Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 635

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 29 1928

29 lEBRUAR1 1928

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch.
3
Stati*stische

Berichtén

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJ VERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13E JAARGANG

WOENSDAG 29

INHOUD.

BIz.

EENICE STATISTISCHE GEGEVENS OVER HEI’ HAVENVER- –
KEER VAN ROTTERDAM IN 1927
door
Mr. Dr. K. F.
o
…………………………………..

186
Het jong$te Jaarverslag van de Banque de France door
Mr. M. L. van Guucloever …………………….190
De Statistiek van de bedrijfsuitkomsten in den Land-
bouw door
J. ff.
Hageina’n ……………………191
Over de Balans van het Oudet domsïonds door
K. Liadner
met Naschrift door
E. T. ii oven ………………192
BUITENLANDSOFIE MEDEWERKING:
Het Rapport van de ,,Liberal Industrial Inquiry
Committee”. II. De hervorming van het Engelsche
Bankwezen door
F. W. Forge …………….
195
BOEKAANKONDIGINO:
J. H. Leppink: De Gemeentefluanciën, bespr. door
Prof. Mr. D. van Blom ……………………196
HAANDOIJFERS:
Rijkspostspaarbank ……………………….
197
Giro-omzet hij De Nederlandsche Bank …………
(97
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………..
197
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zoutmijnen
197
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ……………..
198-204
Geld koersen.

Bankstaten. –

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISChE GESChRIFTEN:
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTJSCJIE BERiCHTEN.
COMMISSIE
VAN
ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. von liasselt; Jhr. Mr. L.
H.
von
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. E. Aloresco;
Mr. Dr. L. F. 17. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. E. R. Ribbius; Jan Schilthui8; Air.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. 0. Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franeo p. p. in Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekendo stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh f van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chèque- en giro-
rekening No. 6729.

28
FEBRUARI
1928.

In den toestand van de geldmarkt kwam deze week

geen verandering van beteekeni’s. Particulier disconto

noteerde meestal omstreeks
313116
pOt.; de prolongatie-

rente schommelde tuaschen 3% en 3% pOt. en de eau-

rente tussehen 2% en 3 pOt.

* *
*
EEBRUARI 1928

No. 635

De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft

weinig veranderingen van beteekenis ‘te zien. De post

Girl
nenla:ndsche wissels vermindei-de met
f
5,3 mi!-

lioe.ri. De beieeningen ‘biijke ‘met
f
5,1 millioen te

zijn toégenomen.

De goudvoorraaci der Bank ‘bleef vrijve1
01)
clezelf-

e hoogte. Het zilver daalde met
f
lo&.000,.—. 😀

iost papier op het buitenland vertoont een teruggang

van
f
9,1 ‘millioen, terwijl cle diverse rekeningen op de

ctiefzij.do der balans een vermeerdering van
f
2 mii-

.lioen te aanschouwen geven.

De biljettencirculatie klom met
f
8 millioen. Het

‘tegoed van het Rijk liep met
f
6 millioen terug. De

rekening-courant-saldi van anderen geven., een daling

‘van
f
9,4 millioen te zien. Het beschikbaa:i- metaalsaldo

ieclraagt.
.1
1,4 millioen meer dan verleden week. Het

‘clekkingspercentage is 56.

‘t

* *
*

• Ook in cle wisselkoersen kwam deze week niet

eel verandering. in het midden der week was er

“en kleine inzinking; vooral voor Ponden; maar later
*as de markt weer vaster, zoodat cle meeste koersen

per saldo geen verandering oridergingen. Alleen

Spanje was opnieuw

flauwer. Aanvankelijk trad er

een kleine stijging in en werd het ‘verlies van de vorige

week voor een groot gedeelte ingehaald, ‘daarna, trad

opnieuw een daling in, aoorlat gisteren voor 41,92%

werd afgedaan. –

LGNDN,
27
FdSBRUAJU
1928.

Gesteund door de aanwezigheid. van Fransch ‘geld,

‘vas de ‘geidmarkt in het begin van ‘de vorige week

ver ht algemeen zeer ruim. ‘Cailgelden werden’ ver-

.nieuwd’ ‘tegen 3%’ pOt. In het midden van de afge-

open week ‘trokken de geldpnijnen echter iets’ aan

door het opzeggen van gelden. door een van de banken.

De disconto-rente bleef onveranderd. Het disconto


Yoor driernaan’dsch bankaccepten was 4 tot 4
3
116 pOt.

De weekbalans van de Bank of England ‘toonde ‘ook

een beter ‘beeld, daar de Reserve ‘door een daling van
£ 18.800,— in den rnetaalvoorraa’d en vn £ 214.000,-

van de biljettencircujatie met £ 135.200,— steeg

186

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

EENIGE STATISTISCHE GEGEVENS OVER

HET HAVENVERKEER VAN

ROTTERDAM IN 1927.

De onlangs door het Centraal Bureau voor de St
tistiek gepubliceerde statistiek van het havenverkeer
doet ons zien, .dat het jaar 1927 voor de haven ‘va’n

Rotterdam, wat de totaalcijfers betreft, een gunstig

jaar is geweest, want het havenverkeer dezer gemeen
te, dat in 1926 dank zij den sterk vermeerderden uit-

voer van steenkool de cijfers van 1925 ruim overschre-

den. had, is op zijn beurt overtroffen geworden. ‘De be-doelde totaaleijfers vertoonen voor de jaren 1925, 1926
en 1927 het volgende ‘verloop: .

1925
1

1926
1

1927. r

Geloste ingevoerde waren ..
5.338.177 5.200.564
1.
6.172.46
Geloste doorgevoerde waren
11.706.533
10.208.909
1 7.623.958

15.409.53
23.796.421 Totaal geloste wren.
.
..117.044.710

Geladen uitgevoerde waren
1
)
2.945.094
4.543.353
3.599.97
Geladen doorgevoerde war.
1
)
8912.155
17.391.375
13.171.550

Totaal geladen goederen.
11.857.249
21.934.728
16.77 1.5

Geladen bunkerkolen in
11
Ned. schepen …………
583.025 576.100
774.056
Geladen bunkerolie in
16.505

..

30.632
32.21
Ned. schepen…………..

Totaal havenverkeer….
29.501.489
37.950.993 41.344.219

1)
Hieronder is de in vreemde schepan geladen bunke.
kool en bunkerolie begrepen.

Verschaffen deze cijfers in zekeren zin een ‘beeld van

de havenbeweging, een betrouwbare ‘maatstaf van de
normale ontwikkeling daarvan en van de bedrijvigheid
in de haven gevén zij niet, omdat daarvoor de invloed
der kolenstaking uit die cijfer’s eigenlijk ‘geëlimineerd

zou dienen te worden. Te dien ein.de
drukken wij nog-

maals de aan- en uitvoercijfers af, nadat het kolen-
vervoer daaruit is gelicht.. De cijfers vertoonen clan
het volgende aspect:

1925
1

1926
1

1927
Geloste ingevoerde waren ..
Ileloste doorgevoerde waren

Totaal geloste waren. …

4.764.858
11.448.485
4.957.343
10.103.812
5.266.908
17.293.520

16.2 13.343
15.060.955
22.560.428

Geladen uitgevoerde waren.
Geladen doorgevoerde waren

Totaal geladen waren…

1.836.298
2.011.268
2.048.480 2.348.948
1.925.55
2.356.254

3.847.566
.4.397.428
4.281.806

Totaal havenverkeer. .7120.060.909119.458.383126.842.234

Een beschouwing dzer
cijfers
leert ons, dat, wan-
neer het havenverkeer een toeneming vertoont, deze
geheel voor rekening van den vergrooten invoer komt,
terwijl de uitvoer zelfs een weinig is afgenomen ten
gevolge van het terugloopen der uit het eigen land
afkomstige goederen.
Een ontleding van de totaalcijfers in die van stük-
goed en massagoed doet verder uitkomen, dat de
oogenschijnljk gunstige uitkomst van het jaar 1927
voor Rotterdam grootendeels te danken is aan de bui-
tengewone en door bijzondere omstandigheden veroor-
zaakte ontwikkeling van het massagoedverkeer, waaï.
onder in dit verband slechts begrepen wordt de .verr
scheping van steenkool, graan, erts, hout en minerale
oliën. Het zij ons vergund, hiervan nog de volgende
cijfers te vermelden:

1913
1

1925
1

1926
1

1927

Aanvoer van massagoed….
Uitvoer van, massagoed…….
Totaalverscheept massagoed

16.710.061
4.076.697
13.445.387
8.926.745
11.909.184
18 .458.0031
19.745.533 13.537.060
20.786.758
22.372.132
30.367.181
33.282.593

Aanvoer van stukgoed ……
Uitvoer van stukgoed …….
Totaal verscheept stukgoed.

..5.350.965
3.281.759
3.599.323 3.530.034 3.500.194
4.046.537
4.050.888 4.040.738
..8.632.724
7.129.357 7.546.731
8.091.626

Terwijl derhalve het massagoed sinds 1926 een voor-
uitgan.g van 10 pCt. aanwijst, en daarmede het voor-

oorlogsche quantum met meer dan 50 pOt.. overschre-

den heeft, vertoont intusschen ook het stukgoed – een
zeer heuglijk verschijnsel te midden van de vele ‘fac-toren, ‘die ons havenverkèer, speciaal betreffende het

stukgoed, bedreigen – een bescheiden vooruit,gang,

al is ‘clan nog steeds het peil van vS6r veertien jaar niet bereikt. Bij de beschouwing dezer cijfers dient
wel iswaai in het oog te worden gehouden, dat onder
dit goed nog verschillende artikelen begrepen rijn,

welice eigenlijk het st.ukgoedkarakter missen, waarbij
w’ij
.
..denken aan b.v. natuursteen, kalk, tras, cement

en krijt, piantaardige olie in bulk, en meestal ook sal-
peter of andere meststoffen, maar zulks behoeft de

vergelijking .tusschen het stukgoedv.erkeer in de ver-
schillende jaren uiteraard niet orrzuiver te maken;

bovendien zou ‘het tamelijk omslachtige en vrij wille-
keurige berekeningen vereischen om het stukgoedver-

keer, in dien zin eDgar omgrensd, in onderling verge-
lijkbare cijfers uit te drukken.
Al neemt dan,
gelijk,
gezegd, het over onze haven
vervoerde quantum stukgoederen langzaam toe, uit de

volgende opgave omtrent de (in procenten uitgeciruk-

te) verhouding .tusscheu rnassâ.goed en stukgoed blijkt,
dat de verhouding van ‘dat laatste zoo zeer begeerde

goed in proportie tot de totale goederenbeweging

sinds 1913 onafgebroken dalende is. Die verhouding
was iii de jaren 1913, 1925, 1926 en 1927 ‘als volgt:

1913

1925
1
1926
1
1927

Massagoed …………
..
70,8
0f

75,8
0
/0
80,
0
/0
80,4
o/
Stukgoed ………….
..
29,2
0/.
24,2
0
/0
20,
0/

19,6
o/

Totaal …………..
.
100,—
0
/0
100,—
0
/0
100,— o/
100,— s/

Waarbij’ verder uit een nadere splitsing der cijfers
blijkt, dat de invoer van voor het binnenland bestemd
en de uitvoer van uit het eigen land afkomstig stuk-
goed sinds 1926 eenigszins afnam, hetgeen echter ge-

compenseerd wordt door een grooteren ‘doorvoer, zoo-
wel landwaar.s -als zeewaarts van stukgoed.
liet ‘behoeft geen betoog, dat een overzicht van het
Rotterdamsche ‘havenverkeer weinig waarde zou heb-

ben, indien daarbij buiten beschouwing gelaten zou-
den worden de andere havens, welke grootendeels het-
zelfde achterland als Rotterdam bedienen. Helaas
ontbreken echter alle betrouwbare gegevens over Ant-

werpens goederenbeweging. Zelf’s de cijfers over het
jaar 1925 zijn nog niet bekend, zooals ook de president
der ,,Fédération Maritime d’Anvers” in zijn toe-

spraak van 20 December I.I. nog spijtig opmerkte.

Wanneer binnenkort ‘de Rij’nvaartcijfers over 1927 uit-
komen, zal het wellicht
mogelijk
zijn, daaruit eenige
coneluiies ten aanzien van •de verhouding tusschen
Rotterdam en Antwerpen te trekken. Voorloopig kun-
nen wij ‘dus slechts Amsterdam, Hamburg, Bremen en
Em’den in onze ‘beschouwingen betrekken, hetgeen
trouwens met het oog op den invloed der uitzonde-
ringstarieven op de Duitsche spoorwegen geenszins
van belang ontbloot is. Uit zulk een vergelijking (het
kolenvervoer is buiten beschouwing gelaten) blijkt, nu,
dat in de verschillende havens de volgende stijging
van het goederenvervoer van 1926 op 1.927 heeft plaats
gehad.

1

Rotter-
1
Amster-‘
1
1
dam dam
F1amburg
Bremen
1
Emden

Invoer

…….
1

50

oi,l

22

0/
0
1
53

o,ol
55

o,ol
29

0
/0
Uitvoer

……
1-

2,6 s,
0
1
12,1

o/,1

6,7
0
/01
5,7 s,’
0
1
44,6
0
/0
Totaal
………
38

01

18

o,ol

32

o/o
43

0
/ol
31

0/

Terwijl Rotterdam aldus weliswaar wat den uit-
voer betreft, een teruggang ‘aanwijst waarop reeds
hierboven de aandacht is gevestigd, maakt de vermeer-
dering in het totaal zijner goederenbeweging tegen-
over die der andere havens (Aittwerpen steeds uitge-
zonderd) ‘geen slechten indruk. Helaas wordt echter
het beeld geheel anders, wanneer ook de andere mas-
sagoederen, met name erts en graan, uit de cijfers
geëlimineerd worden. Het volgende staatje toont zulks

aan:

Ir
29 Februari 1928

ECONOMISCWSTATISTIScHE BERICHTEN

187

Stijging, van het stukgoedverkeer van
1926 op 1927

1
Rotter-

1
dam
Amster-
1
dam
Hamburg
Bremen
Emden

Invoer

…….
1

10,6
0/
0
1
18

0/
1
43,5
0
/0!
47,1
O/j
45,7
0/,

Uitvoer

……
1-

2,3
0/01
12

0
10
9,5

il
4,3
°iol-
26,9
0
/0
Totaal ……..
1

,7
01

35

oi
1

25,5
oi,!

29

o/-.

1,8
o/
o

Laten wij’ Emden buiten beschouwing, waar het stukgoedvorkeer onbeduiden’d is (hoogstens pl.m.
120.000 ton), dan blijkt derhalve niet alleen de stuk-

goeduitvoer over Rotterdam achteruitgegaan, maar de

aanwas van het geheele stukgoedverkeer te dezer stede

zeer gering in verhouding tot ‘die van Amsterdam en

de Duitsche Noordzeehavenis, m.a.w. Rotterdam is re-
latief achteruitgegaan, wat het niet-massagoed be-

treft.
Wat nog de verhouding tot Antwerpen aangaat, al
zijn geen betrouwbare cijfers omtrent de goederenbe-

weging bekend, een enkele aanwijzing is wel te vinden

in de tonnage der ingekomen schepen, welke zich als
volgt in het afgeloopen jaar vorhield.

Schepen

netto reg. ton

Rotterdam

13.155

21.242.751

Antwerpen

11.418

19.080.151

Rotterdam zag derhalve in 1927 zijn niet onaan-
zienljken, door de abnormaal groote kolenverladingen

van 1926 verworven voorsprong op Antwerpen bijna ge-
heel behouden. Vermoedelijk is bovendien de goederen-
beweging onzer haven nog gunstiger clan die van de
Scheidestad, want, voorzoover dit berekend kon wor-
den, bleek ons de scheepsruimte te Rotterdam, waar-
schijnlijk dank zij het grootere percentage massagoe-

•deren beter benut dan te Antwerpen
1).
Schatten wij
de huidige verhouding van scheepstonnage en ver-
‘voerd aantal tonnen te Antwerpen op 1 : 1.60, dan
zou het goederenvervoer van Antwerpen in 1927 heb-
ben bedragen pl.m. 32.000.000 ton, ‘dus aanmerkelijk

1
minder dan ‘dat van Rotterdam, waaronder echter naar
verhouding zeer veel meer massagoed begrepen li.
Alvorens wij: onze aandacht bepalen
bij
enkele cate-
gorieën van goederen in het bijzonder, willen wij nog
traehten na te igaan, ‘hoe de ontwikkeling van het
havenverkeer van Rotterdam zich aan het uinde van
het jaar liet aanzien. Wij hebben daartoe de volgende
staten opgesteld aangaande de verdeeling ‘der goede-
renbewegin g (kolen’vervoer wederom uitgezonderd) en
der ingekomen tonnage over de vier kwartalen van
1927, uitgedrukt in percentages van de jaarqua.n’ta.

Loop der goederenbeweging in de kwartalen van
1927.

Iekw.

Ilekw. 111kw. IVkw.

1927 Rotterdam

23,- o/

24
3
1
ol
o

27,-
0
/0

25,9
0
/0

100
0
/0
Hamburg

21,9
0
/0

26,1
0
/0

24,4 o/

27,6 o/
o

100 lo
Bremen

22,- 0/

23,4 o/

23,4 o/

31,2 ‘
0
/0

100 01

Loop der scheepvaartbeweging in de kwartalen van 1927.
Rotterdam

24,9
0
10

24,8
0
/0

25
9
8 0/,,

25,5
0
/0

100
0
/0
1 Hamburg

22,8
0
/0

25,2 o/

24,9
°/o

27,1 0/

100
0
10
Antwerpen

24,3 o/

24,9 o/

25,5
0
/0

25,3
0
/o

100 o/
o

Deze opgave doet ons zien, dat ‘de Duitsche havens
nog steeds vooruitgaande zijn, terwijl Rotterdam, en
in mindere mate ook Antwerpen, in het laatste kwar-
taal de bedrijvigheid in hunne havens eenigszins zagen
afnemen. Voorzoover bekend, heeft zich dit versch.jjn-
zei ten aanzien van Rotterdam – niet ten opzichte van
Antwerpen – ook in. J’anuari 1928 voortgezet, hetgeen cle toekomst onzer haven niet zeer rooskleurig maakt.

Wanneer wij nu eenige categorieën, van goederen
nader onder de loupe nemen, willen wij beginnen met
het graaiavervoer, waarvan de stijging in het afgeloo

1) De verhouding tussChen het aantal ingekomen netto
registertonnen en het quantum vervoerde tonnen van 1000
KG. was te Rotterdam en te Antwerpen als volgt:
Rotterdam

Antwerpen
Jaar
,

n. t. t.

1000 K.G.

n. r. t.

1000 KO.

1913

1
2.024.796:18.871.934= 1: 2,25

13.047.465: 29.419.482 = 1: 1,57
1924

16.410.020:21.355.850= 1: 1,69

15.214.327: 25.449.842 = 1: 1,30
1927

21.242.757 : 41.344.219 = 1 : 1,94

19.980.151 :

= 1:
pen- jaar vooral opvallend was. Weliswaar geldt ook
‘t dozen aanzien, wat wij in het algemeen reeds op-

merkten, nl. dat, wanneer Rotterdams aanvoer steeg,
die van do andere havens in nog sterkere mate toe-
nam, zoodat Rotterdam niet in bevredigende mate de

vbordeelen heeft genoten ‘der
bijzonder
gunstige con-

jinctuur van ‘deze groep artikelen.

De cijfers waren als volgt:

Aanvoer van granen en peulvrucbten.

Rotter-
Amster-
Ant-

dam dam
Hamburg
Bremen
werpen

Emden

1926
3.572 519
156.602
2033.673
805.992 3.544.044
1
)
143.360
‘1927
4.739.210
303.520 3.977 814
1.268.243
?

)
243.964
Stijging
32,6
0
!,,
93,7
010
95,6
°Io

57,3
010
?
70,2
010

Het dit jaar zoo o’vei-vloedig over Rotterdam aan-
gevoerde ‘graan was uiteraard voor het grootste ge-deelte voor Duitschland’ bestemd. Daarentegen be-
droeg de ‘doorvoer naar Elzas-Lotharingen en naar

Zwitserland nog slechts een luttel quantum, iil. 5.244,
resp. 53.222 ton. Wat Rotterdam op dit punt verloren
heeft, wordt wel aanget’oond door de omstandigheid,

dat Stra’atsburg volgens de Fransche statistiek dit
jtar via An.twerpen’ 518.000 ton, volgens de statistiek
van het Comité nu remorquage’ gratuite 710.392 ton
graan unporteerde. Dat verder cle aanvoer van graan

0
oor Zuid-Duitschland door de Duitsche spoorweg-
tarieven bijkans onmogelijk wordt gemaakt, hopen
ij spoedig in dit tijdschrift met cijfers aan te toonen.
Nog worde ‘vermeld, dat, de import van Russisch
graan over Rotterdam dit jaar weer zeer gering was,
maar to Hamburg nog minder bedroeg. De cijfers
dienaangaande waren als ‘volgt (peulvruchteii niet in-
lsegrepen):

1

1913 –

1926

1927

over Rotterdam
………± 2.000.000

306.670

295.408
over Hamburg
………1.207.597

311.599

116.008

– Ook de ertraanvoer over Rbtterdm was dit jaar
ze9r gunstig, hetgeen, naar verluidt, goeddeels moet
worden toegeschreven aan cle groote importen’ ‘der
Duitsche industrie ten einde wederom voorraden aan
te leggen, welke in de laatste jaren, toen men over te
weinigkapitaal beschikte om dit aldus te immobili-
seeren, had ontbeerd. In zooverre, kan dus ook deze
gunstige factor in Rotterdams goederenbeweging een
tijdelijke blijken te zijn. De aanvoer van ijzer- ccc man-
gaanerts bedroeg dit jaar niet minder dan 10.410.406
ton tegenover 5.412.219 ton in 1926. De aanvoer van
on’dere ertsen steeg ook eenigszins nl. van 119.975 ton
tot 990.176 ton. Het ijzererts kwam voor 51 pCt. uit Zweden, voor 19 pCt. uit Spanje en voor 10 pCt. uit
Algiers-Tunis.
Gememoreerd worde, dat de ertsaanvoer over Ham-
burg (geen ijzererts) een weinig achteruit’liep, even-
als die over Bremeu, maar
,
dat die over Emdlen, welke,
evenals de aanvoer over onze haven voor het Roer-‘
gebied bestemd is, van 1.884.729 ton tot 2.465.220
ton steeg.
Reed’s is terloops gesproken over ‘het
steerckoolver-
voer, waarin sinds 1026 natuurlijk grondiige wijzi-gingen hebben plaats gevonden. De invoer van En-
gelsche Icolen in ons land is wederom zeec- sterk toe-
genomen, waarvan de invoer van Duitsche kolen
uiteraard den terugslag heeft ondervonden. Het vol-
gende staatje toont’ zulks aan:

1925

1926

1927
invoer uit Engeland

1.351.227

536.960

1.906.901

,,

,, Duitschiand
7.368.423

‘10.033.915

7.277.627

terwijl de productie van Nederland aldus was:

6.848.567

8.850.000 ± 9.040.000

Het gevolg van een en ander is, ‘dat over Rotterdam

In dit, cijfer zijn ook de zaden ‘begrepen, zoodat dit
quantum vergeleken moet worden met den aanvoer van
granen en zaden te Rotterdam, welke
in 1926
bedroeg
3.831;138.
ton.
De aanvoer van granen te Antwerpen tsclroeg in het
le semester van
1927
pl.m.
1.900.000 ton.

188

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

wederom 1.117.519 ton En’gelsche kolen werden in

gevoerd, waarvan 325.691 ton voor doorvoer langs

den Rijn, voornamelijk voor Duitschiand, maar ook voor Frankrijk en Zwitserland, bestemd was. Onder
den aanvoer compareert nog 54.255 ton Amerikaan-

sche kolen als gevolg van de kolenschaarste van 1926.

De uitvoer over zee van Nederlan.dsche kolen i

uiteraard sinds het vorigb jaar .terug.geioopen, maar

bedraagt toch nog steeds 1.674.421 ton kolen, terwijl
‘bovendien 256.252 ton Nederlandsche kolen uit Lim-

burg via Rotterdam den Rijn opgingen. De uitvoer

ter zee van langs den Rijn aangevoerde Duitsche kolei
bedroeg dit jaar 10.815.296, waarvan Italië enFranl-
rijk (voornamelijk op de heiistelrekening) 3.634.287
ton en 3.133.291 ton ontvingen:

Het totale kolenvervoer over onze haven, bunker-
kolen inbegrepen, daalde van 18.461.980 ton tot

14.469.766 ton. Gebunkerd werd er dit jaar 2.25.296
ton kolen tegen 2.574.771 in 1926 en 1.633.669 toi
in 1925.
t
i

Zeer gunstig heeft zich dit jaar ontwikkeld hgt
houtvervoer.
Van 842.763 ton
1)
steeg de invoer ‘tt
1.292.197 ton, waarbijt er op gewezen wordt, dat een

naar verhouding even groote vermeerdering in d

houtaanvoer ‘te Hamburg en te Fremen werd hereik
terwijl ook de aanvoer over Amsterdam (doch deze

is voor het binnenland bestemd) een wolnig toe-

nam. Met dat al is de houtaânvoer over Rotterdaiii

in den omvang, welke deze in 1910 en 1913 bad, no
in geenen deele geëvenaard.

Ook de aanvoer an
nsinora2e oliën
vertoont weder
de
gebruikelijke
toeneming, en ditmaal ioowel va
den in- als van den doorvoer. Voornamelijk speelt

hierbij, een rol de groep ,,ruwe aardoliën en n.a.g. de
1

rivaten daarvan”, welke uit de Vereenig.de ‘Staten en
vooral uit Mexico worden aangevoerd. In dit vei.
band kunnen met voldoening de plannen tot aanle’

eenêr nieuwe petrole’umhaven worden begroet.
In aansluiting aan deze algemeen als massagoed be
schouwde artikelen, kan melding gemaakt worden va
eenige groepen, welke min of meer .datzelfdè karakter

dragen.

De uitvoer ‘der post.
,,lcallc, tras, cement en krijt’
1

nam nanmerkeljk toe, dank
zij’
den vergrooten uitvoer
van het via den Rijn aangevoerde Duitsche cement.

Hierbij speelt de kwestie der ‘zçheepsvrachten waar
schijnlijk een rol. q

De aanvoer van
natuursteen,
(uit Zweden), welke
gedurende het, eerste semester sterk was teruggeloe-
pen, bleef ten slotte niet onder ‘dien van 1926.
11
Vaak is ook als massagoed te beschouwen het arti:
kel plantaardige oliën,
.dat meer en meer in tanks
wordt aangevoerd. Zoowel de aan- al’s de uitvoer
welke beide pl.m. 100.000 ton bedragen – stegen een
weinig. Onder den voor driekwart voor het binnen-
land bestemden aanvoer ireft men o.m. ka’toenzaad-
olie, grorudnotenolie, palmo’lie en vooral so.yaolie aan

(de invoer daarvan in Nederland steeg van 49.764 tot
75.473 ton), terwijl onder den uitvoer wederom ‘grond-
notenolie en soyaolie, maar vooral lijnolie, cocosolie
en geharde plantaardige oliën compareeren.
.
11

Aan deze groep van artikelen aanknoopend, willen
wij’ ook het vervoer noemen van
salpeter en andei:e
n’eststoffen.
De overzeesche aanvoer daalde nog
steeds, doordat de toch reeds sterk gereduceerde aa voer van Chilisaipeter bijna geheel uitbleef. Wer.d in
1913 voor binnenlandsch gebruik 203.584 ton van dt

artikel gelmporteerd, waarvan 153.117 ton over Rot-
terdam, in 1927 waren deza
cijfers
88.269, respectie-
velijk 36.951 ton. Eenige opleving van deren import
wordt intusschen wel verwacht, nu in ‘Chili de uit-
voer is vrijgegeven en •de prijzen zijn gedaald. I 1-Iambu.rg had reeds zulk een opleving plaats; de

1)
Hierbij moet opgeteld worden ‘het hout, dat tijdens de
groote drukte van
1926
niet in de Waalliaven kon gelost
worden en te Schieda.m werd overgeslagen. Deze hoeveel-
.heid is te schatten.op
150.000
ton.

import steeg er in het laatste jaar van 108.754 ton
tot 163.959 ton.

De uitvoer van rneststoffen nam over Rotterdam
buitengewoon sterk toe, ‘het quan’tum steeg niet min-

der dan van 163.515 tot 293.334 ton, hetgech ‘geheel

te danken is aan ‘dan grooten aanvoer van Duitsche

meststoffen langs den Rijn. De statistiek laat de ver-
onderstelling toe, .dat het hier grooten.’deels thomas-

phosphaat, voor een ‘deel, dok zwavelzure ammoniak,
betrdf.

Uit de stukgoeda.rtikelën zullen wij met het oog op

de plaatsruimte slechts’ enkele grepen kunnen doen.
De zeer belangrijke aanvoer van
zaden
(voorname-
lijk Argen.tij’nsch lij’nzaad) steeg doordat Duitschiand

weer meer via onze haven betrok (123.610 ton).
Hetzelf cle kan opgemerkt wonden voor ‘den aanvoer
van
soyaboonen
uit ‘Siberië en J’apan. De invoer voor
het eigen land is evenwel tot een onbecluicierid quan-
tum teruggeloopen.

Evenzeer daalde – zij het ook, dat het hier veel

grootere hoeveelheden betreft – ‘de invoer van
grond-
noten
voor ‘de hinneulandsche industrie, welke blijk-
baar tegenwoordig meer voordeel ziet in den aanvoer
van ruwe olie.

De betrekicelijk geringe aanvoer van
palmpitten
steeg ten gevolge van me’e:rrlere afneming in Duitsch-
land.

Onze haven zag voorts evenals Amsterdam den om-

rang harer copra.aanvoer weder terugloiop’en tot onder dien van 1.925 en 1926, daar Neclerlan’dsch-Indië min-

der naar ons land exporteerde dan in de afgeloopen
jaren het geval was.
Steeg de aanvoer van
peulvruchten
over Rotterdam
tot het voor cle laatste jaren niet ongunstige, maar in
verhouding tot ‘den aanvoer in 1910-1913 nog zeer
lage cijfer van 65.470 ton, de import van
rijst
was
dit jaar buitengewoon ongunstig. Doordat in Italië

en de Vereenigde Staten de rjstmolens ‘goedkooper schijnen te kunnen werken dan hier te lande, daalde
de import van on’gepeide rijst van 215.274 ton tot
1.30.009 ton, terwijl de invoer van gepelde en ebro-

ken rijst daarentegen steeg van 16.711 ton tot 88.323
t&n. Door dezelfde oorzaak daalde ‘de uitvoer van ge-
pelde en gebroken rijst uit ons land van 111.745 ton
tot 85.456 ton. Dat Rotterdam daarvan den teru’gslag

ondervond, is duidelijk; ‘de aanvoer van ongepelde
rijst daalde met 60.000 ton, maar de verschuivingen
in den in- en uitvoer van gepelde rijst compenseerden
elkaar, hoewel Italië vooral per wagon importeerde.
Een ander belangrijk artikel, ‘dat tot het zakgoed
behoort, is
meel
en
bloem.
De eertijds zoo groote aan-
voeren voor Duitschland zijn ten gevolge van de hoo-
ge invoerrechten geheel vervallen, maar wel werd dit
jaar voor binnenlandsche rekening het groote quan-
tum van 143.534 ton over Rotterdam aangevoerd
tegenover 110.569 ton in 1926.
Grootendeels hetzelfde verloop vertoont ‘de aanvoer
van
zamelen en andere afval van granen en zaden.
De
uitvoer daarvan daalde echter in geen geringe mate.
Zoowel de aan.- ‘als de uitvoer van meelfabrikaten
(stijfsel, aardappel- en ‘tapiocameel, ena.) ontwikkelde
zich gunstig.
Een zeer belangrijk transport is steeds dat, van
veevoeder,
waaronder de lj;nkoeken een overheer-
sehen’de plaats innemen. Wat te dezen aanzien in-
tusschen door vermeerderden aanvoer vo’or doorvoer
gewonnen werd, ging verloren door een geningeren
aanvoer voor binnenlandsch gebruik. Minder heuglijk
is, dat 14.188 ton langs ‘den M’oerclijk per lichter naar
Rotterdam werd aangevoerd, maar daar staat tegen-
over, dat een even groot quantum via onze stad naar
België werd geëxporteerd. In het afgeloopen jaar
schij’nt cle aanvoer van ij.n’koeken sterk het nadeel
te hebben ondervonden van de lage ‘prijzen van maïs,
waarvan de import inderdaad zeer groot was.
Ongunstig was dit jaar cle aanvoer van
ruwe riet
suiker
voor de binrier.landsche industrie, en in verband
daarmede de uinvoer van geaffineerde en
geraffineer

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

189

de suiker.
De vermindering in aan- en uitvoer kostte

Rotterdam dientengevolge een transport van pl.m.
215.000 ton. Niet. alleen de algemeene ongunstige con-
junctuur is van een en ander de oorzaak, hetgeen

reeds hieruit blijkt, dat de (weliswaar niet zoo om-
vangrijke) aanvoer over Amsterdam stijgende was.

Voorts liep de toch reeds sinds eenige jaren inge-

krompen aanvoer van
koffie
verder terug tot 44.472

ton, een quantum, dat de helft van den aanvoer ‘ 1913 representeert. Het schijnt, dat de faciliteiten
van Hamburg en (le :Duitsche spoorwegen ‘te dezen

aanzien afdoende werken, want Hambur.gs aanvoer
steeg tot 128.954 ton. Intusschen wist toch Amster-
dam, welks koffiehandel de Rotterdamsche meer en

meer
schijnt
‘te overvleugelen, zijn aanvoer te ver-

grooten.
De aanvoer van
cacaoboo’nen
nam een weinig toe,
hetgeen niet gezegd kan worden van den uitvoer van

cacao.
– Dit jaar was de aanvoer van
katoen
over Rotter-

dam, op zichzelf gezien, niet ongunstig, maar een ver-
gelijking met de andere havens wijst uit, dat Ham-
burg te deren aanzien 125 pOt. vooruitging en Bre-
men 66 pOt., maar Rotterdam ,,slechts” 20 pOt.
1)

De aanvoer van
wal
over Rot,terdam bleef dit jaar

onbelangrijk, al valt hier een kleine vooruitgang te
constateeren in tegenstelling met Amsterdam, waar

de nog geringere import daalde. Hoe zeer Hamburg
woderom de wolhaven bij uitnemendheid is geworden,
wordt aangetoond door het feit, dat de aanvoer aldaar tot 125.169 ton steeg, waarmede het hooge
cijfer
van

1.913 overtroffen en het tienvoudige van den Rotter-

damschen aanvoer bereikt verd. Hetzelfde wat wij over den katoenaanvoer opmerk-
ten, geld.t ongeveer ten aanzien van den
h.v,.idenim-
port. Deze zou niet ongunstig genoemd kunnen wor-
den, ware het niet, dat Hamburg dit jaar zoowel
relatief als absoluut zijn huidenaanvoer zooveel ster-
ker zag ontwikkelen. De invoer vnu huiden in ons
land over de Belgische grens blijft belangrijk.
Gunstig liet zich dit jaar de aanvoer van
looistof
fen
aanzien, doordat Duitschland – evenals over
Hamburg – over onze haven grootere ‘hoeveelheden
importeerde.
Was in het le semester van 1921 de aanvoer van
tabak
vrij gunstig, over het geheele jaar is geen voor-uitgang bereikt. De alhier aangevoerde en voor door-
voer bestemde tabak ging bijna geheel naar Duitsch-land, welk land dit jaar groote ‘hoeveelheden impor-
teerde, hetgeen den aanvoer over Bremen niet weinig
ten goed kwam. Hamburgs aanvoer daalde echter.
Ook ten aanzien van ‘dit artikel ondervindt Rot-
terdam concurrentie van den aanvoer over de Belgi-
sche grens.
De invoer van
zuidvruchten.
welke in het eerste
semester achterbleef, heeft zich later hersteld, zoodat
het totaalcijfer niet daalde. Dat Rotterdam hiermede
niet tevreden kan zijn, blijkt wederom uit den zeer
sterken vooruitgang, welke Bremen (voor bananen)
en Hamburg (voor sinaasappelen) te zien geven. Hot
is bekend, dat de Duitsche spoorwegtarieven op dit
gebied ons zeer veel nadeel berokkenen. Er wordie
op gewezen, dat de statistiek nog geen directen aan-
voer van Zuid-Afrikaanach fruit aantoont.
Den ‘geheelonthouder zal het voorts niet aangenaam
zijn, te vernemen, dat de aanvoer van
gedistilleerd
toe- en ‘die van
m,ineraalwater
afnam. De aanvoer van
bier
en wijn
bleef gelijk, evenals de belangrijke uit-
voer van gedistilleerd en
spiritus,
terwijl de uitvoer
van bier vermeerderde.
De aanvoer van
vleesch
(voornamelijk in bevroren
toestand aangevoerd uit Argentinië) was .dit jaar ge-
ring, hetgeen, hoewel te betreuren, niet behoeft te
verontrusten, in zooverre als ook de aanvoer over Am-
sterdam en Hamburg torugliep. Mede de uitvoer van

i) De absolute cijfers der aanvoeren in
:1927
vareu te
Bremen 032.087
ton, te Uainburg 147.749
ton en te
Rot,-
terdani
00.962
ton.

vleesch daalde, hetgeen wel met de verbodsbepalingen

van Engeland zal samenhangen; de uitvoer van versch
vleesch uit ons land naar Groot-Brittannië daalde

immers van 25.760 ton in 1926 tot 410 ton, waartegen-
over de uitvoer van gezouten, gerookt of gedroogd

vleesch geen adequate
stijging
aanwees, nl. van 32.833

tot 43.601 ton.
Terwijl verder de zeer groote aanvoer van
gesmol-

ten dierlijk vet
(neutral lard, pure lard en compound

lard) nog toenam, evenals die van
ruwe margarine,

oleo- en grease-stea’rine,
ondervond de uitvoer van

bereide ma’rgarine over
onze haven een geringen

teruggang, als een gevolg van de daling in den uit-
voer van dit product naar Engeland en andere over-

zeesche afzetgebieden.

De uitvoer van
kaas
nam een weinig toe.
Een niet onaanzienlijke stijging wees voorts zoo-
wel de in- als de uitvoer van de post
,,dierlijke pro-

ducten”
aan. Onder den uitvoer, welke de 100.000 ton

te boven gaat, compareert voornamelijk de
geconden-

seerde melk,
waarvan de export uit ons land naar
Engeland alleen reeds 113.957 ton bedraagt.

Ten slotte mag in deze vluchtige behandeling van
Rotterdams goederenbeweging een korte behandeling

der volgende
belangrijke
industrieproducten niet ont-

breken.
Chemische producten, verf waren, enz.
vormen een
typisch stukgoed, zoodat ‘het een verblijdend ver-
schijnsel is, ‘dat eenige vooruitgang in den invoer er-
van gemeld kan worden; van grooter belang nog is
de uitvoer, maar ook deze is toegenomen, hetgeen

des te merkwaardiger is, nu de uitvoer over Hamburg schijnt te zijn afgenomen (zekerheid hieromtrent ver-
schaft de voorloopige Hamburgsche statistiek niet).
Verder moet melding gemaakt worden van de groep

der manufacturen,
enz., waarvan •de invoer evenals
de uitvoer (het betreft hier producten van eigen in-
dustrie) een weinig steeg.
De aanvoer over zee van
aardewerk
en
porcelein is

gering, maar
stijgende
door meerderen doorvoer, de
uitvoer uit eigen land en van doorgevoerde waren
i’iam toe. Daarentegen nam de – uitvoer van Neder-
iandsch
glas
over Rotterdam af, die van het Duitsche
product. toe.
De export van
baksteen
naar Amerika en Engeland
daalde zeer sterk ten gevolge der overzeesche protec-
tiemaatregelen. Onze daardoor benadeelde haven
profiteert uiteraard niet van den vermeerderden
export van dit artikel naar Duitschland.
De invoer voor binnenlandsch verbruik van
papier
was stijgende evenals de uitvoer van Nederlandsch
papier. Daarentegen nam de uitvoer van Duitsch
papier af. Hoe belangrijk dit artikel voor onze haven
is geworden, blijkt wel uit het feit, dat het totale
quantum in 1927 over Rotterdam verscheept papier
op 207.788 ton gesteld moet worden.
Ten slotte ontmoeten wij op onzen langen weg door
cie statistische gegevens de groepen
onbewerkte en

bewerkte metalen.
Het is wellicht van belang hier-
van eenige
cijfers
te noemen met het oog op het ge-
wicht dezer posten. De gezamenlijke aanvoer dezer
goederen steeg van 171.619 ton in 1926 ‘tot 288.111
ton. Zulks zouden wi wederom niet aarzelen, gunstig
te noemen, ware het niet, dat de aanvoer over Ham-
burg van 437.293 ton tot 662.669 ton gestegen was.
De uitvoer dezer zelfde groep goederen daalde van
1.437.222 ton tot 1.297.513 ton, hetgeen bezien moet
worden in het licht der omstandigheid dat de uitvoer
over Hamburg evenzeer teruggeloopen is, ni. van
855.699 ton tot 178.263 ton. Blijkbaar is Rotterdam
op dit punt niet zwaarder gotroffen dan door het
terugloopen van den uitvoer van Duitsche metaal-
waren onvermijdelijk
was, een des te gunstiger feit,
omdat bi den invoer, zooals wijt zagen, het ,,Aus-
nahmetarif” op cle Dui’tsche sporen voor ,,Eisen- und
Stahiwaren” zijn uitwerking niet heeft gemist.

K. F. 0. JAMES.

t

190

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

HET JONGSTE JAARVERSLAG VAN DE

BANQUE DE FRANCE.

Het verslag, vangt aan, met de mededeelin’g, dat de
stabilisatie van den franc in het afgeloopen jaar, dank
zij’ ‘de krachtige mede’werking van den Staat, een heê,l
eind in de goede richting is gestuurd.

Gelijk reeds in het vorige jaarverslag werd vermeld,
‘stond de.wet van 7 Augustus 1926 aan de Bank toe op

de open markt zooveel goud en deviezen te k’oopen,
als zij noo’dig oordeelde, zonder, dat de daarvoor uit

te geven bankbiljetten mee zouden tellen bij, de bere-
kening, of het maximum bedrag, dat dè Bank mag

uitgeven, was ‘bereikt.. Het geheele jaar door heeft de

Bank van deze wettelijke bevoegdheid, gebruik ge-

maakt en is •daardoor in staat geweest den franc op
peil te houden. Van alle kanten, kwam materiaal ter
markt. De ‘kapitalen, die Frankrijk in de onguustige

financieele jaren hadden gemeden en in hot buiten-
land waren belegd, kwamen, nu het vertrouwen in

den Staat was teruggekeerd, in groote hoeveelheden

de grenzen over. Ook de gunstige handelsbalans – de
uitvoer overtrof dan invoer met ruim twee milliard
franca – maakte ‘het aanbod, van deviezen. overvloedig.

Al wat de Bank aan ‘deviezen en ook aan goud kocht,
betaalde zij zonder .00ni’ge hulp van het buitenland.
Ook haar biljet.tencirculatie nam niet toe, maar bleef

het ‘geheele jaar ‘door, behalve in de laatste maanden,
toen zij iets steeg, dezelfde. Aan een samanloop van

gunstige omstandigheden, was ‘deze stand van zaken te

dank’en. Zooals gezegd, was het geld het geheele jaar

‘door ovorvloedig. De’ particuliere banken hadden groo-
te deposi”to’s van uit het buitenland teruggevloeide

kapitalen. Deze waren tot nog toe gewoon haar dep-

sito’s in kort loopend ha.ndelspapier te ‘beleggen, maar dit papier ontbrak ‘door de slapte in zaken. Zij, werden er daardoor van zelf toe gebracht om bij, de Amortisa-
tieka’s, maai’ vooral ook bij’ ‘den Staat, aan te kloppen

om boris op korten termijn (eerst op 6én, later op twee

jaren). Groote bedragen werden dientengevolge bij de Amor’Lisa.tiekas en bij ‘de Schatkist gestort. De
Staat gebruikte deze gelden weer, om daarmede hare

schuld, hij de Bank te verminderen, terwijl de Bank
door die aflossing in staat werd gesteld haar’ aankoo-
pen ‘van goud en deviezen zonder uitzetting van de
bilj’ettencirculatie te betalen. De Staat was er inmid-

•dels op uit om de uitgegeven bonne’nschuld zoo spoe-
dig mogelijk ‘te consolideeren, ten’ einde niet bij het
vervallen van de boris genoodzaakt te worden weder-
om zijn toevlucht’ te nemen tot de Bank, vn waar hij
1 juist zo’o lang mogelijk wilde wegblijven. Twee conver-

i sieleeningen, een. 7 pOt.’s in April, met 15-jarigen
looptijd en een 6 pOt’s in Juni met 50-jarigen ioop-
tijd, werden niet succes geplaatst.

Zoowel de Amortisatiekas als de Staat waren door
de groote vraag naar boris in staat lager rente en
langer looptijd te ‘bedingen, wat aan het algemeen
staatscrediet weer ten goede kwam.

Volgens overeenkomst met den Staat’ is de Bank
vrij iederen dag hare cleviezen wederom te verkoopen.
De verliezen bij verkoop geleden zijn voor rekening
van den Staat, maar ook de winsten komen hem ten
goede. Deze winsten’ worden op ‘de bankrekening der
Am:or’ti’satiekas goedgeschreven. De mag alleen
provisie voor haar moeite: berekenen.

Een ‘belangrijk deel der deviezen werd door de Banli
tegen goud ingeruild Zij deed dit deels ‘ter aanvulling
‘van haar goudvooi’raad, deels ter breideling van bui-
tenlandsche speculatie van twijfelachtigen aard op de
Fra.ns’che ‘geldmarkt. De. kasruimte stelde de Bank
ook in staat een deel der oorlogsschuld van Frankrijk
aan Engeland ‘af te lossen, waarvoor een ‘deel van den
goud.schat der Bank was verpand en welke op de ba-
lans der Bank als’ ,,or non disponible á l’étranger”
voorkwam. Het
vrijgegeven’
goud bevond zich einde
December nog in de Bank of Englaud, en komt op
de balans voor, als’ ,,or libre á l’étranger”. Het doet
thans weer dienst. als gouddekking ‘der biljetten, wat

het tot nog toe wegens het ‘daarop rustende pandrecht
niet ‘kon .doen.

De ruime ka’smjddelen ‘den ‘Staat toevertrouwd, en
de regelmatig binnen komende belastingen ‘stelden de
schatkist in s’taat inplaats ‘van de twee milliard, die
zij verplicht is jaarlijks aan de Bank af te lossen, in
totaal ongeveer 11 milliard terug te betalen, waardoor

haarschul’d ‘hij de Bank van 35 milliard op het eind van

1926 tot 24 milliard op het eind van 1927 was terug-

geloopen.’ Het aan den Staat toegest’ane maximum
crediet word in den loop van het jaar geleidelijk ver-

mi’n•derd en bedroeg ‘eind December 31 milliard. Ge-

durende 1927 stond ‘do Staat voortdurend verre be-
neden zijn maximum.

De aanzienlijke aanwas van ‘goud en deviezen, de

belangrijke teruggang maar tegelijk saineering. van de
disconto’s, (die zooals wij’ zoo dadelij;k zullen’ zien, nog

niet de helft van verleden jaar bedroegen) en de reus-
achtigo aflossingen dooi’ den Staat, verklaren volgens’
het verslag de veranderingen, ‘die in haar balans plast’s’
‘grepen.
Zij’
hebben ‘alle meegewerkt om een belang-rijk deel ‘der biljetten’dekking, tot nog to’e bestaande
in staatsschuld, te
wijzigen
in liquide en aan de on-
middellijke contrôle ‘der Bank ondworpen activa.

De goudvoorraad bedroeg voorzoover ,,disponible”
op het eind van het jaar ruim 4 milliard, ‘de buiten-
land.sche saldi 51 ‘millioen, de deviezen ongeveer 2;3
milliard.

Het gemiddelde bedrag aan ‘disconto’s ‘hedropg 2 te-
gen 4.5 ‘milliard het vorige jaar. Men’ ha,d ‘cie hulp van
de Ba]lk,.niet noodig. Het aantal wissels, alle van ‘drie

handteekeningen voorzien, bedroeg een S lidillioen,
waarvan 17 püt. lager dan 100 francs. Ook dekleine

koopman ‘blijkt van het disconteeren hij de Bank partij
te trekken. De gemiddelde
looptijd
was 18 ‘dagen. Eind
1927 was er vo’or 170 millioen aan geprotesteerde

wissels in portefeuille (‘effets en souffrance) tegen
196 ‘millioen het vorig jaar. Niettegenstaando de sai-
neering der ‘disconto-portefeuille schijnt. er
toch nog heel wat kaf onder het koren te schuilen. De Bank
hoopt een ‘groot ‘deel van ‘de uit.gest’el’de schuld alsnog

binnen te krijgen, doch schreef haar voorloopig maar

‘geheel af. Verschillende malenheft cle Bank haar ‘dis-
conto-rente moeten verlagen, van 6Y5 pOt. ‘einde 1926,
tot 4 pOt. einde 1927, wilde zij de voeling ‘met de open
markt niet geheel kwijtraken.

Voor rekeninghouders werd voor 22 milliârd aan
wissels geïnd, iets ‘minder dan het vorige jaar. Het zijn
voornamelijk cheques. De inning hiervan geschiedt

kosteloos. De verrekenin.g per cI.earing schijnt voor
deze cheques’ nog niet mogelijk te
zijn
geweest.
De beleenin’gen ‘bedoegen gemiddeld 1,7 milliard,
tegén 2 milliard in het vorige jaar. Het su
r
plus werd
tot 25 pOt. verhoogd vo’or alle fondsen. Zooals men
weet, zijn dit in hoofdzaak staats- en ‘gemeente-obli-
gatiën. Ook hier werd de rontevoet verschillende ma-
len gewijzigd. Hij daalde in den 1oop van het jaar
van 8Y2 tot 6 pO:t. Onder de bedeeningen zijn mede begrepen ‘do voorschotten in rekening-courant; ‘deze maken er zelfs het leeuwendeel van uit. De vaste be-.
leeningen zijn van weinig beteekenis. Volgens het ver-
slag zijn verschillende onderpanden der voorschotten
in rekening-courant in ‘den loop van het jaar nagere-
kend. Menige rekening lag onvoldoende ‘gedekt. De
Bank heeft van de geldruimte gebruik ‘gemaakt om
ook hier saineerend op te treden en gedeeltelijke af-
l’ossing of aanvulling van het onderpa.nd te vragen.
De bankbiljetten-circulatie schommelde ‘tot October
om en
nabij
de 52 milliar’d. Van October af steeg zij
tot. 55 milliard, •doch bleef nog verre beneden het bij
de wet van 4 December 1925 vastgestelde maximum
van 58′ milli’ar•d. De Bank acht de verhooging der
circulatie in de laatste drie maanden een gevolg van
den aankoop van deviezen. Met inflatie door meerdere
behoeften van. ‘den Staat heeft deze verhooging niets
te maken.
In reke’ning.courant werd gestort 1.018 milliard en
beschikt over 1.013 milliarci, ‘te zamen 2.031 milliard;

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

In

het vurige jaar waren deze cijfers 1178, 1175 en 235i
milliard. liet aantal rekening-houders daalde van

345.100 eind 1026 tot 327.900 eind 1921.
Van de betalitigen en ontvangsten werd voor On-

geveer 87 pOt. gegiroord (v. j. 80 pOt.). Alle bankkan-

toren hebben een postrekeniug op de plaats hunner
vestiging. De beweging dier rekeningen bedroeg 80
milliard tegenover 13 milliarcl in 1926. Het aantal

kantoren met gelegenheid tot clearing (chambrès de
cnmpensation) steeg van 190 bij het begin tot 200 bij

het eind van het jaar. Zooals men weet, biedt onze cii-
culatiebank slechts op drie plaatsen (Amsterdam, Rot-
terdam en den Haag) gelegenheid tot clearing. Po

gingen ozo elders te clearen liepen bij ons tot nog
toe, niettegenstaande de tegemoetkomende houding
der Nederlandsche Bank, op niets uit. Door clearing
werden 79 milliard tegen 82 milliard in 1926 ver-

rekend.
Op het eind van 1927 waren er 81.107 bewaargevers

bij de I-Ioofdhank en 28963 bij de euccursales. In to-
taal waren er toen meer dan tien millioen stukken bij
de Bank in bewaring. Voor bewaargevers werden
310.218 stukken ge- en verkocht tegen 271.687 stukken

het vorige jaar.
Behalve de Hoofdbank en hare bijkantoren te Parijs
en omgeving had de bank op 1.59 plaatsen succursales,

en op 83 plaatsen bureaux auxiliairos.
Het dividend, dat de Bank .in twee termijnen moet
uitkeeren, bedroeg over 1927 fes. 330 (verleden jaar
;frs. 320) en dat niettegenstaande de winst door het

terugloopen der disconto’s en beleeningen aanmerke-
lijk lager en de onkosten rekening hooger was. Men
had de aandeelhouders het vorige jaar door groote re-
sc.rvcoring en afschrijving wat al te st.iefmoederlijk

behandeld en wilde dit
blijkbaar
dit jaar goedmaken.

Dat de onkostenrekening hooger was dan het vorige
jaar, kan, zoo luidt het verslag, geen verwondering
baren, wanneer men nagaat, welke wijzigingen de ba-
lans in het afgeloopen jaar heeft oncleigaan en welke eischen daardoor aan de administratie zijn gesteld.
Het aandeelenkapitaal bestaande uit 182.500 aan-
deden van 1000 fra. was verdeeld over 31458 aandeel-
houders, van wie er 11078 slechts &mn aandeel bezaten.
Het personeel der Bank telde eind December 5430
personen, terwijl bovendien nog 7883 mannelijke en
vrouwelijke beambten tijdeljk aan de Hoofdbank en
de succursales werkzaam waren.
Het verslag laat zich begrijpelijkerwijze niet uit

over het tijdstip, waarop •de
feitelijke
stabilisatie van
den franc door de wettelijke zal worden vervangen.
Waarschijn].ijk weet de Regeering dat zelf nog niet.
Van den kant. der Bank is blijkbaar alles gedaan., wat
ter voorbereiding der wettelijke stabilisatie gedaan had kunnen worden. Neemt men aan, dat de goheele goud-
voorraad, voorzoover ,,disponible”, ad 4 milliard op
de balans in goucl-francs ataat uitgedrukt, dan zou dat een waarde van een 40 milliard papierenfrancs
vertegenwoordigen. Voegt men hierbij de deviezen op
de balans voorkomende ten bedrage van 2,3 milliard
francs, dat zijn papieren fraucs, dan komt men tot een
gouddekking, of wat daarmee gelijk staat, van 42.3
milliard. De 56 milliard bankbiljetten blijkens de ba-
lans in circulatie zouden dan een gouddekking van
75 pOt. hebben, dat is zoo groot als geen enkele andere
circulatiebank, voor zoover ik weet, kan aanwijzen.

r.
L.
VAN
GounoisvEa.
Utrecht, 22 Februari 1928.

DE STATISTIEK VAN DE BEDRIJFSUITKOMSTEN
IN DEN LANDBOUW.

Tegenwoordig worden geregeld statistische over-
zichten van de Bedrijfsresultaten in den Land-
bouw opgenomen in de Pers. Deze overziakten zijn
samengesteld uit de administraties van Landbouwers,
aangesloten
bij
de z.g. Centrale Bureaux voor Land-
bouwboekhouding. Dit zijn hu.reaux, opgericht onder
patronaat van verschillende landbouworganisaties, die

do boekhouding
‘bijhouden
van de
bij
hen aangesloten

landbouwers. De oprichting ervan had ten doel

meer eenheid in het systeem van boekhouding te
brengen en de landbouwers te onttrekken aan den in-
vloed van dle talrijke
particuliere boeidhouders, vier

bekwaamheid en betrouwbaarheid tegenover den fis-

cus, nog’ steeds de voornaamste reden dat de land-
bouwers een boekhouding bijhouden, niet steeds aan

alle eischen voldeden.

Op grond van ‘het feit, dat de door hen gevoerde
administraties volgens dezelfde regelen bijgehouden

worden, meent men, dat de
cijfers
daaruit geput

en vereenigd in de door mij genoemde statistieken,

indien •maar het aantal
bedrijven
wier boekhouding

wordt gecontroleerd toeneemt, gelegenheid zullen
gaan bieden om daaruit gevolgtrekkingen te maken,
welke op den duur de leer der landbouweconornie ten

goede kunnen komen.

Deze meening wordt klaarblijkelijk gedeeld door de

afdeeling Landbouw van het Departement van :Bin-
nenlaridsche Zaken en Landbouw, daar aan die statis-
tieken een plaats is ingeruimd in het Verslag over
den Landbouw over 1925 en 1926.
Zij
vonden een

plaats, ten minste in dat van 1926, ‘bij de. diverse
onderworpen, die voor een deel betrekking hebben op

de verschillende factoren der bedrijfsresultaten van
den Landbouw, als
indexcijfers
voor productenprij7,3n
en -kosten, arbeidsloonen, landprjzen, enz.
1)e publicatie van deze cijfers zou ontegenzeggelijk
niet alleen groote aandacht verdienen van een ieder,
die belang stelt in den landbouw, maar zou ook uit
statistisch oogpunt zeer merkwaardig kunnen
zijn,
als

een proeve om uit de interne gegevens van verschil-
lende
soortgelijke
‘bedrijven tot algemeene conclusies
te komen.
Dubbel jammer daarom is het, dat deze ‘statistiek
lijdt aan de kwaal van meer statistieken, ni. dat het
eigenlijk slechts een verzameling van
cijfers
van zeer
heterogenen aard is, weinig systematisch samengesteld
en dat men nu daaruit maar conclusies wil gaan trek-
ken. Hierdoor is de waarde ervan naar mijne meening
zeer matig, zoo niet negatief.
In do eerste plaats om de klaarblijkeljke misken-
ning van de WTOt der groote getallen, daar de statis-tiek slechts is samengesteld uit een betrekkelijk klein percentage van het totaal aantal H.A., zoowel wat het
bouw-, als grasland betreft, zonder dat er ook maar
eenige waarborg bestaat, dat de opgenomen cijfers (‘en
eenigszins vertegenwoordigend beeld van het geheel
vormen. Wil men voorbeelden: in de Noordelijke
bouwstreek zijn opgenomen de resultaten van 6670 H.A. bouwlandi en 1066 grasland van de 36.600 en
8604 }I.A., in het Klein Oldam’bt respectievelijk, 476

en 100 van de 6070 en 1060. Van de Kleibouw’streek
i.n Friesland, waar het grootst aantal
bedrijven
wordt geadministreerd 4132 H.A. bouwland en 6368 H.A. giasland van do 25.500 en 31.300 H.A. Dit zijn dan
nog de gunstigste
ëijfers.
Doch al zijn zij ook weg

gelaten in de
vergelijkende
overzichten, toch zijn ook
de resultaten opgenomen van 5, 3, 3 en 1 bedrijven
in verschillende doelen van Drente, van 15 op de
Zuid-Hollkndsche eilanden en voo meer.
liet is duidelijk, dat dit reeds op zichzelf rcden

genoeg zou
zijn
om de statistiek met voorzichtigheid

te gebruiken. Trouwens tegen het maken van gevolg-
t.reldkingen wordt op çlien grond gewaarschuwd in de
toelichting op de cijfers over 1924 (blz. VI verslag
1926).
Eene nadere bestudeering van de methode, volgens welke deze statistiek is samengesteld, moet verder ‘ot
de conclusie leiden, dat, al
zijn
de boekhoudingen alle
volgens een zelfde systeem gevoerd en al zijn de cijfers
volgens eenzelfden opzet verzameld en al was de ver-
deelin.g van het aantal
bedrijven
volkomen maatge-
‘end, ja, al waren de cijfers van
alle
bestaande be-
drijven bekend, ‘het een illusie zou zijn, indien men
uit deze statistieken gevolgtrekkingen zou willen ma-
ken, die op den duur de leer der landbouweconomie

192

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

ook maar eenigszins ten goede zou kunnen komeii. 4
Hiertoe voi’mt in de eerste plaats de wijze van goe

peering der cijfers een beletsel. We vinden deze

methode vermeld in het Landbouwverslag over 1925

op pag. VI tot XIV. De groepeering der cijfers ge
schiedde naar de verschillende landbo’uwgebieden, die

ook elders iii het landbouwverslag gevolgd wordt, op

zichzelf zeer juist. Men heeft echter geen rekening

gehouden met de absolute onvergelijkbaarheid van
landbouw en veeteeltbedrij’ven. Het is mij bekend, dat

men uit de bestaande boekhoudingen der landbouwers,

de splitsing niet zonder meer maken ‘kon, maar zë
zal toch gemaakt moeten worden, wil men eenigszins

vergelijkbare cijfers krijgen.

De gemaakte splitsing der’verschillende •kosten als
loon, zaad en pootgoed, veevoer, mest en diverseil
y

heeft toch geen enkele beteekenis, indien we dezé
zonder meer per H.A. omrekenen. Wil de publicatiè
van deze cijfers doeltreffen, dan moet er toch iet

anders uit te concludeeren zijn, -dan dat in het Veen weidedistrict in Friesland, waar de
cijfers
van slecht
1 H.A. bouwland verwerkt zijn, de kosten van zaad
en pootgoed
f
0,04 per H.A. zijn (100 pOt. meer dan’
het vorige jaar),
terwijl
die kosten bij de bouwbedrijl
ven ca.
f
20,— per H.A. bedroegen. Dezelfde spron-
gen ziet men in de cijfers der andere kosten. –

Deze’groote variaties liggen voldoende voor de hand

maar hoe, als men in de toekomst de cijfers gaat ver –

gelijken van Voorne en Putten, waar men het ge
mengde bedrijf heeft, met die van Goeree en. Over
flakkee, waar uitsluitend bouwland voorkomt? De

cijfers’ van ‘het zaad van Flakkee zijn dan natuurlijk

per H.A. hooger, dan die op Voorne, hetgeen natuur-;
lijk niet beteekent, .dat een H.A. tarwe daar meer
kosten aan zaad vraagt dan ‘hier.
Opgemerkt moet nog worden, dat men alleen reke
ning houdt met gekocht zaad. Teelt men het ‘zelf, dan

telt het niet mee. Doch het gevolg is ook, ‘dat bieten
zaad, dat door bemiddeling van de suikerfabrieken

verstrekt wordt, niet in rekening wordt gebracht.
Eveneens houdt men wel rekening met de bereke’n-
de rente van het ‘in den inventaris belegde .kapitaalç

en de normaal gebruikelijke pacht in gevallen, waaj-in
eigen land ‘bewerkt wordt, doch is het loon van den bèdrijfahouder of ondernemer niet in de berekening

opgenomen. Daardoor zou men ibijv. tot de eonclusi
komen, dat de bewerking der schrale zandgronden
minder arbeid kostte dan die der vette klei, hetgeei
natuurlijk niet juist is, en dat de opbrengst van den
schralen zan’dgr oud hooger is, dan die ‘der betere gron-
den, hetgeen toch ook nog
betwijfeld
mag worden.
Op het storende van deze omstandigheden wijst men
dan ook ‘op pag. IX en X van het verslag van 1925.
1

Wat echter nog storendor is en waar men niet op
wijst, is dat de cijfers
zijn
geput uit de ‘boekhoudingen –
der toevallig geadministreerde bedrijven. Het is dui-delijk, dat op deze wijze een geheel ander beeld ver-
kregen wordt, indien deze toevallig veel bieten ver-
bouwen, dan wel wanneer ze aardappelen teelen, waar
van men ‘de pooters elders koopt. Dat een paar gead-
ministreerde bouwbedrijven in een ‘streek, waar vee-
teelt overheerschen’d is, een betrekkelijk groote wijzi-
ging der
cijfers
teweeg kan ‘brengen. Een stijging ‘bijv.
1

met 100 á 200 pOt. van zaai en pootgoed ‘zal niet tot
de onmogelijkheden ‘behooren en wel alleen doordat
een paar cliënten der boekhoud’bureaux hun bedrijf
hebben onigezet, of omdat deze zoo gelukkig waren
een paar nie’uwe bouwboeren al’s cliënt te mogen no
toeren. Op deze ‘wijze zou het kunnen zijn, dat de ge-publiceerde cijfer’s voornamelijk een beeld gaven van
den aard der geadministreerde bedrijven.
Ten slotte is er nog een factor waartegen gewaar-

schuwd moet worden en wel ‘deze, dat de bouwetoffen,
waaruit deze statistiek is opgebouwd, allerminst be-
trouwbaar zijn. Het boerenbedrijf met zijn contanten
handel en weinig tallj’ke ‘bedrjfshandelingeu heeft
eene administratie niet bepaald noodig, zooals dit bij een liandel’szaak het geval is. De boekhouding wordt
dus alleen bijgehouden’ ter wille van de ‘belasting en’
de juistheid van het resultaat interesseert den land-

bouwer persoonlijk weinig. ,Hij vertrouwt ‘dus op zijn
boekhouder en noteert, niet steeds even geregeld, ter-
wijl de boekhouder weer alleen af moet gaan •op de

hem verschafte gegevens. Oontrôle op de volledigheid
heeft ‘de landbouer niet, daar hij nimmer kas op-

maakt en er veel in natura verrekend wordt. Ook de

boekhouder heeft ‘daar geen ‘conttôle op; daartoe ont-
breekt hem èn de deskundigheid en het gezag tegen-

over zijtn cliënt, èn de tijd o’m iets meer te doen, da
de hem verstrekte gegevens ,,boekhoudkundig” te ver-

werken. De boekhouding geeft ‘daarenboven alleen

een, volstrekt niet steeds vlekkeloos, ‘beeld van ‘de
resultaten, maar ‘behalve deze, is er, zooals ze thans

gehouden worden, geen enkel gegeven aan te ontlee-.

nen, dat voor den landbouwer ook naar van eenig
nut kan ‘zijn, daar de kosten in geen enkel opzicht
in verband gebracht kunnen worden met de
o
p:b
i
.
eng

sten der verschillende producten en de resultaten van
een ‘bepaald stuk land er zelfs niet ‘bij benadering uit
op te maken zijn. Zelfs ‘kan’ ‘men na bestirdeering der
boekhouding meestal niet eens met zekerheid zeggen,
hoeveel de landbouwer verteert, noch tijdig of hij. in-
teert.

Men zou zich er mee kunnen troosten, dat, indien
cle statistiek dan al niet erg betrouwbaar is, het bij-
houden ervan dan toch een vrj onschuldig genoegen’
‘mocht heeten, ware het niet, dat het ongeluk juist is,

‘dat, indien men cle ‘betrouwbaarheid van een statictiek

niet kan beoordeelen, of liever niet in staat ‘is het
tegendeel aan te toonen, men de cijfers ervan nls juist

pleegt aan te nemen en zich gerechtigd gevoelt, zijn
conclusies op deze basis, hoe warnk’el dan misschien
ook, te bouwen.
Het behoeft dan ook ‘geen verwondering te wekken,
dat bijv. de heer Leenstra in de Tweede Kamer aan

deze statistieken cijfers ontleende, die in de Hande-
lingen werden opgenomen.

Ik meen ‘mij ten slotte te mogen afvragen’, of men
biji het samenstellen en bij het opnemen van de ‘sta-
tistiek in de officieele gegevens wel voldoende bedacht

heeft, dat men hier een terrein ‘betreedt, waarop alle
statistici zich slechts met ‘de uiterste schroom wagen,

daar ‘zij weten, dat het bezaaid is met voetangels en
klommen. De groote moeilijkheid van de statistiek is’
toch het ‘samenbrengen van gelijk-waardige cijfers.
Men zal beseffen ‘hoe buitengewoôn sterk men deze
moeilijkheid gaat vergrooten, indien men de resulta-
-ten van allerlei bedrijven van zoo verscheiden aard

en zoo afhankelijk van de persoonlijke leiding van den bedrijfsleider, als
bij
den landbouw het geval’ is, met
elkaar ‘gaat vereljken.

Het trachten om tot zulk een .statistiek te koen,
kan ‘een zeer interessante proefneming zijn op statis-
tisch gebied. Men zal hebben te bedenken, dat dit
echter slechts kan geschieden na een langdurige en
nauwgezette voorbereiding. Wil ‘men eenige kans op
betrouwbaanheid hebben, dan is eerst absoluut noodig
ingrijpende wijziging in den opzet van dé boekhou-
ding der lan’dbouwbedrijven, verder ‘zal men de wijze
van verwerking der gegevens grondig hebben te her-
zien en vooral er voor moeten zorg dragen, dat men
geen
cijfers
er in verwerkt, zonder dat ‘men op rede-
lijken grond kan aannemen, dat ze ook werkelijk juist,
in elk geval aannemelijk en in meerdere mate repre-
sentatief zijn, dan dit op het’ oogenblik het ‘geval is.
J. H. HAGEMAN.

OVER DE BALANS VAN HET OUDERDOMSFONDS.

Op ‘de bladzijden 127 en 128 van den loopenden jaar-
gang komt in d’i’t tijdschrift een artikel voor: over .de balans op 31 December 1924 van ‘de V.O.V., als men op den titel zou mogen afgaa’n, in feite echter gericht’ tegen de
vrijwillige
ouderdomsverzekering zelve. Het
zal zeker in ruimen kring de aandacht getrokken heb-
‘ben. Het
zij
mij geoorloofd iets
bij
te dragen tot een
juiste waar’deering van zijn inhoud.

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

193

Het ligt niet in mijn bedoeling een gesloten betoog

te stellen naast of tegenover dat van den heer H. Th. Hoven. Wat hier volgt zijn losse aanteekeniugen.
De balans onderscheidt drie groepen verzekeringen:
gesubsidieerde verzekeringen (c), verzekeringen tegen
netto-premie (b) en verzekeringen ‘tegen bruto-premie

(d). Volgens de balans zou – aldus de schrijver –
thans gebleken zijn, dat de netto-premiën dezer ver-

zekeringen op onvoldoende grondslagen zijn berekend
en hooger hadden moeten ‘zijn. De zakelijke gronden,

welke voor dit stellige oordeel worden medegedeeld,

mogen ons in de eerste plaats bezig houden. lo. Bij ‘t samenstellen van het ‘verslag ‘der commis-sie-van Vuuren zou den wisk. adviseur van de R.V.B.

gebleken
zijn,
dat do sterfte
bij
de V.O.V. beneden de

verwachting ‘bleef. Ik zou daar iets van moeten weten,
maar ook na zorgvuldige herlezing van de bladzijden
86 en 87 van het aangehaalde verslag moet ik mijn ge-
heugen blijven vertrouwen en dat zegt me, dat een
vergelijking van de werkelijke met de in de tarieven
onderstelde sterfte ‘in de verzekeringen der groepen

b, e en d in het geheel niet heeft plaats gevonden. 2o. Dat het eerste tarief der verzekering tegen bru-

to-premie te laag was, wordt in de eerste plaats be-
toogd buiten verband met de balans der V.O.V. Het
betoog is ‘tweeledig. Als eerste bewijsgrond geldt, dat
het bedoelde tarief 10 tot 15 pOt. lager was dan dat,

waartegefi ambtenaren zich
bij
het Rijkspensioenfonds
een pensioenverhooging konden verzekeren, als tweede
bewijsgrond, ‘dat het tarief voor ruim een jaar ver-
hoogd werd. Het eerste self-supporting tarief der

V.O.V.
nam, zoolang het gold, onder de gelijksoortige
tarieven dor in Nederland werkende verzekeringsin-

stellingen een
vrij
hooge plaats in. Nagenoeg gelijk-
tijdig met of ria ‘de R.V.B. hebben de meeste (nog niet
alle) instellingen haar tarieven verhoogd. Indien ik

dus aan het ons aangeboden ‘bewijs van de onvoldoend-
heid van het eerste V.O.V. tarief alle bewijskracht
ontzeg, verdedig ik daarmede nagenoeg alle Neder-
landsche verzekerin’gsinstellingen ‘tegen ‘dan hen alren
treffeuclen aanval van den Heer Hoven. Is het overi-
gens nog noodig om uitdrukkelij:k te constatee’ren, dat
een verwijzing naar het gelijktijdig bestaan van hoo-
gere tarieven letterlijk niets anders bewijst •dan dat

verschillende deskundigen verschillend inzicht kun-
nen hebben in toekomstige sterfte- en rentestands’wij-
zigingeri, of dat een tariefwijziging alleen beteekent, dat ‘de onzekere toekomst anders dan vroeger beoor-
deeld wordt?
3o. Een tweede bewijs van dc onvol’doendhei’d van
het eerste self-supporting V.D.V. tarief ‘is tevens het
eerste beroep van den auteur op de balans, waaraan
zijn bijdrage haar opschrift ontleent. Het loopt onge-

veer als volgt.
Op ‘de creditzij’de ‘der balans kotuen voor een extra-
reserve van 13,5 millioen en een zekeTheid»sreseive van
5,7 millioen. De eerste is volgens den schrijver bere-
kend in de onderstelling, dat ‘de sterfte zal blijven
op het niveau der jaren 1919-1924, de tweede houdt
rekening met de vrij groote waarschijnljkhei’d, dat
het sterftepeil nog verder dalen zal. Bestemd voor de
verzekeringen tegen bruto-premie is van •de zeker-
heidsreserve 7,5 ton benevens een onbekend (in de balans niet medegedeeld) gedeelte van de extra-re-
serve. Daardoor is – volgens den auteur – onomstoo-
teljk komen vast te staan, dat de self-supporti’ng ver-
zekering in twee jaar tijds een verlies van
minstens
7 /’ ton heeft veroorzaakt, uitsluitend op de netto-

premie.
Nu de feiten. lo. Een ‘extra-reserve werd in ‘t geheel
iiet ,,berekend”. Het saldo van de balans is opgeno-
men onder den titel ,,extra-reserve”. 2’o.
Feitelijk
be-
droeg het saldo 5,7 millioen meer. Met het oog op ver-
sterking van ‘de positie van het bedrijf werd het echter
noodig geoordeeld een veiligheid’sreserve tot dit ‘be-
‘drag op te nemen. Als gevolg van ‘de bijzondere voor-
schiiften der wet betreffende de financiering van het
Oud.erdonisfonds ‘komt op de balans nagenoeg alle toe-

qk
knstige (en in dit geval ook zekere) rentewinst on-
der ‘de activa tot. ui’ting. Er valt ‘dus door het’ Ouder-

‘domsfonds niet te rekenen op een compensatie van
ondersterfte en over-rente, de compensatie, waarop
overigens elk pensi’oenverzekeringsbednijf rekent en
rekenen mag. Daarom werd het noodig geoordeeld te-

genvallers in de sterfte uit te sluiten ‘door een zeker-

heicisreserve, waarin de berekende sterfte gesteld is

op een peil, dat menscheljkerwijze gesproken wel n’iet
zal worden bereikt. Of de sterftegrondslag der .pre-

miereserve zulk een veiligheidsmaatregel zal blijken
te rechtvaardigen weet niemand en kan uit de paar

jaren sterfte-ervaring waarover het fonds beschikt

onmogelijk worden afgeleid.

Uit hetgeen ‘de auteur zegt over de extra-reserve

blijkt, dat hij de inleiding tot ‘de balans of niet of
uitermate oppervlakkig las. Er wordt daar over den
omvang en de analyse van het saldo namelijk nog al

uitvoerig gesproken. Het zij mij vor’ts geoorloofd

over het ,,onomstoo’telij.k” bewijs van een verlies, blij-
kend uit de mogelijkheid van het kweeken van een

zekerheidareserve, het. stilzwijgen te bewaren. Deze
vondst van ‘den heer Hoven wil zonder commentaar
genoten worden.

Op bIs. 128 wordt eenigermate geheimzinnig opge-
merkt, .dat het ‘dan auteur te ver zou voeren te be-
spreken h’oe de extra-reserve en de zekerheids-reserve
gedekt worden. Echter zou het er op neer komen,
dat de belastingbertalen’den het ten slotte zullen heb-
ben op te brengen.

• Waartoe deze gëheimzinnigheid dient., is niet dui-

delijk. Het antwoord op de vraag naar de dekking der
genoemde reserve’s is in drie woorden gegeven ul.:

preiniën en Rijksbijdragen. De bij de wet vastgestelde Rijksbijdragen zullen inderdaad de belastingbetalers –
niet ten slotte maar onmiddellijk – te dragen hebben.
De auteur
schijnt
nog iets anders te bedoelen, althans
hij
verwijst
in dit ‘verband naar een voorspelling, die
hij op 27 Februari 1923 reeds schijnt te hebben ge-

waagd, cle voorspelling, dat het tekort ,,mogeljk eerst
na jaren in
cijfers
onder ‘de oogen der Regeering en
belastingbetalers komen (zal)”. Het verband met het
voorafgaande
schijnt.
miji echter zoek.

Het heeft op ‘dan ‘schrijver rooten in’druk ‘gemaakt,
(lat de samenstelling van een behoorljkeu grondslag
voor de balans zoo veel tijd gevorderd heeft. Had de
schrijver volstaan met een desbetreffende opmerking,
dan zou ik hem zeker niet hebben tegengesproken. Het
is inderdaad de moeite waard te streven naar een
meer tijdige samenstelling der balans en aan de vol-

ledige juistheid van den grondslag kan niet gemak-
kelijk meer zorg besteed worden dan ik ‘gerechtvaar-
digd acht. Nu zou de auteur ‘desnoods wel eenige waar-
deering kunnen gereserveerd hebben voor het feit, dat

de voornaamste oorzaak van de vertraging gelegen is
in een poging om het geheele bedrijf van de R.V.B. te
moderniseeran door een zoo volledig mogelijke mecha-
niiseering. De R.V.B. is in Nederland onder de Ver-
zekeringsinstellin’gen pionier op ‘dit gebied en had het risico van clie omstandigheid te aanvaarden.

Welk nut heeft het echter in ‘dit deel van zijn be-
toog melding te maken van het bestaan van ‘verschil-
len tusschen de voorloopige en nog niet geverifieerde opgaven, welke ten behoeve van dan arbeid ‘der com-missie-van Vuuren gebezigd ‘zijn en de th’ans verkre-
gene? Het feit., dat’ zulke verschillen te wachten wa-
ren, is op blz. 83 van het commi’ssieverslag uitdrukke-
lijk vooropgesteld. Dat de commissie juist handelde,
toen zij zich hierdoor niet liet afhouden van het uit-
brengen van een advies, is voldoende bewezen ‘door
de omstandigheid, dat de correctie, welke ten slotte
nood’ig bleek, maar weinig meer ‘dan Y pOt. bedraagt
van de uitkomst harer berekeningen. Wie tegen zulke
correcties in verzekeringstechnische ramingen opziet,
heeft
klaarblijkelijk
een overdreven voorstelling van
de bij’ ‘die ramingen bereikbare nauwkeurigheid.
Het kunnen echter onmogelijk deze afwijkingen

194

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

zijn,

welke het recht geven te ispreken van een chaos
-en .het valt dus to betreuren, .dat de auteur niet heeft

nagelaten ‘ze in zulk een onjuist verband te vermel-

den. De auteur geeft echter ook andere ,staaitjes’, welke – naar hij schijnt te meenen – hem het recht

-geven van ide.administratie der VO.V. :alg van een

,;chaos” te spreken. iSchr. heeft vooreerst in de gepu-

bliceerde balans e1kander ‘tegensprekende “opgaven ge-
‘constateerd. Ik ‘noem van de 4 gegeven voorbeelden

•het meest sprekende geval. Volgens den schr. zou in

de ‘baiansais uantal gesubsidieerde verzekeringen zijn
opgegeven

jnannen -vrouwen

op ‘blz. 12

40.460

111.621

op biz. 13

89.840

110.563
op den staat tegenover
.blz.
38

40.467

111.632

op blz. 77

40.576

111.907

Bla. 12 geeft een uittreksel uit .de jstatistiek der

V:O.V.,dat een indruk moet geven van -den omvang

der ster±tewaarneming. !De inléiding tot deze statis’

.tiek, te vinden ‘op blz. 67, wijst er uitdrukkelijk o,

dat ter verkrijgin’g van ‘zuivere sterftewaarnemingei,
als toegetreden in den loop van ‘nenig jaar zijn ‘b-
schouwd de verzekeringen, ten aanzien van welke ‘d

beslissing tot toelating in dat jaar genomen werd,
oo7c al viel de datum vwn i’n-gair&g der verzelcercng ic

een ander 7calenderjaar.

Op blz. 13 ‘komen de getallen 39.840 en 110.563 niet
voor.
‘Ze
i.ijn door den ‘schrijver verkregen door samer-

telling der op deze bladzijde vermelde totalen van 6
leeftijdsgroepen, waaronder de ouder dan 65-jarigen

niet voorkomen. De ‘heer Hoven had echter moeten

weten, dat, er zulk een groep bestaat; in cle inleidink

der ‘balans wordt er althans meer dan’ eenmaal mei-
ding van gemaakt. .
De staat tegenover blz. 38 “be’tref t alle in de reserve-
berekening opgenomen posten; de hier vermelde aan-

tallen moeten dus de beide eerder genoemde’ .overtref-

f en, hetgeen ze dan ook ‘behoorlijk ‘doen.

‘De statistiek (tbal ‘3) op ‘bh.
71
bevat niet – als
‘de voorafgaande – alleen posten, waarop nog premie
verschuldigd is, maar ook die waarop de premiebeta-
‘li’ng is ‘afgékocht.
Dit blijkt ten duidelijkate uit den inhoud van tabel

3 zelve, welke onder do uitgetredenen nl.
wiet
ver-

‘meldt de gevallen van afkoop der premiebetaling, die
‘op d’en staat tegenover blz. 38 afzonderlijk vermeld
‘zijn en die ook op bis. 12 blijkens het tabelhoofd in
aftrek ‘gebracht ‘zijn.

Het is niet de chaos in cle admin’stratie der V:O.V.,

welke cle heer ‘Hoven met ‘zijn cijfers aan het licht
brengt, maar de ‘opperv]akkighei’d van zijn oordeel.
‘Want ‘met zijn drie andere voorbeelden staat het niet
anders.
Als tweede ‘staaltje van verwarring in de admini-
‘stratie der VO.V. moet gelden een verschil tusschen
d’e i’n het verslag ‘der R.V.B. over 1924 verschenen
,voorJoopige” balans op 31 December 1924 en de
thans verschenen ,,definitieve” .opstélling. Zijn be-
zwaar ‘betreft ‘de schulden aan het ‘Hoofdbestuur der
P. en T. t.w. volgens de voorl. ‘balans
f
40.767.523.78
en volgens de ‘definitieve f:31.760.972:65
5
en aan het
‘Invaliditeitafonds
f
104.902.257.95 volgens de voor-

‘]oopige balans ‘en
‘f
113.976.476.05 volgens de clefini-
tieve.
Een ‘verklaring van deze verschuiving word-t gaarne
gegeven., maar vooropgesteld moge worden, dat reeds
uit de nuchtere avedergave v’an het bezwaar blijkt,
dat h.ier van iets chaotisch geen sprake is. In welke
administratie bestaat .een bezwaar tegen het aanbren-
gen van correcties op ,,voonloopige” overzichten?
De renten, loopende ten laste van het Oudei’doms-
fonds’, worden betaald ‘door het Hoofdbestuur van T.
‘en T. De afrekening ‘tusschen R.V.’B. en het Hoofd-
bestuur betreft ‘niet elk .der fondsen .op ‘zichzelf, maar
het totaal aller fondsen. Sommige ‘fondsen Ii èbban op
een gegeven ‘tijdstip een schuld aan, andere.een vor-
dering op .de posterijen. Tot ‘de eerste behoort ‘het

‘0 uderd’omsfon ds, ‘tot de laatste het ffn’validiteitsfoncls.

I-et saldo der geheele rekening is een schuld. Op 31

December 1924 bedroeg het positieve saldo der reke-

ning van het ‘Invali’d’.i.teitsfonds
01)
zichzelf
f
9.006.551.13. i[nclien dit bedrag niet rentegevend ‘be-
‘legcl was, kwam dit ten goede aan het Ouderdoms-

fonds, dat bij zegelmatige vereffening van de rekening

met het Hoofdbestuur ‘der ‘P. en T. de door ‘de Poste-
rijen voorgeschoten bedragen ‘zou hebben moeten ont-

.leenen aan het ‘invaliditeitsfond,s tegen een wettelijk

voorgeschreven rente van ‘5 .pOt. ‘s jaars. ‘Na het op-
stellen van do voorloopige balans heeft men nu inge-

zien, dat «deze voor het ‘Ou’derdomsfonds wel ‘zeer voor-

.d,eélige’p’ositie een renteverlies voor het In’validiteits-
‘fonds ‘ten gevolge ‘had, ,dat gecompenseerd kon en

moest worden ‘door ide schuld van het ‘Ou’derdoms-
don’ds aan het Hoofdbestuur der P. en T. met

‘f
9:006.551.13 te verminderen ‘tot
f
3i760.972.65 en
daartegenover de schuld van !hetzelfde ‘fonds aan het

iInvali’diteitsfonds -te vermeerderen met hetzelfde ‘be-

drag ‘en ‘met het ‘daarover aan het Invaliditeitsfon’ds
versdhuldigde rentehedrag groot
f
61.657.97. In deze
.wij’ziging komt dus tot uitdrukking, dat inderdaad

niet ;het -Hoofdbestuur van I. en T. maar het Invali-

d’iteitgfon’ds ‘de gelden aan ,het Ouderdo’msfonds ter
‘leen verstrekt, ‘welke de R.V.B. ten ‘bate van het

Ouderdomsfonds na]aat bij dat Hoofdbestuur op te
vorderen.

‘Ik «geloof niet, ‘d’at er velen zullen zijn, d’ie de bil-
.]ij’khei’d der aangebrachte wijziging niet zullen toege-
ven of ‘zouden willen volhouden, ‘dat uit deze regeling ‘aan ‘de’ad.ministratie van de V.O.V. een grief gemaakt
zou mogen worden.
K. LINDNER.
‘* *

Na s c h r i f ‘t.

Gaarne maak ik van de mij ge-
boden ,gelegenheid tot wederw’oord’gebruik.
Ad 1 ,van het betoog van den heer Lin’dner: Op blz.
21 van de Wetenschappelijke Balans lees ‘ik: ,,Voor

de ‘afleiding van de verzekeringspremiën ‘dei- groepen
b. en c. cii ook voor ‘het tarief der ‘verzekering tegen,

bruto-premie van mannen zooals dat tot ‘den balans-
‘datum gegoiden heeft, is namelijk gebruik gemaakt
van de kansen der vijfde ambt’enarentafel. De erva-
ring der -eerste
vijf
verzekeningsjaren, waaruit .in het
vorige hoofdstuk eenige
‘cijfers
zijn medegedeeld, heeft
aangetoond, dat in deze periode althans
de werkelijke
sterfte onder prensiebetale’n.de verzekerden en ren-te-

trekkers beiden beneden het peil van die sterfte-tafel
bleef. Voor
vrouwelijke verzekerden
ble’ef
de ervaring
zelfs grootendeels beneden .het peil van de vierde we-
duwen-tafel.”
1)

‘De sterf’te is dus beneden de verwachting gebleven;
dezelfde conclusie is te.trekken uit ‘de Statistiek op
hlz. 85 en 86 van het Verslag-van Vuuren. Op grond
‘van ‘die ervaring toch werd’en toen hij de berekeningen
andere sterktetafels gebezigd, dan hij’ het vaststellen
der tarieven.
Ad 2 en 3. Een bekwaam koopman ‘kan eeni’g artikel
wel met verlies verkrijgbaar stellen, indien hij de
prijzen ‘van zijn andere artikelen zoodani.g heeft vast-
gesteld, dat ‘daarop winst ‘te voorzien ‘is, eu hij hot
in de hand heeft den verkoop van he’t eersbbecloeld artikel tijdig te stoppen. De koopman, ‘die slechts in
één artikel handelt, moet den ver
koopprijs
daarvan
zoodanig calculeeren, dat hij’ er niet op verliest. Ver-
liest .hij zulks uit ‘het oog, dan moet hij te gronde
gaan en kan hij geen aansprak maken op de lcwali-
ficatie van bekwaam koopman.
Het bedrijf ‘der V.O.V. bevat uitsluitend pen-
sioenen. 1-let tarief is zonder
,
meer niet te vergelijken
met’ dat der particuliere verzekeringsmaatschappijen.
Deze kunnen mogelijk penisi oe’u.vei’zekeningcn verkoo-

pen beneden den kosteuden prijs, indien ‘de andere tak van het bedrijf, de kapi’taalsverzeke’ringe’n, de
noodige winsten, waaronder te rekenen het
onlrren

.1)
Cursiveering ‘van ‘mij. 1H.

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

195

van een extra reserve, oplevert. Ook worden door hen

pensioenen ‘verzekerd, gecombineeid met andere vos-
zokeringsvormen, waardoor het risico minder wordt.
Daarom heb ik dan ook, toen het tarief der verzeke-
ringen tegen bruto premie bekend was, dit vergeleken
met een ander bedrijf, dat uitsluitend pensoeneu

sluit, te weten het Algemeen Burgerlijk Pensioen-
fonds. Dat het tarief .der V.O.V. lager was, bevatte

voor mij de aanwijzing van te laag te zijn.
Het verhoogen van het tarief op 1 Januari 1927

en de berekening der reserve met andere grondslagen
dan het oorspronkelijk tarief geven mij in deze ge-
lijk. Het gaat er niet om of het tarief der V.O.V.

lager of hooger is dan in het particulier bedrijf, maar
of het voldoende is. En zulks blijkt nu niet het geval
te zijn. De contante waarde van het verlies op de ver-
zekeringen tegen bruto-premie staat onostooteli.jk
vast op minstens V/ ton, .dat daarvoor in cle veilig-

‘heidsreserve is uitgetrokken.
Op blz. 42 der balans wordt medegedeeld, dat dit
bedrag mogelijk nog overschreden wordt. Want daar
ter plaatse deelt .de wiskundige adviseur mede, dat
mogelijk de veiligheidsreserve niet eens voldoende

zal
blijken
te zijn tot dekking van eventueele verliezen.
Indien de grondslagen van het tarief oorspronkeflj.k
voldoende veilig genomeil waren, dan had hetgeen nu
op de balans voorkomt als extra- en als zekerheids-
reserve hoofdzakelijk ter beschikking gesteld kunnen
worden van den Staat., dat wil zeggen, van de belas-
tingbetalenden. Dit komt mij voor niet zoo hee] ge-

lieizinnig te zijn.
Ik heb erop gewezen, dat het particuliere bedrijf
binnen zes maanden gereed moet zijn, ets ook is, met
te volledige balans. Daar zijn er hij die veel meer
verzekerden hebben dan de V.O.V., bijv. de Utrecht.,

uitsluitend volksverzelceringen, meer dan 1Y2 mil-
]io3n en de V.O.V. minder ‘dan een half millioen.

Dat de balans dezer laatste instelling zoo veel later
uitkomt is .m.i. te wijten aan de wijze van het be-
heer; w.o. te verstaan is de voorschriften van de Re-
gecring (Wet, Kon. Besluit, ena.), de weinige zeg-
gingschap van de R.V.B. over de Raden van Arbeid
enz. Zoowel het Verslag der Commissie-van Vuuren
als de Balans bevatten daarvoor tal van aanwijzingen,
waarvan ik er eenige naar voren heb gebracht.
Zelfs na de aanwijzingen ‘van den heer Lindner
kan ik toch nog geen volkomen overeenstemming ont-
dekken in •de opgegeven getalwaarden van het aantal
verzekerden op 31 December 1924. De tabel o’p blz.
13 bevat geen aanwijzing van het aantal daarop ont-
brokenden.
De overige afwijkingen zullen wel aan mij’ liggen.
liet aantal dr verzekerden is,
bij
een behoorlijk
beheerde verzelcerin gsmaatschappij, enicele dagen na
het afsluiten van het jaar, volkomen juist bekend.
Daaraan ‘ontbreelct
bij
de V:O.V. nog veel.
Wat betreft het verschil in opgave op de voorloo-
pige balans naar ‘den toestand van 31 December 1924
(uitgekomen medio 1926) en -de definitieve balans
voor dien •zelfden datum (uitgekomen Januari 1927)
het volgende:
Elk postkantoor, dat een rente uitbetaalt, zendt
periodiek een opgave aan de R.V.B., onder overleg-
ging van een kwitantie. Uit di’e kwitantie blijkt of de
rente uitbetaald is ten koste van het Invaliditeite-
fonds, dan wel van het Ouderdomsfonds.
Begin Januari 1925 bijv. -is dus bij de R.V.B. be-
kenci, welke rente en voor welk fonds door de Poste-
‘rijen uitbetaling is gedaan.
Uit hoofde van een vroeger •door mij bekleeden
werkkring is het mij bekend, dat bij het Hoofdbestuur
(Ier Posterijen en Telegrafie v66r 1 Juli van elk
jaar de verantwoording over het vorige jaar is afge-
sloten; trouwens ‘de Bedri.jvenwe-t
schrijft
zulks ook
voor. Eenigen tijd na 1 Juli 1925 is dus aan de
R.V.B. het juiste saldo van het Ouderdomsfonds op 31 December 1924 bekend geworden a fortiori, dus op ‘medio 1926, toen de voorloopige balans van het

Ouderdomsfo’nds verscheen. Bovendien kan het uit de

ontvangen kwitanties bekend zijn. Dat is geen kwestie
van principe, maar van juiste administratie, die tot
op den dag (zulks dan zeer ruim genomen)
bij
moet
zijn. –

Daaraan ‘ontbreekt
bij
het beheer van de V.O.V. zeer veel. Zelfs de losse aan’teekeningen van den heer Lind-
ner hebben mij niet van het tegendeel kunnen over-
tuigen.
H. T. HovEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET RAPPORT VAN DE ,,LIBERkL INDUSTRIAL

‘INQUIRY COMMITTEE”.

II.
De hervorming van het Engelsche Bankwezen.

De heer F. W. Forge te Londen
schrijft
ons:
In no. 633 van dit blad bespraken wij de voorstellen

van de Liberal Industrial Inquiry Oommittee inzake
de contrôlemaatregelen over het bestuur van vennoot-

schappen in het algemeen. Deze commissie heeft

eveneens voorstellen gedaan voor de hervorming van
het Britsche banksysteem, (lie wij ditmaal zullen be-
handelen. Dit onderwerp valt in drie hoofdpunten

uiteen, ni.: de leiding van de banken, die in den

vorm van een N.V. gedreven worden, de positie van
,de Bank of England tegenover deze banken en het
publiek en ten slotte haar functies en plichten buiten
‘Engeland. Voor wij tot de bespreking van deze punten
overgaan, is het goed erop te wijzen, dat de com-
missie geen fouten gevonden heeft in de algemeene bankpraL-tijk. Haar voorstellen betreffen alleen be-
paalde specifieke punten en evenals the van het vraag-
stuk van de vennootschappen in het algemeen draaien

ook deze. hoofdzakelijk om de gedachte, dat, zoowel
het publiek als de bankinstelhingen zelf enkel voor-deel kunnen hebben van een meer algemeene waar-
deering van den juisten toestand op elk willekeurig
oogenblik.

De ervaring, opgedaan in den oorlog en in de
na-oorlogsjaren, heeft het feit naar voren gebracht,

dat een stabilisatie van het ruilmiddel alleen niet
voldoende is om de continuîteit van den industrieelen

bloei te verzekeren, en dat veranderingen in de
waarde van het goud, wanneer dat metaal als wereld-
waardemeter aangenomen is, even gevaarlijk kun non zijn
als ‘inflatie of deflatie van het ruilmiddel. Het was
o.a. om deze redenen, dat de conferentie te Gentia
internationale samenwerking tusschen de centrale

banken aanbevolen heeft en tot op zekere hoogte
heeft men sedertdien hiernaar gehandeld. Tot hoever
men echter kan gaan is bijna geheel en al een vraag-
stuk van gissing, en het is juist dit punt, waarop de commissie den strijd aanbindt. Zij neemt het
standpunt in– en het grootste deel van de Londensche zakenwereld is van dezelfde meening -, dat de relaties

van de Bank of England met de buitenlandsche in-
stellingen niet geheim en persoonlijk behooren te zijn,
zooals nu het geval schijnt te zijn. Op de Bank of

England behoort de eenvoudige plicht gelegd te worden
met andere centrale banken samen te werken om de
waarde van het goud, d.w.z. het algemeene prijs-niveau, op het tgenwoordige peil te handhaven en
de voornaamste maatregelen, die te dien einde ge-
nomen moeten worden, periodiek openbaar te maken.
De tegenwoordige praktijk is, dat de president
persoonlijk uitziet naar die samenwerking, welke
hij van belang acht, terwijl hij slechts in zooverre een gedeeltelijke onthulling van de positie van de

bank en haar politiek geeft, als hem wenscheljk
schijnt. Het gevolg is, dat degenen, die hierbij direct
belang hebben, voor het grootste deel niet op de
hoogte zijn van de algemeene politiek, terwijl op
bepaalde
tijden
aan sommige belangen speciale aan-
dacht gegeven wordt, die zij te hunnen eigen voor-deele en tot schade van anderen kunnen gebruiken.
Een volledige publicatie van de feiten, zoowel wat

196

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928
de interne als de externe positie betreft, zou voor

de industrie van groot belang zijn, terwijl aan den

anderen kant eèn’ bepaalde groep van personen eezi
voorrecht, waarop zij in het geheel geen recht hebben

zouden verliezen. Men, zou hiertegen echter kunneii

opmerken, dat de Bank of England een particuliere
instelling is, in tegenstelling met een staatsbank

en dat, hoewel zij op dezelfde manier optreedt als

de laatste, haar eerste belang dat van de aandeel

houders is. Ofschoon in zekeren zin waar, is dd

niet vanzelfsprekend de houding van den presideiit

en de directie, maar de liberale commissie doet
voorstellen, die, indien
zij
in werking zouden treden,

allen twijfel over de
werkelijkheid
van haar positie

zouden opheffen.

De commissie stelt voor: dat de Bank of England
erkend behoort te worden als een staatsbank en dat;

om aan deze erkenning uitdrukking te geven, het

dividend gestabiliseerd dient ‘te worden op de tegen-

woordige hoogte; dat samenwerking met het Ministeri
van Financiën uitdrukkelijk voorgeschreven behoort

te worden en dat bepaalde veranderingen ingevoerd

dienen te worden om de verkiezing van de leden van

de directie en van de staf van de bank te
beïnvloeden. Geen van deze voorstellen brengt iets
nieuws.
Zij
trachten enkel reeds bestaande tendenzen

te bekrachtigen en hun bestaan als verplichting meer

dan als gewoonte te verzekeren. Het dividend is in
den laatsten
tijd
gestegen van 10 tot 12 pOt., het
laatste sedert 1922123, en er is geen reden te

veronderstellen, dat een verandering in overweging

genomen wordt. De overplaatsing van Sir Otto’

Niemeyer’ van het Ministerie van Financiën naar de.

Bank of England wordtbeschouwd als een erkenning van
de noodzakélijkheid voor nauwere samenwerking en
het is natuurlijk algemeen bekend, dat sedert den

oorlog met den regel, dat de president slechts voor’

twee jaar gekozen kan worden, gebroken is. Er zijn,
eveneens gevallen aan te wijzen, dat bankdirecteurex

in de directie opgenomen
zijn.
Men, heeft eveneen’

voorgesteld het ledental van de directie, dat op het

oogenblik ongeveer 25 bedraagt, te, verminderen.
Ten slotte heeft men aanbevolen, dat de door de

bank gepubliceerde balansen, mutatis mutandis, uit-
gebreid dienen te worden volgens hetzelfde principe
als de balans-publicaties van de Rijksbank en de
]’edera1 Reserve Banks. Het absoluut onbegrijpelijke,
karakter van de tegenwoordige balans wordt zeer
goed geïllustreerd ‘door de geschiedenis, die vertelt;
dat
wijlen
de heer Walter Leaf eens tot den heer
Montague Normen zei, dat de eenige post, die hij
begreep, die van goud in het ,,Issue Department” was,
waarop de heer Norman antwoordde:’ ,,Ik twijfeP

eraan of U zelfs die
begrijpt”.
Deze gang van zaken’
mag wenschelijk geweest zijn in de negentiende eeuw,
maar kan op het oogenblik geen aanbevéling meer

verdienen.

Wat de banken, die in den vorm van een N.V
gedreven worden, betreft, heeft men slechts twee
veranderingen voorgesteld, nI., dat de jaarverslagen
uitgebreid zouden worden volgens het principe, dat
de Cunliffe Commissie’ twee jaar geleden aanbevolen
heeft en in de laatst verschenen balans van de Lloyds

Bank toegepast is, en dat de
praktijk
van ,,window
dressing” onwettig verklaard zou worden. De in-t
voering van het eerste punt is herhaaldelijk dringend
verzocht en haar doorvoering,
tegelijk
met een perio-
diek overzicht van de bankvoorschotten, die aan de
industrie verleend worden, zou zeer waardevol materi-‘
aal, zoowel voor de geldmarkt als voor de economen

en statistici, verschaffen. Het onmiddellijke effect
vanhet laatstgenoemde punt zou zijn, dat het in hooge
mate een ommekeer in de werking van de leeningen
op korten termijn en de discontomarkt teweeg zou
brengen. Ten gevolge van de huidige praktijk van het publiceeren van gemiddelde maandcijfers, van week-
balansen zeggen de banken elke week op een bepaalden

.dag hun uitgeleende gelden op ter aanvulling van

hun kasreserves om zoodoende een goede balans te

kunnen toonen. Niemand gelooft, dat deze balansen

een normaal beeld van den toestand geven en het op-

zeggen van gelden veroorzaakt in het begin van de
week, wanneer de ,,big five” hun rekeningen opmaken,

vaak een ernstige verstoring op de geldmarkt. Indien

op de publicatie van gemiddelde dagcijfers aange-
drongen werd, zou het bedrag, dat opgevraagd werd,

veel geringer zijn en over het geheel zou hetgeen

de eene bank noodig had, dikwijls door de andere
vrijgemaakt kunnen worden. Dit zou noodzakelijk

een vermindering van het aantal storingen op de

geldmarkt ten gevolge hebben, hetgeen zou leiden tot

een niet onaanzienlijk geldeljk voordeel. Het effect

van de eene verandering zou dat van de andere ver-

grooten en de gunstige resultaten zouden minder

van gissing en meer van overleg afhangen dan op

het oogenblik het geval is. Degenen, die niet bekend

zijn met de Britsche’ methoden,
zijn
herhaaldelijk ver-

wonderd, dat de machine van de Londensche geld-
markt nog werkt, ondanks de afwezigheid van juiste

informaties. De machine is natuurlijk een zeer fijne

en kan gemakkelijk buiten werking gesteld worden,
maar de gedane voorstellen hebben juist ten doel

haar beter te doen loopen. Indien er werkelijk voor-

deel kan behaald worden uit de toepassing van de

moderne wetenschappelijke methode voor de praktijk
van het geldwezen en uit de ervaring van andere

landen, evenals uit het gezond verstand, dan wijst
dit op de conclusie, dat het hoog
tijd
is, dat,de ge-
ringe beteekenis van onze tegenwoordige statistieken

erkend wordt en men deze door betere en leerzamer
statistieken vervangt.

BOEKAANKONDIGING.

J.
H. .Leppinlc, De Gemeente financien,

(met.medewerlcing van
J. A.
Leppink);

deel III van. Hand- en Leerboeic der Be-
stuvA-swetenschap pen, onder leiding va’4
Prof. Mr. G. 4: van Poelje;
Samsom,
Alphen aan ‘den Rijn, ‘1927.

Trots enkele leemten een aanwinst voor onze des-

criptieve financieel-administ.ratiefrechteljke litera-
tuur. De moderne N’ederlandsche gemeente als finan-
cieel lichaam (met haar eigen gemeente- en haar bij-
zondere bedrijfsbegrootingen, met haar vermogenvbe-

heer en dat harer bedrj’ver, met hare gelclleeningeu,
haar bemoeienis met, ‘de volkshuisvesting, ‘met hare
verschillende boekhoudingen en hare ‘subsidies en ga-‘
ranties) – ziehier de hoofdzaak van dan inhoud, –
men vindt ze hier ‘ton voeten uitgetee’ke’nd. Een goed
regieter vergemakkelijkt de raadpleging. –

Het boek is vrij uitvoerig, ruim 450 bladzijden. Het
had – zegt het Voorbericht – nog uitvoeriger ge-
kun’cI; om dit te vermijden, legde de schrijver ,,bij de
bewerking van, sommige’ onderdeelen der stof zich
groote’be’perkingen.” op, ,,vooral in de wijze van be-
handeling der wetten, waarvoor goede commentaren
bestaan” –

Deze m’ddedeeling geeft aanleiding tot een eerste
bedenkiu Iii dit bônk over en §tuk gemeenterecht
had de lezer, tal ‘plaatse w’aar algemeene beginselen
van gemeenterecht ter sprake kémen, niet onkundig
mdgen wo’rdén ‘laten varr het feit, dat er sinds jaar
en dag een werk ‘bestat, dat ,,Oppenhaimt’ heet. En
de noot op blz. 27, die de korte behandeling van de
gemaliiteljke belastingen verontschuldigt met de
mededeeling, dat als deel IV vaia d’eze serie een apart boek over deze materie té wachten is; had niet mogen
verzwijgen, dat op clit gebied reeds nu met vrucht
twee geschriften van Mr. Beyer te raadplegen zijn.

Een tweede bedenking is, dat, zoowel voor hen, die voor de prac’tijk het boek zullen raadplegen, ‘als voor
‘degenen, die het als studieboek zullen bezigen, een

registei op wetsartikelen niet had mégon ontbreken.

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

197

[let
is bekcwd, dat:in het algemeen gemeentelee-

ii.ngen naar tijdso.rdo veel nauwer aansluiten op de
uitgaven, waarvoor geleend wordt, dan dit in het Rijk
het geval is. De medecleeling (blz. 121), dat het ,,dlik-
wijls” anders is, kan luer verwarrend werken. Het

feit is van beteekenis in het ]
wat soort uitgaven men leenen mag, een vraag, die
al zeer lang door cle gemeenten in zeer ruimen zin,

door het Rijk afwisselend in ruimen en engen zin (wij bevinden ons thans weer
in
een enge periode) beant-

woord is. Het belang van deze vraag blijkt door den
schrijver nauwelijks te zijn beseft; ware het anders,

hij zou hij zijn betoog (b]z. 135 v.v.), dat leenen voor
duurzame dingen duurder uitkomt dan contant beta-

leti, cic’ordat leenen rente-betaling insluit, van de
tegengestelde meening meer notitie hebben genomen
dan geschiedt in cle simpele noot
01)
blz. 138, waar,
met verwijzing naar do artikelen in dit weekblad van
23 en 30 December 11925 en 13 Januari 196 van Mrs.

van Gijn èn van Doornink, w’ordt beleden: ,,bij deze
beschouwingen hielden wij geen rekening met het
verschil in waarde van tegenwoordig en toekomstig

kapitaal”. Inderdaad! Maar de heer Leppink voelt
blijkbaar niet, wat deze tekortkoming beteekent.
t)

Had hil oog en zin gehad s’oor de beginselen, die aan de leenings-vraagstukken ten grondslag liggen,

hij zou ook oog hebben gehad voor het opmerkelijk
feit,, dat a.fiossings- tabellen van gemeenteleeningen
er vaak zoo grillig uit,zien (gevolg van den nauwen
samenhang met den uiteeuloopen.den duur der ver-
schillende dingen, waarvoor één leening strekt). Het
feit blijft onvermeld, heeft blij’kbanr zijn aandacht

niet getrokken.
Op blz. 123 wordt
cle
nieuwsgierigheid van den
lezer geprikkeld, maar niet voldaan, door de wel in-
teressante mededeel.ing, dat ,,een particuliere bankin-
stelling”, die niet nader wordt aangeduid, een insti-
tuut in het, leven heeft geroepen, dat tusschen ge-.
meen ten wil bemiddelen inzake het over en weer
icenen van kasgelcl. De bankinstelling zelve zou, ver-
trouwen
we,
tegen
het noemen van haar honos-abelen
naam geen bezwaar hebben gehad.
Een onvoilecligheid van anderen en bedenkelijker
aard is,
clie
in het betoog van biz. 165 v., waar, eigen-
lijk zonder andere motivedring dan dat, als het nijpt,
het RijIc cle gemeente niet in den steek zal laten (dus eigenlijk een soort borg voor de gemeente is), verde-
cl igd w’ord t,, ‘dat, gemeenten beleggen mogen
(opbrengst
van verkochten grond b.v.) in ei
g
en obligaties. Wat
men
beleggen
noemt! De schrijver voelt zelf de zwa.kte
van zijn standpunt met dan eisch te stellen, dat deze
obligaties bij uitlating door andere effecten vervan-
gen moeten worden.
In het algemeen is dit boek zwak en onbevredi-
gend, waar het fundamenteele vraagstukken aansnijdt
(zij worden er trouwens eer ontweken dan aangevat).
Als beschrijvend werk daarentegen is het te loven.
v.B.

1)
Na het afdrukken van zijn boek bracht ,,De F,conomist”
van Nov. 11. hierover een helangwekkende poleiniek-Van der Pot-Van Gijn, die hem ter lezing zij aanbevolen.

ONTVAI’J GEN:

Aperçu de in Démographie des div ers pays du monde,
publié par i’Office permanent de l’Institut In-
.ternatianal de S.tatistique; 1. Etat de la popula-
tien; I.I. Mouvement de la population. La Haye,
1927; W. P. van Stockum & Pils.
Gedenknum’rn,er uitgeg. naa,r ao,in.leiding v. h. 50-j. bestaan van ,..De Indische Mercuur”,
Amsterdam
1928;
J.
H. de Bussy.
Comité naixte pour la Répression du fcsux Mown.ayage;
Rapport et Projet de Cowvention;
Genève, 1921;
Société des Nations.
Me’morand’um sur le Coin.naerce internationij,l et .sur
les Balain.ces des Paiements. 1912-196; Vol. 1.
Aperçu général du Comm.erce rn.on.dial et Balan-
ce’s des Paiiemeuts.
Genève, 1927; Société des Na-
tions.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

JANUARI
1

1926
1

1927
1

1928

f

1I
.
648.925
f

11.610.508f
12.131.910
Inlagen ………….
Terugbetalingen

,,

10.212.776
,,

10.594.469
,,

11.024.533
Tegoed der inleggers
,,
305.395.963
,,
314.236.771
322.439.004
Nom. bedr.der uitst.
staatsschuldboekjes
,,

42.011.950,,
41.928.200
42.545.000
Spaarbankboekjes.:

iop ultimo ………

gegeven
13.992
14.722
14.852

op
ultimo ………

‘Aantal nieuw uit-

‘Aantal

geheel

af-
betaald
7.058 7.402
7.731
Aantal in omloop
op ultimo
1.992.8871
2.023.653 2.053.561

GIRO

OMZET BIJ
DE NEDERLANDSOHE BANK.

Januari 1928

Januari 1927

Posten 1 Bedrag

Posten i Bedrag

Voor reke- ninghouders 61.138 f3.896.338.000 57.896(3.415.785. .000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk

47.196 ,,3.521.543.000 43.257 ,,3.046.493. .000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.

1.637
,,

9.700.000 1.601
,,

10.678. .000

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

Januari 1928
Januari 1927

airo’s
(eenzijdige ver-
In
Aantal
III

k
illloenen~

Aantal
melding)
millioeneni

Girobetalingen aan
,gemeenteinstellingen
f
19.5
19.850
f
13.8
14.597
(.firobetalingen aan

particulieren
16.-
86.828
,,22.2
90.720

Geldonrzet.
,,

5.1
7.562
,,

5.3
7.424
Betalingen

……..
.

6.8
‘29.146
,,

6.8
27.309
Part.rekeninghouders
,,
18.6′ 31.914′
,,19.2′
29.180
2

Qntvangsten

……..

Waarvan

rekeningh.
welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd ……
.

9.1
3.522
2

8.9
3.1422
1) Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN- KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
Gegevens verstrekt door den
Hoofdingenieur
der
mijnen.)
I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Jan. Jan. Jan.
1928
1928
1927

Prod. Steenkolen in tonnen
902.596
902.596 739.038
16.72E
16.721
9.452
Kolenslik

……………..
Aantal normalewerkdagen
26
3
)
26
25

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Jan.
Jan.
,
Jan.
1928
,

1928
1927

Netto-productie in tonnen..
17.637 17.637
16.258
Aantal normale werkdagen
26
26
25

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Jan.
1928
Jan.

1

1928
Jan.
1927

Afgeleverd:
Geraif.

zout ……..(ton)
2.738 2.738
2.461
Industriezout

…….(
,,
)
60
60
50
Afvalzout

……….(

)
190
190
57,5
Aantal normale werkdagen
26
26
25

Arbeiders.

Gezamen-
1

Bruin-
Aantal.
lijke
Steenkolen-‘
kolenmijn Zoutmijnen
mijnen
lCarisborg”

1 Februari 1928

……….
9A69′)
167
25.0692)

1 Februari 1927
……….
f

8.891′)
168 117
24.3
.6
12)
11 boveneronds.
2

ondereronds.
3
1
un Laura
25 dagen.

198

ECONOMISCH.STA+ISTtSCHE BERICHTEN

29.
Februari
1928

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.t

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTOS.

Ned 1Vrsch.inR.C.6

Disc. Wissels.
4413 Oct.’27
Zwits. Nat.Bk.
3422 Oct.’25
Bel.Binn.Eif.5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem.5
23Juni’27 18 Oct.’27
ZweedscheRbk
3531 Dec.’27
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank vNoorw. 6
1
Feb228
Bank van Engeland
4421 Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije . . 5
8Mrt.’27
Bank v. Frankrijk.
3519 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk.
6 27Jan.’28
Belgische Nat.Bnk.
4416 Nov.’27
N.Bk.v.Hong.
6 25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
2Feb.’28
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 54
9Jan.
1
28

OPEN MARKT.

1928

11 1927 II 1926 II 1914

Febr

20
1
25
1
13118 1 6111 II 21126 1 22127 II 20124
Febr.
1
Febr.
1
Febr.

Febr.
1
Febr.
II
Juli-

Amsterdam
Partic.disc.
314116
371
4
7/
9

3-4
3’I4-4116
391_51
2_11
4

31
9
31
7

Prolong.
3112
311
3
.31
4

381
4
.4
3
1
13..4
3
1
124
211
3

2
1
14-14
Londen

.Daggeld ..
3
114

11
31
4
.41/
3

211
3
4114
21
4
-5
311′
7
.411
3

331
4
.4
1
3
14-2.
Partic. disc.
431,
4114.3173
4I16
43j
34
..114

4
1
14.
3
/8
4
1
1_
1
1
211
4
31
4

Berlijn
Daggeld ..
5.1
4′
.7
11
4-8
41/
2
811
2

4-8
4J2-8

Partic.disc.
30.55 d..
.
6
3
/,
6
1
1-
3
1
6
6.11
4

431_5/q
5_
1
1

56-90 d..
.
6
3
1s
618-
3
18
6
611
4

4
1
14.
3
18
5_1j
2
1
/-
1
/
Waren- wechsel.
63/4_718
6
3
1e-
7
1
6
3
19314
6I4-6
7
1s
4
1
125
61127
-‘
New York’)
Cail money
4114.112
4:12
411
4
.31
4

4.31
4

331
4
511
4

531
4

1
3
14’2
1
13
Partic. disc.
3/8
3
18
31,
351
9
.31
4

3
7
1
8

33/
4

1

15
Cail nioney-koers
van 24
Febr, en
daaraan
voorafgaande
weken
t/m
Vrijdag.


WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

1
New

Londen 1 Berlijn
1

1
Parijs 1 BrussellBataeia
1
Data

York ‘

1
)

‘)
1

•.

•.)

1)

21 Febr.’1928
2.489/,
12.12
39.344
9.774 34.60
9971,
22

,,_.

1928
2.48
12.12
59.33
9.775 34.60
LOO
23

,,

1928
2.4811,
6

12.12
59.31
9.774 34.605
100
24

,,

.1928
2.4891,6
1212H

59.354
9.78

34.61
100
25

,,

1928

19.1211,
59.35
9.78

34.62
100
27

,,

1928
2.48%
12.12 ij
59.35
9.774 34.63
99t5116

Laagsted.w.1)
2.488
12.11
59.275
9.75

34.57
99%
Hoogste d.wl)
2.48%
12.13
59.37
9.79 134.66
100%
20 Febr. 1928
2.4891,,
12.1211
9

-59.34
9.774 34.60
99
/8
13

,,

1928
2.483,,
12.10ii,
59.234
9.764 34.60
100
Muutpariteit
.2.483%
12.103%
59.26
48.-

34.59
100

Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praa,
Boeka-
Milaan
Madrid
rest’)
•)
•’)

21 Febi’. 1928
47.83
35.02
7.36 1.524
13.16
42.20
22

,,

1928
47.82%
35.02% 7.36
1.524
13.155
42.15.
23

,,

1928
47.84
35.02%
7.365 1.524
13.16
42.09
24

,,

1928
47.86%
35.05
7.37
1.524 13.164
42.14
25

,,

1928
47.86
35.05
7.37
1.525


27

,,

1928
47.85 35.02%
7.374
1.525
13.164
41.93
Laagsted.w.l)
47.77
34.95
7.34
1.50
13.125
42.-
Floogsted.wl)
47.87%
35.15 7.40
1.55
13.20
42.25
20 Febr. 1928
47.82
35.02% 7.36
1.524
13.16
42.12
13

,,

1928
47.80
35.-
7.36
1.524
13.15
42.17′
Muntpariteit
48.-
35.
2)
48.-
48.-
48.-

ata
Stock-
Kopen-
Oslo


Hel-
Buenos-
1
MonE
holm
)
hagen,l
/
Aires’)
treal’)

21 Febr. 1928
66.75 66.60 66.20
6.2541

106%
2.485/,,
22

,,

1928
66.70
66.60
66.175
6.26
106%
2.43
11,
,
23

,,

1928
06.724
66.60
66.20
6.26
106%
2.48 24

,,

1928
66.724
66.624 66.224
6.26
106%
2.48
25

,,

1928
66.75
66.624 66.224
6.26
106%
2.48
27

,,

1928
66.724
66.60
66.224
6.26
106%
2.48


Laagste d.w.
1
)
66.65
66.55
66 124
6.24
106
2.47%
Hoogste d.wl)
66.774
66.65 66.25
6.28
106
1
4
2.4881
8

20 Febr. 1928
66.70 66.60
66.174
6.26
10611
8

2.483. 13

,,

1928
66.70
66.524
66.15 6.25
106
2.48
1s1untpaiteit
66.67
66
/
67
66.67
6.264
105sf
5

2.48%

‘)
Noteering te Amsterdam.

es)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
8) Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534j
5
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een
overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Câble).

i

t
a a
Londen
($
per

)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsro.i
(3 p. 100
gld.

21 Febr.
1928
4,87%
3,9371,
.

23,8731,
40,23.V
22
1928




23
1928
4,88r1,,
3,937/,
23,87
3
/8
40,25
24
1928
4,87
15
/
18

3,9321,
23,87
8
1
8

40,23
25

,,
1928
4,8771
8

3,9331
8

23,88 40,23%
27

,,
1928
4,87is,
8

3,93%
23,89%
40,24%
28 Febr.
1927
4,85’18

3,91%
23,70%
40,03
Muntpariteit..
4,8667
19,30
23,81%
4031
t6

KOERSEN
TE
LONDEN.
Plaatsen en Aloteerings-1 II Febr.
18
Febr.
20125
Febr.
1928 25
Febr.
Landen

1
eenheden
1
1928
i
1928
LaaesfelH000ste
1,928

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 5)
Londen’) N.York
2
)
Londen
20 Febr.’1928.
.
263/,

57%
20 Febr. 1928.

84111%
21

,,

1928.

57%
21

,,

1928

84111
22

,,

1928. 26%


22

,,

1928….

8411134
23

,,

1928.. 26%

57%
23

,,

1928….

84111%
24

,,

1928..

2881,,

57%
24

,,

1928….

84111%
25

,,

1928..

2681,

57
1
18
25

,,

1928….

841114
26 Febr. 1927.. 2651
5

57%
26 Febr. 1927….


20 Juli

1914..

59
20
Juli

1914…..84111
1)
in pence
p.
oz.
stand.
2)
Foreign silver In
*c. p.
oz.fine.
3)
in sh.
p. oz.
line

STAND_VAN_’s_RIJKS_KAS.

Vorderingen.
1

I5Febr. 1928
23Febr.1928

f
24 400.043,45
f
15.425.334,48
Saldo bij de Nederlandsche Bank…..
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten Voorschotten
op
ultimo Jan. 1928 aan
,

513.795.39
159.552,54

de gem.
op
voor haar 000r de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke

Inkomstenbelasting en opcenten
op
,,

36.941.746,91
de Rijksinkomsten belasting……….36941.746,91
,10.363.937,20
.
,,

10.424.675,94
Voorschotten aan Suriname…………
Voorschotten aan Curaçao


Kasvord. wee. credietverst. a/h. buitenl
,,33.132.091,38
,,134.124.446,55
Daggeldieeningen

tegen

onderpand
van Staatsschuldbrieven

Saldo der postrekeningen van Rijks-
16.169.405,94
,,

15.903.402,33
comptabelen

…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T.

en

T.’)…………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)

3.075.348,03

,,

3.255.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederi. Bank


Schatkistbiljetten in omloop’)………
Schatkistpromessen in
f103.526.000,-

f103.526.000,-

Waarvan direct
bij
de-Ned. Bank..,,

25.220.000,-

25.210.000,-
,,
omloop
………

11.614.048,-

,,

11.469.105,-
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)


Id. aan

Ned.-lndit

………………
22.247.721,40

41.163.581,43

Zilverbons in

omloop
……………….

Id. aan

Curaçao. …………………
330.568,22
Id. a. h.
Alg.
Burg. Pensioenfonds 2)
..,,
18.765.553.86

,,

17.778.749,63
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
7)..

…358.787,80
..

65.729.532,24

,,
62.738.394,48
1.315.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………1.315.080,-
Id. aan diverse instellingen
2)


4.826.808,59

,,

5.060.571,57
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

/

I8Febr.1928

1

25 Febr. 1928

Vorderingen:
f42.359.000,-
f41.078.000,-
Saldo bi)
‘s
Rijks kas
……………..
Saldo bij de Javasche Bank
……….
,10.950.000,-
3.649.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit ‘sRijks kasaanN.-lndië
– –
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndit

..


,,

150.000,-

n

150.000,-
Schatkistpromessen in omloop
……..
,,32.607.000,-
32 538.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….
Schuld aan

het Ned.-lnd. Muntfonds..
,,

1.035.000,-
1.035.000,–
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,

986.000,-
,,

972.000,-

Alexandrië. .Piast.p.
97
‘i”
9771,,
9791,
0

97%
Athene

.. ._
Dr.
p. £
367%
3673%
367
369%
369
Bangkok

Sh.p.tical
111081
8

11103/
4

1/10k
111081
8

1j10
Budapest
. …
Pen.
p. £
27.885 27.90
27.88
.27.93
27.904
B. Airesl).
d.
p.-$
47571
4I51
94

17551,
4715/,
4767154
Sh.
p.
rup.
1/5
5
3/
1j5
03
/
64

1/5
31
,,
1/6
4562164
Constantin..
Piast.p.
£
965
962% 955 975
96711,
Hongkong

Sh.
p. $
21071,
6

21071,
6

2/011
5

2
1
081
4

2/071
1
,
.Kobe

……
Sh.p.yen ‘/
1
‘T

I
‘/”s’s
1/11
1/1l
3

1/11
7

Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
..
2
5
1t8
2,1,6
29
1
32

2
11
1
2

Mexico
. ….
24
24
23
25
24

Calcutta
…….
Montevideo
1)
d. per
$

..
50%
51

.
5 03%
5111
4

51
Montreal’)
.

.d.per$

$
per
£
4.88,9
4.88
488?v

4.89
4.88k
R.d.Janeiro
1)

d. per
Mil.
52913 55916
519132
515116
56916
Shanghai

Sh.
p.
tael
217′
8
2;71
8

263%
21751
8

2
1
’71,
Singapore.
..
id.
p. $
2143132
214312
21381132

24
6
1

24
1
/
32

Valparaiso
9).
$ p.
39.39
39.36
39.36 39.39 39.39
Warschau
. .
Zl. p. £
43.45
43.4251
43.25 43.52 43.45
– 1)
Telegrafisch
transfert.
1)
90 dg.

29 Februari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

199

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 Februari
1928.

Activa.
Binnenl.Wis-j’Hfdbk.
f

51.217.586,95
sels, Prom.,

Bijbuk.

1.291.384,49
enz.indisc.(Ag.sch.

12.123.858,58

.
64.632.830,02
Papier o. h. Bnitenl. in disconto….

..

Idem eigen portef..
f
181.603.379,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.


181.603.379,-
Beleeningen

Hfdbk.
f

45.941.797,69
mcl. vrsch.

Bijbnk. ,,

6.538.572,05
.
in rek.-crt

Ag.sch.

63.073.163,07
op onderp.

f

115.553.532,81

Op Effecten… .. …

f
111.911.332,81 Op Goederen en Spec. ,,

3.649.200,-
115.553.532,81
Voorschotten a. h. Rijk

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud

.
.. f

67.730.230,-
Muntmat., Goud
.-.
,, 367.464.300,99

f
435.194.530.99
Munt, Zilver, enz.

,,

27.357.402,41
Muntmat. Zilver..

,


,,
462.551.933,40
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen.
sioenfouds

……………………,,
23.836.237,27
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen …………….. ._

,,
27.514.505,76

Paselva.

(
880’ë92.418,26

Kapitaal ……..

………

.-… …

f
20.000.000,-
Reservefonds ……
..

..

,,
7.027.840,39
Bijzondere

reserve ……………. ..
.

,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

…………………..
4.828.172,33
Bankbiljetten in omloop………. .. …

,,
776.515.900,-
Bankassignatiën in omloop ……….. ..
29.126,68
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
13.024.751,69
saldo’s:


Anderen,,

34.992.028,65
48.016.780,34
Diverse rekeningen ……

..
.
…• ..
.

,,
16.034.598,52

f
880.692.418,26

Beschikbaar metaalsaldo …..


.
f
297.139.698,59
Op de basi8 van
21,
metaaldekking..

,,
132.179.337,19
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
1.485.698.490,-

Voornaamste voeten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

27 Febr. ’28
67.730
367.464
778.516
48.286
297.140
56
20

,,

’28
67.745
367.472
768.564
63 875
295.758
55
13

’28 67.748 367.472
774.327 74.209
293.425
54
6

’28
67.743
367.478
795.361 69.353
290.062
53
30 Jan. ’28
67.757
365.449
788.244
92.093
285.451
52
23

,,

’28
67.757
363 388
768.262
88.229 288.020
54

28 Febr. ’27
60.058
353.964 814.156
31 744
272.394
52

25 Juli ’14
65.7031
96.410
1310.4371 6.198
43.521
1
)
1
54

Totaal
Schat icist-
n
,
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
“‘”
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
3)

27 Febr. 1928
64633

115.554
181.603
27.515
20

,,

1928
69.951
110.459
190.675
25.484
13

1928
79.459

113.427
190.553
28.054
6

,,

1928
89.468

108.594
185.474 44.141
30 Jan. 1928
87.168

134.110
183.361
39.609
23

,,

1928
85.915
.-
113.171
183.806
39.383

28 Febr. 19271
101.677

141.090
141.111
54.732

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
up ae
Dasis van ‘J,
meiaalaeKKlng.
•) niuiiposi acuva.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrcu-
latle
Dis-
conto’s

Voor

sciiottenlD1
aan de
kolonie
reke-
ningen’

Diverse reke-
ningen’

1 Januari

1928
2.320
3.312
163
360
2.215
570
1 Dec.

1927
2.263
3.151
80
27
2.024
792
1 Nov.

1927
2.217 2.762
82
24
1.807
917
1 October

1927
2.144
2.702
195
30
1.839 1.056
1 September1927
2.066 2.625
149
66 1.859 1.061
1 Augustus 1927
1.996
2.605
153
42
1.919
1.075

1 Januari

1927
1.516 12.081

1

147
29
1

1.690 850
1)
Sluitpost
der activa. ‘) Sluitpost aer
passiva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De saniengetrok-
ken cijfers der laatste woken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-.
schulden
saldo

25 Fbr. 1928
19.000
309.400 40.200
122.080
18

1928
191.300
3:2.400
44800
*5*

11

1928
192600 317400
40.400
121.040

21Jan.1928
‘178.060
18.081
318.243
46.811
123.568
14

1928
178.127 17.605
323023
49.232
121.655
7

1928
178.212
18.161
323.012
49.283
122.364
31Dec.1927
178.209
17.733
319.844
55.411
121.269

26 Fbr. 1927
195.402
30.447
305.205
58 457 154.038
27Fbr.1926
202.883
39.952 338.086
65.717
162.704

25Juli1914
22.057
31.907
110.172 12.634 4.842
2
)

Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
Dlv
:
rse

Dek-
kings-
a a
conto’s
N.-Ind.
ningen
n[n ei
g
percen-
_______________

betaaib.
tage

25Fbr.1928
145T200
55
18

1928
149.100

54
11

1928
154.400

54

21Jan.1928
l2.872
30.471
100.772
30.154
54
14

1928
12977
28.695
108.836
31.561
53
7

1928
12.99
25.922
114.055
28.323
53
31Dec.1927
13.037
24.026
114.541
32.364
.

52

26 Fbr. 1927
13.296
19.442
72.086
39.587
62
27 Fbr. 1926
9.057 20.317 42.058
79.786
60

25 Juli1914
7.259
6.395 47.934
2.228
44

‘)
Sluitpost
activa.

‘)
BasIs
‘je
metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
.irculatie
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbilj.
Gov. Sec.

22
Febr. 1928
157.918
134.068
285.810
56.250 235.681
15
1928
157.997
134.282
287.199
56.250
237.174
8
,,

1928
157.565
135.267
98.9.060
56.250
238.978
1
1928
155.878
135.836
288.423
56.250
239.140
25
Jan. 1928
156.203 134.640
288.049
56.250
238.160
18
,,

1928
155.540
134.749
1290.665
56.250
240.955

23
Febr. 1927
150.148 136.604
281.493
56.250
230.438
22
Juli

1914
40.164 29.317


D ata
00v.
Other
Public
Other
R eserve
kpek
ings-
Sec. Sec.
Depos.
Depos.

22Febr.’28
31.903
52.276
15.033
94.536
436001

3994
15
,,

’28
36.296
52.508
12.970
101.137
43.465
38
8
’28
35.576 53.197
15.351
97.305 42.045
3751,
1
,,

’28
35.258 55.027
14.341
97.583 39 792
35
25
Jan.’28
35.305
56.717
16.526
98.707 41.313
35isj
18
,,

’28
36.484 60.366
19.201
100.132
40.541
3
3″1,
23Febr.’27
29.965
71.251
17.834
98.478 33.294
281
22
Juli ’14
11.005
33.833
13.736
42.185
29.297
52
ij
vernouaingtussCnen teeserve en ueposus.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Waarvan
Tegoed
Wis-
1
Beiee-
Data
Goud
in hei
Zilver
in h t
buite
e
nL
l
sets
ningen
buiteni.’)
bwfenl.

23 Fbr.’28
5.544
1.864
343
55
1.692
10
1.716
16

,,

’28 5.544
1.864
343
55
1
1.401
9
1.722
9

’28
5.544
1.864 343
54
1.466
10
1.768
2

,,

’28
5.544
1.864
343
57
2.081
10
1.686
26 Jan.’28
5.544
1.864
343
56
1.620
8
1.696

24 Fbr. ’27
5.548
1.864
342
86
3.228
9
1.967.

23 Juli’141
4.104
1

840

1.541
8
1

769

Buft.gew.
1
Schat-
Diver-
1
______________
________________
Data
voorsch.
lald.
1
kistbil-
Staatljettena)J
sen3)
Circa latle
i;n
Staat

22400
8.292
80
23’br.’28
5.912
26.365
57.702
16

’28
22.550
5.912
26 5’2
57.952
8224
124
9

’28
22.800
5.906
27.349 58 269
8.831.
126
2

’28
23
100
5.894
27.092 57.765
8.491
155
26 Jan.’28
23.500
5.894
27.302 57.128
10.900
32

24 Fbr.’27
29.600
5.624
9.075
51.697
4.752
93

23Juli’14
– – –
5.912
943
401
1)
Waarvan
beSCIlIkDaar 403
millioen.
,
In uisconlo
genomen
wegens
voorsch. v. d. Staat aan buitenl. regeeringen. 3) Sluitpost activa.

200

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee_
teni. circ.
dekking
en
ningen,
banken
1)

geldende
cheques

23 Febr. 1928
1.886,3 83,5
295,1
1.924,7 22,6
15

,,

1928
1.866,4
83,5
292,8
2.963,9
58,4
7

,,

1928
1.886,6
83,5
292,9
2.243,6
22,8
31 Jan. 1928
1.865,3 83,5
296,0
2.372,9
91,2.
21

,,

1928
1.863,4
81,4
306,4 2.078,1
23,5…
23 Febr. 1927
1.834,0
930
182,7
1.248,0
12,9

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Act iva2)
lat ie
Cr1.
Passiva”

23 Febr. 1928
94,3
506,2
3.652,9 604,2
214,8
15

,,

1928
94,3
577,2
3.784,4 532,6
291,61
7

,,

1928 93,1
571,3
4.037,8 509,0
284,0′
31 Jan. 1928
93,3 599,1
4.251,2
.

497,8
281
,
4 21

,,

3928
93,3
565,0
3.682,6
708,0
279,8
23 Febr. 1927
92,6
616,5
2.926,4
653,5
208,3
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,- 1
40,0 ‘) Onbelast.
) W.o.
Rentenuankscheine .23, 15, 7 Febr. 31, 21Jan. ‘2R,’
23 Febr. ’27, resp. 47; 45; 36; 25; 45;
118
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud

‘.

Rekg. Crt.

-‘
en.
•°’

1928
,’–

e
E

23 Febr.
743
454
44
537
39
386
2.066
23
88
16
743
463
44
540
42
386
2.083
22
86″
9
743 463
44
548
31
390 2.087
17
85
2
743
474
44
542.
49
390
2.084
31
96
26 Jan.
741
475
44
559
28
394
2.056
17
139′
24Febr.
2

624 425
40
481
27
400
1.823
23
123′
1)
Aan de schatkist gecedeerd.
2)
1927.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
1
Dekking
i

In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt .1
banks
gekocht

8Fbr.’28
2.817,6
1.473,1
167,5
458,8
369,3
1

,,

’28 2.799,0
1.466,3
171,7
423,4
.377,4
25Jan.’28
2.819,1
1.513,3 169,0 385,2
347,3
18

,,

’28
2.807,6
1.584,4
167,9
412,1
369,0
11

,,

’28 2.807,9
1.575,7
159,3 439,1
392,6
4
1,

’28
2.742,5
1.529,1
146,7
520,9
387,1
9 Fbr.’271 2.980,4
1.597,0
167,9 379,1
302,5

Data
Belegd
in U. S. Notes
in circui
Totaal
De
p
o-

Gestort
1 Goud-
Dek-
Algem.’
Dek-
Gov.Sec.
latie
SI
Kapitaal)
kings-
perc.’)
kings-
1

perc,2)

8Fbr.’28
401,3
1.584,2
2.445,2
134,6
69,9
74,1
1

,,

’28 433,7
1.577,0
2.451,9
134,4 69,5
73,7
25Jan.’28
440,9
1.584,9
2.401,6
134,2
.

70,7 75,0
18

,,

’28
499,4
1.623,8
2.471,6
133,8
68,6
72,7
11

,,

’28
545,3
1.679,6
2.517,4
132,6 66,9
70,7
4

,,

’28
627,4
1.760,7
2.536,3
132,5
63,8
67,2
9Fbr.’27
304,7
1.694,1
2.267,0
125,8 75,2
79,5
1 verhouding totalen goudvoorraadtegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ UE1′

,
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Aantal
banken


Dis- conto’s
en
beleen.

v
Data
Beleg-
ging
depo-
1

d

banks

1.783

Totaal

sito’s

1 Waarvan
1

time
1
deposits

1 Fbr,’28
650
1

15.265 6.575
20.634
6.670
25Jan.’28
652
15.200
6.563
1.734
20.523
1

6.662
18

’28
653 15.326
6.544

11.804
20.680 6.634
11

,,

1
28
655
15.443 6.529
1.832
20.863
1
6.628
4

’28
657
1
15.631
6.426

i
1.852
20.984
1
6.611
2Fbr,’27
679
14.228 5.560
1.652
18.969 5.877
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijka opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Asterdam, 27 Februari 1928.

Het algemeene verloop van de internationale fondsenmark:
ten is in cle achter ons liggende ‘berichtsweek Vrij sterk
verdeeld geweest. Te .B e r 1
ij
n heeft eerder een matte
stemming gehcersc’ht, welke des te opmerkelijker was, om-
dat de regeling betreffende de in dan ‘oorlog in Amerika in
beslag genomen Duitsche bezittingen over het algemeen wel
voLdoening heeft gewekt. Als verklaring kan echter dienen
het feit, dat tevoren reeds in verschillande kringen reke-
ning was gehouden met de thans tot stand gekomen opios-
sing en .dat men, in vei’bals.d hiermede, aankoopen van de desbetreffende fondsen. had uitgevoerd. Dit -was gesdhied
in de hoop, cle reeds bij voorbaat gekochte stukken met winst zouden
willen overnemen. Nu dit ,,it ‘het geval is geweest, kwa-
Ineil de diverse fondsen ,veder aan de -markt en heeft zich
‘het merkwaardige geval voorgedaan, dat juist die papie-
ren, welke voordeel kunnen trekken van de ,,Freigabe” in
prijs achteruit ‘zijn geloopen. Ook voor het overige echter
was de stemming niet opgewekt. Het couf liet in de metaal-
nijverheid van Midden-Duitschiand, hoewel voorloopig be-
woren, is ‘boven cle markt -blijven 7Avevcn, de ontevreden-
lieid
van
de landbouw.distr’icten, benevens de ongunstige
stand van .de -handelsbalans in Januari, hebben het hunne
bijgedragen tot een xËIattc -tendens. Ook de geidmarkt i,
met het oog op de naderiiig van het einde vnu de maand,
iets stijver geworden.
Te L o n de u daarentegen is de stemming veel beter
geweest. De omsta.n’digheid, dat Courtaulds een hooger di-
vidend plus een ,,bon.us” op cle aandeelen -heeft uitgekeerd,
heeft ,iiie.t nagelaten een gunstigen -indruk te maken. Tege-
lijkertijd is de .beoordeeling van de rubbermarkt en van
peti’oleu-mfonlsen iets beter geworden, zooclat in de genoem-
de afdeelingen de omzetten vrij levendig zijn geweest en de
meeste soorten e,en vooruitgang van beteekenis hebben
kannen ‘behalen.
Te P a r
ij
s is de houding echter weer meer in overeen-
stemming geweest met die te Berlijn. -Over het algemeen
hebben de verkooporclers de koopopdrachten verre overtrof-
fen. Een bijzondere aanleiding voor dezen gang van zaken
viej niet aan te geven, tenzij het een ‘zekere vermoeidheid
is geweest, ‘welke er toe drong vroeger opgebouwde posities
te liqui.deeren.

De markt te N erw York heeft ‘weder voor een verras-
sing gezorgd, in -dien -zin, dat de algemeene daling, welke
eenige weken achtereen kon worden opgemerkt, niet alleen
tot staan is gekomen, doch plaats heeft gemaakt voor een
stijging van verschillende soorten, zooals Wabash Railway.
Dit heeft te eerder verwondering gewekt, omdat lang niet algemeen de toestand van handel en ‘bedrijf als verbeterd
wordt beschouwd. .
Te n on
Z
e nt is de markt weliswaar kalm gebleven,
doch hier en daar -zijn toch -koersverschillen van eenige ‘be-
teekenis voorgekomen. Zelfs in de
hele ggingsafdeeling is
dit het geval -geweest, ‘niet zoozeer voor inheemsche soor-
ten, .dan wel voor enkele ‘buitenlandsobe obligaties, waar-
vooi- groote vraag heeft bestaan. -6 pCt. Ned: Werk. Schuld
192,2: 1.05
1
11, 105%, 105
5
/8;
4% pCt. Ned. Werk. .Schuld
1917: 100%,
10015
fio
,
10013/ie; 41%. pCt. ,Ned.-Indië 1926:
98151, 9S7/; 5 pCt. Mexico £ 100-1000: 9%, 9
3
/8,
9, 9%;
5 pCt. Brazilië 1913 £ 20100: 75%, 7634, 76% S pCt. Sao
Paulo: 10-67%, 106%, 106%.

Van de verschillende aandeelen zijn die in
innogal sterk op dec voorgrond getreden.
Voor kunstzijdc bestond groote belangstelling. Weliswaar is
deze niet zoozeer in krachtige koersverbeteringen tot uiting
gekomen, doch cle omzetten ivaren rnim en cle grondtoon
voortdurend opgewekt. Een uitzondering tint te worden
gemaakt voor aandeelen Hollandsche Kunstzijcle Industrie.
Ook de vraag naar margarinesoorten was zeer gering.
Daarentegen trkden aandeelen Philips Gloeilampeufabrie-
ken veer sterk op den voorgrond door een belangrijke op-
waartsche beweging. Van de overige soorten

verdienen ver-
melding aandeelen van Berkel’s Patent, Carp’s Ga.renf a-
brieke,n, Algeiiieene Norit Mij. – -laatstgenoemde in ver-

band met de gepubliceerde voorloopige jaarcijfers -, enz.
Alg. ‘Mont Mij.: 52, 50%, 152%, 54%, 5-6%; Carp’s Garen-
fabr. PreI. W. Aand.: 55, 57%, 58%; Van Berkel’s Patent:
%

2,
211, 217%, 222%, 27%
;

Centrale Suiker Mij-.: 103%,
104, 102
5
/8,
104%, 103%; Hollandsche Kunstzijcle md.:
175%, 172%, 174, 170%, 171
1
116;
Jurgens: 2809-4, 282, 278,
275%, 278%, 277; -Maek-ubee: 137%, 140%, 1387%, 140
3
/
8
;
Ned. K-unstzijdefabriek:
424%,
422, 426%; Philips Gloei-
lampenfa.br.:
563%,
57534.572%, 5S7; Ziveedsehe Lucifer
Mij.: 375, 372, 373%
2
366%.
Rlebberaalwleelen
hebben nogal sterk gevarieerd, doch ‘het

29
Februari
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

201

koerspeil is, in vergelijking met dat van de vorige berichts-
‘week, toch iiiet gestegen. Wel viel op sommige dagen goede
vraag op te merken, doch deze scheen in de eerste plaats afkomstig te zijn van coutramine dekkingen, z.00dat van
een krachtige hausse geen sprake is geweest. Amsterdam
Rubber: 281%, 277%, 283
1
/8, 279, 281
3
/8; Deli Batavia Rub-
bar: 225%, 219,2187%, 222; Hessa Rubber: 394, 389%, 393,
389; Indische Rubber: 325, 314, 322, 326, 342; Java Caout.
ehouc: 201%, 198, 192%, 197, 193% ; Kali Telepak: 301%,
304, 301%, 306; Kendeig Lemboe 391, 381, 384, 380,
388%; Majanglanden: 338%, 332, 335
5
/8, 333; Ned.-Ind.

Rubber & Koffie: 309, 299, 308
1
/2,
310; Oost Java Rubber:

355, 349,
366%,
351%, 355; R’dam Tapanoeli: 147%, 145,
148%, 151%; Serbadjadi: 289%, 284%, 279, 288; Sumatra
Caoutchouc: 245, 229, 226; 238, 235; Sumatra Rubber: 255,
262, 265, 263; Ver. md. Cultuur Ond.: 180, 174%, 182%
Tntercontihental Rubber: 15faa,
1
5’I16, 15, 15%.
Daarentegen waren aandeelen in
ta.baksovderneaningen
beter van toon. De naclering van de voorjaar.sinschrijvingen
heeft weder de aandacht gevestigd op deze afdeeling ter
beurze. Toch is de vraag betrekkelijk gering gebleven en
toen tegen het slot in sommige van de Surnatrafondsen
eenig aanbod oritstonil, was dit zelfs moeilijk te plaatsen.
Arendsburg: 670, 660, 668; Besoeki Tabak Mij.: 530; 528,
526; Dcli Batavia: 611%, 608%, 620, 618, 612; Deli Mij.:
464, 462, 475, 474%; Oostkust: 264, 258%, 2&5%, 260%,
261; Senembala Mij.: 514%, 508%, 516, 513. De afdeeling voor
suikeraendeelen
heeft een beter aspect
gekregen door dc stijgin.g van de Cubaprijzen en de af doe-
ning vali de V.T.S.P. Later is echter eenige reactie ont-staan, toen men ter beurze de door de V.I.S.P. behaalde
prijzen als minder gunstig beschouwde. Aandeelen H.V.A.
echter rijn ‘bijna voortdurend gevraagd gebleven, in verband
met opnieuw opduikende geruchten omtrent een aanstaan-
de emissie van nieuwe aandee
1
leri met de toekenning van
een ,,claim”. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 178%, 179,
183, 180% ; Handelsverg. Amsterdam: 810%, 811, 818%,
815; Javasche Cultuur Mij.: 410%, 405%, 414
3
/
4
, 418,
416%; Krian: 222%, 223%, 224%, 224%; Maron: 260, 270,
285; Moornunn: 427, 425, 438, 439, 437; Med.-Ind. Suiker Unie: 296%, 298,
305%,
302% 302; P.oerworedjo: 122%,
121%, 125, 126%, 123% ; Sindanglaoet: 460, 456, 455; Sui-
ker Cultuur Mij.: 294%, 299, 303; Tjepper: 800, 820; Tjoe-
kij’: 618, 636, 640, 635; Watoetoelis Poppob: 858, 875, 895.
De
Detrolenwinarkt
was vrijwel verlaten en zonder op.
nierkelijke koerssehommelingen. Omtrent een toenadering
tusseben de Koninklijke Petroleum Maatschappij en de
Standard Oil he,ef t men tot nu toe niets ‘positiefs kunnen
vernemen. Dordtsche Petr. md. Mij.: 323%, 329%, 326%;
Gec. Hol]. Petr. Cy.: 195, 200, 206; Kon, Petr. Mij.: 351
1
/8,
3527%, 349%, 348% ; Perlak Petroleum: 78, 797/
s
, 78%;
.l’etidawa: 23%. 23%. 23%; Marland Oil : 33%. 34%, 15
1
/S.
Scheepvaartaandeelen
waren gevraagd als gevolg van de
verbetering, welke op de vrachtenmarkt is ontstnan in ver-
band met vraag naar scheepsruimte voor graanvervoer.
Holland.Amerika Lijn: 85, 84%, 86y8; Java-China-Japan
Lijn: 135, 136%, 138%, 137%; Kon. Ned. Stoomboot Mij.:
94%, 93, 94%; Ne:l. Scheepvaart Unie: 200%, 202%, 203
3
/8;
Nievelt Go,idriaan: 132%, 133%, 134% ; Stoowv. Mij. Ne-
ilerlaud: 196, 197% 196, 197.
De afdeeliiig voor mijnbowwaandeele4b
ivas stil. Er is
eenige belangstelling ontstaan voor aandeelen Billiton, in
verband met de in uitzicht gestelde uitbreiding van kapitaal,
benevens voor aandeelen Boeton. Alg. Exploratie Mij.: 86,
85%, 88, 867%; Billiton le Rubriek: 918, 930; Boeten Mijn-
bouw Mij.: 166%, 167%, 170%, 172%; Müller & Co.’s Mijn.
bouw Mij.: 94, 91, 93%, 927%; Redjang Leboag: 143, 144,
143%; Singkep Tin Mij.: 421, 428, 432, 431.
iiaiekaandeelea
waren opgewekt, waarbij aandeelen Rot-
terdamsche Bankvereeuiging in vrij sterke mate uit de
markt werden genomen. Amsterdamsche Bank: 187%,
186% 186%, 1867%; Roll. Bank v. Zuid-Amerika: 7434,
75%, 74
5
/8; Incasso Bank: 129%, 29%; Koloniale Bank:
271%, 268%, 276, 275; Ned. Lid. Handelsbank: 17834,
179, 181%; •Ned. Handel Mij. C. v. A.: 175, 174% ,177,
176% ; R’damsche Bankvereeniging: 98
1
y8, 987%, 9934,
100%; Twentsche Bank: 145%, 146.
De
.4merikaa.nsclre sror/et
was. in overeenstemming met
Wallstreet, opgewekt, vooral tegen het einde van de ‘be-
richtsweek. Opmerkelijk was ook hier de sterke verbetering van aandeelen Wabash. A.xnerican Water Works: 5534 (ex
div., ex claim), 56%; Anacorida Coper: 112, 1117/
s
, 111 (ex
div.), 110%, 110; Studebaker: 61%, 62, 62%, 62; United
States Steel Corp.: 1397/
s
, 141%, 140
3
/8; Atchison Topeca:
183%, 186%, 187%; Baltimore & Ohio: 110, 111%, 114%; Ene: 50%, 52%, 53%, 54%; New York Ontario & Western:

25
3
/, 26%, 2711e, 27
29
132;
St. Louis & San Fransisco:
11
0%,
111,113% ; Wabasli ilailway: 53l/32, 56
1
11
»
6, 60
13
1
1e
, 65111
3
2.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
28 Februari 1928.

T a r iv e : In de tarwemarkten
is
in de afgeloopen week
weinig verandering gekomen. De Europeesche markten zijn
niet tot de zakeloosheid van eenigen tijd geleden terugge-
i’allen, verschillende markten hebben tamelijk veel belang-
stelling getoond, maar de prijzen zijn in Europa toch eenigs.
zins teruggeloopen. In de niet-Europeesche markten is dit
niet het geval. In Argentinië openden de’ tarwetermijn-
markten na de Carnavalfeestclagen vast, doch deze prijs-
verhooging ging in de volgende dagen bijna geheel ver-
loren .Chicago sluit op 27 Februari ca. 1 dcc: pe 60 lbs.
hooger dan een week geleden en hetzelfde is oûgeveer het geval in Winnipeg. De wekelijksche verschepingen ivaren
zeer veel geringer, gedeeltelijk het gevolg van de feest-
dagen in Argentinië, doch nog meer van kleine Noord.
Amenikaausche afladingeii. Vooral de afladingen van de
Pacif ie ii’arell na de zeer groote afladingen der vorige week
klein. De naar Europa stoomende hoeveelheid is dienten-
gevolge belangrijk afgenomen, doch is toch nog grooter dan omstreeks dezen tijd een jaar geleden.
Het ‘blijkt, dat de consumptie van tarwe toch grooter is
dan men eenigen tijd geleden vermoed heeft, maar aan den
anderen kant is het eveneens duidelijk, dat voor dit oogst-jaar ruim voldoende tarwe in de exportlanden beschikbaar
is.
En blijkt alleen in den laatsten tijd steeds meer, dat
de Vereenigde ‘Staten zeer ongevoelig zijn voor het gebrek
aan vraag van den kant van Europa, roodat het Canada
en Argentinië zijn, die in hoofdzaak Europa moeten voor-
zien.
Australië is als verseheper heel klein geworden en waar
van die zijde ook geen vraag van beteekenis naar scheeps-
ruimte bestaat, mag men voorloopig ook geen grootere
verschepingen van dat land tegemoet
zien.
Dientengevolge
zijn de prijzen voor Australische tarwe in de algeloopen
week nogal wat gestegen. Argentinië heeft reeds een ‘be-
langrijke hoeveelheid van den nieuwen oogst verscheept,
doch er is geen reden om te veronderstellen, dat dit land
voorloopig niet met vrijwel even groote verschepingen zal
voortgaan. Eerst na Juni of Juli zien wij kleinere ver

schepingen tegemoet, maar dan nadert ook wederom de
tijd, .dat het Noordelijk Halfrond de nieuwe oogsten aan de
markt ‘brengt.
Wat die nieuwe oogsten betreft, de berichten in de Ver-
eenigde tStaten zijn verbeterd. Ontegenzeggelijk heeft de
wintertarwe dezen winter nogal wat geleden, maar gezien
den grooten iiitzaai, mag men, althans voorloopig, geen klei-
ieren oogst verwachten. Daar Canada in hoofdzaak zomer-
tarwe verbouwt, is het nog te vroeg om aan de niet zeer
gunstige berichten van dat land groote waarde te hechten.
De berichten uit Indië wijzen op een oogst, die niet veel
van den vorigen zal verschillen.
De Europeesche oogstberiehten zijn over het algemeen
goed. In Frankrijk is men nog niet tevreden, daar men
de laatste maanden te veel regen gehad heeft. De lange
periode van zonnesehijn, die wij sedert dien gehad hebben, zal ontegenzeggelijk de .00gstvooruitzichten ten goede ko-
men.
Het is ‘belangrijk te zien uit de gepubliceerde cijfers
over dcii Fransehen import, .dat er in 1927 werd geïmpor-
teerd 2.161.367 tons tegen slechts 463.128 tons in het jaar te-
i’oren en 1.212.489 tons in 1025. Hieruit ziet men hoeveel
de import in Frankrijk het eene jaar met het andere ver-
schilt en hoe belangrijk dus ook de oogstberichten van dit
land voor de toekomstige behoefte van Europa zijn. De be-
richten uit Dnitschland, Centraal- en Oost-Europa zijn over liet algemeen gunstig, met uitzondering van Rusland, waar-
omtrent
wij
na de onlangs gepubliceerde ongunstige berich-
ten, geen nieuivs te vermelden hebben.

:r R o g ge: De roggemarkten ‘zijn over het algemeen vast
gebleven. Tn Amerika zijn de prijzen, behoudens kleine
reacties, regelmatig gestegen en de Europeesche landen heb-
ben die verhooging wel moeten volgen, ofschoon wij ook nu
slechts enkele zaken ‘kunnen vermelden. De iets grootere
versehepingen hebben weinig druk veroorzaakt. Waarschij
lijk is de ‘totale hoeveelheid rogge, die in de wereld be-
schikbaar is tot de nieuwe oogstpn in Europa aan do markt
komen, niet al te groot.
M a ï
S:
Na de zeer vaste markten, die wij de laatste
week gehad heb ben, was liet begrijpelijk, dat wij nu weder

om een periode hebben gehad van kalmere markten met
con lichte reactie in dc prijzen. De afladingen van Argen-
tiuië waren buitengewoon klein, waarschijnlijk ook ten ge-
volge van de feestdagen. Noord-Amerika verseheepte ‘bijna
evenveel als Argentinië, doch ook thans wederom is ‘het
grootste gedeelte van deze verschepingen bestemd voor
Holland.’ Toch ‘hebben deze afladingen op de markt geen

202

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires
Data.
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Muts’
ILIJnzaaä
Mei
Mei
Mei
Maart
l
.
Maart
1
.
Maart’

25Feb.’28

13271
8
1
)
931)
54818
1
)
10,85
7,50
2
)

14,85
18

,,

’28

132j.
1
)
941)
54.s/1)
10,80
7,55
2)

14,90
25 Feb.’27
.139718
r751
.44
1
1
10,90
5,85

.14;40
25Feb.’26

165
79 18
418/
5
.
12,85
6.80

15,20′
25Feb.’25

1901/
8

13181
8

17,25 10,65

24,40
20Juli’14

82
568/
8

36′,
9,40 5,38

13,70′
1)
per Mrt.
2)’
per
Mei.

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oor ten
27
Febr.,
20Fébr.,
28,Febr.
1928
,

1928 1927

Tarwe (Hardwinter II)
…3
14,50
14,-
15,25
Rogge (No.,2 Western)

,•1
13,10 12,90
12.90
Maïs (La Plar,a)

………..
2

232,-
230,-
168_
249,-
247,- 225,-
13,25
13,20 11,60

Gerst (No. 2 barley)

…….

Lijnkoeken (Noord-Amen:
Haver (Canada.3) ……… …..

ka van La P1ata.zaad)..1
:

14,25
14,20 12,20
.Lijnzaad.(La Plata)
. . . .
357,_.
.

358,-
364,-
‘),per; 100 KG.,

l),per 2000
KG.
8
)per
1960 KO.

Artikelen

AANVOEREN; iton van 1000 KG.

Rotterdam,

. Amsterdam

19125
Febr.

Sedert

Overeenk.

19125 Febr.

Sedert’

Overeenk.
1928

1Jan.
1928
1
tijdvak
1927

1928

.
1Jan.
1928′
1
tijdvak
1927

Totaal

1928.

1

1927

Tarwe …..
..-.. . ……
Rogge ……….
Boekweit …………….
MaIs ……………….
Gerst ………………
Haver ………………
LÂjnzaad ……….
Lijnkoek ……………
Tarwemeel’ …………
tndere meelsoorten

27.108

262.050.
256.155
‘707
14.392
35.619
23
5.125
.

5.450
15.972
158.776
233.818
16.303,
60.681
58.667′
13.302
38.291
16.642′
406
23.022
219!2
4.184
38.143
21.300′
1.883
23.789
21.872
144
2.182
2.715

4.642
1

8:442
9.264
270492
265.419

– –
14.392
35.619′


67
5.125 5 517
7.726.
42.677
1′

48.91:4
201.453.
282.732

2.374

1.190-
63.055 59.857
– –
100
38.291

16.742
13.286
45.978.
28.745
69.000
1

50657′

100

38;243
2L300.
‘1.393
7.422′

6.655,

3L21 1′

28.527


2.182
2.715

sterken druk uitgeoefend, want spoedige mixedmaïs bleef gevraagd. Nieuwe zaken met Noord-Amerika zijn slechts,
weinig tot stand gekomen, daar meestal Chicago te hoog
was. Toen Zaterdag Chicago nogal wat gedaald was; zijn
,

er Maandag wel eenige zaken gedaan, doch een groote om-,
zet kon niet verkregen worden, omdat afladers wegens ge.
brek aan vrachtruimte niet ruim aanboden. Maandag is
in Chicago de markt wederom gestegen, zoodat ten slotte dè
opties te Chicago nog iets hooger sluiten dan een week te-
voren. De aanvoeren in de Westelijke plaatsen der .Ver
eeuigde Staten zijn wederom belangrijk toegenomen, doch
de zichtbare voorraad nam iets af, wat ve1 duidt’ op een-
goede loco vraag. Argentinië
,
biedt bijna geen maIs meer aan van den,
ouden’ oogst. liet prijsverschul met maïs van den nieuwen
oogst is zeer groot, doch in de meeste Europeesche markten.
houden de koopers zich nog teruggetrokken voor
dezé-
nieuwe o’og.stmaïs, •zoodat. er geen groote omzet’ kon be, reikt worden. Het weer’ is in Argentinië veTbeterd, zoodat
er, ve:’erom meer mais. pe.r April aîladin.g geoffreerd werd
,

en tot lagere prijzen. Aan den anderen kant wordt nog’
eens de vertraging van den oogst’bevestigd,. terwijl boven’ dien in Argentinië. vrij’ algemeen wordt. aangenomen, dat.
de nieuwe oogst belangrijk kleiner dan de oude zal’ zijn.
Ook met Zuid-Afrika hebben. de zaken weinig te betee-
kenen gehad,. doch stoomende partijen worden regelmatig
opgenomen. Afladingen van Zuid-Afrika waren ietsgrooter,
doch hebben nogniet veel te beteekenen. Meer. zaken zijn
tot stand gekomen in Nederlandsch-Indisehe maIs. Ook
hier vindt,men een aanmerkelijk prijsverschil voor spoedige
af lading.
Ge r st: De gerstmarkten waren zeer rustig gestemd en
de prijzen blijven vast. De verschepingen’ waren tamelijk
ruim, doch iets kleiner dan’ een week geleden. Ditmaal s-er-
scheepte Argentinië meer da.n Noord-Amerika, terwijl er
van den Donau in het geheel geen verschepingen vermeld,
worden.
H a v er: Ook ‘haver was vast gestem’l met goede vraag in de meeste markten voor de beste’ kwaliteiten. Toen ver:
koopers hun prijzen evenwel verhoogden, kwamen omzet-ten niet gemakkelijk tot stand.

SUIKER.

‘Ook deze week bleven de Amer’ikaansche en Europee-
sche Suikermarkten over het algemeen nog vrij lusteloos
gestem’l. Het bericht, dat de Cubaansche Export Vereeni-
ging het restant verkocht van de’ hoeveelheid suiker, be-
stemd voor landen buiten de V.S., vermocht hierin vrijwel
geen verandering’te brengen. –
Op de N e
w
Yo i’ ‘k s c h e termijnmarkt trokken de no-
teeringen’ in den loop der week ietwtt aan en was het
slot a. v.:
S. C. 4.33; Mrt. 2.53; Mei 2.58; Juli 2.68; Sept. 2.77;
Dec, 2.85.
De ontvangsten. ‘in de Atlantische havens der V. S: be-

droegen deze week 62.000 tons, de versmelt’ingen 42.000
bus tegen 50.000 tons in 1927en (le voorraden 225.000’tons tegen 219.000 tons.
Kleine kwantiteiten prompte Cuba en andere ruwsuiker
werden, verhandeld tot 2
3
/8, a
27
1i6 dc.
C.
& fr. ‘New’ York.
De laatste Cu’bastatistiek is als volgt:

1928

1927

1926
Tons

Tons

Tons
Cubaansche prod. tot.2112

1.000.000. 1.335 096 1.552.460
Wvekontv. afscheephavens. .

231.856. 201050 181 554
Totaal sedert 1/1 tot 1.8/2′..

740.325 1.027.540 1.310.466
Wtrkende fabrieken

169)

173

174
Weekexport …………….74.212

94.411

106.263
Totale export 111 tot 1812′

216.203,. 421.503 732.251
Voorraad alscheephavens…..24.122 606.03-7, 578.215
Voorraad Binnenland ……’ 249675, 666.656 462.784

Zoals boven gemeld verkocht de Cubaansche’ Export Ver-
eeniging deze week het restant’ suiker (223.000 tons) voor
uitvoer naar landen ‘buiten de V. S. en wel ongeveer 190.000
tons. aa.n.Bnitsche Raffinadeurs 18.000′ tons naar het.vaste-
land van. ‘Europa en pl.nu 15.000 tons’ aan Amerikaansche.
Raffinadeu,’s om’ als Raffinade te worden uitgevoerd; Hier-
mede. zijn de 600.000′ tons; welke voor dit doel bestemd’
waren, geheel verkocht.
In E n ge 1 au d ‘konden de noteeringen op de termijn-
markt de afgeloopen week tussehen 134 d. en 2% verbe-
teren en was het slot ii. v.: Febr. sh; 15/6; lInt. sh
. 15/734′;
Mei sh. 15/1034; Aug. sh. 16(134; Dec. sh. 1613.
Op J a v a verkocht de V.I.S.P. in den loop dezer week
ongeveer’ 167.000 tons ‘Superieur, tot
f
15.-. In de tweede
‘hand bleef de markt prjslioudend’; voor vroege’ leveringen
trokken prijzen’ ietwat aan.
H i e r te la’ n d e ‘opende de markt tamelijk, vast en
bleef tot het ‘slot prijehoudeud gestemd De slotno’teeringeu
waren: Mrt.
f
16%; Mei
f
17
1
; Aug.
f
17
3
/8
en’ Dec..
f
17% alles koopers, niet verkoopers tot
f % It f
34
hooger.
De omzet •bedroeg’de’ze week 7050 tons.

KATOEN:
Marktbenicht van, de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.,
Manchester,, d.d. 22. Februari 1928.

De. Aznerikaansche katoenmarkt is kalm, maar’ vast, en
prijzen zijn weer eenigszins opgeloopeu. De ontvangsten in
de’ havens ‘belragen’ circa 7; millioen ibalew tegen’ 1036 mil-
lioen’ in het vorig seizoen en de. export ca. 5′ mill.ioen, tegen
resp. 734 millioen. Egypti.sche katoen is eveneens vasten,
terwijl de’ ontvangsten in Alexandrië. circa 1′, m’illioen
cantars minder bedragen dan in het vorig ‘seizoen. Loco-
vraag in Liverpool blijft van weinig beteekenis en’ de totaal-
verkoopen ‘bedroegen in’ de afgeloopen week 37.000’balen.
De Amerikaansche garen.markt was vrij, actief gedu-
rende de laatste dagen’ der vorige week. Er ‘werden belang-
rijke aken gedaan’ in de meeste soorten, twist en weft’
voornamelijk voor bi.nnenlandsch gebi

uik. Men, schrijft, deze

29
Februari
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

203

activiteit toe aan inkoopen van fabrikanten, die in ver-
band met cle -vastere stenuning van het ruwe materiaal hun
jongste verkoopen in manufacturen dekken. Het blijft ech-
ter voor spinner.s moeilijk hun marges te verbeteren en in enkele gevallen is men hierin zelfs achteruit gegaan. Mule
bundelgarens werden ook beter gevraagd, als ook getwijnde
garens, zoowel voo,- het binnenland als voor export. Giste-
ren ging er echter minder om. De stijging van •katoenprijzen
hield zaken tegen, hoewel hier en daar enkele verkoopers
een goeden omzet i-apporteerden, ofschoon de prijzen niet
voldoende waren en in vele gevallen elders geweigerd

werden.
Er bestond een goede vraag naar boomen, doch hoewel
het prijsverschil niet bijzonder groot was, kwam men in cle
meeste gevallen niet tot zaken, zoodat biedingen weer terug-
gewezen moesten worden. Een conferentie van vertegen-
wooi-digers der Federation en werknemers had gisteren
plaats. In plaats van een ,,Statutory Committee”, zooals
door de werknemers werd verlangd, werd een voorstel ge-
daan om een commissie van twaalf afgevaardigden van elke
organisatie te benoemen ten einde de middelen te be-
spreken, welke eventueel tot lagere procinctiekosten zullen
leiden om op deze wijze een grooter gedeelte der zaken in
de industrie tot zich te kunnen trekken; welke commis-
sie binnen een maand verslag zou uitbrengen. Hierop
moesten cle afgevaardigden der .werknémers eerst met
hunne organisaties dit voorstel bespreken, zoodat de con-
ferntie tot den volgenden Maandag verdaagd werd. In
Egyptische garens gaat over het algemeen weinig om.
Za-
ken beperken zich hierin voornamelijk tot kleine hoeveel-
heden, terwijl prijzen ahteruitgegaan zijn. Deze condities
en de stijging van het i-uwe materiaal houden contracten
op groote schaal tegen.
De stemming in de doekmarkt blijft optimistisch en er
bestaat een goede vraag van de meeste overzeesche markten.
Biedingen zijn nogal aan den lagen kant, zoodat het dik-
wijls zeer moeilijk is orders te boeken. Het ‘is ondoenlijk
tc.bepalen, hoeveel ‘zaken er werkelijk tot stand zijn ge-
komen. doch door cle vastere stemming, die men algemeen
constateert, neemt men wel aan, dat er door de stijgende
katoenmarkt algemeen meer gekocht is. Zooals wij de vorige
week reeds schreven, heeft cle markt bepaald meer rugge-
graat gekregen en zijn fabrikanten eerder geneigd hunne
noteeringen te verhoogen, zoodat liet zeer moeilijk wordt
concessies te verkrijgen. Prijsideeën van koopers hebben
niet altijd gelijken tred gehouden met die der Manchester-
markt, waardoor een groot gedeelte der aanvragen niet ge-
boekt is kunnen worden, doch hieruit blijkt wel, dat de
meeste overzeesche markten meer belang in de huidige po-sitie beginnen te stellen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 14Feb.21 Feb.
15Feb. 22Feb. T.T.opBr.-Indië 115+ 1/5+
F.G.F. Sakellaridis 17,40 17,90 T.T.op Hongkong 2/0’/ 210
,1
8

G.F. No. 1 Oomra 7,50 7,60 T.T. op Shanghai 2j6 2/6(

Noteering voor Loco-Katoen. (Middling Uplands.)

24Feb,-.
l928
17
Febr.
1928
10 Febr.
1928
24 Febr.
1

1927
24 Febr.
1926

New York voor
Middling
.

19,- c
18,35e,
18,45e
14,20e
20,35 c

New Orleans
voor Middling
18,51 c
18,- c
17,96e
13,89 c
19,30 c

Liverpool voor
Middling
.

10,40 d 10,25 d
10,07 d
7,84 d
10,43 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Aanerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1 Aug. ’27
J
Overeenkomst ige periode
tot

17
Febr. ’28

19
2
61
27
1
1925126

Ontvangsten Gulf-Havens.
6981


11

Atlant.Uavens
3
Uitvoer naar Gr.Brittannië
864
‘tVasteland.etc.
3421

1
Japan……..
752

Voorraden.
(In dulzendtallen ba1en

17
Febr.’28

Amerik. havens.
.
._
2191
Binnenland …………..
1049
New York

……………
195
514
New Orleans …………..
Liverpool

……..
541

KOFFIE.

De vaste stemming voor het artikel hield ook ie cle afge-
loopen week aail en kwam in de eerste plaats tot uiting in
de onafgebroken stijgende richting der kost- en vracht-aan-
biedingen van Brazilië en het daarmede verband houdend
oploopen der noteeringen aan de verschillende termijnmar’k-
ten. In Brazilië zijn cle offertes van Santos op het oogen-
blik ongeveer 3/- hooger clan een week geleden; die van
Rio zijn .dooreen genomen ongeveer 21. hooger. In beide
soorten kwamen nogal wat zaken op prompte verscheping
tot stand.
Ook ‘Nedeilandsch-In.dië was niet Robusta niet onbelang-
rijk hooger. De cif-pi-ij’s voor Palembang Robusta .steeg on-
geveer 1Y
2
, ct., waartegenover die van de ‘betere ongewas-
schen soorten slechts %
8.
1 ct. opliep en die van Java
W.I.B. faq. ongeveer 1Y4 et. Tot afladïngszaken van be-
teekenis kwam het in deze soorten echter ditmaal niet.
Eindelijk werd deze week bekend, hoe groot cle voorraden,
door het Instituut tot Permanente Verdediging van de
Koffie van Sao Paulo in de pakhuizen en de spoorweg-
stations in het .binnenlSn( van ‘Sao Paulo en Minas Geraes
teruggehouden, op 31 Januari II. waren. Volgens telegra-
fische mededeeling van het Instituut bedroeg op dien datum
de voorraad 13.354.000 balen, hetgeen tegen 31 December
eene vermeerdering beteekent van 234.000 balen. Het feit,
dat de vermeerdering dezer voorraden in Januari slechts
234.’000 balen bedroeg tegen 849.000 balen in December en
1222.000 balen in November, geeft aanleiding tot de ver-
onderstelling, dat de verwachting, cle vorige maand door
het Instituut uitgesproken, volgens welke het restant van
den oogst tegen het einde van Januari vanuit de plantages
in cle binnenlan.clsche .pakhuizeu zou zijn afgeleverd, niet
al te erg beschaaxncl is geworden. In elk geval is er grond
om aan te nemen, dat, nu in Januari de aanvoeren in het
binnenland slechts ruim 200.000 balen grooter geweest
zijn dan cle hoeveelheden uit liet binnenland naar de af-
scheephaven van Santos doorgelaten, .die aanvoeren in Fe-
bruari kleiner’ zullen zijn dan de naar de afscheephaven
doorgelaten hoeveelheden, waardoor clan de voorraden in
de binnenlandsehe pakhuizen aan het einde dezer maand
voor het eerst weder eene verminderiug zullen aanwijzen.
De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt ste. gen voor het Gemengd contract in doorsnede ongeveer t
ct. Voor het Santos-oontract, dat ten gevolge van de zeer
geringe belangstelling veel te lang onveranderd ‘was geble-
ven, liepen zij 3
8.
4 ct. op, waardoor deze nu weder in
‘betere verhouding tot clie van liet Gemengd contract zijn
gekomen.
De prij.zen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 10216
8.
10316
per owt. en v’an dito Prime ongeveer 1061-
8.
10716, terwijl
zij vad Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 74/- 8. 751-.
Van Robusta op aflading van Nederlat,dsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Februari-verscheping, 3534 ct.; Pa-
lembang Bobusta, Maart-verscheping, 36 ct.; Benkoelen Ro-
busta, Mrt.fAprilverschepiog, 37 ct.; Mandheling Robusta,
Febr.fMrt.-verscheping, 3934 ct.; Mandheling Robusta,
Mrt.fApril-verscheping, 39
1
/2
ct.; W.I.B. faq. Robusta,
Maart-verscheping, 46>’ ct., alles per
3’Ç
KG., cif, uitgele-
verd gewicht, netto contant. ‘De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 62 ct.
per 34 KG. voor Superior Santos en 46 ct. voor Robusta.

D. noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-eall als volgt:

Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

1
Mrt.
1
Mei i Sept. Dec.
ij
Mrt.
1
Mei
1
Sept.I Dec.

28 Febr.

52

51

50

438, 43( 42

4111
6
21 ,,

487

47

46

43′

42ij 4071 3971
s

14 ,,

4871 47

46

43

42’j

40

7 ,,

487k 47

46

42

41
5
/
8
40y, 391

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Maart
1

Mei
1

Sept.
1

Dec.

27 Febr.

……
$15,52
$
14,84
$
14,20
$
13,99
20,,
,,

14.81
14,20
,,

13,58
13,40
11

,, ,,

14,02

.

,,

13,85
,,

13,38
13,23

6

,,
,,

13,80
,.

13,63
,,

13,30
,,

13,17

Rotterdam, 28 Februari 1928.

10518

1
7924

1845

1706

4404

3295

1071

805

ereenkomstig tijdstip

1927

1926

2764

1484

1304

1887

196

50

623

509

994

589

204

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 Februari 1928

(Mededeeling van de Vereeniging
voor
den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

te Santos

Wisselkoers
Data

.

te Rio
11
Voorraad Prijs Voorraad Prijs o Londen
(In Balen)
No.71)
(In Balen)
No.41)
1 ° –

27 Febr. 1928

328.000 26.900 946.000
1
33 000
18 ,,

1928

343.000 26.3501 883.000 1330006
1
1
128

13 ,,

1928

352.000 -25.525 1.005M00 133.000 .6
26 Febr. 1927

223.000 25.5251 1.018.000 25.800

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in BaleiiJ

te Rio

.

te Sqnfos
Data

.

Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert 1
week

1Juli

week

1Juh

25 Febr. 1928….

41.000- 2.711.000

150.000 6.909.000
26 Febr. 1927….

38.000 2.695.000 182;000 6341.00
1)
In ReIs.

THEE.

Bij het overzicht van cle theemarktin de afgeloopsu week
client melding tc worden gemaakt van de veiling op den
23steu dezer, die een aanbod omvatte van ca. 22.500 kj.
Nederlan.dsch-Ind.ischè thee, directe aanvoer.
1.

Deze veiling had, mede in navolging van Londen, een
kalm verloop, terwijl de prijzen over het algemeen ccli vcr-deren kleinen teruggang.te zien gaven.
Voor de goede soorten gruis. en bladthee, bedroeg clie
2 t 5 cts., terwijl de middensoorteu en de Ordinaire wa-
liteiten een vermindering te -zien gaven van 1 t 4 ets.
Gewone- en middenkwal.iteit gruis waren prijshoudencl
en konden zelfs meerdere malen iets in prijs verbeteren.
Bladsorteeriugen waren op deze veiling minder gevraagd
en boekten ook de grootste prijsteruggangeu.
Het saldo onverkochte thee uit deze veiling bedroeg 1590
t 2000 kn. Voor de volgende veiling van den 15en Maart
zijn aangeslagen ca. 16.500 ku., een aanbod dat vrij be
langrijk beneden dat van verleden jaar blijft.
Amstercla.m, 27 Februari 1928.

COPRA.

De markt was gedurende de afgeloopen
-week time1jk
onbewogen. De beste vraag kwam van Marseille;• Indië of.
freercie regelmatig, doch slechts kleine quantiteiten.
De markt sloot met koopers voor:

Nederl.-Indische f.m.s.,

stoomend

……………
.-.

f
331k

aflad.

Jan./Febr.

……….
..
331,

Febr./Mr.t.

…………
33
Mixed,

aflad.

Jan/Febr.

…………
32
Febr.JMrt.

………
..
32
Mrt./April

………
..
32

STEENKOLEN.

i.nd.s ons laatste beriôht zijn de beslissingen ‘bekend ge.
worden van de onafhankelijke voorzitters van den North-
umberland kind the Durham Counties Loonraad, welke uit-
maken, dat het percentage, dat op de minimum percentage-
basis zal worden toegeegd, -zal worden verlaagd voor
Noithumberland van 80 t
0
t 40 pCt. en voor Durham van
89 tot 65 pCt. De reducties in beide Countis gaan 1 Maart
as. in en zullen drie maanden duren.. Er wordt aangenomen dat de verlaging op de bonen een vermindering in den kost-
prijs van de kolen zal beteekenen van ongeveer 9 d. per ton.
Om te voorkomen, dat dit gunstige verschil linea recta zal
worden overhandigd aan het ‘buitenland, zijn de verschil-
lende mijnbestnren met.- &kaar te rade gegaan met de
bedoeling geen verdere prijsverlagingen toe te staan en
liever de mijnen te sluiten dan de prijzen steeds lager te
z-ièn gaan, welk laatste een zekere ruïne ‘beteekent èn voor
de mijnbedrijvén zelf, zoovel als voor de mijnwerkers. In-
tusschen is het de vraag wat Wales doen zal met zijn
betrekkelijk groot percentage van voor uitvoer bestemde
kolen. Het Marketing Scheme voor dat district, waarover
men het eens schijnt te zijn, zal wel niet 1 Maart in wer-
king kunnen komen.
In Westialen blijven de prijzen vast door gebrek aan
beschikbare, courante vetkolen.

De prijzen zijn:

Northumber] and- Ongezeef de
………
f

9,50
Durham

Ongezeefde

……………..
..10,25
Crdiff

213

large

1/3

smalis

………
..
11,75
,Schotsche

Gezeef.:le

…………
…….
9,75
‘or-kshire Gewasschen Doubles
…….,
11,50

Westfaalsche Vetförder ………….
f
13,15
• .

Vetstukken …………,, 14,40
Smeenootjes ………..,, 13,90
Gasvlamförder ………,, 13,15
Cielcokes
…………. ..
16,25

alles per ton vai.i 1000 KG. Iranco station Itotterciam/Am-
sterdam;
Ougezee
.
fcle bunkerkole.n f.o.b. RotterdalnlAlnsterd cnn
f 10,—.
Markt prijshoudend.

28 Februari 1928.

IJZER.

.I.n de vaste stelnnuiitg, welke nu reeds verscheidene weken
dc ijzer- en staalmarkt vertoont, kwam geen verandering.
In Engeland was het vooral cle levela,iid-mar.kt, vaai eene
verbetering is ingetrecleu en op de Londensche beurs van
do vorige week deden geruchten van eene a.s. prijsverhoo-
ging de ronde. Op het Continent zijn in de afgeloopen twee
weken de staalprij:zen belangrijk gestegen, ook ruwijzer is
een paar shi 1.1 i ngs duurder geworden.

Noteering in de week van

12118 Fbr. 19,25 Fbr.12.1,27 Fbr.
1928

1928

1927

Ruwijzer.

f.o. t: furnace
Sh.
8h.
Ski.
Cleveland Foundry no. 1
6 7X
6734
88
3
651-
65 83
4
64/-
.
64
82
Hematite East Coast
mixed numbers
69 69

.
90
Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
Fra.
Fre..
Frs.
Moulage

………….
435,…..
510,…..
Setni-phosphoreuse …
470,—
470,_ 545,_
ab Werk R heinl..West falen

.435,_

Mk.
.
Mk. Mk.
Giessereiroheisen

no. 1
86.50 .86.50
.

88.—.
3
82.—
82.— 86.—
Htmatit…..
87.50 87.50
.93.50
f.o.b.Antwerpen
8h.
8h.
811.
Giet.erij ruwijzer no. 3
63-64 63-64
70-721 Wal sp r o d u c tea.
f.o. b. Antwerpen (vrjbi.)
Sh
8h.
8h.

Stafijzer

…………
.

105
106-107
9734-9834
122-123
125_126
120
Plaatijzer 5 mM……..

19

3

,.

……
.
127-128
130- (31
127-128

METALEN.

L000-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
Zink

27Febr.1928….
60.17/6
66.101
232.1718
20.51-
25.216
20

,,

1928…
61.10-
66.15_ 230 26
19.1716
25.51-.
13

,,

1928… 61.15/_
66.151-
227.17/6
20./_
25.1216
6

,,

1928..
6251_
66.1216
242.151…
21.216
.25.1716
28 Febr. 1927..
56.151-
63./_
315.216
28.101-
31
20 Juli 1914..
61.-,’-6
145.151-
19.-j_
21.101…

VERKEERS WEZEN.

RUN VAART.

Week van 19 t/m. 25 Februari 1928.

De aanvoeren van zeezijde, hoofdzakelijk erts, waren
levendiger dan de voorafgaande week., Scheepsruimte bleef bij meer vraag voldoende beschikbaar. Voor erts naar Dort-
mund werd de vraag ook minder. De vrachten ‘bedroegen: voor erts naar de Ruhrhavens 30
t
3234 met
34,
40 t 42,4 et. met 34 lostijd; voor erts naar- DortmundfHardenberg
f
1,20 t f1,30 met 34 lostijd, -f1,30
t.f
1,40 met 34 lostijd.
Naar den Bovenrijn ca. 90 c. t
f
1,— per last. Het sleep-
loon varieerde tussehen het 40 en 55 cents tarief. De wa-
terstand, hoewel sterk vallend, bleef gunstig.
In de Ruhrhavens werden de versehepingen van kolen
levendiger. De vrachten bleven onveranderd.

Auteur