat tussen die twee tydperke plaasgevind het
bloot te 15 en te verklaar is veel moeiliker. Die om-
vang en opset van werke soos ,,Strukturwandlungen der deutschen Volkswirtschaft”, en ,,Recent Econo-
mie Ohanges” oor die ekonomiese ontwikkeling van ‘lie V.S. wys op die onvermydelike ingewikkeldheid
van so ‘n oorsig.
Ons doel is dus om hier slegs van enkele gesigs-
punte en baie fragmentaries •die ekonomiese vooruit-
gang aan te loon.
In 1910 was die bevolking van die Unie 5.877.000,
bestaande uit 1.256.000 blankes en 4.261.000 nie-blan-
kes. In 1929 het dit getyg tot 1.895.000, of 1.768.000
blankes en 6.127.000 nie-blankes. Die verhouding van
blank tot nie-blank het dus besonder konstant gebly;
die daling was slegs 0.7 pOt, van 29,5 tot 28,8 pOt.
Tenspyte van ‘n hoë geboortesyfer by die natu-
relle is die geboorteoorskot nie veel groter as die van die blankes nie. Die toename in die blanke bevolking
is byna uitsluitend toe te skrywe aan die geboorte-oorskot. Die immigrasie-oorskot gedurende die 21
jaar was van geen praktiese betekenis lie. Waarskyn-
lik die vernaainste rede hiervoor is die feit dat on-
geskoolde werk in Suid-Afrika hoofsaaklik deur nie-
blankes gedoen word teen ‘n loon waarmee die Euro-
pese arbeider nie kan konkureer lie. Wel het daar
vanaf die Amerikaanse immigrasiewette van 1921 en
1924 ‘n :betreklik belangrike stroom van immigrante
uit Oos- en Suid-Europa ingekom, terwyl daar selfs
‘n netto-emigrasie was van Engels-sprekendes. Hier-
die ongewensde toestand is onlangs geeindig deur ‘n
nuwe immigrasiewet wat die immigrasie uit eerge-
noemde gebiede streng beperk.
In hoever die Nasionale Inkomste van Suid-Afrika
tred gehou het met haar bevolkingstoename is, deur gebrek aan betroubare syfers, moeilik om te bepaal.
‘n Syfer oor ons Volksinkome is vir die eerste keer
uitgewerk deur Prof. Lehfeldt in sy ,,National Re-
sourees of South Africa”,
en
dit heD betrekking op
die jaar 1918. Volgens die verslag ‘ian die Ekono-
miese en Loonkommissie van 1925 word die Nasionale
Inkomste vir 1917 bereiden op £ 144.200.000 en vir
1923
0
1) £ 186.000.000. Latere syfers is lie beskikhaar
nie. Bereken op slegs die blanke bevolking het die
totale Volksinkome per hoof dus gestyg van £ 100.7
in 1917 tot £ 118 in 1923. Groothandelspryse het
egter gedaal van 2075 in 1917 tot 1574 in 1923 met
1910 as ‘basis, sodat die reële Voiksinkome nog meer
moes gestyg het. Dit wys dus op ‘n aansienlike toe-
namç in welvaart, wat na 1923, •die jaar waarin die na-oorlogse depressie tot ‘n einde geloop het, waar-skynlik nog groter gewees het. Noukeurighei’d ont-breek egter, en ‘n welvaart,sindeks per hoof van die
blanke bevolking alleen is altyd misleidend omdat ‘n
aansienlike deel van die Nasionale Inkomste deur
nie-blankes bygedra word.
Wat betref die struktuurveranderinge in ons eko-
nomiese organisatie, veral die verskuiwing in rela-
tiewe belangrikheid van ‘die verskillende bedryfs-
klasse, gedurende die 21 jaar, is die mees in die oog
lopende verskynsel seker die snelle opkoms van
fabrieksnywerheid. ‘n Uiteensetting van hierdie ont-
wikkeling is deur skrywer gegee in twee vorige artie-
kels, Op ‘n paar algemene tendense moet hier egter
gewys word.
Die totale waarde van die landbou en veeteelt
produksie vir 1917-18 het Lehfeidt bereiden
0
1)
£ 52.300.000. Voor 1918 is geen volledige landbousen-
sus gehou lie. Die netto-bydrae uit hierdie ‘bron tot
die Volksinkomo het hy gestel op £ 40.280.000. Vir
1929 is ‘diie geskatte waarde van die landbou- en vee-
teeltproduksie £ 70.000.000; die netto-bydrae op
dieselfde basis gereken dus £ 53.800.000, ‘n toënarne
bo 1917-18 dus van 33 pOt.
Die waarde van die minerale produksie van die Unie
het gestyg van £ 52.712.000 in 1912 tot £ 66.406.000
vir 1928. Vir 1918 was dit egter slegs £ 48.618.000
sodat cliie relatiewe styging in mynproduksie – van
1918 tot 1928 36,6 pOt. waTs. Vir 1918 bereken Leh-feldt die netto-bydrae tot die Nasionale Inkomste van
mynwese £ 22.000.000 en van fabriekswese £ 22.200.000,
Die waarde van industriële produksie het egter toe-
geneern van £ 66.123.000 in 1917-18 tot £ 113.441.000
in 1929 en die waarde toegevoeg deur fabrikasie van
£25.875.000 tot £ 54.519.000; ‘n vermeerdering van
110 pOt. Is die bogenoemde syfer vir die landbou-
produksie juis, dan blyk dit dat die fabrieksnywer-
heid in 1929 netto meer •bygedra het tot die Volks-inkome as •die landbou en veeteelt. Die toename in
rela’tiewe belangrik-hoid van die fa.briekswese in ver-
gelyking met die ander in nywerhede blyk dus dui-
delik hieruit, en dit kan
1
beskou word as die vernaam-
ste kenmerk van diie struktuurverandering wat die
Suid-Afrikaanse ekonomiese organisasie deurgemaak
het sedert Unie. Die interessante is dat dieself-de ten-
dens bespeuibaar is in die meeste jong lande vandag..
Ook hier 15 die oorsaak hoofsaaklik in die stimulus
deur die wereld-oorlog aangebied, verder in die be-
treklike versa-diging van die landbou en mynbou in die Unie met ondernemerstalent, arbeid en kapitaal,
en tenslotte in die verhoogde proteksie veral na 1924.
In ooreenstemming met hierdie vooruitgang in die
fundamentele nywerhede, vind ons ook ‘n belangrike
ontwikkeling in die ander dele van die ekonomiese
struktuur. So het die verkeersstelsel van die Unie
buitegewoon uigehrei. Daar watervervoer in Suid-
Afrika onbekend is word idie verkeersontwikkeling
hier slegs weergegee deur die spoorweë en motorver-
voer. Die omwenteling in die verkeerswese, deur die
motor veroorsaak, wat in alle beskaafde lande te
voorskyn tree, het ook hier nie agterweë gebly nie.
In die twede helf te van d’ie 19de ecu moes die ossewa
in Suid-Afrika tot ‘n groot mate die knie buig voor
die treinspoor. Van-dag bedreig die motor lie slegs
die diere trekkrag op die pad en op die land, maar
selfs ook die spoorweg. Vandaar diie Wet op Padver-
voer van 1930. Die getal private motors en huhr-
motors in Suid-Afrika het toegeneem van 38.815 in
854
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
1923 tot 113.002 in 1928, en busse en vragmotors van
1989 tot 11.672. Die myllengte van die spoorweë het
toegeneem van 7592 in 1910 tot 22.038 in 1928-29.
Vir dieseifde jare het die passasiers-myl-afstand ver-
meerder van 6.157.000 tot 13.826.000.
Die buitenlândse handel ‘van Suid-Afr.i.ka weer-
spieel d’ieself de ekonomiese ‘vooru.itgang. In 1911 was
die invoer £ 36.925.000 en die uitvoer £ 57.308.000.
In 1929 het dit gestyg tot £ 83.455.000 en £ 97.729.000
respektiewellik. Die totale buitelandse handel het dus
toegeneem van £57.308.000 tot £ 181.185.000. Onder
invloed van die teenwoordige depressie ‘het dit •vir
1930 egtei’ gedaal tot £ 147.919.000. ‘n Gunstige teken
in die laatste opgawes is dat die gunstige hanldelsba-lans vir 1930 die som van £ 18.760.000 beloop het in
vergelijking met £ 14.274.000 ku. 1929. Ook in Suid»
Afrika word ‘n gunstige handelsbalans nog dikwels
beskou, in Merkantilisiese sin, as ‘n noodsaaklike
voorwaarde ‘vir ‘n gesonde ekon.omliese posiesie, en as
sulks is die opvatting n.atuurliik onjuis. Onder die
gegeve omstancUghde van ‘n ‘bepaalde land, en das
ook Suid-Afrika, is ‘n tydelike vermindering in die
uitvoeroorskot egter ‘n teken vau ‘n oorinvoer van
goedere en gewoonlik die voorbode van ‘n ekonomiese
depressie. Die toename in ons u:i.tvoeroorsko’t beteken
dus in die algemeen ‘n proses van ekonomiiese ge-
son dmaking.
As indeks van ekonomiese welvaart is die syfers
oor krdiet en bankwese vanselfsprekend van groot waarde. Die totale bates van die handels’banke het
toegeneem van £ 68.298.000 in 1,914 tot £ 136.402.000
in 1928 en £ 140.170.000 ‘op 31 Des. 1930. Vir die-
selfde periode het die depoirtos toegeneem van
£45.397.000 tot £ 93.973.000 en £ 96.616.000 in 1930.
Dit sluit egter in die bes’igheid deur die Suid-Afri-
kaanse banke buite die Unie gedoen. Die oprigtin’g
‘van die Suid-Afrikaanse Reserwe’bank in 1920 was die belangrikste gebeurtenis in on’s bankgeskiedenis
gedurende clie afgelope 21 jaar, en dit kan beskou
word als dlie aanvang van ‘nauwe periode in hierdie
geskiedenis.
Die inkomste en uitgawes van die Staat, waaron-
der nie val die inkomste en u.itgawes van die Spoor-
wee en Hawens, het in overeenstemming met die alge-
mene ontwikkeling sterk toegeoeein; die inkomste nI.
van £ 14.209.000 in 1911-12 tot £ 35.688.000 in 1928
-29. Die Su’id-Ai.r ikaanse staatsskuld het toegeneem
van £ 116.037.000 in 1910 tot £ 244.045.000 in 1929,
maar waar die binnelandse skuld in 1910 slegs 7,88
pOt, van die totaal uitgemaak liet, het dit by 1929
gestyg tot 38,31 pOt. Ons ‘vind dus hier ‘n duidelike
teken dat Suid-Afrika meer kapitaaikragtig word en
tot ‘n groter mate in haar eie kapitaalbehoeftes kan
voorsi.en. Of sy egter alredds in die ,,Opital repaying stage”, in terme van die teori.e van die Beitalingsba-
lans, definitief ingetree het is moeilik om te bepaal,
oincht ‘ir ciie grootste gedeelte haar staatslening’s
nog in ciiie ‘bu’irteland gepiaas word en ‘baiie van die
kapitaal vir privaatibedry’we ens. van die buitelancl
afkomstig is.
Die algemene gang van die ekoriomiese onitwikke-
ling in Sui’d-Afrika kan nog van verskii1encle a.nder
gesi’gspunte belig word; die toename in ‘versekerings-
wese, in besparing, ens. Genoeg is egter gesê om aan
te toon dat die algemene neiging of ,,trend” in ‘n
skerp opwaartse riiging gegaan het vanaf diie tot-
standkoming van die Unie. Ook is enkele ,,Struktur-
van cl lungen” wat met hi cmlie algemene vooruitgang
gepaard gegaan het,_ dit veroorsaak het en daardeur
veroorsaak is, kort}ilcs aangetoon. Die konjunktuui–
skommelinge wat hieidie twee beweginge vergesel en
deurkruiis, moes egter buiite beskouing gelaa’t word.
in verband hiermee Ican ons egter op ‘n faktor let
wat
d’ikwels oor clie hoof gesien word, en wat tog belang-
rik is om die ekonomiese vooruitgang na 1909 te
verstaan.
Die depressie na die Boere-oorlog het in 1903 be-
gin en aangehou tot in 1909. Dit was ‘n tiepiese,
maar in hoofsaak tot Suid-Afrika beperkte, na-oor-
logse kriesis en depresie. By 1907 wou toestande
begin verheter, maar juis in die jaar breek die groot
kriesis uit in Amerika en ontwikkel dit tot ‘n wereld-
depressie. Die gevolg is dat in Suid-Afr.ika die plaas-
like depressie aanhou tot in 1909. Die Unie het clu.s
tot stand gekom in ‘n ibesorider gunstige tydperk van
‘n ekonomiese standpunt gesien, ni. aan die begi:ri
van ‘n opgaande konjunktuur en aan die end van ‘ii
lang proses van weerophou en versterking van die
Suild-Afrikaanse ekonomi ese sitelsel.
Baie van die hoë verwagting wat by die vorming
van die Unie gekoester is, is egter nie verweselik nie.
In ‘die algemeen het die ontwikkeling ‘n rigting in-
geslaan wat deur weinige kon vooruitgesien word.
Wat betref die toekoms word in Suid-Afrika oor clie algemeen opti’ist.iese voorspellinge gemaaic. Waar-
skynlik hou dit verband met die feit dat on’verwagtc
gebeurtenisse in, die verlede dikwels ‘voorspoed gebring
het, soos bv. clie ont’ddkking van diamaute en daarna weer van goud. Die waarde van die laaste 15 dan ook
.nie alleen in ciie welvaart uat dit in die algemeen
aan die land gebring het, maar ook in d.ie stabilise-rende invloed wat dit het op clie konjunktuurbmve-
ging aangesien die prijs van goud natuurlik iconstant
bly. Die ekonondese toekoms van Suid-Afrika is ten
nouste veibind aan dlIie opbrengs van die goudmyne,
en as dit aanmerklik begin vermirider sal die land
’11
moeilike aanpassingsproses moet doormaak.
Tenslotte moet ons ‘n punt beklemtoon wat in Suid-
Afrika oor die algemeen ten volle besef word, maar
in die buiteland miskien minder bekend is, nl. dat
in die Naturellevraagstuk, niet sy ‘byprobleme van
politieke en sosale regte, van immigrasie en ar-
beidspolitiek, ens. die probleem van die toekoms lê
wat betref beide die sosiale en die ekonomriese ont-
wiickeling van die land.
AANTEEKENINGEN.
lndexcijfers van scheepsvrachten.
,,The Economist” schrijft: Na de groote daling ge-
durende Juni en Juli bleef de gemiddelde vrachtno-
teering voor scheepsladirigen gedurende cle afgeloo-
pen maand vrij stabiel, zoodat ons indexcijfer voor
Datum
E
<
N
–
>
.
‘
Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100 100 100
100
100 100 100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9.
116,3
Febr.
1920
814,3
529,9 757,5
744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.
,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2
280,1
Dec.
1921 160,1
164,1
163,7
144,4 141,3
166,5 156,7
Dec.
1922
137,1
135,2 129,2 122,8
138,1
159,3
136,6
Dec.
1923
134,0
132,7 120,1
124,4
125,1
144,2
130,1
Dec.
1924
117,4
129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4
Dec.
1925
117,0
121,6 117,0
110,1
110,1
154,9
121,8
Dec.
1928
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8
147,3 Dec.
1927
105,6
116,2
113,6 114,2
124,9
139,8
119,0
Dec.
1928
122,1
131,3
125,6
126,8 127,4
156,7 131,7
Dec.
1929
117,3
95,5 94,6
109,0
93,4
91,7
100,3
Aug.
1930 86,7
9
,2
99,7
104,5
84,7
106,8
96,1
Sept.
87,3 91,2
95,7
103,0
89,2
117,5
97,3
Oct.
91,1
85,6
93,3
101,3
85,2
113,9
95,1
Nov.
89,5 85,0 90,4 99,8 81,0
107,7
92,2 Dec. 89,7 86,9
93,8
103,8
85,2
109,5
94,8
Januari1931
88,0
90,1 90,1 101,3
88,8
108,6
94,5
Februari
87,1
93,4
94,6
96,9
90,9
108,8
95,2
Maart
86,5
94,0 90,5 99,2 91,9
105,0
94,5
April
86,0
95,0
94,4
94,0 91,4
103,3
94,0
Mei
85,0
96,8
94,7 94,8
96,0
104,1
95,2
Juni
,,
82,4
89,6
89,8
91,8 93,0
98,8 90.9
Juli
,,
81,2 85,5
86,3
87,6 87,8
95,2
87,3
Aug.
,,
80,6
82,3 88,3
88,4
87,3 92,6
86,6
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
855
Augustus slechts een daling van
0.8
pOt. te zien
geeft. Ons indexcijfer
(86.6)
staat thans
9.9
pOt. be-
neden dat van verleden jaar. De voorgaande tabel
toont de jongste schommelingen in de verschillende
groepen.
De uitgaande kolenvrachten, behalve die naar
Zuid-Amerika, vertoonden een flauwe tendens, en de
omvang van de verschepingen daalde opnieuw. De
eenige graanexportmarkten, die eenige bedrijvigheid
vertoonden, waren La Plata en, in mindere mate, cle
Zwarte Zeehavens. Aan het einde van de maand’vie-
len er geen teekenen waar te nemen, die op eenige
seizoensoplevi ng van de vraag naar scheepsvrachten
gedurende den herfst wezen.
De volgende tabel geeft ons indexcijfer, herleid tot
een gemiddelde voor
191.3:
(1913 = 100)
Maand
1928
1
1929 1930
1
1931
109,6
81,2 81,2
Februari ………94,33
106,7
76,5
81,9
Maart …. …….
..93,17
102,6
75,5 81,3
April ………….
94,59
99,1 77,1
80,8
Mei
………….93,79
97,3
76,1
81,8
.
03,93
92,1 75,7
78,1
Januari
………98,47
Juni
… … … …..91,29
94,8
78,1
75,0
Augustus …….
98,17
96,1
82,6 74,4
September
.
99,54
95,3
83,6
Juli
…………..93,73
93,3
81,7
110,94
88,3 79,3
October. …
……..
November
……..
113,17 86,2
81,5
December ………
Jaari gemiddelde
98,8
96,8
79,1
INGEZONDEN STUKKEN.
HET ACCEPTCREDIET EN ZIJN CONSEQUENTIES.
Mr.
ii. R.
van Taalingen schrijft ons:
In het naschrift op mijn ingezonden stuk in dit
tijdschrift van
9
September ji. voert Mr. Vrij als be-
zwaar tegen mijn betoog aan, dat het wezen van liet
acceptcrediet niet is gelegen in de figuur, die ik
vooropstel. Dit heb ik ook niet betoogd. Ik heb alleen
willen doen uitkomen, dat .i o de gevallen, welke kort
na cle déconfiture van de Amstelbank zoo veel stof
hebben opgejaagd, het niet ging om de figuur, die
Mr. Vrij als uitgangspunt van zijn betoog nam nl.:
Trekker, cliënt van Bank
A
– Bank B, die accepteert,
Bank A, clie met Bank B in een acceptcredietverhou-
ding staat.
Bovendien lijkt mij Mr. Vrij’s standpunt, dat in dit
geval cle trekker door Bank B tot fondsbezorging kan worden aangesproken, oolc niet een betwist Punt. Het
betoog van Mr. Vrij, hoe interessant ook, is m.i. niet
ter zake dienende.
De strekking van mijn artikel i’as uitsluitend aan
te toonen, dat het in het onderhavige geval ging om
een andere figuur, ni.:
Trekker, verkooper der goederen, al dan niet cliënt
van Bank
A
– Bank B, die accepteert – Bank A,
die met Bank B in een acceptcredietverhouding staat
– Kooper der goederen, cliënt van Banlc
A
en dat bij de ruimere interpretatie van art.
143
W. v. K. de accepteerende Bank B ten onrechte den
treicker aansprak tot fon dsbezorgirig.
N
a s c h r i f t. Dat Mr. van Taalingen mijn stand-
punt, dat, wanneei
wij
te maken hebben met een
acceptcredietver.houding tusschen twee banken, Bank
B, die geaccepteerd en betaald heeft, den trekker kan
aansprelcen, wanneer Bank
A
in gebreke blijft fon(Is
te bezorgen,. niet een betwist punt acht, kan mij niet
anders dan aangenaam zijn.
Toen ik mijn artikel schreef, schenen anderen er
anders over te denken.
M. J. C.
VRIJ.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN AUGUSTUS 1931.
Pro’, en Gemeentelijke Leeningen
zijnde:
Nederlo.ced
Pro’. Zuid.flolland
f
3.300.000
1
) 4 % obi.,
ondershands geplaatst’)
a
99% % …………
f
3.287.625
Gem. Rotterdam
f
15.000.000 4 % obi. R
9834 % ……………..
14
.775.0
00
Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Wa-
ter!. Mijen…………………..
zijnde:
jTede,Zaid
.,l.cendeelen
Bodegraafsche Waterdistr.
Mij. f80.000 aanci. 1.
103% ……………
f
. 82.400
Mijnbouwon dernemi ogen ……….,,
420.000,-
zijnde:
Nederlandseh.iadië
ii.uncleelen
–
Sumatra’s Goudmijn
f
400.000 aand. h
105 %
‘) ………….f
420.000
Diversen ……………………..
A.andeelen
Haagsche ]fandel.Maat.
schappij
f
500.000
4)
S % cum.
prei. aand.
ii 100 % ………….
f
500.000
Kerkelijke leeningen …………. ,,
269.1.25,-
zijnde:
iTede.,.lan(l ………….f
170.625
lleiqië
……………….
98.500
]otaai .
f 19.334.150,-
Totaal der cnn issies in Januari…..
f 10.611.072,50
Februart
13.120.711,50
Maart …..
32.326.881,50
April
22.246.295,51
Mei…….
1.07.262.528,75
Juni……..
8.316.010,-
Juli……..
26.048.138,75
Augustus
19.334.150,-
Algemëen totaal. .
f 239.932.400,51.
Bovendien
f
4.900.000 voor conversie.
Bij eenige Rijsinstel1ingeu.
‘)
Koers voor aandeelhou(lers; voor vrije i nscluijvers
130 %.
) Waarvan reeds
f 150.000
geplaatst.
Bovendien
:
–
f
22.890.000,- 3/m. Scliatkistpromessen il
f
997,77
5.700.000,- 6/ni.
,,
..,,. 993,65
11.221.000,- 3 % Schatkistbiljetten
,, ,,
1.010,-
Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
in-
schrij ving opengesteld op een beperkt bedrag:
Cert. van B.
]5•s.
10.000,- Koninkr. België
a
96% % (In-
troductie).
De Kerkelijke Leeningen zijn als volgt onderverdeeld
Rente. Emissie.
Guldens
voet
koers
pCt.
.
pCt.
R.K. Kerkbest. der. Par. v. d. H.
Lamberteis, Rotterdam
……..
1.75.000
4
9734
Abdij der E. E. Heeren Nôrhertij-
hen
v.
Averbode
…………..
100.000
5
9834
RK. Par. v. cl
. H. Aloysius, Utrecht
(conversie)
……………….
365.000
4
98
Par.
v.
d.
Onbevl.
Outi’.
v. d.
H.
Maagd Maria, Soestdijk (conv.)
168.000
4
97%
f 18.062.625,-
11
82.400,-
856
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
OVERZICHTEN.
nog niet ontvangen.
)NTO’S.
Lissabon …. 7 8Aug.’31
Londen ……6 21Sept.’81
Madrid ……63 Jute ’31
N.-YorkF.R.B.
4
7 Mei ’31
Oslo ……..5 128ept.’31
Parijs ……2 2Jan.
1
31
Praag ……4 24Juni’80
Pretoria .. ..5 12Mrt.’81
Rome…. ….. 519 Mei ’30
Stockholm .. 5 21Sept.’31
Tokio ……5.1 6 Oct. ’30
Weenen …… l0.22Juli ’31
Warschau…. 7j 3 Oct ’30
Zwits.Nat.Bk.2 23Jan.
1
31
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN
(In Guldens)
UU
3
S
1
US
Sedert
1Januari
1931
Overeen-
–
komstige
periode 1930
Directe belastingen.
Grondbelasting
..
. .
*
307.917
7.991.862
18.538.434
Personeele belasting
*
156.903
6.486.575
19.892.614
Inkomstenbelasting
*
3.221.904 58.444.081 60.161.465
Vermogensbelasting
*
557.714
9.792.833 10.090.455
belasting
.. ..
2.552.569
14.313.671
14.706.927
Invoerrechten.
.
4.961.288 41.214.308 45.423.151
Statistiekrecht
247.076 2.138.068 2.772.827
A.coijnzen.
Zout
.. ._….
168.962 1.413.768
1.441.563
Geslacht
.
…
–
727.335
5.878.416 7.709.573
Wijn
… __
25.694 1.278.434 1.410.369
Dividend- en tantième-
Gedistilleerd
2.821.968
24.499.119 23.748.793
Bier
.
–
..
– .
•
1.272.422
8.857.441
10.176.094
Suiker
.
.
.
4.064.000
33.392.589 34.593.007
Tabak…………
2.305.060 20.059.771 19.209.719
Belasting op gouden en
59.951
555.035
701.563
Indirecte belastingen.
zilveren werken………..
Zegelrechten
.
….
..
‘1.317.107
2
16.612.140e
16.974.787
Registratierechten..
. –
973.860 10.134.150 17.558.104
Successierechten
.. .. —
3.384.259 30.106.656 27.898.086
Domeinen, wegen
en
vaarten – –
— – — -..
322.686 2.968.636 2.846.237
Staatsloterij
.
..
24.337
437.498 435.880
Loodsgelden
. .
………
309882
2.816.829 3.216.565
29.782.894 299.391.880
339.502.213
Totaal-Generaal -.
5)
Zie voor deze noot E..S. B. van 18 Maart 1931, blz. 276.
1)
Hieronder begrepen
f
159.279 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbel.).
2)
Id.
f
2.877.019.
S)
Id.
f
3.189.638.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
Verdedigingsbelasting ..
694.287 11.812.227
2
31.427.976
Opcenten:
Grondbelasting
.-. … …
237.864
3.777.809 3.732.229
Personeele belasting ..
13.578
1.092.171
3.681.516
Inkomstenbelasting …
765.481 11.624.882 589.843
Vermogensbelasting ..
325.848 5.512.350 5.719.656
belasting
.. .. .. .. …
842.348 4.723.511 4.853.286
Accijns op Suiker.
.. ..
–
–
1.249.376
Wijn
… … …
5.139
255.687
282.074
Dividend- en tantième-
Gedistilleerd
282.197
2.449.912 2.374.879
Tabaksacc. op sigaretten
243.513
456.803
–
Zegelrechtvan buitl. eif.
37.664
744.336
1.065.678
3.447.919 42.449.688
54.976.513
Totaal…
1)
Verdedigingsbelast. 1 + U.
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting
. . .
..
643.727
9.545.350 8.819.499 3.247.285
6.743.7551
6.626.133
Rijwielbelasting
………
Totaal
………..
3.891.012 16.289.105 15.445.632
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”
Gemeentefondsbelasting.
1.745.934
2.484.677
–
Opcenten Vermogensbel
138.354 202.375
–
Totaal
………..
1.884.228
2.687.052
–
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO.
NEELE-, INKOMSTEN-
EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1930.
Dienstjaren
Grond-
belasting
1
Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting
1928/29
–
219.196
36.345
1929/30 13.501
200.747
1.173.383
193.059
1930/31
4.272.729 4.890.981
53.275.076
9.036.211
1931/32e)
a 3.705.632
b 1.394.847
c 3.776.426
d
527.218
Totalen
. –
7.991.862 6.486.575 58.444.081 9.792.833
S) Ingevolge art. XI der wet van 14 Juni 1930 (Stbl. No.
245) zijn hieronder begrepen de aandeelen in de kwade pos
ten over vorige belastingjaren van het Leeningfonds 1914,
van de provinciën en van de gemeenten, wegens:
a) Grondbel.
f
73.626;
.
5) Personeele bel. f 1.262.524;
c)
Inkomstenbel. f 1.128.196; d) Vermogensbel
r
116.685.
STATISTIEKEN EN
N.B. ” beteekent: Cijfer
BANKD1SC(
Ned
(DisC. Wissels. 2 16 Mei ’31
Bel. Binn.Etf. 216 Mei ’31
Ik Vrsch. inR.C. 216 Mei
1
31
Athene ………. 9 2 Dec.’28
Batavia ………. 410 Mrt.’SO
Belgrado ……..720 Juls ’31
Berlijn ………..8 2Sept.’31
Boekarest……..8 1 Apr.’31
Brussel ……….2S1 Ju1i’30
Budapest ……..8 10Sept.’81
Calcutta ……..7 6 Aug.’31
Dantzig ……..6 1Sept231
llelsingfors ……6 26Aug.’30
Kopenhagen …. 4 5Sept.’31
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1931
19S
14119
71
12
131 Aug.!
ep
.
Sept.
Sept.
5Sept.
1930
IL
15120
Sept.
1929
161
21
Sept.
1914
20/24
Juli
Amsterdam
1
“li6
Partic.dlsc.
1
12
1
12
7110116
61
5
.3/
4
2
3
1
5318
3
1
/s_
3
116
Prolong.
3 1-3
3
1-1
114-1
I314-2
5_3/
4
211
4
_31
4
Londen
DageId…
311
2
31/2-41j
3.471
4
3_3/
4
1-2
3_4314
114-2
Partic.disc.
451_3/
8
4L/4_3/5
414J16
4
1
1_
3
11
21/
1
6_31
3
2
57,
16’/2
2
1
I4
8
14
Berlijn
DageId…
9
1
/2
811-912
7-9
81111
2
1
125
68
1
12
–
Partic.disc.
30-55 d…
7
7
18
7
7
18
1718
77159314
3
1
18-
1
/4
7
1
18
–
5890 d…
7
7
18
7
18
Ie
7715.9314
3
1
18
-1
1
7
1
1
2
1
16-
1
!1
Waren-
wechsel.
8
8
8
8-‘/4
33/.51
751
5
.31
4
–
Neo’ York
DageId 1)
11/
2
3/4
1
1
/r
3
/4 111
3
3/
4
11/
3
_71
4
2-/4
710
11
1’14-2
1
2
Partic.disc.
1
I
1 1 1
2
511
4
—
–
1)
Koers van 18 Sept. en daaraan vooralgaancle
weken
t,m vrijaag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dto
0
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavla
.4.
Yorlc
5
)
S)
5)
S)
S)
1)
15 Sept. 1931
2.477/
s
12.041/
8
58.35
9.72
34.461
100
16
,
1931 2.4713/
j
12.043%
58.371
9.711 34.46
100
17
,,
1931
12.047/,
58.50
9.711
34.48
100
18
,,
1931
2.4771
8
12.04k
58.60
9.711 34.52
100
19
1931
2.473%
12.03s/
8
58.80
9.71
34.55
100
21
1931
2.483%
–
58.50
57.90 9.75 9.70
34.55
34.43
100
993%
Laagsted.w.’)
2.47
21
/
12.036/,
Hoogste d.ivl)
2.47
15
/1
12.049/,
58.70
9.721
34.54
100
14 Sept. 1931
2.477/
8
12.049/
16
58.20
9.711
34.48
100
7
,,
1931
2.489/
99
12.056/,
58.85
9.73
34.55k
100
Muntpariteit
2.483%
12.103%
59.28
9.75
34.59
100
Data
sr,d
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan Madrid
15 Sept. 1931
48.35
34.85
7.341
1.48
12.961
22.40
16
,,
1931
48.36
34.85
7.35 1.48
12.961
22
.371
17
,,
1931
48.373%
34.85
7.34k
1.48
12.961
22.40
18
,,
1931
48.41 34.85
7.34
1.47
12.97
22.521
19
1931
48.823%
34.85 7.34k
1.48
– –
21
,,
1931
48.50
34.85 7.34
1.48
–
–
Laagsted.w.’)
48.30
34.773%
7.33
1.46
12.94
22.10
Hoogsted.wl)
48.45
34.90
7.36
1.49
13.-
22.70
14 Sept. 1931
48.35
34.85 7.34
1.48
12.97
22.40
7
,,
1931
48.41
34.90
7.36J
1.48
12.981 22.10
Muntpariteit
48.-
1
35.10
7.3711
1.488 13.09
48.52
D a a
St ock-
holm
)
Kopen-
hagen)
o
10 •.
S
Hel-
;0fi-)
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)
15 Sept. 1931
66.371
66.271 66.271
6.
24
1
663%
2.453%
16
,,
1931
66.35
66.2
7
1
66.25
6.24
6634
25
M
17
1931
86.35 66.25
66.25
6.241
65
2.453/
5
18
1931
66.321
66.25
66.25 6.24
64
2.453%
19
,,
1931
66.3
2
1
86.221 66.221
6.24
64
2.433%
21
.,,
1931
66.35
66.25
66.25
6.24
69
2.457/
8
Laagsted.w.l)
66.20
66.10
86.10
6.22
63
2.423%
Hoogste d.w’;
66.371 66.30 66.30
6.25
693%
2.463%
14 Sept. 1931
(56.35
66.25
66.30
6.24
69
2.457/,
7
,,
1931
66.45 663
2
1
66.35 6.25
70
2.471/
19
Muntpariteit
66.67
86.55 66.67
6.261
9594
2.483%
“) Noteering te
Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht v’,or van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
857
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
1
Londen
1
($ pers)
1
Parijs
1($
p.
IOOfr.)I($
1
Berlijn
p. 100 Mk.)I($
1
Amsterdam
p. 100 gld.)
15 Sept.
1931
4,86
1
/
16
3,92′,,
23,55
40,35k
16
1931
4,85
81
/
32
3,92
1
/
16
23,55
40,353(
17
1931
4,8515,,
3,921/
16
23,56
40,3534
18
1931
4,85
23
/
32
3,92
23,65
40,36
19
1931
4,84
3
4
3,9115/
16
23,67 40,38
21
1931
4,31
3,92
1
21,55 40,34
22 Sept.
1930
4,85
31
1
32
3,92%
23,801/
6
40,34
Muutpariteit
.
1
4,8667
3,90′,
23,8t4
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings- eenheden
5
Sept.12
1931
Sept.
1931
7112 Sept.’31
LaagsteHoogste
29Aug.
1931
Alexandrië..
Piast. p.0
9
7
7
/6
Athene …..
Dr. p.
,
375
375 374
k
375y,
3′
Bangkok….
Sh.p.tical
119’j
6
1/94
199/,
1/95/,
1/9
5
8
Budapest …
Pen. p.
£
27.90
27.95
27.95
27.95
27.95
Buenos Aires
d. p.$
311/5
316/
16
28
31
y
4
28
Calcutta
..
. .
Sh. p. rup.
1/5
49
/
84
15
49
/
11534
11522133
I/549
Constantin..
Piast.p.,g
1.025 1.025
1.025 1.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p.
$
11s
1115
/1
lis,,
1/0).
1115/,
Sh. p. yen
2/0
26
1
64
2/025/
4
2105/
2/0
15
/
32
2/0
25
/
64
Lissabon …
Escu. p.
£
110
110.05 109.90
110.20
110.05
Mexico
..
. .
$
per
£
15.25
13.75
13.25
15.50
15.00
Montevideo
.
d.perC
2234
2214
194
21/4
20
Montreal
…
$
per
£
4.883j 4.897/
s
4.89/4
4.9 53.i
4.94/4
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
33/
64
27/
5
3′
232/
33
Shanghai
. . .
Sh. p. tael
112
27
/
32
1/3a
112%
1/33/
5
1/3ti
1
Singapore
. .
id. p.
$
2/3%
2/3
47
/
2/3
11
/
16
2/325/32
‘/64
Valparaiso
1)
$
per
£
39.69 39.69
39.69
39.69
39.69
Warschau ..
ZI. p.
£
43s
436/,
43
437/,
43/4
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPR1JS’)
Londen’) N.Vork’)
Londen
14 Sept. 1931..
13
277/
s
14 Sept. 1931
…
84/9%
15
1931..
13
2734
15
,,
1931….
84/11
2/
16
1931..
13
.
27
16
1931….
84/10/4
17
1931..
127/
8
27′
17
.1931….
84/1134
18
,,
1931..
123/,
2734
18
1931….84/1134
19
1931..
1215/
66
27%
19
,,
1931 .. -.
84/11/4
20 Sept. 1930..
1612/
36′
20 Sept. 1930….
8510%
27 Juli
1914..
24’s/
4
59
27
Juli
1914….
84/11.
1)
in pence p.oz.Btand. ‘) Foreign silver in $c, p.oz. line.
5)
In
ah. p.oz.
fin,
STAND VAN’. RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
7 Sept. 1931
1
15 Sept.
1931
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche
Bank ………………
1
3.875.214,36
1
18.501.908,02
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
1.902.878,41
,,
2.105.223 33
Voorschotten aan Ned.-lndi6 ………
96.409.323,41
•
99.270.646,80
,,
12.184.170.-
,,
12.194.471,-
7.044.089,41
..
,,
7.065.127,41
Id. aan
Suriname…………………..
Id. aan
Curaçao………………………
Kasvord. weg. credletverst. a/h. buitenl.
….
120.i91.842,05
. 120.736.775.08
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
•
23.132.702,62
18.549.616,99
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
…….
.
10.652.900,41
,,
10.697.226,12
Verplichtingen.
Voorschot van De Nederi. Bank Ing.
art. 16 van haar octrooi …………
.-
– –
–
Daggeldleeningen ……………………
Schatkistbiljetten in Omloop ………
1
178.90
…5.000.-
/
178.565.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
.,, 127.490.000,-
.
,
139.390.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
landsche Bank geplaatst ………..
..-
.
–
Zilverbons in omloop ……………
,,
2.343.959,-
,,
2.319.149,50
Schuld op uit. Aug. (resp.)J uh ’31 aan de
gem. verstrekt wegens voor haardoor
de Rijksadm. geheven gem. ink. be-
last. en opcenten
op
de Rijksink. bel.
,
6.569.422,08
,,
9.731.374,90
Schuld
op
uit. Aug. (resp.) Juli ’31 a/d.
gem. wegens aan haar uit te keeren hoofdsom der person. bel., aand. in
.
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die “eIsa-
tingen en
op
de vermogensbelasting
»
307.249,11
,,
835.859,30
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
»
845.259,30
25.476.403,21
,,
841.401,09 26.093.790,84
d.
P., T.
T.’)..,
Id. a. h. Staatsbedrijf
en
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……
,,
1.146.836,91
1.146.836.91
Id. aan diverse Instellingen’)
……..
.
4.739.336,37
,,
4.740.822,06
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
–
Vorderingen:
Betaaimiddelen in
‘s
Lands Kas
–
t
41.037.000,-
–
,,
766.000,-
wo.
muntbiljetten
…………………
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinstell
f
99.270.000,-
,,
102.090.000,-
,,
20.000.000,-
,,
20.OflO.000,
,,
9.995.000,-
,,
9.995.000,-.
Schatkistpromessen
…
…………….
5.915.000,-
,
5.369.000.-
Schatkistbiijetten
…………………
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
•
638.000,-
,,
638.000,-
Muntbiljetten in omloop
…………….
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
1.282.000,-
,,
1.374.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
19.840.000,-
,,
17.271.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
21 September 1931
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
54.198.467,76
sels, Prom.,’ Bijbnk.
2.748.804,27
enz.in
disc.Ag.sch.
,,
7.894.962,23
f
64.842.234,26
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto
……
Idem eigen portef.
. f
231.205.773,-
Af :Verkocht maar voor
de bk.nog nietafgel.
231.205.773,-
Beleeningen
mcl.
vrsch.
Hfdbk.
50.097.537,38
in
rek.-crt.
Bijbnk.
5.084.134,92
op
onderp.
Ag.sch.
56.870.903
10
– –
f1
12.052.575,40
Op
Effecten
……f
109.621.631,56 Op Goederen en Spec. ,,
2.430.943,84
112.052.575,40
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
88.691.750,-
Muntmat., Goud
.. ,,
614.438.782,54
703.130.532,4
Munt, Zilver, enz.
• ,,
33.112.326,48
Muntmat.
Zilver..
11
736.242.859,02
1
)
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
26.876.661,31
(ebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,_
Diverse
rekeningen
………………,,
67.782.698,28
f
1.244.002.801,27
Passiva
____________________
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
..
7.563.205,59
Bijzondere
reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
7.476.083,08
Bankbiljetten in omloop …………..
988.754.890,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
207.612,13
Rek..Cour.
5
Het Rijk
f
33.177.413,77
saldo’s:
‘1,
,
Anderen,, 174.770.746,45
,,
207.948.160,22
Diverse
rekeningen
………………,,
4.052.850,25
f’1.244.002.80 1,27
Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
257.041.587,90
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
642.603.965,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Ooud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Cir’ulatle
opeischb.
Metaal-
I
king
Munt
1
Muntmat.
.
schulden
saldo
1)
perç
21 Sept.’31
88.692
614.439
988.755
208.156
257.042
62
14
’31
88.692
575.977
944.234
173.350
250.659
62
7
’31
88.689
569.114 957.064
148.649
249.512
62
1
,,
’31
88.689 568.171
971.020
147.265
243.715
62
24 Aug. ’31
88.689
559.042
934.296
184.543
235.067
61
17
,,
’31
88.689 551.991
935.024
170.742
233.293
61
22 Sept. ’30
64.774
325.820 800.112 22.210 85.489
50
25
Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
54
Totaal
Schatkist-
B ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
I
1
e
n
ngen
op het
reke-
disconto’s
64.842
rechtstreeks
buitenl.
nin gen
1)
21 Sept. 1931
–
112.053
231.206
67.783
14
1931
47.063
–
89.658
228.168 69.558
7
1931
48.155
–
87.883 229.661
61.422
3
1931
51.428
–
93.731
229.991
66.325
24 Aug. 1931
52.255
–
87.826
230.036
65.298
17
,,
1931
54.477
–
87.985
229.986
85.162
22 Sept. 1930
48.323
–
83.262
239.867
52.270
25 Juli
1914
67.947
1
–
61.686
20.188
509
‘1 beaert aen Danestaac van 4 Jan. ‘Z9 weaer op ae flasis van ‘/,
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden auldens.
Data
Metaal
Circu-
latle
Dis-
conto’s
Voor-
sdzotten
aan de
kolonie
iDiverse
reke-
n
i
ngen
l
Diverse
reke-
ningen’
1
Augustus 1931
4.678
5.238
227
76
1.125
276
1 Juli
1931
4.674
5.145
132
112
1.293
372
1 Juni
1931
4.641
5.188
133 123
3
1.403
521
1
Mei
1931
4.834 5.398
134
lii
1.421
508
l
April
1931
4.836
5.546
135 167
1.329 327
1
Maart
1931
4.840 5.439
139
558 1.365 366
1
Augustus 1930
4.590 6.094
151
375
2.234
672
‘niuitp. oer acuva. ‘niuimp. oer passlva. ) cnuIu aan ae Kolonie.
1
858
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere IBeschtkb.
Data
Goud
Zilver
Circulalle opeischb. metaal-
schulden saldo
19 Spt. 1931
‘
T11.000
238.900
1
35.100 39.800
12
1931
150.000
245.600
1
29.900 41.980
5
1931
152.900
245.800
1
31.500 41.400
22Aug.1931 110.252
39.957 241.928
27.737 42.343
15
1931 109.853
41.921 247.092
22.182
1
44.064
8
1931 110.177
44.141 248.635
22.407 45.901
1 , 1931 100.496
44.480 242.412
22.497 48.656
20 Spt. 1930 138.811
29.985 260.340
39.505 48.859
21 Spt. 1929 146.980
24.077 305.738
71.193 20.284
25Juli1914 22.057
1
31.907
110.172
12.634
4.842
Wissels,
–
bek-
Data
Dis-
bulien
I
Belee-
1
Diverse
conto’s
N.-Ind.
ningen
1
reke-kings-
percen-
betaaib.
1
ningen’)
lage
19Spt.1931
113.000
55
12
1931
115.300
***
54
5
1931
113900
*** 55
22Aug.1931
555
17.420
42.469
41.133
56
15
,,
1931
9.163
16.251
45.357
38.581
56
8
,,
1931
9.283
16.353
43.953
34.775
57
1
,,
1931
9.160
16.478
40.446 33.914
55
20 Spt.
1930
9.484 28.898
46.575
43.212
56
21 Spt. 1929
9.622
37.034
133.343
28.854
45
25Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
BANK
VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten
in duizenden ponden
sterling.
Bankbilf.
.
Other Secûrities
Data
Metaal
in
i
1
,
Ba.kblll
Bankg
Disc.and
Iecuritie
s
circulatie Deparim.
Advances
16 Sept. 1931
136.880
351.618
58.956
8.321
25.788
9
1931
137.206
353.931
56.964
8.291
27.743
2
1931
135.668
354.976
54.361 7.262
26.678
26 Aug. 1931
134.645 350.311
58.031
9.296
28.052
19
1931
134.870
354.129
54.431
6.863 28.286
12
1931
133.304
360.051
46.947
7.051
22.097
17 Sept. 1930
157.511
357.768
58.652
5.377
22.409
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Other
Bankers Accountsl
1
1
Reserve’
Dek-
kings-
1
perc.
1
)
16Sept.’31
49.391 16.574
58.437 50.459
60.263
48
9
,,
’31 51.146
21.808 54.845 50.533
58 276
4513/16
2
’31
53.736
12.925
60.352 51.838
55.692
44
26Aug.’31
50.176
26.323
53.593
48.708
59.334
46
8
/
92
19
’31
48.881
19.726
61.755 40.099 55.742
4518/
,, 12
’31
53.226
19.434
58.163
34.879
48.253
42
29
/
32
17Sept.’30
38.766
8.934
65.308
33.786
59.743
556f,,
22 Juli
1
14
11.005
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
goed
1
Wis-
Waarv. Renteloos
Data
Goud
Zilver
I
Te
in het
t
seis
I
op het
I
ningen Ia.
voorschot
buitenl.
buitenl.
d. Staat
11 Spt. ’31
58.578
898 15.803
17.4771
12.981
2.791
1
3.200
4
,,
’31
58.568
892
14.818
17.6011
12.757
2.817
1
3.200
28Aug.’31
58.563
887 14.255
19.1771
13.356
2.729
3.200
21
,,
’31
58.561
883 14.142
18.949!
14.011
2.730
1
3.200
12 Spt. ’30
47.543
417
6.839
23.6691
18.768
2.804
1
3.200
23Juli’14
4.104
640
–
1.5411
8
769
1
–
Bd
-I
Diver-
Rekg.Courant
Data
zelst
sen
1)
Clrculatle
Staaf 1 ZelfSt. 1 Parti-
amort. k.
1
amort.k.Iculieren
11 Spt. ’31
5.065
___________
2.132 78.198
834
6.919 19.608
4
,,
’31
5.065
2.191
78.927
1.072
6.964
17.602
28Aug.’31
5.065 2.282
78.635
1.571
7.899 17.649
21
,,
’31
5.065 2.119
77.767
1.394 7.906
18.171
12 Spt. ’30
5.304
1.718
72.875 4.506 6.105
6.753
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
‘)Slultpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Dec/eren
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
ei
nin gen
banken1)
geldende
cheques
15 Sept. 1931
3.372,1
99,6
356,2
2.868,8
363,7
7
,,
1931
1.370,5
99,6
400,4
3.021,4
151,4
31 Aug. 1931
1.366,1
99,6
356,2
3.101,0
207,6
22
1931
1.365,9
99,6
313,8
2.951,5
99,1
15
,,
1931
1.365,8
99,6
317,0
3.104,0
99,9
15 Sept. 1930
2.618,7
149,8
320,5
1.36€,2
62,6
30 Juli
19141 1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Act iva$)
latie
Cr1.
Passlva
15 Sept. 1931
103,0
919,5
4.249,6
393,4
775,8
1931
102,9
830,1
4.292,1
434,1
755,4
31 Aug. 1931
103,0
893,6
4.383,8
508,6
764,2 22
1931
103,0
846,3
4.049,8
532,5
744,2
15
,,
1931
103,0
912,0
4.237,3
525,6
751,7
15 Sept. 1930
102,7
665,1
4.245,6
352,2
226,4
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘p unoelast.
w.o.
s(enIenDanKscnene
i, i sept., ii, zi,
15 Sept. 30, resp. 15; 17;-; 3); 34; 45 miii,
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas..
Data
–
.5
Goud
.,j
Rekg. Crt.
O
1”
”
ij
gt2
0
.
n
0
t.)
± _
2
‘
17 Sept. 1626
831
–
833 1
36
290
3.335
42
277
10
,,
1624
821
–
841 1
33
290
3.363
9
278
3
1624
788
–
831
46
290
3.362
36
222
27 Aug. 1588
824
–
843
37
290
3.323
24
274
20
,,
1583
825
–
838
37
290
3.323
31
260
18Sept.’ 1210
893
68
735
31
311
3.048
18
132
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
wettig
Wissels
Totaal
F. R.
Zilver
disc. v. d.
open
Data
Dekking
middel,
betaal-
In her-
In de
bedrag
Notes
etc.
member
markt
banks
gekocht
2 Spt. ’31
3.465,0
2.194,5
168,0
257,3
197,9
26Aug.’31
3.485,5
2,181,9
172,2
241,7
180,5
19
’31
3.472,9
2.154,1
169,7
230,6
154,6
12
’31
3.449,2
2.107,4
168,9
195,0
135,7
5
’31
3.429,0
2.093,8
165,8
188,6
66,1
29Juli’31
3.443,6
2.088,5
175,0
183,0
66,5
3Spt.’30
2.934,6
1.600,3
151,7
231,3
170,4
Belegd
F.R.I
–
‘
–
1
Al em.
Dalu
in
u. s.
Notes
1
Totaal
Gestort
Dek-
Ifek-
in circu-I
Kapitaal
kings-
kings-
Oov.Sec.
latie
1
perc.’)
1
perc.’)
2 Spt.’31
728,1
1.958,2
2.616,8
167,1
75,7
79,4
26Aug.’31
728,0
1.945,5
2.634,3
167,2
76,1
79,9
19
’31
727,9
1.901,8
2.606,2
167,2
77,0
80,8
12
’31
728,0
1.829,3
2.617,1
167,3
77,6
81,4
5
,,
’31
680,6
1.772,7
2.510,4
166,8
80,0
83,9
29Juli’31
678,0
1.735,5
2.554,6
167,4
80,2
84,3
3 Spt. ’30
602,0
1.367,6
2.454,0
169,8
i
76,9
80,8
) verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelscnbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Dis_I
l)eserve
Aantal conto’s
t
Beleg- bij de depo-
1
time
beleen.
Data banken en gingen F. R. sifo’s 1 deposils
Totaal IWaarvan
26Aug.’31
94
14.335
7.695
1.787
20.254
7.017
19
’31
90
14.338
7.663
1.814
20.299
7.058
12
31
56
14.342
7.733
1.821
20.535
7.105
5
,,
’31
58
34.506
7.758
1.758
20.643
7.099
29Juli’31
55 1
14.486 1
7.810
1.844
20.807
7.144
27Aug.’30
40 1 16.793
6.329
1.814
21.091
7.439
1
itan net einn van ieuer Kwartaw worat een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
859
GOEDERENHANDEL.
GRANEN
22 September 1931.
in de vorige week zijn officiëelc ramingen over oogst-
opbrengsten in meer landen van Europa bekend gemaakt,
waardoor een Vrij duidelijk beeld gevormd kan worden over
cle resultaten in dit jaar. in Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije
en Polen zijn cle opbrengsten kleiner dan een jaar tevoren.
.1.11
.Duitschlaiicl en Frankrijk zijn de laatste ramingen vrij
sterk verlaagd ver’eleken bij die va.n een maand geleden.
Voor beide landen zijn de opbrengstcijfers hooger dan in het
vorige jaar. in Duitsehla ucl, omdat de bebouwde opper-
vlakte is uitgebreid ten koste van logge en in Frankrijk,
omdat in het vorige jaar dc oogst zeer slecht was. In italië
is cle opbrengst ook grooter, in Spanje ongeveer gelijk aan
die van het vorige jaar. Roemenië geeft een lager cijfer
da ii het vorige jaar, i3ulgarije is ongeveer gelijk en Zuid-
Slavië iets grooter. liet Internationaal Landbouwinstituut
te Rome heeft iii cle afgeloopen week een schatting gepu. bliceerd vail de opbrengst in Europa zonder Rusland, vol-
geits welke scliattin.g cle totale opbrengst van den Europee-
ehen tarwe-oogst buiten Rusland 172.500.000 quarters be-
draagt, ongeveer gelijk aan clie in 1930 en circa 4,6 millioen
qiarters boven het gemiddelde van 5 jaren, eindigende met
1920. Ook een bekend Engcisch vakblad heeft een bereke.
nilig gemaakt van de tarwe-opbrengst en komt voor Europa
buiten Rusland iets liooger dan het Landbouwbureau te
Rooie, liet bedoelde Engelsehe blad schat de opbrengst in
Etiropeesch en Aziatisch Rusland op 125 inillioen qnarters
tegen 120.260.000 quarters in het vorige jaar. Uit den aard
der zaak zijn cle gegevens over Rusland niet uitermate
betroitwbaar.Leu trekt echter algemeen uit dle iukomende
berichten de coi.iclusie, dat cle uitkomsten van de graanoog-
steu in Rusland in dit jaar niet zon gunstig zijn geweest
als in het vorige. Verder geeft het Landbouwiustituut te
Rooie nog een schatting van een opbrengst in het geheele
Noordelijke halfrond buiten Rusland van 334,1 millioen
quarters, hetgean een kleine verlaging is in vergelijking
niet liet vorige jaar. Ook voor het Nöorclelijk halfrond komt
het Londensche blad met zijl.s schatting hooger dan Rome.
iFet Londensche blad gaat verder en heeft een berekening
gemaakt over cle opbrengst in de geheele wereld, dus in-
clusief het Zuidelijk halfroitcl, op basis van cle tot nog toe
bekende gegevens. Volgens clie berekening zou dan cle totale
opbrengst rtnm 24 millioeii quarters kleiner zijn dan in
hot vorige seizoen, doch nog 43 millioen quarters grooter
dan iii het seizoen 1929/1930. De schattingen van het Zui-
delijk half rond hebben voorloopig nog geen groote waarde,
daar het nog lang duurt vOOr deze oogsten tot rijpheicl zijn
gekomen en werkelijk zijn binnengehaald. De bekend ge-
maakte cijfers zijn, vooral wat het Noordelijk halfrond be-
treft, van groot belang. Daaruit blijkt, dat niettegenstaan-
de cle minder gunstige berichten uit Europa en uit de Ver-
eenigcle Staten van den laatsten tijd groote hoeveelheden
tarwe ten verkoop zullen worden aangeboden, zoowel in de
invoerende Europeesche landen van den eigen oo
g
st, als
ook van exportoverscitotten in uitvoerende landen. Daar
moeten nog worden bijgevoegd de groote voorraden in
Amerika van den Farm Board, hoewel die in den laatsten
tijd aanmerkelijk zijn verminderd door verkoopeis naar
Europa, Brazilië en naar China. Men zegt, dat het totaal
der verkoopen door den Farm Board 57 millioen hushels
bedraagt. l)e Farm Board is verder aan cle markt en tracht
zijn voorraden te likwideeren. Aan de termijnmarkten in
de Vereerfigde Staten is de stemming tengevolge van het
afnemen van de Farm Board voorraden en het beperkte
aanbod van zomertarive, waarvan de oogst, zooals bekend,
zeer klein is, op verschillende dagen gestegen. In Canada
is men bezig met het binnenhalen van dcii oogst en in
handelskringen is men veelal van nieening, dat de laatste
officiëele Canadeesche schatting zal blijken aan den lagen
AANVOEREN in
kant te zijn geweest. De prijzen aan de termijnmarkt te
Winnipeg zijn dan ook niet in die mate gestegen als in
Chicago. In Rusland wordt geklaagd over onvoldoende
toevoeren uit het binnenland en de Russen zijn niet drin-
gend aan de markt. Ook de Donau offreerde niet dringend.
De vraag in Europa was vrij goed en de stemming ver-
betercle eenigszins. Ook in Argentinië vond een prijsstij-
ging plaats. Daarna is in de laatste dagen der vorige week
weder een verlaging ingetreden, tengevolge van alnemenden
kooplust, groote verschepingen, waardoor liet totaal aan-
merkelijk steeg boven dat van de vorige week, en de alge.
mcciie groote economische depressie. Ook de verschepingen
uit Rusland en van . den Donau waren weder groot. De
termijnmarkten in Noord- en Zuid-Amerika ondergingen weder eenige verlaging, zoodat op 19 September het slot
te Chicago 3j dollarcent per 60 lbs. lager was dan een
week geleden. Winnipeg sloot op 19 September 1 dollar-
cent lager. Te Buenos Aires waren de slotkoersen op dien
dag 13 centavos en te Rosario 34 centavos per 100 1-ZG.
honger. Hierbij dient echter in aanmerking genomen te
w’orden, dat de pesokoers in dc vorige week geregeld sterk
daalde, zoodat de verhooging aan de Argentijnsche mark-
ten voor het grootste gedeelte aan de lage geldkoersen
moet worden toegeschreven, gedeeltelijk echter ook een ge-
volg waren van berichten, dat de jolige tarwe van nacht-
vorst geleden had.
Gisteren was er tengevolge van de gebeurtenissen in
Engeland geen sprake van een geregeld marktvèrloop, en
algemeen werd een afwachtende houding aangenomen. De
koersen te Liverpool stegen in verband met de gedaalde
waarde van het pond. In Noord- en Zuid-Amerika fluc-
tueerden de prijzen aan de termijnmarkten sterk. Chicago
sloot % dc. lager, Winnipeg 2 dc. hooger, Buenos Aires
12 eentavos hooger en Rosario 1 centavo honger dan op
19 September. Over den pesokoers waren geen betrouw-
bare berichten te verkrijgen.
De resultaten van den r o g ge-oogst zijn in de meeste
landen van Europa, tengevolge van ongunstige weersom-
standigheden beneden verwachting gebleven. In Polen wordt
de opbrengst geschat op 23.736.000 quarters tegen 32.016.000
in het vorige, jaar. In Duitsehland is de opbrengst., zoo-
als bekend, ook aanmerkelijk kleiner. Volgens het In-
ternationaal Landbouwinstituut te Rome is de Europee-
sche opbrengst van rogge buiten Rusland 90 millioen quar-
ters. Dit is 18.500.000 c1uarters kleiner dan in 1930 en
11.500.000 quarters beneden het gemiddelde van de 5 jaren,
eindigende 1929. Het aanbod van rogge is niet dringend en
bestaat hoofdzakelijk uit verschillende Russische roggesoor-
ten, waarmee de Russen echter niet dringend aan de markt
zijn. De vraag was op sommige dagen bevredigend en voor-
al in het begin der week kwamen verschillende zaken op
aflading gedurende de eerstvolgende maanden tot stand.
Later werd de vraag minder levendig en verminderden de omzetten. De Noord-Amerikaausche koersen hebben zich
grootendeels bewogen in overeenstemming met die voor
tarwe. Te Chicago en te Winnipeg beide was het slot op
19 September 1 dollarcent per 56 lbs. lager.
De prijzen voor ni a ï s zijn in de afgeloopen week ver-
der gedaald. Het aanbod van binnenkomende en stoomen-
de partijen in de tweede hand was zeer groot en de con-
sumptievraag liet op verschillende dagen te venschen. Het
schijnt, dat langzamerhand eenige voorraden in het bin-
nenland worden gevormd, tengevolge van de lage wijzen
en binnenlandsche koopers namen tot den opnieuw ver-
laagden prijs minder gcmickkeljk de aangeboden hoeveel-
heden op. Afladers bleven dringend aan de markt ter ver-
lading •in de laatste maanden van dit jaar en ook daar-
voor werden de vraagprijzen verschillende guldens per last
verlaagd. De prijsschommelingen in de eerste hand waren
hoofdzakelijk ee” gevolg van de zeer flauwe stemming voor
den pesokoers, welke bijna dagelijks daalde. De koersen
tong van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam Amsterdam
Totaal
13-19 Sept.
Sedert
Overeenk.
13-19 Sept.
Sedert
Overeenk.
1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
80.217 1.034.179 1.163.635
103
15.439
60.457
1.049618
1.924.092
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
6.162
226.680
315.454
450 909
26.354 227.589′
341.808
943
20.519
12.842
–
145
1.638
20.664
14.480
Boekweit
………………
Mais ………………
906.370
746530
1.450 194.408
130.419
1.100.778 876.949
17M02
438.684
386.090
1.540
25.653 28.633 464.337
414.723
3.295
195.609
136.685
667
2826
2.812
198.435
139.497
Gerst
……………..
26.
.678
1M35
151.093
65.730
1
3.469 364.586 191.336
515.679 257.066
Haver
……………..
6.198
87.429
104.359
–
204
–
87.633 104.359
Lijuzaad
……………
Lijnkoek
……………
677
67.584
96.432
44
19.535
30.525
87.119
126.957
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
780
28486
14.805
40
9.201
2.806
37.687
17.611
860
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
aan cle termijaniarkten in Argentinië onciergiugen weinig
verandering en fluctueerden slechts eenige centavos per 100 KG. Het slot was te i3uenos Aires op 19 September
onveranderd vergeleken bij dat van een week geleden, te
Rosariö 1 centavo hooger. Groote zaken zijn in de afge-
loopen week niet tot stand gekomen, nie’ttegenstaande bijna
dagelijksche prijsverlagingen. Koopers zijn uiterst voor-
zichtig met het aanvullen van hun voorraden, omdat zij
de binnenkomende partijen nog goedkooper moeten ver-
koopen dan waarvoor zij latere posities kunnen ‘terugkoo-
pen. Wel is het verschil tussehen spoedige en latere mais
kleiner geworden en bedraagt cle premie, welke voor maïs
01)
aflacling moet worden betaald, nog slechts enkele gul.
dens per last. Gisteren was de markt, tengevolge van de
finauciëele moeilijkheden in Engeland ontreciclerci en wil.
den verkoopers noch koopers iets ondernemen tot meer
gegevens, vooral over de wisselkoersen, bekend waren. Aan-
gekomen mais werd met nog eenige verdere verlaging der
prijzen verkocht. De
,
termijnmarkten in Zuid.A.merika
schommelden gisteren sterk, tengevolge van den onzekeren
toestand. Het slot was te Buenos Aires onveranderd, te
Rosario 1 centa.vo lager vergeleken bij 19 September. Van
den Donau komen gunstige berichten over den oogst, dezer
dagen gevallen regen kan het binnenhalen iets vertragen.
De voor uitvoer nog beschikbare hoeveelheid rnaïs in Ar-
gentinië wordt door Broomhall geschat op 18.400.000 qtrs.
Volgens de officiëele raming vaii. den oogst zouden nog
13.600.000 qtrs. beschikbaar zijn.
In ge r st waren de omzetten in de vorige week gering,
Noord-Amerika speelt wat gerst betreft geen rol meer, daar
de door Canada gevraagde prijzen te hoog zijn in vergelij-
king met die voor Russische en Donau gerst. Deze beide
laatste soorten werden op aflading aangeboden tot in den
loop der week eenigszins terugloopende prijzen. Grootc zaken zijn echter niet tot stand gekomen, daar cle vraag
voor gerst zeer gering is. Aankemende partijen, waarvoor
cle in den laatsten tijd betaalde premic ‘tot op enkele guldens
per last is gedaald, vond moeilijk koopers. De Russen en
aflaclers aan deus Donau zijul met gerst niet dringend aan
de markt, doch bij de slechte consumptievraag .’aren koo-
pers niet geneigd belangrijke inkoopen te clocn, daar de
prijsverlaging voor gerst slechts klein is, in verhouding tot
die voor maïs.
Ook in •h cc
v
e r kwaen in de afgeloopen week weinig
zaken tot stand. Ook hiervoor is dc vraag slechts gering.
De Bussen zijn geregeld •tot onveranderde prijzen aan cle
markt.
SUIKER.
De gedrukte stemming voor het artikel Suiker in de af-
geloopen week moet worden toegeschreven aan cle hernieuw-
cle daling op alle effectenmarkten.
in A in e i i k a heeft een periode van droog weer den
handel in geraffiiueerd wat gestimuleerd, zonder dat de vraag voor ruwsuiker er door kon verbeteren. De omzet
was gering, •en cte bedongen prijzen bedroegen ca. 1.44 dc.
c. & fr. voor Cubasuiker.
De N c w-Y o r k s oh e termijnmarkt was over het alge-
meen vrij prijshoudend. De slotnoteeringen luidden als
volgt: Sept. 1.35; Oct. 1.29; Dec. 1.32; Jan. 1.32; Mrt. 1.36,
terwijl de laatste noteering voor Sp. Centr. 3.40 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 26.000 tons, cle versineltingcus 52.000
tons tegen 65.700 tons verledea jaar en de voorraden
226.000 tons tegen 293.900 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:
1931
1930
1929
tons
tons
tons Productie
……………3.122.000 4.671.260 5.156.315
Voorr. overgebracht per 1/1 1.390.000
321.000
193.000
Cootumptïe …………..105.000
88.000
113.315
Weekontv. afscheephavens 31.577 36.450 24.229
Totaal sedert 1/1 ………1.774.426 2.211.868 4.478.374
Weekexport …………..7.923 75479 70.562
Totaal sedert 1/1 ………1.856.682 229 1.577 3.348.145
Voorraad afscheephavens . 1.141.109 1.231.491
630.958
Voorraad binnenland …..1.409.209 1.371.392
564.626
In E n ge 1 and bleven de zaken in ruwsuiker binnen
zeer beperkte grenzen. Er werden kleine partijen tot en.
Sh. 516 afgedaan. De stemming op cle Londensche termijn-
markt was flauw. De noteeringen daalden met 2
cl.
Op J a v a was de markt lusteloos zonder verdere trans-
acties.
II
i e r te 1
cc
n d e heerschte eveneens een gedrukte stem-
nuing. Dc noteeriulgen op de A m s t e r dam sc h e termijn.
markt brokkelden dan ook int wat af en luidden aan het
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
BOTER
KAA
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
Hd”it
ar
n er
0.
OCO
AmerlcanNo.2
3
)
La Plata
A meT.
0.
loco
La Plata
perKO.
Ed ammer
Alkmaar
Gem. not.
Hollandsche
Mud. Conuun.
ro
ter am,
loco
Rotterdam
loco
R’damjA’dam
O
ter ani
loco
R’damlA’danu
Leeuwar- der Comm.
ake
S
Eiermijn Roermond
bunkerkolen
ongezeefd f.o.b.
Crude
33
t/nl
33.90
pe’KG.
per 100 K.O.
per 2000 K.O.
2000e0
per 1960 K.G.
Noteering
kI. m/merl
p. 100 st.
R’dam/A’darn
per barel
II.
Olo
f1.
0/
6.
0/
R.
0J
f1.
°fu
f1.
0
10
fl.
III
f1.
0/
f1.
0/
$
0/
1925
17,20
100,0 13,07
6
100,0
231,50
100,0 236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80 100,0 1.68 100,0
1926
.15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7 43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,47
6
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78.4
2,03
87,9
43,30 77,3
7.96 86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,470
78,3
13,15
100.6
226,00 97,7
128.50
96,8 363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929 12,25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05 88,7 45,40
81,1
8,11
88,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,675
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1 111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
Jan.
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 365,00
78,9
2,25
97,4
45,95
82,1
9,03 98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
Pebr.
,,
12,72
74,0
12,65
96,7 236,00
101,9
194,75
82,5
357,25 77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart
,,
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
1,81
84,4
44,60
40,25
79,6
8,56 5,90
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April/
,,
Mei
,,
12,12
5
11,12
70,5
64,1
11,62
5
10,57
5
88
1
9
80,9
218,00
198,25
94,1
85,6
185,25
177,50
78,5 75,2
373,25
363,50
80,7
78,6
1,86
78,4 80,5
39,90
71,9
71,3
6,16
64,3
67,1 11,05 11,15 102,3
103,3
III
1.16
66,1
69,0
Juni
10,87
5
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
71,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0
78,6
6,41
69,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4
80.4
6,88 74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
13,12
5
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
1,93
83,5
46,15 82,4
7,13
77,7
11,25
104,2
1.30
77,4
Sept.,,
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10.
70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Nov.
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20
95,2
50,70 90,5
10,60 115,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
103,4
2,06 89,2
47.50
84,8
9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4
Jan.
l90
Febr.
12,675 11,725
73,7 68,2 9,35
8,175
71,5
62,5
149,25
139,00
64,5 60,0
151,25 135,75
64,1
57,5
433,75 398,50
93,8
86,2
2,00
2.03
86,6 87,9
43,95 41,15
78,5 73,5
7,55
6,90
82,2 75,2
11,75 11,75 108,8 108,8
1.21
1.11
72,0
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7
5,18
56,4
11,55 106,9
1.11
66,1
April
,
11,17
5
65,0
7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9 36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.165
69,3
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405.00 87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30 57,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Juni
10,05
58,4
5,17
0
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09 55,4
11.35
105,1
1.18
5
70,5
Juli
9,55
55,5
5,825
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67.1
7,23
78
1
8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
–
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5
86.00
36,4
281,25 60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
7,25
42,2
4,25
32,5
94,50
40,8
82,25 34,9
270,75 58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10.90 100,9
0.85
50,6
Dec.,,
7,07e
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00 38,6
247,75 53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10.85 100,5
0.85
50.6.
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25 36,5
207,50
44,9
1,61
693
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
.5,775
33,6 3,90
29,8
87,50
37,8
85,75 36,3 206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94
53.8
10,30 95,4
0.66
39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112.00 48,4
117,00
49,6
197.75
42,8
1,35
58,4
31,60
5f,4
4,20
45.8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124.00
52,5
189.00
40,0
1.26
54,5
30,85
55,1
4,07
5
44,4
10,00
92,6 0.53 31,5
Juni
5,75
33,4 5,05
38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
414
1,29
55.8
33,50
59,8
4,30 46,8
10,00
92,6
0.34
5
20,5
Juli
5,42
6
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45.6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,025
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1.30
56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6 0.435
25,9
7 Sept.
,,
4,80
27,°
3,95
30,2
70,00
30,2
106,00
45.8
168.00
36,3
1,257
54,1
32,5(17
58,0
5,60 63,0
10,00
.
92,6
–
–
14
4,80 27,9
4,25
32,5
6900
29,8
100.00
42,3
168.00
36,3
1,320
57,1
32.50
8
58,0
6,95
64,8
10,00
92,6
0.56
33,2
21
4,70
27,3
1
4,40
33,7
65,00
28,1
87,00
36,9
163,00
35,2
1,32
9
57,1
32,50
14
58,0
1 5,90
64,3
10,00
92,6
0,56 33,2
1)
Men
zie voor de toelichting op dezen Staat de nummers van 8 en IS Augustus
1928
(No.
658
en
659) pag. 689/90
en
70%
2)
79 Kg. La Plata.
)
=
Weatern vôô:
ring van de huidige offic. not.wljze (Jan. 1928);
Barley vanaf 212131; vanaf 912
6415
Z.-Russ.
‘
23 September 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
861
slot als volgt: Sept.
f 7 ;
Dec.
f 7%;
Mrt.
718
en Mei
f 8%. De omzet bedroeg
2850
tons.
KOFFIE.
De stemming voor het artikel bleef nog altijd kalm en lusteloos. Buiten de bekende oorzaken, welke tot nu toe
hiervoor konden worden aangewezen, trad in de laatste
dagen nog een nieuwe factor op den voorgrond, namelijk de
olficieele kennisgeving van de Braziliaansche Regeering,
(lat zij als gevolg van de financieele crisis, welke het land
doormaakt, niet in staat is geweest de noodige deviezen te
koopen voor de betaling van de op 1 October vervallende
renten op verschillende in het buitenland gesloten leeningen.
De rentebetaling op deze leeniugen wordt dus voorloopig,
teneinde verdere daling van den Braziliaanschen wissel-
koers te voorkomen, stopgezet en onderhandelingen voor het
aangaan van een definitieve schikking zijn met de schuld-
eischers geopend.
Reeds sedert eenigen tijd werd in financieele kringen de
vrees gekoesterd, dat Brazilië tot dezen noodmaatregel zou
moeten overgaan en al kwam het bericht dan ook niet ge.
heel onverwacht, toch is het begrijpelijk, dat dit hernieuwde
bewijs van den uiterst precaireu toestand, waarin het groote
productielaud zich bevindt, op den koffiehanciel een zeer
ongunstigen indruk maakte. De toekomst worJt steeds don-
kercier en de kans, dat het Brazilië gelukken zal, zijn plan.
nen voor de geleidelijke likwidatie van de enorme in het
binnen land opgestapelde koffie.voorraden uit te voeren,
wordt steeds onzekerder.
Ten overvloede kwam op 21 dezer het bericht, dat de En-
gelsche Regeeriug door de geweldige goudonttrekking der
laatste dagen genoodzaakt geworden was om de wet op den
gouden standaard voorloopig buiten werking te stellen, zoo-
dat de Poudenkoers niet meer zal worden gesteund en de
gondbasis voor het Pond Sterling dus komt te vervallen.
Welke gevolgen deze maatregel voor den koffiehandel heb.
ben zal, valt voor het oogenblik nog niet te overzien, doch,
aangezien de verkoopen van Brazilië en van verschillende
andere exportianden naar Europa tot nu toe steeds in
Engelsch geld plaats hadden, verhoogt ook deze maatregel
de onzekerheid in elk geval weder in niet gerie mate.
Dit klemt nog temeer, daar ook de koffiehandel
ng
in alle
Europeesche havens gewoon is een groot deel van zijn ver-
koopen naar de verschillende consumptielanden in en bui-
ten Europa in Engelsch geld af te sluiten.
De wisselkoers in Brazilië, die aanvankelijk op
3
11
/64
d.
was blijven staan, werd op
21
dezer, in verband met de
daling van de waarde van het Pond Sterling, verhoogd
op 343/54.
De Bank van Brazilië verlaagde den verkoopkoers
van het Pond van
76$800
tot
67800
bij nominalen koop.
koers. –
Volgens de laatste berichten uit Brazilië zou het thans
vrijwel vaststaan, dat door de koude temperatuur, welke
op sommige dagen in het einde van Juni en in het begin
van Juli in verschillendë districten van Sao Paulo is voor-
gekomen, werkelijk schade aan den koffieaanplant is be-rokkend. Uit Centraal-Amerika wordt bericht, dat aldaar
de oogsten in verschillende landen cloo.r droogte hebben ge-
leden en dat op dien grond op kleinere opbrengsten moet
worden gerekend (men spreekt van clooreen circa
20 %
kleiner). De vraagprijzen voor nieuwen oogst November/
December-verseheping zijn tot nu ‘toe ongeveer gelijk aan
die van verleden jaar, wat in verhouding zeer hoog is te
noemen. Slechts enkele posten in zeer fijne soorten kwamen
tot afsluiting.
Volgens mededeeling van den Koffie-Raad zijn in de
vorige week vernietigd
83.000
balen Sautos en
30.000
balen
Rio. ])aar, zooals bekend is, uitsluitend de ordinairste soor-
•ten worden vernietigd, zijn de prijzen van de lage klasse-
menten in den laatsten tijd in Brazilië aangetrokken.
De prijzen van de gewone en de betere soorten Santos
zijn in den loop dezer week in Brazilië dooreen ongeveer
-/6
per cwt. gedaald, vaartegenover die van Rio onver-
anderd bleven. Na het bekend worden van de financieele maatregelen, door Engeland genomen, trokken sommige
afladers hun offertes terug, andere verhoogden die met
3f-, 4/.
of 5/. en weer andere maakten aanbiedingen in
I)ollars. Omgerekend iii Engelsch geld tegen den goudkoers
van vÔÔr
21
dezer, komen laatstbedoelde offertes thans
uit: voor gewoon goed besçhreven Superior Santos, promp-
te verseheping,
op 37f- h, 38/-
per cwt., voor dito Prime op
38/. k 391-
en voor Rio type New-York
7
met beschrijving;
prompte verscheping,
op 29/- l. 29/3.
Nederlandsch-Iudië was met de ongewassehen Sumatra
1
Robusta-soorten onveranderd 5.
Y
4
et. per
34 K.G.
lager;
gewassehen Robnsta bleef geheel onveranderd. De no-
lAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
Standaard
TIN
LOOD
KATOEN
Middling
WOL
gekamde
WOL
gekamde
Australische,
KOE- HIJIDEN
KALK-
SALPETER
cash Londen
per
Foundry No. 3
Locoprllzen locoprijzen Londen
per Locoprijzen
Londen
locoprjzen
Australische,
Merno,64’s Av.
CrossbredColo-
Gaat,open
•
Old. per
Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Eng. ton
per
Eng. ton per Eng. ton
New-York
per Ib.
loco Bradford
nial Carded,
508 Av. loco
kop
57-61 pnd.
100 KG.
netto
(unce
per Eng. ton
per 1b.
Bradford per Ib.
pence
0
!0
Sh.
0!
0
9
!o
°Io
£
01
$
cts.
0(
pence
0j
4
pence
0(
f1
0j
f1.
0!o
32
1
f
300,0
73!-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816 100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
1100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
146
89,3
8616
118,5
58.11- 93,5
290.1716
III
3
31.116
85,3
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
100,0
55.14!-
89,7 290.41-
110
:8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
1
89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
26
1
,16
81,1
661-
90,4
63.16j-
02,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
!16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15
1
6
77.8 23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25 85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1
7
13
116
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51
54,3
19.116
49,6′
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
27.2.716
84,9
22.21-
60,7
20,20
86,9 46,75 85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
1,70
97,5
25
7
1g
80,7
6616 91,1
78-16
125,7
222.111-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
1,70
97,5
26
81,0
67!-
91,8
89.81-
144,0
221.016
84,4
25.816
69,7
21.25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
25′
80.2
681-
93,2
82.1716 133,5
207.516
79,2
24.161-
68,0
20,45
88,0
43,25 78,6 27,25 92,4
33,50 96,5
11,70
97,5
2591′
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4 41,50 75,5
26,25
89,0 30,50 87,9
1,70
97,5
24
1
14
75,6
711-
97,3
74.11!-
120,1
200.51- 76,5
23141-
65,1
18,75
80,6
40,00 72,7
25,75
87,3
31,50 99,4
11,70
97,5
24
116
75,7
72(6
99,3
72.1216 117,0
209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9
32,25 92,9
9,18
765
24
5
!u
75,7
7216
99,3
73.17!-
119,0
210.11!-
80,4
23.3!- 63,6
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
29,75
85,7
9,28
77
:3
231
1
116
73,9
7216
99,3
74.19!-
120,7
205.516
78,4
23.11(-
64,7
18,90
81,3 34,25 62,3
23,75
80,5 31,25
90,1
9,39
78,3
23
1
11
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3 188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3
–
–
9,49
79,1
22
11
116
70,7
7216
99,3
70.5!-
113,2
182-16
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
27,25
78,5
9,70
80,8 22
1
14
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.18(6
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
27,75 80,0
9,90 82,6
2O’/
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131- 66,7
21.11!-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
1s
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5 21.41- 58,2
15,45
66,4 28,50 51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
18
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7 16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
/16
61,0
6716
92,5
61.3!-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50.3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13 69,5
10,21
85,1
18
1
0116
59,0
6716
92,5 53.91-
86,1
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0 28,75 52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
161116
50,0
6716
92,5
50.1(6
80,7
136.4/6 52,0
17.191-
49,3
34,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24,25
69,9
9,18
76,5
16
3
1
51,0
651
89,0
47.151-
76,9
135.5(6
51.7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
1611/
1
6
52,0 63(6
87,1
46.6!-
74,6
132.6!-
50.5 17.18/-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,0
76,4
9,39
78,3
16
1
1
1 U/S
51,5
6316
1
87,1
43.-!-
46.816
69,3
74,8
117.131-
113.161-
44,9 43,5
15,151-
15.1816
43,2 43,7
10,55 10,85
45,4
46,7
24,50 24,00
44.5
43,6
14,50 13,00
–
49,2
44,1
26,25 25,25
75,6 72,8
949
9,70
79,1
80,8
1651
51,9
51,9
6316
6
63166
87,1 87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95 42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90
82,6
13
718
43,2
6016
8(,9
45.716
73,1
116.8!-
44,4
1
1.-!6 38,5
10,30
44,3
23,25
38,6
12.00
40,7
24,63 71,0 10,11
84,3
l2′
38,9
58(6
80,
‘
45.316
72,6
117.-16
44,7
13.516
3î,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7 22,50
61,8
.
10,21
85,3
I3
7
146
41,8
5816
80,3
45.116
72.6
122.11-
46,6
13.316
35,2
10,90
46,9
25,25
45,9
13,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/
40,9
5816
f0,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
31,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14.50
49,2 22.25
64,3
10,21
85,1
12
15
/16
40,3
5816
80,3 39.6/6
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7-
10,21
85,1
l27(
40,1
58(6 80,3
36.616
58,5
106.216
40,5 11.11
‘6 31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
1913
,
55,1
10,21
85,1
13
1
14
41,2
5816
80.3
34.14!-
55.9 112.5(6
42,9
12.356
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
12’8/
39,9
58/6
60,3
32.35!’
52,8
114.19/6
43.9
11.19,6
32.9
7,20
31,0
2225
405
12.00
40.7
18,75
51,’)
7,-
58,3
13
40,5
58/6
80,3
1
31.10!-
50,7
115.-!-
43,9
10.17/6
29,9
6,70
7
28,8
23,00
10
38,2
11.50
10
39,0
18,-‘
53,9
7,-
58,3
13
40,5
58(6
8,3
1
29.101-
48,2
134.301-
43,7
10.1216
29,2
6,758
29,5
20,25
11
36,8
11,25
11
38.1
7,-
58,3
–
–
586
80,3
1
32.17,6
53,0
118.17/6
45,4
12.1216
34,7 6,40
9
27,5
20,00′
36,4
11,00′
37,3
7,…
58,3
de invoerine van ae huidige officleele noteeringswilze Uan. 1928); vanaf 16 Dec.1929
7415
K.CI. Hongaarsche; vanat 26 Mei
Wil) L.-tdUSSiSCfle.
‘9=
maijing voor
uc
invoe-
5)
Noteering Schotiand
5916.
6)581-.
7)4
Sept.
8
)11 Sept. 1)18 Sept.
10)
3Sept.
)
10Sept.
12)
17 Sept.
13)
15 Sept.
14)
19 Sept.
862
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
23 September 1931
teeringen in cle eerste hand zijn 01) het oogenblik:
Palembaiig Robusta, September-verscheping, 14 ct.; ]3en-
koelen Bobusta, September-verscheping, 15 et.; Mandheling
Robusta, September-verscheping, 16% et.; W.I.B. faq. Ro-
busta, September-verscheping,
2034
ct., alles per 34 K.G.,
ci 1, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt lie-
pen in den ioop dezer week
1%
h % ot. per 34 K.G. terug. –
De officieele loco-iioteeringen bleven onveranderd 26 et.
per
34
K.G. voor Superior Saiitos en 24 ct. voor Robusta.
De slot- noteeri ngen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) warels:
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
21 September …….. $ 4.70
$ 497
$5.22
$ 5.32
14 September …….. ., 4.80
11
5.05
,, 5.32
,, 5.43
4 September …….. … 4.94
5.20
5.42
5.55
31 Augustus ………., 4.90
5.15
5.38
,,5.49
Rotterdam, 22 September 1931.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
Data
te Rio
te San los
Wisselkoers
1
te Rio
op Londen
Voorraad
1
Prijs
Voorraad 1
Prijs
I)j
(
Balen)
1
NO.7
1
)
(In Balen)
1
21 Sept. 1931
1
307.000
1
11.800 1.198.000
1
15.10013ft
pence
14
1931
1
325.000
111.800
1.184.000
15.200131
57
pence
7
1931
1
327.000 111.800 1.208.000
1 15.000
3,
6
,
penc
21
Sept. 1930
289.000
13.625
1.079.000
21.000I57
T
pence
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
ie
San los
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
19 Sept. 1931….
79.000
838.000
285.000
2.567.000
19 Sept. 1930….
88.000 687.000
236.000
2.612.000
THEE.
De theemarkt
verkeerde in de afgeloopen week in een
vaste stemming.
De Londensche veilingen hadden bij een
kleiner aanbod een vlug verloop en er bestond goede vraag
speciaal voor gewone kwaliteiten cii theeën met veel geel. Gewone soorten liepen, met uitzondering van Ceylon-thee
van
1%
tot
34
d. duurder.
Volgens medecleelingea van cle Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Ned.-.[ndië bedroeg cle thee.uitvoer van Formosa
over de maand Juli 1931 873.000 KG. (v.j. 533.000 KG.).
Gedurende Januari/Juli werden in totaal uitgevoerd
3.262.000 iG. tegenover 2.950.000 KG. in dezelfde periode
van 1930.
Sumatra exporteercie in Augustus 1931 1.211.000 KG.
(v.j. 809.000 KC.). Sedert Januari is in totaal uitgevoerd
3.459.000 JÇG., tegenover 7.332.000 liG, gedurende Januari/
Aug. 1930. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor
de Statistiek bedroeg de thee-aanvoer in Nederland in
Augustus 1931 : 1.371.000 NO. (v.j. 1.800.000 liG.). De in-
‘oer tot verbruik bedroeg: 941.000 1KG. (v.j. 959.000 KG.),
terwijl de uitvoer 588.000 1KG. (v.j. 864.000 liG.) beliep. Gedurende Ja.uuarifAugustu werden in totaal aangevoerd
14.535.000 liG-. (v.j. 14.388). De invoer tot verbruik
bedroeg in diezelfde periode 8.650.000 LiG. (v.j. 7.535.000
1KG.), terwijl de uitvoer 4.902.000 liG. (v.j. 5.433.000 liG.)
heeft bedragen.
De Board of Trade publiceerde de volgende cijfers om-
trent aa.n- en uitvoer in Groot-Brittannië en Noord-Ier.
land gedurende de maand Augu&tus 1931. Aanvoer: 49.9
millioen lbs. (v.j. 57.8 millioen lbs.)
;
uitvoer: 6.4 nullioen
lbs. (v.j. 7.2 njillioen lbs.).
Voor de periode 1 Januari/31 Augustus aijn deze cijfers
als volgt: Aanvoer 302.5 millioen lbs. (v.j. 305.8 millioen)
uitvoer: 56.5 millioen lbs. (v.j. 59 millioen lbs.).
Amsterdam, 21 September 1931.
IJZER.
De exportmarkt voor ruw ijzer is wederom zwakker.
Lux 3 noteert thans in Schotland
34
sh. lager clan veertien
dagen geleden, nl. 5134 sh. fot. Graugemouth.
Verbrtukers van het Engelsche gieterij-ijzerproduct, Cle-
veland No. 3, vertoonen niet den miusten lust tot koopen. In
den toestand is overigens weinig verandering gekomen.
:De staalmarkt, in het bijzonder in de afdeelingen stal-
en vormijzer, is weer zwakker geworden. Stafijzer noteert
thans 62/. fob. Antwerpen.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
‘
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
RUBBER’)
SUIKER KOFFIE
THEE
Bruto-
gewichtv.d.
v.–
.
E82
VURENHOUT
basis 7′ f.o.b.
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Robusta
Afi. N.-I. theev.
COPRA
Ned.-lnd. f.m.s.
buit, handel
1111
•c”
0
–
11
‘Q
Zweden?
Sheets
suiker loco
R’dam(A’dam.
Locoprjzen
Rotterdam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
per 100 K.G.
Nederland
1925=
100
II
Finland
loco Londen
per II,. per 100 K.O. per ‘j
K.G.
tratheep.l(1KQ.
Amsterdam
In-
Uit
voer
.
voer
–
cn;
o
/
°Io
Sh.
0(
Ii.
0(0
cts.
0
(0
cts.
0
(0
f
0
10
1925
159,75
100
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5
1100,0
100 100
100,0 100,0
1926
153,50
96,1 21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2 94,25
111,5
34,-
I
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875 76,4
82,75
97,9
32,625
1
909
113
116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8
-110,75 30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,87
0
88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4 -110,25 28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5
76.3
122
132
91,6 82,6
1980
141,50
88.6
-15,875
16,5
9,60 51,2
32
52,1
60,75
71,8
2,62
63,1
124
135
75,5 69,4
lan.
1929 152,50
95,5
-19,875
27,9
13,775
73,5 53,125
86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2 84,6
Pebr.
150,00
93,9
1(-
33,7
13,37
5
71,3
54
88,0
74,25
87,9
28,62
4
70,8 75 83
94,2
85,4
Maart
147,50
92.3
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86.1
27,62
5
77.0 82
III
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
26,75
74,6
110 142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
25,87
5
72,1
135 144
91,6
81,7
j
unj
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,870
69,3
137
134
91,0 81,9
uli
145,00
90,8
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144 147
91,0
83,7
Aug.
,,
145,00
90.8
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6
27,25
76,0
151
149
91,6
83,6
Sept.
145,00
90,8
-110.125 28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
135 144
91,0 82,0
Oct.
,,
142,50
89,2 -19,625 27,0
13,30
70,9 48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.
,,
142,50
89,2
-/8,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4
78,8
Dec. 142,50
89,2
-18
22,5
12,07
5
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
21,125
75,6
123 125 87,1
78,8
lan.
1930
147,50
92.3
-17,375 20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,87
5
74,9
128 136
84,5
76,9
l”ebr.
147,50
92,3
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112 126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-/7,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-/7,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0 59,50
70,4
26,12
5
72,8
115
127
78,7
72,8 Mei 145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58 68,6
25,50
71,1 132 132
76,1
72,0
juni
,,
145.00
90,8
-16,125
17,2
9775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,875
63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-(5,625
15,8
9,276
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-(4,875
13,8
8,50
45,3 29,50
48,1
55,25 65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
415,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9
-(4
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,37
5
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105 129
69,0
61,3
P
n
1931
125,00
78,2
-(4,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
125,00
78,2
-(3,875
10.9
8,20
43,7
26,25 42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78.2
-13,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5
45
53,3
18,62
5
51,9
107 140
66,5
59,1
April
125,00
78.2
-(3,125 8,8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50.9
17,50
48,8
110 138
65,8
58,4
Mei
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25 47,6
15,37
5
42,9
114
141
65,8
56,8
luni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,575
45,7
25,75 42,0
39.5′)
46,7
14,125
39,4
127
133.
64,5 56,8
)uli
110,00
68,9
-13
8.4
8,775
46,8
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138 153
62,6
55,8
Aug.
–
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50 41,5
38,50
45.6
14,125
39,4
122
142
60,6
55,6
7
Sept.
100,00
62,6
-12,3125
6,5
7,62
5
40,7
24
39,1
36,75
2
43,5
13,375
37,3
14
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,50
40,0
24
39,1
13,50
37.6
ai 100,00
62,6
-12,625
7,4
7,50
40,0
24
39,1
13,50
37,6
i) Jaar- en maandgem. afger. op ‘/a pence.
2)
10September.